Indien onbestelbaar, dan graag retour naar: secretariaat Piccardthof p/a Oosterweg 37, 9724 CB Groningen.
Heraut
Juli 2011 * Interview nieuwe voorzitter * Leni’s Tuinspiegel * Pieter’s kijk op de ‘hof’ * Het verhaal van de gele & blauwe viooltjes * Egelvriendelijk tuinieren
Piccardthof, bestuur en commissies Bestuur
Voorzitter: Rieks Veeger 06 309 22 944
[email protected] Vice-voorzitter: Frans Tijsterman (050) 311 32 88
[email protected] Secretaris: Dirk de Rijk (050) 318 87 62
[email protected] briefpost: Oosterweg 37 9724 CB Groningen Penningmeester: Wouter Zwanenbeek (tevens voor verzekeringen) (050) 314 70 41
[email protected] briefpost: Peizerweg 27-b 9726 JB Groningen Algemene leden Kees Borrius (zie tuincommissie) Bram de Jong (050) 526 38 28 / 06 275 385 79
[email protected] Leni van Noord (050) 312 69 72,
[email protected] Berend van Petersen (050) 525 65 33
[email protected] Jelte Wolters (zie bouwcommissie) Inge van der Woude (050) 525 82 66
[email protected]
Tuincommissie
Kees Borrius
[email protected]
Ingangen Piccardthof
Ingang Stadspark/Piccardtlaan 4 Abel Tillema 06 272 196 72 Alie Tillema 06 296 040 15
[email protected] Ingang Schweitzerlaan 14 Fam. Veenema (050) 312 25 71
Groentetuinen
Beheer groentetuin Zuid Siska Benniks (050) 526 04 24 Beheer groentetuin Noord Erna de Winter 06 24174835
Tuinlieden (050) 527 63 00 Ronnie Smilda
[email protected] Voor schade aan huisjes
Gerrit Duiker (050) 313 75 77
Redactie Heraut Dirk de Rijk Barth Visser Ineke Visser Foekje van der Wal
Kopijsluiting
Kopij voor de Heraut van oktober 2011 graag vòòr 6 september mailen naar:
[email protected] Of per post: Redactie Heraut, p/a Oosterweg 37, 9724 CB Groningen
Bouwcommissie
Jelte Wolters (050) 534 73 33
[email protected]
Zie voor actuele informatie: www.piccardthof.nl
Heraut
Verenigingsblad van Amateur Tuinders Vereniging Piccardthof Leni’s Tuinspiegel
10
De Piccardthof: eigendom of bruikleen?
Zie je wel eens een egel?
12
Tips voor een egelvriendelijke tuin
Interview Rieks Veeger
6
Een gesprek met de nieuwe voorzitter van de Piccardthof
Pieter’s kijk op de ‘hof’
16
Vorstelijk tuinieren en op zoek naar orchideeën
Het verhaal van de blauwe en gele viooltjes
24
De Piccardthof in oorlogstijd
En verder:
4 Van de redactie 4 Agenda 5 Repair-Café 9 Verslag Rondje Meer 15 A Farm for the Future 20 Isolatie: tips 22 Verslag Fourageerexcursie 27 Handig om te weten
3
Van de redactie Een vernieuwde Heraut
H
eerlijk, nieuwe redactieleden die van wanten weten! Die uw verenigingsblad in een mooi nieuw jasje steken, die uw nieuwe voorzitter aan de tand voelen. Die de praatjes en de plaatjes op hun plek laten vallen. En dat vanuit hetzelfde verenigingsgevoel als al die andere vrijwilligers die zo’n gezonde blos toveren op het nu al 74-jarige gezicht van mw. A.T.V. Piccardthof (voor een mooie teint moet de zomer nog zorgen – we hopen er het beste van!). Maar of u de Heraut nu buiten in het zonnetje tot zich neemt, dan wel hoog en droog onder een dak waar de regendruppels op tikken – we hopen dat u er met plezier in leest en we horen graag wat u ervan vond! Dirk de Rijk
Agenda (zie ook boekje ontspanningscommissie) Uitgelicht: Zaterdag 30 juli en 20 augustus: Repair-Café (zie blz. hiernaast) Woensdag 27 juli: documentaire “A Farm for the Future” (zie blz. 15) Extra: Zaterdag 3 september om 14.00 uur: Lezing vlindervriendelijk tuinieren door Wankja Ferguson Locatie: clubgebouw
4
Repair-Café
Van oud naar nieuw Fietsbanden plakken heb ik nog geleerd van mijn opa, net als een ketting weer omleggen. Velen laten tegenwoordig dit soort klusjes opknappen door een fietsenmaker. Vroeger waren we genoodzaakt om handiger te zijn. Als er nu iets kapot gaat, gooien we het weg en vervangen het of we laten het repareren door een specialist. Op die manier raken we oude vaardigheden kwijt en worden we afhankelijker van professionals. Daarnaast kost dit natuurlijk veel geld, maar ook grondstoffen en energie, die schaarser worden.
Waarom?
Om onze praktische weerbaarheid en veerkracht wat te oefenen is het repair-café bedacht. U komt naar ons met kapotte spullen waarvan u vermoedt dat ze nog te repareren zijn en samen proberen we die weer te maken. Daarbij is het de bedoeling dat u meehelpt en al doende leert, zodat u het de volgende keer zelf kunt. Dit kost u niks.
Wanneer?
U en uw spullen zijn welkom op: • •
zaterdag 30 juli van 10.00 - 12.00 uur zaterdag 20 augustus van 10.00 - 12.00 uur
Waar?
In het verenigingsgebouw. Hier staan Berend van Apeldoorn, Tjeerd Kievit en ondergetekende voor u klaar.
Wat?
U kunt denken aan tuingereedschap, fietsen en eenvoudige elektrische apparaten. Frans Tijsterman
5
Interview Rieks Veeger
Tuingesprek met de nieuwe voorzitter
H
et zal u niet ontgaan zijn: de a.t.v. heeft weer een voorzitter! Een die bij zijn aantreden op de ledenvergadering van 18 juni gelijk aangaf graag met de leden in gesprek te komen. Redactieleden Barth en Ineke Visser stapten na de vergadering dan ook op hem af en maakten meteen maar een afspraak voor een interview. Enige tijd later kwam Rieks bij hen op tuinbezoek om een boom op te zetten over verleden, heden en toekomst. Er ontspon zich een lang en geanimeerd gesprek, waarvan beide interviewers hier een korte impressie geven.
