Handleiding projectbeurzen Agentschap Kunsten en Erfgoed Beeldende kunst Wat is een projectbeurs? Projectbeurzen worden toegekend aan kunstenaars die een specifiek project willen realiseren. Een dergelijke subsidie beoogt een concreet resultaat (bv. een tentoonstelling, de realisatie van een kunstwerk, of een betere reflectieve omkadering van het oeuvre van de kunstenaar). Daar de plannen voor het project op het moment van de aanvraag reeds voldoende concreet zijn, en de realisatiekosten dus ook al bekend zijn (bv. d.m.v. offertes), moet bij de aanvraag voor een projectbeurs – i.t.t. de ontwikkelingsgerichte beurs – een ontwerpbudget toegevoegd worden. Projectbeurzen moeten ook nadien zowel inhoudelijk (met een inhoudelijk verslag) als financieel (d.m.v. een gestaafd overzicht van inkomsten en uitgaven) worden verantwoord. Over het geheel van een kunstenaarsloopbaan kan de subsidiëring zowel de vorm aannemen van subsidies die op de ontwikkeling van deze loopbaan gericht zijn, als van subsidies die op concrete resultaten gericht zijn. In de loop van een kunstenaarscarrière verschuift het gewicht van de toegekende subsidies van ontwikkelingsgericht naar resultaatgericht. Van kunstenaars met een volgroeid oeuvre wordt immers verwacht dat zij geen ontwikkelingsgerichte beurzen meer aanvragen (aangezien die specifiek bedoeld zijn om de evolutie van het werk van jongere kunstenaars te ondersteunen), maar enkel resultaatsgerichte subsidies. (Dat neemt niet weg dat ook voor ‘oudere’ kunstenaars de mogelijkheid blijft bestaan om op een ontwikkelingsgerichte beurs aanspraak te maken. Het gaat dan vooral om kunstenaars bij wie het parcours afwijkt van het normale, zoals kunstenaars die zich pas op latere leeftijd professioneel toeleggen op een kunstdiscipline, of kunstenaars die een langere periode van reflectie willen inlassen om hun werk te heroriënteren.) Er -
worden projectbeurzen toegekend voor productie: de realisatie van specifieke werken; voor presentatie: tentoonstellingsprojecten van individuele kunstenaars; voor reflectie: de productie van uitzonderlijke opzetten tot kritische teksten, films, video's, fotoreportages etc. m.b.t. het œuvre.
Wie komt voor deze subsidies in aanmerking? Deze subsidieregeling staat open voor alle beeldende kunstenaars, ongeacht hun leeftijd, op voorwaarde dat ze minstens drie jaar betrokken zijn bij het kunstgebeuren in Vlaanderen (en dit ook kunnen aantonen). De ondersteuning van beeldende kunstenaars gebeurt geheel binnen deze subsidieregeling. Voor audiovisuele kunstenaars wordt er een onderscheid gemaakt tussen de creatie enerzijds, die door het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) wordt ondersteund, en de reflectie over en presentatie van het werk anderzijds, die binnen het Kunstendecreet worden ondersteund. Audiovisuele kunstenaars kunnen m.a.w. aanspraak maken op projectsubsidies op het vlak van presentatie en reflectie, maar níet op projectbeurzen voor de productie van specifieke werken. Voor die laatste categorie is immers het Vlaams Audiovisueel Fonds bevoegd, niet het Kunstendecreet. (1)
Hoe kan ik een aanvraagdossier indienen? Projectbeurzen worden onderverdeeld in twee categorieën: - grote projectbeurzen, waarbij de kunstenaar méér dan 8.000 euro ondersteuning vraagt; - kleinere projectbeurzen, waarbij de kunstenaar tot 8.000 euro ondersteuning vraagt. Voor het indienen van aanvragen voor een projectbeurs gelden volgende deadlines: 1. als er méér dan 8.000 euro gevraagd wordt: - uiterlijk op 15 augustus 2007 voor projecten die in het jaar 2008 plaatsvinden; 2. als er tot 8.000 euro gevraagd wordt: - uiterlijk op 15 april 2007 voor projecten die aanvangen in de periode september tot en met december 2007 - uiterlijk op 15 september 2007 voor projecten die aanvangen in de periode van januari tot en met april 2008; - uiterlijk op 15 januari 2008 voor projecten die aanvangen in de periode van mei tot en met augustus 2008; - uiterlijk op 15 april 2008 voor projecten die aanvangen in de periode van september tot en met december 2008. Aanvragen voor projectbeurzen voor de sectoren beeldende kunst (creatie, presentatie en reflectie) en audiovisuele kunst (enkel presentatie en reflectie) worden in één exemplaar per aangetekende brief opgestuurd naar: Agentschap Kunsten en Erfgoed t.a.v. dhr. Jos Van Rillaer, Administrateur-generaal Arenbergstraat 9 1000 Brussel De poststempel geldt als bewijs van al dan niet tijdige indiening. U kunt het dossier ook persoonlijk afgeven op het bovenstaande adres. U krijgt dan een ontvangstbewijs (met datumstempel als bewijs van tijdige indiening). Hoe moet ik een aanvraagdossier samenstellen? Een volledig aanvraagdossier bestaat uit: - een beknopte brief, ondertekend en gedateerd, met motivering van de aanvraag; - een formulier met de noodzakelijke administratieve gegevens: naam, voornaam, kunstenaarsnaam (indien van toepassing), geboortedatum en -plaats, adres, telefoonen faxnummer, e-mail adres, rekeningnummer; - de werktitel van het project; - de omschrijving van het project, eventueel met beeldmateriaal; - situering van het project en het belang ervan in het oeuvre van de kunstenaar; - een sluitende begroting, d.w.z. een zo realistisch mogelijke inschatting van uitgaven - en inkomsten, waarbij het totaal aan de uitgavenkant gelijk is aan het totaal aan de inkomstenkant (incl. gevraagde subsidies); - een voorstelling van de projectpartners; - een actueel artistiek curriculum vitae; - documentatie die een adequaat beeld geeft over het oeuvre van de kunstenaar (met de nadruk op recent werk); - kritische teksten met betrekking tot het oeuvre. De kunstenaar krijgt binnen vijftien werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag een ontvankelijkheidbericht. Een aanvraag die niet tijdig wordt ingediend of
niet voldoet aan de voorwaarden is onontvankelijk. De reden van de onontvankelijkheid wordt vermeld in het ontvankelijkheidbericht. Wat gebeurt er verder met mijn dossier? De subsidieaanvragen worden geadviseerd door de Beoordelingscommissie Beeldende Kunst of door de Beoordelingscommissie Audiovisuele Kunst, al naargelang. Aanvragen tot toekenning van een projectbeurs die niet voldoen volgens de perceptie van de bevoegde beoordelingscommissie, kunnen alsnog worden doorverwezen naar de regeling ‘ontwikkelingsgerichte beurzen’ en binnen deze regeling toch nog gehonoreerd worden. De beslissing inzake al dan niet toekenning van een subsidie wordt genomen door de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur. Hoe gebeurt de beoordeling? Bij de beoordeling van de aanvragen worden volgende criteria gehanteerd: - het belang en de kwaliteit van het oeuvre van de kunstenaar binnen het hedendaagse kunstenlandschap en / of binnen de internationale context; - het belang en de kwaliteit van het al door de kunstenaar afgelegde parcours; - de groeimogelijkheden en de consistentie van het oeuvre (indien van toepassing wordt er rekening gehouden met een heroriëntering van het oeuvre); - de financiële haalbaarheid van het project; - de kwaliteit van de eventuele partners; - het belang van het project in de oeuvre-ontwikkeling van de kunstenaar. Projectbeurzen worden in eerste instantie toegekend op basis van de artistieke kwaliteit (zoals door de bevoegde beoordelingscommissie gepercipieerd) van het oeuvre van de kunstenaar. Deze toetsing gebeurt op dezelfde manier als bij de ontwikkelingsgerichte beurzen. Voor projectbeurzen worden echter ook de financiële haalbaarheid van het project, de kwaliteit van de projectpartners, en het belang van het project binnen de oeuvre-ontwikkeling van de kunstenaar getoetst. Bij projectbeurzen engageert de Vlaamse Gemeenschap zich bij voorkeur voor een specifiek onderdeel van een project. Het is niet aan de Vlaamse Gemeenschap om én de productie van een kunstwerk, én de presentatie ervan, én de tekst erover te subsidiëren. Ze wil aan kunstenaars wel de gelegenheid geven om steun te vragen als één van deze aspecten een hoge kost met zich meebrengt én van bijzonder belang is voor de kunstenaar. Daarom worden van de indieners gerichte voorstellen gevraagd. Binnen een meervoudig opzet (bv. een expositie met nieuw werk, begeleid door een kritische reflectie m.b.t. het oeuvre van de kunstenaar) wordt er dan geopteerd voor de kern, het meest essentiële. Wat gebeurt er als een subsidie wordt toegekend? De projectbeurs wordt uitbetaald in twee schijven: - een voorschot van 90% wordt uitbetaald na ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend; - het saldo van 10% wordt uitbetaald nadat de administratie heeft kunnen vaststellen dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden en dat deze
subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend. Met het oog op de uitbetaling van dit saldo dient de kunstenaar volgende stukken ter verantwoording voor te leggen: - een inhoudelijk verslag; - een financieel verslag (overzicht van inkomsten en uitgaven m.b.t. het gesubsidieerde project, met afschriften van kostenbewijzen voor het totale bedrag van de toegekende subsidie). In deze afrekening kan de kunstenaar ook een forfaitaire creatievergoeding opnemen van maximaal 20% van de totale kosten van het project. (2) Een model van afrekening is beschikbaar op de website www.vlaanderen.be/beeldendekunst. Indien de kunstenaar niet of laattijdig het project voltooit en dus de subsidievoorwaarden niet naleeft, kan de Vlaamse overheid – rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het dossier – beslissen of deze niet-naleving noopt tot een terugvordering, geheel of gedeeltelijk, van het toegekende subsidiebedrag.
(1) Het is bijzonder moeilijk om grenzen te trekken tussen de begrippen ‘beeldende kunst’ en ‘audiovisuele kunst’. Er is veeleer sprake van een continuüm waarin beide kunstvormen in elkaar opgaan i.p.v. eenvoudig aflijnbare en duidelijk te onderscheiden domeinen. Naargelang een kunstenaar zijn/haar werk als overwegend beeldend of als eerder audiovisueel ziet, kan hij/zij volgende subsidies aanvragen: 1.
Het project is in hoofdzaak beeldend: - ontwikkelingsgerichte beurzen - projectbeurzen - creatieopdrachten Alle aanvragen worden voorgelegd aan de Beoordelingscommissie Beeldende Kunst (BBK), die de dossiers bestudeert en er een inhoudelijk advies over uitspreekt. Ook de afdeling Kunsten geeft een advies, maar dan met een focus op het zakelijke aspect. Het is echter de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur die uiteindelijk de beslissing neemt of er een subsidie wordt toegekend of niet. Aanvragen worden ingediend op het volgende adres: Agentschap Kunsten en Erfgoed t.a.v. dhr. Jos Van Rillaer, Administrateur-generaal Arenbergstraat 9 1000 Brussel
2.
Het project is in hoofdzaak audiovisueel: (fictie, documentaire, animatie en experimentele mediakunst, bv. een video-installatie waarbij het audiovisuele element de hoofdzaak vormt) Ontwikkelingsgerichte beurzen en projectbeurzen voor de ondersteuning voor reflectie en presentatie worden aangevraagd bij de afdeling Kunsten op het volgende adres: Agentschap Kunsten en Erfgoed t.a.v. dhr. Jos Van Rillaer, Administrateur-generaal Arenbergstraat 9 1000 Brussel
De aanvragen worden voorgelegd aan de Beoordelingscommissie Audiovisuele Kunst (BAK), die de dossiers bestudeert en er een inhoudelijk advies over uitspreekt. Ook de afdeling Kunsten geeft een advies, maar dan met een focus op het zakelijke aspect. Het is echter de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur die uiteindelijk de beslissing neemt of er een subsidie wordt toegekend of niet. Scenariosteun (voor fictie, documentaire en animatie), ontwikkelingssteun (voor fictie, documentaire en animatie) en productiesteun (voor fictie, documentaire, animatie en experimentele mediakunst) worden aangevraagd bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) op het volgende adres: Vlaams Audiovisueel Fonds Handelskaai 18 bus 3 1000 Brussel
(2) Voorbeelden van de verrekening van een forfaitaire creatievergoeding Een kunstenaar dient een aanvraag voor een projectbeurs in met een begroting van 10.000 euro. Hiervoor wordt hem/haar een projectbeurs van 5.000 euro toegekend. - voorbeeld 1 Bij de afrekening bedragen de bewezen kosten 10.000 euro. De inkomsten (subsidie, sponsors, verkopen, enz.) bedragen eveneens 10.000 euro. Er is dus een break-even. De subsidie wordt volledig uitbetaald zonder dat daartoe de regeling ‘forfaitaire creatievergoeding’ ingeroepen dient te worden. - voorbeeld 2 Bij de afrekening bedragen de bewezen kosten 10.000 euro. De inkomsten (subsidie, sponsoring, verkopen, enz.) bedragen 12.000 euro. Er is dus een positief saldo van 2.000 euro. In de oude regeling zou de subsidie dan ook met 2.000 euro verminderd worden, dus van 5.000 naar 3.000 euro (m.a.w. een vermindering totdat het totale project op een breakeven uitkomt). De forfaitaire creatievergoeding laat echter toe om in dit geval een bijkomende kost aan te rekenen van maximum 20 % van de totale bewezen kosten (20 % van 10.000 euro = 2.000 euro). Dit betekent dat het positieve saldo terugvalt op 0 euro; de subsidie mag dan ook volledig uitbetaald worden. - voorbeeld 3 Bij de afrekening bedragen de bewezen kosten 10.000 euro. De inkomsten (subsidie, sponsoring, verkopen, enz.) bedragen 13.000 euro. Er is dus een positief saldo van 3.000 euro. In de oude regeling zou de subsidie dan ook met 3.000 euro verminderd worden, dus van 5.000 naar 2.000 euro (m.a.w. een vermindering totdat het totale project op een breakeven uitkomt). De forfaitaire creatievergoeding laat echter toe om in dit geval een bijkomende kost aan te rekenen van maximum 20 % van de totale bewezen kosten. Hierdoor valt het positieve saldo terug tot 1.000 euro, en wordt de uitbetaalde subsidie maar met 1.000 euro verminderd i.p.v. 3.000 (dus van 5.000 naar 4.000 euro).