n ed
erl an d s
-
v Ia a
mse
a
ccr ed i tati eo r ga ni sati e
Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Autonome Beeldende Kunst van ArtEZ hogeschool voor de Kunsten Gegevens datum
30 oktober
201 5
Naam instelling Naam opleiding
onderwerp Besluit accred¡tat¡e hbo-ba
Autonome Beeldende Kunst van ArtEZ hogeschool voor de Kunsten (002561 )
uw kenmerk 20
1
Graad opleiding Datum aanvraag Varianten opleiding Locaties opleiding Datum goedkeuren panel Datum locatiebezoeken Datum visitatierapport
ArtEZ hogeschool voor de Kunsten hbo-bachelor Autonome Beeldende Kunst (240 ECTS) Bachelor of Arts 24 december 2013 (ontvangst rapport 8 juli2üa) voltijd, deeltijd Arnhem, Enschede 26 augustus 2013
22 en23 april2014
juni2014
3.096.02-02/cvb/ lc/kk ons kenmerk
Aanvullende informatie
NVAO/201586/ND bülagen 3
Het panel van deskundigen heeft standaard 16 (toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties) beoordeeld met een goed. Omdat de NVAO op basis van de tekst van het paneladvies twijfel over dit oordeel had, heeft zij de instelling en een afuaardiging van het panel (door tussenkomst van het betrokken evaluatiebureau) uitgenodigd om een toelichting te geven op het oordeel op standaard 16. Het gesprek met de instelling en een afuaardiging van het panel heeft respectievelijk op 5 novembe¡ 2014 en 4 maart 2015 plaatsgevonden.
Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523).
Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en ovenruegingen van het panel (hierna ook: de commissie) Beoogde eindkwalificaties De commissie beoordeelt de beoogde eindkwalificaties (standaard 1) als goed. De commissie heeft vastgesteld dat beide opleidingen (Arnhem en Enschede) aansluiten bij het landelijke beroepsprofiel. De commissie waardeert de onderscheidende en expliciete visie van beide opleidingen. ln Arnhem wordt de pluriformiteit van de beeldende kunst in de opleiding tot uitdrukking gebracht door studenten te koppelen aan een ervaren kunstenaar met een uitgesproken positie en ze in staat te stellen keuzes te maken uit het geschakeerde
lnlichtingen Nancy Van San
Parkstraat 2812514 JK I Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag P O Box 85498 | 2508 CD The Hague lThe Netherlands
+31 (0)70 312 23 65
T + 31 (0)70 3122300
[email protected]
info@nvao net I www nvao net
Pagina 2 van
7 programma, waar¡n het maken in relatie tot theoretische reflectie en de maatschappelijke context wordt onderzocht. ln Enschede staan eigenzinnigheid, materiaal en verdieping in een discipline centraal. De commissie concludeert dat de opleidingen oog hebben voor de ontwikkelingen in de beroepspraktijk en indien nodig passen zij hier de eindkwalificaties (en het programma) op aan. De competenties zijn actueel en weerspiegelen het bachelorniveau. De opleidingen hebben goede relaties met de beroepspraktijk. Programma De commissie beoordeelt de standaarden, verbonden aan het programma als goed. Standaard 7 beoordeelt de commissie als voldoende. De commissie stelt vast dat in beide programma's de eindkwalifìcaties bereikt kunnen worden. De relatie met de beroepspraktijk krijgt vorm middels stages, projecten, excursies en de inbreng van de docenten en tutoren Het onderwijsmodel in Arnhem wordt gekenmerkt door de rol van de tutor en de heterogene tutorgroepen, De tutor is na de propedeuse de belangrijkste begeleider van de studenten bij hun ontwikkeling als kunstenaar. De commissie vindt dit een goed model en heeft er veel waardering voor dat de opleiding deze stap heeft gezet. Het onderuvijsmodel in Enschede wordt gekenmerkt door een grote zelfstandigheid van studenten en nadruk op de persoonlijke interesse van studenten. Enschedese studenten worden vanaf het tweede jaar opgeleid in een van de drie disciplines: Painting, Sculpture of Fine Art Media. Ook deze opzet krijgt waardering van de commissie. De commissie vindt de toegenomen aandacht voor onderzoek en theorie in beide programma's positief. De programma's zijn studeerbaar. Tenslotte vindt de commissie het instroombeleid goed.
