Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven
Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven
Opdrachtgever
: Dhr. M.J.J. Foesenek (Foesenek Timmerwerken) Kenbelstraatje 2a 4711 CC Sint-Willebrord
Projectnummer
: 20120629-00
Status rapport / versie nr.
: Definitief 05
Datum
: 5 november 2014
Opgesteld door
: mw. ing. M.M. Kooijman
Gecontroleerd door
: Ing. S. Spapens
Voor akkoord
: mw. ing. M.M. Kooijman
Paraaf :
Versie nr.
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
D01
22-01-2013
Opstellen bestemmingsplan
MK
SSp
D02
25-04-2013
Verwerken opmerkingen gemeente
MK
MvS
D03
10-06-2013
Vooroverleg Provincie
MK
SSp
D04
13-02-2014
Ontwerp bestemmingsplan
MK
MvS
D05
05-11-2014
Bestemmingsplan
MK
MvS
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 1
INHOUD
1
2
INLEIDING
4
1.1
Plangebied
4
1.2
Aanleiding
5
1.3
Leeswijzer
6
BELEIDSKADER
7
2.1
Rijksbeleid
7
2.1.1
7
2.2
2.3
3
Stuctuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
Provinciaal beleid
7
2.2.1
Structuurvisie ruimtelijk ordening Noord-Brabant (SVRO)
7
2.2.2
Verordening ruimte 2012
9
2.2.3 Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 ‘Waar water werkt en leeft’ (2009)
13
2.2.4
13
Cultuurhistorische Waardenkaart (2010)
Gemeentelijk beleid
14
2.3.1
Structuurvisie Halderberge 2025
14
2.3.2
Gebiedsvisie “Bebouwingsconcentraties van de gemeente Halderberge”
14
2.3.3
Welstandsnota Halderberge
15
2.3.4
Woonbeleid
16
GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL
17
3.1
Gebiedsprofiel
17
3.1.1
18
3.2 4
blz.
Plangebied
Projectprofiel
18
3.2.1
19
Ontsluiting en parkeren
MILIEUTECHNISCHE EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN
20
4.1
Bodem
20
4.2
Vliegveld
21
4.2.1
Seppe Airport
21
4.2.2
Radarverstoringsgebied vliegveld . Woensdrecht
22
4.3
Akoestiek
22
4.4
Omgevingstoets Milieuzonering
23
4.5
4.4.1
Toetsingskader
23
4.4.2
Omgevingstype plangebied
24
4.4.3
Richtafstanden milieubelastende activiteiten
25
4.4.4
Afstand ruimtelijke ontwikkeling tot milieubelastende activiteiten
26
4.4.5
Geurhinder veehouderijbedrijven
26
4.4.6
Conclusie
28
Externe veiligheid
28
© AGEL adviseurs 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
4.6
4.5.1
Toetsingskader
28
4.5.2
Beoordeling
29
Flora en Faunawetgeving
30
4.6.1
30
Gebiedsbescherming
4.6.2
Soortenbescherming
30
4.6.3
Conclusie
32
4.7
Luchtkwaliteit
32
4.8
Watertoets
32
4.9
5
20120629 5 november 2014 blad 2
4.8.1
Huidige waterhuishouding
33
4.8.2
Toekomstige waterhuishouding
33
Archeologie en cultuurhistorische
34
4.9.1
Archeologie
34
4.9.2
Cultuurhistorie
35
4.10
Kabels en leidingen
35
4.11
Vormvrije m.e.r.-beoordeling
35
HET JURIDISCH PLAN
36
5.1
Hoofdopzet bestemmingsplan
36
5.2
Algemene indeling planregels
36
5.3
Toelichting bestemmingen
36
6
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
38
7
OVERLEG EN INSPRAAK
39
7.1
Vooroverleg
39
7.2
Zienswijzen
40
BIJLAGEN: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13:
Raadsbesluit gemeente Halderberge d.d. 25 september 2014; Raadsvoorstel gemeente Halderberge d.d. 25-09-2014; Vooroverleg reactie Provincie Noord-Brabant, d.d. 13-08-2013; Mailwisseling tussen gemeente Halderberge en Provincie Noord-Brabant, november 2013; Zienswijze Provincie Noord-Brabant d.d.14 april 2014; Wateradvies Waterschap Brabantse Delta d.d. 01-08-2013; Overeenkomst ter saldering in het kader van de “regeling ruimte voor ruimte”, d.d. 12-09-2013; Dossier beëindigingsituatie locatie Heidedreef 6 te 5738 RM Mariahout; Dossier beëindigingsituatie locatie Nistelrodensedijk 3 te 5472 LB Loosbroek; Aanvullende voorwaarden realisatie ‘ruimte voor ruimte’ woning aan Heul, d.d. 19-10-2012; Toetsingsformulier ruimte voor ruimte, provincie Noord-Brabant, 31 juli 2014; Zienswijzennota; Beschikking hogere waarden Wet geluidhinder d.d. 19-08-2014.
© AGEL adviseurs 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 3
SEPARATE BIJLAGEN:
Verkennend bodemonderzoek van AGEL adviseurs, nummer 20120629/D01, d.d. 28 januari 2013; Quickscan Flora- en faunawet, Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven van AGEL adviseurs, nummer 20120269/D01, d.d. 10 juni 2013; Akoestisch onderzoek Wegverkeerslawaai, Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven van AGEL adviseurs, nummer 20120629/D01, d.d. 10 juni 2013.
© AGEL adviseurs 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
1 1.1
20120629 5 november 2014 blad 4
INLEIDING Plangebied
Het plangebied maakt onderdeel uit van het buitengebied van de gemeente Halderberge. Het perceel ligt ten zuiden van de kern Hoeven, één van de vijf kernen van de gemeente Halderberge. De planlocatie betreft het perceel op de hoek van De Heul en de Hermansstraat, welke in de huidige situatie onbebouwd is.
Luchtfoto bestaande situatie (bron: Google)
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’. Dit bestemmingsplan is op 22 september 2011 vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge. Door de provincie Noord-Brabant is echter een reactieve aanwijzing gegeven tegen het bestemmingsplan. Deze reactieve aanwijzing betreft diverse onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied. De gronden ter plaatse van het voorliggend plangebied zijn in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’ bestemd tot 'Agrarisch’ met de aanduidingen ‘Archeologie 3’, ‘Geluidzone - Luchtvaartverkeer’, Bebouwingsconcentraties’, ‘Luchtvaartverkeerzone’ en ‘Verwevingsgebied’. De hier voorgestane ontwikkeling is niet mogelijk binnen de bestemming Agrarisch van dit bestemmingsplan. Binnen het vigerende bestemmingsplan is verder geen bouwblok opgenomen ter plaatse van het plangebied.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 5
Uitsnede verbeelding Bestemmingsplan Buitengebied Halderberge
Voor voorliggend plangebied is met name de, door de Provincie Noord-Brabant aangegeven, aanwijzing ten aanzien van vergroting van de bestemmingsvlakken Wonen van toepassing. De Provincie is van mening dat de bestemmingsvlakken Wonen zeer ruim zijn opgenomen en dat er niet altijd een directe relatie bestaat met het daadwerkelijk gebruik van de gronden. Voor bestemmingsvlakken Wonen groter dan 1.500 m² geldt derhalve dat het bestemmingsplan Buitengebied Halderberge niet in werking is getreden. Uitgangspunt bij de onderhavige planontwikkeling betreft derhalve dat het bestemmingsvlak niet groter is dan 1.500 m². De planontwikkeling sluit hiermee dan ook volledig aan bij de wensen van de provincie NoordBrabant met betrekking tot het bouwen van Ruimte-voor-Ruimte woningen binnen het buitengebied. Tevens sluit het bouwplan ook volledig aan bij de bouwregels van de bestemming ‘Wonen’ van het bestemmingsplan Buitengebied Halderberge. Om vertraging van de voorliggende ontwikkeling te voorkomen is ervoor gekozen om een separate procedure op te starten in de vorm van een bestemmingsplan. 1.2
Aanleiding
Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op een woningontwikkeling ter plaatse van het hoekperceel Heul/ Hermansstraat te Hoeven, kadastraal bekend als Gemeente Hoeven, sectie H nr. 826. De initiatiefnemer is voornemens om op dit perceel een vrijstaande Ruimte-voorRuimte woning te realiseren. Het perceel ligt in het buitengebied van Halderberge.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 6
Binnen het vigerend bestemmingsplan is het realiseren van een vrijstaande Ruimte-voor-Ruimte woning ter plaatse van het plangebied niet mogelijk. De gemeente Halderberge staat in principe positief tegenover de planontwikkeling en heeft derhalve samen met de heer Foesenek besloten om voor de planontwikkeling een bestemmingsplan in procedure te brengen. In deze plantoelichting wordt de onderbouwing gegeven voor de bestemmingsplanherziening waarmee medewerking is verleend aan het initiatief. 1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 van de voorliggende toelichting wordt ingegaan op de relevante beleidaspecten. In hoofdstuk 3 worden het gebiedsprofiel en het projectprofiel van de onderhavige ontwikkeling beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de toelaatbaarheid van het initiatief vanuit milieutechnische en planologische aspecten onderbouwd. In hoofdstuk 5 zijn de regels van de toekomstige woonbestemming opgenomen. In hoofdstuk 6 wordt de financiële en maatschappelijke haalbaarheid van de voorgestane ontwikkeling behandeld.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
2
20120629 5 november 2014 blad 7
BELEIDSKADER
2.1
2.1.1
Rijksbeleid
Stuctuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in werking getreden. In de structuurvisie schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vervangt verschillende nota’s, zoals de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de Mobiliteits Aanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Verder vervallen met de SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken uit de Agenda Landschap, Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd: de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; de bereikbaarheid verbeteren; zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie benoemt met name Rijksdoelen en nationale belangen. De (boven) lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking wordt overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen de provinciale kaders. De sturing op verstedelijking, zoals afspraken over percentages voor binnenstedelijk bouwen, Rijksbufferzones en doelstellingen voor herstructurering, laat het Rijk los. Alleen in stedelijk regio’s rond de mainports zal het Rijk afspraken maken met decentrale overheden over de programmering van verstedelijking. Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen, neemt het Rijk een ladder voor duurzame verstedelijking op in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Rijk zal tijdens het opstellen en vaststellen van bestemmingsplannen dan ook niet toetsen op een correcte doorwerking van de nationale belangen. Het Rijk zal, als daarom wordt gevraagd door gemeente, in de voorbereidingsfase van de bestemmingsplanprocedure haar nationale belangen toelichten en, indien nodig, daarover advies geven. Conclusie De realisatie van één woning wordt niet aangemerkt als nationaal belang. Het rijksbeleid is derhalve niet relevant voor deze ontwikkeling. 2.2
2.2.1
Provinciaal beleid
Structuurvisie ruimtelijk ordening Noord-Brabant (SVRO)
Op 1 oktober 2010 hebben de Provinciale Staten de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) voor de provincie Noord-Brabant vastgesteld. De Structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040) weer. De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 8
De Structuurvisie geeft de samenhang weer tussen het beleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer en water. Het gedachtegoed uit het Integraal Strategisch Milieubeleid (2006), het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (2006) en het Provinciaal Waterplan (2009) zijn in de Structuurvisie RO opgenomen en verwerkt. Echter, in de Structuurvisie zijn alleen de ruimtelijk relevante hoofdlijnen uit deze strategische plannen opgenomen. Een verdere detaillering van het beleid staat in de plannen zelf. Dit komt ook tot uitdrukking op de (abstracte) structurenkaart van de Structuurvisie. De onderstaande afbeelding toont een uitsnede uit de Structurenkaart bij de SVRO. Het voorliggend plangebied is hier aangeduid als ' Gemengd landelijk gebied'.
planlocatie
Uitsnede Structurenkaart SVRO, Provincie Noord-Brabant.
Voor gebieden met de aanduiding ´Gemengd landelijk gebied´geldt in hoofdlijnen dat binnen deze gebieden verschillende functies in evenwicht met elkaar worden ontwikkeld. Agrarische functies worden in samenhang met andere functies (in de omgeving) uitgeoefend. In het gemengd landelijk gebied wordt voldaan aan de vraag naar kleinschalige stedelijke voorzieningen, recreatie, toerisme en ondernemen in een groene omgeving. Daarnaast wil de provincie ook dat er ruimte beschikbaar blijft om de agrarische productiestructuur te behouden en te versterken. Aan gemeenten wordt daarom gevraagd deze primair agrarische gebieden te beschermen. Dat betekent dat (stedelijke) functies die ten koste gaan van de ruimte voor agrarisch gebruik of die strijdig zijn met de landbouw in die gebieden geweerd worden. Hierdoor blijft er ruimte gereserveerd voor agrarische ontwikkelingen. Het gemengd landelijk gebied is een veelzijdige gebruiksruimte. Ontwikkelingen, zoals wonen, werken, (historische) landgoederen, recreatie en toerisme, passen qua aard, schaal en functie bij de omgeving en houden rekening met de omgevingskwaliteiten. De ontwikkeling van functies is in beginsel alleen mogelijk op vrijkomende locaties. Er wordt rekening gehouden met (ontwikkelingsmogelijkheden van) omliggende bestaande functies, zoals volwaardige agrarische bedrijven, recreatiebedrijven of woonfuncties.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 9
Conclusie Zoals in de Structuurvisie wordt aangehaald is het gemengd landelijk gebied een veelzijdige gebruiksruimte, waar wonen in principe passend is. De Structuurvisie staat de beoogde ontwikkeling dan ook niet in de weg.
2.2.2
Verordening ruimte 2012
De Verordening ruimte is met ingang van 1 maart 2011 in werking getreden. Een eerste (integrale) wijziging van de Verordening ruimte heeft geleid tot de vaststelling van de Verordening ruimte 2012. In de Verordening ruimte 2012 worden de kaderstellende elementen uit het provinciale beleid vertaald in regels die direct van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. Belangrijke onderwerpen in deze verordening zijn: ruimtelijke kwaliteit; stedelijke ontwikkelingen; de natuurgebieden; agrarische ontwikkelingen, waaronder de intensieve veehouderij; overige ontwikkelingen in het landelijk gebied. Relatie met de structuurvisie De onderwerpen die in de verordening staan komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Zoals de onderstaande figuur toont is het voorliggend plangebied gelegen binnen de zone aangeduid als ‘Verwevingsgebied’.
planlocatie
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 10
In de verwevingsgebieden is sprake van een menging van functies van onder meer landbouw, wonen en natuur. In deze gebieden is vanuit reconstructiedoelstellingen nieuwvestiging van intensieve veehouderijen niet wenselijk, maar moet hervestiging en uitbreiding wel mogelijk zijn op die plaatsen waar de ruimtelijke kwaliteit of aanwezige functies zich daartegen niet verzetten. Binnen de Verordening ruimte is een regeling opgenomen voor de ontwikkeling van Ruimtevoor-Ruimte kavels. De Ruimte-voor-Ruimte regeling heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik zijn of waren voor de intensieve veehouderij in combinatie met realisering van milieuwinst ter plaatse, de bouw van woningen op passende locaties toe te staan, dit in afwijking van de regel dat geen nieuwe (burger)woningen mogen worden toegevoegd aan het buitengebied. De regeling geeft aan dat een passende locatie gevonden kan worden in een bebouwingsconcentratie binnen de groenblauwe mantel of binnen het agrarisch gebied. Wat dit laatste gebied betreft met uitzondering van de landbouwontwikkelingsgebieden en de vestigingsgebieden glastuinbouw. Voor de toepassing van de Ruimte-voor-Ruimte regeling hebben Gedeputeerde Staten in 2006 een beleidsregel vastgesteld. Hierin zijn de voorwaarden neergelegd waaronder aan de regeling deel genomen kan worden. In de Verordening ruimte is bepaald dat de Beleidsregel Ruimtevoor-Ruimte 2006 (vooralsnog) beschouwd wordt als nadere regels ten aanzien van bestemmingsplannen die voorzien in een Ruimte-voor-Ruimte kavel. Deze komen kort gezegd erop neer dat is verzekerd dat voldaan is aan de nadere Ruimte-voor-Ruimteregels, dat het bestemmingsplan zorg draagt voor een goede landschappelijk inpassing en dat geen sprake is van een aanzet voor een stedelijke ontwikkeling. Met deze laatste clausule wordt beoogd te voorkomen dat een ruimte-voor-ruimtelocatie het karakter krijgt van een stedelijke ontwikkeling. De provincie heeft het initiatief genomen tot het oprichten van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte-voor-Ruimte waarin de provincie en marktpartijen (OPP van de Bank Nederlandse Gemeenten, NIBC Bank, en de Grontmij) samenwerken om de regeling Ruimte-voor-Ruimte uit te voeren. De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte-voor-Ruimte ontwikkelt en geeft de Ruimtevoor-Ruimtekavels uit. De door de provincie betaalde sloopvergoedingen dienen op deze manier te worden terugverdiend. Voor de realisatie van het voorliggend plan is door de initiatiefnemer een dergelijke Ruimt-voorRuimte bouwtitel aangekocht, welke dient te worden toegepast op het voorliggend plangebied. Onderstaand worden de beleidsregels in het kader van ‘Ruimte-voor-Ruimte 2006’ nader toegelicht en beargumenteerd.
1. In ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van ten minste 1.000 m² mag een woning worden gebouwd in afwijking van de programmering voor de woningbouw of, indien nodig, in afwijking van de beleidslijn dat geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd aan het buitengebied; er geldt een ondergrens van ten minste 200 m² voor saldering.
Het betreft hier een aangekochte Ruimte-voor-Ruimte bouwtitel. In de overeenkomst ter saldering in het kader van de “regeling ruimte voor ruimte” (Bijlage 4) is bepaald dat 1000 m² aan bedrijfsgebouwen wordt gesloopt of reeds is gesloopt. Tevens heeft de doorhaling van 3.500 kilogram mestproductierechten plaatsgevonden ten behoeve van de bouwtitel.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 11
2. De afwijking van de programmering voor de woningbouw mag alleen plaatsvinden als de
sloop van agrarische bedrijfsgebouwen plaatsvindt in een van de reconstructiegebieden Midden-en Oost-Brabant. Voor de toepassing van deze regeling ligt de gemeente Rucphen in Midden-Brabant (zie kaart J streekplan).
De betreffende stallen zijn of worden gesaneerd overeenkomstig de gestelde eisen, zoals is vastgelegd in de overeenkomst ter saldering in het kader van de “regeling ruimte voor ruimte” (Bijlage 4).
3. De afwijking van de programmering voor de woningbouw mag hoogstens 3.000 woningen omvatten, of zoveel meer als voortvloeit uit de nadere invulling van het zogeheten ‘Pact van Brakkenstein’ (maart 2000). De voorliggende ontwikkeling is in overeenstemming met de hier gestelde eis en wordt ondersteund door de gemeente Halderberge.
4. De bouw van de woning mag uitsluitend binnen de bebouwde kom plaatsvinden dan wel binnen een kernrandzone of een bebouwingscluster en dient bovendien zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande bebouwing. Tevens kan een locatie worden benut die in het kader van een structuurvisiePlus door Gedeputeerde Staten als geschikt voor woningbouw is aanvaard.
Het perceel op de hoek De Heul / Hermansstraat is gelegen in een bebouwingsconcentratie. Aan deze voorwaarde wordt dan ook voldaan.
5. De bouw van de woning dient te passen binnen de ruimtelijke structuur van de gemeente. Het voorliggend plangebied is gelegen binnen een bebouwingsconcentratie. Deze bebouwingsconcentratie bestaat hier uit een bebouwingslint. Het voorliggend initiatief vormt een aanvulling op dit bestaande lint en is aldus passend binnen de bestaande ruimtelijke structuur.
6. Bouw van een woning in de groene hoofdstructuur is niet toegestaan. Het voorliggend plangebied maakt geen onderdeel uit van de groene hoofdstructuur.
7. Cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden moeten behouden dan wel versterkt worden. De milieuhygiënische en waterhuishoudkundige situatie ter plaatse moet zoveel mogelijk verbeterd worden.
Het voorliggend plangebied betreft een agrarisch perceel dat in de huidige situatie in gebruik is als paardenwei. Met het voorliggend initiatief worden dan ook geen cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden aangetast voor zover deze aanwezig zijn. Daarnaast wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de milieuhygiënische en waterhuishoudkundige aspecten (zie ook hoofdstuk 4).
8. De agrarische ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven in de nabijheid van de woning worden niet beknot. Op basis van paragraaf 4.3 wordt geconcludeerd dat het initiatief niet gelegen is binnen het invloedsgebied (milieuzonering) rond agrarische bedrijven.
9. Een goede landschappelijke en architectonische inpassing van de woning in de omgeving dient gewaarborgd te zijn door middel van een beeldkwaliteitsplan dan wel een vergelijkbaar instrument. Het voorliggend initiatief betreft de realisatie van één woning waarvan de bouwmogelijkheden in het voorliggend bestemmingsplan zijn weergegeven.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 12
Daarnaast wordt binnen het voorliggend bestemmingsplan specifiek ingegaan op de ruimtelijke inpassing van het voorliggend plan. Tenslotte dient het bouwkundig ontwerp in het kader van de ‘omgevingsvergunning ten behoeve van bouw’ getoetst te worden aan de Welstandsnota van de gemeente Halderberge. Op basis van het voorgaande is de landschappelijke en architectonische inpassing afdoende veilig gesteld.
10. De te slopen bedrijfsgebouwen mogen geen bijzondere cultuurhistorische waarde hebben. De betreffende stallen zijn of worden gesaneerd overeenkomstig de “beleidsregel ruimte voor ruimte 2006”, zoals vastgelegd in de overeenkomst ter saldering in het kader van de “regeling ruimte voor ruimte” (Bijlage 4).
11. Zeker gesteld moet zijn dat de realisering van de woning plaatsvindt in samenhang met de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen en met de inlevering van de milieurechten van de agrarische activiteit ter plaatse. Per woning dient te worden aangetoond dat ten minste 1.000 m2 agrarische bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en milieuwinst op de desbetreffende locatie is bereikt. Het betreft hier een aangekochte Ruimte-voor-Ruimte bouwtitel.
12. Zeker gesteld moet zijn dat de te slopen bedrijfsgebouwen niet worden vervangen door nieuwe bebouwing en dat aan de voormalige agrarische bedrijfslocatie een passende andere bestemming wordt toegekend. Van deze vereisten kan worden afgeweken in het belang van de revitalisering van het buitengebied. Het betreft hier een aangekochte Ruimte-voor-Ruimte bouwtitel.
13. Planologische medewerking wordt niet verleend als in redelijkheid langs andere wijze tot sanering van de bedrijfsgebouwen kan worden gekomen. Het betreft hier een aangekochte Ruimte-voor-Ruimte bouwtitel.
14. Gedeputeerde Staten kunnen de hierboven vermelde regels in een beleidsbrief nader invullen en verduidelijken. Zo nodig kunnen zij nadere regels opnemen om te waarborgen dat voldaan wordt aan het uitgangspunt van het ‘Pact van Brakkenstein’ (maart 2000), dat uit de opbrengst van de uitgifte van extra woningbouwkavels aanvullende middelen worden gegenereerd ten behoeve van de sloop van stallen. Bestreffend beleidsregel is niet van toepassing op het voorliggend initiatief.
Conclusie De Verordening ruimte staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg, zeker niet omdat er sprake is van een Ruimte-voor-Ruimte woning.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
2.2.3
20120629 5 november 2014 blad 13
Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 ‘Waar water werkt en leeft’ (2009)
Op 20 november 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Waterplan 2010-2015 ‘Waar water werkt en leeft’ vastgesteld. Het plan is op 22 december 2009 in werking getreden. Het Provinciaal Waterplan bestaat uit zes verschillende onderdelen. Plantekst Provinciaal Waterplan en het uitvoeringsprogramma: De plantekst beschrijft het provinciale waterbeleid voor de periode 2010 tot 2015. Kaderrichtlijn Waterdoelstellingen en onderbouwing: Deze geeft per grond- en oppervlaktewaterlichaam de doelstellingen die volgens de Kaderrichtlijn Water moeten worden vastgelegd en bijbehorende onderbouwingen hierbij. Plan-MER inclusief aanvulling: Voor het plan en de waterbeheerplannen van de waterschappen is een strategische milieubeoordeling (Plan-MER) uitgevoerd. Dit is een formele eis die de wet stelt aan strategische plannen zoals een Provinciaal Waterplan. Plankaart Waterhuishoudkundige functies: De plankaart laat zien waar de verschillende functies voor het waterbeleid worden toegekend. Plankaart Structuurvisie water: De plankaart laat zien welke watermaatregelen ruimtelijke consequenties hebben. De kaart heeft de status van structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening. Nota van inspraak en reactie: In de nota geven Gedeputeerde Staten aan hoe zij de inspraakreacties hebben verwerkt in het Provinciaal Waterplan. (Bron: Bestemmingsplan Buitengebied Halderberge) Op plankaart 2 ‘Structuurvisie water’ is een aantal gebieden (rondom waterlopen) aangeduid als ‘reserveringsgebied waterberging’. Ook het drinkwaterwingebied en de 25-jaarszone van het bijbehorende grondwaterbeschermingsgebied zijn op de kaart opgenomen. Uit de kaart blijkt dat het voorliggend plangebied niet is gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied en/of de bijbehorende boringsvrije zone.
2.2.4
Cultuurhistorische Waardenkaart (2010)
De Cultuurhistorische Waardenkaart (2010) van de provincie Noord-Brabant is in eerste instantie bedoeld voor degenen die werkzaam zijn in de ruimtelijke planvorming. Deze kaart biedt inzicht in karakteristieke en kenmerkende relicten en de historische ruimtelijke ontwikkeling van het landschap, cultuurhistorische elementen, patronen en structuren die het huidige beeld van stad en land mede bepalen. Voor het plangebied betreft dit het gebied ten zuiden van Hoeven, welke is aangeduid als archeologisch landschap.
Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart (2010) Provincie Noord-Brabant
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 14
Conclusie In hoofdstuk 4 is bij de Milieutechnische en planologische aspecten aangegeven hoe verder is omgegaan met het aspect cultuurhistorie en archeologie. 2.3
2.3.1
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Halderberge 2025
De ontwerp-structuurvisie Halderberge 2025 heeft van 7 maart 2013 tot en met 17 april 2013 ter inzage gelegen. In de structuurvisie Halderberge zijn de hoofdlijnen vastgelegd waar de gemeente Halderberge op maatschappelijk, economische en ruimtelijk gebied naar toe gaat in de periode tot 2025. In de structuurvisie Halderberge worden onder meer het duurzaam ruimtelijk en het duurzaam maatschappelijk structuurbeeld beschreven. Deze termijnbeelden worden het fundament van de gemeente Halderberge en zorgen na een confrontatie met de bestaande en toekomstige beleidsopgaven voor een visie op het gehele grondgebied. Voor de kern Hoeven is het toekomstbeeld voornamelijk gericht op het beter oplossen van parkeerproblemen rondom de huiskamer van Hoeven (Sint Janstraat e.o.), het gebruik van Bovendonk als conferentiecentrum, aandacht voor looproutes naar Sint-Janstraat en Bovendonk en bijzondere aandacht voor het sportpark en het primair onderwijs. De structuurvisie Halderberge 2025 gaat echter niet nader in op incidentele (her)ontwikkelingen in het buitengebeid van Hoeven, zoals hier in het voorliggend initiatief sprake van is. De structuurvisie biedt dan ook geen handvatten voor toetsing van het betreffend initiatief.
