B
Handleiding voor de opstelling en de bediening van de WS 5406
LP
ee
Beschrijving van het apparaat ..".-- Deksel
=-+\-- Wasmiddelbak Bedieningspaneel (zie onder ·Programmakeuze")
'7-<-_ __
Deur
Luik waarachter de afvoerpomp en de noodontgrendeling r-==l-------+J
zk;h bevinden , èr=========I.~_ In de hoogte versleIbare voetfes
Kabeldoorgang
voor muntapparaat
"---"-1-- Toevoerslang (koud water) ~I-_
Toevoerslang (warm water)
"----,--,-=-t-- Afvoerslang met steun Transportbeveiliging (deze moet absoluut verwijderd worden vooraleer de machine wordt ingeschakeld) Elektrische aansluiting met snoer
L _ _ _ _ _- ' _ _ In de hoogte verstelbare voetjes 2
Inhoud Blz.
2
Beschrijving van het apparaat ... .. .. . .. . . . . De was voorbereiden . . . . . . . . . . .. . ... . . .. .. . .. . .. .
3-4
Het wasgoed in de trommel leggen .. . .... . Het wasgoed uil de trommel nemen . .... ... . . . .... . . .. . . .. .
5- 6 7
Wasmiddel toevoegen .................... . .. . . Stijfsel, wasverzachter en vormspoeler toevoegen. . ..... . Programmakeuze . . .. ... . . ...... . . .. .. . . . . Programma's: Wit 95°C . . . . . ........... . .. .. .. .. . Bont 60 o Ç. Bont 30/40 o Ç Kreukherstellend 95°C . . ..... . . Kreukherstellend 60 0 Ç . . Kreukherstellend 30/40 o Ç Fijn/Synthetisch 30 0 Ç . Gordijnen 30°C . Wol , koud - 40°C . . .. .. . Reiniging en onderhoud van het apparaat Eventuele kleine storingen ............ .. . Naverkoopdienst .. . . .. . . .. .. . Opstellen ... .. ...... .. Elektrische aansluiting. Watertoevoer ..... . Waterafvoer Technische gegevens Gegevens over het verbruik . .... . . _ ..... .. ....... ... .
8-10 11 12 - 15 16 17 18
19 20 21
22 23 24 25 - 28
29-31 32 33 - 37
38 39-40
41
42 43
Opmerking Bij uw Miele verdeler of in de Miele naverkoopdiensl is er ook een beknopte gebruiks· aanwijzing in DIN A 2·formaat verkrijgbaar, geschikt om naast de machine aan de muur op te hangen.
De was voorbereiden Hoe zwakker de bevuiling, hoe behoedzamer de behandeling mag zijn. In
Sorteren
Sorteer het wasgoed • volgens de onderhoudssymbolen
geval van weinig vuil wasgoed kan de kapaciteit van de machine ten volle be-
• volgens de kleur Oicht of donker)
nut worden en kan er eventueel een lagere temperatuur ingesteld worden.
• en volgens de graad van bevuiling.
Men kan echter ook een programma kiezen zonder voorwas. Bij sterk be-
Bij de onderhoudssymbolen wordt er voor de behandeling een onderscheid gemaakt in de temperatuur.
vuild wasgoed kan het waseffekt verbe· terd worden door de lading te vermin-
deren. Voorafgaandelijk behandelen
\jff witle was
~,!f
' !"
,~,
bonte was
kreukherstellend
machinaal
wasbaar wolgoed
met de hand wassen niet wassen bloken mogelijk niet bleken chemisch reinigon
Maak de zakken leeg (vooral bij beroeps- en kinderkleding!) en borstel ze, zo nodig, uit. Voorwerpen als haaren veiligheidsspelden, papierklemmetjes, munten, schroeven e.d. kunnen het wasgoed en de machine beschadigen. Losse delen, b.v. uit dameslingerie, verwijderen. Loden gordijnband dal niet vast ingewerkt is, alsook aan roest onderhevige rolletjes verwijderen. Loden gordijnband dat wel vast ingewerkt is en roestvrije rolletjes kunnen echter wel meegewassen worden. Sterk bevuilde plaatsen zoals kragen en manchetten ca. 20 minuten voor het wassen met bruine zeep of waspasta inwrijven. Koffie-, tee-, fruil- en rode-wijnvlekken verdwijnen gewoonlijk na een paar wasbeurten. Bij eiwitvlekken gebruikt men het best enzyme-bevattende wasmiddelen, bij vuile beroepskleding speciale inweek- of voorwasmiddelen.
niet chemisch reinigen
3
De was voorbereiden Vlekken verwijderen Lang niet alle vlekken worden door wassen verwijderd. De volgende tips kunnen u wellicht het verwijderen van
vlekken wat makkelijker maken. • De vlekken zo vlug mogelijk na hel
opduiken ervan behandelen. • Eerst de plaats van de vlek stofvrij
maken. • Dikke lagen, b.v. van kaarsriet, voorzichtig verwijderen. • Vlekken voor het wassen verwijderen: de daaropvolgende wasbeurt vervolledigt de reiniging en ontdoet hel wasgoed van restjes vlekoplosmiddel.
• Het vlekoplosmiddel volgens de aanwijzingen van de fabrikant gebruiken; probeer eventueel eerst eens
op een plaats waar het middel geen kwaad kan.
Er zijn enkele vlekken die vaak met huishoudelijke middeltjes verwijderd kunnen worden: • viltstift en kogelpen: met alkohol • bloed: in koud water inweken en spoelen, met enzymatisch wasmiddel bij max. 60°C wassen • hars, plantaardig vet, huidcrème, zalf: eerst met vlekkenbenzine behandelen, daarna wassen • teer: met boter bestrijken, enige lijd laten inwerken, wassen. Wat andere, moeilijke vlekken betreft, kunt u het best een vakman (drogist, stomer) raadplegen. 4
In deze automaat mag u in geen geval wasgoed verven of chemisch reInIgen_ Nieuw wasgoed bevat vaak een teveel aan kleurstof; daarom kunt u dat het best een paar maal apart wassen, vooraleer het met het andere wasgoed te laten meewassen. Ook voor ander bont wasgoed geldt de regel dat men het slechts met ander, vooral wit wasgoed mag samen wassen wanneer de kleurvastheid bewezen is. Ook echte kleuren kunnen, b.V. door ze samen met gesteven wasgoed te wassen, wijzigingen ondergaan.
