HANDLEIDING GOEDERENLIFT
HEK GL-500-BN
Deze handleiding hoort bij :
Uitgave: 02-2002
6295 - 050
©2002, HEK Manufacturing B.V., Middelbeers, Nederland
Waarschuwing: Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HEK Manufacturing B.V.
II
HEK GL-500-BN • 6295-050
VOORWOORD Deze goederenlift is ontwikkeld en geproduceerd volgens de hoogste veiligheids- en kwaliteitseisen. Deze handleiding is bedoeld voor zowel de gebruiker als het service personeel zodat deze op een veilige en verantwoorde manier de lift kunnen gebruiken, (de)monteren of onderhouden. Alleen getraind personeel mag de
montage, demontage en onderhoud van de lift uitvoeren. Alleen geautoriseerd personeel mag de lift bedienen. Deze handleiding beschrijft de basismachine in de standaarduitvoering, zoals geleverd door Hek Manufacturing B.V.
Lees deze handleiding aandachtig alvorens de goederenlift in gebruik te nemen. Neem alle veiligheidsvoorschriften van hoofdstuk 3 in acht.
Het vervoer van personen is ten strengste verboden!
HEK Manufacturing B.V. Westelbeersedijk 18 Postbus 2 5091 SM Middelbeers 5090 AA Middelbeers Tel : +31 13 51 48 653 Fax : +31 13 51 48 630 www.HEK.com HEK GL-500-BN • 6295-050
III
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
III
INHOUDSOPGAVE
IV
OVERZICHT VAN AFBEELDINGEN
V
BETEKENIS GEBRUIKTE SYMBOLEN
VI
1.
TECHNISCHE GEGEVENS 1.1 Algemene gegevens 1.2 Ankerkrachten
1-1 1-1 1-2
2.
UITVOERING EN COMPONENTBESCHRIJVINGEN 2.1 Eigenschappen goederenlift GL500 2.2 Componenten 2.3 Aandrijving 2.3.1 Motorrem 2.4 Besturing 2.4.1 Veiligheidscircuit 2.4.3 Naderingsschakelaar 2.5 Valrem
2-1 2-1 2-2 2-3 2-3 2-5 2-6 2-7 2-8
3.
VEILIGHEID 3.1 Algemeen 3.2 Veiligheid voor gebruik 3.3 Veiligheid tijdens gebruik 3.4 Veiligheid na gebruik
3-1 3-1 3-1 3-1 3-2
4.
TRANSPORT 4.1 Transport van en naar het bouwterrein 4.2 Lift gereedmaken voor transport
4-1
BEDIENINGSORGANEN 5.1 Overzicht grondkast 5.2 Aansluitpunten grondkast 5.3 Plateaukast 5.4 Aansluitpunten plateaukast 5.5 Schakelcomponenten op loopwagen 5.6 Valremmechanisme 5.7 Etage sluitboom 5.8 DAAL-knop 5.10 Noodstop in grondkooi 5.9 2,5 meter stop
5-1 5-1 5-1 5-2 5-2
5.
IV
4-1 4-2
5-2 5-3 5-3 5-3 5-4 5-4
6.
LIFT OPBOUWEN EN MAST VERANKEREN 6.1 Voorbereiding voor montage 6.2 Montage
6-1 6-1 6-2
7.
BEDIENING 7-1 7.1 Programmeren van etagestops 7-3 7.1.1 Etagestops instellen m.b.v. de inleerbediening op de grondkast 7-3 7.1.2 Etagestops instellen met behulp van de losse inleerbediening (optie) aangesloten op de plateaukast 7-4 7.2 Nooddaling (alleen voor montagepersoneel) 7-5 7.3 Loopwagen uit de buffers halen 7-5
8.
LIFT DEMONTEREN EN GEREED MAKEN VOOR TRANSPORT 8-1
9.
ONDERHOUD 9.1 Algemeen 9.2 Wekelijks onderhoud 9.3 Maandelijks onderhoud 9.4 Jaarlijks onderhoud 9.5 3-jaarlijks onderhoud 9.6 Opslag van de lift 9.7 Olie reductorkast verversen 9.8 Motorrem controleren / afstellen 9.9 Valtest 9.10 Valrem terugstellen in uitgangspositie
9-1 9-1 9-1 9-1 9-1 9-1 9-2 9-2 9-3 9-5 9-6
10.
STORINGZOEKEN 10.1 Algemeen 10.2 Controle van de liftbesturing 10.3 Storingstabel
10-1 10-1 10-1 10-2
11.
MACHINE MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN
11-1
TREFWOORDENLIJST
12-1
12.
BIJLAGE A
1
BIJLAGE B
2
BIJLAGE C
5
BIJLAGE D
7
HEK GL-500-BN • 6295-050
OVERZICHT VAN AFBEELDINGEN OVERZICHT VAN AFBEELDINGEN Afb. 1-1 Afb. 2-1 Afb. 2-2 Afb. 2-3 Afb. 2-4 Afb. 2-5 Afb. 2-6 Afb. 2-7 Afb. 2-8 Afb. 2-9 Afb. 2-10 Afb. 2-11 Afb. 4-1 Afb. 4-2 Afb. 4-3 Afb. 4-4 Afb. 5-1 Afb. 5-2 Afb. 5-3 Afb. 5-4a Afb. 5-4b Afb. 5-5 Afb. 5-6 Afb. 5-7 Afb. 6-1 Afb. 6-2 Afb. 6-3 Afb. 6-4 Afb. 6-5 Afb. 6-6 Afb. 6-7 Afb. 6-8 Afb. 6-9 Afb. 6-10 Afb. 6-11 Afb. 6-12 Afb. 6-13
Afmetingen GL500 VI GL500 goederenlift met grondkooi Motorrem Motorrem Grondkast en plateaukast Sensoren op elektromotor Eindschakelaars boven / onder Schakelaar overbelasting Naderingsschakelaar Handbediening aansluiten op plateaukast Valrem Valtestbediening Hijspunten Bediening remlichter, verstevigingsbalk Verstevigingsbalk boven grondkooideuren Schuifsluiting Grondkast Aansluitpunten grondkast Schakelkast op loopwagen Opbouw- en valtestbediening Losse inleerbediening Daal-knop Etageselectietoetsen Noodstop in grondkooi Spindels aan grondframe Schaats onder Plateaukast en nood-onder schakelaar Opbouwbediening aansluiten op plateaukast Mastelement monteren Naderingsschakelaar Mastbouten Mastadapter Mastverankering Plaatsingsmogelijkheden lage etage Kabelgeleider Eindschaats Plateaukast connector
2-1 2-3 2-4 2-5 2-5 2-6 2-7 2-7 2-7 2-8 2-8 4-1 4-2 4-2 4-2 5-1 5-1 5-2 5-2 5-2 5-3 5-4 5-4 6-2 6-3
Afb. 7-1 Afb. 7-2 Afb. 7-3 Afb. 7-4 Afb. 7-5 Afb. 7-6 Afb. 7-7 Afb. 8-1 Afb. 8-2 Afb. 9-1 Afb. 9-2 Afb. 9-3 Afb. 9-4 Afb. 9-5 Afb. 9-6 Afb. 9-7 Afb. 9-8
Grondkast Plateaukast Programmeren van etagestops Wissen etagestops Losse inleerbediening, opbouwbediening Bediening remlichter Loopwagen uit de buffers halen Opbouwbediening aansluiten op plateaukast Mastafscherming demonteren Controlematen motorrem Motorrem Aansluitpunt plateaukast Valtestbediening, functies Valtestbediening Aansluitpunt plateaukast Valremschakelaar Vlieggewicht valrem
7-2 7-2 7-3 7-4 7-4 7-5 7-5 8-1 8-1 9-3 9-4 9-5 9-5 9-5 9-6 9-6 9-6
6-3 6-3 6-4 6-4 6-4 6-5 6-5 6-6 6-7 6-7 6-8
HEK GL-500-BN • 6295-050
V
BETEKENIS GEBRUIKTE SYMBOLEN BETEKENIS GEBRUIKTE SYMBOLEN LET OP Het niet (of niet precies) opvolgen van de werk-/of bedieningsinstructies kan leiden tot ernstig letsel, dodelijk ongeval, zware machineschade of bedrijfsschade. Tijdens het in bedrijf zijn van de lift mag zich niemand onder het laadplateau bevinden. Gevaar voor elektrische spanning. Gevaar voor vallende voorwerpen.
Afb. 1-1 Afmetingen GL500
VI
HEK GL-500-BN • 6295-050
TECHNISCHE GEGEVENS 1.
TECHNISCHE GEGEVENS De gegevens zijn gebaseerd op standaard toepassingen voor het gebruik van de goederenlift. Hier kan in speciale situaties van worden afgeweken. Dit kan echter alleen na schriftelijke goedkeuring van de leverancier.
1.1
Algemene gegevens
Algemeen
Mast
Laadplateau
Elektrische installatie
type
GL 500
model
Ballast-Nedam
hefvermogen
max. 500 kg
hef- en daalsnelheid
24 m/min
transportafmeting (lxbxh)
2935 x 2244 x 2423 mm
gewicht basismachine
1540 kg
lengte mastelement gewicht mastelement
1508 mm 45 kg
vrijstaande hoogte
9,75 m (let op: alleen in combinatie met grondkooi)
maximale mastlengte verankerd
80 m
mastbouten
M14 x 90 kwal. 8.8 Aanhaalmoment 90 Nm.