2.3.2
Gebiedsvisie “Bebouwingsconcentraties van de gemeente Halderberge”
Binnen de gemeente Halderberge is het niet mogelijk om in het kader van de ‘Ruimte voor Ruimte regeling’ agrarisch bedrijfsgebouwen te slopen, omdat de gemeente Halderberge niet gelegen is in een reconstructiegebied. Wel is het binnen de gemeente mogelijk dat initiatiefnemers een bouwtitel kopen voor de realisering van een ‘Ruimte voor Ruimte woning’. Het bouwen van een ‘Ruimte voor Ruimte woning’ in het buitengebied is onder voorwaarden mogelijk in een ‘bebouwingscluster’ of ‘kernrandzone’. Deze gebieden zijn aangegeven in de ‘Gebiedsvisie Bebouwingsconcentratie van de gemeente Halderberge’ en zijn tevens opgenomen in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’. Het onderhavige plangebied is gelegen binnen de bebouwingsconcentratie ‘Heul’. Deze bebouwingsconcentratie wordt tweemaal doorsneden door belangrijke structuurdragers. Allereerst door de ecologische verbindingszone ter hoogte van het waterloopje Kibbelvaart en als tweede door de spoorverbinding Roosendaal-Etten Leur. Zichtrelaties vanuit de Heul richting de ecologische verbindingszone (ten oosten van de Heul) dienen zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 15
Uitsnede kaart gebiedsvisie ‘Heul’: Ruimtelijke visie
Binnen de bebouwingsconcentratie zijn in de ruimtelijke visie ‘zoeklocaties voor toevoeging van extra bebouwing met behoud van openheid in de structuur’ aangegeven. Uit de bovenstaande uitsnede van de gebiedsvisie blijkt dat het voorliggende plangebied is gelegen ter plaatse van zo’n zoeklocatie. Nieuwe bebouwingsmogelijkheden dienen in een open structuur te worden gerealiseerd.
2.3.3
Welstandsnota Halderberge
Sinds 1 januari 2003 is het landelijk verplicht voor gemeenten om te werken met een vastgestelde welstandsnota. De praktijk heeft uitgewezen dat de welstandsnota in meerdere opzichten te beperkt en te streng is. Om deze reden is de welstandsnota vorig jaar versoepeld in Halderberge. De welstandsnota omschrijft de architectonische waarden van gebieden in de gemeente. Per gebied of object wordt beschreven op welk niveau getoetst moet worden. Dit om de architectonische kwaliteit bij verbouw of nieuwbouw te waarborgen. Binnen de welstandsnota zijn gebiedsgerichte criteria opgenomen. De verschillende kernen van de gemeente Halderberge kennen ieder een eigen waardering. Het plangebied is, overeenkomstig de overzichtkaart gebiedsindelingen Halderberge, gelegen binnen het gebied ‘Agrarisch Buitengebied oude ontginningen’ met de bijbehorende beschrijving en waardering. Voor het onderhavige plangebied zijn de navolgende criteria voor het bestemmingsplan van belang: Waardevolle kenmerken van het deelgebied, zoals omschreven in de gebiedsbeschrijving en de gebiedswaardering, dienen gehandhaafd te blijven; Bebouwing voegt zich naar de omgeving en is niet dominant aanwezig; Bij nieuwe ontwikkelingen langs een bebouwingslint moet het individuele plan duidelijk herkenbaar zijn als architectonische eenheid. De afwisseling van open ruimte en bebouwing met variabele afstanden tussen de gebouwen onderling en tot de openbare weg moet worden behouden; Nieuwe bebouwing moet worden uitgevoerd met een kap; Indien bij een aanbouw een kap wordt toegepast, moet de dakhelling gelijk zijn aan de dakhelling van het hoofdgebouw.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
2.3.4
20120629 5 november 2014 blad 16
Woonbeleid
De ‘Woonvisie Halderberge: diversiteit in kernkwaliteit’ heeft betrekking op de periode tot en met 2015 met een doorkijk naar 2020. Gezien de dynamiek van de woningmarkt ligt het toekomstbeeld dat in de woonvisie wordt geschetst, niet geheel vast. Een succesvol woonbeleid moet flexibel genoeg zijn om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen. De woonvisie beschrijft de gemeente Halderberge als een aantrekkelijke woongemeente met dorpse en centrum-dorpse woonmilieus. Opvallend is de diversiteit binnen de gemeente. De vijf kernen binnen de gemeente hebben ieder een eigen kwaliteit en identiteit. Eén van de centrale uitgangspunten van de woonvisie is dan ook het bijdragen aan het handhaven en versterken van deze kwaliteit en identiteit van de kernen. De woonvisie van Halderberge is gebaseerd op de volgende centrale uitgangspunten: De kernen van Halderberge hebben ieder een eigen kwaliteit en identiteit. Het woonbeleid draagt bij aan het handhaven en versterken daarvan; De nieuwbouwproductie van Halderberge is gebaseerd op de eigen behoefte van de gemeente en een beperkte groei die voortkomt uit de ontwikkeling van Borchwerf, het Agro Food Cluster en de opvang van arbeidsmigranten. Promotie en marketing van de gemeente Halderberge is nodig voor het bereiken van de gewenste woningproductie en deze zijn daardoor aandachtspunten bij het woonbeleid; Starters en senioren verdienen aandacht in iedere kern; De uitvoering van het woonbeleid wordt gewaarborgd door een nauwe samenwerking tussen de gemeente en de partners in het woonbeleid. De kern Hoeven is een kleinschalig en landelijk gelegen dorp, per 1 januari 2012 bestaande uit 6.727 inwoners. Kenmerkende voor Hoeven is dat er veel gebouwd wordt in particulier opdrachtgeverschap. Veel mensen bouwen met hulp van vrienden en kennissen een woning. De gewenste omvang van het nieuwbouwprogramma in de kern Hoeven bedraagt 580 woningen in de periode 2009 tot 2019, waarvan 360 in de eerste vijf jaar (2009 tot 2014). Uit het woningmarktonderzoek blijkt dat in Hoeven vooral behoefte bestaat aan seniorenwoningen, echter als meergezinswoningen beschouwd, dus er mag vanuit worden gegaan dat tevens behoefte bestaat aan grondgebonden seniorenwoningen. Het aantal woningen dat is opgenomen in het programma, ligt lager dan de gewenste woningproductie. Daarbij valt 90% van de woningen opgenomen in het woningbouwprogramma binnen de zachte plancapaciteit. Slechts 10% van het woningbouwprogramma van Hoeven ligt vast. De hier voorgestane ontwikkeling betreft de bouw van een Ruimte-voor-Ruimte woning. Dergelijke ontwikkelingen dragen niet bij aan de ontwikkelingsdoelstelling zoals verwoordt in de Woonvisie Halderberge. De woonvisie heeft anderzijds geen invloed op de voorliggende planontwikkeling.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
3 3.1
20120629 5 november 2014 blad 17
GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL Gebiedsprofiel
De kern Hoeven is opgebouwd uit verschillende (vooroorlogse) bebouwingslinten, welke in de loop der jaren langzaam zijn ingevuld. De kern kent een gemiddeld voorzieningenaanbod met een supermarkt en enkele detailhandelsvoorzieningen. Het gebied direct grenzend aan de kern wordt ingevuld door een sportpark en de bebouwing langs de uitlopers van de bebouwingslinten. Het verder gelegen buitengebied wordt ingevuld door agrarische percelen en het ten zuidwesten van de kern Hoeven gelegen ‘bosbad Hoeven’ met caravanpark ‘De Haspel’. Op korte afstand van de kern is ten zuidoosten van de bebouwing reeds de bebouwing van het Bedrijventerrein Vosdonk van de gemeente Etten-Leur gelegen. Tevens loopt de spoorlijn Breda-Roosendaal ten zuiden van Hoeven.
Luchtfoto omgeving (bron: Bing Maps)
Tussen de kern en de spoorlijn is langs één van de voornoemde bebouwingslinten (De Heul) het plangebied gelegen. Het plangebied betreft een open ruimte tussen de adressen De Heul 30 en De Heul 26. Deze bebouwing en de overige bebouwing langs De Heul wordt gekenmerkt door vrijstaande woningen met grote groene voor- en achtertuinen. De woonbebouwing bestaat voornamelijk uit één bouwlaag met een kap. Deze kap is wisselend evenwijdig aan of haaks op de straat gepositioneerd. Verder is tegenover het plangebied in voormalige bedrijfsbebouwing een atelier gevestigd. Ten zuiden van het plangebied is op de hoek van De Heul met de Hermansstraat een elektriciteitshuisje aanwezig. Dit huisje vormt het einde van de, ten noorden van de Hermansstraat gelegen, brede groene houtwal.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
3.1.1
20120629 5 november 2014 blad 18
Plangebied
Het perceel ‘hoek De Heul/Hermansstraat’ is op dit moment nog onbebouwd en bestaat uit grasland. Ten behoeve van voorliggende ontwikkeling zal een deel van het perceel worden bebouwd en een deel in gebruik blijven als grasland. 3.2
Projectprofiel
Het bouwplan bestaat uit een vrijstaande woning met een vrijstaand bijgebouw. De vrijstaande woning kent een brede voorgevel evenwijdig aan de straat en kent een L-vormige plattegrond, De woning zal bestaan uit één bouwlaag met een kap. Met deze bouwwijze sluit de woning bij het bestaande karakter van De Heul en de Hermansstraat.
Impressie mogelijke situering bebouwing
Overeenkomstig de belangrijkste voorwaarde vanuit de gebiedsvisie ‘Bebouwingsconcentraties van de gemeente Halderberge’ wordt de bebouwing in een open structuur gerealiseerd. De bebouwing is gesitueerd naast de bestaande woning, welke is gelegen ten noorden van de ontwikkeling (nummer 26). Op deze wijze wordt aangesloten op het noordelijk gelegen bebouwingslint van De Heul en blijft aan de zuidzijde een groot deel van het preceel vrij van bebouwing. De open karakter van het gebied ten zuiden van het plangebied blijft hiermee behouden.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 19
Overeenkomstig de criteria van de Welstandsnota zal de ontwikkeling als individueel plan duidelijk herkenbaar zijn als architectonische eenheid. De woning zal hierbij worden uitgevoerd met een kap. De goot- en bouwhoogten zijn bepaald in de regels van dit bestemmingsplan, welke aansluiten bij de regels van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Halderberge. De gooten bouwhoogte bedragen respectievelijk 6 en 9 meter. Door de situering van de entree aan de straatzijde en de garageopeningen gericht op de openbare weg heeft de woning een duidelijke oriëntatie op De Heul.
3.2.1
Ontsluiting en parkeren
De woning is georiënteerd op de Heul en wordt door middel van een uitrit ook ontsloten op deze weg. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein. Op basis van de Nota Parkeerbeleid Halderberge dienen minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd. De inrit is voldoende lang en breed om te voldoen aan deze norm.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
4
20120629 5 november 2014 blad 20
MILIEUTECHNISCHE EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieutechnische aspecten. In dit hoofdstuk is een verantwoording voor deze aspecten opgenomen. 4.1
Bodem
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Door AGEL adviseurs is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd voor de planlocatie Hoek De Heul/Hermansstraat. De resultaten uit het onderzoek zijn opgenomen in de rapportage ‘Verkennend bodemonderzoek Realiseren Ruimte voor Ruimte woning naast De Heul 30 te Hoeven’, d.d. 28 januari 2013, met kenmerk 20120629, definitief 01. De onderzoeksrapportage is als separate bijlage aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd. Hierna worden de belangrijkste conclusies aangehaald. Algemeen De aanleiding voor het uitvoeren van het bodemonderzoek vormt de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en daarmee vast te stellen of er op de locatie verontreinigende stoffen in de grond of het freatisch grondwater aanwezig zijn. Resultaten vooronderzoek en hypothese Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoekslocatie aangemerkt als een, voor bodemverontreiniging, onverdachte locatie. Dit betekent dat conform de NEN 5740 de strategie ONV van toepassing is en er geen overschrijdingen van de streefwaarden respectievelijk lokale achtergrondwaarden worden verwacht. Resultaten grond- en grondwateronderzoek In de mengmonster van de zintuiglijk niet verontreinigde zandige bovengrond zijn geen overschrijdingen aangetoond. In het grondwater overschrijden de gehalten aan barium, cadmium en zink de streefwaarden. Op basis van de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek dient de hypothese ‘onverdacht’ te worden verworpen. De resultaten geven echter geen aanleiding tot het verrichten van een onderzoek met gewijzigde onderzoeksopzet. Conclusies Op basis van de resultaten van het bodemonderzoek wordt het volgende geconcludeerd: De bovengrond zijn geen overschrijdingen van de achtergrondwaarden gemeten; In de ondergrond zijn geen overschrijdingen van de achtergrondwaarden gemeten; In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan barium, cadmium en zink aangetoond. De oorzaak van het verhoogde gehalten aan barium, cadmium en zink worden naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging. De betreffende metalen worden regionaal vaker zonder aanwijsbare bron in het grondwater aangetoond; De resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek geven geen aanleiding voor het verrichten van een nader bodemonderzoek; De resultaten van het verkennend bodemonderzoek vormen geen beletsel voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 21
Aanbevelingen en opmerkingen Indien bij de voorgenomen bouwactiviteiten grond van de locatie vrijkomt, dient er rekening te worden gehouden met beperkingen ten aanzien van hergebruik en afzet van de grond. Opgemerkt wordt dat dit onderzoek geen bewijsmiddel is zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit voor toepassing van grond elders. Voor de definitieve kwaliteitsbepaling van grond die vrijkomt van de onderzoekslocatie kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond een partijkeuring noodzakelijk zijn (AP04). De gemeente is bevoegd gezag inzake grondverzet en toepassing van grond binnen de restricties en voorwaarden van de bodemkwaliteitskaart. Hiervoor geldt een meldingsprocedure. Als gevolg van de vooroverlegreactie van de provincie Noord-Brabant is het plangebied in noordelijke richting verplaatst. Hierdoor komt de onderzoekslocatie van het bodemonderzoek niet meer voor 100% overeen met het plangebied. Aangezien de resultaten van het verkennend bodemonderzoek geen enkel beletsel vormen voor de voorgenomen ontwikkeling, wordt er vanuit gegaan dat ter plaatse van het nieuwe plangebied tevens geen belemmeringen aanwezig zijn vanuit het aspect ‘bodem’ voor de voorgenomen ontwikkeling. Het betreft hier immers een marginale verschuiving van het plangebied. 4.2
4.2.1
Vliegveld
Seppe Airport
Seppe Airport behoort tot de groep luchthavens van regionale betekenis. Het vliegverkeer bestaat uit lesvluchten, zakelijk verkeer en recreatief verkeer. Op 1 november 2009 is een wijziging van de Wet luchtvaart (Wlv) in werking getreden. Deze wijziging is bekend onder de naam Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML). Door deze wijziging van de Wet luchtvaart zijn er taken en bevoegdheden voor bepaalde luchtvaartactiviteiten overgedragen van het Rijk aan de provincies. De provincie moet onder andere “vergunningen” (besluiten, regelingen en ontheffingen) maken voor de kleine luchtvaart. De luchthavenbesluiten en –regelingen moeten, bij verordening, door Provinciale Staten worden vastgesteld. Op dit moment heeft de provincie Noord-Brabant een verordening voor vliegveld Seppe in concept gereed. Deze moet uiterlijk 1 november 2014 worden vastgesteld. In deze concept verordening zijn enkele ‘belemmeringen’ in beeld gebracht die een vertaling moeten krijgen in bestemmingsplannen. Het betreffen de geluidscontouren, de externe veiligheidscontouren (PR 10-5 en PR 10-6) en enkele hoogte-beperkingen in verband met de vliegveiligheid. Echter op dit moment is de verordening nog niet vastgesteld. Vooralsnog is derhalve aangesloten bij de ‘belemmeringen’ zoals deze zijn opgenomen in het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied Halderberge’. Uit het bestemmingsplan blijkt dat het plangebied is gelegen binnen een gebied waar ruimtelijke beperkingen gelden vanwege het vliegveld Seppe. Dit betekent dat vooralsnog de relevante Bkl-contouren (geluidbelastingseenheden Besluit Kleine luchtvaart) zijn opgenomen. Deze zijn verwerkt als ‘geluidzone – luchtvaartverkeer’. Uit de regels van de geluidzone blijkt dat er geen geluidsgevoelige bebouwing mag worden opgericht, met uitzondering van : a. objecten die een open plek in de bestaande bebouwing opvullen; b. objecten die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid; c. objecten die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, mits de vervanging niet leidt tot: 1. een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 22
2. een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden; 3. een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting De voorgestane ontwikkeling betreft de bouw van een ruimte voor ruimtewoning, welke een open plek in de bestaande lintbebouwing langs De Heul opvult. Ten noorden en ten zuiden van het plangebied is immers reeds bebouwing aanwezig in de vorm van vrijstaande woningen en agrarische bebouwing met bijbehorende boerderijen. Verder is het plangebied gelegen binnen een bebouwingsconcentratie, zoals opgenomen in de gemeentelijke gebiedsvisie “Bebouwingsconcentraties van de gemeente Halderberge”. Binnen de bebouwingsconcentratie zijn in de ruimtelijke visie ‘zoeklocaties voor toevoeging van extra bebouwing met behoud van openheid in de structuur’ aangegeven. Aangezien wordt aangesloten bij het gemeentelijke beleid, waarbij ter plaatse van een zoeklocatie door toevoeging van extra bebouwing een open plek in de bestaande bebouwing wordt opgevuld, is het oprichten van geluidsgevoelige bebouwing binnen de geluidzone-luchtvaartverkeer’ mogelijk. Verder gelden er ook hoogtebeperkingen rondom luchthavens. Deze hoogtebeperkingen zijn van belang om vluchten van en naar de luchthaven veilig uit te kunnen voeren. De verschillende obstakelvlakken, met bijbehorende hoogtebeperkingen zijn als ‘Luchtvaartverkeerzone’ in dit bestemmingsplan opgenomen.
4.2.2
Radarverstoringsgebied vliegveld . Woensdrecht
Het radarverstoringsgebied behorende bij de radar welke is gesitueerd op vliegbasis Woensdrecht, ligt over de gehele gemeente Halderberge. Verspreid over Nederland staat een aantal militaire en burger radarstations. Deze dienen ter beveiliging van het nationale luchtruim en voor de veilige afhandeling van het militaire en civiele luchtverkeer. Objecten hoger dan 63 meter boven NAP kunnen aanleiding geven tot verstoring van het radarbeeld. Zij kunnen derhalve niet worden toegestaan tenzij onderzoek aantoont dat de mate van verstoring aanvaardbaar is. In dit bestemmingsplan worden dergelijke hoogtes niet mogelijk gemaakt, waardoor verstoring niet aan de orde is. Het opnemen van aanvullende regels is derhalve niet relevant. 4.3
Akoestiek
Door AGEL adviseurs is een akoestisch onderzoek wegverkeer verricht voor de planlocatie Hoek De Heul/Hermansstraat. De resultaten uit het onderzoek zijn opgenomen in de rapportage ‘Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven’, d.d. 25 april 2013, met kenmerk 20120629, definitief 02. De onderzoeksrapportage is als separate bijlage aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd. Hierna worden de belangrijkste conclusies aangehaald. Een akoestisch onderzoek is op grond van de Wet geluidhinder noodzakelijk wanneer een woning of een geluidgevoelig object gelegen is binnen een door deze wet aangewezen geluidzone. De nieuw te bouwen woning bevindt zich binnen de geluidzone van De Heul en de Hermansstraat. In het onderzoek is uitgegaan van de verkeersgegevens welke de gemeente Halderberge beschikbaar heeft gesteld.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 23
Uit de rekenresultaten blijkt dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48dB als gevolg van de Hermansstraat ter plaatse van de nieuw te bouwen woning niet wordt overschreden. Uit de rekenresultaten blijkt verder dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48dB als gevolg van De Heul ter plaatse van oost-, zuid- en noordgevel wordt overschreden met ten hoogste 6 dB. De maximale ontheffingswaarde van 53 dB wordt hiermee niet overschreden. Conform het ontheffingenbeleid van de gemeente Halderberge zijn de mogelijkheden om de geluidbelasting te reduceren m.b.t. stedenbouwkundige, bron- en overdrachtsmaatregelen nader onderzocht. Het toepassen van geluidbeperkende maatregelen wordt voor deze situatie als niet haalbaar aangemerkt. Uitgaande daarvan wordt voldaan aan de ontheffingscriteria. Indien de overschrijding meer dan 5 dB bedraagt wordt een geluidluwe gevel als eis gesteld. De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting wordt met maximaal 5 dB overschreden. Een geluidluwe gevel conform het ontheffingenbeleid is dus vereist. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de geluidbelasting op de westgevel lager is dan de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, dus geluidluw is. Omdat er sprake is van een overschrijding als gevolg van één geluidbron is cumulatie op grond van de Wgh niet aan de orde. Op grond van een goede ruimtelijke ordening dient de gecumuleerde geluidsbelastingen wel inzichtelijk te worden gemaakt. Indien voor de beoordeling wordt aangesloten bij de normering van de Wgh kan worden gesteld dat er sprake is van een goede ruimtelijk ordening. Omdat voldaan wordt aan de criteria van het ontheffingenbeleid kan op basis van de onderzoeksresultaten voor de ontwikkeling bij burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge een ontheffing van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting worden aangevraagd. De aan te vragen hogere waarde bedraagt 52 dB voor de begane grond en 53 dB voor de 1e en mogelijk 2e verdieping als gevolg van het wegverkeer van De Heul. Als gevolg van de vooroverlegreactie van de provincie Noord-Brabant is het plangebied in noordelijke richting verplaatst. Hierdoor komt de onderzoekslocatie van het akoestisch onderzoek niet meer voor 100% overeen met het plangebied. Aangezien de afstand tot de weg gelijk is gebleven en het slechts een marginale verschuiving betreft in noordelijke richting, blijven de uitgangspunten en uitkomsten van het akoestisch onderzoek van toepassing. 4.4
Omgevingstoets Milieuzonering
Door het uitvoeren van een omgevingstoets dient beoordeeld te worden of er als gevolg van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, bestaande uit een milieugevoelige functie, geen zodanige beperkingen ontstaan voor nabijgelegen milieubelastende activiteiten dat de bedrijfsvoering hiervan onnodig wordt beperkt. Daarnaast dient beoordeeld te worden dat of ter plaatse van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een goed woon- en leefklimaat dan wel een verblijfsklimaat kan worden gegarandeerd.
4.4.1
Toetsingskader
Voor de uitvoering van het onderzoek is o.a. gebruik gemaakt van de navolgende documenten: Toetsingskader VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering, editie 2009’; Vigerend bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente Halderberge.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 24
Voor de uitvoering van het omgevingstoets milieuzonering is uitgegaan van de systematiek van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering, editie 2009’. Deze publicatie geeft richtafstanden voor milieubelastende activiteiten ten opzichte van een milieugevoelige bestemming zoals wonen. Het voldoen aan de richtafstanden kan aangemerkt worden als een aanvaardbare ruimtelijke ordening. De richtafstanden gelden voor een gemiddeld bedrijf binnen de betreffende branche. De richtafstanden zijn afhankelijk van het omgevingstype waarbinnen de milieugevoelige bestemming is gelegen. De VNG publicatie gaat uit van het omgevingstype rustige woonwijk/rustig buitengebied of van een gemengd gebied. Een rustige woonwijk/rustig buitengebied kan aangemerkt worden als een gebied zonder functiemenging en een minimale invloed van invloeden van wegverkeer. Bij een gemengd gebied is sprake van een functiemenging tussen wonen en milieubelastende activiteiten, van wonen langs drukke gebiedsontsluitingswegen of bij lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid. De richtafstanden genoemd in de VNG publicatie zijn gebaseerd op het omgevingstype rustige woonwijk/rustig buitengebied. Voor het omgevingstype gemengd gebied kunnen deze richtafstanden met één stap worden verlaagd. De richtafstandenlijst biedt voor een scala aan typen bedrijvigheid de richtafstanden tot gevoelige bestemmingen vanwege geur, stof, geluid en gevaar. Voor het aspect gevaar wordt hierbij wel de kanttekening geplaatst dat mogelijke specifieke regelgeving van toepassing kan zijn zoals het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Vuurwerkbesluit. In deze
omgevingstoets zijn de navolgende aspecten beoordeeld; Bepaling omgevingstype plangebied Bepalen richtafstanden milieubelastende activiteiten Bepalen afstanden ruimtelijke ontwikkeling tot milieubelastende activiteiten
De afstand tussen de ruimtelijke ontwikkeling en de milieubelastende activiteit wordt bepaald vanaf de gevel van de woning tot de grens van de bestemming. De omgevingstoets geurhinder bestaat uit een inventarisatie van veehouderijen gelegen binnen een straal van 2000 meter. Deze afstand kan aangemerkt worden als relevant voor de beoordeling van het aspect geurhinder. Intensieve veehouderijen gelegen buiten deze afstand geven geen relevante bijdrage meer aan het achtergrondniveau. Voor de inventarisatie is gebruik gemaakt van de provinciale website Web-BVB.
4.4.2
Omgevingstype plangebied
Het plangebied is gelegen op een korte afstand van een erftoegangsweg tussen de woonkernen Hoeven en Sint-Willebrord. Op basis van deze wegtypering en de beperkte bebouwing langs deze weg wordt het plangebied getypeerd als een ‘rustig buitengebied’.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
4.4.3
20120629 5 november 2014 blad 25
Richtafstanden milieubelastende activiteiten
Op basis van het omgevingstype ‘rustig buitengebied’ zal voor de vaststelling van de richtafstanden geen reductie worden toegepast. In tabel 1 zijn de maximale richtafstanden voor beide omgevingstype vermeld, gebaseerd op de milieucategorie van de milieubelastende activiteit. Tabel 1: Richtafstanden in meters per omgevingstype rustige woonwijk/ Milieucategorie rustig buitengebied 1 10 2 30 3.1 50 3.2 100 4.1 200 4.2 300 5.1 500 5.2 700 5.3 1000 6 1500
gemengd gebied 0 10 30 50 100 200 300 500 700 1000
Bij de uitvoering van de omgevingstoets zijn de milieubelastende activiteiten heeft de gemeente Halderberge de relevante bedrijven binnen een straal van 300 meter doorgegeven. Daarnaast zijn de relevante risicobronnen in de omgeving geïnventariseerd en beoordeeld. Uit de milieuvergunningen kaart van de Provincie Noord-Brabant blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen van belang zijnde milieu-inrichting is gelegen. Uit de gegevens van de gemeente Halderberge blijkt dat in de omgeving de navolgende milieubelastende activiteiten aanwezig zijn: 1. Heul 63 Maatschap Van Aart-Dam, glastuinbouwbedrijf, gelegen op een afstand van circa 98 meter; 2. Hermansstraat 4 C.J.M. de Jong, rundveehouderij, gelegen op een afstand van circa 143 meter. Voor de hiervoor genoemde milieubelastende activiteiten is sprake van de navolgende richtafstanden, waarbij uitgegaan is van een gemiddeld modern bedrijf: Tuinbouw onder glas milieucategorie 2, afstand 30 meter op basis van geluid; Rundveehouderij milieucategorie 3.2., afstand 100 meter op basis van geur. Op basis van bovenstaande richtafstanden kan gesteld worden dat de nabij gelegen milieubelastende activiteiten geen beperkingen geven voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. De milieubelastende activiteiten zijn immers op grotere afstand van het plangebied gelegen dan de richtafstand. Er is vanuit gegaan dat de bestaande bedrijven voldoen aan de milieuvoorschriften volgende uit de Wet Milieubeheer, en zodoende geen overlast veroorzaken voor de omgeving. Naast de bestaande bedrijven is het mogelijk dat het geldende bestemmingsplan mogelijkheden biedt voor het vestigen van bedrijven, waarvan de indicatieve milieucontour over het plangebied kan liggen. In het kader van de omgevingstoets heeft derhalve een beoordeling plaatsgevonden van het vigerende bestemmingsplan direct grenzend aan het plangebied. In de navolgende figuur is een afbeelding van de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente Halderberge weergegeven. In deze afbeelding is de ligging van alle relevante bestemmingen benoemt.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 26
Plangebied 2
1
Uitsnede verbeelding Bestemmingsplan ‘Buitengebied’
Uit de verbeelding van het bestemmingsplan blijkt dat binnen een straal van 300 meter verder geen relevante bedrijfbestemmingen in de omgeving van het plangebied zijn gelegen.