Het wasgoed in de trommel leggen Oe deur openen en sluiten Na de start van het programma is de deur elektrisch vergrendeld en kan die pas op het einde van het programma
weer geopend worden. Daarvoor drukt u op de toets "deur/afvoer 'qi "; de deur gaat enkel open wanneer • de machine elektrisch is aangeslo-
• indien er zich nog water in de automaat bevindt, dient men dat af te laten; zie daarvoor bI. 25 en 26. Voorzichtig! Wanneer er met hoge temperaturen werd gewassen, kan het water nog heet zijn! • het oogje naar beneden trekken. De deur gaat nu open.
ten. • hel water weggepompt is en
• de trommel na afloop van het programma tot stilstand is gekomen.
Indien
men
de
toets "deur/afvoer
'q:f . te vroeg indrukt, springen de toetsen voor de bijkomende funkties "stijven \l!!!!J • en/of "zonder centrifugeren lf" terug in de stand "ui!".
In geval van stroomuitval kan de deur als volgt geopend worden: • hel luikje voor de afvoerpomp met de meegeleverde opener ofwel met een lepelsteel openmaken.
• de deur terug dichtdoen door ze
dicht te klappen of dicht te duwen. Het wasgoed in de trommel doen Het wasgoed ontvouwen en losjes in de wastrommel steken. Niet aandrukken. Te weinig wasgoed wassen is niet ekonomisch, teveel schaadt het wasresultaat en brengt de duurzaamheid van het linnen in het gedrang. Vul de trommel zoveel mogelijk. Bij weinig en normaal bevuild wit of bont wasgoed is dat 6 kg: 2 volledig gevulde emmers van
101. Ter wille van het volledige benutten van de kapaciteit van de machine mag men echter niet van de oude stelregel afwij-
~j:;;~~~~~~~::j
J
gekleurde wasdat hetmen best licht apartenwast. ken, die zegt donker Voor kreukherstellende programma's vult men niet meer dan 2 kg (zowat 10 hemden) en bij fijne was en wol ongeveer 1,5 kg droog wasgoed. 5
Het wasgoed in de trommel leggen Het gewicht van het wasgoed kunt u b.v. mei behulp van de volgende tabel berekenen. Hier werd het doorsneegewicht in luchtdroge toestand opgegeven.
Men verkrijgt een heel gelijkmatig wasresultaat, wanneer de trommellading uil grote stukken - b.v. bed- en tafellakens - en uit kleine stukken (ondergoed. handdoeken) bestaat. Indien kookwas of oonte was sterk bevuild is. dient men de trommelvulling met 20 à 30% te beperken. Gewicht van luchtdroog wasgoed (in doorsnee)
wasgoed')
Beddegoed (katoen) onderlaken bovenlaken kussensloop
gewicht in 9 600 600 200
Tafellinnen
tafellaken (katoen) tafellaken (linnen) servet (linnen)
Dameskfedlng bloes. hemd onderbroekje sip onderrok nachthemd pyjama zakdoek werkschort
6
400 1000 80
100 120
50 150 180 450 15
400
Herenkleding
hemd (katoen) hemd (gemengde weefsels) onderhemdje zonder mouwen korte onderbroek lange onderbroek pyjamabroek pyjamajasje zakdoek stofjas
250 200
120 100 250 480 400
25 600
Wasgoed uit keuken en badkamer vaatdoek 100 handdoek 120 sponShanddoek 200 badhanddoek 800 badmantel 1200 Ol WasgocO dal bestaat uit synthetische vezels ol gemengde weefsels met synthetische vezels wa· gen over het algcmoon wat minder dan do hier vermelde stukken wasgoed uit katoen ol linnen.
Het wasgoed uit de trommel nemen Het wasgoed kan enkel uit de machine genomen worden als hel programma afgelopen is en als de trommel lol stilstand is gekomen.
Plaats een waskorf of iets dergelijks onder de deur.
Daarna • de deur m.b.v. de toets openen
• hel wasgoed eruit nemen • de trommel met de hand eens ronddraaien om na te zien of er geen klei-
ne stukken wasgoed achter de trommelribben zijn blijven hangen. Ach-
tergebleven stukken wasgoed zouden in het daarop volgende programma schade kunnen oplopen of het andere wasgoed doen verkleuren.
• nazien of er onder de vouw van de dichtingsring soms geen meegewassen voorwerpen zitten. Deze dienen in elk geval weggenomen te worden om b.v. roestoverdracht te vermijden (zie alb.).
• de waterkranen dichtdraaien. 7
Wasmiddel toevoegen Keuze van het wasmiddel Gebruikt u enkel wasmiddel dal voor
machinaal wassen geschikt is. Er zijn b.v. • poedervormige ol vtoeibare wasmid delen voor alle bevuilingen en textiesoorten. • Vloeibare wasmiddelen die bij voorkeur gebruiken zijn in wasprogramma's met lagere temperaturen (tot hoogstens 60°C) en zonder voor-
was. • speciale wasmiddelen voor welomlijnde soorten wasgoed, b.v. voor kreukherslellende was (lol 60°C) en voor wol. De gegevens op de verpakking informeren over de belangrijkste bestanddelen van het wasmiddel, zodat u b.V. kan uitmaken of het middel in kwestie bleek-, klaringsmiddelen of enzymes bevat.
Wasmiddelen met enzymes zijn vooral geschikt voor de behandeling van eiw~ houdend vuil (bloed, melk, eieren) en hebben hel meest effekt bij een temperatuur van 50 tot 60°C. Giet u geen bleekmiddel dat chloor beval, in de vakjes voor de voor- en hoofdwas; als u bleekmiddel toevoegt, giet u het dan in het vakje Jih. Het wasmiddel doseren De wasmiddellade heeft 4 vakjes: • vakje \.2.J: voor het middel voor de voorwas • vakje \J...J : voor het middel voor de hoofdwas • vakje \I!!: meI een dekseltje: voor vloeibare wasverzachter of vormsp:Jeler. • vakje Jih : voor bleekmiddel B
De wasmiddeldosering is afhankelijk van • de waterhardheid • de textiel soort • de bevuiling van het wasgoed. Waterhardheid
""""" ,,,
"""""""" ....... .....-
.-.. .(),,~:;C
F,~
0 - 10· 10- 18°
18 - 32'"
"
0 - UiO
. ".
