Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Help gebruiken
Vorige
1
Help gebruiken On line Help gebruiken Adobe® Acrobat® Reader® 5.1 bevat een volledige documentatie in een toegankelijk, op PDF-gebaseerd Help-systeem. Het Help-systeem (een PDF-document) bevat informatie over de Acrobat Reader-programma's, opdrachten en functies voor de besturingssystemen Microsoft® Windows® en Mac OS. Het bestand kan ook worden afgedrukt als een handige bureaubladverwijzing. A
B
C
Adobe Acrobat Reader Help A. Klik op een bladwijzer om naar het betreffende onderwerp te gaan. B. Gebruik de navigatiemiddelen in de kop- en voettekst om door het bestand te bladeren. C. Klik op een hyperlink om naar de bijhorende sectie te gaan.
U kunt de on line Help als volgt afsluiten: Kies Bestand > Sluiten.
Bladwijzers gebruiken De inhoud van Acrobat Reader Help wordt weergegeven als bladwijzers in het bladwijzerpalet aan de linkerzijde van het scherm. (Als het palet niet is geopend, kiest u Venster > Bladwijzers.) Als u de onderliggende onderwerpen wilt weergeven, klikt u op het plusteken naast een onderwerp. Het onderwerp wordt uitgevouwen, zodat de onderliggende onderwerpen worden weergegeven. Elke bladwijzer is een hyperlink naar de gekoppelde sectie van het Help-document. Klik op de bladwijzer om een onderwerp weer te geven.
Door de Help bladeren De kop- en voettekst van het on line Help-document van Acrobat Reader bevat handige navigatiekoppelingen. • Klik op Help gebruiken om terug te keren naar deze sectie over het gebruik van de Help-functie. • Klik op Inhoud om de inhoudsopgave weer te geven. • Klik op Index om de volledige index van Acrobat Reader Help te bekijken. Klik op het paginanummers naast een index-ingang om de verwante informatie weer te geven. Als u een andere ingang wilt proberen, klikt u op Terug om terug te gaan naar de index. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
1
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
2
•
Klik op de pijlen Volgende pagina bladeren.
•
Klik op de koppeling Vorige om terug te gaan naar de laatste pagina die u hebt bekeken.
en Vorige pagina
om door het document te
Het Help-bestand afdrukken Hoewel Acrobat Reader Help is geoptimaliseerd voor weergave op het scherm, kunt u het bestand of delen van het bestand afdrukken. Als u wilt afdrukken, kiest u Afdrukken in het menu Bestand of klikt u op het printerpictogram in de Acrobat Reader-werkbalk.
Overige hulpbronnen Naast Acrobat Reader Help, biedt het Help-menu ook andere hulpbronnen, zoals informatie over andere Acrobat Reader-producten.
Acrobat-Reader installeren en distribueren Als u altijd de laatste versie van Acrobat Reader wilt gebruiken, kunt u automatisch controleren of er updates beschikbaar zijn. (Zie Acrobat Reader bijwerken op pagina 57.) Adobe Acrobat Reader kan gratis worden gedownload van de Adobe-website: http://www.adobe.com. Op de home page van de Adobe-website kunt u in het popupmenu Adobe-sites op een land of regio klikken en vervolgens een taal kiezen voor de weergave van de site. De exacte informatie op de site kan van taal tot taal verschillen. Elke kopie die u maakt en distribueert moet het volgende bevatten: •
Het Acrobat Reader-installatieprogramma, precies zoals dit wordt verschaft door Adobe.
•
De elektronische licentieovereenkomst voor de eindgebruiker van Acrobat Reader.
•
Auteursrecht- en overige eigendomskennisgevingen die onderdeel vormen van Acrobat Reader.
•
De volgende toegevoegde kennisgeving op alle media en verpakkingen die Reader bevatten:
“Acrobat® Reader Copyright © 1987-2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het Adobe logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.” De elektronische licentieovereenkomst voor de eindgebruiker van Acrobat Reader en de eigendomskennisgevingen bevinden zich in het programma of installatieprogramma van Reader. Het is nadrukkelijk verboden om het installatieprogramma te wijzigen of uw eigen installatieprogramma te creëren voor de Acrobat Reader-software. Details over de bepalingen voor het gebruik van de Acrobat Reader-producten vindt u in de elektronische licentieovereenkomst voor de eindgebruiker van Acrobat Reader, die tijdens de installatie van elk product wordt gepresenteerd. Er is een speciaal “Includes Adobe Acrobat”-logo beschikbaar van Adobe, voor gebruik bij het distribueren van Acrobat Reader. Raadpleeg de Adobe-website (www.adobe.com) voor details.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
2
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Inhoud
Vorige
3
Vorige
3
Inhoud Help gebruiken 1 Nieuw in Adobe Reader 5.1 4 Het werkgebied bekijken 5 PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken 15 Woorden zoeken in documenten 20 Documentrechten 26 Opmerkingen gebruiken 28 PDF-formulieren invullen en ondertekenen 38 Acrobat Reader aanpassen 50 Toegankelijkheid 58 Veelgestelde vragen (FAQ) 62 Sneltoetsen 64
Help gebruiken | Inhoud | Index
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Nieuw in Adobe Reader 5.1
Vorige
4
Nieuw in Adobe Reader 5.1 Dankzij de krachtige nieuwe en verbeterde functies is Acrobat Reader 5.1 een essentieel hulpprogramma voor iedereen die Adobe PDF-documenten (Portable Document Format) wil weergeven, openen en afdrukken. Documentrechten. Adobe Acrobat Reader 5.1 bevat een aantal functies die alleen beschikbaar zijn wanneer u PDF-documenten met extra gebruiksrechten opent. Deze functies zijn onder andere Document opslaan, Geavanceerde formulierfuncties, Opmerkingen en Digitale ondertekeningen. Welke extra gebruiksrechten beschikbaar zijn, wordt bepaald door de maker van het PDF-document. Wanneer u een document met extra gebruiksrechten opent, worden in het dialoogvenster Documentrechten de functies weergegeven die zijn ingeschakeld. In dit dialoogvenster vindt u ook instructies van de maker van het PDF-document. (Zie Documentrechten op pagina 26.) Bevestiging van digitale ondertekeningen. Als u een PDF-document met een digitale ondertekening ontvangt, kunt u de ondertekening in Acrobat Reader weergeven, afdrukken en bevestigen. (Zie Ondertekeningen verifiëren op pagina 44.) Bijlagen weergeven. Als er bestanden of multimediaclips zijn ingevoegd in het PDF-document door de auteur van het document, kunt u de bijlagen openen in Acrobat Reader. (Zie Op koppelingen klikken waarmee u films, geluiden en bestandsbijlagen opent op pagina 10.) PDF-bestanden per e-mail verzenden. Met Acrobat Reader kunt u een e-mailbericht verzenden waarin het open PDF-document als bijlage is ingevoegd. (Zie PDF-documenten per e-mail verzenden vanuit Acrobat Reader op pagina 18.)
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
4
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
5
Het werkgebied bekijken Rechts in het Acrobat Reader-venster bevindt zich het documentvenster waarin PDF-documenten worden weergegeven. Aan de linkerzijde is een navigatievenster waarmee u door het huidige PDF-document kunt bladeren. In de werkbalken boven aan het venster en in de statusbalk onder aan het venster bevinden zich nog andere besturingselementen die u kunt gebruiken bij het werken met PDF-documenten.
A
B
C
D
Het werkgebied van Adobe Acrobat Reader A. Werkbalken B. Documentvenster C. Navigatievenster (palet Bladwijzers wordt weergegeven) D. Statusbalk
Paletten en het navigatievenster gebruiken In een palet worden de bladwijzers, miniaturen, ondertekeningen en artikelen van een document weergegeven. Paletten worden in het navigatievenster of in zwevende vensters weergegeven. U kunt als volgt het navigatievenster weergeven of verbergen: Klik op de knop Navigatievenster tonen/verbergen linkerrand van het documentvenster.
in de werkbalk of klik op de
U kunt als volgt een palet weergeven of verbergen: Kies de naam van het palet in het menu Venster of klik op de naam van het tabblad in het navigatievenster aan de linkerzijde van het venster. Een vinkje naast de naam van een palet geeft aan dat het palet zichtbaar is. Het palet wordt weergegeven in het navigatievenster of in een zwevend venster, afhankelijk van de positie van het palet toen het de laatste keer zichtbaar was. (Zie Het werkgebied aanpassen op pagina 50.) De inhoud van deze paletten wordt bepaald door de maker van het PDF-document. In sommige gevallen heeft een palet geen inhoud.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
5
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Het werkgebied bekijken
Vorige
6
U kunt als volgt een opdracht kiezen in een paletmenu: Klik op de naam en het driehoekje van het palet rechtsboven in het palet om het menu te openen en kies de gewenste opdracht. Klik buiten het menu als u het menu wilt sluiten zonder een opdracht te kiezen.
Klik op het driehoekje in een palet om het paletmenu te openen.
U kunt ook opdrachten kiezen in het documentvenstermenu. Klik op het driehoekje rechtsboven in het palet van het documentvenster om het menu te openen en kies de gewenste opdracht.
Hulpmiddelen selecteren selecteren wanneer u door een U moet in de meeste gevallen het handje PDF-document bladert. U kunt echter een aantal andere hulpmiddelen selecteren om met PDF-documenten te werken. Deze hulpmiddelen bevinden zich op de werkbalk boven aan het scherm. Zie Het werkgebied aanpassen op pagina 50 voor meer informatie over het aanpassen van de werkbalk. Opmerking: u kunt op sommige knoppen niet klikken, omdat deze grijs worden weergegeven. De opmerkingenopties zijn bijvoorbeeld niet beschikbaar als de maker van het PDF-document de functie Opmerkingen niet heeft ingeschakeld. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie over documenten met extra gebruiksrechten. U kunt als volgt een knop op een werkbalk selecteren: Voer een van de volgende stappen uit: • Als u een zichtbare knop wilt selecteren, klikt u op de gewenste knop of drukt u op de lettertoets die wordt weergegeven in de knopinfo. (Plaats de aanwijzer op een knop om de knopinfo te bekijken.) • Als u het handje tijdelijk wilt selecteren, houdt u de spatiebalk ingedrukt. Als u de zoomfunctie tijdelijk wilt selecteren, houdt u de spatiebalk ingedrukt en drukt u op Ctrl (Windows) of op Command (Mac OS). • Als u een verborgen knop wilt selecteren, houdt u de muisknop ingedrukt op de knop waaronder de verborgen knop zich bevindt of op het driehoekje naast deze knop, totdat de extra knoppen worden weergegeven. Vervolgens sleept u de muisaanwijzer naar de gewenste knop.
Op het driehoekje van een knop klikken om een groep verborgen knoppen te openen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
6
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
•
Het werkgebied bekijken
Vorige
7
Als u verborgen knoppen naast de zichtbare knoppen op de werkbalk wilt plaatsen, houdt u de muisknop ingedrukt op de knop waaronder de verborgen knop zich bevindt of op het driehoekje ernaast, totdat de extra knoppen worden weergegeven. Vervolgens selecteert u de optie Deze knop uitvouwen. Als u de knoppen weer wilt samenvouwen, klikt u op het driehoekje rechts van de knoppen.
Als u de gewenste knop niet kunt vinden, is de werkbalk mogelijk verborgen. Als u een verborgen werkbalk wilt weergeven, kiest u Venster > Werkbalken. Vervolgens kiest u de werkbalk. Met een vinkje naast de naam van de werkbalk wordt aangegeven dat de werkbalk zichtbaar is.
Contextmenu’s gebruiken Naast menu’s op vaste plaatsen in het werkgebied, bestaan er in Acrobat contextafhankelijke menu’s waarin opdrachten worden weergegeven voor het item onder de aanwijzer. U kunt als volgt een opdracht kiezen in een contextmenu: 1 Plaats de aanwijzer op een item in het werkgebied, zoals een miniatuur, opmerking, bladwijzer of pagina van een document. 2 Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Ctrl-klik (Mac OS) om het contextmenu te openen. Sleep vervolgens naar de gewenste opdracht.
PDF-documenten openen U kunt PDF-documenten openen vanuit uw e-mailtoepassing, het bestandssysteem of door Bestand > Openen te kiezen in Acrobat Reader. De manier waarop het PDF-document wordt weergegeven is afhankelijk van de maker van het document. Het document kan bijvoorbeeld automatisch worden geopend op een bepaalde pagina of met een bepaalde zoomfactor. De maker van het PDF-document heeft mogelijk extra gebruiksrechten ingeschakeld waarmee u functies als Opmerkingen en Digitale ondertekeningen kunt gebruiken. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie. U kunt als volgt een PDF-document in Acrobat Reader openen: 1 Voer een van de volgende stappen uit: • Kies Bestand > Openen. Selecteer in het dialoogvenster Openen een of meer bestandsnamen en klik op Openen. PDF-documenten hebben meestal de extensie .pdf. • Kies de bestandsnaam van het document in het menu Bestand. In het menu worden de PDF-documenten weergegeven die u het laatst hebt geopend. 2 Als het dialoogvenster Documentrechten verschijnt, bevat het PDF-document extra gebruiksrechten, zoals Opmerkingen en Digitale ondertekeningen. Volg de instructies die zijn ingevoegd door de maker van het PDF-document en kies OK. Als een document wordt geopend als volledig scherm, zijn de werkbalk, opdrachtenbalk, menubalk en besturingselementen voor het venster niet zichtbaar. U kunt deze weergave verlaten door op Esc te drukken, als uw voorkeuren daarop zijn ingesteld, of door op Ctrl+L (Windows) of Command+L (Mac OS) te drukken. Zie Documenten lezen in de weergave Volledig scherm op pagina 14 voor meer informatie over deze weergave. U kunt als volgt een PDF-document buiten Acrobat Reader openen: 1 Voer een van de volgende stappen uit: • Dubbelklik op het bestandspictogram in uw bestandssysteem. • Open het PDF-document vanuit een e-mailtoepassing. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
7
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
•
Het werkgebied bekijken
Vorige
8
Klik op de PDF-bestandskoppeling in uw webbrowser. Zie PDF-documenten op het web bekijken op pagina 54 voor meer informatie over het gebruik van Acrobat Reader op het Internet.
Opmerking: als een PDF-document in Windows is gemaakt, kan het mogelijk niet op een Mac OS worden geopend door te dubbelklikken op het pictogram. Als u dubbelklikt op het pictogram op een Mac OS en het document wordt niet geopend, kiest u Bestand > Openen in Acrobat om het bestand te openen.
PDF-documenten maken U kunt met Acrobat Reader geen PDF-documenten maken. In plaats daarvan gebruikt u Adobe Acrobat of een andere toepassing, zoals Adobe InDesign® of Adobe FrameMaker®. Zie de website van Adobe (www.adobe.com) voor meer informatie. U kunt ook de opdracht Opties > Adobe PDF Online creëren kiezen om informatie te bekijken over het maken van PDF-documenten via een Internet-abonnement.
Navigeren in PDF-documenten U kunt in PDF-documenten navigeren door te bladeren of met behulp van navigatiefuncties, zoals bladwijzers, miniaturen en koppelingen. U kunt uw stappen ook in omgekeerde volgorde uitvoeren om terug te keren naar het beginpunt.
Door documenten bladeren Met de knoppen in de werkbalk boven aan het venster en de statusbalk onder aan het venster kunt u snel door documenten navigeren. Bovendien beschikt u in Acrobat Reader over menuopdrachten en sneltoetsen waarmee u door een PDF-document kunt bladeren. A B
C
D E
De statusbalk A. Knop Eerste pagina B. Knop Vorige pagina C. Knop Huidige pagina D. Knop Volgende pagina E. Laatste pagina, knop
U kunt als volgt naar een andere pagina gaan: Voer een van de volgende stappen uit: in de • Als u naar de volgende pagina wilt gaan, klikt u op de knop Volgende pagina navigatiebalk of de statusbalk. U kunt ook klikken op Document > Volgende pagina. Als u naar de voorgaande pagina wilt gaan, klikt u op de knop Vorige pagina of kiest u Document > Vorige pagina. • Als de weergave Venstergrootte actief is, drukt u op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om een pagina verder of terug te gaan. Opmerking: met de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag gaat u telkens een regel omhoog of omlaag wanneer de weergave Venstergrootte niet is geactiveerd. (Zie De weergave vergroten en verkleinen op pagina 11.) • Als u naar de eerste of de laatste pagina wilt gaan, klikt u op de knop Eerste pagina of Laatste pagina in de navigatiebalk of de statusbalk. U kunt ook de opdracht Document > Eerste pagina of Laatste pagina kiezen. Zie Sneltoetsen op pagina 64 als u meer informatie wilt over sneltoetsen waarmee u kunt navigeren. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
8
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
9
U kunt als volgt naar een bepaald paginanummer gaan: Voer een van de volgende stappen uit: • Kies Document > Ga naar pagina, typ het paginanummer en klik op OK. • Sleep de verticale schuifbalk totdat het nummer van de gewenste pagina wordt weergegeven. • Selecteer het huidige paginanummer in de statusbalk, typ het nummer van de pagina waar u naartoe wilt gaan en druk op Enter. Opmerking: als de paginanummers van het document niet overeenkomen met de positie van de pagina’s in het PDF-bestand, wordt de paginapositie tussen haakjes weergegeven in de statusbalk. Als de eerste pagina bijvoorbeeld nummer “iii” is, kan het nummer worden weergegeven als “iii(1 van 10)”. U kunt binnen de haakjes dubbelklikken, het nummer van de paginapositie bewerken en op Enter drukken als u naar die pagina wilt gaan. Als u geen nummers met haakjes wilt gebruiken, schakelt u de optie Logische paginanummers gebruiken uit in het paneel Opties van het dialoogvenster Voorkeuren. (Zie Voorkeuren voor Opties instellen op pagina 53.)
Navigeren met bladwijzers Bladwijzers vormen een visuele inhoudsopgave en bevatten gewoonlijk de hoofdstukken, secties en andere organisatorische items in een document. Als er bladwijzers zijn toegevoegd door de maker van het PDF-document, verschijnen de bladwijzers in het navigatievenster aan de linkerzijde van het Acrobat Reader-venster. A
B
C
Bladwijzers, palet A. De tab Bladwijzers B. Hiermee vouwt u de hoofdbladwijzer uit zodat de onderliggende bladwijzers zichtbaar worden C. Klik hier om het menu van het palet Bladwijzers weer te geven.
U kunt als volgt bladeren met een bladwijzer: 1 Open het bladwijzerpalet. U moet wellicht Venster > Bladwijzers kiezen om het palet te openen of op de tab Bladwijzers klikken om het palet op de voorgrond van de groep te plaatsen. 2 Als u met behulp van een bladwijzer naar een onderwerp wilt gaan, klikt u op de bladwijzer. Opmerking: als u op een bladwijzer klikt, wordt er mogelijk een bepaalde handeling verricht, in plaats van dat u naar een andere locatie gaat. Dit is afhankelijk van de manier waarop de bladwijzer is gedefinieerd. Als de lijst met bladwijzers verdwijnt nadat u op een bladwijzer hebt geklikt, klikt u op de knop Navigatiescherm tonen/verbergen in de opdrachtenbalk om de lijst weer te geven. Als u wilt dat het palet Bladwijzer altijd open blijft nadat u op een bladwijzer klikt, klikt u op het menu Bladwijzer boven aan het palet Bladwijzer en zorgt u ervoor dat de optie Na gebruik verbergen is uitgeschakeld. Als u de bladwijzer wilt selecteren voor het deel van het document dat in het documentvenster wordt weergegeven, klikt u op de knop Hiermee wordt de huidige Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
9
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
10
bladwijzer geopend boven in het palet Bladwijzers. Als de bladwijzer is verborgen in een samengevouwen bladwijzer, wordt deze uitgevouwen zodat u de geselecteerde bladwijzer kunt zien.
Navigeren met miniaturen Miniaturen zijn kleine voorbeelden van documentpagina's. Met miniaturen kunt u de weergave van pagina's wijzigen en naar andere pagina's gaan. U kunt als volgt bladeren met een miniatuur: 1 Zorg ervoor dat het palet Miniaturen wordt weergegeven. U moet misschien Venster > Miniaturen kiezen om het palet te openen. 2 Als u naar een andere pagina wilt gaan, klikt u op de miniatuur van de pagina.
Navigeren met koppelingen Via koppelingen gaat u naar locaties die zijn gedefinieerd door de maker van het document. Dit zijn locaties in het huidige document, in andere elektronische bestanden of op websites. U kunt ook op een koppeling klikken om een geluids- of filmbestand af te spelen. Een koppeling wijst gewoonlijk naar een titel of een ander organisatorisch item. De maker van het PDF-document bepaalt hoe een koppeling in het PDF-document eruitziet. U kunt als volgt een koppeling gebruiken: 1 Selecteer het handhulpmiddel . 2 Plaats de aanwijzer boven het gekoppelde gebied op de pagina, totdat de aanwijzer (het handje bevat een plusteken als verandert in een handje met een wijzende vinger de koppeling naar het web verwijst). Klik vervolgens op de koppeling.
Op koppelingen klikken waarmee u films, geluiden en bestandsbijlagen opent Als u op een koppeling klikt, kan er ook een handeling worden uitgevoerd in plaats van dat u naar een andere locatie gaat. Dit hangt af van de definitie van de koppeling. Door op een koppeling te klikken kunt u bijvoorbeeld een bestandsbijlage openen (als de toepassing waarmee het bestand is gemaakt zich op uw systeem bevindt) of een geluid of film afspelen. In PDF-documenten worden alle geluids- en filmbestanden afgespeeld die compatibel zijn met Apple QuickTime®. Als u deze bestanden wilt afspelen, moet u de juiste hardware en software hebben geïnstalleerd, inclusief Apple QuickTime 3.0 of later.
Artikelthreads lezen Artikelen zijn elektronische threads die u door een document leiden. Een artikel start meestal op de ene pagina en gaat verder op een andere pagina verderop in het document, net zoals de artikelen in gewone kranten en tijdschriften. Als u een artikel leest, zoomt Acrobat Reader zodanig in of uit dat het scherm wordt gevuld door het huidige deel van het artikel. U kunt als volgt een artikel lezen: 1 Voer een van de volgende stappen uit: • Kies Venster > Artikelen om het artikelenpalet te openen. Dubbelklik vervolgens op het pictogram van het artikel in het palet om te beginnen met lezen aan het begin van het artikel. . Klik vervolgens in het artikel om op dat punt te beginnen • Selecteer het handje met lezen. . U kunt het volgende doen 2 De aanwijzer verandert in de volgende-artikelaanwijzer om te navigeren in het artikel: • Als u naar de volgende pagina in het artikel wilt gaan, drukt u op Enter of klikt u. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
10
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
11
•
Als u naar de vorige pagina wilt gaan, drukt u op Shift-Enter of drukt u op Shift en klikt u.
•
Als u naar het begin van het artikel wilt gaan, drukt u op Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) en klikt u.
•
Als u naar het einde van het artikel wilt gaan, drukt u op Shift-Ctrl (Windows) of ShiftOption (Mac OS) en klikt u.
3 Als u het einde van het artikel hebt bereikt, verandert de aanwijzer in de eindeartikelaanwijzer . Druk op Enter of klik om terug te keren naar de weergave die was geactiveerd voordat u het artikel ging lezen.
Uw weergavepad nalopen Nadat u door documenten hebt gebladerd, kunt u uw pad terugvolgen tot de locatie waarop u bent gestart. U kunt als volgt uw weergavepad nalopen: Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u uw pad in een PDF-document wilt teruglopen, klikt u op de knop Ga naar de vorige weergave in de navigatiebalk of kiest u Document > Naar de vorige weergave gaan. Voor elke stap vooruit klikt u op de knop Ga naar de volgende weergave of kiest u Document > Naar de volgende weergave gaan.
•
Als u uw weergavepad in andere PDF-documenten wilt nalopen, kiest u Document > Naar vorige document gaan voor elke stap terug of Document > Naar volgende document gaan voor elke stap verder. Met deze opdrachten kunt u de andere PDF-documenten openen als ze zijn gesloten.
De weergave van PDF-documenten aanpassen U kunt de zoomfactor van een PDF-document wijzigen en de pagina-indeling zodanig instellen dat de pagina’s een voor een of doorlopend worden weergegeven.
De weergave vergroten en verkleinen Als een pagina groter is dan het venster, kunt u met het handje de pagina verplaatsen, zodat u deze helemaal kunt bekijken. Een PDF-pagina met het handje verplaatsen is net zoiets als een blad papier op uw bureau met uw hand verplaatsen. De minimale en maximale zoomfactor zijn afhankelijk van het huidige paginaformaat. U kunt als volgt de zoomfactor verhogen: Voer een van de volgende stappen uit: en klik op de pagina.
•
Selecteer de inzoomfunctie
•
Selecteer de inzoomfunctie en sleep een rechthoek om het gebied dat u wilt vergroten.
•
Klik op de knop Inzoomen
in de weergavewerkbalk en klik op de pagina.
U kunt als volgt de zoomfactor verlagen: Voer een van de volgende stappen uit: •
Selecteer de uitzoomfunctie
•
Selecteer de uitzoomfunctie en sleep een rechthoek van het formaat waarnaar u de pagina wilt vergroten.
Help gebruiken | Inhoud | Index
en klik op de pagina.
Vorige
11
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
•
Klik op de knop Uitzoomen
Vorige
12
in de weergavewerkbalk en klik op de pagina.
Opmerking: als de inzoomfunctie is geselecteerd, kunt u op Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) drukken tijdens het klikken of slepen om uit te zoomen. Als de uitzoomfunctie is geselecteerd, kunt u met Ctrl of Option inzoomen. U kunt als volgt de zoomfactor wijzigen met behulp van een miniatuur: 1 Kies Venster > Miniaturen om het palet met miniaturen te openen. 2 Zoek naar de miniatuur voor de huidige pagina. Plaats vervolgens de aanwijzer in de rechterbenedenhoek van de rand van het paginaweergavevak in de miniatuur, zodat de aanwijzer in een dubbele pijl verandert . 3 Sleep met de hoek van het vak om de weergave van de pagina te vergroten of te verkleinen.