4.4.4
Afstand ruimtelijke ontwikkeling tot milieubelastende activiteiten
4.4.5
Geurhinder veehouderijbedrijven
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient eveneens beoordeeld te worden of de nabij gelegen milieubelastende activiteiten niet worden beperkt door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. De ontwikkeling betreft de realisatie van een woonfunctie, welke op een zodanig afstand van de nabijgelegen bedrijven is gelegen dat geen beperking van de bedrijfsactiviteiten te verwachten valt. De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt voor de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunningen milieu het toetsingskader voor de geurhinder vanuit veehouderijen. De Wgv stelt normen aan de geurbelasting van intensieve veehouderijen op geurgevoelige objecten. Deze geurbelasting is afhankelijk van de ligging binnen of buiten de bebouwde kom en de ligging binnen of buiten een concentratiegebied. Daarnaast kan bij een gemeentelijke verordening nog een andere geurbelasting worden vastgesteld. In dit geval geldt een maximale geurbelasting van 8 ouE/m³.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 27
Uitsnede kaart Web-BvB
Naast geurnormen wordt in de Wgv ook rekening gehouden met (vaste) afstanden van veehouderijen tot geurgevoelige objecten. Bij deze afstanden gaat het om dieren waarvoor in de Rgv geen omrekeningsfactoren zijn vastgesteld (bijvoorbeeld melkrundvee en paarden). De minimaal aan te houden afstand bedraagt 50 meter tot een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom, waar in voorliggend geval sprake van is. Deze afstanden gelden ongeacht het aantal dieren dat gehouden wordt. De te toetsen afstand wordt gemeten tussen de buitenzijde van een geurgevoelig object en het dichtstbijzijnde emissiepunt. Om te beoordelen of sprake is van een goed woon- en verblijfklimaat wordt bij een ruimtelijke ordeningstoets voor de omgekeerde werking eveneens de Wgv toegepast. Voor de bepaling van het achtergrondniveau is de cumulatie van de geurbelasting van veehouderijen binnen een straal van 2.000 meter van een geurgevoelig object relevant. Veehouderijen in de omgeving Binnen een straal van 2.000 meter rondom de planlocatie zijn 16 veehouderijen gelegen. Voor enkele van deze veehouderijen gelden vaste afstanden. Alle veehouderijen, waarvoor vaste afstanden gelden, zijn op dermate grote afstand gelegen dat deze niet relevant zijn voor de planlocatie. De dichtstbijzijnde veehouderij ligt op circa 140 meter.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 28
Daarnaast komen er in de omgeving van het plangebied ook enkele veehouderijen voor waarvoor specifieke geuremissienormen zijn vastgesteld. Omdat de hier voorgestane ontwikkeling, bouw van een burgerwoning, aangemerkt dient te worden als een geurgevoelig object dient beoordeeld te worden in hoeverre voldaan kan worden aan de normen. Op basis van een quickscan kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van geurhinder. De meeste veehouderijen hebben een beperkte geuremissie. Binnen een straal van 2.000 meter bevinden zich 2 grotere agrarische bedrijven aan respectievelijke de Midden Donk in Etten-Leur en de Heistraat in Hoeven. In onderstaande tabel zijn relevante gegevens weergegeven. Adres Midden Donk, Etten-Leur Heistraat, Hoeven
Afstand tot locatie 875 meter 750 meter
Geuremissie OU/s 14.400 16.560
Uit ervaring blijkt op dergelijk ruime afstanden ruim voldaan wordt aan de maximaal toelaatbare geurbelasting van 8 ouE/m³. Doorgaans kan op een afstand van circa 250 meter reeds worden voldaan aan de gestelde norm. Ondanks eventuele beperkte uitbreidingsruimte worden de veehouderijen niet beperkt door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Immers er kan ruim worden voldaan aan de vaste afstanden en/of de geurnormen. Bovendien bevinden zich meerdere geurgevoelige objecten op korte afstand van de betreffende veehouderijen dan de nieuw te bouwen woning. De reeds aanwezige geurgevoelige objecten zijn derhalve bepalend voor de uitbreidingsruimte van de betreffende veehouderijen. Woon- en leefklimaat Een goed woon- en leefklimaat dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening gewaarborgd te zijn. In voorliggend geval zijn er in de omgeving van het plangebied nauwelijks omvangrijke veehouderijen aanwezig. Naar verwachting zal dus zowel op basis van de voorgrond- als de achtergrondbelasting leiden tot een acceptabel woon- en leefklimaat. Bovendien neemt het aantal potentieel gehinderden door de voorgenomen ontwikkeling slechts toe met één gezin.
4.4.6
Conclusie
Op basis van bovenstaande omgevingstoets is gebleken dat realisatie van voorliggend initiatief, geen beperkingen oplevert ten aanzien van de bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden, van de aanwezige bedrijven. Bovendien is gebleken dat ter hoogte van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een goed woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd. Vanuit het aspect ‘milieuzonering’ worden dan ook geen belemmeringen voorzien. 4.5
4.5.1
Externe veiligheid
Toetsingskader
Voor de beoordeling van het onderdeel externe veiligheid zijn bepalend het plaatsgebonden risico en het groepsrisico behorende bij een risicobron in de omgeving van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Het plaatsgebonden risico is een maat voor de kans van overlijden van een persoon in de omgeving van een risicobron. Door het aanhouden van voldoende afstand kan een aanvaardbaar veiligheidsniveau worden gegarandeerd. Voor het plaatsgebonden risico geldt een veiligheidscontour van PR 10-6 per jaar. Binnen deze contour mogen geen kwetsbare objecten worden gebouwd. Een kwetsbaar object betreft woningen en o.a. gebouwen waar mensen langdurig kunnen verblijven.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 29
Voor beperkt kwetsbare objecten zoals bedrijven kan hiervan gemotiveerd afgeweken worden. Het groepsrisico is een factor voor de maatschappelijke impact van een groot ongeval. Hierbij spelen o.a. het aantal aanwezige personen nabij de risicobron een rol alsmede de zelfredzaamheid van de aanwezige en de inzet van de hulpdiensten. Voor het groepsrisico is geen grenswaarde vastgesteld maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een ijkpunt voor het bevoegd gezag in verband met haar verantwoordingsverplichting van het groepsrisico en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels haar verantwoordingsverplichting. Bij deze verantwoordingsplicht moet o.a. aandacht besteed worden aan bronmaatregelen, zelfredzaamheid, inzetbaarheid hulpdiensten e.d..
4.5.2
Beoordeling
De omgevingstoets externe veiligheid bestaat uit een inventarisatie van de relevante risicobronnen in de omgeving van het plangebied. Voor de inventarisatie wordt gebruik gemaakt van de provinciale risicokaart en de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Halderberge. Beoordeeld is of het plangebied gelegen is binnen de PR 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico en het invloedsgebied voor het groepsrisico. In de volgende figuur is een afbeelding weergegeven van de risicokaart binnen een straal van 1.000 meter van het plangebied.
Uitsnede Risicokaart van de Provincie Noord-Brabant
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat binnen een straal van 1.000 meter één risicobron aanwezig is. Dit betreft inrichting gelegen ten oosten van het plangebied op een afstand van circa 1000 meter aan de Midden Donk nummer 11 (Dirven). De hoofdactiviteit van deze inrichting betreft het fokken en houden van dieren. De inrichting betreft geen BEVI inrichting en er is geen sprake van een risicocontour.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 30
Overige risicobronnen:
Uit de beoordeling van de toelichting van het onderdeel externe veiligheid van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Halderberge blijkt dat het plangebied niet is gelegen binnen de zone van een risicorelevante weg, vaarweg, spoorweg en/of buisleiding. Voor de spoorlijn Roosendaal-Breda staat in de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied geschreven, dat het ministerie van IenM heeft aangegeven dat voor deze spoorlijn geen veiligheidszone van toepassing is. Ook is er geen PAG (plasbrandaandachtsgebied) voorzien. Conclusie Op basis van de inventarisatie van de risicobronnen kan dan ook gesteld worden dat vanuit het aspect externe veiligheidsbeleid geen belemmeringen aanwezig zijn voor het initiatief. 4.6 Flora en Faunawetgeving Door AGEL adviseurs is een quickscan Flora- en Faunawetgeving uitgevoerd. Doel van deze quickscan Flora- en Faunawetgeving is het inzichtelijk maken of beschermde natuurwaarden in het plangebied aanwezig zijn en welke betekenis deze hebben voor de verdere uitvoering van het initiatief. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt of er door de geplande ontwikkeling negatieve effecten te verwachten zijn op beschermde gebieden. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de rapportage ‘Quickscan Flora- & faunawet Hoek De Heul/Hermansstraat’ d.d. 15 januari 2013, met kenmerk 20120629-00 D01. De onderzoeksrapportage is als separate bijlage aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd. Bescherming in het kader van de natuurwet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet 1998 en Ecologische Hoofdstructuur. De Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet.
4.6.1
Gebiedsbescherming
Het plangebied bevindt zich niet in de nabijheid van gebieden die zijn aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied ligt op grote afstand van tenminste 12,7 kilometer ten noorden van het plangebied en betreft het Natura 2000-gebied “Hollands Diep”. Het Natura 2000 gebied betreft een habitatrichtlijn- en vogelrichtlijngebied. De voorgenomen ontwikkeling heeft gelet op de kleinschaligheid, de ligging en de tussenliggende afstand geen invloed op dit gebied. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De ligging van deze gebieden zijn in de onderstaande figuur (3) weergegeven. Het dichtstbijzijnde gebied de waterloop Kibbelvaart (type: beek en bron) dat behoort tot de PEHS bevindt zich op een afstand van ca. 450 meter ten oosten van het plangebied. Aangezien de beoogde plannen geen directe relatie hebben met een gebied dat is aangewezen als EHS en gezien de kleinschalige omvang van het gebied zijn negatieve effecten uit te sluiten.
4.6.2
Soortenbescherming
Planten In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat voorafgaand aan de ingreep alle maatregelen dienen te worden getroffen om nadelige gevolgen op flora en fauna voor zover mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle soorten, ook als er omgevingsvergunning of vrijstelling is verleend.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 31
Binnen het plangebied zijn geen potentiële natuurlijke groeiplaatsen voor strikt beschermde (vaat)planten aanwezig. Strikt beschermde (vaat)planten worden dan ook niet binnen het plangebied verwacht. Aangeplante of gezaaide exemplaren van beschermde soorten zijn niet beschermd in de Flora- en faunawet, omdat het geen natuurlijke groeiplaatsen betreft. Omgevingsvergunning van de Flora- en faunawet en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk. Zoogdieren Er zijn tijdens het oriënterende veldbezoek geen zoogdieren waargenomen. Verwacht wordt dat enkele algemene voorkomende beschermde zoogdiersoorten (tabel 1) zoals de mol, egel en een aantal algemene muissoorten (bos- en huisspitsmuis en veldmuis) voor kunnen komen binnen de onderzoeklocatie. Omdat het hier gaat om zoogdiersoorten die in grote delen van Nederland en Noord-Brabant algemeen zijn, doet het verdwijnen van een zeer beperkt leefgebied in het plangebied geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van regionale of landelijke populaties. Een Omgevingsvergunning van de Flora- en faunawet en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk. Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn mogelijke rust- en verblijfplaatsen van boom- en gebouwbewonende vleermuizen onderzocht. Voor een geschikte rust- verblijfplaats dient het klimaat stabiel te zijn, zonder te veel luchtcirculatie zodat de warmte en vocht niet naar buiten stroomt. Mogelijke rust- en verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuissoorten binnen het plangebied kan worden uitgesloten door de afwezigheid van gebouwen, hierdoor is er geen omgevingsvergunning van de Flora- en faunawet benodigd. Binnen het plangebied zijn geen bomen aanwezig. De houtstructuren tegen het plangebied in de Hermansstraat en De Heul blijven met de voorgenomen planontwikkeling ongewijzigd en zijn tevens niet geschikt voor vaste rust- en verblijfplaatsen van boombewonende soorten. Met de voorgenomen planontwikkeling blijven de houtstructuren buiten het plangebied met de realisatie van de woning ongewijzigd, waardoor het aantasten van mogelijke rust- en verblijfplaatsen van boombewonende soorten kan worden uitgesloten. De onderzoekslocatie maakt mogelijk deel uit van een foerageergebied en aanvliegroutes voor vleermuizen. De onderzoekslocatie blijft deze functie behouden tijdens en na de ingreep, maar neemt mogelijk door de ingreep een fractie in kwaliteit af. Het productiegrasland binnen de onderzoeklocatie maakt geen deel uit van een cruciaal groen lijnelement. Negatieve effecten op populatieniveau zijn door de toekomstige ontwikkeling niet te verwachten. Vogels Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Vogelrichtlijn en de Flora- en faunawet. Met broedvogels kan in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden gehouden door eventuele kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (circa maart tot en met juli) indien concrete broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde. Amfibieën Het is aannemelijk dat in het plangebied amfibieën voorkomen als groene kikker, bruine kikker en gewone pad. Omdat het hier gaat om soorten die in grote delen van Nederland en provincie Noord-Brabant algemeen zijn, doet het verdwijnen van een zeer beperkt leefgebied in het plangebied geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van regionale of landelijke populaties. Een Omgevingsvergunning van de Flora- en faunawet en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 32
Overige soortgroepen Uit de inventarisatie van de overige soortgroepen (reptielen, vissen en ongewervelde), binnen de onderzoeklocatie is naar voren gekomen dat deze soortengroepen binnen het plangebied niet te verwachten zijn. Het mogelijk aantasten van de leefomgeving van de overige soortgroepen is met de voorgenomen planontwikkeling niet aan de orde.
4.6.3
Conclusie
Op basis van het voorgaande wordt dan ook geconcludeerd dat er vanuit het aspect Flora- en Faunawetgeving geen belemmeringen voorzien worden ten aanzien van de voorliggende ontwikkeling. 4.7
Luchtkwaliteit
Luchtkwaliteit is geregeld in de Wet milieubeheer. Een specifiek onderdeel van deze wet is de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM). Hierin is bepaald wanneer de mate van de bijdrage aan de luchtverontreiniging verwaarloosbaar klein is. In zo’n geval hoeft een project niet langer meer getoetst te worden, ongeacht of in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van grenswaarden. Een project kan als NIBM worden beschouwd als aannemelijk is, dat het project niet leidt tot een toename van de concentraties van NO2 of PM10 van meer dan 3% van de grenswaarde. De NIBM-regeling van 3% is gekoppeld aan de vaststelling van het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) omdat in dit programma hiervoor maatregelen tegenover staan die het tijdig behalen van de grenswaarden waarborgen. Om het beoordelen van plannen voor overheden eenvoudiger te maken is in de Regeling NIBM het percentage van 3% uitgewerkt in concrete getallen. De regeling geeft concrete getallen voor plannen die gaan over, bijvoorbeeld de bouw van woningen en/of kantoren. De grens voor woningbouwplannen ligt bij 3% op 1.500 woningen. Als er twee ontsluitingswegen zijn, mag een grens van 3.000 woningen worden gehanteerd. In het voorliggend plan is er sprake van het toevoegen van één nieuwe woning, zodat de ontwikkeling als NIBM kan worden beschouwd. Een toetsing aan de grenswaarden kan daardoor achterwege blijven.
4.8
Watertoets
De voerende waterschappen in Nederland richten zich op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Nagestreefd wordt het vergroten van de belevingswaarde van stedelijk water, natuurvriendelijke inrichtingen en de duurzaamheid van watersystemen. De waterbeheerders werken daarom samen met gemeenten, die de regie hebben over de ruimtelijke ordening en het beheer van de openbare ruimte, om deze doelstellingen uit te voeren. Het waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het onderhavige gebied. Het gaat dan om het waterkwantiteits en –kwaliteitsbeheer, de waterkeringzorg, waterzuivering, het grondwaterbeheer, het waterbodembeheer en vaak ook het scheepsvaartbeheer.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
4.8.1
Huidige waterhuishouding
4.8.2
Toekomstige waterhuishouding
20120629 5 november 2014 blad 33
Het plangebied is in gebruik als grasland en heeft een oppervlakte van 1500 m². Ten tijde van droge of natte perioden zal het regenwater infiltreren dan wel verdampen binnen het plangebied. Het plangebied is niet gelegen binnen een grondwaterbeschermingsgebied of grondwaterbeschermingszone. Ten zuiden en ten oosten van het plangebied is een sloot (geen hoofdwaterloop) gelegen, maar in het plangebied zelf is geen open water aanwezig. De ontwikkeling voorziet in de realisatie van een Ruimte-voor-Ruimte woning met bijbehorend vrijstaand bijgebouw. Op basis van de voorwaarde vanuit archeologie zal de bebouwingsoppervlakte maximaal 500 m² bedragen. Hier mag onder voorwaarden van worden afgeweken. De verharding van het perceel is op dit moment onbekend. In het kader van een ‘worst-case’ scenario gaan we er derhalve vanuit dan het volledige plangebied wordt verhard. Het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater dienen bij nieuwe ontwikkelingen gescheiden te worden afgevoerd. Afvalwater De toekomstige bebouwing binnen het plangebied zal worden aangesloten op het aanwezige gemeentelijk riool. Ter plaatse van het plan is een drukriolering aanwezig. Voor de lozing van het afvalwater zal een nieuwe aansluiting op de drukriolering worden gemaakt. Hemelwater Op basis van de Keur is een vergunning noodzakelijk voor het lozen op oppervlaktewater van hemelwater dat afkomstig is van verhard oppervlak van 2.000 m 2 of meer. In de vergunning kan worden opgenomen dat retentie vereist is. Of het waterschap daadwerkelijk retentie zal eisen, is niet zozeer afhankelijk van het totale oppervlak, maar van de toename van het verhard oppervlak. Immers ontwikkelingen dienen hydrologisch neutraal te worden uitgevoerd. Kortom: voor alle verharde oppervlakken van 2.000 m 2 of groter, die lozen op oppervlaktewater is een vergunning van het waterschap noodzakelijk. Indien door de ontwikkeling in kwestie ook de toename van het verhard oppervlak 2.000 m 2 of groter is zal retentie worden geëist. De retentie-eis zal zich in het beginsel beperken tot alleen de uitbreiding. Uitgangspunt bij de uitbreiding van verhard oppervlak is dat dit hydrologisch neutraal gebeurt. Dit houdt in dat als gevolg van de uitbreiding van het verhard oppervlak de grondwaterstand niet verlaagd wordt en de afvoer naar het oppervlaktewater niet toeneemt. De ontwikkeling heeft een toename van het verhard oppervlak tot gevolg en zou eigenlijk gebonden zijn aan de retentie-eis van het waterschap. De toename betreft echter minder dan 2.000 m². Hierdoor wordt er vanuit het waterschap geen retentie geëist en is het geoorloofd direct af te koppelen op het oppervlaktewater dan wel op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Ten aanzien van het materiaalgebruik dienen geen uitlogende bouwmaterialen zoals lood, koper, zink, zachte PVC en geïmpregneerde materialen te worden toegepast. Deze stoffen kunnen zich ophopen in het water(bodem)systeem en hebben hierdoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie. Eén en ander dient langs privaatrechtelijke weg te worden geregeld. De gemeente Halderberge conformeert zich met de retentie eisen vanuit het waterschap en heeft aangegeven dat het hemelwater rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd mag worden.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
4.9
20120629 5 november 2014 blad 34
Archeologie en cultuurhistorische
In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met de aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden. De gemeente, waarbinnen de betreffende ontwikkeling plaatsvindt, is hierbij het bevoegd gezag. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de Provincie Noord-Brabant staat aangegeven welke archeologische en cultuurhistorische waarden (in potentie) aanwezig zijn, zie paragraaf 2.2.4. Daarnaast heeft de gemeente Halderberge, als het bevoegd gezag eveneens een ‘verwachtings- en advieskaart’ opgesteld waarop de te verwachten archeologische waarden zijn vastgelegd.
4.9.1
Archeologie
Om vooraf een uitspraak te kunnen doen over de archeologische waarde van een locatie is door de gemeente Halderberge een archeologische verwachtings- en advieskaart opgesteld. De archeologische verwachtings- en advieskaart geeft een zo gedetailleerd mogelijk beeld van de archeologische verwachting voor het gemeentelijke grondgebied. De volgende afbeelding toont een uitsnede uit deze ‘archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart’.
Uitsnede Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, gemeente Halderberge
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 35
Uit de gemeentelijke verwachtings- en advieskaart blijkt dat de locatie is gelegen in een gebied waar sprake is van een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen. Verder zou het gebied reeds verstoord zijn als gevolg van ontgronding of anderszins. Aanvullend is door de gemeente Halderberge de beleidsnota Archeologie ‘Ons ongeschreven verleden’ opgesteld. Deze beleidsnota heeft als doel het gemeentelijke beleid ten aanzien van de omgang met het archeologisch bodemarchief voor de komende jaren vast te leggen. In het kader van een bestemmingsplanprocedure is archeologie een facet dat mede afgewogen moet worden in de besluitvorming omtrent de ontwikkeling. De aanwezigheid van archeologische resten dient aangetoond te worden middels een archeologisch onderzoek. Archeologisch onderzoek dient echter enkel te geschieden in gebieden met een bepaalde omvang, waar bovendien resten verwacht worden of reeds zijn vastgesteld en waar ingrepen van een bepaalde diepte zijn gepland. In de beleidsnota wordt gesteld dat projecten tot 500 m² zijn vrijgesteld van archeologische onderzoeken. De oppervlakte van de graafwerkzaamheden ten behoeve van de bebouwing van voorliggende ontwikkeling voldoet aan deze ondergrens. Een archeologisch onderzoek is derhalve niet benodigd. Overeenkomstig het bestemmingsplan Buitengebied is binnen dit bestemmingsplan een dubbelbestemming ‘Waarde – archeologie 3’ opgenomen, waarin deze ondergrens ook juridisch is vastgelegd.
4.9.2
Cultuurhistorie
Aan de locatie zelf worden op de Cultuurhistorische Waardenkaart 2010 en 2006 van de provincie Noord-Brabant geen cultuurhistorische waarden toegekend. 4.10 Kabels en leidingen Door AGEL adviseurs is een Klic-melding gedaan, d.d. 21-12-2012 met kenmerk 12G612722. Hieruit blijkt dat er geen relevante kabels en leidingen aanwezig zijn die een belemmering vormen voor de ontwikkeling. 4.11 Vormvrije m.e.r.-beoordeling Toetsingskader In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan plan-merplichtig, project-merplichtig of merbeoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEGrichtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen: de kenmerken van de projecten; de plaats van de projecten; de kenmerken van de potentiële effecten. Onderzoek en conclusies Gelet op de kenmerken van het project (zoals het karakter in vergelijking met de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten zullen geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in de voorgaande paragrafen zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of merbeoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
5 5.1
20120629 5 november 2014 blad 36
HET JURIDISCH PLAN Hoofdopzet bestemmingsplan
Het bestemmingsplan bestaat uit planregels, een verbeelding, vergezeld van een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. De planregels regelen hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. De bestemmingen zijn zo opgenomen dat voldoende rechtszekerheid bestaat voor omwonenden en andere gebruikers van het gebied en de omliggende gebieden. In de toelichting is gemotiveerd waarom sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De systematiek van de regels en de illustratie sluiten aan bij de systematiek zoals deze wordt gehanteerd in de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Halderberge. De bestemming ‘Agrarisch’ wordt binnen het voorliggend plangebied deels gewijzigd in de bestemming ‘Wonen’, waarbij de realisatie van de voorgestane ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt door de toevoeging van een bouwvlak. Onderhavig bestemmingsplan is opgesteld volgens deze landelijke richtlijnen en standaarden. 5.2
Algemene indeling planregels
De juridische regeling bestaat uit vier hoofdstukken, te weten: Hoofdstuk 1 (algemene bepalingen), met daarin een aantal regels die van belang zijn voor de toepassing en interpretatie van de regels in de overige hoofdstukken en de wijze van meten; Hoofdstuk 2 (bestemmingsbepalingen), met daarin per bestemming onder meer bestemmingsregels, bouwregels en ontheffingsbevoegdheden; Hoofdstuk 3 (algemene bepalingen), met daarin algemene ontheffings-, wijzigings-, en gebruiksbepalingen, een procedurebepaling en een aantal min of meer standaardregels; Hoofdstuk 4 (overgangs- en slotbepalingen), met daarin de overgangsbepalingen, een strafbepaling en de slotbepaling. 5.3
Toelichting bestemmingen
In dit bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor: Artikel 3: Wonen Het gebruik van de bestemming ‘Wonen’ richt zich op wonen. Ter plaatse van het plangebied is een specifieke vorm aangeduid; Ruimte-voor-Ruimte. De ontwikkeling mag immers alleen worden gerealiseerd op basis van een Ruimte-voor-Ruimte titel. Verder is het mogelijk om aan huis een beroep of bedrijf uit te oefenen. De regeling is zodanig opgenomen dat de beroeps- of bedrijfsactiviteit ondergeschikt dient te zijn aan de woonfunctie. De situering van de woning en de bijgebouwen zijn vastgelegd middels een bouwvlak en enkele afstandsregels ten opzichte van omliggende percelen, bebouwing en/of wegen. De bouwmogelijkheden zijn in de bouwregels middels een maximale goot- en bouwhoogte, oppervlakte en inhoud, geregeld voor de woningen en bijgebouwen.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 37
Artikel 4: Dubbelbestemming Waarde- Archeologie 3 Het plangebied is volledig gelegen in een gebied met een archeologische verwachtingswaarde en is derhalve mede bestemd tot ‘Waarde – Archeologie 3’. De mogelijk aanwezige archeologische waarden worden op deze wijze beschermd doordat onderzoek naar de archeologische waarden vereist is voordat mag worden gebouwd of werken mogen worden uitgevoerd, tenzij is aangetoond dat de bodem al dusdanig is geroerd dat er geen waarden meer aanwezig kunnen zijn. Diverse gebiedsaanduidingen en zoneringen Voor diverse (milieu) relevante zaken zijn verschillende aanduiding opgenomen in dit bestemmingsplan: ‘geluidzone – luchtvaartverkeer 2’: aanduiding ten behoeve van de 47 en 57 bkl-lijn (lijn op basis van Besluit Kleine Luchtvaart) vanwege luchtverkeer; ‘luchtvaartverkeerzone – 6’: ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten in verband met het beschermingsgebied van de in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen. Hierbinnen mag de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door afstemming van de in de regels opgenomen maatvoeringen.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
6
20120629 5 november 2014 blad 38
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
De gronden, voor de ontwikkeling van de woning, zijn in eigendom van de opdrachtgever. Alle voorbereidings- en uitvoeringskosten komen voor rekening van de initiatiefnemer. Tussen de gemeente Halderberge en de initiatiefnemer is op 19 oktober 2012 een anterieure overeenkomst afgesloten (dossiernummer 243062). Het plan is voor de gemeente Halderberge derhalve een kostenneutrale ontwikkeling. Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het opstellen van een exploitatieplan achterwege kan blijven.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
7 7.1
20120629 5 november 2014 blad 39
OVERLEG EN INSPRAAK Vooroverleg
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het onderhavige bestemmingsplan aan de daarvoor in aanmerking komende instanties toegezonden. In het kader van het vooroverleg hebben de provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta een reactie ingediend. De ingekomen vooroverlegreacties zijn als bijlage 1, 2 en 3 aan het voorliggend bestemmingsplan toegevoegd. Provincie Noord-Brabant d.d. 13-08-2013 De provincie Noord-Brabant heeft per brief van 13 augustus 2013 aangegeven enkele opmerkingen te hebben ten aanzien van de ontwikkeling. De Provincie merkt op het gebied aan de Heul ten noorden van de Hermansstraat niet te beschouwen als een bebouwingsconcentratie, waar een Ruimte-voor-Ruimtekavel acceptabel is. Verder geeft de Provincie aan dat het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt een woning te realiseren op basis van artikel 11.3 van de Verordening ruimte. Het bestemmingsplan bevat echter geen bewijsstukken waarmee de aanvaardbaarheid ten aanzien van ligging en landschappelijke inpassing wordt onderbouwd. Alsmede dient inzicht te worden gegeven in de aankoop van een bouwtitel bij de ontwikkelingsmaatschappij ‘Ruimte-voor-Ruimte’(ORR).