Hoe hard het u gelevefde leidingwater is, verneemt u wel van uw waterbedelingsmaatschappij. De totale hoeveel· heid wasmiddel voor de voor· en de hoofdwas is op de verpakking van hel wasmiddel aangegeven: daarbij werd rekening gehouden met de verschillen-
de walerhardheidsniveaus. Om het juiste hardheidsniveau van uw leidingwater steeds voor ogen te hebben, kunt u dal op hel handvat van hel
Miele spaarmaatje instellen. Met behulp van een geldsluk stelt u het getal in, dat met het hardheidsniveau van uw leidingwater overeenstemt.
Wasmiddel toevoegen Poedervormig wasmiddel doseren In de afvoeropening van de kuip zit er een kogelklep die ervoor zorgt dat al hel wasmiddel in de kuip blijft en er snel wordt opgelost. Die vergroot het reinigingseffekt. Daarom kunt u, als u wasmiddelen van een kwaliteitsmerk gebruikt, 20% wasmiddel uitsparen. Als er andere wasmiddelen worden gebruikt, die niet de bestanddelen bevatlen van eerste klas produkten, verdient hel aanbeveling de wasrnkJdeldosering trapsgewijs te verminderen. Dit is zeker het geval in streken met hard water als de wasmiddeldosering voor minder vuil wasgoed ook nog wordt beperkt. Ook bij wasmiddelen voor lijn wasgoed is hel raadzaam de hoeveelheid trapsgewijs te verminderen en intussen de toestand van het textiel in het oog te houden; hard aanvoelende was wijst erop dat de volledige hoeveelheid wasmiddel die de fabrikant opgeil, dienl Ie worden toegevoegd. Om u ertoe in slaal Ie stellen op een eenvoudige wijze steeds de juiste. spaarzame hoeveelheid wasmiddel toe te voegen, wordt bij uw machine een spaarmaatje geleverd. Het Miele spaarmaatje is voorzien van niveaumarkerin· gen die reeds een 2QO/o lagere wasmiddelhoeveelheid aanduiden. Zelfs indien u tol nu toe voor minder bevuild wasgoed of voor halve ladingen reeds minder wasmiddel toevoegde. spaart u nu met het Miele spaarmaatje nog eens 20% wasmiddel.
bekertje uil hel wasmiddelpak, maar wel het Miele spaarmaalje.
Zo doseert u het wasmiddel juist: Leest u net als vroeger hoeveel bekertjes wasmiddel u voor de voor- en hoofdwas moet doseren; dit gegeven slaal op de verpakklng van het wasmid· del; gebruikt u echter niet het maat-
In de programma's kreukherstellend , synthetisch en wol doseert u het was· middel als volgt
Verdeeli u hel dOOf de wasmiddelfatx i ~ kant opgegeven aantal bekertjes voor witte en bonte was als volgt: 1/4 voor de voorwas \..J..J
3/4 voor de hoofdwas W . Deze verdeling is heel geschikt, daar het meetse vuil tijdens de hoofdwas m oel worden losgemaakt en door het sop gedragen.
Voorbeeld voor de verdeling van 3 maat bekertjes wasmiddel: i
'
.'
IOlalei ~oe~eelheld wasmldl:lel
hOOfdwas
I.!!.J Bij waterhardheidsniveau 3 verdient hel aanbeveling de lotale hoeveelheid wasmiddel als volgt te verdelen:
1/3 voor de voorwas \..J..J
2/3 voor de hoofdwas W .
• Giel u per kg droog wasgoed onge~ veer 1 spaarmaatje in het vakje \!J . 9
Wasmiddel toevoegen • Indien er een voorwas nOdig is. giet u ook nog ongeveer 3/4 spaarmaatje per kg droog wasgoed in het vakje I.'.J .
Algemeen Indien het water heel hard is (niveau 3), kan er een speciaal onthardingsmiddel samen met het wasmiddel worden gedoseerd. Houdt u rekening met de richtlijnen van de fabrikant. Indien u te weinig doseert, wordt uw wasgoed niet alleen grauw, maar leidt dit tevens tot kalkafzetting op de verwarmingselementen.
Indien u teveel doseert, verbruikt u niet alleen teveel wasmiddel, maar wordt er ook teveel schuim gevormd (slecht reinigingseffekt) en is het spoelresultaat onvoldoende.
Als u juist doseert, wordt een heel goed reinigingseffekt verkregen en wordt de
was ook
behoedzaam
behandeld.
Daardoor vermijd u ook dat het milieu onodig overbelast wordt.
Indien de doseeraanwijzingen vol· gens de hoeveelheid water zijn uitgedrukt, kunt u zich op deze getallen baseren: • ca. 20 I water in de programm's wit, bont en kreukherstellend, • ca. 30 I water in de programma's synthetisch en wol.
Dosering van vloeibaar wasmiddel Vloeibare wasmiddelen worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant overwegend met temperaturen tot 60°C gebruikt. Gewoonlijk kan de voorwas achterwege blijven als men vloeibaar wasmiddel gebruikt. 10
Dosering van bleekmiddel Hardnekkige vlekken, b.v. van fruit, rode wijn e.d., op wit wasgoed kunnen, zelfs als men wasmiddelen gebruikt, die perboraten bevallen, slechts verwijderd worden indien er een hoge temperatuur werd ingesteld. Door middel van vloeibaar bleekmiddel, b.v. met chloor, kunnen hardnekkige vlekken zonder hoge temperaturen uit het wasgoed verwijderd worden. Daar chloorbleekmiddelen alleen vooral maar koud aan hel wasgoed mogen toegevoegd worden (zonie! zou er schade kunnen toegebracht worden aan het wasgoed), dient de wasautomaat er speciaal voor uitgerust te zijn om vloeibaar bleekmiddel te doseren. Het bleekmiddel mag alleen maar in het
daarvoor voorziene vakje ~ vooraan rechts toegevoegd worden, want alleen in dat geval kan men er zeker van zijn dat het middel automatisch bij de tweede spoelbeurt ingespoeld wordt (koud
bleken). Er kan hoogstens 160 mi bleekmiddel in hel vakje Lili gegoten worden. Er is geen enkel bezwaar legen het toevoegen van bleekmiddel bij bont wasgoed, tenminste als de fabrikant van het wasgoed in de onderhoudskentekens de kleurechtheid garandeert en het bleken uitdrukkelijk toelaat. Hoe u het vakje á dient schoon te maken, vindt u op bI. 29. De opmerkingen over het reinigen van het vakje voor de wasverzachter zijn ook voor het vakje & van toepassing.
