RA 35 B 10
Voor ingebruikneming van de machine absoluut de handleiding lezen!
Handleiding Reinigingsautomaat en toebehoren
Dit toestel is alleen voor het commercieel en industrieel gebruik bestemd en niet voor privé gebruik!
Reinigungsautomaat RA 35B 10
Inhoudsopgave
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Veiligheid .................................................................................................................................................................... 3 Technische gegevens ................................................................................................................................................. 6 Beschrijving................................................................................................................................................................. 7 Vorbereiding van de machine ..................................................................................................................................... 8 Werkzaamheden ....................................................................................................................................................... 10 Einde van het werk ................................................................................................................................................... 10 Dagelijks onderhoud ................................................................................................................................................. 11 Wekelijks onderhoud ................................................................................................................................................ 11 Storingsopheffing ...................................................................................................................................................... 13 Lijst van de afbeeldingen ......................................................................................................................................... 14 Konformitätserklärung.............................................................................................................................................. 16
2
Reinigungsautomaat RA 35B 10
1 Veiligheid Dit hoofdstuk biedt een overzicht op alle belangrijke veiligheidsaspecten. Bovendien worden in de afzonderlijke hoofdstukken concrete veiligheidsaanwijzingen voor het afwenden van gevaren gegeven en met behulp van symbolen gekenmerkd. Bovendien moeten de piktogrammen, borden en opschriften op het toestel opgevolgd en in een leesbare toestand worden gehouden. De opvolging van alle veiligheidsbepalingen garandeert de optimale bescherming van het personeel en derden tegenover gevaar alsook de veilige en storingsvrije werking van het toestel.
1.1 Algemeen Het toestel is naar de tegenwoordig geldige technische regels gebouwd en veilig. Toch kan er gevaar van het toestel uitstralen in het geval dat het door undeskundig personeel of op ondeskundige manier of niet conform de bepalingen wordt gebruikt. Iedere persoon die de opdracht heeft werkzaamheden aan of met het toestel door te voeren, is verplicht de handleiding voor het begin van de werkzamheden te hebben gelezen en begrepen. Dit geldt ook voor het geval dat de betreffende persoon met een dergelijk of gelijksoortige toestellen al heeft gewerkt of door de fabrikant werd opgeleid. De inhoud van de handleiding te kennen is één van de voorwaarden om het personeel tegenover gevaar te beschermen, fouten te voorkomen en zo het toestel veilig en storingsvrij te bedienen. Om gevaar te voorkomen en om de optimale prestatie te garanderen, mogen noch veranderingen noch ombouwen gemaakt worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant. Alle borden met veiligheids- en gebruiksmaatregelen aan het toestel moeten altijd in een goed leebare toestand worden gehouden. Beschadigde of onleesbaar gewordene borden moeten rechtstreeks worden vervangen. De in de handleiding aangegevene instelwaarden of beter gezegd de bereiken van de instelwaarden moeten opgevolgd worden. De exploitant wordt aangeraden de kennisneming van de inhoud van de handleiding door het personeel aantoonbaar te laten bevestigen.
1.2 Verantwoordelijkheid van de exploitant Deze handleiding en de handleiding van de verbouwde componenten moeten in de directe omgeving van het toestel worden bewaard en altijd toegangkelijk zijn voor het installatie-, onderhouds,- en reinigingspersoneel. Het toestel mag alleen in een technisch onberispelijke en veilige toestand worden gebruikt. Alle veiligheidsinrichtingen moeten atijd toegangkelijk zijn en regelmatig op een foutloze functie worden gecontroleerd. De gegevens in verband met de veiligheid op het werk hebben betrekking op de veroordeningen van de Europese Unie die op het moment van de vervaardiging van het toestel geldig waren. De exploitant is ertoe verplicht gedurende de tijd waarin het toestel wordt gebruikt de overeenstemming van de genoemde maatregelen voor de veiligheid op het werk met de actuele reglementen vast te stellen en nieuwe voorschriften te volgen. Buiten de Europese Unie zijn de op de inzetplaats van het toestel geldigen wetgevingen in betrekking met de veiligheid op werk en de regionale bestemming in het betrokken land op te volgen. Naast de aanwijzingen voor de veiligheid op werk van deze handleiding moeten de voor het inzetbereik van het toestel algemeen geldigen veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen alsook de geldigen bestemmingen voor milieubescherming worden nagekomen en opgevolgd. De exploitant en het door hem gemachtigde personeel zijn verantwoordelijk voor de storingsvrije werking van het toestel alsook voor het duidelijke vastleggen van de bevoegdheden bij installaties, gebruik, onderhoud en reiniging van het toestel. De gegevens van de handleiding moeten volledig en zonder beperking worden opgevolgd! Bovendien moet de exploitant garanderen dat – in een gevarenbeoordeling volgens de arbowet andere gevaren vastgesteld worden, die door de speciale werkomstandigheden op de inzetplaats van het toestel ontstaan – in een handleiding volgens arbeidsomstandighedenwet alle volgende aanwijzingen en veiligheidsbestemmingen worden samengevat die een gevarenbeoordeling van de werkplaatsen aan het toestel oplevert.