Reactie gemeente:
In verband met de opmerking van de Provincie ten aanzien van de bebouwingsconcentratie heeft de gemeente in overleg met de initiatiefnemer besloten de Ruimte-voor-Ruimtekavel in noordelijke richting te verplaatsen. De gemeente heeft de verschuiving van de planlocatie per mail nader onderbouwd naar de Provincie. De Provincie heeft vervolgens per mail aangegeven in te kunnen stemmen met de verschuiving. De mailwisseling is als bijlage 2 bij deze toelichting gevoegd. Het plangebied is naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de Provincie verschoven en de toelichting en verbeelding zijn naar aanleiding van deze verschuiving aangepast. Ten aanzien van de Ruimte-voor-Ruimte titel heeft de initiatiefnemer een overeenkomst gesloten met Everhage B.V. voor de saldering en aankoop van een bouwtitel. Deze overeenkomst is als bijlage 4 aan dit bestemmingsplan toegevoegd. Verder zijn de gemeente Halderberge en de initiatiefnemer aanvullende voorwaarden overeengekomen ten aanzien van kosten voor bovenwijkse voorzieningen, aan te leveren documenten en planschade. De voorwaarden zijn als bijlage 5 aan dit bestemmingsplan toegevoegd. Op deze wijze wordt voldaan aan de beleidsregels ten aanzien van Ruimte-voorRuimte. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de opmerking van de Provincie ten aanzien van de Ruimte-voor-Ruimte titel aangepast. Waterschap Brabantse Delta In de brief van 1 augustus 2013 geeft het dagelijks bestuur van het Waterschap een positief wateradvies. Het Waterschap verzoekt echte wel om nog enige aandacht te schenken aan het gebruik van milieuvriendelijke materialen en het achterwege laten van uitlogende materialen.
AGEL adviseurs Bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat Gemeente Halderberge
20120629 5 november 2014 blad 40
Reactie gemeente:
Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de vooroverlegreactie van het Waterschap aangepast. Binnen de subparagraaf ‘hemelwater’ van paragraaf 4.8.2. ‘Toekomstige waterhuishouding’ is een aanvullende alinea opgenomen over het gebruik van milieuvriendelijke materialen en het achterwege laten van uitlogende materialen. 7.2
Zienswijzen
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het kader van de zienswijzenprocedure vanaf 3 april 2014 tot en met 15 mei 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. De zienswijzen welke zijn ingediend tegen het bestemmingsplan zijn beantwoord in de als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen ‘Nota zienswijzen’.
BIJLAGE 1 RAADSBESLUIT GEMEENTE HALDERBERGE D.D. 25 SEPTEMBER 2014
BIJLAGE 2 RAADSVOORSTEL GEMEENTE HALDERBERGE D.D. 25-09-2014
BIJLAGE 3 VOOROVERLEG REACTIE PROVINCIE NOORD-BRABANT, D.D. 13-08-2013
Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-Hertogenbosch Telefoon (073)681 28 12 Fax (073) 614 11 15
[email protected] www.brabant.nl
Het college van burgemeester en wethouders van Halderberge Postbus 5 4730 AA OUDENBOSCH
Bank ING 67.45.60.043
VERZONDEN U AUG. 2013
Onderwerp
Datum
Vooroverlegreactie voorontwerp-bestemmingsplan 'Hoek De HculHermansstraat te Hoeven'
Ons kenmerk
13 augustus 2013
C2124547/3453638 Uw kenmerk
Geacht college,
Contactpersoon AJ.J.M. Danen
In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op het voorontwerp-bestemmingsplan 'Hoek De Heul-Hermansstraat te Hoeven".
Cluster Ruimte Telefoon (073) 681 26 32
In onderstaande reactie beperken wij ons tot de vraag hoe het bestemmingsplan zich verhoudt tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijk beleid relevant zijn.
Fax
Planbeschrijving
E-mail
Het plan voorziet in de bouw van een ruimte voor ruimtewoning op de hoek Heul-Hermansstraat in Hoeven.
[email protected]
(073) 680 76 45 Bijlage(n)
Provinciaal beleidskader
De provincie heeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte Noord-Brabant. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) is op 1 oktober 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en is op 1 januari 2011 in werking getreden.
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.
Provincie Noord-Brobont
Op 11 mei 2012 hebben Provinciale Staten de Verordening ruimte 2012 (Vr) vastgesteld, welke op 1 juni 2012 in werking is getreden. Voor de inhoudelijke afweging ofhet bestemmingsplan voldoende rekening houdt met de provinciale belangen, baseren wij ons op deze documenten.
Datum 1 3 augustus 201 3 Ons kenmerk C2124547/3453638
Provinciale belangen
In de Verordening zijn voorschriften opgenomen voor de borging en bescherming van de provinciale belangen. Deze provinciale belangen zijn onderverdeeld in thema's. Ten aanzien van het onderhavige voorontwerp hebben wij de volgende opmerkingen. Met-agrarische ndmtelyke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied (hoofdstuk 11 Vr) Ten aanzien van wonen in het buitengebied geldt op grond van artikel 11.1 V r als uitgangspunt dat er geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd in het buitengebied. In een aantal in de V r omschreven situaties wordt een uitzondering gemaakt op dit principe waaronder de mogelijkheid om (onder voorwaarden) een woning te realiseren op een ruimte-voor-ruimtekavel (artikel 11.2 Vr) gelegen in een bebouwingsconcentratie. Verder wordt de 'Beleidsregel ruimte-voor-ruimte 2006' - gezien artikel 11.3 Vr - aangemerkt als nadere regels voor 'ruimte-voor-ruimtekavels'. Het gebied aan De Heul ten noorden van de Hermansstraat, waar de woning is gepland, beschouwen wij niet als een bebouwingsconcentratie, waar een ruimte-voor-ruimtekavel acceptabel is. Er is daar sprake van een vrij open gebied met slechts enkele verspreid liggende (agrarische) bouwvlakken. Dit is voor een ruimte-voor-ruimtewoning geen passend gebied. Verder constateren wij dat het plan geen bewijsstukken bevat op grond van voornoemde beleidsregel waarmee de aanvaardbaarheid van de woning wordt onderbouwd. In het onderhavige geval is er ook geen bouwtitel aangekocht bij de ontwikkelingsmaatschappij 'Ruimte-voor-ruimte' (ORR). Volgens artikel 11.2, lid 2 moet er sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing. De ruimtelijke onderbouwing voorziet in een beschrijving hoe hiermee wordt omgegaan. Ook hiervan missen wij de bewijsstukken zoals een anterieure overeenkomst
2/3
Provincie Noord-Brobont
Conclusie
Dafum
Op basis van de aangeboden gegevens constateren wij strijdigheid met de Verordening op de hiervoor genoemde punten. Wij vragen u het bestemmingsplan aan te vullen dan wel te wijzigen en daarbij nadrukkelijk rekening te houden met hetgeen hierboven is verwoord.
1 3 augustus 201 3 Ons kenmerk
C2124547/3453638
Cluster Ruimte, namens deze.
P.M.A. van Beek, hoofd van de Afdeling Toezicht Ruimtelijke Ontwikkeling In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.
3/3
BIJLAGE 4 MAILWISSELING TUSSEN GEMEENTE HALDERBERGE EN PROVINCIE NOORD-BRABANT, NOVEMBER 2013
Van: A.J.J.M. (Anton) Danen [mailto:
[email protected]] Verzonden: woensdag 18 december 2013 11:51 Aan: Janette van Nispen CC: F. (Frederieke) van Lievenoogen-Grube Onderwerp: RE: Betr.: FW: Bestemmingsplan Hoek Heul-Hermansstraat Hoeven Beste Janette, Gekeken naar de nieuwe locatie van de te bouwen woning, de omgeving en de karaktersitiek daarvan (qua bebouwing qua gebiedswaarden/-kwaliteiten of het ontbreken daarvan), de nabijheid van de kern Hoeven en Etten-Leur, constateren wij dat voorgestelde locatie aanvaardbaar is voor de bouw van een ruimte voor ruimtewoning (mits wordt voldaan aan de overige voorwaarden van ruimte voor ruimte). Ten aanzien van de laatste opmerking hierboven: Ik zie dat je ook collega Callemijn de overeenkomst hebt voorgelegd, maar kan niet nagaan of daarover instemming is. met vriendelijke groet, Anton Danen Provincie Noord Brabant, Directie ROH >>> Janette van Nispen 11/05/13 3:27 PM >>> Beste Anton, In de zienswijze geeft de provincie aan dat de locatie van de woning aan De Heul een vrij open gebied is met slechts enkele verspreid liggende bouwvlakken. U vindt het dan ook geen passend gebied voor een ruimte voor ruimte woning. De ruimte voor ruimte regeling heeft als doel de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door in ruil van sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen, die in gebruik zijn of waren als IV in combinatie met realisering van milieuwinst ter plaatse, de bouw van woningen op een passende locatie plaats te laten vinden. De regeling geeft aan dat een passende locatie gevonden kan worden in een bebouwingsconcentratie (kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster). Wij vinden de locatie aan de Heul ten noorden van de Hermansstraat wel degelijk een bebouwingsconcentratie waarin een ruimte voor ruimte woning passend is. In de directe omgeving zijn verschillende bestemmingen te vinden. Zo zitten er bouwvlakken met ‘bedrijfsbestemming’, ‘agrarisch’, ‘cultuur en ontspanning’ maar grotendeels ‘wonen’. Een gemengd gebied net buiten de kern Hoeven. Wij zien het echter, net als u, niet als kernrandzone (overgangsgebied naar het buitengebied, gelegen langs bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie). De Heul zien wij namelijk als een bebouwingslint (lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg buiten bestaand stedelijk gebied) en de Hermansstraat als een bebouwingscluster (vlakvormige verzameling van gebouwen buiten bestaand stedelijk gebied). Wij kunnen ons erin vinden dat het inderdaad een open perceel is waar de woning gepland is en wel vanuit de Hermansstraat gezien. Omdat wij echter van mening zijn dat de Heul wel degelijk een bebouwingslint betreft zien wij een ruimte voor ruimte woning op dit perceel als passend. Wel begrijpen wij dat de voorgestelde locatie niet uw medewerking krijgt.
Wij willen dan ook de woning opschuiven naar de bestaande woning aan de Heul 26. Om het een en ander te verduidelijken is een overzicht bijgevoegd. Voor het waarborgen van de sloop en de daarbij behorende voorwaarden en eisen is er reeds door initiatiefnemer een overeenkomst gesloten voor het aanschaffen van de bouwtitel. De bijbehorende sloopdossiers worden door u uiteraard gecontroleerd. Daarnaast is samen met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. Mijn vraag is dan ook hoe het standpunt is bij de nieuwe beoogde locatie van de woning.
Bebouwingslint: Lijnvormige
verzameling van gebouwen langs een weg buiten bestaand stedelijk gebied
Locatie ruimte voor ruimte woning
Bebouwingscluster:
Vlakvormige verzameling van gebouwen buiten bestaand stedelijk gebied
Voor vragen kun je altijd even contact met mij opnemen. Met vriendelijke groet, Janette W.E. van Nispen Afdeling Ontwikkeling en Realisatie
BIJLAGE 5 ZIENSWIJZE PROVINCIE NOORD-BRABANT D.D.14 APRIL 2014
Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 9 0 1 5 1 5 2 0 0 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6 8 1 2 8 12 Fax (073) 6 1 4 11 15
[email protected] www.brabant.nl
Gemeenteraad van Halderberge Postbus 5 4730 AA OUDENBOSCH
IBAN N L 8 6 I N G B 0 6 7 4 5 6 0 0 4 3
lilliliililiillllili
VERZONDEN 15 APR ZOU
Onderwerp
Dalum
Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan 'Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven'
14 april 2 0 1 4 Ons kenmerk C2145414/3561080 U w kenmerk
Geachte gemeenteraad, Contactpe rsoon
Het ontwerp-bestemmingsplan 'Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven' ligt met ingang van 3 april 2014 gedurende zes weken ter inzage. Op grond van artikel 3.8, van de Wet ruimtelijke ordening, dienen wij hierbij zienswijzen in tegen dit bestemmingsplan.
Telefoon
A J . J . M . Danen Cluster Ruimte
(073) 681 26 32 Planbeschrijving
Fax
Het plan voorziet in de bouw van een ruimte voor ruimtewoning op de hoek Heul-Hermansstraat in Hoeven.
Bijlage(n)
Vooroverleg
E-mall
Bij brief van 13 augustus 2013, kenmerk C2124547, heeft ons cluster Ruimte gereageerd op het voorontwerp. Deze briefen uw reactie hierop liggen mede aan onze zienswijze ten grondslag. Daarnaast hebben wij in de periode tussen onze reactie op het voorontwerp en het vaststellen van het ontwerp ambtelijk contact gehad over de provinciale belangen die in het geding zijn.
[email protected]
(073) 680 76 45
Provinciaal beleidskader
Provinciale Staten hebben de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte 2014 (Vr). Voor de inhoudelijke afweging of in dit bestemmingsplan voldoende rekening wordt gehouden met de provinciale belangen, baseren wij ons op deze documenten. Provinciale belangen
In de Vr zijn voorschriften opgenomen voor de borging en bescherming van de provinciale belangen. Deze provinciale belangen zijn onderverdeeld in algemene regels, structuren, aanduidingen en rechtstreeks werkende regels. Ten
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 6 4 , halte Provinciehuis, met de N S Zonetaxi en met de OV-fiets.
Provincie Noord-Brobont
aanzien van voorliggend ontwerp zijn wij van mening dat het plan niet geheel in lijn is met de Vr. In deze zienswijze gaan wij hier nader op in.
Datum 14 april 2 0 1 4 Ons kenmerk
Ruimte-voor-ruimte (artikel 7.8 Vr) Ten aanzien van wonen in het buitengebied, in dit geval in gemengd landelijk gebied, geldt op grond van artikel 7.7 Vr als uitgangspunt dat er geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd in het buitengebied. In een aantal in de V r omschreven situaties wordt een uitzondering gemaakt op dit principe waaronder de mogelijkheid om (onder voorwaarden) een woning te realiseren op een ruimte-voor-ruimtekavel (artikel 7.8 Vr) gelegen in een bebouwingsconcentratie. Verder wordt de 'Beleidsregel ruimte-voor-ruimte 2006' - gezien artikel 7.8 Vr - aangemerkt als nadere regels voor 'ruimte-voorruimtekavels'.
C2145414/3561080
Wij constateren dat er weliswaar een overeenkomst is gesloten ten aanzien van de ruimte-voor-ruimtekavel, maar dat in het onderhavige geval geen overdracht van de bouwtitel heeft plaatsgevonden en de voor de voor ruimte-voor-ruimte benodigde bewijzen conform de 'Beleidsregel ruimte-voor-ruimte 2006' (o.a. sloop van stallen en doorhaling van fosfaatrechten) ontbreken. Conclusie
Wij achten het bestemmingsplan, zoals dit nu in ontwerp voorligt, op bovengenoemde punten strijdig met de Verordening. Wij dringen er op aan om het ontwerp op die delen gewijzigd vast te stellen. Wij gaan er van uit dat onze zienswijzen voldoende duidelijk uiteengezet zijn. Indien er van uw zijde nog onduidelijkheden of vragen zijn, dan willen wij deze graag nader toelichten.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze.
P.M.A. van Beek, hoofd van de afdeling Toezicht Ruimtelijke Ontwikkeling. In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.
2/2
BIJLAGE 6 WATERADVIES WATERSCHAP BRABANTSE DELTA D.D. 01-08-2013
Waterschap
ij^Brabantse Delta
Gemeente Halderberge Mevrouw J.W.E. van Nispen Postbus 5 4730 AA OUDENBOSCH
Water
Uw e-mail van Uw kenmerk Ons kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum
het leven
27 juni 2013 *13UT009513*
Ililllil de heer E. Jansen 076 564 13 29 1 augustus 2013
Ö1 AUG. 2013
Onderwerp: wateradvies voorontwerp bestemmingsplan Heul te Hoeven Geachte mevrouw Van Nispen, Op 27 juni 2013 heeft u voorontwerp bestemmingsplan "Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven" te Hoeven toegestuurd met het verzoek om conform de watertoets een advies uit te brengen. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een Ruimte-voor-Ruimte woning met bijbehorend vrijstaand bijgebouw op de bovengenoemde locatie, gelegen in het buitengebied van Halderberge. Binnen het vigerend bestemmingsplan is het realiseren van een vrijstaande Ruimte-voor-Ruimte woning ter plaatse van het plangebied niet mogelijk. De gemeente Halderberge heeft aangegeven in principe positief tegenover deze planontwikkeling te staan en heeft daarom besloten om een bestemmingsplan in procedure te brengen. Toelichting In het bestemmingsplan is opgenomen dat waterschap Brabantse Delta in het onderhavige gebied verantwoordelijk is voor het waterbeheer. Volgens de planbeschrijving dienen het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater gescheiden afgevoerd te worden. Voor de lozing van het afvalwater zal een nieuwe aansluiting op de aanwezige drukriolering worden gemaakt. Voor het lozen op oppervlaktewater van hemelwater dat afkomstig is van verhard oppervlak van 2.000 m of meer is op basis van de Keur een vergunning noodzakelijk. Het plangebied heeft echter een oppervlakte van 1500 m , waardoor er vanuit het waterschap geen retentie wordt geëist. Er kan direct worden afgekoppeld op het oppervlaktewater dan wel op het gemeentelijke rioleringsstelsel. In het plangebied zelf is echter geen open water aanwezig. Het plangebied is niet gelegen binnen een grondwaterbeschermingsgebied of grondwaterbeschermingszone. 2
2
Wateradvies Aangezien de belangrijkste uitgangspunten voor het waterschap naar wens zijn opgenomen in het voorontwerp-wijzigingsplan geven wij een positief wateradvies. Overige opmerkingen Wij verzoeken u in de waterparagraaf nog wel aandacht te schenken aan het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en het achterwege laten van uitlogende bouwmaterialen, zoals lood, koper, zink en zacht PVC. Deze stoffen kunnen zich ophopen in het water(bodem)systeem en hebben hierdoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie.
Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, h80l DZ Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11 E
[email protected] lwww.brabantsedelta.nl Bankrekening 63.67.59.202
Wij wijzen u er verder op dat voor werkzaamheden op en of in de nabijheid van oppervlaktewaterlichamen en voor het onttrekken en of retourneren van grondwater op basis van de Keur een melding of vergunning benodigd kan zijn. Hierover kunt u contact opnemen met onze afdeling plantoetsing & vergunningen, telefoonnummer 076 564 13 45. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer E. Jansen van het waterschap. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 076 564 13 29.
Hoogachtend, Namens he gelijks bestuur Hoofd plantoetsing & vergunningen
-2-
BIJLAGE 7 OVEREENKOMST TER SALDERING IN HET KADER VAN DE “REGELING RUIMTE VOOR RUIMTE”, D.D. 12-09-2013
Artikel 3 Everhage B.V. levert de bouwtitel inclusief de provinciale voortoets tijdig aan bij de gemeente Halderberge. Ter voorkoming van onnodig renteverlies aan kopers kant vindt levering in principe zo laat mogelijk plaats oftewel zo kort mogelijk voor het moment dat de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststelt. Vooralsnog gaan partijen uit van levering op 1 januari 2014 maar in ieder geval niet eerder dan medio december. Bij overhandiging van de bouwtitel aan de Gemeente Halderberge zal A. Evers namens Everhage BV de bouwtitel nader toelichten. Tevens zal A. Evers de Gemeente Halderberge verzoeken om een bevestiging dat de bouwtitel op volledigheid en juistheid is getoetst en als zodanig goed is bevonden. Artikel 4 Koper komt met Everhage B.V. overeen om voor het gestelde in artikel 2 en artikel 3 een totaalbedrag aan Everhage B.V. te betalen van € 121.000,OO zegge: honderdeenentwintigduizend euro (inbegrepen omzetbelasting bedraagt: E 21.000,00 zegge: eenentwintigduizend euro). Artikel 5 Koper verplicht zich uiterlijk 5 werkdagen voor het moment dat de bouwtitel door Everhage B.V. conform artikel 3 aan de Gemeente Halderberge wordt overhandigd het in artikel 4 vernoemde totaalbedrag (E 121.000,OO) te betalen op de rekening "Stichting Beheer Derdengelden Verhagen Heesch BV", nummer 15.52.17.100 te Heesch O.V.V. "Foesenek lbouwtitel ruimte voor ruimte". Doorbetaling van de koopsom aan Everhage B.V. vindt plaats binnen 5 werkdagen nadat het bestemmingsplan voor het perceel onherroepelijk is geworden. Artikel 6 Koper verplicht zich met betrekking tot het perceel alle medewerking te verlenen en alle handelingen te verrichten of doen verrichten ter verkrijging van planologische medewerking en wijziging van het bestemmingsplan door het bevoegde gezag. Artikel 7 Koper verbindt zich om bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van het perceel aan een derde partij, alsmede bij elke verlening van enig goederenrechtelijk of persoonlijk gebruiks- of genotsrecht, aan de nieuwe eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker middels een kettingbeding de verplichting op te leggen om ten opzichte van Everhage B.V. onvoorwaardelijk te handelen op basis van het gestelde in de onderhavige overeenkomst. Artikel 8 Indien vast is komen te staan dat het perceel geen onherroepelijke woonbestemming krijgt en dit feit niet aan koper toe te rekenen is komen partijen het volgende overeen: 1. Koper zal Everhage B.V. hieromtrent informeren onder overlegging van de schriftelijke bewijsstukkenwaaronder de afwijzende reactie van de Gemeente Halderberge enlof de provincie Noord-Brabant. 2. Everhage B.V. verplicht zich, indien koper de koopsom reeds voldaan heeft, de bouwtitel terug te kopen van koper voor een bedrag van E 121.000,OO per bouwtitel. Zegge: honderdeenentwintigduizend euro (bedrag is inclusief omzetbelasting). Eventuele rente wordt niet vergoed. 3. De terugbetaling door Everhage B.V. aan koper vindt plaats binnen 10 dagen nadat Everhage B.V. door koper schriftelijk is gernformeerd als onder 1 genoemd en de gemeente
Pagina 2 van 3
Paraaf koper
BIJLAGE 8 DOSSIER BEËINDIGINGSITUATIE LOCATIE HEIDEDREEF 6 TE 5738 RM MARIAHOUT
Dossier beëindigingsituatie locatie Heidedreef 6 te 5738 RM Mariahout Relatienummer Sloopoppervlakte Te salderen
202203365 RvR-locatie 1.083 m² 257 m² Hoeven sectie H nrs. 826 en 829, plaatselijk bekend de Heul tussen 26 en 28
Restant
826 m² Nog niet bekend
Inhoud: Tabblad: 1. een verklaring van de aanvrager waaruit blijkt dat de productie van dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 5 sub a van de beleidsregel op het moment van indiening van de aanvraag feitelijk is beëindigd; 2. de schriftelijke stukken waaruit blijkt dat het gemeentebestuur de milieuvergunning overeenkomstig artikel 8:26 van de Wet Milieubeheer heeft ingetrokken, dan wel overeenkomstig 8:24 van de Wet Milieubeheer heeft aangevuld, gewijzigd dan wel gedeeltelijk heeft ingetrokken; 3. een kennisgeving van de Dienst Regelingen waarin vermeld wordt hoeveel rechten voor de intensieve veehouderij zijn doorgehaald; 4. een duidelijke aanduiding van de ligging van de slooplocatie. Als de slooplocatie is gelegen in een verwevingsgebied moet aan de hand van een toets aan de Handleiding duurzame (project) locaties worden aangetoond dat de locatie niet kan worden aangemerkt als een duurzame locatie voor de intensieve veehouderij. 5. een kopie van de sloopvergunning alsmede een bewijs van sloop van alle agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik waren voor de intensieve veehouderij, en de daarmee gemoeide gezamenlijke oppervlakte, inclusief een asbestinventarisatie en de eventuele stortingsbonnen voor het aangetroffen asbest. Als zodanig komt in aanmerking een nota van het sloopbedrijf dan wel een gemeentelijke verklaring waaruit de sloop van de bij de aanvraag betrokken agrarische bedrijfsgebouwen blijkt; 6. indien voor het bedrijf waar de bedrijfsopstallen worden gesloopt, een aanvraag is ingediend bij de Dienst Regelingen (voorheen dienst landelijke service, LASER) voor sloopsubsidie in het kader van de Rbv, moet een verklaring worden afgegeven dat wordt afgezien van uitbetaling van de sloopsubsidie. 7. indien de initiatiefnemer gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot bijkopen dan wel op andere wijze van verwerven van fosfaatrechten, een (koop)overeenkomst waarin vermeld wordt wie de vervreemder is van de fosfaatrechten, en hoeveel kilo’s fosfaat het aankopen dan wel op de andere wijze van verwerven betreft. 8. een verklaring dat op de slooplocatie een passende herbestemming is gelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de beleidsregel. 9. een verklaring van de aanvrager dat geen gebruik is gemaakt van een gemeentelijke regeling als bedoeld in artikel 9 sub b. 10. Indien de aanvraag geen betrekking heeft op intensieve veehouderijen die deelnemen of deelgenomen hebben aan de Rbv een overzicht vanaf 1999 van de bij de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen) aangemelde rechten voor de intensieve veehouderij. BIJLAGE: taxatierapport sloopoppervlakte
Tabblad 1 een verklaring van de aanvrager waaruit blijkt dat de productie van dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 5 sub a van deze beleidsregel op het moment van indiening van de aanvraag feitelijk is beëindigd;
Tabblad 2 de schriftelijke stukken waaruit blijkt dat het gemeentebestuur de milieuvergunning overeenkomstig artikel 8:26 van de Wet Milieubeheer heeft ingetrokken, dan wel overeenkomstig 8:24 van de Wet Milieubeheer heeft aangevuld, gewijzigd dan wel gedeeltelijk heeft ingetrokken; Na dit tabblad is de brief van de gemeente Laarbeek opgenomen waaruit blijkt dat voldaan is aan de eis dat de vergunning is ingetrokken en er geen gebruik meer gemaakt kan worden van de milieuvergunning en de met het houden van vleesvarkens gemoeide ammoniakrechten.
