Herhalingsoefeningen bij Basisboek Office 2010
2
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 1 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Teksten maken Open Word 2010.
4
Typ de volgende tekst: Borsjt Als u in Oost-Europa op reis bent staat er vast en zeker een keer borsjt op het menu. Borsjt is een rode bietensoep met vlees en zure room. Andere ingrediënten zijn meestal afhankelijk van het seizoen of de restjes van de vorige dag. Verwijder de rode golfjes onder Borsjt, borsjt en bietensoep. Stel Kop 1 in voor de kopregel.
41
Selecteer Oost-Europa en maak het cursief.
8
Sla het document op met de naam Eten op reis. Sluit het document.
17
42 14
3
Oefening 2: Opsommingen en tabstops 5
Open het document Eten op reis.
Typ achter de bestaande tekst Bijvoorbeeld: en druk op Stel opsommingstekens in.
43
Typ onder elkaar: • kool • wortelen • uien • Zet de opsommingstekens uit. Typ:
43
.
3
Herhalingsoefeningen
Andere typisch Oost-Europese gerechten zijn: en druk op . Stel tabs in bij 2 en 6 centimeter.
44
Druk op
en typ: blini's
Druk op
,typ: pannenkoekjes en druk op
.
Typ daaronder op dezelfde manier: koulibiac vleespastei bogosch Poolse zuurkool Druk op
.
Typ: En daarbij hoort natuurlijk wodka. en druk op Selecteer de regels met de gerechten 44 centimeter naar 8 centimeter. Sla het document op. Sluit Word 2010.
3
6
8 en verplaats de tabstop van 6
.
4
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 2 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: AutoCorrectie 4
Open Word 2010.
Open het document Eten op reis.
5
Typ onder aan de tekst: Kaviaar Is borsjt een echt volksvoedsel, kaviaar is alleen weggelegd voor de rijken. Dat geldt in het bijzonder voor de zwarte of Belugakaviaar. Verwijder, indien nodig, de rode golfje onder Belugakaviaar.
17
Laat in AutoCorrectie stuer automatisch vervangen door steur.
46
Typ: Kaviaar bestaat uit onbevruchte eitjes van de stuer. Let op dat het foute woord stuer typt in plaats van steur. AutoCorrectie vervangt stuer direct door steur. Oefening 2: Opmaak kopiëren en afdrukken Kopieer voor de kop Kaviaar boven deze alinea de opmaak van de kop Borsjt 47 die helemaal boven staat. Laat de eerste en de laatste alinea uitvullen. Open het afdrukvoorbeeld.
48
25
Laat het document afdrukken als u een printer aangesloten heeft. Sla het document op. Sluit Word 2010.
3
6
49
5
Herhalingsoefeningen
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 3 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Afbeeldingen 4
Open Word 2010.
Open het document Eten op reis.
5
Plaats de aanwijzer achter de eerste alinea (achter Bijvoorbeeld:). Voeg de afbeelding Museumdorp uit de oefenbestanden in.
50
Verklein de afbeelding tot een breedte van ongeveer 5 centimeter. Let op dat de hoogte/breedteverhouding niet verandert. Stel de tekstterugloop in op Om kader.
35
51
Verplaats de afbeelding tot de rechtermarge naast de opsomming van de 11 ingrediënten en de gerechten.
Stel de afbeelding in op Grijswaarden. Sla het document op. Sluit Word 2010.
3
6
52
6
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 4 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Inhoudsopgave Open Word 2010.
4
Open het document Eten op reis.
5
Plaats de aanwijzer vóór de titel. Voeg een pagina-einde in om de kop op pagina 2 te plaatsen. Plaats de aanwijzer aan het begin van het document. Voeg een inhoudsopgave in.
53
12
54
Plaats de aanwijzer op pagina 2 voor de kop Kaviaar. Voeg een pagina-einde in om de kop op pagina 3 te plaatsen. Plaats de aanwijzer aan het begin van het document. Laat de inhoudsopgave bijwerken.
12
55
Oefening 2: Index Voeg het woord borsjt toe aan de index. Voeg het woord kaviaar toe aan de index.
56 56
Voeg het woord Belugakaviaar toe aan de index.
56
Plaats de aanwijzer aan het begin van het document. Plaats de aanwijzer onder de inhoudsopgave. Voeg een index in.
57
Voeg het woord blini’s toe aan de de index. Laat de index bijwerken.
