Handleiding
Methodiek verwantschapsbepaling HBO5 Deze methodiek is van toepassing op alle bestaande HBO5-opleidingen met uitzondering van de opleiding ‘Verpleegkunde’
Januari 2015 Pagina | 0
Inleiding De handleiding ‘Methodiek verwantschapsbepaling HBO5’ biedt ondersteuning bij het vastleggen van de verwantschap tussen een erkende onderwijskwalificatie van niveau 5 en één of meerdere bestaande HBO5-opleidingen. Op basis van de handleiding werken de samenwerkingsverbanden HBO5 ter voorbereiding van het overleg met de Commissie Hoger Onderwijs een gezamenlijk advies uit over de verwantschap tussen een erkende onderwijskwalificatie van niveau 5 en één of meerdere bestaande HBO5-opleidingen. De inhoud van de handleiding is drieledig. Ze bevat een overzicht van belangrijke begrippen in het kader van de methodiek ‘verwantschapsbepaling HBO5’. Per begrip wordt een werkdefinitie gegeven. Daarnaast worden een aantal uitgangspunten opgelijst die de grondslag vormen van de methodiek. Het derde luik van de handleiding bestaat uit de beschrijving van de methodiek.
1. Begrippenkader .......................................................................................................................... 2 2. Uitgangspunten .......................................................................................................................... 3 3. Methodiek .................................................................................................................................. 4
Pagina | 1
Begrippenkader -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Afstudeerrichting Een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang die ten minste een zesde en maximum de helft van de totale studieomvang van de opleiding bedraagt. Beroepenoverzicht Een inhoudelijk en zinvol samenhangend en geordend geheel van beroepen in een bepaalde (sub)sector. Beroepskwalificatie (BK) Een afgerond en ingeschaald geheel van competenties waarmee een beroep kan uitgeoefend worden. Competentie De bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attituden in het handelen geïntegreerd aan te wenden voor maatschappelijke activiteiten. Finaliteit van een HBO5-opleiding of afstudeerrichting Het (eind)doel, o.a. beroep(en), waartoe de HBO5-opleiding of de afstudeerrichting opleidt. Hoger beroepsonderwijs (HBO5) Het hoger beroepsonderwijs, afgekort HBO5, is hoger onderwijs dat beroepsgericht is. De opleidingen van het hoger beroepsonderwijs leiden tot een erkende onderwijskwalificatie van kwalificatieniveau 5 en hebben een studieomvang van 90 of 120 studiepunten. Lestijd Een periode van vijftig minuten als eenheid voor de duur van een onderwijsactiviteit georganiseerd door een Centrum voor Volwassenenonderwijs. Voor de HBO5-opleidingen wordt één studiepunt gelijkgesteld aan twaalf lestijden. Module (bestaande opleidingen) Het kleinste te bekrachtigen deel van een modulaire opleiding, dat overeenstemt met een bepaalde inhoud en omvang. Module (omgevormde en nieuwe opleidingen) Een onderdeel van een modulaire opleiding, dat overeenstemt met een bepaalde inhoud en omvang en waarvoor automatische uitwisselbaarheid tussen de samenwerkingsverbanden gegarandeerd is. Onderwijskwalificatie (OK) Een afgerond en ingeschaald geheel van competenties dat noodzakelijk is om maatschappelijk te functioneren en te participeren, waarmee verdere studies in het secundair of in het hoger onderwijs aangevat kunnen worden of waarmee beroepsactiviteiten kunnen uitgeoefend worden. Studiegebied Een groep van inhoudelijk verwante opleidingen in het hoger beroepsonderwijs. In het hoger beroepsonderwijs kunnen opleidingen georganiseerd worden en de overeenstemmende diploma’s van gegradueerde verleend worden in volgende studiegebieden: o Architectuur o Gezondheidszorg o Industriële wetenschappen en technologie o Biotechniek Pagina | 2
-
-
-
o Onderwijs o Sociaal-agogisch werk o Handelswetenschappen en bedrijfskunde o Audiovisuele en beeldende kunst (School of Arts) o Muziek en podiumkunsten (School of Arts) o Nautische wetenschappen (Hogere Zeevaartschool) Studieomvang Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel, een module of aan een opleiding. Studiepunt (SP) Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding, elke module of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Verwantschapsbepaling De bepaling van de mate van overeenkomst tussen een onderwijskwalificatie van kwalificatieniveau 5 en één of meerdere bestaande HBO5-opleidingen of afstudeerrichtingen, rekening houdend met o de inhoudelijke overeenkomst tussen de competenties van de onderwijskwalificatie en de bestaande opleidingsprofielen en leerplannen van de opleidingen; o de herinzetbaarheid van het personeel in termen van expertise.
