XEROX
DOCUPRINT N4525 NETWERK-LASERPRINTER
HANDLEIDING VOOR SNELLE NETWERKINSTALLATIE
Xerox DocuPrint® N4525 Netwerk-Laserprinter Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
721P57610 September 2000
© 2000 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt omvat alle vormen en kwesties van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is en wordt toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de software en dat op het scherm wordt weergegeven zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort. Xerox®, The Document Company®, de gedigitaliseerde X, Phaser® en alle Xerox-producten die in deze publicatie worden vermeld zijn handelsmerken van Xerox Corporation®. Producten en handelsmerken van andere bedrijven worden eveneens vermeld. In dit document worden van tijd tot tijd wijzigingen aangebracht. Eventuele wijzigingen, technische onjuistheden en zetfouten worden in volgende edities gecorrigeerd. Technische bijwerkingen worden in volgende edities opgenomen. Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika
Contents Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Vereisten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Overige informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Gebruik van dit document . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Windows 95/98-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Stappen voor snel installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Windows NT 4.x-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Voorbereidende stappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Stappen voor snel installeren (Microsoft TCP/IP-protocol) . . . . . . . . . . . 6 Stappen voor snel installeren (Xerox TCP/IP-poortmonitor). . . . . . . . . . 8 Stappen voor snel installeren (DLC/LLC-protocol). . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Stappen voor snel installeren (AppleTalk-protocol). . . . . . . . . . . . . . . . 13
Windows 2000-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbereidende stappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stappen voor snel installeren (Microsoft TCP/IP-protocol) . . . . . . . . . . Stappen voor snel installeren (Xerox TCP/IP-poortmonitor). . . . . . . . . Stappen voor snel installeren (DLC/LLC-protocol). . . . . . . . . . . . . . . . . Stappen voor snel installeren (AppleTalk-protocol). . . . . . . . . . . . . . . .
15 15 15 18 21 22
Macintosh EtherTalk-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Stappen voor snel installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Novell NetWare 3.1x-, 4.1x- en 5.x-netwerken . . . . . . . . . . 26 Stappen voor snel installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Advanced setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
UNIX-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Stappen voor snel installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
iii
Internet-printerservices. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Uw webbrowser configureren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken . . . . . . . . . . . . . 32 Voor DocuPrint-printers in een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Bijlage B: Een IP-adres instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Voor DocuPrint-printers in een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
iv
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Inleiding Het doel van dit document is ervaren systeembeheerders te voorzien van de benodigde informatie voor het installeren van de DocuPrint N4525 Printer in de verschillende netwerken die in dit document worden beschreven.
Vereisten Over het algemeen is voor het aansluiten en installeren van de printer het volgende vereist: ■
Een werkstation waarop de juiste besturingssysteem-software is geïnstalleerd voor dat station.
■
Praktijkkennis van uw netwerk.
Overige informatie U vindt meer informatie in de on line Help en de elektronische documentatie die bij de printer wordt geleverd. Deze documentatie kan bestaan uit een Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) op de cd-rom met de software voor de DocuPrint N4525 Printer.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
1
.
Gebruik van dit document Aan de hand van dit document kunt u de printer snel installeren in het netwerk, zonder dat u hiervoor veel hoeft te lezen. 1.
Bekijk de inhoudsopgave.
2.
Zoek het netwerkbesturingssysteem (NOS) dat in uw netwerk is geïnstalleerd.
3.
Ga naar de aangegeven pagina en voer de procedure uit. In de procedure wordt u wellicht verwezen naar een van de bijlagen achterin dit document.
4.
Nadat u de procedures hebt voltooid, wordt u aangeraden een testafdruk te maken.
5.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) in de.Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen.
DocuPrint-printers worden geleverd met een ingebouwde webserver. Als u de printer wilt controleren of beheren via de standaardsoftware van uw webbrowser, voert u de procedures uit die worden beschreven in de sectie Internet-printerservices.
2
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Windows 95/98-netwerk Stappen voor snel installeren 1.
2.
Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer. Als op uw computer de optie voor automatisch uitvoeren is ingesteld, wordt automatisch een hulpprogramma voor cd-navigatie gestart. Als dit hulpprogramma niet wordt gestart, doet u het volgende: a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel:
:\SETUP32.EXE.
Selecteer de gewenste taal uit de beschikbare lijst.
Printerstuurprogramma’s installeren 3.
Installeer de printerstuurprogramma’s voor de printer. Selecteer in de CD Navigator de optie Printerstuurprogramma’s en selecteer vervolgens N4525 Printerstuurprogramma’s installeren.
Opmerking De TCP/IP-poortmonitor van Xerox is nog niet geïnstalleerd. U moet de printerstuurprogramma’s tijdelijk op een andere poort installeren. U wordt aangeraden hiervoor een lokale poort, bijvoorbeeld LPT1, te gebruiken. 4.
5.
Voer het installatieprogramma voor de TCP/IP-poortmonitor uit, dat zich op de cd-rom voor de printer bevindt. a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel: :\instal\utility\Tcp Ip Port Monitor\Windows 9x\\setup.exe.
Selecteer in het eerste dialoogvenster de optie Install/Upgrade Port Monitor en klik op OK.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
3
De poortmonitor installeren 6.
Tijdens het installatieproces worden de bestanden automatisch naar de systeemdirectory gekopieerd. Als dit proces is voltooid, verschijnt een dialoogvenster waarin de volgende tekst wordt weergegeven: The Xerox TCP/IP Port Monitor was successfully installed (De TCP/IP-poortmonitor van Xerox is geïnstalleerd). To add or remove ports, select the ports tab in your printer properties. (Als u poorten wilt toevoegen of verwijderen, selecteert u het tabblad met poorten in het eigenschappenvenster van de printer.)
