Handleiding VC Series Voedingscomputers.
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8)
algemene informatie werking van de VC series voedingscomputers installatie VC series voedingscomputers aansluiten van de cans met voeding , pH-plus, pH-min en de boosters ijken van de EC en pH regelaars (5a) en deze juist instellen (5b) instellen van de boosterpompjes ingebruikname enkele tips in het gebruik
(afbeelding kan iets afwijken van aangeschaft product)
1)
Algemene info.
Allereerst proficiat met de aanschaf van een VC 1 of VC2. Hierna te noemen VC. De door jou aangeschafte voedingscomputer is op dit moment de meest geavanceerde op de markt! Er is gekozen om alleen gebruik te maken van kwaliteitscomponenten en hierbij niet te bezuinigen op de prijs. Verder zijn alle onderdelen die extra nodig zijn meegeleverd. Bovendien is hij voorzien van 4 boosterpompen, helemaal compleet dus. Verder mag dit feitelijk de eerste echte “computer” genoemd worden omdat het hart van de voedingscomputer gevormd wordt door een echte Siemens PLC. Dit is een mini-computer zonder beeldscherm die intern voorzien is van software. Deze software is speciaal ontwikkeld voor de VC om op een foutloze en snelle manier altijd de perfecte voedingsoplossing voor je planten aan te maken. Bovendien worden alle onderdelen die nodig zijn gewoon meegeleverd en is de installatie erg eenvoudig omdat alles klaar is voor gebruik. Niks vijlen, hakken, zagen, etc. Gewoon alle stekkers erin, de VC instellen, de cans aansluiten en draaien. Zelfs de tijdschakelaar om de voedingspomp aan te sturen is gemonteerd. Het enige wat je moet doen is een paar lijmverbindingen maken, paar parkers vastschroeven en een paar gaatjes boren. Dat kon niet voorbereid worden want elk voedingsvat is weer anders. ! Lees deze handleiding wel even rustig door ! Kost je een half uurtje hooguit. We begrijpen best dat je het liefst meteen de stekker erin wilt steken maar het is beter om eerst even rustig de tijd te nemen om te begrijpen hoe hij nou eigenlijk precies werkt. Dit om eventuele fouten die je kan maken bij de installatie en de ingebruikname te voorkomen. Succes!
2)
Werking van de VC voedingscomputer.
De VC bestaat uit een aantal onderdelen die tezamen de voedingscomputer vormen. Alle onderdelen die nodig zijn, op het voedings-vat en de voedings-pomp na zijn meegeleverd. Hier volgt een korte uitleg hoe het aanmaken van de voeding door de VC precies in zijn werk gaat: Allereerst zit er in het voedingsvat een watersensor. Als het waterniveau te laag is opent de VC de waterklep welke vast is aangesloten op de waterleiding. Water stroomt in het vat. Gebruik je boosters dan zullen deze nu meteen gedoseert worden. Zodra het water het bovenste contact van de sensor raakt is het vat vol en vervolgens meet de VC de EC van het water. Dat doet hij doordat er via een vijverpomp, de zogenaamde meetpomp, van onderuit het voedings-vat voedingswater langs de EC en pH sensor gepompt wordt. Nadat er gemeten is stroomt de voeding weer terug in het vat. De EC en pH sensors zitten rechts op het bord gemonteerd. De EC zal te laag zijn omdat het water, met of zonder boosters, een te lage EC heeft en dus zal de VC de voeding uit de A en B cans in het voedingsvat gaan pompen via de blauwe doseerpompen. Tijdens het doseren van de voeding gaat de DAB mengpomp aan. Deze zit onderin het voedings-vat. Dat is nodig om de A en B voeding zo goed mogelijk te mengen met het water. Is de juiste EC eenmaal bereikt dan stoppen de A en B pompen en wordt er naar de pH gekeken. Is deze te laag wordt er pH-plus gedoseerd, is deze te hoog pH-min, net zolang totdat de juiste waarde is bereikt. De mengpomp blijft, nadat de voeding in het vat perfect op de gewenste EC en pH is gebracht, nog 2 minuten doordraaien. Gedurende dit hele proces (dus voedings-vat vullen met water, boosters toevoegen, op EC en pH brengen, 2 min. mengen) is het niet mogelijk dat de voedings-pomp aan kan gaan. Daar zorgt de Siemens PLC voor. Op deze manier kan er