Uitgangspunten -
-
-
Verwantschap wordt vastgelegd tussen een erkende onderwijskwalificatie van niveau 5 en één of meerdere bestaande HBO5-opleidingen. Verwantschapsbepaling is mogelijk met een volledige HBO5-opleiding of met één of meerdere afstudeerrichtingen. Met ‘HBO5-opleiding’ wordt in deze handleiding steeds beide bedoeld: de volledige opleiding en/of een afstudeerrichting. Bij het bepalen van de verwantschap wordt zowel rekening gehouden met de inhoudelijke verwantschap tussen de competenties van de erkende onderwijskwalificatie en de opleidingsprofielen en/of leerplannen van de bestaande HBO5-opleidingen als met de expertise van het personeel. Verwantschapsbepaling wordt beperkt tot de initiële opleidingen. Kaderopleidingen of bijscholingen vallen buiten de scope van de methodiek verwantschapsbepaling.
Pagina | 3
Methodiek Deel1: Voorbereidende fase door AKOV en de samenwerkingsverbanden HBO5 STAP 1: Bepaal een cluster van inhoudelijk verwante (potentiële) beroepskwalificaties Na de inschaling van één of meerdere beroepskwalificaties op niveau 5 bezorgt AKOV, via de secretaris van het Platform HBO5, de samenwerkingsverbanden informatie over de samenhang met andere (potentiële) beroepskwalificaties van niveau 5. Tijdens het eerstvolgende overleg van het Platform HBO5 wordt op basis hiervan bepaald welke (potentiële) beroepskwalificaties in functie van de verwantschapsbepaling samengenomen worden in eenzelfde cluster. STAP 2: Selecteer per cluster van (potentiële) beroepskwalificaties HBO5-opleidingen voor verwantschapsbepaling Tijdens de vergadering van het Platform HBO5 wordt per (potentiële) beroepskwalificatie van de cluster bepaald met welke bestaande HBO5-opleiding(en) er mogelijk verwantschap bestaat. Hoe breder een bestaande HBO5-opleiding is, hoe minder eenduidig de relatie met één of meerdere erkende beroepskwalificaties zal zijn. Zorg om die reden voor een relatief brede focus en selecteer al die HBO5-opleidingen die (vermoedelijk) in bepaalde mate inhoudelijk verwant zijn. De effectieve verwantschapsbepaling moet/kan niet voor elke beroepskwalificatie van de cluster tegelijk uitgevoerd worden. Het afbakenen van een zinvol samenhangende cluster van beroepskwalificaties biedt evenwel het voordeel dat overzicht op het geheel behouden blijft, wat belangrijk is voor de latere beslissing van elk samenwerkingsverband tot het al dan niet omvormen van een bestaande HBO5-opleiding. Criteria voor het selecteren van één of meerdere HBO5-opleidingen: Studiegebied of (sub)sector waartoe de beroepskwalificatie behoort Finaliteit opleiding Finaliteit afstudeerrichting Op basis van de aftoetsing van bovenstaand opgelijste criteria kunnen erkende beroepskwalificaties van niveau 5 in functie van de verwantschapsbepaling in 2 groepen onderverdeeld worden: beroepskwalificaties waarvoor er geen verwante HBO5-opleiding bestaat; beroepskwalificaties waarvoor er mogelijks één of meerdere verwante HBO5-opleidingen bestaan. Het vervolg van de procedure ‘verwantschapsbepaling’ verschilt naargelang de groep waartoe de erkende beroepskwalificatie behoort. Gebruik onderstaande beslisboom om de volgende stap in de procedure te bepalen.