INTREKKING OMGEVINSVERGUNNING
WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT DEFINITIEVE BESCHIKKING ART. 2.33, lid 2, sub b en lid 3
Onderwerp Op 4 februari 2014 hebben wij van Geling Advies, Postbus 12 te 5845 ZG te Sint Anthonis, namens Leenders Loon- en Grondverzetbedrijf, gevestigd aan de Heidedreef 6 te 5738 RW Mariahout, het verzoek ontvangen om de op 20 februari 1985 verleende vergunning ingevolge de Hinderwet (nu: omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)) voor een agrarisch bedrijf, gelegen aan de Heidedreef 6 in zijn geheel in te trekken voor het houden van vleesvarkens. Het verzoek tot intrekking wordt gedaan door de vergunninghouder/eigenaar, ingevolge artikel 2.33, lid 2, sub b en lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De intrekking wordt gedaan om de ammoniakrechten (in totaal 2.880,00 kg/NH3) over te dragen aan de locatie Spierkesweg 9a te Sint Oedenrode ter verkrijging van een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998. Dit besluit betreft het geheel intrekken van de vergunning, voor wat betreft het houden van vleesvarkens. Vigerende vergunning Op 20 februari 1985 is ingevolge de Hinderwet een vergunning verleend voor een inrichting voor het houden van 960 vleesvarkens. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking getreden. Op grond van artikel 1.2, lid 1, van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer welke voor 1 oktober 2010 van kracht en onherroepelijk zijn gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. Sinds 1 januari 2013 zijn het gewijzigde Besluit omgevingsrecht (BOR) en Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) in werking. Het bedrijf valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en betreft een type B inrichting. Verder moet het bedrijf op grond van artikel 2.2a, eerste lid, aanhef en onder f beschikken over een OBM. Op grond van het Besluit van 14 september 2012 tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer worden omgevingsvergunningen welke voor 1 januari 2013 van kracht en onherroepelijk zijn, gelijkgesteld met een OBM. Uit bovenstaande volgt dat de hinderwetvergunning van 20 februari 1985 nu wordt gelijkgesteld met een OBM. Tevens wordt genoemde vergunning gezien als melding volgens het Activiteitenbesluit. In tabel 1 zijn het aantal dieren, de ammoniakemissie (kg NH3 per jaar), de geuremissie (OUE/s) en de fijn stofemissie (gram PM10 per jaar) weergegeven op basis van de melding Activiteitenbesluit met OBM.
Tabel 1: Ammoniakemissie
RavDiercategorie / code huisvestingssysteem D 3.1.1 vleesvarkens, volledig roostervloer, hokoppervlak maximaal 0,8 m2 per varken, BWL 2001.20 Totaal
Aantal dieren
Ammoniakemissiefactor
960
3,000
Geuremissie
Totaal Geurammonia emissie Totaal k -factor geur
2.880,0
23,00
2.880,0
22.080,0
Fijn stofemissie Fijn stofemissie- Totaal fijn factor stof
153
22.080,0
146.880,0
146.880,0
Overwegingen met betrekking tot de intrekking Door de vergunninghouder, is nu een verzoek om gehele intrekking van de vergunning voor het houden van vleesvarkens, ingediend. Gezien het bovenstaande zal de vergunning worden ingetrokken voor wat betreft het houden van 960 vleesvarkens. Dit komt overeen met een ammoniakemissie van 2.880,0 kg/per jaar. De voorgenomen intrekking is niet in strijd met het belang van de bescherming van het milieu. Procedure De procedure is uitgevoerd volgens het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op de voorbereiding van de beschikking is afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. De ontwerp-intrekking is 14 maart 2014 gepubliceerd en heeft vanaf maandag 17 maart tot en met 28 april 2014 ter inzage gelegen. Het huidige en definitieve besluit tot gehele intrekking wordt op 2 mei 2014 gepubliceerd en ligt vanaf maandag 5 mei 2014 tot 17 juni 2014 ter inzage. Besluit Gelet op vorenstaande wordt de op 20 februari 1985 verleende vergunning ingevolge de Hinderwet (nu: OBM) definitief ingetrokken voor wat betreft het houden van 960 vleesvarkens. In het verzoek is aangegeven dat de intrekking geschiedt ten behoeve van het agrarisch bedrijf aan Spierkesweg 9a te Sint Oedenrode.
Laarbeek, 28 april 2014
Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek, medewerker team Omgevingsvergunning,
De heer J.P.G. van den Eijnde
Tabblad 3 een kennisgeving van de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen te Assen) waarin vermeld wordt hoeveel rechten voor de intensieve veehouderij zijn doorgehaald danwel hoeveel kilogram fosfaat uit de markt is genomen; Toelichting: Op 26-06-2014 zijn door Dienst Regelingen 511 varkenseenheden doorgehaald. De kennisgeving hiervan is na deze pagina opgenomen. De overige varkensrechten zijn door de eigenaar verkocht. Er zijn na de doorhaling geen varkensrechten meer aanwezig.
Doorgehaald aantal kg P2O5: 26-06-2014
511 ve x 7,4 kg P2O5 /ve = 3.781,4 kg P2O5
Per 1.000 m² te salderen sloopstal dient volgens de Beleidsregel ruimte voor ruimte 3.500 kg P2O5 doorgehaald te worden. Er is voldoende P2O5 doorgehaald voor 3.781,4/3.500 = 1.080 m² te salderen staloppervlakte
Tabblad 4 een duidelijke aanduiding van de ligging van de slooplocatie. Als de slooplocatie is gelegen in een verwevingsgebied moet aan de hand van een toets aan de Handleiding duurzame (project) locaties worden aangetoond dat de locatie niet kan worden aangemerkt als een duurzame locatie voor de intensieve veehouderij. De locatie ligt in een verwevingsgebied.
Figuur: Topografische kaart met locatie Heidedreef 6 (pijl) te Mariahout
Tabblad 5 een kopie van de sloopvergunning alsmede een bewijs van sloop van alle agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik waren voor de intensieve veehouderij, en de daarmee gemoeide gezamenlijke oppervlakte, inclusief een asbestinventarisatie en de eventuele stortingsbonnen voor het aangetroffen asbest. Als zodanig komt in aanmerking een nota van het sloopbedrijf dan wel een gemeentelijke verklaring waaruit de sloop van de bij de aanvraag betrokken agrarische bedrijfsgebouwen blijkt;
CSI ASBEST INVENTARISATIE Rapportage Type A conform SC-540
Project nummer:
13-5738RM.6
Object:
2 varkensstallen
Locatie:
Heidedreef 6 5738 RM Mariahout
Uitgevoerd door:
CSI Asbestinventarisatie
Naam dia: DIA nummer: Datum van uitvoering:
C. Schutte 04E-040213-140097 11-11-2013
Autorisatie: Datum:
C. Schutte 12-11-2013
Voor akkoord CSI asbestinventarisatie
B. Schutte-Kamp
Geldigheid van de rapportage:
Projectnummer 13-5738RM.6
3 jaar na autorisatiedatum
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE INHOUDSOPGAVE
1. TITELBLAD 2. SAMENVATTING 3. OMSCHRIJVING OPDRACHT 4. ONDERZOEK EN METHODE 5. RESULTATEN 5.1 Resultaten vooronderzoek 5.2 Resultaten visuele inspectie 5.3 Resultaten veldwerkzaamheden 5.4 Analyse resultaten 6. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 7. INVENTARISATIE VAN ASBEST, ASBESTHOUDENDE PRODUCTEN ETC. 8.
VERVOLG AANPAK IN GEVAL VAN ASBESTVERWIJDERING
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Tekeningen Analyse Certificaten SMA-rt Risicoclassificatie Proces Certificaat SC-540 Evaluatieformulier Verplichtingen oprachtgever Bronvermelding
Het rapport is alleen geldig in volledig kleurenformaat incl. bijlagen, tekeningen en foto’s. Wij rapporteren alleen aan de opdrachtgever, indien derden informatie willen wordt dit alleen na schriftelijke bevestiging van de opdrachtgever verstrekt. Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 1. TITELBLAD Opdrachtgever:
Kosse Asbestverwijdering BV HJ. IJpenberglaan 3 5424 SN Elsendorp
Contactpersoon:
Dhr. S. Kosse 0493-599402
Projectcode:
13-5738RM.6
Locatie:
Heidedreef 6 5738 RM Mariahout
Object:
2 varkensstallen
Omvang onderzoek:
☒ Gehele gebouw of object ☐ Gedeelte van gebouw of object ☐ Representatieve steekproef ☐ Aanvulling op representatieve steekproef ☐ Onvoorzien aanwezig asbest
Soort onderzoek:
☒ Asbestinventarisatie type A ☒ Volledig ☐ Onvolledig ☐ Asbestinventarisatie Type B ☐ Asbestinventarisatie Type G
Rapport geschikt voor:
☒ Voor het verwijderen van uitsluitend in dit rapport onder type A geïnventariseerde asbesthoudende materialen ☐ Voor het aansluitend uitvoeren van een Type B onderzoek ter verificatie van de lijst van redelijk vermoedelijke aanwezig asbest in het daaraan voorafgaande Type A onderzoek ☐ Voor het vaststellen van de gebruiksintegriteit van het gehele gebouw met een asbestinventarisatierapport Type-G ☐ Voor de renovatie van een in de inleiding nader gespecificeerd deel van het onderzochte bouwwerk ☐ Voor de renovatie van het gehele bouwwerk. ☒ Voor de sloop van het gehele bouwwerk
Risicobeoordeling:
☒ Risicobeoordeling t.b.v. sloop en verbouw (SMA-rt) ☐ Risicobeoordeling in gebruiksfase (NEN2991:2005)
Inventarisatiebureau
CSI Asbestinventarisatie Bovenkampweg 3 5406 TW Uden
[email protected] www.csi-asbestinventarisatie.nl 0413-253520
SCA code:
07-D070048.01
Dia: Dia nr.:
C. Schutte 04E-040213-140097
Datum interne autorisatie:
12-11-2013
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 2.
SAMENVATTING
Werkzaamheden: Dit rapport omvat een volledig asbestinventarisatie Type A conform onze opdracht en SC540 en is wel geschikt voor het aanvragen van een omgevingsvergunning / indienen van een sloopmelding en voorafgaand aan en ten behoeve van het verwijderen van asbest. De aanleiding van de asbestinventarisatie betreft een voorgenomen sloop van de varkensstallen. Tijdens het onderzoek is er het volgende asbesthoudend materiaal aangetroffen: Tabel 1 Monster Locatie code
Risico Afmeting Analyse klasse totaal M01 Dak stal links Golfplaat Geschroefd Ca. 703 m² Chrysotiel 10-15% 2 M02 Dak stal rechts Golfplaat Geschroefd Ca. 703 m² Chrysotiel 10-15% 2 als M02 Zijgevel rechter stal Golfplaat Los Ca. 11 m² Chrysotiel 10-15% 2 Tijdens de inspectie kunnen er ruimten en/of gebouwdelen zijn die niet volledig onderzocht kunnen worden door het nog in gebruik zijn van de ruimte. Ook veiligheidsaspecten zoals hoogte of besloten ruimten kunnen een reden zijn om de inspectie te beperken. Voor de risicoclassificatie verwijzen wij naar SMA-rt.
Toepassing
Bevestiging
Technische installatie Tabel 2
Locatie T1
Merk
Bouwjaar
Asbest verdacht*
n.v.t. ∗ ∗
Volgens het handboek Asbest van Intechnium. Indien een installatie niet in het handboek Asbest van Intechnium staat vermeld, dan is deze automatisch asbestverdacht.
De volgende ruimte en/of gebouwdelen zijn reden voor een aanvullend onderzoek indien er werkzaamheden aan deze ruimtes/constructiedelen uitgevoerd gaan worden. Tabel 3
Locatie n.v.t.
Verwachte bron
Reden niet geïnventariseerd n.v.t.
Onderzoek van losse inboedel, evenals asbestbronnen in de bodem, (chemisch) afval, vallen buiten het kader van dit onderzoek.
In tabel 3 is geen vermoeden van verborgen asbest vermeld en wij achten een aanvullend onderzoek, type B dan ook niet noodzakelijk. Het asbestinventarisatierapport type A zal kunnen dienen als basis voor de aanvraag van een omgevingsvergunning/indienen van een sloopmelding.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 3.
OMSCHRIJVING OPDRACHT
Omschrijving opdracht: In opdracht van Kosse Asbestverwijdering BV zijn op 11 november 2013 2 varkensstallen aan de Heidedreef 6 te Mariahout onderzocht op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen, door DIA Dhr. C. Schutte (dia.nr.: 04E-040213-140097). Onze opdracht bestaat uit het destructief inventariseren van twee varkensstallen voor sloop.
Het betreft hier een volledig Type A rapportage.
Omschrijving te inventariseren objecten. Deze varkensstalen zijn gebouwd in 1984. De muren en de wanden zijn van steen. Er zijn gemetselde putten waar betonroosters op gelegd zijn. De afdelingen van de varkensstallen zijn gescheiden door middel van gemetselde muren. De stal is later aangepast aan de nieuwe eisen en hierdoor is er een bolle betonvloer gestort op de betonnen roosters. Deze vloer is gestort op een plastic onderlaag. De vloer van het voer en looppad is gestort van beton. In de stal is er een plafond gemaakt van dupanel platen. In het midden van de stal is een ventilatiekanaal gemaakt van houten platen en is tevens afgewerkt met dupanel platen. De stallen hebben stalen spanten waar houten gordingen tussen geplaatst zijn. Op het dak zijn golfplaten gelegd die op de houten gordingen zijn vastgeschroefd. De binnenkant van het dak is ook geheel geïsoleerd met dupanel platen. De kozijnen van de deuren zijn van metaal. De stalinrichting is gemaakt van betonnen panelen. Tegen de zijwanden zijn geperforeerde damwandplaten geplaatst voor de ventilatie van de stallen. De nokken van de daken zijn gemaakt van polyester vormstukken.
Door het aangaan van de opdracht hebben wij onszelf verplicht de overeengekomen werkzaamheden met de nodige zorg en vakmanschap uit te voeren. Het te bereiken resultaat is niet uitsluitend afhankelijk van de inspanning van ons, maar ook van factoren die buiten onze invloedssfeer liggen.
C.S.I. Asbestinventarisatie is alleen verantwoordelijk voor haar eigen uitgevoerde activiteiten en niet aansprakelijk voor een andere werkwijze bij het verwijderen van eventueel asbesthoudend materiaal dan is beschreven in dit rapport of in de bijlage welke als onderdeel zijn van de rapportage. Vervolgwerkzaamheden zoals sloop en/of renovatie behoren niet tot de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van C.S.I. Asbestinventarisatie.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 4.
ONDERZOEK & METHODE
Fase 1 Via een globale schouwing wordt een idee verkregen van de actuele en globale staat van het gebouw (dit kan ook reeds in offertestadium zijn uitgevoerd) Beoordeeld wordt of het deskresearch of ontvangen tekeningen overeenkomen met de huidige staat; zo niet , dan wordt dit aangepast in deze fase. Wanneer er twijfel bestaat over de geschiktheid van het object voor inspectie, of wanneer het object niet voldoet aan de vooraf opgegeven kenmerken, wordt eerst contact opgenomen met de klant alvorens tot inventarisatie over te gaan. Tekent elke afwijking van het onderzoeksplan aan in het onderzoeksplan, met opgaaf van reden. Fase 2 Middels een systematische volgorde van doorlopen van het gebouw (bijv. boven naar beneden) worden alle ruimten geschouwd. Elke geschouwde ruimte wordt op tekening aangevinkt. Asbestverdachte materialen worden aangegeven op tekening en in het werkplan ingevoerd. Hoeveelheden, bereikbaarheid, staat worden vastgelegd en de lokale omstandigheden als bijv. “het in gebruik zijn van de ruimte” of ontoegankelijkheid ervan. Ondersteuning van visuele waarneming wordt gedaan m.b.v. foto’s van voldoende kwaliteit. Fase 3 Bemonsteringsplan wordt opgesteld op basis van bereikbaarheid en veiligheid. Tijdens monstername van asbestverdachte materialen zijn door de monsternemer persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen en is, indien nodig, gebruik gemaakt van een stofzuiger, welke is voorzien van een Hepa-filter. Alle door C.S.I Asbestinventarisatie genomen materiaalmonsters worden conform NEN5896 geanalyseerd door een geaccrediteerd laboratorium. Alle bemonsterde locaties worden ingekapseld ter voorkoming van asbestemissie. De risicoklasse-indeling vindt plaats middels het SMA-rt systeem. Fase 4 Na een volledig beeld te hebben van de situatie op asbestgebied wordt een nacontrole uitgevoerd of materialen voldoende gefixeerd zijn en geen emissie veroorzaken t.g.v. bemonstering. Beoordeeld wordt of hoeveelheden juist zijn vastgesteld en er geen ruimten zijn overgeslagen. Beperkingen worden bepaald als ontoegankelijkheid, bereikbaarheid, gebruik van de ruimte. Fase 5 Indien de opdrachtgever of gebruiker aanwezig is wordt aangegeven wat de op dat moment bekend is op basis van visuele waarneming en ervaring waarbij de kwaliteit van de opgedragen inventarisatie conform het kwaliteitssysteem wordt gecontroleerd. Afspraken omtrent rapportage of verder gang van zaken worden aangetekend. Mogelijke blootstelling aan asbest wordt, indien van toepassing, aangegeven. Veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel en voeren onze werkzaamheden met inachtneming van de eigendommen van de opdrachtgever uit.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 5.
RESULTATEN
5.1
Resultaten vooronderzoek
Door de opdrachtgever zijn geen stukken aangeleverd.
5.2
Resultaten visuele inspectie
Tijdens het onderzoek is er asbesthoudend materiaal aangetroffen: - Golfplaten op de daken van de varkensstallen - Losse golfplaten tegen de zijgevel van de varkensstal
Niet geïnventariseerde plaatsen: n.v.t.
5.3
Resultaten veldwerkzaamheden
Op 11-11-2013 zijn er in totaal 2 monsters genomen van asbestverdachte materialen. Deze monsters zijn aangeboden aan het laboratorium voor analyse. Ook kunnen er bronnen zijn aangetroffen die niet asbesthoudend zijn. Deze worden volledigheidshalve ook benoemd.
Het asbestonderzoek is gebaseerd op een grote mate van kennis en ervaring binnen CSI Asbestinventarisatie en wordt met de grootste nauwkeurigheid uitgevoerd. Desondanks kan niet volledig worden uitgesloten dat, bij verbouwwerkzaamheden (of eventuele sloop) van het geïnspecteerde gebouw of de installaties, asbesthoudende elementen worden aangetroffen welke wegens constructieve ontoegankelijkheid niet zijn aangetoond. Ook is niet iedere asbesthoudende toepassing is in het verleden in het bestek of op tekening aangegeven. Voorbeelden hiervan zijn: - stelplaatjes in/onder (tussen)wanden of onder de opstal(len)/woningen/gebouwen; - asbesthoudend materiaal in/onder vloeren en funderingen en asbesthoudende waterleidingen en riolering onder het pand; - materialen in technische en elektrische installaties welke in werking zijn dan wel onder spanning staan of lijken te staan, gassen kunnen bevatten of onderdeel uitmaken van de elektriciteitsvoorziening en telecommunicatie dan wel installaties waarvoor deskundigheid is vereist anders dan vermeld in de SC‐540
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 5.4 OVERZICHT ANALYSE RESULTATEN Bron nr. 1
Monster nr.
Omschrijving
Golfplaten
Locatie
Dak varkensstal links
Hoeveelheid
Ca. 703 m²
Bevestiging
Geschroefd
Binding
Hecht gebonden
Verwijdering
Open lucht
zie SMA-rt
Analyse resultaat
Chrysotiel
percentage
Risicoklasse
2
Bereikbaarheid
goed
Opmerkingen
Rondom is deze varkensstal goed bereikbaar.
Projectnummer 13-5738RM.6
M01
10-15%
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE Bron nr. 2
Monster nr.
Omschrijving
Golfplaten
Locatie
Dak varkensstal rechts
Hoeveelheid
Ca. 703 m²
Bevestiging
Geschroefd
Binding
Hecht gebonden
Verwijdering
Open lucht
zie SMA-rt
Analyse resultaat
Chrysotiel
percentage
Risicoklasse
2
Bereikbaarheid
Goed
M02
10-15%
Opmerkingen
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE Bron nr. 3
Monster nr.
Omschrijving
Golfplaten
Locatie
Zijgevel varkensstal rechts
Hoeveelheid
Ca. 11 m²
Bevestiging
Los
Binding
Hecht gebonden
Verwijdering
Open lucht
zie SMA-rt
Analyse resultaat
Chrysotiel
percentage
Risicoklasse
2
Bereikbaarheid
Goed
als M02
10-15%
Opmerkingen
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 6.
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
In tabel 1 blijkt dat er asbesthoudend materiaal is aangetroffen. Conclusie Uit het onderzoek blijkt dat er geen “redelijk” vermoeden bestaat op de aanwezigheid van verborgen asbesthoudende materialen m.b.t. deze inventarisatie. Wij achten een aanvullend onderzoek conform SC-540, type B dan ook niet noodzakelijk.
Opmerkingen: • Er is licht destructief onderzoek uitgevoerd. • De locatie was tijdens het onderzoek niet in gebruik • De andere gebouwen en het buitenterrein vallen buiten deze inventarisatie. Aanbeveling: Er is asbesthoudend materiaal aangetroffen. Wij adviseren het asbesthoudend materiaal te laten verwijderen door een erkend en deskundig sloopbedrijf, gecertificeerd volgens de SC530.
WET- EN REGELGEVING. De volgende wetgevingen, of delen zijn van toepassing: • Asbest verwijderingsbesluit dec. 2005, Staatscourant 704. • Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet juli 2006, Staatscourant 348. • Bouwbesluit 2012 en Arbeidsomstandighedenwet. • Burgerlijk Wetboek. • Woningwet. • Wet Milieubeheer. • SC 540
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 7.
INVENTARISATIE VAN ASBEST, ASBESTHOUDENDE PRODUCTEN ETC.
7.1
Type A: Direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten etc.
De belangrijkste activiteit c.q. onderwerp van dit certificatieschema is het systematisch en volledig inventariseren van alle direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten, asbest besmet materiaal of asbest besmette constructieonderdelen in een bouwwerk of object met gebruik van handgereedschap (zonder of met licht destructief onderzoek). Daarbij is onbelemmerde en passende toegang tot de ruimten een voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van de inventarisatie. Deze inventarisatie leidt tot een asbestinventarisatierapport type A (zie SC-540 7.17). Als deze inventarisatie leidt tot “een redelijk vermoeden” op niet-direct waarneembare aanwezigheid van asbest, asbesthoudende producten, asbest besmet materiaal of asbest besmette constructieonderdelen in een bouwwerk of object, dan dient er een aanvullende inventarisatie (type A) te worden uitgevoerd. 7.2
Type B: Niet-direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten etc.
Niet-direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten, asbest besmet materiaal of asbest besmette constructieonderdelen worden voorafgaand aan de bouwkundige sloop, in samenwerking met het gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijf (SC-530), met destructief onderzoek opgespoord, waarbij de bouwkundige integriteit van een gebouw of constructie wordt aangetast (voorbeeld: in de fundering gegoten asbestcement leidingwerk). Het destructief onderzoek daarbij dient te geschieden onder het regime van SC-530. De B Rapportage is een destructief aanvullend onderzoek, op extra asbestverdachte materialen die tijdens sloopwerkzaamheden te voorschijn komen, die niet vermeld zijn in de A Rapportage. Ook tijdens een inventarisatie door een specialist kan er iets over het hoofd worden gezien. Het blijft altijd mogelijk dat ondanks dit met zorg samengestelde asbestonderzoeksrapport, tijdens de sloop toch nog asbesthoudende materialen worden aangetroffen. Tijdens ons onderzoek is er geen-/of licht destructief onderzoek uitgevoerd. Indien de onderzoeker een vermoeden heeft dat er in ruimtes welke alleen verregaand destructief te onderzoeken zijn of niet toegankelijk waren tijdens het onderzoek asbesthoudende materialen zijn toegepast is dit in de rapportage vermeld.
In het gebouw(en) kunnen meerdere verborgen ruimten en/of schachten aanwezig zijn. Door het ontbreken van gedetailleerde tekening is het mogelijk dat dit tijdens onze inventarisatie niet is opgemerkt of visueel en zonder destructief onderzoek niet is te achterhalen.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE 8.
VERVOLG AANPAK IN GEVAL VAN ASBESTVERWIJDERING
Algemeen Het verwijderen van de asbest houdende materialen moet door een gecertificeerd bedrijf uitgevoerd worden. Genoemd bedrijf dient in het bezit te zijn van een geldig proces certificaat conform de richtlijn SC-530. Tijdens de werkzaamheden dient het bedrijf alle noodzakelijke maatregelen treffen om de omgeving en het milieu te beschermen.
Voorstel Indien het bouwwerk wordt gesloopt of gerenoveerd dient het aanwezige asbest houdend materiaal vooraf gesaneerd te worden. Er dient vooraf een omgevingsvergunning aangevraagd te worden en op locatie aantoonbaar te zijn anders is het asbest saneringsbedrijf niet bevoegd om de werkzaamheden uit te voeren. Tijdens de saneringswerkzaamheden dient er altijd een persoon aanwezig te zijn met een DTA-A certificaat.
Uitvoering Voor het verwijderen van asbest houdende materialen zijn een aantal technieken in de SC530 voorgeschreven:
Openlucht situatie Hiermee bedoelt men een sanering in open lucht voor zowel risicoklasse 2 als 1 saneringen. Stofemissie dient zoveel mogelijk te worden voorkomen d.m.v. bevochtigen impregneren en d.m.v. puntafzuiging.
Verwijderen in containment Het verwijderen in een van de omgeving afgezonderde ruimte. Alle toegangen worden dichtgeplakt, eventueel wordt een tijdelijke wand geplaatst. Er wordt onderdruk gecreëerd en een speciale gecontroleerde toegang gemaakt. De werknemers dragen persoonlijke beschermingsmiddelen zoals wegwerpoverall/ adembescherming met P3 filter.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE
Bijlage 1
Projectnummer 13-5738RM.6
Tekeningen
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE
2 betreffende varkensstallen
als M02 Stal links
stal rechts
M01
M02
Tekeningen zijn niet op schaal. Hier kunnen geen rechten aan worden ontleend. Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE
Bijlage 2
Projectnummer 13-5738RM.6
Analyse Certificaat
12-11-2013
Materiaalidentificatie Rapportnummer: MO-SAT-0000764
ORIGINEEL Rapport samenstelling Datum rapportage: Aantal pagina’s: Aantal bijlagen: Gegevens opdrachtgever Opdrachtgever: Adres: Contactpersoon: Referentie klant: Dossiernummer Search Laboratorium B.V.: Projectnummer Search Laboratorium B.V.: Projectnummer directievoerder: Onderzoeksgegevens Datum identificatie: Afgiftedatum conceptrapport op locatie: Adres: Aankomsttijd op locatie: Vertrektijd op locatie: Wachturen: Uitvoerend medewerker: Type onderzoek: Doel onderzoek: Bijzonderheden: Identificatie(s) onderdeel van eindcontrole na asbestverwijdering: Monster(s) genomen door:
Aantal monsters:
a 014
11-11-2013 3 0 CSI Asbestinventarisatie Bovenkampweg 3 5406 TW UDEN Mevrouw B.C.M. Schutte 13-5738RM.6 11331373 103024.0
b
d e
11-11-2013 Meerstraat 7 te Heeswijk 00:00 uur 00:00 uur 0 uur Said Atic Said Atic Uitvoerend analist: Materiaalidentificatie middels optische microscopie conform NEN 5896 Materiaalidentificatie middels Scanning Electronen Microscopie/EDX (conform ISO 14966) Kwalitatieve bepaling van het soort asbest en semi-kwantitatieve bepaling van de concentratie asbest in asbestverdacht materiaal. 13-5738RM.6 Heidedreef 6 - Mariahout nee ja, rapport(en): Search Laboratorium B.V. Search Ingenieursbureau B.V. Aangeleverd door opdrachtgever, datum: 11-11-2013 Indien de monsters niet door Search Laboratorium B.V. zijn genomen, draagt Search Laboratorium B.V. geen verantwoordelijkheid inzake herkomst en representativiteit, alsmede veiligheid tijdens monsterneming. Tevens is de gebondenheid gebaseerd op het (de) aangeleverde monster(s). 2
Resultaten Monster nummer 1 2
Omschrijving materiaal
Herkomst
Golfplaat links Golfplaat rechts
M01 M02
Rapportnummer: MO-SAT-0000764
Analyseresultaat (w/w%) 10 - 15% CHR 10 - 15% CHR
mlo
Hechtgebonden (ja/nee) Ja Ja
Pagina 1 van 2
Aanvullende informatie aangaande dit rapport is beschikbaar voor de eindgebruiker. Deze informatie kan uitsluitend via de opdrachtgever van Search Laboratorium B.V. worden opgevraagd. Dit rapport mag op geen enkele wijze, behalve in zijn geheel, gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van Search Laboratorium B.V. De ondertekening van deze versie van het rapport wordt automatisch gegenereerd. Getekend te: Datum:
Heeswijk maandag 11 november 2013
Search Laboratorium B.V.