0,4 m/s
verankering: - vereist - eerste verankering op - verankeringsafstand - vrije mast top
als mast hoger dan 9,75 m 5m 6m 3m
afstand tussen kabelgeleiders
6m
afmetingen (lengte x breedte) buitenmaten
1770 x 1320 mm
binnenmaten
1540 x 1150 mm
hoogte hekwerk laadplateau
1155 mm
voedingsspanning bouwzekering voedingskabel (naar machine)
400 V - 3 fasen - 50 Hz 3 x 25 A maximaal 2 5 x 4 mm tot max. 50m) 2 5 x 6 mm (vanaf 50m) 2 5 x 4 mm 4,8 kW
machinekabel (tonkabel) elektromotor
HEK GL-500-BN • 6295-050
1-1
TECHNISCHE GEGEVENS 1.2 Ankerkrachten Verankering aan de steiger
Ankerkracht [kN] (lengte steigersectie 2,57m)
Ankerkracht [kN] (lengte steigersectie 3,07m)
Loodrecht
3,8
3,6
Parallel
4,2
4,2
De ankerkrachten zijn via de steiger naar algemeen aanvaardbare constructievoorschriften in de gevel te leiden. N.B.: De hierboven getoonde ankerkrachten zijn berekend conform EN12158-1 en zijn om die reden gemiddel 60% hoger in vergelijking met vergelijkbare machines gebouwd in het verleden! Verankering aan de muur
Ankerkracht [kN] (hoek α = 60°)
Ankerkracht [kN] (hoek α = 45°)
Loodrecht
8,8
5,9
Parallel
4,2
4,2
De ankerkrachten zijn naar algemeen aanvaardbare constructievoorschriften in de gevel te leiden. N.B.: De hierboven getoonde ankerkrachten zijn berekend conform EN12158-1 en zijn om die reden gemiddel 97% hoger in vergelijking met vergelijkbare machines gebouwd in het verleden!
1-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
COMPONENTBESCHRIJVINGEN 2.
UITVOERING EN COMPONENTBESCHRIJVINGEN
2.1
Eigenschappen goederenlift GL500
- Bij de constructie van deze lift werd aan alle veiligheidsaspecten bijzondere aandacht besteed. - De goederenlift is voorzien van een tandheugelaandrijving. - De lift is snel te verplaatsen en gemakkelijk te transporteren. - De mast bestaat uit losse elementen van 1,5 meter lengte en is snel vanaf het laadplateau in elkaar te zetten. - Tijdens de bouw kan de mast steeds aan de hoogte van het bouwwerk worden aangepast.
Afb. 2-1 GL500 goederenlift met grondkooi
- Het besturingssysteem maakt het mogelijk etage stops te programmeren en daarna de lift met behulp van het toetsenbord op de grondkast naar de gewenste etage te sturen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
2-1
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
2.2 Componenten Grondframe Het onderste mastelement, de kabelton en de grondkooi zijn op het grondframe bevestigd. Het grondframe is voorzien van een heftruck opname. Indien voorzien van een grondkooi, (zie omslag) mag de lift 3 hoog gestapeld worden. In dit geval de onderste lift onderstoppen. Mast met verankering Het bereik van de goederenlift kan aan de hoogte van het gebouw aangepast worden met mastelementen. Deze kunnen via het laadplateau gemonteerd en verankerd worden. De mast kan met standaard verankering aan het gebouw vastgezet worden. Loopwagen met plateau Het plateau, aangedreven door een elektromotor, wordt langs de mast bewogen met behulp van een tandwiel en tandheugel. De achterwand met mastafscherming, de vaste voorwand, het elektrisch beveiligd toegangshek en een beladingsklep vormen de afscherming van het laadplateau. Op de loopwagen is een valrem aangebracht, die bij overschrijding van de vastgestelde daalsnelheid, het laadplateau tot stilstand brengt, vasthoudt en tevens de aandrijving uitschakelt.
2-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
2.3
Aandrijving
Algemeen De goederenlift wordt aangedreven door een elektromotor. Een motorrem brengt bij het wegvallen van de spanning het platform tot stilstand.
2.3.1 Motorrem In de elektromotor is een elektromagnetisch bediende veerrem gemonteerd. De rem is gebaseerd op het "normally ON"-principe, d.w.z. als de motor stroomloos is, de rem actief wordt en de motoras geremd (n = 0 omw./min.). Het remkoppel wordt veroorzaakt door frictie tussen meerdere platen. De frictieplaten moeten absoluut vetvrij blijven; deze NOOIT met de vingers aanraken!
1 2 6 7 9 13 13b 13c 13e 13f 14
Magneetdeel Ankerplaat Rotor Naaf Inbusbout Remlichter Hefboom Knop Moer Veer Remvoering
Afb. 2-2 Motorrem
Bij normaal gebruik is de motorrem nagenoeg onderhoudsvrij. Pas na zéér frequent stijgen en dalen van de lift kan het nodig zijn de breedte van de luchtspleet tussen de ankerschijf en de stator opnieuw in te stellen en indien nodig de rotor te vervangen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
2-3
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
Werking Rem gelost "Vrij"
Rem aktief "Remt"
Afb. 2-3 Motorrem
In het mechanisme bevindt zich een metalen rotor (a) met frictiemateriaal (b) aan beide zijden. Vier drukveren (c) in de stator (d) oefenen een axiale kracht uit op ankerplaat (e). Deze ankerplaat drukt zodoende tegen de rotor. De rotor is op een speciale manier op de as (f) van de motor gemonteerd, waardoor hij in axiale richting over de as kan schuiven. Omdat de ankerplaat tegen de rotor drukt, schuift de rotor tegen de frictieplaat (g). De wrijving tussen het frictiemateriaal aan beide zijden van de rotor, de ankerplaat en de frictieplaat zorgt voor het benodigde remkoppel (32 Nm). In de stator is een remspoel (h) ondergebracht die een sterk magneetveld opwekt als er een (gelijk)stroom vloeit. Als men de motorrem wil lichten, moet men een stroom door de remspoel laten vloeien. Het magneetveld, dat door de remspoel wordt opgewekt, "trekt" dan de ankerschijf tegen de stator aan en licht zodoende de rem. De motorrem kan ook gelicht worden met de remlichter (j). Indien de handlichter in de richting van de pijl gedrukt wordt, zal de ankerplaat m.b.v. twee kogelbouten tegen de veerdruk in, tegen de stator getrokken en waardoor de rem wordt gelicht.
2-4
HEK GL-500-BN • 6295-050
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
2.4
Besturing
Bediening De besturing van de goederenlift bevindt zich deels in de plateaukast (B) en deels in de grondkast (A). Tijdens normaal gebruik kan de goederenlift alleen via de grondkast bediend worden. Daarnaast kan, door het toevoegen van daalknoppen op de etages, de goederenlift ook vanaf de etages naar beneden gestuurd worden. De goederenlift kan alleen bestuurd worden indien het veiligheidscircuit gesloten is.
A
A
B
B
Afb. 2-4 Grondkast en plateaukast
2,5 meter stop Als de grondkooi niet gemonteerd is, moet een ander besturingsprogramma worden geladen. Dit programma is voorzien van een voorgeprogrammeerde afstand van 2,5 m boven de 0-positie. De goederenlift kan hierna alleen met de etageselectietoets ‘0’ op de grondkast (A) naar de 0-positie worden gebracht (‘dodemansbediening’ ).
Programmeren van etagestops Etagestops kunnen via de grondkast of met een losse inleerbediening (optie) vanaf het platform ingesteld worden. Bij het instellen worden het aantal omwentelingen van de elektromotor door middel van twee sensoren vanaf de 0-positie vastgelegd in een PLC.
Afb. 2-5 Sensoren op elektromotor
HEK GL-500-BN • 6295-050
2-5
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
Eindschakelaars BOVEN / ONDER De loopbaan van de goederenlift wordt begrensd door eindschaatsen boven (B) en beneden (A). Deze bedienen de eind- (C) of de noodeindschakelaars (D,E) op het laadplateau. De loopbaan kan aangepast worden door de eindschaatsen (A,B) te verplaatsen. Indien de eindschakelaars (C) en de NOOD-ONDER eindschakelaar (E) bediend worden, kan de goederenlift alleen nog in tegenovergestelde richting gestuurd worden.
B C D
E C
A
Afb. 2-6 Eindschakelaars boven / onder
2.4.1 Veiligheidscircuit De goederenlift kan alleen bestuurd worden indien het veiligheidscircuit gesloten is. Het circuit kan onderbroken worden door: 1. de NOOD-ONDER eindschakelaar 2. de NOOD-BOVEN eindschakelaar 3. de valrem. 4. overbelasting goederenlift 5. een niet gesloten etage sluitboom 6. een niet gesloten laadplateau 7. een foutieve fasevolgorde 8. een ingedrukte noodschakelaar 9. een geopende grondkooi 10. een noodstopknop (plateaukast, opbouwbediening, valtestbediening, in grondkooi)
2-6
HEK GL-500-BN • 6295-050
COMPONENTBESCHRIJVINGEN
2.4.2 Overbelasting Het plateau wordt gedragen door twee drukveren (1) op de motorplaat. Indien deze door overbelasting te ver ingedrukt worden, zal de eindschakelaar (2) bediend worden. Als indicatie gaat er op de plateaukast een rode lamp branden. Tijdens het beladen van de goederenlift is het veiligheidscircuit geopend. Hierdoor valt de spanning naar de plateaukast weg. Om in dit geval de overbelastingscontrole toch actief te houden is de plateaukast voorzien van een accu. Indien de accuspanning daalt onder 21V wordt de accu afgeschakeld.
1
2 Afb. 2-7 Schakelaar overbelasting
2.4.3 Naderingsschakelaar Tijdens het (de)monteren van de mast ontbreekt de eindschaats boven. De naderingsschakelaar voorkomt dat de goederenlift in dit geval uit de mast loopt. Indien de naderingsschakelaar geen metaal (mast) detecteert kan de goederenlift alleen naar beneden gestuurd worden. Afb. 2-8 Naderingsschakelaar
2.4.4 Bediening tijdens (de)monteren en onderhoudswerkzaamheden Om het monteren, demonteren, en onderhoud van de goederenlift mogelijk te maken kan een opbouwbediening (B) op de plateaukast (A) worden aangesloten.