58
56
12
53
7
Herhalingsoefeningen
Sla het document op.
6
Plaats de aanwijzer onder de index. Oefening 3: Paginaformaat, voetteksten en document bijwerken Stel het paginaformaat in op A5. Voeg een voettekst in.
59
60
Zet het paginanummer in de voettekst.
61 15
Laat overal in de tekst kaviaar vervangen door steurkuit.
Verwijder, indien nodig, de rode golfjes onder steurkuit en Belugasteurkuit. 17 Plaats de aanwijzer aan het begin van het document. 58
Laat de index bijwerken.
Laat de inhoudsopgave bijwerken. Open het afdrukvoorbeeld. Sla het document op. Sluit Word 2010.
3
6
25
55
12
8
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 5 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: een tabel maken Open Word 2010.
4
Open het document Eten op reis.
5
Ga naar het einde van het document.
7
Maak een tabel van drie kolommen en vier rijen.
62
Typ: Kaviaarrecepten Typ in de tabel: Kaviaarrecepten Kwarteleitjes met kaviaar
Voorgerecht
10 minuten
Auberginekaviaar met walnoten en feta
Voorgerecht
15 minuten
Gebakken zalm met kaviaarsaus
Hoofdgerecht
20 minuten
Verbreed de eerste kolom zodat het tweede recept op één regel past. 6
Sla het document op. Sluit het document.
3
18
9
Herhalingsoefeningen
Oefening 2: mailing In deze oefening herhaalt u het maken van etiketten via een bestaande adreslijst. 26
Open een nieuw leeg document.
Open de Stapsgewijze wizard Afdrukken. Klik een rondje
63
bij
Klik op
. 64
Selecteer het label
Laat, indien nodig, de rasterlijnen weergeven. Klik op Klik een rondje
65
. bij
.
Klik op 9
Selecteer het bestand Adressen uit de map (Mijn) Documenten. Klik op
.
Klik op Klik op Klik op Klik op
.
Klik op Klik op
.
Klik op
.
U ziet de etiketten. U kunt deze nu afdrukken en/of opslaan. Sluit Word 2010.
3
49
14
10
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 6 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Rekenen met Excel Open Excel 2010.
21
Typ in cel A1: Huishouding Verander de tekengrootte voor cel A1 in 14.
67
Typ daar onder:
18
Verbreed kolom A zodat Boodschappen er in past. Centreer januari in cel B2.
68
Typ onder januari:
Laat in cel B6 de bedragen optellen met de Som-formule. Stel twee decimalen in voor kolom B.
70
Sla het werkblad op met de naam Huishouding. Voeg voor rij 5 een nieuwe rij in. Typ in cel A5: Autokosten Typ in cel B5: 250
71
14
69
11
Herhalingsoefeningen
Typ in kolommen C, D en E:
Centreer de cellen C2, D2 en E2.
68 70
Stel twee decimalen in voor de kolommen C, D en E.
Laat in cel D3 de totale kosten voor de boodschappen uitrekenen met de 72 formule =B3+C3. Kopieer de formule van cel D3 door tot en met D6.
20
Laat in cel E3 de gemiddelde kosten voor de boodschappen uitrekenen met de 72 formule =D3/2. Kopieer de formule van cel E3 door tot en met E6.
20
Kopieer de formule van cel B7 door tot en met E7.
20
Selecteer rij 7.
28
Maak de rij vet.
73 28
Selecteer kolom E.
42
Maak de kolom cursief. 6
Sla het werkblad op. Sluit Excel 2010.
3
12
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 7 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: absolute verwijzingen Open Excel 2010.
21 5
Open het bestand Huishouding. Typ in cel A9: Salaris Typ in cel B9: 1400 Typ in cel A11: Sparen
Laat in cel B11 uitrekenen hoeveel er van het salaris overblijft met de formule 72 =B9-B7. Om de formule te kunnen kopiëren, moet u de verwijzing naar het salaris absoluut maken: Maak in de formule de verwijzing naar cel B9 absoluut. Kopieer de formule van cel B11 door tot en met E11. Maak cel D11 leeg.
74 20
75
Oefening 2: percentages berekenen In cel B12 berekent u het percentage van het salaris dat u spaart. 72 Typ de formule =B11/B9 Stel cel B12 in op procenten.
