Handleiding subsidieaanvragen Subsidies infrastructuur in de stadsregio Amsterdam
Mei 2010
Zestien gemeenten samen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling.
De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, OuderAmstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang vormen samen de Stadsregio Amsterdam. Nog meer weten?
Heeft u nog vragen op het gebied van Stadsregio infrastructuursubsi-
dies? Heeft u advies nodig over het besluitvormingsproces of wilt u of uw organisatie graag een toelichting op de inhoud van deze brochure? Neem dan contact op met: Stadsregio Amsterdam - Subsidieloket Postbus 626 1000 AP Amsterdam Telefoon Fax E-mail
(020) 52 73 711 (020) 52 73 777
[email protected]
Inhoudsopgave
1 Inleiding
2
A. Het uitvoeringsprogramma
2
B. Samenwerking met de Stadsregio Amsterdam
3
2 Erkenning van uw project
5
A. Algemene netwerkcriteria
5
B. Openbaar vervoer
6
C. Weg
7
D. Fiets: Paden en Stallingen
8
E. Parkeer en Reis (P+R) F. Studieprojecten
9 10
3 Procedure subsidieaanvraag
11
A. kleine projecten
11
Informatieprofiel kleine infraprojecten
13
B. Middelgrote projecten
14
Informatieprofiel middelgrote projecten
16
C. Grote projecten
18
4 Studieprojecten Informatieprofiel Studieprojecten
19 20
Q & A - Vraag en Antwoord
21
Definities
23
2
1 Inleiding De Stadsregio Amsterdam wil, als samenwerkingsverband
van gemeenten, kansen benutten en problemen aanpakken. Dit gebeurt op het gebied van verkeer en vervoer, ruimte-
lijke ontwikkelingen, volkshuisvesting, economische zaken
en jeugdzorg. De Stadsregio Amsterdam richt zich daarbij op directe resultaten voor de deelnemende gemeenten, in de
vorm van verbetering van de leefbaarheid, bereikbaarheid en economische ontwikkeling. Daarnaast bevordert de Stads-
A. Het Uitvoeringsprogramma
De status van elk project wordt zichtbaar in het Uitvoeringsprogramma (UVP), een uitwerking van het RVVP. Het
Infrastructuurproject of
financiering van elk project vanaf de initiatieffase. In het UVP
Ja
UVP biedt een overzicht van de voortgang, de fasering en de vindt u ook de projecten waarvoor het dagelijks bestuur van de Stadsregio een subsidiebeschikking heeft afgegeven.
regio Amsterdam de samenwerking tussen de gemeenten
Is uw aanvraag vóór 1 augustus binnen en neemt het dage-
andere overheden. Daarbij streeft de Stadsregio Amsterdam
dan wordt het project opgenomen of doorgeschoven in het
onderling en behartigt zij de belangen van de stadsregio bij naar een efficiënte en klantgerichte werkwijze. De Stadsregio
Amsterdam heeft per jaar ongeveer € 420 mln. beschikbaar
vanuit de Brede Doeluitkering (BDU) van het Rijk. De afdeling
lijks bestuur van de Stadsregio hier een positief besluit over, UVP, dat jaarlijks in december door de Regioraad wordt vast-
structuur op het gebied van auto, OV, fiets en de overstap- en
studieprojecten is de Stadsregio verantwoordelijk. Voor grote
Infrastructuurmaatregelen en projecten in de stadsregio
grote, grote en studieprojecten. Voor kleine, middelgrote en
afgelopen jaren op onderdelen verder uitgewerkt. Onder
in dit geval niet enkel om de bouwkosten, maar om de to-
worden in het RVVP specifiek genoemd. Daarnaast fungeren de doelstellingen en beleidsaccenten van het RVVP als beoor-
delingskader. Voor de infrastructuurprojecten gaat het vooral om de regionale netwerken.
Past uw project binnen de doelstellingen van het RVVP, dan zal de Stadsregio Amsterdam er alles aan doen om de pro-
cedure samen met u als initiatiefnemer snel te doorlopen. Het project wordt gewogen op rendement, kosteneffectivi-
teit en functionaliteit. De Stadsregio Amsterdam wil met de
werkwijze het budget gericht, snel en effectief inzetten voor regionale infrastructuur in de Amsterdamse regio.
RVVP? Opgenomen in
uitvoeringsprogramma?
bruikbaar
Komt niet in aanmerking Nee
voor subsidie op dit moment
Ja Gaat het om een evaluatie of (verkennende) studie?
Nee
Indicatie van verwachtte projectkosten?
Nee
Neem contact op met
een medewerker van de Stadsregio
Ja
ambtelijke en bestuurlijke contacten via de Stadsregio.
De hoogte van de kosten van uw project bepaalt of het tot
meer in de OV-visie 2010-2030. Projecten of problemen
Sluit aan bij doelstellingen
Handleiding niet
projecten blijft het Rijk medeverantwoordelijk en lopen de
moeten aansluiten bij het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) van de Stadsregio Amsterdam. Het RVVP is de
Nee
Ja
We onderscheiden vier categorieën projecten: kleine, middel-
scharnierpunten tussen deze netwerken.
verkeer- of vervoerstudie?
gesteld.
Infrastructuur heeft hiervan circa € 80 mln. te besteden. Het
bedrag wordt besteed aan investeringen in regionale infra-
Figuur 1 De noodzakelijke stappen om in aanmerking te komen voor een bijdrage van de Stadsregio
3
de kleine, middelgrote of grote projecten behoort. Het gaat
tale kosten inclusief onder andere bijkomende kosten, dus inclusief de voorbereiding, administratie en toezicht kosten
Bij het komen tot een subsidieaanvraag zijn medewerkers
Naast de contacten met het subsidieloket, zijn er op project
• Kleine projecten kosten niet meer dan € 5 mln.
werkwijze is er op gericht dat er altijd vooruitlopend op be-
en deskundigen vanuit de Stadsregio en de externe project-
(VAT-kosten) en de onvoorziene kosten (10% van het totaal):
• Alle projecten waarvan de kosten € 5 mln. tot € 225 mln. bedragen, vallen in de categorie middelgroot.
• Grote regionale projecten kosten tenminste € 225 mln.
• Studieprojecten vormen een aparte categorie die niet op projectkosten is gebaseerd.
van de Stadsregio Amsterdam u graag van dienst. Onze stuurlijke indiening, op ambtelijk niveau contact is geweest
over de aanvraag. Met uw inhoudelijke kennis en onze exper-
tise kan toe worden gewerkt naar een goed project en een soepele procedure en subsidieverlening.
Het subsidieloket is het aanspreekpunt voor de partijen die met de Stadsregio te maken hebben. De verschillende subsi-
diestromen worden eenduidig gecoördineerd naar de betreffende gemeenten en overige wegbeheerders.
niveau natuurlijk altijd contacten tussen de projectbegeleiders leiders over de inhoud.
In eerste instantie is het nuttig om te bepalen of uw project
in aanmerking komt voor een subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam. Voor elke modaliteit (OV, weg, fiets) kan
dit aan de hand van een stroomdiagram eenvoudig worden bepaald. Het is goed deze stappen in samenspraak met de Stadsregio te doorlopen.
Medewerkers geven u graag advies over hoe uw aanvraag
het beste vorm gegeven kan worden. Zeker als het gaat om complexe en meer integrale projecten.
Enkele afspraken
Figuur 2 Van probleem naar project Probleemanalyse
Erkenning
4
Voordat verdere stappen ondernomen worden, is het noodzakelijk om te bepalen of het project in aanmerking komt voor een
gebied van de stadsregio en in beheer bij de overheid, met
doelstellingen van het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP): dient het project het regionaal belang?
lokale projecten met een regionale betekenis) gelegen in het
Projecten hebben geen tijdelijk karakter. De Stadsregio investeert alleen in robuuste en toekomstvaste projecten en maat-
Voorkeursoplossing
regelen, met een blijvend beleidsmatig effect. Het gaat dan niet om tijdelijke maatregelen die nodig zijn om het betref-
Varianten
fende infrastructuurproject te kunnen bouwen.
