mei 2014 nummer 5, jaargang 23
Health Informatics ICT voor zorgprofessionals Topsport past goed bij ons
De nieuwe verpleegkundige Coaching en casemanagement
Status_1405_proef2.indd
1
02-05-14
15:56
Inhoud Op de cover: Robert Simons (p.12) Foto: Jeroen Oerlemans
03 Patiëntenraad dichter bij het vuur 04 Informatica voor zorg professionals 08 Goed arbeidsklimaat voor topsporters 10 Mozambique: op weg naar medisch leiderschap 12 De verpleegkundige als coach 16 De switch van Ymke Fokma 18 Samenwerking AMC Flevoziekenhuis
Colofon
Status is het interne voorlichtingsorgaan van het Academisch Medisch Centrum (AMC), Amsterdam. Gepensioneerden kunnen een abonnement nemen voor 10 euro per jaar via
[email protected]. Redactie: Tim van den Berg, Frank van den Bosch (hoofdredactie), Marc van den Broek, Irene van Elzakker, Jasper Enklaar, Edith Gerritsma, Andrea Hijmans, Simon Knepper, Fija Nijenhuis (eindredactie) en Marleen Kamminga (eindredactie a.i.). Basisvormgeving: Vandejong, Amsterdam. Opmaak: Pre Press Media Groep, Zeist. Druk: Drukkerij Wilco, Amersfoort. Redactieadres: Afdeling Communicatie, C0-229, Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam Zuidoost, telefoon (020) 5667943, e-mail:
[email protected]. Niets uit deze uitgave mag worden gerepro duceerd door middel van druk, kopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Status is verpakt in polytheen, een plasticsoort die volledig afbreekbaar is en onschadelijk bij verbranding.
Status_1405_proef2.indd
2
AMC breed Dubbelingen en overlap zorgdocumenten voorkomen Richtlijnen, beleid, protocollen, procedures, werkinstructies en werkafspraken: er bestaan er veel van zulke zorginhoudelijke of zorggerelateerde documenten binnen het AMC. Elk daarvan moet ‘uniek’ zijn. De Redactiecommissie – met vertegenwoordigers uit verschillende divisies – ziet erop toe dat er geen dubbelingen zijn en dat er geen documenten naast elkaar bestaan over (deels) hetzelfde onderwerp. Deze commissie houdt het overzicht over alles wat er op dit gebied verschijnt binnen de organisatie. Werkt u aan een nieuw document? Raadpleeg dan in Kwadraet de Aanmel dingsprocedure: opstellen van een zorg inhoudelijk of zorggerelateerd docu ment (inclusief voorwaarden). Deze procedure ondersteunt u bij het documentbeheer. Dubbelingen melden? Dat kan via
[email protected]. Even voorstellen: Begeleidingscommissie Sociaal Beleidskader Stel: je afdeling maakt een reorganisatie door en je moet op zoek naar een andere baan. Alle inzet ten spijt word je herplaatsingskandidaat en ga je met een begeleider op zoek naar de mogelijkheden. Loopt dat proces niet naar wens? Dan kun je een beroep doen op de Begeleidingscommissie Sociaal beleidskader. Deze commissie behandelt je verzoek objectief en zo nodig met hoor en wederhoor. De begeleidingscommissie bestaat uit een lid aangewezen door het AMC (Marian Mens), een lid aangewezen door de vakcentrales van overheidspersoneel (Carel van den Bergh) en een onafhankelijk voorzitter (Pierre Rutgers). Doel van de commissie is toezien op zorgvuldige toepassing van het Sociaal Beleidskader AMC 2012-2016. Meer informatie over de Begeleidingscommissie en de leden van deze commissie: zie intranet onder ‘Alles over reorganisaties’. Vragen? Lisette van Egmond, afd. HR Advies tst. 61481,
[email protected]. ZHMC: nieuw document medicatie beschikbaar Het AMC medicatiebeleid is in 2013 herzien door de Ziekenhuismedicatiecommissie (ZHMC). De zeven oude beleidsdocumenten zijn samengevoegd tot één document, dat beschikbaar is in Kwadraet: Beleid, beheer en gebruik van me dicatie in het AMC. Vanuit dit document
zijn alle AMC-brede medicatie-gerelateerde werkinstructies beschikbaar. Proefaudit JCI brengt inzicht In de week van 7 t/m 11 april hebben JCI-consultants Terence Shea en Richard Wright een proefaudit (mock survey) uitgevoerd in het AMC. Doel: inzicht krijgen in de actuele risicogebieden en verbeterpunten, zodat het AMC zich goed kan voorbereiden op de JCI-heraccreditatie. De consultants hebben zowel goede voorbeelden (‘best practices’) als risicovolle situaties voor de patiënt aangetroffen. Hun belangrijkste bevindingen: – Beleid en uitvoering: Het huidige beleid blijkt over het algemeen goed bekend binnen het AMC, maar vaak onvolledig geïmplementeerd op afdelingsniveau. Advies: beleid en registratie ‘smart en simple’ houden door te focussen op essentiële punten voor de patiënt. Essentieel daarbij is samenwerking tussen afdelingen. – Overdracht, anamnese, zorgplan en patiëntveiligheid: Overdrachten tussen afdelingen, dienstoverdrachten en instellingen) worden onvolledig uitgevoerd. Multidisciplinaire zorgplannen ontbreken. Advies: beoordeel de situatie van de patiënt (anamnese); inventariseer de medische/zorgbehoeftes van de patiënt en prioriteer deze. Formuleer op basis van de behoeftes een (evt. protocollair) zorgplan voor de patiënt en (her)beoordeel het behalen van de behandeldoelen. Aan het einde van de audit-week presenteerden de consultants hun uitgebreide rapport met bevindingen. Het volledige surveyrapport is te lezen op intranet. Vragen? Bureau Kwaliteit en Veiligheid, tel. 62329 of
[email protected]. Seminars AMC-VUmc over ethiek en recht De afdelingen/secties Medische Ethiek/ Gezondheidsrecht van AMC en VUmc zijn een samenwerkingsverband Ethiek en recht gestart. Elk kwartaal wordt er een seminar georganiseerd dat ook toegankelijk is voor externe geïnteresseerden. De eerste keer ging het over de verantwoordelijkheid van de hulpverlener voor familieleden van indexpatiënten in de klinische genetica. Dinsdag 27 mei 2014 vindt de tweede seminar plaats over de Wet zorg en dwang. Locatie: VUmc, van 16.00-18.00 uur. U kunt zich aanmelden bij Corrette Ploem (
[email protected]).
02-05-14
15:56
Patiëntenparticipatie
Eigen cliëntenraad in aantocht De CRAZ gooit het roer om. Eén cliëntenraad kan niet alle universitair medische centra goed bedienen, vindt de huidige generatie patiëntvertegenwoordigers. Nog dit najaar komen er daarom acht van zulke raden. Alle acht lekker dicht bij het vuur. Tekst: Simon Knepper Illustratie: Gemma Pauwels
Wat de ondernemingsraad is voor medewerkers is de CRAZ voor patiënten. In theorie tenminste. De Cliënten Raad Academische Ziekenhuizen, circa veertig leden groot, ziet erop toe dat de raden van bestuur bij hun beleidsbeslissingen ook het perspectief van de patiënt meenemen. Dat de acht umc’s sámen zo’n orgaan inrichtten, was anderhalf decennium geleden nogal bijzonder. ’Die keuze is vooral uit praktische overwegingen gemaakt’, zegt AMC’er Sjaak Molenaar, naast stafadviseur KPI (Kwaliteit en Proces Innovatie) contactpersoon voor de CRAZ. ‘De umc-besturen vreesden dat het veel tijd zou kosten om de juiste mensen te vinden. En de advies waardige kwesties van de verschillende huizen zouden toch sterk overeenkomen.’ Viermaal per jaar komt de CRAZ sindsdien in plenair overleg bijeen met alle raden van bestuur. Dan gaat het onveranderlijk over ‘grote’ onderwerpen. ‘Wat het AMC betreft moet je denken aan bijvoorbeeld de alliantie, JCI
3
Status_1405_proef2.indd
3
en ingrijpende verbouwingen.’ Om het patiëntenbelang ook voor de afzonderlijke ziekenhuizen goed te behartigen, hebben daarnaast acht ledenduo’s elk een specifiek umc onder hun hoede.