7.
Klik op OK.
Een poort toevoegen 8.
9.
Als u een TCP/IP-poort wilt toevoegen, opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer voor de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen. a.
Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Printers.
b.
Klik met de rechtermuisknop op de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen, en selecteer Eigenschappen.
Selecteer het tabblad Details en klik op de knop Poort toevoegen.
10. Selecteer in het dialoogvenster Poort toevoegen de optie Overige. 11. Selecteer uit de lijst met beschikbare printerpoortmonitors de Xerox TCP/IP-poort en klik vervolgens op OK. 12. Nu verschijnt de Xerox TCP/IP Printer Port Wizard (Wizard Xerox TCP/IP-printerpoort). De wizard helpt u stap voor stap bij het uitvoeren van de volgende procedures: a.
Een naam kiezen voor de nieuwe poort.
b.
De DNS-naam of het IP-adres van de printer opgeven.
c.
(Alternatief) De printer identificeren met behulp van de functie voor automatische printerdetectie.
Klik op Volgende om door te gaan met het installeren van de poort. 13. De wizard controleert de poortnaam en het printeradres en configureert de resterende poortinstellingen automatisch voor u. Als er fouten worden aangetroffen in de printeridentificatie, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin om Aanvullende informatie wordt gevraagd.
4
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Voer de volgende bewerkingen uit in het dialoogvenster Xerox TCP/IP-poort toevoegen: a.
Geef onder Voer een poortnaam in een unieke naam op voor de poort die wordt toegevoegd.
b.
Geef onder Voer een printernaam of IP-adres in de hostnaam of het IP-adres van de printer op.
c.
Klik op Volgende.
Opmerking Als u Xerox-printers in uw LAN (Local Area Network) wilt opsporen, selecteert u Printer automatisch detecteren en klikt u op Vernieuwen. De Xerox TCP/IP-poortmonitor doorzoekt het netwerk op Xerox-printers en geeft de gevonden printers in een lijst weer. Selecteer de gewenste printer uit de lijst en klik op OK. 14. Nadat alle poortinstellingen zijn geconfigureerd en gecontroleerd, verschijnt het dialoogvenster Bezig met voltooien waarin een overzicht van alle huidige instellingen wordt weergegeven. U hebt nu de gelegenheid om instellingen te wijzigen door op de knop Vorige te klikken. Als u tevreden bent over de instellingen, klikt u op Voltooien om de installatie van de poort af te ronden. 15. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer af te sluiten. Hiermee is de installatie van de TCP/IP-poort van Xerox voltooid.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
5
Windows NT 4.x-netwerk Inleiding U kunt uw printer via een van de volgende vier methoden installeren in een Windows NT-netwerk: ■
Microsoft TCP/IP-protocol
■
Xerox TCP/IP-poortmonitor
■
DLC/LLC-protocol
■
AppleTalk-protocol
De Voorbereidende stappen die hieronder worden beschreven, moeten worden uitgevoerd voor alle printers, ongeacht de methode die wordt gebruikt. Vervolgens voert u de Stappen voor snel installeren uit voor de installatiemethode die u hebt geselecteerd. U kunt ook het programma CentreWare DP op de cd-rom met Printer Management Software (Software voor printerbeheer) gebruiken voor het controleren en configureren van de printer.
Voorbereidende stappen 1.
Druk het configuratieblad af. Meer informatie hierover vindt u in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken. Bewaar deze pagina, zodat u deze later opnieuw kunt raadplegen.
2.
Controleer het configuratieblad en ga na of het gewenste protocol en de connector zijn geactiveerd.
3.
Ga door met de Stappen voor snel installeren voor de geselecteerde methode.
Stappen voor snel installeren (Microsoft TCP/IP-protocol) 1.
Klik vanaf het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkomgeving en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik op het tabblad Protocollen en controleer of het TCP/IP-protocol is geladen.
6
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
3.
Klik op het tabblad Services en controleer of Microsoft TCP/IP-afdrukken is geladen.
4.
Als deze software niet aanwezig is, installeert u deze overeenkomstig de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
5.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
6.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
7.
Zorg dat Deze computer is geselecteerd en klik op Volgende>.
8.
Klik op Poort toevoegen.
9.
Selecteer LPR-poort uit de lijst.
10. Klik op Nieuwe poort. Het venster Met LPR compatibele printer toevoegen wordt geopend. 11. Typ het IP-adres van uw printer en een printernaam van maximaal 31 tekens (zonder spaties). 12. Selecteer OK. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het nieuwe IP-adres dat u hebt ingevoerd in de lijst staat en juist is. Zorg dat het selectievakje links van het adres is ingeschakeld (aankruisen indien dit niet het geval is), en kies daarna Volgende>. 13. Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer en klik op Diskette. 14. Klik op Bladeren en selecteer de directory met de Windows NT-stuurprogramma's. 15. Selecteer het bestand *.INF. 16. Klik op Openen. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de bestandsnaam correct zijn en klik op OK. 17. In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer de standaardprinter is. Klik op Volgende>. 18. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u vervolgens op Volgende>. 19. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testafdruk te maken. Klik op Voltooien. 20. Wacht tot de testafdruk wordt afgedrukt. In een volgend dialoogvenster wordt u gevraagd de testafdruk te bevestigen. Klik op Ja.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
7
21. Verzend een afdruktaak naar de printer. 22. Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen. 23. Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen. Opmerking Voor printers in een Windows NT-netwerk waarin het TCP/IP-protocol is ingeschakeld, kan een webbrowser worden gebruikt voor het controleren en configureren van uw printer. Raadpleeg de sectie Internet-printerservices verderop in dit document. Opmerking Als u meerdere printers wilt installeren of beheren in een Windows NT-netwerk waarin het TCP/IP-protocol is ingeschakeld, kunt u de invoegtoepassing Xerox CentreWare MC gebruiken in de Microsoft Management Console. Raadpleeg de Xerox CentreWare MC User Guide (Gebruikershandleiding Xerox Centre Ware MC).