Wie ben je?
“Ik ben een papa van een meisje van 10” is het eerste, verrassende antwoord. En dan: “Ik kom uit een middenstandsfamilie, ben geboren en getogen in de stad. Mijn vader wekte in mij de belangstelling voor architectuur en daarom ben ik na de middelbare school bouwkunde gaan studeren in Tilburg. De eerste drie jaar had ik een studiebeurs, het laatste jaar heb ik in Groningen gevolgd. Daarna ging ik naar kunstacademie Minerva, waar ik zes jaar avondschool grafische vormgeving studeerde. Overdag werkte ik bij een architectenbureau in Groningen dat gespecialiseerd was in restauratie van oude gebouwen. Uiteindelijk bleek mijn voorkeur toch naar 3D-ontwerpen uit te gaan en ging ik, ook weer in de avonduren, op de Academie voor Bouwkunst architectuur studeren. Ik zag er niet tegenop om hard te werken, want ik had er plezier in. In deze tijd is mijn voorkeur voor een bepaalde manier van restaureren ontstaan: een oud en duurzaam gebouw verantwoord bouwtechnisch in orde maken, met oude materialen en kleuren, maar ook: het geschikt maken voor een moderne gebruiker, een link leggen met de huidige tijd, bijv. door het gebruik van glas en roestvrij staal. We leven per slot van rekening in deze tijd”.
Kun je ook als bouwkundig restaurateur kijken naar een tuinvereniging en je nieuwe functie als voorzitter?
“Deze link had ik wel verwacht”, lacht Rieks. “Je kunt iets oppoetsen en een eigentijds glansje geven, maar wat ik wil is het duurzaam, bestendig maken, voor nu en voor de toekomst. Hoe dat eruit moet gaan zien weet ik nog niet precies. Het gaat mij in ieder geval niet om mooie gebouwtjes of fraaie borden, maar meer om het behoud
6
van de Piccardthof: waar plaats je de paaltjes waar je de rode draad langs kunt leggen? Onlangs heeft de gemeente het huurcontract van de vereniging weer met tien jaar verlengd, maar over een jaar of vier moeten we de kaarten alweer klaar hebben liggen voor de jaren daarna. Want dat het contract dan weer verlengd wordt, is niet vanzelfsprekend: daarvoor moet je een stevige politieke, maatschappelijke en sociale basis creëren”.
Hoe zie jij de Piccardthof?
“De Piccardthof is als een dorp, maar in tegenstelling tot een dorp hebben mensen er niet voor gekozen om als groep samen te zijn. Waar ze voor kiezen is om hier een huisje te hebben. Daarbij nemen ze hun cultuur en gedrag mee. Dat geeft de kleur eraan. Bij een tuinvereniging staat het genieten mijns inziens voorop. Dat is een heel ander belang dan bij de oprichting van de Piccardthof in het oorlogsjaar 1942, toen men vooral zijn eigen groentes wilde kunnen verbouwen. Die noodzaak bestaat nu niet meer, maar toch blijven tuinverenigingen bestaan. Ik wil graag weten wat maakt dat dit zo is. Waarom gaan de mensen hier naartoe, waarom betalen ze ieder jaar opnieuw de bijdrage en blijven ze hun tuintje onderhouden? Als je dit kunt benoemen, kun je er met elkaar over praten en kun je motiveren waarom dit voor de toekomst bewaard moet blijven. Als voorzitter ben ik ook nieuwsgierig hoe het bij andere tuinverenigingen gaat. Samen zijn ze een bijzonder cultureel fenomeen en ik vraag me ook af of zoiets ook in het buitenland bestaat, of dat het typisch Nederlands is”.
Wat is de reden dat je hier een huisje hebt gekocht?
“Als jongeman had ik een aantal jaren een moestuintje aan de Tuinbouwstraat. Daar verbouwde ik mijn eerste asperges en andere groenten. Een paar jaar terug voelde ik opnieuw de behoefte aan een tuintje. Het huis waarin mijn partner Sjanet en ik nu wonen heeft alleen een stenen plaatsje en was dus niet geschikt om iets te verbouwen. Uiteindelijk kwam er op de Piccardthof een half tuintje vrij. Onze dochter was toen een jaar of zes en ze bleek het hier enorm naar haar zin te hebben. Dat heeft ertoe geleid dat we eind 2008 het huisje hebben gekocht”.
Wat heb je verder met de natuur?
“Toen ik klaar was met de HTS ging ik met mijn vrienden reizen en toen kwam ik in Nepal terecht. Ik voelde me daar direct thuis en dat is nooit verdwenen. Ik heb daar een ‘trekking’ tot hoog in de bergen gemaakt. We kwamen bij een prachtig meer ver boven de boomgrens en daar ‘hoorde’ ik voor het eerst stilte - ik krijg er nog kip-
7
penvel van als ik eraan denk. Als ik hier ‘s ochtends lekker op de veranda van mijn kopje koffie zit te genieten terwijl de vlindertjes voorbij vliegen, is het maar een klein denkbeeldig stapje naar dat meer van toen en dan zit ik weer helemaal in dat gevoel. En dat is waarom ik het hier zo fijn vind”.
Hoe ben je voorzitter van de Piccardthof geworden?
“Voormalig voorzitter Bram de Jong belde mij op en nodigde me uit voor een gesprek. Daar was ook bestuurslid Frans Tijsterman bij aanwezig. Tijdens dat gesprek zeiden ze: “we zoeken een voorzitter, is dat niet iets voor jou?”. De vraag verraste me wel. Ik mag graag met mensen praten, van ze horen hoe ze “hun ding doen”. Dat had ik in de afgelopen jaren ook op de Piccardthof gedaan, bijvoorbeeld met Ronnie Smilda, de tuinman. Maar dat was al voordat Bram mij vroeg. Ik ben mij in de afgelopen jaren steeds meer gaan interesseren voor mensen en processen, waar ik vroeger voornamelijk bezig was met het behalen van resultaten. Misschien komt het door de opleidingen die ik gevolgd heb, maar ik merkte dat ik plezier had in de omgang met mensen en vaak een goede samenwerking van de grond kreeg. Dat heeft wel bijgedragen aan de beslissing om het voorzitterschap aan te gaan”.