nooit voeding die niet perfect op EC en pH staat naar de planten gepompt worden, met alle gevolgen vandien! Als gedurende deze 2 minuten de EC en pH stabiel blijft wordt de voedings-pomp weer “vrijgegeven” en kan deze weer voeding naar de planten pompen. Mocht de EC of de pH in het voedingsvat verlopen wordt deze meteen bijgeregeld. Dat bijregelen gebeurt 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Continue kijkt de VC of alles perfect is en regelt zonodig bij. Gedurende dit bijregelen kan de voedingspomp geen voeding naar de planten pompen, dat is wel zo veilig! Na verloop van tijd raakt het vat natuurlijk leeg en begint dit het hele proces weer van voren af aan... en weer… en weer…
Het aanmaken van 250 liter voeding duurt ongeveer 30 minuten, afhankelijk van hoe geconcentreerd de A-B voeding in de cans is, hoe hoog de gewenste EC moet zijn en hoe snel het water bijgevuld wordt vanuit de kraan. Als om wat voor reden dan ook het vullen van het vat en het aanmaken van de voeding langer duurt dan 50 minuten (deze waarde is standaard ingesteld en kan later gewijzigd worden) dan gaat de VC op Alarm. Dat zou kunnen gebeuren als bijvoorbeeld de A en B cans leeg zijn. Of de pH min/ pH plus can is leeg. Of er komt geen water in het vat. Er gaat dan een rood lampje branden in de VC en alle pompen stoppen. Tevens komt er 220 Volt op een stopcontact te staan die een GSM alarmmelder kan activeren bijvoorbeeld. Controleer na een ALARM of er wel water in het vat zit en of alle cans voldoende gevuld zijn. Druk vervolgens op de reset-knop (deze zit naast het rode alarmlampje) en de VC zal rustig verder gaan met zijn werk en weer perfecte voeding aanmaken! Dus, samengevat, werkt de VC alles af in deze volgorde: Niveau in voedingsvat te laag? Eerst de voedingspomp uit. Dan waterklep open en vat vullen, eventueel tegelijk de boosters erbij. Vat vol met water? Waterklep dicht. Dan eerst EC op peil brengen. EC is op peil? pH op peil brengen. pH op peil? 2 minuten mengen. Alles ok? Ja: voedingspomp vrijgeven. Nee: EC of pH bijsturen, 2 min. mengen, voedingspomp vrijgeven. Duurt dit alles langer dan 50 minuten? Alarm!
3)
De Installatie.
Omdat alles reeds “stekkerklaar” is stelt dit niets voor. Monteer allereerst het bord, op een comfortabele hoogte, vlakbij het voedingsvat. Liefst ernaast, niet erboven. Zorg ervoor dat je het bord op een goed stopcontact kunt aansluiten met voldoende stroom erop. Sluit de VC nog niet aan op de 220 V. Vervolgens beginnen we helemaal vooraan, bij de waterklep. Sluit deze met de meegeleverde wasmachineslang (deze stevige slang mag namelijk “eeuwig” op de 2 à 2,5 bar waterdruk blijven staan en knapt niet) aan op een waterkraan. Monteer vervolgens aan de uitgang van de klep (aan de gardena koppeling) een stuk slang en hang deze slang in het voedingsvat. Desnoods even met een trekbandje vastmaken zodat hij er niet uit kan vallen. De stekker van de waterklep komt straks in het stopcontact “WATERKLEP”, deze zit links op het bord. Sluit de waterklep echter nog niet aan, dat komt straks pas. Dat zwarte kastje wat ertussen zit is een omvormer van 220 naar 24 Volt. De klep zelf werkt op 24 Volt namelijk. Monteer vervolgens de watersensor in het voedings-vat. Deze bestaat uit 3 contacten voorzien van buisklemmen aan een lange kabel. Deze buisklemmen kun je op een pijp rond 20mm klikken en zodoende makkelijk in hoogte stellen. De onderste komt helemaal onderin het vat, tegen de bodem zeg maar. De sensor daarboven is het “laag-niveau” en deze zet je op ongeveer 15 cm van de onderkant. De bovenste is voor het “hoog-niveau” en komt bijna bovenin het vat. De sensorkabel is voorzien van een speciale plug en die steek je in de besturingskast, aan de rechterkant. De VC “ziet” wanneer het waterniveau onder de “laag-niveau” sensor komt en zal water bijvullen totdat het water de “hoog-niveau” sensor raakt. Pijp rond 20mm en buisklemmen / T-stuk is meegeleverd zodat je voor elk type vat een leuke constructie kunt maken. Zie foto hieronder.