1.3 Reglementair gebruik De bedrijfsveiligheid van het toestel wordt alleen in het geval van een reglementair gebruik volgens de gegevens in de handleiding garandeerd. De reinigungsautomaat is uitsluitend voor de reiniging van waterbestendige en slijtvaste harde vloerbedekkingen binnen gebouwen bestemd. Voor de natte reiniging worden schrobbers en de afzuiging ingezet. De oppervlakkten die gereinigd moeten worden, dienen effen te zijn en mogen een max. stijging van 2% niet overschrijden. Oneffenheden zoals bv. drempels en overlopen mogen tijdens de reiniging niet worden overreden. Het reglementair gebruik bevat ook de correcte opvolging van de montage-, gebruiks-, onderhouds- en reinigingsaanwijzingen. Ieder gebruik daarenboven en/of anderssoortig gebruik van het toestel is verboden en geldt als niet conform de bepalingen. Iedere aanspraak tegen der fabrikant en/of de gevolmachtigden wegens schade uit niet conform gebruik van het toestel is uitgesloten. Voor elke schade door niet conform gebruik is alleen de exploitant aansprakelijk.
3
Reinigungsautomaat RA 35B 10
1.4 Veiligheid op werk Door de aanwijzingen voor de veiligheid op werk te volgen kan de bedreiging van personen en/of het toestel worden voorkomen. De niet-naleving van deze aanwijzingen kan een gevaar voor personen en objecten door mechanische of elektrische invloed of de uitval van het toestel tot gevolg hebben. De niet-naleving van de veiligheidsbepalingen leidt tot het verlies van iedere aanspraak op schadevergoeding.
1.5 Persoonlijke beschermende uitrusting Tijdens de werkzaamheden aan en met het toestel moeten principieel worden gedragen: – Geslotene, vaste schoenen met niet-glijdende zolen – Nauwsluitende werkkleding (geringe scheurweerstand, geen wijde mouwen, geen ringen of andere sieraden enz.) Tijdens werkzaamheden aan batterijen moeten bovendien worden gedragen: – veiligheidsbril voor de bescherming van de ogen tegenover zure elektrolyt tijdens werkzaamheden aan batterijen – veiligheidshandschoenen Ter bescherming van de handen tegenover verwondingen en contact met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
1.6 Gevaar die van het toestel kan uitgaan Het toestel heeft een risicoanalyse ondergaan. De daarop opbouwende constructie en uitvoering van het toestel is technisch helemaal bij. Toch blijft er een restrisico bestaan! Het toestel eist een verantwoordelijk en omzichtig gebruik. Een ondeskundig gebruik of gebruik door onbevoegden brengt andere personen in gevaar.
WAARSCHUWING! Gevaar van verwonding! Ondeskundig gebruik kan leiden tot zware verwondingen veroorzaakt door kwetsen, overrijden of door contact van personen met roterende borstels, padhouder of pads. Daarom: – Vloeren met een stijging van meer dan 2% mogen niet doormiddel het toestel worden gereinigd. – Toestel steeds op voorzichtige manier en rekening houdend met andere personen en objecten bewegen, veiligheidsafstand tot andere personen en objecten bewaren. – Nooit andere personen door werkzaamheden met het toestel in gevaar brengen. – Tijdens de werkzaamheden steeds erop letten dat andere personen – vooral kinderen – nooit in contact raken met het toestel. – Onbevoegden mogen geen toegang hebben tot het toestel.
OPGELET! Ondeskundig gebruik kan grote schade aan toestel, vloerbedekkingen en andere objecten veroorzaken. Tijdens de reiniging nooit met het toestel over drempels, trappen, tapijten en zich opwikkelnde objecten zoals kabels rijden. De wrijving van de borstels op de vloer ondersteund de voorwaartsbeweging van het toestel. In het geval van een opgetilde zuigmond en gelijkertijd verlaagd en ingeschakeld borstelaggregaat beweegt het toestel op zelfstandige manier naar voren.
