DLP™ PROJECTOR MODEL
HC1500 Gebruiksaanwijzing
HC1500 Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie. Lees deze goed door alvorens de projector in gebruik te nemen.
LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK. NIET OPENEN
LET OP: VOORKOM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK, MAAK DE BEHUIZING DERHALVE NIET OPEN. ER BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE REPAREREN ONDERDELEN IN HET TOESTEL. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE AAN ERKEND ONDERHOUDSPERSONEEL OVER. De lichtflits met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken dat er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de behuizing van het toestel aanwezig is, die dermate hoog kan zijn en een elektrische schok zou kunnen veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken dat er belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing zijn.
WAARSCHUWING: VOORKOM BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN STEL DIT TOESTEL DERHALVE BESLIST NIET AAN REGEN OF VOCHT BLOOT.
LET OP: VOORKOM EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN GEBRUIK DEZE (GEPOLARISEERDE) STEKKER NIET MET EEN VERLENGSNOER, STOPCONTACT OF ANDERE CONTACTDOOS, TENZIJ DE STEKKERPOOTJES GEHEEL IN HET CONTACT KUNNEN WORDEN GESTOKEN EN NIET MEER DEELS ZICHTBAAR ZIJN.
OPMERKING: DEZE PROJECTOR WORDT MET DIVERSE STEKKERS MET ANDERE APPARATUUR EN EEN STROOMBRON VERBONDEN. INSTALLEER HET TOESTEL MET DE AANSLUITINGEN DICHTBIJ DE RELEVANTE APPARATUUR EN ZORG DAT U GEMAKKELIJK TOEGANG TOT DE DIVERSE AANSLUITINGEN HEEFT. WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend het gespecificeerde netsnoer. Het gebruik van een ander stroom- of netsnoer kan de ontvangst van radio’s en tv’s storen. Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel met dit toestel zodat interferentie binnen de limiet van FCC Klasse B apparatuur blijft. Dit toestel moet worden geaard. KIJK NIET DIRECT IN DE LENS WANNEER DE PROJECTOR IN WERKING IS. LET OP Niet voor gebruik in computerruimtes zoals gedefinieerd in de norm voor bescherming van computers of andere elektronische apparatuur voor gegevensverwerkings, ANSI/NFPA 75. Bij gebruik van de projector in de VSA dient u het voorgeschreven netsnoer (246C483-10) te gebruiken. Neem voor gedetailleerde informatie contact op met uw dealer.
NE-2
Bij gebruik van de projector in Europa: NALEVING VAN REGLEMENTEN Deze projector voldoet aan de eisen van de EG Richtlijnen 2004/108/EG “EMC-Richtlijn” en 2006/95/ EG “Laagspanningsrichtlijn”. De elektromagnetische storingsgevoeligheid is op een niveau gesteld waarbij een juiste werking in residentiële gebieden, commerciële en licht-industriële gebieden en kleinschalige ondernemingen, zowel binnen als buiten, mogelijk is. Plaatsen voor bediening zijn gekarakteriseerd op basis van verbinding met het publieke laag-voltage, stroomtoevoersysteem. WAARSCHUWING Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel met deze apparatuur zodat de interferentie binnen de limieten van EN55022 Klasse B apparatuur blijft. Volg de WAARSCHUWINGEN beslist op.
Inhoudsopgave Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid .....................................................................................4 Voorbereiding voor de projector ........................................................................................................6 Gebruik van de afstandsbediening ...................................................................................................9 Instellen van de projector ................................................................................................................10 Bekijken van videobeelden..............................................................................................................13 Bekijken van computerbeelden .......................................................................................................20 Menubediening ................................................................................................................................23 Instellen van geprojecteerde beelden .............................................................................................27 Geavanceerde functies....................................................................................................................30 Vervangen van de lamp ...................................................................................................................31 Oplossen van problemen ................................................................................................................33 Indicators.........................................................................................................................................36 Technische gegevens ......................................................................................................................37
Mitsubishi Electric producten zijn ontwikkeld en gefabriceerd uit eerste kwaliteit materialen. De onderdelen kunnen worden gerecycled en worden hergebruikt. Het symbool betekent dat de elektrische en elektronische onderdelen op het einde van de gebruiksduur gescheiden van het huishoudelijk afval moeten worden ingezameld. Breng deze apparatuur dan naar het gemeentelijke afvalinzamelingspunt. In de Europese Unie worden elektrische en elektronische producten afzonderlijk ingezameld. Help ons mee het milieu te beschermen!
Handelsmerk, Geregistreerd handelsmerk DLP™, Digital Micromirror Device, DMD en BrilliantColor™ zijn allen handelsmerken van Texas Instruments. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Het logo “HD ready” is een handelsmerk van EICTA. Overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de overeenkomende eigenaren.
NE-3
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid Lees alle aanwijzingen voor de projector goed door en bewaar ter referentie. Volg alle op de projector gemarkeerde waarschuwingen en aanwijzingen op. 1. Lees alle aanwijzingen Lees alle aanwijzingen voor de veiligheid en bediening beslist goed door alvorens het toestel in gebruik te nemen. 2. Bewaar de aanwijzingen. Bewaar de aanwijzingen voor de veiligheid en bediening ter referentie. 3. Waarschuwingen Volg alle op het toestel gemarkeerde of in de gebruiksaanwijzing beschreven waarschuwingen beslist op. 4. Aanwijzingen Volg alle aanwijzingen beslist op. 5. Reiniging Trek de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact alvorens het toestel te reinigen. Gebruik geen vloeibare aërosol-reinigers. Gebruik een vochtige doek voor het schoonmaken. 6. Bevestigingen en apparatuur Gebruik nooit bevestigingsonderdelen en/of apparatuur die niet door de fabrikant worden erkend. Het gebruik van dergelijke onderdelen zou namelijk brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben. 7. Water en vocht Gebruik deze projector niet in de buurt van water en vermijd contact met water. 8. Accessoires Plaats deze projector niet op een instabiel karretje, standaard, statief, beugel of tafel. Gebruik uitsluitend een door de fabrikant aanbevolen karretje, standaard, statief, beugel of tafel. Volg de aanwijzingen van de fabrikant beslist op bij het bevestigen van het toestel en gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen bevestigingsaccessoires.
Verplaats het toestel op een karretje uitermate voorzichtig. Het toestel en het karretje kunnen omkieperen door te snel stoppen, overmatige kracht of het verplaatsen over ongelijke oppervlakken. 9. Ventilatie De gaten en sleuven in de behuizing van het toestel dienen voor het ventileren van het toestel zodat de projector juist kan blijven functioneren en niet oververhit raakt. Blokkeer deze openingen beslist niet en let goed op dat deze openingen niet worden geblokkeerd door bijvoorbeeld de projector op een bed, bank, tapijt of in een afgesloten kast te plaatsen. Zorg voor een goede ventilatie en volg de aanwijzingen van de fabrikant beslist goed op.
NE-4
10. Stroombron Deze projector mag uitsluitend worden gebruikt met de op het label aangegeven soort stroombron. Raadpleeg uw leverancier of uw lokale elektriciteitsbedrijf indien u twijfels heeft. 11. Bescherming van het netsnoer Leid de netsnoeren niet zodanig dat personen er gemakkelijk over zouden kunnen lopen of struikelen of dat ze door voorwerpen kunnen worden vastgekneld. Let vooral op bij de stekkers, verlengsnoeren, aansluitingen en andere punten waar de snoeren uit het toestel komen. Leg het netsnoer niet onder een tapijt of mat. 12. Overbelasting Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet. Dit zou namelijk brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. 13. Andere voorwerpen en vloeistoffen Druk beslist geen voorwerpen door openingen in deze projector, daar deze anders gevaarlijke stroompunten zouden kunnen raken of onderdelen zouden kunnen kortsluiten met brand of een elektrische schok tot gevolg. Voorkom dat er vloeistoffen in deze projector komen. 14. Onderhoud Probeer de projector niet zelf te repareren. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel. 15. Beschadiging die reparatie vereist Trek de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact en laat de projector onder de volgende omstandigheden door erkend onderhoudspersoneel repareren: (a) Wanneer het netsnoer of de stekker is beschadigd. (b) Wanneer er vloeistof of andere voorwerpen in de projector zijn gekomen. (c) Indien de projector niet normaal functioneert nadat u de aanwijzingen voor bediening juist hebt opgevolgd. Gebruik uitsluitend de bedieningselementen die in de gebruiksaanwijzing zijn omschreven. Verkeerd gebruik van andere bedieningselementen kan schade veroorzaken en maakt vaak uitgebreide reparatie door een gekwalificeerd technicus noodzakelijk om de projector weer normaal te laten functioneren. (d) Indien de projector aan regen of water werd blootgesteld. (e) Indien de projector is gevallen of de behuizing is beschadigd. (f) Indien de werking van de projector aanzienlijk verandert - de projector moet in dat geval worden nagekeken. 16. Vervangingsonderdelen Indien bepaalde onderdelen moeten worden vervangen, dient u zich er van te verzekeren dat het onderhoudspersoneel de door de fabrikant gespecificeerde onderdelen, of onderdelen met dezelfde karakteristieken en specificaties als de oorspronkelijke onderdelen, heeft gebruikt. Het gebruik van niet-erkende onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere ongelukken veroorzaken. 17. Veiligheidscontrole Vraag het onderhoudspersoneel na het uitvoeren van onderhoud of reparatie, een controle uit te voeren zodat u zeker weet dat de projector goed en veilig functioneert.
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid (vervolg) WAARSCHUWING: Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact indien er iets mis met de projector is. Gebruik de projector niet indien er rook, een vreemd geluid of vreemde geur uit de projector komt. Gebruik onder deze omstandigheden kan namelijk brand of een elektrische schok veroorzaken. Trek echter direct de stekker uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop. Verwijder de behuizing beslist niet. Er is een onder hoog-spanning staand circuit in de projector. Contact kan resulteren in een elektrische schok. Voer zelf geen onderhoud uit, tenzij de gebruiksaanwijzing uitdrukkelijk bepaalde handelingen beschrijft. Raadpleeg uw leverancier voor reparatie, afstellingen of inspectie van de projector. Maak geen veranderingen in dit toestel. Dit zou namelijk brand of een elektrische schok tot gevolg kunnen hebben. Blijf de beschadigde projector niet gebruiken. Als de projector is gevallen en de behuizing beschadigd is, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de projector door uw leverancier inspecteren. Als u de beschadigde projector blijft gebruiken, kan brand ontstaan. Richt de projectorlens niet direct naar de zon. Dit zou namelijk brand kunnen veroorzaken. Gebruik het juiste voltage. Het gebruik met een ander voltage kan brand veroorzaken. Plaats de projector niet op een stabiele ondergrond. Plaats de projector uitsluitend op een gelijke en stabiele ondergrond. Plaats de apparatuur niet op instabiele oppervlakken. Kijk niet in de lens wanneer het apparaat is ingeschakeld. Mogelijk beschadigt u dan uw ogen. Laat nooit kinderen in de lens kijken wanneer het apparaat is ingeschakeld. Trek de stekker niet uit het stopcontact terwijl de projector aan staat. Dit kan leiden tot lampbreuk, brand, elektrische schokken of andere problemen. U kunt het beste wachten met het uitschakelen van de stroom totdat de ventilator is uitgeschakeld. Raak het luchtuitlaatrooster en de onderplaat niet aan daar deze heet worden.
Raak deze niet aan en plaats tevens geen andere apparatuur voor het luchtuitlaatrooster. Het hete luchtuitlaatrooster en de onderplaat kunnen letsel of beschadiging van andere apparatuur veroorzaken. Plaats de projector tevens niet op een ondergrond die niet tegen hitte bestand is. Kijk niet in het luchtuitlaatrooster wanneer de projector werkt. Stof, hitte, etc. kan namelijk uit het rooster komen waardoor oogletsel kan worden veroorzaakt. Blokkeer de luchtinlaat- en luchtuitlaatroosters niet. Indien deze roosters zijn geblokkeerd, kan hitte niet worden afgevoerd met oververhitting, een slechtere kwaliteit of brand tot gevolg. Gebruik geen brandbare oplosmiddelen (benzeen, verdunningsmiddel, enz.) en brandbare spuitbussen in de nabijheid van de projector. Brandbare stoffen kunnen ontvlammen en brand of een defect veroorzaken aangezien de temperatuur in de projector zeer hoog stijgt terwijl de lamp brandt. Installatieplaats Voor de veiligheid dient u de projector niet op plaatsen te installeren die aan hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad worden blootgesteld. Let op de hieronder aangegeven bedrijfstemperatuur, vochtigheid en hoogte. • Bedrijfstemperatuur: tussen +5°C en +35°C. • Bedrijfsvochtigheid: tussen 30% en 90%. • Voorkom oververhitting en plaats derhalve beslist geen hitte-opwekkende apparatuur in de buurt van de projector. • Bevestig de projector niet op een instabiele of aan trillingen onderhevige plaats. • Installeer de projector niet in de buurt van apparatuur die een sterk magnetisch veld opwekt. Plaats de projector tevens niet bij hoogspanningskabels, etc. • Plaats de projector op een solide, trillingvrij oppervlak; de projector zou anders kunnen vallen en kinderen of volwassenen ernstig bezeren of de projector ernstig beschadigen. • Plaats de projector niet in de verkeerde richting; de projector zou anders kunnen vallen en ernstig letsel of beschadiging tot gevolg. • Het meer dan ±10° (naar rechts en links) of ±15° (voor en achter) in een schuine hoek plaatsen van de projector veroorzaakt mogelijk problemen of ontploffing van de lamp. • Plaats de projector niet in de buurt van een airconditioning of verwarming zodat er geen hete lucht in de ventilatie-openingen van de projector kan komen.
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET FCC Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse B digitale apparatuur, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC Reglementen. Deze limieten zijn ontworpen voor een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie met een residentiële opstelling. Deze apparatuur wekt radiofrequentie-energie op en gebruikt het en kan het uitstralen, en indien, wanneer niet in overeenstemming met de aanwijzingen geïnstalleerd en gebruikt, kan het radiocommunicatie schadelijk storen. Er wordt echter niet gegarandeerd dat er bij een bepaalde installatie of opstelling geen interferentie is. Indien deze apparatuur schadelijke interferentie van ontvangst van TV- of radioprogramma’s veroorzaakt, wat eenvoudig kan worden bepaald door de apparatuur even uit te schakelen en weer in te schakelen, dient de gebruiker een van de volgende maatregelen te nemen zodat er geen interferentie meer is. • • • •
Richt de antenne opnieuw of verander de plaats. Verhoog de afstand tussen de apparatuur en de receiver. Steek de stekker van het netsnoer van de apparatuur in een stopcontact dat een ander circuit dan de receiver gebruikt. Raadpleeg de plaats van aankoop of een erkend radio- en televisietechnicus.
De gebruiker verliest het recht op gebruik van deze apparatuur indien hij/zij veranderingen of modificaties maakt waarvoor vooraf niet expliciet toestemming is verkregen van Mitsubishi.
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET INDUSTRY CANADA Deze Klasse B digitale apparatuur voldoet aan de Canadese ICES-003 vereisten.
NE-5
Voorbereiding voor de projector Controleer de accessoires De volgende accessoires zijn bij deze projector geleverd. Controleer dat alle accessoires werkelijk in de doos aanwezig zijn.
Kabels
Voedingsgedeelte Mini D-SUB 15-pen
D-SUB 9-pen
Mini D-SUB 15-pen
8-pen
RS-232C kabel (246C508-10)
RGB-kabel voor PC (246C521-10)
Netsnoer (246C383-20)
• Voor afstellingen door onderhoudspersoneel.
Afstandsbedieningsonderdelen
Overige • Lensdop (bevestigd aan de projector) • Gebruiksaanwijzing/Snel starten (uitsluitend Engels) (871D488-90) • CD-ROM (met Gebruiksaanwijzing) (919C154-90) • Veiligheidshandleiding/Snel starten (871D489-90)
Afstandsbediening (290P133-30)
R03 (AAA-formaat) batterij (2)
Belangrijk: • Het aangehechte netsnoer is exclusief bestemd voor gebruik met dit product. Gebruik het nooit voor andere producten.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
1 3
2
1. Verwijder het deksel aan de achterkant van de afstandsbediening. 2. Controleer de polariteit (+), (-) van de batterijen en installeer deze vervolgens op correcte wijze. Plaats de kant met de minpool (-) als eerste. • Als de pluskant (+) van de batterij als eerste wordt geplaatst, wordt het moeilijk de minkant (-) te installeren omdat de springveer dan tegen de zijkant van de batterij drukt. Als de batterij op deze wijze geforceerd wordt geplaatst, kan de buitenkant van de batterij beschadigd raken en kan er kortsluiting of oververhitting ontstaan. 3. Plaats het klepje terug aan de achterkant. Belangrijk: • Gebruik twee AAA-formaat batterijen (R03). • Vervang beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe wanneer de afstandsbediening niet meer goed functioneert.
