Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst
1
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst Jaarverslag 2006
2
3 VOORWOORD 1. FONDSBESTUUR EN FONDSBUREAU 1.1 Fondsbestuur 1.2 Fondsbureau 2. 2.1 2.2 2.3 2.4
BASISSUBSIDIES Inleiding Overzichten Toekenningen Commissie Basissubsidies
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
STIMULERINGSSUBSIDIES Inleiding Overzichten Toekenningen Commissie Stimuleringssubsidies Publicatiesubsidies beeldende kunst en vormgeving
4. 4.1 4.2 4.3
5
COMMISSIE PILOTPROJECTEN 82 Inleiding 83 Gerealiseerde pilotprojecten 86 Commissie Pilotprojecten
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
TAX-VIDEOCLIPFONDS Inleiding Overzicht Toekenningen Commissie TAX-videoclipfonds
8 8
10 11 16 20
88 88 88 89
8. TOTAAL AANTAL AANVRAGEN 90 ALLE DISCIPLINES 22 24 32 58
9. BEZWAAR- EN BEROEPSPROCEDURES
92
59
10. PUBLIEKSGERICHTE ACTIVITEITEN EN COMMUNICATIE
94
BEMIDDELAARSSUBSIDIES 66 Inleiding 66 Toekenningen Commissie Bemiddelaarssubsidies 71
5. ACTIVITEITEN IN HET BUITENLAND 5.1 Inleiding buitenland ateliers 5.2 Samenstelling adviescommissies en toekenningen buitenland ateliers 5.3 Studiereis Fonds BKVB 5.4 Stichting Het Van Doesburghuis, Meudon/Parijs
6. 6.1 6.2 6.3
74
75 78 80
De kunstmatige stad 11. JAARCIJFERS
100 104
4
5
VOORWOORD Voor de trouwe lezer van de jaarverslagen van het Fonds BKVB zal het misschien in een oogopslag duidelijk zijn dat dit jaar nadrukkelijker gekozen is voor een heldere presentatie in cijfers. Waar die voor zich spreken is een verbale doublure achterwege gelaten. Op deze manier hoopt het Fonds BKVB het jaarverslag nog toegankelijker te maken. In 2006 heeft het Fonds BKVB meer subsidies toegekend dan in 2005. De intensivering van het buitenlandatelierbeleid blijkt aan te sluiten op de vraag van kunstenaars. Meer kunstenaars vroegen aan voor meer ateliers. De samenwerking met Trans Artists om een ladder van artists in residence plekken op te stellen, vertaalde zich in veel aanvragen voor de daarin opgenomen ateliers. De commissie Pilotprojecten heeft met de oproep voor Intendanten culturele diversiteit een groot aantal projectvoorstellen gegenereerd, waarvan er 6 gerealiseerd zullen worden. Ook andere vormen van nieuw beleid zoals het TAX-videoclipfonds bleken succesvol. Het TAX-videoclipfonds is het resultaat van de samenwerking tussen het Fonds BKVB en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties. Het gaat om een tijdelijke regeling (voor 2 jaar) die de productie van nieuwe, artistiek hoogwaardige videoclips mogelijk moet maken. Dankzij een matching van het Ministerie van OCW beschikt dit fonds over 900.000 euro. Het is te hopen dat ook kunstenaars zich hierdoor aangesproken zullen voelen en zich laten verleiden om videoclips te maken. De geschiedenis
van de clip laat zien dat op dat terrein veel mogelijk is (geweest). In samenspraak met een aantal kinderboekillustratoren heeft het Fonds BKVB extra aandacht besteed aan zijn subsidiemogelijkheden voor deze groep. Er is een speciale deskundige aan de commissie vormgeving toegevoegd zodat de verbinding tussen het Fonds BKVB en de illustratoren nog zichtbaarder werd. Ook is in 2006 de Regeling Basissubsidies gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat wie in de 2 jaar voorafgaand aan de aanvraag niet meer verdiende dan het maximum toegestane bedrag dit alleen bij het indienen van de aanvraag met belastingaangiftes moet aantonen en niet langer achteraf. Dit betekent in de praktijk een serieuze administratieve lastenverlichting voor de aanvrager en het Fonds BKVB. De nieuwe regeling is per 1 januari 2007 van kracht geworden. Tot slot moet worden gezegd dat hoewel het Fonds BKVB in 2006 meer geld aan subsidies uitgaf dan het jaar ervoor, het aantal reguliere subsidieaanvragen uiteindelijk achterbleef bij de geraamde aantallen. Omdat deze tendens van een achterblijvende vraag zich al een aantal jaren voordoet heeft het Fonds BKVB het IVA Beleidsonderzoek en Advies te Tilburg de onderzoeksopdracht gegeven hier de redenen voor in kaart te brengen. Vooralsnog kan het Fonds BKVB dit alleen in speculatieve zin benoemen. Het kan zijn dat er minder behoefte aan individuele subsidies is, dat het aanbod van het Fonds BKVB niet aansluit bij de vraag
6
7 van kunstenaars, dat een jongere groep kunstenaars in beeld komt die minder subsidiegebonden is/wil zijn, het kan een tijdelijke terugval zijn die eerder toevallig dan structureel is, het kan een combinatie van deze factoren zijn of geheel ergens anders aan toe te schrijven zijn. Het is aan de onderzoekers om hier meer zicht op te bieden. Samen met de evaluatienota van de buitenlandateliers Het buitenland wordt steeds kleiner zullen de bevindingen en conclusies van het onderzoeksrapport de onderleggers vormen voor het beleidsplan van het Fonds BKVB voor de cultuurnotaperiode 2009-2013. In 2006 heeft het Fonds BKVB middels discussies, columns, Nieuwsbrieven en bijdragen aan debatten aangegeven dat het hoog tijd is voor een nieuw beleidsperspectief op de beeldende kunst in Nederland. Het heeft meermalen aangedrongen op een beeldende kunstennota die richtinggevend kan zijn voor de verlangde ontwikkelingen, verschuivingen en accenten binnen de beeldende kunstsector. Het Fonds BKVB hoopt op een nieuw elan voor de kunsten, gevoed door een krachtige kwaliteitsimpuls. Het gaat daarbij niet om meer geld maar vooral om een herverdeling van de bestaande middelen op basis van kwaliteitsoverwegingen en heldere, consequente keuzes. Om de discussie over dit onderwerp steviger te focussen heeft het Fonds BKVB in samenwerking met de Mondriaan Stichting en NAi Uitgevers Second Opinion opgezet. Deze essaybundel over subsidies zal begin 2007 verschijnen.
In het hoofdstuk over communicatie is voor het eerst samenhangend aandacht besteed aan wat in beleidstermen ‘horizontale verantwoording’ genoemd wordt. Een stijve term die de vraag stelt naar de wisselwerking tussen het Fonds BKVB en zijn belanghebbenden, hoe die geïnformeerd worden over de activiteiten van het Fonds BKVB en zich daar een oordeel over kunnen vormen. De eerder genoemde samenwerking met andere fondsen en instellingen is daar een voorbeeld van. Evenals de Nieuwsbrieven van het Fonds BKVB, de transparante wijze waarop de selectieprocedure voor de verschillende commissies en activiteiten van het Fonds BKVB geregeld is. En op een ander niveau de manier waarop het Fonds het debat opzoekt. De tentoonstellingsreeks Toekenningen is ook een aspect van de horizontale verantwoording – evenals de tentoonstelling Met Stip in het GEM, een selectie van de kunstenaars die in de jaren 20042005 een startstipendium ontvingen. De begeleidende catalogus toont het werk van alle kunstenaars die een startstipendium kregen. Zo kan iedereen zich een beeld vormen van de werkwijze van de commissie en de selectieoverwegingen van de curatoren van het GEM. Opmerkelijk is het grote aantal bezoekers van de website van het Fonds BKVB. Meer dan 60.000 bezoekers per jaar informeren zich over de werkwijze en mogelijkheden van het Fonds. Het Fonds BKVB wil de komende jaren de inhoudelijke en virtuele mogelijkheden van de website vergroten.
Het is een goed gebruik geworden dat het Fonds BKVB zijn jaarverslag wijdt aan een bijzonder thema binnen de kunsten. Het was opvallend hoe de afgelopen tijd het fenomeen van de hedendaagse stad op vele plaatsen is gecelebreerd. Zo was het werk van Rem Koolhaas’ OMA te zien bij Stroom in Den Haag, presenteerde het atelier van de Rijksbouwmeester zich in het Stedelijk Domein te Sittard, maakte het NAi te Rotterdam de tentoonstelling ‘De Spectaculaire Stad’ en in Amsterdam toonde het Stedelijk Museum ‘Mapping the City’. Deze en andere tentoonstellingen bevatten werk van Nederlandse kunstenaars en fotografen. Dat is zeker niet toevallig, want veel Nederlandse kunstenaars trekken er op uit om de mondiale, hedendaagse stad vast te leggen of er projecten aan te verbinden. De buitenlandateliers van het Fonds BKVB hebben in die ontdekkingstochten vaak de rol van verbindende verblijfsschakels – daarnaast stellen de subsidies de kunstenaars in staat naar die steden te gaan om ter plekke hun urbane complexiteit te exploreren. Van een aantal van deze kunstenaars zijn afbeeldingen in dit jaarverslag opgenomen. Daarnaast heeft het Fonds BKVB Aaron Betsky, de voormalige directeur van het NAi, gevraagd een essay over de stad te schrijven. Ook hier brengen beeld en woord de toekomst nabij. Cijfers, beeld en presentatie van het jaarverslag zijn op deze manier streetwise. Lex ter Braak directeur Fonds BKVB
8
9
1. FONDSBESTUUR EN FONDSBUREAU 1.1 Fondsbestuur
1.2 Fondsbureau
Het Fondsbestuur heeft in 2006 2 keer gezamenlijk vergaderd en heeft daarnaast over urgente onderwerpen separaat overleg gehad met de directie van het Fonds BKVB.
Het Fondsbureau telde eind 2006 22 medewerkers, samen goed voor 19,1 fte. Eveline Mulckhuyse verruilde het Fonds BKVB voor een andere werkkring, ze is opgevolgd door Sterre Haverkamp.
De belangrijkste punten van aandacht waren het evaluatierapport buitenlandateliers, de intensivering van het buitenland atelierbeleid, de tentoonstelling Met Stip, de afrekening van de cultuurplanperiode 2001-2004 en verder de lopende zaken. In verband met ontstane vacatures in 2006 zijn er 3 nieuwe bestuursleden benoemd door de staatssecretaris, te weten de heer H. Driessen, mevrouw A. Gelink en de heer B. van Meggelen.
Personeelsformatie Fondsbureau (peildatum 31-12-2006)
Samenstelling fondsbestuur mevr. dr. G. ter Horst voorzitter
Clemens Kahmann hoofd financiën
dhr. J.H.J. Zegering Hadders penningmeester dhr. J. Konings bestuurslid dhr. H.Driessen bestuurslid mevr. A. Gelink bestuurslid dhr. B. van Meggelen bestuurslid
Lex ter Braak directeur Christine Lindo adjunct directeur / juridische zaken Joz Rogier directiesecretaresse (63%)
Roos Stoop medewerker financiën Bernadette Adema medewerker financiën (42%) medewerker administratie (42%) Mirjam Beerman hoofd communicatie & secretaris Commissie Fondsprijzen (84%) Sterre Haverkamp medewerker communicatie (84%)
Bonnie Dumanaw coördinator basissubsidies (74%)
Geert Fincken systeembeheerder
Mayke Jongsma coördinator stimuleringssubsidies beeldende kunst & coördinator buitenland ateliers (90%)
Koos Volkers interne en huishoudelijke dienst
Anne Hoogewoning coördinator stimuleringssubsidies vormgeving en bouwkunst (90%) Sandra Nicolaï secretaris basissubsidies & medewerker bezwaarprocedures (84%) Douke IJsselstein secretaris basissubsidies (63%) Henk Strijbos secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst en vormgeving (84%) Steven van Teeseling secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst & secretaris bemiddelaarssubsidies & coördinator pilotcommissie (84%) Tejo van der Wel secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst en vormgeving (84%) Ingrid Mokiem medewerker administratie Liesbeth Enzer medewerker administratie
Mohamed Azzouz huishoudelijke dienst (39%)
10
11
2. BASISSUBSIDIES 2.1 Inleiding Basissubsidies bestaan uit basisstipendia en productiesubsidies. Beide zijn bedoeld om de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars en vrije vormgevers op basisniveau te continueren. Bij de beoordeling van de aanvragen voor deze subsidies wordt gekeken naar het artistiek functioneren van de aanvrager. Daarbij spelen zowel de kwaliteit van het werk, als de erkenning van het kunstenaarschap en mogelijke nevenactiviteiten een rol. Beide subsidies zijn bedoeld voor minimaal 2 jaar en werken met een rekening-courant systeem. Daarmee kan het feitelijke gebruik van het bedrag over een veel langere periode worden gespreid (zie fig. 5), al naar gelang het eigen inkomen en de eigen behoeften. Beide subsidies kunnen maximaal 1 keer in de 4 jaar worden aangevraagd.
Basisstipendium Een basisstipendium bestaat uit een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en een bijdrage in de beroepskosten. Een basisstipendium kan alleen worden aangevraagd door beeldend kunstenaars en vrije vormgevers die langer dan 4 jaar professioneel werkzaam zijn. Een basisstipendium bedraagt € 32.000. Productiesubsidie Een productiesubsidie is een bijdrage in de beroepskosten en stelt aanvragers in de gelegenheid de productie van hun werk op basisniveau te continueren. Een productiesubsidie kan worden aangevraagd door beeldend kunstenaars of vrije vormgevers die minimaal 2 jaar een kunstopleiding hebben gevolgd en/of minimaal 4 jaar professioneel werkzaam zijn. Een productiesubsidie bedraagt € 10.000.
2.2 Overzichten Basissubsidies Fig. 1 Aanvragen 2006 Totaal uitgebrachte adviezen 639 Negatieve productiesubsidies 23
Formele afwijzingen 6
Positieve basisstipendia* 270
Negatieve basisstipendia* 331
Positieve productiesubsidies 9
* incl. hertoetsing en herbeoordelingen
12
13 Fig. 4 Onderverdeling 1823 kunstenaars die op 31 december 2006 gebruik maakten van de Regeling Basissubsidies
Fig. 2 Herbeoordelingen Basissubsidies/Hertoetsing 8 jaar positieve adviezen negatieve adviezen totaal aantal herbeoordelingen
9 16 25 Productiesubsidie 9
Fig. 3 Beoordeling aanvragen Basissubsidies positief advies negatief advies totaal
1e toekenning basisstipendium 2e toekenning basisstipendium 3e toekenning basisstipendium 4e toekenning basisstipendium Toekenning productiesubsidie totaal * exclusief hertoetsing 8 jaar Aantal vergaderingen
2006
%
279 354 633
44 56 100
2006
%
87 31 49 18 51 18 82 30 9 3 278 * 100
60
2005
%
2004
223 39 354 61 577 100
268 383 651
2005
2004
%
93 42 30 14 51 23 32 14 16 7 222 100
%
4e basisstipendium 185
41 59 100
%
117 66 75
44 25 28
10 268
3 100
3e basisstipendium 521
1e basisstipendium 691
2e basisstipendium 417
14
15 Beroepsmatigheidstoets Als een kunstenaar 4 jaar na toekenning van een basissubsidie nog beschikt over een restantbedrag toetst het Fonds BKVB aan de hand van een lijst met vragen over zijn beroepspraktijk of hij nog werkzaam is als beeldend kunstenaar of vrije vormgever. In 2006 is deze formele toets verstuurd naar 165 kunstenaars en hebben 158 van hen gereageerd. Van 155 kunstenaars is het artistiek functioneren naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst voldoende bevonden, bij 3 kunstenaars is om verschillende redenen de subsidie stopgezet. Van 7 kunstenaars wordt nog een reactie verwacht.
Fig. 5 Gebruiksduur van een basisstipendium*
Aantal aanvragers
1200
677
550
377
118 68
42 10
0 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 4 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 7 tot 8 8 tot 12 Duur subsidie in jaren * Gebaseerd op de 3042 basissubsidies die op 31 december 2006 volledig waren opgebruikt.
Integrale herbeoordeling na 8 jaar Indien een kunstenaar 8 jaar na toekenning nog steeds aanspraak wil maken op het restantbedrag van het basisstipendium, wordt hij integraal door de werkgroep beoordeeld voordat er verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden. Dit betekent dat hij opnieuw een aanvraag moet indienen. Wanneer is voldaan aan de formele voorwaarden, wordt het artistiek functioneren opnieuw beoordeeld. In 2006 ontvingen 10 kunstenaars een verzoek voor een hernieuwde toetsing. Bij 3 kunstenaars is de subsidie inmiddels stopgezet, van 5 kunstenaars loopt de procedure nog en 2 kunstenaars konden na toetsing beschikken over het resterend bedrag.
16
17 2.3 Toekenningen Basisstipendia Harmen Abma, Bolsward Monica Aerden, Amsterdam Eylem Aladogan, Amsterdam Renate de Andrade Nogueira, Amsterdam Maxime Ansiau Amsterdam Arjan van Arendonk, Den Bosch Paul Baartmans, Amsterdam Michiel van Bakel, Rotterdam Peggy Bannenberg, Amsterdam Christiaan Bastiaans, Amsterdam Bas van Beek, Rotterdam Frans Beerens, Den Bosch Norman Beierle, Arnhem Craig Bell, Amsterdam Nelleke Beltjens, Roermond Abdellatif Benfaidoul, Amsterdam Adriaan Berlijn, Amsterdam Adrianus de Bie, Den Bosch Pieter Bijwaard, Bergen Piet den Blanken, Breda Sara Blokland, Amsterdam Sander Blom, Amsterdam Dineke Blom, Amsterdam Phil Bloom, Amsterdam Gam Bodenhausen, Amsterdam Ton Boelhouwer, Maastricht Thomas van den Boomen, Eindhoven Channa Boon, Den Haag Matthijs Bosman, Den Bosch Marrie Bot, Rotterdam Marjolijn Boterenbrood, Amsterdam Houcine Bouchiba, Amsterdam Richard Bouwman, Rotterdam Linda van Boven, Amsterdam Maurice Braspenning, Leiden
Marian Breedveld, Rotterdam Harmen Brethouwer, Huis Ter Heide Danielle van Broekhoven, Well Annet Bult, Amsterdam Ad van Buuren, Den Bosch Michael Byl, Dordrecht Ronald de Ceuster, Zutphen Ting Chan, Castricum Floor Coolsma, Deventer Ronald Cornelissen, Rotterdam Paul Cox, Rotterdam Noëlle Cuppens, Rotterdam Karin van Dam, Amsterdam Jeremiah Day, Amsterdam Sandra Derks, Amsterdam Dré Devens, Maastricht Piet Dieleman, Middelburg Marinus van Dijke, Burgh-Haamstede Ada Dispa, Nijmegen Janica Draisma, Amsterdam Eddie D., Amsterdam Laurien Dumbar, Rotterdam Anne-Marie Durand, Amsterdam Anne van Eck, Rotterdam Martin Effert, Amsterdam Hans Eijkelboom, Amsterdam Uta Eisenreich, Amsterdam Lilian Eliens, Amsterdam Martijn van Erp, Heerlen Arjan van Es, Groningen Anneke Eussen, Vaals Sylvia Evers, Wolfheze Geert van Fastenhout, Amersfoort Maartje Fliervoet, Amsterdam Hanneke Francken, Leiden Helen Frik, Amsterdam
Serge Game, Rotterdam Eric Jan van de Geer, Rotterdam Willum Geerts, Amsterdam Jacqueline Gilbert, Amsterdam Lon Godin, Amsterdam Klaas van Gorkum, Rotterdam Ringel Goslinga, Amsterdam Benoît Goupy, Amsterdam Jacobus de Graaff, Amsterdam Suzanne van Griensven, Rotterdam Meike Groot, Amsterdam Ellen Grote Beverborg, Oosterbeek Hatice Güleryüz, Rotterdam Reggy Gunn, Heerewaarden Dianne Hagen, Amsterdam Ellert Haitjema, Amsterdam Hans van der Ham, Rotterdam Ab van Hanegem, Amsterdam Joan Heemskerk, Dordrecht Maria Hees, Doetinchem Harma Heikens, Groningen Lieven Hendriks, Amsterdam Liet Heringa, Amsterdam Eduard Hermans, Amsterdam Geert-Jan Hobijn, Amsterdam Marie-José Hoeboer, Amsterdam Joost Hoekstra, Amsterdam Berend Hoekstra, Amsterdam Frans Hofmeester, Utrecht Hilarius Hofstede, Amsterdam Juul Hondius, Amsterdam Scarlett Hooft Graafland, Amsterdam Shunji Hori, Amsterdam Tatiana Iassievitch, Amsterdam Iratxe Jaio, Rotterdam Maarten Janssen, Rotterdam
Servie Janssen, Nijmegen Geraldine Jeanjean, Amsterdam Saskia Jetten, Amersfoort Esther Jiskoot, Amsterdam René Jolink, Amsterdam Maarten van Kalsbeek, Amsterdam Piet van de Kar, Amsterdam Yasmijn Karhof, Amsterdam Hester Keijser, Arnhem Iris Kensmil, Amsterdam Gideon Kiers, Rotterdam Wim Klerkx, Amsterdam Diederik Klomberg, Rotterdam Eric Knoote, Amsterdam Gerard Koek, Nijmegen Meindert Koelink, Amsterdam Claudia Kölgen, Amsterdam Theo Konijnenburg, Arnhem Wim Konings, Rotterdam Kees de Kort, Eindhoven Rene Korten, Tilburg Helga Kos, Amsterdam Bastienne Kramer, Amsterdam Arno Kramer, Broekland Susanne Kriemann, Rotterdam Barney de Krijger, Den Haag Cees Krijnen, Driehuis Johan Kuipers, Eindhoven Jeroen Kuster, Rotterdam Birgitta Laken, Haarlem Ine Lamers, Rotterdam Arjen Lancel, Amsterdam Arjen de Leeuw, Amsterdam Frank Lenferink, Amsterdam Lucas Lenglet, St. Michielsgestel Joep van Liefland, Utrecht
Erik Wesselo, pagina uit publicatie ‘56 Beaver St’, 2006 (zie pagina 64)
Felix Janssens/TEAM TCHM, Talk of the Town, 2007 (zie pagina 51)
18
19 Mathijs Lieshout, Utrecht Harold Linker, Amsterdam Ida Lohman, Amsterdam Huub van der Loo, Tilburg Oscar Lourens, Arnhem Annaleen Louwes, Amsterdam Martin Luijendijk, Amersfoort Hieke Luik, Enschede Margit Lukács, Amsterdam Jill Magid, Amsterdam Frank Mandersloot, Amsterdam Essam Marouf, Amsterdam ´ Amsterdam Sanja Medic, Rik Meijers, Sittard Egbertus Meinen, Delden Ingeborg Meulendijks, Steijl Harry Miedema, Amsterdam Peter-Jacob Miedema, Utrecht Hessel Miedema, Groningen Monica Miguel Rubio, Den Bosch Lin de Mol, Amsterdam Magnus Monfeldt, Amsterdam Sabine Mooibroek, Amsterdam Eveline Mooibroek, Groningen Leo van Munster, Amsterdam Jans Muskee, Groningen Marc Nagtzaam, Breda Bob Negrijn, Amersfoort Rolina Nell, Creil Elske Neus, Amsterdam Theo Niekus, Amsterdam Rob Nypels, Amsterdam Helly Oestreicher, Amsterdam Jet van Oosten, Oldehove Netty van Osch, Rotterdam Gabor Ösz, Amsterdam Peter Otto, Arnhem Annette den Ouden, Amsterdam
Reinoud Oudshoorn, Amsterdam Marc Outjers, Zwolle Susanna Ouwerkerk, Raamsdonksveer Dirk Paesmans, Dordrecht Dominique Panhuysen, Amsterdam Jan van de Pavert, Rotterdam Piia Pekkanen, Den Haag Marian Plug, Amsterdam Barbara Polderman, Arnhem Gerard Polhuis, Amsterdam Carola Popma, Tilburg Jacques van Poppel, Amsterdam Katja Prins, Amsterdam Lieve Prins, Amsterdam Jennifer Protas, Amsterdam Thom Puckey, Amsterdam Diana Ramaekers, Kerkrade Anne Jaap de Rapper, Bakhuizen Daragh Reeves, Amsterdam Jannie Regnerus, Haarlem Marcel Reijerman, Arnhem Nick Renshaw, Amsterdam Renée Ridgway, Amsterdam Hjalmar Riemersma, Arnhem Gijs la Riviere, Rotterdam Cora Roorda van Eijsinga, Rotterdam Aart Rudolphy, Groningen Dino Ruissen, Amsterdam Bianca Runge, Middelburg Ronald Ruseler, Haarlem Donya Saed, Heerlen Rebecca Sakoun, Amsterdam Daan Samson, Rotterdam Alexander Schabracq, Amsterdam Tobias Schalken, Den Bosch Tomas Schats, Rotterdam Diana Scherer, Amsterdam Hidde van Schie, Rotterdam
Janine C Schimkat, Amsterdam Charlotte Schleiffert, Rotterdam Stefanie Scholte, Den Haag Petronella van der Schoot, Den Haag Simon Schrikker, Rotterdam Marijke Schurink, Amersfoort Marike Schuurman, Amsterdam Nicole Segers, Amsterdam Paul Segers, Boxtel Q.S. Serafijn, Rotterdam Igor Sevcuk, Utrecht Marit Shalem, Rotterdam Bert Sissingh, Rotterdam Pieter Slagboom, Middelburg Tanja Smeets, Utrecht Wieki Somers, Rotterdam Peter Spaans, Amsterdam Iwan van ’t Spijker, Den Haag F. Starik, Amsterdam Jan Taminiau, Tilburg Ed Terpstra, Groningen Juliette Tulkens, Rotterdam Piet Tuytel, Haarlem Erik Urlings, Amsterdam Lucas van der Velden, Rotterdam Isolde Venrooy, Rotterdam Geerten Verheus, Amsterdam William Verstraeten, Middelburg Marielle Videler, Amsterdam Roy Villevoye, Amsterdam Rob Voerman, Arnhem Jan Maarten Voskuil, Haarlem Matty Vroegop, Groningen Linda Wallance, Amsterdam Maria Welten, Middelburg Pia Wergius, Amsterdam Joost Jeroen Werner, Amsterdam Robert Wevers, Almen
Margret Wibmer, Amsterdam Michel Wieggers, Rotterdam Hans Wijninga, Arnhem Anneke Wilbrink, Zwolle Eduard Wind, Den Haag Judith Witteman, Amsterdam Lam de Wolf, Amstelveen Mattie van der Worm, Amsterdam Jan van IJken, Amersfoort Lee Eun Young, Arnhem Alexander Zeguers, Maastricht Krystyna Ziach, Amsterdam Siet Zuyderland, Amsterdam Edwin Zwakman, Amsterdam Productiesubsidies Pam Emmerik, Amsterdam Ronnie van der Ende, Rotterdam Karin Janssen, Amstelveen Serge Lammerts, Groningen Willem Muijs, Nijmegen Roma Pas, Amsterdam Falke Pisano, Hoorn Avery Preesman, Amsterdam Raaf van der Sman, Berlijn
20
21 2.4 Commissie Basissubsidies voorzitter Krien Clevis (tot 30 maart) Jorinde Seijdel (vanaf 1 april) leden Eylem Aladogan* Lise Haller Baggesen Marc Bijl* Wim Bosch Frans Franciscus* Maryan Geluk Alex Jacobs* Bastienne Kramer** Julie Mollenhauer Erik Odijk Ronald Ruseler Jan Schuijren Renie Spoelstra* Tim Vermeulen Maria Verstappen* Huib Haye van der Werf*** Peter Westenberg* Hans Wilschut* *per 1 juni **per 21 juni ***per 1 juli
Selectiecommissie Basissubsidies Lex ter Braak (voorzitter) Chris de Bueger Marjan Unger Elizabeth de Vaal De selectiecommissie Basissubsidies heeft 112 sollicitaties beoordeeld ten behoeve van de hernieuwde samenstelling van de Commissie Basissubsidies per 1 juni 2006. Hierbij is tevens de eventuele herbenoeming van zittende commissieleden ter sprake geweest. Van 11 van de zittende leden liep de benoemingstermijn op 1 juni af. Met het vertrek van deze leden ontstonden er vacatures op het gebied van schilderen, tekenen, keramiek, beeldhouwen, kunst in de openbare ruimte en nieuwe media. De selectiecommissie heeft 1 lid voor herbenoeming voorgedragen en 10 kandidaten als nieuw lid van de Commissie Basissubsidies.