A
B Afb. 2-9 Handbediening aansluiten op plateaukast
HEK GL-500-BN • 6295-050
2-7
COMPONENTBESCHRIJVINGEN 2.5 Valrem Algemeen De valrem brengt bij overschrijding van de vastgestelde daalsnelheid het laadplateau tot stilstand, en onderbreekt het veiligheidscircuit. De valrem wordt door de fabrikant op de juiste maximale daalsnelheid afgesteld en daarna verzegeld.
Als de valrem in werking is getreden, moet eerst worden onderzocht wat de oorzaak van het defect is. Het defect moet eerst worden verholpen, voordat de valrem in de ruststand mag worden teruggezet. Waarschuw bij onduidelijkheden de servicedienst.
Deze afstelling mag niet worden veranderd!! De schotelveren van de remblokken worden op voorspanning gedraaid en met moeren geborgd. Werking Wanneer de daalsnelheid te hoog wordt, zal het centrifugaalgewicht (37d) naar buiten vliegen en gepakt worden door de aanslagnokken (37e) op de binnenzijde van de behuizing. De remschijf (37f) begint nu te draaien en wordt afgeremd door de remblokken, totdat het laadplateau tot stilstand is gebracht.
Afb. 2-10 Valrem
Door het in werking treden van de valrem zal de schijf (37a) verdraaien waardoor de schakelaar bediend wordt. Het veiligheidscircuit is nu onderbroken. Valtest Om de werking van de valrem te controleren kan een valtestbediening (artikelnr. 0200-310) aangesloten worden op de plateaukast. Zie paragraaf 9.9 voor het uitvoeren van een valtest.
Afb. 2-11 Valtestbediening
2-8
HEK GL-500-BN • 6295-050
VEILIGHEID 3.
VEILIGHEID Aan de machine mogen geen veranderingen of aanpassingen worden verricht, anders dan in deze handleiding omschreven.
- De naderingsschakelaar beveiligt de lift tegen doorlopen tijdens de montage van mastelementen.
De ondergrond moet voldoende stabiel zijn om het gewicht van de lift, de mast en de belading te kunnen dragen.
3.2 Veiligheid voor gebruik
Bij masthoogten boven de maximale vrijstaande hoogte moet de mast ALTIJD worden verankerd.
3.1
- Het grondframe moet doeltreffend onderstopt zijn. De spindels moeten daarbij vrij zijn. - De werkplek om de lift moet vrij zijn van obstakels. 3.3 Veiligheid tijdens gebruik
Tijdens montage en demontage vanaf 2 meter hoogte moet er altijd met deugdelijk klimmateriaal worden gewerkt.
Het vervoer van personen is streng verboden!
Handelingen aan de lift mogen alleen worden uitgevoerd als men op de hoogte is van de inhoud van deze handleiding.
Boven een windkracht van 8 Beaufort moet de lift buiten gebruik worden gesteld met het laadplateau in de laagste stand. Er mogen zich geen voorwerpen in de baan van het laadplateau bevinden.
Algemeen
De machine is op veiligheid geconstrueerd, zowel tijdens montage als in bedrijf. De lift is daartoe uitgevoerd met de volgende in- en aangebouwde beveiligingen: - Bij onderbreking van de voedingsspanning komt de motorrem automatisch in werking. - Bij het niet functioneren van de eindschakelaar BOVEN waardoor het laadplateau doorloopt, treedt de noodeindschakelaar BOVEN in werking. - Bij het overschrijden van de daalsnelheid treedt het valremmechanisme in werking.
Tijdens het in bedrijf zijn van de lift mag zich niemand onder het laadplateau bevinden. De lading mag niet over de rand van het platform hangen. Verrolbare lading dient tegen rollen te worden geborgd. De lading mag niet tegen het hekwerk worden afgesteund. Bij werkzaamheden in de grondkooi altijd de noodschakelaar in de grondkooi bedienen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
3-1
VEILIGHEID
- Tijdens het gebruik van de lift bij avond of nacht moet de lift goed verlicht zijn, zodat de gebruikers te allen tijde een goed zicht hebben. - De lift mag alleen worden gebruikt, waar deze voor gemaakt is. - Inspecties en onderhoud dienen uitgevoerd te worden zoals in deze handleiding is aangegeven. - De vakbekwaamheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van het bedienend en technisch personeel bepaalt in hoge mate een veilig en doelmatig gebruik van de lift. - Plaatselijk geldende arbeids- en veiligheidswetten en voorschriften dienen altijd opgevolgd te worden. - Het technisch personeel moet in staat zijn alle voorkomende situaties tijdens montage en demontage het hoofd te bieden. Het bedienend personeel dient met alle bij de bediening voorkomende situaties vertrouwd te zijn. - Indien het bedienend of technische personeel fouten of gevaar signaleert of het niet eens is met de getroffen veiligheidsmaatregelen, dient de eigenaar c.q. hoofdverantwoordelijke direct daarvan in kennis te worden gesteld.
3-2
3.4 Veiligheid na gebruik Bij het stilleggen of verlaten van het werk moet de hoofdschakelaar met een hangslot worden afgesloten. Bij werkzaamheden in de grondkooi altijd de noodschakelaar in de grondkooi bedienen. - Het vervoer over openbare wegen dient te gebeuren met een normale vrachtwagen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
TRANSPORT 4.
TRANSPORT
4.1
Transport van en naar het bouwterrein Vervoer over de openbare weg mag alleen worden uitgevoerd met een normale vrachtwagen. Let op dat de grondkooideuren bij hijsen of stapelen geborgd zijn met de speciale verstevigingsbalk, of schuifsluiting. Zie paragraaf 4.2
De basisuitvoering van de lift kan door zijn beperkte afmetingen met een normale vrachtwagen worden vervoerd. Losse onderdelen kunnen aan de machine worden gehangen of in de kabelton opgeslagen worden. Zorg ervoor, dat tijdens transport, alle vergrendelingen aangebracht zijn en de spindels ingedraaid zijn. Het maximaal toegestane gewicht op het platform tijdens transport is 250 kg. Dit is echter alleen toegestaan als het platform op de buffers rust (zie paragraaf 4.2).
Demonteer de lift vóór het transport volgens hoofdstuk 8. Breng de lift in de transportstand volgens hoofdstuk 4.2 Sjor de lift voor het transport op een deugdelijke manier op de laadvloer van de vrachtwagen vast. Laden en lossen kan d.m.v. een op de vrachtwagen gemonteerde kraan, met een kraan op de bouwplaats of met een vorkheftruck. Daartoe zijn er hijspunten in het grondframe. A
=
Hijspunten lift
A
A
A A
Afb. 4-1 Hijspunten
Indien gebruik wordt gemaakt van de hijspunten zoals aangegeven in afb. 4-1 moet er een viersprong gebruikt worden met een tophoek kleiner dan 90°.
HEK GL-500-BN • 6295-050
4-1
TRANSPORT
4.2 Lift gereedmaken voor transport • Uitvoeringen met verstevigingsbalk Laat de lift in de buffers zakken door de remlichter (A) te bedienen.
B
A
Zorg ervoor dat de poort van het laadplateau gesloten is. Afb. 4-2 Bediening remlichter, verstevigingsbalk
Neem de verstevigingsbalk (B) uit de steun. Plaats de verstevigingsbalk (B) boven de grondkooideuren.
B
Afb. 4-3 Verstevigingsbalk boven grondkooideuren
• Uitvoeringen met schuifsluiting
C
Zorg ervoor dat de poort van het laadplateau gesloten is.
Sluit de poort met de schuifsluiting (C).
Afb. 4-4 Schuifsluiting
4-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
BEDIENINGSORGANEN 5.
BEDIENINGSORGANEN
5.1
Overzicht grondkast
A.
Hoofdschakelaar
B.
Noodstop
C1. Etage toetsen (standaard) C2. Etagetoetsen (optioneel -uitsluitend bij machines met beganegrond + 31 etages) D.
Veiligheidscircuit grondkast gesloten
E.
Etage programmeer toetsen
F.
Aansluitpunten, zie paragraaf 5.2
G.
Stopknop
C1 C2 A B
E
G
D
F
Afb. 5-1 Grondkast
5.2
Aansluitpunten grondkast
1 Voedingskabel 2 Machinekabel naar ton 3 Connector (X103) etagesluitbomen met doorlusstekker (kleur: wit)
1
4 Connector (X104) daalknoppen (kleur: paars)
2
3
4
Afb. 5-2 Aansluitpunten grondkast
De sluitboomstekker en de daalknopstekker verschillen alleen van kleur. Foutief aansluiten leidt tot kortsluiting in de besturing!
HEK GL-500-BN • 6295-050
5-1
BEDIENINGSORGANEN
5.3 Plateaukast
A
A. B. C. D. E. F.
B
Veiligheidscircuit OK (groen) Overbelasting Spanning op PLC-besturing Plateau uit buffers halen Noodstop Aansluitpunten, zie paragraaf 5.4
C D E F Afb. 5-3 Schakelkast op loopwagen
5.4 Aansluitpunten plateaukast A. B. C. D.
A
Aansluitpunt voor opbouwbediening en valtestbediening Opbouwbediening Valtestbediening Inleerbediening
D
B Afb. 5-4a Opbouw- en valtestbediening
5.5 Schakelcomponenten op loopwagen -
Naderingsschakelaar Eindschakelaar BOVEN Eindschakelaar NOOD-BOVEN Eindschakelaar overbelasting Eindschakelaar valrem Eindschakelaar ONDER Eindschakelaar NOOD-ONDER
D
Afb. 5-4b Losse inleerbediening
5-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
C C
BEDIENINGSORGANEN
5.6
Valremmechanisme
Bij het overschrijden van de daalsnelheid wordt het laadplateau door de valrem tot stilstand gebracht en in deze positie vastgehouden. Als de valrem is ingeschakeld wordt het veiligheidscircuit onderbroken. Terugstellen van de valrem, zie paragraaf 9.10. De valrem is door de leverancier afgesteld en verzegeld. 5.7
Etage sluitboom
Als een sluitboom op één van de etageplaatsen niet gesloten is kan de lift niet worden bediend. 5.8
DAAL-knop
Op de etageplaats kan een daalknop worden gemonteerd waarmee de lift naar de ‘2,5-meter-stop’ (zie paragraaf 5.9) te sturen. 63. Daalknop 64. Daalknop stekker, aansluiten op onderliggende daalknop of op de grondkast (X104) 65. Daalknop koppelcontactdoos, hier de stekker van bovenliggende daalknop (64) of de doorlusstekker aansluiten. Houd de daalknop min. 4 sec. ingedrukt om de goederenlift naar beneden te sturen.