Stijfsel, wasverzachter en vormspoeler toevoegen Wasverzachter toevoegen
Wasverzachters zorgen eNoor dat het
wasgoed zacht aanvoelt en verminderen tevens de elektrostatische werking
van synthetische vezels. Het middel wordt vooral gebruikt bij badstof en babywas. bij gordijnen en bij gebreide spulletjes. Doseer de wasverzachter volgens de aanwijzingen van de fabrikant en giet
het middel in het vakie Vli van de wasmiddelbak. • het dekseltje van vakje
Let erop dat er nooit wasverzachter en vorm spoeler tegelijk in het vakje geraken, daar er anders hardnekkige verstoppingen in het overloopsysteem kunnen optreden . Wasverzachter heeft de neiging bij "ge temperaturen, vooral bij vorstgevaar, te gaan stollen. Het middel wordt bij vorst voor verdere toevoeging onbruikbaar. Bewaar het middel dus in een vorstvrije ruimte.
Vormspoeler toevoegen ~
om-
hoogzetlen. • de wasverzachter volgens de aanwijzingen toevoegen, maar ten hoogste tot de markering aan de zuighevel, anders wordt het vakje voortijdig leeggezogen. • het d ekseltje d"htklappen en het
deksel van de wasmiddelbak sluiten, Oe wasverzachter wordt automatisch aan de laatste spoelbaurt toegevoegd.
Dit vloeibare stijfsel wordt vooral geb ruikt voor hemden, bloezen, tafelkled en, servetten, beddegoed e.d. Doseer het vloeibare stilsel volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Hoe u te werk dient te gaan, vi ndt u onder ·Wasverzachter toevoegen ~ .
Manuele dosering van gewoon stijfsel
worden.
Indien men bij de programmakeuze de toets ·Stijven ~. indrukt, blijft het programma in de stand ·Stiftseldosering \.!!!J \J.J . staan . Nu kunt u het stijfsel volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen in vakje \J.J. Indien u poedervormig stijfsel gebruikt, dient u d at in elk geval eerst in water op te lossen voordat u het gaat toevoegen in vak \J..j. Zo het wasgoed achteraf
Indien hel vakje ~ echter vol water blijft staan, dient u het U-vormige buisje schoon te maken (zie "Eventuele kleine storingen- bi. 29).
in een droogautomaat wordt gedroogd, dan dient u de stijfseldosis te verdubbelen. Door de toets · Stijven \!!!!J • in te druk-
Het water dat op het einde van elk wasprogramma nog in het vakje \§ij van de wasmiddelbak blijft staan . is badoeld om dikke of geconcentreerde wasver-
zachter ietwat te verdunnen. Enkel daardoor kunnen ook weinig vloeibare middelen vrijwel zonder rest ingespoeld
ken en te taten uitspringen wordt hel p rogramma weer gestart.
11
Programmakeuze
Programmakiezer
Temperatuurkiezer
De programma's kunnen in 4 kategorieën onderverdeeld worden :
beurten nodig. Naar keuze met of zonder centrifugeren.
• wil en boni
Door het normale wasritme is dit programma niet geschikt voor sokken en kousen uit synthetische vezels. Zulk textiel mag enkel in het programma "fijn/synthetisch " gewassen worden.
• kreukherstellend • fijn/synthetisch • wol Door deze mei een temperatuur te
kombineren ofwel door programma's zonder voorwas ontstaat er een veel-
voud van mogelijkheden waardoor de meeste soorten wasgoed in deze machine gewassen kunnen worden. Hel verschil:
• Wit en bont: een normaal programma mei normale wasbeweging en met hel volledige aantal spoelbeur-
ten. Naar keuze met of zonder centrifugeren. Bij programma's zonder voorwas wordt er nooil warm water toegevoerd in de hoofdwas.
• Kreukherstellend: een programma mei een normaal wasritme: mei trapsgewijze afkoeling van het sop , ter wille van de weefsels die de neiging lol kreuken vertonen. Wegens het kleine aantal stukken wasgoed zijn er ook niet zoveel spoel12
Aanduiding programmaverloop
Textiel uit wol of gemengde wollen weefsels mag slechts in het programma "wol" worden gewassen. Bij programma's zonder voorwas wordt er nooit warm water toegevoerd in de hoofdwas.
• Fijn/Synthetisch:
eveneens een programma met een normaal wasritme, maar met voortdurend hoge waterstand. Oe was drijft dus tijdens heet het programma in het water en wordt daardoor behoedzaam behandeld. Voorts is dit programma met "Kreukherstellend" te vergelijken (nooit toevoer van warm water).
• Wol: Ier wille van de gevoeligheid van het wolgoed is dit een nog behoedzamer programma dan "Synthetisch~. In tegenstelling met de 3 andere kategorieën is het wolpro-
Programma keuze gramma niet te kombineren met een voorwas; anders zou het was ritme te hoog zijn. Daar wol niet zozeer gevoelig is aan temperaturen , maar wel eerder aan bewegingen in natte toestand, blijft de trommel tijdens de lange verwarmingstijd volledig stil· staan. Ondertussen kan hel sop reeds op hel vuil inwerken, zodat er een inweekeffekt wordt bereikt. Het
aantal spoelbeurten en het einde van het programma zijn dezelfde als bij "Synlhetisch· (nooil loevoer van
warm water). Bedieningselementen: Temperatuurkiezer
De wastemperatuur kan op 10 niveaus, tot 95°C ingesteld worden.
van koud
Op het etiket in het textiel vindt u de
maximum toegelaten temperatuur. Voorbeeld: BonI wasgoe d
tot 60 G e te wassen
Programmakiezer Met de prograrnmakiezer bepaal! u • het begin van het programma • het wasritme • de watE!f'stand.