22
3. STIMULERINGSSUBSIDIES 3.1 Inleiding Stimuleringssubsidies hebben tot doel de hedendaagse beeldende kunst, vormgeving en/of bouwkunst te bevorderen. Bij de beoordeling van aanvragen voor stimuleringssubsidies staat de artistieke kwaliteit centraal. Een startstipendium kan worden aangevraagd door beeldend kunstenaars, vormgevers of architecten die korter dan 4 jaar geleden een academie verlieten. De bijdrage werkbudget, praktijksubsidie en de publicatiesubsidie zijn bestemd voor aanvragers die een relevante opleiding aan HBO of TU hebben afgerond of minimaal 4 jaar professioneel werkzaam zijn. Startstipendium Een startstipendium is bedoeld om beginnende beeldend kunstenaars, vormgevers of architecten in staat te stellen zich verder te ontwikkelen. Met een startstipendium kunnen zij zich op de artistieke en zakelijke ontplooiing van hun werk richten. Ontvangers van een startstipendium kunnen in principe met de subsidie doen wat hun voor de start van hun beroepspraktijk goeddunkt. Een startstipendium bedraagt € 16.000 voor een periode van 12 maanden. Bijdrage Werkbudget Een bijdrage werkbudget kan aangevraagd worden door beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten om zeer uiteenlopende artistieke plannen te realiseren. Bijvoorbeeld voor het maken van nieuw
23 werk of een kunstenaarsboek, het verrichten van onderzoek, deelname aan een prijsvraag, een stage bij een bureau of de voorbereiding, ontwikkeling of uitwerking van een bijzonder ontwerp. Het is ook mogelijk deze subsidie aan te vragen voor een reis, een werkperiode of een (vervolg)studie in het buitenland. De bijdragen werkbudget zijn bij uitstek bedoeld om ruimte te bieden aan alle mogelijke plannen met een artistieke inhoud. Een plan moet in de tijd begrensd zijn, maar hoeft niet noodzakelijk tot een concreet eindresultaat te leiden. Een aanvrager kan er voor kiezen een standaard bijdrage werkbudget aan te vragen (€ 2.000 per maand tot maximaal 6 maanden) of een flexibele bijdrage werkbudget (benodigde bedrag op basis van een begroting). Praktijksubsidie Een praktijksubsidie kan alleen worden aangevraagd door vormgevers en architecten. Een praktijksubsidie stelt hen in de gelegenheid de productie van hun werk op basisniveau voort te zetten (vergelijkbaar met de productiesubsidie uit de Regeling Basissubsidies voor beeldend kunstenaars en vrije vormgevers). De subsidie is een bijdrage in de reguliere beroepskosten: de huur van een atelier of werkruimte, een buitenlandse reis ten behoeve van de presentatie van eigen werk of onderzoek, de productie van promotiemateriaal, materiaalkosten, een reguliere publicatie over het werk van de aanvrager, etc. Een praktijksubsidie bedraagt € 10.000 voor 12 maanden.
Publicatiesubsidie Een publicatiesubsidie stelt de aanvrager in staat een inhoudelijk interessante publicatie over zijn werk te maken die zal bijdragen aan de discussie over de ontwikkeling van de beeldende kunst, vormgeving of bouwkunst en/of het werk zijn plaats in die ontwikkeling zal geven. De aanvraag kan zowel op een gedrukte als een digitale publicatie betrekking hebben. Een publicatiesubsidie kan worden aangevraagd door beeldend kunstenaars, vormgevers en architecten. De aanvragen van publicatiesubsidies voor beeldend kunstenaars en vormgevers worden door een gemeenschappelijke commissie van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting beoordeeld. Aanvragen van publicatiesubsidies voor architecten worden door de Commissie Bouwkunst van het Fonds BKVB beoordeeld.
24
25 Percentage van totaal aantal aanvragen Stimuleringssubsidies beeldende kunst
3.2 OVERZICHTEN Stimuleringssubsidies Beeldende kunst
honoreringspercentage
aantallen 2006
2005
2004
startstipendia positief negatief totaal
61 241 302
78 238 316
123 278 401
flexibele bijdragen werkbudget positief negatief totaal
76 172 248
42 * 57 * 99 *
30,5% 42%
46 128 174
23 * 63 * 86 *
27%
27%
25%
28% 27,5%
standaard bijdragen werkbudget positief negatief totaal *vanaf 1 juni 2005 totaal positief negatief totaal
183 * 541 ** 724
211 279 539 736 750***1015***
2006
2005 2004
20%
24,5% 30,5%
standaard bijdragen werkbudget 24%
* inclusief 1 herbeoordeling die positief is geworden en inclusief 2 aanvragen die na de beoordeling zijn ingetrokken ** inclusief 9 herbeoordelingen die negatief zijn geworden *** inclusief werkbeurzen, investeringssubsidies en projectsubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
startstipendia 42%
flexibele bijdragen werkbudget 34%
26
27 Percentage van totaal aantal aanvragen Stimuleringssubsidies vormgeving
Stimuleringssubsidies Vormgeving
startstipendia positief negatief totaal flexibele bijdragen werkbudget positief negatief totaal * vanaf 1 juni 2005
aantallen 2006
2005
2004
2006
2005
2004
56 96 152
48 99 147
48 102 150
37%
32,5%
32%
35 30 65
standaard bijdragen werkbudget positief 10 negatief 26 totaal 36 praktijksubsidies positief negatief totaal totaal positief negatief totaal
honoreringspercentage
12 13 25
113 * 165 ** 278
8* 21* 29
praktijksubsidies 9%
54%
27,5%
standaard bijdragen werkbudget 13% 5* 5* 10*
14 19 33
28%
50% startstipendia 55%
9 10 19
113 92 182 197 295*** 289 ***
48%
42%
47% flexibele bijdragen werkbudget 23%
41%
38%
* inclusief 3 herbeoordelingen die positief zijn geworden ** inclusief 2 herbeoordelingen die negatief zijn gebleven *** inclusief werkbeurzen, investeringssubsidies en projectsubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
32%
28
29 Stimuleringssubsidies Bouwkunst
honoreringspercentage
aantallen
2006
2005
2004
startstipendia positief negatief totaal
16 24 40
19 29 48
16 28 44
flexibele bijdragen werkbudget positief negatief totaal
11 8 19
6* 3* 9*
2006
2005 2004
40% 39,5%
58%
Percentage van totaal aantal aanvragen Stimuleringssubsidies bouwkunst
36%
67%
praktijksubsidies 18% standaard bijdragen werkbudget positief negatief totaal * vanaf 1 juni 2005 publicatiesubsidies positief negatief totaal praktijksubsidies positief negatief totaal totaal positief negatief totaal
4 10 14
5* 2* 7*
28,5%
71%
startstipendia 44% 2 0 2
6 0 6
3 4 7
100%
100%
43%
5 11 16
7 7 14
8 12 20
31%
50%
40%
38 ** 53 * 91
50 54 50 78 100*** 132***
42%
50%
* inclusief 1 herbeoordeling die positief is geworden ** inclusief 4 herbeoordelingen die negatief zijn gebleven *** inclusief werkbeurzen nieuwe stijl, investeringssubsidies en projectsubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
41%
standaard bijdragen werkbudget 15%
publicatiesubsidies 2%
flexibele bijdragen werkbudget 21%
30
totaal aantal honoreringen 425
Totalen Stimuleringssubsidies (beeldende kunst, vormgeving, bouwkunst) Totaal aantal aanvragen beeldende startstipendia flexibele bijdragen werkbudget standaard bijdragen werkbudget praktijksubsidies publicatiesubsidies totaal aantal aanvragen
totaal aantal aanvragen uitgesplitst in: startstipendia projectsubsidies bijdrage werkbudget (flexibel) bijdrage werkbudget (standaard) praktijksubsidies publicatiesubsidies bouwkunst
kunst 302 248 174 724
vormgeving 152 65 36 25 278
bouwkunst 40 19 14 16 2 91
totaal 494 332 224 41 2 1093
2006
2005
2004*
45% 30% 21% 4% p.m.
44,5% 28% 12% 9% 4,5% 2%
41,5% 34%
totaal aantal honoreringen 334
totaal aantal honoreringen 374
totaal aantal afwijzingen 1011
totaal aantal afwijzingen 759
totaal aantal afwijzingen 771
2006 honoreringspercentage 30%
2005 honoreringspercentage 32,5%
3% 4,5%
* totaal percentage is lager dan 100% omdat de werkbeurzen en investeringssubsidies die in 2005 werden afgeschaft niet in dit overzicht zijn opgenomen. In 2006 werden 42 aanvragen op een formele grond niet in behandeling genomen. Tevens trokken 8 aanvragers hun aanvraag in voordat deze aan de commissie ter beoordeling werd voorgelegd. Reguliere vergaderingen Commissie Stimuleringssubsidies beeldende kunst 79 vormgeving 29 bouwkunst 13 totaal 121
2004 honoreringspercentage 29,5%
31
32
33 3.3 Toekenningen Startstipendia beeldende kunst Daniëlle van Ark, Amsterdam Anna van Asbeck, Amsterdam Fatima Barznge, Rotterdam Anna Bas-Backer, Berlijn Marijne Beenhakker, Amsterdam Joost Benthem, Amsterdam Monique Besten, Amsterdam Jan Bokma, Groningen Melanie Bonajo, Amsterdam Kim Boske, Amsterdam Irene Brouwer, Arnhem Marielle Buitendijk, Ankeveen See Kee Chung, Den Haag Bas Coenegracht, Amsterdam Annelies van Dam, Deventer Nickel van Duijvenboden, Amsterdam Chantal Ehrhardt, De Bilt Jelte Eikenaar, Amsterdam Jakob Fioole, Oosterhout Heidi de Gier, Utrecht Verena Grothe, Rotterdam Rudie Hoegen, Assen Jade Hulscher, Den Haag Sieberen-Henk de Jong, Groningen Roos van der Kamp, Utrecht Marc van Kempen, Amsterdam Marieke Klos, Den Haag Bart Koppe, Rotterdam Anouk Kruithof, Rotterdam Alexandra Leykauf, Amsterdam Merel Maissan, Utrecht Katrin Maurer, Amsterdam Bastiaan Mobach, Amsterdam Awoiska van der Molen, Rotterdam Cindy Moorman, Amsterdam
Navid Nuur, Den Haag Alien Oosting, Maastricht Joep Overtoom, Rotterdam Edo Paulus, Amsterdam Jennifer Petterson, Amsterdam Greg Que, Groningen Sara Rajaei, Den Haag Shamira Raphaela, Enschede Betty Ras, Amsterdam Roosmarijn Schoonewelle, Amsterdam Aino Setala, Rotterdam Michael Sewandono, Amsterdam Berndnaut Smilde, Laren Nard Snackey, Amsterdam Jonas Staal, Rotterdam Wouter Stelwagen, Amsterdam Arash Tagarian, Rotterdam Golie Talaei Kamalabad, Soest Aram Tanis, Amsterdam Curdin Tones, Amsterdam Christian Toonk, Utrecht Ola Vasiljeva, Nieuwegein Yvo van der Vat, Den Haag Ruth Verraes, Amsterdam Anne de Vries, Amsterdam Erik van der Weijde, Waalwijk
Bijdragen werkbudget beeldende kunst Mohamed Abdulla (Amsterdam) voor een werkperiode van 3 maanden in The Art Studio in Korea om te werken aan het project No fly zone waarmee hij de functie van kunst binnen een snel veranderende maatschappij wil onderzoeken. Door middel van presentaties wil hij een platform creëren om zijn ervaring te delen met (inter)nationale kunstenaars, critici, curatoren en andere geïnteresseerden. Eylem Aladogan (Amsterdam) voor een reis door de VS als voorbereiding op het maken van nieuw werk. Tijdens de reis wil zij de architectuur en de omgeving bekijken van een aantal gebouwen van Frank Lloyd Wright, die een grote inspiratiebron vormt voor Aladogan. Doel van de reis is de visie van Wright op zijn zogenaamde humane architecture, waarin de inwendige ruimte de uitwendige vorm bepaalt, te staven aan de werkelijke ervaring van de gebouwen in relatie tot het omringende landschap. Lara Almarcegui (Rotterdam) bijdrage aan de Gids van ruïnes in Nederland – van 1870 tot nu. Uit heel Nederland komen gebouwen aan bod, in diverse stadia van verval en allemaal opmerkelijk in hun soort. Almarcegui wil met dit kunstenaarsboek aandacht vragen voor ruïnes die door hun onbruikbaarheid buiten de tijd vallen, terwijl het ook locaties vol verbeelding en mogelijkheden zijn.
Maddy Arkesteyn (Oisterwijk) om nieuwe foto’s af te drukken. Zij presenteert deze foto’s op een tentoonstelling in Knokke. Maria Barnas (Amsterdam) voor het maken van 4 nieuwe werken die tentoongesteld worden in het Stedelijk Museum te Amsterdam en op de expositie ‘A for Alibi’ bij Uqbar, Utrecht. Centrale vraag is in hoeverre kennis bepaalt wat je ziet en je ervaring kleurt. In installaties, video’s en foto’s, al dan niet in combinatie met tekst, onderzoekt Barnas de waarneming. James Beckett (Amsterdam) voor nieuw werk dat hij toont bij BueroFriedrich in Berlijn. Beckett maakt installaties waarin geluid een belangrijke component is. De experimenten en het onderzoek dat hij uitvoert voor deze solo-expositie, presenteert hij eerst op een concert bij STEIM in Amsterdam. Aan de tentoonstelling in Berlijn is ook een concert gekoppeld. Peter Bogers (Amsterdam) voor het produceren van 2 nieuwe werken: The Unified field, een interactieve installatie met beeldprojecties en stemmen, en Brainfield, waarbij 2 aan de onderarm bevestigde videocamera’s een proces van synchroon schilderen vastleggen. De werken staan centraal in solo-exposities bij Montevideo in Amsterdam en de Württembergischer Kunstverein in Stuttgart (Duitsland). Eelco Brand (Breda) om nieuw werk te maken voor groepstentoonstellingen op
Hans Eijkelboom, Fotonotitie dinsdag 21 maart 2006 12:30 - 14:30 uur West 34th Street, New York (zie pagina 35)
Hans Wilschut, ‘Lupu’, Shanghai 2007, 170-120 cm, fujiflex op perspex/dibond, courtesy MKgalerie (zie pagina 47)
34
35 Tenerife en in Sint Petersburg en soloexposities in Gijón, Berlijn, Amsterdam, Verona en het Sakhalin Regional Art Museum in Yuzhno-Sakhalinsk (Rusland). Naast digitale prints, toont hij nieuwe computeranimaties. Tudor Bratu (Amsterdam) fotografeert de nachtelijke Zuidas als verlaten podium voor een dagelijks wisselend toneelstuk. Met een bijdrage werkbudget brengt hij zijn foto’s bijeen in een experimenteel kunstenaarsboek. Medium en onderwerp moeten elkaar versterken. Zie beeldbijlage. Koos Breukel (Amsterdam) voor het maken van een serie portretten van ouders van overleden kinderen in Volendam. Breukel wil hen een gezicht geven, als erkenning van hun status als ouders van een overleden kind. Ook hoopt hij hen een ingetogen monument te kunnen bieden. Auteur Frans Thomése tekent aan de hand van gesprekken met ouders herinneringen op. Lonnie van Brummelen (Amsterdam) voor het Monument voor de Europese suikerpolitiek, de eerste van een aantal installaties uit het project Unfair Competition dat de prijsmechanismen van de wereldhandel stapsgewijs wil ontsluiten. Zij werkt hiervoor samen met Siebren de Haan. Het monument bestaat uit een grondstofsculptuur, een film en een publicatie, alle te zien op de tentoonstelling ‘Just In Time’ bij het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Geeske Bijker (Amsterdam) voor onderzoek en het maken van nieuwe abstracte schilderijen voor de tentoonstelling ‘Sainte Victoire’ in Dalfsen. Marc Bijl (Rotterdam) voor een installatie tijdens de expositie ‘Dark’ in Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam. Bijl bouwde in het midden van de zaal met olievaten, televisies, wapens, portretten van de elite en spiegels een bijenkorf / pyramide en voorziet deze van commentaar door een op de muur geschilderde tekst van de 17e eeuwse maatschappijcriticus Bernard Mandeville. Arno Coenen (Amsterdam) om nieuw en experimenteel werk te maken voor tentoonstellingen in Amsterdam, Rotterdam en voor een presentatie in Los Angeles. Frank Creton (Amsterdam) om nieuw werk te maken voor tentoonstellingen in Suriname en Nederland.
in New York. Thema zijn de façades van gebouwen uit Berlijn en New York. Erwin Driessens en Maria Verstappen (Amsterdam) onderzoeken de expressieve mogelijkheden van zelforganisatie en wat deze kunnen betekenen voor kunst. Nu willen ze zich verder verdiepen in artificial life en kunstmatige evolutie. Daarmee leveren ze een bijdrage aan het boek Innovations in Evolutionary Design dat in 2007 in Australië wordt uitgegeven. Ook doen zij mee aan de tentoonstelling ‘Contour’ in Delft in 2007, waarvoor ze nieuw werk zullen ontwikkelen. Marcel van Eeden (Den Haag) voor het maken van 2 grote series tekeningen voor tentoonstellingen in Duitsland. De eerste serie van 150 tekeningen, een fictieve biografie van botanicus K.M. Wiegand was te zien op de Berlin Biënnale in 2006. De tweede serie is bestemd voor de Kunstverein Hannover en krijgt de vorm van een stripverhaal.
en op plekken in Londen en New York. Daarvoor reist hij naar Shanghai, New York en Parijs, metropolen die alle 3 een bijzondere positie hebben in de wereld. De bijdrage werkbudget gebruikt hij om 2 maanden in Parijs te fotograferen en het materiaal te verwerken. Zie beeldbijlage. Jeroen Eisinga (Rotterdam) voor het volgen van het eerste jaar aan de masteropleiding scenarioschrijven aan het American Film Institute in Los Angeles. Bojan Fajfric´ (Amsterdam) om een installatie te bouwen in het gebouw van de Kapelica Gallery in Ljubljana. Door de bestaande architectonische structuren te wijzigen, intervenieert hij in de ruimte. De grootste verandering vindt plaats onder de koepel van de voormalige kapel waar Fajfric´ het bestaande platform zo aanpast dat er geluidssculpturen ontstaan.
Ad van Denderen (Amsterdam) om verder te kunnen werken aan Edges of the Mediterranean. In dit fotoproject legt hij de veranderingen vast die het toerisme, de handel en conflicten teweeg brengen in de landen rondom de Middellandse Zee. De losse beelden vertellen als geheel een filmisch verhaal en worden gebundeld in een boek en een tentoonstelling.
Paul van der Eerden (Rotterdam) om een tentoonstelling samen te stellen bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Uitgangspunt vormt de collectie tekeningen en prenten van het museum. Van der Eerden zal zijn keuze aanvullen met eigen werk en met stukken uit andere museale en privé-verzamelingen.
Ilse Frech (Amsterdam) begon tijdens haar werkperiode in het buitenland atelier Holsboer in Parijs aan het fotografieproject Jonge Moslim vrouwen in de voorsteden van Parijs. Met een bijdrage werkbudget kan ze het project nu voortzetten en uitdiepen, videoportretten maken, de opgenomen interviews laten vertalen, tentoonstellingen in Nederland en Frankrijk realiseren en een publicatie laten uitgeven. Zie beeldbijlage.
Bart Domburg (Amsterdam) maakt met een bijdrage werkbudget nieuwe schilderijen voor twee solotentoonstellingen
Hans Eijkelboom (Amsterdam) werkt aan nieuwe foto’s voor een boek en een tentoonstelling bij FOAM in Amsterdam
Willum Geerts (Amsterdam) om in New York deel te nemen aan het Art Omi International Residence Program en een serie
36
37 nieuwe schilderijen te maken rondom het thema ‘feest’. Waar hij de afgelopen tijd vooral multidisciplinair werk maakte, wil Geerts nu bekijken wat deze werkperiode betekent voor zijn autonome schilder- en tekenwerk. Dan Geesin (Amsterdam) voor het project Miniatures dat bestaat uit 10 korte films. Samen vertellen ze het verhaal van levensschommelingen. Geesin wil met Miniatures onder andere experimenteren met de beperking van film versus de eindeloze mogelijkheden van video. Lotte Geeven (Amsterdam) werkte eerder in Tbilisi (Georgië). Daar ontstond het idee om steden van tegenovergestelde culturen te portretteren en bijeen te brengen in een boek. In tekeningen, tekst en kleine installaties maakt ze een blauwdruk van ‘de stad’. Met een bijdrage werkbudget vertrekt ze naar New York en Xiamen, China, om daar indrukken te verzamelen, te ordenen en te onderzoeken en zo het tweede en derde hoofdstuk te schrijven. Boris Gerrets (Amsterdam) voor het project People I could have been and maybe I am. Tijdens 7 wandelingen door Londen neemt de filmmaker de toeschouwer mee op een ontdekkingstocht waarin het contact met en begrip van de mensen die hij onderweg tegenkomt, centraal staat. Elke wandeling staat in het teken van een specifieke stemming.
Olivia Glebbeek (Amsterdam) voor deelname aan de groepstentoonstelling ‘Bikini in Winter’ in Zuid Oost Azië. Het werk dat zij laat zien is een resultaat van een eerdere werkperiode in Seoul. Daarnaast woont en werkt Glebbeek 3 maanden in kunstenaarsverblijf ‘Het Vijfde Seizoen’ op het psychiatrisch terrein in Den Dolder. Met de mede door haar opgerichte Stichting Binnenstebuiten zal ze workshops en happenings verzorgen. Kaleb de Groot (Amsterdam) woonde 7 jaar in de voormalige vuurtorenwachterwoning van IJmuiden en zette daar het kunstenaarsinitiatief ‘Motel Nooitgedacht’ op dat nu gesloopt wordt. Met een bijdrage werkbudget neemt hij met zijn drieluik De Goedendag/One Hot Blue Ball afscheid en brengt hij een eerbetoon aan IJmuiden. De presentatie vindt onder meer plaats in de havenplaats zelf en in de vorm van een tatoeage. Voebe de Gruyter (Brussel) verplaatst het gedrag van subatomaire deeltjes naar de zichtbare werkelijkheid. In relatiefotonen tekent ze over foto’s heen en maakt ze videobeelden in café’s met spiegelwanden, waarin de waarneembare beelden gevormd worden door fotonen die met 3000000 km/uur op je afkomen en door je heen schieten. Zij presenteert haar werk op de tentoonstelling ‘Inertia: persistency in art’ in Sint Petersburg. Krist Gruijthuijsen (Huddinge, Zweden) voor een werkperiode bij Location 1 in
New York. Daar onderzoekt hij de relatie tussen stand-up comedian Andy Kaufman en schrijver JT Leroy. Het project is een samenwerkingsverband met Extra City in Antwerpen. Aan het eind van zijn werkperiode geeft Gruijthuijsen een presentatie waarin hij gerelateerde werken van andere kunstenaars/theoretici koppelt aan de onderzoeksresultaten. David Haines (Amsterdam) voor het project Three Songs. Haines onderzoekt hoe je nieuwe manieren kunt vinden om tot liedteksten te komen. In zijn muziekvideo’s spreken toon en tekst elkaar tegen. Haines wordt gefascineerd door het heimelijk moment; de situatie waarin iemand wordt vastgelegd zonder dat hij/zij zich hiervan bewust is. Rob Hamelijnck en Nienke Terpsma (Rotterdam) geven sinds 2003 Fucking Good Art (FGA) uit, een tijdschrift voor kunstkritiek met recensies, observaties en interviews. Tijdens hun werkperiode eind 2005 in de Projectstudio Berlijn, begonnen ze aan FGA International, Berlin Edition. Met een bijdrage werkbudget verbleven ze langer in Berlijn om dit nummer tot het eind goed te begeleiden en te presenteren, en om deel te nemen aan de tentoonstelling ‘Wild Kapital’ bij Kunsthaus Dresden. Nicoline van Harskamp (Rotterdam) houdt zich in haar werk bezig met formele en informele systemen van macht, controle en oppositie. Haar project To Live
Outside the Law You Must Be Honest gaat over vormen en geschiedenis van zelfbestuur in 3 Europese steden. Met een bijdrage werkbudget werkt zij in de vrijstaat Christiania om zo het deel over Kopenhagen te realiseren. Sara van der Heide (Amsterdam) om een jaar te verblijven in het International Studio and Curatorial Program te New York. Daar zal ze onderzoek doen naar gehanteerd beeldmateriaal in de media, een nieuwe serie schilderijen maken en deze tentoonstellen. Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen (Amsterdam) maken voor de solo-expositie ‘Immobile Travellers’ bij Galerie de Expeditie in Amsterdam een serie van 5 foto’s. Geënsceneerde situaties tonen het vluchtige moment waarop iemands aanwezigheid niet langer samenvalt met de plek waarop hij/zij zich bevindt. Zij pogen de autoriteit en waarachtigheid van het fotografische beeld in twijfel te trekken. Geert-Jan Hobijn (Staalplaat soundsystem) (Amsterdam) om in het kader van het Siemens Art Program een geluidsinstallatie te maken voor het Schleswig-Holstein Musik Festival in Duitsland. Hobijn creëert hiervoor een holophonic beeld van de Kunsthalle in Kiel en tovert het gebouw om tot één grote geluidsinstallatie. Het publiek moet zo een gevoel krijgen voor de vorm en het volume van het museum.
38
39 Pieter Holstein (Amsterdam) voor een werkperiode van 6 maanden bij het CEAC te Xiamen (China). Hij wil daar een serie schilderingen op papier maken met landschappelijke thema’s. Ook werkt hij verder aan een boek dat de inhoudelijke strekking van zijn werk inzichtelijk moet maken en zijn aanpak vergelijkt met die van enkele klassieke Chinese schilders. Harmen de Hoop (Rotterdam) bestudeert menselijk gedrag in de stedelijke ruimte. Zo organiseert hij staged events op uitgekozen locaties met toevallige voorbijgangers als publiek. Hij documenteert de gebeurtenissen fotografisch, waardoor een tijdselement ontbreekt. De Hoop wil die dimensie toevoegen door te gaan filmen. Met een bijdrage werkbudget onderzoekt hij hoe zijn werk verandert. Loes van der Horst (Amsterdam) om van staalkabels en synthetisch materiaal nieuw werk te maken voor een tentoonstelling van oudere beeldhouwers in park Akerendam te Beverwijk. Ook heeft Van der Horst een solo-expositie bij Kunstvereniging Diepenheim waar ze tekeningen en nieuw werk van Chinees rijstpapier met inkt zal tonen. Hedwig Houben (Breda) om gedurende 2 semesters te kunnen studeren aan de kunstacademie van Düsseldorf bij Rita McBride. Bas van den Hurk en Wouter Verhoeven (Tilburg) maken videofilms en installaties
die refereren aan de schilderkunst. Mensen en landschappen van de 21e eeuw vormen het thema. Met een bijdrage werkbudget maken ze een site specific werk voor een solotentoonstelling in Lima (Peru) als onderdeel van het Video and Electronic Art Festival VAE. In de installatie wordt het Zuid-Amerikaanse leven gemixt met de telenovela (Zuid-Amerikaanse soap). Isabelle Jenniches (Amsterdam) voor de completering van een serie grootschalige compositiefoto’s, elk samengesteld uit duizenden webcam-opnames. De resultaten zijn te zien op het New Forms Festival ‘Transformations’ in Vancouver en tijdens een groepstentoonstelling op de Cal Poly University in San Luis Obispo (Californië). Rob Johannesma (Amsterdam) als bijdrage aan een kunstwerk voor de buitengevel van het nieuwe gebouw waar de Bijzondere Collecties uit de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam worden ondergebracht. Hiervoor maakt Johannesma een ‘parallelle bibliotheek’: een videodatabase waarin delen uit de collectie worden opgenomen en die via LED schermen te zien zijn. Rob Johannesma (Amsterdam) verbleef in 2005 in het buitenland atelier in Rome. De ruim 80 uur aan videobeelden die hij maakte op zijn zwerftochten door de stad, lopen qua onderwerp uiteen van architectuur tot spreeuwen, van wandtapijten tot Berlusconi. Johannesma wil dit materiaal
met een bijdrage werkbudget omzetten in nieuw werk voor 2 solotentoonstellingen in Amsterdam en Parijs. Zie beeldbijlage. Ad de Jong (Amsterdam) om een kunstenaarsboek te maken waarin hij zijn werken en denken zodanig verbeeldt dat het een directe neerslag vormt van zijn kunstenaarsschap. Het boek is bedoeld als een handleiding voor een ‘nieuwe beeldhouwwereld’. De presentatie vindt plaats tijdens de opening van zijn solotentoonstelling in Antwerpen.
bean Contemporary Arts op Trinidad. Tegelijkertijd bekijkt hij of hij een atelier kan bouwen in Suriname en werkt verder aan zijn onderzoek naar religieuze altaars. Het resultaat wordt tentoongesteld bij het CCA en verschijnt in een publicatie. Ook sluit het aan bij het project Way of Life van stichting AKKA in Amsterdam waar Jungerman aan deelneemt.
Karin de Jong (Rotterdam) om deel te nemen aan een presentatie op de Zoo Art fair in Londen. Zij toonde daar een selectie uit haar PrintROOM collectie en produceert een speciaal Parazine dat op de beurs en in Londense boekwinkels wordt verspreid.
Arthur Kleinjan (Rotterdam) werkte in 2005 3 maanden in Cairo. Het beeldmateriaal uit die periode verwerkt hij tot Moments of Considered Time. Dit project bestaat uit een kunstenaarsboek en een multimedia-installatie, beide op zichzelf staand. Met een bijdrage werkbudget gaat Kleinjan terug naar Cairo om aanvullende (beeld- en geluids)opnames te maken. Ook kan hij zo aan de research en productie van het boek werken.
Jeroen Jongeleen (Rotterdam) voor A Little Movement, waarbij hij stickers plakt in Poznan, Parijs, Zürich en São Paulo. De stickers worden gedocumenteerd en in een animatie verwerkt. In de genoemde steden neemt Jongeleen ook deel aan tentoonstellingen. In het project onderzoekt hij of er sprake is van globalisering van populaire straatkunst? En hoe is de controle en het beheer van plaklocaties door de verschillende overheden? Zie beeldbijlage.
Gertjan Kocken (Amsterdam) en Krijn de Koning (Amsterdam) voor hun nieuwe samenwerkingsproject dat ze bij P//////AKT in Amsterdam hebben getoond. Beide kunstenaars leggen een analytische belangstelling aan de dag voor specifieke eigenschappen van ruimte en locatie. Foto’s die Kocken maakte van een gebouw in afbraak worden door De Koning als bouwmateriaal gebruikt. Het ruimtelijke en fotografische beeld vallen letterlijk samen.