Projecten op het hoofdwegennet, het landelijke railnet en het Meest kosteneffectieve variant
Project
vaarwegennet blijven een verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en vaarwegbeheerders. Ze komen niet in aanmerking
subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam. De centrale vraag die hierbij als leidraad dient is of het project aansluit bij de
Aan de hand van de inhoud van dit hoofdstuk kan de
beleidsmatige relevantie van het project door de Stadsregio Amsterdam worden beoordeeld. Als deze relevantie er
niet of onvoldoende is, hoeft ook geen (subsidie)aanvraag gedaan te worden. Afhankelijk van het soort project is er een
aantal toetsingskaders en uitgangspunten: voor het open-
baar vervoer, wegen, fiets, P+R voorzieningen en studieprojecten. Eerst is echter een aantal algemene netwerkcriteria.
voor subsidie vanuit de Stadsregio.
A. Algemene netwerkcriteria
Een aanvraag kan op elk moment in het jaar in behande-
en optimaal verkeer- en vervoernetwerk. Elk projectvoorstel
ling worden genomen. Dient u uw beslisdocumenten voor
De Stadsregio Amsterdam streeft naar een samenhangend moet dan ook voldoen aan meerdere algemene netwerk
Als het project erkend wordt, is het zaak om de verdere pro-
1 augustus in, dan vindt u de actuele status van uw project
de studieprojecten hebben elk een eigen procedure, maar
door de Regioraad wordt vastgesteld.
• De bereikbaarheid moet bevorderd worden op basis van de
is de MIRT-systematiek van Verkeer en Waterstaat te herken-
Infrastructuurprojecten worden niet voor 100% gefinancierd.
• Het gaat primair om maatregelen in stedelijke herkomst- en
lisatiefase met bijbehorend informatieprofiel. Samen met
basis van de beoordeling van de aanvraag bedraagt de subsi-
• Het project moet een bijdrage leveren aan een robuust
van 50%. Voor openbaar vervoerprojecten geldt een percen-
• De betrouwbaarheid (primair) en snelheid (secundair)
cedure te bepalen. Kleine, middelgrote en grote projecten en met duidelijke overeenkomsten. In de te doorlopen stappen nen: een verkennings-, planstudie/planuitwerking- en rea-
de Stadsregio doorloopt u de procedure. Tijdens de verschil-
lende fasen wordt het project als het ware ‘gezeefd’. De beste oplossing met het meeste rendement blijft over.
terug in het Uitvoeringsprogramma dat jaarlijks in december
In alle gevallen is er dus sprake van een eigen bijdrage. Op die voor fiets 50-70%. Voor wegen betreft het een percentage tage van 95% van subsidiabele projectkosten.
Op verschillende momenten tijdens de procedure neemt de
Een directe koppeling aan het Stadsregiobudget is aan de
de vereiste gegevens aan op basis van een aanvraagformulier
diend. In de fase daarvoor spreekt de Stadsregio zich uit over
Stadsregio een besluit over uw project. Als aanvrager levert u (voor kleine projecten) of volgens de informatieprofielen in de
vorm van een beslisdocument. Informatieprofielen bevatten
de minimaal benodigde informatie en de aandachtspunten om de gewenste beslissing te kunnen nemen. Dit verschilt
orde op het moment dat u een subsidieaanvraag heeft ingenut en noodzaak van het project. Wanneer en hoeveel subsidie
beschikbaar komt is afhankelijk van de verdere uitwerking, voorafgaand aan de subsidieaanvraag.
dus per projectcategorie en per fase. Er gelden maximale be-
Deze handleiding geeft u inzicht in het maximale aantal te
zal proberen te houden. Na een positieve beoordeling kunt u
en complexiteit van uw project wordt in gezamenlijkheid
handeltermijnen, die de Stadsregio uiteraard zo kort mogelijk met de volgende fase beginnen. Is de meest kosteneffectieve
oplossing op basis van een definitief ontwerp in beeld, dan geeft de Stadsregio een subsidiebeschikking af.
Op dat moment wordt een deel van het Stadsregiobudget
direct voor het project gereserveerd, waarvoor een financiële
verplichting wordt aangegaan. Tijdens de uitvoering kunnen
wij momenten afspreken om tot een declaratie en betaling te komen.
5
Projecten hebben betrekking op regionale infrastructuur (of
uitzondering van het Rijk. Oplossingsrichtingen
2 Erkenning van uw project
doorlopen stappen en termijnen. Afhankelijk van de omvang
bekeken of er mogelijkheden zijn om de procedure te versnellen en stappen samen te nemen.
De medewerkers van de Stadsregio zijn u graag van dienst. Maak daar gebruik van! Zij kunnen u advies geven, zodat u de juiste informatie en gegevens aanlevert, met de juiste diepgang en detaillering.
criteria:
gehanteerde gebiedstypologie en voorkeur van vervoerwijze. bestemmingsgebieden met een hoge verkeersdruk.
functioneren en optimaliseren van het regionaal netwerk. binnen en tussen netwerken staat centraal.
• Netwerkprojecten scoren beter als naast het bereikbaar-
heidsaspect ook de verkeersveiligheid en/of leefbaarheid wordt verbeterd.
6
B. Openbaar vervoer
7
C. Weg
In het RVVP is het regionale wegennetwerk gedefinieerd.
Projecten op wegen die geen onderdeel zijn van het regionale
de provincie, een gemeente of waterschap. Als een project is
regionale netwerk beter gaat functioneren. Dit dient door de
Het netwerk bestaat uit wegen in eigendom van het Rijk, De Stadsregio Amsterdam subsidieert alleen projecten voor
De Stadsregio investeert bij voorkeur in het robuuste OV
niet in aanmerking omdat dit een rijksverantwoordelijkheid is.
verbindingen zo veel mogelijk te benutten en te versterken.
de bus, tram en metro. Spoorinvesteringen komen in principe Routes via het water komen eventueel in aanmerking indien
ze niet concurrerend zijn met het overige openbaar vervoer, als ze relatief snel en betrouwbaar zijn ten opzichte van de
auto en de exploitatie gunstig is. Met dit in het achterhoofd kan het schema in figuur 3 doorlopen worden.
netwerk. Dit betekent dat gekozen is om bestaande routes en
De Stadsregio is echter ook opdrachtgever van het gehele bus- tram en metrovervoer in de regio en kan ook investeren in routes die niet robuust zijn. De investering wordt in dat
geval gerelateerd aan de terugverdientijd van de maatregel en het aflopen van de concessietermijn.
De eerste vraag die gesteld moet worden is of het project
Mogelijke maatregelen kunnen zijn:
netwerk. Er wordt onderscheid gemaakt in wegen, busbanen,
• Het regelen van OV-prioriteit bij verkeerslichten.
opgevat kan worden als een schakel in het Regionaal OVbusstroken, metro, (snel)tram en spoorwegen. Is het project
geen onderdeel van het Regionaal OV-netwerk, dan is het
wellicht mogelijk dat het project alsnog opgenomen wordt in het netwerk.
• Aanleg van busbanen, busstroken, metro/tramsporen. • Aanleg of verbeteren van halteplaatsen en overstappunten.
opgenomen in het netwerk, komt het in aanmerking voor een subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam. De wegvakken van het rijkswegennet vallen echter onder verantwoording van het Rijk, en komen als dusdanig niet in aanmerking voor subsidie vanuit de Stadsregio Amsterdam.
Ook de directe aansluitingen – de op- en afritten van en naar
het regionale netwerk – kunnen in aanmerking komen voor subsidies. Projecten en maatregelen buiten het regionale
blijkt dat een investering in het rijkswegennet de doorstro-
ming op het overige regionale net kan verbeteren, is een bijdrage van de Stadsregio Amsterdam denkbaar. Het Rijk heeft
de mogelijkheid om maatregelen op het Onderliggend Wegennetwerk (OWN) te subsidiëren, als daarmee een positief effect ontstaat op het rijkswegennet.
werkvisie Noord-Holland.
• Reconstructie van kruisingen, rotondes en dergelijke.
komen voor subsidie als de maatregelen passen in de Net-
• Aanleg van extra rijstroken, opstelvakken en afslagen/opritten. • Aanpassing of optimalisering van verkeerslichten.
• Realisatie van Dynamische Route systemen en parkeervoorzieningen.