Toets "Stijven \.!!!J " Indien u bij de programmakeuze de loels "Stijven \.!!!!!J" hebt ingedrukt, blijft het programma in de stand ·Stijfseldosering \.!!J \J.J . staan. Nu kunt u hel stijfsel vd.gens de aanwijzingen van de fabrikant in het vakje \JJ toevoegen. Door de toets ~ in te drukken en te laten uitspringen wordt het programma weer gestart.
Toets "zonder centr;tugeren ~" Indien delikaat textiel , b.V. gordijnen, niel gecenlrifugeerd, maar ~ druipnat uit de machine moeten worden genomen, dient u bij de programmakeuze de toets "zonder centrifugeren~" in te drukken. De centrifugebeurt wordt clan in vE!f'sneid tempo overgeslagen.
De temperatuurkiezer kan zowel naar Indien de toets "zonder centrifugeren links als naar rechts worden gedraaid. ~.. niet ingedrukt wordt, vind! er een Indien er in de programma's Fijn/Synthetisch en Wd. een hogere temperatuur werd ingesteld dan wat het wasgoed kan verdragen, wordt de wastemperatuur door de elektronische kontrole beperkt • bij Fijn/Synlhelisch en Wol lol 40 °C in voor- en hoofdwas.
aangepaste centrifugebeurt plaats: • bij witte en bonte was: 6 minuten • bij kreukherstEJlend: 60 sekonden • I>j fijn/synlhelisch: 60 sekonden • bij wol: 3 minuten.
Toets "Start ~ • Wanneer er een programma gekozen is en een temperatuur ingesteld - en als het lampje ·slart <1>. aangaal I>j machines met muntapparaat - kan de automaat enkel door het indrukken van de toets "start 0" ingeschakeld worden. 13
Programmakeuze Toets "deur/afvoer 'cp" Door de toets "deur/afvoer 'cp''' na afloop van het programma in Ie drukken gaat de deur open.
Zo de programmawijzer tussen centrifugeren en programma-einde in de stand \:j:I blijft staan,
• de toets "deur/afvoer 'cp'. indrukken en ingedrukt houden. • Hel afvoersysteem wordt in werking gesteld. • Oe deur gaat open. Vloeit het water na het indrukken van de toets "deur/afvoer 'qf" niet weg en gaat de deur dan niet open, dan is er een storing in het afvo8rsysleem.
met muntapparaat: • De waterkranen opendraaien. • Het wasgoed in de trommel steken en de deur dichtdoen. • Het wasmiddel en de wasverzachter - of vormspoeler - toevoegen. • Een programma kiezen (het lampje "betalen CXXl" gaat aan). • De temperatuur instellen. • Eventueel de toets "Stijven . \.!!!!!J " en/of "zonder centrifugeren ~ " indrukken. • De munten of penningen erin werpen (het lampje "Start <1>" gaat aan).
• Het water aflaten en het afvoersysteem schoonmaken als beschreven bI. 25 en 26 onder "Reinigen en onderhoud".
• De toets "Start 0" indrukken. Van· al nu begint het programma. Het lampje "Start <1>" gaat uit.
Programmakeuze bij machines zonder muntapparaat:
Opmerkingen:
• De waterkranen opendraaien. • Het wasgoed in de trommel steken en de deur dichtdoen. • Het wasmiddel en de wasverzachter - of vormspoeler - toevoegen. • Een programma kiezen. • De temperatuur instellen. • Eventueel de toets "S1ijven \.!!!!!J" en/of "zonder centrifugeren ~ " indrukken. • De toets "Start 0" indrukken. Vanaf nu begint het programma.
14
Programma keuze bij machines
Indien de automaat anders bediend wordt dan in de beschreven volgorde, dan bestaat de kans dat het geld ol de penningen verloren gaan. Indien men de programmakiezer na het inwerpen van de munten of penningen en voor het indrukken van de toets "Start " via "0" op een ander programma draait, dan gaan de munten of penningen eveneens verloren. Neemt u de munten of penningen geregeld uit het mu ntapparaat, daar er anders een opstopping wordt veroorzaakt.
Programmakeuze Bij machines met een muntapparaat
mag het programma niet langer dan 20 sekonden worden onderbroken. An-
ders bestaat de kans dat het geld of de penningen verloren gaan.
Algemene opmerkingen
De keuze van het juiste wasprogramma is O.m. afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed en van het soort bevuiling. Als het wasgoed vlekken vertoont (b.v.
koffie-, tee-, fruit-, roet- en sausvlekken), kiest men het best het daarvoor voorziene normale wasprogramma. Enkel de
volle benutting van het overeenkomstige wasmiddel zorgt voor een voldoend bleekeffekt en voor het afdoend verwijderen van de vlekken uit het wasgoed. Die vlekken zijn niet altijd even hardnekkig, soms is het wasgoed maar lichtjes bevuild. Voor dergelijk wasgoed kiest u het best een programma zonder voorwas. Opdat de wasmechaniek bij programma's zonder voorwas niet te erg zou beperkt worden, wordt er bij zulke prog ramma's geen warm water toege· voerd. Indien het wasgoed slechts weinig bevuild is, zodat hel bleekeffekt van hoge temperaturen niet nodig is, kan men een lagere temperatuur kiezen. Ge-
woonlijk is het dan ook mogelijk de voorwas over te slaan.
U wast op de meest ekonomische manier als u voor elk aangegeven wasprogramma de trommel maximaal vult. Steek niet teveel wasgoed in de machine! Het watera en stroomverbruik per kg wasgoed Îs bij maximale lading het laagst.
15
Soort wasgoed: Beddegoed, tafellakens, handdoeken, ondergoed, hemden enz. uit katoen of linnen. Hoeveelheid: tot 6 kg droog wasgoed. Temperatuur- en programmakeuze: als op de loto. Opmerkingen: Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas en stelt u eventueel ook een lagere temperatuur in (b.v. 60° C). Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u de lading tot ca. 4 kg.