Remy Jungerman (Amsterdam) om een zeefdrukworkshop te geven in Suriname en een residency te volgen bij het Carib-
Servet Koçyigit ´ (Amsterdam) om onderzoek te doen en nieuw werk te maken voor een aantal tentoonstellingen in
40
41 ´ gebruikt binnen- en buitenland. Koçyigit diverse media voor zijn installaties. Door triviale objecten uit het dagelijks leven op ogenschijnlijk toevallige wijze samen te brengen, focust hij op dat wat normaal gesproken onzichtbaar blijft. Jan Koster (Amsterdam) voor een werkperiode van 6 maanden in Havana (Cuba) om verder te werken aan zijn foto’s over de stad. Eerder fotografeerde hij al de architectuur van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, de vele soorten bussen, straten en straathoeken, rijen wachtende mensen en de Escuela de Wushu Kungfu. Nu wil Koster de serie, waarin hij de sfeer van de stad verweeft, volwaardig uitbouwen. Zie beeldbijlage. Susanne Kriemann (Rotterdam) voor het project Future Visions of the Past dat uitgevoerd wordt in Cairo, een stad die in razend tempo is gegroeid. Onderzocht wordt welke toekomstbeelden men in de jaren vijftig van de vorige eeuw had en in hoeverre die samenvallen met onze huidige voorstelling. Bij de tentoonstelling ‘Downloads from Future’ geeft zij daarnaast eenmalig de krant The Future uit. Zie beeldbijlage. Germaine Kruip (Amsterdam) om de werken Daytime en Contre-compositie uit te voeren voor de solotentoonstelling ‘As a reflection in my mind’ in Londen. Daytime is een installatie met draaiende spiegels in een raam dat een verband legt tussen de fysieke en de mentale wereld
van de toeschouwer, Contre-compositie een spiegelmobiel gevormd naar uitsneden van figuren uit een schilderij van Van Doesburg. Battal Kurt (Den Haag) vertrekt met een bijdrage werkbudget voor een jaar naar Turkije om daar aan een project te werken over zijn geboortedorp. De cyclus van de veranderende seizoenen en de verschillende weersomslagen die het leven van de bewoners sterk beïnvloeden en hun levensstructuur bepalen, worden door Kurt in foto’s en film vastgelegd. Jan Robert Leegte (Amsterdam) om 2 installaties te tonen in het kader van het festival ‘5 Days Off’ bij Montevideo, Amterdam. De computerprojectie Cassette Ceiling speelt met de ruimtelijke ervaring van de bezoeker: het massieve gebouw lijkt langzaam vloeibaar te worden. Selections zijn van zichzelf geanimeerde photoshopkaders die een compositie vormen in relatie tot de aanwezige architectuur. Jan Robert Leegte (Amsterdam) doet onderzoek naar de sculpturale mogelijkheden van materialen die voortkomen uit de digitale cultuur. Vanwege zijn kennis op dit vlak is hij uitgenodigd voor een residency bij het Alexandria Contemporary Arts Forum. Met een bijdrage werkbudget zal hij daar lezingen en een workshop geven aan de kunststudenten, en een site specific werk ontwikkelen.
Lucas Lenglet (Sint Michielsgestel) voor een installatie t.b.v. tentoonstellingen in Berlijn en Athene. Het werk Tools for rescue / Tools for hiding bestaat uit 3 delen en heeft tot thema de verschuiving van de aanvallende kant van geweld naar de verdedigende kant.
Martin Luijendijk (Amersfoort) voor een nieuwe serie interieurfoto’s die hij maakt aan de figuurlijke randen van de stad Amsterdam. Samen moeten de beelden in grote lijnen de afbakeningen van de grootstedelijke samenleving tonen. Zie beeldbijlage.
Joep van Liefland (Utrecht) voor het verder ontwikkelen van VIDEO PALACE (VP). In deze keten van mobiele installaties worden videobanden uit de onderkant van de westerse massacultuur getoond en van (ironisch) commentaar voorzien. Elke specifiek voor een locatie ontworpen VP heeft een eigen thema. Ook ontwerpt Van Liefland een eigen reclameblad, posters en lichtkasten voor dit ‘franchise- kunstwerk’.
Mahmoud Massad (Utrecht) bijdrage voor zijn documentaire Recycle, over de sociaal economische achtergronden van radicalisering in het Midden Oosten. Dit portret met de lengte van een speelfilm moet een humaan beeld geven van mensen die proberen te overleven in een stad die algemeen beschouwd wordt als broedplaats van terroristen.
Bart Lodewijks (Hoorn) voor een werkperiode van 3 maanden in Portugal, op uitnodiging van het museum Culturgest in Porto. De periode wordt afgesloten met een tentoonstelling in het museum. Ook werkt hij aan Wall Page, een speciaal bewerkte versie van muurtekeningen. Deze kunstenaarspublicatie wordt gepresenteerd op een groepstentoonstelling in Lissabon. Bas Louter (Amsterdam) om voor tentoonstellingen in Amsterdam, Berlijn en Los Angeles 3 nieuwe installaties te maken. Hij maakt een serie nieuwe portretten in houtskool. Beelden uit zijn archief, foto’s uit boeken, tijdschriften en van internet, dienen als inspiratiebron.
Janice McNab (Amsterdam) is geïnteresseerd in de toeristische blik en het aloude zoeken naar Utopia in onontgonnen exotische gebieden. Met een bijdrage werkbudget reist ze naar Groenland om daar schilderijen te maken die zowel verwijzen naar deze zoektocht als naar het hedendaagse reizen. De doeken komen te hangen op solotentoonstellingen in Londen en São Paulo. Sanja Medic´ (Amsterdam) voor een werkperiode in het CEAC te Xiamen (China). Daar wil ze bekijken hoe tekeningen veranderen onder invloed van misvattingen en cultureel bepaalde benaderingen. Dit doet ze door eerst zelf inkttekeningen te maken, die te beschrijven en te laten vertalen, en ze dan opnieuw te laten uitvoeren door een lokale kalligraaf. Ook
42
43 wil Medic´ haar onderzoek naar interieurs verder uitdiepen. Aernout Mik (Amsterdam) voor Raw Footage/Scapegoats over de ervaring en voorstelling van oorlog. Hiermee wil hij laten zien hoe normaliteit en extremiteit in oorlogssituaties met elkaar verweven zijn. Het werk is in BAK (Utrecht) gepresenteerd en zal in Trento (Italië) en het Camden Arts Centre (Londen) te zien zijn. Ingrid Mol (IMP!) (Den Haag) om 3 maanden deel te nemen aan het door de Artoteek den Haag en Cemeti Arthouse (Indonesië) geïnitieerde project Landing Soon op Java. Mol wil daar een beeldroman maken waarin onder meer de betekenis van traditionele beeltenissen in religie en samenleving aan de orde komt. De werkperiode wordt afgesloten met een openbare presentatie in Yogyakarta. Jurriaan Molenaar (Weesp) voor een werkperiode van 4 maanden in Hongarije en het geven van een workshop op de kunstacademie in Budapest. De periode wordt afgesloten met een solotentoonstelling van nieuwe schilderijen. In zijn werk wordt Molenaar geïnspireerd door de stedelijke ruimte. Kianoosh Motallebi (Den Haag) voor het volgen van het eerste jaar aan de masteropleiding Fine Art aan de Slade School of Fine Art in Londen. Geert Mul (Rotterdam) voor het project Mirror with a Memory. Deze spiegel met
geheugen registreert via een camera wie er voor staat, maar ook krijgt de toeschouwer te zien welke bezoekers eerder de ruimte bezochten. De gezichten worden eeuwig opgeslagen in de ingebouwde database. Achnaton Nassar (Amsterdam) om deel te nemen aan de Biënnale van Cairo. Aan de voeten van de sfinx van Gizeh plaatst hij lege petroleumvaten met daarin camouflagekleurde kabouterbeelden. Door folkloristische symbolen uit verschillende culturen te mengen wil hij commentaar leveren op de Oost - West verhouding. Arno Nollen (Amsterdam) om gedurende een semester les te geven aan de kunstenfaculteit van de Makerere Universiteit in Kampala (Uganda). Aan het eind van de periode zal hij een expositie inrichten in de Art Gallery van de universiteit. Mark Nozeman (Amsterdam) verbleef begin 2006 op uitnodiging van kunstcentrum AoRTa in Chisinau (Moldavië). Hij gaf er onder meer lezingen en bestudeerde de identiteit van dit land in transitie. Met een bijdrage werkbudget keert hij terug om fotografisch onderzoek te doen en een beeld te creëren van het individu en de verhouding tot zijn omgeving. Jeroen Offerman (Rotterdam) om deel te nemen aan het Associate Research Studentship Programme aan de Goldsmiths University of London. Tijdens zijn werkperiode zal hij zijn samenwerkingsverband
met een Londense zilversmid voortzetten en een nieuwe fotoserie voorbereiden. Wendelien van Oldenborgh (Rotterdam) werkt sinds 2004 aan A Certain Brazilianness dat uit verschillende deelprojecten bestaat. Met een bijdrage werkbudget maakt zij de videoproductie Movie_Machine03. Daarin onderzoekt ze een specifiek moment uit de Nederlandse koloniale relatie met Brazilië en koppelt dat aan huidige (morele) vraagstukken. Joep Overtoom (Rotterdam) voor het volgen van het eerste jaar aan de masteropleiding Fine Art aan Goldsmiths University, Londen. Thom Puckey (Amsterdam) maakt 2 nieuwe beelden in statuaria marmer. Het eerste beeld, met de voorlopige titel L’Arrêt de Mort, wordt getoond op de overzichtstentoonstelling ‘Contour’ van museum Prinsenhof te Delft; het tweede beeld presenteert Puckey op een tevens door hem samen te stellen expositie van Nederlandse kunst in Skopje (Macedonië). Magali Reus (Den Haag) voor het volgen van het eerste jaar aan de masteropleiding Fine Art aan de Goldsmiths University, Londen. Martin Riebeek (Breda) voor het project Imagine Being There, over het verlangen altijd ergens anders te zijn. Voorbijgangers uit verschillende Europese steden vertellen voor de camera wat hun per-
soonlijke paradijs is. De videoportretten zijn samengevoegd in een installatie die momenteel meer dan 100 films beslaat. Riebeek reist nu naar Amerika, Afrika en Azië om de serie buiten Europa voort te zetten. Ewoud van Rijn (Rotterdam) om deel te nemen aan een presentatie op de Zoo Art Fair in Londen. Hij zal daar drie schilderijen tonen uit de serie Venture. Met een bijdrage werkbudget kan hij de tentoonstelling opbouwen en zijn internationale netwerk uitbreiden. Cora Roorda van Eijsinga (Rotterdam) voor een grote installatie met diverse media t.b.v. een solo-expositie in het Museum voor Moderne Kunst te Arnhem. Uitgangspunt voor het project Ik begon aan mijn theorie te twijfelen…, is het nature-nurture debat over de rol van genetica en de omgeving op de ontwikkeling van kinderen. Maria Roosen (Arnhem) om nieuw werk te maken dat zijn oorsprong kent in ouder werk maar waarbij andere inzichten een rol spelen. Close Friends – New Friends far away uit 2005 krijgt bijvoorbeeld een vervolg en de collectie zonnebloemen uit het Textielmuseum wordt verder uitgewerkt. Ook presenteert Roosen werk op een van de openingstentoonstellingen van het verbouwde Stedelijk Museum in Schiedam.
44
45 Jan Rothuizen (Amsterdam) bijdrage aan een werkperiode van 2 maanden in de Townhouse Gallery in Cairo (Egypte) waar hij samen met een Egyptische kunstenaar een krant zal uitgeven waarin stadswandelingen met tekeningen en foto’s zijn vastgelegd. Ook werkt hij verder aan The Last Tourist, een website waarop de bezoeker aan de hand van zijn kaarten, teksten en foto’s online wandelingen door Cairo kan maken. Zie beeldbijlage. Coriette Schoenaerts (Amsterdam) om zich op de Londense bladenmarkt te kunnen begeven. Om zich te profileren als conceptueel denker binnen de mode(fotografie), wil ze een paar vrije fotoseries laten publiceren in goede modetijdschriften en haar (internationale) netwerk actief vergroten. Han Singels (Amsterdam) voor de voltooing van zijn project Koeien in het landschap. In tegenstelling tot oude Hollandse meesters die hetzelfde onderwerp schilderden, kan een fotograaf nauwelijks kunstgrepen toepassen om het beeld om te zetten in een illusie van licht en beweging. Geduld en ‘choreografie’ zijn sleutelwoorden. In 2007 zijn de foto’s te zien bij Huis Marseille in Amsterdam. Femke Snelting (Brussel) en Riek Sijbring (Amsterdam)/ De Geuzen voor de realisatie van een online component van het project Female Icons, een serie activiteiten over de iconografie van vrouwenbeelden. Het webprogramma bevat onder
meer huiskamerlezingen, een bibliotheek en een discussieforum. Dieuwke Spaans (Amsterdam) verbleef eerder in Delfina Studios, Londen. Daar zoomde ze in op onderwerpen en experimenteerde ze met materiaal. Met een bijdrage werkbudget wil zij nu nieuwe grote werken op doek maken om zo een kruisbestuiving tussen de verschillende periodes tot stand te brengen. William Speakman (Breda) om onderzoek te doen naar en nieuwe werken te maken met licht. Daarmee wil hij het mogelijk maken om ruimte anders te definiëren. Waar Speakman eerder vooral naar architectuur verwees, richt hij zich met deze serie meer op design. Sophia Tabatadze (Rotterdam) om deel te nemen aan het project Routes… report from the land of dreams, een artistiek onderzoek in de vorm van een reis, workshops en seminars. Samen met Sara Rajaei neemt Tabatadze een deeltraject op zich: van de Oekraïne via de Kaukasus naar Iran, landen in continue beweging. Doel is de positie van de kunstenaar te herdefiniëren en het stimuleren van een cultuur die reflectief is en procesbewust. Raymond Taudin Chabot (Amsterdam) voor het volgen van het tweede jaar van de masteropleiding Fine Art aan de Goldsmiths University, Londen.
Michael Tedja (Amsterdam) werkt aan 10 nieuwe grote doeken waarop hij objecten monteert. Tijdens het proces reist hij naar het buitenland om tentoonstellingen te maken. De doeken zijn ondergronden, de dragers voor de ervaringen die Tedja al reizende opdoet. Een bijdrage werkbudget stelt hem in staat hier verder aan te werken en deel te nemen aan tentoonstellingen in Mali en de VS. Marjan Teeuwen (Den Bosch) voor een werkperiode in het CEAC te Xiamen (China). Daar werkt ze aan een nieuwe installatie. Uitgangspunt is een driedimensionale tekening. De installatie vormt weer de basis voor een autonome foto die in het CEAC tentoongesteld wordt. Ook schrijft zij aan de publicatie bij de tentoonstelling StillMoving van kunstenaarsinitiatief KW14. Tot slot start ze een onderzoek voor het KW14 project StressedShelter. Maurice van Tellingen (Amsterdam) voor nieuw minitiauurmodellen t.b.v. tentoonstellingen in Berlijn. Maurice Thomassen (Rotterdam) voor een werkperiode van 3 maanden in Point B in Williamsburg (New York). Daar wil hij werken aan een nieuw Poster-project: wandvullende postercollages op karton. Grote en kleine schandalen waarover de media berichten vormen de basis voor de serie. Thomassen is vooral geïnteresseerd in de weerslag die deze berichtgeving heeft op de publieke opinie en beeldvorming.
Gerda ten Thije (Arnhem) voor 5 nieuwe werken t.b.v. de reizende tentoonstelling ‘Dreamland’. Zij schildert in het stedelijke landschap ingesloten, natuurlijke enclaves, waarbij zij concrete motieven zo uitvergroot dat ze ten opzichte van het verstilde weidse landschap waar ze deel van uitmaken, vervreemdend gaan werken. David Verbeek (Amsterdam) voor zijn film Shanghai 20 waarin een nieuwe generatie wereldburgers centraal staat. Deze groep groeit op in een totaal andere wereld dan die van hun ouders. Verbeek schetst in zijn films een beeld van de huidige tijdgeest.Thema’s als vervreemding, identiteit en de hedendaagse postmoderne wereld komen aan bod. Ook de verschillen tussen Oost en West spelen een grote rol. Barbara Visser (Amsterdam) bijdrage aan 4 projecten van uiteenlopende aard: het samenstellen van een overzichtstentoonstelling van werk uit de periode 1989 - 2006 bij Museum De Paviljoens in Almere; het maken van nieuw werk voor de Biënnale in São Paulo; onderzoek voor en productie van het werk Luna Park in Bilbao en het maken van een schetsopdracht voor een Kunstenaarshuis / VIP woning in Leidsche Rijn. Eveline Visser (Rotterdam) bouwt aan het ruimteschip Solidarity-planet. Dit mobiele en publiekelijk toegankelijke kunstwerk communiceert wereldwijd via het net.
46
47 Het ruimteschip ontwikkelt een nieuw symbolenstelsel dat wereldwijd door taal ontstane miscommunicatie moet oplossen en gevoelens van saamhorigheid opwekken. Met een bijdrage werkbudget maakt zij het space-lab. Rob Voerman (Arnhem) om een beeld te maken op Bedford Square in het kader van een solotentoonstelling bij de Architectural Association in Londen. Met deze op zijn kop geplaatste en door een houten constructie geannexeerde auto, wil Voerman een begin maken met het streven zijn werken sterker te koppelen aan de realiteit en de openbare ruimte. Giny Vos (Amsterdam) voor de installatie Reizend Zand op het stationsplein in Apeldoorn. Over een grote glazen wand sturen miljoenen LED’s een zandverstuiving aan. Het landschap in de installatie verandert voortdurend. Bram Vreven (Den Haag) om 3 nieuwe bewegingschoreografieën te maken voor zijn serie Vloei - Flow. Vreven werkt met de bewegingsmogelijkheden van water. Aan de hand van elektromechanische experimenten probeert hij uiteenlopende vloei-, golf- en stromingspatronen te ‘choreograferen’. De werken werden tijdens de internationale Gaudeamus Muziekweek 2006 tentoongesteld. Dré Wapenaar (Rotterdam) voor een installatie op het binnenterrein van het Museum of Contemporary Arts te North
Adams (MASS MoCA), (VS) t.b.v. het festival ‘A season of Dutch Arts in the Berkshires’. De overblijfselen van het oorspronkelijke gebouw vormen de basis van zijn Courty Ard Pavilion; de aanpassingen zijn in lijn met de nieuwe functie van het pand. Chikako Watanabe (Amsterdam) voor een werkperiode in het Akiyoshidai International Art Village in Japan om lezingen en workshops te geven en onderzoek te doen. Het resultaat is een beeldpresentatie met live optredens van muzikanten en de medewerking van de plaatselijke bevolking. Anne Wenzel (Rotterdam) voor een nieuwe reeks grote keramische beelden als vervolg op werk dat ze eerder maakte tijdens een werkperiode in het Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch. Guido van der Werve (Amsterdam) voor 3 nieuwe films die hij toont op een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum Bureau te Amsterdam. Overkoepelend thema is Failure as an option: het tevergeefs proberen te bereiken van een doel. Luuk Wilmering (Haarlem) maakt collages van tijdschrift- en krantenfoto’s. Recentelijk is hij begonnen met een nieuwe serie van hele krantenpagina’s die volledig zijn samengesteld uit fragmenten van krantenfoto’s, teksten en eerdere collages. Wilmering wil met een bijdrage werkbudget een nieuwe reeks krantenpagina’s maken.
Hans Wilschut (Rotterdam) fotografeert verstedelijkte landschappen. Eerder onderzocht hij Westerse en Arabische architectuur en stedenbouw; nu reist hij met een bijdrage werkbudget naar China. Daar legt hij de economische expansie, de bouw en de industriële vervuiling vast. Zo onderzoekt hij de gevolgen van grootschalige groei in een bestaande stad. De foto’s worden later gebundeld in een publicatie. Zie beeldbijlage. Ayako Yoshimura (Amsterdam) om nieuw werk te maken voor de tentoonstelling ‘From Photography to Moving Images’ in Osaka. Na de opening geeft Yoshimura een lezing om vervolgens door te reizen naar Singapore waar ze fotografisch en filmisch onderzoek zal doen naar de meest kunstmatige en gecontroleerde delen van de stadsstaat. Edwin Zwakman (Amsterdam) onderzoekt in geënsceneerde foto’s hoe de realiteit wordt afgebeeld en welke interpretaties daarbij ontstaan. Aan de hand van zelf geconstrueerde modellen bekijkt hij waar het specifieke en het universele samenvallen. Met een bijdrage werkbudget werkt hij 6 maanden in Derby (Engeland) aan zijn nieuwe fotoserie Tales from the Grid. Agata Zwierzynska (Amsterdam) voor onderzoek naar en de realisatie van de animatiefilm Drowning in Nightmares over suïcidale dwang en de gekte van de menselijke geest. Hiermee bouwt zij voort
op het eerdere project The Last Interview. Ook verwerkt zij de ervaringen die zij opdeed tijdens haar werkperiode in het ‘Vijfde Seizoen’ in Den Dolder.
48
49 Startstipendia vormgeving Bart de Baets, Amsterdam Willem Jan Bentvelzen, Zeist Bas Bouman, Haarlem Marijke Cobbenhagen, Amsterdam Catta Donkersloot, Amsterdam René van Engelenburg, Amsterdam Jantje Fleischhut, Amsterdam William van Giessen, Arnhem Casper Glorius, Nijmegen David Graas, Amsterdam Sara Hakkenberg, Rotterdam Robin Héman, Amsterdam Chantal Hendriksen, Amsterdam Arnoud van den Heuvel, Hilversum Sjaak Hullekes, Arnhem Ward Janssen, Rotterdam Joline Jolink, Teuge Toon Koehorst, Rotterdam David Kousemaker, Bussum Sebastiaan Kramer, Arnhem Leon Kranenburg, Rotterdam Vinca Kruk, Amsterdam Erik Kuiper, Utrecht Marloes de Laat, Nijmegen Mander Liefting, Eindhoven Lotty Lindeman, Lexmond Nicole Martens, Rotterdam Janna Meeus, Amsterdam Ton Meijdam, Breda Nynke Meijer, Sneek Christien Meindertsma, Rotterdam Adriaan Mellegers, Amsterdam Joffrey Moolhuizen, Amsterdam Bram Nijssen, Utrecht Tim Olden, Amsterdam Reineke Otten, Rotterdam Edwin Oudshoorn, Leiden
Tulay Palit, Arnhem Radim Pesko, Amsterdam Manuela Porceddu, Dordrecht Jonas van Praag, Amsterdam Derk Reneman, Rotterdam Mieszko van Rijsewijk, Amsterdam Dorrith de Roode, Den Haag Wouter Scheublin, Lexmond Loes Sikkes, Rotterdam Joost van der Steen, Arnhem Annemieke Swinkels, Son Roel Vaessen, Nijmegen Myrthe Veeneman, Den Haag Jannetje in ‘t Veld, Rotterdam Willem van de Ven, Nijmegen Marjolein Vermeulen, Rotterdam Richard Vijgen, Arnhem Xander Wiersma, Den Haag Francis Willemstijn, Wormerveer
Bijdragen werkbudget vormgeving Ruben Abels (Amsterdam) bijdrage voor zijn deelname aan het samenwerkingsproject Cascoland in Johannesburg (Zuid-Afrika). Voor dit project, met als doel de publieke ruimte van een park in Johannesburg toegankelijk en leefbaar te maken, is hij verantwoordelijk voor een gastdocentschap en de vormgeving van de publiciteit. Stuart Bailey (Amsterdam) om in het kader van zijn opdracht voor de huisstijl van Manifesta 6 op Cyprus een lokale werkplaats op te zetten waar al het drukwerk voor de kunstmanifestatie vervaardigd zou worden. De werkplaats zou onderdeel worden van de tijdelijke kunstopleiding die door de curatoren van Manifesta was geinitieerd als model voor Manifesta. De subsidie die resteerde na het annuleren van Manifesta 6 gebruikte Bailey voor de realisatie van een speciale editie van het tijdschrift Dot Dot Dot met bijdragen van de ‘studenten’ en ‘docenten’ van de ‘kunstopleiding’. Samira Benlaloua (Rotterdam) voor het project Breaking News- Season Sale - the Body dat zich richt op informatiestromen binnen een economisch systeem en de verhouding individu versus media/ commercie onderzoekt. Haar bevindingen worden gepresenteerd in een mascotte, affiches en een krant. Daarmee wil ze het algemene plaats laten maken voor het bijzondere en ruim baan geven aan de verbeelding, opdat de innerlijke mentale
ruimte samenvalt met de uiterlijke openbare ruimte. Francisco van Benthum (Beugen) voor het ontwikkelen van een sample collectie voorjaar/zomer 2007. Met deze mannencollectie hoopte hij de internationale positie van zijn label WOLF-homme te verstevigen, o.a. door deelname aan de Tranoï-homme beurs in Parijs en samenwerking met MoshiMoshi. Mattijs van Bergen (Beuningen) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de masteropleiding Fashion Womenswear aan de Central Saint Martins College of Art and Design, Londen. Dinie Besems (Amsterdam) bijdrage aan de solotentoonstelling LoloFerrari in de Zonnehof (Amersfoort). Tijdens deze tentoonstelling, waarmee Besems een periode van sieradenontwerpen afsloot, toonde zij o.a. nieuw werk in een speciaal ontworpen transparante kubus. Het nieuwe werk kwam tot stand via een ordeningssysteem dat door Luna Maurer in een computergestuurde tool werd omgezet. Jan Boiten (Amsterdam) om gedurende 6 maanden verder te kunnen werken aan producties die hij als vrije vormgever initieert. Het betreft o.a. plannen voor een opera, waarvoor hij de partituur wil baseren op een beelddramaturgie en waarin sprake zal zijn van een live interactie tussen speler, videobeeld, decor en licht.
Groepsportretten: ‘Roofingpalaisje’, Antwerpen. Project Terrains Vagues van Groep Sannah Belzer, Pieter Eeckeloo, Christopher Paesbrugghe, Lin Vanwayenbergh, Dries Verbruggen als onderdeel van Groepsportretten, 2006 (zie pagina 57)
Lola landscape architects, Amsterdam Airport City, 2007 (zie pagina 85-86)
50
51 Saskia van Drimmelen (Amsterdam) voor het opzetten van een aantal workshops waar de kennis van traditionele Bulgaarse handwerkslieden wordt samengebracht met die van Nederlandse ontwerpers. Het doel is de in Bulgarije nog aanwezige ambachtelijkheid te lokaliseren en opnieuw te waarderen met als resultaat een nieuwe serie unieke kledingstukken. Eefje Dierickx (Arnhem) voor het volgen van het eerste studiejaar aan de masteropleiding Fashion Womenswear aan de Central Saint Martins, Londen. Martijn Deurloo (Rotterdam) bijdrage in de kosten die hij zal maken tijdens een stageperiode in New York bij het ontwerpbureau 2x4. Bij dit bureau wil hij zijn zoektocht naar een experimentele, conceptuele en intellectuele werkwijze als grafisch ontwerper voortzetten. Jochem Faudet (Den Haag) voor het volgen van het eerste studiejaar aan de masteropleiding Design Products aan de Royal College of Art, Londen. Madieke Fleuren (Nijmegen) voor een werkperiode in het Europees Keramisch Werkcentrum samen met Pieke Bergmans. Zij willen experimenteren met binnenvormen als afgeleide van buitenvormen, met als uitgangspunt ‘Form follows Material’. Aleksandra Gaca (Delft) voor het onderzoeken van nieuwe (weef)technieken en
het experimenteren met materialen. De resultaten wil zij toepassen in karpetten, dekens en 3-dimensionale wanddecoraties. Sarah van Gameren (Londen) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de afdeling Design Products aan de Royal College of Art, Londen. Pascale Gatzen (Amsterdam) voor een project dat van start ging met 3 workshops waarin kleren werden bedacht door beeldend kunstenaars. Hun kledingvoorstellen zijn daarna door een ontwerpteam verder ontwikkeld tot verkoopbare producten. Met de opbrengst van de verkoop moet de start gefinancierd worden van een nieuw bedrijf dat een alternatief wil bieden voor het overheersende economische model waarin de klant niet meer is dan een passief consumerend object. Odilo Girod (Amsterdam) om het nieuwe album van haar band Coparck vorm te geven en te versterken met andere media. Hiervoor werkt zij aan het ontwerp van een albumhoes, een website, een krant en zullen in samenwerking met anderen digitale clips gemaakt worden. Conny Groenewegen (Amsterdam) voor een onderzoek naar nieuwe mogelijkheden van breimachines. Hiervoor experimenteert zij met het programmeren van nieuwe steken, herontdekt oude steken, zet bestaande patronen om in nieuwe breisels en streeft er naar zoveel mogelijk driedimensionaal, aan een stuk te breien.