Afb.5-5 Daal-knop
De sluitboomstekker en de daalknopstekker verschillen alleen van kleur. Foutief aansluiten leidt tot kortsluiting in de besturing!
HEK GL-500-BN • 6295-050
5-3
BEDIENINGSORGANEN
5.9 2,5 meter stop Als de grondkooi niet gemonteerd is, moet een ander besturingsprogramma worden geladen. Dit programma is voorzien van een voorgeprogrammeerde afstand van 2,5 m boven de 0-positie. De goederenlift kan hierna alleen met de etageselectietoets ‘0’ op de grondkast (A) naar de 0-positie worden gebracht (‘dodemansbediening’ ).
A
Afb. 5-6 Etageselectietoetsen
5.10 Noodstop in grondkooi Bij werkzaamheden in de grondkooi altijd de noodstop (B) indrukken.
B
Afb. 5-7 Noodstop in grondkooi
5-4
HEK GL-500-BN • 6295-050
OPBOUWEN EN VERANKEREN 6.
LIFT OPBOUWEN EN MAST VERANKEREN
Lift monteren
6.1 Voorbereiding voor montage
Indien montagewerkzaamheden aan de lift moeten worden onderbroken, dient dat zo te gebeuren, dat bij het hervatten van het werk duidelijk is, hoever men voor de onderbreking was gekomen. Maak daarom bepaalde delen van de montage geheel af, bijv. alle toebehoren van een verbinding aanbrengen, aantrekken of borgen, een onderstopping geheel afmaken of een verankering geheel aanbrengen, voordat de montage onderbroken wordt. Bij de montage van de mast mogen zich hoogstens 2 personen op het laadplateau bevinden, waarbij niet meer dan 75% van het hefvermogen gebruikt mag worden. De montage dient steeds afgesloten te worden met een proefdraaien, bestuurd vanaf de grond. Zolang dit proefdraaien nog niet heeft plaatsgevonden mag de lift niet voor ander transport dan van de eigen mastelementen gebruikt worden. Het beladen van de lift dient zo gepland te worden, dat als in de opbouwsituatie de maximale ankerafstand is bereikt, de belading van het platform met materiaal minimaal is.
Zorg dat het terrein waar de lift wordt opgebouwd voldoet aan de nationaal geldende veiligheidseisen en dat u toestemming heeft van de autoriteiten op de lift op te bouwen. 1. Zorg dat er een geschikte stroomvoorziening, goede verlichting, hijsapparatuur en gereedschap aanwezig is. 2. Zorg dat de opbouwplaats goed te bereiken is voor de vrachtwagen die de lift komt brengen. 3. Zorg voor een goede afwatering op de plaats waar de lift geplaatst gaat worden. 4. Plan de lokatie van de lift bij het gebouw zo, dat de mast met standaard materiaal verankerd kan worden. 5. De bouwaansluiting voor de elektrische voeding moet zo dicht mogelijk bij de lift geplaatst worden om spanningsverlies te vermijden.
HEK GL-500-BN • 6295-050
6-1
OPBOUWEN EN VERANKEREN 6.2 Montage 1. Plaats de machine op de gewenste plaats. Let op de afstand tussen de steiger en/of het bouwwerk en de baan van het laadplateau (400 mm). De bodemdruk mag maximaal 200 kN/ m² bedragen. Het onderstoppingshout moet een belasting van 2000 kN/m² kunnen dragen. 2. Stel de machine waterpas d.m.v. de spindels (A). Controleer dit door een waterpas met een lengte van minimaal 1 meter tegen de mast te houden. (in twee richtingen!) 3. Onderstop het grondframe, eerst onder de mast, daarna onder de vier hoeken . De onderstopping dient niet alleen voor de aanpassing aan de niveauverschillen van het terrein, maar ook voor de verdeling van de totale belasting op de bodem. De onderstopping dient dan ook aan de aard en de toestand van de ondergrond te worden aangepast.
A
A
A
A
Afb. 6-1 Spindels aan grondframe
4. Draai de spindels (A) vrij van de grond.
6-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
OPBOUWEN EN VERANKEREN
5. Controleer, of de schaats ONDER gemonteerd is. Deze schaats kan op de gewenste hoogte ingesteld worden, door de steigerkoppeling te verplaatsen op de mast, of de schaats zelf te verplaatsen.
A
6. Sluit de lift aan op de bouwstroom.
Afb. 6-2 Schaats onder
7. Haal het laadplateau uit de buffers. Draai de sleutelschakelaar (D) rechtsom en druk de ‘reset’ knop (C) totdat de nood-onder schakelaar (E) vrij is.
C
E
D
Afb. 6-3 Plateaukast en nood-onder schakelaar
8. Verwijder de doorlusstekker (A) uit de plateaukast en breng de opbouwbediening (B) aan.
Als later de stekker van de plateaukast weer verwijderd wordt, moet de doorlusstekker (A) meteen weer geplaatst worden.
A
B Afb. 6-4 Opbouwbediening aansluiten op plateaukast
HEK GL-500-BN • 6295-050
6-3
OPBOUWEN EN VERANKEREN
8.
Zet een aantal mastelementen op het laadplateau, zorg ervoor dat er voldoende werkruimte is.
9.
Laat het laadplateau d.m.v. de opbouwbediening zodanig omhoog gaan, dat de kiepbok (32) iets boven het bovenste mastelement uitkomt.
Afb. 6-5 Mastelement monteren
10. Het laadplateau mag tijdens het opbouwen van de mast niet te hoog gebracht worden. De naderingsschakelaar moet altijd voor de mast blijven. Detecteert de naderingsschakelaar geen mastkoker meer, dan wordt de opwaartse beweging gestopt. De lift kan nu alleen nog omlaag.
Afb. 6-6 Naderingsschakelaar
11. Als de loopwagen de juiste hoogte bereikt heeft, kan er een mastelement op de kiepbok gelegd worden. Kantel het mastelement op het voorgaande element en bevestig het met 4 verzinkte bouten M14 x 90 (materiaal 8.8; aanhaalmoment 90 Nm). Herhaal deze procedure met elk volgend mastelement. Afb. 6-7 Mastbouten
6-4
HEK GL-500-BN • 6295-050
OPBOUWEN EN VERANKEREN
12.
Na de montage van de eerste 2 mastelementen moet het eerste anker worden gemonteerd. Controleer nogmaals met een waterpas of de mast zuiver verticaal (in twee richtingen!) staat. Boor (indien van toepassing) de gaten voor de twee muurankers.
13.
Monteer de mastadapter (26a).
14. De lift kan aan de gevel of aan de steiger verankerd worden.
Afb. 6-8 Mastadapter
Gebruik alleen boutkoppelingen. Verankering aan de gevel: Let op dat de gevel de optredende krachten kan opnemen; zie paragraaf 1.2. - Monteer de ankerplaten met de ankerbouten (26b). - Monteer de ankerbuizen (26d) met de boutkoppelingen aan de mastadapter. Montage aan de steiger: Let op dat de steiger de optredende krachten kan opnemen; zie paragraaf 1.3. - Monteer de ankerbuizen met boutkoppelingen aan de mastadapter en de steiger. Verdere verankeringen moeten om de 6 meter worden geplaatst.
Afb. 6-9 Mastverankering
26a 26b 26c 26d 26e
Mastadapter Muurplaat + muuranker Ankerkoppeling Steigerbuis Draaibare koppeling
De machinekabel mag niet aan de verankeringszijde lopen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
6-5
OPBOUWEN EN VERANKEREN
Plaatsingmogelijkheden van lage etagepoorten (< 2 m) Bij de toepassingen van etagesluitbomen zijn er 2 plaatsingsmogelijkheden en conform de EN12158-1 dienen daarbij de volgende afmetingen in acht te worden genomen. Plaatsing d.m.v. een bordes (A) Aan de etage is een uitbouw gemonteerd. - De afstand tussen bovenkant etagepoort aan gebouwzijde en een willekeurig bewegend deel van de lift moet minimaal 0,5 m bedragen. - Voor de overige maatgrenzen, zie situatie A. Plaatsing d.m.v. een nis op de etage (B) Aan de etage is geen uitbouw gemonteerd. - De afstand tussen de bovenkant van de etagepoort aan gebouwzijde en elk willekeurig bewegend deel van de lift moet minimaal 0,5 m bedragen. - De schoprand mag in dit geval op het einde van de etagevloer staan en moet minimaal 100 mm hoog zijn. - Voor de overige maatgrenzen, zie situatie B.
A B C D E G H
-
etagepoort zijafscherming etagevloer uitstapklep platform veiligheidsafstand lift / etage opleg Afb. 6-10 Plaatsingsmogelijkheden lage etagepoorten
6-6
HEK GL-500-BN • 6295-050
OPBOUWEN EN VERANKEREN
15.
Bevestig de kabelgeleider (27) met de draaikoppeling aan de mast. De eerste op 3 meter. Verdere kabelgeleiders moeten op elke 6 meter worden aangebracht.