Stappen voor snel installeren (Xerox TCP/IP-poortmonitor) 1.
2.
8
Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer. Er wordt automatisch een hulpprogramma voor cd-navigatie gestart. Als dit hulpprogramma niet wordt gestart, doet u het volgende: a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel: :\SETUP32.EXE.
Selecteer de gewenste taal uit de beschikbare lijst.
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Printerstuurprogramma’s installeren 3.
Installeer de printerstuurprogramma’s voor de printer. Selecteer in de CD Navigator de optie Printerstuurprogramma’s en selecteer vervolgens N4525 Printerstuurprogramma’s installeren.
Opmerking De TCP/IP-poortmonitor van Xerox is nog niet geïnstalleerd. U moet de printerstuurprogramma’s tijdelijk op een andere poort installeren. U wordt aangeraden hiervoor een lokale poort, bijvoorbeeld LPT1, te gebruiken. 4.
Voer het installatieprogramma voor de TCP/IP-poortmonitor uit, dat zich op de cd-rom voor de printer bevindt. a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
5.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel: :\instal\utility\Tcp Ip Port Monitor\Windows NT4\\setup.exe. Selecteer in het eerste dialoogvenster de optie Install/Upgrade Port Monitor en klik op OK.
De poortmonitor installeren 6.
Tijdens het installatieproces worden de bestanden automatisch naar de systeemdirectory gekopieerd. Als dit proces is voltooid, verschijnt een dialoogvenster waarin de volgende tekst wordt weergegeven: The Xerox TCP/IP Port Monitor was successfully installed (De TCP/IP-poortmonitor van Xerox is geïnstalleerd). To add or remove ports, select the ports tab in your printer properties. (Als u poorten wilt toevoegen of verwijderen, selecteert u het tabblad met poorten in het eigenschappenvenster van de printer.)
7.
Klik op OK.
Een poort toevoegen 8.
Als u een TCP/IP-poort wilt toevoegen, opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer voor de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen. a.
Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Printers.
b.
9.
Klik met de rechtermuisknop op de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen, en selecteer Eigenschappen. Selecteer het tabblad Poorten en klik op de knop Poort toevoegen.
10. Selecteer uit de lijst met beschikbare printerpoortmonitors de Xerox TCP/IP-poort en klik vervolgens op de knop Nieuwe poort.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
9
11. Nu verschijnt de Xerox TCP/IP Printer Port Wizard (Wizard Xerox TCP/IP-printerpoort). De wizard helpt u stap voor stap bij het uitvoeren van de volgende procedures: a.
Een naam kiezen voor de nieuwe poort.
b.
De DNS-naam of het IP-adres van de printer opgeven.
c.
(Alternatief) De printer identificeren met behulp van de functie voor automatische printerdetectie.
Klik op Volgende om door te gaan met het installeren van de poort. 12. De wizard controleert de poortnaam en het printeradres en configureert de resterende poortinstellingen automatisch voor u. Als er fouten worden aangetroffen in de printeridentificatie, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin om Aanvullende informatie wordt gevraagd. Voer de volgende bewerkingen uit in het dialoogvenster Add Xerox TCP/IP Port (Xerox TCP/IP-poort toevoegen): a.
Geef onder Voer een poortnaam in een unieke naam op voor de poort die wordt toegevoegd.
b.
Geef onder Voer een printernaam of IP-adres in de hostnaam of het IP-adres van de printer op.
c.
Klik op Volgende.
Opmerking Als u Xerox-printers in uw LAN (Local Area Network) wilt opsporen, selecteert u Printer automatisch detecteren en klikt u op Vernieuwen. De Xerox TCP/IP-poortmonitor doorzoekt het netwerk op Xerox-printers en geeft de gevonden printers in een lijst weer. Selecteer de gewenste printer in de lijst en klik op OK. 13. Nadat alle poortinstellingen zijn geconfigureerd en gecontroleerd, verschijnt het dialoogvenster Bezig met voltooien waarin een overzicht van alle huidige instellingen wordt weergegeven. U hebt nu de gelegenheid om instellingen te wijzigen door op de knop Vorige te klikken. Als u tevreden bent over de instellingen, klikt u op Voltooien om de installatie van de poort af te ronden. 14. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te sluiten. Hiermee is de installatie van de TCP/IP-poort van Xerox voltooid.
10
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Stappen voor snel installeren (DLC/LLC-protocol) 1.
Klik vanaf het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkomgeving en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik op het tabblad Protocollen en controleer of het DLC/LLCprotocol is geladen.
3.
Als deze software niet aanwezig is, installeert u deze overeenkomstig de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
4.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
5.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
6.
Zorg dat Deze computer is geselecteerd en klik op Volgende>.
7.
Klik op Poort toevoegen.
8.
Selecteer in het vak Beschikbare afdrukmonitors de optie Hewlett-Packard-netwerkpoort en klik op OK.
9.
Geef een unieke naam op in de beschikbare ruimte voor de poort die moet worden gebruikt.
