HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN
ONDERZOEKSVERSLAG Deze handleiding geldt voor de SPO en SVO studenten die gestart zijn vanaf januari 2015.
INHOUDSOPGAVE Inleiding en leerdoelen ............................................................................................................................ 3 Onderzoek binnen de opleidingen SPO en SVO .................................................................................... 3 Inhoudelijke eisen.................................................................................................................................... 4 Overige eisen .......................................................................................................................................... 4 Aandachtspunten .................................................................................................................................... 5 Theoriegebruik .................................................................................................................................... 5 Theorieverwerking .............................................................................................................................. 5 Controleerbaarheid ............................................................................................................................. 6 Relatie probleemstelling en deelvragen .............................................................................................. 6 Procedurele informatie ............................................................................................................................ 6 Mogelijke planning onderzoeken ........................................................................................................ 6 Inleveren documenten ........................................................................................................................ 6 Samenwerking .................................................................................................................................... 7 Beoordelingsprocedure ....................................................................................................................... 7 Overige informatie............................................................................................................................... 8 Literatuurlijst ............................................................................................................................................ 9 Bijlage: Beoordelingsformulier Leergangopdracht ................................................................................ 10
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-2-
Inleiding en leerdoelen Het opzetten, uitvoeren en verslagleggen van onderzoek is een uitdagende activiteit, waarin u verschillende vaardigheden en kennis met elkaar verbindt. In deze handleiding staat beschreven wat er van u verwacht wordt met betrekking tot onderzoek en met name de verslaglegging daarvan. Het opstellen, uitvoeren en rapporteren van onderzoek draagt bij aan het verwerven van de competenties die in de handleiding van leergang 5 ‘onderzoek’ zijn beschreven.
Onderzoek binnen de opleidingen SPO en SVO In figuur 1 is de opleidingsstructuur en –inhoud van de hoofdfase weergegeven. De hoofdfase van de schoolleidersopleiding bestaat uit vijf leergangen.
Figuur 1. Opleidingsstructuur en –inhoud hoofdfase SPO en SVO Binnen de leergang ‘Onderzoek’ volgt u de module ‘Onderzoeksvaardigheden’ en gaat u drie praktijkgerichte onderzoeken uitvoeren en beschrijven in een onderzoeksverslag. Deze drie onderzoeken sluiten aan bij de leergangen die ingaan op de hoofdthema’s in de opleiding. Zo doet u één onderzoek binnen het thema ‘Bouwen aan een toekomstbestendige organisatie’, één onderzoek binnen het thema ‘Waardevol onderwijs’ en één onderzoek binnen het thema ‘De school als professionele leergemeenschap’, respectievelijk leergang één, twee en drie. Bij ieder onderzoek heeft u een individueel begeleidingsgesprek met uw tutor (onderzoeksbegeleider). Er zijn verschillende manieren waarop u het onderzoek kunt verbinden aan de leergang. Deze worden specifiek beschreven in de leerganghandleidingen van de leergangen één, twee en drie.
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-3-
Inhoudelijke eisen Het boek ‘Wat is onderzoek’ van Nel Verhoeven (2014) wordt in deze opleiding gehanteerd als leidraad voor de onderzoeken1. Bij het opzetten en uitvoeren van het onderzoek kunt u goed gebruik maken van de in dit boek beschreven informatie en tips. Tijdens de module ‘onderzoeksvaardigheden’ wordt hier verder op ingegaan. Ook het rapporteren van het onderzoek in een onderzoeksverslag is in overeenstemming met de beschrijving in Verhoeven (2014). Echter, met de volgende kanttekeningen/toevoegingen voor onderzoek bij Via Vinci Academy: - De onderzoeken bestaan altijd uit literatuuronderzoek en empirisch onderzoek (bijvoorbeeld interviews, vragenlijsten of observaties). - De APA-richtlijnen dienen enkel gevolgd te worden voor de literatuurverwijzingen in de tekst en de literatuurlijst (m.b.t. volgorde en inhoud). De APA-richtlijnen kunt u vinden in de officiële handleiding ‘Publication Manual of the American Psychological Association’ (American Psychological Association, 2009), in andere boeken, zoals ‘De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage’ (Poelmans & Severijnen, 2013), of op internet bijvoorbeeld door bij google in te typen “APA HAN” of “APA UTwente”. - Voor de opmaak van het onderzoeksverslag en de nummering van de bijlages gelden de richtlijnen zoals beschreven in het onderdeel ‘overige eisen’ van deze handleiding. - Het onderdeel ‘Conclusie en discussie’ uit Verhoeven (2014) is in het format onderzoeksverslag vervangen door ‘Conclusie en aanbevelingen’. Op de aanbevelingen wordt bij Via Vinci Academy meer nadruk gelegd, omdat deze voor de praktijk vaak een belangrijke rol spelen. de aanbevelingen vaak een grote en belangrijke rol spelen, wordt hier bij Via Vinci Academy meer nadruk op gelegd. - Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld met het ‘Beoordelingsformulier leergangopdracht’, dit document is te vinden op de ELO. Houd de daarop benoemde aspecten goed in de gaten. In het boek ‘Wat is onderzoek?’ geeft Nel Verhoeven (2014) een duidelijk overzicht van de verschillende onderdelen van het onderzoeksverslag. Dit is tabel 11.2 ‘Criteria voor het schrijven van een onderzoeksrapport of artikel’. Daarnaast kunt u gebruik maken van het ‘Format onderzoeksverslag’ op de ELO. Dit is niet verplicht, maar als u niet veel ervaring heeft in het schrijven van een onderzoeksverslag, wordt het sterk aangeraden dit format als leidraad te gebruiken. In dit format staat ook per onderdeel beschreven wat er vanuit Via Vinci Academy minimaal verwacht wordt.
