AFDELINGSGIDS klas 1 mavo/havo klas 2 mavo/havo
mavo-havoteam
SCHOOLJAAR 2014-2015 1
Beste leerling, In dit afdelingsboekje hebben wij voor jou alle informatie over de dagelijkse gang van zaken in klas 1 en 2 van de mh-onderbouw bij elkaar gebracht. Het afdelingsboekje kun je naast de schoolgids en de website gebruiken. Als het goed is, geeft dit boekje een antwoord op al je vragen over de lessen, de lestijden, de begeleiding, de regels, de jaarplanning en nog veel meer. Het is verstandig dat je dit afdelingsboekje ook aan je ouder(s) laat lezen, dan zijn zij ook goed op de hoogte. Wij willen graag dat jij de weg weet, dat jij je dit jaar thuis voelt in je klas en veel succes behaalt met het leren. Wij hopen dat dit boekje daar een goede bijdrage aan kan leveren. Wij wensen jou een succesvol jaar toe in je nieuwe klas. Mentoren van de eerste klas: 1mh1 1MH2 1MH3 1MH4
dhr. Van de Velden mw. Poelman en dhr. Van Mechelen mw. Maseda Lamelas dhr. Van Brummelen
Mentoren van de tweede klas: 2MH1 2MH2 2MH3 2MH4
mw. Bijlsma en dhr. Lim dhr. Broeckman en mw. Schouten dhr. Tenten dhr. Heilmann en mw. Hoving
Het afdelingsteam m/h-onderbouw: Afdelingsleider: Afd. secretaresse: Conrector onderbouw:
mw. Otto mw. Boot dhr. Westerdijk
[email protected] [email protected] [email protected]
Overige teamleden: dhr. Birinci, dhr. Dijkhuis, mw. Doeve, mw. De Groot, mw. Haaksman, dhr. Hollander, dhr. De Jong, mw. Kelikova, dhr. Knetsch, mw. De Mik, mw. Van Nielen, dhr. Rahili, mw. Skorobohata, dhr. Stol, dhr. Temming, mw. De Vries, dhr. Zuidema
2
Inhoudsopgave 1. Uit het jaarrooster vakantieregeling 2014/2015
pagina 4
2. Het lesrooster 60-minutenrooster, pauzeregeling, tertialen, periodisering lestijd en aanwezigheid
3. Organisatie (wie doet wat …..)
5 6
over de mentor, de leraren, onderbouw en leiding, onderwijsondersteunend personeel, mediatheek, leerlingbegeleiding, MR, leerlingenraad, ouderraad, leerlingvereniging, ouderpanel, leerlingpanel
4. Afspraken en Regels
12 over gedragscode, schoolregels, magister, te laat, ongeoorloofd verzuim, toestemming voor afwezigheid, als je ziek bent, absentie bij LO, absentie bij repetities, docenten en te laat komen, invalles, sneeuwbaltelefoon, buskaart, gedrag in de les, repetities, website, magister, proefwerkblok, kluisjes, leerlingpas, fietsenstalling, excursies, mentorles, huiswerk, veiligheid, agenda en studiewijzers, ouders en huiswerk, huiswerkklas, bovenbouwers helpen onderbouwers
5. Contact met mentor en leraren
22
6. Beoordeling en Rapportage
22
rapportcijfers, leerstof, werkhouding, rapporten, schoolvrij aan het eind van het schooljaar
7. Katern klas 1 mavo/havo belangrijke data mentor en secondanten oriëntatiemodule talen periodisering van vakken overgangsprocedure klas 1 revisie veranderen van afdeling
8. Katern klas 2 mavo/havo Belangrijke data enkele nieuwe vakken in klas 2 periodisering van vakken in klas 2 overgangsprocedure klas 2 naar klas 3 mavo of havo revisie 3
25 25 25 26 28 28 30 30 32 32 32 33 34 35
1. Uit het jaarrooster / belangrijke data Indeling van het schooljaar in drie tertialen: Tertiaal 1: 18 augustus t/m 16 november (1e rapport 21 november) Tertiaal 2: 17 november t/m 8 maart (2e rapport 13 maart) Tertiaal 3: 9 maart t/m 3 juli (3e rapport 3 juli)
Vakanties 2014-2015 Herfstvakantie Kerstvakantie Studiedag Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
11 20 05 21 03 25 14 24 04
oktober t/m 19 oktober 2014 december 2014 t/m 4 januari 2015 januari 2015 februari t/m 01 maart 2015 april t/m 06 april 2015 april t/m 10 mei 2015 mei t/m 17 mei 2015 mei t/m 25 mei 2015 juli t/m 16 augustus 2015 (6 weken)
Een individuele afwijking van de vakantiedata is alleen mogelijk volgens de regelingen van de leerplichtwet, eventueel na overleg met de leerplichtambtenaar. (Zie ook www.rblgooi.nl). Neem hiervoor contact op met je afdelingsleider. Cultuurmarathon: bericht voor de ouders/verzorgers Heeft u een bijzonder talent? Kunt u bijvoorbeeld portrettekenen, mindfulness geven, Italiaans koken of iets heel anders? En zou u dat talent willen delen met een groep enthousiaste leerlingen? Dat kan tijdens onze tweedaagse Cultuurmarathon! Op dinsdag 23 en woensdag 24 juni organiseren wij onze jaarlijkse Cultuurmarathon voor leerlingen uit de onderbouw. Twee dagen lang volgen zij verschillende workshops, gegeven door docenten, medewerkers en ouders. Wanneer u graag een of meerdere workshops wilt geven, nodigen wij u van harte uit. Leerlingen zullen uw deelname zeer op prijs stellen en wij uiteraard ook. In mei ontvangt u een brief waarin wij een oproep zullen doen.
4
2. Het lesrooster We werken met een 60-minutenrooster. In de onderbouw is het rooster als volgt: 1e uur 2e uur
08.30 – 09.30 09.35 – 10.35
uur uur
PAUZE
10.35 – 10.50
uur
3e uur 4e uur
10.55 – 11.55 12.00 – 13.00
uur uur
PAUZE
13.00 – 13.20
uur
5e uur 6e uur 7e uur
13.25 – 14.25 14.30 – 15.30 15.35 – 16.35
uur uur uur
Drie periodes Het schooljaar op het Comenius College is verdeeld in drie periodes. Elke periode (tertiaal) omvat een periode van ongeveer twaalf weken en kent een eigen rooster. Omdat het rooster drie keer per jaar verandert, verdient het maken van afspraken of het nemen van een bijbaantje de nodige aandacht en zorgvuldigheid. De school gaat voor. Afspraken buiten school mogen alleen gemaakt worden buiten deze tijden om. Periodisering Enkele vakken worden slechts in één of twee periodes gegeven. Een overzicht van de vakken per tertiaal staat per afdeling afgedrukt achterin dit afdelingsboekje.
45 minutenrooster 1e uur 2e uur
08.30 – 09.15 uur 09.15 - 10.00 uur
Pauze
10.00 – 10.20 uur
3e uur 4e uur
10.20 – 11.05 uur 11.05 – 11.50 uur
Pauze
11.50 – 12.15 uur
5e uur 6e uur
12.15 – 13.00 uur 13.00 – 13.45 uur
5
3. Organisatie In dit hoofdstuk lees je hoe de organisatie op het Comenius College in elkaar zit. Er staat in door wie en hoe je begeleid wordt. Ook krijg je een overzicht van alle personen met wie je in het komende jaar te maken krijgt. Uitgangspunten Het Comenius College wil een school zijn waar vanuit een christelijke levensvisie het onderwijs zó is ingericht dat het wezenlijk bijdraagt aan de vorming van zijn leerlingen tot volledige mensen. Wij willen dit realiseren door een kleinschalig georganiseerde school waar: - leerlingen en medewerkers zich gekend, gerespecteerd en gewaardeerd weten en zich veilig voelen; - leren en werken vóór alles inspirerend en motiverend zijn voor iedereen; - een brede, veelzijdige en gevarieerde vorming van de leerlingen centraal staat; - gedegen onderwijs en actief leren leiden tot optimale leerresultaten en een passende aansluiting op het vervolgonderwijs. Ons begeleidingsprogramma staat in het teken van gerichte aandacht. Dit geldt zeker voor onze nieuwe brugklasleerlingen. Zij moeten geleidelijk kunnen groeien in het nieuwe schoolsysteem. Geen sprong in het diepe, maar stap voor stap de school leren kennen. Het brugjaar moet letterlijk een brug vormen tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Om je goed te begeleiden en problemen te voorkomen, heeft de school een duidelijk systeem ontworpen, waarin de mentor centraal staat. De aanpak verschilt uiteraard per leerling. De begeleiding is allereerst gericht op het welzijn van iedere leerling. Dit betekent dat we het belangrijk vinden dat jij op school je plek vind. Ten tweede willen wij je zo begeleiden dat je schoolvorderingen passen bij je capaciteiten. Tenslotte helpen we je om een goede keuze te maken over welke afdeling het beste bij jou past als je het volgende leerjaar ingaat. De begeleiding staat niet los van de lessen, maar maakt deel uit van het totale onderwijs- en vormingsaanbod van de school. Een goed overleg tussen school en thuis is daarbij voor ons belangrijk. Na de eerste klas stroom je door naar één van de volgende afdelingen: 1mh 2mh
2hv
Na de tweede klas stroom je door naar één van de volgende afdelingen: 2mh 3m
6
3h
Wie doet wat en waar kan ik ze vinden? In het onderstaande schema vind je de belangrijkste personen of groepen mensen genoemd in verschillende “blokjes”. Je merkt al dat je zelf in het midden staat. Daarna worden alle blokjes uitgelegd. Als je er nog vragen over hebt, kun je altijd bij de mentor terecht. 1. mentor en secondanten 2. leraren van een vak
8. MR en Schoolraad leerling
4. onderbouwteams 5. onderwijs ondersteunend personeel: secretariaat conciërge (receptie) administratie CVO 6. mediatheek 7. deskundigen: zorgcoördinator remedial teacher
9. Leerlingenraad Comenius College 3. de onderbouw: afdelingsleider mavo/havo 1-2 en mavo 3-4: mevr. Otto conrector onderbouw: dhr. Westerdijk
10. Ouderraad Comenius College 11. LVC Leerling Vereniging Comenius 12. Comcomm informatieblad voor ouders 13. Ouderpanel en leerlingpanel
1. De mentor en de secondanten De mentor is de spil in de leerlingbegeleiding. Je mentor leer je al tijdens de kennismakingsdag kennen. Tijdens de wekelijkse mentorlessen en door persoonlijke gesprekjes kun je samen met hem of haar allerlei zaken bespreken zoals huiswerk maken, studieplanning, studieresultaten, sfeer in de klas, of belangrijke gebeurtenissen thuis. De mentor begeleidt jou persoonlijk, maar ook je klas als groep. Hij of zij is verantwoordelijk voor de begeleiding van alle leerlingen: 1. op sociaal-emotioneel gebied; 2. bij zaken die met meerdere vakken te maken hebben; 3. bij het kiezen van een afdeling. Op deze gebieden verzorgt je mentor de contacten tussen jou, je ouders en de docenten. De mentor heeft contact met de docenten die aan jou les geven, maar ook met de teamleden van de brugklas. De mentoren en overige docenten van het afdelingsteam houden regelmatig een leerlingbespreking. Het contact met je ouders vindt bijvoorbeeld plaats tijdens de algemene kennismakingsavond en bij de mentorspreekavonden. De mentor is daarnaast bereikbaar via de email. De mentor houdt een administratie bij van jou als leerling. Deze administratie bevat gegevens over gesprekken, testen, observaties uit lessen, rapportcijfers, tussentijdse rapportages en persoonlijke gegevens. De mentor wordt in de brugklas geholpen door de secondanten. Dat zijn 4e-jaars leerlingen die meedoen met de introductiedagen en het kamp. In het brugklaskatern, achterin deze gids, kun je er meer over lezen. 7
2. Leraren De leraar van een vak begeleidt je op het gebied van zijn vak (= inhoud van de leerstof en de vaardigheden). Bij vragen over een vak of het opgegeven huiswerk moet je bij de desbetreffende docent zijn. De docent werkt met een studiewijzer, waarmee je zo zelfstandig mogelijk leert werken. Studiewijzers staan op Magister, dat is een virtueel deel van de school dat op internet staat. Als de docent de les niet zelf kan geven, werkt de klas verder onder begeleiding van een invaller. Je hebt dan altijd de spullen van het vak bij je dat op het rooster staat. In de brugklas en 2e klas heb je in principe geen “tussenuren”. Iedere docent heeft in de A1-gang tegenover de mediatheek een postvakje waar je een berichtje kunt achterlaten. Alle docenten zijn voor jou en je ouders bereikbaar via de email. De emailadressen staan in de schoolgids. Drie keer per jaar kunnen je ouders met de docenten of met de mentor spreken, er vindt dan een ouder- of mentorspreekavond plaats. 3. De onderbouw De onderbouw bestaat uit de eerste twee leerjaren die in twee afdelingen zijn ingedeeld: h/v-onderbouw 1 h/v, 1a en 1g + 2 h/v, 2a en 2g
m/h-onderbouw 1 en 2 m/h
Naast de onderbouw kennen we ook de bovenbouw. Dit zijn de leerjaren 3 en 4 mavo, 3, 4 en 5 havo en 3, 4, 5 en 6 vwo (atheneum en gymnasium). De afdelingsleider h/v-onderbouw (mevr. Tiesing) en de afdelingsleider m/honderbouw (mevr. Otto) zijn het algemene aanspreekpunt van de brugklasafdeling. Zij: - overleggen regelmatig met de mentoren en de docenten over de begeleiding van de brugklasleerlingen; - houden samen met de mentor de leerlingenmappen bij en registreren gegevens over studie (zoals cijfers), testen en gedrag; - houden toezicht op het schoolverzuim; - vangen de leerlingen op die de les verstoren; - onderhouden contacten met ouders in het algemeen, met de basisscholen en met gespecialiseerde personen en instanties buiten de school; - spreken met de conrector (dhr. Westerdijk) over het beleid in de afdeling en de school. Bij de afdelingsleiders meld je je wanneer je: - iets niet aan je mentor of vakdocent kunt vragen; - toestemming voor een absentie wilt (met een witte kaart); - er uitgestuurd bent; - je niet lekker voelt. Je vindt mevrouw Tiesing en mevrouw Otto in kamer A003. Je kunt bij beide afdelingsleiders terecht als er iets is. Je vindt de heer Westerdijk in kamer A106. 8
4. De onderbouwteams Er zijn twee onderbouwteams: - het havo/vwo-team (klas 1hv, 1a, 1g, 2hv, 2a en 2g) en - het mavo/havo-team (klas 1mh en 2mh, 3m en 4m). Een team bestaat uit de mentoren van de klassen en andere docenten die veel les geven aan die klassen. Het team bespreekt regelmatig hoe het met de klassen en de individuele leerlingen gaat. Aan het begin van het schooljaar maakt het team plannen over het onderwijs en de leerlingbegeleiding 5. Het onderwijsondersteunend personeel Secretariaat Mevrouw Van Dongen (Jessica) en mevrouw Boot (Saskia) zijn de secretaresses van de onderbouw. Ze zitten in kamer A003 bij de afdelingsleiders mevrouw Tiesing en mevrouw Otto. Je kunt bij hen terecht voor alle wijzigingen in je persoonsgegevens (bijv. een nieuw adres), aanvragen voor bijzonder verlof of wanneer er iets niet klopt in Magister bij je verzuim-/aanwezigheidsregistratie. Wanneer de afdelingsleider er niet is kunnen de secretaresses ook je witte kaart ondertekenen en als je ziek bent geworden onder schooltijd kun je je ook bij hen afmelden. Zij bellen dan met een van je ouders om te overleggen of je naar huis mag. Conciërge De conciërge is de persoon bij wie je je meldt als je te laat bent. Je vindt hem meestal in de receptie in de hal van de school. De absentiekaarten (witte kaarten) met een handtekening van je ouders en van je afdelingsleider lever je bij hem in. Er ligt altijd een nieuwe kaart voor je klaar. De conciërge houdt o.a. toezicht in de school en bij de fietsenstallingen. Ook bij problemen met je kluisje kun je bij hem terecht. Administratie van CVO ’t Gooi Bij de administratie kun je terecht voor vragen op het gebied van schades en verzekeringen. De administratie is uitsluitend in de pauzes geopend. Wanneer je hier iets over wilt vragen kun je beter eerst naar je mentor gaan. Je vindt de administratie in de kelder van de E-vleugel, lokaal ES-09. 6. De mediatheek De mediatheek (A108) is een ruimte met werkplekken met en zonder computer, waar in stilte/op fluistertoon gewerkt kan worden. Leerlingen kunnen hier boeken en dvd’s lenen, werken, kopiëren, printen en hun kluisjeshuur regelen. De mediatheek is open van half negen tot half vier. Boeken kun je drie weken lenen en dvd’s één week, met maximaal drie keer verlengen. Te laat inleveren levert een boete op. In de mediatheek kun je tegen betaling kopiëren/printen. De betaling hiervan verloopt automatisch via de leerlingpas, die opgeladen moet zijn. 7. Deskundigen Deskundigen binnen de school De school heeft een team van begeleidingsspecialisten die jou kunnen helpen door middel van gesprekken, lessen of trainingen op het gebied van: 9
-
remediale hulp (RT): dat is individuele begeleiding voor leerlingen met een leerachterstand en/of grote leerproblemen; dyslexie: voor leerlingen met lees- of spellingsproblemen; handschriftverbetering: voor leerlingen met een slecht leesbaar handschrift; faalangstreductie: voor leerlingen die erg veel last hebben van faalangst; vertrouwenspersoon en leerlingbegeleider.
Iedere leerling wordt aan het begin van het schooljaar getest op rekenen, taal en dyslexie. Wanneer je te laag hebt gescoord voor je niveau en leeftijd, word je bijgespijkerd tijdens de Comenius-uren. De remedial teachers zijn: mevrouw T. Huiting & mevrouw M. Steenman (A206). De leerlingbegeleider is mevrouw N. Mylius (A207). Deskundigen buiten de school Wanneer een probleem binnen de school niet of niet goed kan worden opgelost, kunnen gespecialiseerde personen en hulpinstanties buiten de school worden ingeschakeld (bijv. de schoolarts). Zie verder de schoolgids en de website. Als je vragen hebt, spreek dan je mentor of de afdelingsleider aan. Deze bespreken met de zorgcoördinator welke deskundige van buiten de school ingeschakeld kan worden. De zorgcoördinator is mevrouw N. Mylius (A207). 8. De medezeggenschapsraad (MR) van CVO ’t Gooi en de schoolraad (SR) van het Comenius College De MR denkt mee over allerlei belangrijke onderwerpen om de Stichting CVO ’t Gooi en de vier bijbehorende scholen goed (of nog beter) te laten draaien. Soms moeten ze moeilijke beslissingen nemen. Wanneer je meer wilt weten over de MR kun je dit lezen in de schoolgids. In de schoolraad van het Comenius worden veel belangrijke beslissingen genomen over het onderwijs en de organisatie van het Comenius. In de SR zitten leerlingen, medewerkers en ouders. Meer informatie is te vinden op de website en in de schoolgids. 9. De Leerlingenraad (LLR) De leerlingenraad houdt zich bezig met alle schoolzaken die direct betrekking hebben op de leerling. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met de schoolleiding over de meest uiteenlopende onderwerpen die te maken hebben met het onderwijs op het Comenius College en de belangen van de leerlingen. De leerlingenraad adviseert bij vaste benoemingen van (nieuwe) docenten. De raad vergadert onder begeleiding van een docent. Deze vergaderingen zijn openbaar. De vergaderdata en andere mededelingen van de leerlingenraad kun je vinden op het mededelingenbord in de benedenhal. Op het Comenius College geldt een Leerlingenstatuut dat jaarlijks wordt uitgereikt aan de brugklas, 4 mavo, 4 havo en 4 vwo en aan nieuwe leerlingen in de overige leerjaren. Hierin staan alle rechten en plichten van de mensen die bij de school betrokken zijn. Het leerlingenstatuut staat ook op de website. 10. De Ouderraad (OR) Het Comenius College heeft een eigen ouderraad. Eén van de taken van de ouderraad is het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan de schoolraad en directie over zaken die de ouders in het bijzonder aangaan. 10
Ouders die belangstelling hebben kunnen zich aanmelden. Eventuele benoeming vindt plaats na verkiezingen. 11. De Leerlingen Vereniging Comenius (LVC) en de schoolkrant “De Bison” Als leerling ben je automatisch lid van de LVC. De LVC houdt zich vooral bezig met het organiseren van ontspannende activiteiten zoals sportwedstrijden, filmvoorstellingen en dans(/disco-)avonden. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan culturele evenementen: toneel, cabaret, kunst, klassieke muziek en een musical. Voor de brugklas is er de spetterende brugklastalentenshow. Het LVC-bestuur bestaat uit zeven leerlingen, die ieder jaar aan het begin van de cursus worden gekozen. Het bestuur wordt geholpen door een tweetal docenten. Het postvakje van de LVC in de A1-hal bij de docentenpostvakken is bestemd voor kopij. De redactie van de schoolkrant geeft regelmatig De Bison uit. Hierin vind je allerlei mededelingen, verslagen van uitstapjes, schoolavonden en wedstrijden, gedichten, verhalen en andere stukjes. Iedereen die dat wil, kan meewerken aan de schoolkrant. 12. Het Ouderpanel en het Leerlingpanel Het onderbouwteam mavo/havo laat zich graag op de hoogte houden van wat leeft onder ouders en leerlingen door het Ouderpanel en het Leerlingpanel. Beide panels komen twee keer per jaar bijeen. Het ouderpanel bestaat uit ouders die zich aan het begin van het jaar hebben opgegeven. Er is één ouderpanel voor de brugklas en één ouderpanel voor 2 m/h. Het ouderpanel wordt voorgezeten door de afdelingsleider mw. Otto of een van de mentoren uit het team. Van de bijeenkomst wordt een verslag gemaakt en de punten worden besproken in het mh-onderbouwteam. Vervolgens wordt de uitkomst weer teruggekoppeld. Het leerlingpanel bestaat uit de vertegenwoordigers van de brugklas en van de 2e klas. Zij vergaderen onder schooltijd onder leiding van een docent.
11
4. Afspraken en regels Binnen onze school zijn dagelijks ongeveer 1500 mensen (leerlingen en medewerkers) actief. Dat stelt eisen aan de omgang met elkaar. Als iedereen zou doen wat hem of haar het beste uitkomt, zouden we elkaar in de weg zitten en geen gemeenschap vormen. We houden dus rekening met elkaar. De missie en visie van de school zijn beschreven in de schoolgids. De verwachtingen die wij hebben van het gedrag van leerlingen en medewerkers liggen in het verlengde hiervan en zijn beschreven in onderstaande gedragscode: 1. Wij en onze identiteit - Wij willen een school zijn waarin wij onze identiteit elke dag opnieuw uitdragen en uitstralen. - Wij laten ons inspireren door een christelijke levensvisie. - Wij gaan uit van elkaars talenten. - Wij dragen verantwoordelijkheid voor onszelf, de mensen om ons heen en onze leefomgeving. - Wij treden anderen met respect tegemoet. 2. Wij en het leren - Wij dragen bij aan een goed verloop van het leerproces. - Wij bereiden ons goed voor en doen actief mee met de les. - Wij zorgen met elkaar voor een goede (werk)sfeer. - Wij halen het beste uit onszelf en uit de anderen. 3. Wij en een veilige sfeer - Wij willen een school zijn waar iedereen zich thuis voelt, maar ook een school waar ieder het recht heeft zichzelf te zijn en waar we er zijn voor elkaar. - Wij houden ons aan de schoolregels. - Wij spreken elkaar op een fatsoenlijke manier aan. - Wij kleden ons verzorgd. - Wij gaan pesten en agressief gedrag tegen. - Wij zijn zuinig op de spullen van onszelf en van anderen. - Wij respecteren elkaars eigendommen. 4. Wij en de anderen - Wij behandelen de anderen zoals wij ook behandeld willen worden. - Wij hebben respect voor onszelf en anderen en dragen dat in woord en gebaar uit. - Wij discrimineren elkaar niet. - Wij geven elkaar het goede voorbeeld. - Wij houden ons aan gemaakte afspraken en spreken elkaar daar op aan. - Wij gunnen ieder de privacy waar hij/zij recht op heeft. 5. Wij en ons schoolgebouw - Wij houden de school en het terrein eromheen mooi en schoon.
12
Een verdere uitwerking van de regels is te vinden in de schoolgids, het Leerlingenstatuut en op de website. Daar vind je ook wat je moet doen als je een klacht hebt over de school. Schoolregels Een vertaling van deze gedragscode levert in ieder geval de volgende belangrijke schoolregels op waar we elkaar aan houden: 1. Pesten mag niet. Als je zelf gepest wordt of in de gaten krijgt dat iemand anders gepest wordt, stap je naar je mentor, de secondant van je klas of je afdelingsleider. 2. Agressie en geweld horen niet in een school. Als je ziet dat iemand wordt bedreigd of als iemand geweld pleegt, stap je naar de conciërge of naar een andere medewerker van de school. 3. Roken, alcohol en drugs zijn verboden in de school en bij activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen. 4. Kom op tijd op school en in de les. Zorg ervoor dat je altijd je spullen bij je hebt. 5. Als de docent niet bij het lokaal is, informeer je bij de roostermaker of het secretariaat naar de oorzaak. Neem nooit zelfstandig de beslissing om weg te gaan. 6. Blijf met je handen van andermans eigendommen af. 7. Je mag niet eten of drinken in de les. 8. Laat je mobieltje uit in de les. Maak er dus geen foto’s, filmpjes of geluidsopnamen mee. Een mobieltje of MP3 speler mag niet gebruikt worden of zichtbaar in de klas aanwezig zijn. Gebeurt dit toch dan kan de docent het innemen. Je kunt het dan aan het einde van de dag (16.30 uur) ophalen bij de afdelingsleider. Wanneer je mobieltje voor de tweede keer wordt ingenomen, mogen je ouders het mobieltje komen ophalen bij de afdelingsleider. 9. Draag geen aanstootgevende kleding. 10.Hang je jas op aan de kapstok of berg hem op in je kluisje; neem hem niet mee in de les. 11.Kom niet in een practicumlokaal, een computerlokaal, een gymlokaal of een ander praktijklokaal als daar geen docent of andere medewerker bij is. 12.Pauze houd je in de aula, de benedenhal of op het aulaplein. Denk eraan: ruim je eigen afval op!
Roken is verboden op het gehele schoolterrein
Lestijd en aanwezigheid Je dient dagelijks van 08.30 – 16.30 uur beschikbaar te zijn voor de school. De lessen beginnen en eindigen op het tijdstip dat het rooster aangeeft. Je mag tijdens de les het lokaal niet verlaten zonder voorafgaande toestemming van de docent. Op sommige dagen geldt een verkort lesrooster. Kijk op de monitoren aan het begin en einde van de lesdag en iedere pauze voor eventuele roosterwijzigingen en mededelingen. Ook thuis kun je de roosterwijzigingen zien, door te kijken op het dagrooster in Magister. 13
Magister De docent registreert je aanwezigheid tijdens de lessen met behulp van het digitale programma Magister. Leerlingen en ouders kunnen op Magister de absentie zien. Wij verwachten dat jij en je ouders regelmatig controleren of de gegevens juist zijn. Mocht een gegeven niet kloppen, bijvoorbeeld omdat dit verkeerd is ingevoerd, laat het ons dan weten. Te laat 1. Wanneer je onverhoopt te laat bent, meld je je bij de conciërge. Ga niet eerst naar de les, maar gelijk naar de conciërge! 2. Je krijgt van de conciërge een “te laat briefje”. Met dit briefje word je toegelaten in de les. Te laat zonder geldige reden De docent voert in Magister in dat je te laat bent. Wanneer je zonder geldige reden te laat komt, meld je je de volgende ochtend om 08.00 uur (of 09.00 uur bij het eerste uur vrij) bij de conciërge. Als je je de volgende dag niet meldt op het afgesproken tijdstip dan moet je je twee keer melden om 08.00 uur of je gaat naar het extra werkuur aan het einde van de dag. Dit is aan de conciërge of de afdelingsleider om te bepalen. Wanneer een leerling spijbelt, moet hij de gemiste tijd dubbel inhalen. Wanneer je het niet eens bent met een maatregel, bespreek je dat niet met de conciërge maar met de afdelingsleider. Schoolregels bij ongeoorloofd verzuim (te laat komen en spijbelen) Er wordt van je verwacht dat je minimaal één keer per week je verzuimstaat in Magister controleert. Wanneer de gegevens niet kloppen onderneem je actie naar de docenten en het secretariaat van jouw afdeling om de juiste gegevens in het absentiesysteem te krijgen. Dit is je eigen verantwoordelijkheid. Bij ongeoorloofd verzuim (te laat zonder reden en ongeoorloofd afwezig) worden de volgende maatregelen genomen: aantal actie 2 - 6x
Bij te laat: je moet je de volgende dag om 08:00 uur melden op school (ongeacht je rooster). Doe je dit niet, dan word je daarop aangesproken en moet je je 2x om 08:00 uur komen melden. Bij ongeoorloofd absent: je moet de gemiste uren dubbel inhalen.
3 - 9x
Wanneer je tussen de 3 en 9x te laat en/of absent bent geweest heeft de mentor een gesprek met de leerling Er gaat een brief naar huis samen met een overzicht van je verzuim (verzuimstaat)
9 -12x 12 16x
Je wordt aangemeld bij het verzuimloket van RBL (Regionaal Bureau Leerlingzaken). RBL stuurt een waarschuwingsbrief naar huis.
16x en hoger
Er wordt een nieuwe aanmelding gedaan bij het verzuimloket, waarna er een HALT-verwijzing of procesverbaal opgemaakt wordt door het RBL.
14
De melding van 12x te laat zonder reden/ongeoorloofd afwezig bij het RBL is wettelijk verplicht. Voordat je wordt aangemeld heeft er tenminste één gesprek met je mentor en/of afdelingsleider plaatsgevonden. Voor de volledige richtlijnen van de verzuimregistratie van het RBL verwijzen wij je naar: www.rblgooi.nl
Afwezigheid Toestemming voor afwezigheid (voorzien) Wanneer je van tevoren weet dat je een les of meerdere lessen moet verzuimen om een andere reden dan ziekte (bijv. bezoek dokter of orthodontist), dan vraag je minstens één dag van tevoren toestemming bij de afdelingsleider met een door de ouders ondertekende witte kaart (verzoek voor verlof). Deze witte kaarten kun je krijgen bij de conciërges. Na ondertekening van je ouders ga je met de witte kaart langs de afdelingsleider of de secretaresse. Zij bepaalt of je toestemming krijgt voor het verlof en zal de witte kaart ondertekenen. Na toestemming van de afdelingsleider lever je de kaart in bij de conciërges. Vervolgens wordt het verlof in Magister verwerkt. Ben je de witte kaart vergeten in te leveren? Tot twee weken na het verzuim kun je het recht zetten bij de afdelingsleider. Het wordt dan goed in Magister gezet. Wanneer na twee weken een absentie als “onbekend" (Xa) geregistreerd staat, wordt het omgezet in “ongeoorloofd verzuim” ofwel “spijbelen”. Wanneer je een dag of langer moet verzuimen (bijv. vanwege ziekenhuisopname of vanwege familieomstandigheden), melden je ouders dit schriftelijk via het formulier: "aanvraag bijzonder verlof". Dit formulier is verkrijgbaar bij de afdelingsleider of bij de secretaresse van de onderbouw. Als je voor het einde van je lesrooster de school wilt verlaten (bijv. vanwege ziekte), moet je je afmelden bij de afdelingsleider. Zij belt dan met je ouders om te vragen of je naar huis mag. Je mag alleen met toestemming van de afdelingsleider eerder van school weg. Wanneer je verlof wilt aanvragen voor een extra vakantie of iets dergelijks, dan moet dit schriftelijk worden aangevraagd. We hebben hiervoor speciale formulieren, verkrijgbaar bij de afdelingsleider of de secretaresse. Bij het wel of niet verlenen van toestemming houden wij de richtlijnen aan van de leerplichtwet. Voor de topsporttalenten (LOOT) gelden aanvullende regels die je kunt vinden in het handboek LOOT. Als je ziek bent….. - Wanneer je door ziekte niet naar school kunt, zorg je dat de school tussen 08.00 uur en 09.00 uur gebeld wordt door één van je ouders. Als je weer beter bent, neem je de witte kaart mee, ingevuld door je ouders, als betermelding. - Wanneer je op school ziek wordt en naar huis wilt, meld je je af bij de afdelingsleider of bij een van de secretaresses van de onderbouw. Zij bellen met een van je ouders om te overleggen of je naar huis mag.
Conclusie: Iedere absentie is van te voren gemeld! 15
En nogmaals: Je ouders kunnen altijd op Magister zien of jij aan- of afwezig was tijdens de les. Wij verwachten dat je ouders regelmatig de gegevens in Magister controleren om te kijken of het klopt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je vergeten bent een witte kaart in te leveren. Voor vragen kunnen je ouders terecht bij de afdelingsleider. Absentie bij lichamelijke opvoeding Medische verklaringen en verzoeken om vrijstelling van de gymlessen moeten bij de docent lichamelijke opvoeding worden ingeleverd en daarna dient de leerling persoonlijk de afdelingsleider te informeren. Let op: een medische verklaring leidt niet tot een vrijstelling maar betekent dat je een vervangende opdracht moet doen. Je moet zelf bij je LO-docent die vervangende opdracht halen en het resultaat bij hem inleveren. Absentie bij repetities Als je een repetitie hebt gemist door ziekte, moet je officieel afgemeld staan voor die dag. Dat betekent dat je ouders je ziek moeten hebben gemeld. De eerstvolgende les maak je een afspraak met je docent voor het inhalen. Repetities kun je op dinsdagmiddag het 7e uur inhalen. Als je bent ingedeeld om een repetitie in te halen mag je niet wegblijven. Totdat je de repetitie hebt ingehaald, staat er "inh" (van "inhalen") in de cijferkolom. Als het inhalen niet binnen een maand plaatsvindt, verandert “inh” in een 1,0. Hier kan dan niets meer aan veranderd worden. Docenten en te laat komen Docenten doen natuurlijk hun uiterste best vóór de start van de les in het lokaal aanwezig te zijn. Wanneer een docent aan het begin van de les onverhoopt niet aanwezig is, dan meldt een leerling (klassenvertegenwoordiger) namens de groep dit bij de roostermaker of de afdelingsleider. De leerlingen wachten nadere mededelingen af en gaan niet zonder toestemming weg bij het lokaal. Wanneer op dat moment geen invaldocent aanwezig is, mogen leerlingen gaan werken in de aula. Brugklasleerlingen mogen niet het schoolterrein verlaten. Invalles Bij afwezigheid van de docent werk je in een invalles verder aan de hand van de studiewijzer, onder begeleiding van een vervangende docent of een invalkracht. Wanneer bij een toets je docent door ziekte of andere onvoorziene omstandigheid afwezig is, wordt de toets afgenomen door een vervanger of wordt er een afspraak gemaakt voor een nieuwe toetsdatum. Wanneer je klaar bent voor het vak ga je lezen in je leesboek. Bij elke invalles heb je de boeken van het vak bij je en een leesboek heb je iedere dag mee. Sneeuwbaltelefoon De docent die een klas/groep het eerste uur lesgeeft, maakt een sneeuwbaltelefoon. In geval van afwezigheid/ziekte belt hij de leerling die bovenaan staat tijdig op om de klas/groep te waarschuwen. De afwezige docent belt de eerste leerling om 07.00 uur en de school om 07.30 uur. 16
Buskaart: toestemming voor te laat komen in het 1e lesuur Als de bustijden niet aansluiten op het eerste uur, kunnen de leerlingen die met de bus naar school komen en er niet voor 8.30 uur kunnen zijn, voor de duur van een tertiaal een briefje krijgen (buskaart) van de afdelingsleider om iets later op school te komen. Deze regel geldt alleen voor het eerste uur. Voorbeeldig of storend gedrag in de les We verwachten dat je in de les zo goed mogelijk met leren bezig bent. De basis van een goede werkhouding is: - je bent op tijd - je hebt je spullen mee - je weektaak/huiswerk is af - je opdracht is op tijd ingeleverd - je bent goed bezig Indien je je tijdens de les niet aan de afspraken en regels houdt, spreekt eerst de docent jou daar (tijdens of na de les) op aan: hij neemt passende maatregelen en maakt met jou een duidelijke afspraak over het vervolg. Mocht deze afspraak niet tot het gewenste resultaat leiden dan bepaalt de docent de eerstvolgende keer het vervolg. Dit kan zijn: - Een tweede gesprek met jou, gevolgd door nieuwe maatregelen en een nieuwe afspraak over het vervolg. - Een gesprek met je mentor over je gedrag en/of werkhouding en/of werkhouding en de te nemen maatregelen. - Verwijdering uit de les. Wanneer je door een docent verwijderd wordt, vindt er geen discussie in de les plaats, maar wel een gesprek met de docent na de les. Als je er uitgestuurd wordt, meld je je direct bij de afdelingsleider die jou zal vertellen wat je te doen staat. Indien je moet nablijven, moet je er rekening mee houden dat je dezelfde dag na het laatste lesuur nog een uur moet nablijven. Tot en met het 7e lesuur kan de school een beroep op jouw tijd doen. De school hoeft dan geen rekening te houden met jouw persoonlijke afspraken. Mocht dit allemaal niet helpen en is er sprake van structureel storend gedrag, dan neemt de docent of de mentor of de afdelingsleider contact op met je ouders. Repetities Je mag slechts één repetitie of toets per schooldag krijgen. In toetsperiodes, inhaaldagen en bij herkansingen mag van deze regel afgeweken worden. Daarnaast kunnen overhoringen worden opgegeven. De docent moet de uitslag van een toets, repetitie of schriftelijke overhoring binnen twee schoolweken bekend maken aan de leerling en binnen drie schoolweken op Magister hebben gezet. Een werkstuk of verslag dient uiterlijk drie weken na de deadline nagekeken te zijn. Als het langer duurt, licht de docent de klas/groep vooraf in over de redenen van het uitstel. Zie verder het Leerlingenstatuut.
17
Website De website van de school www.comenius-hilversum.nl bevat veel informatie over de school, belangrijke regelingen, nieuwsberichten, fotoalbums, verslagen van activiteiten en relevante berichten voor ouders en leerlingen. Magister Magister is een afgeschermd deel van de site en alleen toegankelijk met inlogcode en persoonlijk wachtwoord. Op het leerlingendeel van Magister staan vakkeninformatie, klassengegevens, brieven aan ouders, cijfers en roosters, informatie van de leerlingenraad etc. Je dient zorgvuldig om te gaan met je inlogcode en wachtwoord. Het is voor jou als leerling bestemd en moet aan niemand anders bekendgemaakt worden. Je ouders hebben een eigen inlogcode en wachtwoord ontvangen voor het inloggen in Magister. Proefwerkblok In het kader van de duurzame school en onze verantwoordelijkheid voor het milieu gaan wij dit jaar werken met proefwerkblokken voor leerlingen. Iedere leerling ontvangt binnenkort een gratis blok proefwerkpapier voor het maken van overhoringen, oefentoetsen e.d. Uitgezonderd bij de schoolexamens wordt er dus geen papier meer beschikbaar gesteld door de school! Als het blok op is, kan de leerling tegen betaling van € 2,00 een nieuw blok halen bij de mediatheek. Kluisjes Iedere leerling kan voor de duur van een schooljaar een kluisje huren. Voor nieuwe leerlingen geldt: de huur ad € 12,50 (€ 25,00 voor een LOOT-kluis) dient te worden overgemaakt op het rekeningnummer van de school onder vermelding van "huur kluis (naam van de betreffende leerling)". Bij overhandiging van een kopie van de overboeking en de schoolpas krijgt de leerling in de Mediatheek een kluis toegewezen. Leerlingen die al een kluis huren en deze willen verlengen krijgen ieder jaar bericht i.v.m. voortzetting van de huur. De kluisjes moeten voor de zomervakantie geleegd worden in verband met de schoonmaak. De schoolleiding houdt zich te allen tijde het recht voor om de kluisjes te inspecteren, bijvoorbeeld op verboden middelen. Leerlingpas Zodra je leerling bent van het Comenius College ontvang je een leerlingpas. Deze pas heb je nodig om je te melden bij de conciërge als je te laat komt, om je kluis te openen, om te kopiëren of te printen, om in de mediatheek boeken te lenen en om je te identificeren bij schoolfeesten. De leerling is zelf verantwoordelijk voor zijn pas. Bij verlies of beschadiging meldt de leerling dit bij de conciërge en vraagt direct een nieuwe pas aan bij de mediatheek tegen een financiële vergoeding. Als een pas drie jaar oud is en het nog doet, heeft de leerling het recht kosteloos een nieuwe pas aan te vragen. Fietsenstalling Fietsen horen in de stalling en mogen niet los op het plein of voor de stalling worden gezet. De conciërges houden ’s ochtends toezicht bij het stallen van de 18
fietsen. Het boshek aan de achterzijde van het gebouw is gesloten van 09.3014.00 uur. Excursies Excursies zijn onderdeel van het lesprogamma. In de eerste maand van het schooljaar brengt de school kosten in rekening voor het hele jaar. Op dit moment zijn de volgende excursies gepland voor de brugklas: - Introductieprogramma - Kerstmarkt Münster (vakexcursie Duits) - Aardrijkskunde excursie naar Zeeland excursie voor 1MH - Cultuurmarathon, €2,50 per dag (bij sommige workshops worden extra kosten in rekening gebracht) Op dit moment zijn de volgende excursies gepland voor de tweede klas: - Dierenpark Amersfoort (biologie en tekenen) - Excursie polders (aardrijkskunde) - Landschap fietsexcursie (aardrijkskunde) - Cultuurmarathon € 2,50 per dag (bij sommige workshops worden extra kosten in rekening gebracht) De genoemde kosten geven een indicatie. Ook kunnen er nog excursies toegevoegd worden of niet doorgaan. Naast de vakexcursies zijn er facultatieve activiteiten zoals de brugklastalentenshow. Voor de betaling van de excursies wordt aan het begin van het schooljaar één totaalrekening gestuurd voor alle excursies en activiteiten. Mentorles en huiswerk De mentorlessen Op het rooster staat mentorles en daarnaast heeft de mentor een spreekuur. Op dit spreekuur kan de mentor een afspraak met jou, of met een groepje klasgenoten of met de hele klas maken. Tijdens zo’n afspraak kun je bijvoorbeeld met de mentor bespreken hoe je vindt dat het met je gaat. Of de mentor bespreekt bijvoorbeeld met de secondanten en je klas de voorbereiding van het klassenfeest. In de mentorles wil de mentor op vijf gebieden bij jou iets bereiken: 1. Je bekend maken met het schoolgebouw, het lesrooster, de schoolregels, je agenda; 2. Je leren hoe jij en je klasgenoten aan een goede sfeer in de klas kunnen bijdragen; 3. Je leren effectief te studeren door bewust te worden van je studiehouding; 4. Het aanleren van goede studievaardigheden; 5. Je een goede kijk geven op je eigen capaciteiten en mogelijkheden met het oog op de schoolkeuze aan het eind van de onderbouw. De mentor maakt in de mentorles gebruik van een lesmethode. Deze methode biedt jou hulpmiddelen en oefenmateriaal om verschillende vaardigheden onder de knie te krijgen. Onderwerpen die ter sprake komen zijn ‘leren leren’ en het omgaan met elkaar. Je krijgt door allerlei oefeningen ook meer zicht op jezelf en op welke regels van belang zijn voor een goed leef- en leerklimaat. 19
Het is belangrijk dat je ouders ook op de hoogte zijn van de informatie die in de mentorles wordt besproken, zodat zij jou eventueel kunnen helpen met de juiste studiemethoden. Uiteraard bespreken wij dit ook met je ouders op de kennismakingsavond en zo nodig op de mentorspreekavonden. Veiligheid Wij vinden het erg belangrijk dat jij je veilig voelt op school. Je mentor besteedt in het begin veel aandacht aan de sfeer in de klas en hoe jullie met elkaar om gaan. Maar ook buiten de lessen moeten leerlingen met respect met elkaar omgaan. Bespreek het met je mentor of met een secondant als er iets gebeurt wat je niet leuk vindt. De school werkt met een pestprotocol dat is opgesteld samen met de leerlingen (van de Veiligheidsraad). Agenda en studiewijzers Het is belangrijk dat je leert om een deel van het werk zelfstandig aan te pakken. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. De school helpt je door middel van mentorlessen, door het gebruik van je agenda en door studiewijzers. In de agenda plan je je huiswerk voor de volgende les. Hoe dit werkt, word je uitgelegd in de eerste mentorlessen. In de agenda kun je ook je cijfers bijhouden. Je noteert er alle cijfers die je hebt gehaald. Achter het cijfer noteer je altijd de weging (hoe vaak het werk meetelt op je rapport). Een handige tip is om alle proefwerken en opdrachten van alle vakken het hele jaar te bewaren. Zo weet je steeds precies hoe je er voor staat en kun je de berekening van je rapportcijfer goed controleren. Daarnaast bieden de studiewijzers per vak veel aanwijzingen die je inzicht geven in het totale programma en de planning die de docent aanhoudt. Met behulp van de studiewijzer leer je het (huis)werk te plannen voor de komende week. Wanneer je door ziekte of anderszins iets mist, kun je de studiewijzer gebruiken om de stof in te halen. De studiewijzers zijn beschikbaar op Magister. Je kunt ook thuis inloggen en het samen met je ouders bekijken. Ouders en huiswerk Had jij al huiswerk op de basisschool? In de brugklas kun je voor bijna iedere dag wel huiswerk verwachten. Maar bij veel vakken kun je al behoorlijk wat werk in de les doen. In de mentorlessen besteedt de mentor aandacht aan de vaardigheden en de omstandigheden rondom het huiswerk. Na een paar weken krijg je meer ritme in het maken van het huiswerk en krijg je een bepaalde structuur. Voor sommige leerlingen kan het huiswerk echter een behoorlijke opgave zijn. Thuis kan dat soms moeilijk uitpakken als het huiswerk een bron van conflicten wordt. Het is dan verstandig samen met je ouders de moeilijkheden rondom het huiswerk op te lossen. Ouders die hierover meer willen weten kunnen contact opnemen met de mentor. Een prima gelegenheid is de eerste mentorspreekavond. Huiswerk: rechten en plichten Zowel de docent als de leerling heeft recht op duidelijkheid ten aanzien van het huiswerk en de verwachtingen daarover. Een aantal rechten en plichten van 20
leerlingen, zoals geformuleerd in het Leerlingenstatuut, wordt hierna aangegeven. Rechten Je hebt als leerling recht op - Informatie over het hoe, wat en waarom van huiswerk en de wijze van toetsen; - Hulp van de docent bij het verbeteren van studievaardigheden; - Regelmatige controle of de tijd die per vak per keer aan het huiswerk wordt besteed overeenkomt met het idee dat de docent hierover heeft; - Een goede regeling voor de spreiding van proefwerken; - Minstens twee cijfers per vak op het rapport; - Dat een toets binnen twee weken is nagekeken en dat het cijfer binnen drie weken wordt ingevoerd in Magister; - Dat een toets in de klas besproken wordt. Plichten Je hebt als leerling de plicht - Om het huiswerk te maken en/of te leren, waardoor je de totale leerstof van een leerjaar gaat beheersen; - Het huiswerk in je agenda te noteren; - Het rooster in je agenda te schrijven of bewaren; - Boeken, agenda, studiewijzer en andere schoolspullen altijd bij je te hebben; - Bij afwezigheid je alsnog op de hoogte te stellen van het huiswerk; - Na afwezigheid afspraken te maken over in te halen proefwerken; - De door de docent beschikbaar gestelde lestijd voor oefening efficiënt te benutten; - De leerstof voor proefwerken tijdig te bestuderen en er alles aan te doen om een proefwerk bij de eerste gelegenheid te maken. De Huiswerkklas Je kunt na schooltijd ook je huiswerk op school maken. De Huiswerkklas is bedoeld voor leerlingen die thuis moeilijk aan huiswerk maken toe komen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Kenmerkend aan de begeleiding is, dat de verantwoordelijkheid voor het maken van huiswerk en de daarbij behorende resultaten nadrukkelijk verschuift van de ouders/school naar de leerling zelf. Je krijgt hulp bij het plannen en er wordt gezorgd voor thee en een koekje. Het volgen van de Huiswerkklas is niet vrijblijvend. Bij het intakegesprek geef je je op voor minimaal één middag per week, voor minimaal één tertitaal. Het is alleen voor leerlingen die het zelf willen en dus gemotiveerd zijn. Meer informatie over de Huiswerkklas vind je op de website www.comenius-hilversum.nl. Je kunt ook mailen met mw. Pauline Povel:
[email protected] Bovenbouwers helpen onderbouwers (BOBOB) Leerlingen in de onderbouw kunnen (tegen geringe vergoeding) bijles krijgen van leerlingen uit de bovenbouw. Meer informatie is te vinden op de website van de school onder het kopje "onze school", "begeleiding en zorg".
21
5. Contact met mentor en leraren Op meerdere momenten gedurende het schooljaar worden er spreekavonden georganiseerd. We onderscheiden mentorspreekavonden en docentenspreekavonden. De kennismakingsavond voor de brugklas met de mentor vindt plaats op dinsdag 2 september. De kennismakingsavond voor de 2MH klassen met de mentor vindt plaats op dinsdag 16 september. De mentorspreekavond is een avond waarop je ouders een gesprek kunnen voeren met de mentor. Op woensdag 26 november en woensdag 25 maart vindt de mentorspreekmiddag-avond plaats. Op deze middag of avond kun je met je ouder(s) meekomen. Dit dient dan van te voren aangegeven te worden bij de mentor. Na het tweede rapport kunnen je ouders op de docentenspreekavond met de vakdocenten spreken over jouw resultaten bij het desbetreffende vak. De docentenspreekavond vindt plaats op 9 februari. Tijdens de leerlingbespreking bespreken de mentor, de overige docenten van het brugklasteam en de afdelingsleiders hoe het met jou en je prestaties gaat op school. Bij vragen mogen je ouders of jij altijd contact opnemen met de mentor of de vakdocent. In de schoolgids staan hun emailadressen. Zij zullen zo snel mogelijk contact opnemen.
6. Beoordeling en rapportage Het cijfersysteem Doorlopend rapportcijfer Bij de overgang wordt uitgegaan van een doorlopend rapport met één cijfer achter de komma (geen afrondingen). De cijfers in de tweede helft van het jaar wegen zwaarder mee in het gemiddelde. Proefwerken worden zwaarder gewogen dan SO’s. Overigens wordt tot aan de herfstvakantie in de brugklas geen cijfer onder de 4.0 gegeven. In de m/h-klas en de h/v-klas wordt gecijferd op twee niveaus. Leerlingen en ouders hebben in principe twee jaar de tijd om de juiste afdeling te bepalen. Berekenen rapportcijfer en eindcijfer Voor ieder rapport worden tenminste evenveel cijfers gegeven als het aantal lessen per week voor dat vak, met een minimum van twee. Eén van deze cijfers is een repetitiecijfer. Het eerste tertiaal in de brugklas is vanwege de gewenningsperiode een uitzondering op deze regel. Bij de berekening van het tweede en derde rapportcijfer bepalen de cijfers van de proefwerken het rapportcijfer voor tenminste 2/3 deel. De andere cijfers voor 22
maximaal 1/3 deel. De weging van de verschillende werken wordt vermeld op je cijferoverzicht op Magister. Beoordeling In de beoordeling en op het rapport wordt onderscheid gemaakt tussen leerstof en werkhouding. De leerstof De leerstof wordt onder meer getoetst door middel van proefwerken. Toetsing van de leerstof kan ook gebeuren door mondelinge (MO) en schriftelijke overhoringen (SO). Bij de bepaling van het rapportcijfer ligt de nadruk op de proefwerken. Daarin worden zowel kennis als inzicht getoetst. De werkhouding De werkhouding laat zich vaak lastig omschrijven. Wanneer is je werkhouding goed, wanneer is het onvoldoende? Je kunt bij de beoordeling naar verschillende aspecten kijken. Voorbeelden hiervan zie je in het schema dat wij in de school hanteren. Aan de hand van dit schema kan een je ook beter bepalen waarin je zelf kunt verbeteren. Wanneer je hulp nodig hebt, kun je overleggen met je docent of met je mentor. De werkhouding is niet meegenomen in de overgangsnormen. Wel speelt het een rol bij het advies dat de vakdocent geeft. De werkhouding staat in de brugklas vermeld op het rapport vanaf rapport 2. In de tweede klas staat de werkhouding op ieder rapport vermeld. Werkhouding Starten en doorwerken
Niveau 1 Werkt door aan kort durende opdrachten. Onderbreekt het werk regelmatig. Laat zich snel afleiden door omgevingsruis.
Concentratie
Kan voor een korte periode geconcentreerd luisteren naar docent of medeleerling (5-10 minuten). Stopt met werken als hij het niet snapt. Stopt bij tegenslagen.
Taakgerichtheid
Begeleiding
Reflectie
23
Heeft veel begeleiding nodig bij het zich (blijven) houden aan regels en afspraken (huiswerk, inleverdata etc.) Kan sterke/zwakke kanten van werkhouding en resultaten herkennen als de docent die benoemd.
Niveau 2 Werkt zelfstandig in de les aan opdrachten. Stopt met werken als hij naar eigen inzicht er voldoende tijd en aandacht aan heeft besteed. Kan langere tijd (1020 min.) geconcentreerd luisteren naar docent of medeleerling. Vraagt om uitleg als hij het niet snapt. Heeft moeite met tegenslagen. Heeft enige begeleiding nodig bij het zich (blijven) houden aan regels en afspraken (huiswerk, inleverdata etc.). Kan met begeleiding sterke/zwakke kanten van werkhouding en resultaten benoemen. Kan met begeleiding bijsturen en eraan werken.
Niveau 3 Begint uit zichzelf met een opdracht. Werkt rustig door en stopt als hij klaar is.
Kan een lange tijd (20-30 min.) luisteren naar de uitleg van de docent of naar medeleerling. Kan doelgericht werken en zich over tegenslagen heen zetten. Kan zich houden aan regels en afspraken (huiswerk, inleverdata etc.).
Kan zelf sterke/zwakke kanten van werkhouding en resultaten benoemen, bijsturen en eraan werken.
Rapporten Via Magister hebben leerlingen en ouders altijd een overzicht van de behaalde cijfers. Het eerste rapport verschijnt op vrijdag 21 november. Het tweede rapport verschijnt op vrijdag 13 maart. Over de resultaten per vak kunnen ouders met de vakdocenten spreken op de docentenspreekavond. Bij het tweede rapport geeft iedere docent voor zijn vak aan de mentor een advies over de afdeling die waarschijnlijk het best bij de leerling past. Dit heet een determinatie-advies. Dit advies is een intern gegeven voor de mentor, die zich zo een beeld kan vormen welke kant het ongeveer me de leerling opgaat. De mentor kan deze adviezen gebruiken als onderwerp van gesprek met leerlingen en ouders. Dit determinatieadvies is o.a. gebaseerd op: - de behaalde cijfers; - de vakspecifieke aspecten (kennis, inzicht, toepassing); - de algemene aspecten (je werkhouding en algehele indruk). Rapport 3 verschijnt aan het einde van het schooljaar op vrijdag 3 juli.
24
7. KATERN KLAS 1 Belangrijke data 02 september 17 september 26 september 01 oktober 01 oktober 03 oktober 09 oktober 20 oktober 05 november 26 november 05 december 15 december 18 december 19 december 21 januari 29 januari 09 februari 25 maart 09 april 23 en 24 april 12 juni 15 t/m 19 juni 22 juni 23 en 24 juni 29 juni 03 juli
1mh brugklassen: Voorlichtingsavond brugklassen, aanvang 20.00 uur Voorlichtingsavond klas 1-2 dyslexie Brugklastalentenshow + disco Voetbaltoernooi 1e klassen Schoolfotograaf (volgens rooster) Schoolfotograaf (volgens rooster) Voorstelling Survivors Huiswerkvrij 1mhv Leerlingpanel-1 1-2 mhv mentorspreekavond 1e en 2e klassen Sinterklaasviering Excursie Munster Kerstviering 1-2 mhv Kerstontbijt Leerlingpanel-2 1-2 mhv Dag van de Poëzie Docentenspreekavond 1-2 mhv Mentorspreekavond Excursie Deltawerken in Zeeland Taaldagen brugklas Sportdag brugklassen Toetsweek onderbouw Herkansing en inhalen gemiste toetsen van de toetsweek. Laatste lesmiddag, afsluiting met mentor Cultuurmarathon Inleverenboeken Ophalen rapport van 08.30-09.00 uur
De mentor en de secondanten De mentor wordt geholpen in de begeleiding door de secondanten, 4e-jaars leerlingen die meedoen met de introductiedagen en het kamp. Secondanten kunnen jou ook helpen met (huiswerk voor) een moeilijk vak of met vragen over de school. Vraag ze er eens naar! Vergeet niet dat secondanten precies weten hoe het op school allemaal werkt. Voor de meeste problemen die jij tegenkomt, weten zij wel een oplossing. Ze kunnen je in ieder geval veel informatie geven. De mentor en de secondanten helpen ook met het organiseren van klassenfeesten.
25
De mentoren en de secondanten van dit schooljaar: brugklas Mentor
Naam Secondant
1MH1
Robin
Neuféglise
Noa
Visee
Gerrit van de Velden
1MH1 1MH2
Stephanie Poelman
Barbara
Faro de Nazaré
1MH2
Walther van Mechelen
Tessa
Konings
1MH3
Elvita Maseda Lamelas
Sabrina
Buwalda
Milena
Klijn
Sarah
Bruining
Lisa
Zheng
1MH3 1MH4 1MH4
Michael van Brummelen
Oriëntatiemodule Talen in de Brugklas Met onze steeds internationaler wordende samenleving vinden wij het op het Comenius belangrijk om de mogelijkheid te bieden zowel Frans, Duits als ook Spaans als examenvak te kunnen kiezen. Na leerjaar 1 kun je op het Comenius kiezen voor twee van de drie vakken Duits, Frans of Spaans. Naast Engels zijn tot en met leerjaar 3 immers twee moderne vreemde talen verplicht. In de brugklas bieden we een Oriëntatiemodule Talen aan, waardoor je de gelegenheid krijgt om je op Spaans, Frans en Duits te oriënteren, zodat je aan het eind van het jaar een goede keus kunt maken voor de twee moderne vreemde talen naast Engels. De leerling kiest één taal, en geeft voorkeur aan voor de tweede keuze. De school kiest de tweede taal. De Oriëntatiemodule is niet alleen een keuzeprogramma, maar heeft natuurlijk ook een onderwijskundig doel: de leerlingen leren zich in de basis redden in alle drie de talen. We spreken zoveel mogelijk de taal in de klas en we oefenen volop met (levens)echte situaties. Aan het eind van het jaar vindt er een Taaldorp plaats waarin de leerlingen zich in alle talen op een eenvoudige manier kunnen redden in alledaagse situaties zoals de weg vragen, iets kopen, wat bestellen in een restaurantje ets. We werken inmiddels al enkele jaren met het programma en de ervaringen zijn heel goed. De leerlingen ervaren de talen niet als extra belasting! In tegendeel, veel leerlingen vinden het jammer dat ze een taal moeten laten vallen. Hieronder leggen we aan de hand van veel gestelde vragen uit hoe het programma in zijn werk gaat. Is het programma niet te belastend? Om te zorgen dat het rooster met vier talen niet te zwaar wordt, zijn de vakken zodanig geroosterd dat een klas per tertiaal nooit meer dan drie moderne vreemde talen tegelijk heeft. Elke taal wordt maximaal twee tertialen gegeven.
Hoe zit het met de cijfers voor al die talen op je rapport? De cijfers voor Duits, Spaans en Frans vormen op het overgangsrapport samen één cijfer, het zogenaamde Combinatiecijfer. Dit cijfer moet gemiddeld minimaal een 6 zijn en mag uit maximaal 1 onvoldoende (niet lager dan een 4) bestaan.
26
Hoe zit het met dyslectische leerlingen? Na twee tertialen mag een leerling die in het bezit is van een dyslexieverklaring en veel moeite heeft met de talen één taal laten vallen. De leerling is dan nog wel aanwezig in de les, maar mag dan aan een ander vak werken of doet een vervangende opdracht voor de taal die hij/zij laat vallen. Dit zgn. “Stappenplan Dyslexie” wordt aangestuurd door de RT. De ouders van een leerling die in het bezit is van een dyslexieverklaring, worden aan het eind van het tweede tertiaal hierover verder geïnformeerd. Als je na een jaar een taal laat vallen, dan heb je toch voor niks geleerd? Op het Comenius werken we zoveel mogelijk met Communicatieve Talenmethodes, dat wil zeggen dat je de taal veel moet toepassen. Natuurlijk mag je nog wel fouten maken maar het is handig als je al snel de weg kunt vragen in het Spaans of iets kan bestellen op een Frans terrasje. Aan het eind van het eerste jaar is de leerling in staat om op eenvoudige wijze zich in veel voorkomende situaties te redden en eenvoudige vragen te beantwoorden. Dat toetsen we tijdens de Talendagen door zoveel mogelijk levensechte situaties na te bootsen. We gaan ervan uit dat je aan het eind van het jaar in ieder geval een basis hebt gelegd die je nooit meer kwijt raakt. Halen de leerlingen de talen niet door elkaar? Nee, gek genoeg gebeurt dat nauwelijks. De officiële term is "interferentie” en we hebben gemerkt dat er natuurlijk wel interferentie optreedt, maar dat dit zichzelf corrigeert. Bovendien zijn veel dingen in bepaalde talen hetzelfde, dus dat scheelt juist een hoop uitleg en leerwerk. Hoe wordt het keuzeproces begeleid? Aan het eind van het tweede tertiaal vinden de Taalportfoliogesprekken plaats. Op basis van de Taalportfolio’s en de resultaten van de diverse talen houden we individuele gesprekken om de leerling te begeleiden bij het maken van een bewuste keuze. Deze gesprekken vinden plaats onder schooltijd, ouders hoeven hierbij niet aanwezig te zijn. Hoe gaat het verder na de brugklas? Alle leerlingen hebben in klas 2 gewoon les in twee moderne vreemde talen naast Engels. Mavo-leerlingen hebben de mogelijkheid om na de tweede klas nog een moderne vreemde taal te laten vallen. Havo- en vwo-leerlingen hebben tot en met de derde klas verplicht twee moderne vreemde talen naast Engels en maken in de bovenbouw opnieuw een keuze. Waar kan ik terecht met mijn vragen? Voor vragen kunnen jij of je ouders terecht bij de talendocent of de mentor.
27
Periodisering van vakken in de brugklas klas / tertialen 1mh ter 1 ter 2 ter 3 Nederlands
2
2
3
Engels
2
2
2
Frans
3
0
2
Duits
2
3
0
Spaans
0
2
3
geschiedenis
2
0
2
aardrijkskunde
2
2
1
godsdienst
2
2
0
wiskunde
2
2
3
biologie
1
2
2
Natuur/techniek
0
2
2
tekenen
1
1
1
handvaardigheid
1
1
1
muziek
1
1
1
0
0
drama
1
lich. opvoeding
2
2
2
mentorles
2
1
1
Comenius-uur
0
1
1
Rekenen
0
1
0
Totaal
26
27
27
Overgangsprocedure klas 1 schooljaar 2014-2015 Voor de afdelingen gymnasium, atheneum, havo/vwo en mavo/havo De overgangsvergadering bespreekt de leerlingen en beslist over de bevordering. De procedure bestaat uit drie stappen. Stap 1 Bij het inleveren van de cijfers voor het derde rapport geeft iedere docent voor zijn vak een overgangs-advies: D (doubleren) AO (ander onderwijs, dat het Comenius College niet aanbiedt) M (mavo) M/H (mavo/havo) H/V (havo/vwo) V (vwo) met A (vwo atheneum) of met G (vwo gymnasium) Dit advies is gebaseerd op: - de behaalde cijfers; - de vakspecifieke aspecten (kennis, inzicht en toepassing) - de algemene aspecten, zoals werkhouding. Deze adviezen worden niet vermeld op het rapport. Het zijn interne gegevens voor de mentor. 28
Stap 2 De overgangscommissie, bestaande uit de mentoren en de afdelingsleider van de brugklas, doet een voorstel aan de overgangsvergadering op basis van de onderstaande gegevens: - de cijferresultaten van de leerlingen; - de werkhouding; - de wensen van leerlingen en ouders; - de determinatie-adviezen per vak; - eventueel extra onderzoek. Stap 3 De overgangsvergadering, bestaande uit de mentor, vakdocenten en de afdelingsleider, bespreekt de voorstellen en beslist over de overgang. Regels voor de overgang Uitgangspunten bevordering leerjaar 1 1. Je krijgt in de dakpanklassen mh en hv bij iedere toets twee cijfers: a. In 1mh: één op het mavo-niveau en één op het havo-niveau b. In 1hv: één op het havo-niveau en één op het vwo-niveau. In 1a en 1g krijg je bij iedere toets één cijfer op het vwo-niveau. Het havo-niveau in de mh-klas correspondeert met het havo-niveau in de hv-klas. Het vwo-niveau in de hv-klas correspondeert met dat in 1a en 1g. 2. De cijfers van alle vakken, uitgezonderd LO en drama tellen mee: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Latijn (voor 1G), geschiedenis, aardrijkskunde, godsdienst/levensbeschouwing, wiskunde, biologie, techna, STAP (voor 1A), tekenen, handvaardigheid en muziek. 3. Je mag bij de meetellende vakken maximaal twee tekortpunten halen. Een afgeronde vijf telt als één tekortpunt. Een afgeronde vier telt als twee tekortpunten. 4. Binnen de groep Nederlands, Engels en wiskunde mag je maximaal één 5 halen (dus één tekortpunt). 5. Leerlingen mogen na de brugklas één van de drie moderne vreemde talen Frans, Duits en Spaans laten vallen. Engels blijft verplicht. Frans, Duits en Spaans, dus ook het vak dat niet gekozen wordt, tellen met een gezamenlijk cijfer mee in de overgang: het zogenaamde Combinatiecijfer. Dit cijfer moet gemiddeld minimaal een 5.5 zijn en mag uit maximaal 1 onvoldoende (niet lager dan een 4) bestaan. a. Bij dyslectische leerlingen mag de moderne vreemde taal die je laat vallen onvoldoende scoren. b. Dyslectische leerlingen mogen een verzoek doen om voor de taal die zij niet kiezen een vervangende opdracht te doen in het laatste tertiaal dat het wordt aangeboden. De leerlingen blijven in de klas zitten en doen daar de opdracht die samengesteld wordt uit de talen die zij wel kiezen. De leerling(/ouder) richt het verzoek aan de docent van het vak dat ze niet kiezen. De vakdocent neemt samen met de remedial teacher en de afdelingsleider een besluit. Het cijfer van deze taal telt niet mee in het eindcijfer. 6. Bij drie of meer tekortpunten en/of bij meer dan één 5 in de groep Nederlands, Engels en wiskunde kom je in de bespreekzone. In 1G geldt 29
daarbij dat je bij een onvoldoende voor Latijn ook in de bespreekzone komt. De beslissing van de overgangsvergadering is bindend. Het besluit wordt genomen bij meerderheid van stemmen, waarbij alle docenten stemrecht hebben (dus ook drama en LO). 7. Bij opstroming werken we met een minimum puntentotaal voor alle tellende vakken. Leerlingen in de mh-klas die naar de hv-klas willen opstromen om aan te sluiten op het vwo, dienen een positief advies van het docententeam te hebben gekregen en minimaal 7.5 te staan als gemiddelde van de afgeronde rapportcijfers op het havoniveau. Leerlingen uit 1a die naar 2g willen gaan, dienen een positief advies van het docententeam te hebben gekregen. 8. Je kan in principe niet doubleren in de brugklas. In bijzondere gevallen is het toegestaan als je bijv. door ziekte een lange periode onderwijs hebt gemist. De overgangsvergadering beslist. 9. Als een leerling wordt bevorderd naar een bepaalde afdeling, hebben de ouders ook het recht hem/haar te laten plaatsnemen in een lagere afdeling. In schema: Van
Afstromen ↙
Naar Norm
Bespreekzone: - 2mh - Anders 3 of meer tekortpunten op de M-lijn en/of meer dan 1x5 bij Ne, En, Wi
1MH ↓ 2mh
Max 2 tekortpunten En max 1x5 bij Ne, En, Wi
Opstromen ↘ 2hv
Op de H-lijn geen tekortpunten en gem. 7.5 en positief advies
Revisie Na de overgangsvergadering kunnen je ouders/verzorgers of je docenten revisie op het overgangsbesluit aanvragen. Elke revisieaanvraag moet schriftelijk of per mail bij de conrector onderbouw dhr. C.A. Westerdijk worden ingediend en moet nieuwe, relevante gegevens bevatten. De conrector onderbouw beslist na overleg met mentor en afdelingsleider of er een revisie komt en stelt hiervan de ouders op de hoogte. De conrector belegt de vergadering en treedt op als voorzitter. Stemrecht hebben de docenten die op de overgangsvergadering stemrecht hadden. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter. Wanneer de leerling of de ouders het niet eens zijn met het besluit van de revisievergadering, kunnen zij de rector een verzoek doen om de besluitvorming te toetsen. De rector kan alleen toetsen of de procedure van de revisie goed verlopen is en doet geen inhoudelijke uitspraak. Veranderen van afdeling Je start in één van de twee afdelingen. Leerlingen in de mh-afdeling kunnen, bij goede cijfers en een positief advies van de docenten, opstromen naar klas 2hv.
30
Leerlingen uit 1a kunnen naar klas 2 gymnasium overstappen. In klas 1 krijgen ze de gelegenheid om een “oriëntatiemodule Gymnasium” te volgen. Je krijgt dan één tertiaal KCV (Klassieke Culturele Vorming), afgesloten met een excursie. En je volgt één tertiaal lessen Latijn. Aan het eind van leerjaar 1 geef je aan of je wilt overstappen naar het gymnasium. Wanneer je op het gymnasium zit en je resultaten goed zijn, dan blijf je tot en met klas 3 op die afdeling. Alleen in uitzonderlijke gevallen kun je eerder stoppen met gymnasium. Aan het einde van klas 3 kies je je profiel (je examenvakken) en beslis je of je ook Latijn of Grieks blijft doen (gymnasium) of dat je alleen in de andere vakken examen gaat doen (atheneum). Wanneer je aan het eind van het jaar niet bevorderd wordt volgens de overgangsnormen, ga je naar een lagere afdeling, of als deze er niet is naar een andere school. De overgangsvergadering beoordeelt of hierop een uitzondering kan worden gemaakt.
31
8. KATERN KLAS 2 Belangrijke data 16 september 17 september 01 oktober 03 oktober 03 oktober 08 oktober 05 november 26 november 18 december 19 december 21 januari 09 februari 25 maart 21 april 22 april 23 april 28 mei 11 juni 15 t/m 19 juni 22 juni 23 en 24 juni 29 juni 03 juli
2mh klassen: Kennismakingsavond 2MH ouders/mentoren Voorlichtingsavond dyslecie 1-2 klas Schoolfotograaf (volgens rooster) Schoolfotograaf (volgens rooster) Deadline inschrijven Comeniusklas 2mhv Theatergroep Switch 2e klassen Leerlingpanel-1 1-2 mhv Mentorspreekavond Kerstvoorstelling Kerstontbijt Leerlingpanel-2 1-2 mhv Docentenspreekavond 1-2 mhv Mentorspreekavond 2mh excursie Dierenpark Amersfoort 2mh excursie polders (aardrijkskunde) Informatieavond taal en sectorkeuze 2mh Landschap fietsexcursie (aardrijkskunde) Sportdag 2mhv Toetsweek onderbouw Herkansing/inhalen gemiste toetsen van de toetsweek. Laatste lesmiddag, afsluiting met de mentor Cultuurmarathon Inleveren boeken Ophalen rapport 09.00-09.30 uur
Enkele nieuwe vakken in klas 2 Natuurkunde en techniek: Techna Naar de tweede klas en je ziet dat je nieuwe vakken erbij krijgt. Techna, wat betekent dat? Techna is een afkorting voor twee vakken: techniek en natuurkunde. Techniek ken je al. In de tweede klas zal je steeds meer te maken krijgen met het vak natuurkunde. Wat houdt dat in, natuurkunde? Voor een vogelliefhebber bestaat ‘de natuur’ uit de vogels en alles wat bij die vogels hoort. Voor andere natuurliefhebbers zijn het de bossen, heidevelden, meren, vennen en de zee. Maar voor de natuurwetenschapper bestaat de natuur uit "álle dingen en verschijnselen om ons heen". Dus ook de levenloze dingen zoals: aarde, licht, water, geluid, elektriciteit enzovoort. De bestudering van de levenloze stof is waar de natuurkunde zich mee bezighoudt. Mensen zijn nieuwsgierig. Ze willen graag alles weten. Niet alleen hoe, maar vaak ook wat, wie, wanneer, waardoor, hoeveel, hoe lang, hoe snel, waarvoor en ga zo maar door. Zonder deze nieuwsgierigheid zou de wetenschap niet hebben bestaan. De wetenschap probeert antwoorden te vinden op vragen die mensen stellen. Het komende jaar ga je bij het vak natuurkunde een aantal van die vragen proberen op te lossen. Dit door onderzoek te doen, waarbij waargenomen en 32
gemeten wordt. Proeven doen is een zeer belangrijk onderdeel van de natuurkunde. Aan de hand van deze proeven zul je proberen een conclusie te trekken. De natuurkunde werkt vaak in een soort van lus: waarnemen – vragenstellen – proeven onderzoeken – conclusie trekken uit de proeven – opnieuw waarnemen, enzovoort. Is dit niet saai? Nee! Soms voel je je als een rechercheur die een zaak moet oplossen. Bij dit oplossen ontkom je er niet aan om ook wat kleine berekeningen te maken. Natuurkunde is dus ook een spannend vak. Veel plezier in de tweede en tot ziens bij techna! Bisk In klas 2 heb je ook een tertiaal bisk op je rooster. Bisk is een samenvoeging van de vakken biologie en scheikunde. Het cijfer voor bisk telt mee in je biologiecijfer. Comeniusklas In tertiaal 2 staan twee Comeniusuren op het rooster. De Comeniusuren zijn modules van 12 weken van twee aansluitende lessen waarvoor je apart moet inschrijven. Je ontvangt hiervoor in de loop van het eerste tertiaal een boekje met de Comeniusklassen waaruit je kunt kiezen. Denk aan een theaterklas, een sportklas, een exactklas en een tekenklas. De leerlingen van het vwo volgen in tertiaal 2 academie-uren. Periodisering van vakken in klas 2 2 mavo/havo Nederlands Engels Frans (keuzevak) Duits (keuzevak) Spaans (keuzevak) Geschiedenis Aardrijkskunde Godsdienst Wiskunde Techna Biologie Scheikunde Muziek Tekenen Handvaardigheid Drama Lich. Opvoeding Mentorles Comenius-uur Rekenen Totaal
33
ter.1 3 2 2 2 2 2 2 0 3 2 2 0 1 1 1 0 2 1 0 0 27
ter.2 2 2 2 2 2 2 0 1 2 2 0 2 1 1 1 1 2 1 2 1 26
ter.3 2 2 2 2 2 0 2 2 3 2 0 0 1 1 1 0 2 1 0 1 26
NB: Enkele vakken worden slechts in één of twee tertialen gegeven. Van de talen zijn Nederlands en Engels verplicht; van de overige drie talen Duits, Frans en Spaans zijn er twee gekozen. Overgangsprocedure klas 2mh De overgangsvergadering bestaat uit alle docenten en de afdelingsleider. De mentoren en de afdelingsleider bereiden de overgangsvergadering voor. De mentor doet een voorstel aan de vergadering en licht dit voorstel toe. Op grond van de besproken argumenten beslist de vergadering. De overgangsnormen voor alle niveaus zijn in principe gelijk, met een extra toevoeging voor het gymnasium. In de dakpanklassen hanteren we twee verschillende stromen: mavo en havo in de m/h-klas en havo en vwo in de h/vklas. De havo-normering in een 2m/h-klas is identiek aan de havo-normering in de 2h/v-klas. 1. De vakken zijn verdeeld in vier groepen: a. Nederlands, Engels en twee van de drie gekozen keuzevakken Frans, Duits, Spaans b. Geschiedenis, aardrijkskunde, godsdienst/levensbeschouwing. c. Wiskunde, biologie, techna. d. Tekenen, handvaardigheid, muziek. NB 1: De cijfers voor de vakken LO en drama tellen niet mee in de overgang. NB 2: Bisk telt als toetscijfer mee bij biologie. 2. Een onvoldoende is een 5,4 of lager. 3. In totaal zijn niet meer dan 2 onvoldoendes toegestaan binnen de stroom. 4. Er mag maximaal 1 onvoldoende per groep worden gehaald (een 4 of een 5) 5. Een 3 is niet toegestaan. 6. In totaal mogen er niet meer dan drie tekortpunten zijn: dus 1x5 en 1x4 maximaal. 7. Een onvoldoende moet worden gecompenseerd in dezelfde groep. Een (afgeronde) 7 geeft 1 compensatiepunt, een (afgeronde) 8 geeft 2 compensatiepunten enz. Een 5 wordt gecompenseerd met een 7, een 4 met een 8 of twee keer 7. 8. Binnen de vakken Ne, En en wi is maximaal één 5 toegestaan, met voor de andere vakken minimaal een 6 (dus 5.5). 9. De Comeniusklas krijgt een beoordeling o, v of g. Een “o” is niet toegestaan om over te gaan, er volgt dan een extra opdracht die voldoende moet worden afgerond. 10.Voldoe je niet aan bovenstaande criteria, dan kun je door de mentor en afdelingsleider in de bespreekzone worden geplaatst. Als je niet bevorderd bent, beslist de overgangsvergadering je te verwijzen naar een andere opleiding binnen het Comenius College, naar een andere school of je te laten doubleren. Van 2 mh naar …. Van Afstromen Naar
34
Bespreekzone:
↙
↙ 3m
2mh
↘ 3h
Norm
3m-CC 3vmbo-kader elders 2mh anders Op de M-lijn: 3 of meer onvoldoendes 2 onvoldoendes in dezelfde groep Of te weinig compensatie En/of meer dan 1x5 bij Ne, En, wi
Op de M-lijn max. 2 onvoldoendes (niet in dezelfde groep) met voldoende compensatie en max. 1x5 bij Ne, En, wi
Op de H-lijn max. 2 onvoldoendes (niet in dezelfde groep) met voldoende compensatie en max. 1x5 bij Ne, En, wi
Revisie Na de overgangsvergadering kunnen je ouders/verzorgers of je docenten voor een bepaalde datum revisie op het overgangsbesluit aanvragen. Elke revisieaanvraag moet schriftelijk of per mail bij de conrector onderbouw dhr. C.A. Westerdijk worden ingediend en moet nieuwe relevante gegevens bevatten. De conrector onderbouw beslist na overleg met mentor en afdelingsleider of er een revisie komt en stelt hiervan de ouders op de hoogte. De conrector belegt de vergadering en treedt op als voorzitter. Stemrecht hebben de docenten die op de overgangsvergadering stemrecht hadden. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter. Wanneer de leerling of de ouders het niet eens zijn met het besluit van de revisievergadering, kunnen zij de rector een verzoek doen om de besluitvorming te toetsen. De rector kan alleen toetsen of de procedure van de revisie goed verlopen is en doet geen inhoudelijke uitspraak.
35
Comenius College Bisonlaan 1, 1217 GH Hilversum Postbus 153, 1200 AD Hilversum Telefoon:: 035 - 621 57 51 Fax: 035 - 624 85 61 E-mail:
[email protected] Website: www.comenius-hilversum.nl
36