Op de foto beneden is mooi te zien hoe alles opgebouwd kan worden. De “laag-niveau” sensor zit op ongeveer 15 cm van de bodem van het voedingsvat. De VC zal water bijvullen zodra deze “laag-niveau” sensor droogvalt. Zodoende zullen de DAB mengpomp, de aanzuigslang van de voedingspomp en de meetpomp nooit drooglopen. Zou de meetpomp drooglopen dan vallen namelijk ook de EC en pH sensoren droog en vooral de pH sensor kan daar NIET tegen. Zet vervolgens de DAB mengpomp op de bodem van het vat en zorg ervoor dat aan de uitgang van de pomp een stuk buis zit van rond 40 met aan het uiteinde een T-stuk. Houdt het T-stuk horizontaal ten opzichte van de bodem van het vat, dan stoomt het water mooi 2 kanten op. Bovendien gaat de pomp zo niet om zijn eigen as draaien en mengt hij een stuk beter als een rechte pijp met een afsluitdop op het eind en een paar gaten in de zijkant. De stekker van de DAB komt straks in het stopcontact genaamd “MENGPOMP” links op het bord. Monteer nu de VOS “Meetpomp”. Deze vijverpomp komt ook helemaal onderin het vat. De meetpomp wordt via een stuk slang en gardena koppelingen aan de onderzijde van de sensor-meetbuis aangesloten. De bovenzijde van de meetbuis laat je via een slang teruglopen onderin het vat. Zorg ervoor dat de terugloop-slang een eindje van de meetpomp vandaan in het vat terecht komt. De stekker van de meetpomp komt straks in het stopcontact links op het bord genaamd “MEETPOMP”. De stekkers van de pompen aansluiten doen we pas bij de ingebruikname. Zier hier een foto van hoe het er in totaal uit kan komen te zien.
4) Aansluiten van de cans. Op het bord zitten onderaan 8 blauwe doseerpompen. Op de ingangen hiervan, dat zijn de linkse zwarte schroefconnectors, sluiten we de cans aan. Op het bord, van links naar rechts, zijn dit achtereenvolgens: 1: voeding A 6: booster 2
2: voeding B 7: booster 3
3: pH min 4: pH plus 8: booster 4
5: booster 1
Meegeleverd hiervoor zijn rolletjes dunne doorzichtige slang met stalen gewichtjes en een insteekfilter. Deze gewichtjes met filter zorgen ervoor dat de aanzuigslang altijd op de bodem van de cans ligt zodat de cans bijna helemaal leeggepompt kunnen worden. Neem een schroefdop van een can en maak in het midden een gaatje waar het slangetje makkelijk doorheen kan schuiven. Met de dop nog op de can kan er minder makkelijk allerlei vuil en stof in de cans komen en raken de filters niet verstopt. Monteer aan het uiteinde van het slangetje het gewichtje met filter en hang het slangetje in de can en draai de dop erop. Sluit zo alle slangetjes aan op de linkeraansluiting van de doseerpompjes.
Aan de uitgangen (= aansluiting rechts) van de pompjes maak je ook een slangetje en deze hang je allemaal bovenin het vat. Maak ze eventueel vast met een tie-wrap aan de rand van het vat of iets dergelijks zodat ze er niet uit kunnen vallen. Of boor een aantal kleine gaatjes in de buisconstructie die je hebt gemaakt om de watersensor te bevestigen. Hang ze allemaal netjes naast elkaar met steeds een centimeter of 2 ertussen zodat de vloeistoffen uit de slangetjes in het water van het vat vallen en ze elkaar niet raken. ! LET OP ! Gebruik de pH min en pH plus nooit puur maar verdun deze ongeveer 1 op 20 !! Dus vul een lege en schone 10 liter can met een halve liter pH min of plus en vul deze voor de rest aan met water! Doe je de pH min en pH plus niet verdunnen dan wordt er veel teveel min of plus gedoseerd!