Overige eisen De overige eisen die gesteld worden aan het onderzoeksverslag: Lettertype Arial 11; Paginanummering; Duidelijke lay-out, dat wil onder meer zeggen goede indeling in alinea’s en consistente opmaak van de hoofdstuk- en paragraaftitels; Figuren en tabellen zijn genummerd en hebben een titel. Er wordt ook in de lopende tekst verwezen naar een figuur of tabel, zodat duidelijk is waarbij deze informatie hoort; Correct taalgebruik. Dat wil zeggen het ontbreken van spel- en typefouten, goede grammatica, correcte interpunctie en objectief taalgebruik (zo min mogelijk ‘ik’, ‘jij’, ‘wij’, ‘onze’, ‘mijn’ enzovoorts, behalve in een eventueel voorwoord); Omvang: maximaal 30 pagina’s. Dit is exclusief titelblad, inhoudsopgave, literatuurlijst en bijlagen. Er wordt enkel een maximum aantal pagina’s genoemd, omdat in het algemeen geldt: hoe beknopter de rapportage zonder aan de inhoud afbreuk te doen, des te beter. Ga uiteraard wel na of alle onderdelen voldoende belicht worden in het verslag, vandaar ook de toevoeging ‘zonder aan de inhoud afbreuk te doen’. Vermijd het weergeven van overbodige herhalingen en niet ter zake doende informatie, hieronder vallen ook tabellen, grafieken en figuren die niet nodig zijn. Bijlages worden genummerd met cijfers (tenzij er sprake is van één bijlage). Ze worden toegevoegd in de volgorde waarin ze ook in de tekst aan bod komen. Indien het onderzoeksverslag tevens wordt ingeleverd ter beoordeling voor een moduleopdracht, dient dit op het titelblad te worden vermeld. Nogmaals: indeling van het onderzoeksverslag zoals in Verhoeven (2014), literatuurverwijzingen volgens APA-richtlijnen. 1
Indien u reeds ervaring heeft met onderzoek en gewend bent volgens een andere methode te werken, dan is het in overleg met uw tutor mogelijk een andere, mits gedegen, methode als leidraad te gebruiken.
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-4-
Aandachtspunten Uit de ervaring van Via Vinci Academy blijkt dat meerdere studenten van de schoolleiders opleidingen tegen een aantal punten aanlopen. Vandaar deze extra informatie. Indien u nog relatief weinig ervaring heeft met onderzoek doen, willen wij u nogmaals expliciet aanraden het boek ‘Wat is onderzoek?’ van Nel Verhoeven als leidraad te gebruiken. Zowel bij het opzetten, als bij het rapporteren van het onderzoek.