Let op: • Het gebruik van een batterij van een verkeerd type kan een ontploffing veroorzaken. • Gebruik uitsluitend koolstof-zink of alkaline-mangaan dioxide batterijen. • Gooi gebruikte batterijen op een milieuvriendelijk manier weg. • Batterijen kunnen ontploffen bij verkeerde behandeling. Laad ze niet op, demonteer ze niet en gooi ze niet in vuur. • Gebruik en behandel batterijen beslist volgens de bijgeleverde aanwijzingen. • Plaats de batterij met de positieve (+) en negatieve (-) polen in de juiste richting, zoals wordt aangegeven in het batterijvak. • Bewaar batterijen buiten het bereik van kleine kinderen. • Verwijder de batterijen indien u de afstandsbediening voor langere tijd niet gaat gebruiken. • Gebruik tegelijkertijd geen oude en nieuwe batterij. • Indien de vloeistof van batterijen in contact met uw huid of kleding is gekomen, moet u het direct met veel water wegspoelen. Mocht de vloeistof in de ogen terecht zijn gekomen, spoel dan direct met veel water en raadpleeg direct uw arts.
NE-6
Voorbereiding voor de projector (vervolg) Overzicht 12
4
3
5
6
8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
FOCUS ring ZOOM ring Bedieningspaneel Luchtuitlaatrooster Afstandsbedieningssensor (voorzijde) Luchtinlaatrooster Luchtuitlaatrooster Aansluitingenpaneel “Kensington Security Lock Standard” aansluiting Luchtinlaatrooster
1 2 3 4 5 6 7 8 9
POWER toets AUTO POSITION/S toets COMPUTER/W toets MENU toets STATUS indicator POWER indicator KEYSTONE/ENTER toets VIDEO/X toets T toets
7
9 10
Bedieningspaneel 5 1 6 7
2 3
8
4
9
Aansluitingenpaneel 1
2
3
4
5
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB VIDEO IN
TRIGGER
6
7
8 9
10
11
6
Belangrijk: • De COMPUTER, VIDEO en AUTO POSITION toetsen functioneren respectievelijk als de W, X en S toetsen wanneer het menu of het scherm voor het instellen van de keystone of het invoeren van het wachtwoord wordt getoond. • De KEYSTONE toets functioneert als de ENTER toets wanneer het menu op het scherm wordt getoond.
1 Stroomaansluiting 2 HDMI IN-aansluiting (HDMI 19-pins) 3 COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN aansluiting (mini D-SUB 15-pen) 4 Afstandsbedieningssensor (achterzijde) 5 COMPONENT VIDEO IN aansluitingen 6 Stelvoetjes-toetsen (Links/Rechts) 7 Luchtuitlaatrooster 8 SERIAL aansluiting (8-pen) • Gebruikt voor bediening van de projector vanaf een computer. Raadpleeg uw leverancier voor details. 9 USB aansluiting • Gebruikt voor aanpassingen bij de serviceverlening. 10 TRIGGER-aansluiting • Gebruikt voor het als extra leverbare elektrische scherm. 11 VIDEO IN en S-VIDEO IN aansluitingen
NE-7
Voorbereiding voor de projector (vervolg) Onderkant 1 Stelvoetje (Voor) 2 Lampafdekking 3 Stelvoetje (Achter)
1
Let op: Vervang de lamp niet direct na gebruik van de projector daar de lamp nog zeer heet is. Voorkom brandwonden en laat de lamp eerst afkoelen.
2
3
Afstandsbediening 20 ON POWER OFF
1 2 3 4
19 COMPONENT
HDMI
COMP
VIDEO
18
S-VIDEO
17 16
COMPUTER PC
ENTER
5 6 7 8 9 10
MENU
ASPECT
15
AV MEMORY
M1
M2
M3
CONTRAST BRIGHTNESS COLOR TEMP
CNT
BRT
C.T.
14
SHARPNESS
GAMMA
A.P.
13
SHARP
AUTO POSITION
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
ON ( I ) toets HDMI toets COMPUTER toets ENTER toets MENU toets AV MEMORY toetsen CONTRAST toets* SHARPNESS toets* GAMMA toets* AUTO POSITION toets BLANK toets KEYSTONE toets BRIGHTNESS toets* COLOR TEMP toets* ASPECT toets Besturings-toetsen S-VIDEO toets VIDEO toets OFF ( ) toets COMPONENT toets
KEYSTONE
BLANK
KS
12 11
* : Zie hieronder voor de toetsen voor het instellen van de beeldkwaliteit. Belangrijk: • Indien u op een toets van de afstandsbediening drukt, zullen de toetsen van de afstandsbediening oplichten. Ongeveer 5 seconden na het loslaten van de toets, wordt de verlichting uitgeschakeld. • De pijltjestoetsen worden gebruikt voor keystoneaanpassing en fijninstelling (alleen toetsen W en X).
Gebruik van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit Indien u op een van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit drukt, zal het scherm voor het instellen van de beeldkwaliteit verschijnen. Stel de beeldkwaliteit met de W en X toetsen in. De beeldkwaliteit kan ook met gebruik van het IMAGE menu worden ingesteld. (Zie bladzijde 24.) De onderdelen van het menu worden hieronder tussen haakjes getoond. Contrast (CONTRAST)........................ Past het contrast van het geprojecteerde beeld aan. Helderheid (BRIGHTNESS)................. Past de helderheid van het geprojecteerde beeld aan. Kleur Temp. (COLOR TEMP.) .............. Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde kleurtemperaturen geselecteerd. Kleuraanpassing van modus USER is eveneens mogelijk. (Zie bladzijde 28.) Gamma (GAMMA MODE) ....................Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde gammamodi geselecteerd Aanpassing van de USER-modus is ook mogelijk. (Zie bladzijde 28.) Scherpte (SHARPNESS)..................... Past de scherpte van het geprojecteerde beeld aan.
NE-8
Gebruik van de afstandsbediening Bereik van de afstandsbediening
Achterkant van projector
Voorkant van projector
30°
30°
30°
30°
• Zorg dat er geen zonlicht of het licht van een neonlamp op de afstandsbedieningssensor valt. • Houd de afstandsbedieningssensor op tenminste 2 meter afstand van TL-lampen. Anders werkt de afstandsbediening mogelijk niet goed. • De werking van de afstandsbediening is mogelijk instabiel indien er een inverter-gestuurde neonlamp bij de afstandsbediening is. • De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als u hem te dicht bij de afstandsbedieningssensor houdt.
Gebruik de afstandsbediening binnen een bereik van 10 meter t.o.v. de projector en richt de lichtstraal naar de afstandsbedieningssensor (voor of achter) op de projector.
Houd bij gebruik van de afstandsbediening de afstand van afstandsbediening tot projector via het scherm beperkt tot ongeveer 5 m. Het bereik van de afstandsbediening hangt echter af van de eigenschappen van het scherm.
Hoek voor ontvangst Vertikale richting 20°
20°
10°
10°
Vertikale richting (met plafond-bevestiging)
20°
20°
NE-9
Instellen van de projector Instellen van het scherm Installeer het scherm loodrecht ten opzichte van de projector. Indien het scherm echter niet op dergelijke wijze kan worden geïnstalleerd, moet u de projectiehoek van de projector instellen. (Zie hieronder.) • Installeer het scherm en de projector zodanig dat de lens van de projector op dezelfde hoogte en horizontale positie als het midden van het scherm is. • Installeer het scherm niet op plaatsen waar er direct zonlicht of verlichting op schijnt. Licht dat direct op het scherm valt, maakt de geprojecteerde beelden flets en moeilijk zichtbaar.
Basisinstellingen Bepaal de afstand vanaf het scherm tot de projector in overeenstemming met het formaat van de te projecteren beelden. (Zie bladzijde 12.) W A
B
A=B
• Plaats deze projector niet op een vloermat, deken of tapijt, daar anders de roosters van de ventilatoren voor koele lucht en het afvoeren van warme lucht aan de onderkant worden geblokkeerd. De projector zal anders oververhit raken met een onjuiste werking of brand tot gevolg. • Afhankelijk van de installatie-omstandigheden, kan warme lucht van de uitlaatventilator naar de inlaatventilator stromen. “TEMPERATURE!!” zal dan verschijnen en er kunnen vervolgens geen beelden meer worden geprojecteerd.
Instellen van de projectiehoek
Deze projector heeft drie stelvoetjes op het onderpaneel voor het instellen van de projectiehoek. Stel de projectiehoek in overeenstemming met de positie van de projector in. Instellen van de projectiehoek Voor een optimale projectie, dient u de beelden op een vlak, vanaf de vloer gezien in een hoek van 90 graden, scherm te projecteren. Indien nodig kunt u de projector iets kantelen met gebruik van de twee stelvoetjes aan de onderkant van de projector.
Scherm
Stelvoetje (achter)
1. Kantel omhoog voor de juiste hoek. 2. Druk op de stelvoetjes-toetsen naast het stelvoetje (achter) waardoor de stelvoetjes verschijnen. 3. Laat de toetsen los om de stelvoetjes (achter) in de gewenste stand te vergrendelen. 4. Draai de stelvoetjes (achter) voor een nauwkeurige afstelling. Na gebruik van de projector: 5. Breng de stelvoetjes (achter) terug in de projector door op de stelvoetjes-toetsen te drukken. • Indien nodig kunt u de stelvoetjes (voor) tevens voor een nauwkeurige afstelling verdraaien.
Indien de geprojecteerde beelden trapezevormig vervormd zijn: Indien het scherm en de projector niet loodrecht ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, worden de geprojecteerde beelden trapezevormig. Stel “keystone” in indien u de projector en het scherm niet loodrecht ten opzichte van elkaar kunt installeren. (Zie bladzijde 18.) • De aspectratio is mogelijk niet correct wanneer u de keystone-instelling gebruikt. • De resolutie wordt lager wanneer u de keystoneinstelling gebruikt. Daarbij verschijnen er vertikale strepen en rechte lijnen in beelden met gecompliceerde patronen. Om deze problemen te vermijden, moet u derhalve de projector en het scherm zo loodrecht als mogelijk ten opzichte van elkaar installeren. • Het geprojecteerde beeld is mogelijk tijdelijk vervormd wanneer u de waarde van de keystoneinstelling verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • Het geprojecteerde beeld is mogelijk vervormd afhankelijk van de waarde van de keystoneinstelling en het soort signaal dat wordt ontvangen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Stel in dat geval de waarde zodanig in dat het beeld niet vervormd wordt getoond. • De getoonde ingestelde waarde voor de keystone-instelling is mogelijk verschillend afhankelijk van het soort signaal dat wordt ontvangen. • De keystone-modus werkt niet als de modus REAL actief is. • Tijdens het afstellen van de keystone-instelling kan het weergegeven beeld worden vervormd.
Als dunne strepen op de geprojecteerde beelden te zien zijn Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op een defect. Vervang het scherm of verander de scherpstelling wat. (Zie pagina 17 of 21 voor scherpstelling.)
NE-10
Instellen van de projector (vervolg) Frontale projectie, bevestiging aan plafond. Voor bevestiging aan het plafond heeft u de speciale plafondmontageset voor deze projector nodig. Laat de installatie uitvoeren door een specialist. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie. • De garantie op deze projector geldt niet voor schade die ontstaat door gebruik van een niet aanbevolen plafondmontageset of door toepassing van de plafondmontageset op een ongeschikte plaats. • Indien de projector aan het plafond is bevestigd, zet dan IMAGE REVERSE van het INSTALLATION-menu op MIRROR INVERT. Zie bladzijde 25. • Als de projector aan het plafond bevestigd is, kunnen beelden donkerder lijken dan bij projectie vanuit gewone staande positie het geval is. Dit is geen storing aan het product. • Vraag de installateur een onderbreker te plaatsen. Schakel de hoofdstroom met deze onderbreker uit wanneer u de projector niet gaat gebruiken. • Installeer de projector niet in de buurt van de ventilatie-uitlaat van bijvoorbeeld een airconditioner. De projector kan door koude of warme lucht van bijvoorbeeld een airconditioner worden beschadigd. • Plaats de projector niet in de buurt van een brandalarm-sensor. Hete lucht van de projector zou het alarm namelijk kunnen activeren.
Doorzicht projectie Laat de installatie uitvoeren door een specialist. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie. • Voor projectie achterop het scherm zet u IMAGE REVERSE van het INSTALLATION-menu op MIRROR. Zie bladzijde 25.
Let op: • Plaatsing van de projector direct op een vloerkleed bemoeilijkt de werking van de ventilatoren, wat schade of storingen oplevert. Leg een harde plaat onder de projector om goede ventilatie mogelijk te maken. • Plaats de projector op minimaal 50 cm afstand van muren, zodat de roosters voor de ingaande en de warme uitgaande lucht niet geblokkeerd worden. • Vanwege het risico van brand of elektrische schokken kunt u de projector niet op de volgende plaatsen en manieren gebruiken. • Op een stoffige of vochtige plaats. • In gekantelde positie of ondersteboven. • In de buurt van verwarming. • Op een vettige, rokerige of nattige plaats zoals een keuken. • In direct zonlicht. • Waar de temperatuur hoog oploopt, bijvoorbeeld in een afgesloten auto. • Waar de temperatuur lager is dan 5 ºC of hoger dan 35 ºC.
Belangrijk: • Het is niet raadzaam om de projector te gebruiken op een hoogte van 1500 meter of meer. Het gebruik bij een hoogte van 1500 meter of meer kan een nadelige invloed hebben op de levensduur van de projector.
TRIGGER-aansluiting De TRIGGER-aansluiting achterop de projector geeft een signaal van 12 V af om tijdens het projecteren van beelden een aangesloten apparaat te besturen.
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB VIDEO IN
TRIGGER
TRIGGER
Naar aangesloten apparaat
Ring (ongebruikt)
Punt (12 V)
(Massa 0 V)
Om de TRIGGER-aansluiting te gebruiken zet u TRIGGER OUT in het INSTALLATION-menu op ON. (Van fabriekswege werd OFF ingesteld.) Verander de instelling door de volgende stappen uit te voeren. Met het INSTALLATION-menu: (Zie bladzijde 24 voor menu-instelling.) 1. Ga naar het INSTALLATION-menu. 2. Kies TRIGGER OUT door op de toets S of T te drukken. 3. Kies ON door op de toets W of X te drukken. Om het menu te verlaten: 4. Druk op de MENU-toets. • Gebruik het signaal van de TRIGGER-aansluiting niet als stroombron voor een ander apparaat. • Verbind de TRIGGER-aansluiting niet met een audio-aansluiting van een ander apparaat, want dit kan dat apparaat beschadigen. • De nominale stroom van de TRIGGER-aansluiting is 200 mA. Indien de stroom groter is dan deze waarde, kan een storing ontstaan. • Informatie over elektrische schermen kunt u verkrijgen bij schermfabrikanten.
NE-11
Instellen van de projector (vervolg) Schermformaat en projectie-afstand
Hd
A
Schermformaat
(Hoogte van geprojecteerde beeld)
Zie de volgende tabel voor het bepalen van het schermformaat.
Midden van de lens
B
(Breedte van geprojecteerde beeld)
Afstand projectie (L)
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is Schermformaat Diagonaal Inch cm 40 102 60 152 80 203 100 254 150 381 200 508 250 635 275 699
Afstand projectie (L) Breedte B inch cm 34,9 89 52,3 133 69,7 177 87,2 221 130,7 332 174,3 443 217,9 553 239,7 609
Kortste (Breed) inch m 56 1,4 85 2,2 114 2,9 143 3,6 216 5,5 289 7,3 362 9,2 398 10,1
Langste (Telescopisch) inch m 68 1,7 103 2,6 139 3,5 174 4,4 262 6,6 349 8,9 -
Hd inch 6,6 9,9 13,2 16,5 24,7 32,9 41,2 45,3
cm 17 25 33 42 63 84 105 115
(Hoogte van geprojecteerde beeld)
Schermformaat
A
C
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is, is de relatie tussen het geprojecteerde beeld en het scherm zoals hier rechts wordt afgebeeld. Zie de volgende tabel voor het installeren.