WAARSCHUWING! Gevaar van verwonding! Een ongecontroleerde voorwaartsbeweging van het toestel kan zware verwondingen door kwetsen, overrijden of vallen veroorzaken. Daarom: – Nooit handvat loslaten terwijl borstel- of zuigaggregaat lopen. – Vόόr de handvat los te laten borstel- en zuigaggregaat altijd uitschakelen.
Het toestel werkt met roterende borstels, padhouders of
4
Reinigungsautomaat RA 35B 10
WAARSCHUWING! Gevaar van verwonding! Roterende borstels, padhouders of pads kunnen in het geval van aanraking ernstige verwondingen veroorzaken. Daarom: – Nooit roterende borstels, padhouders of pads aanraken. – Nooit personen met roterende borstels, padhouders of pads aanraken. –Voor het aanraken van borstels, padhouders of pads het toestel steeds uitschakelen en warten totdat de elementen niet meer achterlopen. Het toestel loopt met herlaadbare batterijen.
WAARSCHUWING! Gevaar van ontploffing en verwonding! Het contact met batterijen vormt een groot gevaar voor personen en objecten. Tijdens het opladen onstaat hoog explosiev zuurstof-waterstofgas en batterijzuur is sterk schadelijk voor de gewondheid en bijtend. Handleiding en behandelingsvoorschrift van de batterijen opvolgen! Veiligheidsaanwijzingen ter voorkoming van gevaren in het hoofdstuk „Batterijen opladen“ opvolgen! Om de batterijen op te laden, moet het toestel naargelang uitvoering rechtstreeks of via een externe oplader aan de netspanning worden aangesloten.
WAARSCHUWING! Gevaar door elektrische stroom! Elektrische energiёn kunnen zware verwondingen veroorzaken. In het geval van een beschadiging van de isolatie of afzonderlijke bouwelementen bestaat er levensgevaar door elektrische stroom. Daarom: – Vóór iedere werkzaamheden aan het toestel de netsnoer trekken! – Tijdens het opladen batterijpolen en oplader niet aanraken, geen elektrisch geleidende elementen op de batterijen leggen! – Leidingen voor de elektrische voeding vóór elk gebruik op beschadiging onderzoeken. Durch Fehlbedienung oder Fehlzustände kann Reinigungsflüssigkeit auf dem Boden verbleiben.
WAARSCHUWING! Gevaar van verwonding door uitglijden! Tijdens de werkzaamheden met het toestel altijd anti-slip schoenen dragen en erop letten dat uitgebrachte reinigingsvloeistoffen weer volledig worden opgezuigd. Tijdens het reinigen van de grond kunnen reinigingsvloeistoffen worden ingezet.
WAARSCHUWING! Reinigingsvloeistoffen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom: – Contact met de huid en de ogen voorkomen. – Doseringsvoorschriften van de fabrikant van de vloeistof opvolgen. – Veiligheidsinformatieblad van de fabrikant van de vloeistof zo nodig opvolgen. –
1.7 Bedienpersoneel Het toestel mag alleen van een gemachtigd, opgeleid en instrueerd personeel worden bediend en in goede staat worden gehouden. Dit personeel moet een specifieke instructie over optredende gevaren hebben gevolgd. Een instrueerde persoon is een persoon die over de taken die aan haar werd overdragen en de mogelijke gevaren bij ondeskundig gedrag werd instrueerd en, zo nodig, opgeleid alsook over de noodzakelijke beveiligingsinrichtingen en beschermingsmaatregelen werd ingelicht. Als geschoold personeel wordt aangezien wie door zijn vakkundige opleiding, kennis en ervaring alsook kennis van de desbetreffende bepalingen de werkzaamheden die aan hem werden overdragen kan beoordelen en mogelijke gevaren kan herkennen.
5
Reinigungsautomaat RA 35B 10
Beschikt het personeel niet over de noodzakelijke kennis moet het desbetreffend worden opgeleid. De bevoegdheden voor de bediening en het in goede staat houden, moeten duidelijk worden bepaald en opgevolgd daarmee onder het aspect van de veiligheid geen onzekere verdeling van de bevoegdheden bestaat. Het toestel mag alleen van personen worden bediend en in goede staat worden gehouden die geacht worden hun werk op betrouwbare manier uit te voeren. Hierbij is elke manier van werken verboden die de veiligheid van personen, de omgeving of het toestel verminderen. Personen die onder invloed staan van drogen, alcohol of medikamenten die het reactievermogen beїnvloeden, mogen geen werkzaamheden aan of met het toestel uitvoeren. Voor de keuze van het personeel moeten in verband met de minimum leeftijd de voorschriften van de arbeidsbescherming van de werkende jeugd van het betreffende land en, zo nodig, de daarop grondende voorschriften die tot specifieke sectoren behoren, worden opgevolgd. De gebruiker moet ervoor zorgen dat geen niet-gemachtigde personen aan of met het toestel werken. Niet-gemachtigde personen zoals bezoekers enz. mogen niet met het toestel in aanraking komen. Ze moeten een adequate veiligheidsafstand houden. De gebruiker is verplicht veranderingen aan het toestel die de veiligheid verminderen meteen aan de exploitant te melden.