Personeel De commissie beoordeelt de standaarden die samenhangen met het personeel
- 8, 9 en 10 als goed. De commissie heeft waardering voor het personeel. De docenten hebben een goede relatie met de beroepspraktijk, doordat zij daarin zelf als beeldend kunstenaar werkzaam zijn. Daarnaast zijn de docenten enthousiast en toegankelijk, zo bleek tijdens de visitatie. Dit is ook door studenten bevestigd. De commissie stelt vast dat de hogeschool complex georganiseerd is en dat organisatie en structuur nog volop in ontwikkeling zijn.
-
Voorzieningen De commissie beoordeelt de standaarden die samenhangen met de voorzieningen (standaarden 11 en 12) als goed. De opleiding beschikt op de twee locaties over goede faciliteiten. De beschikbaarheid van werkplaatsen en de begeleiding in de werkplaatsen zijn daar een belangrijk onderdeel van. Passend bij het onderwijs- concept beschikken de Arnhemse studenten over een eigen denk- en werkplek. Ook studenten van de Enschedese richtingen Painting en Sculpture hebben binnen de Academie een eigen werkplek. Studenten worden goed begeleid door hun docenten, tutor en/of mentor. Het kleinschalige karakter van de opleidingen draagt bij aan intensief contact tussen docenten en studenten. Dit wordt door studenten gewaardeerd Ook voor studenten met een functiebeperking is voorzien in goede begeleiding. Daarbij staat maatwerk centraal. De informatievooziening aan studenten is voldoende.
Pag¡na 3 van 7
Kwaliteitszorg De commissie beoordeelt de standaarden verbonden aan kwaliteitszorg ('l 3, 14 en15) als goed. De Academie kent volgens de commissie een goed kwaliteitszorgsysteem. Op facultair en opleidingsniveau wordt structureel en gestructureerd gemeten. Deze metingen leiden tot aantoonbare verbetermaatregelen. Ook worden de belanghebbenden betrokken bij (de kwaliteitszorg van) de opleiding. Studenten voelen zich over het algemeen zeer gehoord door de opleidingen. Het is de commissie opgevallen dat studenten en docenten nauw betrokken zijn geweest bij en ge'Ínformeerd zijn over de fusie tussen de voormalige Zwolse en Arnhemse opleiding. De commissie vindt dat positief.
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De commissie beoordeelt de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties (standaard 16) als goed. Beide opleidingen hebben een adequaat systeem van toetsing. De toetsvormen passen bij de werkvormen en doelstellingen van de opleidingen. De werkschouw is een belangrijke toetsvorm. De opleidingen maken daarbij gebruik van van te voren vastgestelde beoordelingscriteria en het meerogenprincipe. De commissie is op basis van de beoordeelde afstudeenryerken van mening dat het bachelorniveau wordt gerealiseerd. De bestudeerde werken zijn van goed niveau. Het is de commissie daarbij opgevallen dat de Enschedese werken wat meer traditioneel van aard zijn, tenrvijl de werken in Arnhem een meer pluriform en modern beeld laten zien.
Aanbevelingen De commissie heeft in het rapport de volgende aanbevelingen geformuleerd. De commissie heeft waardering voor de specifieke profìelen van de beide programma's. De commissie daagt de Enschedese opleiding daarb¡ uit haar profiel vorm te geven vanuit vernieuwing en innovatie binnen het ambacht. Bijvoorbeeld door binnen de bestaande specialisaties inhoudelijke vernieuwing centraal te stellen. De programma's bieden voldoende mogelijkheden tot internationale excursies en uitwisseling. De commissie wil graag beide programma's aanmoedigen meer aandacht te besteden aan het aantrekken van talentvolle internationale studenten. De commissie raadt de Enschedese afdeling aan bij de werkschouwen die plaatsvinden in de eerste drie studiejaren ook e)derne deskundigen te betrekken. Daardoor krijgen studenten bredere feedback op hun werk.