• Andere infrastructurele maatregelen die de betrouwbaar-
• Het aanleggen van informatiesystemen voor reizigersinfor-
heid en/of snelheid van het OV ten goede komen zoals het
matie.
weren van sluipverkeer.
belijning op een wegvak en dergelijke.
de problemen meer gebiedsgericht worden opgepakt en als
Mogelijke maatregelen kunnen zijn:
informatie.
busopstelvlak bij een verkeerslicht en wijziging van de
wegbeheerder aangetoond te worden. Op het moment dat
netwerk of op het rijkswegennet, kunnen in aanmerking
• Het aanleggen van telematicasystemen voor reizigers
• Kleinschalige maatregelen zoals een busdoorstreek, een
netwerk, komen alleen voor subsidie in aanmerking als het
Figuur 4 Komt een wegproject wel of niet in aanmerking voor subsidie?
Nee Schakel in regionaal OV-netwerk
Ja
Onderdeel robuust netwerk
Ja
Potentieel subsidiabel Maatregel in kader van
Netwerkvisie Noordvleugel Opname in regionaal
OV-netwerk denkbaar?
Profijt maatregel binnen concessietermijn
Ja
Potentieel subsidiabel
Nee
Maatregel gericht op verbeteGeen erkenning
Geen erkenning
Potentieel subsidiabel
ren regionaal netwerk?
Geen erkenning
8
D. Fiets: Paden en Stallingen
9
E. Parkeer en Reis (P+R)
Op plekken met voldoende potentie wordt de overstap tus-
Daarnaast wordt ingezet op grotere P+R locaties aan de
in de directe nabijheid van het station (P+R). Voor het woon-
langs de Ring A10 in Amsterdam.
sen auto en OV gestimuleerd via voldoende parkeerplekken De Stadsregio Amsterdam investeert in een regionaal net-
Daarnaast investeert de Stadsregio ook in fietsenstallingen.
bruik’ (woon-werk, woon-school, woon-winkel) in de regio te
gemaakt tussen stallingen bij regionale OV-stations (over-
werk van fietspaden. De opgave is om het ‘utilitaire fietsgestimuleren. Een acceptabele reistijd van 30 minuten met een bereik van ten minste 7 kilometer is daarbij het streven.
Het fietsnetwerk van de Stadsregio Amsterdam is als kaart opgenomen in het RVVP. Ontbrekende en zwakke schakels in dit netwerk komen in aanmerking voor een subsidiebijdrage.
Voor deze fietsparkeervoorzieningen wordt een onderscheid stap fiets-OV) en stallingen bij regionale bestemmingen
in centrumstedelijke gebieden (grote winkelcentra, etc).
Overige stallingen komen niet in aanmerking voor subsidie.
werkverkeer wordt ingezet op het realiseren van nieuwe P+R
locaties, dan wel het verbeteren en uitbreiden van bestaande
De koppeling tussen de diverse netwerken is hierbij essen-
de woning en dienen een goede overstap te bieden op het
regionale wegennetwerk, het regionale fietsnetwerk en het
P+R locaties. Deze veelal kleinere locaties liggen dicht bij regionaal openbaar vervoer.
• Fietsenstallingen nabij OV-knooppunten en belangrijke bestemmingsgebieden.
Schakel in regionaal
Ja
Figuur 7 Komt een keten auto-OV project wel of niet in aanmerking voor subsidie? Betreft het
Nee Geen erkenning
Fietsnetwerk
Nee
Ja
Ja Potentieel subsidiabel
Ontbrekende schakel
Nee Geen
Wezenlijke verbetering
erkenning
Ja Potentieel subsidiabel
Figuur 6 Komt een fietsenstallingproject wel of niet in aanmerking voor subsidie? Fietsparkeervoorziening nabij regionaal OV-station?
Ja
Potentieel subsidiabel
Nee
Centrumstedelijke
bestemmingslocatie?
Nee
Geen erkenning
Is het een
Ja Potentieel subsidiabel
Ja
herkomsttransferia?
Nee
zwakke schakel?
regionale OV-netwerk, in twee verschillende richtingen. De omrijdbewegingen van en naar de voorziening beperkt.
verbeteringketen auto-OV?
Figuur 5 Komt een fietsproject wel of niet in aanmerking voor subsidie?
tieel. Er moet een goede aansluiting zijn op het hoofd- of
loopafstand van en naar het OV moet minimaal zijn en de
Mogelijke maatregelen kunnen zijn:
• Aanleg van fietspaden, stroken en bruggen/viaducten.
stadsrand voor sociaalrecreatief en zakelijk verkeer, zoals
Is het een
bestemmingstransferia?
Goede overstap op regionaal OV-netwerk?
Ja Nee
Nee
Ja Potentieel subsidiabel
Geen erkenning
10
F. Studieprojecten
11
3 Procedure Subsidieaanvraag
Indien uw project erkend wordt, kan overgegaan worden tot het uitwerken van de subsidieaanvraag. Op de volgende pagina’s treft u voor de vier projectcategorieën kleine, middelgrote, grote en studieprojecten de gehele procedure aan. Per categorie en
per fase wordt beschreven welke stappen noodzakelijk zijn, welke eisen worden gesteld aan de beslisdocumenten en hoe de besluitvorming eruit ziet. Binnen een fase zijn er steeds drie relevante stappen (zie schema hieronder).
De in deze handleiding opgenomen informatieprofielen bie-
A. Kleine projecten
ment. In het beslisdocument is alle vereiste informatie opge-
Bij kleine projecten gaat het om fiets-, weg- en openbaar ver-
een besluit te nemen. Na een positief besluit wordt het pro-
de volgende drie noodzakelijke fasen: Prioritering, Planuit-
den u de handvatten voor het opstellen van een beslisdocu-
nomen. Op basis van dit document verzoekt u de Stadsregio ject opgenomen in de volgende fase van het UVP. In het bijbehorende schema ziet u in één oogopslag het gehele proces. Figuur 9
Terugkerende stappen op weg naar een volgende fase Niet alle studies komen in aanmerking voor een bijdrage vanuit het studiebudget. Het moet gaan om verkennende
De kosten op het gebied van de Voorbereiding, Admini
stratie en Toezicht (VAT-kosten) tijdens de planstudie en uit-
studies voor infrastructuurprojecten die zijn opgenomen in
werkingsfase komen niet in aanmerking voor een bijdrage.
Het gaat in dat geval om het verzamelen van informatie en
de Stadsregio Amsterdam zelf. Deze kosten worden gedekt
het UVP als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma RVVP. gegevens voor promotie naar de planstudiefase UVP.
Daarnaast gaat het om algemene studies gericht op het uit-
Dit geldt niet voor planstudiekosten voor de projecten van
• Aan de hand van het informatieprofiel. Opstellen Beslisdocument Wegbeheer
begeleiden.
• Bespreking concepten op ambtelijk niveau vóór formele indiening is wenselijk.
vanuit het studiebudget en worden later verrekend met de wegbeheerder.
• De Stadsregio kan adviseren en
Formele aanvraag
voerprojecten tot vijf mln. euro. Kleine projecten bestaan uit werking en Realisatie.
In principe moet u per project beslisdocumenten opstellen
en aanvragen indienen. Voor kleine projecten is het echter mogelijk om sterk samenhangende maatregelen/deelpro-
jecten als één project in te dienen. In dat geval moet er een
aantoonbare meerwaarde zijn, bijvoorbeeld als het gaat om een thematische of ruimtelijke functionele samenhang tussen de projecten.
Figuur 10 Klein project
• Indiening op bestuurlijk niveau Erkenning
diepen van een bepaald aspect van het regionale verkeer- en vervoerbeleid. Ook evaluatiestudies van infrastructuurpro-
• Bij een negatief besluit geen verdere
jecten die zijn gerealiseerd en in gebruik zijn komen in aan-
Besluit Stadsregio
merking. Het gaat om een inhoudelijke en/of procesmatige
Amsterdam
evaluatie.
uitwerking of subsidie van de Stadsregio.
• Bij een positief besluit promoveert
het project naar een volgende fase in het UVP.*
Fase 1: Prioritering
* In de uitvoeringsfase bestaat het besluit van de Stadsregio uit betaling van
Figuur 8 Komt een verkeer- en vervoerstudie wel of niet in aanmerking voor subsidie? Nee Verkeer- en Vervoerstudie?
Potentieel subsidiabel
Geen erkenning
Vervoerstudie?
Ja
Potentieel subsidiabel
U zult regelmatig de Stadsregio formeel vragen te beslissen
Fase 2: Planuitwerking
over een document of betalingsverzoek. Het is dan raadzaam om vooraf samen met de Stadsregio te bekijken of uw beslis-
Ja Algemene Verkeer- en
uw declaratie en de goedkeuring van uw voortgangsrapportage.