76
Maak in de formule de verwijzing naar cel B9 absoluut. Kopieer de formule van cel B12 door tot en met E12. Maak cel D12 leeg.
75
Sla het werkblad op.
6
74 20
13
Herhalingsoefeningen
Oefening 3: Functies gebruiken In kolom F laat u meer zetten als uitgaven in februari hoger waren dan in januari en minder als ze lager waren. Klik op cel F3. Open het venster Functie invoegen. Selecteer
.
77
71
Vul de gegevens als volgt in:
Klik op
.
Kopieer de formule van cel F3 door tot en met F7. Oefening 3: grafiek maken Selecteer de cellen A2 tot en met E6. 79
Maak een grafiek. U ziet de grafiek:
6
Sla het werkblad op. Sluit Excel 2010.
3
19
20
14
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 8 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Sorteren en filteren 21
Open Excel 2010.
Typ het volgende overzicht:
14
Sla het werkblad op met de naam Vakantie. Sorteer het overzicht oplopend op naam.
80
Bereken in cel D2 het aantal dagen met de formule =C2-B2. Kopieer de formule van cel D2 door tot en met D6. Laat filteren op meer dan 10 dagen vakantie. U ziet:
Schakel het filter uit.
82
Sla het werkblad op.
6
Sluit Excel 2010.
3
81
20
72
15
Herhalingsoefeningen
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 9 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Subtotalen Open Excel 2010.
21
Typ het volgende overzicht:
Sorteer de rayons oplopend. Open het venster Subtotalen. Vul het venster als volgt in:
80 83
16
Basisboek Office 2010
Klik op Klik op
. om alleen de rayontotalen te zien.
Klik voor Rayon Zuid op Klik op
.
om alle bedragen te zien. 128
Verwijder de subtotalen. Oefening 2: Draaitabel
Typ een kolom Land achter de gegevens:
Maak een draaitabel. Sleep
naar
Sleep
naar
Sleep
naar
U ziet de draaitabel:
Typ in cel C3: 8000
84 . . .
17
Herhalingsoefeningen
De draaitabel verandert niet. Laat de draaitabel bijwerken. Sla het werkblad op met de naam Verkoop. Sluit Excel 2010.
3
14
85
18
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 10 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Presentatie maken met afbeeldingen Open PowerPoint 2010.
30
Klik op de kop Typ: Van Stad naar Land Stel als thema Oriel in.
86
Voeg een nieuwe dia in met de indeling Inhoud met bijschrift. Voeg uit de oefenbestanden de afbeelding Stad in. Verander de titel in Stad.
87
88
89
Typ in het tekstvak naast de foto onder elkaar: Marktplein Bron Verplaats het tekstvak zodat de tekst precies naast de foto staat. Voeg een nieuwe dia in Inhoud met bijschrift.
87
Voeg uit de oefenbestanden de afbeelding Museumdorp in. Verander de titel in Land.
90
35
Plaats de afbeelding midden onder de titel.
11
Voeg een nieuwe dia in met de indeling Titel en object. Verander de titel in: naar
88
89
Verwijder het tekstvak naast de afbeelding. Vergroot de afbeelding.
11
87
89
Voeg uit de oefenbestanden de afbeelding Oude bus in op de dia.
88
19
Herhalingsoefeningen
Verklein de afbeelding.
35
Plaats de afbeelding midden onder de titel.
11
Oefening 2: Diasorteerder 91
Ga naar de diasorteerder.
92
Plaats dia 4 tussen dia 2 en 3. Ga naar de Leesweergave.
93
Sla de presentatie op met de naam Stad en Land. Sluit PowerPoint 2010.
3
14
20
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 11 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: Presentatie afspelen 30
Open PowerPoint 2010.
Open de presentatie Stad en Land. Laat de presentatie afspelen.
5
31 33
Laat de volgende dia tonen. 32
Beëindig de presentatie.
Oefening 2: Overgangen en animaties Stel voor alle dia’s een automatische overgang in na drie seconden. Stel voor alle dia’s als overgang in Splitsen.
95
Stel voor de opsomming op de tweede dia een animatie in. Laat de presentatie verder afspelen.
31
Na de laatste dia: beëindig de presentatie. Sla de presentatie op. Sluit PowerPoint 2010.
6 3
32
96
94
21
Herhalingsoefeningen
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 12 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1: E-mail maken 36
Open Outlook 2010.
Maak een nieuw e-mailbericht, geadresseerd aan uzelf.