10. Kies het Poortadres uit de lijst met poorten. 11. Klik op Timers en controleer of de verbinding Gebaseerd op taak is geselecteerd en klik vervolgens op OK. 12. Klik op OK. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of de nieuwe poortnaam die u hebt ingevoerd, in de lijst wordt weergegeven en juist is. Zorg dat het selectievakje links van de poortnaam is ingeschakeld (aankruisen indien dit niet het geval is), en kies daarna Volgende>. 13. Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer en klik op Diskette. 14. Klik op Bladeren en selecteer de directory met de Windows NT-stuurprogramma's. 15. Selecteer het bestand *.INF en klik daarna op Openen. 16. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de bestandsnaam de juiste zijn, en klik op OK.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
11
17. In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer de standaardprinter is. Vervolgens klikt u op Volgende>. 18. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u vervolgens op Volgende>. 19. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testpagina af te drukken. Klik op Voltooien. 20. Wacht tot de testafdruk wordt afgedrukt. In een volgend dialoogvenster wordt u gevraagd de testafdruk te bevestigen. Klik op Ja. 21. Verzend een afdruktaak naar de printer. 22. Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen. 23. Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
12
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Stappen voor snel installeren (AppleTalk-protocol) 1.
Klik vanaf het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Netwerkomgeving en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik op het tabblad Protocollen en controleer of het AppleTalkprotocol is geladen.
3.
Als de AppleTalk-software niet aanwezig is, installeert u deze overeenkomstig de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
4.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
5.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
6.
Zorg dat Deze computer is geselecteerd en klik op Volgende>.
7.
Klik op Poort toevoegen.
8.
Selecteer AppleTalk-afdrukapparatuur en klik op Nieuwe poort.
9.
Klik op Ethernet en selecteer het apparaat.
10. Kies uw printer uit de lijst en klik op OK. 11. Klik op OK. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of de poortnaam die u hebt ingevoerd, in de lijst wordt weergegeven en juist is. Zorg dat het selectievakje links van de poortnaam is ingeschakeld (aankruisen indien dit niet het geval is), en kies daarna Volgende>. 12. Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer en klik op Diskette. 13. Klik op Bladeren en selecteer de directory met de Windows NT-stuurprogramma's: :\instal\winnt40. Klik vervolgens op Openen. 14. Selecteer het bestand *.INF en klik daarna op OK. 15. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de bestandsnaam de juiste zijn, en klik op OK. 16. In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer de standaardprinter is. Vervolgens klikt u op Volgende>.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
13
17. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u vervolgens op Volgende>. 18. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testafdruk te maken. Klik op Voltooien. 19. Wacht tot de testafdruk wordt afgedrukt. In een volgend dialoogvenster wordt u gevraagd de testafdruk te bevestigen. Klik op Ja. 20. Verzend een afdruktaak naar de printer. 21. Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen. 22. Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
14
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Windows 2000-netwerk Inleiding U kunt uw printer via een van de volgende vier methoden in een Windows 2000-netwerk installeren: ■
Microsoft TCP/IP-protocol
■
Xerox TCP/IP-poortmonitor
■
DLC/LLC-protocol
■
AppleTalk-protocol
De Voorbereidende stappen die hieronder worden beschreven, moeten voor alle printers worden uitgevoerd, ongeacht de methode die wordt gebruikt. Vervolgens voert u de Stappen voor snel installeren uit voor de installatiemethode die u hebt geselecteerd. U kunt ook het programma CentreWare DP op de cd-rom met Printer Management Software (Software voor printerbeheer) gebruiken voor het controleren en configureren van de printer.
Voorbereidende stappen 1.
Druk het configuratieblad af. Meer informatie hierover vindt u in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken. Bewaar deze pagina, zodat u hem later opnieuw kunt raadplegen.
2.
Controleer het configuratieblad en ga na of het gewenste protocol en de connector zijn geactiveerd.
3.
Ga door met de Stappen voor snel installeren voor de geselecteerde installatiemethode.
Stappen voor snel installeren (Microsoft TCP/IP-protocol) 1.
Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Mijn netwerklocaties en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram LAN-verbinding in het venster Netwerk- en inbelverbindingen. Selecteer Eigenschappen.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
15
3.
Klik op het tabblad Algemeen en controleer of Internet Protocol (TCP/IP) is geladen.
4.
Als de TCP/IP-software niet aanwezig is, installeert u deze overeenkomstig de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
5.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
6.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
7.
Klik op Volgende>.
8.
Klik op het keuzerondje Lokale printer.
9.
Klik op Volgende>.
10. Klik op het keuzerondje Een nieuwe poort maken. 11. Selecteer Standaard-TCP/IP-poort in het keuzemenu Nieuw poorttype. 12. Klik op Volgende>. 13. De wizard voor de TCP/IP-poort wordt gestart. Klik op Volgende>. 14. Klik in het invoervak Printernaam of IP-adres en typ het IP-adres van de printer die u wilt gebruiken. 15. Klik op Volgende>. 16. Klik in het venster Bevestigen op Voltooien als de gegevens correct zijn. Als de gegevens niet correct zijn, klikt u op .
16
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
22. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u op Volgende>. 23. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testafdruk te maken. Klik op Volgende>. 24. Het venster Bezig met voltooien van de wizard Printer toevoegen verschijnt. Als de weergegeven informatie juist is, klikt u op de knop Voltooien. Als de informatie niet correct is, klikt u op
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
17
Stappen voor snel installeren (Xerox TCP/IP-poortmonitor) 1.
2.
Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer. Als op uw computer de optie voor automatisch uitvoeren is ingesteld, wordt automatisch een hulpprogramma voor cd-navigatie gestart. Als dit hulpprogramma niet wordt gestart, doet u het volgende: a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel: :\SETUP32.EXE.
Selecteer de gewenste taal uit de beschikbare lijst.
Printerstuurprogramma’s installeren 3.
