Handleiding Doe-bundel Neerpede
Inleiding In deze bundel vind je de nodige informatie om de leerlingen te begeleiden bij het invullen van de “Doe-bundel Neerpede”. We bieden je zoveel mogelijk alternatieven zodat je de dag zelf nog kan indelen.
Verdere informatie over partners en mogelijke bezoeken vindt je terug in de bijlage.
Gegevens Neerpede
In de klas:
1. De weg van de school naar Pede.
1.1 Zoek uit op welke manier we het goedkoopst en het snelst in Neerpede geraken. Laat de leerlingen op internet of uit uurroosters opzoeken op welke manieren ze van de eigen school tot in Neerpede geraken. Nadien kunnen ze vergelijken welke manier de goedkoopste is, welke de snelste en welke de “beste”. 1.2 Zoek ook uit hoe we na de activiteit weer op school geraken. Ook voor de terugweg berekenen de leerlingen hoe ze weer op school geraken. 1.3 Zoek op hoe laat we moeten vertrekken om rond … u aan te komen in Neerpede. Als de leerlingen de “beste” vervoersmethode gevonden hebben, laat je hen berekenen om hoe laat ze moeten vertrekken als ze op het door jou opgegeven moment aankomen. (HET AANKOMSTUUR MOET JE ZELF NOG INVULLEN IN DE BUNDEL) 1.4 Waar bevindt Neerpede zich ten opzichte van de school? (aan de hand van de windroos) Laat de leerlingen Neerpede op een kaart opzoeken en vergelijken ten opzichte van de ligging van de school.
Ter plaatse in Neerpede:
2. Groepsopdracht rond oriëntatie, kaartlezen, kompas en GPS
Opdrachten:
Opdracht 1: Verklaar de iconen van de legende of teken het icoon.
De leerlingen vullen de ontbrekende gegevens in. Als ze vastlopen kan je hen verwijzen naar een informatiebord dat aan de rand van de vijver staat. (oostelijke oever – links als je met je rug naar het Groen en blauw huis staat) (OPLOSSING ZIE BIJLAGE)
Opdracht 2: Bereken de afstand die je wandelt als je rond de vijver gaat.
De leerlingen mogen hiervoor een lat en touwtje gebruiken. Als differentiatie kan een stappenplan meegegeven worden. (MATERIAAL MOET NOG VOORZIEN WORDEN) (STAPPENPLAN ZIE BIJLAGE)
Opdracht 3: Bepaal de windrichtingen aan de hand van de bomen.
Hoe bepaal ik de windrichtingen aan de hand van de bomen?
België heeft, net als Nederland, Luxemburg en (west) Duitsland een zeeklimaat. Dat betekent dat er meestal een vochtige zuidwestenwind staat. Natuurlijk niet altijd, maar genoeg om op boomstammen een laagje mos te laten groeien. En wel aan de kant waar de wind vandaan komt, de zuidwestkant dus. (In Centraal-Europa is dit het noordwesten.) Laat de leerlingen de dichtstbijzijnde boom bekijken en onderzoeken op mos, aan de hand van een kompas kunnen ze bijhorende vragen dan oplossen. Antwoord zal verschillen van welke boom ze gekozen hebben. (MATERIAAL MOET NOG VOORZIEN WORDEN)
Opdracht 4: Bepaal de windrichtingen aan de hand van de zon.
Laat de leerlingen met een analoog uurwerk de windrichtingen bepalen. Laat hen ter controle met het kompas controleren. (MATERIAAL MOET NOG VOORZIEN WORDEN)
Opdracht 5: kompas
Geef de leerlingen een kompas mee. De leerlingen komen vertellen dat ze aan de speeltuin geëindigd zijn. (MATERIAAL MOET NOG VOORZIEN WORDEN)
Opdracht 6 Bepaal de coördinaten van volgende plaatsen:
-
Picky club Heymanshoeve Amazone Fruit-time Luizenmolen
H4 E4 D6-E6 E2 G1
(KAART ZIE BIJLAGE)
Opdracht 7: Ga naar de aangegeven plaats met de GPS.