De resultaten worden gepresenteerd in 2 lookbooks. Michael van der Ham (Londen) voor het volgen van het eerste studiejaar aan de masteropleiding Fashion Womenswear aan Central Saint Martins in Londen. Greetje van Helmond (Bergen op Zoom) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de masteropleiding Design Products aan de Royal College of Art, Londen. Peter van Hugten (Amsterdam) voor het maken van illustraties bij een nieuwe uitgave van Tijl Uilenspiegel. Felix Janssens (Rotterdam) bijdrage aan de ontwikkeling van het interactieve project PR Audioguide i.s.m. Museum Boijmans van Beuningen en het Van Abbe Museum. Inzet is het gezamenlijk delen van informatie. Bezoekers van een stad worden in staat gesteld zichzelf en elkaar – met hun mobiele telefoon – , binnen en buiten de muren van een gebouw 24/7 te informeren over culturele – en esthetische ervaringen of ontwikkelingen in de stad. Zie beeldbijlage. Bas Kools (Waspik) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de masteropleiding Design Products aan de Royal College of Art, Londen. Manon van Kouswijk (Amsterdam) voor een kunstenaarsboek waarin 2 verzamelingen geordend worden die zij in
de afgelopen tijd heeft aangelegd. Het betreft een verzameling van vlinders die zij uit alledaagse voorwerpen snijdt en een verzameling witte voorwerpen die zij vindt op rommelmarkten en in de Amsterdamse Kalverstraat. Sander Lak (Arnhem) voor het volgen van het eerste studiejaar aan de masteropleiding Fashion Menswear aan het Central Saint Martins, Londen. Harmen Liemburg (Amsterdam) voor een werkperiode in Nagasaki (Japan) ter voorbereiding van een tentoonstelling in het Sieboldhuis in Leiden. Tijdens zijn reis, in de voetsporen van de 19e eeuwse verzamelaar Philipp van Siebold, wil hij materiaal verzamelen als bouwstenen voor een installatie met nieuw grafisch werk en objecten. Anna Lindeman (Amsterdam) om stage te lopen bij de Antwerpse modeontwerper Bruno Pieters. Gabrielle Marks (Amsterdam) voor een werkperiode van 3 maanden in Beijing. In China verzamelde zij materiaal om antwoorden te vinden op vragen en eerdere observaties met betrekking tot de Chinese (beeld)cultuur. Haar observaties zijn bijeengebracht op een website die als een database kan fungeren bij het ontstaan van nieuw werk. Luna Maurer (Amsterdam) voor het project SKYCATCHER. Een fotocamera,
52
53 gemonteerd op het dak van De Balie in Amsterdam, maakt een jaar lang computergestuurd, en met een interval van 5 minuten, opnamen van de hemel met een stukje skyline van Amsterdam. Op een website kan de gebruiker zijn eigen constellaties samenstellen. Verder wil Maurer het materiaal gebruiken voor andere, nog te ontwikkelen, projecten. Zie beeldbijlage. Koert van Mensvoort (Amsterdam) voor het programmeren van een generieke software toolkit voor een actieve cursor die een tactiele kwaliteit aan het computergebruik moet gaan toevoegen. Via een website zal de toolkit beschikbaar worden gesteld aan interactie ontwerpers die hiermee meer mogelijkheden hebben bij het creëren van interactieve websites en interfaces. Marlie Mul (Kloetinge) voor de ontwikkeling van een basismodule om het realiseren van nieuwe meubels en installaties te optimaliseren. Het onderzoek dat zij samen met Elina Kellermann uitvoert heeft niet alleen betrekking op de toepassing van nieuwe technieken en materialen, maar verkent ook de grenzen van functionaliteit. Het project zal o.a. culmineren in een werk- en ontmoetingsplek voor Stavanger Culturele Hoofdstad 2008. Eva Nip (Arnhem) voor het volgen van het eerste studiejaar Fashion Womenswear Millinery aan de Royal College of Art, Londen.
Henny van Nistelrooij (Rosmalen) voor het tweede studiejaar Design Products aan het Royal College of Art, Londen. Ted Noten (Amsterdam) voor het maken van een nieuwe collectie sieraden en een werkperiode in het Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch. Carla Nuis (Amsterdam) voor de inrichting van een experimentele atelieropstelling, gebaseerd op specialistische onderdelen van het atelier waar zij tijdens haar studie aan de Royal College of Art werkte. Door ook in Nederland deze technieken beschikbaar te maken, wil zij haar conceptuele werk verder uitbreiden om er vervolgens draagbare sieraden en objecten van te maken. Eventueel kunnen ook derden van het atelier gebruik maken en kennis maken met de laatste arts & craft ontwikkelingen uit Engeland. Evert Nijland (Amsterdam) voor de realisatie van een nieuwe sieradencollectie. Geïnspireerd door een eerder bezoek aan Venetië vervaardigde hij colliers waarin hij glazen kralen combineerde met andere materialen en disciplines. De totstandkoming van de collectie Venezia was ook een zoektocht naar een nieuwe interpretatie van traditionele handwerktechnieken. Roswitha van Rijn (Amsterdam) om 3 maanden stage te lopen bij de Amerikaanse bootmaker William Shanor.
Haitze Spaanenburg (Amsterdam) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de masteropleiding Menswear Fashion aan de Central St. Martins College of Art and Design, Londen Kim van de Veerdonk (Amsterdam) om 3 maanden stage te lopen bij de studio van modeontwerper Bernhard Willhelm in Parijs. Dries Verhoeven (Amsterdam) voor Spiegelhotel, een voorstelling over gedeelde eenzaamheid. Hiervoor bouwt hij een installatie die model staat voor een moderne stad, een wereld waarin mensen onafhankelijk van elkaar dezelfde gebeurtenissen ondergaan. Deze ervaringsvoorstelling wordt getoond op het Festival a/d Werf, Over het IJ Festival en Festival Boulevard. Claire Verkoyen (Amsterdam) voor ontwerp en uitvoering van een nieuwe collectie porselein t.b.v. een tentoonstelling in het Princessehof te Leeuwarden. De collectie wordt een hommage aan de vormen en weelderige decoraties van het 18e eeuwse Hollandse porselein. De aanloop naar deze collectie is niet alleen een onderzoek naar een specifieke ontwerpstijl, maar ook naar de toepassing van moderne technieken. Laurien Versteegh (Doorn) voor het volgen van het eerste studiejaar aan de masteropleiding Scenography aan het Central Saint Martins College of Art in Londen.
Marije Vogelzang (Schiedam) voor het opstarten van eetontwerpstudio ‘Proef Amsterdam’ als vervolg op de Rotterdamse locatie. In de Amsterdamse studio wil zij zich vooral concentreren op het ontwikkelen van eetconcepten en het uitwerken van innovatieve opdrachten. Bas Warmoeskerken (Utrecht) voor een onderzoek naar de toepassing van lichte high-tech vezels bij het ontwerpen van ogenschijnlijk massieve meubelstukken. Het onderzoek maakt deel uit van Dry Tech 3, een samenwerkingsverband tussen de TU Delft en een aantal ontwerpers van Droog Design Maria Zalinska (Amsterdam) voor een werkperiode in het Berlijnse Tacheless. Uitgangspunt van het werk dat zij daar wil ontwikkelen is de Duitse taal, de mentaliteit en de vertellingen. Ferry van Zijderveld (Amsterdam) bijdrage in de ontwikkeling van een korte film over de gebeurtenissen in een desolaat stedelijk gebied. Voor deze film zal hij o.a. experimenteren met het surrealistische verloop van de scènes en de relatie tussen beeld en geluid. Het resultaat met als werktitel 6002 zal het midden houden tussen een film, videoclip en een autonoom kunstwerk.
54
55 Praktijksubsidies vormgeving Samira Benlaloua, Rotterdam Pieke Bergmans, Sprang-Cappelle Paul Börchers, Rotterdam Maurits de Bruijn, Rotterdam Vanessa van Dam, Amsterdam Femke Hiemstra, Amsterdam Esther Krop, Amsterdam Maureen Mooren, Amsterdam Christiaan Oppewal, Delft Linda Swaap, Arnhem Daniel van der Velden, Amsterdam Esther de Vries, Amsterdam
Startstipendia bouwkunst Dominique ter Beek, Rotterdam Chris van den Berk, Amsterdam Floris Cornelisse, Rotterdam Afaina De Jong, Amsterdam Jenny Eklund, Rotterdam Ergün Erkocu, Zoetermeer Jelle Feringa, Breda Job Floris, Rotterdam Abdeluahab Hammiche, Den Haag Hedwig Heinsman, Den Haag Furkan Kose, Amsterdam Eric-Jan Pleijster, Rotterdam Cees van der Veeken, Den Haag Peter Veenstra, Rotterdam Robert Verrijt, Weert Robbert de Vrieze, Rotterdam
Bijdragen werkbudget bouwkunst Kor Aldershoff (Amsterdam) voor het ontwikkelen van een prototype van een amfibische woning bestaande uit een demontabel, rond drijfelement met een doorsnede van 12 meter. Hierop ontwierp Aldershoff een lichtgewicht frame dat speciaal geschikt is gemaakt voor natte en slappe gronden van de nieuw geplande wateroverloop gebieden in Nederland. Willem de Bruijn (Londen) voor het afronden van zijn promotieonderzoek aan de Bartlett School of Architecture in Londen. Raoul Bunschoten (Diepenveen) voor het archeologisch, programmatisch en technisch vooronderzoek van de door Bunschoten gewonnen prijsvraag ‘De Landing’, een aantal paviljoens en speelobjecten in de openbare ruimte van de Vinexwijk Schuytgraaf (Arnhem). Hij wil met dit onderzoek de archeologische vondsten en de historische context van het gebied, dat tijdens WO II zwaar werd getroffen, met kaartmateriaal en symbolische herdenkingsmotieven, zoals fibre cement parachutes, voor een groter publiek in beeld brengen en inzichtelijk maken. Duzan Doepel (Rotterdam) voor de ontwikkeling van een zeewaardig productiesysteem dat de kwetsbare ecosystemen in de Waddenzee moet ontzien. Hiertoe ontwerpt Doepel, in een multidisciplinair team met o.a. het Ontwerpatelier van het RPB, de architectonische uitwerking van een multifunctioneel drijvend off-shore
platform voor energiewinning, maricultuur, recreatie en verblijf. Maurits Fennis (Haarlem) voor het volgen van het tweede studiejaar aan de Architectural Associaton in Londen. Antoni Folkers (Utrecht) voor het schrijven van het manuscript voor een publicatie over zijn ontwerp- en bouwervaringen in Afrika. Naast een historische schets en een geïllustreerde woordenlijst van de Afrikaanse architectuur, beoogt Folkers aan de hand van enkele bouwprojecten, waar hijzelf bij betrokken was, inzicht te geven in de diversiteit en rijkdom van het Afrikaanse gebouwde erfgoed. Birgitte Hansen (Rotterdam) voor het volgen van de cursus ‘De rol van tuinen en parken in rehabilitatie’ aan de afdeling Landschapsarchitectuur van de Zweedse Landbouwuniversiteit in Alnarp. Burton Hamfelt, Christopher Moller, Dominic Papa en Jonathan Woodroffe (Amsterdam) voor de tentoonstelling New Urban Ecologies: On the urban designing of Architecture over het werk van dit viertal dat zich heeft verenigd onder de bureaunaam S333. De reizende tentoonstelling zal in 2007 op 3 locaties buiten Nederland te zien zijn, achtereenvolgens in Parijs, Berlijn en Londen. Cesare Peeren (Rotterdam) voor het verder doorontwikkelen van zijn ontwerpstrategie om te werken met hergebruikte
56
57 materialen en bouwelementen. Gedurende de werkperiode zal Peeren 3 projecten uitwerken: het Robodock project, een speeltuin en het WORM@VOC project waarbij auto-onderdelen, kabelhaspels en witgoed tot bouwmaterialen worden vervaardigd. Bart Schoonderbeek (Londen) voor het volgen van het vijfde en tevens laatste studiejaar aan de Architectural Association in Londen. Bernd Upmeyer (Rotterdam) voor het vooronderzoek van één uitgave van het tijdschrift ‘Board- architecture and urbanism’ waar Upmeyer mederedacteur van is, en voor deelname aan een internationale prijsvraag en 3 studies. Manja van de Worp (Eindhoven) voor het volgen van de masteropleiding Emergent Technology and Design aan de Architectural Association in Londen.
Publicatiesubsidies bouwkunst Subash Taneja (Amsterdam) voor de publicatie 100 opdrachtgevers over het in 2005 opgeleverde woningbouwproject aan de Damaststraat in Haarlem van Taneja Hartsuyker Architecten. Doel van het boekje is het participatieproces en de manier waarop met herstructurering in een hechte volksbuurt kan worden omgegaan, in beeld te brengen. Met tekeningen, schetsen en archieffoto’s van de stad en haar buurtbewoners, wordt de herbouw van dit wijkje tot en met de oplevering gevisualiseerd. Rob Wagemans (Amsterdam) voor de publicatie The World According to Concrete over een aantal belangrijke projecten van Concrete Architectural Associates. Met de publicatie beoogt Wagemans het onderzoek en de achterliggende drijfveren en inspiraties van het bureau in beeld te brengen. Naast Timo de Rijk, tevens eindredacteur en samensteller van het boek, zijn o.a. Aaron Betsky, Ole Bouman en Rennie Ramakers gevraagd het werk van Concrete inhoudelijk toe te lichten.
Praktijksubsidies bouwkunst Jan Jongert, Rotterdam Gemma Koppen, Rotterdam Patrick Mc Cabe, Amsterdam Michel Tombal, Amsterdam Ramin Visch, Amsterdam Groepsportretten Voor de vijfde editie van de manifestatie Groepsportretten, die het Fonds BKVB samen met het Stimuleringsfonds voor Architectuur organiseert, werden jonge ontwerpers uitgenodigd in interdisciplinair samengestelde teams, onderzoekend en ontwerpend hun visie te geven op het thema ‘Spel in de stad’; hoe verhouden het spelgedrag en de spelbehoeften van stedelingen zich tot hun alledaagse omgeving en welke rol kan architectuur hierbij spelen? Op basis van een door henzelf gedefinieerde opgave werkten 3 teams, 2 uit Nederland en 1 uit Vlaanderen, het thema uit dat resulteerde in een tentoonstelling van 16 september tot en met 22 oktober bij 66 East - Centre for Urban Culture in Amsterdam. De groep van Boaz Bar-Adon, Guus Dix, Letteke Klooster en Fred Woerden bracht de belevenissen van enkele fietsers in kaart waaruit een aantal archetypen in fietsgedrag werd afgeleid. Op basis hiervan ontwikkelde de groep 4 verschillende fietscodes die ‘s nachts heimelijk op straat werden aangebracht met de vraag of hiermee de gewoonte van het fietsen voor een moment onderbroken kan worden.
De groep van Sander Bos, René van Engelenburg, Petra Hulst en Marte Kappert koos Amsterdam als hun ruimtelijk speelveld. Veertig aansprekende locaties, gebaseerd op anekdotes, werden van betonnen ANWB-paddestoelen voorzien om de wandelaar te leiden langs 2 ‘omzwervingen’ door de stad, die van de klassieke zwerver of die van de zgn. hypermobiel, de moderne stedeling die zich met mobiele telefoon en labtop door de stad verplaatst. Het onderzoek van het Belgische team met Sannah Belzer, Pieter Eeckeloo, Christopher Paesbrugghe, Lin Vanwayenbergh en Dries Verbruggen richtte zich op de onbestemdheid en gelaagdheid van plekken. De groep ontwierp voor de tentoonstelling enkele collages van architectonische archetypen van bekende woonhuizen in een poging de logica van de thematiek van stad, spel en samenleving te doorgronden. Daarnaast realiseerde zij op ware grootte 2 installaties op onbestemde ruimtes in Antwerpen om aan te tonen dat de ongedwongenheid en spontaniteit van deze plekken met de huidige planmatige aanpak nog maar zelden terug te vinden is in de geplande stad. Zie beeldbijlage.
58
59 3.4 Commissie Stimuleringssubsidies voorzitter Flos Wildschut Subcommissie beeldende kunst Wafae Ahalouch El Keriasti* Toos Arends Roel Arkesteijn Atousa Bandeh Ghiasabadi Wout Berger Henk Drosterij Irene Fortuyn Roos Gortzak* Florian Göttke Sannetje van Haarst Jeanne van Heeswijk* Xander Karskens Natasja Kensmil Jean Bernard Koeman Peter Mertens Arnold Mosselman Jan van der Ploeg* Joost Rekveld Femke Schaap Johannes Schwartz Berend Strik Wilma Sütö Jennifer Tee Toon Teeken* Lucas van der Velden Gerrit Willems Raimond Wouda *per 1 juni Subcommissie vormgeving Aziz Bekkaoui* Guus Beumer
Jurgen Bey** Marjan Boot Thomas Castro Iris Eichenberg*** Olivia Ettema Ineke Hans Gert Jonkers Niels Klavers Diana Krabbendam**** Rogério Lira Suska Mackert Pieter van Oudheusden Vincent de Rijk Lies Ros Louise Schouwenberg Marc Warning Annelys de Vet *tot 1 december **tot 1 september ***per 1 oktober ****per 1 juni *****tot 1 juni Subcommissie bouwkunst Edzo Bindels Marc Glaudemans Ludo Grooteman Sabien de Kleijn* Herman de Kovel Bob van Reeth Paul Roncken Mariet Schoenmakers Maike van Stiphout Cor Wagenaar* Ronald Wall *per 1 juni
Selectiecommissies Stimuleringssubsidies Omdat er in 2004 en 2005 veel nieuwe commissieleden benoemd zijn, kwam in 2006 een groot deel van de zittende commissieleden voor herbenoeming in aanmerking. Bij de subcommissie beeldende kunst werden 16 leden herbenoemd en 5 nieuwe leden benoemd. Bij de subscommissie vormgeving werden 11 leden herbenoemd en 4 nieuwe leden benoemd. Bij de werkgroep bouwkunst werden 6 leden herbenoemd en 2 nieuwe leden benoemd. Selectiecommissie beeldende kunst Lex ter Braak (voorzitter) Hans Aarsman Jaap Guldemond Maria Hlavajova Sebastian Lopez Rutger Wolfson Selectiecommissie vormgeving Lex ter Braak (voorzitter) Jan Konings Liesbeth den Besten Max Bruinsma José Teunissen Selectiecommissie bouwkunst Lex ter Braak (voorzitter) Floris Alkemade Maarten Schmitt Dirk Sijmons Annet Tijhuis
3.5 Publicatiesubsidies beeldende kunst en vormgeving Sinds april 2005 worden de publicatiesubsidies beeldende kunst en vormgeving door een gezamenlijke commissie van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting beoordeeld. Na een tussentijdse evaluatie bleek dat de verschillende criteria van de beide fondsen niet altijd goed te combineren waren. Besloten werd dat alle aanvragen van rechtspersonen voor algemene publicaties over beeldende kunst en vormgeving bij de Mondriaan Stichting ingediend moeten worden en alle aanvragen m.b.t. publicaties van individuele (groepen) kunstenaars en vormgevers bij het Fonds BKVB, ongeacht of deze publicaties in eigen beheer of in samenwerking met een uitgever tot stand gebracht worden. In december 2006 is de samenwerking opnieuw geëvalueerd. De nieuwe werkwijze is voor aanvragers en commissieleden helder en de samenwerking zal op deze wijze worden voortgezet. De adviescommissie is samengesteld uit een aantal leden van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting. De commissieleden rouleren en per vergadering zijn 5 leden aanwezig, inclusief de voorzitter. Van beide fondsen is er een secretaris toegevoegd.
60
61 4.2 Overzichten aanvragen publicatiesubsidies totaal 72 positief 25
totaal 69 positief 23
negatief 47*
negatief 46
2006
2005
honoreringspercentage 35%
honoreringspercentage 33%
* inclusief 1 herbeoordeling die negatief is gebleven. In 2006 werden 5 aanvragen op formele grond niet in behandeling genomen. Aantal vergaderingen 4
Toekenningen Publicatiesubsidies Kees Bierman (Haarlem) voor een publicatie met als vertrekpunt zijn eerste lokatiebeeld uit 1984. De tijdelijke installaties in de openbare ruimte, die Bierman maakte voor speciaal gekozen plekken in de context van een thematentoonstelling, manifestatie of symposium, krijgen door de documentatie in een publicatie een permanent karakter.
van de afgelopen 10 jaar (werktitel ‘Ingevoegde validiteit’). De Zwitserse uitgever Alex Lapp nam het initiatief tot deze publicatie dat is onderverdeeld in 3 thema’s: Games People Play, Space People Inhabit en Communities People Create. Elk thema wordt ingeleid door een essay van Lapp en Dennis Kaspoori sluit de hoofdstukken af door het belang van de projecten te plaatsen in de stedelijke context.
Harmen Brethouwer (Huis ter Heide) voor de publicatie Over Nutteloze Zaken. De kern van het boek bestaat uit 3 delen (Chinoiserieën, Art Deco en Minimal Art) waarin de 33 belangrijkste werken van zijn oeuvre aan bod komen, ingeleid door Teio Meedendorp, Alied Ottevanger en Cornel Bierens. Daarnaast heeft Brethouwer een aantal auteurs gevraagd zijn werkwijze kritisch te bespreken om een groot aantal ‘in vergetelheid’ geraakte technieken, materialen en tradities opnieuw voor het voetlicht te brengen.
Han Hoogerbrugge (Rotterdam) voor de publicatie en dvd Modern Living- The Graphic Universe of Han Hoogerbrugge. Met interviews en essays van o.a. Marcel Möring, Joshua Davis en Craig Robinson beoogt webkunstenaar Hoogerbrugge zijn ontwerpprincipes, die op het web verborgen blijven, voor een breder publiek inzichtelijk te maken. Naast webdesign zullen ook Hoogerbrugge’s autonome grafische werk, illustraties en installaties in de publicatie opgenomen worden.
Leo Divendal (Amsterdam) voor een publicatie die de neerslag vormt van Divendal’s reis per schip naar Bélem (Brazilië). In het kader van een aantal historische exposities over ontdekkingsreizen in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, kreeg hij de opdracht een eigentijdse variant op dit thema te maken. Het resultaat is Leo Divendal Journaal, een persoonlijk reisverslag in tekst en beeld. Jeanne van Heeswijk (Rotterdam) voor de eerste overzichtsuitgave over haar werk
Bas van den Hurk en Wouter Verhoeven (Tilburg) voor een eerste overzichtspublicatie over hun werk. Zij maken voornamelijk werk op locatie in het buitenland. Ze mixen de locale omstandigheden met hun eigen beeldtaal en creëren zo ‘beelden van mensen en landschappen van de 21e eeuw’. Zij werken op de grens van cinema en schilderkunst. Auteurs zijn o.a. Frank Maes en Lindsey L. Delahanty. Pieter Holstein (Amsterdam) voor een publicatie over zijn werk die hij op uitnodiging van het Chinese European Art Center
62
63 in Xiamen (China) voorbereidt. Holstein beschrijft het boek als een ‘persoonlijk bericht’ waarin zijn tekeningen en prenten of gecombineerde technieken van druk en aquarel getoond worden. Met een combinatie van foto’s en korte teksten hoopt hij een levensbeschouwelijke inhoud aan de uitgave te geven. Theo Jansen (Den Haag) voor de publicatie en dvd The Great Pretender met werk van de afgelopen 17 jaar. Zijn wekelijkse column in de Volkskrant wordt in dit boek in de context van zijn werk als kunstenaar geplaatst: de ‘bewegende strandbeesten’ gemaakt van PVC electriciteitsbuizen. Het boek omvat 7 hoofdstukken die de 7 tijdperken van de ontwikkeling van de strandbeesten weergeven waarbij de columns en foto’s van cellen, spieren, zenuwen etc. de evolutie van de strandbeesten als nieuwe vormen van leven moeten weergeven. Cuny Janssen (Amsterdam) voor de publicatie There is Something in the Air, in Prince Albert, South Africa met foto’s die zij nam tijdens haar werkperiode in het dorpje Prins Albert in de Karoo. Janssen concentreert zich in deze uitgave op het fenomeen oudheid en de woestijn en de invloed ervan op de mensen die in de eindeloze vlaktes leven. Door het liggende en langwerpige formaat van het boek en het herhalingselement van de foto’s, hoopt Janssen het filmische aspect van de serie foto’s te benadrukken.
Folkert de Jong (Amsterdam) voor de publicatie Gott Mit Uns, een vervolg op Shoot the Freak uit 2005 dat inmiddels is uitverkocht. In tegenstelling tot de vorige uitgave beoogt hij met dit boek de achtergronden van zijn werk te belichten, waartoe hij o.a. Jan Dietvorst, Maxine Kopsa en Sara Weyns heeft uitgenodigd een essay te schrijven. De publicatie begeleidt een reeks tentoonstellingen over zijn werk in binnen- en buitenland. Chris Keulen (Maastricht) voor de publicatie Hete glassplinters, een fotoreportage over zijn fascinatie voor de wielersport als sociaal fenomeen. Keulen bezocht vele wielerkoersen in het Afrikaanse continent, o.a. Sénégal en Eritrea, waar hij maandenlang 24 uur het sportleven van de renners, maar ook de bezoekers van de koersen, documenteerde. Krijn de Koning (Amsterdam) voor de publicatie Real Place. De Koning heeft de afgelopen 15 jaar een oeuvre opgebouwd dat bestaat uit een honderdtal grote installaties. Deze werken zijn vrijwel altijd site-specific en tijdelijk. In het boek zal worden ingegaan op de achterliggende ideeën in zijn werk. Het grote full-colour gedeelte laat het visuele vocabulaire zien waarmee en waarin De Koning opereert. Het zwart-wit gedeelte krijgt de vorm van een index/register. Tekstuele bijdragen komen van Sven Lütticken, Bas Heijne en Robert Dijkgraaf.
Gabriël Lester (Groningen) voor de publicatie How to Act. Dit was tevens de titel van zijn eerste ruimtelijke installatie en nu ook van de eerste publicatie waarin al zijn installaties worden beschreven en gedocumenteerd. In het boek wordt de toeschouwer ondermeer geconfronteerd met zijn of haar gedrag en conditie. Omdat de elementen waaruit Lester’s installatiekunst bestaat, zeer gelaagd zijn, is voor het boek een vorm gekozen die de lezer voor een moment in de installatie moet plaatsen. De teksten zijn geschreven door Sara Arrhenius, Aaron Schuster, Vasif Kortun en Raimundas Malasauskas. Bas Meerman (Amsterdam) voor het tweede deel van Het Getekend Dagboek met tekeningen, aquarellen en collages van de afgelopen 10 jaar die als een reeks dagboekfragmenten zijn opgebouwd. De inleiding is geschreven door Peter Weiermair. De publicatie verschijnt bij een tentoonstelling in galerie De Praktijk. Paulien Oltheten (Amsterdam) voor de publicatie Theorie van de straat, een studie van Oltheten naar mensen en objecten in de openbare ruimte. De foto’s en filmbeelden tonen handelingen op straat, aangevuld met persoonlijke aantekeningen en schetsen die de lezer bewust moet maken van de manier waarop zij kijkt. Hans Aarsman en Tijs Goldschmidt zijn gevraagd een tekst te schrijven over de grensgebieden fotografie, beeldende kunst en wetenschap. Zie beeldbijlage.
Peter Otto (Arnhem) voor de overzichtspublicatie Votiv & Totem met een selectie van zijn schilderijen, tekeningen, gipsen, bronzen en keramische beelden. Otto wil met dit boek de lezer naar een empatisch niveau meenemen om hoop, wreedheid en verloren onschuld op te wekken, daarbij verwijzend naar illustere voorgangers als Goya, Grünewald, Redon en Guston. De publicatie, met teksten van Rob Smolders, verschijnt tegelijkertijd met een overzichtstentoonstelling in Museum Beelden aan Zee. Dick Raaijmakers (Den Haag) voor een monografie die de de breedte en diepte van zijn gehele werk en leven in beeld moet brengen en inzicht moet geven in zijn werkmethoden, denkwijze en motivatie. Methode, machine en techniek zijn binnen Raaijmakers’ werk onlosmakelijk met elkaar verbonden en in de publicatie worden alle verschillende invalshoeken van zijn werk belicht. Auteurs zijn o.a. Frans Evers, Lars Spuybroek, Hans Locher en Elmer Schönberger. Chantal Spieard (Amsterdam) voor het fotoboek Kamperen. Spieard maakte een fotoserie op een camping in Utrecht tijdens haar deelname aan het Project Camping Ateliers. Toevallig kreeg zij een oude ‘Vrij Nederland’ in handen waarin de fotoreportage ‘De vlucht in de stacaravan’ stond van fotograaf Bert Nienhuis. Tot haar grote verbazing zag Spieard ‘haar’ campingfoto’s terug, maar dan van 24 jaar geleden. Zij vroeg Nienhuis
64
22 65 om hun foto’s in een publicatie samen te brengen. Remco Campert heeft toestemming gegeven om zijn verhaal ‘Kamperen’ als inleiding te gebruiken. Niels Stomps (Amsterdam) voor een publicatie met zijn foto’s over de verstedelijking van het huidige China. In 4 hoofdstukken met foto’s en persoonlijke dagboeknotities, worden de gevolgen van grootschalige bouwprojecten in beeld gebracht. Zo is de aanleg van één van de grootste stuwdammen in China, de Drieklovendam, en de enorme volksverhuizing die daarop volgde, volgens Stomps typerend voor het verdwijnen van de menselijke maat in het landschap. Siebe Swart (Amsterdam) voor de publicatie en dvd Panorama Nederland waar hij de afgelopen 10 jaar aan werkte. Het boek brengt in beeld hoe grote infrastructurele projecten zoals de HSL en de Betuwelijn, het Nederlandse (cultuur)landschap transformeren. Swart fotografeerde in totaal 300 locaties die hij 2 keer per jaar vanuit een identiek standpunt vastlegde met behulp van panorama- en luchtfotografie. Dirk Sijmons en Hans Roosenboom geven in een essay hun visie op resp. de maakbaarheid van het landschap en het belang van de fotografie voor de beeldvorming over het landschap. Barbara Visser (Amsterdam) voor de publicatie Barbara is er niet. Aan de basis van deze uitgave staat een selectie van
het werk uit de periode 1989-2006 om de samenhang van haar oeuvre in kaart te brengen. Hiermee hoopt zij een bijdrage te leveren aan de perceptie op haar werk. Het boek is onderverdeeld in een aantal thema’s waaronder ‘de enscenering van de tijd, what you see depends on what you are looking for, reality hacking en afstand en scherpte’. Erik Wesselo (Den Bosch) voor de publicatie 56 Beaverstreet. Wesselo verbleef tijdens 9/11 in het ISCP te New York. Van deze periode heeft hij veel documenten bewaard. Zijn herinneringen en verhalen die deels op waarheid berusten, deels zijn samengesteld uit filmfragmenten, oneliners en flarden van dialogen met New Yorkers vormen de basis van dit boek. De publicatie bestaat uit 2 delen: een bric-a-brac van de wereld waarin hij toentertijd leefde en een filmscript dat JonMarc Edwards schreef op basis van verhalen en gesprekken met Wesselo. Zie beeldbijlage. Commissie Publicatiesubsidies voorzitter Jeroen Vullings leden Ellen de Bruijne Nikkie Gonnissen Arnold Mosselman Ad van Rosmalen Louise Schouwenberg Berend Strik
Ilse Frech, Nana. Stains 2007 (zie pagina 35)
Jan Koster, La Habana, Calzada de Luyano, 2007-03-04 (zie pagina 40)
66
4. BEMIDDELAARSSUBSIDIES
67
4. COMMISSIE BEMIDDELAARSSUBSIDIE Overzicht aanvragen Bemiddelaarssubsidies
4.1 Inleiding
4.2 Toekenningen totaal 58
Een bemiddelaarssubsidie kan worden aangevraagd door critici, theoretici, beschouwers en tentoonstellingsmakers. Deze subsidie is bestemd voor uiteenlopende plannen zoals het verrichten van (voor)onderzoek, het schrijven van een essay of publicatie, het opzetten van een symposium of manifestatie of het samenstellen van een tentoonstelling met een bepaald thema. De bemiddelaarssubsidie kan daarnaast ook worden aangevraagd voor een reis of een werkperiode in het buitenland. Bij de beoordeling van de plannen wordt onder andere gekeken hoe de inhoudelijke, theoretische en artistieke uitgangspunten van de aanvrager tot uiting komen. Voorwaarde is dat het om bijzondere plannen gaat en dat het werkzaamheden betreft die niet voor rekening van een instituut of organisatie genomen kunnen worden en die niet in vast dienstverband tot stand komen.