Nee
Verkenning t.b.v.
Ja
Ja
Evaluatiestudie
infrastructuurproject?
Nee
infrastructuurproject?
Nee
Geen erkenning
document of rapportage voldoet aan het informatieprofiel. Als er tussentijds wijzigingen plaatsvinden in het project of
als de aanvraag niet binnen de gestelde termijn ingediend kan worden, is het raadzaam ook de Stadsregio hiervan op de hoogte te stellen opdat u geen subsidie misloopt.
Fase 3: Realisatie
Fase 1: Prioritering
Fase 2: Planuitwerking
12
Informatieprofiel kleine infraprojecten (aanvraagformulier beschikbaar)
13
Belangrijk in dit stadium is de afweging tussen kosten en
1. Prioriteringsfase
2. Planuitwerking
3. Realisatiefase
baar. Het accent ligt op een duidelijke beschrijving van het
kingstabel van het UVP. Als aanvrager kunt u verder met de
Erkenning van nut en noodzaak van project/probleem.
Komen tot definitieve oplossingskeuze
De realisatie van de maatregelen vol-
moet helder zijn hoe de aanpak van het probleem past
een subsidieaanvraag. Voldoet deze aanvraag aan het infor-
Probleembeschrijving
zijdse verplichtingen.
vaststelling van de subsidie.
financiering geregeld, de planning inzichtelijk en zijn eventu-
In deze fase staan nut en noodzaak van het project centraal. Voor deze fase is een standaard aanvraagformulier beschikprobleem en de oplossingen waaraan wordt gedacht. Ook binnen de kaders van het RVVP. Als aanvrager kunt u een voorkeursvariant aangeven. Tenslotte dient u inzicht in de financieringsopzet te geven. Dit kan een bijlage zijn bij het aanvraagformulier.
Op basis van het document kunt u het dagelijks bestuur van
de Stadsregio formeel vragen om het project te promoveren
naar de volgende fase van het UVP. Het dagelijks bestuur van de Stadsregio neemt binnen drie maanden een besluit. Deze aanvragen worden getoetst aan een beoordelingskader dat
is afgestemd op de inhoud van het RVVP. Is dit positief, dan
wordt uw project opgenomen in de Planuitwerkingstabel van het UVP. Uw project is daarmee door de Stadsregio defi-
nitief erkend. Het past binnen de RVVP-doelstellingen en de Stadsregio zal zich bij realisatie inspannen om te komen tot een bijdrage vanuit het Stadsregiobudget.
De precieze omvang van de subsidie en het moment waarop
middelen beschikbaar kunnen komen, zijn dan nog niet bekend. Dit is afhankelijk van de volgende fase. U krijgt echter
wel een indicatie van de termijn waarbinnen de subsidie be-
schikbaar komt en daarbij ook een eerste globale inschatting van een mogelijke subsidiebijdrage.
effecten. Het project is nu opgenomen in de Planuitwer-
voorbereiding van de uitvoering. Uiteindelijk resulteert dit in
Melding start uitvoering
schaalniveau. Koppeling probleem. Oor-
Doel van het project. Actualisatie pro-
Proces-verbaal van aanbesteding.
vang. Ontwikkelingen en tendensen.
vermogen. Relatie met beleidskaders.
Achterliggende
ele risico’s in beeld gebracht.
zaak- en schaalniveau. Probleemom-
waarna het project wordt opgenomen in de Realisatietabel van het UVP. Vervolgens geeft de Stadsregio een beschikking
af. U heeft dan de zekerheid dat er een maximale financiële bijdrage beschikbaar is voor het project. De beschikking be-
vat algemene en specifieke voorwaarden, en tevens artikelen
oorzaken.
Ruimtelijk
Samenhang met andere projecten. Afbakening studiegebied
Definiëren van de projectgrenzen van het studiegebied.
voor het project en een kasritme voor de uitbetaling van de
Analyse betrokken partijen
dat u binnen zes maanden na afgifte van de beschikking met
tijen en de mate van bereidheid tot
subsidie. Eén van deze voorwaarden is dat verwacht wordt,
Onderscheid tussen de betrokken par-
de uitvoering begint.
medewerking aan een oplossing: initia-
Fase 3: Realisatie
tiefnemer, probleemeigenaren, veroor-
beschikbaar.
Analyse ruimtelijk beslag. Tijdsplanning.
Kostenraming.
Risicoanalyse.
Kosteneffectiviteitanalyse. Oplossend
werkelijk gemaakte projectkosten, vol-
afweging. Schetsontwerp. Voorkeurs-
heer- en onderhoudsraming. Kasritme.
tieve ontwerp en de overige noodzake-
lijks bestuur te worden voorgelegd. Eventuele veranderingen
ten. Effectanalyse. Kosteneffectiviteit/
Inzicht in bouw- en aanlegkosten. Be-
oplossing.
Dekking projectkosten. Splitsing wel/
niet subsidiabele kosten. Gemaakte kosten en verplichtingen.
eenmalig voorschot van 50% bij de start van de uitvoering
Politieke en bestuurlijke voorkeur en
die ontvangt u bij afsluiting na een eindverantwoording. Na
van comMIRTment.
Uitvoeringsplanning. Fasering. Rela-
een eindafrekening, inclusief een accountantsverklaring. Op
Aanpak en planning
projecten. Juridisch planologische pro-
sidie binnen drie maanden definitief vast.
tief of voorkeursvariant. Planning voor
basis van de eindverantwoording stelt de Stadsregio de sub-
Verdere uitwerking voorkeursalternahet hele project en gedetailleerde plan-
Planning en procedures tie met en afhankelijkheid van andere
cedures. Eigendom en verwerving. Vergunningen en onderzoeken.
ning van de volgende fase. Specifieke
Risico’s
en risico´s e.d.
procedureel, draagvlak en uitvoering.
aandachtspunten: studies, procedures
Financieel Financieringsopzet met inzicht in bijdragen van derden.
gebruikname.
Definitief Ontwerp
Financieel
oplevering zorgt u als aanvrager binnen zes maanden voor
van subsidiebijdrage) bij de start of in-
Eindafrekening
lossingen. Globaal verwachte effec-
lijk worden doorgegeven aan de Stadsregio.
Er wordt één voorschot verleend (50%
vermogen.
Aanpassingen dienen eerst ter goedkeuring aan het dage-
het standpunt m.b.t. oplossing. Mate
het UVP en is er geen subsidie vanuit het Stadsregiobudget
Verzoek tot voorschotverlening
voorkeursoplossing
lijke projecttekeningen.
of bij de ingebruikname. Het resterende deel van de subsi-
onvoldoende urgent is, wordt het project niet opgenomen in
Onderbouwing keuze
De meest voor de hand liggende op-
nemer formeel het dagelijks bestuur van de Stadsregio te
voor het project. Indien het probleem niet wordt erkend of
Proces-verbaal van oplevering.
ontwerp op basis waarvan de beschikking wordt afgegeven.
Draagvlak betrokken partijen
van het UVP, met daaraan gekoppeld de subsidieaanvraag
vastgestelde besluiten.
het project uitgevoerd volgens het vastgestelde definitieve
De Stadsregio gaat bij kleine projecten in principe uit van een
verzoeken om het project op te nemen in de realisatietabel
Melding ingebruikname
Oplossingsrichtingen
in de realisatie, planning en kasritme moeten tijdig schrifte-
Gunningsbrief.
Beschrijving in hoofdlijnen van eerder
Schriftelijke toelichting bij het defini-
Binnen 18 maanden nadat het project is opgenomen in de
planuitwerkingstabel, dient de wegbeheerder of initiatief-
bleembeschrijving. Probleemoplossend
zakers, oplossers, gebruikers.
Bent u eenmaal begonnen met de uitvoering, dan wordt
gens het definitieve ontwerp en de
Achtergrond en aanleiding
matieprofiel, dan is een definitief ontwerp beschikbaar, de
De Stadsregio neemt binnen drie maanden een besluit,
en ontwerp, het aangaan van weder-
Inventarisatie afbreukrisico’s: financieel,
Eindverantwoording
op
basis
van
gens het Stadsregioprotocol, inclusief accountantsverklaring en voor zover nog niet eerder ingediend de vereiste
projectgegevens behorende bij melding start uitvoering en ingebruikname.