Een paginaweergavevak in een miniatuur geeft het gebied van de pagina aan dat momenteel wordt weergegeven in documentvenster.
U kunt als volgt het formaat van een pagina passend maken in een venster: Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u het formaat van de pagina volledig passend wilt maken in het venster, klikt u op de knop Venstergrootte of kiest u Beeld > Venstergrootte.
•
Als u het formaat van de pagina aan de breedte van het venster wilt aanpassen, klikt u op de knop Vensterbreedte of kiest u Beeld > Vensterbreedte. Het kan zijn dat delen van de pagina buiten het venster liggen.
•
Als u het formaat van de pagina wilt aanpassen zodat de tekst en afbeeldingen in de breedte van het venster passen, kiest u Beeld > Alleen informatie. Het kan zijn dat delen van de pagina buiten het venster liggen.
Als u sneltoetsen wilt bekijken waarmee u het formaat van het document kunt aanpassen, opent u het menu Beeld. Bij iedere opdracht worden de sneltoetsen weergegeven. U kunt als volgt het oorspronkelijke formaat van een pagina herstellen: Klik op de knop Ware grootte of kies Beeld > Ware grootte. De ware grootte van een PDF-pagina is meestal 100%, maar het document is mogelijk op een andere zoomfactor ingesteld toen het werd gecreëerd.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
12
Adobe Acrobat Reader Help
Het werkgebied bekijken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
13
Pagina-indeling en afdrukstand instellen U kunt drie pagina-indelingen gebruiken om PDF-documenten te bekijken: Eén paginaHiermee wordt in het documentvenster één pagina tegelijk weergegeven. DoorlopendHiermee worden de pagina's doorlopend in een verticale kolom weergegeven. Doorlopend - Naast elkaarHiermee worden de pagina's naast elkaar gerangschikt. Op deze manier worden continu twee pagina's naast elkaar weergegeven, waarbij de tekst van het document doorloopt. Als een document meer dan twee pagina's heeft, wordt de eerste pagina rechts geplaatst, zodat elke twee pagina's op de juiste manier worden weergegeven.
Verschillen tussen de weergaven Eén pagina, Doorlopend en Doorlopend - Naast elkaar
U kunt als volgt de pagina-indeling instellen: Voer een van de volgende stappen uit: •
Kies Eén pagina, Doorlopend of Doorlopend - Naast elkaar in het menu Beeld.
•
Klik in de statusbalk op de knop Eén pagina Doorlopend - Naast elkaar .
, de knop Doorlopend
of de knop
Bij de weergave Eén pagina selecteert u met de opdracht Bewerken > Alles selecteren alle tekst op de huidige pagina. Bij Doorlopend en Doorlopend - Naast elkaar selecteert u met deze opdracht alle tekst in het PDF-document. U kunt als volgt een pagina roteren: Kies in het menu Beeld de opdracht Roteren met de klok mee of Roteren tegen de klok in. U kunt de stand van een pagina telkens met 90 graden wijzigen.
De inhoud van een document opnieuw plaatsen voor eBookapparaten Met Acrobat Reader kunt u de inhoud van Adobe PDF-documenten opnieuw plaatsen, zodat de inhoud leesbaar is op eBook-apparaten en andere draagbare apparatuur. Auteurs kunnen met Adobe Acrobat gestructureerde of ongestructureerde documenten maken. Gestructureerde PDF-documenten bevatten labels waarmee de hiërarchie van informatie in een PDF-document wordt bepaald. Dergelijke labels komen niet voor in ongestructureerde documenten. Als u in Acrobat Reader met de functie voor het opnieuw plaatsen telkens een pagina van een document opnieuw wilt plaatsen, moet u een gestructureerd PDF-document openen. U kunt als volgt een gelabeld Adobe PDF-document opnieuw plaatsen: Klik op de knop Opnieuw plaatsen op de werkbalk, of kies Beeld > Opnieuw plaatsen. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke weergaven van het gelabelde Adobe PDF-document, klikt u op de knop Ware grootte , de knop Passend venster of de knop Vensterbreedte op de werkbalk. U kunt ook een van de opdrachten in het menu Beeld kiezen. Opmerking: als de knop Opnieuw plaatsen grijs wordt weergegeven op de werkbalk, is het huidige document geen gestructureerd PDF-document en is de functie voor het opnieuw plaatsen niet beschikbaar. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
13
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Het werkgebied bekijken
Vorige
14
Documenten lezen in de weergave Volledig scherm Bij de weergave Volledig scherm vullen de PDF-pagina’s het volledige scherm. De menubalk, opdrachtenbalk, werkbalk, statusbalk en de besturingselementen voor het venster zijn verborgen. De maker van een document kan instellen dat een PDF-document in een volledig scherm wordt geopend of u kunt deze weergave zelf instellen. Deze weergave wordt vaak gebruikt voor presentaties, waarbij soms ook automatisch de volgende pagina en overgangen worden weergegeven. De aanwijzer blijft actief in de weergave Volledig scherm, zodat u op koppelingen kunt klikken en notities kunt openen. Met sneltoetsen kunt u navigeren en in- of uitzoomen, zelfs als de menu’s en werkbalken niet zichtbaar zijn. U kunt als volgt een document lezen in de weergave Volledig scherm: Kies Beeld > Volledig scherm. Druk op Enter of op de toets Pijl-omlaag of Pijl-rechts om door het document te bladeren. Druk op Shift-Enter of de toets Pijl-omhoog of Pijl-links om terug te bladeren in het document. Opmerking: als er twee beeldschermen zijn aangesloten, wordt de weergave Volledig scherm mogelijk slechts op één beeldscherm weergegeven. Als u door het document wilt bladeren, klikt u op het scherm waarin de pagina in de modus Volledig scherm wordt weergegeven. U kunt als volgt de weergave Volledig scherm opheffen: Druk op Esc als dit zodanig in uw voorkeuren voor Volledig scherm wordt gedefinieerd, of druk op Ctrl+L (Windows) of Command+L (Mac OS). Zie Voorkeuren voor Volledig scherm instellen op pagina 52 voor informatie over het instellen van voorkeuren.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
14
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
15
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken Wanneer u een PDF-document in Acrobat Reader opent, kunt u veel meer doen dan alleen de inhoud lezen. U kunt het hele of gedeeltelijke PDF-document afdrukken, het document opslaan en via e-mail verzenden. Verder kunt u informatie over het document krijgen.
PDF-documenten afdrukken In het dialoogvenster Afdrukken kunt u een reeks pagina's opgeven. U kunt ook afzonderlijke, niet aaneengesloten pagina's (bijvoorbeeld pagina 1, 3 en 9) of een bepaald afdrukgebied opgeven voordat u het dialoogvenster opent. U kunt als volgt een PDF-document afdrukken: 1 Als u niet-aaneengesloten pagina's of een afdrukgebied wilt opgeven, moet u de volgende stappen uitvoeren voordat u het dialoogvenster Afdrukken opent: • Selecteer de af te drukken pagina's door op de miniaturen te klikken in het miniaturenpalet. U kunt Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt houden en klikken op de miniaturen om niet-aaneengesloten pagina's te selecteren. • Als u een gebied op een pagina wilt selecteren om af te drukken, kiest u de functie afbeeldingsselectie en selecteert u het afdrukgebied door de muisaanwijzer te slepen. 2 Gebruik Bestand > Pagina-instelling om de algemene afdrukopties in te stellen. De beschikbare opties verschillen voor de verschillende printers en stuurprogramma's. Raadpleeg de documentatie van uw printerstuurprogramma voor details. 3 Kies Bestand >Afdrukken. 4 Geef de printer, het paginabereik, het aantal exemplaren en andere opties op (zie Afdrukopties op pagina 15) en klik op OK.
Afdrukopties De meeste opties in het dialoogvenster Afdrukken zijn hetzelfde als in andere toepassingen, maar let op het volgende: als u deze afdrukopties in Mac OS wilt bekijken, kiest u Acrobat Reader in het vervolgmenu in het dialoogvenster Afdrukken. Geselecteerde pagina's/Geselecteerde illustratie (Windows) Hiermee drukt u alleen het paginagebied of de pagina's af die u hebt geselecteerd voordat u het dialoogvenster Afdrukken opende. Geselecteerde miniaturen/illustratie (Mac OS) Hiermee drukt u alleen het paginagebied of de pagina's af die u hebt geselecteerd voordat u het dialoogvenster Afdrukken opende. Van/Naar pagina (Windows) Hiermee wordt een paginabereik afgedrukt. Indien in Windows de optie Logische paginanummers gebruiken is geselecteerd bij Voorkeuren, kunt u paginapositienummers tussen haakjes invoeren om deze pagina’s af te drukken. Als bijvoorbeeld de eerste pagina van een document is genummerd met “iii”, kunt u (1) invoeren om deze pagina af te drukken. Opmerkingen Hiermee kunt u afbeeldingen van opmerkingen op de pagina's afdrukken. Als u tekst in notitievensters wilt afdrukken, selecteert u Pop-ups van opmerkingen afdrukken in het deelvenster Opmerkingen van het dialoogvenster Voorkeuren. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
15
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken
Vorige
16
Grote pagina's verkleinen naar papierformaat Hiermee wordt het PDF-bestand verkleind tot het papierformaat dat is opgegeven in de printereigenschappen. Met de optie Kleine pagina's vergroten naar papierformaat wordt het PDF-bestand vergroot tot het papierformaat dat is opgegeven in de printereigenschappen. Pagina's automatisch roteren en centreren (Windows) Hiermee wordt de afdrukstand van PDF-bestanden aangepast aan wat is opgegeven in de printereigenschappen. Afdrukmethode Hiermee wordt in Windows opgegeven welk PostScript®-niveau moet worden gebruikt voor de pagina’s. Kies het PostScript-niveau dat geschikt is voor uw printer. In Mac OS wordt hiermee opgegeven of moet worden afgedrukt met PostScript (zonder een niveau te selecteren) of dat pagina’s moeten worden afgedrukt als bitmapafbeeldingen. Taalniveau 3 forceren (Mac OS) Selecteer deze optie om het afdrukken naar een PostScript 3-printer te optimaliseren. Houd er rekening mee dat deze optie fouten of onjuiste uitvoer kan veroorzaken wanneer u afdrukt naar apparaten met PostScript 1 of 2. Afdrukken als afbeelding Hiermee worden de pagina’s als bitmapafbeeldingen afgedrukt. (In Mac OS is dit ingesteld in het pop-upmenu Afdrukmethode). U kunt pagina’s afdrukken als afbeeldingen indien normaal afdrukken niet het gewenste resultaat geeft. Snelheid optimaliseren Hiermee worden fonts gedownload naar de printer op het moment dat ze nodig zijn. Als deze optie is geselecteerd, moeten de pagina’s worden afgedrukt in de volgorde waarin Acrobat Reader ze verstuurt. Aziatische fonts downloaden Hiermee kunt u Aziatische fonts naar een PostScriptprinter downloaden. Zie Aziatische fonts downloaden op pagina 16. Printergeheugen opslaan Hiermee worden alle fonts voor een bepaalde pagina gedownload naar de printer voordat de pagina wordt afgedrukt. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, zijn de afdruktaken wellicht kleiner maar vereisen ze veel meer printergeheugen. Opmerking: sommige fonts kunnen niet worden gedownload naar een printer, omdat het font een bitmap is of omdat het invoegen van fonts is beperkt tot het desbetreffende document. In deze gevallen wordt een vervangend lettertype gebruikt voor het afdrukken en hoeft de afgedrukte uitvoer niet precies overeen te komen met de schermweergave.
Aziatische fonts downloaden U selecteert de optie Aziatische fonts downloaden in het dialoogvenster Afdrukken als u een PDF-document met Aziatische fonts wilt afdrukken, maar de juiste fonts zijn niet geïnstalleerd op de printer en ook niet ingevoegd in het document (ingevoegde fonts worden evengoed gedownload, ongeacht of deze optie is uit- of ingeschakeld). U kunt deze optie gebruiken met een PostScript Level 2 of hogere printer, of een Level 1-printer die Type 0-fontextensies ondersteunt. Als Aziatische fonts downloaden niet is geselecteerd, wordt het PDF-document alleen correct afgedrukt indien de desbetreffende lettertypen op de printer zijn geïnstalleerd. Indien de printer niet over de fonts beschikt, maar er wel vergelijkbare fonts zijn geïnstalleerd, worden deze fonts gebruikt. Als de printer niet over geschikte fonts beschikt, wordt Courier gebruikt voor de tekst. Als u beschikt over een PostScript Level 1-printer die geen Type 0-fontextensies ondersteunt, of als u met Aziatische fonts downloaden niet de gewenste resultaten bereikt, kunt u het PDF-document afdrukken als een bitmapafbeelding. Een document afdrukken als een afbeelding kan langer duren dan met een vervangend printerfont. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
16
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
17
PDF-documenten opslaan U kunt een kopie van het oorspronkelijke PDF-document met een andere bestandsnaam of op een andere locatie opslaan. U kunt echter geen gegevens of opmerkingen opslaan die u aan het document hebt toegevoegd, tenzij de maker van het PDF-document de functie Document opslaan heeft ingeschakeld. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie. U kunt mogelijk ook opgeslagen gegevens exporteren naar een gecomprimeerd FDF-bestand. (Zie Formuliergegevens exporteren en importeren op pagina 39.) U kunt als volgt een kopie van het oorspronkelijke PDF-document opslaan (de functie Document opslaan is niet ingeschakeld): Kies Bestand > Opslaan als, geef een bestandsnaam en -locatie op en klik vervolgens op Opslaan. Het oorspronkelijke PDF-document wordt opgeslagen. U kunt als volgt wijzigingen in een PDF-document opslaan (de functie Document opslaan is ingeschakeld): Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u de wijzigingen in het huidige document wilt opslaan, kiest u Bestand > Opslaan.
•
Als u het bestand met een andere naam of op een andere locatie wilt opslaan, kiest u Bestand > Opslaan als, voert u een bestandsnaam in, geeft u een locatie voor het bestand op en klikt u op Opslaan.
U kunt als volgt een eerder opgeslagen versie van het PDF-document herstellen (de functie Document opslaan is ingeschakeld): Kies Bestand > Ongedaan maken. Klik vervolgens op Ongedaan maken.
Het PDF-document als tekst opslaan (alleen Windows) Als u de tekst van een PDF-document in een andere toepassing wilt gebruiken, kunt u het PDF-document exporteren als tekst. U kunt vervolgens met de andere toepassing het resulterende tekstbestand importeren. Voordat u de tekst exporteert, moet u nagaan of het PDF-document een beeldbestand is. Een PDF-beeldbestand is een document dat gescand is en geen tekst bevat die door Acrobat Reader kan worden herkend, omdat het bestand slechts een afbeelding van de tekst bevat. Beeldbestanden kunnen niet naar tekst worden geconverteerd. U kunt als volgt een PDF-document exporteren als tekst: 1 Kies Bestand > Document exporteren als tekst. 2 Geef een bestandsnaam en -locatie op en klik op Opslaan.
Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren U kunt tekst of een afbeelding in een PDF-document selecteren, naar het Klembord kopiëren en in een document van een ander programma, zoals een tekstverwerker, plakken. Als het PDF-document met een scanner is gemaakt of als de tekst onderdeel van een afbeelding is, wordt de tekst door Acrobat Reader als een afbeelding herkend en niet als tekens die u kunt selecteren. Opmerking: als een font dat wordt gekopieerd uit een PDF-document niet beschikbaar is op het systeem waarin de gekopieerde tekst wordt weergegeven, wordt het font vervangen door een standaardfont. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
17
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken
Vorige
18
U kunt als volgt tekst selecteren en kopiëren: 1 Voer een van de volgende stappen uit: • Kies het gereedschap voor tekstselectie . Sleep vervolgens over de tekst die u wilt selecteren. • Als u alle tekst op de pagina of in het document wilt selecteren, kiest u Bewerken > Alles selecteren. In de modus Eén pagina wordt alle tekst op de huidige pagina geselecteerd. In de modus Doorlopend of Doorlopend - Naast elkaar, wordt alle tekst in het document geselecteerd. (Zie Pagina-indeling en afdrukstand instellen op pagina 13.) • Als u een tekstgebied wilt selecteren, kiest u het gereedschap voor kolomselectie in het pop-upmenu naast het gereedschap voor tekstselectie en sleept u vervolgens het selectievak rondom het gebied met de tekst die u wilt selecteren. Deze selectiemethode is vooral handig in documenten zonder structuur die meerdere kolommen bevatten. Als u een tekstgebied wilt selecteren, kunt u ook Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt houden en slepen met het gereedschap voor tekstselectie. 2 Kies Bewerken > Kopiëren om de geselecteerde tekst te kopiëren. U kunt de tekst vervolgens in een andere toepassing plakken. Als de opdrachten Knippen, Kopiëren en Plakken grijs worden weergegeven wanneer u de tekst selecteert, is het mogelijk dat de maker van het PDF-document beperkingen heeft ingesteld voor het kopiëren van tekst. (Zie Documentbeveiliging op pagina 27.) U kunt als volgt afbeeldingen selecteren en kopiëren: 1 Selecteer het gereedschap afbeeldingsselectie . De cursor verandert in een kruiscursor. 2 Sleep een rechthoek om de afbeelding die u wilt kopiëren en kies vervolgens Bewerken > Kopiëren. De afbeelding wordt gekopieerd met de indeling WMF (Windows) of PICT (Mac OS). 3 Als u de afbeelding wilt bekijken, Kiest u Venster > Klembord tonen (Windows). Opmerking: in sommige versies van Windows is de Klembord-viewer standaard niet geïnstalleerd en kunt u de opdracht Klembord tonen pas gebruiken wanneer de viewer is geïnstalleerd. Als u de Klembord-viewer wilt installeren, kiest u Start > Instellingen > Configuratiescherm > Software > Toevoegen/verwijderen en klikt u op het tabblad Windows Setup. Dubbelklik op Bureau-accessoires, schakel Klembordviewer in en klik op OK.
PDF-documenten per e-mail verzenden vanuit Acrobat Reader Wanneer u de opdracht E-mail verzenden kiest, wordt in Acrobat Reader uw standaard e-mailtoepassing geopend. Het geopende PDF-document wordt als bijlage in een nieuw bericht opgenomen. Acrobat Reader maakt in Windows gebruikt van de MAPI-interface (Messaging Application Program Interface) om te communiceren met uw e-mailtoepassing. Zorg er eerst voor dat uw e-mailtoepassing is ingesteld voor het gebruik van de MAPI-server. Zie de documentatie van uw e-mailtoepassing voor meer informatie. In Mac OS selecteert u het gewenste e-mailprogramma in het menu Standaard e-mailtoepassing (of het menu Standaard e-mailprogramma in Mac OS X) op de tab E-mail van het Internet-configuratiescherm. Als het e-mailprogramma niet in dit menu wordt weergegeven, kiest u Selecteren in dit menu en zoekt u naar het gewenste programma. Als u een toepassing selecteert die niet wordt weergegeven in dit menu, wordt deze toepassing mogelijk niet ondersteund door Acrobat Reader. Opmerking: Netscape® Messenger wordt door Acrobat Reader niet ondersteund voor Mac OS. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
18
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-documenten afdrukken, opslaan en gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
19
U kunt als volgt een PDF-document per e-mail vanuit Acrobat Reader verzenden: 1 Open het document dat u wilt toevoegen aan een e-mail. 2 Kies Bestand > E-mail verzenden. 3 Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u wordt gevraagd of u wijzigingen in het bestand wilt opslaan, klikt u op Ja om het bestand op te slaan en te verzenden, of klikt u op Nee om de originele versie van het PDF-document te verzenden.
•
Als u de melding krijgt dat er geen wijzigingen zijn toegestaan in het document, klikt u op OK om de originele versie van het PDF-document te verzenden. (Zie PDF-documenten opslaan op pagina 17.)
4 Als de e-mailtoepassing niet geopend is, wordt deze automatisch geopend of krijgt u de aanwijzing om deze toepassing te openen. Schrijf het e-mailbericht in het nieuwe berichtvenster. Klik vervolgens op Verzenden. Het PDF-document wordt automatisch toegevoegd aan de e-mail die u verzendt.
Informatie over PDF-documenten opvragen Wanneer u een PDF-document bekijkt, kunt u informatie over het bestand opvragen, zoals de titel, de gebruikte fonts en eventuele beveiligingsinstellingen. Sommige van deze informatie is ingesteld door degene die het document heeft gemaakt en andere is gegenereerd door Acrobat Reader. U kunt de instellingen van het document bekijken via de opdrachten Documenteigenschappen en Document beveiliging in het menu Bestand. U kunt als volgt informatie opvragen over het huidige document: Kies Bestand > Documenteigenschappen > Samenvatting. Hier worden basisgegevens over het document weergegeven. De titel, het onderwerp, de auteur en sleutelwoorden kunnen door de auteur van het document worden ingesteld. U kunt als volgt de gebruikte fonts weergeven in het huidige document: Kies Bestand> Documenteigenschappen > Fonts. In het dialoogvenster Fonts van document wordt een overzicht gegeven van de fonts en de fonttypes die in het oorspronkelijke document zijn gebruikt, en de fonts, fonttypes en codering die in Acrobat Reader zijn gebruikt voor het weergeven van de oorspronkelijke fonts. Het overzicht bevat alleen de fonts die in het document tot op de huidige pagina worden weergegeven. Als u een overzicht wilt weergeven van alle fonts die in het hele document worden gebruikt, klikt u op Alle fonts tonen. Opmerking: u kunt in dit dialoogvenster zien welke fonts zijn gebruikt in het oorspronkelijke document en of dezelfde fonts worden gebruikt in Acrobat Reader. Als er fonts zijn vervangen en u bent niet tevreden met het aanzien ervan, kunt u de oorspronkelijke fonts op uw systeem installeren of kunt u de maker van het document vragen om het document opnieuw te creëren met de fonts ingevoegd in het document. U kunt als volgt informatie over de documentbeveiliging bekijken: Kies Bestand > Documentbeveiliging. In het dialoogvenster Documentbeveiliging worden de beveiligingsinstellingen weergegeven die door de maker van het document zijn ingesteld. Zie Documentrechten op pagina 26 voor informatie over extra gebruiksrechten die mogelijk zijn ingeschakeld in Acrobat Reader. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
19
Adobe Acrobat Reader Help
Woorden zoeken in documenten
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
20
Woorden zoeken in documenten Als u in het PDF-document naar een woord of zinsnede wilt zoeken, gebruikt u de opdracht Zoeken. Als er een index van de volledige tekst is gemaakt voor een verzameling PDF-documenten, kunt u beter de index doorzoeken in plaats van de opdracht Zoeken te gebruiken. Een index van de volledige tekst is een alfabetische lijst met alle woorden die in een document of in een verzameling documenten zijn gebruikt. (Zie Indexen zoeken op pagina 20.)
Woorden zoeken in PDF-documenten U kunt met behulp van de opdracht Zoeken een volledig woord, een deel van een woord of een zinsnede zoeken in het huidige PDF-document. Acrobat Reader zoekt naar het woord door elk woord op elke pagina in het bestand te lezen, inclusief tekst in formuliervelden. Opmerking: als het PDF-document als afbeelding is ingescand, of als tekst in het document onderdeel is van een afbeelding, kan Acrobat Reader de gezochte tekst niet vinden. U kunt als volgt naar een woord zoeken met de opdracht Zoeken: 1 Kies Bewerken > Zoeken. 2 Voer de tekst die u zoekt in het tekstvak in. 3 Selecteer de gewenste zoekopties en klik vervolgens op Zoeken. Acrobat Reader zoekt het eerste zoekresultaat van het woord. De volgende zoekopties zijn beschikbaar: Heel woord. Hiermee wordt alleen gezocht naar het volledige woord dat u in het tekstvak invoert. Als u bijvoorbeeld naar het woord tik zoekt, worden de woorden stik en stikken niet gemarkeerd. Identieke hoofdletters/kleine letters. Hiermee wordt alleen gezocht naar woorden die dezelfde hoofdletters en kleine letters bevatten als u hebt ingevoerd. Terugzoeken. Hiermee wordt het zoeken gestart vanaf de huidige pagina en wordt het document achterwaarts doorzocht. Aziatische tekenbreedte negeren. Hiermee worden alleen de Kana-tekens gevonden die exact overeenkomen met de ingevoerde tekst. Als u naar het volgende zoekresultaat van het woord wilt zoeken, klikt u op Opnieuw zoeken in het dialoogvenster Zoeken. Als het dialoogvenster Zoeken is gesloten, kiest u Bewerken > Opnieuw Zoeken of drukt u op Ctrl+G (Windows) of Command+G (Mac OS).
Indexen zoeken Met de opdracht Zoeken in documentreeks kunt u de volledige tekst doorzoeken van PDF-documenten en reeksen die zijn geïndexeerd met de functie Adobe Acrobat Catalog. De opdracht Zoeken in documentreeks is veel krachtiger en flexibeler dan de opdracht Zoeken. U kunt in meerdere documenten zoeken en geavanceerde zoekopdrachten definiëren. Zoeken in documentreeks is sneller dan zoeken omdat de index wordt gelezen in plaats van het hele document. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
20
Adobe Acrobat Reader Help
Woorden zoeken in documenten
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
21
Als u in een index wilt zoeken die is gemaakt met de functie Adobe Acrobat Catalog, selecteert u eerst de indexen die u wilt doorzoeken. Vervolgens definieert u een zoekactie en bekijkt u de zoekresultaten van de gezochte tekst in de documenten die u hebt geselecteerd voor de zoekactie. Belangrijk: als u indexen wilt doorzoeken in Mac OS, moet u een aangepaste installatie uitvoeren en de optie Zoeken in documentreeks selecteren. U kunt geen indexen doorzoeken in de native modus van Mac OS X. U kunt echter wel indexen doorzoeken in de klassieke modus.