Frederique Bergholtz (Amsterdam) ontving een bijdrage aan haar onderzoek naar de actualiteit van het feminisme voor de hedendaagse kunst. Het onderzoek is onderdeel van het project If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution dat draait om performancekunst en de daarmee verbonden noties van het lichaam, de plek en de relatie tussen kunstenaar en publiek. Binnen het onderzoek komt een varieteit aan artistieke posities aan bod waarin zowel de erfenis als het potentieel van feminisme voor de hedendaagse kunst wordt onderzocht. De resultaten zijn inmiddels gepresenteerd op een tentoonstelling in De Appel in Amsterdam, een symposium in De Balie en een performance-programma in SMCS/Club 11. Gideo Boie en Matthias Pauwels (Rotterdam) voor het onderzoek Cities.INC over het neoliberalisme in de architectuur. De ambitie van het onderzoek is het theoretisch ophelderen van de neoliberale hegemonie en de ‘vermarkting’ van de ruimtelijke productie en het blootleggen van praktische strategieën die in staat zijn haar te ondermijnen. Het onderzoek dient ter voorbereiding van een boek en een debat over dit onderwerp. Jamain Brigitha en André Platteel (Amsterdam) voor de research t.b.v. de publicatie en manifestatie Disorientation – new ways of storytelling. Zij willen
positief 30 totaal 52 totaal 49
positief 23*
positief 23
negatief 29
negatief 28 negatief 26
2006
2005
2004
honoreringspercentage 44%
honoreringspercentage 52%
honoreringspercentage 47%
* incl 1 herbeoordeling In 2006 werden 2 aanvragen op formele grond niet in behandeling genomen. Aantal vergaderingen 4
68
69 onderzoek doen naar open narratieve structuren en desoriënterende beeldtaal, en de invloed die deze hebben op de hedendaagse beeldtaal, kunst en communicatie. Doel is het uitbrengen van een internationaal georiënteerde publicatie. Nathalie Faber (Amsterdam) voor het samenstellen van de tentoonstelling The Third Screen, waarin kunstenaars die bezig zijn met telefonie in hun werk voor het eerst worden samengebracht. De deelnemende kunstenaars tasten de grenzen af van wireless communicatietechnologieën en de interface van de telefoon. Onder de titel Playmobiel was de tentoonstelling te zien in Arti et Amicitiae. Naast de expositie was de tentoonstelling toegankelijk via de mobiele telefoon. Door PLAYMOB ON te sms-en kreeg je gedurende de tentoonstelling dagelijks een audiovisueel kunstwerk op je mobiele telefoon. Matthew Fuller (Amsterdam) voor het schrijven van 3 theoretische essays: Trouble Double - art methodologies in media ecology, Art for Animals en Towards an ‘Evil’ Media Art. Hij wil zijn teksten bediscussieren met collega-essayisten, wetenschappers en kunstenaars. Uitkomst moet zijn een aantal publicaties in tijdschriften, en uiteindelijk een boek. Fuller heeft contact hierover met uitgevers in Engeland. Ine Gevers (Amsterdam) bijdrage voor het samenstellen van de tentoonstelling Alleman - Difference on Display. Deze
tentoonstelling onderzoekt het begrip ‘normaliteit’, het concept van maakbaarheid, consumentencultuur en de fusie tussen mens en intelligente technologie. Uitgangspunt is de vraag hoe je de samenleving, de ander en ook jezelf waarneemt. Kunstwerken worden getoond in samenhang met films, documentaires en andere uitingen die deel uitmaken van onze visuele cultuur. Onderdeel van de manifestatie zijn films, debatten, theatervoorstellingen, workshops en educatieve trajecten. Maaike Gouwenberg (Amsterdam) als startend bemiddelaar ontving zij een bijdrage voor haar deelname aan het Curatorial Training Program van De Appel. Krist Gruythuysen (Huddinge, Zweden) als bijdrage aan het project Forms of Refusal - Archiving Disappearance over kunstenaars die besluiten te stoppen met het maken van werk. Het onderzoek omvat een archief, symposia bij Platform Garanti in Istanbul en SMCS/Club 11 in Amsterdam en een publicatie. In openbare lezingen benaderen kunstenaars, curatoren en theoretici het onderwerp vanuit verschillende perspectieven. Sannetje van Haarst en Renée Ridgway (Amsterdam) bijdrage aan de opzet van een virtueel portaal over culturele diversiteit. Het plan betreft vormen van een platform op het internet voor een dialoog tussen westerse en niet-westerse beeldende kunst. Doel is een actueel beeld te
scheppen van culturele diversiteit binnen de beeldende kunst in Nederland en daarbuiten. De site wordt opgezet vanuit de erfenis van de voormalige Gate Foundation, en in samenwerking met het Van Abbemuseum. Petra Heck (Amsterdam) als startend bemiddelaar ontving zij een bijdrage voor de opzet van haar project Route A1. Heck heeft de kunstenaars Kristof van Gestel, Pae White, Kai Bernau, Olivier Foulon, Jakob Kolding, Olaf Nicolai, Ken Lum, Willem Oorebeek en Lidwien van de Ven gevraagd om op A1 formaat een affiche te maken om de polariteit tussen uniciteit en reproduceerbaarheid aan de orde te stellen. Elk ontworpen affiche is een week lang in en om de Inkijk van SKOR te zien. De reproducties worden tevens in De Appel aangeplakt en liggen daar in stapels op de grond om gratis te worden meegenomen. Verder worden de posters gedurende 4 weken in posterframes over de stad verspreid. Maartje van den Heuvel (Amsterdam) voor een onderzoek t.b.v. een tentoonstelling en een boek over hedendaagse Nederlandse landschapsfotografie. New Dutch Landscape wil werk van Nederlandse kunstenaars bijeenbrengen, die de afgelopen twintig jaar de veranderingen in het landschap in beeld hebben gebracht. Behalve een kunsthistorisch overzicht beoogt de tentoonstelling een impuls te geven aan de discussie over ruimtelijke ordening. Het Nederlands Fotomuseum
maar ook buitenlandse instellingen hebben interesse getoond voor het project. Jan Hiddink (Rotterdam) voor een onderzoek t.b.v. een dvd, een essay en online documentatie over autonome computerkunst. Vanuit de constatering dat de laatste jaren sprake lijkt te zijn van een comeback wil hij een divers en diepgravend beeld geven van de autonome computerkunst. Een aantal sleutelfiguren zal worden geinterviewd over o.m. de autonome merites van computerkunst, de historische ontwikkeling en de sociaalmaatschappelijk relevantie. Dvd en website zullen worden gepresenteerd tijdens een publiek evenement in De Balie en met medewerking van Sonic Acts. Ed van Hinte (Den Haag) als bijdrage aan een ‘pilot’ voor het plan Building Lightness. Doel van het initiatief is het bevorderen van de ontwikkeling en toepassing van lichtgewicht constructies binnen produkt- en modevormgeving en architectuur. Van Hinte wil in samenwerking met technici en vormgevers verschillende scenario’s uitwerken die moeten leiden tot tastbare modellen en prototypes die kunnen worden gepresenteerd aan bedrijven en het publiek. De presentatie van deze ‘staalkaart van mogelijkheden’ zal plaatsvinden bij Platform 21. Carel Kuitenbrouwer (Amsterdam) voor de studie Tien jaar na het rode boekje, naar de geschiedschrijving, theorievorming en kritiek van de grafische vormge-
70
71 ving in Nederland. Kuitenbrouwer wil een vervolg maken op het ‘rode boekje’ dat hij in 1996 met Koosje Sierman schreef over hetzelfde onderwerp. Wat is de stand van zaken van de reflectie op het grafisch ontwerpen? Hoe kan gestimuleerd worden dat er in de nabije toekomst meer aandacht wordt besteed aan de rijke geschiedenis en de boeiende actualiteit van het grafisch ontwerpen in Nederland? Het onderzoek dient ter voorbereiding van een symposium en publicatie. Ine Poppe (Amsterdam) bijdrage aan een onderzoek naar het ontstaan van robot- en machinekunst. Centraal in het onderzoek staat de Canadese machinekunstenaar Norman White die gezien wordt als ‘vader van de robotica’. Poppe onderzoekt de invloed, betekenis en mentaliteit van het werk van White tegen de achtergrond van de opkomst van internet, verschillende organisaties en festivals en de groeiende aandacht voor de combinatie tussen technologie en kunst. Doel is de betekenis van robot-kunst te onderzoeken en dieper in te gaan op thema’s die te maken hebben met robotica en emoties. De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in het Theatrum Anatomicum van De Waag en in de toonzaal van de Willem De Kooning Academie. Hermi Ruijvenkamp (Amsterdam) kreeg bij wijze van uitzondering een bijdrage aan de produktiekosten van een tv-serie over kunst in de openbare ruimte. In Onbekende Bekenden wordt een kunstwerk in de
openbare ruimte van Amsterdam op een laagdrempelige manier uitgelegd door de kunstenaar. Buurtbewoners en voorbijgangers geven hun inhoudelijke commentaar. De tv-serie heeft een cultureel-educatief doel en wil een breed publiek aanspreken. Wido Smeets (Maastricht) bijdrage aan de opstart van het cultureel maandblad Zuiderlucht. Smeets wil zijn plannen voor een onafhankelijk, journalistiek gestuurd en gratis tijdschrift op tabloidformaat in zowel inhoudelijke als praktische zin verder uitwerken. Zuiderlucht richt zich op actuele ontwikkelingen in de culturele wereld en is bedoeld voor een substantieel breder publiek dan de meeste andere kunstbladen. Daarnaast wil het zich niet als vanzelfsprekend richten op de randstedelijke culturele infrastructuur, maar nadrukkelijk opereren vanuit de ‘periferie’. Lisette Smits (Utrecht) bijdrage aan de voltooiing van het onderzoek en manuscript Spectres of The Nineties. Smits spreekt zich hierin vanuit haar ervaring als tentoonstellingsmaker uit over de rol en betekenis van kunst als ‘real experiment’, kunstprojecten die in de werkelijkheid infiltreren. Het doel is een periode in kaart te brengen waarin zich een specifieke artistieke praktijk heeft ontwikkeld met zowel een artistieke als maatschappelijke betekenis. Een voorpublicatie van een van de praktijkanalyses uit het onderzoek verscheen inmiddels in het boek ‘Looking, Encountering, Sytaging’, een uitgave van het Piet Zwart Instituut / Revolver.
Renée Steenbergen (Amsterdam) bijdrage aan de voltooiing van het boek Particuliere Cultuur. Steenbergen wil met dit boek een beeld geven van zowel een aantal periodes waarin het mecenaat in ons land floreerde, als van actuele tendensen en nieuwe vormen van particuliere cultuurmecenaat, zoals o.m. de fondsen op naam, museale businessclubs, bedrijfscollecties en fiscale constructies. Doel is een bijdrage te leveren aan de opbloei van een nieuw mecenaat in Nederland. Rik Suermondt (Utrecht) voor het samenstellen van een publicatie over het naoorlogse fotoboek in Nederland. Suermondt zal een selectie van zijn artikelen over dit onderwerp bundelen, actualiseren en voorzien van een aantal nieuwe hoofdteksten en een catalogus van belangwekkende uitgaven uit de periode na 1945. Doel is inzicht te geven in het genre van het fotoboek, en meer specifiek in de bijdrage van Nederlandse fotografen, vormgevers en uitgeverijen aan het fotoboek als narratief en interdisciplinair medium.
4.3 Commissie bemiddelaarssubsidies voorzitter Jeroen Boomgaard leden Valentijn Byvanck Xander Karskens Jorinde Seijdel Barbara Visser Hein Eberson Fred Inklaar Frank Tjepkema Aart Oxenaar Piet Vollaard Ton Venhoeven Afhankelijk van de aard van de aanvragen wordt de werkgroep samengesteld uit bovenstaande leden. Eind 2006 nam Jeroen Boomgaard afscheid als voorzitter van de Commissie Bemiddelaarssubsidies. Valentijn Byvanck zal zijn plaats innemen.
72
73
74
75
5. ACTIVITEITEN IN HET BUITENLAND 5.1 Inleiding buitenland ateliers In het beleidsplan 2005-2008 kondigde het Fonds BKVB aan het buitenlandatelierbeleid als een van zijn prioriteiten te beschouwen. Dit mede als antwoord op de internationalisering van de kunst. Het Fonds BKVB gaf onderzoeksbureau Vinken & Van Kampen opdracht het buitenlandbeleid te evalueren. In mei 2006 werd, in samenwerking met de SICA, hun rapport Het Buitenland wordt steeds kleiner gepresenteerd in Felix Meritis. De vragen die het Fonds BKVB aan de orde gesteld wilde zien, waren onder andere of het huidige atelierbeleid effectief en transparant is, of er sprake is van voldoende kwaliteit, of het voorziet in een behoefte en of de Nederlandse kunstwereld er voldoende profijt van heeft. Het was voor het Fonds BKVB verheugend om te lezen dat de vragen op alle onderdelen positief tot zeer positief beantwoord zijn. Het rapport is daardoor een stevige legitimatie van het beleidsplan en de keuzes die gemaakt zijn. In het voorjaar van 2006 kwam het onverwachte bericht dat Delfina Studios in Londen per direct werd opgeheven. Dit besluit werd zeer betreurd, aangezien Delfina Studios een interessante plek was met een hoog internationaal aanzien. Bij de laatste selectieronde was het aantal aanvragen voor Delfina Studios verdubbeld, wat een duidelijke indicatie is dat kunstenaars grote interesse tonen voor een residency in Londen. Het Fonds
BKVB zou dan ook graag een atelier in Londen willen houden en onderzoekt nu of er een vergelijkbare artists in residence plek in deze stad is. Met de Townhouse Gallery in Cairo is een experiment van 2 jaar aangegaan en overeengekomen dat daar vanaf 1 september 2006 gedurende 2 periodes per jaar kunstenaars kunnen verblijven en werken. De eerder gelegde contacten in China hebben eind 2006 geresulteerd in een residency bij Platform China in Beijing. Deze residency start in 2007 en wordt als experiment voor 2 jaar aangegaan. Platform China werd begin 2005 opgericht door curator en galeriehouder Sun Ning. Deze artists in residency plek is gevestigd in het Dashanzi district of 798 Space, aan de oostkant van Beijing tussen de 4e en 5e ring. Dit in onbruik geraakte fabrieksterrein is misschien het beste te vergelijken met het New Yorkse Soho of Chelsea. Inmiddels heeft zich er een grote kunstenaarsgemeenschap gevestigd en ontwikkelt het complex zich tot een hippe en commerciële buurt. Per jaar kunnen 2 kunstenaars in Platform China verblijven, ieder voor de duur van 6 maanden. De perioden beginnen steeds op 1 januari en op 1 juli. Deze residency wordt mede mogelijk gemaakt met een bijdrage uit het HGIS-Cultuurprogramma van de Ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken. Gezien de sterk stijgende belangstelling van kunstenaars en beschouwers om
een periode in het buitenland te willen werken, heeft het Fonds BKVB naast zijn vaste ateliers in 2006 een aantal andere tijdelijke buitenland ateliers aangeboden in samenwerking met Trans Artists. De tijdelijke ateliers worden in principe slechts 1 keer aangeboden. Deze artists in residence plekken zijn o.a. geselecteerd op basis van de artistieke mogelijkheden en de belangstelling van kunstenaars voor bepaalde landen of steden. Voor deze eerste ronde werd gekozen voor ateliers in Australië, Brazilië, Japan, Polen en Zambia. In totaal werden er 60 aanvragen ingediend. Grote belangstelling was er voor het atelier in Tokio met 32 aanvragen. De volgende kunstenaars werden geselecteerd: A.I.T. Tokio: Martine Stig Art Space Sydney: Roderick Hietbrink Capacete, Rio de Janeiro: Jonas Ohlsson De selectieprocedures voor de ateliers in Polen en Zambia zijn nog gaande. Het Fonds BKVB en Trans Artists streven ernaar dat 1 à 2 keer per jaar een aantal tijdelijke buitenlandateliers wordt aangeboden.
5.2 Samenstelling adviescommissies en toekenningen buitenlandateliers De Adviescommissie Buitenlandateliers bestaat uit een ‘pool’ van een tiental commissieleden, waaruit per atelier verschillende subcommissies worden gevormd. De samenstelling van deze subcommissies wisselt per jaar. Künstlerhaus Bethanien, Berlijn In 2006 ontving de adviescommissie 34 aanvragen. Er zijn 4 aanvragers voorgedragen aan het Künstlerhaus Bethanien. De adviescommissie heeft in samenspraak met Christoff Tannert, directeur van het Bethanien, Hadassah Emmerich geselecteerd voor de periode van 1 april 2007 - 1 april 2008. Adviescommissie Künstlerhaus Bethanien Rein Wolfs, voorzitter Natasja Kensmil William Speakman Barbara Visser Projectstudio Berlijn Een van de aanbevelingen in het evaluatierapport Het buitenland wordt steeds kleiner was de werkperiode van de projectstudio in Berlijn te verlengen van 3 naar 4 maanden. Deze aanbeveling is overgenomen en wordt vanaf 2007 ingevoerd. In 2006 ontving de adviescommissie 25 aanvragen. Deze selecteerde voor de periode 1 mei 2007 – 1 mei 2008 de volgende kandidaten: Geeske Bijker, Susanne Kriemann en Govert Grosfeld.
76
77 Adviescommissie Projectstudio Berlijn Phillip van den Bossche, voorzitter Sabien de Kleijn Diana Stigter Vincent de Rijk Waling Boers (directeur Büro Friedrich) Platform Garanti, Istanbul De adviescommissie ontving in 2006 18 aanvragen. In samenspraak met Vasif Kortun, directeur van Platform Garanti, werd Fahrettin Örenli voor de periode van 1 september 2006 – 1 februari 2007 geselecteerd, voor de periode van 1 februari - 1 mei 2007 het kunstenaarsduo BikVanderPol en van 1 mei – 1 augustus 2007 Justin Bennet. Adviescommissie Platform Garanti Rein Wolfs, voorzitter Atousa Bandeh Ghiasabadi Michiel Kluiters Jan Schuijren International Studio and Curatorial Program (ISCP), New York In 2006 ontving de adviescommissie 31 aanvragen en selecteerde Dylan Graham om van 1 januari 2007 - 1 januari 2008 in het ISCP te werken. Adviescommissie ISCP Hedwig Fijen, voorzitter Nina Folkersma Robbert Roos Raimond Wouda
Banff Centre for the Arts, Canada De adviescommissie ontving 12 aanvragen. Voor de periode 5 april – 1 juni 2007 werd Florian Göttke geselecteerd. Adviescommissie Banff Bart Rutten, voorzitter Thomas Castro Erik Odijk Nathalie Zonnenberg Annet Tijhuis IASPIS, Stockholm De adviescommissie ontving in 2006 17 aanvragen en heeft 3 kandidaten aan het bestuur van IASPIS voorgedragen. Deze selecteerde voor de periode 1 juli – 1 november 2007 Lucas Lenglet en voor de periode 1 november 2007 – 1 maart 2008 Rosa Barba. Adviescommissie IASPIS Hedwig Fijen, voorzitter Atousa Bandeh Ghiasabadi Klaas van Gorkum Robbert Roos Atelier Holsboer, Parijs De adviescommissie ontving in 2006 34 aanvragen en selecteerde Joep van Liefland voor de periode 1 april - 1 oktober 2007 en Rafaël Rozendaal voor de periode 1 oktober 2007 - 1 april 2008. Adviescommissie Atelier Holsboer Jean Bernard Koeman, voorzitter Niels Klavers Nina Folkersma
Annet Tijhuis Marieke Wiegel (namens het Institut Néerlandais) Art Center College of Design, Pasadena (VS) In 2006 werden 6 aanvragen ingediend voor een residency van 1 jaar in het Art Center. Drie aanvragers vormen samen een ontwerpbureau en 2 aanvragers zijn een duo. Alle aanvragen zijn aan de directie van het Art Center voorgelegd. Deze selecteerde het ontwerpbureau 75B voor de eerste residency. 75B (Rens Muis, Pieter Vos en Robert Beckand ) heeft ervoor gekozen ieder een periode van 4 maanden in het Art Center te verblijven. De residency loopt van 1 mei 2006-1 mei 2007. Townhouse Gallery, Cairo Omdat voor het eerste jaar de tijd te kort was om via een advertentie kunstenaars op te roepen een aanvraag in te dienen, heeft het bestuur van het Fonds BKVB de adviescommissie gevraagd om dit eerste jaar zelf kandidaten voor te dragen. In overleg met William Wells, directeur van Townhouse Gallery, werden voor de periode 15 september – 15 december 2006 Mischa de Ridder en Julia van Mourik geselecteerd. Adviescommissie Townhouse Gallery Bart Rutten, voorzitter Atousa Bandeh Ghiasabadi Diana Stigter Jan Rothuizen
Projectstudio Rome De adviescommissie ontving 10 aanvragen. Voor de periode van 1 september – 15 december 2006 werd Kevin van Braak geselecteerd. Adviescommissie Rome Maria Hlavajova, voorzitter Krien Clevis Thomas Peutz Patricia Pulles Platform China, Beijing Omdat voor het eerste jaar de tijd te kort was om via een advertentie kunstenaars op te roepen een aanvraag in te dienen, heeft het bestuur van het Fonds BKVB de adviescommissie Buitenlandateliers gevraagd om dit eerste jaar zelf 2 kandidaten voor te dragen. Voor de periode 1 februari – 1 juli 2007 werd Hendrik-Jan Hunneman geselecteerd en voor de periode 1 juli – 31 december 2007 Matthijs de Bruijne. Adviescommissie Platform China Jean Bernard Koeman, voorzitter Phillip van den Bossche Jaap Guldemond Aglaia Konrad
78
79 5.3 Studiereis Fonds BKVB Mede op basis van oriënterende gesprekken met deskundigen uit de vakwereld van de tuin- en landschapsarchitectuur, is voor de achtste in de reeks studiereizen gekozen voor het reisdoel Amerika. Onder de titel ‘Power of Place, een zoektocht naar de betekenis van landschap en openbare ruimte in Amerika’ zal de studiereis in het najaar van 2007 leiden naar New York, the Hudson River Valley, Washington DC, Charlottesville en Williamsburg, Chicago en eindigen in de National Parks van Arizona. De overwegingen om de Verenigde Staten als reisdoel te kiezen zijn velerlei. Op kleinschalig niveau laten industriële steden zoals New York en Chicago interessante voorbeelden zien van landschappelijk ingerichte stadsparken met een mix van stedelijk programma en groen. De betrokkenheid van het publiek en particuliere investeerders bij de aanleg van deze veelal public gardens is groot: beheer en behoud van stadsparken zijn vaak publiek-private aangelegenheden en er heerst - anders dan in Nederland - een morele opvatting dat de groene longen van de stad gezond zijn voor de mens en hechte sociale structuren stimuleren. Ook wordt er in de VS veel ruimte gegeven aan bottom up initiatieven en burgerparticipatie met de gedachte dat binding aan je leefomgeving van cruciaal belang is voor je persoonlijke ontwikkeling en levensgeluk. De landschapsinrichting heeft ook op een andere manier een
sterke maatschappelijke importantie met een in Europa nog onbekend fenomeen als het etnische landschap: het landschap als multicultureel en sociaal project waarbij de beeldende kunst en multiculturele tradities een belangrijke rol spelen bij de wens tot het scheppen van identiteiten en ervarings- en belevingswerelden. Wat betreft de groengebieden aan de randen van de stad heeft Amerika met haar suburban sprawl al een veel langere traditie die nu in Nederland met de aanleg van talloze VINEX-wijken en bedrijventerreinen een vergelijkbaar, eenvormig idioom krijgt. Ook shopping malls en recreatieparken die als nieuwe stadscentra de landschapsontwikkeling aan de randen van de stad teniet doen (het zgn. dross-landscape) en de aanleg van het snelwegennetwerk stimuleren, zijn in de VS bekende fenomenen. Het suburbane landschap wordt verder gekenmerkt door voortdurende transformaties en revitalisaties van voorheen ontoegankelijke gebieden zoals de oevers van de in onbruik geraakte havens en voormalige vuilstortplaatsen die als ecologische landschappen worden ingericht, de zgn. toxic landscapes. De grote schaal van het landschap manifesteert zich door de oneindigheid van het Amerikaanse landschap waar mobiliteit en recreatie van meet af aan beeldbepalende factoren zijn geweest. De staat Arizona laat met zijn vele beschermde parken een interessante archeologische en etnografische geschiedenis zien waarbij de vereniging van cultuur en natuur een steeds pregnanter
vraagstuk wordt. Deze toenemende vraag naar de consumptieve kwaliteiten van het landschap doet zich, weliswaar op kleinere schaal, ook in Nederland voor o.a. in het Groene Hart. Hoe kunnen deze processen van productie- naar consumptielandschap tot een kritisch en duurzaam instrumentarium ontwikkeld worden? En hoe kan het landschap als natuurhistorische eenheid behouden blijven? Daarnaast kent Amerika een lange traditie van hooggekwalificeerde universiteiten waar een interessant discours plaatsvindt over het spanningsveld tussen het beheer en het ontwerpen van de publieke ruimte. Gedurende de studiereis zal in confrontatie met verschillende instellingen, waaronder Dumbarton Oaks, uitgebreid gesproken worden over de positie en beroepspraktijk van landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, architecten en beeldend kunstenaars en hun rol voor de ontwikkeling van het vakgebied. De landschapsarchitectuur staat in Nederland volop in de belangstelling: de overheid heeft met de Belvedere-regeling een belangrijke impuls gegeven aan de discussie over en het bewustzijn van de landschappelijke inrichting van Nederland. Daarnaast maakt de drang van het modernisme om een tabula rasa te creëren en niet of nauwelijks rekening te houden met het landschappelijk en cultureel erfgoed, steeds meer plaats voor onderzoekend en interactief ontwerpen. Deze nieuwe ontwikkelingen maken de landschapsarchitectuur tot een inspirerend vakgebied dat vraagt om een wissel-
werking met andere disciplines. Hoewel de landschapsinrichting hoog op de politieke agenda staat, liggen de disciplines die zich tot dit vraagstuk verhouden nog ver uit elkaar en beoogt de studiereis integratie van kennis en expertise tussen o.a. de beleids-/wetenschappelijke en de beeldende kunst/ontwerpwereld samen te brengen. Het doel van de studiereis is dan ook niet alleen te komen tot integrale, dynamische ruimtelijke strategieën maar ook het maatschappelijk debat over de inrichting van Nederland tot een publieke discussie te maken: hoe ga je als ontwerper en kunstenaar met de veranderingsprocessen binnen het Nederlandse cultuurlandschap om? Hoe kun je het landschap op een duurzame manier inzetten als tegendruk voor de urbanisatie? En hoe kun je het landschap in of buiten de stad in zijn nieuwe dimensie als collectieve belevingsruimte een krachtige impuls geven? Het Fonds BKVB beoogt met een internationale blik èn interdisciplinaire opzet van de reis een belangrijke bijdrage aan het vakdebat te leveren. In het najaar is een oproep geplaatst in diverse vakbladen. Het Fonds BKVB ontving 60 aanmeldingen waarvan er 20 voor deelname aan de studiereis werden geselecteerd door een speciaal samengestelde werkgroep met leden van de commissies bouwkunst, vormgeving en beeldende kunst.
80
81 5.4 Stichting Het Van Doesburghuis, Meudon/Parijs Sinds 2005 voert het Fonds BKVB het secretariaat van de Stichting Het Van Doesburghuis. Het bestuur van de stichting kwam 2 keer bijeen. In het voorjaar selecteerde het bestuur uit 4 aanmeldingen modefotografe Hermanna Prinsen voor een werkperiode in de atelierwoning van Van Doesburg. Door persoonlijke omstandigheden verzocht Prinsen het bestuur in plaats van een heel jaar, slechts 6 maanden in het Van Doesburghuis te verblijven, van januari – juni 2007. De huidige bewoonster, Anneke Brassinga, werd hierdoor in de gelegenheid gesteld haar werkperiode met een paar maanden te verlengen. Tijdens de vergadering in het najaar besloot het bestuur de atelierwoning te verhuren aan de 2 kandidaten die zich hebben aangemeld voor de resterende huurperiode in het jaar 2007, in de maanden juli en augustus aan NRC- columnist Bas Heijne en voor de periode september 2007 – februari 2008 aan architect en kleurdeskundige Mariël Polman.
