Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief, Postbus 46, 9679 ZG Scheemda. www.grauwekiekendief.nl
Herfst 2009 Werk beloond met recordaantal en akkernatuur wordt volwassen Beste lezers, Voor jullie ligt de eerste nieuwsbrief samengesteld door Bauke Koole (zie even voorstellen). Nadat veldleeuwerikexpert Henk Jan Ottens per april bij de werkgroep in dienst trad zijn we in de breedte aan het groeien. Tijdelijk medewerkster Jitty Hakkert hadden we graag voor het volgende seizoen aan ons willen binden maar zij wist na een succesvolle sollicitatie bij Natuurmonumenten een leuke baan binnen te slepen. We hopen dat Jitty de nodige grauwe kieken op de Hoge Veluwe mag zien en dat zij erg zal genieten van haar nieuwe baan! Zoals eerder bekend gemaakt was 2009 een zeer bijzonder jaar voor de grauwe kiekendief. Voor het eerst in decennia meer dan zestig paren in Nederland en ook weer tal van bijzondere momenten met het vangen van adulten, afgelezen kleurmerken, gevangen prooien en natuurlijk als grote klapper de vestiging van minimaal vijf paren in Friesland. Voor de maand december hopen we ons jaarverslag klaar te hebben en dan zullen de uitgesponnen details voor eenieder die in cijfertjes zwelgt worden gepresenteerd. Intussen is het bestuur versterkt met Jan Jaap Hooft. Jan Jaap is een oude bekende met een fors netwerk in binnenen buitenland en heeft als oud medewerker van LNV ook directe lijnen met dit, voor ons werk, belangwekkende ministerie. Het bestuur heeft de laatste maanden over tal van kwesties belangrijke besluiten genomen en gewikt en gewogen in moeilijke dossiers. Dit bestuur heeft ook stappen gezet om op organisatorisch vlak een aantal prangende zaken regelen en heeft ook goed nagedacht over beleidsmatig uit te zetten lijnen. Hierover zullen jullie in de volgende nieuwsbrief het nodige kunnen lezen maar besef dat er – achter de schermen - erg veel werk wordt verzet door het kwartet Simone, Sjoerd, Leen en Jan Jaap. Momenteel zijn we als Werkgroep druk doende allerhande Collectieve Beheerplannen van verschillende Agrarische Natuurverenigingen vorm te even en kunnen
we jullie verblijden met de geboorte van de ANV “Akkerwaard” in Flevoland. Bij deze inmiddels actieve ANV hebben we samen met een groeiend aantal landbouwers een paar jaar terug de eerste stappen gezet om samen de schouders te zetten om de drie soorten kiekendieven, Veldleeuwerik en bijvoorbeeld de Wulp voor het Flevolandse landschap te behouden. Goed nieuws is ook dat we met de Provincie Friesland een motiverende startbijeenkomst hebben gehad om tot grootse daden in de Noord-Friese akkers te komen. Ga d‟r maar van uit dat in de landschappen tussen Zwarte Haan en Moddergat juweeltjes van potentiële akkervogelkerngebieden zijn te vinden. De Skiere Hoanskrobbers zullen weten dat de SWGK ze een handje gaan helpen! Ook over dit thema meer in de volgende nieuwsbrief! Intussen zal het weinigen zijn ontgaan dat een toegankelijk boekje over Akkervogel (Koos Dijksterhuis), gelardeerd met vaak waanzinnige mooie foto‟s (Hans Hut) en treffende schilderijtjes (Elwin van de Kolk) binnenkort in de winkel verkrijgbaar zal zijn. We weten ook al dat de presentatie van die boek zal plaatsvinden in Vlaanderen en dat Koos en Hans op de Landelijke Dag van SOVON/VBN/NOU op zaterdag 28 november een signeersessie zullen doen. Grijp allen uw kans is mijn advies! Tenslotte allerhande spannende zaken rond de satellietvogels. Trekker Sjoerd Sipma liet me vanmorgen weten dat „supersister‟ Merel weer een signaal heeft afgegeven en dat het leeuwendeel van de huidige generatie zendervogels fraaie data naar onze computers sturen. Ik hoop dat jullie zullen genieten van deze nieuwsbrief en ik hoop ook dat we jullie mogen verwelkomen op onze vrijwilligersdagen (pluizen braakballen op 24 oktober) en tellen winterveldjes op 14 november (zie de agenda). Ben Koks