Wasmîddeldosering: (voorbeelden bI. 8 - 10) in vakje \J.J 1/3 van de totale hoeveelheid (niet bij een programma zonder voorwas).
in vakje \!J 2/3 van de totale hoeveelheid. in vakje ~
wasverzachter of vormspoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel. in vakje &\ het bleekmiddel volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel. Programmaverloop: • voorwas (niet bij programma's zonder vOOiwas) • hoofdwas • spoelen 't.':id • centrifugeren @
'6
Bont 60°C ~---- ~""':UlVM()GIU, _ - I(_IIAI~lUl.Vl ~-..w Ullr -
Soort wasgoed: Gekleurde hemden, I>oezen, badhanddoeken, schorten, stofjassen e.d. uit katoen of linnen, kleu recht tot 60°C. Hoeveelheid: tot 6 kg droog wasgoed. Temperatuur- en programmakeuze: als op de foto.
Opmerkingen: Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas en stelt u eventueel ook een lagere temperatuur in (b.v. 40°C).
Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u de lading tot ca. 4 kg.
oe
'W' '''lMDQlllot:lIOI,I..f/oO!HT -
Wasmiddeldosering: (voorbeelden 1>. 8 - tOl in vakje \J.J 'Ia van de totale hoeveelheid (niel bij een programma zonder voorwas). in vakje \!J van de tolale hoeveelheid ofwel een
~/3
overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar wasmiddel. in vakje ~ wasverzachter of vorm spoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmavertoop: • voorwas (niet bij programma's zonder voorwas) • hoofdwas • spOOen Ei • centrifugeren @
17
Bont 30/40°C
Soort wasgoed : Jeans, schorten en ander donkerkleurig wasgoed, kleurecht tot 30/40°C.
Hoeveelheid: tot 6 kg droog wasgoed.
Temperatuur- en
programmakeuze: als op de foto.
Opmerkingen: Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas. Bij sterker bevuild wasgoed beperkt u de lading tot ca. 4 kg.
Wasmiddeldosering: (voorbeelden bI. 8 - 10) in vakje \..J..J 'Ia van de totale hoeveelheid (niet bij een programma zonder voorwas). in vakje \....!!..J
'/3 van de totale hoeveelheid ofwel een overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar wasmiddel . in vakje ~ wasverzachter of vorm spoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmaverloop: • voorwas (niet bij programma's zonder voorwas) • hoofdwas • spoelen "iEl • centrifugeren @
18
Kreukherstellend 95°C _____ _ ._ ...tUI"I'!O)(;JI._ - "_·..
Soort wasgoed: Katoenen stoffen zoals hemden, beddegoed, e.d., kreukvrij en bestand tegen koken. Heel delikaat wasgoed dient u in het programma ~ Fijn/Synthetisch" te was-
sen. Hoeveelheid: tot 2 kg droog wasgoed. Temperatuur- en
programmakeuze: als op de foto_ Opmerkingen: Indien hel wasgoed niet veel vlekken vertoont, kunt u eventueel een lagere
temperatuur instellen (b.v. 60°C). Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas.
'....- · U.!t l lt_~
..
'UM; - _ ._
Wasmiddeldosering: in vakje \JJ 1 maat bekertje (ca. 80 g), niet t>j een programma zonder voorwas. in vakje ~ ca. 2 maat bekertjes (ca. 180 g). in vakje \!!J wasverzachter of vormspoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bo· venste markering op de zuighevel. Programmaverloop: • voorwas (niet bij programma's zonder voorwas) • hoofdwas • spoelen "ï'EJ • centrifugeren: 60 sekonden Indien u in het begin van het programma de toets Mzonder centrifuge(en~ · hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
19
Kreukherstellend 60°C
Soort wasgoed:
Wasmiddeldosering:
Speciaal voor synthetische weefsels (perlon, nylon, gemengde weefsels uit
in vakje \JJ 1 maal bekertje (ca. 80 g), niet bij programma's zonder voorwas.
kaloen/polyester enz.) b.v. hemden, bloezen, stofjassen. Heel delikaat wasgoed dient u in het programma "FjjnJSynthetisch~ te
wassen. Herensokken, kousen e.d~ worden in het programma "Fijn/Synthetisch" gewassen, daar het delikaat wasgoed is. Gemengde weefsels die wol bevatten, wast men echter alleen maar in het pro-
gramma
~Wol ~.
Hoeveelheid: tot 2 kg droog wasgoed. Temperatuur- en
programmakeuze: als op de foto. Opmerkingen:
Indien hel wasgoed niet veel vlekken vertoont, kunt u eventueel een lagere temperatuur instellen (b.v. 40°C). Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas.
20
În vakje \...!:J ca. 2 maatbekertjes (ca. 160 g) ofwet een overeenkomstige vloeibaar wasmiddel.
hoeveelheid
in vakje \jy wasverzachter ol vormspoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel.
Programmaverloop: • voorwas (niet bij programma's zonder voorwas) • hoofdwas • spoelen 'G:zj • centrifugeren: 60 sekonden Indien u in het begin van het programma de toets uzonder centrifugeren ~" hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
Kreukherstellend 30/40°C
Soort wasgoed: Weefsels uit diolen, dralon, trevira en
gemengde weefsels uil katoen/synthetisch (b.v. kinder- en vrijetijdskleding). Heet delikaat wasgoed dient u in hel programma "Fijn/Synthetisch" te wassen. Herensokken, kousen e.d. worden in
Wasmiddeldosering: in vakje ~ 1 maalbekertje (ca. 80 g), niet bij pro· gramma's zonder voorwas.
in vakje \.!I ca. 2 maatbekertjes (ca. 160 g) ofwel een overeenkomstige vloeibaar wasmiddel.
hoeveelheid
het programma "FijnJSynthetisch" gewassen. daar hef delikaat wasgoed is. Gemengde weelsels die wol bevatten,
in vakje ~ wasverzachter ol vormspoeler volgens
wast men echter alleen maar in het programma ~Wol".
d e aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de b0-
Hoeveelheid:
tot 2 kg droog wasgoed. T emperatuur- en programmakeuze: als op de loto. Opmerkingen: Bij weinig bevuild wasgoed kiest u een programma zonder voorwas.
venste markering op de zuighevel. Programmaverloop:
• voorwas (niet bij programma's zonder voorwas) • hoofdwas • spoeten tEl • centrifugeren: 60 sekonden Indien u in het begin van het programma de toets "zonder centrifugeren~~ hebt ingedrukt, wordt hel water wegge-
pompt en hel centrifugeren overgeslagen.