Indexen selecteren U kunt één index of alle indexen selecteren in het dialoogvenster Index selecteren. Met Acrobat Reader kunt u geen zoekindexen maken; u moet de volledige versie van Adobe Acrobat gebruiken. Als u een PDF-document opent dat gekoppeld is aan een index, hoeft u geen index te selecteren. Deze index kan automatisch worden doorzocht. U kunt als volgt te doorzoeken indexen selecteren of toevoegen: 1 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Indexen selecteren om een lijst met de beschikbare indexen te bekijken. 2 Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u een index wilt selecteren of deselecteren, selecteert u het vak voor de desbetreffende index. Grijs weergegeven indexen kunnen niet worden doorzocht.
•
Als u een index wilt toevoegen aan de lijst met beschikbare indexen klikt u op Toevoegen, navigeert u naar de gewenste index en dubbelklikt u op het indexbestand. (In Windows hebben Acrobat-indexbestanden de bestandstoevoeging .pdx.)
Zoeken naar tekst in documenten met een index Met de opdracht Zoeken in documentreeks kunt u een zoekactie uitvoeren op PDF-documenten waarvoor een index is gemaakt met Adobe Acrobat.. U kunt zoeken op een woord of woordgroep, of u kunt de zoekopdracht uitbreiden door jokertekens (zoals * en ?) en Boole-operatoren (zoals en, of en niet). te gebruiken. U kunt de zoekopdracht verder beperken met de zoekopties. Als er document- en datumgegevens zijn opgegeven voor de documenten die u zoekt, kunt u deze informatie gebruiken om de zoekopdracht verder toe te spitsen. De tekst die u invoert kan een enkel woord, getal, term of woordgroep zijn. Het woord kan al dan niet jokertekens (*, ?) bevatten, of een combinatie zijn van letters, getallen en symbolen. Aangezien u Boole-operatoren kunt gebruiken in invoervakken, moet u een zoekterm die EN, OF of NIET bevat, tussen aanhalingstekens plaatsen. U kunt als volgt een volledige tekstzoekactie uitvoeren: 1 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Zoekopdracht. 2 Als u geen index hebt geselecteerd voor de zoekactie, klikt u op Indexen, selecteert u de index en klikt u op OK. (Zie Indexen selecteren op pagina 21.) 3 Typ de tekst waarnaar u wilt zoeken in het invoervak Zoeken op trefwoord(en). Als u de tekst wilt wissen en de zoekopdracht opnieuw wilt definiëren, klikt u op Wissen. 4 Selecteer de gewenste zoekopties. (Zie Zoekopties voor de index gebruiken op pagina 22.) Als de gewenste zoekopties niet worden weergegeven, selecteert u de betreffende opties in het deelvenster Zoeken in documentreeks van het dialoogvenster Voorkeuren. (Zie Voorkeuren instellen voor de opdracht Zoeken in documentreeks op pagina 25.) Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
21
Adobe Acrobat Reader Help
Woorden zoeken in documenten
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
22
5 Klik op Zoeken in documentreeks. De documenten die door de zoekopdracht worden gevonden, worden weergegeven in het dialoogvenster Zoekresultaten, op volgorde van relevantie. Meest
Minst
Hoe donkerder de stip, des te hoger is de relevantie.
6 Selecteer het gewenste document en klik op de knop Weergave. Als u niet de gewenste zoekresultaten krijgt, kunt u de zoekactie beperken of uitbreiden met behulp van geavanceerde criteria. (Zie Geavanceerde zoektechnieken op pagina 23.) Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Volgende of Vorige om naar de volgende of vorige instantie van de zoekreeks in het document te gaan. Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Volgend document of Vorig document om naar de zoekreeks te gaan in het volgende of vorige document dat wordt weergegeven in het dialoogvenster Zoekresultaten.
Zoekopties voor de index gebruiken Het dialoogvenster Zoeken in documentreeks van Adobe Acrobat bevat de volgende zoekopties. Als deze opties niet worden weergegeven in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks, kunt u de opties herstellen. Hiertoe moet u het selectievakje Woordopties inschakelen in het deelvenster Zoeken in documentreeks van het dialoogvenster Voorkeuren. (Zie Voorkeuren instellen voor de opdracht Zoeken in documentreeks op pagina 25.) Stam. Hiermee zoekt u woorden die een deel (de stam) van het opgegeven zoekwoord vormen. Dit geldt alleen voor woorden, niet voor woordgroepen en ook niet voor woorden met jokertekens (*, ?). Deze optie kan niet worden gebruikt met de optie Identieke hoofdletters/kleine letters. De optie Stam werkt alleen bij indexen waarbij de optie was ingeschakeld tijdens het genereren. Klinkt als. Hiermee zoekt u verschillende spellingen voor woorden. Geldt alleen voor afzonderlijke woorden, niet voor woordgroepen. Is niet van toepassing op woorden met jokertekens en kan niet worden gebruikt voor de optie Identieke hoofdletters/kleine letters. De optie Klinkt als werkt alleen bij indexen waarbij de optie was ingeschakeld tijdens het genereren. Betekenis. Hiermee zoekt u vergelijkbare woorden in de documenten die u doorzoekt. U zult niet noodzakelijkerwijs alle vergelijkbare woorden vinden die u zou aantreffen in een complete synoniemenlijst. Deze optie geldt alleen voor afzonderlijke woorden, niet voor woordgroepen. De optie is niet van toepassing op woorden met jokertekens en kan niet worden gebruikt voor de optie Identieke hoofdletters/kleine letters. Identieke hoofdletters/kleine letters. Hiermee vindt u alleen documenten met woorden met hetzelfde hoofdlettergebruik als de zoektekst. Kan worden gebruikt met een Booleuitdrukking en met termen met jokertekens. Tekens die worden vertegenwoordigd door jokertekens, kunnen wel bestaan uit hoofdletters of kleine letters. Deze optie werkt alleen bij indexen waarbij de optie was ingeschakeld tijdens het genereren. Nabijheid. Hiermee beperkt u de resultaten van eenvoudige EN-zoekopdrachten, zoals Hawaï EN cruise, tot één paar treffers per document: de treffers die het dichtst bij elkaar staan. De twee treffers mogen maximaal drie pagina's van elkaar zijn verwijderd. Deze optie is nuttig voor het zoeken van documenten waarin nader wordt ingegaan op een onderwerp. Nabijheid beïnvloedt de relevantieclassificatie in zoekopdrachten. Hoe dichter de treffers bij elkaar staan in een document, des te hoger de classificatie. Nabijheid werkt met complexe EN-zoekopdrachten, bijvoorbeeld "Hawaï EN (cruise OF vliegen)". Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
22
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Woorden zoeken in documenten
Vorige
23
Geavanceerde zoektechnieken U kunt desgewenst zoekopdrachten uitvoeren met geavanceerde zoekcriteria en speciale operatoren. Als uw zoekopdracht te veel resultaten, geen resultaten of ongewenste resultaten produceert, kunt u de zoekmethode in Acrobat Reader wijzigen.
Zoekopdrachten beperken Als u een zoekopdracht nader wilt specificeren, kunt u de zoekopdracht beperken tot documenten die in een eerdere zoekopdracht als resultaat zijn gegeven. U kunt bijvoorbeeld eerst zoeken naar alle documenten van een bepaalde auteur en vervolgens een zoekopdracht definiëren voor die subset van documenten. Het resultaat is een subset van documenten die geschreven zijn door de betreffende auteur en waarin de zoektekst is opgenomen. U kunt als volgt een zoekopdracht beperken: 1 Nadat u de zoekactie hebt uitgevoerd, kiest u Bewerken > Zoeken in documentreeks > Resultaten om de vorige zoekresultaten weer te geven. 2 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Zoekopdracht om het dialoogvenster Zoeken in documentreeks te openen. Bewerk of vervang de zoekopdracht die de oorspronkelijke lijst documenten als resultaat had. 3 Druk op Ctrl (Windows) of Option (Mac OS). De knoplabel verandert van Zoeken in documentreeks in Beperken. 4 Klik op Beperken. Er wordt nu een lijst met zoekresultaten weergegeven die een subset vormt van de vorige lijst en waarvan de resultaten voldoen aan de nieuwe zoekopdracht. Als de zoekreeks in slechts één document wordt gevonden, wordt dit document geopend op de pagina met de eerste instantie van de zoekreeks. Het dialoogvenster Zoekresultaten wordt in dit geval niet weergegeven.
Woordhelp gebruiken Woordhelp biedt u informatie over de termen die waarschijnlijk worden weergegeven als u een zoekopdracht opgeeft met de opties Klinkt als, Stam of Betekenis. In de lijst die verschijnt wordt aangeven of de gebruikte optie nuttige resultaten oplevert. Als de lijst te lang is of vol irrelevante woorden zit, kunt u snel een lijst met te zoeken woorden samenstellen door woorden te kopiëren uit het dialoogvenster Woordhelp en deze in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks te plakken. Vervolgens gebruikt u deze woorden in uw zoekactie in plaats van de verwante zoekoptie. U kunt als volgt woorden kopiëren uit het dialoogvenster Woordhelp: 1 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Zoekopdracht om het Adobe Acrobatdialoogvenster Zoeken in documentreeks te openen. 2 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Woordhelp. 3 Selecteer een zoekoptie (Klinkt als, Stam of Betekenis) in het menu Zoeken op, typ een zoekwoord in het tekstvak Woord en klik vervolgens op Zoeken. 4 Dubbelklik op het woord dat u wilt kopiëren. Het geselecteerde woord verschijnt in het tekstvak Woord. 5 Kopieer en plak de tekst in het Adobe Acrobat-dialoogvenster Zoeken in documentreeks. 6 Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elk woord dat u wilt zoeken. Typ EN of OF tussen elk paar woorden in het tekstvak Zoeken op trefwoord(en). Klik vervolgens op Zoeken in documentreeks. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
23
Adobe Acrobat Reader Help
Woorden zoeken in documenten
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
24
Zoeken met document- en datuminformatie Als er document- en datuminformatie is opgegeven voor de documenten die u zoekt kunt u deze informatie gebruiken in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks om de zoekopdracht te beperken. U kunt de zoekopdracht bijvoorbeeld beperken tot documenten met een bepaalde auteur of documenten die binnen een bepaalde periode of op een bepaalde datum gemaakt of gewijzigd zijn. U kunt eventuele document- en datuminfo weergeven door Bestand > Documenteigenschappen > Samenvatting te kiezen in het PDF-document waarin u zoekt. U kunt als volgt zoeken met documentinformatie: 1 Controleer of de optie Documentinformatie is geselecteerd in het deelvenster Zoeken in documentreeks van het dialoogvenster Voorkeuren. 2 Kies Bewerken > Zoeken in documentreeks > Zoekopdracht. 3 Typ de gewenste gegevens voor de zoekopdracht in de invoervakken (titel, onderwerp, auteur en sleutelwoorden). U kunt Boole-operatoren en jokertekens in deze tekstvakken gebruiken bij de zoektekst. Mogelijk worden er aangepaste tekstvakken weergegeven, afhankelijk van de informatie die is verstrekt voor het PDF-document. U kunt als volgt zoeken met datuminformatie: 1 Controleer of de optie Datumfiltering is geselecteerd in het deelvenster Zoeken in documentreeks van het dialoogvenster Voorkeuren. 2 Typ een datum (maand, dag, jaar) in een van de datumvelden of klik in een veld en gebruik de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om een waarde te selecteren. Als u een zoekopdracht wilt beperken, voert u een van de onderstaande stappen uit: • Als u de zoekopdracht wilt beperken tot documenten die zijn gemaakt of gewijzigd na een bepaalde datum, geeft u een waarde op voor de datum Na en laat u de datum Voor leeg. • Als u de zoekopdracht wilt beperken tot documenten die zijn gemaakt of gewijzigd voor een bepaalde datum, geeft u een waarde op voor de datum Voor en laat u de datum Na leeg. • Als u de zoekopdracht wilt beperken tot documenten die zijn gemaakt of gewijzigd in een bepaalde periode, geeft u een waarde op voor zowel de datum Na als voor de datum Voor. 3 Klik op Zoeken in documentreeks.
Geavanceerde zoektips In Acrobat Reader worden dezelfde standaardjokertekens en Boole-operatoren gebruikt als bij veelgebruikte tekstverwerkers en Internet-zoekprogramma's. U kunt het volgende proberen om de zoekresultaten te verbeteren: • Gebruik een sterretje (*) voor nul, één of meer tekens; gebruik een vraagteken (?) voor één willekeurig teken. • Als u wilt zoeken naar woorden die naast elkaar staan, kunt u aanhalingstekens om de zoektekst plaatsen. • Als u de zoekopdracht wilt beperken, kunt u de operator NIET gebruiken voor een zoekterm om documenten met de term uit te sluiten. Gebruik de operator EN tussen twee woorden als u alleen documenten wilt weergeven waarin beide woorden voorkomen. Opmerking: als u NIET gebruikt met de operatoren EN of OF, wordt NIET geëvalueerd vóór de EN of de OF. Als u bijvoorbeeld evolutie EN NIET Darwin opgeeft, vindt u alle documenten die het woord evolutie bevatten, maar niet het woord Darwin. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
24
Adobe Acrobat Reader Help
Woorden zoeken in documenten
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
25
Als de zoektekst de woorden en, of of niet bevat (als standaardwoord en niet als Booleoperator), moet u aanhalingstekens plaatsen om de tekst. Met de zoektekst “toeters en bellen” wordt gezocht naar alle instanties van de tekst toeters en bellen en niet afzonderlijk naar het woord toeters en het woord bellen, wat wel het geval zou zijn als u geen aanhalingstekens had gebruikt. • Als termen met getallen niet worden gevonden bij een zoekopdracht, is dat waarschijnlijk omdat getallen niet zijn opgenomen in de index. Vervang de getallen in de zoektekst door een jokerteken en probeer het nogmaals. • Gebruik de optie Nabijheid om EN-zoekopdrachten te beperken. U geeft hiermee op dat de treffers dicht bij elkaar moeten staan: drie pagina's of minder. • Gebruik de optie Identieke hoofdletters/kleine letters om alleen tekst te vinden met precies dezelfde combinatie van hoofdletters en kleine letters als de zoektekst. •
Voorkeuren instellen voor de opdracht Zoeken in documentreeks U kunt de standaardinstellingen in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks voorkeuren wijzigen, zodat er meer opties beschikbaar zijn in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks. Als u bijvoorbeeld Documentinformatie inschakelt, wordt de sectie Met documentinformatie weergegeven in het dialoogvenster Zoeken in documentreeks. U kunt als volgt de voorkeuren voor zoekopdrachten wijzigen: 1 Voer een van de volgende stappen uit: • Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) en klik vervolgens op Zoeken in documentreeks, links in het dialoogvenster. • Kies Bewerken > Voorkeuren > Zoeken in documentreeks (Mac OS 9.x) of Acrobat Reader >Voorkeuren >Zoeken in documentvenster (Mac OS X). 2 Stel de gewenste voorkeuren in en klik op OK. De volgende voorkeuren zijn beschikbaar: Documentinformatie. Hiermee worden documentinformatievelden weergegeven in het Adobe Acrobat-dialoogvenster Zoeken in documentreeks. Zie Zoeken met document- en datuminformatie op pagina 24 voor meer informatie. Woordopties. Hiermee worden bepaalde zoekopties, zoals Stam en Betekenis, weergegeven in het Adobe Acrobat-dialoogvenster Zoeken in documentreeks. Zie Zoekopties voor de index gebruiken op pagina 22 voor meer informatie. Datumfiltering. Hiermee worden datuminformatievelden weergegeven in het Adobe Acrobat-dialoogvenster Zoeken in documentreeks. Sorteren op. Hiermee kunt u de zoekresultaten sorteren op basis van verschillende categorieën, zoals de zoekscore, het onderwerp en de auteur. Eerste tonen. Hiermee wordt een gespecificeerd aantal documenten weergegeven dat wordt geretourneerd door de zoekopdracht. Volgende selectie. Hiermee geeft u aan hoe de zoekresultaten worden gemarkeerd in de documenten die door de zoekopdracht worden geretourneerd. Met de optie Weergeven per pagina wordt alle gevonden tekst op de eerste pagina van het document weergegeven. Met de optie Weergeven per woord wordt alleen de eerste instantie van de zoektekst weergegeven.
On line zoeken naar PDF-documenten U kunt op het web zoeken naar een aantal geïndexeerde PDF-bestanden. In de zoekresultaten vindt u de samenvatting van de documenten, zodat u kunt beslissen of u het oorspronkelijke Adobe PDF-bestand inderdaad wilt openen. Kies Opties > Adobe PDF Online zoeken voor meer informatie. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
25
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Documentrechten
Vorige
26
Documentrechten Documentrechten Adobe Acrobat Reader 5.1 bevat een aantal functies die alleen beschikbaar zijn wanneer u Adobe PDF-documenten met extra gebruiksrechten opent. Wanneer u een document opent waarvoor een of meer extra gebruiksrechten zijn ingeschakeld, kunt u in het dialoogvenster Documentrechten bekijken welke functies zijn ingeschakeld. Ook vindt u hier eventuele instructies van de maker van het PDF-document. Als een functie is ingeschakeld, worden de bijhorende knoppen en opdrachten geactiveerd. Als de extra gebruiksrechten niet zijn ingeschakeld, worden sommige menuopdrachten en knoppen lichtgrijs weergegeven en kunnen ze niet worden gebruikt. De volgende extra gebruiksrechten kunnen worden ingeschakeld door de maker van het PDF-document: Opmerkingen. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u notities, markeringen en andere opmerkingen toevoegen aan het document. Verder kunt u opmerkingen importeren en exporteren. Als de functie Opmerkingen niet is ingeschakeld, kunt u de opmerkingen alleen bekijken. (Zie Opmerkingen toevoegen op pagina 29.) Geavanceerde formulierfuncties. Als u deze functie inschakelt, kunt u formuliergegevens importeren en exporteren als FDF-bestanden. (Zie Formuliergegevens exporteren en importeren op pagina 39.) Digitale ondertekeningen. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u een digitale ondertekening toevoegen aan een PDF-document. Als de functie is uitgeschakeld, kunt u PDF-documenten met ondertekeningen alleen valideren, weergeven en afdrukken. (Zie Digitale ondertekeningen gebruiken op pagina 39.) Document opslaan. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u formuliergegevens, opmerkingen en digitale ondertekeningen opslaan in een PDF-document. Als de functie is uitgeschakeld, kunt u alleen een kopie van het oorspronkelijke PDF-document opslaan. (Zie PDF-documenten opslaan op pagina 17.) Opmerking: als u een PDF-document met extra gebruiksrechten opent, verschijnt soms de waarschuwing dat bepaalde functies die betrekking hebben op gebruiksrechten zijn uitgeschakeld. In dat geval maakt u waarschijnlijk gebruik van niet-geverifieerde insteekmodules in Acrobat Reader. Als u het document met de extra gebruiksrechten wilt openen, moet u de optie Alleen insteekmodules met certificaat inschakelen. Deze optie bevindt zich in het deelvenster Opties van het dialoogvenster Voorkeuren. Vervolgens start u Acrobat Reader opnieuw op en opent u het document. U kunt als volgt de documentrechten weergeven: Kies Bestand > Documenteigenschappen > Documentrechten om een lijst weer te geven met de ingeschakelde functies en eventuele instructies van de maker van het PDF-document. Als de opdracht Documentrechten lichtgrijs wordt weergegeven, bevat het huidige document geen extra gebruiksrechten. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
26
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Documentrechten
Vorige
27
U kunt als volgt het dialoogvenster Documentrechten uitschakelen wanneer u een document met documentrechten opent: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en klik vervolgens op Opties aan de linkerzijde van het dialoogvenster. 2 Schakel de optie Dialoogvenster Documentenrechten weergeven uit en klik vervolgens op OK.
Documentbeveiliging Wanneer u een PDF-document maakt in Acrobat, kunt u beveiligingsvoorzieningen toevoegen aan het document via wachtwoorden en andere beperkingen. Hierdoor bepaalt u niet alleen wie het bestand kan openen, maar ook wie de bestandsinhoud kan kopiëren of ophalen, wie opmerkingen kan toevoegen en wie het document kan afdrukken, enzovoort. In sommige gevallen moet u een wachtwoord invoeren om een PDF-document te openen. In andere gevallen kunt u het PDF-document niet openen omdat de maker van het document een beperkte ontvangerslijst heeft opgesteld. Verder kunt u met beperkingen voorkomen dat bestanden worden afgedrukt of dat informatie naar een andere toepassing wordt gekopieerd. Als er problemen optreden wanneer u een PDF-document wilt openen of bewerken, neemt u contact op met de maker van het PDF-document. U kunt als volgt de beveiligingsinstellingen van een geopend document bekijken: 1 Kies Bestand > Documentbeveiliging. 2 Noteer welke beperkingen zijn geactiveerd en klik op OK.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
27
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
28
Opmerkingen gebruiken In Acrobat Reader kunt u de opmerkingen bekijken die door andere gebruikers zijn ingevoegd. De meest algemene opmerking is de notitie, vergelijkbaar met de gele sticker die op een document wordt geplakt. In sommige PDF-documenten is de tekst of een afbeelding gemarkeerd. Dit soort opmerkingen worden markeringen genoemd. Andere opmerkingen bestaan uit tekst, geluidsfragmenten, stempels en bijgevoegde bestanden. U kunt bestaande opmerkingen bekijken, bijgevoegde bestanden openen en geluidsclips afspelen. U kunt de opmerkingen in Acrobat Reader echter niet bewerken of nieuwe opmerkingen maken, tenzij de functie Opmerkingen is ingeschakeld door de maker van het PDF-document. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie.
Opmerkingen bekijken Wanneer u een PDF-document met opmerkingen opent, is de manier waarop u de opmerking kunt bekijken afhankelijk van het type opmerking. Als u een notitie opent, wordt een notitievenster weergegeven. Wanneer u een ingesproken opmerking opent, wordt er een geluidsbestand afgespeeld en wanneer u een bestandsopmerking opent, wordt het bijgevoegde bestand geopend (als de toepassing voor het bestand is geïnstalleerd op uw computer). Aan grafische markeringen, tekstmarkeringen en stempelopmerkingen kunnen notities zijn gekoppeld. Als u in dergelijke gevallen dubbelklikt op de opmerking, wordt het notitievenster geopend, net als bij een gewone notitie.
A
B
C
Opmerkingen in een PDF-document A. Notitie B. Stempel C. Tekstmarkering
Als de opmerkingen slecht leesbaar zijn, kunt u een grotere font toepassen. (Zie Voorkeuren voor opmerkingen instellen op pagina 35.)
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
28
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
29
U kunt als volgt notities bekijken: Voer de volgende stappen uit: •
Als u een notitie wilt openen, dubbelklikt u op het notitiepictogram.
•
Als u een notitievenster wilt verplaatsen, sleept u de titelbalk.
•
Als u een notitie wilt sluiten, klikt u op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het notitievenster. U kunt ook nogmaals op het notitiepictogram dubbelklikken.
Opmerking: aangezien opmerkingen overal in het documentkader kunnen worden geplaatst, moet u mogelijk uitzoomen om opmerkingen te zien die niet op de pagina staan.
Geluidsclips afspelen U kunt geluidsclips als opmerkingen toevoegen aan uw PDF-document. Voordat u geluidsclips kunt afspelen, moet de juiste hardware en software op de computer zijn geïnstalleerd. In PDF-documenten kunt u alle geluidsbestanden afspelen die compatibel zijn met Apple QuickTime. Zie Op koppelingen klikken waarmee u films, geluiden en bestandsbijlagen opent op pagina 10 voor meer informatie. U kunt als volgt een geluidsclip afspelen: 1 Open het PDF-document met de geluidsclip en selecteer vervolgens het handje 2 Dubbelklik op het pictogram voor de geluidsclip
.
.
Bestandsbijlagen openen Als de maker van het PDF-document een bestandsbijlage heeft toegevoegd, kunt u het bestand openen wanneer de toepassing voor het bestand op uw computer is geïnstalleerd. U kunt als volgt een bestandsbijlage openen: 1 Open het PDF-document met de bijlage en selecteer vervolgens het handje 2 Dubbelklik op het pictogram voor de bestandsbijlage
.
.
Opmerkingen toevoegen U kunt alleen opmerkingen toevoegen in Acrobat Reader als de functie Opmerkingen is ingeschakeld door de maker van het PDF-document (zie Documentrechten op pagina 26). In een dergelijk document zijn de opties voor opmerkingen en markeringen beschikbaar op de werkbalk Notities plaatsen. Als u klikt op de pijl-omlaag naast deze opties wordt een lijst met extra opties weergegeven.
A
B
C
De werkbalk Notities plaatsen A. Opties voor het plaatsen van opmerkingen B. Grafische markering C. Tekstmarkering •
Met de opties voor opmerkingen (Notities, Geluidsbijlage, Stempel en Bestandsbijlage) kunt u opmerkingen met verschillende indelingen toevoegen aan een PDF-document. Elke optie biedt een unieke manier om informatie over te brengen. (Zie Opties gebruiken voor het toevoegen van opmerkingen op pagina 30.)
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
29
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Opmerkingen gebruiken
Vorige
30
Met de grafische markeringsopties (Potlood, Vierkant, Cirkel en Lijn) kunt u een gebied van een PDF-document visueel markeren met een grafisch symbool en een notitie koppelen aan de markering voor extra opmerkingen. (Zie Documenten markeren met grafische markeringsopties op pagina 33.) • Met de tekstmarkeringsopties (Markering, Doorhaling en Onderstreping) kunt u tekst op een PDF-documentpagina visueel markeren en een notitie aan de markering koppelen voor extra opmerkingen. (Zie Documenten markeren met tekstmarkeringsopties op pagina 34.) •
Als u vaak verschillende opties voor opmerkingen gebruikt, klikt u op de pijl-rechts naast de optie op de werkbalk en kiest u Deze knop uitvouwen. Hierdoor worden alle opties op de werkbalk geplaatst.