De Boosters kun je wel gewoon puur gebruiken. De hoeveelheid booster die gedoseerd wordt is in te stellen per booster, hierover straks meer in hoofdstuk 6. Werk je in plaats van A en B voeding liever met ééncomponentenvoeding dan kun je de slangetjes van de A en de B pomp samen in één can hangen. Zodoende wordt de voeding welliswaar 2 maal zo snel gedoseerd in het voedingsvat maar dit is geen probleem. De blauwe doseerpompen zijn zelfaanzuigend en kunnen de vloeistof uit de cans maximaal 75 cm hoog aanzuigen. Hangt het bord op anderhalve meter hoogte, zet dan de cans onder het bord op een verhoging. Zo kun je de cans ook makkelijk verwisselen. Plaats de cans echter nooit hoger dan het bord! Zodoende kan het nooit gebeuren dat de vloeistof “overgeheveld” wordt vanuit de cans in het voedings-vat. TIP: bij gebruik van sommige soorten A-voeding of organische boosters is gebleken dat deze vrij snel de aanzuigfilters kunnen verstoppen. Monteer in dat geval het aanzuigfilter niet. Schuif wel het zinkgewicht over de aanzuigslang en fixeer het gewicht door ervoor en erna een TieRap om de slang heen te doen. Trek de TieRap niet te strak aan. Ook is gebleken dat in sommige gevallen het meegeleverde zinkgewicht niet tegen sterk geconcentreerde B-voedingen kan. In die gevalenl verdween al vrij snel de stalen glans van het gewicht en werd grijsachtig dof. Om dit probleem te voorkomen raden wij aan twee zware hoogwaardig stalen moeren te monteren die wél tegen de B-voeding bestand zijn. Deze moeren worden standaard meegeleverd! Ook hier geld dat de montage van deze moeren gedaan kan worden door twee TieRaps. Gebruik voor de B-voeding wel gewoon het aanzuigfilter!
5a)
IJken van de EC en pH regelaars.
Nu wordt het spannend, want de VC gaat voor het eerst aan! Om de VC te “foppen”, zodat hij niet meteen met aanmaken van een vat voeding begint, trekken we de stekker van de waterklep uit het bord, mocht hij er al in zitten. We kunnen dan op ons gemak de EC en pH regelaars ijken terwijl de VC “denkt” dat hij water in het vat aan het vullen is. Zet ook alle boosterpompen uit door de schakelaars erbovenop op “0” te zetten. Vervolgens zetten we de VC aan met de Hager hoofdschakelaar. Deze zit helemaal linksboven, naarst de EC regelaar. Deze Hager schakelaar is meteen een 16 Ampère zekeringautomaat. Mocht er ergens kortsluiting zijn o.i.d. zal deze automatisch afschakelen. ! LET OP ! Bij het werken met de pH sensor. Deze heeft een bovenop een blauw bolletje gemaakt van flinterdun glas en is dus zeer breekbaar! De EC sensor is minder gevoelig. IJken van de EC-regelaar “M20 D mS” Neem de EC sensor uit de houder en spoel hem schoon in kraanwater. Of, als hij erg verontreinigd is, reinigingsvloeistof HI 70000. Schud de sensor vervolgens in de lucht zo goed mogelijk droog. Druk nu éénmaal op “CAL”. De rode led “ZERO” zal gaan branden. Stel de uitlezing in op een EC van 0,00 met de 2 pijltjestoetsen. Druk vervolgens wederom éénmaal op “CAL”. De regelaar heeft nu de EC sensor op 0.00 geijkt. Tevens brandt nu de rode “GAIN” led. Dompel de sensor vervolgens minimaal 3 cm onder in een EC ijkvloeistof en beweeg de sensor een paar keer op en neer in de vloeistof. Stel de uitlezing vervolgens in op de waarde van de ijkvloeistof met de pijltjestoetsen. Sluit de ijkprocedure af door tweemaal op CAL te drukken. Kom NOOIT aan de FUN knop, deze geeft alleen toegang tot de fabrieksinstellingen welke reeds goed ingesteld zijn en NIET gewijzigd mogen worden.