Theoriegebruik Theorie vormt een belangrijk onderdeel van het onderzoeksverslag. Uit uw verslag dient naar voren te komen dat u op de hoogte bent van de belangrijkste theorie(ën) die op het onderwerp van het onderzoek betrekking hebben. Theorie wordt gebruikt in de volgende onderdelen: Inleiding. De aanleiding, de probleem- en doelstelling kunnen onderbouwd zijn vanuit de theorie. Begripsafbakening en de theoretische ondersteuning zijn uiteraard ook gebaseerd op theorie. De theoretische ondersteuning kan onderdeel uitmaken van de inleiding, maar kan ook een apart hoofdstuk na de inleiding vormen. Methode. Indirect zijn onderdelen in de methode vaak ook gebaseerd op theorie. Bijvoorbeeld wanneer u een vragenlijst of interview opstelt, dan zal het vaak voorkomen dat de vragen daarin gebaseerd zijn op informatie uit theorie. Deze informatie zal echter al aan bod zijn gekomen in de begripsafbakening en/of theoretische onderbouwing, maar hiernaar kan wel nogmaals kort verwezen worden. Ook kunt u verwijzen naar bronnen als u bepaalde aspecten van uw onderzoek dusdanig opzet dat het de betrouwbaarheid of validiteit verhoogt. Heeft u bijvoorbeeld gelezen in ‘Wat is onderzoek?’ (Verhoeven, 2014) dat triangulatie de validiteit van kwalitatief onderzoek verhoogt en u heeft triangulatie toegepast, dan kunt u aangeven: ‘… deze vorm van triangulatie verhoogt de validiteit van dit onderzoek (Verhoeven, 2014).’ Conclusie en discussie. U zult waarschijnlijk theorie gebruiken om uw resultaten te interpreteren. Is het in overeenstemming met wat er in de theorie beschreven staat, of juist niet? Kunt u vanuit de theorie bepaalde verklaringen geven voor de resultaten? Zie voor meer informatie Verhoeven (2014). Aanbevelingen, onderdeel van de conclusie en discussie. Als u aanbevelingen doet, kan dit ook gebaseerd zijn op theorie. Als u bijvoorbeeld heeft geconcludeerd dat de leerkrachtvaardigheden op een bepaald punt niet voldoende zijn, dan kunt u gebaseerd op theorie aangeven op welke manier de leerkrachten ondersteund kunnen worden bij het verwerven van deze vaardigheden.
Theorieverwerking In alle gevallen geldt de eis dat theorieën helder en met inzicht worden weergegeven. Het is niet de bedoeling dat u een opsomming geeft van verschillende auteurs/onderzoekers die allen iets hebben gezegd over het onderwerp. Het is de bedoeling dat u gebaseerd op de theorieën die u gelezen heeft een eigen verhaal schrijft, waarin u uiteraard nog wel verwijst naar de bronnen. Ter verduidelijking hier een voorbeeld uit een proefschrift: Uit eerder onderzoek is gebleken dat de aard en kwaliteit van de relatie met de schoolleiding voor docenten belangrijk zijn voor de wijze waarop zij veranderingen in hun werk beleven, er betekenis aan geven en met veranderingen omgaan (Ballet 2007; vergelijk Nias et al. 1989; Vandenberghe 1998; Leithwood et al. 1999; Vogels 2009). Docenten hebben dan ook duidelijke wensen en verwachtingen over de aard van de relatie met hun leidinggevenden en de omstandigheden waaronder zij hun werk doen (Evans 1998; Harris 2002; Harris et al. 2003). Bovendien houden docenten goed in de gaten dat hun eigen professionele belangen worden gerealiseerd (Ballet 2007). (De Wit, 2012, p. 43). Dit is duidelijk een voorbeeld van hoog niveau; hoger dan wat op post-hbo niveau wordt verwacht. Dit voorbeeld maakt echter duidelijk dat het theoriegedeelte in een onderzoek geen opsomming is van wat verschillende auteurs beschrijven, maar een eigen verhaal, passend bij het onderzoek, gebaseerd op andere bronnen. Indien u meer voorbeelden wenst, bekijk dan eens het proefschrift waaruit dit citaat afkomstig is, of bekijk hoe ze dit in ander proefschriften, scripties van de universiteit en artikelen van wetenschappelijke tijdschriften vormgeven. Op de site http://essay.utwente.nl/view/domain/81.html vindt u scripties van de Universiteit Twente in het domein ‘onderwijs’.
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-5-
Controleerbaarheid In het onderzoeksverslag dienen beweringen zoveel mogelijk controleerbaar te zijn. Binnen onderzoek wordt dit zeer belangrijk gevonden, zodat een lezer de beweringen op juistheid kan controleren en kan inschatten hoe betrouwbaar, valide en generaliseerbaar een bewering is. U dient aan te geven op grond waarvan u een bewering doet. Sommige beweringen doet u gebaseerd op uw eigen onderzoek. Deze maakt u controleerbaar door duidelijk te beschrijven op welke manier u uw onderzoek heeft opgezet en uitgevoerd (methode). Andere beweringen doet u op basis van wat andere onderzoekers hebben onderzocht of beschreven. Deze maakt u controleerbaar door literatuurverwijzingen. Uiteraard volgens de APA-richtlijnen.