Ir. Eric J.H.B. Markes Hoofd Laboratorium
Rapportnummer: MO-SAT-0000764
mlo
Pagina 2 van 2
CSI ASBEST INVENTARISATIE
Bijlage 3
Projectnummer 13-5738RM.6
SMA-rt Risicoclassificatie
12-11-2013
!"" #$ %& %'( #) # * +"" ), -''. / #) # "# *012 ..'' '3 - . * &' -' 4 - 4 4' 4 -
!
'. . 4 +. '. 5' ' 6 7 * '.
" #$%#&' ( ) "#'* ( '(# + ', -."/ 0 !#( ( 1 ( $& *(& 2
' ' ' '
.3 4 ' 565 77
8 3 ' "# % * 8( $9* $ (#4 ('* (* - "& *#'*( /& $9* (* : * (#9 ' $ (( 4 - 3'( ! # $&($9* $ ( **( * * (( '' *( / & 9* 9 *(& $ # 8( $9* '* $ $ ( '* .3 )&( 1;2 ! $9* $ ( 4 - 3' ( 8( # 9& 1 *(&2 ( $ ( !* 9( $&9 # $ *< (%(&%(' #(<
$& &4 & ' (&*%( #(< &*( '= ( #( * ( (< & $& ( * (* % & (& #(< #( & * # (' % *' (' 8 * 9 # # 4 - '( 6 ' " ('' 1>.- 2 '( $ ( ( 565 774 '
170002
!"" #$ %& %'( #) # * +"" ), -''. / #) # "# *012 ..'' '3 - . * &' -' 4 - 4 4' 4 -
? ( '
'. . 4 +. '. 5' ' 6 7 * '.
" #$%#&' ( ) "#'* ( '(# + ', -."/ 0 - ( ( * #&'%''% ( $&
9' ' 4 ? # (' $&( 9 # ' # ! ( 1*4 #&'4 ''4 2 $ ( $& $#& ( #$( # * ( 9& ! $ ' ' ' '
.3 4 ' 565 77
8 3 ' "# % * 8( $9* $ (#4 ('* (* - "& *#'*( /& $9* (* : * (#9 ' $ (( 4 - 3'( ! # $&($9* $ ( **( * * (( '' *( / & 9* 9 *(& $ # 8( $9* '* $ $ ( '* .3 )&( 1;2 ! $9* $ ( 4 - 3' ( 8( # 9& 1 *(&2 ( $ ( !* 9( $&9 # $ *< (%(&%(' #(<
$& &4 & ' (&*%( #(< &*( '= ( #( * ( (< & $& ( * (* % & (& #(< #( & * # (' % *' (' 8 * 9 # # 4 - '( 6 ' " ('' 1>.- 2 '( $ ( ( 565 774 '
170002
CSI ASBEST INVENTARISATIE
Bijlage 4
Projectnummer 13-5738RM.6
Proces certificaat
12-11-2013
SC-540 Procescertificaat Asbestinventarisatie 07-D070048 Eerland Certification B.V. Postbus 275, 4190 CG Geldermalsen telnr. +31-345-585034 faxnr. +31-345-585025 Certificaathouder:
C.S.I. Asbestinventarisatie Adres:
Bovenkampweg 3 5406 TW UDEN 0413-253520
Telefoonnr: Faxnummer: Contactpersoon:Dhr. C. Schutte
Datum uitgifte: Vervaldatum: Datum eerste uitgifte: KvK-nummer: e-mail :
09-07-2013 14-10-2014 14-10-2011 53543130
[email protected]
Verklaring van uitgifte Dit procescertificaat is op basis van het Ascert-Certificatieschema Procescertificaat Asbestinventarisatie SC-540, conform Eerland Certification B.V. Certificatiereglement van februari 2012 afgegeven door Eerland Certification B.V. In het certificatieschema SC-540 zijn de volgende wettelijke bepalingen verwerkt: • Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.54 a en 4.54 d • Arbeidsomstandighedenregeling artikel 4.27 Eerland Certification B.V. verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het door de certificaathouder uit te voeren proces van inventariseren van aanwezige asbest, asbesthoudende producten en asbest besmet materiaal of asbest besmette constructieonderdelen in een bouwwerk of object, voorafgaand aan het geheel of gedeeltelijk afbreken van bouwwerken en/of objecten, het verwijderen van asbest of het opruimen van asbest na een incident, incl. de oplevering van het asbestinventarisatierapport volgens de eisen van het certificatieschema geschiedt. Voor Eerland Certification B.V.
Egon Eerland Directie
Voor de geldigheid van dit procescertificaat wordt verwezen naar het SCA Certificaatregister op www.ascert.nl
Certificerende instelling: Aanwijzingsbeschikking:
Eerland Certification B.V. ARBO/P&G/08/14505
Dit procescertificaat bestaat uit twee bladzijden.
Certificaatnummer: SCA-code:
Nadruk verboden
07-D070048 07-D070048.01 Blad 1 van 2
SC-540 Procescertificaat Asbestinventarisatie 07-D070048 Eerland Certification B.V. Postbus 275, 4190 CG Geldermalsen telnr. +31-345-585034 faxnr. +31-345-585025
Wenken voor de gebruiker 1. Bij de uitvoering van toezicht door CI, AI, en/of gemeente dient de opdrachtgever de toezichthouder toegang te verlenen tot de projectlocatie. 2. De reguliere beoordelingen door de certificatie-instelling op de projectlocatie vinden altijd onaangekondigd plaats. 3. De resultaatgerichte beoordelingen op de projectlocatie, middels het inventarisatierapport, in aanwezigheid van de DIA vinden altijd aangekondigd plaats. 4. De opdrachtgever stelt (ver-)bouw- en/of constructiebeschrijvingen beschikbaar aan het asbestinventarisatiebedrijf. 5. Indien de periode vanaf vrijgavedatum van het ter beschikking staande inventarisatierapport tot aan de verwijderingsdatum meer dan 3 jaar is, dient een aantoonbare vaststelling van de actuele betrouwbaarheid op het voorkomen van asbest in het bouwwerk of object beschikbaar te zijn (zie SC-540 par. 17.4.2). 6. Indien er bij asbestverwijdering sprake blijkt te zijn van onvolledige en/of onjuiste uitgevoerde asbestinventarisatie dient de opdrachtgever, nadat het asbestverwijderingsbedrijf dit heeft geconstateerd en gemeld aan de opdrachtgever, het inventarisatiebedrijf daarvan op de hoogte te stellen (zie SC-530 par. 7.14.3); 7. Bij klachten dient contact opgenomen te worden met de certificaathouder en in geval van ernstige klachten met de certificatie-instelling (zie ook de klachtenprocedure zoals omschreven in certificatieschema SC-540 par. 4.7). 8. Voor gegeven inventarisatiesituaties met onverwachte grote asbestblootstellingsrisico’s dient de opdrachtgever de adviezen van het inventarisatiebedrijf op passende wijze op te volgen. 9. (Zie ook SC-540 par. 7.6.5 en par. 7.16.3.4).
Egon Eerland Directie
Voor de geldigheid van dit procescertificaat wordt verwezen naar het SCA Certificaatregister op www.ascert.nl
Certificerende instelling: Aanwijzingsbeschikking:
Eerland Certification B.V. ARBO/P&G/08/14505
Dit procescertificaat bestaat uit twee bladzijden.
Certificaatnummer: SCA-code:
Nadruk verboden
07-D070048 07-D070048.01 Blad 2 van 2
CSI ASBEST INVENTARISATIE Bijlage 5
Evaluatieformulier
1. Asbestinventarisatie Type A. Naam Inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapport no. Vrijgave datum
C.S.I. Asbestinventarisatie 07-D070048.01 13-5738RM.6 12-11-2013
2. Asbestinventarisatie Type B. Naam Inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapport no. Vrijgave datum
3. Asbestinventarisatie van onvoorzien asbest Naam Inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapport no. Vrijgave Datum Omschrijving onvoorzien asbest Omschrijving Plaats.
Hoeveelheid.
Asbestsverwijderingsbedrijf. Naam. SCA-code Naam.
Verzonden naar. Door(naam) Datum. Paraaf Verzendlijst
1.
Handtekening 2.
3.
4.
5.
6.
7.
1=AIB type A, 2=AIB type B, 3=AIB onvoorzien, 4= gemeente, 5= eigenaar, 6= opdrachtgever
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE Bijlage 6
Verplichtingen opdrachtgever
Informatief karakter 1.
Algemeen
De opdrachtgever heeft een wettelijke informatieplicht daar waar het gaat over de aanwezigheid van asbest in zijn bouwwerk/object, dat hij in eigendom / beheer heeft. Deze plicht heeft hij naar de gebruiker van het bouwwerk/object en zij die het bouwwerk/object respectievelijk onderhouden, renoveren, slopen of werkzaamheden erin uitvoeren. Asbestverwijdering is onderhevig aan een gemeentelijke vergunning. Aan de vergunning ligt een asbestinventarisatierapport ten grondslag. Wie kan een vergunning aanvragen en wordt daarmee de houder van de vergunning? 1)De eigenaar van een bouwwerk; 2)Namens de eigenaar van het bouwwerk: het adviesbureau; 3)De gebruiker van een bouwwerk. Toelichting: a) De houder van de vergunning blijft voor de gemeente verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de rapportage als sanering. Is het niet volledig en dus niet geschikt voor afgifte omgevingsvergunning, dan spreekt de gemeente de aanvrager van de vergunning aan. Deze spreekt vervolgens het onderzoeksbureau aan. Dit geldt eveneens voor de asbestverwijdering. b) Als gewerkt wordt in strijd met de voorschriften, spreekt de gemeente de houder van de vergunning in eerste instantie aan, in tweede instantie de asbestverwijderaar. De onder de punten 1 t/m 3 genoemde personen kunnen opdrachtgever zijn voor zowel de asbestinventarisatie, de asbestverwijdering, als de eindbeoordeling. Hij hoeft niet perse opdrachtgever te zijn voor de eindbeoordeling. Dit kan hij overlaten aan het verwijderingsbedrijf, hetgeen ook logisch is. De opdrachtgever is degene die: 1) De opdracht tot inventarisatie verleent aan een bedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestinventarisatie; 2) De omgevingsvergunning bij de Gemeente aanvraagt, implicerende de melding voor het voornemen tot slopen/ verwijderen; 3) De opdracht tot de eindbeoordeling van de uitgevoerde asbestverwijdering verleent aan een laboratorium c.q. inspectie-instelling dat/die daarvoor is geaccrediteerd; 4) De opdracht tot de asbestverwijdering verleent aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestverwijderen; 5) De Gemeente minimaal één week vóór uitvoering op de hoogte stelt van de juiste uitvoeringsdata en tijdstippen; 6) De stortbon en het vrijgavebewijs van het asbestverwijderingsbedrijf ontvangt; 7) De Gemeente uiterlijk binnen twee weken na uitvoering een afschrift stuurt van de resultaten van de eindbeoordeling; 8) De facturen voor de verleende diensten (1 t/m 4) ontvangt en betaalt. De opdrachtgever kan de zaken genoemd onder 1, 2, 3, 5 en 7 delegeren aan bijvoorbeeld het asbestverwijderingsbedrijf, doch blijft verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk. 2. Asbestverwijderingsbesluit 2005 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijk verplichte certificatie, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.54a, 4.54d en 4.55a van het Arbobesluit / Asbestverwijderingsbesluit 2005.’ 3. Asbestinventarisatierapport Ontleend aan Asbestverwijderingsbesluit 2005, Stb. 704 d.d. 16-12-2005 en Stb. 87 d.d. 20-02-2006 Paragraaf 2 Asbestinventarisatie Art. 3-1-b:lid b: degene die geheel of gedeeltelijk doet (laat) afbreken of uit elkaar nemen (= dus de opdrachtgever) beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 3-2-b: ook hier wordt weer gesproken over degene, die asbest doet (laat) verwijderen (= dus de opdrachtgever) beschikt over een asbestinventarisatierapport.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE Art. 5: Degene die de handelingen van par. 3 doet / laat verrichten (= dus de opdrachtgever), verstrekt vóórdat de handeling wordt verricht, een afschrift van het inventarisatierapport aan degene die de handeling verricht (= dus het asbestverwijderingsbedrijf). Conclusie: Art. 3 en 5 zijn heel duidelijk: De opdrachtgever beschikt over een inventarisatierapport en geeft een afschrift van dat rapport aan degene die het asbest verwijdert. Hoe de opdrachtgever aan dat rapport komt, staat niet vermeld. Hij moet er gewoon over beschikken, dus het zelf regelen. Zie ook art. 4.54a-1 t/m 5 en 4.54d-5 (toevoeging aan Arbo-besluit). Zie ook art. 4.54a-1 t/m 5 en 4.54d-5 (toevoeging aan Arbo-besluit). Aanvulling Arbeidsomstandighedenbesluit
Art. 4.54a. Asbestinventarisatie Artikel 4.54a. Asbestinventarisatie 1) Voordat een handeling als bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of d, wordt aangevangen, wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten volledig geïnventariseerd en worden de resultaten hiervan opgenomen in een inventarisatierapport. 2) Het eerste lid is van toepassing indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten. 3) De inventarisatie en het inventarisatierapport, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestinventarisatie dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4) Een afschrift van het inventarisatierapport wordt verstrekt aan het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, die de handeling, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b, of d, verricht. 5) Het certificaat of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet.
Art. 4.54d. Asbestverwijdering 1)
2) 3)
4)
5)
6)
De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, onderdeel b tot en met i, worden verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan als bedoeld in artikel 4.55 door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. Bij een bedrijf als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval een persoon als bedoeld in het derde lid werkzaam. De handelingen, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. Voorzover de handelingen, bedoeld in het eerste lid, mede worden verricht door een andere persoon dan de persoon, bedoeld in het derde lid, is deze andere persoon in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. Voordat wordt aangevangen met de handelingen, bedoeld in het eerste lid, is het bedrijf, bedoeld in het eerste lid, in het bezit van een afschrift van een inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid. De certificaten, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, of afschriften daarvan en een afschrift van het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet.
Par. 4 - Bouwwerken Art. 10: Het is verboden om een bouwwerk te slopen zonder of in afwijking van de vergunning van B&W. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moet een inventarisatierapport worden overlegd (art. 10j). De houder van de omgevingsvergunning moet een afschrift van die vergunning ter hand stellen aan het bedrijf dat de sloop uitvoert.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
CSI ASBEST INVENTARISATIE Bijlage 7 BRONVERMELDING Deskresearch: De opdrachtgever heeft ons tijdens het telefoongesprek verteld dat de varkensstallen gesloopt gaan worden. Hij wist ook dat er golfplaten op het dak liggen. Er zijn tekeningen opgevraagd maar de huidige eigenaar heeft deze niet kunnen vinden.
Verslag interviews: De stallen zullen gesloopt gaan worden maar omdat er golfplaten op de daken liggen wilde de eigenaar een asbestinventarisatie rapport van de stallen.
Gegevens verschaffing: Opdrachtgever. De eigenaar van de stallen.
Conclusie: Bovenstaande informatie is voldoende geweest om deze inventarisatie uit te voeren.
Projectnummer 13-5738RM.6
12-11-2013
Tabblad 6 indien voor het bedrijf waar de bedrijfsopstallen worden gesloopt, een aanvraag is ingediend bij de Dienst Regelingen (voorheen dienst landelijke service, LASER) voor sloopsubsidie in het kader van de Rbv, moet een verklaring worden afgegeven dat wordt afgezien van uitbetaling van de sloopsubsidie.
Tabblad 7 indien de initiatiefnemer gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot bijkopen dan wel op andere wijze van verwerven van fosfaatrechten, een (koop)overeenkomst waarin vermeld wordt wie de vervreemder is van de fosfaatrechten, en hoeveel kilo’s fosfaat het aankopen dan wel op de andere wijze van verwerven betreft.
Er zijn geen produktierechten bijgekocht.
Tabblad 8 overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de beleidsregel moet er op de slooplocatie een passende herbestemming zijn gelegd. In het geval van beëindiging van alleen de intensieve veehouderij op de slooplocatie, een aanpassing van de oude bestemming, waarbij het bouwblok wordt afgestemd op de omvang van de overblijvende agrarische activiteiten en, voor zover nodig, met aanpassing van de bestemming in die zin dat intensieve veehouderij wordt uitgesloten. Op locatie Heidedreef 6 wordt door de eigenaar een varkens- en agrarisch loonbedrijf gedreven. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied 2012 is de aanduiding “iv” van het bouwblok verwijderd en de bestemming gewijzigd in “agrarisch loonbedrijf”. Na deze pagina zijn ingevoegd de kaart uit de nota zienswijzen behorende bij het bestemmingsplan buitengebied en de verbeelding van het vigerende bestemmingsplan buitengebied.
Tabblad 9 een verklaring van de aanvrager dat geen gebruik is gemaakt van een gemeentelijke regeling als bedoeld in artikel 9 sub b.
Tabblad 10 Indien de aanvraag geen betrekking heeft op intensieve veehouderijen die deelnemen of deelgenomen hebben aan de Rbv een overzicht vanaf 1999 van de bij de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen) aangemelde rechten voor de intensieve veehouderij. Na dit tabblad zijn de betreffende overzichten opgenomen. Toelichting Het bedrijf is sinds de oprichting gevoerd door: Tot 1994: vader Leenders 1994-2004: Leenders CV, mestnummer 111026490 (vader en zonen Leenders) 2005-2009: H.F.J. Leenders, mestnummer 110361889 (broer van F.L.M.M. Leenders) 2010 - heden: Leenders Loon- en Grondverzetbedrijf relatienummer 202203365 (F.L.M.M. Leenders)
Van alle fases zijn na de volgende pagina de overzichten van de geregistreerde rechten opgenomen. Er zijn voortdurend voldoende varkensrechten aanwezig geweest.
BIJLAGE: taxatierapport sloopoppervlakte
BIJLAGE 9 DOSSIER BEËINDIGINGSITUATIE LOCATIE NISTELRODENSEDIJK 3 TE 5472 LB LOOSBROEK
Dossier beëindigingsituatie locatie Nistelrodensedijk 3 te 5472 LB Loosbroek Relatienummer Sloopoppervlakte Te salderen
201200244 RvR-locatie 2.000 m² 257 m² Budel sectie H nr. 823, plaatselijk bekend Maarheezerweg ongenummerd 1.000 m² Heesch sectie G nr. 232, plaatselijk bekend Vosbergstraat bij 9
743 m² Hoeven sectie H nrs. 826 en 829, plaatselijk bekend de Heul tussen 26 en 28
Restant
0 m²
Inhoud: Tabblad: 1. een verklaring van de aanvrager waaruit blijkt dat de productie van dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 5 sub a van de beleidsregel op het moment van indiening van de aanvraag feitelijk is beëindigd; 2. de schriftelijke stukken waaruit blijkt dat het gemeentebestuur de milieuvergunning overeenkomstig artikel 8:26 van de Wet Milieubeheer heeft ingetrokken, dan wel overeenkomstig 8:24 van de Wet Milieubeheer heeft aangevuld, gewijzigd dan wel gedeeltelijk heeft ingetrokken; 3. een kennisgeving van de Dienst Regelingen waarin vermeld wordt hoeveel rechten voor de intensieve veehouderij zijn doorgehaald; 4. een duidelijke aanduiding van de ligging van de slooplocatie. Als de slooplocatie is gelegen in een verwevingsgebied moet aan de hand van een toets aan de Handleiding duurzame (project) locaties worden aangetoond dat de locatie niet kan worden aangemerkt als een duurzame locatie voor de intensieve veehouderij. 5. een kopie van de sloopvergunning alsmede een bewijs van sloop van alle agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik waren voor de intensieve veehouderij, en de daarmee gemoeide gezamenlijke oppervlakte, inclusief een asbestinventarisatie en de eventuele stortingsbonnen voor het aangetroffen asbest. Als zodanig komt in aanmerking een nota van het sloopbedrijf dan wel een gemeentelijke verklaring waaruit de sloop van de bij de aanvraag betrokken agrarische bedrijfsgebouwen blijkt; 6. indien voor het bedrijf waar de bedrijfsopstallen worden gesloopt, een aanvraag is ingediend bij de Dienst Regelingen (voorheen dienst landelijke service, LASER) voor sloopsubsidie in het kader van de Rbv, moet een verklaring worden afgegeven dat wordt afgezien van uitbetaling van de sloopsubsidie. 7. indien de initiatiefnemer gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot bijkopen dan wel op andere wijze van verwerven van fosfaatrechten, een (koop)overeenkomst waarin vermeld wordt wie de vervreemder is van de fosfaatrechten, en hoeveel kilo’s fosfaat het aankopen dan wel op de andere wijze van verwerven betreft. 8. een verklaring dat op de slooplocatie een passende herbestemming is gelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de beleidsregel. 9. een verklaring van de aanvrager dat geen gebruik is gemaakt van een gemeentelijke regeling als bedoeld in artikel 9 sub b. 10. Indien de aanvraag geen betrekking heeft op intensieve veehouderijen die deelnemen of deelgenomen hebben aan de Rbv een overzicht vanaf 1999 van de bij de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen) aangemelde rechten voor de intensieve veehouderij.
BIJLAGE: taxatierapport sloopoppervlakte
Tabblad 1 een verklaring van de aanvrager waaruit blijkt dat de productie van dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 5 sub a van deze beleidsregel op het moment van indiening van de aanvraag feitelijk is beëindigd;
Tabblad 2 de schriftelijke stukken waaruit blijkt dat het gemeentebestuur de milieuvergunning overeenkomstig artikel 8:26 van de Wet Milieubeheer heeft ingetrokken, dan wel overeenkomstig 8:24 van de Wet Milieubeheer heeft aangevuld, gewijzigd dan wel gedeeltelijk heeft ingetrokken; Na dit tabblad is de brief van de gemeente Bernheze opgenomen waaruit blijkt dat voldaan is aan de eis dat de vergunning is ingetrokken en er geen gebruik meer gemaakt kan worden van de milieuvergunning en de met het houden van pluimvee gemoeide ammoniakrechten. Voor de locatie is een melding ingediend voor het houden van 45 schapen. Van deze melding is eveneens een afschrift toegevoegd.
Activiteitenbesluit Internet Module (AIM)
12-09-2013
Melding Activiteitenbesluit Hierbij doe ik, de heer R.J.C. Somers (namens de heer G de Mol), melding van de verandering van de inrichting Mts de Mol van der Valk. Het voor de melding gebruikte e-mail adres is
[email protected].
Activiteiten Op basis van uw antwoorden zijn de volgende activiteiten uit het Activiteitenbesluit van toepassing: • • • • • •
Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen Het houden van dieren bij een type B bedrijf Opslaan van gevaarlijke stoffen, CMR-stoffen of bodembedreigende stoffen in verpakking Algemene regels voor bodembedreigende activiteiten
Gegevens melder Naam melder: de heer R.J.C. Somers Adres:
Heijtmorgen 10 5375 AN REEK
Telefoon:
0486-450160
Fax: E-mail:
[email protected]
Gegevens inrichting Naam inrichting:
Mts de Mol van der Valk
Adres inrichting:
Nistelrodensedijk 3 5472 LB LOOSBROEK
Toelichting locatie: KvK nummer: Type bedrijf:
type B
Reden van melding: verandering
Correspondentieadres melding Correspondentie sturen naar het adres van de inrichting.
Gegevens verandering inrichting Datum verandering: 09-10-2013 Omschrijving:
De tak pluimveehouderij is beeindigd, de bijbehorende ammoniakrechten van de 13.475 ouderdieren van vleeskuiken worden overgeschreven naar de inrichting gelegen aan de Grote Heide 16 te Nistelrode. melding wordt gedaan voor het houden van 45 schapen , opslag diesel, opslag ruwvoer en statische opslag
Bijlage meezenden: Nee
Correspondentienummer: ksck5m17ks
Pagina 1 van 2
Activiteitenbesluit Internet Module (AIM)
12-09-2013
Extra informatie bij de melding U hebt geen extra informatie bij de melding gevoegd.
Bijlagen geüpload De volgende bestanden zijn toegevoegd aan de melding: Indeling inrichting (verandering) WM4.pdf Situatieschets
WM4.pdf
Bijlagen op papier U moet de volgende bijlagen op papier toesturen aan het bevoegd gezag. De waterbeheerder hoeft alleen de bijlagen met een * te ontvangen. •
Rapport bodemkwaliteit (in overleg met bevoegd gezag)
Gegevens bevoegd gezag Gemeente Bernheze Afdeling Milieu Postbus 19 5384 ZG Heesch Waterschap Aa en Maas Afdeling Planadvies & Vergunningen Postbus 5049 5201 GA ’S-HERTOGENBOSCH
Bestanden met milieuregels en toelichtingen Aan de hand van de door u ingevulde vragenboom van de AIM zijn pdf-bestanden gemaakt met daarin de milieuregels uit het Activiteitenbesluit en toelichtingen op deze milieuregels. Met de volgende link gaat u naar de downloadpagina (opent in een nieuw scherm), waar u deze bestanden kunt inzien of downloaden.
Correspondentienummer Wilt u alstublieft, als u schriftelijk of mondeling contact zoekt, onderstaand nummer als correspondentienummer gebruiken? Correspondentienummer: ksck5m17ks Datum en tijdstip melding: 12-09-2013 11:36
Correspondentienummer: ksck5m17ks
Pagina 2 van 2
Tabblad 3 een kennisgeving van de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen te Assen) waarin vermeld wordt hoeveel rechten voor de intensieve veehouderij zijn doorgehaald danwel hoeveel kilogram fosfaat uit de markt is genomen;
Op de slooplocatie waren bij Dienst Regelingen 18.806 pluimveerechten geregistreerd (zie tabblad 10). Dit komt overeen met 9.403 kg P2O5. Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om produktierechten te ruilen.