Afb. 6-11 Kabelgeleider
A
16. Als de gewenste masthoogte bereikt is, moet de eindschaats (A) worden gemonteerd. De eindschaats is los meegeleverd in de kabelton en is rood gelakt.
17. Maak een proefrit en controleer:
Afb. 6-12 Eindschaats
-
de verankeringen; de mastverbindingen; de werking van de eindschakelaars; de noodeindschakelaar (boven en onder); - de werking van de besturingskast; - de machinekabel en de kabelgeleiders; - het lopen van de machinekabel door de kabelgeleiders en in de kabelton.
18. Smeer de tandheugel.
HEK GL-500-BN • 6295-050
6-7
OPBOUWEN EN VERANKEREN
19. Trek de stekker van de opbouwbediening uit de plateaukastconnector. Plaats de doorlusstekker. 20. Monteer de mastafscherming en zet deze vast met de boutverbinding. 21. Breng op iedere etage een etage sluitboom aan. Controleer de werking van de mechanische sluitboombeveiliging. Afb. 6-13 Plateaukast connector
22. Verbind alle etagesluitbomen elektrisch met elkaar. 23. Sluit de stekker van de laagste etage aan op de grondkast (zie hoofdstuk 5 voor gedetailleerde informatie). 24. Programmeer de etages, zie paragraaf 7.1.
2
1
6-8
HEK GL-500-BN • 6295-050
BEDIENING 7.
BEDIENING Begin iedere dag met een proefrit. Transport van personen met de goederenlift is ten strengste verboden! Zet bij het stilleggen van het werk of het verlaten van de bouwplaats de lift in de onderste positie. Sluit de hoofdschakelaar af met een hangslot. De lading mag ongeacht de afmetingen niet over de rand van het platform hangen. Verrolbare lading moet worden vastgelegd. De lading mag niet tegen het hekwerk worden afgesteund. Het is verboden om zich onder het laadplateau te bevinden. Ter beveiliging moet op elke etage hoger dan 2 meter de toegang tot de lift worden afgesloten om het naar beneden vallen van personen te voorkomen. De etage toegangen moeten met sluitbomen worden afgesloten. Het gebruik van de lift zonder sluitbomen is niet toegestaan.
Bij werkzaamheden in de grondkooi altijd de noodschakelaar in de grondkooi indrukken.
HEK GL-500-BN • 6295-050
7-1
BEDIENING
1. Voordat de lift wordt bediend, moet de lift visueel op de volgende punten worden geïnspecteerd: - ankers en kabelgeleidingen - borgingen - verbindingen tussen de mastelementen - eventueel losse onderdelen - onderstoppingen en de kwaliteit van de ondergrond - elektrische aansluitingen - veiligheidsaspecten.
C
2. Verwijder het hangslot van de hoofdschakelaar (fig. 7-1, A) en zet deze op stand I of stand II afhankelijk van de fasevolgorde van de bouwstroom. 3. Zorg ervoor dat het veiligheidscircuit van het grondstation gesloten is (fig. 71, D) (noodstop op deur en in kooi, grondkooideuren en sluitbomen op etages). 4. Controleer, of de NOODSTOP-knop (fig. 7-1,B) op de grondkast uitgeschakeld is. 5. De lift kan bediend worden door een geprogrammeerde etage te selekteren. (fig. 7-1,C). Een foutief gekozen etage kan worden gecorrigeerd door eerst op de STOP-knop (fig. 7-1, E) te drukken en daarna op de juiste etageknop. De ‘OP’ en ‘NEER’ knoppen (fig. 7-1,F) kunnen alleen tijdens het programmeren bediend worden. 4. Zorg ervoor dat het veiligheidscircuit (SAFE, fig. 7-2, G) van de loopwagen gesloten is (o.a. poortschakelaar, noodstop op plateaukast fig. 7-2, H).
7-2
E D
F A
B
Afb. 7-1 Grondkast
G A I H Afb. 7-2 Plateaukast
HEK GL-500-BN • 6295-050
BEDIENING
7.1
Programmeren van etagestops
Stel de etagestops in met een onbelaste lift. Zorg ervoor dat het veiligheidscircuit gesloten is.
E
7.1.1 Etagestops instellen m.b.v. de inleerbediening op de grondkast Etagestops instellen bij ingebruikname 1. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar (A) in de stand 1. 2. Druk de ‘NEER’ (D) knop in om de lift in de laagste stand (0-stand) te zetten. 3. Druk de ‘WISSEN’ knop (B) minimaal 3 seconden in, om (eventueel aanwezige) oude posities uit het geheugen te verwijderen. 4. Positioneer met de ‘OP’ (C) en ‘NEER’ (D) knoppen de lift voor de eerste etage. Alleen etage 1 kan onder de 2,5 m ingesteld worden. 5. Druk de gewenste etageknop (E) 3 seconden in, om de actuele positie vast te leggen. 6. Herhaal stap 4 en 5 voor het vastleggen van de overige opeenvolgende etages. Zorg ervoor dat iedere volgende etage gelijk of hoger ligt dan de laatst ingestelde etage. 7. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar (A) in de stand 0 en verwijder de sleutel.
A BCD Afb. 7-3 Programmeren van etagestops
Etagestops corrigeren of toevoegen 1. 2.
3.
4.
Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar in de stand 1. Positioneer met de ‘OP’ en ‘NEER’ knoppen de lift voor de gewenste etage. Zorg ervoor dat een nieuwe etagestop gelijk of hoger ligt dan de laatst ingestelde. Druk de gewenste etageknop 3 seconden in, om een etagestop toe te voegen of te corrigeren. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar in de stand 0 en verwijder de sleutel.
HEK GL-500-BN • 6295-050
7-3
BEDIENING
7.1.2 Etagestops instellen met behulp van de losse inleerbediening (optie) aangesloten op de plateaukast Etagestops instellen bij ingebruikname 1. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar (A) in de stand 1. 2. Druk de ‘NEER’ (D) knop in om de lift in de laagste stand (0-stand) te zetten. 3. Druk de ‘WISSEN’ knop (B) minimaal 3 seconden in, om (eventueel aanwezige) oude posities uit het geheugen te verwijderen. 4. Sluit de opbouwbediening (C) op de plateaukast (D). 5. Sluit de inleerbediening (E) aan op de plateaukast (F) 6. Positioneer met de ‘OP’ en ‘NEER’ knoppen van de opbouwbediening (C) de lift voor de eerste etage. Alleen etage 1 kan onder de 2,5 m ingesteld worden. 7. Selekteer de gewenste etage (G) op de inleerbediening. (A=10, B=11, C=12, D=13, E=14, F=15) 8. Houd de groene knop (H) 3 seconden ingedrukt, om de actuele positie vast te leggen. 9. Herhaal stap 6 t/m 8 voor het vastleggen van de overige opeenvolgende etages. Zorg ervoor dat iedere volgende etage gelijk of hoger ligt dan de laatst ingestelde etage. 10. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar (A) in de stand 0 en verwijder de sleutel.
A B Afb. 7-4 Wissen etagestops
E H G
F Afb. 7-5 Losse inleerbediening, opbouwbediening
Etagestops corrigeren of toevoegen 1. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar (A) in de stand 1. 2. Positioneer met de ‘OP’ en ‘NEER’ knoppen van de opbouwbediening (C) de lift voor de gewenste etage. Zorg ervoor dat een nieuwe etagestop gelijk of hoger ligt dan de laatst ingestelde. 3. Selekteer de gewenste etage (G) op de inleerbediening. (A=10, B=11, C=12, D=13, E=14, F=15)
4.
5.
7-4
C
D
Houd de groene knop (H) 3 seconden ingedrukt, om de actuele positie vast te leggen. Draai de ‘TEACH-IN’ sleutelschakelaar in de stand 0 en verwijder de sleutel.
HEK GL-500-BN • 6295-050
BEDIENING
7.2
Nooddaling (alleen voor montagepersoneel)
Bij een noodsituatie, bv. stroomuitval kan de lift altijd naar beneden worden verplaatst.
A
- Bedien de remlichter op de motor. Let erop dat de snelheid niet hoger wordt dan de normale daalsnelheid daar anders de valrem inkomt. Afb. 7-6 Bediening remlichter
Na een afdaling van maximaal 5 meter moet er minimaal 2 minuten worden gestopt om de remmen af te laten koelen.
7.3
Loopwagen uit de buffers halen
Indien, na bijvoorbeeld een nooddaling, de loopwagen tot op de buffers zakt, wordt de NOOD-eindschakelaar bediend. Verdere bediening van de lift is hierna onmogelijk. - Breng de loopwagen omhoog met de RESET sleutelschakelaar (C) en de RESET OP knop (B) op de plateaukast. - Draai de sleutelschakelaar RESET (C) rechtsom en druk tegelijkertijd op de RESET OP (B) knop om de loopwagen uit de buffers te sturen.
B
A
C
Afb. 7-7 Loopwagen uit de buffers halen
HEK GL-500-BN • 6295-050
7-5
BEDIENING
BLANCO
7-6
HEK GL-500-BN • 6295-050
DEMONTAGE EN TRANSPORT 8.
LIFT DEMONTEREN EN GEREED MAKEN VOOR TRANSPORT Zorg ervoor dat de maximale belasting tijdens de demontage niet wordt overschreden.
1. Demonteer de etagesluitbomen. 2. Verwijder de doorlusstekker (A) uit de plateaukast en breng de opbouwbediening (B) aan.
A
B Afb. 8-1 Opbouwbediening aansluiten op plateaukast
3. Demonteer de mastafscherming.
4. Demonteer de kabelgeleiders. 5. Verwijder de mastelementen één voor één. Breng de gedemonteerde mastelementen naar beneden voordat het bovenste anker verwijderd wordt.