Relatie probleemstelling en deelvragen De probleemstelling is eigenlijk de ‘hoofdvraag’ van het onderzoek. Het onderzoek is erop gericht een antwoord te vinden op deze vraag. Vaak moeten meerdere aspecten onderzocht worden om de probleemstelling te beantwoorden. De probleemstelling wordt dan opgedeeld in deelvragen. Iedere deelvraag heeft nu de functie om een deel van het antwoord op de probleemstelling te vinden. Logischerwijs geldt dus het volgende: - Met de antwoorden op de verschillende deelvragen wordt de probleemstelling beantwoord. - De deelvragen gaan enkel in op aspecten die onderdeel uitmaken van de probleemstelling.
Procedurele informatie Mogelijke planning onderzoeken Zoals aangegeven voert u drie onderzoeken uit gedurende uw studie. U bent hierbij vrij een indeling te hanteren die voor u prettig werkt. Vanuit de opleiding wordt het volgende aangeraden voor het eerste onderzoek: - Voor de start van het onderzoek volgt u het dagdeel ‘onderzoeksvaardigheden één’ en één of meerdere lesdagen uit leergang één, twee of drie. - Naar aanleiding van (een deel van) deze gevolgde dagen stelt u een onderzoeksplan opstellen. Gebruik hierbij het boek van Nel Verhoeven (2014) als uitgangspunt. - Neem dit onderzoeksplan mee naar de lesdag ‘onderzoeksvaardigheden twee en labdag’. - Voer vervolgens het onderzoek uit en blijf aan de slag met het schrijven van het onderzoeksverslag (zoals ook in Verhoeven (2014) staat vermeld, het schrijven van een onderzoeksverslag is een doorlopend proces). - Wanneer u behoefte heeft aan een feedbackgesprek, kunt u zich inschrijven voor een tutorgesprek. Dit is facultatief. In totaal heeft u de mogelijkheid tot drie begeleidingsgesprekken, u kunt deze zelf plannen. In principe komt dit neer op één gesprek per onderzoek, maar u kunt ook een andere keuze hierin maken. U kunt dit gesprek gebruiken om tijdens het onderzoeksproces feedback te krijgen, of om achteraf de beoordeling en feedback te bespreken. Indien u een afspraak heeft voor een feedbackgesprek, zorg en dan voor dat u minimaal een week van tevoren het tussentijdse document waar u feedback op wilt op de ELO zet. Volg hiervoor de instructies onder ‘inleveren documenten’. - Lever uw onderzoeksverslag via de ELO in bij de tutor. Indien het ook als opdracht voor een moduleopdracht geldt, lever het dan ook bij de betrokken moduledocent in. Volg hierbij verder de instructies onder ‘inleveren documenten’. Voor onderzoek twee en drie geldt met name dat het moment waarop u een deel van de bijbehorende leergang heeft gevolgd u een onderzoeksplan kan opstellen. Vervolgens kunt u doorgaan met het uitvoeren en rapporteren van het onderzoek. In dit proces kunt u op een door u gewenst moment een feedbackgesprek inplannen met de tutor. Voor het inleveren geldt hetzelfde als bij het eerste onderzoek.