Pagina | 4
Erkende beroepskwalificatie
Aftoetsing criteria - Studiegebied/(sub)sector - Finaliteit opleiding/afstudeerrichting
Geen verwantschap met bestaande HBO5-opleiding
Mogelijke verwantschap met bestaande HBO5-opleiding
Nieuwe opleiding
Verwantschapsbepaling kennis en vaardigheden BK en modules/vakken HBO5-opleiding
Ga naar stap 4
Ga naar stap 3
Als het Platform HBO5 beslist dat er geen verwante HBO5-opleiding bestaat voor een erkende beroepskwalificatie, legt de verantwoordelijke HBO5 van AKOV deze beslissing vast in het daartoe voorziene sjabloon (bijlage 1). Wanneer het Platform HBO5 oordeelt dat er mogelijks verwante HBO5-opleidingen voor een erkende beroepskwalificatie bestaan, legt het Platform HBO5 op basis van de onderwijsbevoegdheid van de samenwerkingsverbanden een werkgroep vast die verantwoordelijk is voor het vervolg van de werkzaamheden. AKOV en alle samenwerkingsverbanden die een actieve onderwijsbevoegdheid hebben voor de betreffende HBO5-opleiding maken deel uit van de werkgroep. De samenwerkingsverbanden met een slapende onderwijsbevoegdheid voor de betreffende HBO5-opleiding beslissen of ze al dan niet deel wensen uit te maken van de werkgroep. Het Platform HBO5 legt de definitieve werkgroep vast en duidt een voorzitter aan uit de samenwerkingsverbanden met een actieve onderwijsbevoegdheid. De voorzitter van de werkgroep en de verantwoordelijke HBO5 van AKOV leggen de timing van de volgende stappen in de procedure vast. STAP 3: Beoordeel de verwantschap tussen de kennis en vaardigheden van de erkende beroepskwalificatie en de modules/vakken van de HBO5-opleiding en maak een inschatting van de studieomvang van de erkende beroepskwalificatie A. Stel per beroepskwalificatie een vergelijkende matrix op met elke geselecteerde HBO5opleiding AKOV maakt een matrix op voor de inhoudelijke vergelijking van de erkende beroepskwalificatie met de bestaande HBO5-opleiding. Wanneer een HBO5-opleiding lineair en modulair georganiseerd wordt, wordt de vergelijking voor beide opleidingsvormen gemaakt.
Pagina | 5
Als vergelijkingsbasis worden enerzijds de kennis en vaardigheden van de erkende beroepskwalificatie en anderzijds de modules/vakken van het opleidingsprofiel/het leerplan van de HBO5-opleiding genomen. Voor HBO5-opleidingen met geactualiseerde opleidingsprofielen wordt gebruik gemaakt van het gemeenschappelijke oude structuurschema. Wijzigingen in de geactualiseerde opleidingsprofielen kunnen bij de kwalitatieve motivering (stap 3.B.) opgenomen worden. In functie van de toekenning van gewichten (stap 3.C) worden de kenniselementen en vaardigheden in de matrix geclusterd op basis van de activiteiten van de beroepskwalificatie. Deze clustering is geen voorafname van het opleidingsprofiel voor de HBO5-opleiding. Hoe activiteiten in domeinspecifieke leerresultaten vertaald worden en vervolgens geclusterd worden in modules, komt pas na de erkenning van de onderwijskwalificatie, namelijk tijdens de opmaak van het opleidingsprofiel, aan bod.
…
Voeding en drank
Receptie en hotelhuishouding
Boekhoudkundige en ICTvaardigheden
Taalvaardigheid
Activiteiten beroepskwalificatie Maître d'hôtel
Inleiding in de hotel- en cateringindustrie
Modules opleiding Hotel- en cateringsmanagement Inschatting studieomvang
Noteert de reservaties (Id 9443-c) V
Registreert de reservatie (gebruikt eventueel reservatiesoftware)
V
Noteert de naam, aantal personen, datum, uur, eventueel speciale wensen van de reservering Communiceert de reservatie aan de (eind)verantwoordelijke Reservatiesysteem
V GK
Werkt de bezetting van de tafels en de za(a)l(en) in het restaurant bij (Id 9443c) V Maakt een overzicht van de reservaties V Zorgt voor een efficiënte indeling en opstelling van de tafels V Bespreekt de reservaties met de keuken GK Tafelschikking GK
Werkorganisatie
… …
…