37
Typ als onderwerp: Oefening 38
Laat dit verzenden.
Controleer of uw e-mail in Postvak UIT staat. 39
Laat uw e-mail verzenden en ontvangen.
Kijk of u e-mail heeft ontvangen in Postvak IN. Lees uw e-mailbericht.
97
97
98 3
Sluit het venster van uw e-mailbericht. Oefening 2: Bijlage verzenden
Maak een nieuw e-mailbericht, geadresseerd aan uzelf. Typ als onderwerp: Oefening met bijlage Voeg als bijlage een foto toe.
99
Laat deze verzenden naar Postvak UIT. Laat uw e-mail verzenden en ontvangen. Oefening 23: Bijlage bekijken Kijk of u e-mail heeft in Postvak IN. Open uw e-mailbericht. Open de bijlage.
100
98
97
38 39
37
22
Basisboek Office 2010
Sluit het venster met de bijlage.
3
Sluit het venster met de nieuwe e-mail.
3
Oefening 4: E-mailberichten verwijderen 97
Open uw Postvak IN.
101
Verwijder de e-mail met als onderwerp Oefening. Open de map Verzonden items.
102 101
Verwijder de e-mail met als onderwerp Oefening. Maak de map Verwijderde items leeg.
103
Oefening 5: Mappen en berichten 104
Maak een submap aan in Postvak IN met de naam Hobby.
Selecteer het bericht Oefening met bijlage in de map Verzonden items. Verplaats het bestand naar de nieuwe map Hobby.
106
Oefening 6: Leesbevestiging vragen Maak een nieuw e-mailbericht, geadresseerd aan uzelf.
37
Typ als onderwerp: Gelezen? Vraag een leesbevestiging.
107
Laat het bericht verzenden.
38
Laat uw e-mail verzenden en ontvangen.
39
Kijk of u e-mail heeft ontvangen in Postvak IN. Open uw e-mailbericht. Klik op
97
98
als om een leesbevestiging wordt gevraagd.
Sluit het e-mailbericht.
3
105
23
Herhalingsoefeningen
39
Laat uw e-mail opnieuw verzenden en ontvangen. Kijk of u e-mail heeft ontvangen in Postvak IN. Open uw e-mailbericht met de leesbevestiging. Sluit het venster van de leesbevestiging. Verwijder het bericht Gelezen?
3
101
Oefening 7: Zoeken Open de map Postvak IN.
97
Zoek berichten met het woord oefening. Sluit Outlook.
3
108
97 98
24
Basisboek Office 2010
Herhalingsoefeningen Hoofdstuk 13 Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan zoekt u dit op met behulp van het cijfer achter de voetstapjes in de bijlage Hoe doe ik dat ook alweer? in het boek. Oefening 1 Contactpersonen invoeren en zoeken Open Outlook 2010.
36
Open het deelvenster Contactpersonen.
109
Open het invulvenster voor een nieuwe contactpersoon.
110
Vul alle beschikbare gegevens in. Deel de nieuwe contactpersoon in bij een van de categorieën. 129
Sla de contactpersoon op.
112
Zoek de nieuwe contactpersoon.
Oefening 2: Afspraak noteren in Agenda 113
Open het deelvenster Agenda.
Maak een nieuwe afspraak voor volgende week dinsdag.
114
Noteer als onderwerp: tandarts. Noteer als begintijd 9.00 uur en als eindtijd 9.30 uur. 115
Laat de afspraak opslaan.
Verwijder de afspraak uit de Agenda.
116
Oefening 3: Taak vastleggen Open het deelvenster Taken. Maak een nieuwe taak.
117
118
Noteer als onderwerp: Presentatie omzetgegevens verzorgen. Sla de taak op.
119
111
25
Herhalingsoefeningen
Bekijk de taak in de lijst en open hem opnieuw.
120
Noteer als begindatum volgende week maandag, als einddatum volgende week vrijdag. 119
Sla de taak op.
121
Verwijder de taak uit de lijst. Oefening 4: Notitie maken Open het deelvenster Notities. Maak een nieuwe notitie.
122
123
Typ als tekst: Vanavond de virusscanner installeren. Maak een nieuwe categorie met de naam werk. Deel de notitie in bij de categorie werk. Bekijk de notitie in de lijst.
125
Verwijder de notitie uit de lijst. Sluit Outlook.
3
126
124
127