14
B. Middelgrote projecten
15
Van middelgrote projecten liggen de verwachte projectkos-
Op basis van het beslisdocument, opgesteld volgens het in-
Ook alternatieven die mogelijk in een eerdere fase zijn af-
Fase 4: Realisatie
delgrote projecten kent vijf noodzakelijke fasen: Initiatief,
de Verkenningentabel van het UVP. In deze fase gaat het er
document. Voor bepaalde projecten moet een Milieu Effect
finitieve ontwerp uitgevoerd. De aanvrager stelt tijdens de
ten tussen de 5 mln. en 225 mln. euro. De procedure voor midVerkenningen, Planstudie, Uitwerking en Realisatie.
Het besluitvormingsproces van de Stadsregio is vergelijkbaar met de MIRT-systematiek van de rijksoverheid en de PBIsystematiek van de gemeente Amsterdam. Figuur 11 Middelgroot Project
Fase 0 - Initiatief/Erkenning
formatieprofiel op pagina 20, wordt besloten over opname in om of uw probleem bij de Stadsregio prioriteit krijgt bij een verdere uitwerking en uiteindelijk een bijdrage vanuit het
Stadsregiobudget. Voor deze prioritering is het RVVP bepalend voor de erkenning van het probleem. Uw project levert
uiteindelijk een bijdrage aan het behalen van de doelstellingen van het regionaal verkeer en vervoerbeleid. Fase 1: Verkenningen Het project is opgenomen in de Verkenningentabel van het
UVP. Aan de hand van het informatieprofiel kan de aanvrager
oplossingsrichtingen. Op basis van het beslisdocument kan de
wegbeheerder of initiatiefnemer het dagelijks bestuur van de
genomen over opname in de planuitwerkingstabel, moet de stuur van de Stadsregio vragen om het project op te nemen in
de realisatietabel van het UVP. Hieraan gekoppeld is de subsi-
ritme en een financiële verantwoording. De kwartaaldeclara-
ties van de gemaakte kosten door de Stadsregio zijn gekoppeld aan de voortgangsrapportages.
Op basis van de beoordeling van de voortgangsrapportages
en bijbehorende declaraties, betaalt de Stadsregio de kosten. Het betalingsritme loopt in principe volgens de opgegeven planning door de wegbeheerder. In voorkomende gevallen en indien het budget dit toelaat en het niet ten koste gaat
van de uitvoering van andere projecten, kan hiervan worden afgeweken.
dieaanvraag voor een financiële bijdrage voor het project.
In overleg met de Stadsregio kunt u declareren op basis van
Fase 3: Planuitwerking
het geval zijn bij middelgrote projecten met een beperkte om-
voorschotten, vergelijkbaar met de kleine projecten. Dit kan
Aan het einde van de realisatiefase vindt de oplevering plaats.
beschikkingsaanvraag aan het informatieprofiel, dan is een
lijk voor het opstellen van een eindafrekening, waarvoor een
tingen of varianten verder uit te werken. Op dat moment is er nog geen sprake van enige koppeling of reservering van
Het project is nu opgenomen in de Planstudietabel van het
van het UVP heeft de Stadsregio haar kijk gegeven op de nader met de technische uitwerking van het project. Voldoet de definitief ontwerp beschikbaar, de financiering geregeld, de planning inzichtelijk, de planologische procedures afgerond
en zijn de risico’s bekend. Het resultaat van de uitwerkingsfase is een concreet project dat klaar is voor uitvoering.
UVP. De aanvrager kan het beslisdocument ‘Planstudie’ gaan
Aan de hand van het beslisdocument vraagt u het dagelijks
besteed aan de informatie en aandachtspunten zoals opge-
men in de realisatietabel van het UVP. Dit is de definitieve
opstellen. In het document wordt in ieder geval aandacht
nomen in het informatieprofiel. Verschillende varianten wor-
den onderzocht en tegen elkaar afgewogen aan de hand van
RVVP en de overige beleidskaders. Daarnaast moet u inzicht
steld en de voorkeur kan worden uitgesproken voor één van
werkzaamheden voor de volgende fase.
voor de uitvoering van het project.
of afwijkingen in het programma van eisen, planning en kas-
der uit te werken voorkeursoplossing. De aanvrager kan ver-
in het beslisdocument ligt op een globale beschrijving van
kunnen geven in de geplande uitvoering van de studie en de
werking van de voorkeursvariant en met de voorbereidingen
portages, inclusief eventuele veranderingen in de realisatie
name in de Planstudietabel van het UVP. De Stadsregio zal
Fase 2: Planstudie
het probleem of knelpunt en de wijze waarop dit past in het
bestuur van de Stadsregio akkoord gaat met de verdere uit-
uitvoering kwartaalrapportages op. Dit zijn voortgangsrap-
Met de opname van het project in de Planuitwerkingstabel
Stadsregiobudget.
In deze fase meldt u als aanvrager het project aan. De nadruk
in de Planuitwerkingstabel van het UVP. Dit betekent dat het
In deze fase wordt het project volgens het vastgestelde de-
Het dagelijks bestuur van de Stadsregio neemt hierover bin-
u adviseren in de volgende fase een aantal oplossingsrich-
Fase 0: Initiatief/Erkenning
Na een positieve beoordeling wordt het project opgenomen
wegbeheerder of initiatiefnemer formeel het dagelijks be-
nen drie maanden een besluit. Is dit positief, dan volgt op-
Fase 4: Realisatie
procedure.
bleem en vooral het in kaart brengen van de diverse mogelijke
de Planstudietabel van het Uitvoeringsprogramma (UVP).
Fase 3: Planuitwerking
daaruit voortvloeiende eisen ten aanzien van informatie en
Binnen 24 maanden nadat de Stadsregio een besluit heeft
Stadsregio formeel verzoeken om het project op te nemen in
Fase 2: Planstudie
Rapportage-studie (MER-studie) worden opgesteld, met
een beslisdocument opstellen. Centraal in deze fase staat het
verder kwalitatief en kwantitatief onderbouwen van het proFase 1: Verkenning
gevallen, worden beschreven en meegenomen in het beslis-
effecten en kosten, een programma van eisen wordt opgede varianten.
bestuur van de Stadsregio formeel om het project op te nesubsidieaanvraag, waarbij u een verzoek doet voor een fi-
nanciële bijdrage van de Stadsregio voor het betreffende project.
Nadat u formeel de beschikkingsaanvraag heeft ingediend, neemt de Stadsregio binnen een termijn van zes maanden
een besluit. Dit besluit krijgt de vorm van een beschikking
met specifieke voorwaarden en artikelen voor het project. De beschikking geeft ook inzicht in het kasritme voor de uitbetaling van de subsidie.
vang en als het project in een korte periode wordt uitgevoerd.
Na oplevering van het project is de aanvrager verantwoordeaccountantsverklaring noodzakelijk is. Daarna volgt een eind-
afrekening. Na oplevering en afsluiting van het project stelt de Stadsregio de verstrekte subsidies definitief beschikbaar.
In sommige gevallen kan de Stadsregio u vragen na de ople-
vering en ingebruikname van het project een evaluatiestudie
uit te voeren. Dit kan ook in de beschikking zijn bepaald. Voor een evaluatiestudie kunt u een afzonderlijke subsidieaanvraag indienen. De kosten voor een dergelijke studie worden
niet meegenomen in de beschikking gericht op de uitvoering
van het project (zie categorie studieprojecten). Bij de Stadsregio kunt u hiervoor subsidie aanvragen voor 95% van de subsidiabele kosten.
Informatieprofiel middelgrote projecten (geen standaardformulier beschikbaar)
0. Initiatieffase Erkenning van nut en noodzaak van het project of probleem Globale probleembeschrijving Aanleiding. Omvang en aard van het probleem. Probleemgrenzen of afbakening probleem. Urgentie. Verwachte ontwikkelingen.
Relatie met beleidskaders Hoe scoort de probleemaanpak ten aanzien van de beleids-
prioriteiten en beleidsaccenten van het Regionaal Verkeer en Vervoersplan en overige lokale en nationale beleidskaders?
Financiële kaders Eerste globale inschatting van de financiële omvang van het project en mogelijke financiële dekking.
16
Oplossingsrichtingen De meest voor de handliggende en andere oplossingen. Globaal verwachte effecten. Indicatieve kostenraming en
tijdsplanning. Effectanalyse. Kosteneffectiviteit. Afweging. Schetsontwerp. Voorkeursoplossing.
Draagvlak betrokken partijen Politieke en bestuurlijke voorkeur en standpunt m.b.t. oplossing. Mate van comMIRTment.
Aanpak en planning Verdere uitwerking alternatieven of varianten. Planning voor het hele project en gedetailleerde planning van de volgende
fase. Specifieke aandachtspunten; studies, procedures en risico´s e.d.
Plan van aanpak Verkenningenfase De aanpak, werkwijze, organisatie en (bestuurlijke) planning
2. Planstudiefase
ningenfase.
king van oplossingsrichtingen in alternatieven. De vraag wát
voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor de Verken-
1. Verkenningenfase Analyse van het verkeer en vervoer probleem. De vraag ‘waarom’ staat centraal.
Probleembeschrijving Achterliggende oorzaken. Ruimtelijk schaalniveau. Koppeling
tussen probleem, oorzaak en schaalniveau. Probleemomvang. Ontwikkelingen en tendensen.
Afbakening studiegebied Definiëren van de projectgrenzen van het studiegebied. Analyse relevante partijen Onderscheid tussen de betrokken partijen en de mate van bereidheid tot medewerking aan een oplossing: initiatiefnemer, probleemeigenaren, veroorzakers, oplossers, gebruikers.
Gedetailleerde beschrijving van het probleem en een uitwerer moet gebeuren staat centraal.
Actualisering en detaillering probleemanalyse Verdere uitwerking en actualisering van de probleembeschrijving. Afbakening van het gebied. Analyse van de relevante partijen.
Alternatieven Schets- of voorontwerp. Kostenraming. Oplossend vermogen
van de in de afweging betrokken (deel-)alternatieven of varianten.
Voorkeurs/voorgesteld alternatief Programma van eisen. Schets- of voorontwerp. Analyse ruimtelijk beslag. Tijdsplanning. Risicoanalyse. Kosteneffectiviteit analyse. Oplossend vermogen.
17 Draagvlak betrokken partijen
Risico’s
voorkeursvariant. Mate van comMIRTment.
risico’s, mogelijke consequenties en inzicht in oplossingen en
Politieke en bestuurlijke voorkeur en het standpunt m.b.t. de
Aanpak en planning Verdere uitwerking voorgesteld alternatief. Planning voor het hele project. Gedetailleerde planning van de volgende fase.
Financieel Indicatie van kosten, gekoppeld aan de verschillende oplossingsrichtingen (minimum - maximum). Financieringsopzet met inzicht in bijdragen van derden.
3. Planuitwerkingsfase Komen tot een definitieve oplossingskeuze en ontwerp, het
aangaan van wederzijdse verplichtingen. De vraag hoe het project wordt uitgevoerd staat centraal.
Achtergrond en aanleiding Doel van het project. Actualisatie probleembeschrijving. Pro-
bleemoplossend vermogen. Relatie met beleidskaders. Beschrijving in hoofdlijnen van eerder vastgestelde besluiten.
Definitief ontwerp Schriftelijke toelichting bij het definitieve ontwerp en de overige noodzakelijke projecttekeningen.
Financieel Inzicht in bouw- of aanlegkosten. Beheer- en onderhoudsraming. Kasritme. Dekking projectkosten. Splitsing wel/niet subsidiabele kosten. Gemaakte kosten en verplichtingen.
Planning en procedures Uitvoeringsplanning. Fasering. Relatie met en afhankelijkheid
van andere projecten. Juridisch planologische procedures. Eigendom en verwerving. Vergunningen en onderzoeken.
Benoeming afbreukrisico wat betreft uitvoering, financiële beheersing.
4. Realisatiefase De realisatie van de maatregelen volgens het definitieve ontwerp en de vaststelling van de subsidie
Voortgangsrapportages Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden en de
voortgang. Financiële overzichten. Knelpunten en eventuele
afwijkingen van het programma van eisen. Scope en functionaliteit. Actuele planning. Risicoanalyse.
Declaratieoverzichten Inzicht in het te declareren subsidiebedrag in relatie met de
totale projectkosten, de ontvangen voorschotbetalingen en de bijdragen van overige partijen. Specifiek aandacht voor BTW en VAT-kosten.
Eindrapportage Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden. Financiële overzichten met alle uitgaven en dekking.
Slotdeclaratie Inzicht in het te declareren eindbedrag in relatie met de to-
tale projectkosten, de ontvangen voorschotbetalingen en de bijdragen van de overige partijen. Specifieke aandacht voor BTW en VAT-kosten.
Opzet projectevaluatie Globale opzet van een mogelijk uit te voeren projectevaluatie.
18
C. Grote projecten
4 Studieprojecten De Stadsregio beschikt over budget voor een bijdrage aan
studieprojecten. Dit zijn vooral verkennende studies van
Figuur 12 Studieproject
projecten die zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma
RVVP, of studies die bedoeld zijn om een bepaald aspect van
19
Fase 1
Initiatief/Erkenning
het regionaal verkeer en vervoerbeleid verder uit te diepen. Het gaat dus niet om de VAT-kosten (kosten op het gebied
van voorbereiding, administratie en toezicht) die subsidiabel
Fase 2
zijn vanaf het moment dat het project is opgenomen in de
Uitwerking
planstudie of planuitwerkingsfase.
Ook evaluatiestudies van infrastructuurprojecten die al in
Fase 2: Uitwerking
Na overleg met de Stadsregio kan blijken dat het zinvol is om
opname in de Uitwerkingstabel, werkt u uw studie volgens
gebruik zijn, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie.
Nadat de Stadsregio een positief besluit heeft genomen over
een evaluatiestudie uit te voeren. Voor middelgrote projecten
het plan van aanpak verder uit.
kan in de beschikking ook een verplichting worden meegeGrote lokale en regionale infrastructuurprojecten kosten
Bij grote projecten zijn de volgende punten van belang:
medeverantwoordelijk. Het gaat om zowel weg- als open-
• Wanneer het nog niet duidelijk is of een project de grens
meer dan 225 mln. euro. Voor deze projecten blijft het Rijk baar vervoerprojecten.
Voor de grote projecten ligt de verantwoordelijkheid mede bij het Rijk. De communicatie verloopt in alle gevallen via de Stadsregio. De fasen die een subsidieaanvraag voor een
van 225 mln. euro overschrijdt, wordt vastgehouden aan de
aan de aanleiding en achtergrond en u stelt een onderzoeks-
voor middelgrote projecten.
besluitvorming, dient zowel rekening gehouden te worden
fase is sterk gewijzigd.
De procedure voor grote projecten volgt de MIRT-procedure van Verkeer- en Waterstaat.
het opstellen van de planning en het in kaart brengen van de met de behandeltermijnen van de Stadsregio als het Rijk.
• Op het moment dat de Stadsregio één van de beslisdocumenten indient bij de minister, betekent dit dat de Stads-
regio akkoord is met de inhoud en het project in principe promoveert naar de volgende fase van het UVP. Dit wordt
definitief op het moment dat de minister akkoord is en ook het project in het MIRT doorschuift naar de volgende fase.
Het beslisdocument dat wordt opgesteld voor elke fase wordt
• Bij een positief besluit, geeft de minister een beschikking af
staat gebruikt voor een beoordeling en voor de promotie naar
voor zowel de bijdrage vanuit het Stadsregiobudget als de
zowel door de Stadsregio als de minister van Verkeer en Watereen volgende fase. De informatieprofielen van het Rijk en de Stadsregio zijn vergelijkbaar. Op basis van ambtelijk overleg
tussen aanvrager, Rijkswaterstaat en de Stadsregio kunnen ver-
dere afspraken worden gemaakt over detaillering en mogelijke aanvullende eisen ten aanzien van de te leveren informatie.
om in te stemmen met de inhoud en over te gaan tot beta-
dig worden overgestapt op de procedure van de Stadsregio
blijkt dat de kosten onder deze grens blijven, kan eenvou-
Recent is een aantal zaken gewijzigd in de systematiek van Noordwest Nederland en het karakter van de verkenningen-
subsidie beschikbaar stellen van 95%.
MIRT-systematiek. Als op basis van de verdere uitwerking
• Het Rijk gaat uit van behandeltermijnen van zes maanden. Bij
het Rijk. Er ligt een duidelijke relatie met de Gebiedsagenda
Het uiteindelijke studierapport kunt u formeel aanbieden
middelgrote projecten). In beide gevallen kan de Stadsregio
Fase 1: Initiatief Als aanvrager stelt u een document op volgens het informa-
dergelijk project doorloopt, zijn beschreven in het MIRT Spel-
regelkader van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
nomen om een evaluatiestudie uit te voeren (zie procedure
aan de Stadsregio. Aan de wegbeheerder wordt in principe
bijdrage van het Rijk een beschikking afgegeven door de
Stadsregio. Voortgangsrapportages en declaraties worden
door de Stadsregio in behandeling genomen en betaalbaar gesteld. De Stadsregio zorgt voor verantwoording richting de minister van Verkeer en Waterstaat.
tieprofiel. In dit document besteedt u onder meer aandacht
aanpak voor. U vraagt de Stadsregio formeel om het studieproject op te nemen in de uitwerkingstabel van het UVP.
Na het besluit van de Stadsregio ziet u uw studie opgenomen in de uitwerkingstabel van het UVP. Opname in deze ta-
bel betekent dat de Stadsregio akkoord is met het nut en de noodzaak van uw studie en de aanpak onderschrijft. Hiermee verplicht de Stadsregio zich tot een voorlopig subsidiebe-
drag. Een subsidiebedrag is in deze fase nog niet beschikbaar
gesteld. Wel nemen wij een indicatief bedrag op in het UVP, op basis van de kostenraming in het plan van aanpak.
aan het dagelijks bestuur van de Stadsregio, met het verzoek ling van het van te voren afgesproken bedrag. De Stadsregio beoordeelt de inhoud van de rapportage en de financiële
verantwoording. Definitieve betaling kan nu plaatsvinden, in principe tot een maximum van 95% van het afgesproken bedrag. Aan dit besluit hangt een advies voor een mogelijke volgende fase of voor noodzakelijke vervolgacties.
Informatieprofiel studieprojecten
20
1. Initiatieffase Studieprojecten
2. Uitwerkingsfase
Erkenning van nut en noodzaak van studie
Komen tot een definitief studierapport en vaststelling subsidie
Aanleiding en achtergrond Aanleiding, achtergrond, relatie met beleidsprioriteiten en
Oplevering Indiening vastgesteld studierapport volgens de oorspronke-
beleidsaccenten van het RVVP en overige lokale en nationale beleidskaders.
Inhoud en eisen Inhoud en de eisen die worden gesteld aan de studie, project-
doel, beoogd resultaat en (geografische) begrenzing, randvoorwaarden en aandachtspunten.
Aanpak en werkwijze De aanpak, werkwijze, organisatie en inzicht in betrokken partijen.
Planning Planning voor het uitvoeren van de werkzaamheden, starten einddatum en bestuurlijk traject.
lijke opzet en inhoudelijke eisen.
Vervolg Inzicht eventuele vervolgprocedures of nog te nemen acties. Financieel Inzicht definitieve kosten, dekking en verzoek tot betaling
21
Q&A – Vraag en Antwoord 1. Wij gaan starten met een studie naar de aanleg van een ge-
meentelijke weg. Kan de Stadsregio een financiële bijdrage leveren voor het uitvoeren van deze studie?
De eerste vraag is of het wegvak onderdeel uitmaakt van ons regionale wegennetwerk. Als het gaat om een verkennende studie, kan de Stadsregio een bijdrage leveren in de studiekosten.
2. De uitvoering van het project is gereed. De opening is net
geweest. Ik wil nu graag een bijdrage ontvangen in projectkosten. Hoe kunnen we dat regelen?
6. Waarom moeten we allerlei zaken uitzoeken voor de Stadsregio? Is onze eigen onderbouwing niet voldoende?
In principe wil de Stadsregio zoveel mogelijk gebruik maken van de informatie en onderbouwing die ook gebruikt wordt door de
wegbeheerder voor de besluitvorming. In overleg kan worden bekeken of dit voldoende is en aanvullingen nodig zijn.
7. Er is sprake van een ruimtelijke ontwikkeling in onze ge-
meente. Dit is de reden dat het busstation moet verdwijnen. Hoeveel budget kunnen we krijgen van jullie?
van het afgesproken bedrag.
Dat is niet meer mogelijk. Het is van belang dat de Stadsregio
Als de oorzaak ligt bij het ruimtelijke plan, ligt hier ook de ver-
Eindafrekening Eindverantwoording op basis van werkelijk gemaakte pro-
intern wegbeheerder gelijk oploopt met de besluitvorming
nu blijkt dat bestaande knelpunten kunnen worden opgelost
jectkosten.
tijdig wordt betrokken bij een initiatief en de besluitvorming bij de Stadsregio. Alleen dan kan er ook interactie zijn over de inhoud.
3. Er is een probleem in de financiële dekking van een fietsproject. Kan de Stadsregio een bijdrage leveren in de kosten van beheer en onderhoud?
antwoordelijkheid om een nieuw busstation te realiseren. Als of een beter busstation kan worden gerealiseerd, dan kan met de Stadsregio gesproken worden over de verbeteringen.
8. Ik heb een brief met een verzoek voor het afgeven van een beschikking, zodat we de uitvoering kunnen starten, ondertekend door mijn afdelingshoofd. Is dat oké?
Financieel Inzicht in studiekosten, dekking vanuit andere subsidierege-
De Stadsregio kan geen financiering leveren als het gaat om
Formele aanvragen dienen altijd te worden ingediend door
ten en inzicht in eventuele risico’s.
antwoordelijk. Alleen voor railgebonden infrastructuur is dit
vragen worden uiteindelijk altijd in het dagelijks bestuur van
lingen en eigen bijdrage, splitsing wel/niet subsidiabele kos-
beheer en onderhoud. De wegbeheerder is hiervoor zelf ver-
anders. Daarvoor stellen wij wel een budget beschikbaar aan Amsterdam.
4. Waarom is er altijd bij projecten sprake van een eigen bijdra-
ge? De Stadsregio wil het project toch zo graag realiseren? Dat staat in het Uitvoeringsprogramma.
Het beleidsplan RVVP is ook vastgesteld door alle gemeenten
in onze regio. Daarnaast gaat het om projecten die voor de
inwoners, arbeiders en bezoekers van het betreffende gebied van belang zijn. Een eigen bijdrage is vanzelfsprekend.
5. Doet de Stadsregio ook iets aan duurzaamheid? Wij hebben
een nieuw soort materiaal. Is wel duurder, maar bespaart in de kosten voor regulier B&O.
de verantwoordelijke bestuurder of het college. Formele aande Stadsregio ingebracht ter besluitvorming.
9. D e Stadsregio werkt voor een aantal soorten projecten met
normbedragen. Maar bij dit project zijn er specifieke omstandigheden: er moet een brug worden aangelegd. En nu?
Voor een aantal projecten (o.a. fiets en P&R), werkt de Stads-
regio inderdaad met normbedragen. In specifieke gevallen, als er sprake is van uitzonderlijke gevolgkosten, kunnen we
kijken of het niet logisch is om uit te gaan van de werkelijke kosten.
10. Het Uitvoeringsprogramma is bepalend of projecten wel of
niet in aanmerking komen, maar het UVP komt uit 2004. Dit is toch al lang verouderd?
Het RVVP is primair gericht op bereikbaarheid. Als het de leef-
Nee, het beleid in het RVVP wordt elke twee jaar geëvalueerd
investering hoger ligt, maar er sprake is van een besparing
lingen/nadere uitwerkingen. Zo is in 2008 de OV-visie vast-
baarheid en veiligheid helpt, geeft dit meer prioriteit. Als de
voor B&O, zijn wij bereid om bij te dragen aan deze duurdere oplossing.
en op onderdelen is de afgelopen tijd gewerkt aan aanvulgesteld en wordt nu gewerkt aan de Wegvisie.
11. Er is een Subsidieloket en wij hebben contact met beleids medewerkers. Met wie moeten we nu contact opnemen?
Voor alle vragen over het proces en procedures kunt u contact opnemen met het subsidieloket. Voor alle inhoudelijke
22
16. Wij zijn een project gestart en hebben als gemeente kosten gemaakt. Maar het nieuwe bestuur heeft besloten
met het project te stoppen. Kunnen wij een vergoeding krijgen voor de kosten die zijn gemaakt?
vragen en de contacten over de onderbouwing, concept
Nee, dat is niet mogelijk. De wegbeheerder maakt de keu-
spreekpunten.
Stadsregio beleidsmatig gewenst is. De Stadsregio kan pas
aanvragen en dergelijke, werkt de Stadsregio met vaste aan-
12. B ij ons intern heeft de gemeenteraad ingestemd met het
plan en voorgestelde oplossing en kostenverdeling. Hoe moeten we dit nu indienen om geld te kunnen ontvangen?
Dat wordt lastig. Uitgangspunt is dat vóór bestuurlijke vast-
len om in aanmerking te komen voor een bijdrage?
Voor deze projecten werken we niet met een vast aanvraagformulier. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de on-
Het hangt af van het project, de fase waarin het project zich
bevindt, of en op welke wijze wij als Stadsregio worden betrokken. Dit kan ook in een regulier voortgangsoverleg, waar het meer over de hoofdlijnen gaat. Dit is maatwerk.
15. Wij willen onze vaarroutes verbeteren om transport van goederen over water te stimuleren. Kan de Stadsregio hieraan bijdragen?
Goederenvervoer is één van de speerpunten in ons RVVP. Van-
uit ons (BDU) budget kunnen wij alleen geen financiële middelen beschikbaar stellen voor dergelijke projecten. Alleen
waar de vaarweg de regionale OV, weg en fietsroutes kruist, kunnen we samen kijken of hier een verbetering mogelijk is.
aanleg en verbetering van infrastructuur (BDU) en voor ver-
de verantwoordelijkheden ten aanzien van beleid en uitvoe-
Wanneer kunnen wij een eerste betaling ontvangen?
de subsidiebeschikking van de Stadsregio. In de beschikking Bij kleine projecten is dit in twee keer, bij de middelgrote projecten loopt de voorschotbetaling in principe gelijk op met
het tempo van de uitvoering. Maar hier kunnen wij afspraken over maken.
18. Als gevolg van bepaalde omstandigheden is de uitvoering van het project sterk vertraagd. Is dat erg?
moeten blijven reserveren. Dit maakt het ook lastig om goed
regio meedoen, zodat we een financiële bijdrage krijgen?
van het openbaar vervoer (exploitatie, RegioNet), voor de
Regioraad
17. Wij zijn net begonnen met de uitvoering van het project.
noodzakelijke aanvullingen.
maal bij elkaar voor de aanleg van een weg. Gaat de Stads-
Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormer-
liteitsvraagstukken. Het is richtinggevend voor de uitvoering
Uitvoeringsprogramma (UVP)
Dat is zeer zeker erg. De ingebruikname van het project zal
14. Wij hebben een projectteam en komen elke week twee-
Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan,
ting, economische zaken en jeugdzorg.
reidingskosten financieren.
derbouwing die de gemeente intern gebruikt, maar in een
vroegtijdig stadium is het goed om te kijken naar nuttige en
leid in de regio. Het RVVP geeft de visie van de regio op mobi-
ten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen,
na afgifte van de beschikking een eerste deel van de voorbe-
worden de afspraken vastgelegd als het gaat om de betaling.
we nu voor de Stadsregio een apart document gaan opstel-
van 16 gemeenten in de regio Amsterdam. De gemeen-
Het RVVP is het beleidskader voor het verkeer- en vervoerbe-
hoging van de verkeersveiligheid.
drage. Anders kan de Stadsregio ook onvoldoende haar des-
13. Wij zijn bezig met een project van rond de 60 mln.. Moeten
Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP)
De Stadsregio Amsterdam is een samenwerkingsverband
land, Zaanstad en Zeevang werken samen op het gebied van
De eerste stap voor start uitvoering is altijd het verkrijgen van
kundigheid inbrengen.
Stadsregio Amsterdam
ze om te stoppen met het project. Een project dat voor de
stelling, er altijd contact is met de Stadsregio over het project
en de kansrijkheid om in aanmerking te komen voor een bij-
23
Definities
hierdoor gaan schuiven in de tijd. De Stadsregio zal ook geld
verkeer en vervoer, ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisves-
De Regioraad is het Algemeen Bestuur van de Stadsregio en komt vier maal per jaar bij elkaar. De besturen van de deel-
nemende 16 gemeenten kiezen zelf hun vertegenwoordigers. De bevoegdheden voor de uitvoering van de in deze handleiding opgenomen werkwijze, is opgedragen aan het dagelijks bestuur. Vaststelling van het UVP is wel een bevoegdheid van de Regioraad.
Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van de Stadsregio bestaat uit wethou-
ring van projecten zijn vastgelegd, inclusief harde afspraken over financiën en verantwoordelijkheden voor de korte ter-
mijn (tot 2010) en met een doorkijk naar de lange termijn, van 2010 tot 2030. Jaarlijks wordt door de Regioraad in
december het UVP vastgesteld. Het geeft een volledig beeld
van alle projecten per fase (initiatief, verkenningen, plan
studie en realisatie), voor de verschillende categorieën (klein, middelgroot, groot en studieprojecten) waarbij de Stadsregio betrokken is.
ders en burgemeesters uit de regio Amsterdam. In totaal
Subsidieverordening Stadsregio Amsterdam Infrastructuur-
delijk voor het verkeer en vervoerbeleid binnen het stadsre-
De verordening is een juridische en administratieve vertaling
twee van de zeven dagelijks bestuursleden zijn verantwoorgio gebied, namelijk de portefeuillehouder Openbaar Ver-
voer en de portefeuillehouder Verkeer, die verantwoordelijk is voor het UVP.
te kunnen programmeren. Hier kunnen andere projecten last
MIRT
voortgang is dan ook van belang.
Ruimte en Transport. Het MIRT komt elk jaar uit als onderdeel
van hebben. Het goed informeren van de Stadsregio over de
Onderdeel van het RVVP is een uitvoeringsprogramma waarin
Dit is de afkorting voor Meerjarenprogramma Infrastructuur,
subsidies
van de werkwijze van de Stadsregio zoals vastgelegd in de Kadernota GDU. De verordening is enkel van toepassing op
de laatste twee fasen voor de diverse categorieën projecten, namelijk de planuitwerking en realisatiefase en subsidiever-
lening door de Stadsregio. Eind 2010 vindt een actualisatie plaats van de subsidieverordening.
van de begroting van het ministerie van Verkeer en Water-
Subsidieloket
tuurprojecten, die in ons land op het programma staan of in
voor informatie over subsidieaanvragen. De inhoudelijke be-
staat. Het MIRT geeft een actueel overzicht van de infrastruc-
uitvoering zijn en waarbij naast het ministerie van Verkeer en Waterstaat, ook de andere ministeries als VROM, EZ en LNV betrokken zijn.
Het Spelregelkader
Het Spelregelkader is opgesteld door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en geeft beknopt inzicht in de besluitvorming door de minister van Verkeer en Waterstaat met be-
trekking tot de projecten uit het MIRT. Vergelijkbaar met de
Handleiding Subsidieaanvragen van de Stadsregio, worden
de beslismomenten en de bijbehorende informatieprofielen aangegeven.
Eerste aanspreekpunt voor gemeenten en andere aanvragers oordeling van een projectaanvraag wordt gedaan door een beleidsmedewerker van de Stadsregio Amsterdam en zal
de inhoudelijke begeleiding verzorgen. Het subsidieloket is
er voor alle vragen over het proces van de aanvraag tot en met het indienen van de eindverantwoording. Het loket is via
mail, telefoon en post te bereiken. Voor het aanvraagproces, de benodigde documenten en de behandeltijd van een aan-
vraag kan contact worden opgenomen met het subsidieloket. Alle post komt via de medewerkers van het subsidieloket
bij de Stadsregio binnen en zij verzorgen ook de uitgaande post, beschikkingen en ondertekening door bestuurders.
Informatieprofiel
24
Een informatieprofiel geeft op hoofdlijnen een overzicht van de minimaal benodigde informatie en aandachtspunten om een
beslissing te kunnen nemen. De profielen verschillen per fase en de mate van diepgang en detaillering varieert per project. Beslisdocument
Een beslisdocument voor een willekeurige fase in een project
bevat tenminste de informatie en gegevens die overeenstemmen met het informatieprofiel voor de betreffende fase. Op
basis van een beslisdocument vindt de beoordeling plaats. Een positief besluit van het dagelijks bestuur resulteert in opname van het project in een volgende fase. De profielen verschillen per projectcategorie.
Dit is een uitgave van de Stadsregio Amsterdam. Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. In alle gevallen gelden de betreffende wetten en verordeningen.