Installeer de printerstuurprogramma’s voor de printer. Selecteer in de CD Navigator de optie Printer Drivers (Printerstuurprogramma’s) en selecteer vervolgens Install N4525 Printer Drivers (N4525 Printerstuurprogramma’s installeren).
Opmerking De TCP/IP-poortmonitor van Xerox is nog niet geïnstalleerd. U moet de printerstuurprogramma’s tijdelijk op een andere poort installeren. U wordt aangeraden hiervoor een lokale poort, bijvoorbeeld LPT1, te gebruiken. 4.
5.
18
Voer het installatieprogramma voor de TCP/IP-poortmonitor uit, dat zich op de cd-rom voor de printer bevindt. a.
Klik op Start en Uitvoeren.
b.
Typ in het venster Uitvoeren de volgende regel: :\instal\utility\Tcp Ip Port Monitor\Windows 2000\\setup.exe.
Selecteer in het eerste dialoogvenster de optie Install/Upgrade Port Monitor en klik op OK.
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
De poortmonitor installeren 6.
Tijdens het installatieproces worden de bestanden automatisch naar de systeemdirectory gekopieerd. Als dit proces is voltooid, verschijnt een dialoogvenster waarin de volgende tekst wordt weergegeven: The Xerox TCP/IP Port was successfully installed (De TCP/IP-poort van Xerox is geïnstalleerd). To add or remove ports, select the ports tab in your printer properties. (Als u poorten wilt toevoegen of verwijderen, selecteert u het tabblad met poorten in het eigenschappenvenster van de printer.)
7.
Klik op OK.
Een poort toevoegen 8.
9.
Als u een TCP/IP-poort wilt toevoegen, opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer voor de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen. a.
Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Printers.
b.
Klik met de rechtermuisknop op de printer waaraan u de nieuwe TCP/IP-poort wilt koppelen, en selecteer Eigenschappen.
Selecteer het tabblad Poorten en klik op de knop Poort toevoegen.
10. Selecteer uit de lijst met beschikbare printerpoortmonitors de Xerox TCP/IP-poort en klik vervolgens op de knop Nieuwe poort. 11. Nu verschijnt de Xerox TCP/IP Printer Port Wizard (Wizard Xerox TCP/IP-printerpoort). De wizard helpt u stap voor stap bij het uitvoeren van de volgende procedures: a.
Een naam kiezen voor de nieuwe poort.
b.
De DNS-naam of het IP-adres van de printer opgeven.
c.
(Alternatief) De printer identificeren met behulp van de functie voor automatische printerdetectie.
12. De wizard controleert de poortnaam en het printeradres en configureert de resterende poortinstellingen automatisch voor u. Als er fouten worden aangetroffen in de printeridentificatie, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin om Aanvullende informatie wordt gevraagd. Voer de volgende bewerkingen uit in het dialoogvenster Add Xerox TCP/IP Port (Xerox TCP/IP-poort toevoegen):
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
19
a.
Geef onder Voer een poortnaam in een unieke naam op voor de poort die wordt toegevoegd.
b.
Geef onder Voer een printernaam of IP-adres in de hostnaam of het IP-adres van de printer op.
c.
Klik op Volgende.
Opmerking Als u Xerox-printers in uw LAN (Local Area Network) wilt opsporen, selecteert u Printer automatisch detecteren en klikt u op Vernieuwen. De Xerox TCP/IP-poortmonitor doorzoekt het netwerk op Xerox-printers en geeft de gevonden printers in een lijst weer. Selecteer de gewenste printer uit de lijst en klik op OK. 13. Nadat alle poortinstellingen zijn geconfigureerd en gecontroleerd, verschijnt het dialoogvenster Bezig met voltooien waarin een overzicht van alle huidige instellingen wordt weergegeven. U hebt nu de gelegenheid om instellingen te wijzigen door op de knop Vorige te klikken. Als u tevreden bent over de instellingen, klikt u op Voltooien om de installatie van de poort af te ronden. 14. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer af te sluiten. Hiermee is de installatie van de TCP/IP-poort van Xerox voltooid. Een bestaande poort opnieuw configureren 15. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor printer op het tabblad Poorten. 16. Selecteer uit de weergegeven lijst de TCP/IP-poort die u opnieuw wilt configureren en klik vervolgens op de knop Poort configureren. 17. Er verschijnt een dialoogvenster waarin de huidige poortconfiguratie wordt weergegeven en waarin u wijzigingen kunt aanbrengen. De volgende instellingen kunnen worden gewijzigd: a.
Printernaam of IP-adres
b.
Protocol (Raw of LPR)
c.
Raw-instellingen
d.
LPR-instellingen
e.
Bidirectionele instellingen
18. Klik op OK nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht.
20
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Stappen voor snel installeren (DLC/LLC-protocol) 1.
Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Mijn netwerklocaties en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram LAN-verbinding in het venster Netwerk- en inbelverbindingen en selecteer Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Algemeen en controleer of het DLC-protocol is geladen.
4.
Als deze software niet aanwezig is, installeert u deze overeenkomstig de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
5.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
6.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
7.
Klik op Volgende>.
8.
Klik op het keuzerondje Lokale printer.
9.
Klik op Volgende>.