Voornemen tot besluit van 22 juni 2015, verzonden bij brief van Bevindingen NVAO
2
juli 2015
De NVAO stelt vast dat in het visitatierapport en de aanvullende informatie is gemotiveerd op welke gronden het panel de kwaliteit van de opleiding goed heeft bevonden. De toelichting van de instelling en het panel op respectievelijk 5 november 2014 en 4 maart 2015 heeft de NVAO niet overtuigd en heeft mitsdien de twijfel aan het oordeel goed op standaard 16 niet weggenomen. Gelet daarop volgt de NVAO het oordeel op standaard 16 van het panel niet. Daartoe ovenrueegt zij als volgt. De NVAO heeft op basis van het panelrapport en de toelichting vastgesteld dat ten tijde van de visitatie de (facultaire) examencommissie nog niet geheel naar behoren, dat wil zeggen overeenkomstig de Wet op het hoger onderuijs en wetenschappelijk onderzoek gestelde eisen, functioneerde. Op grond hiervan kan naar het oordeel van de NVAO niet met vrucht worden staande gehouden dat de opleiding op standaard 16 'systematisch en in de volle breedte uitsteekt
Pagina 4 van
7 boven de gangbare basiskwaliteit', hetgeen is vereist voor het oordeel goed. Dit betekent dat voor standaard 16 geen goed, maar veeleer een voldoende op zijn plaats is. Gevolg hiervan (op grond van de toepasselijke beslisregels) is dat de NVAO eveneens het eindoordeel van goed bijstelt naar voldoende. Op grond van het voorgaande besluit de NVAO accreditatie te verlenen aan de hbobachelor Autonome Beeldende Kunst (240 ECTS; varianten: voltijd, deeltijd; locaties: Arnhem, Enschede) van ArtEZ hogeschool voor de Kunsten te Arnhem. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende.
Zienswijze van ArtEZ van l5 juli 2015 lngevolge het bepaalde in artikel 5a.10. derde lid, van de Wet op het hoger ondenvijs en wetenschappelijk ondezoek heeft de NVAO het college van bestuur van ArtEZ hogeschool voor de Kunsten in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 22 juni 2015 kenbaarte maken. Bijbrief van 15 juli2015 (ingekomen perfaxvan Dirkzwager advocaten & notarissen te Arnhem) heeft het college van deze gelegenheid gebruik gemaakt. ln deze zienswijze stelt ArtEZ onder meer dat de NVAO de bevoegdheid ontbeert zelfstandig een oordeel van een panel van deskundigen aan te passen, het rapport van een panel van deskundigen is leidend. Verder stelt zij dat de centrale examencommissie en de facultaire examencommissie nu, alsook ten tijde van de visitatie, voldeden aan de wettelijke vereisten.
Reactie van de NVAO op de zienswijze van ArtEZ Anders dan ArtEZ stelt, is de NVAO van oordeel dat zij op basis van het rapport van deskundigen een eigenstandige beoordeling dient te maken. Met behulp van het rapport van deskundigen komt de NVAO tot een oordeel. De NVAO zal geen lijstjes afuinken maar een integrale welovenivogen afweging maken. De NVAO dient er immers ook op toe te zien dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Zulks klemt te meer nu ingevolge de Wet aanpassing accreditatiestelsel gedifferentieerde oordelen worden uitgesproken. Verder zal de NVAO het aangeleverde visitatierapport en de daarin uitgesproken oordelen in het geval van een uitgebreide opleidingsaccreditatie, waarvan te dezen sprake is, grondiger toetsen dan bij de beperkte opleidingsaccreditatie. Zie in dit verband de memorie van toelichting bij even genoemde wet (Tweede Ka mer, vergaderjaar 2009-201 0, 32 21 0, nr. 3). De NVAO deelt dus niet het standpunt van ArtEZ dat het oordeel van het visitatiepanel zonder meer leidend is. De NVAO stelt vast dat uit het rapport van de deskundigen, zoals nader toegelicht door de voorzitter van het panel van deskundigen, genoegzaam is komen vast te staan dat de examencommissies voldeden en voldoen aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. Gelet hierop alsmede in aanmerking genomen dat de lnspectie van het onderuvijs in haar rapport van 29 april 2015 een positief oordeel heeft geveld over de positie en de acceptatie van deze commissies heeft de NVAO besloten het oordeel goed, zowel op het niveau van standaard 16, als voor de opleiding in haar geheel te handhaven.