B. Vul de matrix in Iedere ‘actieve’ aanbieder (instelling) van de betreffende HBO5-opleiding vult de matrix in. De opleidingscoördinator draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. Hij/zij kan de matrix zelf invullen; de lectoren van de verschillende modules/vakken vragen om de matrix in te vullen voor de/het eigen module/vak waarna hij/zij de resultaten per module/vak samenbrengt in 1 matrix;
Pagina | 6
de lectoren van de verschillende modules/vakken samenbrengen om de matrix gezamenlijk in te vullen. De opleidingscoördinator beslist zelf hoe hij/zij het invullen van de matrix organiseert, maar de derde optie draagt de voorkeur weg. Instellingen met een slapende onderwijsbevoegdheid voor de betreffende HBO5-opleiding die deel uitmaken van de werkgroep kunnen de matrix invullen, maar hoeven dit niet te doen. In dat geval vult de verantwoordelijke van het HBO5-samenwerkingsverband de matrix in. Ga per kenniselement en vaardigheid van de beroepskwalificatie na of deze getoetst wordt in één of meerdere modules/vakken van de bestaande HBO5-opleiding. Plaats enkel een vink als (een deel van) het kenniselement of de vaardigheid expliciet getoetst wordt (= punten geven) in (de leerplandoelen/de basiscompetenties van) de module/het vak. Niettegenstaande deze vergelijking op het niveau van de modules/vakken gebeurt, moet gekeken worden naar de onderliggende leerplandoelen/basiscompetenties om hierover een uitspraak te kunnen doen. Waar nodig en zinvol kan deze technische oefening aangevuld worden met kwalitatieve informatie (o.a. bevindingen, input vanuit de reële opleidingspraktijk,…). Dit geldt voornamelijk voor de oude HBO5-opleidingen. Elke vink die geplaatst wordt, moet ‘traceerbaar’ zijn in de leerplandoelen/basiscompetenties van de HBO5-opleiding of in de toegevoegde kwalitatieve duiding. C. Maak per activiteit van de beroepskwalificatie een inschatting van de studieomvang Een activiteit van een beroepskwalificatie met onderliggende vaardigheden en bijhorende kenniselementen vormt een zinvol geheel waaraan een gewicht, uitgedrukt in studiepunten, wordt toegekend (cfr. stap 3.A). De doelstelling van het toekennen van gewichten aan activiteiten is tweeledig. Het gewicht van een activiteit, met onderliggende vaardigheden en bijhorende kenniselementen, vormt een belangrijk criterium bij de bepaling van de verwantschap. Hoe belangrijk zijn de kenniselementen of vaardigheden die (niet) afgedekt worden of hoe zwaar wegen deze door? Daarnaast kan op basis van de toegekende gewichten een inschatting gemaakt worden van de omvang van de beroepskwalificatie. De omvang van een beroepskwalificatie is een essentieel criterium bij de opmaak van een voorstel van onderwijskwalificatie (stap 4). AKOV werkt per activiteit een voorzet uit betreffende de studiepunten die een student hoger beroepsonderwijs nodig heeft om die activiteit met onderliggende vaardigheden en bijhorende kenniselementen te verwerven. Wanneer een kenniselement of vaardigheid bij meerdere activiteiten voorkomt, wordt dit kenniselement of deze vaardigheid bij elke activiteit meegeteld om een correcte inschatting te kunnen maken van het gewicht per activiteit. Bij de inschatting van de totale omvang van de beroepskwalificatie zal hiervoor gecompenseerd worden. Om een inschatting te kunnen maken, worden per activiteit de kenniselementen en vaardigheden vergeleken met de leerplandoelen/basiscompetenties van de bestaande, mogelijks verwante HBO5opleiding(en). AKOV baseert zich hiervoor op de beoordeling van de verwantschap (stap 3.B.) en controleert tegelijkertijd de traceerbaarheid van de door de experten geplaatste vinken. Indien
Pagina | 7