Hoe denk je het voorzitterschap te kunnen combineren met je werk?
“Door in ieder geval niet de werkzaamheden die het bestuur nú al doet naar me toe te trekken, dan heb ik het niet zo druk”, lacht Rieks. “Als je ergens een vliegwiel ziet kun je er af en toe een tik tegenaan geven, zodat het gaat draaien en dat het blijft draaien”.
Heb je ook Piccardthof-doelen voor de korte termijn?
“Een krijtbord! Dat komt in de kantine te hangen en er kunnen korte berichtjes op worden geschreven die je wilt delen. Het moet een laagdrempelige plek worden, waar je even informatie kunt uitwisselen. Denk bijvoorbeeld aan wat de kantine de volgende dag klaar gaat maken of een berichtje van Sofie aan Anne dat ze vanmiddag graag met haar wil gaan spelen. Maar je kunt er ook op zetten dat er een email naar alle leden is uitgegaan. Je moet er even naartoe om het te lezen en het draagt mijns inziens bij aan de onderlinge binding van de bewoners van het park. Daarnaast heb ik nog een lijstje met puntjes waarvan ik denk dat ze wel iets voor de Piccardthof zouden kunnen zijn. Enkele daarvan heb ik inmiddels gedeeld met het bestuur. Wat ik ook graag zou willen stimuleren is de opvolging van vrijwilligers. Wouter Zwanenbeek is zijn laatste termijn als penningmeester ingegaan. Om voor hem een opvolger te vinden moet je weten wie er op het park wonen. Wie is je buurman, wat
8
zijn diens talenten en ambities? Vervolgens moet je hem of haar ook aanspreken. Mensen vinden het leuk om gevraagd te worden. En dat is voor mij ook een reden om met hen te gaan praten - het informele circuit is enorm belangrijk. Tegelijk bevorder je er die binding mee waar ik het eerder over had. En volgend jaar bestaan we 75 jaar. Een unieke gelegenheid om iets bijzonders te doen en de Piccardthof extra onder de aandacht te brengen bij bijvoorbeeld de gemeente, maar ook de Groningers. Wat dat betreft mogen we af en toe wel iets grootschaliger denken en meer naar buiten treden”. Barth & Ineke Visser
Rondje Méér
Rondje méér blijkt rondje meer regen Tegelijk met de Noordelijke Tuin en Kunst Tiendaagse vonden op 19 juni Rondje Méér en de open tuindag van Groei en Bloei plaats. Met de kachel aan en bij de harde wind liep het uit op een regenachtig en koud gebeuren. De gastheer en de gastvrouw van ons clubgebouw ontvingen die dag welgeteld drie gasten. Bij de open tuin van Leo en Linda Haak aan de Maluslaan 5 bleef de teller zelfs op nul staan, terwijl deze tuinambassadeurs vorig jaar op één dag tachtig tuinliefhebbers mochten verwelkomen. Kunstgalerie Tinus Plotseling werd verplaatst van het plantsoen aan de Hortensialaan naar de achterzijde van tuinhuisje nr. 4. Deze watersnoodopstelling trok toch nog zestien kunstenthousiasten. Aan de Lijsterbeslaan 11 had Silvia Benniks hoog en droog mooi schilderwerk uitgestald in haar tuinhuisje. Buiten de poorten van de Piccardthof deden onze leden Robin Stemerding (Maluslaas) en Joukje Pees (groententuin) mee aan het Rondje Méér-kunstgebeuren. Pieter Kramer
9
Leni’s Tuinspiegel
Van ons?
H
é, wat ligt daar nu op ons gazonnetje? Rond het middaguur kom ik aan bij de tuin. Tussen de bloemen door zie ik grijze en blauwe kleuren en iets blonds in het groene gras. Wat ligt daar toch? Ondertussen vergeet ik helemaal te kijken of de akeleien nog bloeien. En ook de groeispurt van het vingerhoedskruid gaat aan me voorbij. Dan zwaait er ineens een hand en herken ik mijn bezoek. Ik heb met een vriendin afgesproken in de tuin. O jee, is het al zo laat? Ik had gehoopt nog net vóór haar te arriveren. Alvast theewater op te zetten. De vriendin is meestal netjes op tijd. Ik ben iemand van op het nippertje… Het wordt een leuke middag. We drinken grote koppen thee, eten lekkere broodjes en raken weer op de hoogte van elkaars belevenissen. Later schiet de eerste gedachte weer in mijn hoofd. De gedachte die bij mij boven kwam toen ik de tuin naderde: hé, dit is ónze tuin en wie of wat durft hier zomaar binnen te stappen? En het feit dat mijn vriendin zich zo lekker had neergevleid op het gras.
10
In bruikleen
Dat idee van ‘dit is van ons’. Zo beleef ik het, maar in hoeverre is dit terecht? Punt een: we huren de grond. Punt twee: sinds de oprichting van Piccardthof hebben verschillende tuinders hier hun tijd doorgebracht en ooit zullen weer andere mensen van ‘ons stekkie’ genieten. Punt drie, ik kan wel denken dat het van ons is maar ik hoef mijn kont maar te keren en het is weer duidelijk wie de werkelijke eigenaar is: de natuur! Dat is het: we hebben de tuin in bruikleen. Van de vereniging. Om er van te genieten en om er voor te zorgen. De vereniging heeft de tuin op haar beurt weer in bruikleen van de gemeente. Als je het in een groter verband bekijkt, zijn er mensen die zeggen dat wij de tuin (of: mensen de aarde) lenen van de toekomstige gebruikers. De generaties na ons, de kinderen die nu opgroeien. Dat vind ik een mooie gedachte. ‘Hoeder’ zijn van een heel klein stukje aarde, in de wetenschap dat de mensen na ons ook de mogelijkheid hebben om ervan te genieten. En wat een geluksvogels zijn wij dat we deze plek op dit moment ‘van ons’ en ‘thuis’ mogen noemen! En wij zijn niet de enige. De bodemdieren, de viervoeters, de vogels, vlinders en insecten, ook zij voelen zich thuis in dit stukje groen.