IJken van de digitale pH regelaar “M20 D pH”. Neem de pH sensor voorzichtig uit de houder en spoel hem even in schoon kraanwater. Of nog beter: gedemineraliseerd water. Hang hem eerst in de pH ijkvloeistof pH 7.01 (HI 70007) en wacht een minuut. Druk nu éénmaal op “CAL”. DE rode led “ZERO” zal gaan branden. Stel de uitlezing in op een pH van 7,01 met de 2 pijltjestoetsen. Druk vervolgens wederom éénmaal op “CAL”. De regelaar heeft nu de pH sensor op 7,01 geijkt. Tevens brandt nu de rode “GAIN” led. Spoel de pH sensor vervolgens in schoon kraanwater (of demi-water) en hang hem vervolgens in de ijkvloeistof pH 4.01 (HI 70004). Stel de uitlezing vervolgens in op 4,01 met de pijltjestoetsen. Sluit de ijkprocedure af door tweemaal op CAL te drukken.
! LET OP ! Mocht het ijken van de EC en pH sensoren of het instellen van de regelaars (zie volgende hoofdstuk) langer duren dan 50 minuten zal de VC op alarm springen. Dat geeft niks, druk gewoon even op het resetknopje onder het rode lampje en je hebt weer 50 minuten de tijd! Zorg er allereerst voor dat de sensoren na ijking correct in de meetbuis gemonteerd worden, zie de foto hieronder. LET OP: het blauwe glazen bolletje van de pH sensor is zo breekbaar dat wanneer je hem per ongeluk te ver doordrukt hij meteen breekt! Monteer de sensoren precies tot de gele (of witte) rand op de sensor. Zie de rode pijlen.
Je hoeft de wartels waarmee je de sensoren vastzet in de meetbuis niet meer dan handvast aan te draaien. Er staat namelijk erg weinig waterdruk op de meetbuis.
5b)
Instellen van de EC en pH regelaars.
Instellen van de gewenste EC op de EC-regelaar: De EC-regelaar heeft 2 setpoints waarvan we alleen “set 1” gebruiken. Druk op de SET knop, de groene led “1” zal nu gaan knipperen. Geef d.m.v. de pijltjestoetsen de gewenste EC waarde in. Druk vervolgens in totaal 6 maal op de SET knop om terug te gaan naar de meetstand.
Instellen gewenste pH op de pH-regelaar: In tegenstelling tot de EC regelaar moet je op de pH regelaar 2 waarden instellen, een minimale en een maximale waarde. De voedingscomputer zal de pH altijd tussen deze twee waarden houden. ! LET OP! Laat altijd minimaal 0,40 pH verschil zitten tussen de minimale en maximale instelling. Dus als je als onderste waarde 5,60 instelt dan mag je als hoogste waarde 6.00 instellen en niet 5.90. Wil je 5.90 als hoogste waarde dan mag de laagste waarde maximaal 5.50 zijn en niet 5.60. Bepaal eerst de ideale pH die je in je voedings-vat wil hebben. Vraag dit desnoods even na. Stel je hebt voeding die ideaal op pH staat tussen 5,40 en 5,80 : Instellen laagste waarde: Druk eenmaal op knopje “SET” van de pH regelaar. De groene led “1” gaat knipperen en de regelaar geeft de lage waarde weer in het display. Stel de gewenste lage pH-waarde in met de twee pijltjestoetsen, in ons geval 5,40. Druk vervolgens driemaal op knopje “SET”. Ledje “2” zal nu gaan knipperen en de regelaar geeft de hoge waarde weer in het display. Stel nu de gewenste hoge waarde in met de twee pijltjestoesen. In ons geval de waarde 5,80. Druk vervolgens weer driemaal op “SET” en het instellen is voltooid. De pH regelaar heeft ook nog een “FUN” knop. Dit lijkt een grappige knop, maar het enige wat funny eraan is dat je deze knop NOOIT mag gebruiken. Met deze knop kom je namelijk in het fabrieksinstellingenmenu. Niet aankomen dus. Alle instellingen staan reeds goed ingesteld zodat de pH regelaar op de juiste manier communiceert met de Siemens PLC.