Jan Rothuizen, The Last Tourist, Cairo 2006 (zie pagina 44)
Jeroen Jongeleen, Influenza / A Little Movement, Christchurch, New Zeeland 2007 (zie pagina 39)
82
6. COMMISSIE PILOTPROJECTEN 6.1 Inleiding Als antwoord op de wens van de staatssecretaris voor Cultuur dat het Fonds BKVB zich nadrukkelijker tot de culturele diversiteit binnen de kunsten zou verhouden, riep de commissie pilotprojecten intendanten op om plannen hiervoor in te dienen. Zo wilde het verdieping aanbrengen in het onderzoek naar de betekenis van culturele diversiteit voor kunstinstellingen. De afgelopen jaren heeft het Fonds BKVB zichzelf vele malen vragen gesteld over dit onderwerp. Komt culturele diversiteit voort uit de kunst zelf of is het een door de politiek opgelegd idee? Is het een nieuwe vorm van paternalisme of de juist geslepen lens om maatschappelijke bijziendheid optisch te doorbreken? Wat betekent de roep om culturele diversiteit voor de culturele instellingen? Staat de mate van culturele diversiteit gelijk aan het aantal subsidietoekenningen aan kunstenaars met een andere culturele achtergrond of wordt die door andere grootheden bepaald? En zo ja, welke? Is culturele diversiteit gelijk aan artistieke diversiteit – en als dat zo is wat betekent dat dan voor het Fonds BKVB? Eensluidende antwoorden heeft het niet kunnen formuleren. De subsidietoekenningen aan kunstenaars vanuit Azië tot het Midden-Oosten, van Marokko tot Turkije, van Polen tot Servië, geven wel het idee dat culturele diversiteit op dat niveau een feit is. Omgekeerd gaan steeds meer
83 Nederlandse kunstenaars naar het buitenland om er artistiek onderzoek te doen en hun projecten te realiseren. Het Fonds BKVB werkt gestaag aan de uitbreiding van residencies tot een wereldwijd netwerk. Is dat alles voldoende of is er meer te doen? Naast het (zelf)onderzoek, wilde het Fonds BKVB met de vraag naar intendanten culturele diversiteit zichtbaar krijgen wat er op dat gebied leeft, welke ambities er zijn en hoe het daar, ook op beleidsmatig niveau, op in zou kunnen spelen. De oproep werd begin 2006 in diverse media geplaatst. In totaal kwamen 47 voorstellen binnen. Een jury aangevuld met de leden van de commissie pilotprojecten die dit project initieerde, heeft hier onder voorzitterschap van Els van der Plas 6 plannen uit geselecteerd. Deze worden begin 2007 tijdens een debat gepresenteerd. Behalve de oproep voor de intendant maakte de commissie pilotprojecten ook andere initiatieven mogelijk die grotendeels passen binnen het kader van de culturele diversiteit.
6.2 Gerealiseerde pilotprojecten Instituto Buena Bista In september ging, mede met steun van het Fonds BKVB, het Instituto Buena Bista op Curaçao van start op initiatief van kunstenaar David Bade. Bade heeft weliswaar in Nederland gestudeerd en gewerkt, maar de betrokkenheid met zijn geboorte-eiland Curaçao en de kunst van de Antillen is altijd groot gebleven. Samen met collega-kunstenaars Tirzo Martha en Reynaldo Chirino en kunsthistoricus Nancy Hoffmann ontstond het idee voor een professioneel institituut voor beeldende kunst en toegepaste kunst op Curaçao. Na een eerste fase, waarin zij onderzoek deden naar de inhoud en haalbaarheid van het idee, begonnen zij in 2006 met de realisatie van de plannen. Doel is een gedegen en erkende kunstopleiding, een instituut dat het niveau van de kunst op de Antillen naar een hoger plan trekt en zich van daaruit verder ontwikkelt. Nu eens niet Antilliaans talent dat vertrekt naar Nederland, maar misschien zelfs talent uit Nederland dat naar Curaçao wil om aan een professioneel en internationaal georienteerd instituut te studeren. De bijdrage van het Fonds BKVB is bestemd voor een gastatelier binnen het instituut. 4 keer per jaar zal een in Nederland residerende kunstenaar gedurende 3 maanden op Curaçao wonen en werken. Gedurende deze periode bestaat de mogelijkheid verschillende projecten te presenteren in een speciale projectruimte.
Op deze manier kan aan zowel jong talent als gevestigde kunstenaars een plek geboden worden om te werken én hun kennis over te dragen op de studenten. Bovendien zullen internationale kunstenaars worden uitgenodigd om binnen het instituut te werken en te exposeren. Omdat de Nederlandse Antillen op dit moment geen culturele infrastructuur hebben, ontbreekt een gedegen basis voor de kunst. Voor zover er enige nadruk wordt gelegd op de cultuur van de Antillen is die gericht op de historie en volkscultuur. Het instituut wil een kader bieden om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Het instituut is niet alleen gericht op onderwijs, maar streeft ook naar de aanleg van een bibliotheek van beeld, bewegend beeld en woord van zowel de LatijnsAmerikaanse en Caribische als overige niet-westerse én westerse kunst. Het Fonds BKVB verwacht dat het Instituto Buena Bista een onontgonnen maar vruchtbaar terrein op structurele wijze zal ontwikkelen en zo zal bijdragen aan een verrijking en verbreding van het culturele beeld van de Antilliaanse gemeenschap. Typographic Matchmaking Het Centre for Arabic Typography vroeg 5 toonaangevende Nederlandse typografen om samen met een Arabische ontwerper of kalligraaf op basis van bestaande Latijnse lettertypes nieuwe Arabische ‘font families’ te ontwerpen. Doel is de Arabische wereld te voorzien van meer en beter beschikbare lettertypes. De stichting streeft ernaar door uitwisseling van kennis
84
85 en ervaring de kwaliteit van het Arabisch ‘type design’ te verbeteren en te ontwikkelen, en tegelijk de horizon van Nederlandse typografen te verbreden en hun internationale bekendheid te vergroten. Op basis van esthetische stijl, persoonlijkheid en/of ervaring ontstonden de volgende koppels: Gerard Unger en Nadine Chahine, Fred Smeijers en Lara Assouad Khoury, Martin Majoor en Pascal Zoghbi, Lucas de Groot en Mouneer Al-Shaarani, en Peter Bilak en Tarek Atrissi. De uitkomsten van het project zullen worden gepresenteerd in een boek, op de Kitabat Arabic Calligraphy and Typography Conference in Dubai, en in Leiden en Amsterdam. In het kader van de culturele diversiteit ondersteunt het Fonds BKVB dit project door de financiering van het ontwerptraject en de publieke presentaties. Ateliers ‘89 Academia de Bellas Artes In 2006 is het project Ateliers ‘89 van start gegaan. Ateliers ‘89 wil op Aruba gedurende een aantal jaren een serie workshops geven, telkens gevolgd door een tentoonstelling. Doel is geinteresseerden uit Aruba en de regio in de gelegenheid te stellen zich te orienteren op de hedendaagse beeldende kunst en vormgeving, zodat zij hun creatieve mogelijkheden kunnen onderzoeken en ontwikkelen. Ateliers ‘89 staat open voor iedereen die talent heeft en nog niet de gewenste kansen heeft gehad. Het wil een kweekvijver zijn voor jong talent dat vervolgens kan doorstromen naar de academies in Nederland.
Op Ateliers ‘89 zullen verschillende disciplines binnen de beeldende kunst en vormgeving aan bod komen. Geïnteresseerden kunnen een cursus volgen of zich voorbereiden op een vervolgstudie aan een kunstacademie. Het voorziet op die manier in de behoefte van individuen op verschillende niveaus. Tevens wordt de mogelijkheid geboden voor uitwisselingen met Nederlandse kunstenaars en studenten. Ateliers ‘89 zal starten met een pilot van 3 workshops. In een cyclus van 2 jaar zal hierbinnen een gevarieerd pakket aan vakken worden aangeboden. Iedere workshop eindigt met een presentatie. De docenten zijn afkomstig uit Aruba, de Nederlandse Antillen en de regio, en uit Nederland. Het project is een samenwerking tussen de Arubaanse overheid, een aantal fondsen in Nederland en de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, Academie St. Joost in Breda en Academie Minerva in Groningen. Co-Lab Tijdens de Amsterdam International Fashion Week van augustus 2006 is het initiatief Co-Lab officieel van start gegaan met de lancering van een website. Co-Lab streeft naar een koppeling van de culturele en economische aspecten van de mode. Gekozen is voor het model van de werkplaats waar een selecte groep van ontwerpers intensief wordt begeleid bij hun professionele ontplooiing. Bedrijfsmatige aspecten als productie, patronage, sampling en distributie worden toege-
voegd aan het creatieve potentieel van de ontwerpers. Gedurende een afgebakende periode krijgen zij de kans een volwaardig label te ontwikkelen en op de markt te brengen. Co-Lab staat onder leiding van Guus Beumer. Het eerste resultaat is een internationaal produktie- en distributiemodel voor het label ‘WOLF’ van Francisco van Benthum. Co-Lab is een laboratorium voor mode en strategie. Een werkplaats voor de uitwisseling van kennis en ervaring en de ontwikkeling van nieuwe visies op modeontwerp, productie en distributie. Co-Lab tracht, mede door het verbinden van diverse netwerken, de beroepsmatige ontwikkeling van hoog getalenteerde modeontwerpers te stimuleren. Binnen CoLab worden businessmodellen gevormd rond het talent van een selecte groep ontwerpers die zo worden klaargestoomd voor de gedifferentieerde werkelijkheid van de markt. De komende tijd zullen de ontwerpers worden geselecteerd die met een team van begeleiders hun ondernemingsplannen verder gaan concretiseren om aan beide modellen invulling te geven. CoLab zal daarvoor letterlijk als werkvloer fungeren. Daarnaast start Co-Lab een onderzoek naar het economisch potentieel van nieuwe praktijken om na te gaan of deze beter kunnen worden benut voor modeontwerpers. Tot slot verzorgt Co-Lab lezingen en presentaties die zijn gericht op een algemeen (mode)publiek. Co-Lab wordt mogelijk gemaakt door het Fonds BKVB en de Mondriaanstichting.
Basis was het onderzoeksrapport Connected, dat in 2002 werd geschreven door Guus Beumer en Angelique Westerhof. Hierin stonden de bevindingen van een door het Fonds BKVB geïnitieerde werkgroep die bestond uit verschillende partijen binnen het vakgebied. Dankzij een inventarisatie van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de modewereld kwam aan het licht dat het hoge artistieke niveau van de Nederlandse mode niet gelijk opging met de beroepsmatige positie van getalenteerde ontwerpers. Het rapport legde het fundament voor een daadwerkelijk uit te voeren initiatief dat ontwerpers zou moeten stimuleren hun talent te kapitaliseren. Co-Lab is de uiteindelijke concretisering van deze plannen en is gebaseerd op een geactualiseerd beeld van de modesector. Het Fonds BKVB is ervan overtuigd dat Co-Lab voldoende realiteitsgehalte en draagvlak heeft om uit te groeien tot een succesvol platform voor de Nederlandse modevormgeving, waarbij het potentieel van de Nederlandse modevormgeving kan worden omgezet in economisch succes. Virtueel Museum Zuidas Op uitnodiging van het Virtueel Museum neemt het Fonds BKVB deel aan het project Vrije Ruimten Zuidas/AIR. Dit initiatief van het Virtueel Museum gaat uit van de gedachte dat op de Zuidas ruimte moet zijn voor kunstenaars om te werken en te verblijven. Het bureau LOLA Landscape architects uit Rotterdam, bestaande uit Peter Veenstra, Cees
86
87 van der Veeken en Eric-Jan Pleijster, zal beurtelings in een van de 6 speciaal ontwikkelde artist-in-residence plekken verblijven om ontwerponderzoek te doen naar de Zuidas. 3 thema’s dienen hierbij als leidraad: het megaproject de Zuidas (hoe ontwikkelt de Zuidas zich in de regio Randstad?), de buitenruimte (hoe verhouden de verschillende openbare ruimtes zich tot elkaar en hoe worden ze benut?). Tenslotte tracht LOLA een antwoord te geven op de vraag hoe je als ontwerper van onderaf invloed kan hebben op een megaproject als de Zuidas. Tijdens hun werkperiode houden architecten van LOLA een weblog bij en hun onderzoek zal uiteindelijk resulteren in een manifest dat in juni 2007 gepresenteerd wordt. Zie beeldbijlage.
6.3 Commissie Pilotprojecten Lex ter Braak (voorzitter) Bart de Baere Nikki Gonnissen Wouter Vanstiphout Aantal vergaderingen: 3
88
89
7. TAX - VIDEOCLIPFONDS 7.1 Inleiding Begin 2006 zegde toenmalig Staatssecretaris Medy van der Laan van Cultuur en Media extra geld toe voor de productie van videoclips. Daarmee wilde ze de kwaliteit van Nederlandse videoclips een impuls geven en de samenwerking tussen beeldmakers en (pop)artiesten stimuleren. Op 1 oktober ging het TAX-videoclipfonds van start als vernoemd naar Wally Tax een van de grondleggers van de Nederlandse popmuziekcultuur. Uitvoering van de nieuwe subsidieregeling ligt in handen van het Fonds BKVB en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties. Met het extra geld kunnen clips gemaakt worden die artistiek hoogwaardig en innovatief zijn en die ingezet kunnen worden voor de internationale promotie van Nederlandse artiesten en hun cd’s. Tot en met 2008 is in totaal € 900.000 beschikbaar. Een derde daarvan wordt gefinancierd uit het Actieprogramma Cultuur en Economie van de Ministeries van OCW en Economische Zaken; tweederde door de uitvoerende fondsen. De fondsen hebben een adviescommissie aangesteld die een dubbele functie vervult. Enerzijds beoordeelt zij subsidieverzoeken van beeldmakers, popartiesten, platenmaatschappijen, producenten en ieder ander met een goed idee voor een videoclip. Anderzijds initieert de commis-
sie projecten door actief te bemiddelen en te zoeken naar onverwachte, prikkelende of bijzondere combinaties van beeldmakers en artiesten. Voor het TAX-videoclipfonds is een speciale website gemaakt: www.videoclipfonds.nl. Deze nieuwe subsidiemogelijkheid werd gelanceerd tijdens het Nederlands Filmfestival op 5 oktober. 7.2 Overzicht Toekenningen TAX-videoclipfonds
Positief 7
Negatief 18
Totaal aantal aanvragen 25 Honoreringspercentage 28% 7.3 Toekenningen Moksi Meti/Michaël Sewandono, Nick Schönfeld (beeld) bij a balladeer (muziek): Robin II Clip over de eerste momenten na een auto-ongeluk. Versuft en gewond klimmen de bandleden uit het
wrak om de ravage van een afstandje te bekijken. Dan blijkt dat zij niet de enige slachtoffers zijn van het ongeluk. Jonathan Herman (beeld) bij C-mon & Kypski (muziek): Make my Day Hoofdrolspeler en rapper Pete Philly ontwaakt in een voor hem onbekende blokhut. Daar treft hij allerlei verdachte voorwerpen aan. Hij gaat in het bos op zoek naar wat is voorgevallen. Flashbacks tonen in rode capes geklede bandleden: die een belangrijke rol in de gebeurtenissen hebben gespeeld. Steffen Haars (beeld) bij Jiggy Djé (muziek): Check 1-2 Videoclip die doet denken aan een Bfilm uit de jaren zeventig. Een haai in een roeiboot zit te vissen aan de rand van de stad en gooit zijn hengel uit. De microfoon die aan de hengel bevestigd is, valt voor de voeten van Jiggy Djé die erin begint te rappen, maar tegelijkertijd meegesleurd wordt omdat de haai zijn hengel binnenhaalt. Een komische tocht door de stad is het gevolg. Hotel / Ferry van Zijderveld (beeld) bij Duvel (muziek): 7002 De 7 hoofdzonden staan centraal in dit project dat het midden houdt tussen een videoclip en een experimentele korte film. Rapper Duvel componeerde speciaal een nieuwe soundtrack. De korte scènes spelen zich af op een vervallen scheepswerf en doen een bonte stoet aan wonderlijke figuren en situaties passeren.
André Maat (beeld) bij Kraak & Smaak (muziek): Money in the bag Deels geanimeerde videoclip waarin een ouderwetse onderwijzer op onorthodoxe wijze seksuele voorlichting geeft. Sander Alt & Michiel Wesselius – Urrebuk (beeld) bij Gregor Salto & Dr. Kucho (muziek): Love is my game Deze geanimeerde videoclip in de stijl van blaxplotation-films volgt een kleine jongen die op zijn driewieler door de grote stad fietst, geeft hij onderweg zijn ogen de kost. In een mix tussen fantasie en werkelijkheid, droomt de jongen dat hij al volwassen is. Marleen Heidweiller (beeld) bij Ghost Trucker (muziek): Under the Stars Het ontwerp van deze sprookjesachtige clip sluit naadloos aan bij de ‘huisstijl’ van de band, zoals te zien op hun website, de albumhoes en de visuals op het podium tijdens live-optredens. Een padvinder verdwaalt in een bos en valt vervolgens in een diepe put. Daar is hij overgeleverd aan monsters, totdat hij gered wordt door een meisje dat kan toveren. 7.4 Commissieleden TAX-videoclipfonds Arjen Davidse David Kleijwegt Jan Schuijren
90
91
8. TOTAAL AANTAL AANVRAGEN ALLE DISCIPLINES Deze cijfers tonen het totaal aantal gehonoreerde en afgewezen aanvragen die in 2006 door het Fonds BKVB zijn behandeld. Ook is dwars door alle subsidiesoorten heen geteld onder welke disciplines werd aangevraagd.
positief 524
positief 41
negatief 1160
negatief 57
Beeldende kunst totaal 1674
Bouwkunst totaal 98
positief 127
positief 6
negatief 188
Vormgeving totaal 315
negatief 10
Interdisciplinair totaal 16
92
9. BEZWAAR- EN BEROEPSPROCEDURES Als een aanvraag voor een subsidie niet wordt gehonoreerd, kan een kunstenaar een bezwaarschrift indienen bij het bestuur van het Fonds BKVB. De aanvrager kan het bezwaarschrift eventueel mondeling toelichten tijdens een hoorzitting. Als het bezwaarschrift niet wordt gehonoreerd, of als de werkgroep na herbeoordeling weer negatief over de aanvraag adviseert, kan de aanvrager in beroep gaan bij de Arrondisementsrechtbank. Als dit beroep door de rechtbank wordt verworpen staat hoger beroep open bij de Raad van State. Ook het Fonds BKVB kan bij de Raad van State in hoger beroep gaan als de rechtbank een beroepschrift gegrond heeft verklaard.
93 Bezwaarschriften basissubsidies Afgewezen subsidies 344 Ingediende bezwaarschriften 52 * Behandelde bezwaarschriften 49 ** Herbeoordelingen na bezwaarschrift 26 *** Positief advies na herbeoordeling 9 Formeel bezwaarschrift gehonoreerd 1 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 39
Bezwaarschriften stimuleringssubsidies vormgeving Afgewezen subsidies 163 Ingediende bezwaarschriften 11 * Behandelde bezwaarschriften 10 Herbeoordelingen na bezwaarschrift 5 Positief advies na herbeoordeling 3 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 7 **
*waarvan er 2 werden ingetrokken **waarvan enkele in 2005 ingediend ***waarvan 1 advies in 2005, beschikking in 2006
*waarvan er 1 werd ingetrokken **waarvan 1 op formele grond afgewezen
Beroepszaken basissubsidies * Ingediende beroepsschriften 2 ** Behandelde beroepsschriften 2 Ongegrond verklaarde beroepsschriften 2 *nog niet behandeld in 2006 **ingediend in 2005 Bezwaarschriften stimuleringssubsidies beeldende kunst Afgewezen subsidies 534 * Ingediende bezwaarschriften 43 Ingetrokken bezwaarschriften 2 ** Behandelde bezwaarschriften 37 Herbeoordelingen na bezwaarschrift 10 Positief advies na herbeoordeling 1 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 36 *** *waarvan er 2 werden ingetrokken **waarvan enkele in 2005 werden ingediend ***waarvan 6 op formele grond afgewezen
Bezwaarschriften stimuleringssubsidies bouwkunst Afgewezen subsidies 49 Ingediende bezwaarschriften 6 Behandelde bezwaarschriften 5 Herbeoordelingen na bezwaarschrift 5 Positief advies na herbeoordeling 1 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 4 Bezwaarschriften publicatiesubsidies Afgewezen subsidies 51 Ingediende bezwaarschriften 2 Behandelde bezwaarschriften 2 Herbeoordelingen na bezwaarschrift 1 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 2 Bezwaarschriften bemiddelaarssubsidies Afgewezen subsidies 31 Ingediende bezwaarschriften 2* Behandelde bezwaarschriften 2* Herbeoordelingen na bezwaarschrift 1* Positief advies na herbeoordeling 1 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 1 *waarvan 1 in 2005 werd ingediend
Bezwaarschriften op financiële grond Ingediende bezwaarschriften 23 Behandelde bezwaarschriften 17 Geheel gehonoreerde bezwaarschriften 8 Deels gehonoreerde bezwaarschriften 3 Ongegrond verklaarde bezwaarschriften 6 Van de in 2006 ingediende bezwaarschriften waren er begin 2007 nog enkele in behandeling.
94
95
10. PUBLIEKSGERICHTE ACTIVITEITEN EN COMMUNICATIE De publieksgerichte activiteiten van het Fonds BKVB hebben allereerst tot doel potentiële aanvragers te wijzen op de subsidiemogelijkheden. Daarnaast worden activiteiten ontwikkeld om beleidsmakers en publiek inzicht te geven in de mogelijkheden en resultaten van het Fonds BKVB. Tenslotte zoekt het Fonds BKVB regelmatig de openbaarheid op om deel te nemen aan het actuele kunstdebat. Met Stip Het Fonds BKVB organiseert al sinds haar oprichting met enige regelmaat grote tentoonstellingen waarin verantwoording wordt afgelegd van de besteding van de subsidiegelden. Zo werd in de serie Uitgelicht (sinds 1995) werk tentoongesteld van beeldend kunstenaars die een startstipendium ontvingen. Hiermee werd aan startende kunstenaars de kans geboden zich te presenteren. De eerste tentoonstellingen in deze serie toonden het werk van álle toegekende aanvragers, later is besloten daar een selectie uit te maken. In 2005 zette het Fonds BKVB deze trend voort met de start van een nieuw tentoonstellingsconcept waarbij steeds een ander museum in Nederland optreedt als gastcurator. Het ontvangende museum maakt een selectie uit de toekenningen en is verantwoordelijk voor de inrichting van de tentoonstelling. Het GEM in Den Haag beet het spits af van deze nieuwe reeks. Uit de 193 kunstenaars die de afgelopen 2 jaar een startstipendium ontvingen, selecteerden Wim van Krimpen, Wim van Sinderen en Roel Arkesteijn twintig kunstenaars. Hun werk
werd gepresenteerd op de tentoonstelling Met Stip, die vanaf april 3 maanden in het GEM te zien was. Het Fonds BKVB was verantwoordelijk voor de catalogus waarin het werk was opgenomen van alle kunstenaars waaruit het GEM selecteerde. Bij de tentoonstelling werden aanvullende activiteiten georganiseerd zoals een lunch voor verzamelaars (i.s.m. NRC Handelsblad). De Groene Amsterdammer wijdde een special aan de deelnemende kunstenaars en heeft de intentie uitgesproken hen te blijven volgen. Toekenningen De reeks Toekenningen, tentoonstellingen met werk van aanvragers die recent subsidie ontvingen, is in 2006 voortgezet. De serie kan beschouwd worden als een spiegel van de aanvragen die door het Fonds BKVB gehonoreerd worden en van opvallende tendensen binnen die aanvragen. Er werden verspreid over het jaar 5 tentoonstellingen georganiseerd: Toekenning 027: Inside Out Grafisch ontwerper Armand Mevis (bureau Mevis&Van Deursen) maakte een persoonlijke selectie uit het werk van een groep jonge en relatief onbekende ontwerpers: Julia Born, Nine Fluitsma, Hans Gremmen, Hansje van Halem, Louis Lüthi, Bas Manders, Luna Maurer, Rafael Rozendaal, Ivo Schmetz, Linda Swaap, René Tichelaar, Coralie Vogelaar, Rutger Vos. Toekenning 028: Invloeden van buitenaf 3 jonge architecten doen verslag van hun studie en onderzoek in Australië, China en Japan. In deze tentoonstelling namen
Peterine Arts, Iwan Hameleers en Mark Veldman de bezoeker mee op hun onderzoeksreizen door het Verre Oosten. Toekenning 029: Lam de Wolf Textielkunstenares Lam de Wolf verbleef in het Europees Keramisch Werkcentrum. Op uitnodiging van dit centrum experimenteerde zij als artist-in-residence met keramiek en textiel. Toekenning 030: Vazen Zomertentoonstelling met vazen van Ed Annink, Maxime Ansiau, Bas van Beek, Joost van Bleiswijk, Krijn Christiaansen / Cathelijne Montens, Ineke Hans, Manita Kieft, Lotty Lindeman, Maaike Roozenburg, Mara Skujeniece, Esther Stasse, Olaf Stevens en Peter Traag. De tentoonstelling werd ingericht door Geer Pouls (Brutto Gusto). Toekenning 031: Muurschilderingen Antistrot, Erik Odijk, Gijs Frieling, Jan Robert Leegte, Anne Wenzel, Hadassah Emmerich en Jan van der Ploeg beschilderden de muren en ramen van het Fonds. Hoftoren Eind 2005 werd het Fonds BKVB uitgenodigd om in het gebouw van het Ministerie van OCW, bekend als De Hoftoren, een vitrine in te richten als onderdeel van het project In tijdelijk gebruik. In samenwerking met het Instituut Collectie Nederland ontwikkelde de kunstcommissie van OCW dit project waarvoor in de vitrines op alle verdiepingen van De Hoftoren werk uit verzamelingen van Nederlandse musea, het ICN, bedrijven, particulieren en kunstenaars wordt tentoongesteld.
De vitrine is voor het Fonds BKVB een verlengstuk van de serie Toekenningen. In 2006 werd in de vitrine op de tiende verdieping achtereenvolgens werk getoond van Bas Princen, Marijn Akkermans, Rutger Emmelkamp en Sara Blokland. Lezingen / Debatten Er werden in 2006 2 lezingen georganiseerd. Beide waren direct gerelateerd aan een activiteit van het Fonds BKVB, beiden vonden plaatst in Felix Merites. In mei werd gediscussieerd over de buitenland ateliers n.a.v. de presentatie van het rapport Het buitenland wordt steeds kleiner. In november gaf Erik de Jong een lezing ter voorbereiding op de studiereis naar de Verenigde Staten. Zie pagina 78. NPS/Volkskrant prijs Ter gelegenheid van 400 jaar Rembrandt nam de Volkskrant het initiatief tot de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs ter ondersteuning van jonge, talentvolle kunstenaars. Op verzoek van de jury is hiervoor o.a. een keuze gemaakt uit de documentatie van kunstenaars die tussen 2004 en 2006 een startstipendium ontvingen. Het Fonds BKVB heeft dit initiatief verder ondersteund door een bijdrage te leveren aan de geldprijs. De 6 genomineerde kunstenaars werden geportretteerd in de Volkskrant en tijdens speciale uitzendingen van de NPS-televisie. De prijs – een bedrag van € 7.500 en een tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag - werd tijdens een live televisie uitzending uitgereikt aan Nathalie Bruys.