Geen tijd
Liggen in het gras. Zou ik als bezoeker, die zich op dat moment verder nergens druk over hoeft te maken, bij iemand anders misschien ook op het idee zijn gekomen, liggen niksen in het gras, naar de hemel staren? Ik realiseerde me ineens dat ik dat in onze tuin eigenlijk zelden doe. De belangrijkste reden is dat ik denk dat ik er geen tijd voor heb. Immers, er zijn altijd dingen te doen. In deze tijd van het jaar het verwijderen van uitgebloeide bloemen bijvoorbeeld, of het opbinden van omgevallen groen, het helemaal terug knippen van planten omdat ik zo geniet van het frisse blad dat daarna opkomt. Of de schoonmaakbeurt waar schelpenpad en terras weer om vragen. En anders is er wel iets aan het tuinhuis dat een likje verf kan gebruiken.
Geef mij maar
Met al die dingen die zogenaamd moeten, daar zit ik mezelf mee op te jutten. Dat weet ik inmiddels. De meeste dingen doe ik natuurlijk ook omdat ik ze leuk vind. Maar soms is het goed om even te ontspannen. Ik heb het voorbeeld van m’n vriendin gevolgd nadat we afscheid hadden genomen en zij huiswaarts keerde. Het gras was zachter dan ik me herinnerde. Goh ja, je hebt wel een heel ander uitzicht zo. Maar al heel snel wist ik weer waarom liggen in het gras niet tot mijn favoriete manieren van niksen behoort. Na een paar minuten voel ik een onplezierige, klamme vochtigheid op mijn huid ook al leek het gras droog. En wat kriebelt daar nou weer? Is dat een grasspriet, een mier of een pissebed? Nee, geef mij maar een stoel om even op te niksen. Met een krukje voor de benen alsjeblieft. En heb ik genoeg genikst, dan blijf ik met een goed boek graag nog langer zitten… Leni van Noord
Wil je reageren op Leni’s tuinspiegel? Je kunt haar mailen op:
[email protected] Met een goed boek is het lekker zitten Foto: Pete Hunt
11
Zie jij wel eens een egel? Egelvriendelijk Tuinieren
I
edereen weet hoe een egel eruit ziet, maar wie ziet ze nog? Wij niet! Ja, platgereden, op de snelweg, maar dat bedoelen we eigenlijk niet. We bedoelen een levende, rustig rondscharrelende, knorrende egel. Zo ééntje die in je tuin op zoek is naar wormen, insecten en naaktslakken en jou daarmee mooi van wat minder leuke beestjes afhelpt. Ook al is het jaar van de egel allang weer voorbij, tòch zouden we graag eens een idee krijgen hoeveel egels er ongeveer op de Piccardthof rondlopen. Zou je ons willen mailen, als je zeker weet dat er in jouw tuin regelmatig een egel rondloopt? En natuurlijk vinden we andere egelwaarnemingen ook leuk: een overwinteringsplek, nestplaats, jongen, noem maar op. We horen graag van je:
[email protected]
Tips voor een egelvriendelijke tuin
Met een aantal (kleine) aanpassingen is iedere tuin egelvriendelijk(er) te maken. Zelfs kleine tuinen. Wel is het belangrijk dat de egels dan van de ene naar de andere tuin kunnen en naar omliggende groenstroken.
12
WEL DOEN! •
Egels houden van een dak boven hun hoofd. Laat bladeren en een stapel takken in de tuin liggen, hieronder kunnen ze een nest maken.
•
Een rommelhoekje. Met wilde planten en struiken waar egels tussen kunnen kruipen.
•
Een composthoop, egels vinden hier slakken en kunnen het als slaapplaats gebruiken.
•
Zorg dat er een opening in de schutting is waardoor egels van de ene naar de andere tuin kunnen lopen. Of liever nog, leg een heg aan. Een hermetisch afgesloten tuin kan niet worden bezocht door egels. Een heg biedt ze ook beschutting (ze mijden als het even kan open velden).
•
•
Zorg voor een schaal vers water, niet alleen egels vinden dit fijn ook andere dieren maken er gebruik van. Een vijver is ook geweldig. Maar wel eentje waar egels in en uit kunnen komen! Bijvoeren kan geen kwaad. Egels lusten graag kattenvoer, gehakt of speciaal egelvoer. Geen melk! Daar krijgen ze diarree van!
NIET DOEN! •
Egels kunnen klem raken in rechthoekig schapengaas. Gebruik daarom kippengaas of ruitvormig gaas als afscheiding en maak een aantal ‘egelpoortjes’ waar egels gemakkelijk door heen kunnen (minimaal 12 bij 12 cm).
•
Pas op met een net over de moestuin. Hang deze hoger dan 30 cm zodat egels er niet in verstrikt kunnen raken.
•
Controleer voor het leeghalen van de composthoop eerst of er geen egel (soms zelfs met jongen) een nest in heeft gemaakt.
•
Egels zijn goede zwemmers maar verdrinken soms in tuinvijvers met een rechte oever waar ze niet uit kunnen komen. Leg een schuin loopplankje in de vijver of zorg voor een lichte helling bijvoorbeeld met keien, zodat egels eruit kunnen kruipen. Ook vogeltjes vinden dat ideaal en nemen graag een bad.
•
Egels worden ziek van melk, zet dus geen schoteltje melk neer (water vinden ze wel fijn).
•
Sluit keldergaten / putten af zodat egels er niet in kunnen vallen of leg er een plankje in zodat ze er zelf weer uit kunnen klimmen.
13
WEL DOEN! (vervolg) •
Plaats een egelhuis in de tuin. Leuk om zelf te maken maar ook kant en klaar te koop.