bepaalde vinken niet getraceerd kunnen worden, kan via de vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden duiding hierover gevraagd worden. Voor die activiteiten, kenniselementen en vaardigheden die niet aan bod komen in de bestaande HBO5-opleiding(en) wordt de inschatting waar mogelijk gebaseerd op de opleidingsprofielen of opleidingsprogramma’s van verwante opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs of het hoger onderwijs (bachelor). In dat geval wordt het bekomen aantal studiepunten aangepast rekening houdend met de complexiteit en het verwerkingsniveau van de competenties van de onderwijskwalificatie voor het hoger beroepsonderwijs. Waar de studieomvang in lestijden uitgedrukt wordt, wordt gebruik gemaakt van volgende ‘omzettingsformule’: 1 studiepunt omvat 12 lestijden. Voor die activiteiten, kenniselementen en vaardigheden waarvoor een vergelijking met bestaande opleidingen niet mogelijk is, maakt AKOV geen inschatting van het gewicht. AKOV bezorgt de inschatting van de studieomvang per activiteit en voor de totale beroepskwalificatie (indien mogelijk) aan de vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden HBO5 die deel uitmaken van de werkgroep. De samenwerkingsverbanden kunnen aanpassingen, aanvullingen of opmerkingen doorgeven en geven een inschatting van de studieomvang voor die activiteiten waarvoor AKOV nog geen inschatting kon maken. AKOV finaliseert vervolgens de berekening van de studieomvang per activiteit en voor de totale beroepskwalificatie. D. Vergelijk de ingevulde matrices en bereken de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid AKOV legt de ingevulde matrices naast elkaar. Voor ieder kenniselement en voor elke vaardigheid wordt nagegaan hoeveel van de aanbieders oordeelden dat dit kenniselement of deze vaardigheid getoetst wordt in de bestaande HBO5-opleiding. In welke module(s)/vak(ken) een vink geplaatst werd, wordt voor de berekening van de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid buiten beschouwing gelaten. Fleiss’ Kappa is een statistische maat voor de mate van overeenstemming tussen de oordelen van twee of meerdere beoordelaars. De waarde die Fleiss’ Kappa kan aannemen varieert van 0 tot 1. Als norm voor een aanvaardbare betrouwbaarheid wordt 0,40 afgesproken.
Pagina | 8
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (Fleiss' Kappa)
Fleiss' Kappa < 0,40
Fleiss' Kappa ≥ 0,40
Verklaring discrepantie? Welke kenniselementen en vaardigheden?
Ga naar stap 3.E.
Ga naar stap 3.E.
In het geval Fleiss’ Kappa kleiner is dan 0,40 wordt gezocht naar een verklaring voor de discrepantie tussen de beoordelaars; nagegaan voor welke kenniselementen en vaardigheden er een discrepantie bestaat. Bij twijfel over het al dan niet verwant zijn van de erkende beroepskwalificatie met de bestaande HBO5-opleiding (stap 3.E), zal de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid een medebepalend criterium zijn dat ook opgenomen wordt in de kwalitatieve motivering. E. Bepaal of er verwantschap is tussen de erkende beroepskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding Tel de kenniselementen en vaardigheden van de erkende beroepskwalificatie die door minimum de helft+1 van de aanbieders aangevinkt werden. Zet dit aantal af tegen het totaal aantal kenniselementen en vaardigheden van de erkende beroepskwalificatie. Het resultaat is een percentage dat een kwantitatieve indicatie geeft van de mate van verwantschap. Wanneer de HBO5opleiding een module/vak ‘stage’ of ‘projectwerk’ omvat, wordt een verwantschapsscore berekend met inbegrip van de module/vak ‘stage’ of ‘projectwerk’ en een verwantschapsscore zonder de module/vak ‘stage’ of ‘projectwerk’. Neem het gewicht van de niet-aangevinkte kenniselementen en vaardigheden van de erkende beroepskwalificatie in rekening. Gebruik vervolgens onderstaande beslisboom om op basis van het berekende percentage en het geschatte gewicht van de kenniselementen en vaardigheden die niet afgedekt worden een besluit te trekken over de verwantschap tussen de erkende beroepskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding.