1.8 Werkplaats Tijdens de reiniging van de vloer bevindt zich de werkplaats van het bedienpersoneel aan de handvat achter het toestel. Er mag telkens alleen één bedienpersoon aan het toestel werken.
1.9 Gedrag in het geval van gevaar of bij ongelukken In het geval van gevaar of bij ongelukken moet het toestel meteen doormiddel van de schakelaars op het besturingspaneel worden uitgeschakeld en tegen wegrollen worden beveiligd (zie hoofdstuk “Bediening”). Erste-hulp-inrichtingen (verbandtrommel, oogspoelfles, enz.) en brandblusser vlakbij bewaren. Het personeel moet bekend zijn met de handhaving en de standplaats van veiligheids-, eerste hulp- en reddingsinrichtingen. Hierdoor wordt een best mogelijke hulp bij ongelukken en afweer van gevaar gegarandeerd.
2 Technische gegevens
RA 35 B 10
Technische gegevens Werkbreedte
mm
350
Zuigbreedte
mm
420
Vermogen per vierkante
m²/h
1260
Verswatertank
L
10
Afvalwatertank
L
12
Borsteldiameter
mm
1xØ350
Borstelmotor
W
350
Borsteldruk
kg
26
m/min
60
Zuigmotor
W
240 / 2 fasen
Nominale spanning
V
12
Batterie
Ah5
63
Gewicht
kg
74 (44+20+10)
mm
735x490x625
Beschermingsklasse
IP
23
Stijging max.
%
2
Snelheid max.
Afmetingen
6
Reinigungsautomaat RA 35B 10
3 Beschrijving 1
12 11 10
19 18
2
9
17 3
8
16
7
15 5
Fig.A
14
4
6
Fig.B
Pos.
Description
Pos.
Description
1
Handvat
11
Afdekking
2
Verswatertank
12
Besturingspaneel
3
Rol
13
Zuiglippen
4
Straalpijp
14
Batterieraum
5
Borstelafdekking
15
Batterijruimte
6
Borstel
16
Anzuigslang
7
Regelventiel
17
Motorslang
8
Elektroventiel
18
Batterijoplader
9
Filter
19
Hefboom v.het optillen van de straalpijp
10
Afvalwatertank
7
13
Reinigungsautomaat RA 35B 10
4 Vorbereiding van de machine 4.1 Transport van de verpakte machine De machine bevindt zich in een speciale verpakking (kist + tweeweg pallet die alleen aan de lange kant mag worden opgetild) met een platform , zodat ze met behulp van een vorkheftruck beweegd kan worden. Het totale gewicht bedraagt 44 kg (zonder batterijen). Afmeting van de verpakking (fig. 1): A (hoogte): 500 mm B (lengte): 800 mm C (breedte): 680 mm Vorkheftruck of transportpallet moeten de pallet in het midden optillen, het pakket moet heel voorzichtig worden beweegd zonder stuk te gaan en bij het optillen boven de toegelatene hoogte moet het bijzonder voorzichtig worden behandeld. Verpakkingskisten kunnen drievoudig worden gestapeld.
4.2 Machine uitpakken 1. Pakket aan de gemarkeerde kant openen (fig. 2) 2. Machine uit de verpakking halen 3. De transportbodem voor een eventuele latere transport bewaren.
4.3 Inzetten van de batterij De machine beschikt over een ingebouwde batterijoplader en een door een kast omgevende gel-batterij. Als een andere als de meegeleverde batterij gebruikt wordt, mogen alleen AGM of gel-batterijen12V 6A worden gebruikt. De batterijen moeten in de batterijruimte onder de afvalwatertank worden. Afmetingen van de batterijruimte : 290 x 190 x 235 (H) mm. De aanwijzingen van de batterijfabrikant of –handelaar in betrekking tot onderhoud en dagelijks opladen van de batterij moeten strict worden opgevolgd. Alle installatie- en onderhoudsmethoden dienen van een deskundige worden uitgevoerd.
.