21
Fijn/Synthetisch 30 0 e - - - - -_
_
!um~ - Jt
........I _ .lJU'Tf_
Soort wasgoed: Delikaat textiel uit diolen, draion. trevira; fijn wasgoed uit zjjde en kunstzijde alsook herensokken, kousen e.d. uit synthetische vezels, als die geen wol bevatten (wol en gemengde weefsels mei wol mogen enkel in het programma "Wol- gewassen worden).
....... -
'
eer
'tfIl00l'l~H1 -
Wasmiddeldosering : in vakje \J.J
ca. 'I. maatbekertje (ongeveer 60 g), enkel bij programma's met voorwas. in vakje \...!!..J ca. 1 '/~ maalbekertje (ongeveer 120 g) ofwel een overeenkomstige hoeveelheid vloeibaar wasmiddel.
Hoeveelheid: tot 1,5 kg droog wasgoed.
in vakje \!jU
T emperatuur- en
de aanwijzingen van de fabrikant toe-
wasverzachter of vormsrx>eler volgens
programmakeuze:
voegen, maar niet hoger dan de bo·
als op de foto.
venste markering op de zuighevel.
Opmerkingen: Bij heel sterk bevuild wasgoed kiest u
Programmaverloop: • voorwas (niet bij programma's zon· der VOOIW8S) • hoofdwas • spoelen 'üEf • centrifugeren: 60 sekonden
een programma met voorwas.
Indien u in het begin van het program· ma de toets · zonder centrifugeren~ · hebt ingedrukt, wordt het water wegge· pompt en hel centrifugeren overgeslagen.
22
Gordijnen 30°C
-
- . , - - - - _ _ ~fURI_.._- I'(_""I...._{UU' T l.Wf IlAl1,lll(· - _ _ ... OQI!oIlfIlOllOlt/l'l' -
t"-w;-
@
~_.
~'",1> ~: ....a ~
Soort wasgoed: Machinaal wasbare gordijnen uil synthetische vezels, mei uitzondering van
acryl en draion dal koud moet gewassen worden. Bij grof geweven gordijnen dient u goed op de washandleiding te letten. Zo u twijfelt, liever met de hand
wassen! Maakt u voor het wassen de niel tegen roest bestande rolletjes en niet vaSl verwerkte loden banden los. Opmerking:
Daar gordijnen nogal veel fijn stof aan· trekken, kunt u ze het best in een pro-
gramma met voorwas wassen.
Lel opl
Wasmiddeldosering: Het speciale wasmiddel volgens de aanwijzingen van de gordijnwasmiddelfabrikant in vakje \J.j en \!J toevoegen.
in vakje ~ wasverzachter of vormspoeler volgens de aanwijzingen van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de b0venste markenng op de zuighevel. Programmaverloop: • voorwas • hoofdwas • spoelen Wd • geen centrifuge!
Oe temperatuurkiezer niet verder draaien dan 30°C! Hoeveelheid: de Irommel losjes lol 1/3 vullen. Temperatuur- en programmakeuze: als op de foto.
Drukt u ook de toets "zonder centrlfugeren~" in!
23
Wol, koud - 40°C
Soort wasgoed:
Wasmiddeldosering:
In dit goedgekeurde wolprogramma
in vakje \J..J geen wasmiddel toevoegen
kan al het machinaal wasbaar, minder
delikaat wolgoed, gemengde wollen weefsels en breigoed dat van het wol-
label (foto) voorzien is, van koud lol
in vakje \...!!..J ca. 1'I, maatbekertje (ongeveer 120 g). in vakje
~
wasverzachter volgens de aanwijzingen
van de fabrikant toevoegen, maar niet hoger dan de bovenste markering op de zuighevel. Programmaverloop:
• hoofdwas • spoelen 'd • centrifugeren: 3 minuten 40°C gewassen worden. Hoeveelheid: tot ca. 1,5 kg droog wasgoed. Temperatuur- en programmakeuze: als op de foto. Let op de temperatuur die door de textielfabrikant wordt opgegeven.
24
Indien u in het begin van het programma de toets "zond er centrifugeren " hebt ingedrukt, wordt het water weggepompt en het centrifugeren overgeslagen.
Reiniging en onderhoud Oe machine reinigen
De trommel is uit roestvrij staal. Door ijzerhoudend water of door voorwerpen in het wasgoed (paperclips, ijzeren knopen, spijkers) kan zich roest afzetten. Mocht dit het geval zijn, de trommel met een schuurmiddel (b.v. Vim) of meI lijn schuurpapier schoonmaken.
Steek de meegeteverde kunststof opener of een ander geschikt hulpmiddel in de rechter spleet van het luikje en wring het luikje open.
I
....,.....,.-
Kalkvlekken kan men vermijden door voldoende wasmiddel loe te voegen en eventueel een onthardingsmiddel aan de hoofdwas loe te voegen. Zuur re vattende onlkalkingsmiddelen zijn schadelijk.
Oe ommanteling en de deur kan men met een sopje (geen schuurmiddel) af· wassen en met een zachte doek droogwrijven. Spuit de machine, om veiligheidsredenen, nooit met een slang af.
De knoppen, het bedieningspaneel en andere kunststof onderdelen mogen enkel mei normale reinigingsmiddelen voor kunststof ol email worden schoongemaakt. Schuurmiddelen zouden krassen kunnen maken in het oppervlak!
Zet een vlak schaaltje voor zowat 1 hier water voor het luik. Indien er afvoerproblemen zijn, plaatst u er een grotere schaal voor. Neem het aftapslangetje van zijn haak, trek de dop eraf en laat het resterende water in het schaaltje lopen. Als dat slangetje warm is, is het water zeker warm, misschien wel heel. Voorzichtig!
Afvoerpomp schoonmaken Om een perfekte afvoer te waarborgen, dient men zo nu en dan het afvoersysteem eens na te kijken en eventueel schoon te maken.
Maak de machine enkel schoon als ze uitgeschakeld Is.