Inleveren documenten -
-
Tussentijdse documenten ten behoeve van feedbackgesprek tutor o Sla het bestand op met de volgende naam: [groepsnaam]_FB_[naam student], bijvoorbeeld: 1501HO01_FB_JandeHoog o Ga naar de ELO, vervolgens naar de leergang waarop het onderzoek aansluit, dus leergang één, twee of drie. Klik op de dropbox en kies voor ‘nieuw bestand versturen’. o Verstuur het bestand aan de tutor. Definitieve versie onderzoek ter eerste beoordeling o Sla het bestand op met de volgende naam: [groepsnaam]_DEF1_[naam student], bij-
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-6-
voorbeeld: 1501HO01_DEF1_JandeHoog Ga naar de ELO, vervolgens naar de leergang waarop het onderzoek aansluit, dus leergang één, twee of drie. Klik op de dropbox en kies voor ‘nieuw bestand versturen’. o Verstuur het bestand aan de tutor als het een onderzoeksverslag betreft dat niet is gekoppeld aan een moduleopdracht. Verstuur het naar de tutor en de moduledocent als het een onderzoeksverslag is dat is gekoppeld aan een moduleopdracht. Let op! Is het verslag gekoppeld aan een moduleopdracht, vermeld dan ook de naam van de module op het titelblad. Definitieve versie onderzoek ter tweede beoordeling (indien eerste definitieve versie onderzoeksverslag nog niet voldoende was) o Sla het bestand op met de volgende naam: [groepsnaam]_DEF2_[naam student], bijvoorbeeld: 1501HO01_DEF2_JandeHoog o Ga naar de ELO, vervolgens naar de leergang waarop het onderzoek aansluit, dus leergang één, twee of drie. Klik op de dropbox en kies voor ‘nieuw bestand versturen’. o Verstuur het bestand aan de tutor als het een onderzoeksverslag betreft dat niet is gekoppeld aan een moduleopdracht. Verstuur het naar de tutor en de moduledocent als het een onderzoeksverslag is dat is gekoppeld aan een moduleopdracht. Let op! Is het verslag gekoppeld aan een moduleopdracht, vermeld dan ook de naam van de module op het titelblad. o
-
Samenwerking Minimaal één van de onderzoeken dient individueel te worden uitgevoerd. Bij de andere onderzoeken is het mogelijk om samen met een studiegenoot een onderzoek uit te voeren. Hier zit echter wel een aantal voorwaarden aan vast: - Het heeft voor het onderzoek een meerwaarde om samen te werken; - Er worden minimaal twee verschillende dataverzamelingsmethoden ingezet of het aantal respondenten is dusdanig groter door de samenwerking dat dit een groot voordeel oplevert met betrekking tot de betrouwbaarheid, validiteit en/of generaliseerbaarheid van de conclusies; - Er wordt naast het onderzoeksverslag een document aangeleverd waarin de verdeling van de taken staat beschreven, deze verdeling dient evenredig te zijn. Zowel wat betreft kwantiteit als het soort taken. Bijvoorbeeld met betrekking tot dataverzameling en analyse: juist is allebei een deel van de dataverzameling en een deel van de analyse, onjuist is de één verzamelt data en de ander voert de analyse uit; - Tevens levert u beide een individuele reflectie aan, waarbij u ingaat op uw persoonlijk leerproces. Maak dit soort keuzes altijd in overleg met uw tutor, zo zorgt u ervoor dat u niet aan het einde voor verrassingen komt te staan als het onderzoek beoordeeld wordt.
Beoordelingsprocedure De beoordeling van een onderzoeksverslag verloopt langs de volgende procedure: U levert uw onderzoek in via de ELO zoals in het onderdeel ‘inleveren documenten’ beschreven staat. Als u uw verslag uiterlijk de eerste van de maand inlevert, wordt het die maand nagekeken. Levert u het op een andere dag van de maand in, dan wordt het in die maand erna nagekeken. U kunt dus de eerste van iedere maand zien als deadline van het onderzoek. Indien onvoldoende past u het onderzoeksverslag aan en doorloopt u nogmaals bovengenoemde procedure. Bij de beoordeling wordt het beoordelingsformulier (zie bijlage) gebruikt. Het beoordelingsformulier bestaat uit drie delen. 1. Beoordeling van de algemene criteria. Alle hierbij aangegeven aspecten dienen minimaal voldoende te zijn. Pas dan wordt de inhoudelijke beoordeling uitgevoerd. 2. Inhoudelijke beoordeling. De inhoudelijke beoordeling is opgedeeld in een aantal rubrieken, deze zijn gebaseerd op de onderdelen van de hoofdtekst van een onderzoeksverslag, zoals deze ook door Verhoeven (2014) en in het ‘Format onderzoeksverslag’ worden beschreven. Aan de hand van de aandachtspunten die op het formulier zijn aangegeven, formuleert de tutor specifieke, inhoudelijke feedback.
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-7-
3.
Bij het laatste onderdeel van het formulier toetst de tutor het onderzoeksverslag aan de beroepscompetenties en eindkwalificaties die gerelateerd zijn aan onderzoek.