Opties gebruiken voor het toevoegen van opmerkingen Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u overal in het document opmerkingen plaatsen. Bovendien kunt u zelf bepalen welk soort opmerking u plaatst en welke indeling u wilt gebruiken. Als een opmerking bijvoorbeeld veel tekst bevat, kunt u de opmerking invoegen als een notitie, een geluidsbestand of als een bestandsbijlage.
Notities gebruiken Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u op elke documentpagina notities toevoegen. De notities kunnen overal op de pagina worden geplaatst. Als u meer tekst invoert dan in de notitie past, schuift de tekst door. U kunt desgewenst de grootte van het venster wijzigen. Zie Voorkeuren voor opmerkingen instellen op pagina 35 voor informatie over het wijzigen van de voorkeursinstellingen voor opmerkingen, bijvoorbeeld als u wilt nagaan of het notitievenster automatisch wordt geopend wanneer een notitie wordt gemaakt. U kunt als volgt een notitie toevoegen: 1 Selecteer de notitieoptie . 2 Klik op de plaats waar u de notitie wilt plaatsen of sleep de aanwijzer om een aangepast venster te maken. 3 Klik in het venster en typ de tekst voor de notitie. U kunt ook de tekstselectieoptie gebruiken om de tekst van een PDF-document naar de notitie te kopiëren. 4 Klik op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het venster om de notitie te sluiten. U kunt als volgt de eigenschappen van notities instellen: 1 Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Control-klik (Mac OS) op het notitiepictogram (mogelijk moet u het notitievenster sluiten of verplaatsen om het pictogram te zien) en kies vervolgens Eigenschappen in het contextmenu. 2 Geef het notitiepictogram op, samen met de kleur voor de notitie en de naam van de auteur (deze wordt boven aan het notitievenster weergegeven). Klik vervolgens op OK. U kunt als volgt een notitieopmerking bewerken: 1 Dubbelklik met het handje of met de notitieoptie op het notitiepictogram om het notitievenster te openen. 2 Bewerk de tekst. Wanneer u gereed bent, klikt u op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het venster. U kunt ook buiten het notitievenster klikken. Als u het formaat van een notitievenster wilt wijzigen, sleept u de rechterbenedenhoek van het venster naar het gewenste formaat. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
30
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
31
De vrije-tekstoptie gebruiken Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u op elke documentpagina een tekstopmerking maken. De opmerking kan overal op de pagina worden geplaatst. Tekstopmerkingen blijven zichtbaar op de documentpagina. Dergelijke opmerkingen worden niet gesloten, zoals een notitie. Opmerking: u kunt Japanse, Chinese en Koreaanse teksten voorzien van opmerkingen met de vrije-tekstoptie, maar u moet de bronbestanden voor Aziatische talen hebben geïnstalleerd. Verticale tekst wordt niet ondersteund. U kunt als volgt een vrije-tekstopmerking toevoegen: 1 Selecteer de vrije-tekstoptie
in het pop-upmenu op de werkbalk.
De vrije-tekstoptie selecteren
2 Klik op de plaats waar u de tekstopmerking wilt plaatsen of sleep een rechthoek om de grenzen van het tekstvak te definiëren. 3 Voer de tekst in en klik buiten het tekstvak om de invoer te voltooien. U moet de tekst voltooien voordat u de eigenschappen kunt bewerken. Als u het vak van een vrije-tekstopmerking wilt aanpassen, kiest u het handje en klikt u vervolgens in het vak om de opmerking te selecteren. Hierna selecteert u een greep in een van de hoekpunten en sleept u totdat het vak de gewenste afmetingen heeft. U kunt als volgt de eigenschappen van een vrije-tekstopmerking instellen: 1 Selecteer het handje en klik vervolgens in het vrije-tekstvak om het vak te selecteren. 2 Kies Bewerken > Eigenschappen. Stel de gewenste opties in en klik op OK. • Kies het gewenste font en het bijhorende formaat. • Geef in het pop-upmenu Uitlijnen aan of de tekst links, rechts of gecentreerd wordt uitgelijnd in het tekstvak. • Selecteer een lijndikte voor het tekstvak. De dikte moet liggen tussen 0 en 12 punten. • Schakel de optie Opvulkleur in en klik vervolgens op het pictogram om een kleur te kiezen of een achtergrondkleur toe te voegen. Als u een transparante achtergrond wilt, schakelt u de optie Opvulkleur uit. • Klik op het pictogram Kaderkleur en selecteer een nieuwe kleur voor de tekst en het kader.
De geluidsbijlageoptie gebruiken Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u met de geluidsbijlageoptie een vooraf opgenomen WAV-geluidsclip toevoegen als opmerking. U kunt ook een opmerking inspreken en in een document plaatsen. De geluidsbestanden in het document kunnen op elk platform worden afgespeeld. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
31
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
32
U kunt als volgt een vooraf ingesproken opmerking toevoegen: 1 Selecteer de geluidsbijlageoptie in het pop-upmenu op de werkbalk. Klik op de plaats waar u de ingesproken opmerking wilt plaatsen. 2 Klik op Kiezen en blader naar het geluidsbestand dat u wilt toevoegen. Dubbelklik op het geluidsbestand en klik vervolgens op OK. 3 Voer de volgende stappen uit in het dialoogvenster Eigenschappen voor geluid en klik vervolgens op OK: • Geef het uiterlijk en de kleur op voor het pictogram van de ingesproken opmerking. • Typ een beschrijving van de opmerking. Deze beschrijving verschijnt in de knopinfo wanneer u de muisaanwijzer boven het geluidspictogram houdt. Met het pictogram wordt de plaats van de opmerking aangeduid. • Geef een auteursnaam op als u de standaardnaam wilt vervangen. Als u de eigenschappen van een ingesproken opmerking wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het geluidspictogram (Windows) of Control-klikt u op het pictogram (Mac OS). Vervolgens kiest u Eigenschappen. U kunt als volgt een ingesproken opmerking opnemen: 1 Selecteer de geluidsbijlageoptie . 2 Klik op de plaats waar u de ingesproken opmerking wilt plaatsen. 3 Voer een van de volgende stappen uit: • Klik op de knop Opnemen in het dialoogvenster Geluidsrecorder (Windows) en spreek de opmerking in via de microfoon. Klik op de knop Stoppen als u gereed bent en klik vervolgens op OK. • Klik op Opnemen en spreek de opmerking in via de microfoon (Mac OS). Klik op Stoppen als u gereed bent en klik vervolgens op OK. 4 Schakel de gewenste opties in in het dialoogvenster Eigenschappen voor geluid, zoals beschreven in de voorgaande procedure en klik vervolgens op OK.
De stempeloptie gebruiken Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u met de stempeloptie een stempel toepassen op het document, net zoals een rubberstempel wordt gebruikt bij een papieren document. Nadat u de stempel hebt toegevoegd, kunt u de stempel alsnog wijzigen of een andere stempel kiezen uit de lijst met stempels in het dialoogvenster Eigenschappen voor stempel. U kunt als volgt een document afstempelen: 1 Selecteer de stempeloptie in het pop-upmenu op de werkbalk. 2 Klik op de documentpagina waar u de stempel met de standaardgrootte wilt plaatsen of sleep een rechthoek om de grootte en plaats van de stempel te definiëren. U kunt een stempel verplaatsen door de stempel naar een nieuw plaats te slepen of u kunt de grootte ervan wijzigen door een hoekgreep te slepen. U kunt als volgt de stempel of de stempeleigenschappen wijzigen: 1 Klik op de stempel om deze te selecteren en kies vervolgens Bewerken > Eigenschappen. 2 Selecteer een categorie met stempels. In de keuzelijst verschijnt nu een lijst met stempels. Kies een stempel uit de lijst in het linkerdeelvenster en bekijk het bijhorende voorbeeld in het rechterdeelvenster. 3 Selecteer een kleur voor de notitie die bij de stempel hoort.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
32
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
33
4 Geef de naam van een auteur op als u de standaardnaam wilt wijzigen en klik op OK. De zojuist geselecteerde stempel wordt gebruikt voor deze en alle volgende stempelopmerkingen, totdat u de stempelselectie weer wijzigt. Als u een notitie aan de stempel wilt koppelen, dubbelklikt u op de stempel. Typ de tekst in het notitievenster dat wordt weergegeven en klik op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het venster om de notitie te sluiten.
De bestandsbijlageoptie gebruiken Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u met de bestandsbijlageoptie een bestand invoegen op een geselecteerde plaats in het PDF-document, zodat de lezer dit bestand kan openen en bekijken. Het bestand wordt onderdeel van het PDF-document. Als u het PDF-document naar een andere locatie verplaatst, gaat de ingevoegde bestandsopmerking automatisch mee. Opmerking: u kunt elk bestandstype bijvoegen als bestandsbijlage. Andere gebruikers kunnen het bestand echter alleen openen als het betreffende programma op de computer is geïnstalleerd. U kunt als volgt een bestand bijvoegen: 1 Selecteer de bestandsbijlageoptie
in het pop-upmenu op de werkbalk.
2 Klik op de locatie waar u de bestandsbijlage wilt plaatsen. 3 Selecteer het bestand dat u wilt invoegen en klik vervolgens op Selecteren. 4 Selecteer het pictogram en de kleur in het dialoogvenster Eigenschappen bestandsbijlage. Typ een beschrijving en geef de naam van de auteur op, zodat de standaardnaam wordt overschreven. Klik vervolgens op OK.
Documenten markeren met grafische markeringsopties Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u het document visueel markeren met de grafische markeringsopties. Met deze opties kunt u desgewenst een notitie toevoegen aan de grafische markering. Voordat u een optie selecteert, is het handig om te weten welk effect u wilt bereiken: •
Met het potlood
•
Met het vierkant plaatsen.
•
Met de cirkel
•
Met de lijn
tekent u een vrije lijn. maakt u een rechthoekig vak dat u over tekst of illustraties kunt maakt u een rond vlak dat u over tekst of illustraties kunt plaatsen.
tekent u een rechte lijn.
U kunt als volgt met het potlood tekenen: 1 Selecteer het potlood
op de werkbalk.
2 Verplaats de cursor naar de plaats waar u wilt beginnen te tekenen. U hoeft geen ononderbroken lijn te tekenen. U kunt de muisknop kort loslaten, de cursor naar een andere plaats brengen en doorgaan met tekenen. Als u een notitie aan de potloodopmerking wilt koppelen, selecteert u het handje , dubbelklikt u op de afbeelding van het potlood en typt u de tekst van de notitie in het venster. Klik op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het venster om de notitie te sluiten.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
33
Adobe Acrobat Reader Help
Opmerkingen gebruiken
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
34
U kunt als volgt de lijn, het vierkant of de cirkel gebruiken: 1 Selecteer de lijn
, het vierkant
of de cirkel
in het pop-upmenu op de werkbalk.
2 Klik op een beginpunt op de documentpagina en sleep het grafische object totdat de gewenste grootte is bereikt. Laat de muisknop los om het grafische object te voltooien. Als u een rechte of diagonale lijn, een vierkant of een cirkel wilt tekenen, houdt u de toets Shift ingedrukt terwijl u het object tekent. Hierbij moet u de toets Shift pas loslaten nadat u de muisknop hebt losgelaten. U kunt als volgt de eigenschappen van de grafische opmerking bewerken: 1 Selecteer het handje , selecteer de grafische opmerking en kies vervolgens Bewerken > Eigenschappen. 2 Stel de gewenste opties in en klik op OK. •
Selecteer een lijndikte tussen 0 en 12 punten.
•
Als u een achtergrondkleur wilt toevoegen, schakelt u de optie Opvulkleur in en klikt u vervolgens op het pictogram om de gewenste kleur te kiezen. Als u een transparante achtergrond wilt, schakelt u de optie Opvulkleur uit. Deze optie is niet beschikbaar voor opmerkingen die met het potlood zijn toegevoegd.
Als u een notitie aan de grafische opmerking wilt koppelen, selecteert u het handje en dubbelklikt u op de markering. Vervolgens typt u de tekst in het notitievenster.
Documenten markeren met tekstmarkeringsopties Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige PDF-document, kunt u de tekstmarkeringsopties gebruiken om de tekst in het document visueel te markeren. U kunt dergelijke opmerkingen op zichzelf gebruiken of in combinatie met notities. Zo kunt u bijvoorbeeld een deel van de tekst markeren en vervolgens dubbelklikken op de markering om een notitievenster toe te voegen waarin u de reden voor de markering geeft. U kunt als volgt tekst markeren, doorhalen of onderstrepen: 1 Selecteer de markeringsoptie , de doorhaaloptie in het pop-upmenu op de werkbalk.
of de onderstrepingsoptie
2 Plaats de cursor aan het begin van de tekst die u wilt markeren en sleep de cursor. Houd Ctrl ingedrukt en sleep de cursor (Windows) of houd Option ingedrukt en sleep de cursor (Mac OS) om een rechthoekig tekstgebied te markeren. Deze optie is vooral handig voor het markeren van tekst in een kolom. 3 Laat de muisknop los om de handeling te voltooien. U kunt als volgt de eigenschappen van een tekstmarkering bewerken: 1 Selecteer het handje , selecteer de tekstmarkering en kies vervolgens Bewerken> Eigenschappen. 2 Stel de gewenste opties in en klik op OK. • Selecteer een kleur voor de markering. • Geef een auteursnaam op als u de standaardnaam wilt vervangen. Als u een notitie aan de gemarkeerde tekst wilt koppelen, selecteert u het handje en dubbelklikt u op de opmerking. Vervolgens typt u de tekst in het notitievenster. Klik op het sluitvakje in de linkerbovenhoek van het venster om de notitie te sluiten. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
34
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Opmerkingen gebruiken
Vorige
35
Opmerkingen verwijderen U kunt alle opmerkingen verwijderen die u zelf aan een PDF-document hebt toegevoegd. U kunt de opmerkingen van andere revisoren echter alleen verwijderen als u over de juiste toegangsrechten beschikt. Dit wordt bepaald door de maker van het PDF-document. U kunt als volgt een opmerking verwijderen: Voer een van de volgende stappen uit: •
Selecteer het handje en klik met de rechtermuisknop op de opmerking (Windows) of Control-klik op de opmerking (Mac OS). Kies vervolgens Verwijderen.
•
Kies Opties > Opmerkingen > Alles verwijderen om alle opmerkingen in een document te verwijderen.
Opmerkingen zoeken Acrobat Reader beschikt over een zoekfunctie voor opmerkingen waarmee u specifieke opmerkingen kunt zoeken op basis van de tekst. U kunt zoeken naar tekst in notities, vrije-tekstopmerkingen en notities die zijn gekoppeld aan tekstopmerkingen en grafische markeringen. U kunt als volgt een opmerking zoeken: 1 Kies Opties > Opmerkingen > Zoeken. 2 Voer de tekst in die u in een opmerking wilt zoeken. 3 Selecteer desgewenst zoekopties: •
Met Identieke hoofdletters/kleine letters wordt alleen gezocht naar woorden met dezelfde hoofdletters en kleine letters als de zoektekst.
•
Met Terugzoeken wordt het zoeken gestart vanaf de huidige pagina en wordt het document achterwaarts doorzocht.
•
Met Heel woord wordt alleen gezocht naar het volledige woord dat u in het tekstvak invoert. Als u bijvoorbeeld naar het woord stik zoekt, worden de woorden tik en stikken niet gevonden.
4 Klik op Zoeken. Als het woord wordt gevonden, wordt de pagina met de opmerking waarin het woord staat weergegeven in het documentvenster. De opmerking is geselecteerd.
Voorkeuren voor opmerkingen instellen Als u algemene wijzigingen wilt doorvoeren die van toepassing zijn op alle documenten, stelt u voorkeuren voor opmerkingen in. U kunt bijvoorbeeld opmerkingen beter leesbaar maken door in het dialoogvenster Voorkeuren een ander font of een grotere fontgrootte te selecteren voor opmerkingen. U kunt als volgt de voorkeuren voor opmerkingen instellen: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X). 2 Selecteer Opmerkingen aan de linkerkant van het dialoogvenster Voorkeuren. Selecteer de gewenste opties en klik vervolgens op OK: Font en Grootte. Met de fontstijl en fontgrootte die u in het pop-upmenu kiest, bepaalt u het uiterlijk van tekst in opmerkingenvensters. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
35
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Opmerkingen gebruiken
Vorige
36
Pop-up ondoorzichtigheid. De waarde (tussen 0 en 100) die u opgeeft bepaalt de ondoorzichtigheid van de pop-upvensters voor opmerkingen. Wanneer het notitievenster is geopend maar niet is geselecteerd, maakt u het venster ondoorzichtig door de waarde 100 op te geven. Met een lagere waarde maakt u het venster doorzichtiger. Automatisch pop-up notitie openen. Er verschijnt een notitievenster wanneer u een nieuwe notitieopmerking maakt. Automatisch pop-up overige opmerkingen openen. Er verschijnt een notitievenster wanneer u een nieuwe opmerking voor een afbeelding of tekstmarkering maakt. Automatisch pop-ups openen bij aanwijzen met muis. Het notitievenster voor een opmerking van een willekeurig type wordt weergegeven wanneer de cursor zich boven de opmerking bevindt. Volgordenummers van opmerkingen weergeven. Met de volgordenummers bij de opmerkingen wordt aangegeven in welke volgorde de opmerkingen zijn gemaakt. Altijd identiteit voor auteur gebruiken. Hiermee wordt bepaald welke naam in het notitievenster wordt weergegeven wanneer u een notitieopmerking maakt. Als deze optie is geselecteerd, wordt de naam in het veld Aanmeldnaam in het deelvenster Identiteit van het dialoogvenster Voorkeuren gebruikt. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt de meest recente naam gebruikt die u hebt opgegeven bij Auteur in een dialoogvenster met voorkeuren voor opmerkingen. Pop-ups van opmerkingen afdrukken. De notitievensters die bij opmerkingen horen worden afgedrukt. Als deze optie niet is geselecteerd, worden alleen de pictogrammen van opmerkingen afgedrukt.
Opmerkingen exporteren en importeren Als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het huidige document, kunt u opmerkingen importeren en exporteren. Wanneer u opmerkingen exporteert, maakt u een FDF-document (Form Data Format) dat alleen opmerkingen bevat. Daardoor zijn FDF-documenten veel kleiner dan PDF-documenten. U of een andere revisor kan de opmerkingen vervolgens uit het FDF-document (of een opgeslagen PDF-document) importeren naar het oorspronkelijke PDF-document. De FDF-documenten zelf kunnen niet worden geopend en bekeken. U moet deze documenten naar uw eigen kopie van het oorspronkelijke PDF-document importeren. De opmerkingen die al in uw document staan worden niet overschreven of gewijzigd wanneer u opmerkingen importeert. Importeren en exporteren kan met name handig zijn wanneer u opmerkingen van verschillende revisoren in één conceptversie moet combineren. Elke revisor exporteert een set opmerkingen naar individuele FDF-documenten of slaat het PDF-document op met opmerkingen. U kunt vervolgens de opmerkingen één voor één vanuit het FDF- of PDF-document importeren naar het concept. U kunt als volgt alle opmerkingen voor een document exporteren: 1 Kies in het document met de opmerkingen die u wilt exporteren Bestand > Exporteren > Opmerkingen. 2 Ga naar de directory waarnaar u de opmerkingen wilt exporteren en voer een bestandsnaam in voor het exportdocument. 3 Klik op Opslaan. Er wordt een FDF-bestand gemaakt. Nadat de opmerkingen zijn geïmporteerd, blijven deze op dezelfde locatie en positie die zij in het oorspronkelijke bestand innamen. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
36
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Opmerkingen gebruiken
Vorige
37
U kunt als volgt opmerkingen importeren: 1 Kies in het document waarin u de opmerkingen wilt plaatsen Bestand > Importeren > Opmerkingen. 2 Kies Acrobat FDF-bestanden (*.fdf ), Adobe PDF-bestanden (*.pdf ) of Alle bestanden (*.*) in het pop-upmenu Objecten van het type (Windows) of Toon (Mac OS). 3 Dubbelklik op de naam van het document met de opmerkingen. De plaats van de opmerkingen komt overeen met die van het bestand waaruit ze zijn geïmporteerd. Opmerkingen op niet-overeenkomende pagina's worden niet geplaatst. Eventuele opmerkingen in het ontvangende bestand blijven onveranderd.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
37
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Vorige
38
PDF-formulieren invullen en ondertekenen Met Adobe Acrobat Reader kunt u gemakkelijk elektronische PDF-formulieren invullen en indienen. Als de maker van het PDF-document de Geavanceerde formulierfuncties heeft ingeschakeld, kunt u formuliergegevens importeren en exporteren. U kunt in Acrobat Reader ook digitale ondertekeningen bekijken, verifiëren en afdrukken. Als de Geavanceerde formulierfuncties zijn ingeschakeld, kunt u ook digitale ondertekeningen aan PDF-documenten toevoegen. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie over de Geavanceerde formulierfuncties en digitale ondertekeningen.
Formulieren invullen PDF-formulieren bevatten speciale velden waarin u tekst kunt typen of waarmee u opties kunt selecteren. Als u een PDF-formulier wilt invullen, moet de maker van het PDF-formulier dit document in Adobe Acrobat hebben opgesteld met de juiste formuliervelden. Als u geen tekst kunt typen in formuliervelden of geen opties kunt selecteren, neemt u contact met de maker van het PDF-formulier. Als u een PDF-formulier invult in een webbrowser, kunt het formulier mogelijk via het web indienen. U kunt PDF-formulieren ook afdrukken. Een formulier invullen: 1 Selecteer het handhulpmiddel . 2 Plaats de cursor in een formulierveld en klik. Bij de I-cursor kunt u tekst typen. Als de cursor wordt weergegeven als een wijzende vinger , kunt u een knop, een selectievakje, een keuzerondje of een item in een lijst selecteren. 3 Nadat u tekst hebt ingevoerd of een item, selectievakje of keuzerondje hebt geselecteerd, kunt u het volgende doen: • Druk op Tab of Shift+Tab om de wijziging in het formulierveld te accepteren en naar het volgende of vorige veld te gaan. • Druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS) om de wijziging in het formulierveld voor tekst te accepteren en de selectie van het huidige veld ongedaan te maken. Als het huidige veld een selectievakje is, wordt het selectievakje in- of uitgeschakeld wanneer u op Enter of Return drukt. Wanneer u in een formulierveld met meerdere regels tekst op Enter of Return drukt, wordt in hetzelfde veld een alineamarkering gemaakt. U accepteert de wijziging door op Enter op het toetsenbord te drukken. • Druk op Esc om de wijziging van het formulierveld voor tekst te weigeren en de selectie van het huidige formulierveld ongedaan te maken. 4 Zodra u de juiste formuliervelden hebt ingevuld, doet u het volgende: • Klik op de knop Formulier voorleggen, als deze bestaat. De knop kan, afhankelijk van de maker van het formulier, anders heten. Als u op deze knop klikt, verzendt u de formuliergegevens via het web of het bedrijfsintranet naar een database. • Exporteer de formuliergegevens. (Zie Formuliergegevens exporteren en importeren op pagina 39.) • Druk het formulier af. (Zie PDF-documenten afdrukken op pagina 15.) Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
38
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
39
U kunt als volgt een formulier wissen in een browservenster: Voer een van de volgende stappen uit: • Selecteer de knop Formulier opnieuw instellen, als deze bestaat. Deze handeling kunt u niet ongedaan maken. • Sluit de browser af en begin opnieuw. Een formulier wordt niet mogelijk gewist door op de knop Opnieuw laden of Terug te klikken of door een koppeling te volgen in een webbrowservenster. U kunt als volgt een formulier wissen in Acrobat Reader: Kies Bestand > Ongedaan maken.
Formuliergegevens exporteren en importeren Als de maker van het PDF-document de Geavanceerde formulierfuncties heeft ingeschakeld, kunt u de formuliergegevens naar een apart bestand exporteren. Door formuliergegevens te exporteren kunt u de bestaande gegevens opslaan en vervolgens via e-mail of het Internet verzenden. U kunt ook gegevens uit het geëxporteerde bestand importeren naar een ander formulier, als dat formulier velden bevat met dezelfde namen. U kunt de formuliergegevens opslaan met de indeling FDF (Forms Data Format) of XFDF (FDF-bestanden op basis van XML). Het geëxporteerde bestand is aanzienlijk kleiner dan het oorspronkelijke PDF-bestand. Een kleiner bestand is handiger voor archiveringsdoeleinden of wanneer u de gegevens elektronisch wilt delen. Bestandsgegevens kunnen ook uit een tekstbestand worden geïmporteerd. Elke rij in het tekstbestand moet door tabs zijn gescheiden, zodat er kolommen worden gemaakt, net als in een tabel. Wanneer u een rij gegevens importeert, krijgt iedere cel de waarde van het formulierveld dat overeenkomt met de kolomnaam. U kunt als volgt formuliergegevens exporteren naar een bestand: 1 Open het PDF-formulier en vul het in. 2 Kies Bestand > Exporteren > Formuliergegevens. (Als deze optie niet beschikbaar is, bent u niet gemachtigd om formuliergegevens te exporteren.) 3 Geef een bestandsnaam en -locatie op en klik op Opslaan. U kunt als volgt formuliergegevens importeren vanuit een bestand: 1 Open het PDF-formulier. 2 Kies Bestand > Importeren > Formuliergegevens. (Als deze optie niet beschikbaar is, bent u niet gemachtigd om formuliergegevens te importeren.) 3 Selecteer een bestand en klik op Selecteren. Opmerking: als u formuliergegevens importeert vanuit een formulier dat niet overeenkomt met het formulier waarnaar u de gegevens wilt importeren, worden alleen de formuliervelden die overeenkomen bijgewerkt. De velden die niet overeenkomen worden genegeerd. Bestaande tekst in tekstvelden wordt vervangen als u gegevens exporteert naar deze velden.
Digitale ondertekeningen gebruiken Met een digitale ondertekening wordt de persoon of entiteit geïdentificeerd die een document ondertekent, net als bij een conventionele ondertekening. In tegenstelling tot een traditionele ondertekening op papier, wordt in elke digitale ondertekening "achter de schermen" informatie opgeslagen over de persoon van wie de ondertekening is en over de exacte status van het document op het ogenblik dat het werd ondertekend. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
39
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
40
Als de functie Digitale ondertekeningen is ingeschakeld door de maker van het PDF-document, kunt u PDF-documenten digitaal ondertekenen. Als de functie niet is ingeschakeld, kunt u de digitale ondertekeningen alleen verifiëren, weergeven en afdrukken. Een ondertekeningsafhandeling selecteren. Voordat u PDF-documenten digitaal kunt ondertekenen, moet u besluiten of u de standaard Adobe-ondertekeningsafhandeling wilt gebruiken of dat u een andere geïnstalleerde afhandeling wilt selecteren. Als u de afhandeling van Adobe gebruikt, moet u vervolgens een profiel maken. Opmerking: in dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u de Acrobatbeveiligingsafhandeling Self-Sign gebruikt. Als u een andere ondertekeningsafhandeling selecteert, raadpleegt u de bijgeleverde documentatie voor informatie over de installatie, het ondertekenen van PDF-documenten en het verifiëren van ondertekeningen. Uw document ondertekenen. Nadat u het profiel voor uw digitale ondertekening hebt ingesteld, kunt u inloggen en elk document ondertekenen waarin de functie Digitale ondertekeningen is ingeschakeld. Een digitale ondertekening kan bestaan uit verschillende indelingen, zoals een handgeschreven naam, een logo of andere afbeelding, of alleen uit tekst waarmee het doel van de ondertekening wordt aangegeven. De weergave van een ondertekening is alleen maar de representatie ervan op de pagina, en niet de feitelijke elektronische ondertekeningsinformatie.
A B C
Ondertekeningsindelingen A. Ondertekening met tekst B. Grafische ondertekening C. Ondertekening met handgeschreven naam
De ondertekening van iemand anders verifiëren. Als u een document ontvangt dat door iemand anders is ondertekend, moet u de ondertekening bevestigen om zeker te weten dat het document echt door die persoon is ondertekend en dat het document niet later is gewijzigd. Nadat het document is ondertekend, kunt u bovendien controleren of er extra wijzigingen zijn doorgevoerd. Als het document is ondertekend met een ondertekeningsafhandeling van een andere fabrikant, hebt u dezelfde afhandeling nodig om de ondertekening te verifiëren.
Een nieuwe standaard-ondertekeningsafhandeling selecteren De digitale ondertekeningsfunctie in Acrobat Reader gebruikt een insteekmodule voor de ondertekeningsafhandeling. U kunt uw ondertekeningen in Acrobat Reader beheren, maar de insteekmodule bepaalt de aard van de ondertekeningen: hoe ze er uitzien op de pagina, welke informatie er in wordt opgeslagen en welke methoden worden gebruikt voor de verificatie. Hierdoor kunt u elke ondertekeningsmethode gebruiken die vereist wordt door uw bedrijf, waarbij Acrobat Reader een gemakkelijk front-end biedt. Voor basisdoeleinden voor ondertekenen wordt bij Acrobat Reader de standaardondertekeningsafhandeling Acrobat Self-Sign beveiliging geleverd. Acrobat Self-Sign beveiliging is echter niet bedoeld voor alle ondertekeningsdoeleinden. Zie de Adobewebsite (www.adobe.com) voor informatie over ondertekeningsafhandelingen met meer geavanceerde functies. Opmerking: wanneer u een niet-Adobe-afhandeling installeert, wordt een nieuwe menuopdracht weergegeven in het menu Opties. U kunt het beste deze opdrachten Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
40
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
41
gebruiken in plaats van (of samen met) de opdrachten van de insteekmodule Self-Sign beveiliging. Verder wordt mogelijk het submenu Voorkeuren weergegeven in het menu Bewerken. Hierin kunt u de instellingen voor de afhandeling wijzigen. U kunt als volgt de standaard-ondertekeningsafhandeling instellen: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en klik vervolgens op Digitale ondertekeningen in het linkervenster van het dialoogvenster Voorkeuren. 2 Kies een standaard-ondertekeningsafhandeling in het menu. Dit menu bevat alle afhandelingen die zijn geïnstalleerd in de map met de Acrobat-insteekmodules. Standaard wordt Acrobat Self-Sign beveiliging gebruikt. Als u bij elke ondertekening een afhandeling wilt kiezen, moet u de optie Vragen als ik onderteken inschakelen. Klik vervolgens op OK.
Profielen gebruiken in Self-Sign beveiliging Voordat u documenten kunt ondertekenen met Self-Sign beveiliging (de standaardafhandeling), moet u een profiel instellen. Dit is een door een wachtwoord beveiligd bestand met uw naam, uw wachtwoord en andere basiseigenschappen. U kunt desgewenst meerdere profielen maken als u verschillende rollen gebruikt bij het ondertekenen van documenten. Via Self-Sign beveiliging kunt u documenten snel en gemakkelijk ondertekenen met een PPK-systeem (private/public key), waarmee de authenticiteit van ondertekeningen kan worden geverifieerd. Aangezien andere gebruikers toegang moeten hebben tot uw publieke sleutel om uw ondertekening te verifiëren, wordt deze sleutel opgeslagen in een certificaat dat kan worden gedeeld. (Zie Gebruikerscertificaten beheren op pagina 44.)
Profielen maken in Self-Sign beveiliging Wanneer u een profiel maakt, worden de volgende gegevens opgeslagen in een profielbestand: uw persoonlijke sleutel (gecodeerd), uw publieke sleutel (verpakt in een certificaat), uw lijst met betrouwbare certificaten (certificaten van andere gebruikers) en een time-outwaarde die aangeeft wanneer een wachtwoord nodig is voor het ondertekenen. De naam van dit bestand is de profielnaam die u opgeeft, plus de extensie .apf. Belangrijk: maak altijd een reservekopie van het profielbestand. Als het profielbestand verloren gaat of beschadigd wordt, of als u uw wachtwoord vergeet, kunt u geen ondertekeningen meer toevoegen of verifiëren met dat profiel. U kunt als volgt een profiel maken in Self-Sign beveiliging: 1 Kies Opties > Self-Sign beveiliging > Inloggen. Als u al bent ingelogd, verandert deze optie in Inloggen als een andere gebruiker. 2 Klik in het dialoogvenster Inloggen op Nieuw gebruikersprofiel. 3 Voer in het dialoogvenster Nieuwe gebruiker maken een naam voor het profiel in. Als u een ondertekening toevoegt aan een document, wordt deze gebruikersprofielnaam weergegeven in het palet Ondertekening en in het ondertekeningsveld. 4 Voer een wachtwoord in dat minstens zes tekens bevat. U moet hetzelfde wachtwoord invoeren in zowel het tekstvak Kies een wachtwoord als het tekstvak Wachtwoord bevestigen. Wachtwoordherkenning is hoofdlettergevoelig. 5 Klik op OK, geef een bestandsnaam en locatie op en klik op Opslaan. 6 Voer een van de volgende stappen uit: • Klik op OK als u het profiel wilt voltooien. • Klik op Gebruikersinstellingen als u de instellingen van het profiel wilt wijzigen. U kunt de gebruikersinstellingen altijd wijzigen door Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen te kiezen. (Zie Gebruikersinstellingen wijzigen in Self-Sign beveiliging op pagina 46.) Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
41
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
42
U kunt als volgt een reservekopie maken van uw profiel: 1 Controleer of u bent ingelogd bij uw profiel (zie Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42). 2 Kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 3 Selecteer in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen de optie Gebruikersinformatie. 4 Klik op Reservekopie, blader naar de gewenste locatie voor het reservekopiebestand en klik op OK (Windows) of op Reservekopie (Mac OS). Klik achtereenvolgens op OK en Sluiten.
Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel Voordat u een document kunt ondertekenen of ondertekeningen kunt verifiëren, wordt u gevraagd om in te loggen bij uw profiel (als dit nog niet is gebeurd). Als u een andere afhandeling gebruikt dan Self-Sign beveiliging, moet u inloggen bij dat profiel. (Zie Een nieuwe standaard-ondertekeningsafhandeling selecteren op pagina 40.) U kunt als volgt inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel: 1 Kies Opties > Self-Sign beveiliging > Inloggen. (Als u al ingelogd bent bij een profiel, verandert deze opdracht in Inloggen als een andere gebruiker. Als u meerdere profielen hebt, gebruikt u deze opdracht om uit te loggen bij het huidige profiel en in te loggen bij een van de andere profielen.) 2 Kies een profiel. Het menu toont de profielen die u het laatst hebt geopend of gemaakt. U kunt ook klikken op Uw profielbestand zoeken en bladeren naar het gewenste profiel. 3 Voer het wachtwoord in en klik op Inloggen. 4 Als het bericht wordt weergegeven waarin wordt bevestigd dat u bent ingelogd, klikt u op OK. U kunt als volgt uitloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel: Kies Opties > Self-Sign beveiliging > Uitloggen <profielnaam>.
Ondertekeningen toevoegen aan een document Als u een document ondertekent, wordt de ondertekening weergegeven in het formulierveld en in het palet Ondertekeningen, dat u kunt weergeven door Venster > Ondertekeningen te kiezen. Wanneer u een document ondertekent met Acrobat Self-Sign beveiliging als ondertekeningsafhandeling, wordt de ondertekening automatisch geverifieerd. Het toevoegen van een ondertekening heeft geen invloed op de verificatiestatus van bestaande ondertekeningen in het document. Zie Ondertekeningen verifiëren op pagina 44 voor meer informatie. Belangrijk: voordat u een document digitaal ondertekent, moet u controleren of u alle formuliervelden hebt ingevuld. Als u een formulier na ondertekening hebt gewijzigd, wordt een bericht weergegeven in het palet Ondertekeningen dat aangeeft dat het bestand is gewijzigd. In sommige gevallen heeft de maker van het PDF-formulier een optie ingeschakeld waardoor velden worden geblokkeerd nadat het document is ondertekend, zodat nieuwe wijzigingen worden voorkomen. U kunt als volgt een document ondertekenen: 1 Controleer of u bent ingelogd bij een profiel. (Zie Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42). 2 Klik op het niet-ingevulde ondertekeningsveld in het PDF-document. 3 Typ uw wachtwoord in het dialoogvenster Document ondertekenen. (U kunt zelf bepalen hoe vaak het wachtwoord is vereist in het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. Standaard moet het wachtwoord altijd worden ingevoerd wanneer u een document wilt ondertekenen.) Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
42
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
43
4 Klik op Opties weergeven en voer de volgende stappen uit: • Bij de optie Reden voor ondertekenen van het document geeft u een reden op of kiest u een reden in het menu. • Indien gewenst, voegt u contactgegevens toe voor het validatieproces. • Kies een ondertekeningsweergave. Met Standaardtekst wordt het validatiepictogram weergegeven met de herkenningsnaam en andere informatie. Als u een aangepaste ondertekening hebt gedefinieerd, kiest u deze in het menu. Als u een voorbeeld van de ondertekening wilt bekijken voordat u het document ondertekent, klikt u op Voorbeeld. Als u een nieuwe ondertekeningsweergave wilt maken, klikt u op Nieuw en volgt u de stappen in Een nieuwe ondertekeningsweergave maken op pagina 47. 5 Klik op Opslaan. Als u het bestand met een andere naam of op een andere locatie wilt opslaan, klikt u op Opslaan als en voert u een bestandsnaam in. Vervolgens geeft u een locatie voor het bestand op en klikt u op Opslaan.
Digitale ondertekeningen beheren in het palet Ondertekeningen In het palet Ondertekeningen worden alle ondertekeningsvelden in het huidige document weergegeven, samen met hun status. U kunt ondertekeningen samenvouwen, zodat alleen de naam, de datum en de status wordt weergegeven. U kunt ondertekeningen ook uitvouwen, zodat er meer informatie zichtbaar is. U kunt als volgt het palet Ondertekeningen weergeven: Kies Venster > Ondertekeningen of klik op het tabblad Ondertekeningen aan de linkerzijde van het Acrobat Reader-venster. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Control-klik (Mac OS) op een ondertekeningsveld in het palet Ondertekeningen om de meeste ondertekeningsgerichte taken uit te voeren, zoals een document ondertekenen, een ondertekening wissen of verifiëren. In sommige gevallen is wordt het ondertekeningsveld geblokkeerd nadat u een document hebt ondertekend. Een ondertekening uitvouwen of samenvouwen in het palet: Klik op het plusteken (Windows) of het driehoekje (Mac OS) links van de ondertekening om deze uit te vouwen. Klik op het minteken (Windows) of het geroteerde driehoekje (Mac OS) links van de ondertekening om deze samen te vouwen.
Verificatiestatuspictogrammen
Elke ondertekening in het palet heeft een pictogram waarmee de huidige verificatiestatus wordt aangeduid. Als het pictogram voor een digitale ondertekening wordt weergegeven en de naam van het veld wordt weergegeven in het palet Ondertekeningen, wordt hiermee aangegeven dat er een leeg ondertekeningsveld is. Met een vinkje wordt aangegeven dat de ondertekening geldig is. Het vraagteken geeft aan dat de Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
43
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
ondertekening niet is geverifieerd en het waarschuwingsteken document is gewijzigd nadat de ondertekening is toegevoegd.
Vorige
44
geeft aan dat het
Ondertekeningsvelden wissen Wanneer u een ondertekeningsveld wist, wordt de ondertekening verwijderd. Het lege ondertekeningsveld blijft echter bestaan. U kunt als volgt een ondertekeningsveld wissen: Voer een van de volgende stappen uit: • Selecteer de ondertekening in het palet Ondertekeningen en kies Ondertekeningsveld wissen in het menu van het palet Ondertekeningen. De ondertekening wordt verwijderd en in het palet Ondertekeningen wordt aangegeven dat het document is gewijzigd. • Als u alle ondertekeningsvelden in een document wilt wissen, kiest u Opties > Digitale ondertekeningen > Alle ondertekeningsvelden wissen.
Ondertekeningen verifiëren Als u een ondertekening verifieert, worden de ondertekeningsgegevens in Acrobat Reader vergeleken met de certificaatgegevens van de ondertekenaar. De verificatiestatus van een ondertekening staan op de documentpagina en in het palet Ondertekeningen. Als het document is ondertekend met een niet-Adobe-afhandeling, moet u dezelfde afhandeling op uw computer hebben geïnstalleerd om de digitale ondertekening te kunnen verifiëren. U kunt als volgt een ondertekening verifiëren: 1 Open het PDF-document met de ondertekening die u wilt verifiëren en log in bij uw profiel. (Zie Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42.) 2 Controleer of er achter de ondertekening die u verifieert het waarschuwingspictogram "Het document is gewijzigd" wordt weergegeven. In dat geval is het document mogelijk bewerkt zonder toestemming van de ondertekenaar. 3 Klik op de ondertekening in het palet Ondertekeningen en kies vervolgens Ondertekening verifiëren in het menu van het palet Ondertekeningen. 4 Als de status niet bekend is, klikt u op Identiteit verifiëren. Volg in het dialoogvenster Identiteit verifiëren de instructies op het scherm om de vingerafdrukgegevens te verifiëren. Als u zeker weet dat de ondertekening geldig is, klikt u achtereenvolgens op Toevoegen aan lijst, OK en Sluiten. U kunt als volgt ondertekeningen verifiëren bij het openen van een document: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en klik vervolgens op Digitale ondertekeningen in het linkervenster van het dialoogvenster Voorkeuren. 2 Als u wilt dat ondertekeningen automatisch worden geverifieerd bij het openen van het document, kiest u Ondertekeningen verifiëren als het document wordt geopend en klikt u vervolgens op OK.
Gebruikerscertificaten beheren Uw gebruikerscertificaat bevat een publieke sleutel waarmee uw digitale ondertekening wordt geverifieerd. Andere gebruikers kunnen uw ondertekening op documenten alleen bevestigen als zij toegang hebben tot uw gebruikerscertificaat. Wanneer u de ondertekende PDF-documenten naar andere gebruikers stuurt, kunnen zij uw certificaat toevoegen aan hun lijst met betrouwbare certificaten. U kunt op dezelfde wijze een lijst met betrouwbare gebruikerscertificaten samenstellen, zodat u de ondertekeningen van andere gebruikers kunt verifiëren. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
44
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
45
Uw gebruikerscertificaat delen U kunt uw gebruikerscertificaat eenvoudigweg delen met andere gebruikers door het ondertekende PDF-document op te sturen. U bereikt hetzelfde door het certificaat als een FDF-bestand te exporteren of door het certificaat rechtstreeks per e-mail te verzenden. U kunt als volgt uw gebruikerscertificaat delen: 1 Log in bij Acrobat Self-Sign beveiliging (zie Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42) en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer Gebruikersinformatie in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen en controleer of uw gebruikersinformatie correct is. 3 Voer een van de volgende stappen uit onder Certificaat: • Klik op Exporteren naar bestand om het gebruikerscertificaat op te slaan met de FDF-indeling of met de syntaxis van het certificaatbericht (PKCS#7) . Dit laatste is meer compatibel met niet-Adobe-afhandelingen. Blader naar de locatie voor het sleutelbestand en klik op OK. • Klik op E-mail om het gebruikerscertificaat naar een andere gebruiker te verzenden. 4 Klik op Sluiten om de instellingen voor het gebruikersprofiel af te sluiten.
Een lijst met betrouwbare certificaten samenstellen U kunt een exemplaar van de certificaten van andere gebruikers opslaan in een lijst met betrouwbare certificaten, zodat u de ondertekeningen van deze gebruikers kunt verifiëren op elk document dat u ontvangt. U kunt het certificaat van een andere gebruiker toevoegen aan de lijst met betrouwbare certificaten door het certificaat te importeren uit een Acrobat-sleutelbestand of uit een PDF-document dat is ondertekend door een andere gebruiker van Self-Sign beveiliging. Belangrijk: de indeling van het Acrobat-sleutelbestand is specifiek voor Self-Sign beveiliging. U kunt geen gebruikerscertificaten importeren uit sleutelbestanden die zijn gemaakt met andere ondertekeningsafhandelingen. U kunt als volgt een certificaat importeren uit een documentondertekening: 1 Open het PDF-document met de ondertekening en log in bij uw profiel. (Zie Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42.) 2 Klik op de ondertekening in het document. 3 Als de ondertekening niet is geverifieerd is, klikt u op Ondertekening verifiëren. U kunt certificaten alleen importeren uit een geverifieerde ondertekening. 4 In het dialoogvenster Identiteit verifiëren noteert u het MD5- en het SHA-1vingerafdruknummer. Raadpleeg de persoon van wie het certificaat afkomstig is om na te gaan of de tekenreeksen correct zijn. Als de tekenreeksen incorrect zijn, kunt u het certificaat niet vertrouwen. Als de tekenreeksen correct zijn, klikt u achtereenvolgens op Toevoegen aan lijst, OK en Sluiten. U kunt als volgt een certificaat importeren uit een sleutelbestand: 1 Log in bij uw profiel en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer de optie Betrouwbare certificaten in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. 3 Klik op Importeren uit bestand, blader naar het Acrobat-sleutelbestand met het certificaat en klik op Openen. Een sleutelbestand heeft de extensie .fpf of .p7c. 4 In het dialoogvenster Certificaat importeren noteert u het MD5- en het SHA-1vingerafdruknummer. Raadpleeg bij de persoon van wie het certificaat afkomstig is om na te gaan of de informatie klopt. Als de tekenreeksen incorrect zijn, kunt u het certificaat niet vertrouwen. 5 Als de informatie klopt, klikt u achtereenvolgens op Toevoegen aan lijst, OK en Sluiten. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
45
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Vorige
46
U kunt als volgt een certificaat verwijderen uit de lijst met betrouwbare certificaten: 1 Log in bij uw profiel en kies vervolgens Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer het certificaat in het venster Betrouwbare certificaten van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen en klik op Verwijderen. Klik vervolgens op Sluiten.
Informatie over certificaten opvragen U kunt het dialoogvenster openen om de gebruikerskenmerken en andere certificaatgegevens weer te geven. De gegevens in het dialoogvenster kunnen niet worden gewijzigd, maar u kunt de tekstgegevens wel kopiëren. U kunt als volgt informatie over een certificaat ophalen: 1 Log in bij uw profiel en kies vervolgens Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Voer een van de volgende stappen uit: • Als u informatie over uw eigen certificaat wilt ophalen, selecteert u Gebruikersinformatie in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. Klik op Details onder de optie Certificaat. Wanneer andere gebruikers uw certificaat importeren, wordt u waarschijnlijk gevraagd om uw vingerafdrukgegevens te verifiëren met de certificaatgegevens die de andere gebruikers hebben ontvangen. • Als u informatie wilt ophalen over een certificaat in de lijst met betrouwbare certificaten, selecteert u Betrouwbare certificaten in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. Selecteer het certificaat in de lijst en klik op Details. 3 Bekijk de volgende gegevens in het dialoogvenster Certificaatkenmerken: • Het serienummer is een uniek nummer. Hierdoor zijn alle certificaten van dezelfde herkenningsnaam (DN) uniek. • Met de verificatieperiode wordt de geldigheidsduur van het certificaat aangegeven. Deze periode begint op de datum en de tijd waarop het certificaat is gemaakt. • De herkenningsnaam (DN) bestaat uit de naam-, organisatie- en landgegevens die door de gebruiker zijn opgegeven bij het maken van het profiel. In Acrobat Self-Sign beveiliging zijn de herkenningsnaam van de gebruiker en de herkenningsnaam van de certificaatuitgever hetzelfde omdat een certificaat altijd wordt uitgegeven door de gebruiker en niet door een andere autoriteit. • Met de vingerafdrukgegevens kunt u de ondertekeningsgegevens vergelijken met de gegevens van het gebruikerscertificaat. Zo kunt u nagaan of het certificaat inderdaad van de betreffende gebruiker afkomstig is. 4 Klik op Sluiten om de dialoogvensters te sluiten.
Gebruikersinstellingen wijzigen in Self-Sign beveiliging U kunt opties voor wachtwoorden wijzigen en de weergave van ondertekeningen instellen of bewerken voor Self-Sign beveiligingsondertekeningen.
Opties wijzigen voor wachtwoorden U kunt uw profielwachtwoord wijzigen, alsook de methode en het tijdstip waarop Acrobat Self-Sign beveiliging om een wachtwoord vraagt. Als u het wachtwoord wijzigt, betekent dit niet dat uw ondertekening wordt gewijzigd. Standaard is uw profiel zo ingesteld dat u telkens om een wachtwoord wordt gevraagd wanneer u een document ondertekent. U kunt het profiel wijzigen, zodat het wachtwoord pas na een bepaalde termijn (of zelfs nooit) moet worden ingevoerd. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
46
Adobe Acrobat Reader Help
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
47
U kunt als volgt uw wachtwoord wijzigen: 1 Log in bij Acrobat Self-Sign beveiliging, zoals beschreven in Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42, en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer de optie Wachtwoord wijzigen in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. 3 Typ het huidige wachtwoord in het tekstvak Oud wachtwoord. 4 Typ het nieuwe wachtwoord in de tekstvakken Nieuw wachtwoord en Wachtwoord bevestigen. Het wachtwoord moet uit ten minste zes tekens bestaan en mag de volgende tekens niet bevatten: ! @ # $ % ^ & *, | \ ; < > _ of dubbele aanhalingstekens. U moet in beide vakken hetzelfde wachtwoord invoeren. 5 Klik op Toepassen en op OK in het bericht dat wordt weergegeven. Klik vervolgens op Sluiten. U kunt als volgt de time-outopties van uw wachtwoord wijzigen: 1 Log in bij Acrobat Self-Sign beveiliging en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer Time-out wachtwoord in het linkervenster. 3 Als u het tijdstip wilt wijzigen waarop een wachtwoord moet worden opgegeven, kiest u een waarde in het menu en typt u het wachtwoord in het tekstvak. Met de perioden in het menu wordt aangegeven hoeveel tijd is verstreken sinds u voor het laatst een wachtwoord hebt opgegeven terwijl u voor de huidige sessie bent ingelogd bij Acrobat Self-Sign beveiliging. 4 Klik op Toepassen en op OK in het bericht dat wordt weergegeven. Klik vervolgens op Sluiten.
Een nieuwe ondertekeningsweergave maken U kunt zelf bepalen hoe de ondertekening in het ondertekeningsveld wordt weergegeven. U kunt bijvoorbeeld uw bedrijfslogo opnemen of een afbeelding van uw ondertekening gebruiken. Dankzij de hoeveelheid gegevens en de gegevenstypen die kunnen worden opgeslagen in een digitale ondertekening, voldoet de ondertekening ook aan juridische vereisten. U kunt als volgt een nieuwe ondertekeningsweergave maken: 1 Als u een afbeelding, zoals een logo of ingescande handtekening, wilt opnemen in de ondertekening, maakt of importeert u de afbeelding eerst via een geschikte toepassing. Vervolgens plaatst u de afbeelding op een afzonderlijke pagina, waarna u het bestand converteert naar de PDF-indeling. Als u de afbeelding in een ondertekening gebruikt, kopieert Acrobat Self-Sign beveiliging alleen de afbeelding van de pagina en niet de witruimte er om heen. De afbeelding wordt door Self-Sign beveiliging bijgesneden en geschaald, zodat deze in het ondertekeningsveld past. 2 Log in bij Acrobat Self-Sign beveiliging, zoals beschreven in Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42, en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 3 Selecteer Ondertekeningsweergave in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen en klik op Nieuw. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
47
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Vorige
48
4 Typ een titel voor de weergave in het dialoogvenster Ondertekeningsweergave configureren. (De huidige ondertekening wordt weergegeven in het voorbeeldvenster.) Als u een document later ondertekent, kunt u de ondertekening selecteren op de titel. Gebruik dus een korte titel die een nauwkeurige omschrijving van de afbeelding geeft. 5 Voer een van de volgende stappen uit onder Afbeelding configureren: •
Selecteer de optie Geen afbeelding als u alleen het pictogram en de gegevens van de optie Tekst configureren wilt opnemen in het ondertekeningsveld.
•
Selecteer de optie Geïmporteerde afbeelding als u een grafische ondertekening wilt gebruiken. Klik vervolgens op PDF-bestand. Klik in het dialoogvenster Afbeelding selecteren op Bladeren om het bestand te zoeken. (Het afbeeldingsbestand moet de PDF-indeling hebben.) Klik op OK (Windows) of op Selecteer (Mac OS).
Opmerking: de knop Palm Organizer is grijs, tenzij Palm OS® Organizer-bestanden worden aangetroffen door Acrobat Self-Sign beveiliging. Raadpleeg de Adobe-website voor meer informatie over het importeren van afbeeldingen die zijn gemaakt op Palm OS-apparaten. •
Selecteer Naam om de naam van het ondertekeningsprofiel te gebruiken voor de weergave.
6 Onder de optie Tekst configureren selecteert u de items die u wilt weergeven bij de ondertekening op documentpagina's: •
Herkenningsnaam. Als u deze optie inschakelt, worden de gebruikerskenmerken weergegeven die zijn gedefinieerd in het profiel, zoals uw naam, organisatie en land.
•
Labels. Als u deze optie inschakelt worden items als Ondertekend door, Datum en Reden weergegeven bij de tekst in de ondertekening.
•
Naam, Datum, Locatie, Reden, Geldigheid tekst of Logo. Hiermee wordt de bijhorende informatie weergegeven in de ondertekening.
7 Klik op OK in het dialoogvenster Ondertekeningsweergave configureren en klik vervolgens op Sluiten. Als u de afbeelding wilt weergeven wanneer u het document ondertekent, moet u de ondertekeningsweergave selecteren. Zie Ondertekeningen toevoegen aan een document op pagina 42. U kunt als volgt een ondertekeningsweergave bewerken of verwijderen: 1 Log in bij Acrobat Self-Sign beveiliging, zoals beschreven in Inloggen bij een Self-Sign beveiligingsprofiel op pagina 42, en kies Opties > Self-Sign beveiliging > Gebruikersinstellingen. 2 Selecteer Ondertekeningsweergave in het linkervenster van het dialoogvenster Gebruikersinstellingen. 3 Voer een van de volgende stappen uit: •
Als u de ondertekeningsweergave wilt bewerken, selecteert u de titel van de weergave in het rechtervenster en klikt u op Bewerken. U kunt de titel wijzigen, een andere figuur selecteren of de tekstitems wijzigen. Dit wordt beschreven in de procedure voor het wijzigen van de ondertekeningsweergave.
•
Als u de ondertekeningsweergave wilt verwijderen, selecteert u de titel van de weergave in het rechtervenster en klikt u op Verwijderen.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
48
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
PDF-formulieren invullen en ondertekenen
Vorige
49
Voorkeuren voor Self-Sign beveiliging instellen U kunt uw ondertekening desgewenst opnemen in de standaardindeling PKCS#7, zodat deze compatibel is met andere ondertekeningsafhandelingen. Zie Een nieuwe standaardondertekeningsafhandeling selecteren op pagina 40 voor informatie over het wijzigen van voorkeuren voor digitale ondertekeningen. U kunt als volgt voorkeuren instellen voor Acrobat Self-Sign beveiliging: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en klik vervolgens op Self-Sign beveiliging in het linkervenster van het dialoogvenster Voorkeuren. 2 Selecteer de gewenste opties en klik op OK. •
Selecteer de optie Ondertekening met syntaxis van certificaatbericht (PKCS#7-indeling) gebruiken als u ondertekeningen wilt opslaan met de standaardindeling PKCS#7. Selecteer deze optie als u werkt met niet-Adobe-ondertekeningsafhandelingen die compatibel zijn met de PKCS#7-standaardindeling. Het wordt aanbevolen dat u deze optie selecteert.
•
Selecteer de optie Verloopdatum van certificaat negeren bij controleren van ondertekeningen als u de verloopdatum niet wilt verifiëren. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven wanneer een ondertekening is verlopen.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
49
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
50
Acrobat Reader aanpassen U kunt Acrobat Reader geheel aan uw wensen aanpassen. U kunt bijvoorbeeld het uiterlijk van menu's en werkbalken wijzigen, voorkeursinstellingen bewerken, Reader gebruiken in een webbrowser en de manier veranderen waarop Aziatische fonts in Reader worden gebruikt.
Het werkgebied aanpassen U kunt de menu's, werkbalken en paletten van Acrobat Reader weergeven of verbergen. U kunt bovendien het uiterlijk van de werkbalken en paletten wijzigen. Zie Het werkgebied bekijken op pagina 5 voor meer informatie over het gebruik van werkbalken en paletten. U kunt als volgt de menubalk weergeven of verbergen: Als u de menubalk wilt verbergen, kiest u Venster > Menubalk verbergen. Als u de menubalk weer wilt weergeven, drukt u op F9. U kunt als volgt een werkbalk weergeven of verbergen: Voer een van de volgende stappen uit: • Kies Venster > Werkbalken en kies de naam van een werkbalk. Als een werkbalk wordt weergegeven, staat er in het menu een vinkje naast de naam van de werkbalk. • Kies Venster > Werkbalken > Werkbalken verbergen als u alle werkbalken wilt verwijderen. Kies Venster > Werkbalken > Werkbalken weergeven als u de werkbalken opnieuw wilt weergeven. • Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Control-klik (Mac OS) op het werkbalkgebied en selecteer vervolgens een werkbalk. U kunt als volgt een zwevende werkbalk maken: Sleep de werkbalk met behulp van de scheidingsbalk tussen twee groepen pictogrammen. U kunt de balk weer vastzetten door deze terug te slepen naar de oorspronkelijke positie. U kunt ook een andere werkbalk naar de zwevende werkbalk slepen en de balken combineren tot een zwevend venster. Als u de stand van een zwevende werkbalk wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de werkbalk (Windows) of Control-klikt u op de werkbalk (Mac OS). Vervolgens kiest u Horizontaal, Eén kolom of Twee kolommen.
Een aantal hulpmiddelen verwijderen van de werkbalk
U kunt als volgt de weergave van een palet wijzigen: Voer een van de volgende stappen uit: • Als u de breedte van het navigatievenster wilt wijzigen, sleept u de rechterrand van het venster. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
50
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
51
Als u een palet in een afzonderlijk zwevend venster wilt plaatsen, sleept u het tabblad van het palet vanuit het navigatievenster naar het documentvenster. • Als u een palet wilt verplaatsen naar een bestaand zwevend paletvenster of terug wilt plaatsen in het navigatievenster, sleept u het tabblad van het palet naar het paletvenster of het navigatievenster. • Als u een zwevend paletvenster wilt samenvouwen zodat alleen de tabbladen worden weergegeven, dubbelklikt u op de titelbalk boven aan het palet. Dubbelklik nogmaals op de titelbalk om het oorspronkelijke formaat van het venster te herstellen. •
Acrobat Reader-voorkeuren instellen In het dialoogvenster Voorkeuren kunt u een standaardpagina-indeling definiëren en Acrobat Reader op allerlei andere manieren aanpassen. Met deze instellingen wordt de toepassing Acrobat Reader in zijn geheel aangepast. De instellingen zijn niet beperkt tot een bepaald PDF-document. Opmerking: als er insteekmodules van andere bedrijven dan Adobe zijn geïnstalleerd, wordt een submenu weergegeven naast de opdracht Voorkeuren. In dit geval kiest u Bewerken > Voorkeuren of Acrobat Reader > Voorkeuren (MAC OS X) om voorkeursopties voor Acrobat Reader in te stellen. U kunt als volgt voorkeuren instellen: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X). 2 Selecteer een van de items in de lijst aan de linkerzijde. Selecteer de gewenste voorkeursinstellingen voor het item en klik op OK. De volgende opties zijn beschikbaar: Toegankelijkheid Hiermee kunt u voorkeuren definiëren voor het aanpassen van de kleur en de pagina-indeling, zodat documenten beter leesbaar zijn. (Zie Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen op pagina 61.) Opmerkingen Hiermee kunt u voorkeuren definiëren voor de weergave van notitievensters en andere opmerkingen. (Zie Voorkeuren voor opmerkingen instellen op pagina 35.) Digitale ondertekeningen Hiermee kunt u aangeven welke ondertekeningsafhandeling wordt gebruikt voor digitale ondertekeningen en of ondertekeningen al dan niet worden gecontroleerd bij het openen van het document.(Zie Een nieuwe standaardondertekeningsafhandeling selecteren op pagina 40.) Tonen Hiermee kunt u voorkeuren definiëren voor de weergave van pagina's in Acrobat Reader. (Zie Voorkeuren instellen voor de weergave in Acrobat Reader op pagina 52.) Formulieren Hiermee kunt u voorkeuren definiëren voor de weergave en de functionaliteit van formulieren. Volledig scherm Hiermee definieert u de voorkeuren voor de documentweergave en navigatie in de weergave Volledig scherm van Acrobat Reader. (Zie Voorkeuren voor Volledig scherm instellen op pagina 52.) Id Hiermee definieert u voorkeuren voor persoonlijke gegevens van auteurs en digitale ondertekeningen. Opties Hiermee definieert u voorkeuren voor het openen van Acrobat Reader, webbrowsers en andere opties in Acrobat Reader. (Zie Voorkeuren voor Opties instellen op pagina 53.) Zoeken in documentreeks Hiermee definieert u voorkeuren voor het zoeken in PDF-documenten waarvoor een index is gegenereerd. (Zie Voorkeuren instellen voor de opdracht Zoeken in documentreeks op pagina 25.) Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
51
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
52
Self-Sign beveiliging Hiermee definieert u voorkeuren voor ondertekeningen en certificaten bij het gebruik van de ondertekeningsafhandeling Self-Sign beveiliging. Zie Voorkeuren voor Self-Sign beveiliging instellen op pagina 49.) Bijwerken Hiermee definieert u voorkeuren voor het bijwerken van Acrobat Reader. (Zie Acrobat Reader bijwerken op pagina 57.) Web Buy Hiermee definieert u voorkeuren voor het openen van PDF-documenten die zijn beveiligd tegen kopiëren. (Zie Voorkeuren voor Web Buy instellen op pagina 56.)
Voorkeuren instellen voor de weergave in Acrobat Reader In het deelvenster Tonen van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u de volgende opties instellen voor de manier waarop pagina's worden weergegeven in Acrobat Reader: Standaardpagina-indeling Hiermee stelt u de pagina-indeling in die wordt gebruikt voor het schuiven door documenten wanneer u een document voor het eerst opent. U kunt pagina’s tijdens het schuiven één voor één, doorlopend of doorlopend naast elkaar weergeven. Pagina-eenheden Hiermee geeft u een maateenheid op waarmee het paginaformaat wordt weergegeven in dialoogvensters, paletten en op de statusbalk. Toepassingstaal Hiermee stelt u de taal in voor de gebruikersinterface van Acrobat Reader. In het pop-upmenu worden de talen weergegeven die bij Acrobat Reader zijn geïnstalleerd. Als u een andere taal kiest, wordt de wijziging van kracht nadat u het programma opnieuw hebt gestart. Griekse tekst gebruiken Hiermee wordt tekst waarvan het font kleiner is dan de opgegeven tekengrootte weergegeven als een grijze lijn (of als Griekse tekst), zodat de weergavetijd wordt versneld. Pagina tot aan einde weergeven Hiermee verwijdert u de dunne witte rand rondom PDF-pagina's die in sommige toepassingen zijn gemaakt. Als u deze optie niet selecteert, worden pagina's afgedrukt met een witte rand, zoals gedefinieerd door het printerstuurprogramma. Transparantenraster tonen Hiermee kunt u het raster achter transparante objecten weergeven. Glad maken Hiermee maakt u de randen van tekst en monochrome afbeeldingen glad om het contrast tussen de achtergrond en de tekst of afbeelding zo klein mogelijk te maken. Dit leidt vooral bij grotere fonts tot een betere schermweergave. U kunt tekst, lijnillustraties en afbeeldingen glad maken. CoolType gebruiken Hiermee kunt u de tekst in Acrobat Reader aanpassen voor een optimale weergave op het beeldscherm. Wanneer u deze optie kiest, moet u CoolType ook kalibreren. Hiertoe klikt u op CoolType configureren en kiest u het tekstvoorbeeld dat er het beste uitziet. Standaardzoomfactor Met deze optie kunt u het zoomniveau instellen voor PDF-documenten wanneer het document voor het eerst wordt geopend. Inzoomen tot maximumweergave Hiermee stelt u de maximale zoomfactor in voor de weergave Alleen informatie en voor de weergave van artikelen.
Voorkeuren voor Volledig scherm instellen In het deelvenster Volledig scherm van het dialoogvenster Voorkeuren beschikt u over de volgende opties voor het uiterlijk van documenten en het navigeren in documenten. Zie Documenten lezen in de weergave Volledig scherm op pagina 14 voor informatie over de weergave Volledig scherm. Doorgaan elkeHiermee geeft u op of automatisch de volgende pagina wordt weergegeven na een bepaald aantal seconden. Ook als de pagina’s automatisch worden weergegeven, kunt u door een document bladeren met behulp van de muis of het toetsenbord. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
52
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
53
Doorgaan bij elke klik Hiermee kunt u door een PDF-document bladeren door met de muis te klikken. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u door een document bladeren door op Enter of Shift-Enter (vorige pagina) te drukken of met de pijltoetsen. Lus na laatste pagina Hiermee kunt u een PDF-document doorlopend laten weergeven. Als de laatste pagina is weergegeven, wordt de eerste pagina opnieuw weergegeven. Deze optie wordt vaak gebruikt voor weergave in etalages. Afsluiten met Esc-toets Hiermee kunt u de weergave Volledig scherm verlaten door op Esc te drukken. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u de weergave afsluiten door op Ctrl+L (Windows) of Command+L (Mac OS) te drukken. Standaardovergang Hiermee bepaalt u het overgangseffect tussen opeenvolgende pagina’s in de weergave Volledige scherm. Muiscursor Hiermee bepaalt u of de cursor wordt verborgen of weergegeven in de weergave Volledig scherm. Achtergrondkleur Hiermee geeft u de achtergrondkleur van het venster op in de weergave Volledig scherm. Als u Aangepast kiest, kunt u een kleur in het systeemkleurenpalet kiezen. Beeldscherm (Mac OS) Hiermee bepaalt u welk beeldscherm in de weergave Volledig scherm wordt gebruikt wanneer er twee beeldschermen zijn geïnstalleerd. U kunt kiezen uit Hoofdmenu's (voor het beeldscherm met de menubalk), Grootste diagonaal (het beeldscherm waarop het grootste deel van het document wordt weergegeven), Hoogste kleurdiepte (het beeldscherm met de meeste kleuren), Breedste (het beeldscherm met de grootste horizontale resolutie), Hoogste (het beeldscherm met de grootste verticale resolutie) of Grootste oppervlak (het beeldscherm met de meeste pixels).
Voorkeuren voor Opties instellen U kunt de volgende opties instellen in het deelvenster Opties van het dialoogvenster Voorkeuren: PDF weergeven in browser (alleen Windows) Hiermee kunt u ieder PDF-document dat u vanaf het web opent in het browservenster weergeven. Als deze optie niet is geselecteerd, worden PDF-documenten geopend in een afzonderlijk Acrobat Reader-venster. Browser automatisch configureren (alleen Mac OS) Hiermee zorgt u ervoor dat uw webbrowser goed met Acrobat Reader werkt, telkens als Acrobat Reader wordt gestart. Browserinstellingen controleren tijdens starten Acrobat Hiermee wordt gecontroleerd of uw standaardbrowserinstellingen compatibel zijn met Acrobat Reader, telkens als Acrobat Reader wordt gestart. Snelle webweergave toestaan Hiermee wordt een PDF-document dat u op het web wilt bekijken telkens met één pagina gedownload. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt het hele PDF-bestand gedownload voordat het wordt weergegeven. Als u wilt dat het hele PDF-document op de achtergrond wordt gedownload terwijl u de eerste pagina met de opgevraagde informatie bekijkt, moet u ervoor zorgen dat de optie Downloaden op achtergrond toestaan ook is geselecteerd. Downloaden op achtergrond toestaan Hierdoor kan een PDF-document verder vanaf het Web worden gedownload, zelfs nadat de eerste opgevraagde pagina wordt weergegeven in een browser. Openingsscherm tonen Hiermee wordt het openingsscherm weergegeven, telkens als Acrobat Reader wordt gestart. Alleen insteekmodules met certificaat Hiermee kunt u alleen insteekmodules van andere bedrijven laden die door Adobe zijn gecertificeerd. Als u niet-gecertificeerde insteekmodules gebruikt voor Acrobat Reader, selecteert u deze optie als u de voorziening Web Buy wilt gebruiken of als u documenten wilt openen met extra gebruiksrechten. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
53
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
54
Paginacache gebruiken Hiermee wordt de volgende pagina in een buffer geplaatst voordat de pagina in Acrobat Reader wordt weergegeven. Hiermee kunt u sneller door een document te bladeren. Logische paginanummers gebruiken Hiermee kunt de paginanummering van een PDF-document weergeven die overeenkomt met de nummering die op de pagina’s wordt afgedrukt. Het paginanummer, gevolgd door de positie van de pagina tussen haakjes, wordt weergegeven in de statusbalk en in de dialoogvensters Ga naar pagina en Afdrukken. Als bijvoorbeeld de eerste pagina in een document nummer “i” is, kan dit worden weergegeven als “i (1 van 10)”. Als deze optie niet is ingeschakeld, worden in Acrobat de paginanummers in documenten genegeerd en worden de pagina’s genummerd vanaf 1. Als u deze optie inschakelt, wordt verhinderd dat u onverwacht teruggaat in uw webbrowser. (Zie PDF-documenten in een webbrowser lezen op pagina 54.) Bestanden openen en bestandsbijlagen starten toestaan Met deze optie wordt u gewaarschuwd voor beveiligingsrisico’s als u een bestand in een andere toepassing opent via een koppeling of bladwijzer in een PDF-document. Vervolgens kunt u deze bewerking afbreken, indien gewenst. Als deze optie niet is ingeschakeld, zijn koppelingen naar andere toepassingen uitgeschakeld. Documentkruisverwijzingen openen in hetzelfde venster Hiermee wordt het huidige document gesloten, waarna het gekoppelde document in hetzelfde venster wordt geopend. Op deze manier blijft het aantal geopende vensters in Acrobat Reader beperkt. Als u deze optie niet inschakelt, wordt telkens een nieuw venster geopend wanneer u klikt op een koppeling naar een ander document. Het huidige document wordt niet gesloten als u op een koppeling klikt naar een document dat al is geopend in een ander venster. Opmerking: als u deze instelling wilt overschrijven, drukt u op Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) wanneer u op een koppeling klikt. Hierbij maakt het niet uit of de instelling is ingeschakeld of uitgeschakeld. Wijzigingswaarschuwingen negeren Hiermee schakelt u waarschuwingsvensters uit wanneer u notities, koppelingen, pagina's, miniaturen, bladwijzers en andere items verwijdert uit PDF-documenten. Opslaan als optimaliseert voor snelle webweergave Hiermee deelt u een PDF-document opnieuw in, zodat het document per pagina kan worden gedownload van webservers. Dialoogvenster Documentrechten weergeven Hiermee wordt het dialoogvenster Documentrechten weergegeven wanneer u een PDF-document met documentrechten opent. Alle waarschuwingen opnieuw instellen Hiermee kunt u alle waarschuwingen die u hebt uitgeschakeld opnieuw weergeven bij het opstarten.
PDF-documenten op het web bekijken Acrobat Reader 5.1 bevat insteekmodules waarmee u gemakkelijk PDF-documenten op het web kunt weergeven. U kunt de PDF-documenten bekijken in uw browser of Acrobat Reader instellen als hulptoepassing als u PDF-documenten van het web opent of downloadt.
PDF-documenten in een webbrowser lezen Wanneer een PDF-document is opgeslagen op het web, klikt u op een koppeling om het document in de webbrowser te openen. PDF-documenten worden correct weergegeven in webbrowsers die compatibel zijn met de meeste versies van Netscape Navigator® of Microsoft Internet Explorer. De benodigde insteekmodules worden automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van Acrobat Reader.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
54
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
55
Opmerking: Netscape Navigator 6.0 is niet compatibel met de webbrowser-insteekmodule van Acrobat, zodat PDF-documenten niet in de browser worden weergegeven. Als u werkt met Mac OS X, kunnen PDF-documenten niet in een browser worden weergegeven. Als u een nieuwe versie van de webbrowser installeert na de installatie van Acrobat Reader, kan het voorkomen dat PDF-documenten niet meer worden weergegeven. Wanneer u Acrobat Reader start, wordt in dat geval een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de configuratie wilt laten aanpassen door Acrobat Reader. Klik op Ja. Als dit bericht niet wordt weergegeven en u nog steeds geen PDF-documenten kunt bekijken met de webbrowser, moet u Acrobat Reader opnieuw installeren. Zie de Adobewebsite voor meer informatie. Wanneer u een PDF-document in een webbrowser bekijkt, beschikt u in de browser over alle hulpmiddelen van Acrobat Reader. Aangezien veel toetsenbordopdrachten worden toegewezen aan de webbrowser en niet aan Acrobat Reader, zijn sommige sneltoetsen van Acrobat Reader niet beschikbaar in het browservenster. Opmerking: als u via een koppeling in een gedeeltelijk gedownload PDF-document naar een ander document gaat en u daarna met Vorige naar het PDF-document wilt terugkeren, komt u terecht op de eerste pagina van het PDF-document, ook als u zich niet op deze pagina bevond. Als u in dit geval naar de juiste pagina wilt gaan, moet u de optie Logische paginanummers gebruiken inschakelen. Deze optie bevindt zich in het deelvenster Opties van het dialoogvenster Voorkeuren.
PDF-documenten zonder webbrowser bekijken (Windows) Als de webbrowser geen PDF-documenten weergeeft in het browservenster of als u liever geen PDF-documenten wilt weergeven in de webbrowser, kunt u Acrobat instellen als hulptoepassing. In dat geval worden PDF-documenten in een Acrobat Reader-venster weergegeven en hebt u geen webbrowser nodig. Als Acrobat Reader fungeert als hulptoepassing, kunt de functie Snelle webweergave niet gebruiken (u kunt dus niet één pagina tegelijk downloaden). Bovendien kunt u geen formulieren in een webbrowser opsturen of teksten zoeken en markeren op het web. U kunt Acrobat Reader als volgt instellen als hulptoepassing: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren en selecteer vervolgens Opties in de lijst aan de linkerzijde. 2 Schakel de optie PDF weergeven in browser uit en klik vervolgens op OK.
Zoeken in een webbrowser Bij sommige webzoekprogramma's worden PDF- en HTML-documenten op de webservers geïndexeerd. Als u een zoekprogramma gebruikt waarmee PDF-documenten worden geïndexeerd, kunnen PDF-documenten worden opgenomen in de zoekresultaten. Als het zoekprogramma ondersteuning biedt voor zoeken en markeren in PDF-documenten en als u een van de PDF-documenten in de lijst met zoekresultaten opent, worden de knoppen Volgende markeren en Vorige markeren op de Acrobat Reader-werkbalk in de webbrowser geactiveerd. De zoekterm wordt in het document gemarkeerd. Als u naar de volgende treffer van de zoektekst wilt gaan, klikt u op de knop Volgende markeren. Als u naar de vorige treffer wilt gaan, klikt u op de knop Vorige markeren.
Web Buy gebruiken Om te voorkomen dat eBook-documenten en andere PDF-documenten illegaal worden verspreid, kunnen deze PDF-documenten op de distribuerende websites worden beveiligd. Met Web Buy kunt u dergelijke PDF-documenten op de website downloaden en aanschaffen. Als u een beveiligd eBook-document wilt downloaden, wordt u via een aantal instructies op de website geholpen. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
55
Adobe Acrobat Reader Help
Acrobat Reader aanpassen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
56
De insteekmodule Web Buy wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van Acrobat Reader. Als u niet beschikt over de meest recente versie van Web Buy, wordt u mogelijk gevraagd om een nieuwe versie te installeren wanneer u een vergrendeld eBook-document wilt downloaden. Als u wilt nagaan welke versie van Web Buy momenteel is geïnstalleerd, kiest u Help > Info Adobe Acrobat-insteekmodules of Acrobat Reader > Info Adobe Acrobat-insteekmodules (Mac OS X). Selecteer Web Buy in de lijst van momenteel geïnstalleerde insteekmodules om het versienummer en andere informatie over Web Buy weer te geven. Opmerking: als u ook niet-geverifieerde insteekmodules in Acrobat Reader gebruikt, moet u de optie Alleen insteekmodules met certificaat inschakelen. Deze optie bevindt zich in het deelvenster Opties van het dialoogvenster Voorkeuren. Vervolgens moet u Acrobat Reader opnieuw opstarten voordat u Web Buy gebruikt.
Voorkeuren voor Web Buy instellen Verkopers van PDF-documenten vereisen soms dat u een bepaalde computer of bepaald opslagapparaat gebruikt om het document te bekijken. In het deelvenster Web Buy van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u het benodigde opslagapparaat selecteren. Ook kunt u hier aangeven welke informatie over opslagapparaten u beschikbaar wilt maken voor verkopers als u een beveiligd PDF-document via het web koopt. Er wordt een adviespagina weergegeven in de browser als een verkoper andere informatie wenst dan de informatie die u hebt gedefinieerd in het dialoogvenster Voorkeuren. U kunt als volgt voorkeuren instellen voor Web Buy: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren > of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en selecteer vervolgens Web Buy aan de linkerzijde van het dialoogvenster. 2 Zorg ervoor dat de optie Web Buy inschakelen is ingeschakeld. 3 Geef op welke waarschuwingen u wilt ontvangen voordat informatie wordt verzonden naar een on line verkoper. 4 Selecteer het gewenste opslagapparaat in het menu Andere id 1. Selecteer eventueel een alternatief in het menu Andere id 2. Deze menu's bevatten alle apparaten die zichtbaar zijn voor uw computer. Opmerking: als u een document vergrendelt op verwijderbare media, zoals diskettes, kunt u het document openen en bekijken op een andere computer. Als u een document vergrendelt op uw computer, kan het document alleen op deze computer worden gelezen. 5 Voer in het tekstvak een pad in of klik op Kiezen om een standaardmap te selecteren waarin u uw aankopen kunt opslaan. Klik vervolgens op OK.
Vergrendelde PDF-documenten en licentiebestanden Als u een vergrendeld PDF-document wilt downloaden of openen, zoekt Web Buy naar het bijbehorende licentiebestand. Het licentiebestand wordt gemaakt door de verkoper en bevat een aantal beveiligings- en machtigingsparameters. Een verkoper kan bijvoorbeeld beperkingen instellen voor het afdrukken, kopiëren of ophalen van afbeeldingen uit een bestand dat auteursrechtelijk is beschermd. U kunt de beveiligingsinstellingen voor een PDF-bestand weergeven door Bestand > Documentbeveiliging te kiezen. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. Als Web Buy een geldig licentiebestand kan vinden, zal het vergrendelde PDF-document worden geopend. Als er geen geldig licentiebestand kan worden gevonden, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarmee u het licentiebestand op de computer kunt zoeken of on line een licentiebestand kunt verkrijgen om het document te ontgrendelen. Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
56
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Acrobat Reader aanpassen
Vorige
57
U kunt als volgt zoeken naar een licentiebestand of een licentiebestand on line verkrijgen: Voer een van de volgende stappen uit in het dialoogvenster dat wordt weergegeven wanneer u een vergrendeld PDF-document wilt openen: •
Klik op Licentie zoeken en zoek naar het licentiebestand. Het licentiebestand heeft dezelfde naam als het bijbehorende PDF-bestand, gevolgd door de extensie .rmf. Klik op OK. Het PDF-document wordt ontgrendeld en geopend.
•
Klik op On line gaan. De browser wordt geopend en gaat naar de URL die is opgegeven in het vergrendelde PDF-bestand. Volg de instructies op het scherm om de transactie met de verkoper of de bron van het PDF-bestand te voltooien.
Acrobat Reader bijwerken Met Acrobat Reader kunt u automatisch controleren of er nieuwe versies beschikbaar zijn. Hierdoor kunt u altijd beschikken over de nieuwste technologie van Acrobat Reader. In het deelvenster Bijwerken van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u aangeven hoe vaak Acrobat Reader moet controleren of er een nieuwe versie beschikbaar is. U kunt Acrobat Reader als volgt bijwerken of voorkeuren instellen: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows en Mac OS 9.x) of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en klik vervolgens op Bijwerken aan de linkerzijde van het dialoogvenster. 2 Voer een van de volgende stappen uit: •
In het menu Controleren of er updates beschikbaar zijn geeft u aan hoe vaak u wilt dat Acrobat Reader controleert of er een nieuwe versie beschikbaar is. (Als u deze optie wilt uitschakelen, kiest u Handmatig.)
•
Klik op Acrobat nu bijwerken om na te gaan of er een nieuwe versie beschikbaar is.
3 Als u niet wilt dat het bevestigingsdialoogvenster voor automatisch bijwerken wordt weergegeven wanneer het programma controleert of er een nieuwe versie beschikbaar is, moet u de optie Bevestigingsdialoogvenster automatisch bijwerken tonen uitschakelen. Klik vervolgens op OK.
Acrobat Reader gebruiken met UNIX Acrobat Reader 5.1 is niet beschikbaar voor UNIX. Als u PDF-documenten wilt weergeven op een UNIX-systeem, moet u Acrobat Reader 5.0 gebruiken.
Acrobat Reader gebruiken met Aziatische fonts Als u Acrobat Reader met het juiste taalpakket installeert, kunt u PDF-documenten weergeven en afdrukken waarin tekst is opgenomen in het Japans, Koreaans en in het traditioneel of vereenvoudigd Chinees. Als u werkt in een besturingssysteem dat geen ondersteuning biedt voor Aziatische talen en u wilt PDF-bestanden met Aziatische tekst weergeven of afdrukken, moet u een of meerdere Aziatische talenpakketten downloaden en installeren. Deze pakketten zijn beschikbaar op de Adobe-website. Fonts zijn beschikbaar voor traditioneel en vereenvoudigd Chinees, Japans en Koreaans.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
57
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Toegankelijkheid
Vorige
58
Toegankelijkheid Adobe Systems zet zich in om hulpmiddelen en informatiebronnen aan te bieden voor personen met visuele en motorische handicaps om zo digitale informatie meer toegankelijk te maken. Om een PDF-document toegankelijk te maken, moet het document gemaakt zijn met toegankelijkheid als uitgangspunt. Het PDF-document moet bijvoorbeeld een logische structuur bevatten. Als de structuur onvolledig is, wordt het document mogelijk incorrect weergegeven in schermleesprogramma's. Momenteel zijn de toegankelijkheidsvoorzieningen op het Windows-platform robuuster dan op het Mac OS-platform. Opmerking: als u beschikt over een PDF-bestand dat niet kan worden gelezen met de ondersteunende technologieën, neemt u contact op met de auteur van het document en vraagt u of het toegankelijk kan worden gemaakt via Adobe-software.
Een schermleesprogramma gebruiken met Acrobat Reader Mac OS beschikt niet over een algemeen toegankelijke interface voor schermleesprogramma's. Acrobat Reader 5.0 ondersteunt geen schermleesprogramma's op het Mac OS-platform. De Acrobat-producten bieden wel ondersteuning voor een aantal schermleesprogramma's in Windows. Raadpleeg de documentatie van uw schermleesprogramma voor informatie over de installatie en het gebruik met Acrobat Reader. Het schermleesprogramma volgt de logische structuur van het PDF-document die is bepaald door de maker van het document. U kunt zelf aangeven of de inhoud van het document als afzonderlijke pagina's of als geheel moet worden doorgegeven aan het schermleesprogramma. Zie Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen op pagina 61 voor informatie over toegankelijkheidsvoorkeuren.
De leesvolgorde voor pagina's selecteren (Windows) Wanneer u PDF-documenten wilt bekijken op een eBook-apparaat, kunt u de documentweergave soms verbeteren door een andere leesvolgorde in te stellen. Als u een gestructureerd PDF-document opent in Acrobat Reader, is de leesvolgorde al logisch gestructureerd. Als u echter een PDF-document zonder structuur opent, kunt u een paginaleesvolgorde opgeven die het meest geschikt is voor het document. Zie De inhoud van een document opnieuw plaatsen voor eBook-apparaten op pagina 13 voor meer informatie over de weergave van PDF-documenten op eBook-apparaten. U kunt als volgt de leesvolgorde voor pagina's instellen: 1 Kies Document > Leesvolgorde selecteren. 2 Selecteer de gewenste optie voor de leesvolgorde en klik op OK.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
58
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Toegankelijkheid
Vorige
59
Sneltoetsen gebruiken voor menuopdrachten en navigatie Navigatiefuncties kunnen behalve met de muis ook met het toetsenbord worden bestuurd. U kunt activeringsgebieden wijzigen en menu's en dialoogvensters gebruiken. Activeringsgebieden zijn delen van de interface of een document die worden beschouwd als logische items, zoals het documentvenster, het navigatievenster, een optie in een dialoogvenster of een koppeling in een document. Activeringsgebieden zijn omkaderd door een stippellijn. Sommige sneltoetsen voor het navigeren wijken mogelijk af van de sneltoetsen in andere Windows-toepassingen. De reden hiervoor is dat er andere soorten elementen beschikbaar zijn in Adobe Acrobat Reader en dat de compatibiliteit met eerdere versies van Reader moet worden gewaarborgd. Opmerking: als u in sommige versies van het Mac OS-systeem op een functietoets drukt (bijvoorbeeld F6), wordt een sneltoetsopdracht geactiveerd in plaats van de Acrobat Reader-opdracht. Als u de sneltoetsen wilt uitschakelen, opent u het regelpaneel Toetsenbord, klikt u op Functietoetsen en schakelt u de optie Functietoetsen inschakelen uit.
Acrobat Reader-toetsen gebruiken in Internet Explorer (alleen Windows) U kunt Adobe Acrobat Reader met het toetsenbord besturen in Internet Explorer. Als u een PDF-document opent in Internet Explorer, functioneren de navigatie- en opdrachttoetsen normaal. Met de toets Tab wordt de activering verplaatst van de browser naar het Acrobat Reader-documentvenster. Als u opnieuw op Tab drukt, worden de items in het document geselecteerd. Druk op Shift+Tab om de activering om te keren. Als u de browser opnieuw wilt activeren, drukt u op Ctrl+Tab. In de browser gebruikt u de Internet Explorer-toetsaanslagen voor navigatie en selectie.
Toetsen voor de menubalk (alleen Windows) Als u een menu wilt openen, drukt u eerst op F10 of op Alt. Hierna drukt u op de onderstreepte letter van de menunaam (bijvoorbeeld b voor het menu Bestand). Gebruik de pijltoetsen en Enter om een keuze te maken in het menu. U kunt ook drukken op de onderstreepte letter van de menuopdracht. Als u het menu wilt verlaten zonder een opdracht te kiezen, drukt u tweemaal op Esc.
Toetsen voor het documentvenster Wanneer het documentvenster is geactiveerd, kunt u op de volgende toetsen drukken om te navigeren en opdrachten aan te roepen: F6. Hiermee schakelt u tussen het documentvenster en het navigatievenster. Druk op Shift+F6 als u het navigatievenster open wilt houden wanneer u naar het documentvenster gaat. Tab. Hiermee verplaatst u de cursor van het ene item naar het volgende item. Shift+Tab. Hiermee keert u terug naar het vorige item. Spatiebalk. Hiermee voegt u een spatie in of start u een handeling. Als een koppeling is geactiveerd, wordt de koppeling bijvoorbeeld geopend als u op de spatiebalk drukt. Shift+F10 (Windows) of Option+F10 (Mac OS). Hiermee opent u het menu in het documentvenster.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
59
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Toegankelijkheid
Vorige
60
Toetsen voor de werkbalk (alleen Windows) Met de volgende toetsen schakelt u op de werkbalk tussen de knoppen, opdrachten en menu's: Alt en vervolgens Ctrl+Tab. Hiermee krijgt u toegang tot de werkbalk. Ctrl+Tab. Hiermee gaat u van de ene sectie van de werkbalk naar de volgende. U gaat bijvoorbeeld van de bestandswerkbalk naar de navigatiewerkbalk, vervolgens naar de geschiedeniswerkbalk, enzovoort. Tab. Hiermee gaat u van de ene werkbalkknop naar de volgende. Als de bestandswerkbalk is geactiveerd, gaat u met Tab achtereenvolgens naar Openen, Opslaan, Afdrukken, E-mail, Zoeken en Navigatievenster tonen/verbergen. Pijltoetsen. Hiermee schakelt u tussen knoppen in het geselecteerde gedeelte van de werkbalk. Met de toets Pijl-omlaag opent u verborgen menu-items. Enter. Hiermee selecteert u de knop. Esc (Escape). Hiermee verlaat u de werkbalk.
Toetsen voor het navigatievenster Wanneer het navigatievenster is geactiveerd, kunt u de volgende toetsen gebruiken om te navigeren: F6. Hiermee schakelt u tussen het documentvenster en het navigatievenster. Druk op Shift+F6 als u het navigatievenster open wilt houden wanneer u naar het documentvenster gaat. Ctrl+Tab (Windows) of Option+Tab (Mac OS). U schakelt cyclisch tussen de paletten Bladwijzers, Miniaturen en Ondertekening. Tab. Hiermee gaat u naar de verschillende items in een palet. Als het palet Bladwijzers is geactiveerd en u drukt op Tab, gaat u naar beneden door de lijst met bladwijzers. Shift+Tab. Hiermee gaat u terug naar het vorige item in het palet. Pijltoetsen. Hiermee verplaatst u de selectie voorwaarts en achterwaarts binnen het palet. Enter of Spatiebalk. Hiermee opent u het geselecteerde item. Shift+F10 (Windows) of Option+F10 (Mac OS). Hiermee opent u het paletmenu.
Toegang tot zwevend palet (alleen Windows) Als u paletten hebt losgemaakt of aangepaste paletgroepen hebt gemaakt, kunt u de paletten activeren door op Alt+F6 of Ctrl+F6 te drukken. In de paletten kunt u acties selecteren en starten met behulp van Tab, de pijltoetsen en Enter.
Toetsen voor dialoogvensters Als een dialoogvenster is geactiveerd, kunt u acties selecteren en starten met de toets Tab, de pijltoetsen en Enter. Nadat u met Tab door alle items in een dialoogvenster bent gegaan, wordt de activering teruggeplaatst op de standaardselectie. De navigatieprioriteit is ingesteld van boven naar beneden, van links naar rechts en met de groepsvaklocatie als eerste item. Zie Sneltoetsen op pagina 64 voor een lijst met sneltoetsen voor dialoogvensters.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
60
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Toegankelijkheid
Vorige
61
Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen De toegankelijkheidsvoorkeuren zijn ontworpen als hulpmiddel voor visueel en motorisch gehandicapte gebruikers. U kunt kleurschema's, aangepaste tekst en achtergrondkleuren met een hoog contrast instellen en opties voor het schermleesprogramma wijzigen. Over het algemeen wordt aanbevolen dat u de kleurschema's van uw besturingssysteem gebruikt. U kunt als volgt toegankelijkheidsvoorkeuren instellen: 1 Kies Bewerken > Voorkeuren of Acrobat Reader > Voorkeuren (Mac OS X) en selecteer vervolgens Toegankelijkheid aan de linkerzijde van het dialoogvenster. 2 Voer een van de volgende stappen uit en klik vervolgens op OK: •
Als u de kleuren in Acrobat Reader wilt aanpassen aan uw aangepaste kleurschema, moet u de optie Als document geen kleurinst. bevat inschakelen onder Kleurenweerg. aanpassen. Als u de documentkleuren wilt aanpassen aan uw kleurschema, moet u de optie Altijd, doc. kleuren neg. inschakelen. Deze optie is niet beschikbaar als er u geen aangepast kleurschema hebt geselecteerd.
•
Als u het PDF-document wilt weergeven zoals het beschikbaar is gemaakt door de auteur, moet u de optie Opgegeven kleuren gebruiken inschakelen onder Kleurschema . Als u uw eigen kleurselectie wilt toepassen, schakelt u de optie Aangepast schema in. Als u het document wilt weergeven met de kleuren van het Windowsbesturingssysteem, schakelt u de optie Windows-kleuren in (alleen Windows).
•
Geef een tekstkleur en achtergrondkleur op in de sectie Aang. kl. sch. (deze sectie is alleen toegankelijk als de optie Aangepast schema is ingeschakeld). Sommige schermitems, zoals afbeeldingen en lijnkleuren, worden niet beïnvloed door aangepaste kleurschema's.
•
Bij de optie Aflevering inhoud (alleen Windows) geeft u aan of het PDF-document in Acrobat Reader pagina voor pagina moet worden afgeleverd aan een schermleesprogramma als het document meer pagina's bevat dan u hebt opgegeven. Als u deze optie inschakelt en de waarde instelt op 0, wordt elk PDF-document in Acrobat Reader pagina voor pagina afgeleverd. Als u de optie uitschakelt, wordt het gehele document in Acrobat Reader afgeleverd aan het schermleesprogramma.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
61
Adobe Acrobat Reader Help
Veelgestelde vragen (FAQ)
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
62
Veelgestelde vragen (FAQ) Hier vindt u de antwoorden op veelgestelde vragen over Acrobat Reader. Als u geen antwoord vindt voor een bepaald probleem, raadpleegt u dit Help-bestand of gaat u naar de Adobe-website (www.adobe.com). Een aantal knoppen op de werkbalk en sommige menuopdrachten worden lichtgrijs weergegeven. Hoe kan ik deze opties beschikbaar maken? Sommige knoppen en menuopdrachten zijn alleen beschikbaar in Acrobat Reader als u een PDF-document met extra gebruiksrechten hebt ontvangen, zoals Opmerkingen en Digitale ondertekeningen. Zie Documentrechten op pagina 26 voor meer informatie. De auteur van het PDF-document kan ook beperkingen instellen, waardoor bepaalde functies niet meer beschikbaar zijn. Als de maker van het PDF-document bijvoorbeeld een beperking wil instellen op het kopiëren van tekst, kunnen de opdrachten Knippen, Kopiëren en Plakken worden uitgeschakeld. Waarom kan ik een formulier niet on line invullen? Voor het on line invullen van een formulier moet de maker van het PDF-document de juiste hulpprogramma's gebruiken bij het opstellen van de formuliervelden in Adobe Acrobat 5.0. Neem contact op met de maker van het PDF-document. Waarom kan ik geen tekst toevoegen aan mijn PDF-document? Acrobat Reader is voornamelijk bedoeld om PDF-documenten te bekijken en af te drukken. Als u een PDF-document wilt maken of enigszins bewerken, moet u Adobe Acrobat gebruiken. Kies Help > Adobe Acrobat aanschaffen of Help > Adobe Acrobat ontdekken voor meer informatie. Als ik over tekst sleep met de functie Tekst selecteren geselecteerd. Waarom kan ik de tekst niet selecteren?
, wordt de tekst niet
Als het PDF-document is ingescand door de maker van het document of als de tekst onderdeel is van een afbeelding, kan de tekst niet worden geselecteerd in Acrobat Reader. Bovendien kunt u de zoekfunctie in deze gevallen niet gebruiken. Vraag de maker van het document of hij de afbeelding kan omzetten naar tekst met de Acrobat-opdracht Paper Capture. Als ik over tekst sleep in een document met twee kolommen, wordt de tekst in beide kolommen geselecteerd. Hoe kan ik alleen de tekst in één kolom selecteren? Als het document geen gestructureerd PDF-bestand is, kan de tekststroom in Acrobat Reader niet voldoende worden geïnterpreteerd. In dit geval selecteert u het gereedschap Kolom selecteren in de keuzelijst naast het gereedschap Tekst selecteren. Vervolgens sleept u over de tekst in de eerste kolom die u wilt selecteren.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
62
Adobe Acrobat Reader Help
Veelgestelde vragen (FAQ)
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
63
Waarom wordt de tekst in mijn PDF-document niet afgedrukt zoals op het scherm? Sommige fonts kunnen niet worden gedownload naar een printer, omdat het font een bitmap is of omdat het invoegen van fonts is beperkt tot het desbetreffende document. In deze gevallen wordt een vervangend font gebruikt voor het afdrukken en hoeft de afgedrukte uitvoer niet precies overeen te komen met de schermweergave. Probeer het document op een andere printer af te drukken of vraag de maker van het PDF-document om een versie van het document waarin de juiste fonts zijn ingevoegd. Waarom wordt het PDF-document niet gecentreerd afgedrukt? Als u geen PostScript-printer gebruikt, kan de pagina schuin worden afgedrukt. Voor het beste resultaat moet u een PostScript-printer gebruiken. Waarom kan ik mijn PDF-document niet afdrukken? Controleer of u een ander PDF-document kunt afdrukken. Als u andere PDF-documenten kunt afdrukken, is het document wellicht beschadigd en kunt u het beste contact opnemen met de auteur van het document. Het is ook mogelijk dat de maker van het PDF-document beperkingen heeft ingesteld, zodat het document niet kan worden afgedrukt. Kies Bestand > Documentbeveiliging en controleer of het document kan worden afgedrukt. Als u geen enkel document kunt afdrukken met Acrobat Reader, probeert u af te drukken met een andere toepassing. Zie de Adobe-website voor meer informatie over problemen met afdrukken. Waarom verdwijnen de menu's in Acrobat Reader als ik een PDF-document op het web open? Wanneer u een PDF-document in een webbrowser bekijkt, beschikt u in de browser over alle opties van Acrobat Reader behalve de menubalk. Aangezien veel toetsenbordopdrachten worden toegewezen aan de webbrowser en niet aan Acrobat Reader, zijn sommige sneltoetsen van Acrobat Reader ook niet beschikbaar in het browservenster. Als u PDF-documenten liever niet in de webbrowser wilt bekijken, kunt u Acrobat Reader zo instellen dat de documenten in een normaal Acrobat Reader-venster worden geopend en weergegeven. (Zie PDF-documenten zonder webbrowser bekijken (Windows) op pagina 55.) Waar kan ik extra hulp krijgen voor problemen? De Adobe-website bevat een Knowledge Base voor alle Adobe-producten. Ga naar de volgende website: www.adobe.com/support/main.html Klik op de koppeling Support by Product en vervolgens op Acrobat Reader of een ander Adobe-product.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
63
Adobe Acrobat Reader Help
Sneltoetsen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
64
Sneltoetsen Veel sneltoetsen worden naast de menuopdracht weergegeven. Als u de gewenste sneltoets niet kunt vinden in deze sectie, kunt u het beste de menu's bekijken. Opmerking: als u in sommige versies van het Mac OS-systeem op een functietoets drukt (bijvoorbeeld F6), wordt een sneltoetsopdracht geactiveerd in plaats van de verwachte Acrobat Reader-opdracht. Als u de sneltoetsen wilt uitschakelen, opent u het regelpaneel Toetsenbord, klikt u op Functietoetsen en schakelt u de optie Functietoetsen inschakelen uit.
Opties voor selecteren Optie
Windows
Mac OS
Handje
H
H
Handje tijdelijk selecteren
Spatiebalk
Spatiebalk
Tekst selecteren
V
V
Schakelen tussen de opties Tekst selecteren en Kolom selecteren
Shift+V
Shift+V
Afbeeldingsselectie
G
G
In- en uitzoomen
Z
Z
Schakelen tussen de opties Inzoomen en Uitzoomen
Shift+Z
Shift+Z
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
64
Adobe Acrobat Reader Help
Sneltoetsen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
65
Opties voor opmerkingen selecteren* Optie
Windows
Mac OS
De huidige optie voor opmerkingen selecteren (bijvoorbeeld de optie Notitie)
S
S
Schakelen tussen de verschillende opties voor opmerkingen
Shift+S
Shift+S
De huidige optie voor tekstmarkering selecteren (bijvoorbeeld de pen)
N
N
Schakelen tussen de verschillende tekstmarkeringsopties
Shift+N
Shift+N
De huidige optie voor grafische markering selecteren (bijvoorbeeld de optie Markering)
U
U
Schakelen tussen de verschillende opties voor grafische markering
Shift+U
Shift+U
* De opties voor opmerkingen zijn alleen beschikbaar als de functie Opmerkingen is ingeschakeld in het PDF-document.
Door een document bladeren Resultaat
Windows
Mac OS
Vorig scherm
Page Up
Page Up
Volgend scherm
Page Down
Page Down
Eerste pagina
Home of Shift+Ctrl+Page Up of Shift+Ctrl+Pijlomhoog
Home of Shift+Command+Page Up of Option+Shift+Pijlomhoog
Laatste pagina
End of Shift+Ctrl+ Page Down of Shift+Ctrl+Pijlomlaag
End of Shift+Command+ Page Down of Option+Shift+Pijlomlaag
Vorige pagina
Pijl-links
Pijl-links
Volgende pagina
Pijl-rechts
Pijl-rechts
Omhoog schuiven
Pijl-omhoog
Pijl-omhoog
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
65
Adobe Acrobat Reader Help
Sneltoetsen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
66
Resultaat
Windows
Mac OS
Omlaag schuiven
Pijl-omlaag
Pijl-omlaag
Naar pagina gaan
Ctrl+N
Command+N
Naar vorige weergave gaan
Alt+Pijl-links
Command+Pijl-links
Naar volgende weergave gaan
Alt+Pijl-rechts
Command+Pijl-rechts
Inzoomen
Ctrl + +
Command + +
Uitzoomen
Ctrl + -
Command + -
Tijdelijk inzoomen
Ctrl+Spatiebalk
Command+Spatiebalk
Tijdelijk uitzoomen
Alt+Ctrl+Spatiebalk
Option+Command+ Spatiebalk
Resultaat
Windows
Mac OS
Naar vorig document gaan
Alt+Shift+Pijl-links
Command+Shift+Pijllinks
Naar volgend document gaan
Alt+Shift+Pijl-rechts
Command+Shift+Pijlrechts
Volledig scherm weergeven/ verbergen
Ctrl+L
Command+L
Miniaturen tonen/verbergen
F4
F4
Bladwijzers tonen/verbergen
F5
F5
Werkbalken tonen/verbergen
F8
F8
Menubalk tonen/verbergen
F9
F9
Schakelen tussen het navigatievenster en het documentvenster
F6
F6
Schakelen tussen het navigatievenster en het documentvenster, het navigatievenster blijft open
Shift+F6
Shift+F6
Volgend venster
Ctrl+F6
Het volgende zwevende venster
Alt+F6
Werkbalk activeren
Alt en vervolgens Ctrl+Tab
Navigeren in Acrobat Reader
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
66
Adobe Acrobat Reader Help
Sneltoetsen
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
Resultaat
Windows
Menu's activeren
F10 en vervolgens pijltoetsen
Volgende veld of item
Tab
Tab
Vorige veld of item
Shift+Tab
Shift+Tab
Volgende tabblad in navigatievenster, volgende set met opties op werkbalk, volgende tabblad in dialoogvensters met tabbladen, volgende venster in documentweergave
Ctrl+Tab
67
Mac OS
Zoeken Resultaat
Windows
Mac OS
Zoeken
Ctrl+F
Command+F
Opnieuw zoeken
Ctrl+G of F3
Command+G
Zoekopdracht
Shift+Ctrl+F
Shift+Command+F
Zoekresultaten
Shift+Ctrl+G
Shift+Command+G
Vorige document (zoeken)
Alt+Shift+Pijl-Links
Shift+Command+[
Volgende document (zoeken)
Alt+Shift+Pijl-rechts
Shift+Command+]
Indexen selecteren
Shift+Ctrl+X
Shift+Cmd+X
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
67
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
68
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Index A Acrobat Reader bijwerken 57 distribueren 2 als hulptoepassing 55 nieuwe functies 4 Acrobat Self-Sign beveiliging ondertekeningsstatus 44 validatiestatus van ondertekeningen 44 voorkeuren 49 activeringsgebieden, wijzigen 59 Adobe PDF Online creëren, opdracht 8 Adobe PDF Online zoeken, opdracht 25 afbeeldingen als digitale ondertekeningen 47 selecteren 18 afbeeldingsselectie, gereedschap 18 afdrukken Aziatische fonts downloaden voor 16 als bitmapafbeeldingen 16 documenten 15 fontvervanging 16 Help-bestand 2 opmerkingen 15, 35 opties 15 pagina-instelling 15 problemen oplossen 62 schuin 63 afdrukstand wijzigen 13 afspelen films 10 geluidsclips 10, 29 algemene documentinformatie 19 Algemene voorkeuren, opdracht 51 Alle waarschuwingen opnieuw instellen, optie 54 Alleen heel woord, optie opmerkingen zoeken 35 woorden zoeken 20
Help gebruiken | Inhoud | Index
Alleen informatie, knop 12 Alleen insteekmodules met certificaat, optie 53 Alles selecteren, opdracht 13, 17 annotaties. Zie opmerkingen artikelen lezen 10 Aziatische tekenbreedte negeren, opdracht 20 Aziatische tekst afdrukken als bitmapafbeeldingen 16 fonts downloaden 16 opmerkingen toevoegen in 31 tekens negeren bij zoeken 20 weergeven, PDF-documenten 57 zoeken 20
B Bestanden openen en bestandsbijlagen starten toestaan, optie 54, 54 bestandsbijlage 29, 33 bestandsbijlagen, openen 10, 54 Betekenis 22, 23 betrouwbare certificaten. Zie certificaten beveiliging, document 19, 26, 27 bijvoegen als bijlage bestanden bijvoegen in PDF-documenten 33 notities 30 bijwerken, Acrobat Reader 57 Bijwerken, voorkeuren 57 bladeren door de Help 1 bladeren, PDF-documenten 8 bladwijzers huidige zoeken 12 Na gebruik verbergen, opdracht 9 navigeren met 9 niveaus 9 in de on line Help 1
Vorige
68
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
69
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z palet 9 weergeven en verbergen 9 zoeken 9 Boole-operatoren 22 Browserinstellingen controleren, optie 53 browsers configureren voor het lezen van de PDFindeling 54 PDF-documenten weergeven 53 byte-serving 53
C certificaten beheren 44 delen 44, 45 exporteren 44 importeren 45, 45 importeren uit digitale ondertekeningen 45 informatie opvragen over 46, 46, 46 verwijderen 46 verzamelen 45 Chinese fonts. Zie Aziatische tekst cirkel definitie 29, 33 eigenschappen 33, 34 opties 33 contextmenu's 7 CoolType 52 CoolType gebruiken, optie 52
D Datuminformatievelden, zoeken 24 Deze knop uitvouwen, optie 6 digitale ondertekeningen afbeeldingen als 47 extra gebruiksrechten 26 info 39 inloggen bij profiel 42 maken 42 profielen 41 status 44 verifiëren 44, 45 verwijderen 44 voorkeuren 40, 51 weergave 47, 48
Help gebruiken | Inhoud | Index
distribueren Acrobat Reader 2 documenten via e-mail 18 Document exporteren als tekst, opdracht 17, 17 Document opslaan, gebruiksrechten 26 Documentbeveiliging, opdracht 19, 26, 27 documentdeelvenster toetsen 59 Documenteigenschappen, menu 19 documenten markeren 33, 34 documenten. Zie PDF-documenten Documentinformatievelden, zoeken 24 Documentkruisverwijzingen openen in hetzelfde venster, optie 54 Documentrechten, opdracht 26 documentvenster definitie 5 menuopdrachten kiezen 6 door documenten bladeren 8 door PDF-documenten bladeren 8 doorhaling 29, 34 Doorlopend - Naast elkaar, indeling 13 Doorlopend, indeling 13 downloaden nieuwe versie van Reader 57 PDF-pagina's van het web 53 downloaden op achtergrond 53 Downloaden op achtergrond toestaan, opties 53 downloaden per pagina 53 draagbare apparaten, bekijken op 13
E Eén pagina, indeling 13 eBook-documenten leesvolgorde voor pagina's 58 Web Buy downloaden en gebruiken 55 eBooks leesapparaten 13 publiceren 13 Eerste pagina, knop 8, 8 E-mail verzenden, opdracht 18 e-mailen, PDF-documenten 18 exporteren
Vorige
69
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
70
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z formuliergegevens 39 opmerkingen 36 PDF-documenten als tekst 17 Exporteren naar bestand (opdracht), digitale ondertekeningen 45 extra gebruiksrechten 26
F FDF (Form Data Format) 36 films, afspelen 10 fonts downloaden naar printer 63 informatie opvragen over 19 opmerkingen 35 Form Data Format (FDF) 36 formaat wijzigen miniaturen gebruiken 12 pagina's 12 vergroten en verkleinen 11 formulieren extra gebruiksrechten 26 importeren en exporteren 39 niet invullen 38, 62 velden invullen 38 voorkeuren 51 wissen in een browser 39 formulieren wissen 39
G Ga naar pagina 8 volgende weergave 11 vorig of volgend document 8 vorige of volgende pagina 8 vorige weergave 11 ga naar pagina 8 gaan, naar de vorige Help-pagina gaan 1 Geavanceerde formulierfuncties, ingeschakeld 26 gebruikerscertificaten. Zie certificaten gebruikerswachtwoorden ondertekeningen 41 openen van documenten 27 gebruiksrechten 26 gelabelde PDF-documenten 13
Help gebruiken | Inhoud | Index
geluidsbijlage 32 eigenschappen 32 gebruiken 29 opmerkingen maken met 31 geluidsclips, afspelen 29 gestructureerde PDF-documenten 13 Glad maken, optie 52 grafische markering cirkel 29, 33 lijn 29, 33 potlood 29, 33 vierkant 29, 33 Griekse tekst 52 Griekse tekst gebruiken, optie 52 grijs weergegeven hulpmiddelen 6 grijs weergegeven opties 26
H haakjes, pagina's op statusbalk 9 handje, gereedschap 10, 11 Help 1 herkenningsnaam (DN) 46 Hiermee wordt de huidige bladwijzer geopend, opdracht 9 hulpmiddelen niet beschikbaar 26, 62 selecteren 6 uitgeschakelde 6 verborgen hulpmiddelen selecteren 6 hulptoepassing, Acrobat als 55 hyperlinks 10
I Id, voorkeuren 51 Identieke hoofdletters/kleine letters, optie 20, 22, 24, 35 Identiteit verifiëren, opdracht 44, 45 importeren formuliergegevens 39 opmerkingen 36 Importeren uit bestand, opdracht 45 indexen doorzoeken Boole-operatoren in 22 met document- en datuminformatie 24 een index selecteren 21
Vorige
70
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
71
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z met jokertekens 22 resultaten 21 selectie van indexen aanpassen 21 volledige tekstzoekactie 21 Woordhelp gebruiken 23 zoekopdracht beperken 24 zoekopdrachten 21, 21, 23 zoekopdrachten uitbreiden 24 Indexen selecteren, opdracht 21 informatie over documenten 19 inhoudsopgave. Zie bladwijzers Inloggen, opdracht (ondertekeningen) 42 inloggen, profielen 42 insteekmodules met certificaat 53 voor weergave op het web 54 Internet Explorer Tab-navigatie 59 toegankelijkheid 59 weergeven, PDF-documenten 54 Inzoomen tot maximumweergave, optie 52
J Japanse fonts. Zie Aziatische tekst jokertekens, zoeken 22
K Klembord tonen, opdracht 18 Klembord, kopiëren 17 kleurschema, toegankelijkheid 61 Klinkt als, optie 22, 23 knoppen, werkbalk 6 kolommen, selecteren van tekst 17 kolomselectie, tekst 17 kopiëren afbeeldingen naar Klembord 18 en selecteren van tekst 17 koppelingen navigeren 10 openen van documenten 54 openen, films en geluiden 10 koppelingen, hyperlinks 10 Koreaanse fonts. Zie Aziatische tekst
Help gebruiken | Inhoud | Index
L Laatste pagina, knop 8, 8 leesvolgorde 58 Leesvolgorde selecteren, opdracht 58 lezen, artikelen 10 licentiebestanden 56 licentieovereenkomsten 2 lijn eigenschappen 33, 34 lijnen trekken 33 opmerkingen toevoegen 29 logische pagina's 9, 54 Logische paginanummers gebruiken, optie 9, 54
M maateenheden 52, 52 maken opmerkingen 29 PDF-documenten 8 MAPI (Messaging Application Program Interface) 18 markeren, documenten 33, 34 markering 29, 34 menu's niet beschikbare opdrachten 17, 62 toegang tot toetsen 59 weergeven en verbergen 50 Menubalk verbergen, opdracht 50 Microsoft Internet Explorer Tab-navigatie 59 toegankelijkheid 59 weergeven, PDF-documenten 54 miniaturen definitie 10 naar pagina's gaan 10 weergaveformaat wijzigen 12 weergeven 10
N Nabijheid, optie in zoekopdrachten 22, 24 nalopen, weergavepad 11 navigatievenster definitie 5 toetsen 60
Vorige
71
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
72
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z tonen en verbergen 5 Navigatievenster tonen/verbergen, knop 5 navigeren artikelen 10 met bladwijzers 9 met koppelingen 10 met miniaturen 10 nalopen, weergavepad 11 PDF-documenten 8, 11 Netscape Navigator 54 niet-beschikbare hulpmiddelen 6 Nieuw gebruikersprofiel, opdracht 41 Nieuwe gebruiker maken, opdracht 41 notities 28, 30 eigenschappen 30 notities verwijderen 35 opmerkingen toevoegen 29, 30 sluiten 30 tekst invoeren 30
O On line gaan, optie 56 on line Help 1 onderstreping 29, 34 Ondertekening met syntaxis van certificaatbericht (PKCS#7-indeling) gebruiken, optie 49 Ondertekening verifiëren, opdracht 44 Ondertekeningen, palet 42, 43 ondertekeningen. Zie digitale ondertekeningen ondertekeningsafhandelingen selecteren 40 Self-Sign beveiliging 42 standaard 40, 41 Ondertekeningsveld wissen, opdracht 44 ondertekeningsvelden ondertekenen 42 verifiëren 44 wissen 44 ondertekeningsweergave bewerken 48 maken 47 selecteren 42 Ondertekeningsweergave, opdracht 47
Help gebruiken | Inhoud | Index
Ongedaan maken, opdracht 17, 39 ontbreken Bladwijzers, palet 9 menu's 50 Miniaturen, palet 10 werkbalken 50 openen bestandsbijlagen 10 documenten openen via koppelingen 54 met wachtwoord beveiligde documenten 27 PDF-documenten 7 PDF-documenten in browsers 54 Openingsscherm weergeven bij starten van het programma, optie 53 opmerkingen 29, 30 afdrukken 15, 35 bekijken 28 exporteren 36 extra gebruiksrechten 26 font en fontgrootte 35 importeren 36 notities toevoegen 30 toevoegen 29 verwijderen 35 voorkeuren 35 zoeken 30, 35 opmerkingen bekijken 28 opmerkingen toevoegen 29 opnieuw plaatsen, gestructureerde PDFdocumenten 13 opslaan herstellen naar vorige versie 17 ondertekende documenten 42 PDF-documenten 26 PDF-documenten als tekst 17 Opslaan als optimaliseert voor snelle webweergave, optie 54 Opties, voorkeuren 51, 53 Ovaal 33
P Pagina tot aan einde weergeven, optie 52 pagina's afdrukken 15 afdrukstand 13
Vorige
72
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
73
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z ga naar 8 indeling 13 leesvolgorde 58 logisch 54 logische 9 schuin afdrukken 63 Snelle webweergave 53 weergeven tot aan einde 52 pagina's Zie ook navigeren Paginacache gebruiken, optie 54 Pagina-eenheden, optie 52 pagina-indeling, instelling 13 paginanummers, statusbalk 9 paletmenu, opdrachten kiezen in 6 paletten gebruiken 5 tonen en verbergen 5 vastzetten 5 weergave wijzigen 50 zwevende 5 Palm OS-bestanden, in digitale ondertekeningen 48 PDA (Personal Digital Assistant), digitale ondertekeningen maken in 48 PDF weergeven in browser, optie 53 PDF-documenten afdrukken 15 bladeren door 8 e-mailen vanuit Acrobat 18 gestructureerde opnieuw plaatsen 13 informatie opvragen over 19 maken 8 navigeren 8, 10 ondertekende documenten bewerken 43 openen 7 openen via koppelingen 54 opslaan 26 vergrendeld 56 weergeven op het web 54 woorden zoeken in 20 PDF-documenten bekijken zoomfactor 11 Personal Digital Assistants, PDF-documenten bekijken op 13 PICT-indeling 18
Help gebruiken | Inhoud | Index
PKCS#7-indeling, digitale ondertekeningen 49 potlood 29, 33 problemen oplossen, veelgestelde vragen 62 profielen, ondertekeningen inloggen bij 42 instellen 41 wachtwoorden wijzigen 46
R Reader. Zie Acrobat Reader roteren, pagina's 13
S schermleesprogramma, afleveringsopties 61 selecteren afbeeldingen 18 kopiëren, geselecteerde tekst 17 problemen oplossen 62 tekst 17 tekst in één kolom 17 Self-Sign beveiliging, voorkeuren 52 Self-Sign beveiliging. Zie Acrobat Self-Sign beveiliging sluiten on line Help 1 paletten 5 Snelle webweergave toestaan, optie 53 Stam, optie 23 Standaardpagina-indeling, optie 52 Standaardzoomfactor, optie 52 statusbalk, gebruiken 8 stempels gebruiken 32 tekst toevoegen 29, 33 verplaatsen en grootte wijzigen 32 vervangen 32 verwijderen 35 systeemvereisten, films en geluiden 10
T taalpakketten 57 talen Acrobat Reader-versies 2
Vorige
73
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
74
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z instellen 52 tekst 29 tekst selecteren, gereedschap 17, 62 tekst Zoeken. Zie Zoeken tekstmarkering documenten markeren 34 doorhaling 29, 34 markering 29, 34 onderstreping 29, 34 terug, laatst weergegeven pagina 1 Terugzoeken, optie (opmerkingen) 35 time-outopties, wachtwoorden 46 toegankelijkheid aangepast kleurschema 61 activeringsgebieden 59 documentvenster, toetsen 59 info 58 Mac OS 58 menutoetsen 59 Microsoft Internet Explorer 59 schermleesopties 61 schermleesprogramma's 58 toetsen voor dialoogvensters 60 toetsen voor het navigatievenster 60 toetsen voor werkbalk 60 toetsen voor zwevende paletten 60 voorkeuren 61 Toepassingstaal, optie 52 toetsen voor dialoogvensters 60 toetsen voor zwevende paletten 60 Tonen, voorkeuren 52 Transparantenraster tonen, optie 52 transparantenrasters, tonen 52
U uitgeschakelde hulpmiddelen 6 uitgeschakelde opties 26 Uitloggen, opdracht (ondertekeningen) 42 upgrade uitvoeren naar Adobe Acrobat 8
V Vensterbreedte, knop 12 Venstergrootte, knop 12 verbergen bladwijzers 9
Help gebruiken | Inhoud | Index
menu's 50 miniaturen 10 werkbalken 50 vergrendelde PDF-documenten wachtwoorden 27 Web Buy 56 verifiëren, ondertekeningen 44 verificatieperiode 46 vervangen, stempels 32 verwijderen ondertekeningen 44 opmerkingen 35 videobestanden, afspelen 10 vierkant definitie 33 eigenschappen 33, 34 info 29 vingerafdrukinformatie, in certificaten 45 Volgende pagina, knop 8 Volgende/Vorige markeren, knop 55 Volledig scherm, weergave documenten lezen in 14 info 7 sluiten 14 voorkeuren 52 voorkeuren algemeen 51 Bijwerken 57 Digitale ondertekeningen 40 Formulieren 51 Id 51 Opmerkingen 35 Opties 53 Self-Sign beveiliging 49 Toegankelijkheid 61 Tonen 52 Volledig scherm 52 Web Buy 56 Zoeken in documentreeks 25 Voorkeuren voor zoekopdrachten 25 Vorige pagina, knop 8 Vorige pagina/Volgende pagina, knop 8 vrije tekst 31 eigenschappen 31 opmerkingen toevoegen 29, 31
Vorige
74
Adobe Acrobat Reader Help
Index
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
75
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z tekst invoeren 31
W Wachtwoord wijzigen, ondertekeningen 47 wachtwoorden ondertekeningen 41 openen van documenten 27 opties wijzigen voor digitale ondertekeningen 46 time-outopties 46 Ware grootte, opdracht 12 Web Buy insteekmodule downloaden 55 voorkeuren 56 webbrowsers configureren voor het lezen van de PDFindeling 54 PDF-documenten weergeven in 53, 54 zoeken in 55 weergave aanpassen 11 weergavepad nalopen 11 weergeven bladwijzers 9 menu's 50 miniaturen 10 werkbalken 50 weergeven, bestandsbijlagen 10 weergeven, PDF-documenten op het web 53, 54 werkbalken knoppen selecteren 6 stand 50 toetsen 60
Help gebruiken | Inhoud | Index
weergeven en verbergen 50 zwevende 50 Wijzigingswaarschuwingen negeren, optie 54 WMF-indeling 18 Woordhelp, gebruiken in zoekopdrachten 23
Z zoeken achteruit 20 huidige bladwijzer 9 indexen doorzoeken 21 licenties voor eBook-documenten 56 on line PDF-documenten 25 opmerkingen 35, 35 opnieuw 20 in webbrowsers 55 woorden in PDF-documenten 20 zoekopties 20 Zoeken in documentreeks, opdracht 21 Zoekopdracht, opdracht 21 zoekopdrachten termen of woordgroepen 24 uitbreiden 24 Woordhelp 23 zoekopdracht beperken 24 zoekresultaten PDF-documenten in website 55 weergeven 21, 23 zoomfactor verhogen 11 verlagen 11 zoomfactor, standaardinstelling 52 zoomfuncties 11
Vorige
75
Adobe Acrobat Reader Help
Help gebruiken | Inhoud | Index
Juridische kennisgeving
Vorige
76
Juridische kennisgeving Copyright © 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe® Acrobat® Reader 5.1 Gebruikershandleiding voor Windows® en Macintosh Deze handleiding, alsmede de daarin beschreven software, wordt verstrekt onder licentie en mag slechts worden gebruikt of gekopieerd in overeenstemming met de voorwaarden in deze licentie. De inhoud van deze handleiding is slechts ter informatie verstrekt, kan zonder nadere aankondiging worden aangepast en dient niet te worden opgevat als een verplichting van de zijde van Adobe Systems Incorporated. Adobe Systems Incorporated neemt geen enkele verantwoordelijkheid en geeft geen enkele garantie met betrekking tot fouten of onnauwkeurigheden, mochten deze in deze documentatie voorkomen. Tenzij toegestaan volgens voornoemde licentie, mag niets uit deze publicatie worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een opslagsysteem, noch verzonden, in wat voor vorm of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Adobe Systems Incorporated. Vergeet niet dat als u bestaande tekeningen of afbeeldingen wilt toevoegen aan uw project, deze wel eens beschermd zouden kunnen zijn door de copyrightwetgeving. Het ongeoorloofd gebruik van dit materiaal in uw werk zou een schending van de copyrightrechten van de eigenaar kunnen betekenen. Zorg ervoor dat u in zulke gevallen de toestemming van de copyrighteigenaar hebt verkregen. Alle verwijzingen naar bedrijfsnamen in voorbeeldsjablonen dienen slechts ter illustratie en zijn niet bedoeld als verwijzingen naar daadwerkelijke organisaties. Adobe, het Adobe-logo, Acrobat, Acrobat Catalog, Acrobat Distiller, Acrobat Reader, Acrobat Search, Adobe Type Manager, ATM, FrameMaker, Illustrator, ImageReady, InDesign, PageMaker, Photoshop en PostScript zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of in andere landen. ActiveX, Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Apple, ColorSync, Mac, Macintosh, Power Macintosh, QuickTime en TrueType zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. gedeponeerd in de V.S. en andere landen. QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken onder licentie. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Java, Java Applet en JavaScript zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Palm OS is een gedeponeerd handelsmerk van Palm, Inc. Alle overige handelsmerken zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars. Apple Information Access Toolkit-software bijgevoegd. Deze software is deels gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group. THE PROXIMITY/MERRIAM WEBSTER DATABASE© Copyright 1984, 1990 Merriam-Webster Inc. © Copyright 1984, 1990, 1993 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY /FRANKLIN ELECTRONIC PUBLISHERS INC.- DATABASE © Copyright 1994 Franklin Electronic Publishers Inc. © Copyright 1994, 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY / MERRIAM WEBSTER INC./ FRANKLIN ELECTRONIC PUBLISHERS INC. DATABASE © Copyright 1990/1994 Merriam-Webster Inc./Franklin Electronic Publishers Inc. © Copyright 1994, 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY / WILLIAM COLLINS SONS & CO. LTD. DATABASE © Copyright 1984, 1990 William Collins Sons & Co. Ltd. © Copyright 1988, 1990, 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY /Dr. LLUIS DE YZAGUIRRE I MAURA DATABASE © Copyright 1991 Dr, Llus de Yzaguirre i Maura © Copyright 1991 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY / MUNKSGAARD INTERNATIONAL PUBLISHERS LTD. DATABASE © Copyright 1990 Munksgaard International Publishers Ltd. © Copyright 1990 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY / VAN DALE LEXICOGRAFIE BV DATABASE © Copyright 1990, 1995, 1997 Van Dale Lexicografie bv © Copyright 1990, 1996, 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY /IDE A.S. DATABASE © Copyright 1989, 1990 IDE a.s. © Copyright 1989, 1990 - All rights Reserved Proximity Technology Inc THE PROXIMITY /HACHETTE DATABASE © Copyright 1992 Hatchette © Copyright 1992 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY /EDITIONS FERNAND NATHAN DATABASE © Copyright 1984 Editions Fernand Nathan © Copyright 1989 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY /TEXT & SATZ DATENTECHNIK DATABASE © Copyright 1991 Text & Satz Datentechnik © Copyright 1991 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/ BERTLESMANN LEXICON VERLANG DATABASE © Copyright 1997 Bertlesmann Lexicon Verlang © Copyright 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/WILLIAM COLLINGS SONS & CO. LTD./BERTLESMANN LEXICON VERLANG DATABASE © Copyright 1986/1997 William Collins Sons & Co. Ltd./ Bertlsmann Lexicon Verlang © Copyright 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/ S. FISCHER VERLAG DATABASE © Copyright 1983 S. Fischer Verlag © Copyright 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/ZANICHELLI DATABASE © Copyright 1989 Zanichelli © Copyright 1989 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/MORPHOLOGIC INC. DATABASE © Copyright 1997 Morphologic Inc. © Copyright 1997 - Alle rechten voorbehouden Proximity technology Inc. THE PROXIMITY/ RUSSICON COMPANY LTD. DATABASE © Copyright 1993-1995 Russicon Company Ltd. © Copyright 1995 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/ESPASSA-CALPE DATABASE © Copyright 1990 Espassa-Calpe © Copyright 1990 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc. THE PROXIMITY/C.A. STROMBERG AB DATABASE © Copyright 1989 C.A. Stromberg AB © Copyright 1989 - Alle rechten voorbehouden Proximity Technology Inc De TWAIN Toolkit wordt gedistribueerd in de vorm waarin deze zich bevindt. De ontwikkelaars en distributeurs van de TWAIN Toolkit wijzen nadrukkelijk alle geïmpliceerde, uitdrukkelijke of statutaire garantiebepalingen van de hand, inclusief zonder beperking, de geïmpliceerde garanties voor de verkoopbaarheid, het niet inbreuk maken op de rechten van derden en de geschiktheid voor bepaalde doeleinden. Noch de ontwikkelaars, noch de distributeurs kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade, hetzij directe, indirecte, speciale, incidentele of gevolgschade, naar aanleiding van de reproductie, wijziging, distributie of het gebruik van de TWAIN Toolkit. Delen van Adobe Acrobat bevatten technologie die onder licentie van Verity, Inc. wordt gebruikt en die door copyright wordt beschermd. Dit product bevat een implementatie van het LZW-algoritme waarop een licentie is gegeven onder U.S. Patent 4.558.302. Adobe Systems Incorporated, 345 Park Avenue, San Jose, California 95110, USA. Kennisgeving voor overheidseindgebruikers in de Verenigde Staten. De software en documentatie zijn “commercial items” (commerciële items), zoals deze term is gedefinieerd in 48 C.F.R. §2.101, bestaande uit “commercial computer software” (commerciële computersoftware) en “commercial computer software documentation” (documentatie voor commerciële software), al naar gelang deze termen zijn gedefinieerd in 48 C.F.R. §12.212 of 48 C.F.R. §227.7202. In overeenstemming met 48 C.F.R. §12.212 of 48 C.F.R. §§227.7202-1 tot en met 227.7202-4 worden de commerciële computersoftware en de documentatie voor de commerciële computersoftware in licentie gegeven aan overheidseindgebruikers in de Verenigde Staten (A) alleen als commerciële items en (B) met alleen de rechten die worden verleend aan alle overige eindgebruikers in navolging van de bepalingen en voorwaarden in de standaard commerciële overeenkomst van Adobe voor deze software. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden onder de copyrightwetgeving van de Verenigde Staten.
Help gebruiken | Inhoud | Index
Vorige
76