•
‘Hoe meer tegels, hoe minder egels.’ Een terras kan prima maar laat ook groen over in uw tuin. Essentieel voor voedsel en beschutting. Bloemen en planten, zowel hoger als laag bij de grond zijn goed voor egels. Egels vinden het fijn door een dicht begroeide bodem te lopen, deze geeft beschutting.
NIET DOEN! (vervolg) •
Ruim rondslingerend afval, jampotten en (prikkel)draad op. Egels zijn nieuwsgierig en steken graag hun snuit ergens in, ze kunnen erin verstrikt raken en stikken.
•
Gebruik geen gif (slakkengif, insecticiden, pesticiden etc.). Egels eten de slakken die het gif hebben gegeten.en gaan er dood aan. Egels zijn trouwens ideale hulpen van iedere tuinman en ruimen de slakken graag voor u op.
•
Controleer voor het opruimen of verbranden van hopen gras, tuinafval, oude bladeren en takken of er geen egel onder woont.
•
Sluit schuurtjes, garages en stallen ’s nachts af om te voorkomen dat egels erin op gesloten raken wanneer onopgemerkt de deur wordt gesloten of ze er een nest maken.
Ingrid Vroom
Meer weten? • www.jaarvandeegel.nl: o.a. dit artikel & andere wetenswaardigheden • www.zoogdiervereniging: o.a. tips voor het fotograferen van egels • www.landleven.nl: instructies voor het maken van uw eigen egelhuis • www.vivara.nl: kant en klare egelhuizen
14
A Farm for the Future
Binnenkort in een theater op de Piccardthof “A Farm for the Future” is een film die belicht hoe de landbouw er in het “postaardolietijdperk” uit zou kunnen zien. Zoals we allemaal al kunnen merken aan de stijgende prijzen van brandstof en grondstoffen, zijn we aardig op weg Moeder Aarde uit te putten. We consumeren nu al anderhalf keer zoveel als de planeet kan opbrengen, dus hoe dat verder moet als China en India verder groeien en daar ook iedereen auto gaat rijden.... Daarbij moeten we ons realiseren dat onze gehele economie drijft op aardolie, een goed dat steeds schaarser aan het worden is. De afgelopen jaren hebben we steeds meer arbeid laten doen door machines. Ook de moderne landbouw draait op aardolie: dieselbrandstof, insecticiden, kunstmest, droogmachines zijn allemaal afhankelijk van fossiele brandstoffen.
De maakster van deze film erft de boerderij van haar vader, wil het bedrijf voortzetten, maar komt er achter hoe afhankelijk de landbouw geworden is van olie. Ze neemt zich heilig voor om te gaan boeren zonder deze afhankelijkheid, maar ze heeft aanvankelijk geen idee hoe ze dat moet aanpakken. De film “A Farm for the Future” laat een boeiende zoektocht zien langs verschillende permacultuurprojekten, waarbij gewerkt wordt vanuit respekt voor de natuur, waarbij men denkt vanuit kringlopen en niet wil beheersen, maar slechts beheren. Te zien op: woensdag 27 juli om 20.00 uur in het clubgebouw De film is Nederlands ondertiteld. Frans Tijsterman
Beeld uit de film “A Farm for the Future”
15
Pieter’s kijk op de ‘hof’ Vorstelijk Tuinieren
N
iet alle tuingenoten zijn in het bezit van een tuin met een huisje erop. Zij bewerken alleen maar een groentetuin. Zo ook het echtpaar Evert en Zwaantje Schuls. Tijdens hun bijna 65 jaar lange huwelijk zijn ze veertig jaar lang van de stad naar de Piccardthof getrokken om hun akkertje te bewerken. Zij bij hem achterop de fiets zittend, met een opgevouwen trui als kussen. De laatste jaren met de auto en dan verder lopend door de Goudenregenlaan naar hun tuin op Noord, naast de bijenstal. We zullen dit vertrouwde beeld echter moeten missen – Evert Schuls is op 30 maart j.l. overleden. Hij is 85 jaar geworden.
Hun koninkrijkje lag vrijwel in de schaduw van het Evert en Zwaantje Schuls op hun tuin machtige Gasuniegebouw en omvatte tevens een piepklein onderkomen om aan stortregens te ontkomen en wat gereedschap te stallen. Tussen het tuinieren door verpoosde Evert zich met vissen in de sloot of hij zat, met de benen gestrekt op een houten tafeltje, te lezen in de National Geographic. Het zou maar zo kunnen dat prins Bernhard in zijn allerbeste jaren het nooit voor elkaar heeft gekregen om er zo riant bij te zitten als Evert Schuls op zijn stoeltje, op zijn tuintje, in de buitenlucht.
16
De Grote Dag
Midden april is het zover: de schatting van het aantal te verwachten orchideeën in de tuin Hortensialaan/hoek Maluslaan. In Tibet gaan de monniken als de tijd daar is op zoek naar een nieuwe Dalai Lama. Voorop gaat dan de monnik die weet waar hij moet zoeken. Op de Piccardthof hebben wij daarvoor Geert Veenema, die als oudtuinbaas van het Stadspark ook weet waar hij moet zijn. Op de Grote Dag neemt Geert afscheid van Carla en de hond en verlaat zijn woning bij het grote hek van de parkeerplaats. Korte tijd later kruipen hij en hortulanus Pia met de neuzen bijna op de grond door de tuin op zoek naar tekenen van orchideeën. Ze worden daarbij gadegeslagen door enkele omwonenden, die de uitkomst met spanning afwachten. Een paar jaar geleden moest je een gevlekte orchidee werkelijk met een lantaarntje zoeken en meer dan een stuk of zeven vond je er dan nog steeds niet. Dit jaar kan de vereniging wel een handeltje beginnen: zo’n 50 orchideeën zijn het er.
Geert en Pia op zoek naar orchideeën
De suikerstruik
Onze tuingenote Annie, die zeer slecht kan zien, vertelde dat Gerrit Duiker haar de kruidentuin heeft laten ‘zien’. Dat is dan veel vertellen en alle planten aanraken. Gerrit heeft een passie voor huisjes en weet alles van kruidenplanten. “Dit is een plant waar ze drop van maken,” zegt Gerrit dan.