Voor het laatste onderzoeksverslag dat u bij Via Vinci Academy maakt, geldt: Alle onderdelen moeten minimaal de score ‘voldoende’ hebben om de eindscore ‘behaald’ te krijgen. Scores kunnen niet gecompenseerd worden met een score ‘goed’ op een ander onderdeel. De onderzoeken die u voorafgaand aan uw laatste onderzoek uitvoert, worden gezien als mogelijkheden om het eindniveau te bereiken. Er wordt daarom soepeler omgegaan met de normering van deze onderzoeken. Indien u de reguliere opleiding volgt, gelden de volgende eisen voor het behalen van een onderzoek: Onderzoek Eerste onderzoek Tweede onderzoek Derde onderzoek (laatste)
Algemene criteria Alle voldoende Alle voldoende Alle voldoende
Inhoudelijke beoordeling Maximaal drie matig, de rest voldoende Maximaal twee matig, de rest voldoende Alle voldoende
Indien de student de opdracht niet behaald, dan krijgt hij de mogelijkheid om het verslag te verbeteren. Indien het herziene verslag nogmaals onvoldoende is, mag het verslag nog eenmaal worden verbeterd. Wordt het vervolgens nog geen voldoende, dan wordt door de tutor in overleg met de docent bepaald welke module(s) gevolgd dient te worden om de vereiste maar ontbrekende vaardigheden en kennis op te doen. De student dient deze module(s) opnieuw te volgen. Hiervoor wordt de losse moduleprijs gerekend. Bij het nakijken of corrigeren kan de tutor een code gebruiken, zoals in de lijst met uitgeschreven aandachtspunten, tevens te vinden in de bijlage, is aangegeven. Bijvoorbeeld 2.b in de kantlijn betekent dat de tekst daar niet logisch is opgebouwd. Als u het niet eens bent met de beoordeling of gang van zaken, dan staan de gebruikelijke mogelijkheden open om bezwaar aan te tekenen en/of een klacht in te dienen. Voor nadere informatie kunt u het Onderwijs en Examenreglement raadplegen.
Overige informatie Uiteraard geldt ook bij het onderzoeksverslag dat plagiaat en het knippen en plakken uit verschillende bronnen verboden is (zie voor een uitgebreidere toelichting Verhoeven (2014) of de studiegids van de opleiding). Vermeld duidelijk waar u informatie vandaan heeft gehaald, op deze wijze voorkomt u in ieder geval dat u plagiaat pleegt. Het staat Via Vinci Academy vrij om het onderzoeksverslag voor intern gebruik (incl. accreditatieprocedure) te vermenigvuldigen; voor extern gebruik wordt vooraf schriftelijke toestemming gevraagd aan student.
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-8-
Literatuurlijst American Psychological Association. (2009). Publication manual of the American psychological association. Washington, USA: American Psychological Association. De Wit, B. C. (2012). Loyale leiders: een onderzoek naar de loyaliteit van leidinggevenden aan docenten in het voortgezet onderwijs. (Proefschrift, Universiteit Utrecht). Ontleend aan: http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/218590. Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Verhoeven, N. (2014). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma Uitgevers
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
-9-
Bijlage: Beoordelingsformulier Leergangopdracht BEOORDELINGSFORM ULIER LEERGANGOPDRACHT NAAM DEELNEMER:
DATUM:
NAAM BEOORDELAAR :
OPLEIDING: SPO / SVO GROEP: LEERGANG: 1 / 2 / 3 TITEL LEERGANGOPDRACHT: ALGEMENE CRITERIA Voldoende / Onvoldoende V / O 1. Omvang: maximaal 30 pagina’s (exclusief titelblad, inhoudsopgave, literatuurlijst en bijlagen). V / O 2. Opbouw: grotendeels overeenkomstig met ‘Format onderzoeksverslag’ en Verhoeven (2014). 3. Opmaak: zoals beschreven in handleiding (m.n. lettertype, paginanummers, duidelijke lay-out) V / O V / O 4. Taalgebruik: spelling, grammatica, interpunctie en objectief V / O 5. Bronvermelding: Correcte verwijzing naar de bronnen (APA-richtlijnen) BOVENSTAANDE ONDERDELEN DIENEN ALLE VOLDOENDE TE ZIJN BEOORDEELD ALVORENS DE INHOUD WORDT BEOORDEELD. INHOUD RUBRIEK & AANDACHTSPUNTEN Goed / Voldoende / Matig / Onvoldoende 6. Samenvatting. G / V / M/O Goede punten en verbeterpunten:
7. Inleiding. Aanleiding, doelstelling, probleemstelling en deelvragen. Goede punten en verbeterpunten:
8. Theorie. Alle onderdelen waar theorie in terugkomt: m.n. inleiding, theoretische ondersteuning (inleiding of apart hoofdstuk), conclusie en aanbevelingen. Goede punten en verbeterpunten:
9. Methode. Steekproef, onderzoeksontwerp, meetinstrumenten, opzet analyseprocedure. Goede punten en verbeterpunten:
10. Resultaten. Beschrijving onderzoeksgroep, uitvoering analyseprocedure, weergave resultaten. Goede punten en verbeterpunten:
11. Conclusie en aanbevelingen. Conclusie m.b.t. probleemstelling en deelvragen en t.o.v. de theorie, aanbevelingen, evaluatie van het onderzoek. Goede punten en verbeterpunten:
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
G / V / M/O
G / V / M/O
G / V / M/O
G / V / M/O
G / V / M/O
- 10 -
BEROEPSCOMPETENTIES
Niet aangetoond (-) / Uitvoerend / Vormgevend / Strategisch
1. Visie-gestuurd werken – 1.3 competent in onderzoek U: De schoolleider kan onderzoeksresultaten over visieontwikkeling in het onderwijs toetsen aan de eigen praktijk. V: De schoolleider baseert zich op extern en intern onderzoek bij het formuleren van een visie en doelen voor de school. S: De schoolleider gebruikt kennis uit extern en intern onderzoek om kwalitatieve impulsen te geven aan de organisatiebrede dialoog over goed onderwijs. 2. In relatie staan tot de omgeving – 2.3 Competent in onderzoek U: De schoolleider heeft kennis van en inzicht in onderzoeksresultaten over de wisselwerking tussen de ontwikkelingen in de omgeving van de school en de onderwijsontwikkeling van de eigen school en kan deze kennis en dit inzicht toetsen aan de eigen praktijk. V: De schoolleider betrekt kennis uit extern onderzoek en informatie uit de omgeving bij de aansturing van nieuwe ontwikkelingen in de eigen school ter verbetering van onderwijsprocessen en leerlingresultaten en de positie van de school. S: De schoolleider betrekt kennis uit extern onderzoek en informatie uit de bredere omgeving bij de aansturing van nieuwe ontwikkelingen in de organisatie. 3. Vormgeven aan organisatiekenmerken vanuit een onderwijskundige gerichtheid – 3.7 Competent in onderzoek U: De schoolleider heeft kennis van en inzicht in onderzoeksresultaten naar strategieën voor succesvolle organisatieontwikkeling en vergelijkt deze met de eigen praktijk. V: De schoolleider verzamelt informatie over de verschillende organisatiekenmerken, relateert deze aan extern onderzoek naar organisatieontwikkeling en baseert beslissingen hierop. S: De schoolleider stimuleert en faciliteert schoolzelfevaluatie en praktijkonderzoek en bewaakt dat beslissingen over onderwijs en schoolontwikkeling worden gebaseerd op externe en interne onderzoeksgegevens. 4. Strategieën hanteren ten behoeve van samenwerking, leren en onderzoeken op alle niveaus – 4.3 Competent in onderzoek U: De schoolleider stimuleert leraren om een onderzoekende houding aan te nemen met betrekking tot hun eigen praktijk en vervult hierin een voorbeeldrol. De schoolleider geeft leraren daarin voldoende ruimte om het onderwijsproces vorm te geven op basis van eigen waarneming, onderzoek en planmatig handelen. V: De schoolleider creëert een cultuur waarin docenten bereid en competent zijn om hun eigen onderwijs en de resultaten daarvan te onderzoeken, en waarin beslissingen over onderwijs, schoolontwikkeling en inzet/professionalisering van personeel worden gebaseerd op externe en interne onderzoeksgegevens. S: De schoolleider stimuleert, vanuit eigen onderzoeksvaardigheid, de onder hem vallende leidinggevenden om sturing te geven aan praktijkonderzoek als basis voor het nemen van beslissingen. 5. Hogere orde denken – 5.3 Competent in onderzoek U: De schoolleider herkent mogelijke problemen of dilemma’s in een vroeg stadium, analyseert ze met behulp van onderzoeksresultaten op leerling- en schoolniveau en neemt stelling. V: De schoolleider benadert onderwerpen en problemen vanuit meerdere invalshoeken, verkent meerdere oplossingsrichtingen op basis van interne en externe onderzoeksresultaten en maakt anderen medeverantwoordelijk. S: De schoolleider benut interne en externe onderzoeksresultaten voor monitoring en organisatieontwikkeling, benadert onderwerpen en problemen vanuit een helikopterview, en kan de consequenties voor de langere en kortere termijn benoemen en vertalen in strategisch beleid.