Geef de leerlingen een gps (met stappenplan) zij zoeken 2 locaties en komen je vertellen dat ze bij de sporthal en het watervalletje geweest zijn. (STAPPENPLAN ZELF TOE TE VOEGEN afhankelijk van de gebruikte gps)
3. Klasopdracht: rondwandeling 3.1 Algemene opdracht Je hebt de keuze tussen 2 fototochten. Een eenvoudige en een moeilijkere met meer detailfoto’s. Gewone foto
Differentiatie foto
Plaatsen van foto’s: De leerlingen duiden op de kaart aan waar de foto genomen is. (ZIE BIJLAGE) 3.2 Klasopdracht
Verdeel je klas in 4 (of 5) groepen Groep 1: Kaart
A: Groen en blauw huis
B: Veld-netwerk
Groep 2: GPS
A: Veld-netwerk
B: Manege Amazone N50 49.403, E 4 15.603
Groep 3: Coördinaten
A: Manege Amazone
B: Heymanshoeve
Groep 4: Kaart
A: Heymanshoeve
B: Luizenmolen
Groep 5: GPS
A: Luizenmolen
B: Groen en blauw huis N50 49.648, E 4 15.754
Als je kiest om met je klas een hele dag te wandelen (de voorbereidingsoefeningen niet te doen) kan je een extra tussenstop maken bij de Luizenmolen. De wandeling wordt hierdoor ongeveer 1km langer. Verdeel dan je klas in 5 groepen. (KAART ZIE BIJLAGE)
Eindtermen: Doorheen deze bundel wordt er gewerkt aan volgende eindtermen (GO!): 1. Zelf een zinvolle route uitstippelen: - op de plattegrond van andere omgevingen (bijv. museum, pretpark, dierentuin, metroplan, stadspark …). 2. Een route afleggen die is aangeduid: - op de plattegrond van andere omgevingen (bijv. museum, pretpark, dierentuin, metroplan, stadspark …). 3. Een plattegrond als hulpmiddel gebruiken om hun weg terug te vinden. 4. Aan elkaar een route beschrijven of een beschreven route aanduiden: - op een andere kaart (bijv. fietskaart) 5. Een aantal vaste kaartsymbolen kennen (bijv. waterwegen, wegen, spoorwegen, kerk, brug …) 6. Allerlei kaarten hanteren door gebruik te maken van registers, index en het coördinaten rooster (bijv. straatnamen). 7. Waardering uitdrukken en respect tonen voor het werk van mensen uit hun omgeving. 8. Met eigen woorden de relatie tussen onderwijs en latere beroepsbezigheden uitleggen. 9. Zich oriënteren met behulp van een kompas. 10. Een kaart juist richten met behulp van een kompas.
Bronvermelding: https://word.office.live.com/wv/WordView.aspx?FBsrc=https%3A%2F%2Fwww.face book.com%2Fattachments%2Ffile_preview.php%3Fid%3D1682471705323711%26ti me%3D1449232293%26metadata&access_token=1346781921%3AAVIuDtQpxwsKc wGbzV8wgjGXOghqziPENXxCGBKiHU80sg&title=activiteiten+orienteren.doc
http://www.parsival.be/default.php?id=techniek_zonderkompas
Bijlagen: - Verbetersleutel opdracht 1 - Stappenplan en kaart opdracht 2 - A3 kaart opdracht 6 - Foto bundels - Verbetersleutel foto’s - Wandelkaart
Verbetersleutel opdracht 1
Stappenplan schaalberekening
1. Meet de omtrek van de figuur met behulp van een touw. 2. Meet de lengte van het touw. 3. Kijk naar de schaal van de kaart.
1 cm op de kaart = ....................... in werkelijkheid 4. Maak nu de berekening van de lengte van het touw. 1 cm op de kaart …………………………… werkelijkheid …… cm van het touw ……………………… werkelijkheid 5. Wat is de omtrek van de vijver?
__________________________________________ __________________________________________
Deze foto’s kom je in volgorde tegen. Duid op de kaart met een kruisje aan waar je de foto’s bij benadering gezien hebt.
Deze foto’s kom je in volgorde tegen. Duid op de kaart met een kruisje aan waar je de foto’s bij benadering gezien hebt.