Wat hebben de Reuzenstern en de Draaihals met elkaar gemeen? Op 12 september jl. vond in het biologisch centrum van de Rijksuniversiteit de uitreiking plaats van het nu al monumentale boek Living on the Edge. Het is een boek over rivierdelta’s in de Sahel en over onze zomergasten die daar overwinteren. Het is voor het eerst in de geschiedenis, dat zo uitgebreid en voor een breed publiek, wordt ingegaan op deze boeiende materie. Zoals gezegd, het is een monumentaal naslagwerk (ruim 600 pagina’s) dat bij iedereen in de boekenkast hoort te staan. Het boek is geschreven in het Engels. Vrijwilligers en medewerkers kunnen het boek met een leuke korting bestellen bij de Werkgroep, stuur een e-mail naar Bauke Koole,
[email protected] als je geïnteresseerde bent. Het boek behandelt in de eerste hoofdstukken de Sahel en bijbehorende rivierdelta’s. Hierna wordt verslag gedaan van langdurig wetenschappelijk onderzoek naar bijvoorbeeld klimaat, landgebruik, rivieren en vegetatie. De ecologische zeer kwetsbare en waardevolle rivierdelta’s worden ook uitgebreid beschreven. In de resterende 300 pagina’s worden individuele Europese vogelsoorten behandeld. Living on the Edge werpt een verfrissende blik op de problemen en kansen waar onze zomergasten ’s winters in West-Afrika mee te maken hebben. Dit boek is bovendien niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk een prima middel om mee te overwinteren.
Akkervogels van Koos Dijksterhuis Op dinsdag 3 november aanstaande in Vlaanderen zal het boek, ‘Akkervogels’ van de hand van Koos Dijksterhuis en met foto’s van Hans Hut, het licht zien. Koos neemt ons mee door heel Europa en behandeld naast de ons welbekende soorten van het open landschap ook niet-alledaagse akkervogels. Naast de behandelde vogels zijn er interessante gebiedsreportages en interviews met beschermers en beheerders. De foto’s van Hans zijn weer uit de kunst Op 28 november op de gecombineerde SOVON/VBN/NOU-dag is Koos aanwezig om zijn boek te signeren.
Zaterdag 28 november, SOVON/VBN/NOU-dag, signeersessie Koos Dijksterhuis nieuw akkervogelboek, in De Vereeniging te Nijmegen,
Zaterdag 24 oktober Pluisdag,
zie website www.sovon.nl
Biologisch Centrum RUG, in de bekende snijzaal. Aanvang 09 uur aanmelding bij Jorna Arisz,
[email protected] of 06 50 50 32 39
AGENDA Dinsdag 3 november Akkervogelsymposium België,
Herfst Zaterdag 14 november veldwerkdag graanveldjes, boerderij Peter Harry Mulder, Tussenklappen OZ 7 Muntendam. Aanvang 09 uur aanmelding bij Rik van der Starre,
[email protected] of 06 50 45 97 66
Najaar 2009
Een bevlogen ochtend in een schuilhut Door Theo van Kooten Vogel- en natuurfotografen houden er van om dieren van dichtbij te fotograferen. Een schuilhut biedt daarvoor vaak goede mogelijkheden. Hans Hut had op een locatie bij Noordbroek heel strategisch een schuilhut geplaatst, in eerste instantie om de welbekende zendervrouw Cathryn optimaal te fotograferen. Zelf heb ik op 22 mei rond 07.15 in de hut plaatsgenomen. Hans zijn hut is eigenlijk een kwelling vanwege de gebogen zithouding en de diepgebogen knieen. Ik heb dan ook grote bewondering voor Hans zijn uithoudingsvermogen in deze. Zelf heb ik het ruim 7 uur volgehouden, maar was daarna toch heel blij weer de benen te kunnen strekken. Toch waren deze 7 uren de beste waarnemingsuren die ik ooit in een schuilhut heb beleefd.
Cathryn was al een tijdje aan het zwerven en werd dan ook niet gezien. Wel was er een ander paar grauwe kiekendieven aanwezig, waaronder onze welbekende man Harm Engel, geel 51. Het vrouwtje is geheel ongemerkt. Rond 08.15 komt het vrouwtje uit de tarwe (nestplek) alarmerend naar de schuimaarde bult en gaat alert in de zon zitten wachten. Na 10 minuten komt het ♂ van achteren vlak boven de ♀ tevoorschijn, raakt kort haar rug aan en vliegt verder. Weer 10 minuten later gebeurt hetzelfde nogmaals, de ♀ kondigt de komst van de man aan door zachtjes te roepen. De ♂ landt op de paal, hij gaat vervolgens twee keer bij de ♀ op bezoek achterin de bult, er lijkt die twee keer gepaard te worden. Vervolgens gaat de man naar de paal en begint uitgebreid en langdurig te poetsen. Om 09.05 roept het ♀ al een hele tijd, terwijl manlief aan het poetsen is. Ze wordt nu ongeduldig en vliegt langs de paal, even naar het nest, landt, en komt gelijk weer terug naar de bult, nog steeds uitgebreid roepend. Nu landt ze veel dichter bij de schuilhut in het zicht van de camera. Ze blijft indringend roepen. Het hart van de fotograaf begint al een stuk sneller te kloppen, want de volgende zet lijkt aanstaande. En inderdaad vliegt de ♂ naar haar toe en begint de paring. Erotische momenten hangen in de lucht, en de camera klikt en klikt, terwijl de adrenaline door mijn lichaam stroomt. Na circa 20 seconden verlaat Harm Engel zijn
vrouw en keert terug naar de paal. Langzaam komt ook de vrouw weer uit haar roes en brengt haar verenkleed weer in de normale positie. Om 09.15 vertrekt de ♂ vertrekt om te gaan jagen, de ♀ blijft op de bult, en gaat later cirkelen om pas om 10.40 weer te verschijnen voor een prooioverdracht. Ze gaat gelijk door naar het nest. De ♂ rust heel kort op de paal en vertrekt weer om te jagen. Van 12.08 tot 13.45 is de vrouw nog een tijd van het nest. Om 14.05 krijgt ze weer een prooi. Ik ben dan al terug bij de auto op nadering van een flinke regenbui. Maar voor de bui aan, in een tijdsbestek van 10 minuten, landt de man nog 3 keer op de vrouw om te paren, nu telkens achterop de bult uit het zicht van de schuilhut. Om 14.19 begeleidt de ♂ de ♀ naar het nest nu de regen echt begint door te zetten. De ♀ zit op het nest, de ♂ gaat terug op de paal en blijft hier tijdens de regen zitten. Om 14.20 vertrek ik met auto, in de regen, met een euforisch gevoel. De paring bij vogels is in het algemeen frequent, ook bij de grauwe kiekendief. Maar de meeste paringen spelen zich af in het gewas uit het zicht van camera of verrekijker. En toevallig, bij hoge uitzondering, mocht ik er een keer getuige van zijn. En ik kan een ieder verzekeren: De vonken vlogen van dit vrouwtje af, deze man moest en zou zij hebben, en ze kreeg wat ze wilde. Overigens heeft de bekende fotograaf Dietmar Nill in Spanje ook paringen vastgelegd die op internet te vinden zijn (zie http://www.linnea-images.de, zoeken op Wiesenweihe).
Gebiedsplannen Wierde & Dijk en ANOG Het gaat niet goed met de vogels van het agrarisch open landschap, die boodschap klonk steeds luider in Nederland en in Groningen. In 2007 is de Provincie van start gegaan met voeren van discussies om te komen tot beleid wat in staat is moest zijn om de aantallen weide- en akkervogels minimaal te behouden en waar mogelijk in te zetten op toenames van populaties. Met het verschijnen van de nota “Meer doen in Minder gebieden” deed de Provincie in eerste stap in die richting. Beschermingsgelden vloeiden van het LNV naar de Agrarische Natuurverenigingen die hun aangesloten boeren met de zogenaamde SAN-pakketten in staat stelden zich in te zetten voor akker- en weidevogelbescherming. Dat dit niet altijd het gewenste effect had is genoegzaam bekend. Boeren werden afgerekend op een van te voren vaststaand aantal broedpaartjes. Dit is lastig te controleren en bovendien leidde de pakketten tot predatievervolging, waarbij roofvogels regelmatig de klos waren. Deze soortgerichte bescherming vond ook plaats in gebieden waar niet of nauwelijks meer kansen lagen voor weide- en akkervogels. Zo vloeide geld weg terwijl populaties kelderden. In het nieuwe beleid wordt beschermingsgeld nu niet meer door LNV uitgekeerd maar door de Provincies zelf. Een logische stap omdat lokaal meer kennis aanwezig is over kansrijke gebieden. Het speerpunt van de nieuwe beleidsnota is gebiedsbescherming in plaats van soortbescherming. De ANV’s kregen derhalve opdracht om eerst, onderbouwd door concrete cijfers over broedaantallen, hun kerngebieden aan te wijzen. In deze kerngebieden zullen aan de hand van doelsoorten beschermingsmaatregelen worden genomen. Doelsoorten zijn vogels die met hun voorkomen in een bepaald gebied, een goede indicatie geven van de ecologische waarde. Voor de Groningse akkergebieden is gekozen voor de Veldleeuwerik en de Grauwe Kiekendief. Als deze doelsoorten in een akkergebied aanwezig zijn dan mag je er van uitgaan dat je ook begeleidende soorten als Gele Kwikstaart of Kwartel in hetzelfde gebied kunt aantreffen. De Provincie gaf de ANV’s de opdracht om in de pen te klimmen en gebiedsplannen te schrijven waarin beargumenteerd wordt waar en hoe het beschermingsgeld besteed zou worden. In deze gebiedsplannen stonden de kerngebieden met de daarvoor bestemde doelsoorten centraal. Voor akkervogels betekende dat meer brede randen en natuurbraak in zowel het ANOG- als Wierde en Dijkgebied. De SWGK is nauw betrokken geweest bij de advisering van beide ANV’s over het toekennen van de juiste kansrijke gebieden en over de uitvoering van de beschermingsmaatregelen. Er zullen de komende jaren dus nog meer akkerranden in het Oldambt en het Hoge Land bijkomen. En dat is goed nieuws voor onze akkervogels. Ook in andere provincies heeft de SWGK flink aan de boom geschud. In Flevoland, Drenthe en Friesland zijn ANV’s in oprichting onder de inhoudelijke begeleiding van de SWGK waarbij het succesvolle Groninger model van brede akkerranden als voorbeeld dient.
Een moment van stilte door Ana Buren
13 juli 2009 „Ga je trouwens nog eens mee: je loopt heel Groningen plat maar het meest enerverende beschermingsproject van NoordNederland heb je nog nimmer van dichtbij meegemaakt.‟ Daar heeft Ben Koks natuurlijk wel gelijk in. Het wordt hoog tijd dat ik de „meest elegante roofpiet van het noordelijk halfrond!‟ eens ga ontmoeten.
Maandag 13 juli gaat het gebeuren. Ik sta ruim op tijd op zodat ik nog even wat over de Grauwe Kiekendief in de vogelgids kan opzoeken. Circus pygargus, een kleine slanke kiekendief met lange, smalle vleugels, lange en smalle staart, vlucht veerkrachtig en sternachtig. Hopelijk herken ik hem als ik er een zie, want ik haal al die kieken door elkaar. Om 8.30 uur komen we aan bij het ontmoetingspunt in de polder en leer ik de andere werkgroepleden van deze dag kennen: Hilbrand, de man die in Noord-Groningen in het veld de activiteiten coördineert, Madeleine, Jelle, Trudy en Erik, de ringer. Er wordt bijgepraat en daar nemen ze ruim de tijd voor. Ondertussen weerklinkt de “kwartelslag” het opvallende geluid van kwartels. “De vaak herhaalde kwartelslag, voorspelt de boer een droge dag.” De teams worden ingedeeld. Ik kom bij Hilbrand in de auto. Ben vertrekt om te praten met landbouwers. Hilbrand is een onderhoudende man en hij vindt het leuk om mij van alles uit te leggen. Hij praat aan één stuk door, behalve als hij eet. Dankzij de beschermingsmaatregelen zijn er nu al 58 paar Grauwe Kiekendieven in Nederland. En dat terwijl ze al bijna helemaal verdwenen waren. Er zijn in Noord-Groningen 14 paartjes, waarvan er 10 broeden; in Friesland zijn er 5 paartjes, waaronder een bigamist. Die heeft zowel in Friesland als in Groningen een vrouwtje met jonkies. Hij sjouwt de hele dag met prooien de provinciegrens over en weer om beide dames tevreden te houden.
Tientallen Torenvalken zitten fotogeniek op paaltjes of op de nestkasten van het waterschap. Overal vrolijke drupgeluidjes van de Kwartels om ons heen. We parkeren de auto met uitzicht op de akker. „Meyer heeft een nest, dat moeten we uitlijnen.‟ legt Hilbrand uit. „We wachten tot ze verschijnen, de man roept de vrouw uit de tarwe, dan vindt er meestal met een p.o.‟tje (prooioverdracht) plaats en dan kijken we waar het vrouwtje in het graan valt. Daar zit het nest. Je zoekt dan in een rechte lijn een herkenningspunt aan de horizon. Vervolgens bel ik Erik, die loopt van achter het veld in naar mij toe, op mijn aanwijzingen iets meer naar rechts, of iets meer naar links, tot hij bij het nest is.‟ Terwijl hij aan het vertellen is komt de man aanvliegen met een prooi in zijn klauwen. De vrouw vliegt op uit het graan en vangt zijn prooi op. Yes, nest gevonden! „Kan ík jou niet uitlijnen?‟ vraag ik. Ik maak me graag nuttig. Dat vindt Hilbrand toch niet zo‟n goed idee. Hij slaat het aanbod vriendelijk maar beslist af, hij heeft daarvoor toch liever iemand met meer ervaring. Ondertussen is de man opnieuw verschenen, de vrouw vliegt op uit het graan en de man zwiept de muis op meters afstand naar haar toe.„Zag je dat? Hij smeet het van meters afstand naar haar toe! Tsjakka! Zo snel p.o.‟tjes achter elkaar, dat zie je niet vaak! Mooi man!‟Het is waarschijnlijk een nest met jonge kuikentjes, want als ze ouder zijn laat de vrouw zich vaker zien.Ze worden geringd voordat ze 28 dagen oud zijn, want daarna worden ze vliegvlug. Vóór Erik is gearriveerd heeft er al een derde p.o.‟tje plaatsgevonden. Hilbrand is helemaal door het dolle heen. „Móói man!‟Op de aanwijzingen van Hilbrand loopt Erik het lijntje uit en komt dan terug. Een nest met 2 jongen. „Ana mag van Ben mee het veld in.‟ zegt Hilbrand. Dat is een hele eer, dus ik probeer me erg te gedragen. Erik en ik dragen samen de beschermingskooi. Erik voorop. Als hij merkt dat ik zijn tempo niet kan bijhouden houdt hij zijn pas in. Ik voel me echt een stads tutje. Als ik dan ook nog in de modder uitglijd en de kooilaat vallen staat mij het schaamrood op de kaken.
Erik geeft geen kik. Onverstoorbaar geeft hij de plek aan waar ik de kooi moet neerzetten. Ik kijk om mij heen. Ik zie niks. „Waar is het nest dan?‟ Hij wijst. ik duw de tarwe uit elkaar en op een meter afstand zitten twee witte donzen balletjes met de bekjes wijd open gesperd mij raar aan te kijken. Ooohh!
Heel in de verte zien we uiteindelijk een p.o.‟tje. We proberen om met de auto dichterbij te komen. Dan zien we tenslotte het vrouwtje in het graan vallen. Nog steeds op een flinke afstand. Ze vertikt het verder om er uit te komen.Een boerenzoon rijdt langs met de auto. Ik maak even een praatje met hem om uit te leggen wat we aan het doen zijn. Het is tenslotte hún terrein waar we op staan. Ook dagjesmensen krijgen een uitvoerige uitleg en worden overstelpt met voorlichtingsmateriaal. De hele ploeg is weer compleet en er wordt uiteraard van alles bijgepraat. Hans Hut, de fotograaf van de werkgroep, voegt zich bij ons en consumeert een Chinese noedelsoep. Het wordt aardig druk daar op die plek. En wat kunnen die mensen kletsen! Regenwulpen laten hun bieb bieb bieb bieb bieb bieb bieb bieb horen.Ik fotografeer de satellietzender die aan een baksteen is vastgebonden zodat ie niet kwijt raakt. 3000 euro, dat is geen kattenpis.