D
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is
D
De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
(Hoogte van het scherm)
•
Hoogte A inch cm 19,6 50 29,4 75 39,2 100 49,0 125 73,5 187 98,1 249 122,6 311 134,8 342
B
(Breedte van geprojecteerde beeld)
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is Schermformaat Diagonaal inch cm 40 102 60 152 80 203 100 254 150 381 200 508 250 635 300 762
•
Hoogte C inch cm 24 61 36 91 48 122 60 152 90 229 120 305 150 381 180 457
Formaat van geprojecteerde beeld Breedte B inch 32 48 64 80 120 160 200 240
cm 81 122 163 203 305 406 508 610
Hoogte A inch cm 18,0 46 27,0 69 36,0 91 45,0 114 67,4 171 89,9 228 112,4 286 134,9 343
Breedte B inch cm 32,0 81 48,0 122 64,0 163 80,0 203 120,0 305 160,0 406 200,0 508 240,0 610
Zwartruimte (D) inch 3,0 4,5 6,0 7,5 11,3 15,0 18,8 22,6
cm 8 11 15 19 29 38 48 57
Afstand projectie (L) Kortste (Breed) inch m 51 1,3 78 2,0 105 2,7 132 3,3 198 5,0 265 6,7 332 8,4 398 10,1
Langste (Telescopisch) inch m 63 1,6 95 2,4 127 3,2 159 4,0 240 6,1 320 8,1 401 10,2 -
De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
NE-12
Hd inch 6,0 9,1 12,1 15,1 22,7 30,2 37,8 45,3
cm 15 23 31 38 58 77 96 115
Bekijken van videobeelden A. Aansluiten van de projector met video-apparatuur • Indien de projector en de aangesloten apparaten zich te dicht bij elkaar bevinden, kan het geprojecteerde beeld beïnvloed worden door onderlinge interferentie. • Zie de gebruikershandleiding van elk apparaat voor informatie over hoe u het aansluit.
Voorbereiding: • Zorg dat de stroom van de projector en van de video-apparatuur is uitgeschakeld.
Basisaansluiting voor home-theater systeem
P B/CB Y
P R/CR
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB TRIGGER
VIDEO IN
Videospeler
DVD-speler
Set-top box of digitale tuner
NE-13
Bekijken van videobeelden (vervolg) Aansluiten met een videospeler, etc. Videospeler, of dergelijk toestel
2. Verbind de stekker van het andere uiteinde van de bijgeleverde video kabel met de videouitgangsaansluiting van de video-apparatuur.
2 COMPONENT VIDEO IN
1
S-VIDEO IN
VIDEO IN
Naar VIDEO IN aansluiting
1. Verbind de stekker van het ene uiteinde van de bijgeleverde Video kabel met de VIDEO IN aansluiting van de projector.
Naar videouitgangsaansluiting
Video kabel (los verkrijgbaar)
Videospeler, of dergelijk toestel S-videokabel (los verkrijgbaar)
1 Naar S-VIDEO
2
Naar S-videouitgangsaansluiting
Verbind als volgt indien de video-apparatuur een “S-Video” uitgangsaansluiting heeft: 1. Verbind het ene uiteinde van de S-videokabel met de S-VIDEO IN aansluiting van de projector. 2. Verbind het andere uiteinde van de S-videokabel met de S-Video uitgangsaansluiting van de video-apparatuur.
IN aansluiting
COMPONENT VIDEO IN
S-VIDEO IN
VIDEO IN
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de aangesloten apparatuur. • Raadpleeg uw leverancier voor details aangaande het aansluiten. Indien u een TV-tuner of videorecorder aansluit: Als u deze projector gebruikt terwijl er een TV-tuner of videorecorder op aangesloten is, verschijnt mogelijk geen beeld of de mededeling “NO SIGNAL” in beeld wanneer u van kanaal verandert via ongebruikte kanalen. Stel in dat geval de kanalen van de TV-tuner of videorecorder opnieuw in. U kunt om dit probleem te voorkomen, ook de functie voor het overslaan van lege kanalen (zodat de lege, niet-ontvangbare kanalen niet worden getoond) van de TV-tuner of videorecorder activeren.
Aansluiten van een DVD-speler of HDTV-decoder Gebruik de COMPONENT VIDEO IN aansluitingen voor het aansluiten van deze projector met video-apparatuur die component-videouitgangsaansluitingen heeft, zoals bijvoorbeeld een DVD-speler. Component-kabel (los verkrijgbaar)
PB/CB Y
PR/CR
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
PR/CR PB/CB
Y
SERIAL
USB TRIGGER
VIDEO IN
DVD-speler of HDTV-decoder
• De namen van de aansluitingen Y, PB en PR zijn als voorbeeld genomen voor het geval er een HDTV-decoder is aangesloten. • Afhankelijk van de aangesloten apparaten kunnen de aansluitingen verschillende namen hebben. • Beelden worden afhankelijk van het type DVD-speler dat u gebruikt, mogelijk niet juist geprojecteerd. • Het duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type ingangssignaal en duidt dus niet op een defect. • Als u een HDTV-decoder aansluit die RGB-uitgangen heeft, stel dan COMPUTER INPUT in het SIGNAL-menu in op RGB.
NE-14
Bekijken van videobeelden (vervolg) Aansluiten van video-apparatuur voorzien van een HDMI- of DVI-D-aansluiting U kunt beelden van hoge kwaliteit projecteren door op de HDMI IN-aansluiting van deze projector video-apparatuur aan te sluiten die voorzien is van een HDMI- of een DVI-D-uitgang. Daarbij is deze projector geschikt voor HDCP en kan dus gecodeerde digitale video-data van DVD-spelers verwerken. • Kies HDMI als ingangsbron. • HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), ontwikkeld door Intel Corporation, is een methode voor het coderen van digitale videodata ter bescherming van auteursrechten. • HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is volledig achterwaarts compatibel met computers, beeldschermen en consumentenelektronica waarin de DVI-normen verwerkt zijn. • U kunt deze projector aansluiten met video-apparatuur die voorzien is van een HDMI- of DVI-D-uitgang. Bij sommige video-apparaten geeft deze projector echter mogelijk geen beeld of functioneert hij niet goed. • Als deze projector geen beeld geeft of niet goed functioneert, kijk dan in de handleiding van het video-apparaat hoe het aangesloten moet worden. • Wanneer u video-apparatuur gebruikt die niet volgens HDMI werkt, wordt het beeld mogelijk niet juist geprojecteerd. • De kwaliteit van de geprojecteerde beelden is mogelijk slechter indien u lange kabels gebruikt. Aansluiten (van video-apparatuur voorzien van een HDMI-aansluiting) • Gebruik een los verkrijgbare HDMI-kabel (met HDMI-logo). Apparatuur met HDMI-aansluiting
Audiokabel (los verkrijgbaar) Naar audioNaar audiouitgangsaansluitingen ingangsaansluitingen
Naar HDMI-aansluiting
HDMI IN
SERIAL
USB TRIGGE
Naar HDMI IN-aansluiting HDMI-kabel met HDMI-logo (los verkrijgbaar)
Aansluiten (van video-apparatuur voorzien van een DVI-D-aansluiting) • Gebruik een los verkrijgbare DVI-HDMI-conversiekabel. Apparatuur met DVI-D aansluiting
Audiokabel (los verkrijgbaar) Naar audioNaar audiouitgangsaansluitingen ingangsaansluitingen
Naar DVI-D aansluiting
HDMI IN
SERIAL
USB TRIGGE
Naar HDMI IN-aansluiting DVI-HDMI-conversiekabel (los verkrijgbaar)
• Afhankelijk van het type video-apparatuur dat u gebruikt, worden beelden mogelijk niet juist geprojecteerd.
NE-15
Bekijken van videobeelden (vervolg) Als u deze projector aansluit op een DVI-Digital-apparaat (zoals een DVD-speler) via de HDMI-aansluiting of de DVI-D-aansluiting (HDCP), kunnen zwarte kleuren er donker en diep uitzien, afhankelijk van het type aangesloten apparaat. • Dit hangt af van het ingestelde zwartniveau van het aangesloten apparaat. Er zijn twee methodes voor het digitaal doorgeven van beelddata, en die gebruiken verschillende instellingen voor het zwartniveau. Daarom kunnen uitgangssignalen van DVD-spelers verschillende specificaties hebben, afhankelijk van de methode waarop de digitale data worden doorgegeven. • Op sommige DVD-spelers is de methode waarop ze de DVI-Digital-signalen afgeven te veranderen. Indien uw DVD-speler deze functie heeft, moet u deze als volgt instellen. EXPAND of ENHANCED → NORMAL • Zie tevens de gebruiksaanwijzing van uw DVD-speler voor details. • Als uw digitale apparaat niet over een dergelijke functie beschikt, stelt u BRIGHTNESS in op +16 en CONTRAST op -17 in het menu IMAGE van deze projector, of past u de zwarte kleur aan op basis van het weergegeven beeld.
B. Aansluiten van het netsnoer Aardeaansluiting
HDMI IN
SERIAL
1. Steek het bijgeleverde netsnoer in de netsnoeringang van deze projector.
USB
2
2. Steek het andere uiteinde, de stekker van het netsnoer, in een stopcontact.
1 Netsnoer (voorbeeld)
• Gebruik het juiste netsnoer voor uw land. • Bij deze projector wordt gebruikgemaakt van een geaarde stekker met drie pennen. Verwijder de aardingspen niet uit de stekker. Als de stekker niet in uw stopcontact past, vraagt u een elektricien om het stopcontact aan te passen. • Gebruik 100-240 V wisselspanning van 50/60 Hz om brand of elektrische schokken te voorkomen. • Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Plaats de projector niet in de buurt van warmtebronnen, aangezien die het netsnoer kunnen beschadigen. Mocht het netsnoer beschadigd raken, vraag dan een nieuw netsnoer aan uw leverancier omdat u anders het risico loopt van brand of elektrische schokken. • Verander niets aan het netsnoer en pas het niet aan. Als u het netsnoer verandert of aanpast, kan dit resulteren in brand of elektrische schokken. Let op: • Zorg dat de stekkers van het netsnoer goed op hun plaats zitten. Als u het netsnoer losmaakt, gebruik dan de stekkers en trek niet aan het snoer. • Sluit het netsnoer niet aan en maak het niet los met een natte hand. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
NE-16
Bekijken van videobeelden (vervolg) C. Projecteren van beelden Voorbereiding: • Verwijder de lensdop. • Schakel de stroom van de aangesloten video-apparatuur in.
FOCUS ring COMPONENT toets ZOOM ring
ON ( I ) toets VIDEO toets S-VIDEO toets
POWER toets
POWER
STATUS
VIDEO toets
1. Controleer dat de POWER indicator rood oplicht. • Werd de projector de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, dan begint de ventilator mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft gestoken. (De STATUS indicator knippert groen.) Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets drukken om de stroom in te schakelen waarbij de POWER indicator oplicht. 2. Druk op de POWER toets van de projector of op de ON ( I ) toets van de afstandsbediening. • Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden. • De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en probeer het opnieuw. • Bedek de lens niet met de lensdop wanneer de lamp brandt. Verwijder de aluminiumstrook in de lensdop niet. • Nadat u op de POWER-toets heeft gedrukt, kan het beeld flikkeren voordat de lamp stabiel wordt. Dit is geen storing aan de projector. • Ongeacht de instelling van LAMP MODE, wordt de lampmodus STANDARD standaard geactiveerd telkens wanneer de projector wordt ingeschakeld. Als de instelling voor LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert de lampmodus ongeveer één minuut na inschakeling van STANDARD in LOW. • Als u op de POWER-toets drukt, begint de projector met opwarmen. Tijdens het opwarmen kunnen beelden te donker zijn en kunt u geen opdrachten geven. • Als de STATUS-indicator rood knippert, betekent dit dat de lamp binnenkort aan vervanging toe is. Vervang de lamp indien de STATUS-indicator rood knippert. (Zie bladzijden 33 en 36.) 3. Kies een ingangsbron. • Druk op de VIDEO toets van de projector of de VIDEO, S-VIDEO of COMPONENT toets van de afstandsbediening, in overeenstemming met de gebruikte aansluiting. • Door iedere druk op de VIDEO toets van de projector wordt afwisselend VIDEO, S-VIDEO en COMPONENT als ingangsbron gekozen. • De projector kiest automatisch het juiste signaalformaat. Het gekozen signaalformaat wordt weergegeven op het scherm. • De VIDEO-, S-VIDEO- en COMPONENT-toetsen werken niet terwijl het menu wordt weergegeven. • Her duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type ingangssignaal en duidt dus niet op een defect. • Bepaalde beelden worden mogelijk beter getoond wanneer u de aspectratio verandert. (Zie bladzijde 19.) 4. Stel de positie van de projector in voor een juiste projectie-afstand, waarmee de beelden met het juiste formaat kunnen worden getoond. 5. Stel de positie van de projector in zodat de projector en het scherm loodrecht ten opzichte van elkaar zijn. (Zie bladzijde 10.) • Indien de projector niet loodrecht op het scherm kan worden geplaatst, moet u de projectiehoek instellen. (Zie bladzijde 10.) 6. Stel het formaat van het geprojecteerde beeld in door de ZOOM ring te verdraaien. 7. Stel scherp door de FOCUS ring te verdraaien. Herhaal stappen 4 t/m 7 indien nodig.
NE-17
Bekijken van videobeelden (vervolg) OFF ( ) toets POWER toets
POWER
STATUS
KEYSTONE toets
Stoppen van het projecteren: 8. Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening. • Er verschijnt een bevestigingsmelding. • Voor het annuleren van het stoppen, doet u even niets of drukt u op de MENU toets. 9. Druk nogmaals op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening. • De lamp dooft en de projector schakelt in de standbyfunctie. De POWER indicator knippert groen. 10.Wacht ongeveer een minuut. • Tijdens deze periode is de projector in de standbyfunctie en blijven de inlaatventilator en uitlaatventilator draaien om de lamp af te koelen. • Om veiligheidsredenen kan de lamp na het uitzetten een minuut lang niet aangezet worden. Verder duurt het nog een minuut voordat de STATUS-indicator uit gaat. Als u de projector weer aan wilt zetten, wacht dan totdat de indicator uit gaat en druk daarna op de POWER-toets. • De luchtuitlaatventilatoren draaien sneller naarmate de temperatuur rond de projector stijgt. • Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact terwijl de STATUS indicator nog knippert. Het na gebruik direct ontkoppelen van het netsnoer kan problemen veroorzaken. • De ventilator produceert tijdens het afkoelen een nogal hard geluid. Dit is normaal en duidt niet op een defect. 11.Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. • De POWER-indicator gaat nu uit. • Wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact haalt terwijl nog niet alle ventilatoren stilstaan of terwijl de lamp nog brandt, laat de projector dan 10 minuten afkoelen in uitgeschakelde toestand. Druk daarna op de POWER-toets om de lamp weer aan te zetten. Mocht de lamp niet meteen aan gaan, druk dan nog eens twee of drie keer op de POWER-toets. Als de lamp nog steeds niet aan gaat, vervang hem dan. • Plaats de lensdop ter bescherming tegen stof weer op de lens.
Indien de geprojecteerde beelden trapezevormig vervormd zijn: Om verticale en horizontale keystone-vervorming te corrigeren, drukt u op de KEYSTONE-toets van projector of afstandsbediening. Het woord KEYSTONE verschijnt, en u kunt het beeld aanpassen door op de toetsen X, W, S of T te drukken. In de volgende situaties:
Druk op de X Druk op de toets W toets.
Druk op de T toets.
Druk op de S toets.
Belangrijk: • U kunt verticale en horizontale keystone-vervormingen tegelijkertijd corrigeren. Bij zulke correcties is het instelbereik echter beperkt. • Als u een keystone-aanpassing uitvoert, wordt de correctiewaarde weergegeven. Deze waarde geeft dus geen projectiehoek aan. • Het bereik van de correctiewaarde tijdens de keystone-aanpassing hangt af van de installatie-omstandigheden. • Als de keystone-aanpassing in werking treedt, vermindert de resolutie. In beelden met ingewikkelde patronen kunnen bovendien strepen verschijnen of rechte lijnen buigen. Dit komt niet door storingen van de projector. • Terwijl u keystone-correcties aanbrengt, kan storing op het scherm verschijnen vanwege het type videosignaal dat u projecteert in combinatie met de correcties die u instelt. Houd in zulke gevallen de waarden van de keystonecorrectie binnen het bereik waarbij het beeld storingsvrij wordt weergegeven. • Als u een keystone-aanpassing uitvoert, wordt het beeld mogelijk niet correct weergegeven in verband met het type ingangssignaal.
NE-18
Bekijken van videobeelden (vervolg) Instellen van de aspectratio U kunt de aspectratio voor het video-ingangssignaal (oftewel, de ratio tussen de breedte en hoogte van beelden) veranderen. Verander de instelling in overeenstemming met het soort video-ingangssignaal. : Signaalgrootte : Beeldgebied Oorspronkelijk beeldformaat
4:3
16:9
Aspectratio verandert afhankelijk van ingangssignaal.