Berekening door te halen produktierechten: Gesloopte staloppervlakte i.v.:
2.000 m²
Door te halen kg P2O5:
2.000 m² x 3,5 kg P2O5 per m² = 7.000 kg P2O5
Doorgehaald: 06-09-2013:
946 ve x 7,4 kg P2O5 per ve = 7.000,4 kg P2O5
Toelichting: Na dit blad is de kennisgeving opgenomen waaruit de bovenstaande doorhaling blijkt. De resterende produktierechten zijn door de eigenaar verkocht. Opgemerkt wordt nog dat er een wijziging van de tenaamstelling van het bedrijf plaatsgevonden heeft. Voorheen was de naam “V.O.F. De Mol Van der Valk” Met ingang van 2013 is het bedrijf bij Dienst Regelingen geregistreerd onder de naam “G.M. de Mol”. Daarbij is door Dienst Regelingen een nieuw relatienummer toegekend waarop de doorhaling van de produktierechten heeft plaatsgevonden. (zie ook tabblad 10). Conclusie: Er wordt voldaan aan de vereiste milieuwinst Er zijn geen produktierechten meer aanwezig
Tabblad 4 een duidelijke aanduiding van de ligging van de slooplocatie. Als de slooplocatie is gelegen in een verwevingsgebied moet aan de hand van een toets aan de Handleiding duurzame (project) locaties worden aangetoond dat de locatie niet kan worden aangemerkt als een duurzame locatie voor de intensieve veehouderij.
Figuur: Topografische kaart met locatie Nistelrodensedijk 3(binnen rode kaders) De locatie is gelegen aan Nistelrodensedijk 3 in een verwevingsgebied. De gemeente Bernheze heeft bij brief van 3 juni 2013 verklaard dat er geen sprake is van een duurzame locatie. De brief met daarin de motivatie is op de volgende pagina ingevoegd.
Tabblad 5 een kopie van de sloopvergunning alsmede een bewijs van sloop van alle agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik waren voor de intensieve veehouderij, en de daarmee gemoeide gezamenlijke oppervlakte, inclusief een asbestinventarisatie en de eventuele stortingsbonnen voor het aangetroffen asbest. Als zodanig komt in aanmerking een nota van het sloopbedrijf dan wel een gemeentelijke verklaring waaruit de sloop van de bij de aanvraag betrokken agrarische bedrijfsgebouwen blijkt;
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
ASBESTINVENTARISATIE CONFORM SC 540 Opdrachtgever: Dhr. M. Verhagen Eigenaar: Dhr. G. de Mol Partij namens opdrachtgever: --
06021303LE Nistelrodensedijk 3 5472 LB Loosbroek
Dit rapport betreft kippenschuren en opslagruimten en is geschikt voor: [ x ] Type A: direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten etc. [ x ] volledige inventarisatie [ x ] voor sloop van het gehele bouwwerk [ x ] voor renovatie van het gehele bouwwerk [ x ] voor sloop/renovatie van een gespecificeerd deel van het bouwwerk [ ] aanvullend onderzoek op representatieve steekproef [ ] onvolledige inventarisatie [ ] representatieve steekproef [ ] uitsluiting van ruimte(n) onderzoek [ ] Type B: Type B niet-direct waarneembare asbest, asbesthoudende producten etc. [ ] Type G: voor het vaststellen van de gebruiksintegriteit van het gebouw, beheersplan [ ] Type C: voor het vaststellen van de omvang van de calamiteit of brand [ x ] risicobeoordeling t.b.v. sloop of verbouw (SMA-rt) [ ] risicobeoordeling in gebruiksfase (NEN 2991) [ ] onvoorzien aanwezig asbest
Inventarisatiebureau Bezoekadres Plaats Telefoon E-mail SCA-code
Buro Inventas Oijenseweg 36 5346 SV Oss 0412-638752
[email protected] 07-D070028.1
Datum veldonderzoek Uitvoering DIA SCA-code Laboratorium Datum interne autorisatie
08-02-2013 en onderzoek niet toegankelijke ruimte 21-02-2013 L.F.P.M. Lammerts 04E-100712-140079 Fibrecount 22-02-2013 L.F.P.M. Lammerts
1
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
INHOUDSOPGAVE
1.
Projectgegevens ……………………………………………………………………………… 1.1 1.2 1.3
2.
Projectgegevens …………………………………………………………………………………………………. Opdrachtgever ……………………………………………………………………………………………………. Buro Inventas ………………………………………………………………………………………………………
3 3 3
Samenvatting ………………..……………………………………………………………….. 2.1 2.2 2.3 2.4
3.
Samenvatting asbestbronnen …………………………………………………………………………….. Algemeen advies ………………………………………………………………………………………………… Beperkingen asbestinventarisatie algemeen ……………………………………………………… Plaatsen waar niet op asbest is geïnspecteerd ………………………………………….………..
4 5 5 5
Toelichting werkwijze ………………………………………………………………………. 3.1 3.2 3.3
4.
Historisch onderzoek ……………….…………………………………………………………………………. Visuele inspectie ………………………………………………………………………………………………… Monsterregistratie en –codering ……..………………………………………………………………....
6 6 6
Resultaten ……………………………………………………………………………………… 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Beschrijving en analyse van het gebouw/object ………………………………………………… Vastlegging van de opdracht ……………………………………………………………………………… Resultaat deskresearch ………………………………………………………………………….……………. Resultaat veldwerkzaamheden, aanbeveling en conclusie…………………….……………… Laboratoriumwerkzaamheden …………………………………………………………………………….
Bijlage A
Tekeningen
Bijlage B
Fotoreportage
Bijlage C
Evaluatieformulier
Bijlage D
Wetgeving
Bijlage E
Analyseresultaten
Bijlage F
SMA-rt risicoclassificatie
Bijlage G
Certificaat Buro Inventas
7 7 7 8 8
2
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
1.
PROJECTGEGEVENS
1.1 Projectgegevens Adres onderzoekslocatie Omschrijving
Nistelrodensedijk 3 5472 LB Loosbroek sloop kippenschuren
1.2 Opdrachtgever Opdrachtgever Contactpersoon Correspondentieadres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Faxnummer E-mailadres
De heer M. Verhagen De heer M. Verhagen Venhofstraat 9 5384 SZ Heesch 0413-229761
[email protected]
1.3 Buro Inventas Contactpersoon Bezoekadres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Faxnummer E-mailadres Website
Mw. L.F.P.M. Lammerts-Ensink Oijenseweg 36 5346 SV Oss 0412-638752 0412-649632
[email protected] www.buroinventas.nl
Buro Inventas is gecertificeerd door Eerland Certification voor het uitvoeren van asbestinventarisaties onder certificaatnummer 07-D070028. Door de opdrachtgever naderhand aangebrachte wijzigingen vallen buiten de verantwoordelijkheid van Buro Inventas tenzij deze wijzigingen door Buro Inventas zijn gevalideerd. Niets uit deze rapportage, behoudens voor opdrachtgever eigen intern gebruik, mag verveelvoudigd, of openbaar gemaakt worden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Buro Inventas. Op alle overeenkomsten en werkzaamheden zijn de leveringsvoorwaarden van toepassing conform DNR 2011.
3
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
2.
SAMENVATTING
2.1
Samenvatting asbestbronnen
In deze asbestinventarisatie zijn monsters genomen van asbestverdachte materialen op de onderzochte locatie door L. Lammerts, Deskundig Inventariseerder Asbest DIA registratie nr. 04E-100712-140079. De monsters zijn onderzocht door Fibrecount op aanwezigheid van asbest. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de asbesthoudende materialen vermeld. De aangegeven hoeveelheden zijn met zorg vastgesteld, echter kunnen de exacte hoeveelheden en/of afmetingen afwijken van deze benadering. Indien van toepassing is reeds rekening gehouden met eventuele dakhellingen en overlappingen. De vergunningverlener verplicht in de sloopvergunning tot de aanvullende inventarisatie type B bij het aantreffen van asbestverdachte materialen anders dan in dit rapport genoemd. bron
Locatie
Materiaal
Chrysotiel Amosiet Crocidoliet
Hoeveelheid
Hechtgebonden ja/nee
Monster nr.
Risico Klasse
B1
dak stal 2
golfplaat
chrysotiel 5-10%
± 704,50 m
2
ja
M1
2
B2
dak opslagruimte
golfplaat
chrysotiel 5-10%
± 232,50 m
2
ja
identiek aan M 1
2
B3
dak stal 3
golfplaat
chrysotiel 5-10%
± 929,50 m
2
ja
M2
2
B4
dak stal 4
golfplaat
chrysotiel 5-10%
± 878,50 m
2
ja
identiek aan M 2
2
B5
buitenschotten
vlakke plaat
chrysotiel 5-10%
5 stuks
ja
M3
1
B6
restanten/zwerf
golfplaat
chrysotiel 5-10%
± 250 kg.
ja
identiek aan M 1
1
Monstercodering M = materiaalmonster, analyse d.m.v. lichtmicroscopie S = stofmonster, analyse d.m.v. lichtmicroscopie V = visuele waarneming, er heeft geen monsteranalyse plaats gevonden H = Handboek Asbest Intechnium CV = n.v.t.
4
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
2.2
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Algemeen advies
Vanuit de opname ter plaatse zijn er asbesthoudende materialen aangetroffen. Deze dienen onder de thans geldende wetgeving gesaneerd te worden. Wij wijzen u op de verplichting de sanering te laten uitvoeren door een erkend gecertificeerd asbestsaneerder. Een erkend asbest verwijderingsbedrijf beschikt over een SC 530 certificaat. Indien onvoorzien asbest wordt aangetroffen, dient direct contact opgenomen te worden met Buro Inventas. Tevens verzoeken wij u het evaluatieformulier van dit rapport ingevuld aan Buro Inventas te retourneren. Buro Inventas is te bereiken op nummer 0412-638752 / 06-51550671 of via e-mail
[email protected] Indien bij de voorbereiding van het daadwerkelijk verwijderen van asbesthoudende materialen het inventarisatierapport ouder is dan 3 jaar, dan dient het inventarisatierapport getoetst te worden op de actualiteit. 2.3
Beperkingen asbestinventarisatie algemeen
Het asbestonderzoek is gebaseerd op een grote mate van kennis en ervaring van gebouwen, objecten en installaties. Desondanks kan niet volledig worden uitgesloten dat bij verbouwingswerkzaamheden of eventuele sloop van de visueel geïnspecteerde gebouwen, objecten of installaties asbesthoudende elementen worden aangetroffen die niet als zodanig zijn gedetecteerd. Dit hangt onder meer samen met het veelal ontbreken van adequate besteksgegevens, historische gegevens en/of niet visueel te detecteren elementen. Ons bedrijf verplicht zich tot de overeengekomen werkzaamheden met de nodige zorg en vakmanschap uit te voeren. Het te bereiken resultaat is niet uitsluitend afhankelijk van onze inspanning, maar ook van de factoren die buiten de invloedssfeer liggen. Ofschoon onze werkzaamheden naar beste inzicht, vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap worden uitgevoerd, kunnen wij geen garanties geven met betrekking tot de resultaten. Wij nemen derhalve door het aangaan van enige overeenkomst een inspanningsverplichting op zich, en in geen geval een resultaatsverplichting. Om te komen tot deze verplichting zal de opdrachtgever alle medewerking verlenen bij het beschikbaar stellen van historische gegevens en stukken. Projectspecifieke beperkingen en uitsluitingen. ■ Ruimtes die tijdens het onderzoek niet zijn onderzocht staan op tekening aangegeven met de code NT en derhalve niet geïnventariseerd. En zijn tevens bij de object/gebouw omschrijving omschreven. 2.4
Plaatsen waar niet op asbest is geïnspecteerd
Wanneer de inventarisatie plaats heeft gevonden in een in gebruik zijnd gebouw, zijn zo min mogelijk destructieve handelingen verricht. Dit geldt expliciet ook voor leidingisolatie, wat betekent dat alle leidingisolatie onder constructieve ontoegankelijkheid valt, met uitzondering van plaatsen waar beschadigingen tot de kern zichtbaar zijn of waar het materiaal is bemonsterd. In kloven, dubbele muren, schoorstenen en andere locaties die enkel toegankelijk zijn door destructief onderzoek en waar geen destructief onderzoek heeft plaatsgevonden heeft geen visuele inspectie plaatsgevonden. Specifieke beperkingen tijdens de uitgevoerde asbestinventarisatie op de projectlocatie Riolering Fundering Holle ruimten, verloren bekistingen en overige plaatsen welke niet via luiken toegankelijk zijn. De bodem onder en rondom de te onderzoeken locatie
5
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
3
TOELICHTING WERKWIJZE
3.1
Historisch onderzoek
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Het historisch onderzoek is opgebouwd uit twee onderdelen, namelijk een interview en het bestuderen van beschikbaar gestelde tekeningen en bestekken. Interview Een interview met de eigenaar/opdrachtgever. Bestuderen van tekeningen en bestekken Een studie van de beschikbaar gestelde tekeningen en bestekken. 3.2
Visuele inspectie
De methode van bemonstering is afhankelijk van het soort materiaal, de bereikbaarheid en de staat van het materiaal. De keuze van gereedschap is afhankelijk van het soort materiaal. Tijdens deze asbestinventarisatie is alle veiligheid in acht genomen, die volgens de wettelijke normen en richtlijnen, alsmede ons intern kwaliteitssysteem zijn opgelegd aan de medewerkers van Buro Inventas. Dit kwaliteitssysteem voldoet aan de SC 540. Na de bemonstering wordt het breuk/snijvlak ingekapseld ter voorkoming van emissie van asbestvezels. 3.3
Monsterregistratie en -codering
De aangetroffen verdachte materialen worden nauwkeurig geregistreerd en gecodeerd. Tevens wordt er een foto per verdachte locatie genomen. De volgende codering wordt aangehouden: M(1) materiaalmonster, analyse d.m.v. lichtmicroscopie S(1) Stofmonster, analyse d.m.v. lichtmicroscopie V(1) Visuele waarneming, er heeft geen monstername plaatsgevonden H Handboek Asbest Intechnium CV productgerelateerde installatie
6
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
4
RESULTATEN
4.1
Beschrijving en analyse van het gebouw/object
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Gebouw/Object: 3 kippenschuren en aanbouwen Reden inventarisatie: sloop Gebruiksdoeleinden: zakelijk In gebruik / bewoond: niet in gebruik Bouwjaar: ± 1994; stal 2 en opslagruimte ± 1980; stal 3 en 4 Verbouwingen: ± 1980 uitbreiding Type bouw: traditioneel Dakopbouw: hout/staalconstructie, zadeldak, dupanel Verdiepingen: 1 Vloerafwerking: beton Gevels: metselwerk Binnenwanden: metselwerk, kalkzandsteen Plafonds: n.v.t. Installaties: n.v.t. Riolering: zichtbaar pvc Ontluchting: natuurlijke ontluchting (pvc kokers) Gevaarlijke situaties: geen Besmettingen: restanten golfplaat Niet onderzochte ruimten: opslagruimte langs stal 4 is 21-02-2013 onderzocht 4.2
Vastlegging van de opdracht
Aan de Nistelrodensedijk 3 te Loosbroek staan kippenschuren met aanbouwen welke gesloopt gaan worden. De heer Verhagen wenst geïnformeerd te worden over de aanwezigheid van asbesthoudende materialen en hoe te saneren cq te conserveren. Het doel van het onderzoek is, middels visueel inspecteren, inzicht te verschaffen in de aanwezigheid, het risico en de omvang van asbesthoudende materialen. Tijdens het onderzoek zijn de kippenschuren niet in gebruik. De opdracht omvat het inventariseren van de kippenschuren met aanbouwen. De garage, werkruimte en woonhuis vallen buiten de opdracht en zijn derhalve niet geïnventariseerd. 4.3
Resultaat deskresearch
Resultaat interview Er heeft een interview met de heer Verhagen en de heer De Mol plaatsgevonden. Hieruit is naar voren gekomen dat de kippenschuren gesloopt gaan worden. De garage met achterliggende werkruimte blijven evenals de woning behouden. De opslagruimte en stal 2 zijn rond 1994 gebouwd. Stal 3 en 4 zijn rond 1980 gebouwd. Stal 3 is uitgebreid, van deze verbouwing zijn geen jaartallen beschikbaar. Ten behoeve van het verwijderen van de asbesthoudende toepassingen en de benodigde omgevingsvergunning is de asbestinventarisatie aangevraagd.
7
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Resultaat tekeningen en bestekkenstudie Er zijn tekeningen aanwezig. Deze zijn bestudeerd en opgenomen in deze rapportage. 4.4
Resultaat veldwerkzaamheden, aanbeveling en conclusie
Tijdens het onderzoek is de kippenschuren en aanbouwen systematisch onderzocht, tevens verwijzen wij u naar bijlage A tekeningen. Er zijn tijdens het onderzoek geen destructieve handelingen verricht. Het onderzoek geeft aan dat er asbest aanwezig is. Stal 2 Het dak van stal 2 is bedekt met asbesthoudende golfplaat (B 1). Aan de binnenzijde is het dak bewerkt met dupanel. Er is een hondenhok en gasopslag tegen de stal aangebouwd, eveneens bedekt met golfplaat. Opslagruimte tegen stal 2 De opslagruimte welke grenst aan stal 2 is bedekt met asbesthoudende golfplaat (B 2) er is geen dakisolatie gebruikt. Stal 3 Het dak van stal 3 is bedekt met asbesthoudende golfplaat (B 3) en aan de binnenzijde afgewerkt met dupanel. Stal 4 Het dak van stal 4 is bedekt met asbesthoudende golfplaat (B 4) en aan de binnenzijde afgewerkt met dupanel. Rondom de stallen Aan de achterzijde tussen stal 2 en 3 en langs stal 3 zijn 5 asbesthoudende buitenschotten (B 5) aangetroffen. Langs stal 4 zijn restanten asbesthoudende golfplaat (B 6) geconstateerd. Opslagruimte tegen stal 4 Ten tijde van het onderzoek d.d. 08-02-2013 was deze ruimte niet toegankelijk. Op 21-02-2013 is deze ruimte alsnog onderzocht. Er zijn geen asbesthoudende toepassingen aangetroffen in deze opslagruimte.
4.5
Laboratoriumwerkzaamheden
De materiaalmonsters zijn voor analyse aangeboden aan Fibrecount. Fibrecount is een door RvA geaccrediteerd laboratorium. Uit het resultaat van het onderzoek alsmede de analyse is een SMA-rt risicoclassificatie gegenereerd.
8
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE A
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
TEKENINGEN EN OVERZICHTEN
A
B5 M3
B2 Garage niet geïnspecteerd
opslagruimte B3
B1
B6 B4
Stal 2
Woning niet geïnspecteerd
M1 M2
LEGENDA Asbesthoudende golfplaat dak
Opdrachtgever:
Projectnummer
Dhr. M. Verhagen
06021303LE
Asbesthoudende vlakke plaat buitenschotten Restanten golfplaat Pannendak Niet geïnspecteerde ruimten (vallen buiten de opdracht) M . Locatie monstername
Project: Nistelrodensedijk 3 Loosbroek Asbestinventarisatie conform SC 540 Gerealiseerd L.L.
d.d. 18-02-2013
Deze plattegrond is bewerkt en bij benadering ingetekend, derhalve kunnen er geen rechten aan verleend worden.
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE B
FOTOREPORTAGE
B1
foto 1
foto 2 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
binnenzijde stal 2
stal 2
foto 2
detail monstername
M 1 golfplaat Fotonummer 1-2-3 stal 2 dak Bronnummer B1 chrysotiel Percentage % 5-10% 2 ± 704,50 m geschroefd hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 2 conform SMA-rt B1-B2-B3-B4 De golfplaat verkeert in een redelijke staat Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
B2
foto 4
opslagruimte langs stal 2
B2
foto 5 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
binnenzijde opslagruimte
identiek aan M1 golfplaat Fotonummer 4-5 opslagruimte langs stal 2 dak Bronnummer B2 chrysotiel Percentage % 5-10% 2 ± 232,50 m geschroefd hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 2 conform SMA-rt B1-B2-B3-B4 De golfplaat verkeert in een redelijke staat. Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
B3
foto 6
foto 7 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
binnenzijde stal 3
stal 3
foto 8
detail monstername
M 2 golfplaat Fotonummer 6-7-8 stal 3 dak Bronnummer B3 chrysotiel Percentage % 5-10% 2 ± 929,50 m geschroefd hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 2 conform SMA-rt B1-B2-B3-B4 De golfplaat verkeert in een redelijke staat Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
B4
foto 9
foto 10 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
stal 4
binnenzijde stal 4
identiek aan M 2 golfplaat Fotonummer 9-10 stal 4 dak Bronnummer B4 chrysotiel Percentage % 5-10% 2 ± 878,50 m geschroefd hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 2 conform SMA-rt B1-B2-B3-B4 De golfplaat verkeert in een staat. Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
B5
foto 11
buitenschotten
B5
foto 12 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
binnenzijde stal 3
foto13
detail monstername
M 3 vlakke plaat Fotonummer 11-12-13 achter stal 2-3 en langs stal 4 buiten Bronnummer B3 chrysotiel Percentage % 5-10% 5 stuks geklemd in frame hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 1 conform SMA-rt B5 De buitenschotten in zijn geheel verpakken en als asbesthoudend afvoeren. Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
B6
foto 14 Monster Locatie Verdieping Analyse Hoeveelheid Bevestigingsmethode Binding Bereikbaarheid Verwijderingmethode Risicoklasse Conclusie en aanbeveling
restanten golfplaat
identiek aan M 1 golfplaat Fotonummer 14 langs stal 4 begane grond Bronnummer B6 chrysotiel Percentage % 10-15% ± 250 kg. los hechtgebonden goed saneren met de best bestaande technieken klasse 1 conform SMA-rt B6 Saneren na verlenen van de omgevingsvergunning en voor aanvang sloop.
B
BURO INVENTAS
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE C
EVALUATIEFORMULIER
Asbestinventarisatie type A Naam inventarisatiebedrijf SCA-code Rapport nummer Vrijgave datum
Buro Inventas 07-D070028.1 06021303LE 22-02-2013
Asbestinventarisatie type B Naam inventarisatiebedrijf SCA- code Rapport nummer Vrijgavedatum
Asbestinventarisatie van onvoorzien asbest Naam inventarisatiebedrijf SCA- code Rapport nummer Vrijgave datum
Omschrijving onvoorzien asbest Omschrijving Plaats
hoeveelheid
Asbestverwijderingsbedrijf Naam SCA- code Naam handtekening
Verzonden naar Door ( naam) Datum Paraaf
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Verzendlijst: 1 = AIB type A; 2 = AIB type B; 3 = AIB onvoorzien; 4 = gemeente; 5= eigenaar; 6= opdrachtgever
C
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE D
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
WETGEVING
VERPLICHTINGEN OPDRACHTGEVER 1.
Algemeen
De opdrachtgever heeft een wettelijke informatieplicht daar waar het gaat over de aanwezigheid van asbest in zijn bouwwerk/object, dat hij in eigendom/beheer heeft. Deze plicht heeft hij naar de gebruiker van het bouwwerk/object en zij die het bouwwerk/object respectievelijk onderhouden, renoveren, slopen of werkzaamheden erin uitvoeren. Asbestverwijdering is onderhevig aan een gemeentelijke vergunning. Aan de vergunning ligt een asbestinventarisatierapport ten grondslag. Wie kan een vergunning aanvragen en wordt daarmee de houder van de vergunning? 1. De eigenaar van een bouwwerk; 2. Namens de eigenaar van het bouwwerk: adviesbureau; 3. Gebruiker van een bouwwerk. Toelichting: 1. De houder van de vergunning blijft voor de gemeente verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de rapportage alsmede de sanering. Is het niet volledig en dus niet geschikt voor afgifte omgevingsvergunning, dan spreekt de gemeente de aanvrager van de vergunning aan. Deze spreekt vervolgens het onderzoeksbureau aan. Dit geldt eveneens voor de asbestverwijdering. 2. Als gewerkt wordt in strijd met de voorschriften, spreekt de gemeente de houder van de vergunning in eerste instantie aan, in tweede instantie de asbestverwijderaar.
De onder de punten 1 t/m 3 genoemde personen kunnen opdrachtgever zijn voor zowel de asbestinventarisatie, de asbestverwijdering, als de eindbeoordeling. Hij hoeft niet perse opdrachtgever te zijn voor de eindbeoordeling. Dit kan hij overlaten aan het verwijderingbedrijf, hetgeen ook logisch is. De opdrachtgever is degene die: 1. De opdracht tot inventarisatie verleent aan een bedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestinventarisatie; 2. De omgevingsvergunning bij de Gemeente aanvraagt, implicerende de melding voor het voornemen tot slopen/verwijderen; 3. De opdracht tot de eindbeoordeling van de uitgevoerde asbestverwijdering verleent aan een laboratorium c.q. inspectie-instelling dat/die daarvoor is geaccrediteerd; 4. De opdracht tot de asbestverwijdering verleent aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbest verwijderen; 5. De Gemeente minimaal één week vóór uitvoering op de hoogte stelt van de juiste uitvoeringsdata en -tijdstippen; 6. De stortbon en het vrijgavebewijs van het asbestverwijderingsbedrijf ontvangt; 7. De Gemeente uiterlijk binnen twee weken na uitvoering een afschrift stuurt van de resultaten van de eindbeoordeling; 8. De facturen voor de verleende diensten (1 t/m 4) ontvangt en betaalt. De opdrachtgever kan de zaken genoemd onder 1, 2, 3, 5 en 7 delegeren aan bijvoorbeeld het asbestverwijderingsbedrijf, doch blijft verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk. 2.
Asbestverwijderingsbesluit 2005
De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren (inventarisatierapport en omgevingsvergunning) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijke verplichte certificatie, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.54a, 4.54d, 4.55a van het Arbobesluit en Asbestverwijderingsbesluit 2005. 3.
Asbestinventarisatierapport
Ontleend aan Asbestverwijderingsbesluit 2005, Stb 704 d.d. 16-12-2005 en Stb 87 d.d. 20-02-2006 Paragraaf 2 – Asbestinventarisatie Art. 3-1-b: Lid b: degene die geheel of gedeeltelijk doet (laat) afbreken of uit elkaar nemen (= dus de opdrachtgever) …………. beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 3-2-b: Ook hier wordt weer gesproken over degene die asbest doet (laat) verwijderen (= dus de opdrachtgever) …………. Beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art 5 Degene die de handelingen van par. 3 doet/laat verrichten (= dus de opdrachtgever), verstrekt vóórdat de handeling wordt verricht, een afschrift van het inventarisatierapport aan degene die de handeling verricht (= dus het asbestverwijderingsbedrijf). Conclusie: Art. 3 en 5 zijn heel duidelijk: De opdrachtgever beschikt over een inventarisatierapport en geeft een afschrift van dat rapport aan degene die het asbest verwijdert. Hoe de opdrachtgever aan dat rapport komt, staat niet vermeld. Hij moet er gewoon over beschikken, dus het zelf regelen. Zie ook art. 4.54a-1 t/m 5 en 4.54d-5 (toevoeging Arbo-besluit).