Vóór het inschakelen van de machine moet gecontroleerd worden of de batterij met de juiste polariteit is aangesloten. Bij het contact met batterijen altijd de beschermende kleding volgens de actuele wetgevingen dragen.Vóór het contact met batterijen moeten vooral metalen objecten zoals ringen, halskettingen en horloges aan hand, pols en hals. Geen metalen objecten tegen het toestel leunen. Einsetzen der Batterie: 1. Die Schläuche von der Abdeckung entfernen. 2. Schmutzwassertank abnehmen. 3. Batterie so in den Batterieraum einlegen, dass die Pole in Richtung rückwärtige Seite der Maschine zeigen. Darauf Acht geben, nicht gegen die umgebenden Wände zu stoßen, um Maschine oder Batterie nicht zu beschädigen.
4.4 Batterij eruit halen Batterij eruit halen: 1. De slangen van de afdekking verwijderen. 2. Afvalwatertank afnemen. 3. Batterij van de stroom halen. 4. Batterij naar boven eruit trekken. Erop letten de omgevende wanden niet aan te raken om de machine of de batterij niet te beschadigen.
4.5 Batterijen opladen De machine met behulp van het meegeleverde kabel aan een 220 V stopcontact aansluiten. Gedurende het opladen schijnt het rode signaallicht aan de batterijoplader (fig. 4C). Na het opladen schijnt het groene signaallicht (fig. 4C). Om de batterij niet duurzaam te beschadigen mag ze in geen geval volledig worden ontladen en moet binnen enkele minuten nadat het signaal „batterij leeg“ schijnt weer worden opgeladen.
8
Reinigungsautomaat RA 35B 10
De batterij nooit in een toestand van volledige ontlading laten, ookal wordt de machine niet gebruikt. Erop letten dat de oplader conform gaat met capaciteit en type van de ingebouwde batterijen (Lood-zuur of gel en equivalent). Een gel-batterij mag nooit in een ongeschikte oplader worden opgeladen. De aanwijzingen van de batterij- en opladerfabrikanten moeten worden opgevolgd..
Gevaar van gasontwikkeling en emissie van bijtende vloeistoffen. Brandgevaar: niet met open vlammen hanteren.
4.6 Anwijzing van de ladetoestand van de batterij De aanwijzing van de ladetoestand van de batterij bestaat uit 3 LED aanwijzingen die de graad van de oplading van de batterij aantonen (fig. 4). A = batterij geladen B = batterij gedeeltelijk verbruikt C = batterij leeg, de borstelmotor en de zuigmotor schakelen automatisch uit. De borstelmotor en de vacuummotor schakelen enkele seconden naar het opflikkeren van de C-LED automatisch uit. Om de machine naar de opladingsplaats te brengen moet de voorste deel van de machine worden opgetild en op steunrollen worden geschuifd. De oplader met een speciale kabel aan een 220 V stopcontact aansluiten. Gedurende de oplading kan de machine niet worden gebruikt.
4.7 Handvat verstellen De handvat die voor het verpakken omgeklapt was, moet in werkpositie worden gebracht: 1. De slang met de grotere doorsnede in de linke aansluitbus van de afdekking plaatsen (fig. 5A) 2. De slang met de kleine doorsnede in de rechte aansluitbus van de afdekking plaatsen (fig. 5B) 3. De gemarkeerde greep trekken om de handvat omhoog te halen (fig. 6A) 4. De handvat bewegen en in werkpositie brengen (fig. 6B)
4.8 De borstelschijven monteren 1. De vloerwisser optillen indien hij zich in werkpositie bevindt. 2. De machine optillen door de handvat naar beneden te drukken. 3. De machine over de borstel neigen en gelijkertijd opletten dat de borstel zich in het midden van de borstelafdekking bevindt. 4. De startknop enkele keren drukken (fig. 8A) De borstel klikt automatisch in elkaar. Opletten dat zich geen objecten of personen naast het toestel bevinden.
4.9 Afvalwatertank Controleren of de aflaatstop is ingeschroefd en de klap volledig op de zuiglip ligt.
4.10 Reinigingsvloeistof De verswatertank met zuiver water van een temperatuur onder 50°C vullen (fig. 7) en vloeibaar reinigin gsmiddel toevoegen op de door de fabrikant van het reinigingsmiddel geadviseerde manier en hoeveelheid. Alleen een kleine hoeveelheid van het reinigingsmiddel gebruiken omdat té veel schuim de aanzuigmotor kan beschadigen. IAltijd een zwak schuimend reinigingsmiddel gebruiken. Vόόr het werk een kleine hoeveelheid antischuimmiddel in de afvalwatertank vullen om de ontwikkeling van schuim te voorkomen. Nooit alleen zuur gebruiken. Nadat de tank werd opgevuld, de deksel van de vulopening weer aanbrengen. De afvalwatertank bij elke wisseling van water en reinigingsmiddelen ledigen.