Afb. 8-2 Mastafscherming demonteren
6. Herhaal deze procedure totdat de lift in de onderste stand staat en de gehele mast is gedemonteerd. 7. Draai de spindels uit, verwijder de onderstopping, en draai de spindels weer in. 8. Voor het verder gereedmaken voor transport, zie paragraaf 4.2.
HEK GL-500-BN • 6295-050
8-1
DEMONTAGE EN TRANSPORT
BLANCO
8-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
ONDERHOUD 9.
ONDERHOUD
9.1
Algemeen
9.4 Jaarlijks onderhoud
Door de eenvoudige en robuuste constructie van de machine kan het onderhoud tot een minimum worden beperkt. Het verantwoord omgaan met de machine, een regelmatige controle op het goed functioneren en het regelmatig reinigen, bevordert de levensduur en beperkt het onderhoud. 9.2
- Test de werking van het valremmechanisme bij een leeg laadplateau. - Beschadigd zink- en lakwerk bijwerken. - Mastbouten controleren op corrosie en op vastzitten (aanhaalmoment 90 Nm).
9.5 3-jaarlijks onderhoud Ververs de olie van de reductorkast volgens punt 9.7.
Wekelijks onderhoud
- Smeer het tandwiel en de tandheugel met speciaal "HEK- tandheugelvet". Let op grove vervuiling door zand of gruis; in dat geval heugel en rondsel schoonmaken. - Controleer: - de bevestiging van de verankeringen; - de mastverbindingen; - de machinekabel; - de kabelgeleiders; - de noodschakelaars. 9.3
Maandelijks onderhoud
Controleer: - de geleiderollen; - visueel de borgingen en lagers; - of alle mastbouten vastzitten; - de bevestigingsbouten van de tandheugel; - de werking van alle eindschakelaars, vooral de noodeindschakelaars boven en de eindschakelaar aan de motorbevestigingsplaat; - de bevestiging van de (muur)ankers; - de luchtspeet van de motorrem (paragraaf 9.8). HEK GL-500-BN • 6295-050
9-1
ONDERHOUD
9.6 Opslag van de lift
9.7 Olie reductorkast verversen
- Inspecteer de machine in zijn geheel. - Controleer alle belangrijke delen van de machine. Vervang zonodig de delen die beschadigd zijn. - Smeer de tandheugel en de tandwielen en de spindels van het grondframe. - Inspecteer de mastelementen (met de tandheugels) en controleer of de losneembare verbindingen in orde zijn. - Controleer de onderste mastbouten op corrosie en vervang ze, indien nodig. - Dek de basismachine af met een zeil; bedek in ieder geval de schakelkasten en de eindschakelaars. - Indien voorzien van een grondkooi, (zie omslag) mag de lift 3 hoog gestapeld worden. In dit geval de onderste lift onderstoppen.
Olie aftappen - Zet de machine rechtop op een vlakke horizontale vloer. - Plaats een olie-opvangbak onder de aftapplug. - Verwijder de aftapplug en laat alle olie aflopen. - Lever de afgewerkte olie in bij een Garage of afvalverwerkingsbedrijf.
Let hierbij op dat • de verstevigingsbalk boven de grondkooideuren emonteerd is, of • de schuifsluiting op de grondkooideuren gesloten is. Het plateau moet op de buffers rusten. Zie paragraaf 4.2.
Olie vullen na aftappen - Monteer de aftapplug met een nieuwe pakkingring of met vloeibare pakking (naar uitvoering). - Verwijder de vulplug en de niveauplug. - Vul de reductorkast door de vulopening met olie, tot er olie door de niveauopening overloopt. - Monteer de niveauplug en de vulplug met een nieuwe pakkingring of met vloeibare pakking (naar uitvoering). Oliepeil reductorkast controleren - Zet de machine rechtop op een vlakke horizontale vloer. - Verwijder de niveauplug. - Controleer of het oliepeil tot aan de rand van de niveau-opening staat. - Vul zonodig olie bij. Aanbevolen olie voor de reductorkast: - SHELL OMALA 770 - ESSO SPARTAN 460 - TOTAL AZOLA 190
9-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
ONDERHOUD
9.8
Motorrem controleren / afstellen Het frictiemateriaal van de motorrem moet absoluut vetvrij blijven. Pak het frictiemateriaal daarom altijd aan de buitenkant vast.
Controle Om de conditie van de rem te controleren moet men elke drie maanden de breedte van luchtspleet "X" en de dikte van het frictiemateriaal op de rotor "Y" opmeten. Luchtspleet "X" wordt door de fabrikant ingesteld op 0,3 mm en mag beslist niet groter worden dan 0,75 mm. De totale dikte van de rotor "Y" (incl. frictiemateriaal) moet minimaal 6 mm zijn.
Afb. 9-1 Controlematen motorrem
HEK GL-500-BN • 6295-050
9-3
ONDERHOUD
Afstelling 1. Schakel de lift uit m.b.v. de hoofdschakelaar en vergrendel deze met een hangslot. 2. Verwijder de remlichter m.b.v. een steeksleutel (10 mm). 3. Verwijder de ventilatorkap van de motor. 4. Verwijder de rubber stofring en meet met behulp van een schuifmaat de dikte van de rotor "Y". Vervang de rotor als de dikte kleiner of gelijk is aan 6 mm. 5. Meet met een voelermaat de breedte van de luchtspleet "X" nabij de drie holle stelbouten. Wanneer de breedte van de luchtspleet (X) >0,3 mm is, dan deze opnieuw afstellen; a. Draai de drie inbusbouten (a) los. b. Draai met een steeksleutel de drie holle stelbouten (b) verder in de stator. Draai ze alle drie even ver in. c. Draai de drie inbusbouten (a) in totdat de voelermaat in de luchtspleet (X) bij iedere holle stelbout juist klemt. d. Draai de drie holle stelbouten uit de stator en zet ze handvast terug. e. Meet onieuw de luchtspleet (X), en herhaal handeling a t/m d totdat de juiste maat (X) bereikt is. f. Haal de drie inbusbouten (a) aan met 10 Nm. 6. Monteer de rubber stofring, de ventilatorkap en de remlichter. 7. Controleer de werking van de rem.
9-4
b
a
Afb. 9-2 Motorrem
Neem voor het bestellen van een metalen rotor en andere onderdelen voor de motorrem contact op met HEK Manufacturing B.V. te Middelbeers.
HEK GL-500-BN • 6295-050
ONDERHOUD
9.9
Valtest Tijdens de valtest mag niemand zich op of onder het platform bevinden
Test de valrem als volgt: 1.
Sluit de valtestbediening (B, zonder sleutel) aan op de plateaukast (A).
B
A Afb. 9-3 Aansluitpunt plateaukast
2.
Breng de lift met de “OP” toets (1) tot een hoogte van ca. 3 meter.
3.
Steek de sleutel in de sleutelschakelaar (4) en draai deze rechtsom.
4.
Druk op de rode valtestknop (5). De motorrem wordt nu gelicht en de lift komt met een te hoge snelheid naar beneden. Na 40-90 cm dient de valrem in te grijpen.
1 2
5.
6.
Als de valrem niet ingrijpt, de valtestknop (5) direct loslaten! In dit geval direct contact opnemen met de technische dienst.
3 4 5 Afb. 9-4 Valtestbediening, functies
Stel de valrem terug, zie paragraaf 9.10.
Afb. 9-5 Valtestbediening
HEK GL-500-BN • 6295-050
9-5
ONDERHOUD
9.10 Valrem terugstellen in uitgangspositie Stel eerst de oorzaak vast en verhelp de storing voordat de valrem wordt teruggesteld! 1. Klim op het laadplateau en sluit de valtestbediening (B) aan. Trek eerst de doorverbindingstekker (A) uit de plateaukast en steek de stekker van de handbediening (B) in de plateaukast. 2. Bedien de OP-knop tot het laadplateau 1 m hoger staat. Het centrifugaalgewicht (37d) in de valrem gaat dan weer terug naar zijn uitgangspositie. 3. Draai de oogmoer (C) van de valrem los en draai de schijf (D) zodanig, dat de eindschakelaar van de valrem (E) weer in de uitsparing valt. Hierdoor wordt de het veiligheidscircuit weer gesloten (te bereiken door het gat in de vaste wand van het laadplateau).
B
A Afb. 9-6 Aansluitpunt plateaukast
D C E
4. Draai de oogmoer (C) weer aan. 5. Druk op de NEER-knop, tot het laadplateau door de eindschakelaar ONDER gestopt wordt.
Afb. 9-7 Valremschakelaar
6. Neem de stekker van de valtestbediening uit de plateaukast en steek de doorverbindingsstekker weer in de plateaukast. De lift is weer gereed voor normaal gebruik.
Afb. 9-8 Vlieggewicht valrem
9-6
HEK GL-500-BN • 6295-050
STORINGZOEKEN 10.
STORINGZOEKEN
10.1 Algemeen Alle elektrische componenten met in een nummeraanduiding kleiner dan 100 bevinden zich op of rond de mast of grondkast. Alle elektrische componenten met een nummeraanduiding groter dan 200 bevinden zich op de loopwagen of het plateau. Alle in de grondkast gegenereerde informatie wordt met een 2-kanaals zender/ontvanger via de 0-draad en de aarde draad in de machinekabel naar de plateaukast (= liftbesturing) gestuurd. De 0-draad mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Het is daarom zéér belangrijk dat de machinekabel juist aangesloten wordt. Netspanning op de 0-draad vernielt de zender resp. de ontvanger direct.