10. Klik op het keuzerondje Een nieuwe poort maken. 11. Selecteer Hewlett-Packard-netwerkpoort in het menu Nieuw poorttype. 12. Klik op Volgende>. 13. Geef een unieke naam op voor de poort die moet worden gebruikt. 14. Kies het poortadres uit de lijst met poorten. 15. Klik op Timers en controleer of de verbinding Gebaseerd op taak is geselecteerd; klik vervolgens op OK. 16. Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer en klik op Diskette. 17. Klik op Bladeren en selecteer de directory met de Windows 2000-stuurprogramma's. 18. Selecteer het bestand *.INF en klik op Openen. 19. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de bestandsnaam de juiste zijn en klik op OK.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
21
20. In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer de standaardprinter is. Vervolgens klikt u op Volgende>. 21. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u op Volgende>. 22. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testpagina af te drukken. Klik op Volgende>. 23. Het venster Bezig met voltooien van de wizard Printer toevoegen verschijnt. Als de weergegeven informatie correct is, klikt u op de knop Voltooien. Als de informatie niet correct is, klikt u op
Stappen voor snel installeren (AppleTalk-protocol) 1.
Klik vanaf het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Mijn netwerklocaties en selecteer Eigenschappen.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram LAN-verbinding in het venster Netwerk- en inbelverbindingen. Selecteer Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Algemeen en controleer of AppleTalkprotocol is geladen.
4.
Als de AppleTalk-software niet aanwezig is, installeert u deze volgens de beschrijving in de door Microsoft verschafte documentatie. Vervolgens keert u terug naar dit document.
5.
Open het Bedieningspaneel en dubbelklik op het pictogram Printers.
22
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
6.
Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
7.
Klik op Volgende>.
8.
Klik op het keuzerondje Lokale printer.
9.
Klik op Volgende>.
10. Klik op het keuzerondje Een nieuwe poort maken. 11. Selecteer AppleTalk-afdrukapparatuur in het menu Nieuw poorttype. 12. Er wordt een lijst weergegeven van de gevonden zones in het netwerk. Dubbelklik op de zonenaam voor uw printer om de lijst uit te breiden. Kies nu uw printer uit de lijst en klik op OK. 13. U kunt het AppleTalk-apparaat nu vastleggen. Hiermee voorkomt u dat anderen afdrukken naar dit apparaat. In de meeste gevallen is het echter beter om Nee te selecteren. Als u de printerpoort installeert op een server die functioneert als enige afdrukwachtrij voor dit apparaat, klikt u op Ja. 14. Plaats de cd-rom voor de printer in het cd-rom-station van uw computer en klik op Diskette. 15. Klik op Bladeren en selecteer de directory met de Windows 2000-stuurprogramma's :\instal\win2k. Klik vervolgens op Openen. 16. Selecteer het bestand *.INF en klik op OK. 17. U keert terug naar het vorige dialoogvenster. Controleer of het pad en de bestandsnaam de juiste zijn en klik op OK. 18. In het volgende dialoogvenster voert u een naam voor de printer in en geeft u aan of deze printer de standaardprinter is. Vervolgens klikt u op Volgende>. 19. Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende>. Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, kruist u het selectievakje voor delen aan en klikt u op Volgende>. 20. In het volgende dialoogvenster wordt u aangeraden een testafdruk te maken. Klik op Volgende>. 21. Het venster Bezig met voltooien van de wizard Printer toevoegen verschijnt. Als de weergegeven informatie correct is, klikt u op de knop Voltooien. Als de informatie niet correct is, klikt u op
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
23
22. Wacht tot de testafdruk wordt afgedrukt. In een volgend dialoogvenster wordt u gevraagd de testafdruk te bevestigen. Klik op Ja. 23. Verzend een afdruktaak naar de printer. 24. Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen. 25. Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
24
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Macintosh EtherTalk-netwerk Stappen voor snel installeren 1.
Druk het configuratieblad af. Meer informatie hierover vindt u in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken.
2.
Bekijk het configuratieblad en controleer of EtherTalk is ingeschakeld, of de AppleTalk-naam en de AppleTalk-zone de juiste zijn (indien van toepassing), en of de juiste connector is ingeschakeld. In de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) vindt u hierover meer informatie.
3.
Gebruik het installatieprogramma om de printerstuurprogramma's te laden. Hoe u dit doet, wordt aangegeven op cd-rom voor de printer.
4.
Selecteer de printer en zone (indien van toepassing) in de Kiezer.
5.
Verzend een afdruktaak naar de printer.
6.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual van de printer om het probleem op te lossen.
7.
Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
25
Novell NetWare 3.1x-, 4.1x- en 5.x-netwerken Opmerking Voor systemen met NetWare 4.x of 5.x waarin wordt afgedrukt via NDPS/NEPS, levert Xerox een Xerox NDPS/NEPS-oplossing. Deze is beschikbaar op de website van Xerox op het volgende adres: http://www.xerox.com/officeprinting
Stappen voor snel installeren 1.
Druk het configuratieblad af. Meer informatie hierover vindt u in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken.
2.
Bekijk het configuratieblad en controleer of Novell enable=On en het juiste Frame Type is ingesteld.
3.
Installeer de printerstuurprogramma's vanaf de cd-rom voor de printer en installeer vervolgens CentreWare DP vanaf de cd-rom met Printer Management Software.(Software voor printerbeheer) op een Windows-werkstation. Hoe u dit doet, wordt beschreven in het instructieboekje dat bij elke cd-rom wordt geleverd.
4.
Start de toepassing CentreWare DP en kies Setup Wizard uit het menu Printer. Gebruikers van NetWare 3.1x moeten de installatie voor de bindinrichtingsserver selecteren en vervolgens de stappen in de wizard Setup uitvoeren. Gebruikers van NetWare 4.1x moeten de NDS-installatie selecteren en vervolgens de stappen in de wizard Setup uitvoeren.
5.
Verzend een afdruktaak naar de printer.
6.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen.
7.
Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
8.
Als u de printer wilt gebruiken voor meerdere wachtrijen, gaat u verder met de volgende sectie, Advanced Setup.