9
Reinigungsautomaat RA 35B 10
5 Werkzaamheden 5.1 Het werk voorbereiden 1. De machine voor het werk voorbereiden en opletten dat alle zwarte kunststofslangen op correcte manier aan de afdekking zijn bevestigd (fig. 5). Ter verduidelijking van de correcte slangaansluiting zie hoofdstuk 6.7, punkt 1 en 2. 2. Opletten dat het regelventiel is geopend (fig. 9B). 3. De zuigschakelaar drukken (fig. 8B) 4. De vloerwissen verlagen door de betreffende hefboom te drukken (fig. 8C) 5. De borstelschakelaar drukken (fig. 8C) De machine zal nu doeltreffend werken totdat de reinigingsvloeistof op is. Vόόr het gebruik van de machine alle bedieningsinrichtingen controleren om ze op een correcte manier te gebruiken. De C-LED (fig. 4) flikkert aan de batterijoplader op als de ladetoestand te laag wordt. De borstelmotor en de zuigmotor schakelen automatisch uit. De batterijen moeten zo vlug mogelijk worden opgeladen. Om de machine naar de opladingsplaats te brengen moet de voorste deel van de machine worden opgetild en op steunrollen worden beweegd.
5.2 Overloop De machine beschickt over een filter die de aanzuigmotor stopt als de afvalwatertank vol is. In dit geval moet de tank leeg gemaakt worden.
5.3 Trekkracht Deze voorloop van de machine onstaat door het draaien van de licht schuin staande borstels. Op die manier wordt de machine naar voren beweegd. Bij het achteruit rijden de vloerwisser optillen . Bij het achteruit rijden de vloerwisser optillen .
6 Einde van het werk Na de werk en vόόr het onderhoud: 1. de schakelaar van de borstelmotor uitschakelen (fig. 8A). 2. de schakelaar van de zuigmotor uitschakelen (fig. 8B). 3. de machine naar de afvoer van het industriewater rijden. 4. de afvalwatertank ledigen.
Tijdens deze werkzaamheden handschoenen dragen om niet met gevaarlijke oplosmiddelen in contact te raken 5. 6.
De vloerwisser met een straal zuiver water reinigen. De vloerwisser moet naar boven zijn gevaren als de machine niet gebruikt wordt om een duurzame vervorming van de rubbers te voorkomen. De borstel verwijderen en met een waterstraal reinigen.
10
Reinigungsautomaat RA 35B 10
7 Dagelijks onderhoud 7.1 Afvalwatertank reinigen Daarbij altijd handschoenen dragen om niet met gevaarlijke oplosmiddelen in contact te raken. 1. Nadat de zwarte kunststofslangen verwijderd werden, beschermmantel afnemen. 2. De filter en de drijver voorzichtig verwijderen en afspoelen. (fig. 11) 3. De afvalwatertank optillen, tegen de wijzers van de klok in draaien en afnemen (fig. 12) 4. De afvalwatertank afnemen (fig. 13), voorzichtig afspoelen en de aflaatstop reinigen. 5. Inbouw in omgekeerde volgorde. Voor het afleiden van de vloeistoffen die voor de vloerreiniging gebruikt werden de aanwijzingen op het etiket opvolgen en de geldigen bepalingen naleven.
7.2 De vloerwisser reinigen De vloerwisser met een waterstraal reinigen. De toestand van de rubbers controleren en deze, zo nodig, omdraaien of vervangen. Een grondige reiniging van het volledige aanzuigaggregaat garandeert een hogere gebruiksduur van de zuigmotor. De wisserslang reinigen en veiligstellen dat deze noet is verstopt (fig. 10B).
7.3 De verswatertank reinigen 1. De filter verwijderen en reinigen. 2. De filter weer inzetten.
7.4 De borstelschijven eruithalen 1. Vloerwisser optillen door de betreffende hefboom omhoog te drukken. 2. Machine optillen door de hefboom te drukken. 3. De startknop enkele keren indrukken. De borstel vergrendelt automatisch. Opletten dat zich geen objecten of personen naast de machine bevinden.