D
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
Aanvulling Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4.54a. asbestinventarisatie 1. Voordat een handeling als bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of d, wordt aangevangen, wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten volledig geïnventariseerd en worden de resultaten hiervan opgenomen in een inventarisatierapport. 2. Het eerste lid is van toepassing indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan asbest of asbesthoudende producten dan wel crocidoliet of crocidoliethoudende producten. 3. De inventarisatie en het inventarisatierapport, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestinventarisatie dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4. Een afschrift van het inventarisatierapport wordt verstrekt aan het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, onderdeel a, b of d, verricht. 5. Het certificaat of een afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Artikel 4.54d. Asbestverwijdering 1. De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, onderdeel b t/m i, worden verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan als bedoeld in artikel 4.55 door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat voor asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 2. Bij een bedrijf als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval een persoon als bedoeld in het derde lid werkzaam. 3. De handelingen, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 4. Voor zover de handelingen, bedoeld in het eerste lid, mede worden verricht door een andere persoon dan de persoon, bedoeld in het derde lid, is deze andere persoon in het bezit van een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest en crocidoliet, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 5. Voordat wordt aangevangen met de handelingen, bedoeld in het eerste lid, is het bedrijf, bedoeld in het eerste lid, in het bezit vaan een afschrift van een inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid. 6. De certificaten, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, of afschriften daarvan en een afschrift van het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Par. 4 – Bouwwerken Art. 10: Het is verboden om een bouwwerk te slopen zonder of in afwijking van de vergunning van B&W. bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moet een inventarisatierapport worden overlegd (Art. 10j). De houder van de omgevingsvergunning moet een afschrift van die vergunning ter hand stellen aan het bedrijf dat de sloop uitvoert. Bepaling van de indeling in een risicoklasse t.b.v. asbestverwijdering Risicoklasse beschrijving van de belangrijkste kenmerken Lit. 1 1
Blootstellingsniveau < 0,01 vezels/cm3 (<10.000 vezels/m3) Licht regime, vergelijkbaar met de oude “vrijstellingsregelingen” Art. 4.44
2
Blootstellingsniveau 0,01 tot 1 vezels/cm3 (10.000 tot 1.000.000 vezels/m3) Standaardregime conform de SC-530 Asbestverwijderingsbedrijf benodigd. Art. 4.48
3
Blootstellingsniveau > 1 vezels/cm3 (> 1.000.000 vezels/m3) Verzwaard regime conform de SC-530, uitsluitend voor verwijdering van “risicovolle” niet hechtgebonden materialen zoals spuitasbest, leiding- en ketelisolatie, brandwerende board en asbestkarton. Art. 4.53 A
D
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE E
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
ANALYSERESULTATEN
E
Materiaalidentificatie Rapportnummer: MO-JBZ-0003819
ORIGINEEL Rapport samenstelling Datum rapportage: Aantal pagina’s: Aantal bijlagen: Gegevens opdrachtgever Opdrachtgever: Adres:
a 014
8-2-2013 3 0
Contactpersoon: Referentie klant: Dossiernummer Search Laboratorium B.V.: Projectnummer Search Laboratorium B.V.: Projectnummer directievoerder: Onderzoeksgegevens Datum identificatie: Afgiftedatum conceptrapport op locatie: Adres: Aankomsttijd op locatie: Vertrektijd op locatie: Wachturen: Uitvoerend medewerker: Type onderzoek: Doel onderzoek: Bijzonderheden:
Identificatie(s) onderdeel van eindcontrole na asbestverwijdering: Monster(s) genomen door:
Aantal monsters:
Buro Inventas Oijenseweg 36 5346 SV OSS Mevrouw L.F.P.M. Lammerts-Ensink
b
11303307
d e
08-02-2013 Meerstraat 7 te Heeswijk 00:00 uur 00:00 uur 0 uur Jay van Bezooijen Jay van Bezooijen Uitvoerend analist: Materiaalidentificatie middels optische microscopie conform NEN 5896 Materiaalidentificatie middels Scanning Electronen Microscopie/EDX (conform ISO 14966) Kwalitatieve bepaling van het soort asbest en semi-kwantitatieve bepaling van de concentratie asbest in asbestverdacht materiaal. 06021303LE Nistelrodendijk 3 Loosbroek nee ja, rapport(en): Search Laboratorium B.V. Search Ingenieursbureau B.V. Aangeleverd door opdrachtgever, datum: 08-02-2013 Indien de monsters niet door Search Laboratorium B.V. zijn genomen, draagt Search Laboratorium B.V. geen verantwoordelijkheid inzake herkomst en representativiteit, alsmede veiligheid tijdens monsternemening. 3
Resultaten Monster nummer 1 2 3
Omschrijving materiaal
Herkomst
Golfplaat Golfplaat Plaat
M1 golfplaat +/- 1995 M2 Golfplaat +/- 1980 M3 vlakke plaat
Rapportnummer: MO-JBZ-0003819
eme
Analyseresultaat (w/w%) 5 - 10% CHR 5 - 10% CHR 5 - 10% CHR
Hechtgebonden (ja/nee) Ja Ja Ja
Pagina 1 van 2
Aanvullende informatie aangaande dit rapport is beschikbaar voor de eindgebruiker. Deze informatie kan uitsluitend via de opdrachtgever van Search Laboratorium B.V. worden opgevraagd. Dit rapport mag op geen enkele wijze, behalve in zijn geheel, gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van Search Laboratorium B.V. De ondertekening van deze versie van het rapport wordt automatisch gegenereerd. Getekend te: Datum:
Heeswijk vrijdag 8 februari 2013
Search Laboratorium B.V.
Ir. Eric J.H.B. Markes Hoofd Laboratorium
Rapportnummer: MO-JBZ-0003819
eme
Pagina 2 van 2
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE F
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
SMA-RT RISICOCLASSIFICATIE
F
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 19 februari 2013 om 15h32 (54385305) Buro Inventas SCA-code: 07-D070028 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [07-D07002806021303LE]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
06021303LE Nistelrodensedijk 3 Loosbroek golplaat B1-B2-B3-B4 golfplaat dak opslagruimte, stal 2, stal 3 en stal 4
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement golfplaat Hechtgebonden chrysotiel 5-10% MO-JBZ-0003819 Dakbeplating overig (als geheel verwijderen niet mogelijk is)
Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
2 SC -530, risicoklasse 2 2 NEN 2990
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren Voorafgaand aan de werkzaamheden dient de lokatie te worden afgebakend, afgeschermd en gemarkeerd. Persoonlijke bescherming Afhankelijke adembescherming Tijdens de werkzaamheden dient een volgelaatsmasker P3 met aangeblazen lucht te worden gedragen. Beschrijving werkmethode algemeen: De asbestverwijderingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de op het formulier aangegeven specificaties en omstandigheden. Te allen tijde dient vezelemissie zoveel mogelijk te worden beperkt. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient een compleet werkplan te worden opgesteld conform de SC -530 Bijlage G (Werkplan). De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Beschrijving werkmethode specifiek: Voorafgaand aan het slopen dienen de platen aan beide zijden (indien mogelijk) goed nat te worden gespoten. Demonteer op zodanige wijze dat breken wordt voorkomen: geniette/gespijkerde/geschroefde beplating: verwijder spijkers, nietjes of draai de schroeven los gelijmde/gekitte beplating: steek en tik de lijmlaag cq kitlaag los beplating met gekitte glaslatten: snijd de kitranden door en verwijder de glaslatten rondom geklemde en/of niet vrij toegankelijke beplating: hak de beplating vrij met behulp van handgereedschappen en/of pneumatische gereedschappen Voer het plaatmateriaal zonder breken af als asbesthoudend afval Beschrijving eindcontrole: Er dient een eindcontrole door een door RvA geaccrediteerde (ISO 17020) inspectie-instelling te worden uitgevoerd volgens NEN 2990, onderdeel visuele inspectie.
(54385305)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 19 februari 2013 om 15h36 (32631453) Buro Inventas SCA-code: 07-D070028 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [07-D07002806021303LE]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
06021303LE Nistelrodensedijk 3 Loosbroek vlakke plaat B5 vlakke plaat in buitenschotten
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestcement vlakke plaat Hechtgebonden chrysotiel 5-10% MO-JBZ-0003819 Overige vlakke plaat los materiaal of object/constructie/installatie als geheel verwijderen
Omstandigheden Bevestiging Asbest afgeschermd of object/constructie/installatie als geheel te verwijderen Het betreft een gecontroleerde verwijdering zonder breuk of incidentele breuk. De toepassing (materiaal, object, constructie, installatie) wordt als geheel verwijderd waarbij geen bewerkingen aan het asbesthoudende materiaal nodig zijn. Materiaaloppervlak m2 (per toepassing) 2 Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming Halfgelaatsmasker
· ·
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk "Visuele Inspectie..".
(32631453)
SMA-rt 2009-APR Risicoclassificatie Aangemaakt op 19 februari 2013 om 15h46 (87019528) Buro Inventas SCA-code: 07-D070028 Deze risicoclassificatie maakt onverbrekelijk onderdeel uit van het asbestinventarisatierapport [07-D07002806021303LE]; het inventarisatiebureau verklaart dat de invoer geheel overeenkomt met de werkelijke bronsituatie. Identificatie Projectcode Beschrijving Bronnaam Broncode Bronbeschrijving
06021303LE Nistelrodensedijk 3 Loosbroek restanten golfplaat B6 restanten golfplaat langs stal 4
Productspecificatie Situatie Binnen / buiten Materiaal Product Hechtgebondenheid Soorten en % asbest Analysecertificaatnr. Productspecificatie Activiteit
A Gebouw/object sanering professioneel Buiten Asbestbesmettingen restanten cement, tegel, bitumen, pakking Hechtgebonden chrysotiel 5-10% MO-JBZ-0003819 Alleen hechtgebonden restanten (stukjes en brokjes) handpicking restanten
Omstandigheden Het betreft een sanering van uitsluitend hechtgebonden stukjes en brokjes in een buitensituatie. Risicoklassen Risicoklasse handeling Protocol handeling Risicoklasse eindcontrole Protocol eindcontrole
1 SC -530, risicoklasse 1 1 NEN 2990 module visuele inspectie
Werkplanelementen Afscherming werkgebied Afbakenen / markeren De plaatsen waar asbest wordt verwijderd of onderhoud wordt gepleegd dienen duidelijk te zijn afgebakend en gemarkeerd. De afbakening dient met waarschuwingsborden en afzettingslinten te geschieden. Persoonlijke bescherming Halfgelaatsmasker
· ·
Tijdens de werkzaamheden dient beschermende kleding te worden gedragen geschikt voor het werken met asbest; deze kan bestaan uit een afspoelbare (vinyl) overall en afwasbaar schoeisel cq veiligheidslaarsen of uit wegwerpoverschoenen en -overall. Tijdens de werkzaamheden dient bij voorkeur een halfgelaatsmasker P3 of P3 disposable masker te worden gedragen.
Beschrijving werkmethode algemeen: Het verwijderen van asbest gebeurt via demontage. Aan de verwijderingsbron wordt een effectieve stofafzuiging toegepast. Het te verwijderen materiaal wordt geïmpregneerd of bevochtigd; indien hiermee een gevaarlijk situatie ontstaat, kan van deze maatregel worden afgezien. Het materiaal kan ook vooraf (deels) worden ingepakt in plastic. Het asbest dient zodanig te worden verwijderd dat geen restdelen in het werkgebied kunnen achterblijven. Indien de vloer bestaat uit ruwe of moeilijk reinigbare oppervlakken dek de vloer met plastic folie af. Verzamel het asbesthoudende afval zo spoedig mogelijk na verwijdering en verpak het in daarvoor geschikte en luchtdicht afgesloten verpakking voorzien van een asbestgevarensticker en voer het afval af. Reinig het gebruikte gereedschap na afloop grondig of verpak het luchtdicht in een stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker. C ontroleer de directe omgeving op aanwezigheid van restanten; indien nodig wordt nogmaals gestofzuigd met een stofzuiger voorzien van HEPA filter (NEN-EN 1822). Beschrijving eindcontrole: Er dient een visuele inspectie te worden uitgevoerd van het gehele werkgebied en conform NEN2990 hoofdstuk "Visuele Inspectie..".
(87019528)
BURO INVENTAS Asbest Inventarisatie & begeleiding
BIJLAGE G
Rapportage Asbestinventarisatie versie 1 Projectnummer 06021303LE Opdrachtgever De heer M. Verhagen
CERTIFICAAT BURO INVENTAS
G
Tabblad 6 indien voor het bedrijf waar de bedrijfsopstallen worden gesloopt, een aanvraag is ingediend bij de Dienst Regelingen (voorheen dienst landelijke service, LASER) voor sloopsubsidie in het kader van de Rbv, moet een verklaring worden afgegeven dat wordt afgezien van uitbetaling van de sloopsubsidie.
Tabblad 7 indien de initiatiefnemer gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot bijkopen dan wel op andere wijze van verwerven van fosfaatrechten, een (koop)overeenkomst waarin vermeld wordt wie de vervreemder is van de fosfaatrechten, en hoeveel kilo’s fosfaat het aankopen dan wel op de andere wijze van verwerven betreft.
Er zijn geen produktierechten bijgekocht. Op de locatie waren 18.806 pluimveerechten geregistreerd hetgeen overeenkomt met 9.403 kg P2O5. Aangezien er ten behoeve van de beleidsregel 7.000 kg P2O5 moet worden doorgehaald hoeven er per saldo geen rechten bijgekocht te worden. Wél is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om produktierechten te ruilen.
Tabblad 8 overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de beleidsregel moet er op de slooplocatie een passende herbestemming zijn gelegd. In het geval van beëindiging van alleen de intensieve veehouderij op de slooplocatie, een aanpassing van de oude bestemming, waarbij het bouwblok wordt afgestemd op de omvang van de overblijvende agrarische activiteiten en, voor zover nodig, met aanpassing van de bestemming in die zin dat intensieve veehouderij wordt uitgesloten. Op de volgende bladzijden is een brief van de gemeente Bernheze opgenomen waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de beleidsregel op dit onderdeel. De bestemming wordt in het komende veegplan gewijzigd.
Tabblad 9 een verklaring van de aanvrager dat geen gebruik is gemaakt van een gemeentelijke regeling als bedoeld in artikel 9 sub b.
Tabblad 10 Indien de aanvraag geen betrekking heeft op intensieve veehouderijen die deelnemen of deelgenomen hebben aan de Rbv een overzicht vanaf 1999 van de bij de Dienst Regelingen (voorheen het Bureau Heffingen) aangemelde rechten voor de intensieve veehouderij. Na dit tabblad zijn de betreffende overzichten opgenomen. Opgemerkt wordt nog dat er in 2013 een wijziging van de tenaamstelling van het bedrijf plaatsgevonden heeft. Voorheen was het bedrijf bij Dienst Regelingen geregistreerd onder nummer 201200244 onder de naam “V.O.F. De Mol Van der Valk”. Met ingang van 2013 is het bedrijf bij Dienst Regelingen geregistreerd onder nummer 110111762 onder de naam “G.M. de Mol”. Op het laatstgenoemde nummer heeft de doorhaling van de produktierechten heeft plaatsgevonden.
BIJLAGE: taxatierapport sloopoppervlakte
Bijlage 2 Topografische kaart
Figuur: topografische ligging Nistelrodensedijk 3 (pijl)
Everhage BV
8
Bijlage 3 Fotoblad bedrijfsgebouwen
Foto: bedrijfswoning met vooraanzicht stal 2
Foto: vooraanzicht stal 3 met berging
Everhage BV
9
Foto: stal 3 en 4
Everhage BV
10
BIJLAGE 10 AANVULLENDE VOORWAARDEN REALISATIE ‘RUIMTE VOOR RUIMTE’ WONING AAN HEUL, D.D. 19-10-2012
BIJLAGE 11 TOETSINGSFORMULIER RUIMTE VOOR RUIMTE, PROVINCIE NOORD-BRABANT, 31 JULI 2014
TOETSINGSFORMULIER RUIMTE VOOR RUIMTE
AANVRAAGNUMMER RO BEHANDELEND RO AMBTENAAR NAAM AANVRAGER NAAM BELANGHEBBENDE
VOORTOETS
AANTAL KAVELS RvR LOCATIE
1 De Heul tussen 26 en 30 Hoeven (Halderberge)
VERVREEMDER STALRUIMTE 1
G. de Mol Nistelrodensedijk 3 5472 LB Loosbroek (Bernheze) 743 m2 (van totaal 2.000 m2) Toegewezen: 257 m2 Maarheezerweg ong Budel (Cranendonck) 1000m2 Vosbergstraat Bernheze Geen restant m2 110111762 JA
AANTAL M2
RELATIENUMMER COPIE SLOOPMELDING VERKLARING GEMEENTE SLOOP ASBESTINVENTARISATIE VERKLARING VERWIJDERING ASBEST STORTBONNEN ASBEST CONTROLE SLOOP PROVINCIE HERBESTEMMING SLOOPLOCATIE WIJZIGING BESTEMMING VERKLARING AFZIEN SLOOPSUBSIDIE CONTROLE RBV-LIJST
Gemeente Halderberge M.J.J. Foesenek Kenbelstraatje 15 4711 CC Sint Willebrord
JA JA JA JA JA JA middels veegplan gemeente JA JA
VERVREEMDER FOSFAATRECHTEN IN PRODUKTIE 10-9-99 AANTAL KG DOORHALING NIET GRGEB
IDEM JA 2.600 kg (van totaal 7.000 kg) Toegewezen: 900 kg Maarheezerweg ong Budel (Cranendonck) 3.500 kg Vosbergstraat Bernheze Geen restant kg
INTREKKING MILIEUVERGUNNING
JA
VERVREEMDER STALRUIMTE 2
F.L.M.M. Leenders Heidedreef 6 5738 RM Mariahout (Laarbeek) 257 m2 (van totaal 1.084 m2)
AANTAL M2
RELATIENUMMER COPIE SLOOPMELDING VERKLARING GEMEENTE SLOOP ASBESTINVENTARISATIE VERKLARING VERWIJDERING ASBEST STORTBONNEN ASBEST CONTROLE SLOOP PROVINCIE HERBESTEMMING SLOOPLOCATIE WIJZIGING BESTEMMING VERKLARING AFZIEN SLOOPSUBSIDIE CONTROLE RBV-LIJST
Restant 827 m2 202203365 JA JA JA JA JA JA JA JA
VERVREEMDER FOSFAATRECHTEN IN PRODUKTIE 10-9-99 AANTAL KG DOORHALING NIET GRGEB
IDEM JA 900 kg (van totaal 3.781 kg) Restant 2.881 kg
INTREKKING MILIEUVERGUNNING
JA
GEDEELTELIJK ACCOORD D.D. 31 juli 2014 OPMERKING: Locaties voldoen aan de beleidsregels Ruimte voor Ruimte Vervreemder 2 Leenders H.F.J. heeft via RBV 2 sloopsubsidie ontvangen voor locatie Heidedreef 4
BIJLAGE 12 ZIENSWIJZENNOTA
Zienswijzennota Samenvatting en beantwoording
Bestemmingsplan ‘Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven’.
Ter inzage termijn ontwerp bestemmingsplan Vanaf donderdag 3 april 2014 gedurende zes weken, tot en met 14 mei 2014 na bekendmaking in de Halderbergse Bode en de Staatscourant van woensdag 2 april 2014.
Ingediende zienswijzen 1. Provincie Noord-Brabant, A.J.J.M. Danen, d.d. 15 april 2014. 2. De heer M.C.W.M. Koevoets, De Heul 26 te Hoeven, d.d. 15 mei 2014.
Locatie ruimte voor ruimte woning De Heul
1. Provincie Noord-Brabant, A.J.J.M. Danen, d.d. 15 april 2014. De heer Danen heeft namens de provincie Noord-Brabant een zienswijze ontvangen. Gezien de termijn tot en met 14 mei 2014 voor het indienen van zienswijzen, is deze zienswijze tijdig ingediend en daarmee ontvankelijk.
De zienswijze wordt als volgt samengevat: Ten aanzien van wonen in gemengd landelijk gebied geldt op dat er geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd in het buitengebied. In een aantal in de Vr omschreven situaties wordt een uitzondering gemaakt op dit principe waaronder de mogelijkheid om (onder voorwaarden) een woning te realiseren op een ruimte-voor-ruimtekavel gelegen in een bebouwingsconcentratie. Een overeenkomst is weliswaar gesloten ten aanzien van de ruimte-voor-ruimtekavel, maar in het onderhavige geval heeft geen overdracht van de bouwtitel plaatsgevonden en ontbreken de sloopdossiers.
In het bestemmingsplan is de overeenkomst ‘Ter saldering in het kader van de regeling ruimte voor ruimte’ toegevoegd in bijlage 4. In deze overeenkomst is opgenomen dat Everhage B.V. (Dhr. Evers) handelt tussen de koper (Dhr. Foesenek) en veehouders voor de te slopen bedrijfsgebouwen in het kader van de toepassing van de regeling ruimte voor ruimte. Samengevat komt het erop neer dat Everhage B.V. de benodigde bouwtitel aan de heer Foesenek zal leveren. Deze overeenkomst geeft een mate van zekerheid aan de gemeente ten behoeve van de aanschaf van de bouwtitel en neemt een deel risico voor de initiatiefnemer weg voor de kosten van de benodigde bouwtitel. De heer J. Callemeijn van de provincie Noord-Brabant heeft de aangeleverde sloopdossiers van de heer Evers reeds goedgekeurd. De overdracht heeft eind juli 2014 plaatsgevonden. De bezwaren tegen het plan zijn hiermee beantwoord en verwerkt. De bewijsstukken van de goedkeuring voor de sloopdossiers worden onderdeel van de toelichting op het bestemmingplan. Het bestemmingsplan is inhoudelijk niet gewijzigd en de zienswijze leidt niet tot aanpassing.
2. De heer M.C.W.M. Koevoets, De Heul 26 te Hoeven, d.d. 15 mei 2014. De heer Koevoets heeft zijn zienswijze persoonlijk afgegeven op 15 mei 2014. De termijn voor het indienen liep echter tot en met 14 mei 2014. De zienswijze lijkt derhalve niet ontvankelijk te zijn. Echter ter plaatse van de Servicebalie, waar het ontwerpbestemmingsplan, analoog ter inzage is gelegd, is een informatief voorblad aan de stukken gehecht waarop te lezen valt dat de termijn liep tot en met 15 mei 2014. Dit in tegenstelling tot de formele publicaties in De Halderbergse Bode en in de Staatscourant waarin over ‘tot 15 mei’ werd gesproken. Verwarring is aldus ontstaan. Er is sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding, waardoor de zienswijze alsnog ontvankelijk kan worden verklaard, zeker gelet op de klantvriendelijkheid en dienstverlening aan de burger.
De zienswijze is als volgt samen te vatten: De heer Koevoets is niet tegen de bouw van een woning maar heeft wel problemen met het gesitueerde bouwblok. Bij de start van de bouw van de woning in 2003 lagen er geen plannen voor een woonbestemming op de naast gelegen weiland. Momenteel ligt een ontwerp ter inzage waarin een bouwblok wordt bepaald op 11 meter vanaf zijn erfscheidingsgrens, terwijl er een strook ligt dat zich uitstrekt over een lengte van ongeveer 100 meter of meer. Het verzoek is om het bouwblok verder op te leggen en het liefst in en midden van de afstand tussen de woning nummer 26 en de Hermansstraat. Het bouwblok is parallel bepaald op een zelfde (rooi)lijn, zodat deze volledig de gehele zijgevel bedekt. Ook hier is nog de mogelijkheid gezien de situatie om het bouwblok dieper in het perceel te leggen zodat er geen naastgelegen inkijk mogelijk is. De heer Foesenek heeft een bedrijf met activiteiten als houtbewerking/timmerwerken en het is aannemelijk dat er een vervolg verzoek tot het bouwen van een bedrijfsruimte zal gaan plaats vinden.
In de zienswijze geeft de heer Koevoets aan dat het een pro-forma zienswijze betreft. Per brief d.d. 26 mei is door de gemeente al aangegeven dat de zienswijze niet een pro-forma stuk is gezien de heer Koevoets niet alleen inhoudelijke gronden aangeeft maar deze zelfs al motiveert. Een aanvulling is niet mogelijk noch nodig. De heer Koevoets geeft aan dat er geen plannen bekend waren over een woonbestemming op het naastgelegen weiland. Echter is in de gebiedsvisie het hele perceel welke grenst aan De Heul en de Hermansstraat aangeven als zoeklocatie voor ruimte voor ruimte. De mogelijkheid voor een woning op dit perceel is dan ook al geruime tijd bekend. Als grootste bezwaar wordt de positionering van het bouwvlak aangeven. Deze locatie is juist in samenspraak met onder andere de provincie tot stand gekomen. Als de woning dichter naar de Hermansstraat gelegen is, spreekt men niet langer van een bebouwingsconcentratie waar de woning binnen valt en dit is ruimtelijk en stedenbouwkundig gezien niet wenselijk. Ook de afstand op de weg is stedenbouwtechnisch en geluidstechnisch gekozen. Dit in verband met de reeds aanwezige rooilijn in de directe omgeving en de geluidsoverlast van de Heul. Positionering van het bouwvlak dieper op het perceel is niet wenselijk. Daarnaast noemt de heer Koevoets het bedrijf van de heer Foesenek als bezwaar. Het is echter alleen mogelijk om een aan-huis-gebonden bedrijf/beroep uit te oefenen volgens gestelde voorwaarden en regels. Het vestigen van een bedrijf dient gepaard te gaan met een bestemmingswijziging. Dit is in dit geval geheel niet aan de orde. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
BIJLAGE 13 BESCHIKKING HOGERE WAARDEN WET GELUIDHINDER D.D. 19-08-2014
Beschikking hogere waarden Wet geluidhinder Gemeente
Halderberge
Hoek De Heul/Hermansstraat te Hoeven - bouw van een ruimte voor ruimte woning
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge heeft het verzoek ontvangen van F.H. Henrichs, Agel adviseurs namens de heer M.J.J. Foesenek om vaststelling van hogere grenswaarden krachtens artikel 83 van de Wet geluidhinder ten behoeve van een nieuw te bouwen ruimte voor ruimte woning aan De Heul te Hoeven. Het college stelt vast dat het verzoek betrekking heeft op een situatie voor een nog te bouwen woning welke geprojecteerd is in een buitenstedelijk gebied, waarvoor ingevolge artikel 83 van de Wet geluidhinder een voorkeursgrenswaarde van 48 dB, of 63 dB bij verlening van hogere waarde door Burgemeester en wethouders, voor het aspect wegenverkeerslawaai geldt. Het vergroten van de afstand tussen het bouwvlak en De Heul stuit op stedenbouwkundige bezwaren. De keuze van de voorste grens van het bouwvlak is gebaseerd op de huidige voorgevellijn in De Heul. Bronmaatregelen kunnen worden gevonden in een verlaging van de verkeerintensiteiten, in het verlagen van de maximum snelheid en in het toepassen van een geluidarm wegdek. Het verlagen van de verkeersintensiteiten valt niet binnen de mogelijkheden van de initiatiefnemer van het plan. Het verlagen van de maximum snelheid is gezien de functie van de Heul niet wenselijk. Bronmaatregelen, in de vorm van het toepassen van een geluidsarm wegdek kunnen in principe wel worden toegepast. De kosten hiervan staan echter niet in verhouding met het milieuvoordeel bij één woning zodat deze maatregel als niet doelmatig kan worden beschouwd. Binnen de plangrenzen is voor het treffen van overdrachtsmaatregelen in de vorm van een wal of een scherm niet voldoende ruimte aanwezig. Buiten de plangrenzen is die ruimte er wel maar de initiatiefnemer heeft daar geen zeggenschap over. Omdat de overschrijdingen plaatsvinden op een beoordelingshoogte van 4,50 en 7,50 meter en hoger zal een adequate afscherming ook landschappelijk niet inpasbaar zijn. Verdergaande doeltreffende maatregelen gericht op het verminderen van de geluidsbelasting op de gevel van de woning vanwege de genoemde weg tot 48 dB zijn, overwegende de bezwaren van verkeerskundige, stedenbouwkundige en financiële aard, niet noodzakelijk. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge: gelet op de Wet geluidhinder, en de notitie "Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder; Interim-beleid voor weg verkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai";
•
Besluiten: als hogere grenswaarde voor de ruimte voor ruimte woning aan De Heul (bestemmingsplan Hoek De Heul/Hermansstraat) te Hoeven, vast te stellen de waarde van maximaal 53 dB.
11 AÜG 2014 burgemeester en wethouders van Halderberge, de secretaris, t~--.