26
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Advanced setup Via de optie Advanced Setup (Geavanceerde setup) van CentreWare DP kunt u de configuratie van apparaten in uw Novell NetWare-netwerkomgeving beheren. U hebt deze voorziening alleen nodig als u uw apparaat met meerdere bestandsservers of wachtrijen wilt verbinden. Voor de verbinding met één apparaat of wachtrij gebruikt u de wizard Setup. Voor de optie Advanced Setup is Novell NetWare Client 32 vereist. Dit hulpprogramma bevindt zich op de cd-rom met Printer Management Software (Software voor printerbeheer). Raadpleeg de Gebruikershandleiding CentreWare DP op de cd-rom met Printer Management Software. In deze handleiding vindt u instructies voor het gebruik van deze opties.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
27
UNIX-netwerk Overzicht Uw DocuPrint-printer kan worden aangesloten op diverse UNIX-platforms. In de volgende lijst worden de versies weergegeven die momenteel worden ondersteund: ■
SunOS
■
Solaris
■
IBM AIX
■
Hewlett-Packard HPUX
Via de procedures die in dit document worden beschreven, kunt u de printer aansluiten in al deze omgevingen.
Stappen voor snel installeren 1.
Druk het configuratieblad af. Meer informatie hierover vindt u in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken.
2.
Controleer het configuratieblad en ga na of zowel het TCP/IP-protocol en de juiste connector zijn geactiveerd.
3.
Ga naar Bijlage B: Een IP-adres instellen, en voer een van de procedures in deze bijlage uit. Welke procedure u uitvoert, is afhankelijk van de manier waarop u het IP-adres van de printer wilt instellen.
28
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
4.
SUNOS en Solaris: Raadpleeg de CentreWare DP User Guide for SunOS/Solaris (Gebruikershandleiding CentreWare DP voor.SunOS/Solaris) (deze handleiding is alleen beschikbaar in het Engels) op de cd-rom met Printer Management Software (Software voor printerbeheer). In deze handleiding vindt u informatie over de installatie van CentreWare en gedetailleerde instructies voor het instellen van de printer. Overige UNIX-besturingssystemen: Laad de printerstuurprogramma's en configureer de printer voor een van de afdrukmodellen. Deze stuurprogramma's zijn beschikbaar op de cd-rom met Printer Management Software of de website van Xerox (ftp.xerox.com).
5.
Verzend een afdruktaak naar de printer.
6.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Indien u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u de sectie over de afdrukkwaliteit in de Advanced Features and Troubleshooting Manual (Handleiding geavanceerde toepassingen en probleemoplossing) van de printer om het probleem op te lossen.
7.
Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, raadpleegt u de sectie Troubleshooting (Probleemoplossing) voor uw besturingssysteem in de Advanced Features and Troubleshooting Manual om het probleem op te lossen.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
29
Internet-printerservices Overzicht Uw DocuPrint-printer is voorzien van een ingebouwde webserver. Dit betekent dat u de status van uw printer kunt controleren via uw favoriete browsersoftware. In deze sectie wordt aangegeven hoe u deze voorziening instelt. Welke Internet-services zijn ingeschakeld, is afhankelijk van het type netwerk waarmee uw DocuPrint-printer is verbonden.
Vereisten ■
Het is raadzaam, maar niet noodzakelijk, om een Java-browser te installeren op de werkstations waarop gebruik wordt gemaakt van de Internet-services. De beste prestaties en compatibiliteit bereikt u met Netscape Navigator 3.0 of Microsoft Internet Explorer 3.01 of hoger.
■
Uw printer en werkstation(s) moeten zijn aangesloten op een netwerk waarin het TCP/IP-protocol is ingeschakeld.
■
In deze procedures wordt ervan uitgegaan dat u beschikt over algemene kennis van het type netwerk dat u gebruikt en dat u bekend bent met de werking van uw webbrowser-software.
■
U wordt aanbevolen de parameters Subnet Mask en Default Gateway in te stellen als uw printer zich op een inter-netwerk met meerdere segmenten bevindt. Deze parameters zijn optioneel als u niet met de printer communiceert via een WAN.
30
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Uw webbrowser configureren Via de volgende procedure configureert u uw webbrowser voor de verbinding van de printer met het netwerk. 1.
Raadpleeg Bijlage B: Een IP-adres instellen en wijs een TCP/IPadres toe aan de printer.
2.
Voer de procedure uit in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken en houd de pagina bij de hand voor het uitvoeren van de volgende stappen.
3.
Start uw webbrowser.
4.
Typ het TCP/IP-adres dat wordt vermeld op het configuratieblad in het veld Adres of Locatie van uw browser (afhankelijk van de browser die u gebruikt). Druk op [Enter].
5.
De browser wordt verbonden met de ingebouwde webserver van de printer en de startpagina van de printer wordt weergegeven.
6.
Nadat de communicatie met de printer tot stand is gebracht, slaat u de URL op in de map Favorieten of Bladwijzers (afhankelijk van de browser die u gebruikt), zodat u desgewenst snel een nieuwe verbinding tot stand kunt brengen.
Opmerking De printer wordt sneller door de browser gevonden als u uw DNS of NIS bijwerkt met de printer.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
31
Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken Voor de juiste instelling van de printer in het netwerk is het belangrijk dat u een configuratieblad afdrukt. Aan de hand van de informatie op het blad kunt u het NIC-adres controleren, nagaan welke printeropties zijn ingeschakeld, het IP-adres van de printer controleren, de naam van de afdrukserver controleren als u met een Novell-netwerk werkt, en de AppleTalk-naam of -zone controleren als u een AppleTalknetwerk gebruikt. De standaardinstellingen zijn geschikt voor de meeste toepassingen.