8 Wekelijks onderhoud 8.1 De achterste rubber aan de vloervisser vervangen De voor het drogen gebruikte zijkant van de achterste rubber aan de vloerwissen zoals hiernaar vermeld uitwisselen, indien deze is versleten of niet volledig droogt: 1. De zwarte aanzuigslang uit kunststof van de vloerwisser verwijderen. 2. De handwielen voor de vergrendeling losschroeven en de vloerwisser verwijderen. 3. De handwielen losschroeven en de achterste haken van de zuiglippen verwijderen. 4. De rubber, zo nodig, omdraaien of vervangen en gelijkertijd opletten dat deze op correcte manier naar de vloer heen uitgericht is. 5. Inbouw in omgekeerde volgorde. Als de rubber niet correct verticaal is uitgericht, droogt de machine niet perfect.
8.2 De voorste rubber aan de vloerwisser vervangen Als de voorste rubber aan de vloerwisser is versleten, is de anzuigprestatie slecht en de machine droogt niet perfect. Om de rubber uit te wisselen: 1. De zwarte aanzuigslang uit kunststof van de vloerwisser verwijderen. 2. De handwielen voor de vergrendeling losschroeven en de vloerwisser verwijderen. 3. De vergrendelsystemen losschroeven en de voorste haak van de zuiglip verwijderen. (fig. 10A) 4. De rubber, zo nodig, omdraaien of vervangen en daarbij opletten dat deze in richting vloer is uitgericht. 5. Inbouw in omgekeerde volgorde.
11
Reinigungsautomaat RA 35B 10
Als de rubber niet correct verticaal is uitgericht, droogt de machine niet perfect.
8.3 De aanzuigslang reinigen Als de prestatie van de aanzuiging onvoldoende is, moet gecontroleerd worden of de aanzuigbuis is verstopt. Als noodzakelijk, met een waterstraal reinigen vanuit de kant waar de buis aan de tank is aangebracht. Daarbij als volgt te werk gaan: 1. De zuigbuis van de afvalwatertank aftrekken 2. Met een waterstraal reinigen vanuit de kant waar de buis aan de tank is aangebracht. 3. Inbouw in omgekeerde volgorde
Tijdens deze werkzaamheden handschoenen dragen om niet met gevaarlijke stoffen en oplosmiddelen in contact te raken en toezien dat geen objecten of personen zich naast de machine bevinden.
8.4 De afvalwatertank reinigen 1. De afvalwatertank doormiddel van de buis ledigen, daarbij de draaiknop enkele omwentelingen opdraaien en daarna de stop eruittrekken. 2. De tank uitspoelen en de vulopening reinigen. 3. De vulopening en de stop aan de afdekking van de aflaad weer aanbrengen.
Tijdens deze werkzaamheden handschoenen dragen om niet met gevaarlijke stoffen en oplosmiddelen in contact te raken en toezien dat geen objecten of personen zich naast de machine bevinden.
12
Reinigungsautomaat RA 35B 10
9 Storingsopheffing 9.1 Geen voldoende verzorging van de borstels met water 1.Controleren of het regelventiel voldoende is geopend (fig. 9B) 2. Controleren of water in de verswatertank zit. 3. Het elektroventiel reinigen (fig. 9A). Daarbij de magneet losschroeven en na de reiniging weer inzetten (fig. 14).
9.2 De vloerwisser droogt niet perfect 1. Controleren of de vloerwisser zuiver is 2. Controleren of de zuigmotor de juiste stelling heeft 3. Het volledige zuigaggregaat reinigen (zie "WEKELIJKS ONDERHOUD") 4. Afgesletene rubbers vervangen 5. De korrekte plaatsing van de rubbers controleren 6. De rollen van de vloerwisser reinigen of vervangen
9.3 De machine reinigt niet op een zuivere manier 1. De toestand van de borstel controleren en zo nodig vervangen. De borstel moet worden vervangen als het borstelhaar 15mm lang is. Voor de uitwisseling van de borstel zie "DE BORSTEL VERWIJDEREN" en "DE BORSTEL AANBRENGEN". Als met een té afgesletene borstel wordt gewerkt, kan de vloer worden beschadigd. 2. Een andere borstel dan de standaardborstel gebruiken. Om bijzonder vuile vloeren te reinigen, raden wij aan speciale borstels te gebruiken die op aanvraag worden geleverd en dit volgens uw speciale eisen.
9.4 Te grote schuimontwikkeling Controleren of een zwak schuimend reinigingsmiddel werd gebruikt. Zo nodig een kleine hoeveelheid antischuimmiddel in de afvalwatertank geven. Eraan denken dat meer schuim ontstaat als de te reinigende vloer niet heel vuil is. In dit geval een meer verdunde reinigingsoplossing gebruiken.
9.5 Het zuigaggregaat werkt niet 1.Controleren of het signaallicht van de motor schijnt. Als dit niet het geval is de 5A bescherming terugzetten (fig. 15B) 2. Controleren of de batterij correct is aangesloten. 3. De betreffende bescherming terugzetten (fig. 15C) 4. Als het probleem verder bestaat, wendt u zich tot de handelaar of de klantendienst.