Beeld wordt verbreed tot 16:9 en boven en onder ingedrukt.
ZOOM1 Cinemascopebeeld wordt vergroot en weergegeven met ondertiteling.
ZOOM2 Vistabeeld wordt vergroot en weergegeven met ondertiteling.
STRETCH
REAL
Beeld wordt vergroot tot 16:9 maar in het midden blijft de aspectratio gelijk.
Ingangssignaal wordt in oorspronkelijke vorm weergegeven.
4:3 beeld (480i, 576i, 480p, 576p en PC)
Ingedrukt 4:3 (480i, 576i, 480p, 576p)
4:3 Cinemascope (480i, 576i, 480p, 576p)
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
Sub Title
4:3 Vista-beeld (480i, 576i, 480p, 576p)
16:9 beeld (720p, 1080i)
• • • • • • •
De zwart-omringde lijsten zijn de aanbevolen functies. Wanneer ASPECT ingesteld is op AUTO, wordt afhankelijk van het ingangssignaal automatisch de optimale aspectratio gekozen. Wanneer ASPECT ingesteld is op ZOOM1 of ZOOM2, kan de weergavepositie veranderd worden met de toetsen S of T op de afstandsbediening. Wanneer ZOOM1 of ZOOM2 is geselecteerd en een 480i signaal wordt ingevoerd, wordt het weergavegebied kleiner in vergelijking met andere signalen (zoals 576i, 480p en 576p). De opties OVER SCAN en SHUTTER in het menu SIGNAL zijn niet beschikbaar in de modus STRETCH. Deze projector is uitgerust met een functie om de aspectratio te veranderen. Als u een aspectratio kiest die niet overeenkomt met die van het ingangssignaal, dan kunnen randen van het beeld onzichtbaar blijven of vervormen. Indien u bij het bekijken van video-opnamen de volledige intentie van de makers wilt zien, is het aan te bevelen de aspectratio niet te veranderen. Het op openbare plaatsen, zoals in of buiten winkels en hotels, voor zakelijke of andere doeleinden projecteren van beelden die zijn samengedrukt of vergroot door verandering van de aspectratio, kan een inbreuk betekenen op de bescherming volgens het auteursrecht.
Veranderen van de instellingen: Met de afstandsbediening: 1. Druk op de ASPECT toets. • Met iedere druk op de ASPECT-toets verandert de aspectratiofunctie van AUTO naar 4:3, naar 16:9, naar ZOOM1, naar ZOOM2, naar STRETCH, naar REAL, en terug naar AUTO. • Sommige modi zijn niet beschikbaar bij bepaalde signalen. Met het FEATURE menu: (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het FEATURE menu op. opt. SVGA60 2. Kies ASPECT door op de S of T toets te drukken. 3. Kies de gewenste aspectratio door op de W of X toets te drukken. FEATURE AV MEMORY 1 Annuleren van het menu: ASPECT AUTO 4. Druk op de MENU toets. Belangrijk: • Indien een 4:3 beeld langdurig werd getoond voordat een 16:9 beeld wordt geprojecteerd, zijn er mogelijk schijnbeelden van de zwarte balken op het 16:9 beeld. Raadpleeg in dat geval uw leverancier.
NE-19
Bekijken van computerbeelden A. Aansluiten van de projector met een computer. Voorbereiding: • Controleer dat de stroom van de projector en van de computer is uitgeschakeld. • Indien u de projector met een desktop-computer verbindt, moet u de RGB-kabels die met de monitor zijn verbonden, ontkoppelen. Voor een analoge aansluiting: 1. Verbind de stekker van het ene uiteinde van de bijgeleverde COMPUTER IN/COMPONENT RGB-kabel met de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO VIDEO IN IN aansluiting van de projector. 2. Verbind het andere uiteinde van de RGB-kabel met de Naar monitoraansluiting van de computer. monitoraansluiting • Extra apparatuur, bijvoorbeeld een conversiestekker en RGB-kabel een analoge RGB-uitgangs-adapter, zijn afhankelijk van het type computer, mogelijk vereist. • Voor het bekijken van beelden van een analoogaangesloten computer, moet u op de COMPUTER toets van de afstandsbediening drukken.
1
2
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB TRIGGER
VIDEO IN
HDMI IN
1
2
Naar DVI
DVI-HDMI-conversiekabel (los verkrijgbaar)
COMPONENT VIDEO IN
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB TRIGGER
VIDEO IN
Voor een digitale aansluiting: 1. Verbind het ene uiteinde van een los verkrijgbare DVIHDMI-conversiekabel met de HDMI IN-aansluiting van de projector. 2. Verbind het andere uiteinde van de DVI-HDMIconversiekabel met de DVI-aansluiting van de computer. • Extra apparatuur, bijvoorbeeld een conversiestekker en een analoge RGB-uitgangs-adapter, zijn afhankelijk van het type computer, mogelijk vereist. • Om beelden van een digitaal aangesloten computer te bekijken, drukt u op de HDMI-toets van de afstandsbediening. • Het signaal dat op de HDMI IN-aansluiting binnenkomt is niet afkomstig van de COMPUTER OUT-aansluiting. • Zorg ervoor dat u de computer aansluit met de HDMI-kabel voordat u de computer aanzet. Als u de computer aansluit met de HDMI-kabel wanneer de computer al aan staat, dan geeft de HDMI-aansluiting van de computer mogelijk geen beeldsignaal af.
• Schakel de stroom van de projector eerst in en schakel pas daarna de computer in. • Extra apparatuur, bijvoorbeeld een conversiestekker en een analoge RGB-uitgangs-adapter, zijn afhankelijk van het type computer, mogelijk vereist. • De kwaliteit van de geprojecteerde beelden is mogelijk slechter indien u lange kabels gebruikt. • Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de aangesloten apparatuur. • Afhankelijk van het type computer, kunnen beelden mogelijk niet correct worden geprojecteerd. • Raadpleeg uw leverancier voor details aangaande het aansluiten.
Opmerking over DDC De aansluiting COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN van deze projector voldoet aan de norm DDC1/2B en de aansluiting HDMI IN voldoet aan de norm DDC2B. Indien een computer die deze norm ondersteunt met deze aansluiting wordt verbonden, zal de computer automatisch informatie van de projector ophalen en zich voorbereiden op het afgeven van geschikte beelden. • Nadat u een computer die deze norm ondersteunt aangesloten heeft met deze aansluiting, steek dan eerst de stekker van de projector in het stopcontact en start dan de computer op.
B. Aansluiten van het netsnoer Sluit het netsnoer aan op de wijze zoals beschreven in “Bekijken van videobeelden”. (Zie bladzijde 16.)
NE-20
Bekijken van computerbeelden (vervolg) C. Projecteren van beelden Voorbereiding: • Verwijder de lensdop. • Schakel de stroom van de aangesloten computer in. FOCUS ring
ON ( I ) toets HDMI toets COMPUTER toets
ZOOM ring
POWER toets
POWER
STATUS
COMPUTER toets
1. Controleer dat de POWER indicator rood oplicht. • Werd de projector de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, dan begint de ventilator mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft gestoken. (De STATUS indicator knippert groen.) Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets drukken zodat de POWER indicator oplicht. 2. Druk op de POWER toets van de projector of op de ON ( I ) toets van de afstandsbediening. • Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden. • De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en probeer het opnieuw. • Bedek de lens niet met de lensdop wanneer de lamp brandt. Verwijder de aluminiumstrook in de lensdop niet. • Nadat u op de POWER-toets heeft gedrukt, kan het beeld flikkeren voordat de lamp stabiel wordt. Dit is geen storing van deze projector. • Ongeacht de instelling van LAMP MODE, wordt de lampmodus STANDARD standaard geactiveerd telkens wanneer de projector wordt ingeschakeld. Als de instelling voor LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert de lampmodus ongeveer één minuut na inschakeling van STANDARD in LOW. • Als u op de POWER-toets drukt, begint de projector met opwarmen. Tijdens het opwarmen kunnen beelden te donker zijn en kunt u geen opdrachten geven. • Als de STATUS-indicator rood knippert, betekent dit dat de lamp binnenkort aan vervanging toe is. Vervang de lamp indien de STATUS-indicator rood knippert. (Zie bladzijden 33 en 36.) 3. Kies een ingangsbron. • Druk op de COMPUTER-toets van de projector of de COMPUTER- of HDMI-toets van de afstandsbediening, in overeenstemming met de gebruikte aansluiting. • Door iedere druk op de COMPUTER-toets van de projector wordt afwisselend COMPUTER of HDMI als ingangsbron gekozen. • Her duurt mogelijk even eer een beeld op het scherm wordt getoond. Dit is afhankelijk van het type ingangssignaal en duidt dus niet op een defect. • Afhankelijk van het type ingangssignaal, worden beelden mogelijk niet op de juiste positie getoond. Druk in dat geval op de AUTO POSITION toets. (Zie bladzijde 22.) • De projector kiest automatisch het juiste signaalformaat. Het gekozen signaalformaat wordt weergegeven op het scherm. • De COMPUTER- en HDMI-toetsen werken niet terwijl het menu wordt weergegeven. • Indien u COMPUTER als bron kiest, kunnen de beelden die van de computer komen mogelijk flikkeren. Druk in dat geval op de toets W of X op de afstandsbediening om het flikkeren te verminderen. 4. Stel de positie van de projector in voor een juiste projectie-afstand, waarmee de beelden met het juiste formaat kunnen worden getoond. 5. Stel de positie van de projector in zodat de projector en het scherm loodrecht ten opzichte van elkaar zijn. (Zie bladzijde 10.) • Indien de projector niet loodrecht op het scherm kan worden geplaatst, moet u de projectiehoek instellen. (Zie bladzijde 10.) 6. Stel het formaat van het geprojecteerde beeld in door de ZOOM ring te verdraaien. 7. Stel scherp door de FOCUS ring te verdraaien. Herhaal stappen 4 t/m 7 indien nodig.
NE-21
Bekijken van computerbeelden (vervolg) OFF ( ) toets POWER toets
POWER
STATUS
AUTO POSITION toets
BLANK toets
Stoppen van het projecteren: 8. Druk op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening. • Er verschijnt een bevestigingsmelding. • Voor het annuleren van het stoppen, doet u even niets of drukt u op de MENU toets. 9. Druk nogmaals op de POWER toets van de projector of op de OFF ( ) toets van de afstandsbediening. • De lamp dooft en de projector schakelt in de standbyfunctie. De STATUS indicator knippert groen. 10.Wacht ongeveer een minuut. • Tijdens deze periode is de projector in de standbyfunctie en blijven de inlaatventilator en uitlaatventilator draaien om de lamp af te koelen. • Om veiligheidsredenen kan de lamp na het uitzetten een minuut lang niet aangezet worden. Verder duurt het nog een minuut voordat de STATUS-indicator uit gaat. Als u de projector weer aan wilt zetten, wacht dan totdat de indicator uit gaat en druk daarna op de POWER-toets. • De luchtuitlaatventilatoren draaien sneller naarmate de temperatuur rond de projector stijgt. • Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact terwijl de STATUS indicator nog knippert. Het na gebruik direct ontkoppelen van het netsnoer kan problemen veroorzaken. • De ventilator produceert tijdens het afkoelen een nogal hard geluid. Dit is normaal en duidt niet op een defect. 11.Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. • De POWER-indicator gaat nu uit. • Wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact haalt terwijl nog niet alle ventilatoren stilstaan of terwijl de lamp nog brandt, laat de projector dan 10 minuten afkoelen in uitgeschakelde toestand. Druk daarna op de POWER-toets om de lamp weer aan te zetten. Mocht de lamp niet meteen aan gaan, druk dan nog eens twee of drie keer op de POWER-toets. Als de lamp nog steeds niet aan gaat, vervang hem dan. • Plaats de lensdop ter bescherming tegen stof weer op de lens.
BLANK-modus Door op de BLANK-toets te drukken schakelt u het geluid van het videosignaal tijdelijk uit. Druk nogmaals op de BLANK-toets om het geluid weer in te schakelen. • Het duurt een aantal seconden voordat de modus BLANK is uitgeschakeld.
AUTO POSITION toets Indien het beeld van de computer niet in de juiste positie wordt getoond, moet u de volgende handelingen uitvoeren. 1. Toon een helder beeld (bijvoorbeeld een volledig-schermbeeld van de prullenbak). 2. Schakel de screensaver uit, indien geactiveerd. 3. Druk op de AUTO POSITION toets. De projector maakt automatisch de optimale instellingen voor het ingangssignaal. • Indien het beeld na herhaaldelijk drukken op de AUTO POSITION toets nog niet in de juiste positie wordt getoond, moet u de instellingen in het SIGNAL menu veranderen zodat de beelden wel juist kunnen worden getoond. (Zie bladzijde 29.) • Het beeld is mogelijk nog niet in de juiste positie indien u deze procedure met een donker beeld heeft uitgevoerd.
Indien verbonden met een notebook-computer: Beelden worden onder bepaalde omstandigheden niet geprojecteerd indien u de projector met een notebookcomputer heeft verbonden. U moet de computer in dat geval zodanig instellen dat deze signalen extern kan uitvoeren. De procedure voor het instellen verschilt afhankelijk van het type computer dat u heeft. Zie derhalve de gebruiksaanwijzing van uw computer. Voorbeeld voor het instellen van externe uitvoer Druk op de [Fn] toets en tegelijkertijd op een van de [F1] t/m [F12] toetsen. (De te gebruiken toets is afhankelijk van het type computer dat u heeft.)
NE-22
Menubediening • Er wordt geen menu getoond indien er geen signalen naar de projector worden gestuurd.
IMAGE
GAMMA MODE
*1 COLOR *1,*6 TINT SHARPNESS *1 BrilliantColorTM VERTICAL LOCATION
AUTO, SPORTS, VIDEO, CINEMA SPORTS, VIDEO, CINEMA REFERENCE USER1 USER2 HIGH ±5 ±30 MID ±5 ±30 LOW ±5 HIGH BRIGHTNESS COOL CONTRAST R ±30 MEDIUM CONTRAST G ±30 WARM CONTRAST B ±30 USER BRIGHTNESS R ±30 ±10 BRIGHTNESS G ±30 ±10 BRIGHTNESS B ±30 ±5 0 - 10 ±26
LAMP MODE LAMP TIME (LOW) AUTO POWER ON AUTO POWER OFF SPLASH SCREEN BACK COLOR IMAGE REVERSE TRIGGER OUT TEST PATTERN
STANDARD, LOW ****H ON , OFF OFF, 5, 10, 15, 30, 60min ON , OFF BLUE, BLACK OFF, MIRROR, INVERT, MIRROR INVERT ON , OFF CROSS HATCH
ASPECT PASSWORD FUNCTION MENU POSITION CINEMA MODE *2 VIDEO SIGNAL *3 *1 SET UP SCART INPUT *8 LANGUAGE
AUTO, 4:3, 16:9, ZOOM1, ZOOM2, STRETCH, REAL *4 DISPLAY INPUT ,MENU ACCESS LOCK OK UNLOCK OK 1 (Upper left), 2(Lower right) AUTO , OFF AUTO , NTSC , PAL , SECAM, 4.43NTSC, PAL-M, PAL-N, PAL-60
CONTRAST BRIGHTNESS COLOR TEMP.
INSTALLATION
FEATURE
RESET ALL SIGNAL
0 - 999 *4 0 - 999 *4 0 - 31 0 - 9999 *4 AUTO, RGB, YCBCR / YPBPR 100 - 90% *4 OFF BEGIN ON END USER CLAMP POSITION *6 OK CLAMP WIDTH *6 VERT.SYNC *1 *6,*7 LPF * 1: Niet beschikbaar met bepaalde signalen. SHUTTER (U) *1 * 2: Uitsluitend beschikbaar indien het ingangssignaal TV50, SHUTTER (L) *1 TV60, 480i, 576i is. SHUTTER (LS) *1 * 3: Alleen beschikbaar voor het ingangssignaal op de VIDEO INof de S-VIDEO IN-aansluiting. SHUTTER (RS) *1
* 4: * 5: * 6: * 7: * 8:
HORIZ.POSITION *6 VERT.POSITION *6 FINE SYNC. *5,*6 TRACKING *1*,5,*6 COMPUTER INPUT *5 OVER SCAN HOLD *1*,5,*6
AUTO, OFF, 3.75%, 7.5% ON, OFF , English, Español, Deutsch, Français, Italiano, OK
,
0 - 99 0 - 99 1 - 255 1 - 63 AUTO, OFF ON, OFF 0 - 32 0 - 32 0 - 95 0 - 95
,
,
*4 *4
Het instelbereik verschilt afhankelijk van de ingangssignalen. Niet beschikbaar indien het ingangssignaal van de VIDEO IN- of de S-VIDEO IN-aansluiting komt. Niet beschikbaar indien het ingangssignaal van de HDMI IN-aansluiting komt. Uitsluitend beschikbaar indien het ingangssignaal 480i, 480p, 576i, 576p is. Alleen beschikbaar voor het ingangssignaal op de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN-aansluiting.
NE-23
Menubediening (vervolg) Instellen van de menu’s: Hieronder wordt als voorbeeld het instellen van AUTO POWER OFF beschreven. 1. Druk op de MENU toets. • Het menu verschijnt niet indien er geen signaal wordt ontvangen. opt.
4. Druk op de S of T toets om een in te stellen functie te kiezen. AUTO POWER ON AUTO POWER OFF
AUTO POWER ON AUTO POWER OFF
AV MEMORY 1
2. Druk op de W of X toets om het gewenste menu te kiezen. opt.
AV MEMORY 1
3. Druk op de ENTER toets (of T toets). opt.
SVGA60 AV MEMORY 1
INSTALLATION LAMP MODE
STANDARD
LAMP TIME (LOW)
OFF 30 min
Annuleren van het menu: 6. Druk zo vaak als nodig op de MENU toets. Belangrijk: • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact indien de MENU toets niet werkt. Wacht ongeveer 10 minuten en steek de stekker weer in het stopcontact en probeer opnieuw. • Druk op de ENTER toets na het kiezen van functies die met een zijn gemarkeerd.
SVGA60
INSTALLATION
OFF
5. Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken.
SVGA60
IMAGE
OFF
1000H
Beschikbare instellingen met de menu’s Stel de volgende functies met de overeenkomende menu’s in. 1. IMAGE menu
2. INSTALLATION menu
opt.
opt.
SVGA60 AV MEMORY 1
IMAGE GAMMA MODE
INSTALLATION
AUTO
CONTRAST
LAMP MODE
0
BRIGHTNESS
0
COLOR TEMP.
MEDIUM
LAMP TIME (LOW) AUTO POWER ON AUTO POWER OFF SPLASH SCREEN
3. FEATURE menu
AV MEMORY 1
MENU POSITION
AUTO
VIDEO SIGNAL
AUTO
SET UP
AUTO
SHARPNESS
0
IMAGE REVERSE
OFF
BrilliantColorTM
0
TRIGGER OUT
OFF
VERTICAL LOCATION
0
TEST PATTERN
TINT SHARPNESS BrilliantColor™ VERTICAL LOCATION
5 opties ±10 ±10 ±5 0 - 10 ±26
AUTO DISPLAY INPUT
CINEMA MODE
BACK COLOR
COLOR TEMP. COLOR
PASSWORD FUNCTION
OFF
0
SPORTS VIDEO CINEMA USER1 / USER2 CONTRAST ±30 BRIGHTNESS ±30
AV MEMORY 1
OFF
TINT
INSTELLING AUTO
SVGA60
ASPECT
1000H
0
1. IMAGE menu FUNCTIE GAMMA MODE
FEATURE
STANDARD
COLOR
ON
opt.
SVGA60
ON
?
BLUE
CROSS HATCH
SCART INPUT AË
1.
OFF
LANGUAGE
English
RESET ALL
OK
WERKING De juiste gammamodus wordt automatisch geselecteerd op basis van het ingangssignaal. De standaardinstelling is AUTO. Dit is een heldere modus, geschikt voor het bekijken van sportbeelden. Dit is een standaard modus, geschikt voor het bekijken van videobeelden e.d. Deze modus is voor het bekijken van speelfilms in gedempt licht, zoals in een bioscoop. Kies dit om de gammacurve aan te passen. (Zie bladzijde 28.) Voor het instellen van het contrast van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 27.) Voor het instellen van de helderheid van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 27.) Voor het instellen van de kleurtemperatuur. (Zie bladzijde 28.) U kunt de “verzadiging” van de kleur van het geprojecteerde beeld instellen. (Zie bladzijde 27.) Voor het instellen van de tint van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 27.) Voor het instellen van de scherpte van het geprojecteerde beeld. (Zie bladzijde 27.) Voor instelling van de BrilliantColor™ functie. Hiermee past u de positie (hoogte) van het geprojecteerde beeld aan.
• BrilliantColor™ maakt gebruik van de BrilliantColor™-technologie van Texas Instruments in de Verenigde Staten. Wanneer u dit item instelt op een andere instelling dan 0, zal de projector beelden met hogere resolutie weergeven en superieure kleuren reproduceren. • Met de AV Memory-functie kunt u voor iedere ingang maximaal 3 instelpatronen voor het IMAGE-menu opslaan. (Zie bladzijde 26.)
NE-24
Menubediening (vervolg) 2. INSTALLATION menu FUNCTIE INSTELLING LAMP MODE STANDARD LOW LAMP TIME (LOW)
****H
AUTO POWER ON
ON/OFF
AUTO POWER OFF
OFF / 5 - 60min
SPLASH SCREEN ON / OFF BACK COLOR BLUE / BLACK IMAGE REVERSE
OFF MIRROR INVERT MIRROR INVERT
TRIGGER OUT
ON / OFF
TEST PATTERN CROSS HATCH
WERKING Selecteer deze optie als u afbeeldingen wilt bekijken in een helder verlichte ruimte. Kies voor een lagere intensiteit van de lamp. Het geluid tijdens de werking zal zachter zijn en de lamp zal langer meegaan. Dit item toont de bedrijfstijd (branduren) van de lamp wanneer de LAMP MODE op LOW is ingesteld. • Wanneer de LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, toont dit item een langere bedrijfsduur dan de werkelijke duur van de lamp. (Zie blz. 31 voor de interval voor vervanging van de lamp.) Met ON gekozen, gaat de lamp automatisch branden wanneer de stekker van het netsnoer in een stopcontact wordt gestoken. Kies ON wanneer u de projector aan het plafond heeft opgehangen. • De projector is in de standbyfunctie wanneer de lamp is uitgeschakeld. Gebruik de afstandsbediening om de lamp in te schakelen. Voor het instellen van de tijdsperiode waarna de projector stand-by wordt geschakeld indien er geen signalen van een bron worden ontvangen. Kies ON voor het tonen van het splash-scherm wanneer de stroom wordt ingeschakeld. Voor het kiezen van blauw of zwart als kleur van het scherm wanneer er geen signaal wordt ontvangen. Kies voor het bekijken van beelden vanaf de voorkant met de projector op de vloer geïnstalleerd. Kies voor het bekijken van beelden vanaf de voorkant met de projector aan het plafond opgehangen. Kies voor het bekijken van beelden op een doorzichtscherm met de projector op de vloer geïnstalleerd. Kies voor het bekijken van beelden op een doorzichtscherm met de projector aan het plafond opgehangen. Kies ON om het uitgangssignaal (12 V) van de TRIGGER-aansluiting te activeren wanneer de lamp brandt. Hiermee kunt u het testpatroon van kruisende lijnen zien.
• Als de optie LAMP MODE is ingesteld op LOW, verandert de lampmodus van STANDARD in LOW ongeveer één minuut na het inschakelen van het apparaat. • Als de lampmodus wordt omgeschakeld, kan het geprojecteerd flikkeren. Dit is geen storing aan het product. • De instelling voor de optie LAMP MODE mag niet te vaak worden gewijzigd. • U kunt het testpatroon annuleren door op een willekeurige knop te drukken. 3. FEATURE menu FUNCTIE INSTELLING WERKING ASPECT AUTO Selecteer deze optie om automatisch de breedte-/hoogteverhouding te wijzigen, afhankelijk van het ingangssignaal. 4:3 Kies voor het projecteren van beelden met een aspectratio van 4:3. 16:9 Kies voor het projecteren van beelden met een aspectratio van 16:9. (Lineair uitgerekt.) ZOOM1 Kies om beelden van Cinemascopeformaat te vergroten en te projecteren. ZOOM2 Kies om beelden van Vistaformaat te vergroten en te projecteren. STRETCH Hiermee kunt u het beeld vergroten tot 16:9 en de beelden projecteren met een breedte-/hoogteverhouding van 4:3. (Niet-lineair uitgerekt.) REAL Kies voor het projecteren van beelden met het oorspronkelijke formaat van het ingangssignaal. Niet beschikbaar indien de keystoneinstelling wordt gebruikt. PASSWORD FUNCTION Gebruik voor het activeren of annuleren van de wachtwoord-vergrendeling. Zie bladzijde 30 voor details. MENU POSITION 2 opties Voor het veranderen van de plaats van het menu. CINEMA MODE AUTO De filmfunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer een filmbronsignaal wordt ontvangen. OFF De filmfunctie wordt niet geactiveerd. VIDEO SIGNAL 8 opties Met AUTO gekozen, wordt het juiste videoformaat automatisch op basis van het ingangssignaal gekozen. Kies het gewenste videoformaat handmatig indien de beelden niet juist worden getoond. SET UP AUTO Selecteer AUTO voor normaal gebruik. Als LANGUAGE niet is ingesteld op en 480i, 480p of TV60 wordt ingevoerd als signaal, verandert de waarde voor de optie SET UP automatisch in 7.5%. OFF Kies voor een lichter zwart. 3.75% / 7.5% Kies voor donkerder zwart. • Als 7.5% wordt gekozen, wordt de helderheid verminderd via annulering van de set up functie (alleen voor de Verenigde Staten). Kies OFF als het beeld donker is. SCART INPUT ON / OFF Kies ON als u de projector verbindt met een apparaat dat een SCARTaansluiting heeft die een RGB-signaal doorgeeft. SCART-aansluitingen worden voornamelijk in Europa gebruikt. Normaal gesproken kiest u OFF. (Alleen beschikbaar voor het ingangssignaal op de COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN-aansluiting.) LANGUAGE 10 talen Kies de gewenste taal voor de menu’s. Voor het terugstellen van alle menu-instellingen (uitgezonderd PASSWORD en RESET ALL OK LANGUES) naar de fabrieksinstellingen. • Als SCART INPUT op ON staat, worden normale computersignalen niet geprojecteerd. • Gebruik een SCART-BNC of SCART-Mini D-Sub 15P kabel (los verkrijgbaar) wanneer u deze projector verbindt met een AV-apparaat dat een SCART-aansluiting heeft. • Sommige AV-apparaten die een SCART-aansluiting hebben, zijn niet compatibel met deze projector. • Het kan even duren voordat RESET ALL in het FEATURE-menu uitgevoerd is.
NE-25
Menubediening (vervolg) 4. SIGNAL menu opt.
SIGNAL
R RG GB B
5. USER menu SVGA60
USER
AV MEMORY 1
CLAMP POSITION
1
CLAMP WIDTH
1
HORIZ. POSITION
0
VERT. POSITION
0
FINE SYNC.
0
LPF
TRACKING
0
SHUTTER (U)
0
SHUTTER (L)
0
SHUTTER (LS)
0
SHUTTER (RS)
0
COMPUTER INPUT
AUTO
OVER SCAN
100%
HOLD
ON
USER
OK
?
VERT. SYNC
AUTO OFF
4. SIGNAL Menu FUNCTIE INSTELLING HORIZ. POSITION 0 - 999 * VERT. POSITION 0 - 999 * FINE SYNC. 0 - 31
WERKING Voor het instellen van de horizontale positie van het geprojecteerde beeld. Voor het instellen van de vertikale positie van het geprojecteerde beeld. Voor het minimaliseren van flikkeringen of waas tijdens het bekijken van geprojecteerde beelden. TRACKING 0 - 9999 * Voor het minimaliseren van vertikale, brede strepen tijdens het bekijken van geprojecteerde beelden. COMPUTER INPUT AUTO De juiste instelling wordt automatisch geselecteerd. RGB Kies deze optie indien u de projector heeft verbonden met “hoog-definitie” videoapparatuur die R, G en B uitgangsaansluitingen heeft. Kies deze optie als u de projector verbindt met een DVD-speler of ander YCBCR / YPBPR apparaat met een samengestelde YCBCR- of YPBPR-videouitgang. OVER SCAN 100 - 90% * Hiermee past u het weergavegebied van het geprojecteerde beeld aan wanneer u LD en DVD’s afspeelt. HOLD OFF / ON Voor het instellen van het beeld wanneer het bovenste gedeelte van het scherm wat trilt. • Opties die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) zijn, afhankelijk van het type ingangssignaal, mogelijk niet langer beschikbaar. • Er kunnen horizontale strepen in een vergroot geprojecteerde beeld verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • Er is mogelijk wat ruis indien u de horizontale of vertikale positie extreem verandert. • Het instelbereik van de vertikale positie varieert afhankelijk van het soort ingangssignaal. Het beeld blijft mogelijk op dezelfde positie, ook al verandert u de waarde. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • Als u de OVERSCAN-instelling vergroot terwijl u videobeelden bekijkt, kan storing op het scherm verschijnen. Verklein in dat geval de OVERSCAN-instelling. • Als VIDEO of S-VIDEO is gekozen als bron, is OVER SCAN niet beschikbaar voor bepaalde signalen. • OVER SCAN is niet beschikbaar in de modus REAL. 5. USER menu FUNCTIE INSTELLING CLAMP POSITION 1 - 255 *
WERKING Voor het corrigeren van het solide wit of solide zwart van het geprojecteerde beeld. CLAMP WIDTH 1 - 63 * Voor het corrigeren van het solide zwart van het geprojecteerde beeld. VERT.SYNC AUTO / OFF Het beeld aanpassen als de bewegingen niet soepel verlopen. Selecteer AUTO voor normaal gebruik. LPF ON / OFF Gebruik deze optie om te selecteren of u de LPF al dan niet wilt inschakelen. SHUTTER (U) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk boven aan het beeld weergeven. SHUTTER (L) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk onder aan het beeld weergeven. SHUTTER (LS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de linkerkant van het beeld weergeven. SHUTTER (RS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de rechterkant van het beeld weergeven. • Opties die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) zijn, afhankelijk van het type ingangssignaal, mogelijk niet langer beschikbaar.
AV-geheugen Voor iedere ingangsbron kunt u maximaal 3 patronen met instellingen voor de beeldkwaliteit opslaan. De instellingen opslaan 1. Druk op een knop AV MEMORY (M1, M2 of M3) op de afstandsbediening om de instellingen op te slaan. 2. Stel de opties van het menu IMAGE in. • De instellingen worden automatisch opgeslagen. • De opties kunnen tevens worden ingesteld met behulp van de knoppen voor aanpassing van de beeldkwaliteit op de afstandsbediening. De opgeslagen instellingen voor de beeldkwaliteit activeren 1. Druk op de knop AV MEMORY om de opgeslagen instelling te activeren. • De instellingen voor de beeldkwaliteit die zijn opgeslagen in het geselecteerde geheugen worden geactiveerd. • Als van invoerbron wordt veranderd, wordt de als laatste geselecteerde instelling voor het AV-geheugen geactiveerd. • Als RESET ALL in het menu FEATURE wordt geselecteerd, worden alle instellingen van het AV-geheugen gewist.
NE-26
Instellen van geprojecteerde beelden Instellen van de helderheid (CONTRAST en BRIGHTNESS): U kunt de helderheid van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het IMAGE menu op. 2. Kies CONTRAST of BRIGHTNESS door op de S of T toets te drukken. 3. Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets. CONTRAST Kies voor het instellen van het contrast van het beeld. Door iedere druk op de X toets wordt het beeld helderder met een scherper contrast. Door iedere druk op de W toets wordt het beeld donkerder met een zwakker contrast. BRIGHTNESS Door iedere druk op de X toets wordt het beeld helderder. Door iedere druk op de W toets wordt het beeld donkerder.
Instellen van de kleur (COLOR en TINT): U kunt de kleur van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het IMAGE menu op. 2. Kies COLOR of TINT door op de S of T toets te drukken. • Afhankelijk van het type ingangssignaal kan COLOR niet beschikbaar zijn. • U kunt TINT uitsluitend kiezen indien een NTSC-signaal wordt ontvangen. 3. Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets. COLOR U kunt de “verzadiging” van de kleur van het geprojecteerde beeld instellen. Door iedere druk op de X toets wordt de kleur intenser. Door iedere druk op de W toets wordt de kleur lichter. • U kunt COLOR niet kiezen indien u COMPUTER of HDMI als ingangsbron heeft gekozen. TINT U kunt de tint van het geprojecteerde beeld aanpassen. Door iedere druk op de X toets wordt het beeld wat groener. Door iedere druk op de W toets wordt het beeld wat roder.
Verscherpen of verzachten van het geprojecteerde beeld (SHARPNESS): U kunt de scherpte van het geprojecteerde beeld met gebruik van het menu instellen. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het IMAGE menu op. 2. Kies SHARPNESS door op de S of T toets te drukken. 3. Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets.
NE-27
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg) Instellen van de kleurtemperatuur (COLOR TEMP.):
U kunt een reeds vastgelegde kleurtemperatuur (wit-toon) met gebruik van het menu instellen. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het IMAGE menu op. 2. Kies COLOR TEMP. door op de S of T toets te drukken. 3. Kies de gewenste kleurtemperatuur door op de W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets.
Instellen van de kleurtemperatuur (zelf de kleurtemperatuur samenstellen):
Voor het zelf bepalen (en vastleggen) van de kleurtemperatuur, moet u de volgende procedure uitvoeren. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) COLOR TEMP.-USER 1. Kies COLOR TEMP. van het IMAGE menu. CONTRAST R 2. Druk op de W of X toets om USER te kiezen. CONTRAST G 3. Druk op de ENTER toets. CONTRAST B 4. Druk op de S of T toets om de gewenste functie te kiezen. 5. Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen. BRIGHTNESS R 6. Herhaal stappen 4 en 5 voor het optimaal instellen. BRIGHTNESS G Annuleren van het menu: 7. Druk op de MENU toets.
BRIGHTNESS B
0 0 0 0 0 0
Activeren van de vastgelegde kleurtemperatuur: 1. Kies USER door op de COLOR TEMP toets van de afstandsbediening te drukken.
Meer over de kleurtemperatuur Er zijn verschillende soorten wit. De kleurtemperatuur toont het verschil in de diverse soorten wit. Wit met een lage kleurtemperatuur wordt wat blauw getoond. Wit met een hogere kleurtemperatuur wordt wat roodkleurig. U kunt de kleurtemperatuur bijvoorbeeld op de volgende manieren wijzigen: Verhogen van de kleurtemperatuur: Verhoog CONTRAST B (blauw) en verlaag CONTRAST R (rood). Verlagen van de kleurtemperatuur: Verlaag CONTRAST B (blauw) en verhoog CONTRAST R (rood). • Indien u CONTRAST R, G en B alle een negatieve waarde geeft, dan is de oorspronkelijke helderheid van het beeld niet te behalen, zelfs niet als u voor CONTRAST in het IMAGE-menu het maximum instelt.
De mate van helderheidsverandering instellen (GAMMA MODE): U kunt met het menu een vooraf ingestelde gammamodus kiezen. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) 1. Roep het IMAGE menu op. 2. Kies GAMMA MODE door op de S of T toets te drukken. 3. Kies de gewenste gamma instelling door op W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets.
De oorspronkelijke mate van helderheidsverandering instellen (Zelf de gammamodus bepalen): Om de gammamodus van uw voorkeur in te stellen (en vast te leggen) voert u de volgende procedure uit. (Zie bladzijde 24 voor menu-instellingen.) GAMMA MODE-USER1 1. Kies GAMMA MODE in het IMAGE-menu. REFERENCE 2. Druk op toets W of X om USER1 of USER2 te kiezen. HIGH 3. Druk op de ENTER toets. 4. Druk op de S of T toets om REFERENCE te kiezen. MID 5. Druk op toets W of X om de basis-gammacurve te kiezen. LOW • In het algemeen kiest u uit de vooraf ingestelde gammacurve de curve die het meest uw voorkeur heeft. 6. Druk op de S of T toets om de gewenste functie te kiezen.
HIGH : Hiermee kunt u de gradatie van de lichte beelden aanpassen. MID : Hiermee kunt u de gradatie van de beelden met gemiddelde helderheid aanpassen. LOW : Hiermee kunt u de gradatie van de donkere beelden. 7. Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen. 8. Herhaal stappen 6 en 7 voor het optimaal instellen. Annuleren van het menu: 9. Druk op de MENU toets. Activeren van de vastgelegde gammamodus: 1. Kies USER1 of USER2 door op de toets GAMMA van de afstandsbediening te drukken.
• Bij sommige beelden is een verandering in de helderheid mogelijk moeilijk waar te nemen.
NE-28
VIDEO 0 0 0
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg) Deze projector projecteert videosignalen van een computer automatisch op de juiste wijze. Afhankelijk van het type computer worden bepaalde videosignalen echter mogelijk niet geprojecteerd. Druk in dat geval op de AUTO POSITION toets. (Zie bladzijde 22.) U moet instellingen met het SIGNAL menu maken indien het signaal vervolgens nog niet juist worden geprojecteerd.
Instellen van het van een computer ontvangen beeld met gebruik van het menu: Voer voor de volgende problemen de overeenkomende volgende procedures uit. Er verschijnen brede strepen. ………………………… Stel TRACKING van het SIGNAL menu in. Het geprojecteerde beeld flikkert. Het geprojecteerde beeld is wazig. …………………… Stel FINE SYNC. van het SIGNAL menu in. Het geprojecteerde beeld is niet in de juiste horizontale positie. … Stel HORIZ.POSITION van het SIGNAL menu in. Door iedere druk op de W toets verplaatst het beeld naar links. Door iedere druk op de X toets verplaatst het beeld naar rechts. Het geprojecteerde beeld is niet in de juiste vertikale positie. …… Stel VERT.POSITION van het SIGNAL menu in. Door iedere druk op de W toets verplaatst het beeld omhoog. Door iedere druk op de X toets verplaatst het beeld omlaag. Het bovenste deel van het beeld wappert. …………… Verander de instelling van HOLD in het SIGNAL-menu. Kies ON , druk op de ENTER-toets, en pas BEGIN of END aan om het wapperen te minimaliseren. Er verschijnt effen zwart of effen wit in het beeld. …… Stel CLAMP POSITION of CLAMP WIDTH van het SIGNALUSER-menu in. De beweging verloopt niet soepel. …………………… Stel VERT. SYNC. van het SIGNAL-USER-menu in. Selecteer AUTO voor normaal gebruik. Op de rechter of linker helft van het beeld verschijnt storing. …… Stel SHUTTER (LS) of SHUTTER (RS) van het SIGNAL-USERmenu in. Op het bovenste of onderste deel van het beeld verschijnt storing. … Stel SHUTTER (U) of SHUTTER (L) van het SIGNAL-USERmenu in. 1. Roep het SIGNAL menu op. 2. Druk op de S of T toets om een in te stellen functie te kiezen. 3. Stel de gekozen functie in door op de W of X toets te drukken. Annuleren van het menu: 4. Druk op de MENU toets. • Verander voor normaal gebruik de instellingen van het SIGNAL menu niet. Eenvoudige methode voor het instellen van de beeldpositie Instellen van de horizontale positie: 1. Breng de linkerrand van het beeld in lijn met de linkerkant van het scherm door HORIZ.POSITION in te stellen. Breng daarna de rechterrand van het beeld in lijn met de rechterkant van het scherm door TRACKING in te stellen. 2. Herhaal de hierboven beschreven stap 1 totdat de horizontale positie goed is. Instellen van de vertikale positie: 3. Breng de bovenrand van het beeld in lijn met de bovenkant van het scherm door VERT.POSITION in te stellen. LPF U kunt kiezen of u LPF wel of niet wilt activeren. Stel normaliter op OFF. Afhankelijk van het type DVD-speler, verschijnen er mogelijk vertikale of horizontale ruisstrepen in het geprojecteerde beeld. U kunt in dat geval deze ruis verminderen door LPF te activeren. Het geprojecteerde beeld wordt dan echter wel wat waziger. 1. 2. 3. 4. 5.
Roep het SIGNAL menu op. Druk op de S of T toets om USER te kiezen. Druk op de ENTER toets. Druk op de S of T toets om LPF. Druk op de W of X toets om ON of OFF.
LPF
OFF
Annuleren van het menu: 6. Druk op de MENU toets.
NE-29
Geavanceerde functies Wachtwoordfunctie Deze projector is uitgerust met een wachtwoordfunctie die is bedoeld om diefstal en onjuist gebruik door kinderen te voorkomen, en om de toegang te beperken tot gespecificeerde gebruikers. De wachtwoordfunctie
biedt de volgende twee mogelijkheden. DISPLAY INPUT ...........Als u de projector aanzet, verschijnt het opstartscherm ofwel splash-scherm. Dit blijft u zien totdat u het wachtwoord invoert. Na invoeren van het wachtwoord wordt het opstartscherm vervangen door het normale gebruiksscherm. MENU ACCESS............Alle toetsen, uitgezonderd de POWER toets van de projector, zijn uitgeschakeld. (De toetsen van de afstandsbediening werken wel.) U kunt deze functie gebruiken om ongewenste bediening door bijvoorbeeld kinderen of niet-geregistreerde gebruikers te voorkomen.
Activeren van de wachtwoordfunctie: 1. Roep het FEATURE menu op. 2. Druk op de S of T toets om PASSWORD FUNCTION te kiezen. 3. Druk op toets X om van DISPLAY INPUT naar MENU ACCESS te gaan of omgekeerd. • Indien al een wachtwoord ingesteld is, verandert de modus niet. Druk in dat geval op de ENTERtoets om de wachtwoordfunctie uit te zetten en probeer het nogmaals. 4. Druk op de ENTER toets. • Het scherm voor het instellen van de wachtwoordfunctie verschijnt. DISPLAY INPUT LOCK
OK
UNLOCK
OK
5. Druk op de ENTER toets. • Het scherm voor het invoeren van een wachtwoord verschijnt. PASSWORD CONFIRM OK
CANCEL
6. Druk op de S of T toets om een cijfer vanaf 0 t/m 9 te kiezen. 7. Druk op de X toets. • U kunt nu het volgende cijfer instellen. 8. Herhaal stappen 6 en 7 om een vier-cijferig wachtwoord in te stellen. 9. Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in door dezelfde stappen uit te voeren. 10.Kies OK en druk vervolgens op de ENTER toets. • Indien u het laatst ingevoerde wachtwoord niet met het ingestelde wachtwoord overeenkomt, verschijnt een foutmelding. • Druk op CANCEL en vervolgens op de ENTER toets om de procedure te annuleren. • U kunt de procedure ook annuleren door op de MENU toets te drukken.
NE-30
Annuleren van de wachtwoordfunctie: 1. Roep het FEATURE menu op. 2. Druk op de S of T toets om PASSWORD FUNCTION te kiezen. 3. Druk op de ENTER toets. • Het scherm voor het annuleren van de wachtwoordfunctie verschijnt. DISPLAY INPUT LOCK
OK
UNLOCK
OK
4. Druk op de ENTER toets. • Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt. PASSWORD OK
CANCEL
5. Druk op de S of T toets om een cijfer vanaf 0 t/m 9 te kiezen. 6. Druk op de X toets. • U kunt nu het volgende cijfer instellen. 7. Herhaal stappen 5 en 6 om het vier-cijferig wachtwoord in te stellen. 8. Druk op de X toets om OK te kiezen en druk vervolgens op de ENTER toets. • Indien u een fout wachtwoord heeft ingevoerd, verschijnt een foutmelding. • Druk op de X toets, kies CANCEL en druk vervolgens op de ENTER toets om de procedure te annuleren. • U kunt de procedure ook annuleren door op de MENU toets te drukken. Belangrijk: • Indien u uw wachtwoord bent vergeten, moet u tegelijkertijd de MENU en ENTER toetsen van het bedieningspaneel ingedrukt houden om de wachtwoordfunctie te annuleren.
Vervangen van de lamp Deze projector gebruikt een lamp voor het projecteren van beelden. De levensduur van deze lamp is beperkt. De lamp kan doorbranden of het licht van de lamp wordt zwakker na verloop van tijd. U moet in dat geval de lamp zo snel als mogelijk vervangen. Vervang de lamp uitsluitend door een nieuwe lamp die speciaal voor deze projector is gefabriceerd. Raadpleeg de plaats van aankoop van de projector voor details. Reservelamp
VLT-HC910LP
Waarschuwing: • Wees voorzichtig en laat de lamp-bevestigingsschroefjes beslist niet in de projector vallen. Steek geen metalen voorwerpen of ontvlambare voorwerpen in de projector. Het gebruik van de projector met schroefjes of andere voorwerpen in de projector kan een elektrische schok geven of brand veroorzaken. Raadpleeg de plaats van aankoop indien u voorwerpen in de projector niet zelf kunt verwijderen. • Installeer de lamp op de juiste, stevige wijze. De lamp zal niet gaan branden indien deze niet juist is geplaatst. Het verkeerd plaatsen van de lamp kan daarbij brand veroorzaken. • Schud niet met de verwijderde lamp en houd de lamp niet boven uw gezicht. U kunt oogletsel oplopen door rondvliegende of vallende glasdeeltjes. • Vervang de lamp niet onmiddellijk na gebruik, aangezien het lampdeksel dan zeer heet is. U kunt brandwonden oplopen. Zet het apparaat uit met de POWER-toets. Wacht nadat de lamp uit gaat ongeveer twee minuten, totdat de in- en uitlaatventilatoren voor koeling van de lamp zijn gestopt met draaien. Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact en wacht minstens een uur totdat de lamp voldoende afgekoeld is voor aanraking. • Vermijd directe aanraking van de lamp. Deze kan breken en verwonding of verbranding veroorzaken. Interval voor vervanging van de lamp De aanbevolen interval voor vervanging van de lamp bedraagt ongeveer 3000 uur*1*2 gebruiksuren. Dit interval kan variëren afhankelijk van de gebruiksomgeving en kan korter zijn dan 3000 uur*1*2. Vermindering van de helderheid van het licht en/of de kleuren geeft aan dat de lamp moet worden vervangen. Als de lamp nog steeds werkt na 2250 uur*1, knippert de indicator afwisselend groen en rood terwijl de lamp brandt (als de lamp niet brandt, brandt de indicator alleen rood) en wordt het bericht voor vervanging van de lamp gedurende één minuut weergegeven op het scherm telkens wanneer de lamp wordt ingeschakeld. Als de lamp nog steeds werkt na 2850 uur*1, wordt het vervangingsbericht (LAMP EXCHANGE) in het vervolg gedurende één minuut elke 15 uur*1 weergegeven op het scherm. Als de lamp nog steeds werkt na 3000 uur*1*2, wordt de projector automatisch uitgeschakeld en kan deze niet meer worden gebruikt totdat de lamp is vervangen en de bedrijfstijd van de lamp op nul is gezet. *1 Als de optie LAMP MODE in het menu INSTALLATION is ingesteld op LOW. Als deze optie is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort. *2 Als de optie LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort tot 2000 uur. Let op: • Verwijder de lamp niet voor andere doeleinden dan het vervangen van de lamp. De lamp kan door onnodig verwijderen worden beschadigd. • Deze projector gebruikt een hoge-druk kwiklamp als lichtbron. Deze hoge-druk kwiklamp kan ontploffen of permanent niet meer gaan branden door schokken, krassen of verslechtering door gebruik. De periode nadat de lamp kan ontploffen of niet meer gaat branden verschilt van lamp tot lamp en is tevens verschillend afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. De lamp kan derhalve ook na ingebruikname ontploffen. • De kans op ontploffing van de lamp wordt groter wanneer u de lamp na de aangegeven periode voor vervanging nog blijft gebruiken. Vervang de lamp direct door een nieuwe wanneer de melding voor het vervangen verschijnt, ook al werkt de lamp nog normaal. • Indien de hoge-druk kwiklamp ontploft, zullen er stukjes glas in en buiten de lamphouder komen en wordt het gas van de lamp naar het interieur van de projector en tevens buiten de projector afgevoerd. Het gas in de lamp bevat kwik. Adem beslist niet in en vermijd dat het gas in uw mond of ogen of op uw huid komt. Raadpleeg direct een arts indien het gas werd ingeademd of in iemands ogen of mond is gekomen. • Als de hogedruk-kwiklamp explodeert, kunnen binnen in de projector stukjes glas liggen. Vraag uw dealer de lamp te vervangen en de binnenkant van de projector te inspecteren. Als u de lamp zelf reinigt of vervangt, moet u ervoor zorgen dat u de lamp bij de handgreep vastpakt. U kunt zich verwonden aan stukjes glas. • Vervang de lamp niet terwijl de projector aan het plafond hangt. Mogelijk vallen er stukjes glas uit de projector, die in uw ogen of mond terecht kunnen komen en daar tot letsel leiden. • Controleer dat de projector stevig staat wanneer u de projector voor het vervangen van de lamp of het uitvoeren van onderhoud ondersteboven plaatst. • Gebruik uitsluitend de voor deze projector geschikte lamp VLT-HC910LP. Het gebruik van andere lampen kan storing van de projector tot gevolg hebben.
NE-31
Vervangen van de lamp (vervolg) Vervangen van de lamp:
(b)
(a)
(c)
(c)
1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de projector voorzichtig om. 3. Draai de schroef (a) los met een kruiskopschroevendraaier (+) en verwijder de lampafdekking (b). 4. Draai de schroeven (c) los met een kruiskopschroevendraaier (+). 5. Trek de hendel omhoog. 6. Verwijder met de hendel de lamphouder terwijl u de projector vasthoudt. • Trek de lamphouder voorzichtig en langzaam uit de projector. De lamp zou kunnen breken en stukjes glas verstrooien indien u de lamp te snel verwijdert. • Voorkom letsel en/of brand en mors derhalve geen vloeistof op de verwijderde lamphouder, plaats niet in de buurt van ontvlambare voorwerpen en houd buiten het bereik van kleine kinderen. 7. Plaats een nieuwe lamphouder stevig met de juiste richting in de projector. 8. Druk de hendel weer terug naar de oorspronkelijk positie. • Controleer dat de hendel vergrendelt. 9. Draai schroeven (c) met een kruiskopschroevendraaier (+) weer vast. 10.Draai schroef (a) met een kruiskopschroevendraaier (+) vast zodat de lampafdekking weer vastzit. Terugstellen van de gebruikstijd van de lamp Steek het netsnoer in en stel de bedrijfstijd van de lamp terug door de toetsen W, X en POWER op het bedieningspaneel tegelijk ingedrukt te houden.
Belangrijk: • De gebruikstijd van de lamp wordt niet teruggesteld indien u deze drie toetsen niet tegelijkertijd ingedrukt houdt. • Controleer dat de STATUS indicator twee keer oplicht en de gebruikstijd van de lamp juist is teruggesteld. • De projector kan niet worden ingeschakeld indien de lampafdekking niet juist is bevestigd. • Stel de gebruikstijd van de lamp beslist terug na het vervangen van de lamp. • Stel de gebruikstijd van de lamp niet terug indien u de lamp niet heeft vervangen. • De lamp is breekbaar. Let er bij breuk van de lamp op dat u zich niet snijdt aan glasdeeltjes. • Vraag uw leverancier om een nieuwe lamp. • Deze projector maakt gebruik van een lamp die kwik bevat. Het weggooien van de lamp of van de projector met lamp kan om milieuredenen aan regels gebonden zijn.
Onderhoud Waarschuwing: Gebruik geen brandbare oplosmiddelen (benzeen, verdunningsmiddel, enz.) en brandbare spuitbussen wanneer u de behuizing en de lens van de projector schoonmaakt. Brandbare stoffen kunnen ontvlammen en brand of een defect veroorzaken wanneer de lamp brandt. Let op: Schakel de lamp beslist uit en trek de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact alvorens onderhoud voor de projector uit te voeren.
Reinigen van de projector en de ventilatie-openingen Gebruik een zachte doek voor het schoonmaken van de projector en de ventilatieroosters. Indien de roosters zeer vuil zijn, kunt u ze met een met neutraal schoonmaakmiddel en water bevochtigde doek reinigen en vervolgens met een droge doek drogen. Bescherm de behuizing van de projector tegen verkleuring of beschadiging: • Gebruik geen insectenspray op, bij of in de projector. • Gebruik geen benzine of thinner voor het reinigen. • Vermijd langdurig contact van rubber of plastic materialen met de projector.
Reinigen van de lens Gebruik een standaard lensreinigingsborsteltje, blaasbalgje of een met lensreinigingsvloeistof bevochtigd lensdoekje. Het oppervlak van de lens kan gemakkelijk worden beschadigd. Gebruik uitsluitend aanbevolen, niet-schurende lensreinigers. Probeer de lens niet met uw vingers schoon te maken.
NE-32
Oplossen van problemen Controleer de volgende punten alvorens de projector voor reparatie weg te brengen. Stop het gebruik van de projector, trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw leverancier indien het probleem niet op te lossen lijkt. Geen beeld op het scherm. Probleem
Oplossing
Stroom kan niet worden ingeschakeld.
• Controleer of de indicators zijn opgelicht en hoe ze zijn opgelicht, of gedooft. POWER
STATUS
Uit
Uit
Oplossing • Verbind het netsnoer met de projector. • Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. • Verwijder voorwerpen die de luchtinlaat- of uitlaatroosters blokkeren en voer vervolgens het volgende uit:
Uit
Continu rood
Knipperend oranje
1. 2. 3. 4.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Controleer dat de projector is afgekoeld. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk op de POWER toets
• Verwijder, indien aanwezig, voorwerpen die het luchtinlaat- of uitlaatrooster blokkeren. • Zorg dat de luchtuitlaatroosters niet aan hete lucht van een verwarming onderhevig zijn. • Druk op de POWER toets nadat de STATUS indicator niet meer knippert.
Knipperend groen
• Indien u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl de ventilator nog draait, kan de lamp vervolgens gedurende ongeveer een minuut niet worden ingeschakeld wanneer u later de stekker weer in het stopcontact steekt. • De lamp kan na het uitschakelen pas na ongeveer een minuut weer worden ingeschakeld.
• Druk zo vaak als nodig op de POWER toets. • Vervang de lamp. (Het is het eind van de levensduur van de lamp.) Continu rood Uit Knipperend rood/groen
Continu of
• Bevestig de lampafdekking op de onderkant. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg uw leverancier.
Knipperend
Geen beeld op het scherm.
• Controleer of de lensdop is verwijderd. • Het duurt mogelijk een minuut eer de lamp gaat branden. • De lamp zal onder bepaalde omstandigheden niet gaan branden. Wacht in dat geval een paar minuten en probeer het opnieuw. • De projector werd de laatste keer uitgeschakeld voordat de lamp voldoende was afgekoeld, de ventilator begint mogelijk te draaien en de POWER toets werkt niet nadat u de stekker weer in het stopcontact heeft gestoken. Nadat de ventilator is gestopt, moet u op de POWER toets drukken om de stroom in te schakelen waarbij de POWER indicator oplicht. • Controleer dat het luchtinlaatrooster schoon is. • Stel SCART INPUT van het FEATURE menu op OFF. (Zie bladzijde 25.) • Controleer dat de lampafdekking is gesloten. (Zie bladzijde 32.) • Controleer dat de kabels die met de externe apparatuur zijn verbonden niet beschadigd zijn. • Indien u een verlengkabel gebruikt, moet u deze ter controle vervangen door de bijgeleverde kabel. Indien beelden juist worden getoond, moet u een RGBsignaalversterker met de verlengkabel gebruiken. • Zoek in de bedieningshandleiding van het video-apparaat op hoe u het aansluit.
Spanning wordt uitgeschakeld.
• Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door geblokkeerde inlaat- en/of uitlaatroosters van de ventilator. (In dat geval knippert de STATUS-indicator oranje.) Verwijder de voorwerpen waardoor de inlaat- en/of uitlaatroosters worden geblokkeerd en voer vervolgens de volgende procedure uit. 1. Wacht totdat de inlaat- en/of uitlaatventilator gestopt is/zijn. (Wacht totdat de STATUS-indicator dooft.) 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Wacht ongeveer 10 minuten. 4. Steek de stekker weer in het stopcontact. 5. Druk op de POWER toets. • De lamp moet worden vervangen wanneer de STATUS indicator rood knippert. Vervang de lamp. • Controleer of AUTO POWER OFF is uitgeschakeld. • Als de lamp versleten is, is het mogelijk dat ze nog even brandt en daarna uitgaat.
NE-33
Oplossen van problemen (vervolg) Geen beeld op het scherm. (vervolg) Probleem
Oplossing
Het scherm voor het invoeren van het wachtwoord verschijnt. “NO SIGNAL” wordt getoond.
• PASSWORD FUNCTION in het FEATURE-menu is ingesteld op DISPLAY INPUT om het wachtwoordslot te activeren. J Voer het wachtwoord in of neem contact op met degene die de projector beheert. (Zie bladzijde 30.) • Schakel de stroom van het aangesloten apparaat in of controleer of er iets fout met het aangesloten apparaat is. • Controleer of het externe apparaat signalen uitstuurt. (Controleer dit vooral indien het externe apparaat een notebook-computer is.) • Controleer dat de op het externe apparaat aangesloten kabel niet defect is. • Controleer dat de projector met gebruik van de juiste aansluitingen met het externe apparaat is verbonden. • Controleer dat de juiste ingangsbron voor het aangesloten apparaat is gekozen. • Indien u een verlengkabel gebruikt, moet u deze ter controle vervangen door de bijgeleverde kabel. Indien beelden juist worden getoond, moet u een RGBsignaalversterker met de verlengkabel gebruiken.
Beelden worden niet juist getoond. Probleem
Oplossing
Geprojecteerde beelden trillen. Geprojecteerde beelden zijn niet op de juiste plaats.
• Controleer dat er geen onderbreking in de kabels, die met de externe apparatuur zijn verbonden, is. • Controleer dat de stekker van de kabel goed in de aansluiting van de externe apparatuur is gestoken. • Druk op de AUTO POSITION toets. • Bepaalde computers sturen onder niet-veel voorkomende situaties, out-of-spec signalen uit. Stel het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 29.) • Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie bladzijde 10.) • Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 27.) • Vervang de lamp. (Zie bladzijde 31.) • Stel scherp. (Zie bladzijden 17 en 21.) • Reinig de lens. • Druk op de W of X toets van de afstandsbediening om de flikkeringen te minimaliseren. • Stel TRACKING en FINE SYNC. van het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 29.) • Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 27.) • Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie bladzijde 10.) • Dit is normaal voor een DLP™-projector en duidt dus niet op een defect. (Een klein aantal beeldpunten blijven mogelijk opgelicht of lichten niet op, maar dat is normaal en duidt dus niet op een defect. 99,99% van de beeldpunten zijn effectief.) • Dit wordt veroorzaakt door ruis van kleuronderbrekingen wat normaal voor een DLP™ systeem is en duidt dus niet op een defect.
Geprojecteerde beelden zijn vervormd. Geprojecteerde beelden zijn donker. Geprojecteerde beelden zijn wazig.
Witte of Zwarte punten in de geprojecteerde beelden. Regenboog-effect met geprojecteerde beelden. Dunne strepen in de geprojecteerde beelden. Geprojecteerde beelden “golven”.
De kleurschakering is onjuist. Tint in geprojecteerde beelden is onjuist.
Verschillende kleurtinten.
NE-34
• Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op een defect. Vervang het scherm of verander de scherpstelling wat. • Steek de stekkers van de kabels van de externe apparatuur goed in de juiste aansluitingen. • Houd de projector uit de buurt van apparatuur die storende radiogolven uitsturen. • Als de keystone-aanpassing wordt uitgevoerd, wordt het beeld mogelijk niet correct weergegeven, afhankelijk van het type ingangssignaal. Dit is geen storing aan het product. In dat geval past u de keystone-instelling zo aan dat de keystone-correctie zo gering mogelijk is. • Controleer dat de kabels die met de externe apparatuur zijn verbonden niet beschadigd zijn. • Controleer dat COMPUTER INPUT van het SIGNAL menu juist is ingesteld. (Zie bladzijde 26.) • Controleer dat de verbindingskabels met de externe apparatuur niet zijn ontkoppeld of beschadigd. • Wanneer u de geprojecteerde beelden van twee projectoren vergelijkt, kunt u verschillen in kleurtinten merken als gevolg van verschillende optische onderdelen. Dit is geen defect. • Wanneer u beelden die door deze projector worden geprojecteerd vergelijkt met de beelden op een televisie- of computerscherm, kunt u verschillen in kleurtinten merken vanwege een verschillend kleurweergavebereik. Dit is geen defect.
Oplossen van problemen (vervolg) Beelden worden niet juist getoond. (vervolg) Probleem
Oplossing
Uitsluitend de bewegende gedeeltes van beelden van een computer verschijnen niet.
• Dit wordt veroorzaakt door de computer die u gebruikt. Raadpleeg de computerfabrikant.
Geprojecteerde beelden zijn donker.
• Zorg dat de uitgangsresolutie van uw computer overeenkomt met de resolutie van de projector. Raadpleeg de computerfabrikant of gebruiksaanwijzing van de computer omtrent het veranderen van de resolutie van uw computer. (Zie bladzijde 38.) • Bepaalde beelden en tekst worden donker getoond met keystone ingesteld. Gebruik in dat geval de projector zonder de keystone-instelling. (Zie bladzijde 18.)
Overige Probleem
Oplossing
De uitlaatroosters van de ventilator geven warme lucht af.
• Het interieur van de projector wordt gekoeld. U voelt wat warme lucht uit de roosters, maar dat is normaal.
Menu’s kunnen niet worden ingesteld.
• De microcomputers binnen in de projector werken mogelijk niet goed vanwege ruis. J Druk op de knop POWER om de lamp uit te schakelen en trek het netsnoer uit het stopcontact. Wacht ongeveer 10 minuten, sluit het netsnoer weer aan en probeer het opnieuw.
“TEMPERATURE!!” wordt getoond.
• Deze aanduiding verschijnt indien de omgevingstemperatuur te hoog is. De lamp zal uitgaan indien de temperatuur niet daalt. J Zorg dat het niet te heet in de kamer wordt. • Deze aanduiding verschijnt wanneer de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters geblokkeerd zijn. De lamp zal uitgaan indien deze roosters geblokkeerd blijven. J Verwijder de voorwerpen die de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters blokkeren. Reinig het filter indien het verstopt is.
De markering verschijnt.
• Deze markering verschijnt indien een verkeerde bediening wordt uitgevoerd. Dit is geen storing van de projector.
Afstandsbediening functioneert onjuist of geheel niet.
• Controleer of de batterijen van de afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. (Zie bladzijde 6.) • Controleer of de afstandsbedieningssensor niet aan het directe zonlicht of vel neonlicht wordt blootgesteld. (Zie bladzijde 9.) • Gebruik de afstandsbediening binnen het aangegeven bereik. (Zie bladzijde 9.) • Gebruik de afstandsbediening op tenminste 10 cm afstand van de projector.
Toetsen op het bedieningspaneel (uitgezonderd de POWER toets) functioneren niet.
• PASSWORD FUNCTION in het FEATURE-menu is ingesteld op MENU ACCESS om het wachtwoordslot te activeren. J Zet het wachtwoordslot uit of neem contact op met degene die de projector beheert. (Zie bladzijde 30.)
Vreemd geluid.
• Het kleurenwiel draait met hoge snelheid en u hoort derhalve mogelijk een metaalachtig geluid onder bepaalde omstandigheden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Controleer eerst het volgende indien u na het vervangen van de lamp de volgende problemen heeft. Probleem
Oplossing
De projector kan niet worden ingeschakeld.
• Bevestig de lampafdekking stevig. (Zie bladzijden 31 en 32.) • Stel de gebruikstijd van de lamp terug. (Zie bladzijde 32.)
De STATUS indicator knippert.
• Stel de gebruikstijd van de lamp terug. (Zie bladzijde 32.)
Kensington vergrendeling Deze projector heeft een Kensington Security Standard aansluiting voor het gebruik met een Kensington MicroSaver Security systeem. Zie de bij het Kensington systeem geleverde aanwijzingen voor het beveiligen van uw projector. Raadpleeg de volgende Kensington Technology Group. Kensington Technology Group 2855 Campus Drive San Mateo, CA 94403, U.S.A. Phone: +1- (650)572-2700
Fax: +1- (650)572-9675
NE-35
Indicators Deze projector heeft twee indicators, die de bedrijfstoestand van de projector tonen. Hier worden wat oplossingen beschreven voor mogelijke problemen. Schakel de projector uit en raadpleeg uw leverancier indien een probleem niet op te lossen lijkt. POWER indicator STATUS indicator
Normale toestand POWER
STATUS
Continu rood
Uit
Continu groen
Knipperend groen
Continu groen
Continu groen
CONDITIE
OPMERKING
Standby. Lamp standby (ongeveer 1 minuut).
De POWER toets kan niet voor het in- en uitschakelen worden gebruikt.
De stroom is ingeschakeld. (Normale conditie)
Abnormale toestand POWER
STATUS
Continu groen of
Knipperend oranje
CONDITIE
OPLOSSING
Abnormale temperatuur • De roosters van de ventilator zijn door stof of vuil verstopt. • De kamertemperatuur is zeer hoog.
• Reinig de ventilatieroosters. • Plaats de projector in een koelere ruimte.
Continu rood
Continu rood
Het beschermingscircuit is geactiveerd of de conditie van de lamp is niet normaal.
• Wacht todat de STATUS indicator dooft, en druk vervolgens op de POWER toets. • Vervang de lamp indien de hierboven beschreven oplossing niet werkt.
Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De totale gebruikstijd van de lamp is 2250 uur*1, met stroom ingeschakeld.)
Vervang de lamp. Vervang door een nieuwe lamp indien dit probleem weer voorkomt.
Knipperend groen
Continu groen
Knipperend groen/rood
Continu rood
Knipperend rood
Continu rood
Continu rood
Knipperend groen/rood
Uit
Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De totale gebruikstijd van de lamp is 2250 uur*1, met stroom uitgeschakeld.) Waarschuwing voor de gebruikstijd van de lamp. (De totale gebruikstijd van de lamp is 3000 uur*1*2, met stroom uitgeschakeld.)
De lampafdekking is niet gesloten.
Sluit de afdekking goed.
Abnormaal.
Raadpleeg de plaats van aankoop.
Continu of Knipperend groen/rood Knipperend
*1 Als de optie LAMP MODE in het menu INSTALLATION is ingesteld op LOW. Als deze optie is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort. *2 Als de optie LAMP MODE is ingesteld op STANDARD, wordt deze duur bekort tot 2000 uur.
NE-36
Technische gegevens De technische gegevens en het ontwerp van deze projector kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. DLP™ projector HD1500 0,62” single-chip DMD (aspectratio 16:9) Beeldpunt: 1280 x 720 = 921600 beeldpunten F 2.4 - 2.6 f= 23 - 27,6 mm Projectielens 200 W lamp Lichtbronlamp 40” min. t/m 275” max. (projectie-afstand 1,3 t/m 10 m) Beeldformaat (projectie-afstand) Maximaal Computersignaal Maximale resolutie: 1280 x 1024 punten (analoog)/gecomprimeerd resolutie Paneelresolutie: 1280 x 720 punten Videosignaal NTSC/PAL/SECAM/4.43NTSC/PAL-M/PAL-N/PAL-60 Component480i, 480p, 576i, 576p, 720p, 1080i signaal Paneelresolutie: 1280 x 720 punten Computeringang [Signaaltype] [Aansluitingtype] [Lijn] Analoog RGB D-SUB 15P 1 HDMI HDMI 19P 1 Video-ingang [Signaaltype] [Aansluitingtype] [Lijn] Video-ingang RCA 1 S-videoingang S 1 Component-videoingang RCA 1 Bedieningsaansluiting/ RS-232C (8-pen) SERIAL overige 12 V gelijkspanning, max. 200 mA (stereo mini-jack) TRIGGER Bedrijfstemperatuur +5°C t/m +35°C Nominaal vermogen AC100 - 240 V, 50/60 Hz Stroomverbruik 2,9 A Afmetingen 310 mm (B) x 100 mm (H) x 245 mm (D) * exclusief pootjes. Gewicht 2,9 kg S-videoingang Overige Luminantiesignaal: Vp-p=1,0 V 75 Ω (negatieve sync) Chrominantiesignalen: Vp-p=0,286 V 75 Ω (burst signaal) Video-ingang Vp-p=1,0 V 75 Ω (negatieve sync) Component-video- YCBCR: Vp-p=1,0 V 75 Ω (Y) (negatieve sync) ingang Vp-p=0,7 V 75 Ω (CB, CR) Analoge-ingang RGB: Vp-p=0,7 V 75 Ω (negatieve sync) YCBCR: Vp-p=1,0 V (Y) (negatieve sync) Vp-p=0,7 V (CB, CR) HD/CS: TTL-niveau (negatieve of positieve polariteit) VD: TTL-niveau (negatieve of positieve polariteit) Digitale ingang (HDMI) HDMI-interface (TMDS single link) Type Model Projectiesysteem
245
Afmetingen (unit: mm)
310
COMPONENT VIDEO IN
61
100
HDMI IN
S-VIDEO IN
SERIAL
USB VIDEO IN
5
TRIGGER
NE-37
Technische gegevens (vervolg) Specificatie van RGB-signalen tijdens iedere computerfunctie van de projector Signaalfunctie
Resolutie (H x V) 640 x 400 640 x 400 640 x 480 640 x 480 640 x 480 640 x 480 800 x 600 800 x 600 800 x 600 800 x 600 800 x 600 1024 x 768 1024 x 768 1024 x 768 1024 x 768 640 x 480 832 x 624 1024 x 768 1024 x 768 1280 x 1024
TV60, 480i (525i) TV50, 576i (625i) 1080i 60 (1125i 60) 1080i 50 (1125i 50) 480p (525p) 576p (625p) 720p 60 (750p 60) 720p 50 (750p 50) PC98 CGA70 VGA60 VGA72 VGA75 VGA85 SVGA56 SVGA60 SVGA72 SVGA75 SVGA85 XGA60 XGA70 XGA75 XGA85 MAC13 MAC16 MAC19 HP75 SXGA60
Horizontale frequentie (kHz) 15,73 15,63 33,75 28,13 31,47 31,25 45,00 37,50 24,82 31,47 31,47 37,86 37,50 43,27 35,16 37,88 48,08 46,88 53,67 48,36 56,48 60,02 68,68 35,00 49,72 60,24 62,94 63,98
Vertikale frequentie (Hz) 59,94 50,00 60,00 50,00 59,94 50,00 60,00 50,00 56,42 70,09 59,94 72,81 75,00 85,01 56,25 60,32 72,19 75,00 85,06 60,00 70,07 75,03 85,00 66,67 74,55 75,02 74,92 60,02
*1: Als de optie ASPECT in het menu FEATURE is ingesteld op AUTO. *2: Beschikbaar voor het signaal op HDMI IN-aansluiting. Belangrijk: • Bepaalde computers kunnen niet met deze projector worden gebruikt. • De maximale resolutie van de projector is 1280 x 720. Beelden met een hogere resolutie dan 1280 x 720 worden mogelijk niet getoond. • Indien de resolutie en frequentie van uw computer niet in de tabel wordt getoond, moet u een compatibele resolutie en frequentie opzoeken door de resolutie van uw computer te veranderen.
SERIAL (8-pen)
5
12
Pen No.
5
6
6 15
11
8
Pen No. 1
Naam TXD
I/O IN
2
-
-
3
-
-
4
GND
-
5
-
-
6
-
-
7
RXD
OUT
8
-
-
NE-38
*2
*2
*2
*2
1 19
HDMI IN (HDMI 19-pen)
VLT-HC910LP
Espec.
1 2
R(RED)/CR G(GREEN)/Y
3
B(BLUE)/CB
2 18 Pen No. 1
Espec. TMDS Data2+
Pen No. 11
Espec. TMDS Clock Shield TMDS Clock-
4
GND
2
TMDS Data2 Shield
12
5
GND
3
TMDS Data2-
13
-
6
GND
4
TMDS Data1+
14
-
7
GND
5
TMDS Data1 Shield
15
SCL
8
GND
6
TMDS Data1-
16
SDA DDC Ground
9
DDC 5V
7
TMDS Data0+
17
10
GND
8
TMDS Data02 Shield
18
+5 V Power
11
GND
9
TMDS Data0-
19
Hot Plug Detect
12
DDC Data
10
TMDS Clock+
13
HD/CS
14
VD
15
DDC Clock
Vervangingsonderdelen (Los verkrijgbaar/niet in doos aanwezig) Reservelamp
*2 *2 *2 *2 *2 *2
1
10
3
Modus real (H x V) 640 x 400 640 x 400 640 x 480 640 x 480 640 x 480 640 x 480 800 x 600 800 x 600 800 x 600 800 x 600 800 x 600 640 x 480 832 x 624 -
• In geval van XGA, verschijnt de rechterkant van het beeld niet. Stel in dat geval TRACKING van het SIGNAL menu in. • TV60 en TV50 zijn gelijkwaardig aan respectievelijk 480i en 576i. Indien deze signalen naar de VIDEO IN of S-VIDEO IN aansluiting worden gestuurd, wordt de signaalfunctie als TV60 of TV50 aangeduid. Indien ze naar de COMPONENT VIDEO IN of COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN aansluitingen worden gestuurd, wordt de signaalfunctie als 480i of 576i aangeduid. • Deze projector ondersteunt geen video-apparatuur met 4 lijnen (R, G, B, CS*) en 480i, 576i en 480p signalen van video-apparatuur met 5 lijnen (R, G, B, H, V). * : Composiet synchr.
COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN (Mini D-SUB 15-pen)
Aansluitingen
Normale functie (H x V)*1 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1280 x 720 1152 x 720 1152 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 960 x 720 900 x 720
MITSUBISHI Projector Contact Information North America MESCA (Mitsubishi Electric Sales Canada Inc.) http://www.mitsubishielectric.ca Information Technologies Group, 4299 14th Avenue, Markham, Ontario L3R 0J2, Canada Sales & Technical Inquires Phone :+1-(800) 450-6487 Fax :+1-(905) 475-7958 E-mail :
[email protected] Customer Care E-mail :
[email protected] MDEA (Mitsubishi Digital Electronics America, Inc.) (Warranty Registration) http://www.mitsubishi-presentations.com/ Presentation Products Division, 9351 Jeronimo Road, Irvine, CA 92618 U.S.A Sales & Inquires Phone :+1(888) 307-0349 or +1(949)465-6000 E-mail :
[email protected] Technical Inquires Phone :+1-(888) 307-0309 E-mail :
[email protected] Europe MEU-FRA (Mitsubishi Electric Europe B.V French Branch) 25, Boulevard des Bouvets 92 741, Nanterre CEDEX, France Sales Inquiries Phone :+33 (0)1 55-68-55-53 Fax :+33 (0)1 55-68-57-31 Techinical Inquireis Phone :+33 (0)1 55-68-56-42 Fax :+33 (0)1 55-68-57-31 MEU-GER (Mitsubishi Electric Europe B.V. German Branch) http://www.mitsubishi-evs.de/ Gothaer Strasse 8, 40880 Ratingen, Germany Sales Inquires Phone :0049 - 2102 - 486 9250 Fax :0049 - 2102 - 486 7320 Techinical Inquires Phone :0049 - 2102 - 486 1330 Fax :0049 - 2102 - 486 1340 MEU-IR (Mitsubishi Electric Europe B.V. Irish Branch) http://www.mitsubishi.ie/ Westgate Business Park, Ballymount, Dublin 24, Ireland Sales Inquiries Phone :+353-1-4198807 Fax :+353-1-4198890 Technical Inqiries Phone :+353-1-4198808 Fax :+353-1-4198895 MEU-IT (Mitsubishi Electric Europe B.V. Italian Branch) Centro Direzionale Colleoni, Palazzo Sirio, Viale Colleoni 7, 20041 Agrate Brianza, Italy Sales & Technical Inquiries Phone :+39-(0)39-60531 Fax :+39-(0)39-6053214 E-mail :
[email protected] MEU-NL (Mitsubishi Electric Europe B.V. Benelux Branch) http://www.mitsubishi.nl/LCD/ProdFrame.html Nijverheidsweg 23A, 3641 RP Mijdrecht, The Netherlands Sales Inquiries Phone :+31-297-282461 Fax :+31-297-283936 E-mail :
[email protected] Techinical Inquiries Phone :+31-297-282461 Fax :+31-297-283936 E-mail :
[email protected] Russia (Mitsubishi Electric Europe B.V Moscow Representative Office) http://www.mitsubishi-projector.ru/ Moscow Representative Office, 52/5 Kosmodamianskaya Nab., 115054, Moscow, Russia Sales & Techinical Inquiries Phone :(7095) 721-2068 Fax :(7095) 721-2071
MEU-SP (Mitsubishi Electric Europe B.V. Spanish Branch) http://www.mitsubishielectric.es/ Ctra. de Rubi, 76-80, 08173 Sant Cugat del Valles, Barcelona, Spain Sales Inquiries Phone :+34-93.565.31.54 Fax :+34-93.589.43.88 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+34-93.586.27.51 Fax :+34-93.588.53.87 E-mail :
[email protected] MEU-SWE (Mitsubishi Electric Europe B.V Scandinavian Branch) Hammarbacken 14, Box 750, S-19127, Sollentuna, Sweden Sales Inquiries Phone :+46-(0)8-6251070 Fax :+46-(0)8-6251036 Technical Inquiries Phone :+46-(0)8-6251052 Fax :+46-(0)8-6251036 MEU-UK (Mitsubishi Electric Europe) http://www.mitsubishi.co.uk/evs/ Visual Information Systems Division, Travellers Lane, Hatfield, Hertfordshire, AL10 8XB U.K. Sales Inqiries Phone :+44 (1707) 278684 Fax :+44 (1707) 278541 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+44 (870) 606 5008 Fax :+44 (1506) 431927 E-mail :
[email protected] Asia CHINA (Mitsubishi Electric Air-Conditioning & Visual Information Systems (Shanghai) Ltd.) 26/F., Oriental Center, 699 Nanjing Rd(W), Shanghai, 200041, China Sales Inquiries Phone :+86(21) 5211-0882-3002 Fax :+86(21) 5211-0576 Technical Inquiries Phone :+86(21) 5211-0882-3020 Fax :+86(21) 5211-0576 HONG KONG (Mitsubishi Electric Ryoden Air-Conditioning & Visual Information Systems (HongKong) Ltd.) 7th Floor, Manulife Tower, 169 Electric Road, North Point, Hong Kong Sales Inquiries Phone :+852-2510-1505 Fax :+852-2510-0463 Technical Inquiries Phone :+852-2422-0161 Fax :+852-2487-0181 SINGAPORE (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.) http://www.mitsubishielectric.com.sg 307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric Building, Singapore 159943 Sales Inquiries Phone :+65-6473-2308 Fax :+65-6475-9503 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+65-6470-2666 Fax :+65-6475-9503 INDIA (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.) 307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric Building, Singapore 159943 Sales Inquiries Phone :+65-6473-2308 Fax :+65-6475-9503 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+65-6470-2666 Fax :+65-6475-9503
INDONESIA (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.) 307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric Building, Singapore 159943 Sales Inqiries Phone :+65-6473-2308 Fax :+65-6475-9503 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+65-6470-2666 Fax :+65-6475-9503 PHILLIPINES (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.) http://www.mitsubishielectric.com.sg 307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric Building, Singapore 159943 Sales Inquiries Phone :+65-6473-2308 Fax :+65-6475-9503 E-mail :
[email protected] Technical Inqiries Phone :+65-6470-2666 Fax :+65-6475-9503 VIETNAM (Mitsubishi Electric Asia Pte. Ltd.) 307, Alexandra Road, #05-01/02 Mitsubishi Electric Building, Singapore 159943 Sales Inquiries Phone :+65-6473-2308 Fax :+65-6475-9503 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+65-6470-2666 Fax :+65-6475-9503 STC (Setsuyo Astec Corporation Seoul Branch) 4F,Dongseo Game Channel Bldg,660-11 Deungchon-Dong, Kangseo-Ku, Seoul, Korea Sales & Technical Inqiries Phone :+82-(0)2-2657-9841~3 Fax :+82-(0)2-2657-9900 MALAYSIA (Antah Melco Sales & Services Sdn. Bhd.) 6, Jalan 13/6 46860 Petaling Jaya Selangor, Darul Ehsan, Malaysia Sales & Technical Inquiries Phone :+60-(0)3-79552088 (Ext. 203) Fax :+60-(0)3-79563950/+60-(0)3-79582576 Technical & Service Inquiries Phone :+60-(0)3-79552088 (Ext. 106) Fax :+60-(0)3-79563950/+60-(0)3-79582576 ME-TWN (Mitsubishi Electric Taiwan Co., Ltd.) http://www.MitsubishiElectric.com.tw 11TH FL., 90 SEC. 6, CHUNG SHAN N. RD., TAIPEI, 111 R.O.C. Sales & Technical Inquires Phone :+886-2-2832-8255 Fax :+886-2-2833-9813 MKY (Mitsubishi Electric Kang Yong Watana Co., Ltd. ) http://www.mitsubishi-kyw.co.th/ Road, Huamark Bangkapi, Bangkok 10240, Thailand Sales & Technical Inquiries Phone :+66-2-731-6841 Fax :+66-2-379-4763 Oceania ME-AUST (Mitsubishi Electric Australia) http://www.mitsubishi-electric.com.au/prod.asp?prod=proj 348 Victoria Road, Rydalmere, N.S.W. 2116, Australia Sales & Technical Inqiries Phone :+(612)9684-7777 Fax :+(612)9684-7208 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+(612)9684-7694 Fax :+(612)9684-7684 E-mail :
[email protected] BDT (Black Diamond Technologies Ltd.) (Warranty Registration) http://www.bdt.co.nz/projectors/ warranty.asp 1 Parliament St, Lower Hutt, Wellington, New ZealandSales Inquiries Phone :+64-(0)4-560-9100 Fax :+64-(0)4-560-9133 E-mail :
[email protected] Technical Inquiries Phone :+64-(0)4-560-9100 Fax :+64-(0)4-560-9133 E-mail :
[email protected]
MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION 1 Zusho Baba, Nagaokakyo-City, Kyoto Japan A