-
U
V
S
-
U
V
S
-
U
V
S
-
U
V
S
-
U
V
S
Eindoordeel Handtekening beoordelaar: BEHAALD / NIET BEHAALD
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
- 11 -
Toelichting van rubrieken en aandachtspunten Beoordeling Algemene Criteria 1. Omvang te denken valt o.a. aan: a. het verslag is maximaal 30 pagina’s, exclusief titelblad, inhoudsopgave, literatuurlijst en bijlagen. 2. Opbouw te denken valt o.a. aan: a. de opbouw zoals beschreven in Verhoeven (2014) wordt gevolgd: titelblad, (voorwoord), samenvatting, inhoudsopgave, inleiding, methode, resultaten, conclusie en discussie, literatuurlijst, (bijlagen) b. binnen deze onderdelen is de tekst duidelijk en logisch opgebouwd c. de overgangen tussen alinea’s zijn helder en er is voldoende samenhang binnen de paragrafen d. de overgangen tussen paragrafen zijn helder e. het aantal kopjes en tussenkopjes is goed f. de benamingen van de kopjes passen bij de inhoud van de betreffende onderdelen 3. a. b. c.
Opmaak te denken valt o.a. aan: lettertype Arial 11 paginanummering de opmaak van de verschillende onderdelen is logisch en draagt bij aan het overzicht binnen het verslag d. figuren en tabellen zijn genummerd en hebben een titel e. bijlagen zijn genummerd en komen in volgorde van nummering terug in het verslag 4. a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Taalgebruik te denken valt o.a. aan: het ontbreken van type-, spel- of grammaticale fouten goede interpunctie in het verslag worden bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden vermeden, dit zorgt voor objectief taalgebruik, wat passend is in een onderzoeksverslag het verslag is goed leesbaar er is sprake van gevarieerd taalgebruik de woordkeus is objectief, correct en eenduidig de zinnen lopen soepel er zitten geen onnodig ingewikkelde zinnen in de tekst de tekst is bondig (niet vaag of overbodig), precies en niet versluierend
5. Bronvermelding te denken valt o.a. aan: a. er wordt in de tekst volgens de APA-richtlijnen verwezen naar literatuur b. de literatuurlijst is opgesteld volgens de APA-richtlijnen Inhoudelijke beoordeling 6. Samenvatting a. b. c.
maximaal 250 woorden geeft een zo compleet mogelijk overzicht van het onderzoek kort en bondig
7. a. b. c. d. e. f. g. h.
Inleiding aanleiding tot het onderzoek is duidelijk geformuleerd aanleiding leidt logisch tot de probleemomschrijving probleemomschrijving is duidelijk geformuleerd de probleemomschrijving heeft diepgang doelstelling is relevant probleemstelling is specifiek geformuleerd en voldoende afgebakend eventuele deelvragen volgen logisch uit de probleemstelling volgorde van de deelvragen is logisch
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
- 12 -
8. a. b. c. d. e. f.
Theorie er is voldoende relevante literatuur bestudeerd theorie belicht meerdere invalshoeken de kwaliteit van de toegepaste bronnen is goed er zit voldoende diepgang in de op theorie gebaseerde onderdelen de bronnen worden op een juiste manier verwerkt in het onderzoek; er wordt een eigen verhaal gemaakt van de geraadpleegde informatie en de relatie met het onderzoek is duidelijk de informatie is overzichtelijk weergegeven
9. Methode a. de populatie, steekproef en selectiemethode zijn beschreven b. het onderzoeksontwerp en de gemaakte keuzes daarbinnen zijn toegelicht; m.n. met betrekking tot het soort onderzoek en de dataverzamelingsmethode c. de meetinstrumenten zijn duidelijk beschreven d. de analyseprocedure is duidelijk beschreven e. duidelijke en goede verantwoording van gemaakte keuzes 10. Resultaten a. relevante informatie met betrekking tot de onderzoeksgroep is beschreven b. de data wordt op een inzichtelijke manier verwerkt en weergegeven, deze manier draagt bij aan het beantwoorden van de probleemstelling. c. de gepresenteerde informatie en de analyse en interpretatie van gegevens is juist, betrouwbaar, volledig en controleerbaar. d. duidelijke verantwoording van gemaakte keuzes. 11. a. b. c. d. e. f. g.
Conclusie en aanbevelingen kort en duidelijk overzicht probleemomschrijving de conclusies volgen logisch uit de data de conclusies zijn goed onderbouwd de conclusie geeft bondig antwoord op de probleemstelling en deelvragen de gevolgde redenering is voldoende diepgaand en genuanceerd aanbevelingen sluiten goed aan op de conclusie duidelijke evaluatie van het onderzoek; wat heeft bijgedragen aan het onderzoek (m.b.t. validiteit en betrouwbaarheid) en wat niet, in welke mate zijn de resultaten generaliseerbaar h. er wordt een koppeling gemaakt met de theorie
© Via Vinci Academy 2015 Handleiding schrijven onderzoeksverslag, versie 1.02
- 13 -