We zetten de kooi om het nest heen en Erik neemt de maten. Klauwlengte en gewicht om het geslacht vast te stellen, de vleugellengte voor de leeftijd. De vleugel groeit 1,2 cm per dag, dus dat is een redelijk betrouwbare schatting.Op de weg terug loop ik voorop en dat is iets wat ik maar beter niet kan doen. Voor ik het weet staan we voor een sloot. „We zijn verkeerd gelopen. We moeten terug. Tenzij je over de sloot wilt springen.‟ stelt Erik vast. Daar is natuurlijk helemaal geen sprake van, want ik ben een stads tutje, dus ik loop terug, achter hem aan. We wachten om te kijken of de vrouw de bescherming om het nest accepteert. Zo niet dan wordt die weer weggehaald. Het duurt niet lang voordat ze weer bij haar kroost is.We rijden terug naar de anderen voor overleg. Want hoewel er vrijwel constant onderling contact is via sms en telefoon moet er natuurlijk ook bijgepraat worden. Hilbrand en ik zitten voor een akker waar eerder Grauwe Kiekendieven zijn gesignaleerd. Hij is nog steeds aan het vertellen. Als er weinig voedsel is kan het gebeuren dat de vogels niet gaan broeden. Als ze het tóch doen worden er meer jongetjes dan meisjes geboren. Dat is slim bedacht, want jongetjes zijn kleiner dan meisjes, dus daar hoef je minder voedsel in te stoppen. Dit jaar is een slecht muizenjaar, dan grijpen ze ook wel steltlopers, Graspiepers en Gele Kwikstaarten. Normaal gesproken heeft een nest 3-5 jongen. Nu ligt dat aantal lager. Ik maak aantekeningen in mijn boekje. Regelmatig komt er een sms of een telefoontje. Madeleine en Jelle hebben een mannetje. Erik en Trudy hebben een nest met 2 jongen. Ben heeft een rol gaas gekocht. Ze komen nu allemaal onze kant op.
De vrouw Grauwe Kiekendief vliegt heen en weer. Ze sjouwt met allerlei nestmateriaal, maar laat het ook weer vallen. Wat kan dat betekenen? Ze valt ook op een andere plek neer dan waar we haar eerst zagen. En hoe moeten we daar komen?
Dit vereist heel veel overleg. Uiteindelijk gaat Erik op pad en hij wordt uitgelijnd door Hilbrand. Sigaretje in de mond baant hij zich een weg door de tarwe.Het is een nest met 3 jongen van 3 dagen oud. Er wordt geen bescherming omheen gezet. De moeder is te nerveus, ze zou de bescherming mogelijk niet accepteren. En het gewas eromheen is heel dicht en daarmee slecht bereikbaar voor predatoren. We gaan gezamenlijk verder op weg naar een nest waar een aantal dagen geleden bescherming omheen is gezet. De drie jongen zijn nu ongeveer 26 dagen oud. Erik en ik lopen er naartoe. Hij neemt de twee grootste onder zijn hoede en ik krijg de kleinste in mijn handen gedrukt. „Niet te hard knijpen, want dan doet ie het niet meer.‟Heel voorzichtig probeer ik het beestje niet dood te drukken.De metingen worden verricht. Ik
geef mijn vogeltje aan Jelle, zodat ik mijn handen vrij heb om te fotograferen.Erik: „Ik wil een vrijwilliger.‟ Ik kijk om mij heen. Iedereen heeft een functie, ik ben de enige met lege handen. Dus ik ben de vrijwilliger. Ik kniel op de grond, neem de vogel van Erik over en spreid zijn rechtervleugel uit zodat Erik er een wingtag aan kan bevestigen. Zelfde verhaal links. Ik ben doodsbenauwd dat ik de vogel laat ontglippen, maar hij laat alles gelaten over zich heenkomen. Hilbrand, Trudy, Erik en ik rijden door naar een akker met een nest met twee jongen. We gaan er bescherming plaatsen. Trudy neemt meteen hupsakee de rol gaas op de schouder en wil de tarwe in lopen. Ontzettend stoer wijf is ze! Aan dat gewicht zou ik mij niet eens wagen. Maar Hilbrand wil ook wat te doen hebben en neemt het van haar over. Erik steekt een sigaretje op en loopt uiteindelijk samen met Hilbrand de tarwe in. Het is een surrealistische omgeving. Zwarte luchten die fel afsteken tegen het geel van de tarwe. De mannen komen helemaal verhit terug uit het veld. „Het is warm in die tarwe!‟