6) Instellen boosterpompen. De VC is uitgerust met 4 boosterpompen. Je kunt per pomp de doseertijd instellen op een timer. De timer heeft 2 instelmogelijkheden. Eentje is voor het bereik, en de andere is voor de fijnafstelling. Het bereik is in te stellen (met knopje 11 en 14) in 6 stappen, te weten 2 seconden; 20 seconden; 2 minuten; 20 minuten, 2 uur en 20 uur. Voor ons zijn er maar 2 bereiken interessant, te weten 2 minuten (2m) en 20 minuten (20m). Met de fijnafstelling, te weten knopje 12 en 13, bepaal je de werkelijke doseertijd en deze kan je instellen tussen de waarde nul en de maximale waarde van het ingestelde bereik. Ook is het mogelijk om ze uit te zetten, bijvoorbeeld als je tijdelijk één of 2 boosters niet wilt doseren. Dit gebeurt met de schakelaars aan de bovenzijde van de boosterpompen. (1 = aan en 0 = uit)
Stel we willen per voedingsvat 60 milliliter booster doseren via boosterpomp 1. Ga dan als volgt te werk: Per seconde wordt er ongeveer 1 milliliter gedoseerd door de pompen. Dus 60 milliliter komt overeen met 60 seconden. 60 seconden is precies 1 minuut. Het bereik dat daar het dichtste boven zit is 2 minuten. Stel dus het knopje 11 voor het bereik van booster 1 in op “2m”, dit komt overeen met 2 minuten. Met de fijnafstelling (12) kun je het gedeelte instellen van de 2 minuten dat de boosterpomp moet draaien. Het knopje loopt van 1 tot 20. Staat het knopje op stand 20 draait de pomp 2 minuten. We willen echter dat de pomp geen 2 minuten draait maar 1 minuut. Dit komt overeen met de helft van 2 minuten, oftewel de helft van 20 en dus stel je de fijnafstelling in op stand 10.
Stel we willen 300 milliliter booster doseren via boosterpomp 2. 300 milliliter is 300 seconden en dit komt overeen met 5 minuten. Het bereik dat hier het dichtste boven zit is 20 minuten. Stel dus met knopje 14 het bereik in op 20m. Het fijnafstellingsbereik loopt nu van 0 tot 20 minuten. We willen 5 minuten gaan doseren en we stellen de fijnafstelling (knopje 13) dus in op stand 5, dit komt overeen met 5 minuten doseertijd. Om de hoeveelheid na te meten kun je een maatbekertje onder het slangetje houden tijdens het doseren. Is er iets teveel gedoseerd, draai dan de fijnafstelling iets terug, dit is linksom. Is er te weinig gedoseerd draai dan de fijnafstelling iets rechtsom. 6a) INSTELLEN HAGER TIJDSCHAKELAAR Op de VC series is een Hager Tijdschakelaar met één of twee programmeerbare uitgangen gemonteerd. Deze tijdschakelaar stuurt de voedingspom(en) aan. Deze tijdschakelaar is bovendien voorzien van twee overname-relais zodat ook zware pompen tot 1000 Watt moeiteloos bediend kunnen worden. De Hager Tijdschakelaar is intern zelfs voorzien van een secondentimer zodat ook heel veel korte voedingsbeurten gegeven kunnen worden. Voor het exacte instellen willen wij je verwijzen naar de meegeleverde orginele gebruiksaanwijzing. ALLEEN VOOR VC2: Kring A van de tijdschakelaar stuurt voedingspomp A aan en kring B stuurt pomp 2 aan.