17
Gerrit en Jannie kwamen eens bij ons op visite. “Jullie kunnen binnenkort de suikerpot wel weggooien,” voorspelde Gerrit. Hij had voor ons een bloempot met een suikerstruik meegenomen – dit terwijl de gemeente de ‘eetbare stad’ nog niet eens had uitgevonden. Wij plantten de suikerstruik naast ons huisje en je zág hem groeien. Gerrit kreeg al snel gelijk. Kort nadat wij onze suikerpot naar de kringloopwinkel hadden gebracht, werd ook de suikerfabriek gesloten en vervolgens afgebroken. Als wij tegenwoordig op visite gaan, geven wij ook een suikerplant uit eigen tuin cadeau (het sloopbedrijf is inmiddels van de suikerfabriek op weg naar de cadeauwinkel).
Texas op de Piccardthof
Twee zwemmers die zaterdagochtend 4 juni naar de Piccardthofplas wilden lopen, keken raar op toen de hun weg versperd zagen door twee Schotse hooglanders met hoorns. Twee van de
Bijna een brug te ver...
18
vier grazers van Natuurmonumenten waren vanaf hun terrein over het harde zand en door de ondiepe sloot naar het eiland gewaad. Vervolgens waren ze het wandelpad afgelopen, langs de roeiboten, tot aan het bruggetje aan de Hortensialaan. Ach ja, het spreekwoord zegt het al: het gras is altijd groener aan de andere kant van het hek. Aan dit wildwesttafereel kwam een eind toen bleek dat een van onze tuingenoten het ‘free style’-runderdrijven beheerste. Dat is geen rodeo met veel lawaai, maar de dieren met subtiele gebaren rechtsomkeert laten maken. Aan de overkant van de sloot stonden de twee achterblijvers al reikhalzend en loeiend uit te zien naar hun soortgenoten. Nadat die het water waren ingestapt, dat hun maar tot de knieën reikte, werd hun baas bij Natuurmonumenten ingelicht. Die kwam en sprak de twee avonturiers vermanend toe. Daarna zijn ze allemaal tot nader orde achter het hek in het weiland bij de ophaalbrug gezet.
Een verjaardag…
Op 25 mei j.l. mocht tuingenoot Klaas Visser zijn 83e verjaardag vieren. De oudmeubelmaker is sinds de jaarwisseling opgenomen in verpleeghuis Coendershof.
… en een afscheid
Na een ernstige ziekte is op 25 mei onze tuingenote Rita Viersma op 58-jarige leeftijd overleden. Rita had samen met haar man, Jan Doevendans, en haar dochters Xantha en Mion de twee laatste huisjes achteraan de Maluslaan, recht tegenover de orchideeëntuin. Rita is vrijwilligster geweest bij het Groninger Landschap. Op Hemelvaartdag is in een tuin van deze natuurorganisatie bij het Reitdiep afscheid van haar genomen. Een dag later vond de begrafenis plaats. Rita heeft de grondslag gelegd voor de natuurlijke tuin tegenover haar huisje. Wij zullen aan haar denken als we naar de mooie bloemen, libellen en vlinders in deze orchideeëntuin kijken! Pieter Kramer
19
Isolatie Sommige mensen op de Piccardthof gebruiken alleen in de zomer hun tuinhuisje en dan heeft het weinig zin dat te isoleren. Anders liggen de zaken als het huisje ook in voorjaar, najaar of winter wordt gebruikt en er een kachel is voor een aangename temperatuur. Een goed geïsoleerd huisje warmt namelijk sneller op en daardoor hoeft de kachel minder hard te werken. Nu zijn er ook wel gevaren verbonden aan het isoleren. Wanneer dit niet goed gebeurt, kan het huisje vochtig worden en snel gaan rotten. De vraag is dus: hoe isoleer ik mijn tuinhuisje goed?
Hoe ontstaat vocht?
Één gegeven is erg belangrijk, namelijk dat warme lucht, dus de lucht in het huisje, veel meer vocht kan bevatten dan koude lucht. Wanneer warme lucht afkoelt, ontstaat er condens (druppels vocht). Dat zie je duidelijk als warme lucht tegen een koud raam komt: het glas beslaat. Wanneer er nu simpelweg isolatie in een holle wand wordt gedrukt, wil de warme lucht uit het huisje door deze wand naar buiten, koelt af en het vocht uit deze lucht blijft midden in het isolatiemateriaal steken. Dat wordt nat en isoleert minder, maar wat erger is, het vocht trekt ook in het houtwerk rondom, dat gaat schimmelen en rotten. Er ontstaat dan een bedompte, vochtige sfeer in het huisje.
20
Vocht van binnenuit
Vocht dat in het huisje ontstaat door de adem van mensen, door het koken, door de kachel, mag niet in de wanden trekken, maar moet door een geopend raam of een ventilatierooster worden afgevoerd. En wat erg belangrijk is; tussen de isolatie en de binnenwandbekleding (zoals gips of triplexplaten) moet een zogenaamde dampdichte laag (een laag waar vochtige lucht niet door heen kan) aangebracht worden. Dit kan in de vorm van plasticfolie of noppenfolie, met de zilverpapierlaag naar binnen gekeerd. Sommige soorten isolatie hebben van zichzelf al zo’n zilverpapierlaag en deze laag moet aan de binnenkant komen. Deze dampdichte laag moet zo luchtdicht mogelijk op de houten balken worden aangebracht, zodat binnenlucht nergens bij de isolatie kan komen. Voor het dak en de vloer geldt ongeveer hetzelfde: de dampdichte laag moet direct onder de vloerplanken of direct achter de binnenbekleding van het dak worden aangebracht.
Vocht van buitenaf
Een tweede belangrijk punt is de buitenkant van het huisje. Vocht dat ondanks alle maatregelen binnen toch nog in de isolatie komt, moet aan de buitenkant kunnen verdampen. Daarom is het belangrijk dat er tussen de buitenwandbekleding en de isolatie wat ruimte blijft. Hierdoor kan lucht stromen, die vocht uit de isolatie naar buiten afvoert. Bij een buitenbekleding van houten planken ontstaat er automatisch wat ventilatie door de spleten tussen de planken.