Ben is in Lauwersoog. Hij heeft de Friese bigamist opgezocht en gezien dat zijn Groningse bijzit in een veld met plat graszaad broedt dat bijna gemaaid zal gaan worden. De boer moet gewaarschuwd worden. En of we onze bestellingen door willen geven voor de patatboer.Even later zitten we met onze patat met frikandellen boven op de dijk. Te kletsen natuurlijk. Iemand zegt: „Wat is het hier toch rustig!‟Daar moet ik wel een beetje om lachen, want ik heb nog geen enkel stil moment meegemaakt vandaag, behalve dan als Hilbrand aan het eten was. We breken op. We gaan een adult vangen en de satellietzender plaatsen.Terug naar de akker van Remt Meyer. Ben belt met hem om hem te waarschuwen en om te vragen of hij erbij wil zijn. Hij wil komen als we de vogel gevangen hebben. De voorbereidingen worden getroffen. Er wordt nu weinig gepraat. Iedereen weet wat hij te doen heeft, behalve ik. Ben: „Ana, jij gaat met Erik en mij mee.‟ Ik heb geen idee wat er
gaat gebeuren. De twee mannen lopen het pad op, ter hoogte van de plek waar het paartje hun nest heeft. Ze trekken er een mistnet op. Ben zet de opgezette Bruine Kiekendief , met de naam Thomas, ervoor. Iedereen trekt zich ver terug van de plek.Ben: „Ana, jij gaat bij Erik in de auto.‟Ik weet niet wat voor lens ik mee moet nemen. Voor de zekerheid neem ik ze allemaal maar mee en stap bij Erik in de auto. Alle anderen zijn vertrokken. We rijden heel langzaam door het hek het pad op en stoppen enkele tientallen meters voor het mistnet. Erik zet de motor uit. We wachten. En dit is het eerste moment van stilte vandaag. Het duurt niet lang voor het vrouwtje een aanval doet op Thomas.Ik zit op de eerste rang! Op slechts een paar meter afstand zie ik hoe een vrouwtje Grauwe Kiekendief een aanval doet op een Bruine Kiekendief om haar nest te beschermen. Ze raakt het mistnet en Erik rent naar buiten. Tevergeefs. Ze weet te ontsnappen. Erik weer terug. Ze houdt echter niet op om aan te vallen. Ik ben helemaal verbijsterd . Ik vergeet al mijn lenzen.
Ik kan sowieso niet fotograferen door de voorruit van de auto en dat is maar goed ook. Gebiologeerd kijk ik naar dat vrouwtje dat haar jongen verdedigt. Ze scheert telkens rakelings langs het mistnet. Bloedstollend! Daar verschijnt de man. Hij stort zich met kracht op Thomas en is in het net gevangen. Erik rent uit de auto naar het mistnet. Ik kom weer bij zinnen. Wat moet ik doen? Om foto‟s te maken heb ik de verkeerde lens op de camera. Ik had de 300 mm moeten hebben. Maar ik durf ook niet goed uit de auto te komen, uit angst dat de vogel door mijn actie ontsnapt. Maar misschien moet ik Erik helpen, want hij zit ook nog met Thomas, die kan daar niet blijven staan. Maar Erik loopt al met Grauwe en Bruine Kiekendief tevreden lachend terug naar de dijk. Wat een klein beestje! En wat een gele ogen! Een zucht van opluchting.
boer met een schuin oog naar mij. Ik mompel iets van poly. Niet zo bescheiden! Terug op weg naar Groningen. Het is laat geworden. Tegen tienen. Ondertussen belt Ben enthousiast met zijn vriend en grauwekiekendiefman uit Nieder-Sachsen.„Wir haben das erste Vogel mit ein Satellitsender!‟
Iedereen is uitgelaten en blij. High Five! Mooi man! Het is een „eigen‟ vogel, geel 1A, in 2007 als jong geringd. Metingen worden verricht, foto‟s geschoten. Hans zit zo‟n beetje bij Erik en Ben op schoot met zijn camera. Dat zou ik ook wel willen, maar zo goed ken ik Ben en Erik nou ook weer niet.Boer Meyer wordt verwittigd van de vangst en komt direct met zijn vrouw aangereden. Ben drukt hem de vogel in de handen.‟Hij gaat Remt heten, naar jou.‟„Jij weet ook hoe je een boer moet paaien!‟ Maar Remt vindt het allemaal hartstikke leuk. Hij neemt voorzichtig de vogel over en geeft hem vervolgens een, twee, drie de vrijheid terug. Born to be free. Want daar gaat het allemaal om. We gaan naar huis. Ben moet nog even bij een boer langs om te waarschuwen dat er een nest in zijn graszaadveld zit. Hij vertelt hem over de Friese bigamist.„Zijn dan niet álle mannen dat? reageert de
Ana
Als je lid wilt worden van de werkgroep Grauwe Kiekendief moet je een boterhamtrommeltje, een mobiel, een klapstoeltje en hele hoop geduld hebben. Je moet van gezelligheid en bijpraten houden, zorg willen dragen voor de natuur en de Grauwe Kiekendief in het bijzonder en je in een landbouwer kunnen verplaatsen. Dat laatste is voor mij natuurlijk een fluitje van een cent, als kleindochter van een boer.
Even voorstellen, Mijn naam is Bauke Koole. De meesten van jullie kennen mij al omdat ik al aardig wat jaartjes als vrijwilliger meeloop. Per 1 oktober werk ik voor de werkgroep. Ik zal me vooral met het PR-beleid bezig houden. Een nieuwe website staat bijvoorbeeld hoog op het verlanglijstje. Hiernaast zal ik ook werken aan agrarisch natuurbeheer. Ik ben nauw betrokken geweest bij de oprichting van de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief en heb kortstondig in het bestuur gezeten. Hierna ben ik aan het werk gegaan bij het ecologische advies- en onderzoeksbureau Koeman en Bijkerk bv te Haren. Ik heb hier veel gedaan aan de interne organisatie zoals het opzetten en verbeteren van de project- en personeelsadministratie, ervaringen die ik ook kan gebruiken voor de werkgroep. Voor dit bureau heb ik ook ecologisch onderzoek gedaan vooral naar stadsvogels en naar vogels van het open agrarisch gebied. Ik ben geboren in de stad Groningen maar opgegroeid in Leek in het Westerkwartier. Het dorp Leek zoals ik dat heb leren kennen bestaat al lang niet meer, waar vroeger Grutto’s broedden, staat nu patserige nieuwbouw. Als kind bezocht ik vaak de omgeving van het Leekstermeer, dat was toen een waar weidevogelparadijs. In de rietzomen langs het meer zag ik mijn eerste kiekendieven. Tijdens mijn studie, begin jaren negentig van de vorige eeuw, hoorde ik van de braaklegging in het oosten van Groningen. Het was de tijd van McSharry die het Oldambt veranderde in een wildernis. Ik pakte mijn fiets en reed tot in het donker langs de braakpercelen. Roofvogels vond ik mooi maar het was me vooral te doen om de uilen die na het invallen van de schemering geruisloos om je hoofd spookten. Ik bleef het Oldambt bezoeken, ook toen de orde weer was hersteld en het tarwe op de akkers opnieuw wuifde. Hoewel het me toch een aantal jaren is gelukt, is het godsonmogelijk om niet tegen Ben Koks aan te lopen in het Oldambt. Ik kan nog herinneren hoe Ben, tijdens een eerste kennismaking, mij er fijntjes op wees dat alles wat ik tot dusver van vogels wist, rabiate onzin was. Ik moest mij als vogelaar opnieuw uitvinden, daar kwam het op neer. Vanaf dat moment maakte ik me zorgen over de lage muizenstand, zat uren op een klapstoeltje over een akker te turen, banjerde door de Duitse klei met een telformulier in mijn hand of scheurde in een auto over schouwpaden met een antenne zwaaiend uit het open raam. Niemand van ons heeft stilgestaan in al die jaren; in Nederland broeden inmiddels meer dan zestig paartjes grauwe kiekendieven en de werkgroep is een niet meer te onderschatten partij in de soms weerbarstige praktijk van agrarisch natuurbeheer. Als beroepskracht hoop ik nu, samen met jullie, een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan het verhaal van de Grauwe Kiekendief.
Bauke Koole
Geboren! Namens de Werkgroep willen wij Gert en Magriet van harte feliciteren met de geboorte van hun zoon Aron Jonathan Noordhoff op 13 oktober.
Iedereen bedankt voor het aanleveren van de teksten en plaatjes. Stuur foto´s, verhaaltjes en artikelen voor de volgende editie naar
[email protected]