7) Ingebruikname. We zijn nu klaar voor het grote moment. Alles is nu gereed voor gebruik. De computer hangt op zijn plaats, de waterklep is gemonteerd, de mengpomp en meetpomp zitten onderin het vat, de EC en pH sensoren zijn geijkt en zitten in de meetbuis en de bijbehorende regelaars zijn ingesteld op de gewenste EC en pH. Onder de VC staan de vaten met voeding en pH-min en pH-plus klaar en alle slangetjes zijn goed aangesloten op de doseerpompen. Stond de VC nog aan om alles te ijken en in te stellen, zet hem dan nu even uit. Test nu eerst alle pompen afzonderlijk door de stekkers rechtstreeks in een 220 Volt stopcontact te steken waar stroom op staat. Laat daartoe eerst een flinke hoeveelheid water in het vat lopen door de waterklep even rechtreeks in een 220 V stopcontact te steken. Vul het vat minimaal tot boven het “laag-niveau” van de watersensor. Vervolgens kun je de DAB mengpomp en de meetpomp testen door ze ook even in een 220 V stopcontact te steken. Sluit na het testen de stekkers van de pompen de stekkers aan op de juiste stopcontacten van het bord. Stop nu ook de stekker van de waterklep in het bord, in het stopcontact genaamd “WATERKLEP”. Alle stekkers zitten er nu in… Zet nu de VC weer aan met de hoofdschakelaar. Er stroomt nu water in het vat. Het water raakt na een tijdje de “hoogniveau” sensor aan en nu gaan zowel de DAB mengpomp als de EC A en B pompen draaien. Voeding wordt opgezogen door de doseerpompjes en valt bovenin het vat. Je ziet nu op het display van de EC regelaar dat de EC oploopt. Het oplopen zal stoppen als de door jou ingestelde EC-waarde bereikt is. Vervolgens wordt de pH afgeregeld. De pH pomp gaat draaien en je ziet op het display dat de pH veranderd. Na een tijdje zal ook deze naar de door jou ingestelde waarde geregeld worden. Als de EC en de pH afgeregeld zijn loopt de mengpomp nog 2 minuten door. Na 2 minuten mengen is alles gereed en kun je met de Hager tijdschakelaar de voedingsbeurten instellen. Als alles goed werkt kun je na een tijdje gaan experimenteren met de boosters. Het doseren van de boosters gebeurt gelijktijdig met het vullen van het vat met water. Heel veel succes!
8) Tips voor het gebruik. Controleer ook elke 2 maanden even of de sensoren nog de juiste waardes aangeven door middel van de ijkvloeistoffen. IJk ze indien nodig opnieuw. Zie hoofdstuk 5a. IJkvloeistoffen gaan niet lang mee. Gebruik dus steeds verse vloeistof. Zorg ervoor dat er altijd vloeistof in de cans zit. Verwissel ze dus tijdig zodat de doseerpompen niet drooglopen. Controleer ook of de filtertjes van de aanzuigslangetjes niet verstopt raken. Nogmaals : let op met de pH sensor! Ben voorzichtig! Breekbaar! Verdun altijd de pH-min en de pH plus in een verhouding van 1 op 20! Dus een halve liter pH-plus of pH-min op 9,5 liter water. NOOIT puur zuur of puur loog gebruiken! Ook deze voedingscomputer heeft onderhoud nodig: Omdat de EC en pH sensoren continue gebruikt worden moeten ze elke 2 maanden even uit de houder worden genomen en gereinigd. Vaak zorgen boosters voor een neerslag op de sensoren. Zet hiervoor de voedingscomputer uit met de hoofdschakelaar, dan stopt de meetpomp met pompen. Haal de sensoren voorzichtig uit de houders en reinig de sensoren vervolgens door ze een halve minuut in een speciale reinigingsvloeistof te hangen en een beetje te schudden. Wij adviseren hiervoor een uitstekend product van Hanna, type HI-70000. Na een half jaar draaien is het raadzaam de meetbuis, de meetpomp en de aan- en afvoerslangen van de meetpomp te reinigen. De meetbuis is uitneembaar gemaakt zodat je met heet water en bijvoorbeeld een pijperagger de buis eenvoudig kunt reinigen. Gebruik nooit zeep of iets dergelijks. Je planten kunnen daar slecht tegen! Je kunt voor de zekerheid een water-afslagklep monteren tussen je waterkraan en de VC waterklep. Iedere bouwmarkt heeft wel zoiets om bij de wasmachine te monteren. De sensor van deze waterklep hang je helemaal bovenin het voedingsvat. Mocht om een of andere reden de waterklep van de VC “blijven hangen” dan raakt het water toch nog de sensor van de afslagklep en voorkom je een overstroming. Vervang wel op tijd de batterij in de afslagklep! Mocht de draad van de sensor naar de afslagklep te kort zijn dan kun je deze draad doorknippen en verlengen met een 2-aderige stroomkabel en 2 kroonsteentjes. De kabel mag best een meter of tien zijn namelijk. SUCCES!