10.2 Controle van de liftbesturing Het relais K204 verzamelt alle voorwaarden, nodig om de lift veilig te kunnen gebruiken. Relais K204 is ingeschakeld als: - de thermische zekeringen ingeschakeld zijn; - de fasevolgorde van de netspanning correct is; - de drukknoppen van de NOODSTOP ontgrendeld zijn; - de laadkleppen en -deuren gesloten zijn; - de NOOD-eindschakelaars BOVEN en ONDER niet zijn geactiveerd; - de eindschakelaar van de valrem niet is geactiveerd. Alle schakelaars en contacten van de bovengenoemde veiligheden worden seriegeschakeld en in de stuurstroomkring van relais K204 geïntegreerd. Deze schakelaars en contacten, die tussen de transformator van 42 Volt en de spoel van dit relais wordt aangesloten, vormen de zogenaamde "veiligheidsleiding". Relais K202 schakelt de motor in opwaartse richting in. Dit Relais kan alleen dan ingeschakeld worden als: - relais K204 is ingeschakeld - de eindschakelaar S8 (BOVEN) niet wordt bediend; - de naderingsschakelaar een mast detecteert; - het relais K203 (ONDER) niet is ingeschakeld. Relais K203 schakelt de motor in neerwaartse richting in. Dit relais kan alleen dan ingeschakeld worden als: - relais K204 is ingeschakeld; - de eindschakelaar S5 niet wordt bediend; - het relais K202 (BOVEN) niet is ingeschakeld.
HEK GL-500-BN • 6295-050
10-1
STORINGZOEKEN
10.3 Storingstabel Storing
O orzaak
Actie / rem edie
Valrem grijpt in zonder aanleiding
Treedt op door een com binatie van een dalende beweging, trilling en belading
•
Verm inder de belading.
•
Spoor de trillingsoorzaak op en probeer deze weg te nem en.
Triggersnelheid valrem te laag afgesteld.
•
Triggersnelheid door een deskundige laten corrigeren.
Tijdens nooddaling is snelheid te hoog opgelopen. Platform te zwaar beladen.
• •
Voedingsspanning te laag.
•
Tijdens nooddaling gedoseerd rem m en en regelm atig rem m en laten koelen. G ewicht wegnem en en overbelasting opnieuw afstellen / controleren. Bouwspanning te laag. R aadpleeg bouwplaatsbeheerder. Te lange en/of te dunne voedingskabels gebruikt. Kabels vervangen en/of aanpassen. Slechte stekkerverbindingen. Stekkers vervangen. Er ontbreekt een fase. C ontroleer de bouwstroom . C ontroleer elektrische schakeling rem .
Machine loopt niet aan
• • •
Machine is overbelast terwijl er niet teveel gewicht op ligt
Machine trilt hevig.
Machine loopt voortdurend in nood-onder R em verbrand
R em weg is te lang
R em m en worden niet (voldoende) gelicht. O njuiste afstelling overbelastingsschakelaar. Belasting niet gelijkm atig verdeeld over platform oppervlak. D oor rem m en of vertragen is m achine kortstondig overbelast geweest. R ondsel / heugel versleten resp. beschadigd. Tegenlooprollen versleten / beschadigd. Looprollen versleten of beschadigd.
O nderafslag verkeerd ingesteld.
• • • • • • • • •
Tijdens nooddaling de rem m en niet voldoende laten afkoelen.
•
Machine intensiever gebruikt dan tijdens ontwerp aangenom en. R em versleten.
• • • •
G een voedingsspanning
PLC werkt niet
Zekeringen in de bouwaansluiting defect. Kabel beschadigd.
•
Therm isch relais grondkast uitgeschakeld F101. H oofdschakelaar uitgeschakeld Softwareprobleem .
•
PLC -storing
•
•
• •
Laatdeskundige overbelasting opnieuw afstellen. Verdeel de belasting zodanig dat deze gelijkm atig verdeeld is over het hele platform . Schakel m achine even uit en weer aan controleer of de storing nog aanwezig is. C ontroleer onderdelen en vervangen deze indien nodig. C ontroleer onderdelen en vervang deze indien nodig. C ontroleer onderdelen en vervang deze indien nodig. Zie 'R em weg is te lang'. O nderafslag hoger afstellen. R em m en controleren / herstellen. R em m en tijdens nooddaling tussentijds regelm atig laten afkoelen. Aangenom en bedrijfscyclus S3-40% . Schijfdikte controleren en evt. door deskundige laten vervangen. Luchtspleet controleren en indien nodig bijstellen. Veerdruk verlopen. D ient door deskundige op fabriekswaarde te worden afgesteld. C ontroleer zekeringen en evt. vervangen. C ontroleer kabel en vernieuw of repareer deze. H erstel relais in grondkast (indien gem onteerd). Schakel hoofdschakelaar in. Schakel m achine kortstondig uit m et hoofdschakelaar en probeer daarna opnieuw. R aadpleeg een deskundige.
Waarschuw de technische dienst van de importeur resp. de HEK-vestiging in alle gevallen die niet in het bovenstaande storingstabel zijn opgenomen.
10-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
MACHINE AFVOEREN 11.
MACHINE MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN
Algemeen Na een aantal trouwe dienstjaren wordt onherroepelijk de levensduur van elke lift overschreden. De lift moet dan zo milieuvriendelijk mogelijk worden afgevoerd. De mogelijkheden die dan openstaan zijn o.a.: - Inruilen bij aanschaffing van een nieuwe lift; - Inleveren bij een recycling bedrijf; - Machine slopen. Lift afdanken - Tap de olie uit de reductor af en lever deze in bij een bevoegde instantie. - Demonteer de nog bruikbare delen. - Lever de niet meer te gebruiken delen (resten) in bij een afvalverwerkingsbedrijf.
HEK GL-500-BN • 6295-050
11-1
MACHINE AFVOEREN
BLANCO
11-2
HEK GL-500-BN • 6295-050
TREFWOORDENLIJST 12.
TREFWOORDENLIJST
2,5 meter stop
2-5, 5-4
A
Jaarlijkse beproeving
Aansluitpunten grondkast Aansluitpunten plateaukast Afstellen motorrem Algemene gegevens Ankerkrachten Ankerplaat
5-1 5-2 2-4 1-1 1-2 2-3, 2-4
B Bediening Bediening tijdens (de)monteren Besturingssysteem Betekenis gebruikte symbolen Bodemdruk Buffers
2-5, 7-1, 7-3 2-7 2-1 VI 6-2 4-2, 7-5
C Componentenbeschrijving Controle liftbesturing Controlelijst bouwliften
2-1 10-1 5
D Daal knop Daalknop connector Doorlusstekker
5-3 5-1 6-8
E EG verklaring van overeenstemming Eindschaats Eindschakelaar Etage programmeer toetsen Etage sluitboom Etage toetsen
1 2-6, 6-7 2-6, 10-1 5-1 5-3 5-1
G Grondframe Grondkast Grondkooi Grondkooideuren
2-2 2-5, 5-1 2-2, 3-1, 3-2, 9-2 4-1, 4-2
H Handbediening Handlichter Hijspunt lift Hoofdschakelaar
5-2 2-4 4-1 5-1
I Inhoudsopgave
J 2
K Kabelgeleider
6-7
L Lift afdanken Lift demonteren Lift gereedmaken voor transport Loopwagen Luchtspleet
11-1 8-1 4-2 2-2 2-3
M Machinekabel Magneetdeel Mastadapter Mastafscherming Mastanker Montage Montage aan de steiger Motorplaat Motorrem Motorrem controleren / afstellen
10-1 2-3 6-5 6-8, 8-1 2-5 6-2 6-5 2-7 2-3 9-3
N Naderingsschakelaar Nooddaling Noodeindschakelaar Noodschakelaar
2-7 7-5 2-6 5-1, 5-4
O Olie verversen Onderhoud Opbouwbediening Opslag Overbelasting
9-2 9-1 2-7, 6-3 9-2 2-6, 2-7
P Plateau Plateaukast Programmeren etage stops
2-2 2-5, 5-2 2-5
R Relais Remspoel Remvoering
10-1 2-4 2-3
S IV
Schaats ONDER Schakelcomponenten op loopwagen
HEK GL-500-BN • 6295-050
6-3 5-2
12-1
TREFWOORDENLIJST
Stempelplaat Storingen Storingstabel
7 10-1 10-2
T Technische gegevens Transport van en naar het bouwterrein
1-1 4-1
V Valrem 2-2, 2-8, 5-2 Valrem terugstellen 9-6 Valremmechanisme 5-3 Valtest 9-5 Valtestbediening 2-8, 5-2 Veiligheid algemeen 3-1 Veiligheid na gebruik 3-2 Veiligheid tijdens gebruik 3-1 Veiligheid voor gebruik 3-1 Veiligheidscircuit 2-5, 2-6, 2-7, 2-8, 5-1 Verankering aan de gevel 6-5 Verankering aan de muur 1-2 Verankering aan de steiger 1-2 Verstevigingsbalk grondkooideuren 4-1 Voorbereiding montage 6-1 Voorwoord III
W Werking van de valrem
12-2
2-8
HEK GL-500-BN • 6295-050
BIJLAGE BIJLAGE A
EG verklaring van overeenstemming EG verklaring van overeenstemming voor machines (overeenkomstig Annex IIa van de machinerichtlijn 89/392/EG)
Wij,
HEK MANUFACTURING B.V. Westelbeersedijk 18 5091 SM Middelbeers Nederland
verklaren hiermee dat onderstaande machine, door ons in omloop gebracht, op grond van zijn ontwerp en konstruktie, voldoet aan de veiligheids- en gezondheidseisen zoals gesteld in de EG machinerichtlijn. Door het wijzigen van de machine, zonder onze goedkeuring, vervalt de geldigheid van deze verklaring. Omschrijving:
Goederenlift
Machine type:
HEK GL-500-BN Voldoet aan de normen:
EG Machinerichtlijn 89/392/EG met aanvulling 91/368/EG en 93/44/EG
Voldoet aan de geharmoniseerde Europese normen:
o.a. EN 292-1; EN 292-2; EN 60 204-1
Voldoet aan de nationale normen en veiligheidsvoorschriften:
o.a. NEN1080, VBG 35
Gedaan te:
Middelbeers, Nederland, 1 November 1999
Door:
E.M.A. van Hek Directievoorzitter HEK INTERNATIONAL BV
HEK GL-500-BN • 6295-050 EG conformiteitsverklaring - kopie
1
BIJLAGE BIJLAGE B Jaarlijkse beproeving voor bouwliften type 1/type 2 In overeenstemming met NEN 1080, EN12158-1 en de Machinerichtlijn. Uit te voeren door deskundige(n), zoals: - eigen technische dienst - fabrikant/leverancier - onafhankelijke instanties Dit formulier opbergen in het technisch dossier Fabrikaat :................................... Type :................................... Fabrieks-/serienummer :................................... Bouwjaar :................................... Nominale last :................................... Lengte platform :................................... Breedte platform :................................... Aandrijving wagen :................................... - omkeerbare lier : ja/nee - cilinder(s) en plunjer(s) : ja/nee - rondsel/tandheugel : ja/nee Eigenaar Gevestigd te Beproefd
:................................... :................................... :...................................
jaar
- op
maand
dag
Slechts indien er geen aantekening in kolom 4 op de met V gemerkte punten, dient jaar, maand en dag als nummer op de stempelplaat op de onderwagen/chassis te worden ingeslagen.
- te - door Toelichting bij de kolommen en tekens op de vervolgbladen.
kolom 1: kolom 2: kolom 3: kolom 4: kolom 5:
2
V= X= X= X=
specifiek veiligheidspunt geen aanmerking extra aandacht versleten - defect - niet aanwezig - afstelling onjuist wanneer de gelegenheid zich voordoet hierin voorzien. X = voorziening noodzakelijk i.v.m. de veiligheid en de in Nederland geldende voorschriften. X = niet van toepassing
HEK GL-500-BN • 6295-050
BIJLAGE
1
2
3
4
1
5
Fabrieksnummer 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Algemeen instructieboek elektrisch schema hydraulisch schema
2
Bediening (NEN 1080 par. 5.4) vasthoudknoppen overneembesturing stopknop bij overneembesturing goed uitzicht op de baan
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Mast (NEN 1080 par. 5.7, 5.11 en 10.1) 3.1 constructie 3.2 bevestiging aan onderwagen 1 =3.3 geenbout-/penverbinding/ aanmerking 4 = borging voorziening noodzakelijk 3.4 schijven 3.5 kabeluitloopbeveiligingen 3.6
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Wagens en Platforms (NEN 1080 par. 5.9 en 5.10) ophanging/veer vang geleidewielen platform schijven uitloopbeveiliging
4
5
Opstelling (EN12158-1, par. 5.5) stabiel stempeling/ onderstopping vrije doorgang platform vrije ruimte opstelplaats ruimte tussen platform en verdieping max 0,1 m Veiligheidsafstand min. 0,5 m
Elektrische installatie (NEN 1080 par. 6) 7.1 hoofdschakelaar afsluitbaar 7.2 elektromotor 7.3 elektronische kabels/ bedrading 7.4 relais 3 = niet in orde 7.5 van thermische beveiliging 5 = niet toepassing 7.6 fasebegeleiding 7.7 veiligheidsaarding 7.8
2 = extra aandacht
8 Onderstel (NEN 1080 par. 5.12) uithouders/stempels bout-/penverbindingen assen/wielen banden stuurinrichting
3
7
3
4
2
Fabrieksnummer
8.1
8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 9 9.1
Hydraulische installatie (NEN 1080 par.7) overdrukbeveiliging max. 1,25 maal de vollastdruk leidingbreukbeveiliging druk leeg op (bar) druk leeg neer (bar) druk vol op (bar) druk vol neer (bar)
Rondsel/Tandheugel (NEN 1080 par. 8) wagen niet in mastgeleiding
9.2
HEK GL-500-BN • 6295-050
3
BIJLAGE
1 = geen aanmerking 4 = voorziening noodzakelijk
1
2
3
2 = extra aandacht
4
1
5
Drijfwerk (NEN 1080 par. 5.2, 5.3, 5.6 en 5.7) tandwielen trommel vloeistofpeil-/conditie koppeling kettingen/kettingwielen V-riemen/riemschijven kabelschijven rem
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 11
Draagkabel (NEN 1080 par. 5.8) conditie draagkabels (NEN 3233) bevestiging aan trommel bevestiging aan wagen bevestiging aan mast
11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 12
Elektrische beveiligingen (NEN 1080 par. 5.4, 5.6, 6.4, 6.5 en 11.1) noodeindschakelaar eindschakelaar onder eindschakelaar boven slapkabelcontact
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 13
2
Fabrieksnummer
Fabrieksnummer 10
3 = niet in orde 5 = niet van toepassing
14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 15 15.1 15.2
-1 -2 -3 15.4
15.5
Diversen (NEN 1080 par. 11.2) algemeen onderhoud smering beplating verfwerk (roestvorming)
Beproevingen (NEN 1080 par. 5.10, 7.5, 14) vanginrichting platform belast met 1,25x nominale last, gelijkmatig verdeeld over platform kan: - heffen - dalen - draaien verplaatst de nominaal belaste wagen zich binnen 10 min. niet meer dan 0,1 m hydraulisch systeem afgeperst op 1,5-voud van de vollastdruk
Opschriften (NEN 1080 par. 4.2 en 4.3)
13.1
Noot:
4
Na bovenstaande beproevingen mag de bouwlift geen zichtbare gebreken, zoals blijvende vormveranderingen of breuk van onderdelen vertonen en moet met deze lift veilig kunnen worden gewerkt.
HEK GL-500-BN • 6295-050
3
4
5
BIJLAGE BIJLAGE C Controlelijst voor bouwliften type 2 in te vullen namens de uitvoerder - na opstelling - bij voorkeur eenmaal per 2 maanden fabrikaat: fabrieks/serienr.: werk: te:
gecontroleerd door: 1 2 3 4
1.
Is de bouwlift stabiel op een harde en vlakke ondergrond opgesteld (niet voor openingen waar steeds personen passeren)?
2.
Worden de stempels geheel uitgeschoven gebruikt?
3.
Is voor het onderstoppen van de bouwlift en de stempels alleen hout gebruikt (geen steenachtige materialen)?
4.
Is de mast goed verankerd aan de bouw (niet aan de steiger)?
5.
Kan het platform tot ten minste 0,15 m boven de bovenste stopplaats doorlopen?
6.
Is het opschrift "PERSONENVERVOER VERBODEN" duidelijk leesbaar op de opstaande wand van het platform aangegeven?
7.
Zijn aangegeven de opschriften
8.
Zijn de bedieningsknoppen zodanig geplaatst, dat zij door iemand die op het platform staat niet bereikbaar zijn, zowel: beneden? als ter plaatse van de stopplaatsen?
9.
Zijn de bedieningsknoppen aan één vast punt aangebracht aan de tegenover het platform gelegen zijde van de mast?
10.
Is het bedieningsorgaan op een zodanige afstand van de bouwlift gevestigd, aan een vast punt, dat: -
controle 1e op ja
nee
2e op ja
nee
3e op ja
nee
4e op ja
nee
"OP" "STOP" "NEER"
een goed zicht op alle stopplaatsen is gewaarborgd?
11.
Werken de afslagen t.b.v. de stopplaatsen bij overneembesturing?
12.
Zijn langs alle stoppen sluitbomen aangebracht?
13.
Zijn deze op de goede hoogte (1,1 – 1,2 m) aangebracht?
14.
Zijn zij voorzien van een vaste aanslag, zodat zij ook als leuning dienst doen?
15.
Wordt knelgevaar voorkomen?
HEK GL-500-BN • 6295-050
5
BIJLAGE
controle 1e op ja 16.
Is de opening tussen platform en steigervloer ten hoogste 50 m m ?
17.
W erkt de: noodeindschakelaar? eindschakelaar beneden? eindschakelaar boven? slapkabelbeveiliging?
18.
Rolt de hijskabel regelm atig op de trom m el?
19.
Zitten er tenm inste 2 windingen op de trom m el als het platform zich beneden bevindt en nog 2 lagen ruim te op de trom m el als het platform zich boven bevindt?
20.
Loopt de hijskabel geheel vrij, zodat deze nergens kan schavielen of aan kan lopen?
21.
Is het kastje m et het elektrische gedeelte zeker na werktijd op slot?
22.
Zijn er beschadigde: stekkerverbindingen? voedingskabels?
23.
W ordt de bouwlift na werktijd zodanig achtergelaten dat: het platform zich beneden bevindt? de hoofdschakelaar is uitgeschakeld? (Bovenstaande geldt ook voor schafttijden, wanneer de lift zich in een bewoonde wijk bevindt buiten het gezichtveld van de bouwketen.)
24.
W ordt de bouwlift periodiek onderhouden?
25.
De lift wordt bediend door personen ouder dan 18 jaar?
nee
2e op ja
nee
Gezien uitvoerder 1e 2e
3e
4e
6
HEK GL-500-BN • 6295-050
3e op ja
nee
4e op ja
nee
BIJLAGE BIJLAGE D Stempelplaat Plaat op onderstel/chassis ten behoeve van de vermelding van de type-beoordeling en de jaarlijkse beproevingen. jaar
maand
dag
type-beoordelingsnummer
jaarlijkse beproeving van de bouwlift overeenkomstig bijlage B NEN 1080
Het type-beoordelingsnummer, vermeld op de fabrikantverklaring, wordt door de fabrikant/ leverancier met vermelding van jaar, maand en dag ingeslagen als zijn lift voldoet aan hetgeen is vermeld in NEN 1080. Indien bij de jaarlijkse beproeving (zie bijlage B) is gebleken, dat de lift in orde is, dient jaar, maand en dag te worden ingeslagen.
HEK GL-500-BN • 6295-050
7
BIJLAGE
BLANCO
8
HEK GL-500-BN • 6295-050