Pagina | 9
Mate verwantschap Erkende BK en HBO5-opleiding/afstudeerrichting (= percentage)
… ≥ 75% (zonder projectwerk/stage) … ≥ 85% (met projectwerk/stage)
75% > … > 50% (zonder projectwerk/stage) 85% > … > 50% (met projectwerk/stage)
… ≤ 50%
Automatische verwantschap tenzij de niet-afgedekte kennis en vaardigheden een belangrijk aandeel (gewicht) van de BK uitmaken
Verwantschap mogelijk mits kwalitatieve motivering
Geen verwantschap
Indien het verwantschapspercentage tussen de erkende beroepskwalificatie en de bestaande HBO5opleiding kleiner is of gelijk aan 50%, dan is er geen verwantschap. In het geval het verwantschapspercentage groter is of gelijk aan 75% (zonder module/vak ‘projectwerk’ of ‘stage’) en 85% (met module/vak ‘projectwerk’ of ‘stage’), dan is er in principe verwantschap tenzij de nietaangevinkte kenniselementen en vaardigheden een belangrijk aandeel uitmaken van de beroepskwalificatie. Wanneer het verwantschapspercentage zich situeert tussen beide cesuren zijn, mits kwalitatieve motivering, beide beslissingen mogelijk. Criteria voor de kwalitatieve motivering: het ‘gewicht’ of het belang van de kenniselementen en vaardigheden die (niet) afgedekt worden; de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, uitgedrukt in Fleiss’ Kappa; de expertise van het personeel. AKOV brengt de werkgroep op de hoogte van de resultaten van de verwantschapsoefening. De voorzitter brengt de werkgroep samen wanneer het verwantschapspercentage tussen beide cesuren valt. De werkgroep neemt op basis van bovenstaande criteria een beargumenteerd besluit over de verwantschap. In de beide andere gevallen kan de werkgroep indien gewenst samenkomen, maar is dit niet vereist. Indien de werkgroep er niet in slaagt om consensus te bereiken, neemt de voorzitter de beslissing om de werkzaamheden op te schorten en het probleem voor te leggen aan het Platform HBO5. Het Platform HBO5 beslist definitief. De voorzitter van de werkgroep schrijft de beslissing i.v.m. de verwantschap tussen de erkende beroepskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding neer op basis van het daartoe voorziene format (bijlage 2) en bezorgt dit besluit aan de andere leden van de werkgroep.
Pagina | 10
STAP 4: Beslis over het al dan niet uitwerken van een voorstel van onderwijskwalificatie en maak een inschatting van de studieomvang Op basis van de beslissing van AKOV betreffende de samenstelling van het voorstel van onderwijskwalificatie en op basis van de in stap 2 gemaakte inschatting van de verwantschap tussen een erkende beroepskwalificatie en een bestaande HBO5-opleiding, kunnen vier groepen van voorstellen van onderwijskwalificaties onderscheiden worden: voorstellen van onderwijskwalificaties die bestaan uit 1 beroepskwalificatie waarvoor een inschatting van de studieomvang berekend werd (stap 3.C); voorstellen van onderwijskwalificaties die bestaan uit 2 of meerdere beroepskwalificaties (al dan niet met afstudeerrichtingen) waarvoor een inschatting van de studieomvang berekend werd (stap 3.C); voorstellen van onderwijskwalificaties die bestaan uit meerdere beroepskwalificaties (al dan niet met afstudeerrichtingen) waarvoor voor sommige beroepskwalificaties een inschatting van de studieomvang berekend werd (stap 3.C) en voor andere beroepskwalificaties er geen inschatting van de studieomvang berekend werd (stap 2 – geen verwantschap); voorstellen van onderwijskwalificaties die bestaan uit 1 of meerdere beroepskwalificaties (al dan niet met afstudeerrichtingen) waarvoor geen inschatting van de studieomvang berekend werd (stap 2 – geen verwantschap). Het vervolg van de procedure verschilt naargelang de groep waartoe het voorstel van onderwijskwalificatie behoort. Gebruik onderstaande beslisboom om de volgende stap in de procedure te bepalen.
1 BK
Studieomvang (inschatting) BK berekend
Studieomvang (inschatting) BK niet berekend
(stap 3.C)
(stap 2 - geen verwantschap)
Meerdere BK
Meerdere BK studieomvang berekend en niet-berekend
1 of meerdere BK
Ga naar stap 4A
Ga naar stap 4A
Inschatting studieomvang BK = OK
Ga naar stap 4B
Ga naar stap 4B
Ga naar stap 4B
Ga naar stap 5 indien voorstel van OK
Ga naar stap 5 indien voorstel van OK
Ga naar stap 5 indien voorstel van OK
Ga naar stap 5 indien voorstel van OK
Pagina | 11