9.6 De borstelmotor loopt niet 1. Controleren of het signaallicht van de motor schijnt. Als dit niet het geval is de 5A bescherming terugzetten (fig. 15A) 2. Controleren of de batterij correct is aangesloten. 3. De betreffende bescherming terugzetten (fig. 15A) 4. Als het probleem verder bestaat, wendt u zich tot de handelaar of de klantendienst.
9.7 De machine start niet 1. Controleren of de batterij op de juiste manier is aangesloten. 2. Controleren of de batterij is geladen. 3. Controleren of de 5A bescherming niet werkt (fig. 15B) 4. Als het probleem nog steeds bestaat, wendt u zich dan aan een handelaar of de klantendienst.
9.8 Elektrische beveiligingsmechanismen De machine beschikt over de volgende elektrische beveiligingsmechanismen: 1. Buiten aan de machine aangebrachte laagspanningsstroom-beveiligingen ter beveiliging van (fig. 15): a. de borstelmotor (30A) b. de besturingsinrichting(5A) c. de zuigmotor (30A)
9.9 De borstelmotor werkt, maar de borstels draaien niet 1. De riem zou nat kunnen zijn. Op ondichtheid controleren en, als dit niet het geval is, wachten totdat de riem droog is. 2. De riem zou versleten of gebroken kunnen zijn. De riem verwijderen.
13
Reinigungsautomaat RA 35B 10
10 Lijst van de afbeeldingen
RA 35 B 10
Fig.1
Fig.3
Fig.2
A
B A B
A
B
C
Fig.4
Fig.5
A
Fig.6
B
A
C
A B
Fig.7
Fig.8
Fig.9
14
Reinigungsautomaat RA 35B 10
C
A B
Fig.10
B
Fig.11
Fig.12
Fig.13
2 A B C
1
Fig.14
Fig.15
15
A
Reinigungsautomaat RA 35B 10
11 Konformitätserklärung im Sinne der EG-Maschinenrichtlinie 2006/42/EG bis 29.12.2009 ist noch die Maschinenrichtlinie 98/37/EG gültig Der Hersteller
G. Staehle GmbH u. Co. KG columbus Reinigungsmaschinen Mercedesstraße 15 D-70372 Stuttgart
erklärt hiermit, dass das nachfolgend bezeichnete Produkt den Bestimmungen der oben gekennzeichneten Richtlinie einschließlich deren zum Zeitpunkt der Erklärung geltenden Änderungen - entspricht. Produkt:
Reinigungsautomat
Typen:
RA 35 B 10
12 V,
440 W
Folgende harmonisierte Normen wurden angewandt: Sicherheit elektrischer Geräte für den Hausgebrauch und ähnliche Zwecke - Teil 1: EN 60335-1:2007-02 Allgemeine Anforderungen Sicherheit elektrischer Geräte für den Hausgebrauch und ähnliche Zwecke - Teil 2-72: EN 60335-2-72 Besondere Anforderungen für automatische Maschinen zur Bodenbehandlung für gewerbliche und industrielle Zwecke EN 12100-1:2003 Sicherheit von Maschinen - Grundbegriffe, allgemeine Gestaltungsleitsätze - Teil 1: Grundsätzliche Terminologie, Methodik EN 12100-2:2003 Sicherheit von Maschinen - Grundbegriffe, allgemeine Gestaltungsleitsätze - Teil 2: Technische Leitsätze und Spezifikationen DIN EN ISO 13857.2008 Sicherheit von Maschinen - Sicherheitsabstände gegen das Erreichen von Gefahrstellen mit den oberen Gliedmaßen IEC 61000-6-2:01 Elektromagnetische Verträglichkeit - Fachgrundnorm Störaussendung - Teil 2: Industrie IEC 61000-6-4;01 Elektromagnetische Verträglichkeit (EMV) - Fachgrundnorm Störfestigkeit - Teil 2: EN 50130-4:95+A1:98 Industriebereich Folgende weitere EU-Richtlinien wurden angewandt: EMV-Richtlinie
2004/108/EG
Stuttgart, 01.01.2010
Dipl.Ing. Dieter Ochss, Leiter Konstruktion und Entwicklung
16
G. Staehle GmbH u. Co. KG columbus Reinigungsmaschinen Postfach 50 09 60 70339 STUTTGART Telefon +49(0)711 / 9544-950 Telefax +49(0)711 / 9544-94
[email protected] www.columbus-clean.com