Bij dakpannen of dakpanplaten ontstaat er ventilatie onder de pannen of platen en ook bij daksingels ontstaat ventilatie tussen de spleten van de afzonderlijke singels. Bij een dak geplakt van rollen bitumen is het oppassen, want hier ontstaat aan de buitenkant een waterdichte laag, waardoor vocht uit de isolatie niet naar buiten kan. Hier is het de beste oplossing om isolatieplaten op het dak tussen de bitumenlagen aan te brengen. De isolatie wordt dan als het ware helemaal waterdicht ingepakt. De Bouwcommissie
21
De Fourageer Excursie
Verslag excursie Saskia Nieboer van 25 juni 2011 Wie is Saskia Nieboer?
S
askia is al jarenlang bezig met kruiden en weet daar zo langzamerhand enorm veel van. Ze heeft een bedrijf (www.degroenezon.nl) dat gehuisvest is in de Wiershoeck in Beijum, waarbij ook een grote tuin aangelegd is. Die tuin is voor haar een prachtige voorraadschuur voor al haar cursussen. Je kunt bij haar allerlei zalfjes, tincturen, theeën of siropen leren maken, op basis van kruiden die daar groeien. Ze vindt het ook leuk om ergens anders een excursie te geven, dus hebben we haar uitgenodigd om eens op de Piccardthof langs te komen.
Wat is een fourageer excursie?
Fourageren is eigenlijk al lopend door de natuur je kostje bij elkaar scharrelen. Ooit deden wij dat ook, maar tegenwoordig lopen we liever naar de (super) markt. Sommige mensen vinden het leuk om hun eigen groente te telen, maar op zoek gaan in de natuur? Die kennis is vrijwel verdwenen en onbekend maakt onbemind. Vandaar dat we heel veel planten maar als onkruid zijn gaan bestempelen en zo snel mogelijk uit de grond rukken. Van Saskia hebben we nu geleerd, dat dat eigenlijk heel dom is. Want (on)kruiden zijn vrijwel per definitie sterke, gezonde planten, omdat ze altijd hun beste groei-
22
plek uitkiezen en in hun eigen tempo kunnen groeien. Daardoor bevatten ze veel meer waardevolle stoffen (mineralen, vitaminen) dan de doorsnee groente uit de winkel. En zijn ze dus ook veel gezonder voor ons.
Voorbeelden?
Zevenblad en Brandnetel: van beide planten kun je de jonge blaadjes gestoofd eten. Het proeft spinazie-achtig en zit boordevol mineralen. Brandnetel is ook nog es goed tegen jicht! Heermoes: hoort bij de alleroudste planten en heeft voor een groot deel het steenkool gevormd, als 30 meter hoge bomen! Het bevat veel mineralen en kiezelzuur, vandaar dat het vroeger ook gebruikt werd om hout mee te polijsten. Als je last hebt van lage rugpijn (vooral nadat je teveel heermoes hebt verwijderd…) dan kan een afkooksel ervan in je bad veel helpen. Melde: zowel de groene als de rode kun je jong stoven, het is familie van de spinazie. Herderstasje: de tasjes (oftewel zaden) zijn eetbaar en verbeteren je bloeddruk, bovendien versterken ze de weeën. Perzikkruid: de gedroogde wortel is bloedstelpend. Vandaar dat er heel vroeger alleen oorlog gevoerd werd als er voldoende perzikkruid-wortel was. Dus: geen perzikkruid – geen oorlog!
Stinkende Gouwe: het bijtende, gele sap is goed voor de lever. Opeten is niet aan te raden, maar je kunt ook een klein beetje sap op je huid aanbrengen, dan dringt het ook naar binnen. Heb je wratten? Drie weken lang elke dag even aanstippen en weg zijn ze! Kleefkruid: verhoogt de weerstand via het lymfensysteem en verzacht Psoriasis. De blaadjes zijn niet te eten, dus je moet er een zalf van maken. Hondsdraf: helpt tegen hoest en holteontstekingen. (Breedbladige) Weegbree: helpt tegen oorontsteking in de gehoorgang. Enzovoort, enzovoort. Saskia vertelde, dat ze tijdens zo’n excursie vaak niet meer dan 500 meter aflegt, zoveel is er te vertellen. En inderdaad: onze wandeling van het clubgebouw, via de Kruidenlaan, naar de Bloemenweide en dezelfde weg terug, duurde bijna twee uur. Maar we hebben ons geen seconde verveeld, want Saskia zat vol boeiende en vaak heel grappige wetenswaardigheden.
Herderstasje
Kortom: een erg leuke en leerzame ochtend, die mijn kijk op onkruid behoorlijk heeft veranderd. En zeker niet simpeler gemaakt… Voor de zeer geïnteresseerden: op de Piccardthof site kun je een veel uitgebreidere lijst vinden, van wat er die ochtend allemaal langskwam, onder de Tuincommissie. Ingrid Vroom Hondsdraf
23
Het verhaal van de blauwe en gele viooltjes Aan het begin van dit tuinseizoen mochten wij in de bloembakken aan de Hortensialaan enkele viooltjes planten. Dit waren niet zo maar viooltjes, want er zit een verhaal achter.
Bommenwerper
O
p 20 oktober 1943 is de hele bemanning van een grote viermotorige bommenwerper boven Piccardthof omgekomen. Het vliegtuig was die nacht vanaf Duitsland op thuisreis naar de vliegbasis Grimsby in Engeland, toen het bij de stad Groningen door een Duits toestel werd beschoten en in de lucht explodeerde.
Brokstukken
De brokstukken kwamen verspreid over een groot gebied neer bij de Madijk in Eelderwolde (nu Ter Borchlaan). Later zijn nog diverse onderdelen uit de Boumaplas opgevist, de kleine voorloper van de Piccardhofplas. Een van onze oudste Piccardthofleden, die nu in de 90 jaar is, weet te vertellen dat bij het neerschieten van het vliegtuig ook het eerste plasticglas (hij noemt het ook wel mica) mee naar beneden gekomen is. Ondernemende tuinders wisten hier weer afdakjes en raampjes van te fabriceren.