Zodra er geen water meel' uitloopt, zet u de dop terug op het slangetje. 25
Reiniging en onderhoud De sluiting inschuiven en door naar rechts te draaien vergrendelen: de richel moet horizontaal lopen.
Klap het afloopvlakje weer omhoog en duw het op zijn plaats. Hang ook het aflapslangetje weer aan zijn haak. Duw hel luik dicht.
De sluiting door naar links te draaien openen en er zachtjes uit trekken. Lel op voor een plotse waterstroom, indien b.v. het aftapslangetje verstopt zou zijn. Maak de ruimte voor de afvoerfXXl1 p schoon.
26
Kleine storingen verhelpen Als u met de volgende wenken rekening houdt, kunt u zelf kleine storingen aan uw wasautomaat, die eventueel aan bedieningsfouten te wijten zijn , verhelpen, zonder daarom een beroep
hoeven Ie doen op de naverkoopdienst.
Gelieve als leek nooit aan de elektrische onderdelen van dil toestel Ie werken.
De wasverzachter of het bleekmiddel wordt niet volledig Ingespoeld ofwel blijft er teveel water in het inspoelvak staan, De zuighevel (U-vormig buisje) zit niet juist of is verstopt. • Het deksel opklappen en de zuighevel uittrekken (zie afb.).
Bij het inschakelen loopt er geen water binnen • de waterkranen kunnen nog dicht slaan; opendraaien . • is er nog geen watertoevoer, dan kan het zijn dat de deur niet goed dichtgedrukt is of dat de steker niet stevig in hel stopkontakt zjt.
• Werd .de tdoe'kt?s"Start <$" lang genoeg Inge ru . • Bij machines mei muntapparaat kunnen de munten of penningen in de muntschaal teruggevallen zijn . De munten of penningen nog eens toevoegen en het toestel opnieuw starten.
Het water loopt te traag binnen, hoewel de druk in de waterleiding hoog genoeg is
t ~
• De zuighevel schoonmaken.
met
warm
water
Terug monteren in omgekeerde volgorde.
• de zeefjes in de toevoerslang kunnen verstopt zitten; ga te werk als op bI. 27 beschreven. Bij erge bevuiling kunnen ook de andere zeefjes - in de toevoeraansluiting - verstopt zijn. • de zeefjes in de toevoeraansluiting kontroleren en eventueel schoonmaken, zoals beschreven op bI. 28. 29
Kleine storingen verhelpen Er wordt teveel schuim gevormd Dit is vlug te verhelpen door schuimremmend middel toe te voegen. Indien
u dat echter voorgoed wilt vermijden, let dan op het volgende:
• gebruik enkel wasmiddel dat geschikt is voor machinaal wassen en hou rekening met de temperatuurniveaus • hou rekening met de waterhardheid in verband met de dosering • bij minder vuil wasgoed of kleinere
hoeveelheden wasgoed ook minder wasmiddel toevoegen • wasgoed dat met inweekmiddel be-
handeld werd, voor het wassen goed spoelen.
De programmawijzer blijft in het eerste 113 gedeelte van de hoofdwas stilstaan. Dit is geen storing. De wijzer blijft zolang staan, tot de gekozen temperatuur bereikt is.
Het wasmiddel voor de voor· e%~~f hoofdwas werd niet ingespoeld en het wasgoed is op het einde van het programma nog droog.
De waterkraan(-kranen) werd(en) bij het begin van het programma niet opengedraaid.
Het wasgoed moet bij stroomuitval uit de machine worden genomen. Wacht er, zo hel echt nodig is, zo lang
mee tot het hete sop afgekoeld is.
Aan het wasgoed plakken grijze elastische overblijfselen. Het wasgoed vertoonde veel vetvlek-
ken (door zalf of olie) en de wasmiddeldosering was niet voldoende om deze
bevuilingen op te lossen. • een kookwasprogramma kiezen mei een vetoplossend middel erbij, zonder wasgoed erin, om de machine te reinigen . • in de toekomst de hoeveelheid wasmiddel bij dermate bevuild wasgoed verhogen.
30
• de programmakiezer draaien.
op
"stop"
• het sop in een schaal opvangen, zoals bI. 25 en 26 beschreven (reinigen van afvoerpomp) • de deur met behulp van het trekoogje openmaken .
Kleine storingen verhelpen Het water wordt niet weggepompt, hoewel de pomp werkt . De afvoer kan verstopt zijn.
• zo nodig, het afvoersysteem schoonmaken, als op bI. 25 en 26 beschreven. • nazien of de afvoerslang geen knik vertoont. Oe machine staat tijdens het centrifugeren te trillen
1. Dat is b.v. mogelijk, wanneer de machine niet meer op alle vier de voetjes rust. • Door de machine zijdelings lichtjes te kantelen, nakijken welk voetje er niet
juist slaat. • De kontramoer aan dit voetje losdraaien en de machine stevig water-
pas opstellen, als op bI. 34 beschreven.
I
• De machine niet in het midden, maar in een hoek van het vertrek opstellen.
3. Grote stukken wasgoed die in elkaar gerold zijn, alsook veel water opslorpende badkamermatjes veroorzaken een groot onevenwicht (onbalans) in de trommel. • Niet alleen grote, maar grote en kleine stukken wasgoed in de trommel steken. Kussenslopen voor het wassen dichtknopen. • Centrifugeer badkamer matjes nooit apart. Wacht tot u meer wasgoed bij elkaar hebt. 4. De storing kan ook te wi~en zijn aan een verstopping in het afvoersysteem. Daarom moet u de afvoerpomp veiligheidshalve nakijken als
beschreven bi. 25 en 26, De programmawijzer blijft tussen het centrifugeren en het einde van h et programma in de stand 'q:I s1ilstaan , Door de toets "deur/afvoer tp''' in te drukken, stelt u de afvoer in werking . Indien er geen afvoer plaatsvindt, kan deze verstopt zijn. • Het afvoersysteem schoonmaken als beschreven bI. 25 en 26.
2. Weke vloerbedekking is niet alleen de oorzaak van meer lawaai bij het centrifugeren, maar ook van gebrek aan stabiliteit.
• Een ca. 3 à 5 cm dikke plaat op minstens 2 vloerbalken schroeven. 31