96
97 Nieuwsbrief Het Fonds BKVB gaf in 2006 2 Nieuwsbrieven uit. Nieuwsbrief 09 stond geheel in het teken van de buitenland ateliers. Als bijlage verscheen een aparte folder waarin alle buitenland ateliers van het Fonds BKVB nader worden toegelicht. Nieuwsbrief 010 bevatte voornamelijk informatie over alle nieuwe en lopende projecten van het Fonds BKVB. De Nieuwsbrief werd gericht gestuurd aan ca. 4500 geïnteresseerden en daarnaast verspreid via de balie van het Fonds BKVB, academies, CBK’s en voorlichtingsbijeenkomsten. De Nieuwsbrief is ook te downloaden via de website. Website In september ging de vernieuwde website van het Fonds BKBV online. De aanpassingen waren nodig, aangezien de oorspronkelijke site zodanig was opgebouwd dat deze niet of nauwelijks door zoekmachines gevonden kon worden. Ook werd tegemoetgekomen aan de wens om meer foto’s op de site te kunnen plaatsen. Bovendien is op de homepage nu meer ruimte voor nieuws en aankondigingen, waardoor de site nog actueler is. Aantal unieke bezoekers website 60.377 42.903 33.316
2006
2005
2004
Advertenties Regelmatig werden er in kranten en vakbladen advertenties geplaatst om deadlines voor de aanvraagrondes voor subsidies of de aanmelding van nieuwe commissieleden bekend te maken. Ook verscheen een oproep voor een intendant multiculurele projecten en een advertentie waarin de mogelijkheid tot deelname aan de studiereis publiek werd gemaakt. Bovendien werd een aantal advertenties geplaatst speciaal gericht aan (startende) vormgevers, architecten en beeldend kunstenaars. Voorlichting De medewerker publiciteit gaf op verzoek voorlichting over het Fonds BKVB op de Minerva Academie (Groningen), Academie Den Bosch, Willem de Kooning Academie (Rotterdam), AKI (Enchede), CABK (Zwolle), Koninklijke Academie voor beeldende kunsten (Den Haag) en de HKU in Utrecht. Alle studenten die een relevante HBO of TU opleiding verlieten, ontvingen in de zomer schriftelijke informatie over de subsidiemogelijkheden van het Fonds BKVB. Prijs voor bestverzorgde jaarverslag Het jaarverslag 2005 van het Fonds BKVB is in december 2006 uitgeroepen tot een van de 6 winnaars van de Prijs voor het Bestverzorgde Jaarverslag. De jury was van mening dat het jaarverslag van het Fonds BKVB precies laat zien waar het fonds mee bezig is en sprak zijn waardering uit voor de manier waarop de
publicatie een tweede leven meekreeg. De Bestverzorgde Jaarverslagen worden opgenomen in de collectie Zeldzame en Kostbare Werken van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. De prijzen voor de Bestverzorgde Jaarverslagen worden uitgereikt door de Grafische Cultuurstichting. Horizontale verantwoording Tot slot van dit jaarverslag wordt hier op een rij gezet hoe het Fonds BKVB al sinds jaar en dag tegemoet komt aan de wens tot horizontale verantwoording. Horizontale verantwoording is een nieuwe term waarmee het ministerie van OCW aan cultuurfondsen vraagt inzichtelijk te maken hoe transparant een instelling te werk gaat en hoe zij verantwoording aflegt aan zowel belanghebbenden als de samenleving in brede zin. Het Fonds BKVB doet op verschillende manieren aan informatieverstrekking om er voor te zorgen dat de doelgroep die voor subsidies in aanmerking kan komen op de hoogte is van de mogelijkheden van de subsidies. Dit gebeurt door middel van advertenties, voorlichting aan o.a. academies, de website, de nieuwsbrieven en de beleidsplannen. Ook zorgt het Fonds BKVB ervoor dat de informatie over de subsidiemogelijkheden die verstrekt wordt door cbk’s, via handboeken, academies en (websites van) andere organisaties up to date blijft. Het Fonds BKVB levert bovendien informatie op maat. Medewerkers van het Fonds BKVB zijn direct te benaderen via
de telefoon, e-mail, brief of de informatiebalie. Het Fonds BKVB is er trots op te kunnen concluderen dat het voldoet aan de 10 punten van de BurgerServiceCode die is opgesteld door Burger@Overheid. Hoofdtaak van het Fonds BKVB is het beslissen over het al dan niet verstrekken van subsidies. De beslissingen over het toekennen dan wel afwijzen van subsidies worden op twee niveau’s openbaar gemaakt. De aanvragers krijgen bericht van hun toekenning of afwijzing en kunnen in het laatste geval een nadere motivering aanvragen met een toelichting op het advies van de commissie. Aanvragers die zich niet kunnen vinden in een afwijzing, hebben de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen en deze eventueel mondeling toe te lichten tijdens een hoorzitting. Het Fonds BKVB bepaalt op basis van de argumenten die de aanvrager aandraagt of een aanvraag opnieuw beoordeeld moet worden. Als het bezwaarschrift niet wordt gehonoreerd of ook de herbeoordeling tot een negatief advies leidt, kan de aanvrager in beroep gaan bij de Arrondisementsrechtbank en de Raad van State. Het Fonds BKVB maakt om privacy redenen niet openbaar welke aanvragers zijn afgewezen. De toegekende aanvragen worden wel openbaar gemaakt, via namenlijsten in de Nieuwsbrieven, op de website en in de jaarverslagen. Bovendien wordt in het jaarverslag per aanvrager besproken voor welke plannen men een subsidie kreeg toegekend. In dit kader moet ook
Luna Maurer, Skycatcher, 2006. Poster (86 x 124 cm) en detail (zie pagina 51-52)
Martin Luijendijk, Nachtopvang, 2007. Uit serie ‘Randen van de stad’ (zie pagina 41)
98
99 de Nieuwsbriefrubriek ‘Overwegingen uit de commissie’ worden genoemd, een column die elke keer door een ander commissielid wordt geschreven. Een aantal van de toegekende subsidies wordt extra naar buiten gebracht in tentoonstellingen en publicaties van het Fonds BKVB. Met de tentoonstellingenreeks Toekenningen wil het Fonds BKVB een beeld geven van de aanvragen die worden gehonoreerd. Hetzelfde geldt voor de afbeeldingen in de jaarverslagen en de tentoonstellingen in de vitrine van de Hoftoren. Eens in de paar jaar organiseert het Fonds BKVB een grote tentoonstelling met een selectie van beeldend kunstenaars die een startstipendium ontvingen. De selectie voor deze tentoonstellingen wordt steeds buiten het Fonds om gemaakt door derden, maar daarnaast heeft het Fonds BKVB altijd een publicatie uitgegeven waarin het werk is opgenomen van alle kunstenaars waaruit geselecteerd is, zodat anderen zich een beeld kunnen vormen van de selectieoverwegingen en zich kunnen informeren over het vaak nog onbekende werk van startende kunstenaars. Een andere manier waarop het Fonds BKVB naar buiten treedt is door een actieve deelname aan het publieke debat op het terrein van actuele vraagstukken binnen de wereld van de beeldende kunst, vormgeving en bouwkunst. Enerzijds organiseert het Fonds BKVB regelmatig discussies en debatten over actuele kwesties. Bovendien publiceert het Fonds
BKVB op verschillende wijze de mening van derden, in de Nieuwsbrieven, in jaarverslagen, in essaybundels zoals Second Opinion (2007) en in de vorm van opdrachten voor essays zoals recent Goede Bedoelingen van Erik Hagoort. Anderzijds neemt de directeur van het Fonds BKVB actief deel aan debatten die door derden georganiseerd worden en verschijnen regelmatig opiniërende artikelen of interviews in de reguliere pers en de vakbladen. De hedendaagse vraagstukken en ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst, vormgeving en bouwkunst vertalen zich in het beleid van het Fonds BKVB, zoals dat omschreven staat in de vierjaarlijkse beleidsplannen. Overigens bestaat er binnen dat kader altijd ruimte voor tussentijdse aanpassingen aan de actuele realiteit. Het beleid van het Fonds BKVB staat uiteraard niet op zichzelf maar maakt deel uit van het totale kunstbeleid in Nederland. Voorstellen voor beleidswijzigingen komen voort uit de dialoog met vele betrokkenen: het ministerie van OCW, de Raad voor Cultuur, andere cultuurfondsen (o.a. tijdens het Fondsenoverleg) en een groot aantal overkoepelende organisaties. Bovendien staat het Fonds BKVB continue in contact met de steeds wisselende groep kunstenaars, vormgevers, architecten, beschouwers, curatoren, etc die deel uitmaken van de commissies. Uiteraard signaleert het Fonds BKVB ook zelf tendensen aan de hand van de
aanvragen en het contact met de aanvragers. In sommige gevallen kan dat leiden tot het uitzetten van opdrachten voor evaluaties van het huidige beleid, zoals het Fonds BKVB recent opdracht gaf aan het IVA Tilburg de redenen voor het teruglopende aantal aanvragen te onderzoeken. Ook de extra aandacht voor de subsidiemogelijkheden voor kinderboekillustratoren is een goed voorbeeld. Die extra aandacht en het toevoegen van een specialist aan de commissies kwam tot stand als reactie op geluiden uit het veld dat deze doelgroep, tussen wal en schip dreigt te raken. Tenslotte staat het Fonds BKVB ook in de vorm van directe samenwerking in contact met veel collega-instellingen. De oogst van 2006: - Samen met de Mondriaan Stichting wordt uitvoering gegeven aan de regeling voor de publicatiesubsidies. Bovendien is in 2006 samen met de Mondriaan Stichting het initiatief genomen tot de publicatie Second Opinon. - Samen met het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties wordt de nieuwe regeling van het TAX-videoclipfonds uitgevoerd. - Het Stimuleringsfonds voor Architectuur was wederom partner bij de vijfde editie van Groepsportretten. - Met Trans Artists is samengewerkt aan het opstellen van een ladder van tijdelijk beschikbare buitenland ateliers. - Met deskundigen van de Landbouw Universiteit Wageningen wordt gewerkt
aan de opzet van de studiereis Power of Place. Voor het natraject is ook contact gezocht met de Triënale voor Landschapsarchitectuur. - Samen met het GEM in Den Haag is gewerkt aan de totstandkoming van de tentoonstelling Met Stip. Het voert te ver om hier ook alle partijen te noemen die zijn betrokken bij de diverse pilotprojecten en de buitenland ateliers. Hiervoor wordt verwezen naar de betreffende hoofdstukken in dit jaarverslag.
100
101
De kunstmatige stad
Aaron Betsky
De stad is altijd meer beeld dan werkelijkheid geweest. Als we aan de stad denken zien we een intensiteit voor ons, een bruisende werveling van menselijkheid. De werkelijkheid is meestal anders. Steden zijn uiteindelijk niet meer dan uit de kluiten gegroeide kruispunten of oversteekplaatsen, steeds verder groeiende markten, clusters van bijgebouwen die zich in steeds grotere cirkels rond de burcht of de kathedraal aan elkaar hebben vastgeklampt. Wat de stad herkenbaar en opwindend (of eng) maakt is het proces dat dan begint. De stad is een verdichting van onze activiteiten dat op een specifiek moment tot een nieuw karakter leidt. Als genoeg gebouwen dicht genoeg bij elkaar en groot genoeg worden gebouwd, verdwijnt het landschap uit zicht en ontstaat een nieuwe, kunstmatige werkelijkheid. Daar is alles door de mens gemaakt en ontstaat een nieuw soort mens, vrij, meester over de natuur maar gevangen binnen de fysieke en mentale muren van de stad. De kunst kan die nieuwe werkelijkheid verbeelden, zichtbaar maken en vastleggen. Door de kunst worden we ons bewust van de stad. Zo gaat het al eeuwenlang, zo is de stad gevormd, in onze verbeelding en in onze dagelijkse ervaring. Maar wat als de stad geen muren meer heeft, als de stad versnippert en uitdijt en tegelijk leger wordt, als de stad een nieuwe werkelijkheid is die zich over de hele wereld verspreidt? Wat wordt dan het karakter van de stad en hoe kan de kunst die kunstmatigheid bevatten? De stad is tegenwoordig moeilijk te vinden. Je weet nooit wanneer je er bent, want er zijn weinig grenzen meer, laat staan muren, die aangeven waar de stad begint en eindigt. Vaak weet je niet waar je bent, want de uitdijende stad is overal hetzelfde. Natuurlijk en kunstmatig landschap worden door elkaar geregen en verliezen allebei hun identiteit. Zelfs in het centrum is de stad moeilijk te vinden. Je waant je in een oude stad, een authentieke urbane plek, maar het is bijna allemaal nep. De historische binnensteden zijn zorgvuldig opgeknapte openluchtmusea waar de tijd zoveel mogelijk wordt stopgezet. Achter de gevels die ons moeten doen geloven dat we nog in de Gouden Eeuw leven vinden we overal de Golden Arches van McDonald’s, de Blokkers en de HEMA’s. In de kantoren daarboven wordt informatie en geld rondgeleid via onzichtbare kanalen die niets te maken hebben met wat er buiten gebeurt. Overal hangen advertenties voor dezelfde broeken, voor luchtvaartmaatschappijen die ons van de ene stad naar een variant daarop brengen. Buiten de stadscentra is alles hedendaags, maar overal hetzelfde. Dezelfde kantoorkolossen, dezelfde flatgebouwen, dezelfde winkelcentra staan overal in landschappen waar alleen de verkeersborden en de taal in de reclamebeelden ons herinneren in welk land we zijn.
Zo af en toe tref je iets aan wat echt bepalend is voor een stad. De grachten van Amsterdam, het meer van Hamburg, de Seine of de Thames snijden een leegte door de stad waarin je de identiteit van die plek weerspiegelt ziet. De monumenten van het verleden en het heden, van de Eiffeltoren tot The Gherkin, steken als iconen boven de rooilijnen uit. Een overgebleven krot, een opengebroken straat of een plek waar een heuvel het bouwen onmogelijk maakt, brengt de stad tot stilstand en opent een beeld van wat anders is, wat overblijft, wat nog mogelijk is. En aan de rand van de stad, waar de rijtjeshuizen en anonieme pakhuizen eindigen en de weilanden beginnen, daar begint de wereld van wat nog niet hetzelfde is. Het is de wereld van de nog-niet-stad, of van wat eens voor de stad was. Juist daar groeien de nieuwe steden, de buitensteden zonder binnen, de satellietsteden zonder centrum, de identieke uitwassen van massaal geproduceerde woningen en werkplekken die uiteindelijk de stad doen verdrinken in een hechte eenheid die spoedig van Los Angeles tot Delhi en van Oslo tot Kaapstad overal hetzelfde zal zijn. Waar de stad nog leeft, is in de kunst. Het zijn kunstenaars die de plekken creëren die je elders niet aantreft, de iconen en de experimenten die zichzelf niet laten vatten in de ijzeren eenheidswetten. Het zijn kunstenaars die met penseel of camera in de stad het andere vinden. Het zijn kunstenaars die in hun verbeelding een stad maken die mooier of gruwelijker is dan degene die we bewonen. In het beeld dat zij van de stad creëren, in de verhalen, de schilderijen, de video’s komt de stad tot een eenheid die we kunnen zien en begrijpen. De kunst zet de fragmenten van stedelijkheid, die we in gebruik tot een mental map maken, om in iets dat wij kunnen omvatten. Het zijn kunstenaars die ons bewust maken van de stad en, als de stad echt dreigt te verdwijnen, die de stad behouden en behoeden in hun kunst. Dit wil zeggen dat de stad niet alleen een kunstmatige ruimte, maar ook kunst is. Het is een verbeelding van een idee van menselijkheid, gevat in een voortdurend veranderend landschap. Met andere woorden, de stad is nergens en overal. De stad is een intensiteit, een samenkomst van beelden, geluiden en vormen die het mogelijk maakt om het kunstmatige landschap niet alleen te bewonen en te gebruiken, maar ook te kunnen begrijpen. Meer dan dat is de stad ook een uit die urbane kunst geboren idee dat er iets is wat eigenlijk niet bestaat. In de lange geschiedenis van de stad is het een utopie en een nachtmerrie geweest, een plaats van bevrijding en een gevangenis. De stadslucht maakt vrij, maar de stad is ook een machine die ons verslindt. De stad is een logisch, rationeel geheel dat we ervaren als een labyrint of monotone vlakte, een plaats waar we in wolkenkrabbers van de aarde kunnen ontsnappen en waar we altijd in de schaduw van die bouwsels wonen. Sinds de industriële revolutie is het de belichaming van het moderne. Gevormd door technologie en voortdurend veranderd door diezelfde machines is de stad nooit hetzelfde en altijd nieuw. Het is een plek van kantoren en fabrieken, ‘woonka-
102
103 zernes’ en elitaire paleizen, een plek van glas en staal, beton en plastic. Dat wil zeggen dat de stad de kunstmatigheid zelf is. Het is niet een door God geschapen landschap, geen eindeloze vlakte, geen open zee, niet het heelal en niet de grond waarop men staat. Het is de werkelijkheid die door de mens gemaakt is en telkens weer opnieuw gemaakt wordt. En het is die kunstmatige werkelijkheid die we in de kunst weerspiegeld zien, een kunst van abstractie, rationaliteit en anonieme leegtes gevuld met de moderne mens en al zijn producten. De collage en de abstracte kunst, net zo zeer als de realistische kunst die de kunstmatigheid in zichzelf weerspiegelt, is stedelijk. De videokunst en de fotografie zijn niet los te denken van de stad en stedelijkheid. Kunst en kunstmatigheid, de door de mens geschapen werkelijkheid en de verbeelding daarvan hebben elkaar nodig, maken elkaar. Natuurlijk is niet alles in de kunst stedelijk en zijn er veel andere manieren van kunst maken. Tegen de kunstmatigheid van de wereld alom plaatst andere kunst de mens en het menselijk lichaam als dat wat blijft, wat echt is, wat niet door technologie kan worden gevormd. Zelfs in de stad groeien bomen en blijft de natuur als een herinnering van wat eens was, maar ook als een memento mori. De kunst probeert met haar eigen technologie een ruimte binnen of anders dan de stad te maken. Dat andere is het menselijke en het organische, maar ook het mythische en het goddelijke, dat wat niet gekend kan worden in de wereld van de stad. In de afgelopen paar decennia begon de vereenzelviging van de stad met stedelijkheid, van de menselijkheid met het menselijk lichaam, en van het verschil tussen deze twee, te verdwijnen. Steeds meer nemen we de stedelijkheid mee naar dorpen en worden suburbane omgevingen stedelijk, terwijl de natuur in de stad terugkomt. De stad is tegenwoordig overal en nergens, een cultuur van technologie die onontkoombaar lijkt. Zelfs boven op een berg of in een oerwoud werkt onze mobiele telefoon, kijken we televisie, zijn er stedelijke knooppunten waar activiteiten, mensen, goederen en informatie bij elkaar komen. Stedelijkheid vindt je op tv en internet net zo goed als in Amsterdam of Bangkok. Niet alleen de stad verandert en wordt moeilijker te herkennen. Het menselijk lichaam wordt steeds meer een met technologie. We zitten vol met chemicaliën die ons gedrag en het functioneren van onze organen veranderen, om maar te zwijgen van brillen, protheses en de andere stukjes plastic of metaal die we steeds meer in ons lichaam toelaten. Al een eeuw lang zijn er mensen die denken dat ook ons zelfbewustzijn uit drie delen bestaat en nu weten we zelfs wat de code is waaruit ons hele bestaan is gevormd. Binnenkort kan ook dat gemanipuleerd worden om iets te maken waarvan het niet duidelijk is of het een organisch menselijk lichaam is. Misschien is het daarom beter te spreken van een posthumane, poststedelijke werkelijkheid waarin we allemaal niet meer of minder zijn dan knooppunten in een technologisch
netwerk. De fysieke grenzen van de stad en haar gebouwen en van ons lichaam vervagen steeds meer - Karl Marx zei het al meer dan honderdvijftig jaar geleden: ‘alles wat vast is verdampt …’ En toch, en toch, en toch - juist nu zijn kunstenaars verliefd op de stad. In de beelden van de beste fotografen wordt de stad tot een lyrisch landschap dat de breedte heeft van de vergezichten van Casper David Friedrich, maar dan met de intensiteit die alleen door technologie kan worden mogelijk gemaakt. De stad als multiculturele collage geeft kleur aan de beste schilderijen en videokunstenaars vinden in de ritmes en geluiden van die stad het materiaal voor hun beeldende verhalen. Misschien is het niet toevallig dat ook het lichaam, soms monumentaal en zorgvuldig geënsceneerd, soms vunzig en snel neergezet, weer zijn plaats in de kunst heeft heroverd. Tot op zekere hoogte is de urbane kunst een reactie op een kunst die dreigde te verdwijnen in propaganda en kritiek, in leuzen en activistische gebaren die de wereld beter moesten maken. Deels is deze kunst ook het resultaat van het simpele feit dat bijna alle kunstacademies, galeries en musea in de stad te vinden zijn. Maar misschien zijn we ook in de stad gaan geloven, de stad is niet zozeer onze Utopia of Nieuw Jeruzalem geworden, als wel de plaats waar we ons thuis voelen. Wat we meenemen naar onze boerderij of boerderette, naar de besloten ruimte van het atelier of het scherm waar we onze nieuwe gemeenschap vormen met kliks en blogs, is dat romantisch beeld van de stad, die herinnering van Amsterdam op een koude avond met warme kroegen, van Rotterdam met haar heroïsche anonimiteit, van Bangkok met haar winkelcentra die een worden met de zwoele lucht en de lichamen die ook te koop zijn, van Cincinnati waar het grid van het middenwesten vervormd wordt tot een plaats van cultuur. We willen in de stad zijn, we willen de stad zijn, we willen de stad maken. Zelfs in de buitensteden en juist van de buitensteden moet kunst worden gemaakt. Daarom blijft de herinnering van de stad belangrijk. Het geeft ons een ijkpunt, verbeeld door de kunstenaar, van wat stedelijkheid is, en in die stad vinden we het landschap van onze menselijkheid. In het gedruis van de uit het niets opgeschoten metropolen van Azië, in de ruines van oostelijk Europa, in de verwarring van steden die overal ongeveer hetzelfde zijn, vinden kunstenaars een intensiteit, een hoop en een vrees. Het is de kunst tussen de stad door, aan de rand van de stad of misschien alleen in het geheugen. Kijk naar het oude Amsterdam, een nepstad verzonnen in de laat negentiende eeuw als een romantische droom van wat de Gouden Eeuw was, een klein dorpje voor expats en toeristen. Toch ruik je op een koele avond, mistig met herinnering, nog iets van wat stad is. Het is die stad die de kunst thuisbrengt met de natte omarming van de grachtengordel. Aaron Betsky is directeur van het Cincinnati Art Museum. Tot 2006 was hij directeur van het Nederlands Architectuurinstituut.
104 11. JAARCIJFERS A
Bestuursverslag Directieverslag
B
Jaarrekening Balans per 31 december 2006 Exploitatierekening over 2006 Toelichting algemeen Toelichting op de balans Toelichting op exploitatierekening
108 109 110 112 120
Accountantsverklaring
125
C
105
A BESTUURSVERSLAG 105 106
Het bestuur van het Fonds BKVB heeft in 2006 toezicht gehouden op de uitvoering van de gemandateerde taken aan de directie – zie daarvoor het separate directieverslag. Naar het oordeel van het bestuur heeft de directie zich naar behoren van haar taak gekweten: beleid, organisatie en financiën zijn naar verwachting gerealiseerd. Onderwerpen die in de bestuursvergaderingen (21 april en 14 juli) aan de orde gekomen zijn, waren de afrekening cultuurplanperiode 2001-2004, evaluatierapport Buitenlandateliers, de intensivering van het buitenlandatelier beleid, het verloop van de uitgaven, tentoonstelling Met Stip en de samenstelling nieuw bestuur. Goedgekeurd werden de regeling TAXvideoclipfonds en de nieuwe regeling Basissubsidies. De projecten van de Commissie Pilotprojecten zijn ter informatie voorgelegd, conform de procedure. De benoeming van de commissieleden Bassissubsidies is vastgesteld.
De bestuurssamenstelling is als volgt: Mw. Dr. G. ter Horst per 1-1-2004 benoemd als voorzitter tot 1-1-2007 afgetreden per februari 2007 in verband met haar benoeming tot minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties Dhr. J.H.J. Zegering Hadders per 1-9-2003 benoemd als penningmeester tot 1-9-2006 voor 3 jaar herbenoemd Dhr. J. Konings per 1-9-2003 benoemd tot 1-9-2006 voor 3 jaar herbenoemd waarnemend voorzitter Dhr. H. Driessen per 1-5-2006 benoemd tot 1-5-2008 Mw. A. Gelink per 1-5-2006 benoemd tot 1-5-2008 Dhr. B. Van Meggelen per 1-5-2006 benoemd tot 1-5-2008
106 DIRECTIEVERSLAG Het bestuur van het Fonds BKVB heeft de directie gemandateerd om de procedure zoals deze beschreven is in het Handboek Fondsen op alle niveaus te realiseren en te bewaken. Het exploitatiesaldo zonder rentebaten en vrijval is nihil als gevolg van de wijzigingen in het handboek. Dit komt tot stand doordat de subsidiebaten van OCW voor hetzelfde bedrag verantwoord dient te worden als de activiteiten- en beheerlasten. De meerjarige subsidiebeschikking voor de Cultuurnotaperiode 2005-2008 is geactiveerd in de balans als “Vordering subsidie OCW” waarmee inzicht ontstaat in de ruimte die het Fonds BKVB heeft om in de cultuurnotaperiode 2005-2008 activiteiten uit te voeren zoals opgenomen in het beleidsplan. Uit de jaarrekening blijkt dat het Fonds BKVB een subsidiebate van OCW van ruim € 17 miljoen heeft verantwoord. Dit bedrag is lager dan het begrote bedrag. Dit wordt veroorzaakt door het lager uitvallen van zowel de personele en materiële beheerlasten als de activiteitenlasten. Ten opzichte van 2005 zijn de activiteiten lasten echter met ruim € 2 miljoen gestegen. Bij de activiteiten lasten valt op dat er meer Basissubsidies zijn aangevraagd dan in 2005. Dit was volgens verwachting en de komende 2 jaar zal deze stijgende lijn ook zeker aanhouden. Over de gehele cultuurnotaperiode verwacht het Fonds BKVB een onderbesteding op de Basissubsidies.
107 Bij de stimuleringssubsidies Beeldende kunst zijn meer werkbudgetten verstrekt dan in 2005. Op totaal niveau is bij de Beeldende kunst de realisatie iets lager dan in 2005, aangezien er minder Startstipendia zijn toegekend. Bij Vormgeving toont zich hetzelfde beeld als in 2005. Het aantal toekenningen van de Startstipendia is zelfs nog iets gestegen. Ook hier is sprake van een toename van het aantal werkbudgetten, waardoor de totale uitgaven bij Vormgeving praktisch gelijk is aan de begroting. Bij Bouwkunst is er ondanks de bezuiniging sprake van een voortzettende onderbesteding. Het afnemende aantal aanvragen over de afgelopen jaren is aanleiding geweest om het IVA te Tilburg een onderzoeksopdracht te geven om de oorzaken daarvoor in kaart te brengen. De antwoorden op deze vraag kunnen mede bepalend zijn voor het nieuwe beleidsplan 2009-2013. Het aantal Buitenlandateliers is toegenomen. Dit jaar zijn de ateliers Cairo en Antillen Arbua erbij gekomen. Voor de Antillen Aruba heeft het bestuur een bestemmingsreserve gevormd. Het was in 2006 noodzakelijk om € 100.000 te bestemmen voor de opzet en uitvoering van het kunstinstituut Instituto Buena Bista op Curaçao. Dit zal zorgen voor de totstandkoming van een ‘artist in residence’ alwaar 4 keer per jaar een in Nederland residerende kunstenaar gedurende 3 maanden zal wonen en werken.
Nieuw bij ‘De complementaire regelingen’ is het TAX-videoclip fonds. Deze nieuwe regeling is in samenwerking met het STIFO tot uitvoering gebracht en loopt van oktober 2006 tot en met december 2008. Het doel is het verhogen van de kwaliteit van videoclips, waardoor deze artistiek inhoudelijk relevant kunnen worden. In totaal is € 900.000 ter beschikking gesteld waarvan het STIFO, het ministerie van OCW en het Fonds BKVB ieder € 300.000 ter beschikking stelt. Door de bezuinigingen bij de activiteitenlasten per 1 januari 2005 is het ook noodzakelijk geworden om deze door te voeren op de personele beheerlasten. De bodem is hiermee bereikt. De realisatie van de personeelslasten is volgens verwachting verlopen. Alleen op het budget voor uitzendkrachten is een overbesteding te zien in verband met een langdurige zieke. Bij de materiele beheerlasten valt te melden dat de huurlasten flink verhoogd zijn door de verhuurder, maar na het aantekenen van bezwaar is dit uitgesteld tot begin 2008, waardoor deze post binnen de begroting kan blijven. De afschrijvingskosten zijn nog verder gedaald, maar voor komend jaar staan belangrijke investeringen gepland voor de huisvesting en de automatisering. De liquide middelen zijn onder gebracht bij het Ministerie van Financiën. Het toegevoegde contract in 2005 om de administratieve afhandeling inzichtelijker
te maken en te vereenvoudigen heeft zijn vruchten afgeworpen. Er stond nog een deel van de liquide middelen vast bij de ABN AMRO bank, deze zijn inmiddels op de rekening courant bijgeschreven en zullen in 2007 ook aan het bestaande contract van het Ministerie van Financiën toegevoegd worden. Ook in 2006 zijn alle overige liquide middelen tegen de kortlopende rente vastgezet. Dhr. L. ter Braak directeur Dhr. J. Konings waarnemend voorzitter Dhr. J.H.J. Zegering Hadders penningmeester
108 BALANS PER 31 DECEMBER 2006 2006 €
ACTIVA Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Overige materiële vaste activa
1.020.583 97.522
2005 €
42.678.467 8.100.000
1.149.460
184.203 51.107.120
71.355.477
Liquide middelen
28.791.401
24.022.076
TOTAAL ACTIVA
81.016.626
96.527.013
PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsfonds OCW t/m 2004 Bestemmingsfonds OCW 2005-2008 Bestemmingsfonds OCW TAX Bestemmingsreserves
1.365.802 581.298 1.304.366 4.945 756.000
1.365.802 398.825 494.687 856.000 4.012.411
Langlopende schulden Nog te verlenen subsidies Nog te verlenen beheerlasten Egalisatierekening investeringbijdrage
3.115.314
38.263.240 3.784.276 929.098
TOTAAL PASSIVA
2006 €
Begroting €
2005 €
231.886
-
398.825
17.125.737
20.861.249
15.032.566
16.667 34.712 51.379
- - - -
Totale baten
17.409.002
20.861.249
15.431.391
LASTEN Beheerlasten Personeel Materieel
1.185.887 517.391
1.245.249 601.500
1.081.179 530.154
Som der beheerlasten
1.703.278
1.846.749
1.611.334
Activiteitenlasten Verleende subsidies Advisering
15.170.039 398.854
18.867.500 400.000
13.084.559 380.673
19.267.500
13.465.233
21.114.249
15.076.566
Som der activiteitenlasten Som der lasten
19.419.342 1.920.594 899.598
15.568.893 17.272.171
Interestbaten
760.266
253.000
494.687
42.976.614
Exploitatiesaldo
897.097
-
849.512
54.764.681
50.435.085
Bestemming exploitatiesaldo Interest naar Bestemmingsfonds OCW CuNo ’05-’08 Vrijval OCW CuNo 2005-2008 naar Bestemmingsfonds OCW 2005-2008 naar Bestemmingsfonds OCW tot en met 2004 naar Bestemmingsfonds OCW TAX Bestemmingsreserve Culturele diversiteit Bestemmingsreserve Antillen en Aruba
81.016.626
96.527.013
22.239.534 Kortlopende schulden Nog te verlenen subsidies Nog te verlenen beheerlasten Schulden aan subsidieontvangers Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden aan leveranciers Overige schulden en overlopende passiva
Bijdragen Subsidie OCW CuNo Overige subsidies / bijdragen TAX - videoclipfonds HGIS Middelen
63.071.274 8.100.000
328.653
BATEN Directe opbrengst Lager vastgestelde en ingetrokken subsidies
1.036.410 113.050 1.118.105
Vlottende activa Vordering subsidie OCW CuNo Vordering OCW 2001-2004 Overige vorderingen en overlopende activa Totaal vlottende activa
109
FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2006
29.220.766 2.428.027 22.090.749
24.983.563 2.186.943 22.468.001
86.210 73.015
18.044 73.094
865.914
705.440
760.266 49.413 809.679 182.473 4.945
-
(100.000) 897.097
494.687 494.687 398.825 (44.000) 849.512
110 TOELICHTING ALGEMEEN Algemeen Deze jaarrekening is opgesteld overeenkomstig het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Fondsen van het ministerie van OCW uitgegeven in april 2005. Het ministerie van OCW heeft gesteld dat de rentebaten niet moeten worden meegenomen in berekening van de nog te verlenen subsidies en nog te besteden beheerlasten. De rentebaten dienen via de verdeling van de exploitatie direct te worden toegerekend aan het bestemmingsfonds OCW 2005-2008. Deze wijziging is aangepast in de vergelijkende cijfers over 2005. Als gevolg van deze aanpassing zijn het eigen vermogen per 31 december 2005 en exploitatiesaldo over 2005 € 495.000 hoger dan in de jaarrekening 2005, zijnde de rentebaten over 2005. Het verhoudingspercentage tussen de ‘Nog te verlenen subsidies’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ is naar aanleiding van de opmerking aangepast. De nu gehanteerde verhouding is 91% aan ‘Nog te verlenen subsidies’ tegenover 9% ‘Nog te verlenen beheerlasten’. Grondslagen van waardering van activa en passiva Algemeen Tenzij anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. Alle bedragen luiden in euro’s tenzij dit anders is vermeld. Materiële vaste activa Gebouw Met ingang van 1998 is het, per 1 januari 1989 om niet verkregen, pand Brouwersgracht 276 gewaardeerd tegen getaxeerde waarde. Onder de passiva is hetzelfde bedrag eveneens opgenomen als egalisatierekening investeringsbijdragen. Op het pand wordt lineair afgeschreven waarbij de afschrijvingen gelijk zijn aan de vrijval van de egalisatierekening. Overige materiële vaste activa De overige materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op de economische levensduur van de betreffende activa.