Op de schop Keurige regeling, vonden alle partijen aanvankelijk. Maar binnen de CRAZ- gelederen klonk de afgelopen jaren toenemend gemor. De gecreëerde afstand zou de invloed van de CRAZ onnodig beperken. ‘Met name het kritisch volgen van beleidsuitvoering komt zo niet erg tot z’n recht’, bevestigt Molenaar. ‘Omdat patiëntenparticipatie steeds belangrijker wordt gevonden, ervaren de ziekenhuizen dat zelf ook steeds vaker als een probleem.’ Daarom gaat de CRAZ rigoureus op de schop. ‘Het doel blijft onveranderd: medezeggenschap op een vrij abstract niveau. Maar alle umc’s krijgen nu hun eigen cliëntenraad. Die moet vier- tot zesmaal per jaar bij elkaar komen – in het ziekenhuis, dus altijd dicht op het vuur.’ Het gaat om teams van zeven tot
negen onafhankelijke leden, aangevuld door een onafhankelijk voorzitter en een ambtelijk secretaris. In de nog samen te stellen Cliëntenraad AMC vervult Molenaar die laatste functie. Om ook umc-overstijgende thema’s recht te blijven doen, worden verder vanuit elke raad twee leden afgevaardigd naar periodieke centrale bijeenkomsten bij de NFU.
Geen sluitpost meer Net als de overige zeven raden zal de Cliëntenraad AMC nog dit najaar in de startblokken staan, vrijwel zeker met een grotere slagkracht dan voorganger CRAZ. Behalve op meer gelegenheid tot ‘monitoring’ rekent de ambtelijk secretaris in spe op meer betrokkenheid bij de voorbereiding van beleidsmaatregelen. Molenaar: ‘Nu is het patiëntenperspectief toch nog vaak een sluitpost: o ja, nog even de CRAZ raadplegen. Mijn hoop is dat de nieuwe cliëntenraad vaker in een pril stadium aan z’n mouw wordt getrokken. Als er nog ruimte is voor wezenlijke invloed.’
status
02-05-14
15:56
Informatica voor zorg professionals Veel zorgprofessionals geven aan dat ze te weinig kaas gegeten hebben van ICT. Toch heeft het steeds meer invloed op ons werk. Het programma Health Informatics, waarmee het AMC eind vorig jaar is begonnen, voorziet in praktische ICT-kennis waarmee zorgprofessionals meer grip krijgen op toepassingen in hun werkgebied. Age Boelens, anesthesioloog in opleiding, volgt de module Beginselen van de informatica. ‘Als ik het kan bolwerken, wil ik meer modules volgen.’
‘Zorgprofessionals beseffen vaak niet dat dat ICT een inherent onderdeel is van hun werk. Maar zonder die kennis zijn ze eigenlijk gehandicapt.’ Ameen Abu-Hanna, hoogleraar Medische informatiekunde en hoofd van de AMC-afdeling Klinische Informatiekunde (KIK), is duidelijk: kennis van informatie- en communicatietechnologie is onmisbaar in de zorg. Wil je als medische instelling of afdeling invloed uit kunnen oefenen op bijvoorbeeld een elektronisch patiëntendossier of nieuwe e-health toepassingen, dan heb je mensen nodig die zowel de medische praktijk als de mogelijkheden van ICT kennen. Reden voor de afdeling KIK om het programma Health Informatics te beginnen. In verschillende modules van elk tien weken, met een werkbelasting van ongeveer twaalf uur per week, leren zorgmedewerkers over een ICT-gerelateerd onderwerp. Via e-learning, waardoor de cursisten thuis kunnen studeren. Op dit moment zijn er zes modules in ontwikkeling: over dossiervoering, de implementatie van zorginformatiesystemen, beslissingsondersteuning, e-health, strategisch informatiemanage-
4
Status_1405_proef2.indd
4
Tekst: Tim van den Berg Foto: Sake Rijpkema
ment en beginselen van de informatica. Uiteindelijk moeten alle modules samen een volwaardige NVAO-geaccrediteerde deeltijdmaster vormen. De module over dossiervoering ging eind vorig jaar als pilot van start. Op dit moment loopt de pilot Beginselen van de informatica.
Praktijkgericht Age Boelens, anesthesioloog in opleiding in het AMC, volgt die module sinds eind maart en is enthousiast. ‘Het is erg praktijkgericht. Ik kreeg bijvoorbeeld een opdracht waarin een pc is opgezet als werkplek voor een onderzoeker, met de vraag of het voldoet aan de eisen voor een bepaald onderzoek. Met zo’n situatie kan ik later als staflid zeker te maken krijgen.’ Boelens zou in de toekomst graag verantwoordelijk worden voor ICT-zaken binnen zijn team. ‘Als ik het kan bolwerken wil ik ook meer modules van Health Informatics volgen, ook al is het pittig om het naast mijn opleiding te doen. Ik zit nu elke avond een uur aan de studie en in het weekend vaak nog een paar uur. Het scheelt dat ik het zelf kan indelen.’ Dat er bij meer zorgmedewerkers
behoefte is aan bijscholing op het gebied van ICT, blijkt uit een enquête die de KNMG onlangs uitvoerde in samenwerking met de afdeling KIK. Iets meer dan een kwart van de ruim negenhonderd respondenten gaf aan betrokken te zijn bij ICT-projecten op het werk, maar ruim de helft daarvan zei over onvoldoende ICT-kennis en -vaardigheden te beschikken. ‘Er is dus zeker een markt voor’, aldus Abu-Hanna. ‘Zeker nu artsen naar verwachting twintig accreditatiepunten per module krijgen. En aangezien het AMC als enig umc een afdeling Klinische Informatiekunde heeft die ook nog eens gelieerd is aan de bachelor- en masteropleidingen Medische informatiekunde, is het logisch dat Health Informatics hier is gestart.’ In de zomer van 2015 moet het gehele curriculum van tien modules en eind scriptie klaar zijn. En dan? Abu-Hanna: ‘Ik hoop dat we kort na de start tussen de vijftig en vijfenzeventig deelnemers hebben waaronder een groot deel dat de hele master gaat volgen. Misschien kunnen we op termijn zelfs wel internationaal gaan. De eerste evaluaties zijn in elk geval erg positief.’
mei 2014
02-05-14
15:56
AMC kort
Meertalige AMC’ers gezocht
Afscheidssymposium prof. dr. L. Lie-A-Huen
Zorgverleners van het AMC kunnen 24 uur per dag rechtstreeks bij het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN) een tolkdienst aanvragen (zie protocol in Kwadraet: ‘Regelen van een tolk in het AMC’). Voor deze diensten heeft het AMC een centraal budget gecreëerd. Maar soms komt het voor dat het TVcN geen (geschikte) professionele tolkdienst kan bieden. In dat geval kan de zorgverlener gebruik proberen te maken van de diensten van een meertalige AMC-collega. Twee jaar geleden heeft de afdeling Patiëntenvoorlichting & Klachtenopvang hiervoor een AMC-tolkenpool opgezet. Inmiddels zijn er ongetwijfeld nieuwe meertalige AMC-medewerkers, die zich nog niet hebben opgegeven voor de AMC-tolkenpool. Zij worden verzocht contact op te nemen met Christiaan Both, hoofd Patiëntenvoorlichting & Klachtenopvang (tel. 68511,
[email protected]).
Op vrijdagmiddag 13 juni is er een afscheidssymposium van het hoofd van de apotheek Loraine Lie-A-Huen, die sinds 1 mei met vervroegd pensioen is. Het symposium start om 13.30 in collegezaal 4 onder de titel ‘De betrouwbare innovatieve PIL’. De titel refereert aan haar oratie uit 2008, waarin ze aangaf dat de ziekenhuisapotheker de Professional In the Lead is als het gaat om de bereiding en toepassing van geneesmiddelen in het ziekenhuis. Meer informatie en aanmelden:
[email protected], Thea Hoogendoorn tst. 63473.
Recreatieve fietstocht 21 juni VUmc-AMC Ook op sportief vlak komt er al iets van een fusiegevoel opzetten tussen de beide Amsterdamse academisch medische centra. Zes enthousiastelingen uit de VU-stal organiseren op zaterdag 21 juni een recreatieve fietstocht voor AMC’ers en VUmc’er. Een tocht die de sportievelingen zowel langs het VUmc leidt als langs het AMC. De deelnemers hebben de keuze uit 50 of 100 kilometer. ‘Marcel Levi en Wouter Bos hebben al aangegeven dat ze proberen die dag vrij te houden en mee te rijden’, meldt de organisatie. ‘Ons idee is om de AMC’ers en de VUmc’ers wat dichter bij elkaar te brengen. En dat kan prima op de fiets.’ De route is er al. De fietsers zoeken de stille en rustige wegen ten zuiden van de twee universitaire medische centra op. De deelnemers aan de 50 km-tocht komen tot de Baambrugse Zuwe in de Vinkeveense plassen, de fietsers die 100 km willen wegtrappen, keren in Bodegraven. Inschrijven voor de tocht is nu al geopend. De kosten bedragen 15 euro per persoon. Dit geld gaat naar de Stichting Ambulance Wens, een vrijwilligersorganisatie die probeert de laatste bijzondere wens van een terminaal zieke patiënt te realiseren. Alle deelnemers die meefietsen krijgen een fraai fietsshirt. Meer inlichtingen en inschrijven op www.cocycling.nl
5
Status_1405_proef2.indd
5
Ruyschlezing 10 juni: tumorscreening Op dinsdag 10 juni vindt in Collegezaal 1 de jaarlijkse Ruyschlezing plaats onder de titel Analyse van klinische tumoren tart de paradigma’s geba seerd op modelsystemen voor kanker. De lezing wordt gegeven door Rogier Versteeg (hoofd afdeling Oncogenomics). De grote doorbraken in het onderzoek naar kanker in de afgelopen decennia komen vooral voort uit onderzoek in modelsystemen, in vitro of in vivo. Systematisch onderzoek aan humane tumoren in de kliniek werd pas mogelijk met de recente ontwikkeling van de zogenoemde high throughput analysetechnieken, zoals mRNA profilering en het bepalen van volledige genoomsequenties. De onderzoeksgroep van Rogier Versteeg heeft deze nieuwe technieken systematisch toegepast op de kindertumor neuroblastoma. De volledige DNA-volgorde en de mRNA expressieprofielen van honderden neuroblastomen maakte duidelijk dat er grote verschillen zitten tussen tumoren zoals die in modelsystemen bestudeerd worden en de realiteit van de klinisch gevonden tumoren. Om de complexiteit van humane tumoren te ontrafelen is verdere integratie nodig van high throughput analyse van humane tumoren en het in vitro en in vivo onderzoek met humane tumorcellen. Dergelijk onderzoek zal het beste gedijen in grote, multidisciplinaire onderzoeksteams.
status
02-05-14
15:56
AMC kort
Traineeprogramma voor jonge academici Het AMC werkt al een paar jaar mee aan het traineeprogramma ‘Eerst de Klas’, een tweejarig traineeprogramma voor jonge academici. De trainees geven les op een middelbare school, halen hun onderwijsbevoegdheid aan een universiteit en volgen een eigen leiderschapsprogramma, waarbij ook het AMC betrokken is. Eind april verzorgden het Directoraat HR en de Arbodienst een masterclass in het AMC over leiderschap en over duurzaamheid voor dertig trainees. Drie trainees worden gedurende project van een aantal maanden begeleid door het AMC; de trainees van dit jaar werken aan een project om meer AMC’ers in het openbaar vervoer of op de fiets te krijgen. Vorig jaar realiseerden drie trainees de intranetpagina Groen=Doen. ‘Eerst de Klas’ is opgezet om het dreigende tekort aan bevoegde eerstegraads en universitair opgeleide docenten in de nabije toekomst tegen te gaan.
AMC-lintjes
Analist Ilse de Beer wint e-scooter
Forenzen op de route Almere - Amsterdam konden afgelopen najaar via hun werkgever een dag de e-scooter uitproberen. Wie zijn of haar avonturen met de scooter via een blog wereldkundig wilde maken, maakte bovendien kans om er een te winnen. Ilse de Beer, analist bij de afdeling Medische Microbiologie, kreeg het voor elkaar met een spannend reisverslag. ‘Uitgerekend de dag waarop ik de testrit zou maken, werd er een weeralarm code rood afgekondigd.’ Terwijl de auto’s op de snelwegen stilstaan en overal treinen uitvallen, trotseert Ilse storm, slagregens en omgewaaide boomstammen op de freeway. De terugweg de volgende morgen verloopt een stuk rustiger: de wind is gaan liggen en ze geniet volop van de mooie groene route. Inmiddels heeft Ilse de scooter al weken in haar bezit: ‘Het is een gaaf ding. Bij mooi weer is het fijn om ermee naar het AMC te komen.’ De wedstrijd, georganiseerd door ANWB en overheid, was georganiseerd om de Electric Freeway te promoten: een snelle bewegwijzerde verbinding tussen Almere en Amsterdam, die bedoeld is om forenzende automobilisten een milieuvriendelijk alternatief voor de dagelijkse files te bieden.
Bij de jaarlijkse lintjesregen zijn twee AMC’ers onderscheiden. Emeritus hoogleraar Piet Bakker (Procesinrichting en Procesinnovatie in de zorg) heeft de dag voor Koningsdag de onderscheiding Officier in de Orde van Oranje-Nassau gekregen. Luzi Abraham-Inpijn ( internist en emeritus hoog leraar algemene pathologie en inwendige geneeskunde) kreeg de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Beiden kregen hun onderscheiding uit handen van burgemeester van Amsterdam Eberhart van der Laan in de Nieuwe Kerk, samen met 52 andere Amsterdammers. Bakker werd geprezen om het werk dat hij voor het AMC heeft verricht, vooral op het gebied van procesinnovatie en de toekenning van het JCI-keurmerk. ‘Ik zie de onderscheiding als een grote blijk van waardering en ben er erg trots op’, aldus Bakker. Helemaal als een verrassing kwam het niet. ‘Ik kwam erachter, toen ik een brief van de gemeente op de deurmat tegenkwam en die meteen openmaakte. Mijn vrouw, die via AMC-collega’s in het complot zat, had die brief moeten onderscheppen, maar ik was haar voor.’
6
Status_1405_proef2.indd
6
mei 2014
02-05-14
15:56
H8 - zuid IC Kinderen
Hennie Knoester Kinderarts – intensivist Tekst: Irene van Elzakker Foto: Sake Rijpkema
‘Voordat ik in 2001 naar het AMC kwam, werkte ik in het UMC Groningen. Wat een verschil! Amsterdammers hebben het hart op de tong. Als je iets goed of verkeerd doet, krijg je het meteen te horen. In Groningen kwam dat soms pas drie weken later naar boven. Op de IC Kinderen kunnen we tussen de tien en twaalf patiëntjes aan, maar het gaat met pieken en dalen. Soms liggen er drie, andere dagen kunnen we ze niet goed kwijt en moeten we een plek in een van de andere academische ziekenhuizen zoeken. Dat is
7
Status_1405_proef2.indd
7
een deel van ons werk, instabiele kinderen ophalen uit ziekenhuizen in de regio en zo nodig wegbrengen naar een ander centrum. Dat doen we twee tot drie keer per week met een door ons en het VUmc ontwikkelde brancard. Sinds kort hebben we een speciale ambulance, waar de loodzware brancard zonder tillen in gereden kan worden. Dit is nog maar even mijn werkplek. We verhuizen begin juni naar de nieuwbouw op H8. Daar zijn we absoluut aan toe. Straks zijn er geen zalen meer met elk vier bedden, maar krijgt
iedere patiënt een aparte kamer. Dat was nodig in verband met de privacy en de rust; je hoort alles wat er aan het bed naast je gebeurt. Daarnaast is er, net als op de andere kinderafdelingen, de mogelijkheid voor rooming-in voor de ouders. Aan de ene kant van het bed staat alle apparatuur en de andere zijde is de “veilige” kant, waar ouders kunnen zitten en slapen. Die situatie hebben we nu alvast nagebootst om te testen of dat goed werkt.’
status
02-05-14
15:56
Werkgeverskeurmerk
Goed klimaat voor topsport
Tekst: Andrea Hijmans Foto: Hans van den Bogaard
Het begon allemaal thuis, op de bank van Leonie Löffelman, tijdens de Winterspelen in Sotchi. ‘In Rusland zat er elke avond een andere topsporter bij de NOS om na te praten. Zo ook de succesvolle bobsleeër Esmé Kamphuis. Zij vertelde sidekick Erben Wennemars hoe ze haar sportloopbaan combineerde met een promotie-onderzoek. Erben werkt bij Randstad, mijn man ook – als marketingmedewerker; Esmé werkt in het AMC en ik ook. Dus wij zitten samen op de bank te kijken – hij naar zijn collega, ik naar de mijne – en mijn man vertelt over het keurmerk dat Randstad ieder jaar uitreikt.’ Later heeft hij het AMC voorgedragen bij zijn collega’s; zelf stapte Löffelman naar haar eigen baas, HR-directeur Bert Roelofs. ‘Zijn reactie? Enthousiast! Hij zei: “In zekere zin doet iedereen in het AMC aan topsport”. Klopt natuurlijk: als organisatie willen we immers mensen die topprestaties leveren in hun vakgebied. En liefst zonder dat hun privéleven daar teveel onder lijdt.’
8
Status_1405_proef2.indd
8
Het AMC werd recentelijk door uitzendbureau Randstad erkend als ‘topsportvriendelijke werkgever’ en kreeg een keurmerk om dat te bewijzen. Leonie Löffelman, HR-adviseur bij de divisie Vrouw-Kind, licht toe. ‘Eigenlijk best logisch. In het AMC doen we in zekere zin allemaal aan topsport’.
Topsportvriendelijk ziekenhuis Randstad bemiddelt ‘gewone’ werknemers, maar ook topsporters. Dit vanuit de gedachte dat zij eigenlijk al in hun sportieve hoogtijdagen zouden moeten nadenken over het leven na de sportloopbaan. Bekende Nederlanders als schaatser Wennemars proberen namens het uitzendbureau de verbinding te leggen tussen sport en arbeidsmarkt. Met het keurmerk worden instellingen bedankt die daadwerkelijk een topsporter in dienst namen. Bij het AMC ligt het iets anders: het keurmerk is een vorm van erkenning voor ons topsportvriendelijke arbeidsklimaat. Hoe gaat dat in de praktijk, een topsportvriendelijk ziekenhuis zijn? Kamphuis: ‘Ik was nog niet zo lang bezig met mijn promotie-onderzoek bij Verloskunde toen het NOC/NCF eiste dat sporters zich, in de aanloop naar de Winterspelen, fulltime zouden voorbereiden op trainingscentrum Papendal. Gelukkig is er mail en kon ik op afstand gebruikmaken van alle AMC-faciliteiten die ik nodig had. En – heel belangrijk – ik kreeg alle steun van
mei 2014
02-05-14
15:56
Werkgeverskeurmerk collega’s en promotor. De onderzoeksdata waren er al; ik concentreerde me volledig op het schrijven. Dat deed ik tussen de trainingen door, als mijn teamgenootjes een dutje deden. Zwaar? Tsja… ik heb nu eenmaal twee grote passies: sport en gynaecologie. ’ Paralympisch atlete en Olympisch veteraan Marije Smits deed mee aan maar liefst drie Spelen: in 2004 in Athene, in 2008 in Peking en in 2012 in Londen. ‘In 2004 begon ik ook met mijn studie Geneeskunde. De eerste twee maanden vielen samen met “Athene”, dus ik begon al met een achterstand.’ Hoe combineerde ze sporten en studeren? ‘Door vooruit plannen en veel te overleggen met docenten en studie-adviseur. Vaak kon ik in plaats van een practicum bijvoorbeeld een extra opdracht maken. Maar coschappen lopen ging gewoon niet. In plaats daarvan haalde ik een doctoraalexamen. Daarna kwam ik als promovenda terecht bij Kindergastro-enterologie. De eerste twee jaar parttime – lukte prima, ik richtte me vooral op het theoretische deel van het onderzoek – en sinds ik in 2012 ben gestopt met topsport, weer fulltime.’ Rogier Postma tenslotte combineert een volledige baan als bedrijfseconomisch adviseur met sporten op hoog niveau. ‘Ultimate frisbee, een teamsport waarbij het draait om het gooien en vangen van de bekende plastic schijf.’ Vorig jaar deed hij met het Nederlandse mixteam (mannen en vrouwen) mee aan het EK, volgend jaar reist hij af naar het WK, en tussendoor staan er heel veel wedstrijden op het programma. ‘Elke maand wel ergens een toernooi’. Zijn geheim? Arbeidstijdverkorting. ‘Ik werk in de praktijk 40 uur, maar heb een aanstelling voor 36 uur per week. Om de week spaar ik dus een extra vrije dag bij elkaar.’
Gouden tips Cruciaal voor een goed topsportklimaat is onze jaarurensystematiek, zegt Löffelman. ‘Je moet als werknemer een bepaald aantal uren per jaar maken. Die hoeven echter niet per se gelijk verdeeld te zijn over het jaar. Een tijdje wat meer en vervolgens wat minder werken? Een vaste dag vrij om voor je zieke moeder te zorgen, vrijwilligerswerk te doen of je voor te bereiden op een belangrijke sportwedstrijd? In principe kan het, mits je leidinggevende instemt.’ Het gaat, benadrukt ze, om ‘de volwassen dialoog’ over wat er binnen de CAO en binnen de organisatie mogelijk is. ‘Stel het aan de orde in je jaargesprek’. En de topsporters zelf? Hebben zij nog gouden tips? Kamphuis: ‘De werkgever moet meedenken over praktische zaken. En erop vertrouwen dat áls je er bent, je er ook echt helemáál bent, je volledig inzet voor je werk.’ Smits: ‘ Hoe een instelling topsportvriendelijk wordt? Nou, door veel mensen aan te nemen zoals mijn begeleider, kinderarts Marc Benninga. Hij heeft me werkelijk op alle mogelijke manieren gesteund!’
9
Status_1405_proef2.indd
9
Stout
Onbetaalde postbezorging Tekst: Marc van den Broek Foto: Sake Rijpkema Bestellen via internet neemt een hoge vlucht. Soms is dat best lastig als je de hele dag werkt. Dan kan het handig zijn de doos wijn, om maar wat te noemen, op je werk te laten bezorgen. Maar de medewerkers van goederenontvangst en de dienst ICT (die de computers en andere hardware verspreidt) zijn hier hoogst ongelukkig mee. ‘Veel mensen realiseren zich niet dat dat veel extra werk voor ons meebrengt’, zegt Peter Duivenvoorden, manager Fysieke Distributie. ‘Het is oneigenlijk gebruik van onze dienst’, vult Alyn Doornbos van ADICT aan. Van alles komen ze tegen tussen de pakketjes bedoeld voor het AMC. Tandenborstels, dozen wijn, boeken, computers, stofzuigers, kleding, noem maar op. ‘Meerdere zendingen per dag’, zegt Duivenvoorden. Doornbos: ‘ADICT ont- vangt twee zendingen per week voor privépersonen.’ Alle postpakketjes komen binnen bij goederenontvangst op H01, waar voor ontvangst wordt getekend. Doorgaans is die post in één zending op pallets gebundeld. Je kunt er natuurlijk niet aan af zien wat privépost is, dus de goederenontvangst moet alle bestellingen verwerken. Dat is een hele klus. Eerst wordt de werkplek van de geadresseerde opgezocht in het systeem en wordt er een etiket aangebracht. Dan gaan de pakketjes en route met een medewerker van het Distributiecentrum. Deze moet op zoek gaan naar de besteller, die wellicht niet op z’n plek zit. Pakketje weer terug... etc. ‘Het kan dagen duren voor het bij de eigenaar is. Snel is het niet’, zegt Doornbos. AMC-medewerkers zijn zich zelden bewust van de extra tijd, moeite en kosten die hun privépakketjes opleveren. ‘Als je de hele dag niet thuis bent en de buurvrouw ook niet, dan is het verleidelijk om je werkadres op te geven. Ik heb het weleens overwogen’, vertelt een AMC’er. ‘Ik heb het uiteindelijk niet gedaan omdat ik vreesde dat het hier in dit grote gebouw vreselijk mis kan gaan met je bestelling.’
status
02-05-14
15:56
Mozambique
Op weg naar medisch leiderschap Tekst: Tim van den Berg
AMC-internist Jeannet Bos coördineert een project in Mozambique waarin lokale basisartsen worden opgeleid tot internist. ‘Jammer genoeg worden richtinggevende functies vrijwel zonder uitzondering ingevuld door buitenlanders. Dat proberen wij te veranderen.’
Als je een straatarm land als Mozambique structureel wilt helpen op het gebied van de gezondheidszorg, waar begin je dan? AMC internist-infectioloog Jeannet Bos zoekt de oplossing sinds 2006 in de op een na grootste stad van M ozambique, Beira. Samen met Jan Prins, hoogleraar infectieziekten in het AMC, zette ze een samenwerking op met de faculteit Geneeskunde van de Katholieke Universiteit van Mozambique (UCM) op het gebied van medisch onderwijs. Het project richtte zich aanvankelijk op onderwijs voor co-assistenten, maar dit jaar gaat een nieuw onderdeel van start: de medisch specialistische opleiding tot internist. Het project kreeg onlangs twee belangrijke subsidies toegekend. Net als in veel andere landen in zuidelijk Afrika kampt Mozambique met een enorm tekort aan artsen en verpleegkundigen. ‘Ondanks de huidige economische groei is Mozambique een van de armste landen ter wereld’, zegt Bos. ‘Door de hiv- en tuberculose-epidemieën is de gezondheidsinfrastructuur nog verder onder druk komen te staan. Naast een gebrek aan algemene dokters is hier ook een te-
10
Status_1405_proef2.indd
10
kort aan medisch specialisten, in het bijzonder internisten. Terwijl zij dokters op moeten leiden, een leidende rol moeten spelen in de behandeling van hiv-patiënten en mede richting moeten geven aan de ontwikkeling van de gezondheidszorg.’ Om de stroom aan gezondheidsproblemen aan te pakken hebben de artsen volgens Bos medisch leiderschap nodig. ‘Jammer genoeg worden richtinggevende functies vrijwel zonder uitzondering ingevuld door buitenlanders. Dat proberen wij te veranderen, door het opleiden van de Mozambikanen die veranderingen in gang moeten gaan zetten’.
Gefascineerd Bos belandde na haar opleiding tot internist- infectioloog in Mozambique via Botswana. Daar was ze anderhalf jaar lang betrokken bij het starten van het nationale antiretrovirale behandelprogramma. ‘Ik raakte gefascineerd door de omvang van de gezondheidsproblematiek en door het land zelf.’ Ze besloot dat ze meer wilde doen in Afrika. Die kans kwam toen ze in 2005 werd uitgenodigd op de fa-
mei 2014
02-05-14
15:56
Mozambique
Internist Jeannet Bos in Beira: ‘De impact van ziekte op de samenleving is hier enorm.’
culteit Geneeskunde in B eira, voor het samenstellen van een cursus over hiv/aids. Bos: ‘Na dit verblijf in Beira ging ik zoeken naar mogelijkheden voor het opzetten van onderwijs voor interne geneeskunde en hiv/aids. Zes maanden later zat ik met steun van het Amsterdam Institute for Global Health and Development (het toenmalige CPCD) en met geld van het Aids Fonds in Mozambique.’ Hoewel Bos door haar tijd in Botswana was voorbereid op hitte, verrassingen en teleurstellingen, bleek de Mozambikaanse realiteit van een andere orde: armoede, bureaucratie en politiek maakten het moeilijk om dingen te veranderen. ‘Verder zag ik dat de impact van ziekte op de samenleving enorm was’, aldus Bos. ‘Op de afdeling Interne Geneeskunde van het ziekenhuis in Beira merk je dat aan het aantal ernstig zieke mensen met vooral hiv-gerelateerde ziekten en de hoge sterfte. Ongeveer een derde van de patiënten komt in de eerste dagen na opname te overlijden. Een groot verschil met onze situatie in Nederland is dat het hier gaat om jonge mensen.’
Nationale internistenopleiding Met meer lokaal opgeleide Mozambikaanse internisten hoopt Bos een bijdrage te leveren aan de gezondheidszorg. In overleg met de lokale artsenorganisaties en de overheid ontwikkelden Bos en Prins een nieuw curriculum voor de oplei-
11
Status_1405_proef2.indd
11
ding tot internist, dat nu is aangenomen als de nationale internistenopleiding. De komende vier jaar worden twee ervaren Nederlandse internisten-infectiologen full-time gedetacheerd in Beira, om daar een eerste groep Mozambikaanse internisten op te leiden. ‘Als die eerste lokale internisten klaar zijn met hun opleiding, kunnen zij hun kennis doorgeven aan de nieuwe lichting’, aldus Bos. ‘We werken inmiddels samen met het VUmc en Frans Claessen, tot voor kort internist-infectioloog in het VUmc, neemt als docent deel aan het project. Ook infectiologen- en longartsenin-opleiding kunnen een aantal maanden van hun opleiding hier doorbrengen om co-assistenten te begeleiden. Zo komt hoogleraar Neurologie Jan Stam bijvoorbeeld al jaren naar Beira voor het geven van onderwijs en voormalig AMC-chirurg John Tinnemans was twee jaar lang in Beira voor de klinische stage chirurgie.’ Bos zelf heeft inmiddels bijna tien jaar voornamelijk in Afrika gewoond en gewerkt. Dat was af en toe frustrerend. Bos: ‘Ik heb soms wel mijn twijfels gehad over het nut van onze inspanningen. Maar Afrika fascineert me. Ziektes kunnen in dit deel van de wereld dwingende en verlammende machines zijn door de maatschappelijke krachten in het land. Het kost veel inspanning om hier dingen te veranderen, maar als dat lukt kan het veel opleveren.’
status
02-05-14
15:56
Uitgelicht
De rol en positie van de verpleegkundige is toe aan een update, vinden de verpleegkundig bestuurders. In het nieuwe verpleegkundig activiteitenplan Zorgzaam & Zorgvuldig IV 2014-2018 leggen ze de belangrijkste koerswijzigingen uit. 12
Status_1405_proef2.indd
12
mei 2014
02-05-14
15:56
Uitgelicht
Coach en casemanager Tekst: Suzanne Bremmers Illustraties: Gemma Pauwels Foto: Jeroen Oerlemans
‘Het is eigenlijk heel vreemd’, vindt verpleegkundig bestuurder Robert Simons. ‘Als je vier bent en geopereerd wordt, zijn je ouders constant bij je. Ben je 85, dan wordt de partner geacht na een halfuurtje weer te vertrekken. Wat nu als de patiënt leidt aan geheugenverlies? Hoe kan hij dan alles onthouden wat voor en na de operatie wordt gezegd?’ Een van de meest innovatieve punten uit het verpleegkundig activiteitenplan gaat over mantelzorg in het AMC. In onze “participatie samenleving” wordt een groot beroep gedaan op familie en buren bij de verzorging van ouderen en zieken; die denkrichting heeft Simons doorgetrokken naar het ziekenhuis. ‘Maar’, verduidelijkt hij meteen, ‘het is niet bedacht om te bezuinigen of om de verpleegkundige te ontlasten. We willen de zorg verbeteren.’
Actieve mantelzorg In het AMC bestaat al een vorm van mantelzorg: de partner van de patiënt kan soms op dezelfde kamer verblijven (rooming-in). ‘Een passieve vorm van mantelzorg’, zegt Simons. ‘We hebben nu een actieve vorm voor ogen waarbij de verpleegkundige de partner leert hoe deze bepaalde zorgtaken kan uitvoeren. Denk aan tanden poetsen en samen aan tafel eten. Dat is na een buikoperatie belangrijk bij het voorkomen van een longontsteking, een delier en ondervoeding.’ Verpleegkundig bestuurder van de polikliniek Ineke Moleman vult aan: ‘Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. Met een sonde in de mond is tandenpoetsen niet eenvoudig. Het vergt de nodige aandacht om dat te leren.’ Voor de verpleegkundige betekent mantelzorg in het ziekenhuis dat de werkzaamheden langzaam verschuiven van doen naar coaching. Om dat te leren, wordt een trainingsprogramma samengesteld. De afdeling Algemene chirurgie be-
13
Status_1405_proef2.indd
13
gint met een proef; het plan is dat er eind 2017 op elke klinische divisie een werkplek zal zijn met mantelzorg. Het AMC is het eerste ziekenhuis in Nederland dat mantelzorg introduceert. Het sluit aan op actuele ontwikkelingen. Simons: ‘De ligduur wordt korter, het aantal interventies groter. Heel effectief, maar voor de patiënt is het een uitdaging om in zo’n korte tijd de enorme hoeveelheid emoties en informatie te verwerken. Vroeger lagen ze drie weken te wachten op hun diagnose, nu is dat binnen tien minuten bekend. Ik chargeer een beetje, maar feit blijft dat de patiënt hier binnen in een sneltrein zit. Die houdt het allemaal niet meer bij.’ Daarom kan de patiënt in de toekomst ook rekenen op een eigen casemanager; wederom een nieuwe taak voor de verpleegkundige. De case manager coördineert de zorg, begeleidt de patiënt door het ziekenhuis, let op medicatie en is een aanspreekpunt bij vragen. En moet daarom over de muur van de eigen afdeling kijken. Eigenlijk de taken van een zaalarts, maar die is daar volgens Simons niet op toegerust. ‘De verpleegkundige is een logischere keuze, maar die heeft nu geen tijd. Een casemanager zal dus minder tijd besteden aan uitvoerende zorg en geen onregelmatige diensten meer draaien. Let wel, het is geen bureau functie. Uiteraard worden geïnteresseerde verpleegkundigen hierin bijgeschoold. Veel zullen het leuk vinden, want ik heb het idee dat we het potentieel van goed opgeleide verpleegkundigen nu onderbenutten.’
Niet nieuw Niet alle ideeën in Zorgzaam & Zorgvuldig IV zijn nieuw. Sommige dingen zijn nog niet breed geïmplementeerd of moeten vanwege de heraccreditatie van JCI anders worden ingevuld. Het Patiëntenma-
status
02-05-14
15:56
Uitgelicht
Verpleegkundig bestuurders Robert Simons en Ineke Moleman
nifest bijvoorbeeld. Het recht van de patiënt op goede educatie over wat hij thuis zelf moet doen en wat de thuiszorg kan doen, is niet duidelijk genoeg. JCI wil dat verbeterd zien. Simons: ‘Op basis van onder andere input van de klachtencommissie gaan we het manifest nog eens goed onder de loep nemen en alle verbeterpunten verzamelen. Ik verwacht dat er een nieuwe versie komt.’
‘Patiënt moet kunnen meebeslissen’ Ook zijn sommige onderwerpen uit het manifest niet volledig uitgevoerd. Simons denkt daarbij aan operaties die twee keer niet doorgaan om organisatorische redenen. ‘Denk aan de spanning die de patiënt telkens weer ervaart voor een operatie. Werk afgezegd, hond naar het asiel gebracht. Tot twee keer toe. Ik vind dat we als we een operatie afzeggen, we moeten garanderen dat het de tweede keer doorgaat.’ Moleman denkt bij logistieke processen en het Patiëntenmanifest aan wachttijdverkorting bij de poli. Die gaat er ook heel anders uitzien in de toekomst. De balies maken plaats voor zuilen en medewerkers benaderen patiënten proactief. Patiënten moeten zich daardoor beter gehoord en beter geholpen voelen. ‘Belangrijk’, zegt Moleman, ‘want de polikliniek is het visitekaartje van het ziekenhuis.’
14
Status_1405_proef2.indd
14
Besluitvormingspartner Patiënten krijgen in de toekomst dus hulp van hun partner en de casemanager, maar zijn zelf ook beter geïnformeerd en kunnen meebeslissen over de behandeling. Shared Decision Making heet dat: gezamenlijke besluitvorming. Simons: ‘Bij gezamenlijke besluitvorming denkt men vaak dat de belangrijkste rol is weggelegd voor de arts, maar het is bij uitstek een multidisciplinaire taak. De verpleegkundige, de anesthesiemedewerker, dokters- en operatieassistenten kunnen de patiënt na het gesprek met de arts helpen bij het verwerken van de informatie. En op een aantal verpleegkundige onderwerpen als palliatieve zorg en pijnbestrijding kan de verpleegkundige een partner zijn in de besluitvorming.’ Moleman herinnert zich een lezing van geriater Sophia de Rooij waar ze vertelde over een arts die de patiënt met kanker eerst alleen maar wilde behandelen, maar er later achter kwam dat de patiënt eigenlijk alleen maar nog een keer naar Griekenland wilde met zijn familie. ‘We zijn niet gewend de patiënt mee te laten beslissen.’ Volgens Simons is het de hoogste tijd voor een omslag. ‘We moeten de werkzaamheden van de verpleegkundigen meer laten aansluiten bij veranderingen die in het ziekenhuis hebben plaatsgevonden. De rol en positie van de verpleegkundige moet worden bijgesteld aan deze tijd.’ Vanaf 12 mei wordt Zorgzaam & Zorgvuldig IV in boekvorm verspreid over alle afdelingen in het AMC.
mei 2014
02-05-14
15:56
De dag van...
Charlotte van Tuijn Tekst: Marc van den Broek Foto: Sake Rijpkema
‘Op zaterdagmorgen 5 april om kwart over zeven zat ik in de auto naar het AMC voor de tweede sikkelceldag. Met een gezonde spanning voor de aftrap. Ik dacht: ik hoop dat we met ons team en de patiënten een inspirerende dag gaan beleven. We hadden voor deze dag, met dank aan de donateurs van de AMC Foundation, een opzet gekozen die past bij sikkelcel-patiënten. Bij deze ernstige erfelijke aandoening krijgen de rode bloed lichaampjes de vorm van een sikkel en verstoppen de bloedvaten. Onze patiënten komen voornamelijk uit Suriname, de Nederlandse Antillen en Ghana. Er zijn vijftienhonderd patiënten in Nederland; meer dan vijfhonderd daarvan worden in het AMC behandeld. Dat maakt ons tot het grootste sikkelcel-centrum van Nederland. De dag ging goed. We hadden een ontvangst met een heerlijk Surinaams buffet, onder de ritmische begeleiding van de Nyun Pransun band. Daarna was de opening in collegezaal 5. We hadden een Mystery Guest aangekondigd. Er ging een golf van herkenning door de zaal toen tante Es opkwam – Jörgen Raymanns creatie van een oudere Creoolse vrouw. Tante Es pikte een 61-jarige vrouw uit de zaal voor een praatje. Geweldig was dat. Je moet weten dat de levensverwachting bij sikkelcelziekte niet hoog is. Dus het was goed dat een levenslustige dame van 61 vertelde over haar leven met de ziekte. Een geweldige oppepper voor patiënten en ouders van kinderen met sikkelcelziekte. Na tante Es was er voor de kinderen een programma met sport en spel. Het inhoudelijke deel van de dag met praatjes en workshops over therapietrouw, ouder worden en reizen naar de tropen heb ik grotendeels moeten missen, omdat er achter de schermen veel te doen was. We hadden zevenhonderd blikjes Fernandes gekregen, de mierzoete Surinaamse frisdrank, die uitgedeeld moesten worden. Na afloop kregen we veel complimentjes, maar het mooiste kwam ’s avonds thuis. Op Facebook las ik: “Bedankt voor de Sikkelceldag, wederom een topdag. Mijn zoon heeft genoten, een lichtpunt in zijn leven. Heel even blij zijn dat je sikkelcel hebt i.p.v. de rest van het jaar ervan balen.” Kijk… daar doe je het voor.’
Status_1405_proef2.indd
15
02-05-14
15:56
Ymke Fokma Tekst: Jasper Enklaar Foto: Jeroen Oerlemans
Ymke Fokma (40) is sinds januari directeur bedrijfsvoering van Divisie A – In- en Uitwendige Specialismen. Hiervoor werkte ze bij Achmea en The Boston Consulting Group.
Status_1405_proef2.indd
16
02-05-14
15:56
Switch
‘Je kunt zorgzaam zijn en tegelijk zakelijk de juiste beslissingen nemen.’ Waarom deze carrièreswitch? ‘Ik heb tien jaar bij The Boston Consulting Group (BCG) gewerkt, daarna vier jaar bij Achmea. Bij BCG heb ik er heel bewust voor gekozen om me op de zorg te gaan richten. Later ben ik benaderd of ik bij Achmea de innovatie-afdeling wilde opbouwen. Dat was een prachtige baan in een heel mooi team. Vervolgens heb ik de stap gemaakt naar leidinggeven aan leidinggevenden op een grote afdeling, dat was heel goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Maar omdat het een operationele afdeling was, begon ik de complexiteit te missen. Van huis uit ben ik scheikundige, ik heb geleerd om zeer complexe problemen op te lossen en snel tot de kern te komen. Ik heb een omgeving nodig waar het echt ingewikkeld is, waar ik m’n tanden in de complexiteit moet zetten om het te doorgronden. Als het te simpel is, vind ik het niet spannend genoeg. Dat is ook wat ik heb gezocht in een nieuwe baan – en dat is gelukt. Ik wil heel graag iets doen in een deel van de maatschappij dat voor mensen waardevol is. Het is zo belangrijk dat de zorg goed geregeld is. Ik ben ermee opgegroeid. Mijn moeder was maatschappelijk werkster, als kind stond ik al voor Humanitas te collecteren. Ik ging ooit scheikunde studeren omdat ik het milieu wilde redden. Het heeft er altijd al ingezeten: ik wil iets doen dat goed is voor deze wereld. En wat me in het AMC aanspreekt is de creativiteit, de innovatie en het baanbrekende denken.’ Over welke kwaliteiten moet een directeur bedrijfsvoering beschikken? ‘Je moet conceptueel sterk en analytisch zijn en een lange termijn visie hebben. Goed kunnen inschatten wat echt essentieel is, want er is zoveel dat je kunt aanpakken. Maar het is ook belangrijk dat je in de cultuur past van het AMC. Dat wil zeggen dat je je hart op de goede plek hebt en vooral niet gaat voor eigen eer en glorie.’ Vul aan: het belangrijkste wat ik van mijn ouders heb geleerd, is… ‘Ruimdenkend zijn. Ik heb een brede algemene ontwikkeling mee gekregen. Mijn moeder legde me als klein kind al de overeenkomsten tussen Thora, Koran en het Oude Testament uit en dat hoe wij leefden niet voor iedereen van zelfsprekend is. Ik heb ook geleerd – met name van mijn vader – om on-
17
Status_1405_proef2.indd
17
derzoekend en leergierig te zijn. Ik wil begrijpen hoe dingen zitten. En ik heb geleerd door te zetten, als je iets wilt, moet je daar ook je best voor doen.’ Wie is de belichaming van je belangrijkste idealen? ‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik kan heel veel bewondering hebben voor echte topartiesten, voor mij is dat bijvoorbeeld Prince. Als hij op het podium staat, swingt het de pan uit. Daar zit zoveel passie en drive in! Het is inspirerend om te zien: op topniveau presteren, en tegelijk zit er zoveel pret, plezier en ontspanning in. Het is heel gaaf hoe hij zijn eigen hart heeft gevolgd. Zo goed als hij is, heeft hij altijd zijn eigen koers gevolgd. Hij is bij zichzelf gebleven. Daarin is hij een voorbeeld. Mijn ideaal op maatschappelijk gebied is, vooruit, Barack Obama. Ik heb bewondering voor wat hij probeert te bereiken met de gezondheidszorg. Dat doet hij met het nodige risico. Het had hem de kop kunnen kosten. Tegelijk noem ik hem ook vanwege ‘Yes we can’. De can do-houding, het optimisme.’ Welk heersende misverstand moet nodig worden rechtgezet? ‘Dat zorgzaamheid een softe eigenschap is en een teken van zwakte. Als je echt zorgzaam wilt zijn, heb je daar soms heel veel moed en zelfvertrouwen voor nodig. Je kunt zorgzaam zijn en tegelijk zakelijk de juiste beslissingen nemen. Het wordt vaak neergezet als tegenstelling. Ik denk dat het samen kan gaan, maar daar is de wil voor nodig om het vanuit alle perspectieven goed door te denken en goed naar iedereen te luisteren. Ik wil de juiste zakelijke beslissingen nemen maar ik ben tegelijk heel zorgzaam. Dan wordt het zakelijk beter, en ook vanuit menselijk perspectief. Ik denk dat dat in het AMC best goed gaat. Daarom heb ik voor deze organisatie gekozen.’ Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen? ‘Het zijn er twee: volg je hart en alles wat je uit liefde doet, is altijd goed.’ Hoe ziet je ideale avond eruit? ‘Koken en eten met mijn drie kinderen, dansen - we dansen veel, samen lezen. Daarna leg ik ze in bed, en ga ik ergens een hapje eten of een borrel drinken, of met een kop thee kletsen op de bank.’
status
02-05-14
15:56
Convenant AMC – Flevoziekenhuis
Verenigd voor verdeling De samenwerking tussen het AMC en het Flevo ziekenhuis verloopt naar volle tevredenheid. Dankzij de overeengekomen taakverdeling heeft het AMC meer ruimte voor complexe chirurgische ingrepen. Om uitbreiding naar andere vakgebieden te stimuleren, hebben beide partijen begin april het strategisch convenant ondertekend. Tekst: Annet Muijen Foto: Hans van den Bogaard
Een academisch ziekenhuis is in eerste instantie bedoeld voor patiënten met een ‘hoog complexe en laag volume zorgbehoefte’. Om die kerntaak naar behoren te vervullen is het AMC in november 2009 een chirurgische alliantie met het Flevoziekenhuis in Almere aangegaan. Niet-academische behandelingen en operaties worden waar mogelijk in het Flevoziekenhuis verricht. Dat ziekenhuis stuurt op haar beurt patiënten met complexe chirurgische pathologie naar het AMC. Om de samenwerking soepel te laten verlopen, heeft het Flevoziekenhuis zes chirurgen aangetrokken die één dag per week aan de Meibergdreef werkzaam zijn. AMC-chirurgen reizen zo nodig af naar Almere om daar patiënten te behandelen en te participeren in de chirurgie-opleiding en de scholing van coassistenten. Jean Klinkenbijl is één van de heen en weer pendelende chirurgen uit de ‘brugvakgroep’. Elke maandag draait hij samen met een collega uit Almere de mammapoli in het AMC. Op vrijdag is hij in het Flevoziekenhuis te
18
Status_1405_proef2.indd
18
Jean Klinkenbijl (rechts) en Klaas in ’t Hof vinden het strategisch convenant een absolute win-winsituatie.
vinden, waar hij borstkankeroperaties uitvoert. ‘Het Flevoziekenhuis is vergeleken met het AMC kleinschalig’, zegt hij. ‘Mensen vinden er makkelijk de weg en worden er echt vertroeteld. Dat laatste is – zeker voor kankerpatiënten – geen overbodige luxe. Patiënten die ik in het AMC zie, worden ook door mij geopereerd. We schakelen geen andere dokter in, maar volgen de patiënt. Ook dat wordt als uitermate plezierig ervaren.’
Voorzichtige start Bij de start van de chirurgische alliantie was er de nodige aarzeling. Was het Flevoziekenhuis voldoende geëquipeerd om de rol van gelijkwaardige partner te vervullen? En hoe zouden patiënten reageren als ze naar een perifeer ziekenhuis werden gedirigeerd? ‘We zijn voorzichtig gestart’, zegt Klinkenbijl. ‘In 2010 zijn er 150 AMC-patiënten in het Flevo geopereerd. In 2011 waren dat er 170, het jaar daarop 450 en vorig jaar piekte dat aantal op 517. Patiënten zijn uiterst tevreden over de gebo-
mei 2014
02-05-14
15:56
Convenant AMC – Flevoziekenhuis den zorg en de aandacht die er aan hen wordt besteed. Het ziekenhuis is ook prima met het openbaar vervoer bereikbaar: de bus stopt pal voor de deur. Het Flevo is de laatste jaren een verdraaid goed ziekenhuis geworden. In 2009 is de nieuwbouw afgerond, waardoor de capaciteit flink is vergroot. Tegelijkertijd zijn er veel jonge specialisten aangetrokken. Inmiddels telt het ziekenhuis al negen erkende opleidingen tot medisch specialist. Dat zegt iets over de geboden kwaliteit.’ Klaas in ’t Hof, oncologisch chirurg, solliciteerde in 2009 op de vacature die detachering in deeltijd in het AMC beloofde. ‘Deze constructie heeft meerwaarde voor alle partijen’, zegt hij gedecideerd. ‘Door de niet-academische zorg naar het Flevo te halen, zien wij voor dat type aandoeningen meer patiënten. Door die groeiende aantallen verbetert de kwaliteit van de geboden zorg. Deze samenwerking biedt ons ook de mogelijkheid om mee te liften op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Voor mijzelf betekent dit alles een verdieping en verbreding van mijn vakgebied, omdat je nu ook die academische component erbij pakt. Zo is en blijft je vak interessant.’
‘Ik hoop dat andere vakgroepen dit beseffen en soortgelijke verbintenissen aangaan.’ De verplaatsing van niet-academische chirurgie naar Almere brengt ook een lastenverlichting mee voor de poliklinieken en operatiekamers van het AMC: minder wachttijden voor ingewikkelde ingrepen, betere kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. ‘Het is platweg gezegd echt een win-win situatie’, concludeert Klinkenbijl. ‘Ik hoop dat andere vakgroepen dit beseffen en soortgelijke verbintenissen aangaan.’ Met de recente ondertekening van het strategisch convenant is de weg geëffend voor andere specialismen die een brug willen slaan richting het Flevoziekenhuis.’
Kostenbesparend en kwaliteitverhogend Met het uitdijen van de samenwerking kan een verrekening van wederzijds geleverde diensten niet uitblijven. Tot nu toe is de uitwisseling van artsen en patiënten met gesloten beurs verlopen. Dat is welbewust gedaan om niet voortijdig te struikelen over financiële hobbels. ‘Binnenkort’, zegt Klinkenbijl, ‘moet er een constructie worden bedacht die strookt met de nieuwe regelgeving van de NZa die in 2015 van kracht wordt. Met de verzekeraar en de beide Raden van Bestuur moeten we goed bekijken hoe we dat oplossen. Of dat gaat lukken? Vast wel. Dit zinnige, kostenbesparende en kwaliteitverhogende initiatief mag domweg niet stuklopen op starre toepassing van regels.’
19
Status_1405_proef2.indd
19
Cor ALS... Anke Kroon (Neonatologie, H3): ‘Je kent toch die spotjes van tv? “Ik ben die en die, en ben inmiddels overleden aan ALS. Help ons door te gaan met de strijd…”. Nou, ík leef nog volop en vind het verschrikkelijk als mensen doodgaan aan ALS. Mocht je ooit ziek worden, dan kun je maar beter kanker krijgen, daar is vaak nog iets aan te doen. Van ALS ga je onherroepelijk dood! Dus sta ik 7 april in het holst van de nacht om 03.50 uur op de hoek Keizersgracht – Reguliersgracht. Om 07.00 uur start daar de inschrijving voor de Amsterdam City Swim, baantjes trekken door de grachten ten bate van de Stichting ALS. HM Maxima dook er eerder ook al in. Waarom ik daar zo vroeg zit? Nou, de eerste vijfentwintig inschrijvers krijgen een wetsuit. Ik dacht: dat wordt een hele stormloop, maar het blijft mooi windstil. Ik zit daar moederziel alleen op een bankje in het duister op de hoek van de gracht. Aangeschoten jongeren lopen langs, roepen rare dingen. Een junk bedelt om een sigaret. Pas om 05.30 uur meldt zich de tweede inschrijver! Daarna wordt het snel drukker. Omdat ik de eerste was, krijg ik behalve mijn wetsuit ook nog een toespraak van de organisatie én word ik, terwijl ik een héérlijk ontbijtje wegwerk (broodjes, croissants, koffie en jus), geïnterviewd door Radio Noord-Holland. Daarna als een sneltrein naar het AMC, want er moet vandaag ook nog gewerkt worden. Dus beste Statuslezer, google even naar www.amsterdamcityswim.nl, vul bij wave 3 mijn naam in (het wijst zich vanzelf) en dok a.u.b. allemaal 5 euro of een veelvoud daarvan! Dan helpen we met z’n allen ALS de wereld uit.’ Cor van der Wijk
status
02-05-14
15:56
Mijn ding
Stoftrofee Een triplex sleutel die een dubbele geboorte inluidde: die van het AMC én de AMC Loop. Chris Bor koestert zijn erfstuk. Tekst: Simon Knepper Foto: Hans van den Bogaard
20
Status_1405_proef2.indd
20
Verplaatsen wij ons even naar zaterdagochtend 26 mei 1984. Op het terrein van het Wilhelmina Gasthuis (WG) verzamelen zich bijna tweeduizend lopers. Onder aanvoering van de legendarische marathonveteraan Piet van Alphen (2.22.49 op z’n eenenvijftigste) spoedt de meute zich direct na het startschot richting het vers opgeleverde AMC, zestien kilometer verderop in het Holendrechtse polderland. ‘We hadden de technische dienst gevraagd een grote nepsleutel te maken’, zegt medisch illustrator Chris Bor. ‘Zogenaamd van de nieuwe behuizing. Bij de start kreeg Van Alphen hem overhandigd van burgemeester Ed van Thijn.’ Die het object op zijn beurt minder dan een uur later in handen duwde van Boy Trip, toenmalig bestuursvoorzitter. Stormachtig applaus, eeuwige roem. Minder duidelijk is wat Trip er na afloop mee heeft gedaan. Achtergelaten
bij de finish? In de garderobe laten liggen? Niet lang daarna moet de sleutel op een plankje zijn geschroefd met een keurig tekstbordje erbij. De rest is mistig. Ank Lely trof de ernstig verstofte trofee zo’n twee decennia later in de catacomben van het AMC, waar ze als accountmanager Materiële Faciliteiten orde op zaken kwam stellen. Zonde, vond Ank, die zelf in later jaren een steunpilaar van de AMC Loop-organisatie was geworden. Na een handwarm sopje kreeg het ding een plaatsje op haar kamer. Tot ze met pensioen ging en het overdeed aan AMC Loop-collega Bor. Sindsdien siert het de wand naast diens tekentafel. ‘Hangt hier mooi’, meent de eigenaar. ‘Een stukje nostalgie.’
mei 2014
02-05-14
15:56