A. Maak per activiteit van de beroepskwalificatie een inschatting van de studieomvang Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode zoals beschreven in stap 3.C. B. Maak op basis van de inschatting van de studieomvang per beroepskwalificatie een inschatting van de studieomvang van het voorstel van onderwijskwalificatie Als een voorstel van onderwijskwalificatie uit meer dan één beroepskwalificatie bestaat, vergelijkt AKOV de activiteiten van de verschillende beroepskwalificaties met elkaar. Identieke of inhoudelijk sterk verwante activiteiten met onderliggende kennis en vaardigheden in de verschillende beroepskwalificaties worden opgelijst. Deze activiteiten met onderliggende kennis en vaardigheden moeten maar één maal geteld worden bij de inschatting van de studieomvang van het voorstel van onderwijskwalificatie. Op basis van de geschatte studiepunten per beroepskwalificatie maakt AKOV vervolgens een inschatting van de studieomvang van het voorstel van onderwijskwalificatie dat uit meerdere beroepskwalificaties bestaat; een inschatting van de studieomvang van het voorstel van onderwijskwalificatie met verschillende afstudeerrichtingen. Verschillende beroepskwalificaties kunnen enkel samengenomen worden in een voorstel van onderwijskwalificatie met verschillende afstudeerrichtingen indien elk van de beroepskwalificaties/afstudeerrichtingen even groot is. Een voorstel van onderwijskwalificatie kan ontwikkeld worden als de geschatte studieomvang (ongeveer) 90 of 120 studiepunten bedraagt. STAP 5: Bepaal of er verwantschap is tussen het voorstel van onderwijskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding Wanneer een voorstel van onderwijskwalificatie twee of meerdere beroepskwalificaties omvat, moet de verwantschapsbepaling per beroepskwalificatie geïntegreerd en afgestemd worden. Gebruik onderstaande beslisboom om op basis van het resultaat van de verwantschapsoefening per beroepskwalificatie een besluit te trekken over de verwantschap tussen het voorstel van onderwijskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding.
1 voorstel van OK = 1 BK
1 voorstel van OK = meerdere BK's
Verwantschapsbepaling voorstel van OK = verwantschapsbepaling BK
Elk BK is (niet) verwant met HBO5-opleiding (cfr. resultaat stap 3)
Ene BK is verwant, andere BK is niet verwant met HBO5-opleiding (cfr. resultaat stap 2 of 3)
Voorstel van OK is (niet) verwant met HBO5 opleiding
Voorstel van OK is (niet) verwant met HBO5-opleiding
Verwantschap mogelijk mits kwalitatieve motivering
Pagina | 12
Wanneer een voorstel van onderwijskwalificatie uit 1 beroepskwalificatie bestaat of wanneer een onderwijskwalificatie uit meerdere beroepskwalificaties bestaat waarvoor het resultaat van de verwantschapsoefening met een bepaalde HBO5-opleiding identiek is, is geen bijkomende berekening meer nodig. Als de beroepskwalificatie(s) (niet) verwant is met een bestaande HBO5opleiding is ook het voorstel van onderwijskwalificatie (niet) verwant met diezelfde HBO5-opleiding. Wanneer een voorstel van onderwijskwalificatie bestaat uit meerdere beroepskwalificaties waarvoor het resultaat van de verwantschapsoefening met een bepaalde HBO5-opleiding verschillend is, brengt de voorzitter de werkgroep samen om op basis van een aantal criteria een beargumenteerde beslissing te nemen over de verwantschap. Criteria voor de kwalitatieve motivering: het ‘gewicht’ of het belang van de kenniselementen en vaardigheden die (niet) afgedekt worden; de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (per beroepskwalificatie), uitgedrukt in Fleiss’ Kappa; de expertise van het personeel. Indien de werkgroep er niet in slaagt om consensus te bereiken, neemt de voorzitter de beslissing om de werkzaamheden op te schorten en het probleem voor te leggen aan het Platform HBO5. Het Platform HBO5 beslist definitief. De voorzitter van de werkgroep schrijft op basis van het daartoe voorziene format een advies m.b.t. de onderwijskwalificatie waarvoor geen verwante HBO5-opleiding bestaat (bijlage 3) of een advies m.b.t. de verwantschap tussen de onderwijskwalificatie en de bestaande HBO5-opleiding (bijlage 4). Het Platform HBO5 bekrachtigt het advies.
Deel 2: Verwantschapsbepaling door Commissie Hoger Onderwijs en vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden HBO5 Het Platform HBO5 bezorgt het gezamenlijk advies (/de gezamenlijke adviezen) betreffende de verwantschap tussen de erkende onderwijskwalificatie en de bestaande HBO5-opleidingen aan de Commissie Hoger Onderwijs. De Commissie Hoger Onderwijs en de vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden beslissen samen of er verwantschap bestaat tussen de erkende onderwijskwalificatie en één of meerdere bestaande HBO5-opleidingen. De definitieve beslissing kan afwijken van het advies van de samenwerkingsverbanden HBO5.
Pagina | 13