PaginaSvanz Besluit
lngevolge het bepaalde in artikel 5a.'10, derde lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de ArtEZ te Arnhem in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 22 juni 2015 naar voren te brengen. Bij brief van 15 juli 2015 met heeft het college van bestuur van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De zienswijze van ArtEZ is bij de besluitvorming betrokken. De NVAO besluit accreditatie te verlenen aan de hbo-bachelor Autonome Beeldende Kunst (240 ECTS; varianten; voltijd, deeltijd, locaties: Arnhem, Enschede) van ArtEZ hogeschool voor de Kunsten te Arnhem. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als goed.
Aanbevelingen De NVAO vraagt erover te blijven waken dat alle docenten op de locatie Enschede hun uren in het programma invullen. Dit besluit treedt in werking op 30 oktober 2015 en is van kracht tot en met 29 oktober 2021
Den Haag, 30 oktober 2015 De NVAO
Voor deze:
4.H
bt
Lucien
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.
Pagina 6 van
z Bijlage
1: Schematisch overzicht oordelen panel
OnderwerD 1. Beoogde eindkwalificaties
Standaard
2. Programma
J
5.
6.
3. Personeel
6.
I 10.
4. Voorzieningen
11
12.
5. Kwalite¡tszorg
't3
14
15.
6. Toets¡ng en gereal¡seerde e¡ndkwal¡f¡caties
16.
E¡ndoordeel
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding ziln wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelük onderzoek en/of de beroeosDraktiik. De inhoud van het programma b¡edt studenten de mogelijkheid om de beoogde e¡ndkwalifìcaties te bereiken. De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalif¡cat¡es te bereiken. Het programma sluit aan bü de kwalificaties van de instromende studenten. Het oroqramma is studeerbaar De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het orooramma. De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Het personeel ¡s gekwalif¡ceerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organ¡satorische real¡satie van het Drooramma. De omvang van het personeel ¡s toere¡kend voor de realisatie van het 0rooramma. De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het orooramma. De stud¡ebegeleid¡ng en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen d¡e bijdragen aan realisat¡e van de streefdoelen. B¡j de ¡nterne kwalite¡tszorg z¡jn de opleidings- en examencomm¡ssie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de ooleidino actief betrokken. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalifi caties worden gerealiseerd.
Beoordelino door het oanel Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Voldoende Goed Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
De standaarden krijgen het oordeel onvoldoende, voldoende, goed of excellent Het eindoordeel over de ople¡ding als geheel wordt op dezeifde schaal gegeven.
Pagina 7 van
z Bijlage 2: panelsamenstelling
-
lr. R. Kloosterman, voorzitter, directeur van AeQui, evaluatiebureau voor het hoger onderwijs; A. Blom, MA, beeldend kunstenaar en doceert aan diverse kunstacademies; Prof. W. de Rooij is een in Berlijn gevestigd beeldend kunstenaar en Professor of Fine Art, Staatliche Hochschule für Bildende Künste, Städelschule, Frankfurt am Main; R. van Santen studeert B Fine Art aan de Rietveld Academie.
Het panel werd ondersteund door drs. T. Buising, secretaris (gecertificeerd).