Voor DocuPrint-printers in een netwerk Het configuratieblad afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer: Opmerking Als u instellingen wijzigt, drukt u een nieuw configuratieblad af om te controleren of de wijzigingen zijn doorgevoerd. 1.
Druk op Hoger menu of Lager menu totdat u het volgende ziet: Menu's Afdrukmenu
2.
Druk op Hoger item of Lager item totdat u het volgende ziet: Afdrukmenu Configuratieblad
3.
Druk op Enter. Het configuratieblad wordt afgedrukt.
4.
Bekijk de instellingen en breng desgewenst wijzigingen aan voor uw netwerktoepassing.
32
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Bijlage B: Een IP-adres instellen Uw printer kan worden ingesteld voor diverse TCP/IP-netwerken. U kunt op verschillende manieren een TCP/IP-adres aan de printer toewijzen, afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt.
Statische adressering
Het TCP/IP-adres wordt handmatig toegewezen door de systeembeheerder.
Dynamische RARP/BOOTP-adressering
Het TCP/IP-adres wordt automatisch toegewezen door de server.
Dynamische DHCP-adressering (Dynamic Host Resolution Protocol)
Het TCP/IP-adres wordt automatisch toegewezen door de server.
In deze bijlage worden de procedures voor beide methoden beschreven. Bepaal welke methode van toepassing is op uw netwerk en voer de stappen van de toepasselijke procedure uit.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
33
Voor DocuPrint-printers in een netwerk Statische adressering De netwerkbeheerder wijst een TCP/IP-adres toe aan de printer dat handmatig in de printer wordt ingevoerd. Voer de volgende stappen uit: 1.
Druk op Hoger menu of Lager menu totdat u het volgende ziet: Menu Ethernetmenu
2.
Druk op Hoger item of Lager item totdat u het volgende ziet: Ethernetmenu IP-adresresol.
3.
Druk op Hogere waarde of Lagere waarde totdat u het volgende ziet: IP-adresresol. Statisch
4.
Druk op Enter.
5.
Druk op Hoger item of Lager item totdat u het volgende ziet: Ethernetmenu IP-adres
6.
Druk op Hogere waarde of Lagere waarde totdat u het volgende ziet: IP-adres xxx.xxx.xxx.xxx
7.
Druk op Hogere waarde of Lagere waarde om de onderstreepte waarde voor IP-adres telkens met 1 te verhogen of te verlagen. Als u Hogere waarde of Lagere waarde ingedrukt houdt, blijft u door de waarden schuiven.
8.
Druk op Hoger item of Lager item om links of rechts door de waarden van het IP-adres te schuiven en herhaal stap 4 totdat u het juiste IP-adres volledig hebt geselecteerd.
9.
Nadat u het IP-adres hebt geselecteerd, drukt u op Enter om het adres in te stellen.
10. Stel de printer opnieuw in om de wijzigingen door te voeren.
34
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
Dynamische adressering (RARP/BOOTP) Het TCP/IP-adres wordt automatisch toegewezen door de server. Voer de volgende stappen uit: 1.
Druk op Hoger menu of Lager menu totdat u het volgende ziet: Menu Ethernetmenu
2.
Druk op Hoger item of Lager item totdat u het volgende ziet: Ethernetmenu IP-adresresol.
3.
Druk op Hogere waarde of Lagere waarde totdat u het volgende ziet: IP-adresresol. BOOTP/RARP
4.
Druk op Enter.
5.
Werk de bestanden./.../ethers of /.../bootptab en /.../hosts van de RARP/BOOTP-server bij met een hostnaam, een TCP/IP- en een netwerkadres. Raadpleeg de documentatie bij uw UNIX-besturingssysteem voor meer informatie over de configuratie van uw RARP/BOOTP-server.
6.
Schakel de printer uit.
7.
Schakel de printer weer in en wacht totdat een IP-adres wordt toegewezen door de RARP/BOOTP-server (de tijdsduur is afhankelijk van het netwerkverkeer).
8.
Voer de stappen uit die worden beschreven in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken.
9.
Het TCP/IP-adres wordt weergegeven op het configuratieblad.
Handleiding voor snelle netwerkinstallatie
35
Dynamische adressering (DHCP) Het TCP/IP-adres wordt automatisch toegewezen door de server. 1.
Druk op Hoger menu of Lager menu totdat u het volgende ziet: Menu Ethernetmenu
2.
Druk op Hoger item of Lager item totdat u het volgende ziet: Ethernet menu IP-adresresol.
3.
Druk op Hogere waarde of Lagere waarde totdat u het volgende ziet: IP-adresresol. DHCP
4.
Druk op Enter.
5.
Schakel de printer uit.
6.
Schakel de printer weer in en wacht totdat een IP-adres wordt toegewezen door de DHCP-server (de tijdsduur is afhankelijk van het netwerkverkeer).
7.
Voer de stappen uit die worden beschreven in Bijlage A: Het configuratieblad afdrukken.
8.
Het TCP/IP-adres wordt weergegeven op het configuratieblad.
9.
Werk indien nodig de leaseperiode bij, afhankelijk van het gebruikspatroon van de printer.
Opmerking Als dit protocol in uw netwerk wordt gebruikt voor het toewijzen van TCP/IP-adressen, moet u er rekening mee houden dat de lease voor het toegewezen adres kan verlopen indien de printer langer dan de toegewezen leaseperiode uit het netwerk wordt verwijderd.
36
DocuPrint 4525 Netwerk-Laserprinter
http://www.xerox.com
721P57610
2000/11
KEEP THE CONVERSATION GOING. SHARE THE KNOWLEDGE.