24
Gronings luchtruim
Aan het einde van de middag van de 20e oktober waren van diverse bases in Engeland 358 Lancasters voor de eerste ‘grote’ aanval op de Duitse stad Leipzig opgestegen. Zoals altijd ging hun doortocht in het Groningse luchtruim met een enorm lawaai gepaard. Bij veel gezinnen werden dan de kinderen uit bed gehaald en aangekleed, terwijl ondertussen boven hun hoofden Duitse jagers probeerden de Britse bommenwerpers neer te schieten. Daarna probeerden de Groningers nog snel een paar uurtjes slaap te pakken, want tijdens de terugtocht begon alles weer van voren af aan. Het slechte weer speelde de Engelsen overigens op de heenreis parten en alleen al hierdoor gingen 16 bommenwerpers verloren.
Oorlogstuin
De Piccardthof is in 1942 aangelegd als oorlogstuin. De Duitsers verdreven volkstuinders namelijk uit het toenmalige stadsgebied om in hun tuinen zwaar luchtafweergeschut op te kunnen stellen. Nieuwe tuinen kwamen er op de weilanden achter het Stadspark, toen nog grondgebied van Haren. Om de groenteteelt te bevorderen werd eerst het waterpeil verlaagd.
Vrijwillige vliegeniers
De zeven jonge vliegeniers uit de bommenwerper zijn naast elkaar in Eelde begraven. De Pilot Officer werd 21 jaar. Het was pas de tweede gevechtsvlucht die hij leidde. Zoals alle Britse bommenwerpers bestond de bemanning geheel uit vrijwilligers, die tekenden voor een tour van dertig vluchten boven vijandelijk gebied. Dit was hun 27e – nog drie erbij en ze hadden op verlof gekund. Afgezien van de 31-jarige Canadese staartschutter waren ze allemaal Britten van voor in de twintig.
Viooltjes
In het voorjaar werden zoals elk jaar op hun graven enkele vierkante meters viooltjes geplant. Dit jaar hadden die de kleuren van de Royal Air Force: geel en blauw. Uit dezelfde partij en van dezelfde kwekerij kwamen de violen die wij eind maart in de bloembakken aan de beide uiteinden van de Hortensialaan mochten planten. Historisch juister zou de bloembak bij de ingang Stadspark zijn geweest. Het achterste deel van de hof is immers pas na de oorlog aangelegd. Op de dag van Dodenherdenking, 4 mei, hebben wij bij een van de bloembakken een bord met een korte tekst geplaatst. We hebben het weer weggehaald op het tijdstip waarvan wij wisten dat een van de oude Lancasters die de oorlog overleefd hebben aan zijn fly-by over de Eelder graven begon als eerbetoon
Gele en blauwe viooltjes aan de Hortensialaan
25
aan de gevallenen - een gebeurtenis waarvoor overigens enkele officieren van het 100e RAF-squadron in ceremonieel grijs uniform naar Eelde waren gekomen; in aanwezigheid van de nabestaanden zagen zij hoe heel langzaam het oude viermotorige propellervliegtuig zeer laag over de graven heen kwam vliegen. De tijd staat niet stil op de Piccardthof en de viooltjes worden alweer uit de bloembakken gehaald om plaats te maken voor andere planten. De man met zijn anderhalve gieter watert de plantjes in de bloembak bij zijn huisje. Een van de nieuwe leden zegt ‘dat ga ik ook maar eens doen met de bloembak voor mijn deur’. De zon breekt door. Een vogel vliegt over de Piccardthof. Een vreedzame rust alom... Pieter Kramer
26
Handig om te weten Clubgebouw
Tot de zomervakantie geopend op: Vrijdag: 17.00 - 20.00 uur Zaterdag: 14.00 - 22.00 uur Zondag 14.00 - 19.00 uur gastheer/-vrouw: Arie & Tineke In de zomervakantie geopend op:: Dinsdag, donderdag, vrijdag, zaterdag: 15.00 - 24.00 uur Woensdag: 15.00 - 21.00 uur Zondag: 15.00 - 20.00 uur gastheer/-vrouw: Cor & Siskia
Ontspanningscommissie
Het boekje met alle activiteiten ligt bij je huisje op je te wachten!
Karretjes
Te vinden bij beide ingangen en gratis te gebruiken. Wel graag daarna meteen terugbrengen zodat anderen deze ook weer kunnen gebruiken! Let op: de nieuwe blauwe karren zitten net als winkelwagens vast aan een ketting en daar moet een muntje van 1 euro in om deze los te koppelen!
Klein tuinafval
Klein tuinafval (beslist geen takken!) kun je kwijt op de aanhanger bij de loods van de tuinlieden. Zij legen deze aanhanger regelmatig. Is hij vol, bied dan je afval op een ander tijdstip aan. Van het klein tuinafval maken we compost en dat gebeurt op de groentetuin-noord.
Huisvuil
Tijdens het zomerseizoen (1 april t/m de herfstvakantie) halen de tuinlieden iedere maandag het huisvuil voor je op. Je gebruikt daarvoor een grijze afvalzak (niet zwaarder dan 10 kilo) met daarop een sticker geplakt van de vereniging. De stickers kosten € 1,15 per stuk en zijn verkrijgbaar bij de beheerders. Ontbreekt de sticker dan moet je zelf voor verwijdering zorgen. Het spreekt voor zich dat milieugevaarlijke stoffen en glas niet in deze afvalzak thuis horen.
Chemisch afval
Klein chemisch afval en gebruikte accu’s kun je kwijt bij de beheerder aan de Stadsparkzijde.
Glas
Tijdens het zomerseizoen kun je flessen deponeren in de glascontainer achter het clubgebouw.
Grof vuil
Grof vuil of bouwafval kun je tegen betaling en op afspraak laten afvoeren door onze tuinlieden.
Gasflessen
Ingang Stadspark/Piccardtlaan 4 Maandag: 10.30 - 12.00 uur Dinsdag, donderdag, vrijdag: 17.00 - 19.00 uur Zaterdag: 10.00 - 13.00 uur Woensdag en zondag gesloten. Niemand aanwezig? Probeer het later dan nog eens!
Piraten maken de speelweide onveilig 14 mei 2011