111 Vordering subsidie OCW CuNo Onder de post ‘Vordering OCW CuNo’ worden de toegezegde, nog niet ontvangen meerjarige subsidies van OCW opgenomen, zoals vermeld in de subsidiebeschikking en de wijzigingen daarop (inclusief aanvullende subsidieverleningen). Overige vorderingen De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met een eventuele voorziening wegens oninbaarheid. Eigen vermogen Het eigen vermogen wordt onderscheiden in een algemene reserve, bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Algemene reserve Het gedeelte van het eigen vermogen waarover zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen kan worden beschikt voor het doel waarvoor de instelling is opgericht, wordt aangeduid als algemene reserve. Bestemmingsfondsen Het deel van het eigen vermogen waaraan door derden subsidiënten een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven, wordt aangeduid als bestemmingsfonds. Bestemmingsreserves Het deel van het eigen vermogen waaraan het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven, wordt aangeduid als bestemmingsreserve.
Nog te verlenen subsidies en Nog te realiseren beheerlasten Onder de posten ‘Nog te verlenen subsidies’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ wordt de door OCW toegekende meerjarige subsidie verantwoord voor zover deze nog niet is besteed. De toerekening van de nog te besteden subsidie van OCW aan de posten ‘Nog te verlenen subsidie’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ geschiedt op basis van het verhoudingspercentage beheerlasten en activiteitenlasten volgens de
door OCW goedgekeurde meerjaren begroting.In de jaarrekening wordt een onderscheid gemaakt in een kortlopend deel (nog te verrekenen subsidie toegekend in het afgelopen jaar en in het komend jaar) en een langlopend deel (nog te verrekenen subsidie toegekend voor de daaropvolgende jaren). Egalisatierekening investeringsbijdrage Als gevolg van de waardering van het pand Brouwersgracht 276 tegen getaxeerde waarde is voor hetzelfde bedrag een egalisatierekening gevormd. De jaarlijkse vrijval van de egalisatierekening is gelijk aan de jaarlijkse afschrijving op het pand. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe opbrengsten Directe opbrengsten betreffen inkomsten die direct aan de activiteiten van het Fonds BKVB zijn gerelateerd, zoals sponsoring en lager vastgestelde en ingetrokken subsidies. Deze opbrengsten dienen afzonderlijk als opbrengsten te worden verantwoord en mogen met ingang van 2005 niet meer worden gesaldeerd met de activiteitenlasten. Indirecte opbrengsten Indirecte opbrengsten zijn opbrengsten die een afgeleide relatie hebben met de activiteiten van het Fonds BKVB zoals verhuur van onroerend goed of vergoedingen voor het uitlenen van personeel. Bijdragen De subsidie van OCW wordt als bate verantwoord voor hetzelfde bedrag waarvoor de activiteitenlasten en beheerlasten worden verantwoord. Beheerlasten Tot de beheerlasten worden gerekend alle personele en materiële lasten die samenhangen met het beheer van de organisatie.
Activiteitenlasten De door het Fonds BKVB verstrekte subsidies worden in hun geheel verantwoord onder de activiteitenlasten in het verslagjaar waarin het besluit tot verlening van de subsidie schriftelijk aan de subsidieontvanger is meegedeeld.
112 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2006
113 Vlottende activa
ACTIVA Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De materiele vaste activa, gebouwen en terreinen bestaan uit het pand Brouwersgracht 276 en verbouwingen. Totaal Bedrijfsgebouw Verbouwingen € € € Boekwaarde 1 januari 2006 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2006 Aanschafwaarde 31 december 2006 Cum.afschrijvingen 31 december 2006 Boekwaarde 31 december 2006
929.098 29.500 899.598
107.312 45.684 32.011 120.985
1.036.410 45.684 61.511 1.020.583
1.179.829 280.231
339.889 218.904
1.519.718 499.135
899.598
120.985
1.020.583
De verzekerde waarde van het pand bedraagt € 1.780.000,-. Taxatie heeft plaats gevonden op 12 december 2002.
Vordering subsidie OCW CuNo Subsidie 2005-2008 Structurele bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling 2006-2008 Structurele bijdrage voor prijsontwikkeling 2006-2008
2006 €
2005 €
41.806.110
62.709.165
515.944
99.642
356.413
262.467
42.678.467
63.071.274
Met de brief kenmerk DK/BK/2004/60856 d.d. 1 maart 2005 heeft het ministerie van OCW voor de periode 2005-2008 een subsidie verleend van in totaal € 83.612.220 (€ 20.903.055 per jaar). Met de brief kenmerk DK/I&I/2005/40644 d.d. 1 november 2005 heeft het ministerie van OCW voor de periode 2005-2008 een overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling vastgesteld op een bedrag van € 33.214 voor 2007 en 2008. Met de brief kenmerk DK/AZ/2006/33418 d.d. 3 november 2006 heeft het ministerie van OCW voor de periode 2005-2008 een overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling vastgesteld van € 265.495 voor 2006 en € 262.467 en € 224.758 voor 2007 en 2008. Vordering OCW 2001-2004 Deze vordering is uitsluitend afgegeven door het ministerie van OCW indien de liquiditeit door exogene omstandigheden zich zodanig ontwikkelt dat de continuiteit van de goedgekeurde activiteiten in gevaar komt of als de goedgekeurde activiteiten door het ministerie van OCW worden beëindigd.
Ingevolge de subsidievoorwaarden bestaat de verplichting bij vervreemding van het pand de vervreemdingsprijs uit te keren aan het Ministerie van OCW. Overige materiële vaste activa kantoorapparatuur € Boekwaarde 1 januari 2006 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2006 Aanschafwaarde 31 december 2006 Cum.afschrijvingen 31 december 2006 Boekwaarde 31 december 2006
kantoor- automatiseringsmeubilair app. en software € €
overige inventaris €
totaal €
19.657 5.467
70.359 25.250 34.065
23.034 21.014 22.260
1.894 1.894
114.944 46.264 63.687
14.190
61.544
21.788
-
97.522
97.684
478.076
792.045
22.277
1.390.082
83.494
416.532
770.257
22.277
1.292.561
14.190
61.544
21.788
-
97.522
De verzekerde waarde van de overige materiële vaste activa bedraagt € 680.000,- op basis van de nieuwwaarde.
Overige vorderingen en overlopende activa Te vorderen interest op deposito’s Vooruitbetaalde kosten Overige nog te ontvangen bedragen
Liquide middelen Ministerie van Financiën ABN AMRO Bank Kas
2006 €
2005 €
241.457 65.249 21.947
132.153 43.602 8.448
328.653
184.203
23.508.451 5.280.217 2.733
18.874.272 5.147.541 263
28.791.401
24.022.076
Paulien Oltheten, Pagina uit publicatie ‘Theorie van de Straat ‘, 2007 (zie pagina 63)
Tudor Bratu, Untitled, Zuidas studies 2006 (zie pagina 34)
114
115 PASSIVA
LANGLOPENDE SCHULDEN
Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen gedurende het verslagjaar is als volgt:
Nog te verlenen subsidies langlopend Saldo per 31 december 2005
Resultaatbestemming 2006
Saldo per 31 december 2006
1.365.802
-
1.365.802
BestemmingsfondsOCW vrijval tot en met 2004 BestemmingsfondsOCW vrijval 2005-2008 BestemmingsfondsOCW rente 2005-2008 BestemmingsfondsOCW TAX
398.825 494.687 -
182.473 49.413 760.266 4.945
581.298 49.413 1.254.953 4.945
Bestemmingsreserve Antillen en Aruba Bestemmingsreserve Culturele diversiteit Totaal bestemmingsreserves
400.000 456.000 856.000
(100.000) (100.000)
300.000 456.000 856.000
3.115.314
897.097
4.012.411
Algemene reserve
Saldo per 1 januari Langlopende deel toekenning ministerie van OCW Naar kortlopend Saldo per 31 december
2006 €
2005 €
38.263.240
38.263.240
(18.843.898) 19.419.342
38.263.240
Nog te realiseren beheerlasten langlopend
Totaal eigen vermogen
Overeenkomstig de afspraken met het ministerie van OCW worden de baten als gevolg van lager definitief vastgestelde subsidies aan kunstenaars die zijn toegekend in 2004 en eerdere jaren, aan het bestemmingsfonds OCW tot en met 2004 toegevoegd. De lager vastgelstelde subsidies van 2005 en 2006 worden toegevoegd aan het Bestemmingsfonds OCW 2005-2008. De interestbaten worden eveneens aan het Bestemmingsfonds OCW 2005-2008 toegevoegd.
Saldo per 1 januari Langlopende deel toekenning ministerie van OCW Naar kortlopend Saldo per 31 december
In 2006 heeft het Fonds BKVB een bedrag van € 100.000,- ter beschikking gesteld en betaald voor de Artists in residence op Curacao. Kosten in verband met de Culturele diversiteit worden dit jaar gedekt vanuit het budget Commissie Pilot projecten, onderdeel van de cultuurnota 2005-2008. Het bestuur acht het noodzakelijk om € 456.000,- als reservering aan te houden conform de voornemens met betrekking tot de culturele diversiteit.
(1.863.682) 1.920.594
3.784.276 3.784.276
Het langlopende deel van de nog te verlenen subsidies en de nog te realiseren beheerlasten hebben betrekking op de toegekende subsidie ministerie van OCW voor het jaar 2008 van de cultuurplanperiode. Voor 2008 is een subsidie toegekend voor in totaal € 21.339.936. Op basis van de goedgekeurde meerjarenbegroting 2005-2008 is dit subsidiebedrag verdeeld over de nog te verlenen subsidies ad. € 19.419.342 (91%) en nog te realiseren beheerlasten ad. € 1.920.594 (9%). De verhouding beheer en activiteitenlasten zijn aangepast in de vergelijkende cijfers van 2005, aangezien de interestbaten op verzoek van het ministerie zijn toegevoegd aan het Bestemmingsfonds OCW 2005-2008 .
Egalisatierekening investeringsbijdragen Het ministerie van OCW heeft een bijdrage van € 300.000,- toegezegd voor het TAX - videoclipfonds, hiervan heeft het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproductie en het Fonds BKVB ieder recht op € 150.000,- van het subsidiebedrag over de periode oktober 2006 tot en met december 2008. De bijdrage wordt verdeeld over deze perdiode en als bate verantwoord, voor 2006 bedraagt deze € 16.667,-. De declarabele lasten die het Fonds BKVB heeft gemaakt inzake deze activiteiten bedragen € 11.722,-. Het positieve exploitatie-saldo ad € 4.945,- is ten gunste van het ‘bestemmingsfonds OCW TAX’ gebracht.
3.784.276
Stand per 1 januari 2006 Af: vrijval Stand per 31 december 2006
2006 €
2005 €
929.098 (29.500) 899.598
958.598 (29.500) 929.098
116
117 Stimuleringssubsidies Verloopoverzicht stimuleringssubsidies
KORTLOPENDE SCHULDEN Nog te verlenen subsidies kortlopend
Saldo per 1 januari Prijsbijstelling 2006 Subsidietoekenning OCW voor 2005 Subsidietoekenning OCW voor 2006 Subsidietoekenning OCW voor 2007 Totaal subsidietoekenningen OCW Verstrekkingen in 2006 Saldo per 31 december
2006 €
2005 €
24.983.563 241.601 19.418.063 44.643.227 (15.422.461)
19.273.177 19.131.619 38.404.796 (13.421.233)
29.220.766
24.983.563
2.186.943 23.894 1.920.468 4.131.305 ( 1.703.278)
1.906.138 1.892.139 3.798.277 ( 1.611.334)
2.428.027
2.186.943
Jaar
Toekenningen
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
6.021.012 6.526.540 7.342.331 7.870.227 8.554.140 6.869.936 6.378.826 4.928.552 5.170.669
saldo 01-01-2006
toekenningen
vrijval en uitbetaald terugstortingen
saldo 31-12-2006
1.575 2.189 689 12.513 147.266 443.326 628.872 2.125.705
5.170.669
692 8.944 85.065 240.509 104.132 1.698.404 2.673.802
(200) (2.358) (1.091) 2.972 4.222 14.015 10.130 (23.116)
1.775 2.189 2.355 4.660 59.229 198.595 510.725 417.171 2.519.983
3.362.135
5.170.669
4.811.548
4.574
3.716.682
Nog te realiseren beheerlasten kortlopend Saldo per 1 januari Prijsbijstelling 2006 Subsidietoekenning OCW voor 2005 Subsidietoekenning OCW voor 2006 Subsidietoekenning OCW voor 2007 Totaal subsidietoekenningen OCW Realisatie beheerlasten en intrestbaten 2006 Saldo per 31 december
Het kortlopende deel van de nog te verlenen subsidies en de nog te realiseren beheerlasten heeft betrekking op de toegekende subsidie van het ministerie van OCW voor het jaar 2007 van de cultuurplanperiode. Voor 2007 is een subsidie toegekend voor in totaal € 21.338.531. Op basis van de goedgekeurde meerjarenbegroting 2005-2008 is dit subsidiebedrag verdeeld over de nog te verlenen subsidies ad. € 19.418.063 (91%) en nog te realiseren beheerlasten ad. € 1.920.468 (9%).De verhouding beheer en activiteitenlasten zijn aangepast in de vergelijkende cijfers van 2005, aangezien de interestbaten op verzoek van het ministerie zijn toegevoegd aan het Bestemmingsfonds OCW 2005-2008. Te betalen subsidies
Nog te betalen Stimuleringssubsidies Nog te betalen Basissubsidies Nog te betalen Complementaire regelingen Totaal nog te betalen subsidies
2006 €
2005 €
3.716.682 18.129.676 244.391 22.090.749
3.362.135 18.326.624 779.242 22.468.001
De toegekende subsidies met openstaande saldi van de jaren 1998 tot en met 2002 zullen in 2007 afgerekend worden. De toekenningen zoals die in het verloopoverzicht zijn opgenomen, zijn exclusief de vrijval en eventuele aanvullende kosten die aan de kunstenaar vergoed worden als bijdrage voor de accountantsverklaring die betrekking heeft op een project. De vrijval komt tot stand nadat uit de financiële verantwoording blijkt dat er minder kosten zijn gemaakt dan oorspronkelijk is begroot of als er een tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud vertstrekt is, maar gebleken is dat het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt. In het laatste geval wordt dit bovenmatige deel teruggevorderd. Het openstaande saldo van een stimuleringssubsidie betreft 10% van de toegekende subsidie die na goedkeuring van het inhoudelijk en financieel verslag wordt uitbetaald. Daarnaast wordt de tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud uitbetaald in het jaar waar dat betrekking op heeft.
118
119 Basissubsidies Verloopoverzicht Basissubsidies
Jaar 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Totaal
Toekenningen 20.433.028 10.626.171 9.958.207 9.759.224 9.148.209 8.168.044 5.989.900 12.868.584 17.783.066 13.291.263 8.879.500 6.868.500 8.818.176
saldo 01-01-2006
toekenningen
vrijval en uitbetaald terugstortingen
saldo 31-12-2006
117.121 23.415 42.611 33.093 74.837 181.856 200.197 942.281 2.646.922 4.041.224 4.593.847 5.429.220
8.818.176
1.500 6.210 3.176 39.991 52.265 59.992 342.807 1.166.881 1.598.733 1.681.702 2.194.625 1.781.928
8.168 (5.983) 5.445 7.800 22.862 15.522 36.500 (5.000)
107.453 23.188 42.611 24.472 34.846 129.591 140.205 591.674 1.457.179 2.426.969 2.875.645 3.234.595 7.041.248
18.326.624
8.818.176
8.929.810
85.314
18.129.676
Basissubsidies hebben een looptijd van minimaal 2 jaar. Het deel van de in 2006 toegekende basissubsidies dat beschikbaar komt in de loop van 2007 bedraagt € 4.409.088,-. Indien de aanvrager 4 jaar na de toekenning nog een resterend bedrag heeft openstaan, wordt (voordat verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden) gekeken of een beeldend kunstenaar of vrije vormgever nog steeds professioneel werkzaam is. Als 8 jaar na de toekenning nog een restant open staat, wordt het ‘artistiek functioneren’ opnieuw door de werkgroep beoordeeld, voordat verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden. Indien in het toekenningsjaar van de basissubsidie het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt, wordt deze subsidie ingetrokken. Ook is het mogelijk dat als gevolg van de ‘beroepstoets’ na 4 jaar of het ‘artistiek functioneren’ na 8 jaar bij een negatieve beoordeling het restant van de basissubsidie vrijvalt. Complementaire regelingen Verloopoverzicht complementaire regelingen
Saldo per 1 januari 2006 Toekenningen Betalingen Vrijval Saldo per 31 december 2006
2006 €
2005 €
779.242 627.223 (1.160.724) (1.350) 244.391
679.401 842.220 (745.743) 3.364 779.242
Onder de opbouw overige subsidies staan alle aan kunstenaars opvraagbare toekenningen vanuit de Buitenland ateliers, bemiddelaarssubsidies en Pilotprojecten vermeld. In de exploitatierekening worden alle kosten die samenhangen met de complementaire regeling en alle toekenningen aan kunstenaars verantwoord. De vrijval komt tot stand nadat uit de financiële verantwoording blijkt dat er minder kosten zijn gemaakt dan oorspronkelijk is begroot of als er een tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud vertstrekt is, maar gebleken is dat het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt. In het laatste geval wordt dit bovenmatige deel teruggevorderd. Overige schulden en overlopende passiva 2006 €
2005 €
Nog te betalen bedragen Pensioenen Reserve vakantiedagen en -geld Oeuvreprijzen Overige schulden Vooruitontvangen inzake TAX - videoclipfonds
263.480 94.000 46.775 343.612 34.714 83.333
273.703 94.000 46.775 190.612 100.350 -
Totaal
865.914
705.440
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE FINANCIËLE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Toekenningen subsidie periode 2005 - 2008 Op basis van de brieven DK/BK/2004/35524 d.d. 21 september 2004 en DK/BK/2004/60856 d.d. 01 maart 2005 en DK/I&I/2005/40644 d.d. 1 november 2005 van het ministerie van OCW is voor 2005 een subsidie toegezegd met een totaalbedrag van € 21.179.315,- inclusief een vergoeding voor de arbeidskostenontwikkeling voor 2005. Voor de gehele cultuurplanperiode 2005-2008 is met de brief DK/BK/2004/60856 d.d. 01 maart 2005 een totaalbedrag van € 83.612.220,- toegezegd exclusief een vergoeding voor de arbeidskostenontwikkeling. Overige verplichtingen Het Fonds BKVB is gehuisvest in 2 panden, te weten Brouwersgracht 274 en Brouwersgracht 276. Het pand Brouwersgracht 274 betreft een huurpand waarvoor jaarlijks € 28.800,- verschuldigd is, jaarlijks wordt dit bedrag geindexeerd. Het huurcontract loopt tot en met 1 januari 2009.
120 TOELICHTING OP DE FUNTIONELE EXPLOITATIEREKENING
121 Beheerlasten
BATEN
2006 €
Begroting €
2005 €
1.185.887 901.597 71.271 159.209 19.073 34.736
1.245.249 970.249 80.000 150.000 10.000 35.000
1.081.181 830.925 79.123 139.838 31.295
86.109 31.544 8.060 11.397 1.480 23.508 10.120
99.000 35.000 9.000 16.000 5.000 26.000 8.000
87.035 30.879 13.627 13.962 1.623 19.734 7.210
280.957 93.805 46.786 26.402 16.334 29.576 20.771 7.434 29.859 9.992
341.000 130.000 44.000 35.000 17.000 25.000 25.000 7.000 40.000 18.000
288.638 111.340 41.502 23.898 15.419 30.130 15.624 5.276 34.059 11.390
Organisatiekosten Juridische bijstand Accountantskosten Diverse organisatiekosten Verplichtingen derden
61.511 1.239 39.345 12.977 7.950
61.500 5.500 34.000 15.000 7.000
58.843 502 39.130 11.261 7.950
Voorlichtingskosten Nieuwsbrieven Jaarverslag Advertenties Uitreiking oeuvreprijzen Website
88.814 14.407 25.495 9.647 23.000 16.266
100.000 20.000 30.000 20.000 23.000 7.000
95.636 27.082 19.213 46.244 3.097
Beheerlasten personeel Beheerlasten materieel
1.185.887 517.391
1.245.249 601.500
1.334.374 668.479
Totaal beheerlasten
1.703.278
1.846.749
2.002.853
Directe opbrengsten Lager vastgestelde en ingetrokken subsidies
Basissubsidies Stimuleringssubsidies, beeldende kunst Stimuleringssubsidies, vormgeving Stimuleringssubsidies, bouwkunst
2006 €
2005 €
144.115 43.441 40.468 3.862
223.847 102.789 38.340 33.849
231.886
398.825
Bijdragen Subsidie ministerie van OCW Over 2006 is een subsidiebate van € 17.125.737,- verantwoord, overeenkomstig het saldo aan activiteitenlasten en beheerlasten dat betrekking heeft op de cultuurplanperiode 2005-2008.
Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Uitzendpersoneel Diverse personeelslasten Huisvestingskosten Huren Onderhoud gebouw Schoonmaak gebouw Beveiliging gebouw Energieverbruik Diverse huisvestingskosten
LASTEN Beheerlasten De personeelslasten zijn als volgt uitgesplitst naar onderdelen van de organisatie.
Directie en secretariaat Financiële zaken en systeembeheer Voorlichting en juridische zaken Coördinatie stimuleringssubsidie en basissubsidie Secretariaat adviescommissies Administratie en huishoudelijke zaken Totaal
2006 fte
Begroting fte
2005 fte
1,8 3,4 2,6 2,5 3,6 5,1
2,0 3,5 2,5 2,5 3,8 5,0
1,8 3,8 1,8 2,5 3,6 5,1
19,1
19,3
18,6
Bureaukosten Afschrijvingskosten Onderhoudskosten Porto en vrachtkosten Telefoon en fax kosten Kopieerkosten Drukwerk Dokumentatiekosten Reis en representatiekosten Diverse kantoorkosten
122
123 De Complementaire regelingen
ACTIVITEITENLASTEN 2006 €
Begroting €
Basissubsidies Basisstipendia Productiesubsidies
8.726.176 92.000
10.400.000 800.000
6.706.500 162.000
Totaal basissubsidies
8.818.176
11.200.000
6.868.500
1. Beeldende kunsten Startstipendia Bijdragen werkbudgetten
962.786 1.921.787
1.250.000 2.657.500
1.237.333 1.667.091
Totaal beeldende kunsten
2.884.573
3.907.500
2.904.424
Stimuleringssubsidies
2. Vormgeving Startstipendia Bijdragen werkbudgetten Praktijksubsidies
896.119 695.100 120.000
450.000 700.000 200.000
768.000 557.722 140.000
1.711.219
1.350.000
1.465.722
3. Bouwkunst Startstipendia Bijdragen werkbudgetten Praktijksubsidies
256.119 268.758 50.000
200.000 400.000 150.000
304.000 184.406 70.000
Totaal bouwkunst
574.877
750.000
558.406
5.170.669
6.007.500
4.928.552
Totaal vormgeving
Totaal stimuleringssubsidies
2006 €
Begroting €
2005 €
*Ateliers buitenland Atelier I.S.C.P. Atelier PS1 Atelier Bethanienhaus Atelier Holsboer Parijs Atelier Buro Friedrich Atelier Banff Atelier Delfina Atelier Pasadena Atelier Istanbul Atelier Stockholm Atelier Rome Atelier Cairo Atelier Antillen Aruba Overige kosten buitenlandateliers
73.974 49.558 27.781 87.627 18.505 916 27.040 29.585 16.744 13.346 38.346 100.000 30.328
90.000 60.000 35.000 80.000 15.000 20.000 30.000 20.000 60.000 10.000 40.000 40.000
111.493 (4.260) 60.448 34.902 99.610 11.688 32.076 1.886 27.715 65.767 -
Totaal ateliers buitenland
513.750
500.000
441.325
*Oeuvreprijzen *Bemiddelaarssubsidies *TAX - videoclipfonds *Commissie pilot projecten *Studiereis Fonds BKVB
130.900 245.067 37.105 43.500 76.064
130.000 300.000 300.000 80.000
123.851 231.855 80.004 80.000
Tentoonstelling Met Stip Groepsportretten Toekenningen Culturele diversiteit Connected Onderzoek buitenlandateliers Volkskrant/ NPS Kunstprijs Diverse projecten *Totaal Complementaire regelingen
68.000 (4.722) 28.287 5.000 38.243 134.808
350.000
68.000 65.000
83.470 330.470
1.181.193 15.170.039
1.660.000 18.867.500
1.287.505 13.084.557
2005 €
Totaal overige regelingen Totaal verleende subsidies
-
44.000 20.000 50.000
In de exploitatierekenening zijn alle toegekende subsidies verantwoord, inclusief aanvullende kosten die aan kunstenaars vergoed worden, zoals een bijdrage voor de accountantsverklaring die betrekking heeft op een project. Onder de overige projecten worden naast de toekenningen aan kunstenaars ook andere overige lasten opgenomen, zoals gerelateerde kosten aan de buitenland ateliers, de oeuvreprijzen en de studiereis.
124
125
ACCOUNTANTSVERKLARING
Kosten advisering Advisering basissubsidies Advisering stimuleringsubsidies Advisering overige regelingen
Totaal activiteitenlasten
2006 €
Begroting €
2005 €
118.179 242.082 38.594 398.854
130.000 220.000 50.000 400.000
114.940 237.063 28.670 380.673
15.568.893
19.267.500
13.465.230
De rentebaten zijn verkregen uit deposito’s en zijn toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben.
Afgegeven ten behoeve van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2006 van Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst te Amsterdam bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de exploitatierekening over 2006 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de relevante verplichtingen opgenomen in de verleningbeschikking met kenmerk DK/BK/2004/35524 d.d. 21 september 2004. Tevens is het bestuur van de entiteit verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 36, eerste lid van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het controleprotocol van de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit
te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst per 31 december 2006 en van het resultaat over 2006 in overeenstemming met het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de relevante verplichtingen opgenomen in de verleningbeschikking met kenmerk DK/BK/2004/35524 d.d. 21 september 2004. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2006 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het controleprotocol van de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen zijn vermeld. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Verder melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Amsterdam, 3 april 2007 Ernst & Young Accountants namens deze w.g. drs. J.T.S. Kleinhans RA
126 COLOFON Tekst: medewerkers Fonds BKVB Redactie: Mirjam Beerman, Lex ter Braak Ontwerp: 75B Omslag en foto-illustraties: 75B Druk: Veenman Drukkers, Rotterdam Uitgave: Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst Postbus 773 1000 AT Amsterdam tel 020 5231523 fax 020 5231541
[email protected] www.fondsbkvb.nl © Fonds BKVB juni 2007 Het Fonds BKVB heeft getracht aan alle auteursrechtelijke verplichtingen te voldoen. Voorzover iemand echter meent alsnog rechthebbende te zijn, kan deze zich tot het Fonds BKVB wenden.
127
Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst
Susanne Kriemann, Ramses Files, 2006 (zie pagina 40)
Rob Johannesma, Starlings, 2005-2006, black and white, colour, no sound, Standard Video and High Definition (zie pagina 38)
Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - Jaarverslag 2006
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst