E-P5_Cover_Master_NL.fm Page 1 Monday, November 29, 2010 3:18 PM
DIGITALE CAMERA http://www.olympus.com/
Vestiging:
Basisgids
Europese Technische klantendienst: Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00 voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. * Sommige (mobiele) telefoon services/providers geven geen toegang of hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
HANDLEIDING
Afleveradres goederen: Correspondentieadres:
Consumer Product Division Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland Tel.: +49 40 – 23 77 3 – 0/Fax: +49 40 – 23 07 61 Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
HANDLEIDING
Blz. 2
Bestudeer de namen van de cameraonderdelen, de basisstappen voor fotograferen en weergeven en de basisfuncties.
Inhoudsopgave
Blz. 23
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende BETAALDE NUMMERS: +49 180 5 – 67 10 83 of +49 40 – 237 73 48 99. Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers Netherlands:
Olympus Nederland B.V. Industrieweg 44 2382 NW Zoeterwoude Tel: 0031 (0)71 – 5821888 www.olympus.nl
Belgium: Luxemburg:
Olympus Belgium N.V. Boomsesteenweg 77 2630 Aartselaar Tel: (03) 870 99 99
© 2010 OE · E0462637
z Dank u voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe camera in gebruik gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera te kunnen genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u later nog iets kunt opzoeken. z Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken. z De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt. z De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website. Registreer uw product op www.olympus-consumer.com/register en ontvang extra voordelen van Olympus!
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 2 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Camera
Namen van onderdelen en
Flitserschoen gblz. 78, 82
Bevestigingspunt externe flitser gblz. 82
Ingebouwde flitsergblz. 76
#-knop (flitser) gblz. 75 w (regelen van de flitssterkte)-knop gblz. 76
LIGHT-knop gblz. 13 Bedieningspaneel gblz. 5 WB (witbalans)knop gblz. 67 F (Belichtingscorrectie) knop gblz. 47 ISO-knop gblz. 50 Ontspanknop gblz. 15, 36
MODE-knop gblz. 41 – 45
Subregelaar (k) gblz. 19 Witbalans sensor gblz. 67 V (Preview)-knop gblz. 46 Markering voor lenskoppeling gblz. 11 Lensvatting (Bij het bevestigen van de lens verwijdert u eerst de beschermkap van de camera die voorkomt dat stof en vuil kunnen binnendringen.) Spiegel #UP (Flitser opklappen)-knop gblz. 76
2 NL
AV OUTconnector (mono) (AV OUT) gblz. 91 Klepje over de connector Connector afstandsbedieningskabel Zelfontspanner/afstandsbedieningslampje/ ontvanger afstandsbediening gblz. 60 Lensontgrendelknop gblz. 11 Lensvergrendelingspen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 3 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Zoeker gblz. 4 LCD-monitor gblz. 7, 8, 36
Zoekersluiterhendel gblz. 60 Dioptrieregelaar gblz. 13
u-knop (Live view) gblz. 35 AEL/AFL-knop gblz. 48, 105 0 beeldbeveiliging gblz. 97
Basisgids
Oogkapje
Hoofdregelaar (j) gblz. 19 Pendelknop (acbd) gblz. 22 i-knop gblz. 22 Fn-knop gblz. 106
MENU-knop gblz. 22
Klepje van het kaartje gblz. 12
Statiefaansluiting
Verlichtingssensor gblz. 99 q weergave gblz. 18, 86 D (Wissen)-knop gblz. 18, 98 Vergrendelknop van het batterijcompartiment gblz. 10 Cameraschakelaar gblz. 13
SD-kaartsleuf gblz. 12 Uitwerpknop gblz. 12 CF-kaartsleuf gblz. 12
Namen van onderdelen en functies
INFO -knop (informatiedisplay) gblz. 21, 40, 89
P (AF-kader)-knop gblz. 56 n (Film)-knop gblz. 83 Luidspreker gblz. 109
Indicatie-LED Dataverkeer gblz. 12, 15 Klepje van het batterijcompartiment gblz. 10
3 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 4 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Zoeker Autofocusveld gblz. 56
Spotmeetgebied gblz. 46
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45
Diafragmawaarde gblz. 41 – 45
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen gblz. 59
Sluitertijd gblz. 41 – 45
Beeldstabilisator gblz. 62
Super FP-flitser gblz. 79
ISO-gevoeligheid gblz. 50
Lichtmeetstand gblz. 46
Witbalans (Verschijnt bij een andere instelling dan automatische witbalans.) gblz. 66 AE-lock gblz. 48 Flitssterkteregelaar gblz. 76 AF-teken gblz. 15, 36
Auto bracketing gblz. 49, 51, 69, 77 ISO-gevoeligheidswaarde gblz. 50 Batterijcontrole gblz. 13 Belichtingsmeter gblz. 44 Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47 Horizontale waterpasindicatie gblz. 110
Flitser gblz. 73 (knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
4 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 5 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Bedieningspaneel Belichtingsmeter gblz. 44 Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47 Horizontale waterpasindicatie gblz. 110
Auto bracketing gblz. 49, 51, 69, 77
Lichtmeetstand gblz. 46
ISO-gevoeligheid gblz. 50
Beeldkwaliteit gblz. 64
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45
Witbalans gblz. 66, 68
Basisgids
Autofocusstand (AF) gblz. 53
Beeldeffect (Monotone) gblz. 70
Sluitertijd gblz. 41 – 45
Batterijcontrole gblz. 13
Repeterende opnamen gblz. 59
Beeldstabilisator gblz. 62
Zelfontspanner gblz. 60
Autofocusveld gblz. 56
Diafragmawaarde gblz. 41 – 45
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen gblz. 144
Afstandsbediening gblz. 60
Namen van onderdelen en functies
Flitserfunctie gblz. 73
Meervoudige belichting gblz. 51
5 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 6 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Superbedieningspaneel Op het onderstaande scherm, het superbedieningspaneel, kunt u de fotografeerinstellingen niet alleen bekijken, maar ook aanpassen. Druk op de INFO-knop om op de LCD-monitor het superbedieningspaneel op te roepen. g“Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt“ (blz. 21) MYSET gblz. 100
Sluitertijd gblz. 41 – 45 Belichtingscorrectie-indicatie gblz. 47 Belichtingsmeter gblz. 44 Flitssterkte-indicatie gblz. 76
De flitser wordt opgeladen gblz. 76 Batterijcontrole gblz. 13
Meervoudige belichting i gblz. 51 Super FP-flitser h gblz. 79 Ruisonderdrukking ml gblz. 72 Auto bracketing 0 gblz. 49, 51, 69, 77 Kleurruimte # gblz. 114 RC-flitsstand m gblz. 80 Beeldstabilisator HIt gblz. 62 AF-hulpverlichtingT gblz. 103 Waarschuwing interne temperatuur m gblz. 133
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45
Datum gblz. 14
Diafragmawaarde gblz. 41 – 45
250
F5.6 +2.0
Belichtingscorrectie waarde gblz. 47 Belichtingsniveau gblz. 44
FP BKT sRGB RC IS 1 AF
2010. 09.01
Beeldeffect gblz. 70
OFF
mall Super Fine Kaartje gblz. 136
Beeldstabilisator gblz. 62
Beeldkwaliteit gblz. 64
Autofocusstand (AF) gblz. 53 Autofocusveld gblz. 56 Flitssterkteregelaar gblz. 76 Flitserfunctie gblz. 73 Afstandsbediening/zelfontspanner/ repeterende opnamen gblz. 59 – 60 ISO-gevoeligheid gblz. 50 Witbalans gblz. 66 Witbalanscorrectie gblz. 68
6 NL
IS 1
GezichtAantal stilstaande sherkenning beelden dat kan worden gblz. 38 opgeslagen gblz. 144 Lichtmeetstand gblz. 46 Breedte-hoogteverhouding gblz. 65 Scherpte N gblz. 70 Contrast J gblz. 70 Kleurintensiteit T gblz. 70 Gradatie z gblz. 70 Z&W-filter x gblz. 70 Fototint y gblz. 70
De functies binnen dit kader kunt u instellen op het superbedieningspaneel.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 7 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
LCD-monitor (Live view) Breedte-hoogteverhouding gblz. 65 Kaartjegblz. 136 Super FP-flitsstand s gblz. 79 RC-flitsstand q gblz. 80 Auto bracketing t gblz. 49, 51, 69, 77 Meervoudige belichting igblz. 51 Home-positie p gblz. 58 Gezichtsherkenning g gblz. 38 MOVIE R gblz. 84 Beeldstabilisator vws gblz. 62
Batterijcontrole gblz. 13 Waarschuwing interne temperatuur gblz. 133 Flitserfunctie gblz. 73
Basisgids
Op de LCD-monitor kunt u naast de instellingen ook het zoekerbeeld bekijken (Live view). Druk op de knop u om Live view te activeren. g“Live view gebruiken“ (blz. 35)
Repeterende opnamen gblz. 59 Zelfontspanner gblz. 60 Afstandsbediening gblz. 60 Witbalans gblz. 66 Beeldeffecten gblz. 70 AF-teken gblz. 15
Flitser gblz. 76 (knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
Lichtmeetstand gblz. 46
CF FP RC BKT
HP
IS 2 j
4:3 SF
+2.0
HD 45:30
AEL
P
250 F5.6 +2.0
0
1023
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45 AE-lock u gblz. 48
Beeldkwaliteit gblz. 64 Histogram gblz. 39
MYSET gblz. 100 Flitssterkteregelaar gblz. 76 ISO-gevoeligheid gblz. 50 Autofocusstand (AF) gblz. 53
Belichtingscorrectiewaarde gblz. 47 Diafragmawaarde gblz. 41 – 45 Sluitertijd gblz. 41 – 45
Stand films opnemen gblz. 84 Beschikbare opnametijd gblz. 144 Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen gblz. 144 Belichtingscorrectieindicatie gblz. 47 Flitssterkte-indicatie gblz. 76
Namen van onderdelen en functies
S-AF ISO 400
7 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 8 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
LCD-monitor (weergave) U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop INFO. g“Informatiedisplay“ (blz. 89) Flitssterkteregelaar gblz. 76 Batterijcontrole gblz. 13
Beeldkwaliteit gblz. 64
Aantal pixels, compressiefactor gblz. 64
Brandpuntsafstand gblz. 138 (De brandpuntsafstand wordt in eenheden van 1 mm weergegeven.) Diafragmawaarde gblz. 41 – 45
Beveiligen gblz. 97
Sluitertijd gblz. 41 – 45
Printreservering Aantal prints gblz. 121
Belichtingscorrectie gblz. 47
Beeldrand gblz. 65
Stand Fotograferen gblz. 41 – 45
x10
x10
250 F5.6 45mm ±0.0 ISO 100 WBAUTO A±0 G±0 NATURAL LN 100-0015 15 +2.0 ±1.0
[ 4032x3024,1/8 ] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15 Vereenvoudigde weergave Breedte-hoogteverhouding gblz. 65, 115 Kaartjegblz. 136 Beeldnummer Bestandsnummer Datum en tijd gblz. 14
Volledige weergave AF-aanpassing gblz. 118
Lichtmeting stand gblz. 46
Witbalans gblz. 66 Kleurruimte gblz. 114 Beeldeffect gblz. 70
Autofocusveld gblz. 56
Histogram gblz. 89
8 NL
Witbalanscorrectie gblz. 68 ISO-gevoeligheid gblz. 50
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 9 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het uitpakken van de doos Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht.
Camera
Beschermkap van de camera
BCM-5 lithiumionlaadapparaat
USB-kabeltje
Camerariem
Basisgids
V o or be re idi n ge n vo or he t fo
BLM-5 lithiumionbatterij
AV-kabel (mono)
• OLYMPUS Setup CD-ROM • Handleiding • Garantiekaart
1 2 3
Breng de camerariem aan zoals aangegeven door de pijlen (1, 2).
Trek de camerariem tenslotte strak om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit (3).
Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog.
Voorbereidingen voor het fotograferen
Camerariem bevestigen
9 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 10 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
De batterij gereedmaken voor gebruik 1
X
Batterij opladen
BLM-5 lithium-ionbatterij
Verwijder de beschermkap van de batterij.
Lichtnetkabeltje Amber lichtje OFF (Laadtijd Amberkleurig knipperen
2
: bezig met opladen : opladen voltooid : ca. 3,5 uur) : oplaadfout
BCM-5 lithiumionlaadapparaat
Stopcontact
Batterij inzetten Batterijcontacten Klepje van het batterijcompartiment
2
Vergrendelknop van het batterijcompartiment
3
1
3
Sluit het klepje van het batterijcompartiment en schuif de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van E
Batterij uitnemen
Batterijvergrendeling
Druk op de batterijvergrendeling om de batterij te ontgrendelen. Draai de camera om om de batterij te verwijderen. Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
10 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 11 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Een lens op de camera bevestigen Basisgids
1
Verwijder de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens. Achterkap van de lens
1
2
2
1
Beschermkap van de camera
2
Een lens op de camera bevestigen
Koppelingsmarkering (rood)
Markering voor lenskoppeling (rood)
• Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en steek de lens in het camerahuis (1). • Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort (2).
2
3
Verwijder het lenskapje (3, 4)
1
3
Lenskapje
4 3
De lens uit de camera verwijderen Terwijl u de lensontgrendelknop (1) ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl (2). • Controleer of de cameraschakelaar op OFF staat.
2
Voorbereidingen voor het fotograferen
• Controleer of de cameraschakelaar op OFF staat. • Druk de lensontgrendelknop niet in.
1 Lensontgrendelknop
11 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 12 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het kaartje plaatsen Compact Flash
SD-kaartje
Open het klepje van het kaartje (1, 2). Plaats het CF-kaartje (hierna het “kaartje“ genoemd) zo ver mogelijk in de sleuf (3).
Open het klepje van het kaartje (1, 2). Plaats het SD/SDHC/SDXC-kaartje (hierna het “kaartje“ genoemd) tot het vergrendelt (3).
Klepje van het kaartje
Connector
1
1 3
2 Indicatie-LED Dataverkeer CF-kaartsleuf
3
2
Sleuf SD-kaartje Voorzijde
Geheugenkaartje verwijderen
Compact Flash • Druk de uitwerpknop helemaal in om het eruit te laten springen. • Neem de kaart eruit.
Open het klepje van het kaartje nooit als de indicatie-LED Dataverkeer knippert.
SD-kaartje • Druk zachtjes op het geplaatste kaartje en het springt eruit. • Neem de kaart eruit.
Indicatie-LED Dataverkeer
Uitwerpknop
• Schakel de camera uit voor u het kaartje plaatst of verwijdert. • De camera wordt uitgeschakeld als u het kaartje plaatst of verwijdert terwijl de camera ingeschakeld is.
12 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 13 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Camera inschakelen Basisgids
1
Zet de cameraschakelaar op ON.
• Om de camera uit te schakelen, zet u de cameraschakelaar op OFF.
LIGHT-knop
Bedieningspaneel
Schakelt de verlichting van het bedieningspaneel aan en uit.
Zodra u de camera inschakelt, verschijnt de batterijcontrole op het bedieningspaneel.
Aan (klaar voor gebruik) Aan (batterij bijna leeg) Knippert (opladen nodig)
ON
OFF
Automatische stofreductie Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij wordt met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het beeldopneemelement.
Zoeker
Dioptrie van de zoeker instellen Stel de dioptrie van de zoeker in volgens uw wensen. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait u langzaam de dioptrieregelaar. Zodra u het autofocusveld goed en scherp kunt zien, bent u klaar. Dioptrieregelaar
Voorbereidingen voor het fotograferen
Cameraschakelaar
Autofocusveld
13 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 14 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Datum en tijd instellen Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1
Druk op de knop MENU.
• Het menuscherm verschijnt op de LCD-monitor. CARD SETUP RESET/MYSET PICTURE MODE D IMAGE ASPECT BACK
MENU-knop Pendelknop acbd
5
Herhaal deze procedure tot u datum en tijd volledig heeft ingesteld.
4:3 SET
2
Selecteer met ac de optie [d] en druk daarna op d
X
Y
M D
ENG.
CANCEL
SET
• De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
5SEC REC VIEW cMENU DISPLAY ON FIRMWARE BACK
6
Selecteer met ac het datumformaat
SET
Selecteer met ac de optie [X] en druk daarna op d
Y
M D
TIME
2010 09 01 14 00
Y
Y/M/D
’--.--.---:--
s
3
TIME
2010 09 01 14 00
M D
CANCEL
TIME Y/M/D
7
Y/M/D
SET
Druk op knop i
CANCEL
4 Y
Selecteer met ac de optie [Y] en druk daarna op d
M D
2010
CANCEL
14 NL
TIME
X
ENG. s
5SEC REC VIEW cMENU DISPLAY ON FIRM BACK
Y/M/D
’10.09.01 14:01
8
SET
Druk op de knop MENU om het menu te verlaten.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 15 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Stand
2
Zoeker
Ontspanknop
Kijk door de zoeker en richt het autofocusveld op het onderwerp.
Basisgids
1
Stel scherp Indicatie-LED Dataverkeer
Druk de ontspanknop half in. Zoeker
Autofocusveld Bedieningspaneel Diafragmawaarde
Sluitertijd
• De scherpstelling is vastgezet als u een pieptoon hoort. Het AF-teken en en het autofocusveld verschijnen in de zoeker. • De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt. • Het superbedieningspaneel verdwijnt wanneer u de ontspanknop indrukt.
3
Maak de foto door de sluiter te ontspannen Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt. • De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint de foto op te nemen.
Voorbereidingen voor het fotograferen
AF-teken
Zolang de dataverkeer-LED knippert, mag u de batterij of het kaartje beslist niet verwijderen. Doet u dat toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren gaan of kan dat verhinderen dat de zojuist door u gemaakte foto's worden opgeslagen.
15 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 16 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Vasthouden van de camera Zorg er ook voor dat u niet uw vingers en de camerariem voor de lens, de flitser en de witbalanssensor houdt. Horizontale stand
Het is mogelijk om de LCD-monitor als zoeker te gebruiken en de compositie van het onderwerp te controleren, of om te fotograferen terwijl u een vergrote weergave op de LCD-monitor bekijkt. g“Live view gebruiken“ (blz. 35)
Een foto maken terwijl u op de LCDmonitor kijkt
1
Verticale stand
Druk op de knop u (live bekijken) om over te schakelen naar live bekijken. Ontspanknop
• Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor.
u-knop
2
ISO-A 200
P
16 NL
LN
250 F5.6
38
Maak de opname door de ontspanknop in te drukken.
• De foto wordt gemaakt met scherpstelling.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 17 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Tijdens fotograferen met live bekijken kunt u een film opnemen.
Druk op de knop u (live bekijken) om over te schakelen naar live bekijken.
• Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor.
Ontspanknop
u-knop
2
n-knop
Stel scherp
Druk op de n-knop om de opname te starten
• Druk nogmaals op de n-knop om de opname te beëindigen. • Terwijl u een film opneemt, drukt u op de ontspanknop om een stilstaand beeld vast te leggen.
Als de camera stopt te werken Als de camera gedurende ongeveer 8 seconden niet bediend wordt terwijl de camera aan staat, wordt de achtergrondverlichting van de monitor donkerder om de batterijen te sparen. (als het superbedieningspaneel verlicht wordt). Als daarna ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de sluimerstand (stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop, enz.). g“BACKLIT LCD (timer displayverlichting)“ (blz. 109), “SLEEP“ (blz. 108)
Voorbereidingen voor het fotograferen
• Druk de ontspanknop half in.
3
Basisgids
Een film opnemen
17 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 18 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergeven/Wissen Beelden weergeven
Als u op knop q drukt, verschijnt de laatst gemaakte foto.
q-knop Geeft het vorige beeld weer
Geeft het volgende beeld weer
Pendelknop Gebruik k om de beelden vooruit te doorlopen.
Close-up weergeven
Telkens als u de hoofdregelaar naar U draait, wordt het beeld vergroot in stappen van 2× tot 14×.
Hoofdregelaar
Beelden wissen
Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op knop D. Selecteer met ac de optie [YES] en druk op knop i om het wissen te starten.
ERASE
YES NO D-knop
18 NL
BACK
SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 19 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Basisfuncties Basisgids
B as isf u nc tie s
U kunt deze camera op drie manieren bedienen. Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera gblz. 20 U kunt functies instellen terwijl de hoofdregelaar of de subregelaar en de directe knoppen aan een functie zijn toegewezen. Terwijl u een functie instelt, wordt de instelinformatie weergegeven in de zoeker en op het bedieningspaneel en het superbedieningspaneel. Dit is handig als u de camera bedient terwijl u het onderwerp in de zoeker kadreert en om de camera snel te bedienen terwijl u de instellingen op het bedieningspaneel controleert.
Instellen in het menu gblz. 22 In het menu kunt u de fotografeer- en weergaveinstellingen kiezen en de camerafuncties naar wens aanpassen.
k
Hoofdregelaar
j Basisfuncties
Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt gblz. 21 U kunt de functies instellen terwijl de LCDmonitor het superbedieningspaneel weergeeft. Op het superbedieningspaneel kunt u de huidige instellingen bekijken en onmiddellijk aanpassen. Tijdens live bekijken kunt u functie-instellingen uitvoeren met live control (gblz. 37) terwijl u het beeld controleert dat effectief zal worden opgenomen.
Subregelaar
19 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 20 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera U kunt de directe knoppen op twee manieren gebruiken.
1
Subregelaar
Terwijl u een directe knop ingedrukt houdt, draait u aan de hoofdregelaar of de subregelaar
k
3 21
4 5
6
Hoofdregelaar
j
• Laat de knop los om de functie in te stellen.
7
Als u één of twee knoppen tegelijk heeft ingedrukt, draait u aan de hoofdregelaar of aan de subregelaar • De functie blijft gedurende ongeveer 8 seconden geselecteerd. Gedurende die tijd kunt u de regelaar verdraaien en de functie instellen. Als u geen bewerkingen gedurende die tijd uitvoert, wordt de instelling voor die functie vervolgens ingesteld. g“BUTTON TIMER“ (blz. 107)
Lijst met directe knoppen nee.
1
2 1+2 3
20 NL
Directe knoppen
Regelaar
Functie
Zie blz.
AF
j
Stelt de AF-stand in
Blz. 53
d
k
Stelt de lichtmeetmethode in
Blz. 46
MODE
j
Stand Fotograferen (P/A/S/M, enz.)
Blz. 41
k
Afstandsbediening/Zelfontspanner/ Repeterende opnamen
Blz. 59 – 60
AF+MODE
j/k
AE bracketing (belichting variëren)
Blz. 49
#
j
Stelt de flitserfunctie in
Blz. 73
w
k
Regelen van de flitssterkte
Blz. 76
4
WB
j/k
Stelt de witbalans in
Blz. 66
2+4
MODE + WB
j/k
WB-bracketing
Blz. 69
5
F
j/k
Belichtingscorrectie
Blz. 47
3+5
w+F
j/k
Regelen van de flitssterkte
Blz. 76
4+5
WB + F
j/k
Witbalanscorrectie
Blz. 68
6
ISO
j/k
Stelt de ISO-gevoeligheid in
Blz. 50
5+6
F + ISO
j/k
RESET/MYSET
Blz. 101
7
P
j/k
Autofocusveld selecteren
Blz. 56
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 21 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt Druk op de knop INFO om het superbedieningspaneel weer te geven
• Om het superbedieningspaneel uit te schakelen, drukt u nogmaals op de INFO-knop. • Tijdens live bekijken wordt live control weergegeven. g“Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera“ (blz. 37) g“K CONTROL SETTINGS“ (blz. 109)
2010. 09.01
Subregelaar
INFO-knop
k Hoofdregelaar
j
AF
OFF
arge Normal
2
Basisgids
1
i-knop p Pendelknop
IS 1
3
Druk op knop i
RECOMMENDED ISO j /< /Y OFF
arge Normal
Cursor is aan
IS 1 OFF
Toont de geselecteerde functienaam
Basisfuncties
Met p verplaatst u de cursor naar de functie die u wilt instellen, waarna u de instelling wijzigt met de regelaar.
IS 1
arge Normal
Directmenu P
SINGLE SINGLE
Om het directmenu op te roepen dat op de plaats van de cursor staat, drukt u op knop i. U kunt de instelling ook in het directmenu wijzigen. Na het wijzigen van de instelling drukt u op knop i om de instelling te bevestigen. Als u enkele seconden lang geen knop bedient, wordt de actuele instelling bevestigd en verschijnt het superbedieningspaneel.
Meer details over de functies die u met het superbedieningspaneel kunt instellen, vindt u onder “Superbedieningspaneel“ (gblz. 6).
21 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 22 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Instellen in het menu 1
Subregelaar
Druk op de knop MENU om de instelling weer te geven
Bedieningsa anwijzingen
CARD SETUP RESET/MYSET PICTURE MODE D IMAGE ASPECT BACK
k
MENU-knop
Hoofdregelaar
j 4:3 SET
Druk op de knop MENU om Druk op de knop i één scherm terug te keren om uw instelling te bevestigen
2
i-knop p Pendelknop
Selecteer een tabblad met ac en druk daarna op d Tabblad W X q c d
3
IS.1
MULTIPLE EXPOSURE OFF # RC MODE OFF
BACK
SET
De huidige instelling verschijnt op het scherm
Functie
Selecteer een functie met ac en ga met d naar het instelmenu
IMAGE STABILIZER BRACKETING
IS.1
MULTIPLE EXPOSURE RC MODE
OFF
BACK
4
IMAGE STABILIZER BRACKETING
Fotografeermenu 1 Fotografeermenu 2 Weergavemenu Custom menu: Fotografeerfuncties aanpassen. Dit menu bestaat uit 10 tabbladen, A t/m J. Setup-menu: Basisfuncties van de camera instellen.
OFF
SET
IMAGE STABILIZER IS.1 IMAGE STABILIZER BRACKETING ג I.S. 1OFF MULTIPLE EXPOSURE RC MODE OFF FOCAL LENGTH 50 mm
d
BACK
SET
Druk op de knop i om uw instelling te bevestigen
• Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
De regelaars gebruiken om een menu in te stellen CARD SETUP RESET/MYSET PICTURE MODE D IMAGE ASPECT BACK
j (ac)
k 4:3 SET
(bd)
CARD SETUP RESET/MYSET PICTURE MODE D IMAGE ASPECT BACK
j
4:3 SET
• Als u een functie selecteert en aan de hoofdregelaar draait, wordt automatisch van tabblad gewisseld en kunt u een functie op het volgende tabblad selecteren.
Voor meer informatie over de functies die u met het menu kunt instellen, zie “Menulijst“ (gblz. 146).
22 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 23 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Inhoudsopgave Basisgids
2
Lijst met de namen van de cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen en weergeven.
Namen van onderdelen en functies............................................................................... 2 Camera ......................................................................................................... 2 Zoeker ........................................................................................................... 4 Bedieningspaneel.......................................................................................... 5 Superbedieningspaneel ................................................................................ 6 LCD-monitor (Live view)................................................................................ 7 LCD-monitor (weergave)............................................................................... 8 Voorbereidingen voor het fotograferen.......................................................................... 9 Het uitpakken van de doos............................................................................ 9 De batterij gereedmaken voor gebruik ........................................................ 10 Een lens op de camera bevestigen............................................................. 11 Het kaartje plaatsen .................................................................................... 12 Camera inschakelen ................................................................................... 13 Datum en tijd instellen................................................................................. 14 Stand........................................................................................................... 15 Weergeven/Wissen ..................................................................................... 18 Basisfuncties ............................................................................................................... 19 Basisfuncties ............................................................................................... 19 Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera ........ 20 Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt ................................. 21 Instellen in het menu ................................................................................... 22
1 Live view gebruiken
35
Functies en bewerkingen die alleen beschikbaar zijn tijdens live bekijken worden uitgelegd.
Live bekijken activeren ................................................................................................ 35 Functies beschikbaar tijdens live bekijken .................................................. 35 Fotograferen met live bekijken .................................................................................... 36 Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera ...................................... 37 De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken................................................................... 38 Fotograferen met handmatig scherpstellen ................................................................. 38 Het informatiedisplay omschakelen............................................................................. 39 Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt ............................................................... 40 Het werken met vergrote weergave............................................................................. 40
23 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 24 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
2 Belichting
41
Hier worden de belichtingsfuncties beschreven die belangrijk zijn bij het fotograferen. Deze functies dienen voor het bepalen van de diafragmawaarde, de sluitertijd en andere instellingen aan de hand van het meten van de helderheid van het beeld.
Programmagestuurd fotograferen ............................................................................... 41 Diafragmavoorkeuze ................................................................................................... 42 Sluitertijdvoorkeuze ..................................................................................................... 43 Handmatig fotograferen (Manual) ............................................................................... 44 Tijdopnamen................................................................................................................ 45 Preview-functie............................................................................................................ 46 Lichtmeetmethode wijzigen ......................................................................................... 46 Belichtingscorrectie ..................................................................................................... 47 AE-lock ........................................................................................................................ 48 AE bracketing (belichting variëren) ............................................................................. 49 ISO-waarde instellen ................................................................................................... 50 ISO-bracketing ............................................................................................................ 51 Meervoudige belichting ............................................................................................... 51
3 Scherpstellen en opnamefuncties
53
Hier worden de scherpstelmethodes beschreven die bij diverse onderwerpen en omstandigheden het meest geschikt zijn.
Autofocusstand selecteren .......................................................................................... 53 S-AF (één keer scherpstellen) .................................................................... 53 C-AF (continu scherpstellen)....................................................................... 54 MF (handmatig scherpstellen)..................................................................... 54 De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)...................... 55 De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF)...................... 55 Autofocusveld selecteren ............................................................................................ 56 Een AF-kaderstand vastleggen................................................................... 58 Repeterende opnamen................................................................................................ 59 Fotograferen met de zelfontspanner ........................................................................... 60 Fotograferen met de afstandsbediening...................................................................... 60 Anti-shock - trillingen voorkomen ................................................................................ 62 Beeldstabilisator ......................................................................................................... 62
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
64
Beschrijving van de beeldinstelfuncties bij digitale camera's
24 NL
De beeldkwaliteit selecteren........................................................................................ 64 Opnameformaten ........................................................................................ 64 De beeldkwaliteit selecteren ....................................................................... 65 De beeldverhouding instellen ...................................................................................... 65 Witbalans selecteren ................................................................................................... 66 Auto WB/preset/custom WB instellen ......................................................... 67 Witbalanscorrectie....................................................................................... 68 Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop) ..................... 69
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 25 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
WB-bracketing............................................................................................................. 69 Beeldeffecten .............................................................................................................. 70 Ruisonderdrukking ...................................................................................................... 72 Ruisfilter ...................................................................................................................... 72
5 Gebruik van de flitser
73
Hier wordt beschreven hoe u kunt fotograferen met de ingebouwde of een externe flitser.
Flitserfunctie instellen.................................................................................................. 73 Fotograferen met de ingebouwde flitser...................................................................... 76 Regelen van de flitssterkte.......................................................................................... 76 Flitser-bracketing......................................................................................................... 77 Fotograferen met een externe flitser ........................................................................... 78 Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem ........................................ 80 Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers................................................. 82
6 Films opnemen en bekijken
83
Beschrijft methoden en functies om films op te nemen. Films opnemen............................................................................................................ 83 De filmopnamestand wijzigen ..................................................................... 84 Geluid opnemen ......................................................................................... 84 Films bekijken ............................................................................................................. 85
7 Weergavefuncties
86
Beschrijft hoe u de gemaakte opnames kunt weergeven.
Enkel beeld/Gezoomd weergeven .............................................................................. 86 Lichtbakweergave ....................................................................................................... 87 Indexweergave/kalenderweergave ............................................................................. 88 Informatiedisplay ......................................................................................................... 89 Diashow ...................................................................................................................... 90 Beelden roteren........................................................................................................... 91 Weergave op een televisie.......................................................................................... 91 Foto's bewerken .......................................................................................................... 93 Beeldoverlapping ........................................................................................................ 95 Beelden kopiëren ........................................................................................................ 96 Beelden beveiligen...................................................................................................... 97 Beelden wissen ........................................................................................................... 98
8 Instelfuncties
99
Beschrijft de basisinstellingen voor het gebruik van de camera.
Setup-menu................................................................................................................. 99 X (Datum/tijd instellen) ............................................................................ 99 W (taal voor de monitor wijzigen).......................................................... 99 s (Helderheid van de monitor aanpassen).............................................. 99
25 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 26 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
REC VIEW .................................................................................................. 99 c MENU DISPLAY..................................................................................... 99 FIRMWARE............................................................................................... 100 RESET/MYSET ......................................................................................................... 100 MYSET instellen........................................................................................ 100 De instellingen resetten............................................................................. 101
9 De camera volgens uw wensen instellen
102
Beschrijft hoe u de camera-instellingen kunt aanpassen aan uw eigen wensen.
26 NL
R AF/MF ................................................................................................................... 102 AF AREA................................................................................................... 102 P SET UP.............................................................................................. 102 RESET LENS............................................................................................ 102 BULB FOCUSING..................................................................................... 102 FOCUS RING............................................................................................ 103 MF ASSIST ............................................................................................... 103 P SET HOME ....................................................................................... 103 PD AFL...................................................................................................... 103 AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron) .................................................................. 103 C-AF LOCK ............................................................................................... 103 AF AREA POINTER.................................................................................. 103 AF SENSITIVITY....................................................................................... 103 S BUTTON/DIAL ...................................................................................................... 104 DIAL FUNCTION....................................................................................... 104 DIAL DIRECTION ..................................................................................... 104 AEL/AFL.................................................................................................... 105 AEL/AFL MEMO........................................................................................ 106 BUTTON FUNCTION................................................................................ 106 BUTTON TIMER ....................................................................................... 107 A...................................................................................................... 107 T RELEASE/j....................................................................................................... 108 RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C ........................................................ 108 O fps..................................................................................................... 108 U DISP/8/PC.......................................................................................................... 108 HDMI ......................................................................................................... 108 VIDEO OUT .............................................................................................. 108 SLEEP....................................................................................................... 108 LIVE VIEW BOOST................................................................................... 109 g FACE DETECT.................................................................................... 109 G/INFO SETTINGS ................................................................................ 109 KCONTROL SETTINGS ........................................................................ 109 HISTOGRAM SETTINGS ......................................................................... 109 BACKLIT LCD (timer displayverlichting) ................................................... 109 8 ............................................................................................................. 109 VOLUME ................................................................................................... 109 USB MODE ............................................................................................... 110
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 27 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
LEVEL GAUGE......................................................................................... 110 4 h TIMER (Automatische uitschakeling).................................................. 111 PICTURE MODE SETTINGS ................................................................... 111 V EXP/e/ISO........................................................................................................ 111 EV STEP................................................................................................... 111 METERING (meten) ................................................................................. 111 AEL-Meting ............................................................................................... 111 ISO STEP ................................................................................................. 111 ISO-AUTO SET ........................................................................................ 111 ISO-AUTO ................................................................................................ 112 BULB TIMER ............................................................................................ 112 ANTI-SHOCK z......................................................................................... 112 W # CUSTOM ......................................................................................................... 112 #X-SYNC................................................................................................. 112 #SLOW LIMIT ......................................................................................... 112 w+F....................................................................................................... 112 X K/ASPECT/COLOR/WB .................................................................................... 113 NOISE REDUCT. (Ruisonderdrukking) .................................................... 113 NOISE FILTER ......................................................................................... 113 WB ............................................................................................................ 113 ALL > .................................................................................................. 113 COLOR SPACE........................................................................................ 114 SHADING COMP...................................................................................... 114 K SET .................................................................................................... 114 PIXEL COUNT.......................................................................................... 114 ASPECT SHOOTING ............................................................................... 115 Y RECORD/ERASE................................................................................................. 115 QUICK ERASE ......................................................................................... 115 RAW+JPEG ERASE................................................................................. 115 FILE NAME............................................................................................... 116 EDIT FILENAME....................................................................................... 116 PRIORITY SET......................................................................................... 116 dpi SETTING ............................................................................................ 116 r/% ..................................................................................................... 116 COPYRIGHT SETTINGS ......................................................................... 117 Z MOVIE ................................................................................................................. 117 MOVIE R .................................................................................................. 117 R K UTILITY .......................................................................................................... 117 PIXEL MAPPING ...................................................................................... 117 EXPOSURE SHIFT .................................................................................. 117 CLEANING MODE.................................................................................... 117 EXT. WB DETECT.................................................................................... 117 AF FOCUS ADJ........................................................................................ 118 AA BATTERY TYPE ................................................................................. 119 T WARNING LEVEL .............................................................................. 120 LEVEL ADJUST........................................................................................ 120
27 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 28 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
10 Printen
121
Beschrijft hoe u uw foto's kunt printen.
Printreservering (DPOF)............................................................................................ 121 Printreservering......................................................................................... 121 Enkel beeld reserveren ............................................................................. 121 Alle beelden reserveren ............................................................................ 122 Printreserveringsgegevens resetten ......................................................... 123 Direct printen (PictBridge) ......................................................................................... 123 Camera aansluiten op een printer............................................................. 124 Eenvoudig printen ..................................................................................... 124 Printen volgens de specificatie van de klant ............................................. 125
11 OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
127
Beschrijft hoe u de beelden van de camera naar uw computer overbrengt en ze daar opslaat.
Windows.................................................................................................... 127 Macintosh.................................................................................................. 128 Het beeld importeren en opslaan zonder OLYMPUS Viewer 2 of [ib]....................... 129
12 Fotografeertips en onderhoud
130
Raadpleeg deze paragraaf voor het verhelpen van storingen en het onderhouden van de camera.
Fotografeertips en -informatie ................................................................................... 130 Foutcodes.................................................................................................................. 132 Onderhoud van de camera........................................................................................ 134 Reinigen en opbergen van de camera ...................................................... 134 Reinigingsfunctie – Stof verwijderen ......................................................... 135 Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties................. 135
13 Informatie
136
Raadpleeg deze paragraaf voor informatie over leverbare accessoires, cameraspecificaties en andere nuttige informatie over het fotograferen.
28 NL
Info over het kaartje................................................................................................... 136 Toepasbare geheugenkaartjes ................................................................. 136 Het geheugenkaartje formatteren ............................................................. 136 Batterij en laadapparaat ............................................................................................ 137 Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken ........................................................... 137 Verwisselbare lenzen ................................................................................................ 138 ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens.......................................................... 138 ZUIKO DIGITAL - lensspecificaties........................................................... 139 Lijndiagram van het programma (P-stand) ............................................................... 140 Flitsersynchronisatie en sluitertijd ............................................................................. 141 Waarschuwingsindicatie belichting............................................................................ 141
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 29 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden....................................... 142 Witbalans en kleurtemperatuur ................................................................................. 143 Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen ..... 144 Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd .......................... 145 Menulijst .................................................................................................................... 146 Technische gegevens ............................................................................................... 153 Systeemschema........................................................................................................ 156 VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................ 158 Index ......................................................................................................................... 165
29 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 30 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Snelgids Stand
Correcte scherpstelling is niet mogelijk.
Selecteer het AF-kader en maak de foto.
Blz. 56
De minimale afstand is afhankelijk van de lens. Ga naar de voor deze lens minimale afstand tot het onderwerp en maak een foto.
Blz. 138
De camera kan moeilijk automatisch scherpstellen op het onderwerp. Gebruik MF om de afstand van de scherpstelling te vergrendelen.
Blz. 54, Blz. 131
Zelfs als er weinig licht is, kan het scherpstellen Blz. 103 gemakkelijker verlopen als de AF-lichtbron wordt gebruikt.
Scherpstellen op één gebied
Foto's maken van onderwerpen dichtbij
Foto's maken en het resultaat controleren
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
30 NL
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen
Selecteer het AF-kader en maak de foto met het gewenste AF-kader.
Blz. 56
Gebruik MF. Het scherpstellen kan vlotter verlopen als u live bekijken gebruikt met een vergroot beeld.
Blz. 38, Blz. 40, Blz. 54
Stel [AF SENSITIVITY] in op [SMALL] en stel scherp op een kleiner gebied.
Blz. 103
Gebruik de macrolens voor close-up-foto's.
Blz. 138
Tijdens live bekijken kunt u een foto maken terwijl u de lichtbalans, de belichtingscorrectie, het beeldeffect en andere instellingen controleert op de LCD-monitor.
Blz. 35
U kunt een foto maken terwijl u live multi bekijken gebruikt, om het effect van de witbalans of belichtingscorrectie te vergelijken.
Blz. 40
U kunt de preview-functie gebruiken om de scherptediepte bij een bepaalde diafragmawaarde te controleren.
Blz. 46
U kunt live bekijken gebruiken om de ingestelde belichtingsinstellingen te controleren.
Blz. 109
U kunt [TEST PICTURE] gebruiken om het beeld op de LCD-monitor te controleren zonder het beeld op te slaan op een kaartje.
Blz. 106
Als u de ontspanknop half indrukt, beelden weergeeft en de functie live bekijken gedurende lange tijd gebruikt, wordt veel batterijvermogen verbruikt. Als u dit minder vaak doet, zal de batterij langer meegaan.
k
Stel [SLEEP] zo in, dat de camera sneller naar de sluimerstand gaat.
Blz. 108
Stel [BACKLIT LCD] zo in, dat de achterverlichting sneller uitschakelt.
Blz. 109
Verminder de instelling voor het aantal pixels en de compressiefactor.
Blz. 64, Blz. 114
U kunt twee soorten kaartjes gebruiken.
Blz. 12, Blz. 136
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 31 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Verhoog de ISO-waarde.
Blz. 50
Stel de beeldstabilisatorfunctie in.
Blz. 62
Stel de flitser in op [AUTO].
Blz. 73
Foto's maken terwijl u het histogram en Highlight&Shadow bekijkt.
Blz. 39
Foto's maken terwijl u de sluitertijd en de diafragmawaarde controleert. Als één van beiden knippert, is de belichting niet optimaal.
Blz. 41 – 43, Blz. 141
Stel de gradatie in op [AUTO]. Onderwerpen met groot contrast worden automatisch aangepast.
Blz. 71
Pas de belichtingscorrectie aan.
Blz. 47
Stel [PICTURE MODE] in op [MONOTONE]. U kunt monotint-foto's maken in zwart/wit, sepia-tinten, purperachtige tinten, blauwachtige tinten en groenachtige tinten. Of stel [PICTURE MODE] in op [GRAINY FILM].
Blz. 70
Opgeslagen foto's kunnen worden omgevormd tot zwart/wit-foto's of foto's met sepia-tinten.
Blz. 93
Stel de gradatie in op [AUTO].
Blz. 71
Zet de flitserinstelling op [#] (invulflitsen) en maak de foto.
Blz. 73
Gebruik spotmeting om de belichting van het onderwerp in het midden van het beeld te meten. Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting te vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt en de foto maakt.
Blz. 46, Blz. 48
Een donkere foto met tegenlicht lichter maken
U kunt het beeld aanpassen met [SHADOW ADJ] van [JPEG EDIT].
Blz. 93
Foto's maken met een onscherpe achtergrond
Met de stand A (diafragmavoorkeuze) kunt u de diafragmawaarde zoveel mogelijk verlagen. U kunt de achtergrond nog meer onscherp maken door de foto dicht bij het onderwerp te maken.
Blz. 42
Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven
Gebruik de stand S (sluitertijdvoorkeuze) om de foto te maken.
Blz. 43
Stel de witbalans in overeenkomstig de lichtbron. U kunt de instellingen ook fijn bijregelen.
Blz. 66
Als u foto's maakt met WB bracketing, kunt u 3 tot 9 foto's opnemen, waarbij voor elke foto een andere witbalans wordt gebruikt. Op die manier kunt u foto's met de gewenste witbalans maken zonder de instellingen bij te regelen.
Blz. 69
Foto's maken bij weinig licht zonder de flitser De camera instellen om automatisch te flitsen als er weinig licht is
Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten
Monotint-foto's maken
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Foto's maken met de juiste kleur
31 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 32 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Stel de spotmeting in voor lichte of schaduwpartijen. Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt, gebruikt u AE-lock om de belichting te vergrendelen, waarna u de kadrering wijzigt en de foto maakt.
Blz. 46, Blz. 48
Pas de belichtingscorrectie aan. Als u niet zeker bent wat de beste belichtingscorrectiewaarde is, kunt u eventueel AE bracketing gebruiken.
Blz. 47, Blz. 49
Stel de gradatie in op [HIGH KEY] of [LOW KEY] en maak een foto.
Blz. 71
Stel de ISO-gevoeligheid in op een lage waarde, ISO 200 wordt aanbevolen.
Blz. 50
Stel [NOISE REDUCT.] in op [AUTO] of [ON].
Blz. 72
Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op 3.200 of een andere hoge waarde, stelt u [NOISE FILTER] in op [HIGH].
Blz. 72
Stel de dioptrie van de zoeker in volgens uw wensen.
Blz. 13
Als de zoeker nog steeds moeilijk te bekijken valt nadat u de dioptrie heeft bijgeregeld, of als u de zoeker zonder oculair wenst te gebruiken, kunt u de zoeker vervangen door het optionele oogkapje met dioptriecompensatie.
k
U kunt de helderheid van de LCD-monitor aanpassen.
Blz. 99
Tijdens live bekijken stelt u [LIVE VIEW BOOST] in op [ON] om het onderwerp gemakkelijker op de LCD-monitor te kunnen zien.
Blz. 109
Stel de beeldstabilisatorfunctie in.
Blz. 62
Houd de camera stevig vast als u op de ontspanknop drukt. Als u een lange sluitertijd gebruikt, dient u de camera te stabiliseren met een statief of een andere methode.
Blz. 16
Gebruik de flitser ongeacht de lichtomstandigheden.
Blz. 73
Verhoog de ISO-waarde. Als ISO ingesteld is op [AUTO], stelt u de bovengrens in op een hoge waarde, bijv. 1.600, zodat de ISO-waarde automatisch wordt verhoogd als er weinig licht is.
Blz. 50, Blz. 111
Door de zelfontspanner te gebruiken, kunt u voorkomen dat de camera beweegt als u op de ontspanknop drukt.
Blz. 60
U kunt een waterpas weergeven om na te gaan of de camera waterpas staat.
Blz. 110
Roep de hulplijnen op in live bekijken. Kadreer de opname zo, dat het onderwerp en de hulplijnen horizontaal en verticaal uitgelijnd zijn.
Blz. 39, Blz. 110
Fotograferen met de kunstfilter
Stel [PICTURE MODE] in op C tot L.
Blz. 70
Een film opnemen
Activeer live bekijken en druk op de n-knop.
Blz. 83
Foto's maken zodat de witte tinten witter worden en de zwarte tinten donkerder
Foto's maken zonder ruis
De weergave in de zoeker verbeteren
De LCD-monitor optimaliseren
Camerabewegingen beperken
Foto's maken terwijl u nagaat of de camera waterpas staat
32 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 33 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beelden weergeven Het beeld weergeven nadat de foto werd gemaakt
Stel [REC VIEW] in. U kunt het aantal seconden instellen voor de weergave van het beeld.
Blz. 99
Het beeld weergeven nadat de foto werd gemaakt en nodeloze beelden verwijderen
Stel [REC VIEW] in op [AUTO q]. Als u een foto heeft gemaakt, gaat de camera automatisch naar de stand Weergeven, zodat u het beeld kunt verwijderen.
Blz. 99
Nagaan of het gefotografeerde onderwerp scherp staat.
Gebruik gezoomd weergeven om na te gaan of het onderwerp scherp staat.
Blz. 86
Met indexweergave kunt u zoeken in een index van 4 tot 100 beelden.
Blz. 88
Gebruik de kalenderweergave om te zoeken op de datum waarop de foto werd gemaakt.
Blz. 88
Gebruik de AV-kabel of de HDMI-kabel om opgenomen beelden weer te geven op uw televisie. U kunt de beelden ook als een diashow bekijken.
Blz. 91, Blz. 92
U kunt de lichtbakweergave gebruiken om twee beelden naast elkaar weer te geven.
Blz. 87
U kunt een ander beeld weergeven zonder de vergroting te wijzigen.
Blz. 86
Instellingen opslaan
U kunt tot vier camera-instellingen die u regelmatig gebruikt, vastleggen als MYSET. Door de instelling vast te leggen, kunt u deze selecteren als een van de fotografeerstanden zoals P, S, A, M. Wijs MYSET 1 tot 4 ook toe aan de gewenste knop (
Blz. 100
Taal voor de monitor wijzigen
U kunt de taal voor de monitor wijzigen.
Blz. 99
Snel het gewenste beeld zoeken
Beelden bekijken op een televisie
Beelden vergelijken
Instellingen
33 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 34 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden De knoppictogrammen in deze handleiding verwijzen naar de pictogrammen op het camerahuis. Zie “Namen van onderdelen en functies“ (gblz. 2). In deze handleiding komt j overeen met de hoofdregelaar aan de achterzijde van de camera. In deze handleiding komt k overeen met de subregelaar aan de voorzijde van de camera. De gebruiksaanwijzingen van de directe knoppen, het superbedieningspaneel en het menu worden in deze handleiding als volgt beschreven. • “+“ geeft handelingen aan die tegelijkertijd worden uitgevoerd. • “ “ geeft aan dat u moet doorgaan met de volgende stap. bijv.: Bij het instellen van de witbalans Directe knop
WB + j/k
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
p : [WB] [c]
[X]
[WB]
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
x Opmerkingen
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
TIPS
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.
g
34 NL
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 35 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1
Live view gebruiken Live bekijken activeren U kunt de LCD-monitor ook als zoeker gebruiken. U kunt het belichtings- of witbalanseffect en de compositie van het onderwerp bekijken terwijl u de foto maakt. Sluit de zoekersluiter, zodat het licht dat via de zoeker binnenvalt, geen invloed heeft op de belichting terwijl u fotografeert met live bekijken.
1
Druk op de knop u.
Zoekersluiter
1 Live view gebruiken
• De spiegel klapt omhoog en het onderwerp verschijnt op de LCD-monitor. • Als [AF MODE] is ingesteld op [C-AF], wordt het automatisch ingesteld op [S-AF] (of [S-AF+MF] indien het was ingesteld op [C-AF+MF]).
u-knop
Functies beschikbaar tijdens live bekijken De volgende functies zijn beschikbaar tijdens het live bekijken. Scherpstellen tijdens Live view • Een foto maken terwijl u de scherpstelling handmatig aanpast gblz. 38 • Een foto maken terwijl u op een gezicht scherpstelt gblz. 38 • Een foto maken terwijl u de scherpstelling controleert door het scherp te stellen gebied te vergroten gblz. 40 • Een foto maken met faseverschil-AF gblz. 103, 105
Een foto maken terwijl u het effect controleert • Een foto maken nadat u de belichtingscorrectie of de witbalans hebt vergeleken gblz. 40 • Een foto maken terwijl u het effect van de beeldstabilisator controleert (gblz. 62)
De informatie op de LCD-monitor omschakelen • De informatieweergave in-/uitschakelen. Het histogram of hulplijnen weergegeven gblz. 39 • Controleren van het onderwerp op de monitor, ook bij weinig licht gblz. 109
x
Opmerkingen • Als er een sterke lichtbron binnen het scherm aanwezig is, kan het beeld donkerder weergegeven worden, maar het wordt normaal opgeslagen. • Als de functie Live bekijken langdurig wordt gebruikt, stijgt de temperatuur van het beeldopneemelement waardoor beelden met een hoge ISO-gevoeligheid veel ruis en oneffenheden in de kleur vertonen. Schakel de camera enige tijd uit zodat deze kan afkoelen. • Live view stopt zodra u de lens vervangt.
35 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 36 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotograferen met live bekijken
1
1
2
Druk de ontspanknop half in.
AF-teken
• Zodra de camera heeft scherpgesteld, stoppen het AF-teken en het AF-kader met knipperen. • Wanneer u een andere lens dan een high-speed Imager AF-compatibele lens gebruikt, licht de n scherpstelbevestiging mogelijk niet op. Het kan moeilijk zijn om automatisch scherp te stellen.
CF
Live view gebruiken
Maak een foto door de ontspanknop helemaal in te drukken.
SF
P
250 F5.6 250
Foto's maken terwijl u de hoek van de LCD-monitor wijzigt U kunt de hoek van de LCD-monitor op de camera wijzigen. Op die manier kunt u in een moeilijke hoek fotograferen terwijl u de kadrering van het onderwerp op de LCD-monitor controleert. • Draai de LCD-monitor langzaam binnen het toegelaten bereik.
270°
36 NL
1023 1023
Autofocusteken
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 37 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het gebruik van live control bij het bedienen van de camera Het volgende scherm, dat tegelijk fotografeerfuncties en de bijbehorende opties weergeeft, wordt live control genoemd. U kunt live control weergeven en gebruiken door tijdens live bekijken op de knop i te drukken. U kunt de kunstfilter, de witbalans en andere effecten instellen terwijl u live bekijken controleert. Wanneer het superbedieningspaneel wordt weergegeven, drukt u op de knop INFO om het scherm om te schakelen. Functies
Live view gebruiken
j
LF HD
WB : AUTO
P
1
AUTO 5 2 3 1 >
Instelling
• Beschikbare functies Beeldstabilisator .............................. Blz. 62
Flitserfunctie ...............................Blz. 73
Beeldeffect ................................. Blz. 70
Regelen van de flitssterkte ........... Blz. 76
Witbalans ...................................... Blz. 66
Lichtmeetstand ............................Blz. 46
j/
ISO-gevoeligheid .........................Blz. 50
Breedte-hoogteverhouding ............. Blz. 65
Gezichtsherkenning .....................Blz. 38
Beeldkwaliteit ............................. Blz. 64
Filmgeluidsopname ...................... Blz. 84
1 2
Druk op de knop i om live control weer te geven • Druk nogmaals op de knop i om live control uit te schakelen.
Verplaats de cursor met de hoofdregelaar naar de functie die u wilt instellen, en selecteer de instellingen met de subregelaar, waarna u op de knop i drukt j
LF Toont de naam van de geselecteerde instelling Cursor
WB : AUTO
P
Cursor
Hoofdregelaar (j)
HD
AUTO 5 2 3 1 > Subregelaar (k)
• • • •
Als u geen bewerkingen gedurende die tijd uitvoert, wordt de instelling voor die functie bevestigd. U kunt ook de pendelknop gebruiken in plaats van de regelaars. Afhankelijk van de geselecteerde fotografeerstand zijn bepaalde menu's niet beschikbaar. U kunt ook het superbedieningspaneel weergeven. g“K CONTROL SETTINGS“ (blz. 109)
37 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 38 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken Door [g FACE DETECT] in te stellen op [ON], detecteert de camera gezichten van mensen in het kader en past hij de scherpstelling en de meting automatisch aan. Stel het AF-kader in op B en de lichtmeetstand op e. Wijs [Fn FACE DETECT] toe aan de Fn-knop om de beste instellingen voor het fotograferen van mensen eenvoudig te kunnen kiezen.
1
Directe knop
Live view gebruiken
p
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
[g FACE DETECT] [c]
[U]
[g FACE DETECT]
[ON]
• Om de <-knop of V (preview)-knop te kunnen gebruiken, moet [Fn FACE DETECT] vooraf ingesteld zijn in het menu. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106) • Nadat u [g FACE DETECT] hebt ingesteld op [ON] met de knop < of met de knop V (preview), worden de volgende functies automatisch ingesteld op de beste waarden voor het fotograferen van mensen.
1
Functie
Instelling
Zie blz.
METERING (meten)
e
Blz. 46
GRADATION
AUTO
Blz. 71
AF MODE
S-AF
Blz. 53
AF AREA
B
Blz. 56
Als de camera een gezicht detecteert, wordt er een kader op deze plaats weergegeven.
CF
• Als u de ontspanknop indrukt, stelt de camera scherp op de positie van het gezichtsherkenningskader (als er echter een enkele AF-kader is geselecteerd met [AF AREA], dan stelt de camera scherp op het geselecteerde AF-kader).
x
Opmerkingen
SF
• Tijdens repeterende opnamen werkt de P 250 F5.6 250 1023 1023 gezichtsherkenning alleen bij de eerste opname. • Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat de camera het gezicht niet correct detecteert. • Deze functie is alleen beschikbaar tijdens live bekijken. • Wanneer u faseverschil-AF gebruikt, stelt de camera scherp met het AF-kader dat zich het dichtst bij het weergegeven kader bevindt.
Fotograferen met handmatig scherpstellen Tijdens het live bekijken kunt u handmatig scherpstellen terwijl u de scherpstelling op de LCD-monitor controleert.
1 2 38 NL
Stel de AF-stand in op [S-AF+MF] of [MF]. g“Autofocusstand selecteren“ (blz. 53) Stel scherp door de scherpstelring te draaien. • Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt of op de AEL / AFL-knop hebt gedrukt, kunt u in de [S-AF+MF]-stand de scherpstelring draaien om scherp te stellen voordat u een foto maakt. • De vergrote weergave is erg handig om handmatig scherp te stellen. g“Het werken met vergrote weergave“ (blz. 40)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 39 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het informatiedisplay omschakelen U kunt de informatie die wordt weergegeven op de monitor wijzigen door herhaaldelijk op INFO te drukken. U kunt de weergegeven informatie ook omschakelen door aan de regelaar te draaien terwijl u op de INFO-knop drukt. Informatieweergave aan *1 CF
Histogramweergave INFO
1023 1023
250 F5.6 250
INFO
+ j
1 SF
P
1023 1023
250 F5.6 250
SF
P
250 F5.6 250
1023 1023
250 F5.6 250
1023 1023
Live view gebruiken
SF
P
Highlight&shadowweergave *2
*3 CF
-0.3 0.0
+0.3 0.0 SF
+0.3 +0.7 WB/F
Alleen beeld
+0.7 +1.0 SET
Multi-weergave*2 (gblz. 40)
P
Vergrote weergave*2 (gblz. 40)
*1 Met [G/INFO SETTING] (Blz. 109) kunt u ook [w]/[x]/[y]/[&] selecteren als compositieraster. *2 Dit wordt weergegeven wanneer [G/INFO SETTINGS] (gblz. 109) op [ON] staat. Sommige items worden, afhankelijk van de instellingen, niet weergegeven. *3 Wanneer u verschillende opnamen maakt (gblz. 51) of wanneer [LEVEL GAUGE] (gblz. 110) is ingesteld op [ON], gaat de informatieweergave naar “Meervoudige weergave“ en “Digitale waterpasweergave“.
TIPS Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Informatieweergave aan“. [G/INFO SETTINGS] (gblz. 109)
Het histogram lezen:
j Hieronder ziet u hoe u de histogramweergave makkelijk kunt aflezen. 1 Als de grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk donker zijn. 2 Als de grafiek hier veel pieken heeft, zal het beeld voornamelijk wit zijn. 3 Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de helderheid binnen het spotmeetgebied zien.
1
3
2
39 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 40 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt U kunt de belichtingscorrectie of de witbalans controleren op een scherm met vier beelden.
1
Druk herhaaldelijk op de knop INFO om de multiweergave weer te geven. g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39) • De vergelijkingsscherm voor de belichtingscorrectie verschijnt. Druk op a om over te schakelen naar het vergelijkingsscherm voor de witbalans. Druk op ac om van scherm te veranderen.
1 Live view gebruiken
2
Gebruik bd of de regelaar om de waarde te selecteren en druk vervolgens op de knop i.
-0.3 0.0
+0.3 0.0 +0.3 +0.7
WB/F
+0.7 +1.0 SET
• U kunt een foto maken met de ingestelde waarde.
x
Opmerkingen • Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M of BULB. • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter. • Wanneer de waarde van de belichtingscorrectie groter is dan ±3, wordt het effect niet correct weergegeven.
Het werken met vergrote weergave U kunt het onderwerp vergroot afbeelden op de LCD-monitor. Het vergroten van het beeld tijdens MF vereenvoudigt het bevestigen en aanpassen van de scherpstelling.
P
1 2 3
250 F5.6 250
1023 1023
Fn-knop/ V (preview)-knop
10x
Druk op de Fn-knop/V (preview)-knop om de vergrote weergave weer te geven. • Het kader voor vergroting wordt weergegeven. • Druk in deze toestand de ontspanknop half in en stel scherp op basis van het kader voor vergroting, ongeacht de instelling van het AF-kader. (Zoomkader-AF)
Gebruik p om het kader te verplaatsen en druk op de Fn-knop/V (preview)-knop. • Het gebied binnen het kader wordt vergroot en weergegeven. • Druk in deze toestand de ontspanknop half in om scherp te stellen terwijl het beeld gezoomd is. • Houd de i-knop ingedrukt om het kader voor vergroting weer in het midden te zetten nadat het kader is verplaatst.
Draai de regelaar om de vergroting te veranderen (5×/7×/10×/14×). • Gebruik p om het beeld te schuiven, zelfs tijdens vergroting. • Druk op de i-knop, of houdt de Fn-knop/V (preview)-knop ingedrukt om de vergrote weergave te annuleren.
TIPS Het beeld vergroten door alleen de scherpstelring te draaien: g“MF ASSIST“ (blz. 103) Het beeld vergroten wanneer de Fn-knop/V (preview)-knop is ingesteld op een andere functie:
40 NL
j Druk op de INFO-knop om de vergrote weergave weer te geven, en druk vervolgens op de knop i. g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 41 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
2
Belichting Programmagestuurd fotograferen Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd.
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op P.
MODE-knop
j
2 Belichting
• Als de ontspanknop half is ingedrukt, worden de sluitertijd en diafragmawaarde weergegeven op de zoeker en op het bedieningspaneel. Stand Fotograferen Sluitertijd
AF-teken
Zoeker
Bedieningspaneel Diafragmawaarde
Programma-aanpassing (%) Door in de stand P de hoofdregelaar (of de subregelaar) Programma-aanpassing te verdraaien, kunt u de combinatie van diafragma en sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft. g“Lijndiagram van het programma (P-stand)“ (blz. 140) Zoeker • Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Als u de instelling voor de programma-aanpassing wenst op te heffen, draait u aan de hoofdregelaar (of de subregelaar) tot % verdwijnt uit de zoeker of het bedieningspaneel, of schakelt u de camera uit. • Bij gebruik van een flitser is er geen programma-aanpassing mogelijk. TIPS De sluitertijd en diafragmawaarde knipperen:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie belichting“ (gblz. 141).
41 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 42 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Diafragmavoorkeuze De camera kiest automatisch de sluitertijd die past bij de diafragmawaarde die u hebt ingesteld. Naarmate u het diafragma verder opent (door een lagere diafragmawaarde te kiezen), neemt de scherptediepte verder af waardoor de achtergrond eerder onscherp wordt. Naarmate u het diafragma verder sluit (door een hogere diafragmawaarde te kiezen), neemt de scherptediepte toe. Gebruik deze stand als u details aan de achtergrond wilt toevoegen.
2
Bij een lagere diafragmawaarde (f-waarde)
Belichting
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op A. Draai de hoofdregelaar (of subregelaar) om de diafragmawaarde in te stellen.
Bij een hogere diafragmawaarde (f-waarde)
MODE-knop
j
Zoeker
Diafragmawaarde Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
Bedieningspaneel
Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
TIPS De scherptediepte bij de ingestelde diafragmawaarde controleren:
j Zie “Preview-functie“ (gblz. 46).
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De sluitertijd knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie belichting“ (gblz. 141).
42 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 43 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Sluitertijdvoorkeuze De camera kiest automatisch de diafragmawaarde die past bij de sluitertijd die u hebt ingesteld. Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Met snelle sluitertijden kunt u snelbewegende onderwerpen toch scherp op de foto krijgen, terwijl u met een trage sluitertijd bewegingsonscherpte krijgt waarmee u een effect van snelheid of beweging kunt creëren. Stel de sluitertijd in voor het soort effect dat u wilt bereiken. Een korte sluitertijd kan een snelle actie “bevriezen“ zonder bewegingsonscherpte.
MODE-knop
j
2 Belichting
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op S. Draai de hoofdregelaar (of subregelaar) om de sluitertijd in te stellen.
Door een langere sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp. Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische beweging op.
Zoeker
Sluitertijd
Langere sluitertijd
Bedieningspaneel
Kortere sluitertijd
TIPS De foto is onscherp:
j Tijdens macro- en telefoto-opnamen is het risico groot dat u de camera niet stil genoeg houdt waardoor de opname onscherp wordt. Om dit te voorkomen, kiest u een snellere sluitertijd, of gebruikt u een statief met 1 of 3 poten. j Als de sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van de camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator. g“Beeldstabilisator“ (blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De diafragmawaarde knippert:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten. Voor meer informatie, zie “Waarschuwingsindicatie belichting“ (gblz. 141).
43 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 44 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Handmatig fotograferen (Manual) Hierbij kiest u zelf de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma. U kunt zien hoeveel het afwijkt van de juiste belichting door de belichtingsmeter te gebruiken. Hierbij hebt u creatief de vrije hand, zowel qua instellingen als qua belichting. Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op M. Draai aan de regelaars om de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen.
MODE-knop
j
2 Belichting
Diafragmawaarde: draai de hoofdregelaar om de waarde in te stellen.
Sluitertijd: Gebruik de subregelaar om de waarde in te stellen.
• Het aantal beschikbare diafragmawaarden hangt af van het gebruikte lenstype. • De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/8.000 tot 60 seconden. • In de M-stand verschijnt de belichtingsmeter op het superbedieningspaneel. Het geeft het verschil aan (binnen een bereik van -3 EV tot +3 EV) tussen de belichting volgens uw huidige instelling (diafragma en sluitertijd), en de optimale belichting zoals de camera die heeft berekend. Als het verschil groter is dan ±3 EV, knippert de volledige indicator. Onderbelichting
Overbelichting
Optimale belichting
Ruis in foto's Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen. Deze verschijnselen kunnen optreden als in delen van het beeldopneemelement die normaliter niet aan licht worden blootgesteld, kleine elektrische stromen worden opgewekt die de temperatuur in het beeldopneemelement of in de elektronica van het beeldopneemelement doen stijgen. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking. g“Ruisonderdrukking“ (blz. 72)
44 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 45 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS De foto is onscherp:
j Het gebruik van een statief met 1 of 3 poten wordt aanbevolen bij het fotograferen met een lange sluitertijd. j Als de sluitertijd lang is, is de kans groter dat de camera beweegt. U kunt bewegingen van de camera beperken door gebruik te maken van de beeldstabilisator. g“Beeldstabilisator“ (blz. 62)
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De functies van de hoofdregelaar en de subregelaar omschakelen:
j U kunt de functies omschakelen die met de hoofdregelaar en de subregelaar worden ingesteld. g“DIAL FUNCTION“ (blz. 104)
x
Opmerkingen • Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M (handmatig).
Belichting
Tijdopnamen Bij een tijdopname maakt u een foto waarbij de sluiter open blijft staan zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. U kunt ook tijdopnamen maken met een apart verkrijgbare afstandsbediening (RM-1) of afstandsbediening (RM-CB1). g“Tijdopnamen met de afstandsbediening“ (blz. 61)
2
Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de regelaar om de fotografeerstand in te stellen op [BULB]. • “buLb“ verschijnt in de zoeker en op het bedieningspaneel. TIPS Om een tijdopname automatisch te stoppen na een bepaalde tijdsperiode: j U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd instellen. g“BULB TIMER“ (blz. 112)
Om tijdens fotograferen met handmatig scherpstellen de scherpstelling te vergrendelen:
j U kunt de scherpstelling vergrendelen zodat deze zelfs niet wijzigt als u de scherpstelring verdraait. g“BULB FOCUSING“ (blz. 102)
x
Opmerkingen • De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens tijdopnamen. Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/AE-bracketing/beeldstabilisator/ flitser-bracketing/belichtingscorrectie
45 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 46 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Preview-functie De zoeker geeft het scherpstelgebied weer (scherptediepte) met de geselecteerde diafragmawaarde. Druk op de knop V (Preview) om de preview-functie te gebruiken.
2 Belichting
V (Preview)-knop
Lichtmeetmethode wijzigen De camera kan de helderheid van het onderwerp op vijf manieren meten: digitale ESPmeting, lichtmeting met nadruk op het centrum en drie soorten spotmeting. Selecteer de methode die het meest geschikt is voor de lichtomstandigheden. Directe knop
G+k
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
G-knop
k
p: [METERING] [c]
[V]
[METERING] MENU-knop
Instellingenvenster
Zoeker
G : H : I : IJ : IK :
i-knop
Digitale ESP-meting Lichtmeting met nadruk op het centrum Spotmeting Spotmeting - bij veel lichte partijen Spotmeting - bij veel schaduwpartijen
Bedieningspaneel
G Digitale ESP-meting
46 NL
Tijdens live bekijken meet de camera de lichtniveaus en berekent de lichtniveauverschillen op 324 verschillende plaatsen van het beeld (49 plaatsen wanneer u fotografeert met de zoeker). Deze methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen. Als u de AF-gesynchroniseerde functie op [ESP+AF] zet, wordt het licht gemeten rondom het autofocusveld waarop u scherpstelt. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met de zoeker (faseverschil-AF).
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 47 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
H Lichtmeting met nadruk op het centrum Deze meetmethode berekent het gemiddelde van de lichtniveaus van het onderwerp en de achtergrond, maar het centrum van het beeld telt hier zwaarder mee. Kies deze methode als u wilt voorkomen dat het lichtniveau van de achtergrond de belichting van het onderwerp te sterk beïnvloedt.
I Spotmeting De camera meet het lichtniveau binnen een heel klein gebied dat in de zoeker wordt aangegeven door het spotmetingskader. Gebruik deze methode bij opnamen met fel tegenlicht.
IJ Spotmeting - bij veel lichte partijen
2 : Lichtmeetgebied
IK Spotmeting - bij veel schaduwpartijen Is de achtergrond over het algemeen erg donker, dan worden de zwarte partijen bij een normale automatische belichting grijs. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje onderbelichten zodat de zwarte partijen ook zwart worden weergegeven. Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.
Belichting
Als de achtergrond over het algemeen erg licht is, zullen bij een normale automatische belichting de witte partijen lichtgrijs worden. Met deze lichtmeetmethode gaat de camera een beetje overbelichten zodat de witte partijen wit blijven. Het meetgebied is hetzelfde als bij spotmeting.
Belichtingscorrectie Soms kunt u betere resultaten krijgen als u de belichting die de camera heeft berekend, handmatig bijregelt. Vaak komen heldere onderwerpen (zoals sneeuw) donkerder op de foto dan ze in feite zijn. Door een beetje over te belichten (belichtingscorrectie richting +) gaan deze tinten eruitzien zoals ze in werkelijkheid zijn. Op dezelfde wijze kunt u de tinten van donkere onderwerpen corrigeren, maar nu in de richting –. U kunt de belichting stapsgewijs corrigeren binnen een bereik van –5.0 EV tot +5.0 EV.
±0
-2.0EV
Directe knop
F + j/k
+2.0EV F-knop Instellen in de richting –
Instellen in de richting +
47 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 48 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
• De belichtingscorrectie-indicatie verschijnt. Bij een belichtingscorrectie met de waarde 0 verschijnt de belichtingscorrectie-indicatie niet. Ingesteld op stappen van 1/3 EV
Ingesteld op stappen van 1/2 EV
1/3 EV
1/2 EV
• Als de belichtingscorrectiewaarde groter is dan de schaal van de belichtingscorrectieindicatie, knippert de indicatie in de zoeker en op het bedieningspaneel. Een rode vw wordt aan de linker- en rechterrand van de indicatie weergegeven op het superbedieningspaneel.
2 Belichting
TIPS Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen:
j Kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV, 1/2 EV of 1 EV. g“EV STEP“ (blz. 111)
De belichting aanpassen met de regelaars:
j Bij het instellen van de belichtingscorrectiewaarde hoeft u de F-knop niet in te drukken. g“DIAL FUNCTION“ (blz. 104)
x
Opmerkingen
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de M- en BULB-stand. • Als de belichtingscorrectiewaarde groter is dan ±3, wordt het effect niet correct weergegeven tijdens live bekijken.
AE-lock De gemeten belichtingswaarde kunt u vasthouden met knop AEL/AFL (AE-lock). Gebruik AE-lock als u een andere belichting wilt toepassen dan de gebruikelijke belichting bij deze situatie. Door de ontspanknop half in te drukken worden normaliter zowel de scherpstelling (AF – autofocus) als de automatische belichting AE vastgehouden, maar u kunt ook alleen de belichting vasthouden door knop AEL/AFL in te drukken. Als u op de knop AEL/AFL drukt zodra de gewenste meetwaarde wordt aangegeven, zal deze belichting worden vastgehouden. • Door nogmaals op de knop AEL/AFL te drukken, wordt de AE-lock geannuleerd.
AEL/AFL-knop
AE-lock
48 NL
Zoeker
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 49 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS De belichting alleen vasthouden wanneer de knop AEL/AFL wordt ingedrukt: g“AEL/AFL MEMO“ (blz. 106)
Als u het moeilijk vindt om de knop AEL/AFL en de ontspanknop tegelijk in te drukken: j U kunt de functies van de AEL/AFL-knop en van de <-knop omschakelen. g“A“ (blz. 107)
AE-lock activeren met een ingestelde lichtmeetmethode:
j U kunt de gewenste lichtmeetmethode instellen aan de hand waarvan u de belichting wilt vasthouden met AE-lock. g“AEL-Meting“ (blz. 111)
AE bracketing (belichting variëren)
2 Belichting
De camera neemt automatisch meerdere opnamen en belicht hierbij elke opname telkens een beetje anders. Zelfs in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen (bijv. bij tegenlicht of in het halfduister), kunt u uit de serie foto's met verschillende belichtingsinstellingen (belichtings- en correctiewaarden) de foto kiezen die u het beste bevalt. De foto's worden in deze volgorde gemaakt: foto met optimale belichting, foto met belichtingscorrectie in de richting –, foto met belichtingscorrectie in de richting +. bijv.) Als BKT op [3 F 1.0 EV] ingesteld is
-1.0EV
±0
+1.0EV
Belichtingscorrectiewaarde: 0,3, 0,5, 0,7 of 1,0 Aantal beelden: 2, 3, 5 of 7 • De beschikbare correctiewaarde is afhankelijk van het aantal beelden. • De correctiewaarde en het aantal beelden wijzigt als de EV-stap wordt gewijzigd. g“EV STEP“ (blz. 111) Directe knop
MODE + AF
j/k
Menu
MENU
[BRACKETING]
[X]
[AE BKT]
Instellingenvenster Zoeker
Bedieningspaneel Aantal beelden
Aantal beelden EV STEP
EV STEP
Bracketing Correctiebereik • De belichtingswaarde voor de resterende beelden knippert tijdens het fotograferen.
49 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 50 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Begin met fotograferen. • Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de belichting telkens als u de ontspanknop indrukt. • Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop ingedrukt tot het geselecteerde aantal foto's is genomen. • Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met flitser-bracketing. Als deze stopt, knippert 0 in de zoeker en op het bedieningspaneel en verschijnt 0 in groen op het superbedieningspaneel.
2
Hoe corrigeert AE bracketing de belichting bij elke fotografeerstand Afhankelijk van de gekozen fotografeerstand wordt de belichting als volgt gecorrigeerd: Stand P : Diafragmawaarde en sluitertijd Stand A : Sluitertijd Stand S : Diafragmawaarde Stand M : Sluitertijd
Belichting
TIPS AE bracketing toepassen op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd:
j Corrigeer de belichtingswaarde en gebruik daarna de functie AE bracketing. AE bracketing is nu toegepast op de belichtingswaarde die u hebt gecorrigeerd.
ISO-waarde instellen Hoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger de lichtgevoeligheid van de camera en hoe minder licht u nodig hebt om te kunnen fotograferen. Bij hoge ISO-waarden gaat uw foto's er echter korrelig uitzien. Directe knop
ISO
Superbedieningspaneel
i
j/k
G-knop
ISO-knop k j
p: [ISO]
[AUTO]
: De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de lichtomstandigheden. Voor [ISO-AUTO SET] kunt u de standaardwaarde (waarde die normaal wordt gebruikt als de optimale belichting kan worden verkregen) en de bovengrens i-knop MENU-knop (bovengrens van ISO die automatisch wijzigt) instellen. g“ISO-AUTO SET“ (blz. 111) [100 - 6400] : Vast ingestelde ISO-waarde. [ISO STEP] kan worden gewijzigd in [1/3EV] of [1EV]. g“ISO STEP“ (blz. 111) Instellingenvenster Zoeker
Bedieningspaneel
Als [AUTO] ingesteld is, wordt de standaardwaarde weergegeven.
AUTO :
50 NL
–
–
–
100 : 6.400 :
• 125 en 1250 worden in de zoeker respectievelijk weergegeven als 120 en 1200.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 51 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Weergave na instelling Zoeker
Bedieningspaneel
Als [AUTO] ingesteld is, worden ISO-A en de ISO-waarde weergegeven die door de camera werden bepaald. Voor alle andere instellingen wordt ISO en de ingestelde waarde weergegeven. Wanneer een instelling van 3200 of hoger wordt ingesteld, knippert ISO.
Bij een andere instelling dan AUTO wordt ISO weergegeven. Wanneer een instelling van 3200 of hoger wordt ingesteld, knippert ISO.
2
j Normaal gezien is de AUTO-instelling niet beschikbaar in de M-stand, maar u kunt het instellen voor alle fotografeerstanden. g“ISO-AUTO“ (blz. 112)
Belichting
TIPS In de stand M de ISO-waarde automatisch laten instellen:
ISO-bracketing De camera maakt automatisch foto's met verschillende ISO-gevoeligheid maar met dezelfde sluitertijd en diafragmawaarde. 3 beelden met verschillende belichting worden opgenomen in de volgorde van de ingestelde ISO-gevoeligheid (optimale belichting bij instelling op [AUTO]), belichting in de richting – en belichting in de richting +. Belichtingscorrectiewaarde: 0.3, 0.7 of 1.0 • De correctiewaarde wordt ingesteld in stappen van 1/3 EV, ongeacht de instelling voor de ISO-stap. Aantal beelden: 3 Menu
x
MENU
[X]
[BRACKETING]
[ISO BKT]
Opmerkingen • Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die werd ingesteld met [ISO-AUTO SET]. • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter.
Meervoudige belichting Hiermee worden verschillende beelden op elkaar geplaatst en als één enkel beeld opgeslagen. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen. U kunt de foto die u maakt op het beeld plaatsen, of u kunt in de stand Weergeven een opgenomen beeld op het beeld plaatsen. MULTIPLE EXPOSURE In de fotografeerstand kunt u tot 4 foto's boven elkaar plaatsen en als één beeld opslaan. U kunt ook een opgeslagen RAW-beeld selecteren en verschillende foto's maken om een overlappend beeld te maken. [FRAME] : Selecteer [2F], [3F] of [4F] voor het aantal beelden dat u wenst te maken. [AUTO GAIN] : Bij de instelling [ON] wordt de helderheid van elk beeld ingesteld op “1/aantal gemaakte foto's“ en worden de beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling [OFF] worden de beelden op elkaar geplaatst met de oorspronkelijke helderheid van elk beeld. [OVERLAY] : Bij de instelling [ON] kunt u bovenop een RAW-beeld dat op een kaartje is opgeslagen, verschillende foto's plaatsen en als een afzonderlijk beeld opslaan. Het aantal gemaakte foto's is één eenheid kleiner dan het aantal beelden dat ingesteld is bij [FRAME].
51 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 52 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
IMAGE OVERLAY In de stand Weergeven kunt u tot 4 RAW-beelden op elkaar plaatsen en als één beeld opslaan. g“Beeldoverlapping“ (blz. 95) MENU [X] EXPOSURE]
Menu
2
[MULTIPLE
MULTIPLE EXPOSURE FRAME AUTO GAIN OVERLAY
OFF OFF OFF
Instellingenvenster • Als meervoudige belichting ingesteld is, BACK SET wordt u weergegeven op het bedieningspaneel en het superbedieningspaneel. Als de opname wordt onderbroken, knippert u en wordt i groen weergegeven op het superbedieningspaneel. Bedieningspaneel
Belichting TIPS Het beeld tijdens de opname annuleren:
j Als u op knop D drukt, wordt de laatst gemaakte foto geannuleerd.
Meerdere foto's maken terwijl u de kadrering van elk beeld controleert:
j Fotograferen met live bekijken. De overlappende beelden worden semitransparant op de LCDmonitor weergegeven, zodat u tijdens het fotograferen de positie van de beeldoverlapping kunt controleren.
5 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j Als u 5 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het beeld op als een RAW-bestand en gebruikt u [OVERLAY] om de meervoudige opname te herhalen.
x
52 NL
Opmerkingen • Als meervoudige belichting ingesteld is, wordt [SLEEP] automatisch ingesteld op [OFF]. • RAW-beelden die met een andere camera werden gemaakt, kunnen niet worden gebruikt voor het overlappend beeld. • Als [OVERLAY] ingesteld is op [ON], worden de beelden die worden weergegeven als een RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de opname. • Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld. • De functie Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch opgeheven. De camera wordt uitgeschakeld/U drukt op de q-knop/U drukt op de MENU-knop/U drukt op de n-knop/De batterij heeft geen vermogen meer/De kaart werd verwisseld/De LCDmonitor is gesloten/De USB-kabel, AV-kabel of HDMI-minikabel wordt aangesloten • De informatie voor het eerste beeld tijdens Meervoudige opname wordt als opnamegegevens weergegeven. • Wanneer het beeldeffect is ingesteld op C tot L, is meervoudige belichting niet beschikbaar met MYSET of Y/X.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 53 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Scherpstellen en opnamefuncties Autofocusstand selecteren Deze camera beschikt over drie autofocusstanden: S-AF, C-AF, en MF. U kunt foto's maken door de S-AF- of C-AF-functie met de MF-functie te combineren. AF+j
Directe knop
Superbedieningspaneel
i
k
AF-knop
j
p: [AF MODE]
3 Instellingenvenster Zoeker
S-AF
Bedieningspaneel
:
C-AF
:
MF
:
Scherpstellen en opnamefuncties
MENU-knop
i-knop
S-AF+MF : C-AF+MF :
S-AF (één keer scherpstellen) Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp. Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen. Druk de ontspanknop half in. • Zodra de camera heeft scherpgesteld, stopt het AF-teken met knipperen. • U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen.
Zoeker
AF-teken
53 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 54 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS Bij weinig licht kan de camera in een AF-stand soms moeilijk automatisch scherpstellen: j De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Op die manier kunt u gemakkelijker scherpstellen als er weinig licht is en u de AF-stand gebruikt. g“AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)“ (blz. 103)
Als u snel wenst om te schakelen van de AF-stand naar MF: j Door [MF] te registreren bij de <-knop, de P-knop of de V (preview)-knop, kunt u naar de MF-stand schakelen door gewoon op die knop te drukken.
g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106) Als u ook wenst te fotograferen als het onderwerp niet scherpgesteld is:
j Zie “RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C“ (gblz. 108).
Als u niet wenst dat het AF-kader in de zoeker wordt weergegeven als scherpgesteld is op het onderwerp: j Het AF-kader in de zoeker wordt rood als het onderwerp scherp staat. U kunt instellen dat het AF-kader niet verschijnt. g“AF AREA POINTER“ (blz. 103)
3
C-AF (continu scherpstellen)
Scherpstellen en opnamefuncties
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half ingedrukt blijft. Als het onderwerp zich verplaatst, blijft de camera de scherpstelling continu aanpassen (Predictive AF). Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de foto, de camera blijft bezig met scherpstellen. Druk de ontspanknop half in en blijf hem in deze stand houden. • Zodra de camera klaar is met scherpstellen, stopt het AF-teken met knipperen. • Het AF-teken licht niet meer op, ook al is de scherpstelling in orde. • De camera blijft continu bezig met scherpstellen. Ook al beweegt het onderwerp, en zelfs als u de compositie van de foto wijzigt: de camera blijft steeds bezig met scherpstellen. • U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met scherpstellen. U hoort deze pieptoon niet meer na de derde keer scherpstellen in de stand continu AF, ook al is er goed scherpgesteld. TIPS De camera stelt scherp op iets dat voor het onderwerp passeert:
j U kunt de camera zo instellen, dat de scherpstelling niet wordt gewijzigd, zelfs als de afstand tot het onderwerp wijzigt. g“C-AF LOCK“ (blz. 103)
MF (handmatig scherpstellen) Met deze functie kunt u handmatig scherpstellen op elk onderwerp. Stel scherp met de scherpstelring.
Dichtbij
54 NL
Scherpstelring
)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 55 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS De draairichting van de scherpstelring wijzigen.
j U kunt de draairichting van de scherpstelring naar eigen voorkeur instellen: rechtsom of juist linksom naar de stand oneindig. g“FOCUS RING“ (blz. 103)
Bevestiging of daadwerkelijk is scherpgesteld op het onderwerp (scherpstelhulp):
j Als u de lens handmatig scherpstelt op een onderwerp (door de scherpstelring te verdraaien), stopt het AF-teken met knipperen zodra uw scherpstelling overeenkomt met de autofocusmeting van de camera. Als B is ingesteld met [AF AREA], licht het AF-teken op zodra in het middelste AF-kader is scherpgesteld op het onderwerp. (Alleen wanneer de zoeker wordt gebruikt)
De scherpstelling nauwkeurig aanpassen (MF assist):
j U kunt het onderwerp vergroot op het scherm controleren door de scherpstelring te draaien terwijl u fotografeert met live bekijken. g“MF ASSIST“ (blz. 103)
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)
x
Opmerkingen • Als u na het handmatig bijregelen met de scherpstelring de ontspanknop loslaat en opnieuw half indrukt, wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
De methodes C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF) Stel scherp met de scherpstelring en druk de ontspanknop half in om de C-AF-methode te activeren. • Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, kunt u niet handmatig scherpstellen (MF). • Als u de ontspanknop niet indrukt, kunt u handmatig scherpstellen (MF). TIPS Een andere manier om handmatig scherp te stellen in de stand C-AF:
3 Scherpstellen en opnamefuncties
Met deze functie kunt u, zodra de camera heeft scherpgesteld met de methode S-AF, de scherpstelling handmatig bijregelen met de scherpstelring. • Druk de ontspanknop half in. Als AF bevestigd is, draait u aan de scherpstelring om de scherpstelling fijn bij te regelen.
j U kunt knop AEL/AFL instellen om C-AF te activeren. g“AEL/AFL“ (blz. 105)
x
Opmerkingen • Als u na het handmatig bijregelen met de scherpstelring de ontspanknop loslaat en opnieuw half indrukt, wordt uw scherpstelling ongedaan gemaakt en stelt de camera opnieuw scherp.
55 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 56 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Autofocusveld selecteren Bij automatisch scherpstellen kan de camera gebruikmaken van 11 AF-kaders. Selecteer de optimale AF-kaderstand overeenkomstig uw onderwerp en de kadrering. Er zijn twee AF-kaderstanden: Alle AF-kaders, waarbij AF wordt toegepast op alle AF-kaders, en enkelvoudig AF-kader, waarbij AF wordt gecentreerd rond één geselecteerd AF-kader. B Alle AF-kaders De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp dat zich voor de camera bevindt en maakt daarbij gebruik van de 11 AF-kaders. Dit is interessant als u bewegende onderwerpen fotografeert of als u de scherpstelling laat uitvoeren door de camera.
3 Scherpstellen en opnamefuncties
M Enkelvoudig AF-kader (o Klein enkelvoudig AF-kader) De camera stelt scherp met behulp van één geselecteerd AF-kader. Dit is handig als u nauwkeurig wenst scherp te stellen op het onderwerp nadat u de opname heeft gekadreerd. Met M kunt u scherpstellen in een bereik dat iets groter is dan één AF-kader, maar u kunt het bereik enkel instellen binnen het AF-kader. Als [SMALL] geselecteerd is voor [AF SENSITIVITY], wijzigt de weergegeven instelling automatisch in o. g“AF SENSITIVITY“ (blz. 103) N Dynamisch enkelvoudig AF-kader Als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp met behulp van het geselecteerde AF-kader, stelt de camera scherp met behulp van het naastliggende AF-kader. Geselecteerd AF-kader
56 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 57 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Directe knop
P + j/k
AF-knop
k
P-knop j
• Als de knop wordt losgelaten, wordt het momenteel geselecteerde AF-kader gemarkeerd. Als M of N ingesteld is, kunt u het AF-kader selecteren dat op dat ogenblik moet worden gebruikt. Hoe u dat doet, leest u bij Stap 2 in “Positie van het AF-kader selecteren“ (gblz. 57) in de volgende paragraaf. i p: [AF AREA] P+k • Als M of N is geselecteerd, kunt u aan de regelaar draaien om het AF-kader te selecteren. Superbedieningspaneel
Menu
MENU
[c]
[R]
MENU-knop
i-knop
[AF AREA]
• Als M of N is ingesteld, kunt u het AF-kader selecteren met p.
Selecteer het AF-kader dat u wenst te gebruiken voor de stand Enkelvoudig AF-kader.
1 2
Door op de knop P te drukken en uw vinger op te heffen, kunt u het AF-kader selecteren. Gebruik de hoofdregelaar / subregelaar of de pendelknop om het AF-kader te selecteren. • De hoofdregelaar heeft dezelfde functie als ac, terwijl de subregelaar dezelfde functie heeft als bd. • Druk op de knop i om de positie van het AF-kader weer in te stellen op het centrum.
Scherpstellen en opnamefuncties
Positie van het AF-kader selecteren
3
TIPS De werking selecteren als het AF-kader geselecteerd is:
j U kunt de werking van de regelaars en van de pendelknop wijzigen om het AF-kader te selecteren. g“P SET UP“ (blz. 102)
De positie van het AF-kader selecteren met de pendelknop zonder op de knop P te drukken:
j Druk de ontspanknop half in en laat hem los, gebruik vervolgens de pendelknop om de positie van het AF-kader te wijzigen. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)
Autofocus uitvoeren met het opgegeven punt:
j U kunt autofocus uitvoeren met de positie en de grootte van het kader voor vergroting. g“Het werken met vergrote weergave“ (blz. 40)
x
Opmerkingen • Wanneer u fotografeert met live bekijken, kunt u de stand Dynamisch enkelvoudig AF-kader niet gebruiken.
57 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 58 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Een AF-kaderstand vastleggen U kunt een vaak gebruikte AF-kaderstand en de positie van het AF-kader vastleggen. Vervolgens kunt u de vastgelegde instelling (“home-positie“) snel laden en gebruiken tijdens het fotograferen. Menu
MENU
[c]
[R]
[P SET HOME]
Vastleggen
1
Scherpstellen en opnamefuncties NL
[̖] SET HOME HP
• De home-positie wordt vastgelegd als u op de knoppen drukt. • De home-positie kan niet worden vastgelegd wanneer u de directe knop gebruikt.
3
58
Selecteer de positie van het AF-kader en druk op de i-knop.
SET
BACK
Geeft aan dat het AF-kader wordt vastgelegd.
Stand Om deze functie te gebruiken, dient u [P HOME] vooraf toe te wijzen aan een van de knoppen Fn, P of V (preview). gblz. 106
1
Druk op de knop waaraan [P HOME] is toegewezen. • De vastgelegde home-positie wordt geselecteerd. Druk nogmaals op deze knop om naar de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan.
x
Opmerkingen • De AF-gevoeligheid wordt niet opgenomen als u de home-positie vastlegt.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 59 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Repeterende opnamen Enkelbeeldopnamen o
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto (in de stand Fotograferen). Repeterende opnamen H l Zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt, maakt de camera 5 opnamen/sec. (in de stand S-AF, MF). Repeterende opnamen L O Maakt foto's met de ingestelde snelheid (g“O fps“ (blz. 108)) zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. • Druk de ontspanknop helemaal in en houd deze ingedrukt. De camera blijft achter elkaar door fotograferen tot u de knop loslaat. Mogelijk aantal • De scherpstelling, de belichting en witbalans van de repeterende opnamen eerste opname (tijdens S-AF, MF) worden vastgehouden.
x
Opmerkingen
Instelmethode Directe knop
Superbedieningspaneel
i
k
k
< / Y / j-knop
p: [j/
3 Scherpstellen en opnamefuncties
• Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het geheugenkaartje. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.
Instellingenvenster Zoeker
Bedieningspaneel
Enkelbeeldopnamen Repeterende opnamen H
:
Repeterende opnamen L
:
zelfontspanner na 12 seconden
:
zelfontspanner na 2 seconden
:
Afstandsbediening
:
2-seconden afstandsbediening
:
• Anti-shock-indicatie: Een knipperende indicatie in de zoeker of op het bedieningspaneel en het symbool D op het superbedieningspaneel geven aan dat anti-shock is ingeschakeld.
59 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 60 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotograferen met de zelfontspanner Deze functie maakt fotograferen met de zelfontspanner mogelijk. U kunt hierbij de camera zo instellen dat de foto na 12 seconden of na 2 seconden wordt gemaakt. Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten. Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (gblz. 59).
3
Druk de ontspanknop helemaal in. • Als Y12s geselecteerd is: De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt. • Als Y2s geselecteerd is: De zelfontspanner-LED knippert ongeveer 2 seconden lang, en daarna wordt de foto gemaakt. • Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op de < / Y / j-knop.
Scherpstellen en opnamefuncties
x
Zelfontspanner-LED
Opmerkingen • Druk de ontspanknop niet in terwijl u recht voor de camera staat omdat de camera dan bij een half-ingedrukte ontspanknop gaat scherpstellen op het verkeerde onderwerp.
Zoekersluiter Als u fotografeert zonder door de zoeker te kijken, sluit u de zoekersluiter om de zoeker te blokkeren, zodat er geen licht in de zoeker komt en de belichting wijzigt. Zet de zoekersluiterhendel omhoog.
Zoekersluiterhendel
Fotograferen met de afstandsbediening Met behulp van de optionele afstandsbediening RM-1 kunt u een zelfportret of een opname bij nachtlicht maken zonder dat u de camera hoeft aan te raken. U kunt de camera zo instellen dat, na het indrukken van de ontspanknop op de afstandsbediening, de foto onmiddellijk of na 2 seconden wordt gemaakt. Met de optionele afstandsbediening kunt u ook tijdopnamen maken. Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (gblz. 59). • Zoekersluiter gblz. 60
60 NL
Zet de camera stevig op een statief, richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera en druk op de ontspanknop van de afstandsbediening. • Als <0s is geselecteerd: De scherpstelling en belichting worden vastgehouden, het afstandsbedieningslampje knippert en de foto wordt gemaakt. • Als <2s is geselecteerd: De scherpstelling en belichting worden vastgehouden, het afstandsbedieningslampje knippert en na ongeveer 2 seconden wordt de foto gemaakt.
Afstandsbedieningslampje Ontvanger van afstandsbedieningssignalen
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 61 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Effectief bereik van de afstandsbediening Richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera binnen het bereik dat hieronder staat aangegeven. Als sterk licht zoals direct zonlicht op de ontvanger van de afstandsbediening schijnt of als TL-licht of apparaten, die elektrische golven of radiogolven uitstralen, in de buurt zijn, kan dit het effectieve bereik verkleinen.
Afstandsbediening
Ca. 3 m (binnens huis) Ca. 2 m (buitens huis) Ca. 5 m (binnenshuis) Ca. 3 m (buitenshuis)
huis) (binnens Ca. 3 m is) uitenshu (b m 2 Ca.
Ontvanger van afstandsbedieningssignalen
j Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de ontvanger op de camera wordt blootgesteld aan fel licht. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ontspanknop van de afstandsbediening. j Het uitgezonden signaal bereikt de camera niet als de afstand tot de camera te groot is. Houd de afstandsbediening dichter bij de camera en druk opnieuw op de ontspanknop van de afstandsbediening. j Het signaal wordt gestoord. Richt de afstandsbediening op de ontvanger op de camera en houdt de CH-knop en de W- of T-zoomknop op de afstandsbediening tegelijk gedurende minstens drie seconden ingedrukt, tot het afstandsbedieningslampje op de camera knippert of u een pieptoon hoort om aan te geven dat het signaal ontvangen is.
Het fotograferen via de afstandsbediening uitschakelen:
Scherpstellen en opnamefuncties
TIPS Het afstandsbedieningslampje knippert niet als u op de ontspanknop van de afstandsbediening drukt:
3
j Na het fotograferen via de afstandsbediening wordt deze functie niet automatisch uitgeschakeld. Druk op knop < / Y / j om de camera op [o] (enkelbeeldopnamen) te zetten, etc.
Gebruik van de ontspanknop op de camera tijdens het fotograferen via de afstandsbediening:
j De ontspanknop op de camera werkt altijd, ook in de stand “Fotograferen via de afstandsbediening“.
x
Opmerkingen • Er wordt geen foto gemaakt als de camera niet heeft kunnen scherpstellen op het onderwerp. • Bij fel licht is het afstandsbedieningslampje moeilijk te zien waardoor u moeilijk kunt bepalen of de foto wel gemaakt is. • Met de afstandsbediening kunt u niet in- of uitzoomen.
Tijdopnamen met de afstandsbediening Terwijl u de knop MODE ingedrukt houdt, draait u de hoofdregelaar om de fotografeerstand in te stellen op [BULB]. g“Tijdopnamen“ (blz. 45)
Druk bij de afstandsbediening op knop W om de sluiter te openen. Zodra de bij “BULB TIMER“ (gblz. 112) ingestelde tijd is verstreken, gaat de sluiter automatisch dicht.
Druk op knop T om de sluiter te sluiten.
61 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 62 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Anti-shock - trillingen voorkomen U kunt de interval instellen tussen het moment waarop de camera de spiegel omhoogklapt, en het moment waarop de sluiter opengaat. Hiermee voorkomt u dat de camera tijdens de opname trilt door het opklappen van de spiegel. Deze functie kan handig zijn bij astrofotografie en microscoopfotografie of andere fotografische situaties waarin een zeer lange sluitertijd wordt gebruikt en trilling van de camera tot een minimum moet worden beperkt.
1 2 3
3 Scherpstellen en opnamefuncties
62 NL
MENU [c] [V] [ANTI-SHOCK z] Selecteer de tijd (tussen 1/8 en 30 seconden) die moet verstrijken tussen het omhoogklappen van de spiegel en het ontspannen van de sluiter en druk daarna op de i-knop. Anti-shock wordt apart toegevoegd aan de fotografeerfuncties (enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, en opnamen met de zelfontspanner en de afstandsbediening). Voor de instelmethode, zie “Repeterende opnamen“ (gblz. 59).
Beeldstabilisator U kunt de camerabeweging beperken die zich vaak voordoet als u foto's maakt wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. OFF I.S. 1 I.S. 2 I.S. 3
Beeldstabilisator is uitgeschakeld. Beeldstabilisator is ingeschakeld. Wordt gebruikt als u met de camera in horizontale richting wenst te bewegen om een onscherpe achtergrond te verkrijgen. De horizontale beeldstabilisator wordt uitgeschakeld en enkel de verticale beeldstabilisator is ingeschakeld. Wordt gebruikt als u met de camera in verticale richting wenst te bewegen om een onscherpe achtergrond te verkrijgen (kantelen). De verticale beeldstabilisator wordt uitgeschakeld en enkel de horizontale beeldstabilisator is ingeschakeld. p: [IMAGE STABILIZER]
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
[X]
[IMAGE STABILIZER]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 63 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
De brandpuntsafstand instellen Door vooraf de brandpuntsafstand van de lens in te stellen, kunt u de beeldstabilisator gebruiken met andere lenzen dat Four Thirds-lenzen. Deze instelling wordt uitgeschakeld als u een Four Thirds-lens bevestigt.
j
1 2
LF Druk op de knop F als de beeldstabilisator HD łŖŕŐ ingeschakeld is. Gebruik de regelaar of ac om de brandpuntsafstand in te stellen, en druk op i. • Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat. • U kunt [IS MODE] toewijzen aan de Fn-knop om deze als directe knop te gebruiken.
x
Opmerkingen
3 Scherpstellen en opnamefuncties
• De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen dient u een statief te gebruiken. • Als u een statief gebruikt, dient u [IMAGE STABILIZER] in te stellen op [OFF]. • Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie van de lens of van de camera uit. • Als [IMAGE STABILIZER] is ingesteld op [I.S.1], [I.S.2] of [I.S.3] en u de camera uitschakelt, zal de camera trillen. De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de beeldstabilisator initialiseert. Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet goed werken. • Als het pictogram voor de beeldstabilisator rood knippert op de monitor, is er een probleem met de beeldstabilisatiefunctie. Als u dan toch een foto maakt, is de compositie waarschijnlijk verkeerd. Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus.
63 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 64 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect De beeldkwaliteit selecteren U kunt de beeldkwaliteit kiezen waarmee de foto wordt opgeslagen. Kies de beeldkwaliteit die het beste past bij het doel van de foto (printen, bewerken op een pc, bewerken voor een website, enz.).
Opnameformaten JPEG
Beeld met een hoog aantal pixels
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
Beeld met een laag aantal pixels
Beeld wordt helderder
Applicatie
Het aantal pixels wordt hoger
4
Voor JPEG-beelden selecteert u een combinatie van resolutie (Y, X, W) en compressiefactor (SF, F, N, B). Beelden zijn opgebouwd uit pixels (puntjes). Als u een beeld gaat vergroten, ziet u bij een laag aantal pixels eerder een mozaïekpatroon verschijnen. Bij een beeld met een groot aantal pixels neemt beeldbestand meer geheugenruimte in beslag waardoor u op het geheugenkaartje minder beelden kunt opslaan. Het beeldbestand wordt kleiner naarmate u een hogere compressie kiest. In dat geval is het beeld echter minder helder als u het gaat weergeven.
Afhankelijk van het gewenste printformaat
Aantal pixels
Compressiefactor F N (Fijn) (Normaal) 1/4 1/8
Aantal pixels
SF (Super Fijn) 1/2,7
Y (Large – groot)
4.032 × 3.024
YSF
YF
YN
YB
X (middel)
3.200 × 2.400 2.560 × 1.920 1.600 × 1.200
XSF
XF
XN
XB
WSF
WF
WN
WB
B (Basic) 1/12
1.280 × 960 1.024 × 768 Voor kleine afdrukken en gebruik op websites
W (Small – klein)
640 × 480
RAW
64 NL
Dit zijn onverwerkte gegevens waarvan de witbalans, scherpte, contrast of kleur niet veranderd werden. Gebruik OLYMPUS Viewer 2 of de [ib]-software om ze als een beeld op de computer weer te geven. RAW-gegevens kunnen niet weergegeven worden op een andere camera of met normale software, en kunnen niet geselecteerd worden voor printreservering. RAW-bestanden hebben de extensie “.ORF“. RAW-beelden kunnen met deze camera worden bewerkt en opgeslagen als JPEGgegevens. g“Foto's bewerken“ (blz. 93)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 65 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
De beeldkwaliteit selecteren JPEG Voor JPEG-beelden kunt u 4 combinaties vastleggen van resoluties (Y, X, W) en compressiefactoren (SF, F, N, B). In totaal zijn er 12 verschillende combinaties mogelijk. g“K SET“ (blz. 114) Als u X of W als resolutie selecteert, kunt u ook het aantal pixels selecteren. g“PIXEL COUNT“ (blz. 114) JPEG+RAW Telkens als u een foto maakt, wordt tegelijkertijd een JPEG- en een RAW-beeld opgeslagen. RAW Slaat het beeld op in het bestandstype RAW. bijv.) De volgende 9 beeldkwaliteiten zijn beschikbaar als YF/YN/XN/WN zijn vastgelegd. RAW : RAW JPEG : YF/YN/XN/WN JPEG+RAW : YF+RAW/YN+RAW/XN+RAW/WN+RAW p: [K]
i
Menu
MENU
[W]
[K]
D
TIPS De beeldkwaliteit snel instellen:
OFF
j Door [RAWK] toe te wijzen aan de <-knop, de P -knop of de V (preview)-knop, kunt u de regelaar verdraaien terwijl u de knop ingedrukt houdt om de beeldkwaliteit te wijzigen. Telkens wanneer u op de knop drukt, kunt u gemakkelijk omschakelen tussen enkel JPEG-gegevens en JPEG- en RAW-gegevens. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)
arge Normal
STILL PICTURE STILL PICTURE MOVIE
De bestandsgrootte bepalen en het aantal foto's dat u per beeldkwaliteit kunt opslaan:
j “Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen“ (gblz. 144)
IS 1
BACK
RAW F N N N SET
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
Superbedieningspaneel
De beeldverhouding instellen U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen als u foto's maakt met behulp van live bekijken. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedtehoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [6:6], [5:4], [7:6], [6:5], [7:5] of [3:4]. JPEG-beelden worden uitgesneden en opgeslagen overeenkomstig de breedtehoogteverhouding. p: [ASPECT]
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
x
[W]
[IMAGE ASPECT]
Opmerkingen • RAW-beelden worden niet uitgesneden en worden opgeslagen met de breedtehoogteverhouding die werd gebruikt tijdens het fotograferen. • Tijdens de weergave van RAW-beelden worden de beelden weergegeven met een rand overeenkomstig de breedte-hoogteverhouding.
65 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 66 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS De breedte-hoogteverhouding wijzigen van opgeslagen beelden:
j U kunt de breedte-hoogteverhouding enkel wijzigen als de breedte-hoogteverhouding van het beeld ingesteld is op [4:3]. g“Foto's bewerken“ (blz. 93)
Opgeslagen beelden uitsnijden:
j U kunt enkel beelden uitsnijden als de breedte-hoogteverhouding van het beeld ingesteld is op [4:3]. g“Foto's bewerken“ (blz. 93)
Fotograferen met de breedte-hoogteverhouding van het beeld wanneer u de zoeker gebruikt: j Stel [ASPECT SHOOTING] in op [ALL]. g“ASPECT SHOOTING“ (blz. 115)
Witbalans selecteren
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
De kleurweergave varieert altijd naargelang de lichtomstandigheden. Als u bijvoorbeeld daglicht en gloeilamplicht afwisselend op een blad wit papier laat schijnen, ziet u dat de kleur wit telkens een andere tint heeft. Een digitale camera kan met zijn digitale processor de kleur van het wit aanpassen zodat de keur er natuurlijker uitziet. Dit noemen we de witbalans. Met deze camera kunt u de witbalans (WB) op vier manieren aanpassen. Witbalans automatisch instellen [AUTO] De camera detecteert dan in de beelden automatisch de witte partijen en past aan de hand daarvan de kleurbalans aan. Gebruik deze stand bij normaal fotograferen. Voorgeprogrammeerde witbalans [5][2][3][1][>][Q][n] 7 verschillende kleurtemperaturen zijn vooraf ingesteld overeenkomstig de lichtbron. Gebruik bijv. een preset WB om meer rood te krijgen in een opname van een zonsondergang, of creëer hiermee een warm effect bij kunstlichtopnamen. Custom-witbalans [CWB] (zelf-ingestelde witbalans) U kunt de kleurtemperatuur instellen tussen 2000K en 14000K. Voor meer informatie over de kleurtemperatuur, raadpleegt u “Witbalans en kleurtemperatuur“ (gblz. 143). Witbalans met één knop [M][N][O][P] U kunt voor bepaalde lichtomstandigheden de optimale witbalans instellen door de camera op een wit object te richten, bijv. een wit stuk papier. De witbalans die zo wordt ingesteld, wordt opgeslagen als een van de preset WB-instellingen. WB-stand AUTO 5 5300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of voor meer rode tinten bij een een zonsondergang, of voor meer kleuren bij vuurwerk
2 7500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag
3 6000K
Voor het fotograferen buiten op een bewolkte dag
1 3000K
Voor fotograferen bij gloeilamplicht
> 4000K
Voor fotograferen bij TL-licht
Q
66 NL
Lichtomstandigheden Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden (als in de zoeker een witte beeldpartij zichtbaar is) Gebruik deze stand bij normaal fotograferen.
Voor onderwateropnamen
n 5500K
Voor flitsopnamen
Mtot P
De bij one-touch WB ingestelde kleurtemperatuur. g“Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)“ (blz. 69)
CWB
De kleurtemperatuur die is ingesteld in het menu Custom witbalans. Kan worden ingesteld tussen 2.000K en 14.000K. De standaardinstelling af fabriek is 5.400K.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 67 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Auto WB/preset/custom WB instellen U kunt de witbalans instellen door de juiste kleurtemperatuur voor de heersende lichtomstandigheden te kiezen. F-knop
Directe knop
WB + j/k
Superbedieningspaneel
i
WB-knop
j
p: [WB]
• U stelt uw eigen witbalans (CWB) in door [CWB] te selecteren en dan met ingedrukte F-knop de regelaar te verdraaien. MENU
Menu
[c]
[X]
[WB]
MENU-knop
i-knop
Instellingenvenster
4
Zoeker
Bedieningspaneel
AWB 5 2 3 1 > Q
: : : : : :
# M N O P
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
Kleurtemperatuur WB-stand • Als u een eigen witbalans instelt, wordt de kleurtemperatuur weergegeven.
: : : : : : :
TIPS Als onderwerpen die niet wit zijn in het wit verschijnen:
j In de stand Auto WB kan de juiste witbalans niet worden bepaald als er binnen het zoekerbeeld geen witte partijen voorkomen. Probeer het in dit geval met de instelling one-touche WB of met een van de preset-WB-instellingen.
Witbalanssensor Deze camera beschikt over een witbalanssensor waarmee de lichtbron in de opnameomgeving wordt bepaald. De witbalanssensor meet en berekent het infrarode en zichtbare licht, en bepaalt of de lichtbron zonlicht, TL-licht, schijnwerperlicht, een blauwe lamp of een andere lichtbron is. Let op dat u tijdens het fotograferen de sensor niet afdekt of in de schaduw plaatst.
Witbalanssensor
67 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 68 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Witbalanscorrectie Hiermee kunt u de instelling van Auto WB, Preset WB en One-touch WB bijregelen. WB + F k: aanpassen in richting A/ j: aanpassen in richting G • Gebruik de subregelaar om in te stellen in de richting A, of de hoofdregelaar om in te stellen in de richting G. Directe knop
p: [>]
Superbedieningspaneel
i
Menu
MENU
[c]
[X]
[WB]
• Selecteer de witbalans die u wilt bijregelen en druk op d.
4
De witbalans bijregelen in de richting A (amber/blauw) Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt de beeldtint bij het bijregelen naar + oranje (amber), en naar – blauwer.
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
De witbalans bijregelen in de richting G (groen/ magenta) Afhankelijk van de oorspronkelijke witbalans wordt de beeldtint bij het bijregelen naar + groener, en naar – roder (magenta). • De witbalans kunt u in beide richtingen in 7 stappen bijregelen.
AUTO
> A
WB PREVIEW
AEL AFL
BACK
Bedieningspaneel
Aanpassen naar G: -2
Aanpassen naar A: -3
bijv. 2)Als de richting A en de richting G allebei worden aangepast naar + Zoeker
Bedieningspaneel
Aanpassen naar G: +2
Aanpassen naar A: +3
68 NL
SET
Instelmenu directe knoppen
Instellingenvenster bijv. 1)Als de richting A en de richting G allebei worden aangepast naar – Zoeker
G
+2 –5
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 69 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS De aangepaste witbalans controleren:
j Na het instellen van de correctiewaarde richt u de camera op het onderwerp om testopnamen te maken. Als u op knop AEL / AFL drukt, verschijnen de testbeelden die u met de huidige witbalansinstellingen hebt gemaakt.
Alle instellingen van de witbalans in één keer aanpassen: j Zie “ALL >“ (gblz. 113).
Een one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop) Dit komt van pas als de gewenste witbalans nauwkeuriger moet zijn dan de beschikbare preset WB's. Om de witbalans te bepalen richt u de camera op een wit vel papier dat verlicht wordt door de gewenste lichtbron. De op deze wijze bepaalde witbalans kunt u opslaan in de camera. Dit is handig als u een onderwerp niet alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen met verschillende kleurtemperaturen. Wijs [V] vooraf toe aan een van de knoppen Fn, P of V (preview) in [BUTTON FUNCTION]. (gblz. 106)
1 2
• Houd het papier zó dat het de hele zoeker vult. Zorg dat er geen schaduwen zichtbaar zijn.
Terwijl u de knop ingedrukt houdt waaraan [V] is toegewezen, drukt u op de ontspanknop. • Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
Selecteer tussen [M] tot [P] en druk op de i-knop. • De witbalans is nu vastgelegd. • De vastgelegde witbalans wordt in de camera opgeslagen als een van de preset WB's. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt. • U kunt ook op de WB-knop drukken om te kiezen tussen [M] tot [P], en daarna op de F-knop drukken om de witbalans vast te leggen.
TIPS Na het indrukken van de ontspanknop, verschijnt [WB NG RETRY]:
j Het vastleggen van de witbalans is mislukt om een van de volgende redenen: het beeld bevatte te weinig wit, het beeld is te licht of te donker, of de kleuren zien er onnatuurlijk uit. Wijzig het diafragma en de sluitertijd en herhaal de procedure vanaf stap 1.
WB-bracketing
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
3
Richt de camera op een wit vel papier.
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans (aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Eén beeld heeft de ingestelde witbalans, terwijl de andere beelden een witbalans hebben die aangepast is in de verschillende kleurrichtingen. WB + MODE k: EV-stap in de richting A-B/ j: EV-stap in de richting G-M • Gebruik de subregelaar om in te stellen in de richting A-B, of de hoofdregelaar om in te stellen in de richting G-M. Directe knop
Menu
MENU
[X]
[BRACKETING]
[WB BKT]
69 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 70 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Instellingenvenster Wanneer de directe knop wordt gebruikt EV-stap in de richting G-M: 2STEP Zoeker
EV-stap in de richting A-B: 4STEP
• Selecteer [OFF], [3F 2STEP], [3F 4STEP] of [3F 6STEP] voor de EV-stap voor de richting A-B (amber-blauw) en de richting G-M (groen-magenta). • Als u de ontspanknop helemaal indrukt, worden automatisch 3 beelden gemaakt die aangepast zijn in de opgegeven kleurrichtingen.
4
Bedieningspaneel
Wanneer het menu wordt gebru WB BKT A-B
G-M
3F 4STEP
3F 4STEP
BACK
SET
Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
TIPS WB-bracketing toepassen op de witbalans die u heeft ingesteld:
j Stel de witbalans handmatig in en gebruik daarna de functie WB-bracketing. WB-bracketing wordt toegepast op de witbalans die u heeft ingesteld.
x
Opmerkingen • Tijdens WB-bracketing kan de camera de foto's niet maken als er onvoldoende geheugen in de camera of op het kaartje beschikbaar is voor minstens het geselecteerde aantal beelden. • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer het beeldeffect is ingesteld op een kunstfilter.
Beeldeffecten U kunt de kunstfilter of afwerking selecteren overeenkomstig het doel van de opname. Voor beeldtinten (afwerking) kunt u ook beeldparameters zoals contrast en scherpte voor elk item bijregelen. De veranderbare parameters worden in elke stand beeldeffecten opgenomen. Superbedieningspaneel
Menu
i
p: [PICTURE MODE]
MENU [W] [PICTURE MODE]
PICTURE MODE hi-ENHANCE iVIVID jNATURAL ZMUTED PORTRAIT BACK
70 NL
SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 71 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
[hi-ENHANCE]
[NORMAL].
BACK
SET
[HIGH KEY] : Gradatie bij een helder onderwerp. [LOW KEY] : Gradatie bij een donker onderwerp. [EFFECT] : Voor het instellen van de mate waarin het effect wordt toegepast. (i-ENHANCE) [B&W FILTER] : Voor zwart/wit-foto's. De filterkleur wordt lichter en de complementaire kleur wordt donkerder. (MONOTONE) [N: NEUTRAL] : [Ye: YELLOW] : [Or: ORANGE] : [R: RED] : [G: GREEN]
[PICT. TONE]
Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto. Geeft mooi doortekende witte wolken tegen een helderblauwe lucht. Accentueert de kleuren in blauwe luchten en zonsondergangen lichtjes. Accentueert in sterke mate kleuren in blauwe luchten en de helderheid van karmozijnrood gebladerte. : Accentueert in sterke mate kleuren in rode lippen en groene bladeren.
(MONOTONE) : Kleurt zwart/wit-beelden.
[N: NEUTRAL] : [S: SEPIA] : [B: BLUE] : [P: PURPLE] : [G: GREEN] :
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
: Voor indrukwekkendere beelden in overeenstemming met het motiefprogramma. [iVIVID] : Voor levendige kleuren. : Voor natuurlijke kleuren. [jNATURAL] [ZMUTED] : Voor afgevlakte tinten. : Voor mooie huidtinten. [cPORTRAIT] [MONOTONE] : Voor zwart/wit-tinten. [CUSTOM] : Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de instelling vast. Druk op d om de parameter aan te passen. De aanpasbare hi-ENHANCE parameters verschillen afhankelijk van het item. De afzonderlijke parameters luiden als volgt: J ±0 CONTRAST [CONTRAST] : Het verschil tussen lichte en donkere N ±0 SHARPNESS partijen SATURATION T ±0 [SHARPNESS] : De beeldscherpte GRADATION AUTO [SATURATION] : De kleurdiepte van het beeld [GRADATION] : De tint aanpassen (gradatie). STANDARD EFFECT : Deelt het beeld op in kleinere [AUTO] BACK SET gebieden en bepaalt voor elke gebied afzonderlijk de helderheid. Dit werkt goed bij CONTRAST beelden waarin gebieden met Lo Hi +2 Hi CONTRAST een hoog contrast voorkomen Lo +1 Hi zodat de lichte partijen te helder, SHARPNESS Lo en de donkere partijen te donker 0 Hi 0 SATURATION zouden worden. Lo Hi -1 GRADATION [NORMAL] : Gebruik bij normale Lo Lo -2 Hi EFFECT lichtomstandigheden de stand
Hiermee creëert u een normale zwart/wit-foto. Sepia Blauw Purper Groen
[C POP ART] [D SOFT FOCUS] [E PALE&LIGHT COLOR] [F LIGHT TONE] [G GRAINY FILM] [H PIN HOLE] [I DIORAMA] [J CROSS PROCESS] [K GENTLE SEPIA] [L DRAMATIC TONE] Selecteer en druk op de knop i.
71 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 72 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
x
Opmerkingen
• [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] worden niet toegepast op RAW-beelden. • Als de beeldkwaliteit is ingesteld op [RAW] en als [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] worden toegepast, is de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW]. • Het korrelige uitzicht van het beeld kan extra worden beklemtoond wanneer [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] worden toegepast. • Wanneer u de instelling [LDRAMATIC TONE] kiest terwijl de ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO, is de bovengrens van de gevoeligheid 1.600. U kunt deze waarde hoger instellen dan 1.600 door een andere instelling dan ISO AUTO te kiezen. In dit geval is de filter echter minder doeltreffend. Bovendien wordt het effect van de belichtingscorrectie mogelijk niet verkregen. • Wanneer een van de opties [CPOP ART] tot [LDRAMATIC TONE] wordt toegepast, is [COLOR SPACE] in het menu niet beschikbaar.
TIPS U kunt instellen of elk item op het scherm wordt weergegeven of verborgen. g“PICTURE MODE SETTINGS“ (blz. 111)
Ruisonderdrukking
4 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect
Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met [NOISE REDUCT.] onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken. Als de ruisonderdrukking is ingesteld op [AUTO] wordt de ruisonderdrukking alleen ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op [ON] wordt de ruisonderdrukking steeds ingeschakeld. Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto te maken.
OFF
Menu
MENU
ON / AUTO
[c]
[X]
[NOISE REDUCT.]
• Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt. • De indicatie-LED Dataverkeer knippert en [busy] verschijnt in de zoeker wanneer de ruisonderdrukking actief is. U kunt pas een volgende foto maken zodra de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
x
Ruisonderdrukking [ON]
Opmerkingen • Tijdens repeterende opnamen wordt [NOISE REDUCT.] automatisch uitgeschakeld [OFF]. • Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
Ruisfilter U kunt het ruisonderdrukkingsniveau selecteren. In de meeste gevallen kunt u [STANDARD] gebruiken. [HIGH] wordt aanbevolen tijdens fotograferen met hoge gevoeligheid.
72 NL
Menu
MENU
[c]
[X]
[NOISE FILTER]
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 73 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
5
Gebruik van de flitser Flitserfunctie instellen De camera kiest de flitserfunctie aan de hand van diverse factoren zoals een reeks flitsen en het flitsmoment. Welke flitserfuncties beschikbaar zijn, hangt af van het gekozen programma. De flitserfuncties zijn ook beschikbaar op apart verkrijgbare externe flitsers. Autoflitsen AUTO Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. Om een onderwerp bij tegenlicht te fotograferen, richt u het autofocusveld op het onderwerp. Flitssynchronisatiesnelheid/trage grens De sluitertijd kan worden gewijzigd als de ingebouwde flitser werkt. g“#X-SYNC.“ (blz. 112), “#SLOW LIMIT“ (blz. 112) Flitsen met onderdrukken van rode ogen ! In de stand “Flitsen met onderdrukken van rode ogen“ ontsteekt de hoofdflits pas na een reeks inleidende flitsen. Hierdoor wennen de ogen van de persoon aan het heldere licht waardoor de kans op rode ogen wordt verkleind. In de standen S/M/BULB zal de flitser altijd flitsen. Opmerkingen
De ogen van uw onderwerp zien er rood uit.
• Na de inleidende flitsen duurt het ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Houd de camera stevig vast om te voorkomen dat de camera beweegt. • Deze functie sorteert minder effect als het onderwerp niet recht naar de inleidende flitsen kijkt of als de afstand tot het onderwerp te groot is. Ook persoonlijke lichamelijke kenmerken kunnen het effect beperken.
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn) #SLOW
Gebruik van de flitser
x
5
De trage synchronisatieflits is bedoeld voor lange sluitertijden. Normaliter kunt u bij het fotograferen met een flitser geen al te lange sluitertijden instellen om camerabewegingen te voorkomen. Maar als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert, wordt bij snellere sluitertijden de achtergrond te donker. Met trage synchronisatie kunt u zowel de achtergrond als het onderwerp goed belichten. Omdat u met een lange sluitertijd werkt, gebruikt u een statief om camerabewegingen te elimineren.
1e sluitergordijn Normaliter ontsteekt de flitser direct nadat de sluiter volledig geopend is. Dit wordt het 1e sluitergordijn genoemd. Tijdens flitsopnamen wordt deze methode gewoonlijk toegepast.
73 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 74 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn) #SLOW2 Bij een “2e sluitergordijn-flits“ ontsteekt de flitser pas net voordat de sluiter dichtgaat. Door het flitsmoment te wijzigen, kunt u interessante effecten bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door de achterlichten van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe langer de sluitertijd, des te sterker zal het effect zijn. In de standen S/M/BULB zal de flitser altijd flitsen. Als de sluitertijd op 2 sec. is gezet
2 seconden
2e sluitergordijn
2 seconden
1e sluitergordijn: flitser ontsteekt
0 1e sluitergordijn seconden
2e sluitergordijn: flitser ontsteekt Sluiter gaat dicht
Sluiter helemaal open
Trage synchronisatie (1e sluitergordijn)/flitsen met onderdrukken van rode ogen/ !SLOW
5 Gebruik van de flitser
Als u trage synchronisatie combineert met het gebruik van de flitser, kunt u deze functie ook gebruiken om rode ogen te onderdrukken. Als u een onderwerp tegen een nachtelijke achtergrond fotografeert kunt met deze functie het verschijnsel 'rode-ogen' onderdrukken. Aangezien de tijd tussen de inleidende flitsen en het fotograferen zelf in de 2e sluitergordijnsynchronisatie lang is, is het moeilijk om rode ogen te onderdrukken. Daarom staat alleen de instelling van de 1e sluitergordijnsynchronisatie ter beschikking. Invulflits # De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie is vooral nuttig om schaduwen (bijvoorbeeld van boombladeren) op het gelaat van personen, in situaties met tegenlicht, enzovoort weg te werken. Maar ook om kleurverschuivingen te corrigeren welke veroorzaakt worden door kunstlicht, en dan met name door TL-licht.
x
Opmerkingen • Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/250 sec. of korter. Als u met de invulflitsen een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de achtergrond overbelicht zijn. In dit geval gebruikt u de optionele externe flitser FL-50R en fotografeert u in de stand Super FP. g“Super FP-flitser“ (blz. 79)
Flitser uit $ De flitser ontsteekt niet. Zelfs in deze stand kunt u de flitser als AF-lichtbron gebruiken (mits de flitser omhoog staat). g“AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron)“ (blz. 103)
74 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 75 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Handmatig flitsen (Manual) Hiermee kunt u de ingebouwde flitser een vaste hoeveelheid licht laten afgeven. Bij handmatig flitsen is de F-waarde die u moet instellen afhankelijk van de afstand tot het onderwerp. Hoeveelheid licht naar verhouding
RG: Richtgetal ISO 200 (Equivalent met ISO 100)
FULL (1/1)
18 (13)
1/4
9 (6,5)
1/16
4,5 (3,3)
1/64
2,3 (1,6)
Bereken met de onderstaande formule de F-waarde die u moet instellen RG × ISO-waarde Diafragma (F-waarde) = Afstand tot het onderwerp in meters
ISO-gevoeligheid ISO-waarde
100
200
400
800
1.600
3.200
6.400
ISO-gevoeligheid
1,0
1,4
2,0
2,8
4,0
5,6
8,0
5
Directe knop
#+j
Superbedieningspaneel
i
#-knop j
p: [FLASH MODE]
Gebruik van de flitser
Instelmethode
Instellingenvenster Zoeker
Bedieningspaneel
Flitserfunctie
• Meer informatie over het weergeven van de instellingen vindt u onder “Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden“ (gblz. 142).
75 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 76 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotograferen met de ingebouwde flitser Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar met een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de flitser de randen van de foto donkerder worden (vignettering). Of dit effect inderdaad optreedt, hangt ook af van het lenstype, de zonnekap en de lichtomstandigheden (zoals de afstand tot het onderwerp).
1
5
Druk op de #UP-knop om de ingebouwde flitser omhoog te laten springen.
Gebruik van de flitser
2
Druk de ontspanknop half in.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
• Als # continu oplicht, is de flitser gebruiksklaar. Als dit teken knippert, is de flitser bezig met opladen. Wacht in dit geval tot het opladen is voltooid.
#UP-knop
Flitser stand-by-teken
Zoeker
TIPS Foto's maken zonder te wachten tot de flitser opgeladen is:
j Zie “RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C“ (gblz. 108).
x
Opmerkingen • Als [#RC MODE] is ingesteld op [ON] ontsteekt de ingebouwde flitser alleen om te communiceren met de externe flitser zodat deze niet als een flitser werkt. g“Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem“ (blz. 80)
Regelen van de flitssterkte U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3. Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's levendiger worden.
76 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 77 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
w+k
Directe knop
F-knop k
w-knop
i
Superbedieningspaneel
p: [w]
Instellingenvenster Zoeker
Bedieningspaneel
5
TIPS De flitser aanpassen met de regelaars:
x
Gebruik van de flitser
j Wijs de flitssterkteregeling toe aan de hoofdregelaar (of subregelaar). g“DIAL FUNCTION“ (blz. 104)
Opmerkingen • Dit werkt niet bij handmatig flitsen. • Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld op MANUAL. • Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld, wordt dit gecombineerd met de flitssterkte-instelling van de camera. • Als u [w+F] hebt ingesteld op [ON], wordt de flitssterktewaarde opgeteld bij de belichtingscorrectiewaarde. g“w+F“ (blz. 112)
Flitser-bracketing De camera maakt verschillende opnamen en wijzigt telkens de hoeveelheid licht van de flitser. De camera maakt 3 foto's met de volgende hoeveelheid licht: optimaal licht, licht aangepast in de richting – en licht aangepast in de richting +. Menu
MENU
[X]
[BRACKETING]
• De correctiewaarde wijzigt overeenkomstig de EV-stap. g“EV STEP“ (blz. 111) • Bij enkelbeeldopnamen wijzigt de hoeveelheid licht van de flitser telkens wanneer u op de ontspanknop drukt. • Bij repeterende opnamen houdt u de ontspanknop ingedrukt tot het geselecteerde aantal foto's is genomen. • Zodra u de ontspanknop loslaat, stopt het fotograferen met flitser-bracketing. Als deze stopt, knippert 0 in de zoeker en op het bedieningspaneel en verschijnt 0 in groen op het superbedieningspaneel.
[FL BKT] BRACKETING FL BKT AE BKT WB BKT FL BKT ISO BKT BACK
OFF 3F 0.3EV 3F 0.7EV 3F 1.0EV SET
77 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 78 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotograferen met een externe flitser Naast de ingebouwde flitser kunt u ook gebruikmaken van externe flitsers die geschikt zijn voor deze camera. Hiermee beschikt u bij flitsopnamen over een groter aantal mogelijkheden bij verschillende lichtomstandigheden. De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor deze camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera. U kunt de flitser ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de flitskabel (optioneel). Raadpleeg eveneens de handleiding van de externe flitser. Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers Optionele flitser Flitsregeling RG (richtgetal) (ISO100) RC-functie
FL-50R
FL-36R
RF-11
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL, FP TTL AUTO, FP MANUAL
TF-22
TTL-AUTO, MANUAL
RG50 (85 mm*) RG28 (24 mm*)
RG36 (85 mm*) RG20 (24 mm*)
RG11
RG22
9
9
k
k
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (kleinbeeldequivalent)
x
5
Opmerkingen • De optionele flitser FL-40 kunt u niet gebruiken.
Gebruik van een externe elektronenflitser
Gebruik van de flitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1
Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen zoals aangegeven door de pijl in de afbeelding.
Flitsschoendekseltje
• Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen op een veilige plek zodat u het niet verliest en zet het na het fotograferen met flits weer op de camera.
2
Schuif de flitser in de flitsschoen. • Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait u de vergrendelring zo ver mogelijk in de tegengestelde richting van LOCK. Hierdoor wordt de vergrendelpen naar binnen getrokken. Vergrendelpen
78 NL
Vergrendelring
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 79 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3 4 5 6 7 x
Schakel de flitser in. • Als de laadindicator op de flitser gaat branden, is het opladen voltooid. • De flitser is gesynchroniseerd met de camera bij sluitertijden van 1/250 sec. of korter.
Selecteer een flitserfunctie. Selecteer de gewenste flitsregeling. • Kies voor normaal gebruik de instelling TTL-AUTO.
Druk de ontspanknop half in. • De camera en de flitser wisselen nu informatie uit over de ISO-waarde, de diafragmawaarde en de sluitertijd.
Druk de ontspanknop helemaal in. Opmerkingen • De ingebouwde flitser kan niet gebruikt worden als er een externe flitser op de flitsschoen is aangebracht.
Super FP-flitser
5 Gebruik van de flitser
Super FP-flitsen is mogelijk met de flitsers FL-50R Super FP-flitser en FL-36R. U kunt de Super FP-flitser gebruiken, zelfs als normale flitsers niet in combinatie met een snelle sluitertijd kunnen worden gebruikt. Zoeker Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals bij portretopnamen buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP. Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe flitser.
79 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 80 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem Met het draadloze Olympus RC-flitssysteem kunt u zonder kabels meerdere flitsers gebruiken. Met dit flitssysteem kunt u foto's maken met meerdere draadloze flitsers en deze flitsers in drie groepen (A, B en C) aansturen. De ingebouwde flitser verzorgt de communicatie tussen de camera en de externe flitsers. Voor meer informatie over draadloos flitsen raadpleegt u de handleiding van de externe flitser. Instelbereik bij draadloos flitsen Plaats de draadloze flitser zó dat de RC-sensor ervan naar de camera wijst. De richtlijnen voor het instelbereik vindt u hieronder. Het bereik is steeds afhankelijk van de omgeving waarin u fotografeert.
Richting van de flitslichtbundel
Afstandsensor
30 30°
5
Richting van de camera
Gebruik van de flitser NL
30 30°
10m 100 100°
50 50°
5m
1 2 3
80
60 60°
50 50°
Plaats de flitser zoals aangegeven bij “Instelbereik bij draadloos flitsen“ en schakel de flitser in. Zet de flitser met zijn knop MODE in de RC-flitsstand en stel het kanaal en de groep in. Zet op de camera de RC-flitsstand op [ON]. • MENU [X] [#RC MODE] [ON] • Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-flitsstand • Met de INFO-knop kunt u het superbedieningspaneel omschakelen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 81 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Op het superbedieningspaneel kunt u de flitsstand en de andere instellingen voor elke groep aanpassen. Flitssterkte
Groep • Selecteer de flitserfunctie en pas de flitssterkte afzonderlijk aan voor de groepen A, B en C. Voor de MANUAL-functie selecteert u de flitssterkte.
5 6 7 8
TTL M OFF
Flitsregeling
+1.0 1/8 –
Flitssterkte
LO 2
Communicatie-lichtniveau • Zet de lichtsterkte van het communicatiesignaal op [HI] (hoog), [MID] (medium), of [LO] (laag). Kanaal • Zet het communicatiekanaal op hetzelfde kanaal dat u op de flitser gebruikt.
Selecteer een flitserfunctie. • In de RC-flitsstand kunt u niet flitsen met rode-ogen-reductie.
Druk op de #UP-knop om de ingebouwde flitser omhoog te laten springen. Zodra u al deze voorbereidingen hebt getroffen, maakt u wat testopnamen om de werking van de flitsers en de kwaliteit van de opnamen te controleren. Begin vervolgens met fotograferen en controleer telkens de oplaadindicatie van alle flitsers. Opmerkingen • Hoewel u een onbeperkt aantal draadloze flitsers kunt gebruiken, raden wij u aan om per groep niet meer dan 3 flitsers toe te passen om te voorkomen dat de flitsers elkaar gaan storen. • In de RC-flitsstand worden de draadloze flitsers aangestuurd door de ingebouwde flitser. In deze stand kunt u de ingebouwde flitser echter niet gebruiken voor flitsopnamen. • Voor synchronisatie met het 2e sluitergordijn moet de sluitertijd en anti-shock zijn ingesteld op een tijd korter dan 4 seconden. Bij een langere sluitertijd of anti-shock-instelling zal het draadloos flitsen mogelijk niet goed werken.
5 Gebruik van de flitser
x
Normale flitser / Super FP-flitser • Selecteer Normaal flitsen of Super FP-flitsen.
A MODE
81 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 82 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers Met deze camera kunt u de flitssterkte alleen maar goed instellen voor flitsers die geschikt zijn voor deze camera, en dus niet voor andere soorten flitsers. Om gebruik te maken van een andere in de handel verkrijgbare flitser, monteert u deze in de flitsschoen of verbindt u het synchronisatiesnoer met de connector voor de externe flitser. Stel op de camera de fotografeerstand in op M. Voor meer informatie over in de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld, raadpleegt u “In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld“ (gblz. 82).
1 2
3
5 Gebruik van de flitser
82 NL
4
Schuif het kapje uit de flitsschoen om de externe flitser te kunnen bevestigen. Selecteer de fotografeerstand M (Manual) en stel vervolgens de diafragmawaarde en de sluitertijd in. • Zet de sluitertijd op 1/250 sec. of langzamer. Bij snellere sluitertijden zijn andere, in de handel verkrijgbare flitsers onbruikbaar. • Bij een lange sluitertijd is de kans op onscherpe foto's groter.
Flitsschoendekse
Externe flitserconnector
Schakel de flitser in. • Zorg dat u de flitser pas inschakelt zodra deze op de camera is bevestigd.
Stel op de camera de ISO- en diafragmawaarde zó in dat die overeenkomen met de instelling van de flitser. • Raadpleeg de handleiding van de flitser over mogelijke instellingen.
x
Opmerkingen • De flitser ontsteekt telkens als u de ontspanknop (helemaal) indrukt. Als u de flitser even niet wenst te gebruiken, schakelt u de flitser gewoon uit. • Controleer vooraf of de gebruikte flitser wel gesynchroniseerd is met de camera.
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera zijn bedoeld 1) Voor bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers is een spanning van 250V of meer vereist voor de synchronisatieconnector. Als u dergelijke flitsers gebruikt, kan de camera beschadigd raken of niet goed werken. De fabrikant van de flitser kan u de nodige technische gegevens meedelen voor de connector voor de flitssynchronisatie. 2) Bepaalde in de handel verkrijgbare flitsers hebben een synchronisatieconnector met omgekeerde polariteit. Dit soort flitsers kunt u niet op deze camera gebruiken. Neem contact op met de fabrikant van de flitser. 3) Om flitsopnamen te kunnen maken, moet u de externe flitser kunnen instellen. Als u de externe flitser in de stand Automatisch gebruikt, stelt u op de flitser en de camera dezelfde waarden in voor het diafragma (F-waarde) en de lichtgevoeligheid (ISO). 4) Zelfs als de F-waarde en de ISO-gevoeligheid overeenkomen, is het mogelijk dat opnamen toch niet altijd correct worden belicht. In dat geval past u de autofocuswaarde of ISO op de flits aan of berekent u de afstand in de handmatige modus. 5) Gebruik een flitser met een openingshoek die overeenkomt met de brandpuntsafstand van de lens. Bij een gewone kleinbeeldcamera is de brandpuntsafstand van een lens ongeveer tweemaal zo groot als van een lens met dezelfde vergrotingsfactor die speciaal voor deze camera is ontwikkeld. 6) Gebruik geen flitser of extra TTL-flitser die over nog meer communicatiefuncties beschikt dan die in de door ons aanbevolen flitsers, aangezien het zou kunnen dat deze flitser niet alleen niet normaal functioneert maar ook nog eens de camera-elektronica beschadigt.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 83 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
6
Films opnemen en bekijken Tijdens live bekijken gebruikt u de n (film)-knop om HD-films (High Definition) met geluid op te nemen. g“Stand“ (blz. 15)
Films opnemen
1
Activeer live bekijken.
2
Stel de gewenste opnamestand in.
• Druk op de u-knop wanneer u foto's maakt met behulp van de zoeker.
• De film wordt opgenomen in een opnamestand wanneer de n (film)-knop wordt ingedrukt. u-knop Hij wordt echter opgenomen in de P (programmagestuurd fotograferen)-stand wanneer S (sluitertijdvoorkeuze) is ingesteld. • [P]: Optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de helderheid van het onderwerp. De ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO. • [A]: De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het diafragma. De ISO-gevoeligheid is ingesteld op AUTO. • [M]: U regelt het diafragma en de sluitertijd. Selecteer de sluitertijd tussen 1/30 sec. en 1/4.000 sec. De gevoeligheid kan handmatig worden ingesteld op een waarde tussen ISO 200 en 1.600. • C tot L kunnen worden ingesteld als beeldeffect van P/A/M.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Druk op de n (film)-knop om de opname te starten. Druk nogmaals op de n (film)-knop om de opname te stoppen. • Tegelijk begint de opname van het geluid. (Wanneer [MOVIE R] is ingesteld op [ON].)
TIPS Een stilstaand beeld maken terwijl een film wordt opgenomen:
j Druk tijdens het opnemen van een film op de ontspanknop om de filmopname te pauzeren en een stilstaand beeld te maken. Nadat het stilstaand beeld werd gemaakt, gaat de filmopname verder. In dit geval worden drie bestanden opgenomen.
P Wordt rood weergegeven tijdens de opname
2 :1 8 Opnametijd
Films opnemen en bekijken
3 4
6
De scherpstelling opnieuw aanpassen tijden het opnemen van een film: j Druk op de AEL/AFL-knop of druk de ontspanknop half in om de automatische scherpstelling uit te voeren. • Het geluid van de lensactivering kan worden opgenomen. • Door een in de handel verkrijgbare microfoon aan te sluiten op de microfoonconnector, kan het geluid van de lensactivering worden verminderd.
x
Opmerkingen • Als u een film opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde en sluitertijd niet wijzigen. • Als [IMAGE STABILIZER] geactiveerd is tijdens het opnemen van een film, wordt het opgenomen beeld lichtjes vergroot. Zelfs als [I.S.2] of [I.S.3] is geselecteerd, wordt de instelling voor [I.S.1] toegepast.
83 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 84 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
• Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is. • Als u een lens met een beeldstabilisatiefunctie gebruikt, schakelt u de beeldstabilisatiefunctie van de lens of van de camera uit. • U kunt [g FACE DETECT] niet gebruiken in de filmstand. • De grootte van een film is beperkt tot 2 GB. Bij sommige kaarttypes is het mogelijk dat de opname onverwacht wordt onderbroken voor het einde van de beschikbare opnametijd is bereikt. • Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt om de camera te beschermen. • Terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert, is de volgende opname niet toegestaan. • Om films op te nemen is het aan te bevelen een kaartje te gebruiken dat compatibel is met SD speed class 6 of hoger. • De camera geeft mogelijk de opnametijd niet correct weer in de kunstfilterstand. Films die opgenomen zijn in de stand [ART7] (DIORAMA) worden aan een hoge snelheid afgespeeld; tijdens de opname wordt de opnametijd aangepast aan de afspeeltijd en gaat deze trager vooruit dan normaal. • Wanneer het beeldeffect is ingesteld op [hi-ENHANCE], wordt de film opgenomen met [jNATURAL].
De filmopnamestand wijzigen ac
Live control
i
Menu
MENU
[D]
[W]
bd
[D] [MOVIE]
6
HD
SD
HD HD
05:00
Films opnemen en bekijken
HD
Het aantal pixels bedraagt 1.280 x 720. U kunt films in hoge definitie opnemen.
SD
Het aantal pixels bedraagt 640 x 480.
Geluid opnemen Live control
x
NL
LF
ʼnŅġŒŖłōŊŕŚ
Menu
84
j
i
ac
[R] bd
AUTO
e S-AF
MENU [c] [Z] [MOVIE R]
Opmerkingen • Als u geluid in een film opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de camerawerking worden opgenomen. • In de stand [ART7] (DIORAMA) worden geen geluiden opgenomen.
ISO AUTO g
OFF
/18+'R10 OFF
ON
05:00
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 85 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Films bekijken
1
Geef een film weer in de enkelbeeldweergave en druk op de knop i.
MOVIE
MOVIE PLAY
2
Selecteer [MOVIE PLAY] met ac en druk op de knop i om het afspelen te starten.
m
BACK
SET
• De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd tijdens het afspelen van een film. Het afspelen pauzeren of hervatten.
i
• Terwijl het afspelen gepauzeerd is, drukt u op a om het eerste beeld weer te geven en op c om het laatste beeld weer te geven. Druk op bd om één beeld door te spoelen of terug te spoelen. Houd deze knop ingedrukt om continu terug of door te spoelen. 00:14 /00:34
b/d
Een film doorspoelen of terugspoelen.
a/c Het volume aanpassen.
6 Films opnemen en bekijken
85 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 86 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
7
Weergavefuncties Enkel beeld/Gezoomd weergeven De basisprocedure voor het bekijken van foto's wordt hieronder beschreven. Voordat u dit gaat doen, dient u echter eerst stap 1 hieronder uit te voeren. U kunt de camera zó instellen dat deze na het maken van een foto automatisch overschakelt naar enkelbeeldweergave. g“REC VIEW“ (blz. 99)
1 2
Druk op knop q (enkelbeeldweergave). • Het laatst opgenomen beeld verschijnt. • Als u binnen ca. 1 minuut niets doet, schakelt de LCDmonitor zichzelf uit. De camera schakelt automatisch uit als er 4 uur niets wordt bediend. Schakel de camera weer in.
INFO-knop
<-knop j
Gebruik bd of k om de beelden te selecteren die u wilt bekijken. U kunt ook j draaien om naar U te gaan voor een vergrote weergave. • U kunt de functies van beide regelaars omschakelen. gblz. 104
G
q-knop
p
U (Enkel-beeld)
(Vergrote weergave beeld-voor-beeld) Druk op bd om de close-ups beeld voor beeld te bekijken. Als [g FACE DETECT] is ingesteld op [ON], drukt u op ac om naar een ander gezicht in close-up te gaan.
Fn
7
[4032x3024,1/8] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15
15
Weergavefuncties
d : Geeft het volgende beeld weer INFO b : Geeft het vorige beeld weer (Weergave close-up-positie)
Druk op de knop < • Geeft het beeld weer met een 10× vergrote close-up-positie. i-knop • Het menu voor het weergegeven beeldtype wordt weergegeven.
Druk op p om het display van de close-up-positie te verplaatsen. Als [g FACE DETECT] (gblz. 38) is ingesteld op [ON], verschijnt er een kader rond een gedetecteerd gezicht. Druk INFO/Fn op i om de kader naar een ander gezicht te (Gezoomd weergeven) verplaatsen.
JPEG JPEG EDIT R m P
BACK
86 NL
Druk op p om de close-uppositie te veranderen.
SET
• Om te stoppen met de weergave drukt u opnieuw op de q-knop. • Zodra u de ontspanknop half indrukt, kunt u weer fotograferen.
INFO/Fn
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 87 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Lichtbakweergave U kunt het weergegeven beeld en een ander beeld samen aan de linker- en rechterzijde van de monitor weergeven. Dit is handig om beelden te vergelijken die u met bracketing heeft gemaakt.
1
2 3
Druk op knop P tijdens enkelbeeldweergave. • Het beeld dat u bekijkt, bevindt zich links op de monitor, terwijl het volgende beeld rechts staat. Het beeld wordt weergegeven met dezelfde vergroting als het beeld dat u bekijkt. • Het beeld links is het referentiebeeld.
P-knop <-knop k
INFO-knop
Druk op bd, k om het beeld rechts te selecteren. • U kunt het beeld rechts beveiligen, wissen of kopiëren.
Druk op de P-knop. • De camera keert terug naar enkelbeeldweergave van het beeld links met de vergroting waarin u het beeld bekijkt. i-knop MENU-knop
+ 2 T+ 2 W± 0 53
2.0x
+ 1 T+ 1 W± 0 54
7
Referentiebeeld
p : Selecteert het rechterbeeld *
2.0x
53
54
p : Verschuift het rechter beeld
2.0x
53
54
*
Weergavefuncties
Functies tijdens lichtbakweergave • Door op de i-knop te drukken, wordt het linkerbeeld verwisseld met het rechterbeeld zodat dit het nieuwe referentiebeeld wordt. • U kunt met de regelaar de vergroting van beide beelden tegelijk wijzigen. • Door op de <-knop of de INFO-knop te drukken, kunt u de positie van het rechterbeeld verplaatsen met de p-knop. Door nogmaals op de <-knop of de INFO-knop te drukken, kunt u de positie van beide beelden verplaatsen met de p-knop. p : Verschuift beide beelden gesynchroniseerd
2.0x
53
54
*
* U kunt de INFO-knop op dezelfde manier voor deze procedure gebruiken.
87 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 88 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Indexweergave/kalenderweergave Met deze functie kunt u op de monitor verschillende beelden tegelijkertijd weergeven. Dit is handig als u tussen een aantal foto's een bepaalde foto wilt opzoeken. Telkens als u tijdens enkelbeeldweergave de draaiknop naar G draait, wijzigt het aantal beelden dat wordt weergegeven tussen 4, 9, 25 en 100. b : Om naar het vorige beeld te gaan d : Om naar het volgende beeld te gaan a : Om naar het bovenste beeld te gaan c : Om naar het beeld eronder te gaan
j
• Om naar de enkelbeeldweergave terug te keren, draait u de hoofdregelaar naar U. G U
[4032x3024,1/8] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15
(Enkelbeeldweergave)
7 Weergavefuncties
88 NL
x 10
2010.09.01 21:56
15
(4-beelden indexweergave)*1
2010.09.01 21:56
15
(9-beelden indexweergave)*1
2010
9
2010.09.01 21:56
(Kalenderweergave)
15
(100-beelden indexweergave)*1
2010.09.01 21:56
15
(25-beelden indexweergave)
*1 Wordt weergegeven wanneer “G/INFO SETTINGS“ (gblz. 109) is ingesteld op [ON]. Kalenderweergave Met kalenderweergave kunt u de op het geheugenkaartje opgeslagen beelden op datum gesorteerd weergeven. Als u op één datum meerdere foto's hebt gemaakt, verschijnt de foto die op die dag als eerste is gemaakt. Selecteer met p en druk op i om de beelden van de geselecteerde datum in de enkelbeeldweergave op te roepen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 89 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Informatiedisplay INFO-knop
Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over een foto oproepen. Informatie over de beeldhelderheid kunt u ook laten weergeven met een histogram en highlight-weergave (lichte partijen). Druk meerdere keren op de knop INFO tot de gewenste informatie verschijnt. U kunt de weergegeven informatie ook omschakelen door aan de regelaar te draaien terwijl u op de INFO-knop drukt. • De instelling wordt opgeslagen en verschijnt als het informatiedisplay de volgende keer opgeroepen wordt.
Vereenvoudigde weergave
Alleen beeld
x10
2010.09.01 21:56
[4032x3024,1/8] LN 100-0015 15
Opnamege gevens
Highlight/ Shadow-weergave
x10
250 F5.6 45mm ±0.0 ISO 100 WBAUTO A±0 G±0 NATURAL LN 100-0015 15 +2.0 ±1.0
*Histogram
x10
Histogram*
Volledige weergave x10
N 15
15
Highlight&Shadow*1
Histogramweergave*1
SHADOW HILIGHT
Over- of onderbelichte delen van het opgenomen beeld worden weergegeven. Lichte partijen (overbelichte delen) wordt aangeduid in rood. Schaduw (onderbelichte delen) wordt aangeduid in blauw.
7 Weergavefuncties
Als in het histogram de balken rechts hoger zijn dan links, is de foto misschien te licht (overbelicht). En als de balken links hoger zijn dan rechts, is de foto misschien te donker (onderbelicht). Corrigeer indien nodig de belichting of maak de foto nogmaals.
De verdeling van de helderheid van het opgenomen beeld verschijnt in een histogram (helderheidscomponentgrafiek).
*1 Wordt weergegeven wanneer “G/INFO SETTINGS“ (gblz. 109) is ingesteld op [ON]. TIPS Snel omschakelen naar de vaak gebruikte weergave:
j U kunt de informatieweergave voor alle standen verbergen behalve “Vereenvoudigde weergave“. “G/INFO SETTINGS“ (gblz. 109) j Het bereik van het waarschuwingsgeluid wijzigen dat wordt aangegeven op de Highlight&Shadow-weergave “HISTOGRAM SETTINGS“ (blz. 109)
89 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 90 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Diashow Hierbij worden de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, één voor één weergegeven. De beelden worden in volgorde weergegeven, te beginnen met het weergegeven beeld.
1
MENU
[q]
[m]
j
• Druk tijdens de weergave op de knop i om diashow te selecteren.
JPEG JPEG EDIT R m P BACK
2
3
7 Weergavefuncties
90 NL
4
i-knop MENU-knop
SET
Voer de instellingen voor de diashow uit. [START] : Voer de diashow uit met de huidige instellingen. [BGM] : Stel BGM in of schakel BGM [OFF]. [SLIDE] : Stel de items voor de diashow in. [SLIDE INTERVAL] : Stelt het interval waarmee beelden worden gewisseld, in op 2-10 seconden. [MOVIE INTERVAL] : Als een film wordt weergegeven, selecteert u [FULL] om de volledige film weer te geven, of [SHORT] om een fragment halverwege de film weer te geven.
Selecteer [START] en druk op de knop i. • De diashow start.
Druk op i om de diashow te stoppen.
Functies tijdens diashow • Druk op ac om het algemene volume aan te passen (alleen wanneer het geluid wordt weergegeven via de luidspreker van de camera). • Druk op bd terwijl het scherm voor de volumeaanpassing wordt weergegeven om de balans tussen BGM en het opgenomen geluid in te stellen.
x
Opmerkingen • Als u de diashow langer dan ca. 30 minuten laat draaien terwijl u de batterij gebruikt, schakelt de camera zichzelf uit.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 91 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beelden roteren Met deze functie kunt u beelden roteren (kantelen) en ze tijdens enkelbeeldweergave verticaal op de monitor laten weergeven. Dit is handig als u foto's maakt met de camera in verticale stand. De beelden worden automatisch in de juiste stand weergegeven, zelfs als de camera gekanteld is.
1
MENU
[q]
[y]
F-knop
• Als deze op [ON] staat, worden verticaal opgenomen beelden tijdens de weergave automatisch geroteerd en weergegeven. U kunt ook op de knop F drukken om het beeld te roteren en weer te geven. • Na het roteren wordt het beeld in die positie opgeslagen op het geheugenkaartje.
Origineel beeld vóór het roteren
F [4032x3024,1/8] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15
F [4032x3024,1/8] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15
F [4032x3024,1/8] LN 100-0015 2010.09.01 21:56 15
2010.09.01 21:56
[4032x3024,1/8] LN 100-0015 15
F
7
Weergave op een televisie
1 2 3
Schakel eerst de camera en de televisie uit en sluit de AV-kabel aan zoals aangegeven in de afbeelding. Zet de televisie aan en zet deze in op de videostand. Raadpleeg voor informatie over het omschakelen naar de video-ingang-modus de handleiding van uw televisie. Schakel de camera in en druk op knop q (weergeven).
AV OUT connector
q-knop
Weergavefuncties
Gebruik de bijgeleverde AV-kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven.
AV-kabel
AV in-aansluiting (video/audio)
91 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 92 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
x
Opmerkingen • Sluit de camera met de bijgeleverde AV-kabel aan op de televisie. • Zorg dat het type videosignaal van de camera overeenkomt met dat van de televisie. g“VIDEO OUT“ (blz. 108) • Zodra u de AV-kabel aansluit op de camera, schakelt de cameramonitor zichzelf uit. • Bij sommige tv's verschijnt de foto niet in het midden van het televisiescherm.
Aansluiting met een HDMI-minikabel • Schakel de camera en de televisie uit voor u de minikabel aansluit.
HDMIminiconnector
Aansluiten op de HDMIconnector op de televisie. HDMI-minikabel (verkrijgbaar in de handel)
HDMI-contact
7 Weergavefuncties
92 NL
1 2 3 4
Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de televisie. Sluit de HDMI-minikabel aan op de HDMI-connector van de camera. Schakel de televisie in en schakel “INPUT“ naar “HDMI INPUT“. Schakel de camera in.
x
Opmerkingen • Voor meer informatie over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie, raadpleegt u de handleiding van de televisie. • Gebruik een HDMI-minikabel die overeenkomt met de HDMI-miniconnector op de camera en de HDMI-connector op de televisie. • Als de camera en de televisie verbonden zijn met zowel een AV-kabel als een HDMIminikabel, heeft HDMI voorrang. • Afhankelijk van de instellingen van de televisie kunnen de weergegeven beelden en informatie bijgesneden zijn. • Als u een televisie via een HDMI-minikabel aansluit, kunt u het formaat van het digitale videosignaal selecteren. “HDMI“ (gblz. 108) • U kunt geen foto's of films opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is. • Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera beschadigd raken. • HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer of een printer.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 93 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
De afstandsbediening van de tv gebruiken De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt.
1 2
MENU
[c]
[U]
[HDMI] [HDMI CONTROL]
• Stel in op [ON].
Bedien de camera met de afstandsbediening van de tv. • U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden weergegeven op de tv. • Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen door op de [Rode] knop te drukken, en kunt u de indexweergave weergeven of verbergen door op de [Groene] knop te drukken. • Afhankelijk van de tv zijn sommige functies niet beschikbaar, zelfs niet als deze worden weergegeven.
Foto's bewerken
SET
7 Weergavefuncties
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. Welke bewerkingen u kunt uitvoeren, hangt af van de bestandsindeling (beeldkwaliteit) waarmee de foto is opgeslagen. Een JPEG-bestand kunt u ongewijzigd printen. RAW-bestanden kunt u echter niet onbewerkt printen. Om een RAW-bestand te kunnen printen, moet u dit eerst met de RAWbewerkingsfunctie converteren naar een JPEG-bestand. Als RAW-bestand opgeslagen beelden bewerken. De camera verwerkt de gegevens uit het RAW-bestand (bijv. met witbalans en scherpstelling), en slaat de gegevens dan op als een nieuw JPEG-bestand. Terwijl u de opgeslagen beelden controleert, kunt u ze desgewenst bewerken. De beeldverwerking wordt uitgevoerd aan de hand van de actuele camera-instellingen. Wijzig de camera-instellingen in uw voorkeursinstellingen voordat u gaat fotograferen. JPEG-beelden bewerken [SHADOW ADJ] Maakt de schaduwpartijen lichter. [REDEYE FIX] Voor het corrigeren van rode ogen op flitsopnamen. [P] De grootte van de uitsnede instellen met de hoofdregelaar en de positie van de uitsnede met de pendelknop.
[ASPECT]
Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van 4:3 (standaard) in [3:2], [16:9], [6:6], [5:4], [7:6], [6:5], [7:5] of [3:4]. Nadat u de breedte-hoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u de pendelknop om de positie van de uitsnede op te geven. [BLACK & WHITE] Hiermee maakt u een beeld zwart/wit. [SEPIA] Voor beelden in sepia-tinten. [SATURATION] Voor het instellen van de kleurdiepte (kleurverzadiging). De kleurverzadiging aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt. [Q] Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240 pixels. Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard) worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst aanleunt. [e-PORTRAIT] De huid ziet er zachter en glanzender uit. •Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld, eventueel niet corrigeren. •De grootte van het gecompenseerde beeld is beperkt tot [M] (2.560 x 1.920) of kleiner.
93 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 94 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
1 2 3
MENU [q] [EDIT] (Beeld selecteren)]
[SEL. IMAGE
Bevestig het bestandstype vanaf hier.
• U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop i te drukken.
Selecteer een beeld met bd en druk daarna op i. • De camera herkent het bestandstype van de beeldgegevens. • Bij JPEG+RAW-beelden verschijnt een keuzemenu dat u vraagt welk bestandstype u wilt bewerken.
Welk instelmenu verschijnt, hangt af van het bestandstype van de beeldgegevens. Selecteer het item dat u wilt bewerken en volg de onderstaande stappen. JPEG EDIT
LN 100-0020 40
BACK
SET
RAW DATA EDIT
SHADOW ADJ REDEYE FIX ASPECT
YES NO
BLACK & WHITE BACK
BACK
SET
SET
• Het bewerkte beeld wordt als een ander beeld opgeslagen, los van het originele beeld. • Om te stoppen met het bewerken drukt u op knop MENU.
x
7
Opmerkingen
Weergavefuncties
• Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt. De rode-ogencorrectie kan naast de ogen ook andere delen van de foto beïnvloeden. • In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken: Als het beeld is opgeslagen in het bestandstype RAW, als een beeld op een pc is bewerkt, als er onvoldoende ruimte is op de geheugenkaart, als de foto met een andere camera is gemaakt. • Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen dan dat van de originele opname. • [P] en [ASPECT] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding 4:3 (standaard) te bewerken.
Geluid toevoegen aan stilstaande beelden U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1 2
MENU
[q]
94 NL
[SEL. IMAGE]
[R]
Selecteer met behulp van ac, en druk daarna op de knop i. [NO] [R START] [YES]
x
[EDIT]
• U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop i te drukken. : Er wordt geen geluid opgenomen. : De audio-opname start. : Toegevoegd geluid wordt gewist.
Opmerkingen • U kunt geen geluid opnemen bij beveiligde beelden. • Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op de knop i.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 95 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldoverlapping U kunt tot 4 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en als een afzonderlijk beeld opslaan. Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen.
1 2 3
MENU
[q]
[EDIT]
[IMAGE OVERLAY]
• U kunt ook tijdens de weergave selecteren door op de knop i te drukken.
Selecteer het aantal beelden dat u op elkaar wenst te plaatsen, en druk op de i-knop. Gebruik p om een beeld te selecteren en druk IMAGE OVERLAY op de knop i. • Selecteer verschillende beelden overeenkomstig het aantal beelden dat u in stap 2 heeft geselecteerd. • Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i.
RAW
RAW
5
RAW
RAW
RAW
RAW
BACK
4
RAW
Gebruik bd om een beeld te selecteren, gebruik vervolgens ac om de versterking voor elk beeld te selecteren. Druk op knop i.
SET IMAGE OVERLAY
• Maak uw keuze van 0.1 tot 2.0. • Het weergegeven beeld wijzigt naarmate de versterking wordt aangepast.
Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
x0.3
BACK
x0.3
x0.1
x0.1
SET
TIPS
x
Opmerkingen • Als de beeldkwaliteit ingesteld is op [RAW], wordt het op elkaar geplaatste beeld opgeslagen als [YN+RAW]. • Wanneer het beeldeffect is ingesteld op [C] tot [L], wordt het overlappend beeld opgeslagen met [jNATURAL].
Weergavefuncties
5 of meer beelden op elkaar plaatsen:
j Als u 5 of meer beelden op elkaar wenst te plaatsen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een RAW-bestand en gebruikt u [IMAGE OVERLAY] herhaaldelijk.
7
95 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 96 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beelden kopiëren Met deze functie kunt u beeld kopiëren naar en van het SD-kaartje en CompactFlash. U kunt dit menu selecteren als er twee geheugenkaartjes in de camera zitten. Het geselecteerde kaartje is de bron van waaruit u gaat kopiëren. g“r/C“ (blz. 116) Enkelbeeldkopie
1 2
Roep het beeld op dat u wilt kopiëren en druk op COPY / <. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
COPY/<-knop
Geselecteerde beelden kopiëren Met deze functie kunt u in de stand indexweergave meerdere beelden selecteren en deze allemaal tegelijkertijd kopiëren.
1
7 Weergavefuncties
2 3
Selecteer het te kopiëren beeld in de indexweergave en druk op de knop i.
COPY SELECT
• De geselecteerde beelden krijgen een v. • Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i.
Zodra u de beelden die u wilt kopiëren hebt geselecteerd, drukt u op COPY / <. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
SD
YES NO SET
BACK
Alle beelden kopiëren
1 2 3
MENU [q] [COPY ALL] Druk op d. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
COPY ALL
SD
YES NO BACK
96 NL
SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 97 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beelden beveiligen Beveilig de beelden die niet mogen worden gewist. Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de functie “enkel beeld/alle beelden wissen“. Enkelbeeldbeveiliging Roep het beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de 0-knop. • 9 (beveiligingsteken), verschijnt in de rechterbovenhoek van het scherm.
0-knop
De beveiliging opheffen Roep de beveiligde beelden op en druk op knop 0.
i-knop
Geselecteerde beelden beveiligen Met deze functie kunt u in de stand indexweergave meerdere beelden selecteren en deze allemaal tegelijkertijd beveiligen.
1 2
Roep de foto's op die u wilt beveiligen en druk daarna op knop i. • De geselecteerde beelden krijgen een v. • Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i. • Druk op p om de beelden te selecteren die u wilt beveiligen, en druk op de knop i.
Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt beveiligen, drukt u op knop 0.
Alle beveiligingen annuleren
1 2
MENU [q] [RESET PROTECT] Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
x
Opmerkingen • Bij het formatteren van het geheugenkaartje worden alle beelden gewist, ook de beveiligde beelden. g“Het geheugenkaartje formatteren“ (blz. 136) • Beveiligde beelden kunnen niet worden gekanteld, ook niet als u op knop F drukt.
7 Weergavefuncties
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
97 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 98 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beelden wissen Hiermee kunt u opnamen wissen. U kunt kiezen tussen enkel beeld wissen, waarbij alleen het momenteel weergegeven beeld wordt gewist; alle beelden wissen, waarbij alle beelden worden gewist die op het kaartje staan; of geselecteerde beelden wissen, waarbij alleen de geselecteerde beelden worden gewist.
x
Opmerkingen • Als u het wissen van alle beelden of van geselecteerde beelden uitvoert voor beelden die met RAW+JPEG zijn opgenomen, worden zowel de RAW- als ook de JPEG-beelden gewist. Als u het wissen van een enkel beeld gebruikt, kunt u kiezen of u het JPEG-, RAW- of zowel het RAW- als ook het JPEG-beeld wist. g“RAW+JPEG ERASE“ (blz. 115) • Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Als u de beveiliging van de beelden opheft, kunt u ze wél wissen. • Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. g“Beelden beveiligen“ (blz. 97)
Wissen van een enkel beeld
1 2
Geef de foto's weer die gewist moeten worden en druk op de knop D. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
D-knop
Geselecteerde beelden wissen
7
Hiermee kunt u in de enkelbeeldweergave of de indexweergave de geselecteerde beelden in één keer wissen.
Weergavefuncties
1 2 3
Geef de foto weer die gewist moet worden en druk op de knop i. • De geselecteerde beelden krijgen een v. • Om uw selectie ongedaan te maken, drukt u nogmaals op i. • Druk op p om de beelden te selecteren die u wilt wissen, en druk op de knop i.
Zodra u de beelden hebt geselecteerd die u wilt wissen, drukt u op knop D. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
Alle beelden wissen
1 2 3
MENU [W] [CARD SETUP] Selecteer met ac de optie [ALL ERASE] en druk vervolgens op knop i. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i. • Alle beelden worden gewist.
TIPS Onmiddellijk wissen:
98 NL
j Als u “QUICK ERASE“ (gblz. 115) heeft ingesteld op [ON], kunt u op de D-knop drukken om een beeld onmiddellijk te wissen. j U kunt de uitgangspositie van de cursor op [YES] instellen. g“PRIORITY SET“ (blz. 116)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 99 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
8
Instelfuncties Setup-menu Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van de camera in te stellen. Voor meer informatie over het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het menu“ (gblz. 22).
’10.09.01 X 14:01 ENG. W s 5SEC REC VIEW cMENU DISPLAY ON FIRMWARE
BACK
SET
X (Datum/tijd instellen)
gblz. 14
W (taal voor de monitor wijzigen) Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels ook andere talen kiezen. s (Helderheid van de monitor aanpassen) U kunt de helderheid en de kleurtemperatuur van de monitor aanpassen. U kunt met bd overschakelen tussen j (kleurtemperatuur) en k (helderheid) en met ac kunt u de waarde instellen tussen [+7] en [-7]. Door [AUTO BRIGHTNESS] in te stellen, kan de verlichtingssensor de omringende helderheid meten en de monitor automatisch donkerder maken voor optimale weergave.
s –5 +2
BACK
SET
REC VIEW
Instelfuncties
U kunt de zojuist gemaakte foto weergeven op de monitor terwijl de foto op het geheugenkaartje wordt opgeslagen, en u kunt instellen hoe lang de foto wordt weergegeven. Dit is handig als u de foto die u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk doorgaan met fotograferen. [1SEC] tot [20SEC] Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de foto moet worden weergegeven. Dit kunt u instellen in stappen van 1 seconde. [OFF] De foto die op het geheugenkaartje wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. [AUTO q] Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt daarna over naar de stand weergave. Dit is handig om een opname te controleren en eventueel direct te wissen.
8
c MENU DISPLAY [OFF] Het custom menu wordt verborgen in het menuscherm. [ON] Het custom menu wordt weergegeven in het menuscherm.
99 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 100 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
FIRMWARE De firmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten u gebruikt.
RESET/MYSET MYSET instellen U kunt de huidige instelling van de camera vastleggen in maximaal 4 MYSET-instellingen. Breng de camera in de gewenste toestand en leg deze toestand vast. Door de toestand vast te leggen, kunt u deze toestand als een van de opnamestanden P/S/A/M selecteren. U kunt de cameratoestand ook toewijzen aan een bepaalde knop ([<]/P/V (Preview)) in [BUTTON FUNCTION]. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106) MYSET vastleggen Menu
MENU
[W]
[RESET/MYSET]
1) Selecteer tussen [MYSET1] tot [MYSET4] en druk op de knop d. 2) Gebruik ac om [SET] te selecteren en druk daarna op knop i. • De actuele instellingen worden vastgelegd in de camera. Voor meer informatie over de functies die in MYSET kunnen worden vastgelegd, raadpleegt u “Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd“ (gblz. 145). • Selecteer [RESET] om het vastleggen te annuleren. De MYSET-instelling als opnamestand gebruiken. Directe knop
8 Instelfuncties
100 NL
MODE + j
Selecteer de gewenste MYSET-instelling. • Wijs MYSET1 tot MYSET4 toe aan de Fn-knop (g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)) die u wilt gebruiken als MYSET-sneltoets. Fotografeer terwijl u de Fn-knop ingedrukt houdt.
x
Opmerkingen • MYSET (Mijn instelling)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 101 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Elke instelling wijzigen in MYSET-instelling terwijl de huidige fotografeerstand behouden blijft. Menu
MENU
[W]
[RESET/MYSET]
1) Selecteer tussen [MYSET1] tot [MYSET4] en druk op de knop i. 2) Gebruik ac om [YES] te selecteren en druk daarna op de knop i. • Elke instelling wordt ingesteld in de MYSET-instelling, behalve bepaalde items zoals P/S/A/M. Voor meer details over de functies die niet kunnen worden gewijzigd, raadpleegt u “Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd“ (gblz. 145). De instellingen resetten In deze camera blijven de gewijzigde instellingen behouden wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Om de instellingen terug te stellen, voert u [RESET] uit. • Sommige instellingen worden niet teruggesteld. Terugstellen Directe knop
ISO + [F]
• Houd deze knop gedurende minstens twee seconden ingedrukt om het menu weer te geven. Gebruik de j hoofdregelaar om te selecteren. Menu
1 2
MENU
[W]
[RESET/MYSET]
Selecteer [RESET], druk daarna op de knop i. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
RESET YES NO BACK
SET
8 Instelfuncties
101 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 102 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
9
De camera volgens uw wensen instellen Gebruik het Custom-menu om de fotografeerfuncties aan te passen. Het Custom-menu bestaat uit 10 tabbladen (R t/m R) die weer zijn onderverdeeld volgens de functies die u kunt instellen.
R
AF/MF
(Blz. 102)
W
# CUSTOM
S
BUTTON/DIAL
(Blz. 104)
X
K/ASPECT/COLOR/WB (Blz. 113)
T
RELEASE/j
(Blz. 108)
Y
RECORD/ERASE
(Blz. 115)
U
DISP/8/PC
(Blz. 108)
Z
MOVIE
(Blz. 117)
V
EXP/e/ISO
(Blz. 111)
R
K UTILITY
(Blz. 117)
(Blz. 112)
Voor meer informatie over het gebruik van de menulijsten, zie “Instellen in het menu“ (gblz. 22).
Custom Menu De camera volgens uw wensen instellen
9
R AF/MF gblz. 53
AF AREA Selecteer de AF-kaderstand. P SET UP
Selecteert de werking van de regelaars of van de pendelknop als u het AF-kader selecteert. [OFF] Stopt nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan. [LOOP] Nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AFkader aan het tegenoverliggende uiteinde van dezelfde rij of dezelfde kolom. Selecteert alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het tegenoverliggende uiteinde gaat, en [AF AREA] wordt ingesteld op B. [SPIRAL] Nadat u naar het AF-kader aan het einde bent gegaan, gaat u naar het AFkader aan het tegenoverliggende uiteinde van de volgende rij of de volgende kolom. Selecteert alle AF-kaders voor u naar het AF-kader aan het tegenoverliggende uiteinde gaat, en [AF AREA] wordt ingesteld op B. bijv.) Als u van het AF-kader linksboven naar rechts gaat
[OFF]
[LOOP]
[SPIRAL] Instellen op B.
Instellen op B.
RESET LENS In de stand [ON] wordt de scherpstelling van de lens steeds op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt. BULB FOCUSING
102 NL
U kunt de camera zo instellen dat u de scherpstelling kunt aanpassen tijdens tijdopnamen in de stand MF. [ON] Tijdens de opname kunt u scherpstellen met de scherpstelring. [OFF] Tijdens de opname is de scherpstelling vergrendeld.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 103 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
FOCUS RING U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting van de scherpstelring is. Deze instelling wordt niet toegepast voor lenzen met mechanische scherpstelling, zoals Olympus SWD-lenzen.
Dichtbij
)
)
Dichtbij
MF ASSIST Stel in op [ON] om het onderwerp op de monitor automatisch te vergroten door de scherpstelring te verdraaien terwijl u fotografeert in [S-AF+MF] of [MF] met live bekijken. P SET HOME
PD AFL Stel in op [ON] om faseverschil-AF (AF met de spiegel omlaag) uit te voeren door op de AEL/AFL-knop te drukken terwijl u fotografeert met live bekijken. AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron) De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Op die manier kunt u gemakkelijker scherpstellen als er weinig licht is en u de AF-stand gebruikt. Laat de flitser omhoog springen om deze functie te gebruiken. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met faseverschil-AF (wanneer u fotografeert met de zoeker). C-AF LOCK Als [ON] ingesteld is, kunt u tijdens scherpstellen met de C-AF-stand de scherpstelling niet wijzigen, ook niet als de afstand tot het onderwerp plots wijzigt. Dit is interessant als u een foto maakt terwijl er iets voor of achter het onderwerp passeert. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met de zoeker. AF AREA POINTER
De camera volgens uw wensen instellen
U kunt de AF-kaderstand en de AF-kaderpositie die u vaak gebruikt, vastleggen als homepositie. Wijs [P SET HOME] vooraf toe aan de gewenste knop in [BUTTON FUNCTION], zodat u de vastgelegde home-positie snel kunt gebruiken tijdens het fotograferen. “BUTTON FUNCTION“ (gblz. 106)
9
Als [OFF] ingesteld is, gaat het AF-kader niet aan als het onderwerp scherp staat. AF SENSITIVITY U kunt het bereik van het AF-kader voor de scherpstelling instellen als [AF AREA] ingesteld is op M. Deze functie is beschikbaar wanneer u fotografeert met faseverschil-AF (wanneer u fotografeert met de zoeker). [NORMAL] De camera stelt scherp in een bereik dat iets groter is dan het geselecteerde AF-kader. [SMALL] De camera stelt enkel scherp binnen het geselecteerde AF-kader. Als [SMALL] geselecteerd is, verandert de weergegeven instelling voor [AF AREA] in o.
103 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 104 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Custom Menu
S BUTTON/DIAL
DIAL FUNCTION In de stand P, A, S of M kunt u andere functies dan de standaardfuncties toewijzen aan de hoofdregelaar en de subregelaar. U kunt de functies van de hoofdregelaar en de subregelaar ook omschakelen voor menuen weergavefuncties met de standaardfuncties. P : [%]/[F]/[w] A : [FNo.]/[F]/[w] S : [SHUTTER]/[F]/[w] M : [SHUTTER]/[FNo.] MENU : [F]/[G] q : [PREV/NEXT]/[GU]
De camera volgens uw wensen instellen
9
104 NL
DIAL P
Ps
BACK
SET
Subregelaar
• [F] on [MENU] komt overeen met de horizontale functie van de regelaar (komt overeen met indrukken van bd). [G] komt overeen met de verticale functie van de regelaar (komt overeen met indrukken van ac).
Hoofdregelaar
DIAL MENU
F
G
BACK
SET bd
ac
DIAL DIRECTION U kunt de draairichting van de regelaar en de richting waarin u de sluitersnelheid/ diafragmawaarde verhoogt of verlaagt, selecteren. Instelling
qe (draairichting van de regelaar)
rf (draairichting van de regelaar)
DIAL1
• Langere sluitertijd • Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
• Kortere sluitertijd • Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
DIAL2
• Kortere sluitertijd • Diafragma sluiten (F-waarde is verhoogd)
• Langere sluitertijd • Diafragma verder openen (F-waarde wordt lager)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 105 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
AEL/AFL U kunt in plaats van de ontspanknop ook de knop AEL/AFL gebruiken om scherp te stellen of de belichting te meten. Kies de functie van de knop die bij de handeling past als de ontspanknop ingedrukt is. Selecteer [mode1] t/m [mode4] in elke scherpstelfunctie. (In de C-AF-functie kunt u alleen [mode4] selecteren.) Ontspanknopfunctie Stand
Half indrukken
Helemaal indrukken
Scherpstellen
Belichting
Scherpstellen
modus1
S-AF
Vastgehouden
modus2
S-AF
k
modus3
k
Vastgehouden
k
AEL/AFL-knop functie
Belichting
Scherpstellen
Belichting
k
k
k
Vastgehouden
k
Vastgehouden
k
Vastgehouden
k
S-AF
k
[S-AF]
[C-AF] k
Vastgehouden Vastgehouden
C-AF start
k
C-AF start
k
k
k
Vastgehouden
Vastgehouden
k
Vastgehouden
S-AF
k
C-AF start
modus2
C-AF start
modus3
k
modus4
k
k
modus1
k
Vastgehouden
k
modus2
k
k
k
modus3
k
Vastgehouden
k
k
Vastgehouden Vastgehouden k
Vastgehouden Vastgehouden
Vastgehouden Vastgehouden
k
Vastgehouden Vastgehouden
[MF]
Basisfuncties [mode1] Om tijdens het scherpstellen de belichting in te stellen. Zolang u de knop AEL/ AFL ingedrukt houdt, is AE-lock geactiveerd zodat u de scherpstelling en de belichtingsinstelling apart kunt uitvoeren. [mode2] Om de belichting pas in te stellen zodra u de ontspanknop helemaal indrukt. Dit is handig in situaties waarbij de verlichting sterk wisselt, bijvoorbeeld op een podium. [mode3] Om scherp te stellen met de knop AEL/AFL in plaats van met de ontspanknop. [mode4] Stel scherp met de knop AEL/AFL en stel de belichting in door de ontspanknop helemaal in te drukken. Faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken Door [PD AFL] in te stellen op [ON] in [R] kunt u faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken. Ontspanknopfunctie Stand
Half indrukken
Helemaal indrukken
Scherpstellen
Belichting
Scherpstellen
modus1
S-AF
Vastgehouden
k
modus2
S-AF
k
k
modus3
k
Vastgehouden
k
modus1
k
Vastgehouden
modus2
k
k
modus3
k
Vastgehouden
Belichting
De camera volgens uw wensen instellen
k k
modus1
9
AEL/AFL-knop functie Scherpstellen
Belichting
k
PD AF
k
Vastgehouden
PD AF
k
k
PD AF
k
k
k
k
Vastgehouden
k
Vastgehouden
k
k
[S-AF]
[MF] Vastgehouden PD AF
k
105 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 106 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
AEL/AFL MEMO U kunt de belichtingsinstelling vergrendelen en vasthouden met knop AEL/AFL. Druk op knop AEL/AFL om de belichtingsinstelling te vergrendelen en vast te [ON] houden. Druk opnieuw op de knop om het behouden van de belichting te annuleren. [OFF] De belichting wordt alleen vastgehouden zolang u de knop AFL/AFL ingedrukt houdt. BUTTON FUNCTION U kunt de volgende functies aan elke knop toewijzen: de <-knop, de P-knop en de V (preview)-knop. Toe te wijzen knop Functie
De camera volgens uw wensen instellen
9
106 NL
Detail
<
P
V (preview)
[Fn FACE DETECT]
Druk op de knop om [g FACE DETECT] in te stellen op [ON]. Druk nogmaals om hier [OFF] in te stellen. g“De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken“ (blz. 38), “g FACE DETECT“ (blz. 109)
9
k
9
[PREVIEW]
Terwijl u de knop ingedrukt houdt, kunt u de previewfunctie gebruiken. g“Preview-functie“ (blz. 46)
9
9
9
[LIVE PREVIEW]
Door op de knop te drukken, gaat de camera automatisch naar live bekijken voor een preview van het beeld op de monitor.
9
k
9
[V]
Druk op de knop om de witbalanswaarde te verkrijgen. g“Auto WB/preset/custom WB instellen“ (blz. 67)
9
9
9
[P HOME]
Druk op de knop om naar de vastgelegde AF-homepositie te gaan. Druk nogmaals op de knop om naar de oorspronkelijke AF-kaderstand te gaan. Als u de camera uitschakelt terwijl hij ingesteld is op de AF-home-positie, wordt de originele positie niet opgeslagen. g“Een AF-kaderstand vastleggen“ (blz. 58)
9
9
9
[MF]
Druk op de knop om de AF-stand om te schakelen naar [MF]. Druk nogmaals op de knop om naar de oorspronkelijke AF-stand te gaan.
9
9
9
[RAWK]
Druk op de knop om voor de beeldkwaliteit om te schakelen van JPEG naar JPEG+RAW of van JPEG+RAW naar JPEG. U kunt de beeldkwaliteit wijzigen door de regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
9
9
9
[P/A/S/M]
U kunt de fotografeerstand omschakelen door de regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
9
9
9
[TEST PICTURE]
Door op de ontspanknop te drukken terwijl u de knop indrukt, kunt u de zojuist genomen foto op de monitor controleren zonder de foto op het kaartje te hoeven opslaan. Dit is handig als u wilt kijken of een foto goed gelukt is zonder deze op te slaan.
9
9
9
[MYSET1]/ [MYSET2]/ [MYSET3]/ [MYSET4]
Terwijl u de knop ingedrukt houdt, kunt u foto's maken met de camera-instellingen die zijn vastgelegd in [RESET/MYSET]. g“MYSET instellen“ (blz. 100)
9
9
9
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 107 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Toe te wijzen knop Functie
Detail
<
P
V (preview)
U kunt de fotografeerstand omschakelen naar [Y/X] door op de knop te drukken. Houd de knop ingedrukt om terug te keren naar de vorige fotografeerstand.
9
k
k
[LEVEL GAUGE]
Druk op de knop om het waterpas in de zoeker en op het bedieningspaneel weer te geven, en druk nogmaals op deze knop om het waterpas te verbergen. g“LEVEL GAUGE“ (blz. 110)
9
9
9
[MAGNIFY]
Druk op de knop om het onderwerp vergroot weer te geven op de monitor.
9
k
9
[AF AREA SELECT]
U kunt het AF-kader selecteren door de regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt.
9
9
9
[IS MODE (I.S.)]
U kunt de beeldstabilisator selecteren door de regelaar te draaien terwijl u de knop ingedrukt houdt. g“Beeldstabilisator“ (blz. 62)
9
9
9
[OFF]
Laat geen toewijzing van functies toe.
9
9
9
9 :Beschikbaar voor toewijzing
k :Kan niet worden toegewezen
n FUNCTION: Als u P selecteert, kunt u met de pendelknop de positie van het AF-kader selecteren. U kunt deze functie uitvoeren gedurende enkele seconden nadat u de ontspanknop half heeft ingedrukt en heeft losgelaten.
x
Opmerkingen
• Tijdens live bekijken geldt de werking van de n-knop exclusief voor de filmknop, ongeacht de instelling. • Dezelfde functie kan niet worden toegewezen aan meerdere knoppen. • De functies die niet kunnen worden toegewezen, worden niet weergegeven in het functiekeuzescherm.
BUTTON TIMER De directe knop kan geselecteerd blijven zelfs nadat u hem losgelaten. [OFF] Enkel beschikbaar als de knop ingedrukt is. [3SEC]/[5SEC]/[8SEC] De knop blijft geselecteerd gedurende het aangegeven aantal seconden. [HOLD] De knop blijft geselecteerd tot u hem opnieuw indrukt.
De camera volgens uw wensen instellen
[Y/X] (Underwater wide/ Underwater macro)
9
• Knoppen die kunnen worden ingesteld met [BUTTON TIMER] ISO, F, WB, #, w, G, AF,
107 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 108 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Custom Menu
T RELEASE/j
RLS PRIORITY S/RLS PRIORITY C Normaal ontspant de camera de sluiter niet terwijl AF in werking is of de flitser wordt opgeladen. Als u de sluiter wenst te ontspannen zonder te wachten tot deze bewerkingen voltooid zijn, gebruikt u de volgende instelling. U kunt de ontspanvoorkeuze individueel instellen in de AF-stand. RLS PRIORITY S Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de S-AF-stand gblz. 53. RLS PRIORITY C Stelt de ontspanvoorkeuze in voor de C-AF-stand gblz. 54. O fps U kunt het aantal beelden dat in één seconde wordt opgenomen wanneer u repeterende opnamen maakt met [O] instellen van [1fps] tot [4fps].
Custom Menu
U DISP/8/PC
HDMI De camera volgens uw wensen instellen
9
Kies deze instelling wanneer de camera op een televisie wordt aangesloten via een HDMI-minikabel. HDMI OUT Het type digitaal videosignaal selecteren als een televisie wordt aangesloten via een HDMI-minikabel. [1080i] Weergave in het formaat 1080i. [720p] Weergave in het formaat 720p. [480p/576p] Weergave in het formaat 480p/576p (als [VIDEO OUT] is ingesteld op [PAL], weergave in het formaat 576p).
x
Opmerkingen • Als [1080i] ingesteld is, heeft het formaat 1080i voorrang voor de HDMI-uitvoer. Als deze instelling echter niet overeenkomt met de ingangsinstelling van de televisie, wordt de resolutie eerst gewijzigd in 720p en daarna in 480p. Voor meer details over het wijzigen van de ingangsinstelling van de televisie raadpleegt u de handleiding van de televisie.
HDMI CONTROL Wanneer [ON] geselecteerd is, kan de camera bediend worden met de afstandsbediening van een tv wanneer deze op de tv is aangesloten via een HDMI-minikabel. VIDEO OUT Afhankelijk van het type videosignaal van uw televisie kunt u NTSC of PAL selecteren. In het buitenland moet u deze instelling misschien wijzigen als u de camera op een TV wilt aansluiten en beelden wilt weergeven. Zorg dat u het juiste type videosignaal hebt geselecteerd voordat u de videokabel aan gaat sluiten. Als u het verkeerde type videosignaal hebt geselecteerd, worden de foto's niet goed weergegeven op uw televisie. Types videosignaal in de belangrijkste landen en gebieden Controleer het type videosignaal voordat u de camera op de tv aansluit. NTSC
Noord Amerika, Taiwan, Korea, Japan
PAL
Europese landen, China
SLEEP
108 NL
De camera wordt in sluimerstand (stand-by) geschakeld om de batterij minder te belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd. Met [OFF] schakelt u de sluimerstand uit. Als u op een knop drukt, zoals de ontspanknop, wordt de camera opnieuw geactiveerd.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 109 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
LIVE VIEW BOOST Tijdens fotograferen met live bekijken, kunt u de monitor lichter maken voor gemakkelijkere bevestiging van uw onderwerp. [OFF] Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor met het helderheidsniveau dat is aangepast aan de ingestelde belichting. U kunt, terwijl u vooraf via de monitor bevestigt, een foto naar uw wens maken. [ON] De camera past het helderheidsniveau automatisch aan en geeft het onderwerp op de monitor weer voor gemakkelijkere bevestiging. Het effect van de aanpassingen van belichtingscorrectie worden niet op de monitor weergegeven. g FACE DETECT Als deze is ingesteld op [ON] detecteert de camera gezichten van mensen en stelt automatisch scherp. g“De gezichtsherkenningsfunctie gebruiken“ (blz. 38) U kunt close-ups weergeven door scherp te stellen op het gezicht van het onderwerp. g“Enkel beeld/Gezoomd weergeven“ (blz. 86) G/INFO SETTINGS
K CONTROL SETTINGS Bepaal of het superbedieningspaneel (gblz. 6) van live control (gblz. 37) tijdens live bekijken wordt weergegeven of verborgen. HISTOGRAM SETTINGS Stel het helderheidsbereik van de lichte partijen (overbelicht) en van de schaduwpartijen (onderbelicht) in om een waarschuwing weer te geven in de Highlight&Shadow-weergave.
De camera volgens uw wensen instellen
Selecteer de weergegeven informatie als u tijdens live bekijken of weergeven op de INFO-knop drukt. [q INFO] Hiermee bepaalt u of [IMAGE ONLY], [OVERALL], [u], [HIGHLIGHT&SHADOW] worden weergegeven of verborgen tijdens de weergave. g“Informatiedisplay“ (blz. 89) [LV-INFO] Bepaalt of [u], [HIGHLIGHT&SHADOW], [ZOOM], [MULTI VIEW], [IMAGE ONLY], [w], [x], [y] of [&] tijdens live bekijken worden weergegeven of verborgen. g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39) [G SETTINGS] Bepaalt of [G4]/[G9]/[G25]/[G100]/[CALENDAR] worden weergegeven of verborgen tijdens indexweergave/kalenderweergave. g“Indexweergave/kalenderweergave“ (blz. 88)
9
BACKLIT LCD (timer displayverlichting) Om batterijen te sparen wordt, nadat het superbedieningspaneel gedurende een bepaalde tijd is weergegeven, de achtergrondverlichting van de monitor donker. Kies [8SEC], [30SEC] of [1MIN] voor de tijd tot de achterverlichting donkerder wordt. [HOLD] bepaalt dat de achterverlichting niet donkerder wordt. Het achtergrondlicht van de monitor gaat weer aan zodra u een knop indrukt (ontspanknop, pendelknop, enz.). 8 U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de scherpstelling vastgezet wordt, uitschakelen door op de ontspanknop te drukken. VOLUME U kunt het luidsprekervolume aanpassen.
109 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 110 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
USB MODE
De camera volgens uw wensen instellen
Met het bijgeleverde USB-kabeltje kunt u de camera rechtstreeks op een computer of printer aansluiten. Als u van tevoren opgeeft op welk apparaat u de camera aansluit, kunt u de instelprocedure voor de USB-aansluiting overslaan die normaliter verschijnt als u de kabel aansluit op de camera. Voor meer informatie over hoe u de camera op een apparaat aansluit, raadpleegt u “Camera aansluiten op een printer“ (gblz. 124) en “OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken“ (gblz. 127). [AUTO] Het selectiescherm voor de USB-aansluiting verschijnt telkens als u de camera op een computer of printer aansluit. [STORAGE] Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer. Selecteer deze stand ook als u via een pc-aansluiting de OLYMPUS Viewer 2 / [ib] software wilt gebruiken. [MTP] Hiermee kunt beelden overbrengen naar een computer waarop Windows Vista is geïnstalleerd, zonder de OLYMPUS Viewer 2 / [ib] software te gebruiken. [PRINT] Voor aansluiting op een printer die compatibel is met PictBridge. [CONTROL] Hiermee kunt u de camera via de USB-aansluiting bedienen met behulp van Olympus Studio 2. LEVEL GAUGE Deze camera is uitgerust met een acceleratiesensor, waarmee een tweerichtings-waterpas kan worden weergegeven om horizontale, voorwaartse en achterwaartse kanteling te detecteren als [LEVEL GAUGE] ingesteld is op [ON]. Dit is een handig hulpmiddel in situaties waarin u niet zeker weet of de camera recht staat, bijv. als u de horizon of de skyline niet op het scherm kunt zien of als het scherm donker is wanneer u 's nachts fotografeert. Indicaties in de zoeker en op het bedieningspaneel: Druk de ontspanknop half in, zodat het waterpas na enkele seconden in de zoeker en op het bedieningspaneel verschijnt. Zoeker
Bedieningspaneel Horizontale waterpasindicatie
9 Indicatie op de monitor: Druk zo vaak op de INFO-knop tot het waterpas verschijnt. g“Het informatiedisplay omschakelen“ (blz. 39)
110 NL
Verschijnt als het weergavegebied wordt overschreden.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 111 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
TIPS Waterpas kalibreren:
j g“LEVEL ADJUST“ (blz. 120)
Waterpas eenvoudig in- en uitschakelen:
j Door [LEVEL GAUGE] toe te wijzen aan de <-knop, P-knop of V (preview)-knop, kunt u op die knop drukken om het waterpas weer te geven of te verbergen. g“BUTTON FUNCTION“ (blz. 106)
x
Opmerkingen • Als de camera sterk vooruit of achteruit wordt gekanteld, neemt de fout van de horizontale kanteling toe.
4 h TIMER (Automatische uitschakeling) U kunt de camera zo instellen, dat hij automatisch uitschakelt als hij gedurende 4 uur niet wordt gebruikt. De camera wordt niet uitgeschakeld als deze functie op [OFF] staat. PICTURE MODE SETTINGS
Custom Menu
V EXP/e/ISO
EV STEP U kunt de EV-stap voor de instelling van de belichtingsparameters selecteren, zoals sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingscorrectiewaarde, waarbij u kunt kiezen uit [1/3EV], [1/2EV] of [1EV]. METERING (meten)
gblz. 46
Selecteer de metingsmethode. AEL-Meting U kunt de lichtmeetmethode instellen als u knop AEL/AFL indrukt om de belichting vast te houden. • In de stand [AUTO] wordt de lichtmeetmethode toegepast die u bij [METERING] hebt geselecteerd.
De camera volgens uw wensen instellen
Wanneer het beeldeffect wordt geselecteerd, kunt u de items overslaan die niet op [ON] werden ingesteld.
9
ISO STEP U kunt de EV-stap voor de ISO-gevoeligheid selecteren uit [1/3EV] of [1EV]. ISO-AUTO SET Als ISO is ingesteld op [AUTO], kunt u de bovengrenswaarde en de standaard ISO-waarden instellen. [HIGH LIMIT] Hiermee stelt u de bovengrens in van de automatisch variërende ISO-waarde. De bovengrens kan worden ingesteld van 200 tot 6.400 in stappen van 1/3 EV. [DEFAULT] Hiermee wordt de waarde ingesteld die normaal wordt gebruikt als de optimale belichting kan worden verkregen. De waarde kan worden ingesteld van 200 tot 6.400 in stappen van 1/3 EV.
111 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 112 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
ISO-AUTO U kunt de fotografeerstand instellen waarbij de instelling ISO [AUTO] wordt geactiveerd. [P/A/S] De instelling [AUTO] wordt geactiveerd in alle opnamestanden behalve de stand M en BULB. Als [AUTO] geselecteerd is in de M-stand, wordt de ISO-waarde op 200 gezet. [ALL] De instelling [AUTO] is geactiveerd voor andere standen dan de stand BULB. De optimale ISO-waarde wordt dan automatisch ingesteld, ook in de stand M. BULB TIMER U kunt voor tijdopnamen een maximumtijd (in minuten) instellen. ANTI-SHOCK z
De camera volgens uw wensen instellen
9
U kunt het interval tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en het ontspannen van de sluiter instellen tussen 1/8 en 30 seconden. Dit vermindert camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotografie en astrofotografie.
x
Opmerkingen
Anti-shock wordt apart toegevoegd aan de fotografeerfuncties (enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, opnamen met de zelfontspanner en met de afstandsbediening). g“Repeterende opnamen“ (blz. 59)
Custom Menu
W # CUSTOM
#X-SYNC. U kunt de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst. De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/60 tot 1/250 in stappen van 1/3 EV. #SLOW LIMIT U kunt de trage grens van de sluitertijd instellen die zal worden gebruikt als de flitser flitst. De sluitertijd kan worden ingesteld van 30 tot 1/250 in stappen van 1/3 EV. • Wanneer [AUTO] of [REDEYE] is ingesteld, is de synchrone snelheid beperkt tot 1/30 seconde, zelfs wanneer de trage grens trager is ingesteld dan 1/30 seconde. w+F In de stand [ON] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde van de belichtingscorrectie en wordt de flitssterkteregeling geactiveerd.
112 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 113 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Custom Menu
X K/ASPECT/COLOR/WB
NOISE REDUCT. (Ruisonderdrukking) Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange sluitertijden. Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. Met [NOISE REDUCT.] onderdrukt de camera automatisch ruis om scherpere foto's te maken. Als de ruisonderdrukking is ingesteld op [AUTO] wordt de ruisonderdrukking alleen ingeschakeld als de sluitertijd lang is. Als het ingesteld is op [ON] wordt de ruisonderdrukking steeds ingeschakeld.
Indien ingesteld op [OFF]
Indien ingesteld op [ON] of [AUTO]
x
Opmerkingen • Tijdens repeterende opnamen wordt [NOISE REDUCT.] automatisch uitgeschakeld [OFF]. • Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt deze functie niet optimaal.
NOISE FILTER U kunt het ruisonderdrukkingsniveau selecteren. In de meeste gevallen kunt u [STANDARD] gebruiken. [HIGH] wordt aanbevolen tijdens fotograferen met hoge gevoeligheid (Hoge ISO). WB
gblz. 66
Selecteer de witbalans die geschikt is voor de lichtbron. Behalve voor de eigen witbalans [CWB], stelt u de A-richting (rood - blauw) en de G-richting (groen - paarsrood) in op een waarde tussen [+7] en [-7]. ALL >
De camera volgens uw wensen instellen
• Terwijl de ruisonderdrukking is ingeschakeld, duurt het tweemaal zo lang om een foto te maken. • Na de opname start het proces waarmee de beeldruis wordt onderdrukt. • Tijdens de bewerking knippert de indicatie-LED Dataverkeer. U kunt pas een volgende foto maken zodra de indicatie-LED Dataverkeer niet meer brandt.
9
U kunt in één keer dezelfde correctiewaarde toepassen op alle witbalansstanden. [ALL SET] Bij alle witbalansen wordt dezelfde correctiewaarde toegepast. [ALL RESET] De op alle witbalansen toegepaste correctiewaarde wordt hiermee in één keer ongedaan gemaakt. Als u [ALL SET] hebt geselecteerd 1) Selecteer de kleurrichting met bd. Naar A: amber-blauw/Naar G: groen-magenta 2) Stel de correctiewaarde in met ac. g“Witbalanscorrectie“ (blz. 68) Zodra u knop AEL/AFL loslaat, wordt een testopname gemaakt. U kunt de aangepaste witbalans controleren. Als u [ALL RESET] hebt geselecteerd 1) Met knop ac selecteert u [YES].
113 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 114 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
COLOR SPACE Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of printer worden weergegeven. Het eerste teken in de bestandsnaam geeft aan welk kleurenpalet op dat moment is ingesteld. g“FILE NAME“ (blz. 116)
Pmdd0000.jpg P : sRGB _ : Adobe RGB
[sRGB] [Adobe RGB]
Gestandaardiseerde kleurruimte voor Windows. Kleurruimte die u met Adobe Photoshop kunt instellen.
SHADING COMP. In bepaalde gevallen kunnen de randen van het beeld in de schaduw komen te liggen ten gevolge van de eigenschappen van de lens. De functie Schaduwcompensatie corrigeert dit door de helderheid aan de donkere rand van het beeld te verhogen. Deze functie is met name interessant als u een groothoeklens gebruikt.
x De camera volgens uw wensen instellen
9
Opmerkingen • Deze functie is niet beschikbaar als u een teleconverter of een tussenring op de camera heeft bevestigd. • Bij hogere ISO-instellingen kan er ruis zichtbaar zijn aan de randen van het beeld.
K SET U kunt 4 combinaties vastleggen van de beschikbare 3 resoluties en 4 compressiefactoren. Selecteer de vastgelegde instelling met [K]. g“De beeldkwaliteit selecteren“ (blz. 64)
Leg vier verschillende combinaties van beeldinstellingen vast.
DSET 1
Selecteer het gewenste aantal pixels.
2
3
Y SF X F
W N
PIXEL COUNT BACK
4
W SF Yarge
SET
Selecteer de compressiefactor.
PIXEL COUNT U kunt het aantal pixels selecteren voor de resoluties [X] en [W]. [Xiddle] (medium) Selecteer [3200 × 2400], [2560 × 1920] of [1600 × 1200]. [Wmall] (klein) Selecteer [1280 × 960], [1024 × 768] of [640 × 480].
114 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 115 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
ASPECT SHOOTING Als de breedte-hoogteverhouding voor de opname ingesteld is op een andere instelling dan [4:3], bepaalt u of de instelling enkel wordt toegepast als u fotografeert met behulp van live bekijken, of altijd wordt toegepast als u foto's maakt met de zoeker of met live bekijken. [LV] De instelling is enkel van toepassing als u foto's maakt met live bekijken. [ALL] De instelling is van toepassing als u foto's maakt met de zoeker of met live bekijken.
x
Opmerkingen • Als u foto's maakt met de zoeker, worden de beelden niet uitgesneden en worden ze opgeslagen met de breedte-hoogte verhouding die werd gebruikt tijdens het fotograferen. Tijdens de weergave worden de beelden weergegeven met een rand overeenkomstig de breedte-hoogteverhouding. • Deze rand wordt niet weergegeven in de zoeker. 6:6 Als u foto's maakt met behulp van de zoeker, raadpleegt u de illustratie hiernaast.
Zoeker
Custom Menu
Y RECORD/ERASE
QUICK ERASE U kunt de opname die u net heeft gemaakt, onmiddellijk wissen met behulp van de D-knop. [OFF] Als u op de D-knop drukt, verschijnt het bevestigingsscherm dat u vraagt of u het beeld effectief wenst te wissen. [ON] Door op de D-knop te drukken, wordt het beeld onmiddellijk gewist. RAW+JPEG ERASE Hiermee selecteert u hoe u RAW+JPEG-beeld wilt wissen. Met deze functie kunt u slechts één beeld wissen. [JPEG] Wist alle JPEG-beeldbestanden en laat alleen de RAWbeeldbestanden staan. [RAW] Wist alle RAW-beeldbestanden en laat alleen de JPEGbeeldbestanden staan. [RAW+JPEG] Wist beide soorten beeldbestanden.
x
De camera volgens uw wensen instellen
16 : 9
9
Opmerkingen • Deze functie werkt alleen als u één beeld wist. Voor “alle beelden wissen“ of “geselecteerde beelden wissen“ worden zowel RAW en JPEG gewist, ongeacht deze instelling.
115 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 116 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
FILE NAME Als u een foto maakt, slaat de camera die foto onder een unieke bestandsnaam op in een map. Hoe bestandsnamen worden toegekend, ziet u in de onderstaande afbeelding. Alle mappen
Mapnaam Mapnummer (100 – 999) Bestandsnaam
Dag (01 – 31)
Kleurruimte
Maand (10, 11, 12 wordt A, B, C)
Bestandsnummer (0001 – 9999) Als u 9999 foto's gemaakt hebt, wordt de teller teruggezet op 0001 voor de volgende foto, en bij het mapnummer wordt de waarde 1 opgeteld om een nieuwe map te benoemen en aan te maken waarin het volgende beeld (bestand) wordt opgeslagen.
De camera volgens uw wensen instellen
[AUTO] Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de mapnummers van het vorige kaartje aangehouden. Als het nieuwe kaartje een foto bevat met hetzelfde bestandsnummer als een foto die op het vorige kaartje is opgeslagen, krijgen de foto's op het nieuwe kaartje een bestandsnummer dat aansluit op het hoogste nummer van het vorige kaartje. [RESET] Als u een nieuwe kaart inzet beginnen de mapnummers met 100 en de bestandsnummers met 0001. Als u een kaart inzet waarop al foto's staan, beginnen de nieuwe bestandsnummers met het nummer dat volgt op het hoogste bestandsnummer dat al op de kaart stond. EDIT FILENAME U kunt de naam van beeldbestanden wijzigen, zodat u ze gemakkelijker kunt identificeren en organiseren. Het gedeelte van de bestandsnaam dat kan worden gewijzigd, is afhankelijk van de kleurruimte. g“COLOR SPACE“ (blz. 114)
9
sRGB : Pmdd0000.jpg
AdobeRGB : _mdd0000.jpg
U kunt het teken wijzigen in OFF, A – Z of 0 – 9.
PRIORITY SET U kunt de uitgangspositie van de cursor ([YES] of [NO]) instellen in het scherm Erasing images of Formatting the card. dpi SETTING U kunt voor foto's van tevoren al de printresolutie instellen. Deze printresolutie wordt dan samen met de foto op de geheugenkaart opgeslagen. [AUTO] Automatisch, aan de hand van de ingestelde beeldresolutie. [CUSTOM] Stel de gewenste waarde in. Druk op d om het instelmenu op te roepen. r/%
116 NL
Als er in de camera twee geheugenkaarten zijn ingezet, CompactFlash en SD, kunt u selecteren welke kaart moet worden gebruikt.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 117 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
COPYRIGHT SETTINGS U kunt de vooraf ingestelde artiest-/copyrightnaam als Exif-gegevens toevoegen aan het beeld. Voor de artiestnaam en de copyrightnaam kunt u tot 63 enkele-byte tekens invoeren. • Als u het beeld bewerkt, wordt de naam van de artiest en van het copyright overgezet naar het aangemaakte bestand. Maar bij “weergave + meervoudig“ en “beeldoverlapping“ wordt de informatie niet overgenomen, maar wordt dit blanco. • We zijn niet verantwoordelijk voor problemen of schade ten gevolge van het gebruik van copyrightinformatie. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
[COPYRIGHT INFO.]
[ARTIST NAME] [COPYRIGHT NAME] Tekens invoeren
Door [ON] te selecteren, kunt u de artiest-/copyrightnaam die vooraf werd ingesteld, als Exif-gegevens aan het beeld toevoegen. Kies [OFF] om de geregistreerde naam niet toe te voegen. Voer de naam van de artiest in. Voer de naam van het copyright in.
1 ARTIST NAME !
)
* +
,
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Z MOVIE
(
: ;
< = > ?
-
.
/
J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z [ ] _ a b c d e f g h i j k l m n EN D o p q r s t u v w x y z { }
@ A B C D E F G H I
NO
Custom Menu
# $ % &
0 / 63
DELETE
SET
2 gblz. 84
MOVIE R Kies [OFF] om films zonder geluid op te nemen.
Custom Menu
R K UTILITY
PIXEL MAPPING
gblz. 135
De camera volgens uw wensen instellen
• Druk op acbd of draai de regelaar om een teken te selecteren in het veld 2, en druk op de knop i. • Het geselecteerde teken wordt weergegeven in het veld 1. • Herhaal deze bewerking om de volledige naam in te voeren en selecteer [END]; druk vervolgens op de knop i. Het ingevoerde item wordt bevestigd. • De cursor wordt tussen 1 en 2 verplaatst door op de INFO-knop te drukken.
9
EXPOSURE SHIFT U kunt de standaardwaarde voor de optimale belichting voor elke lichtmeetmethode aanpassen volgens uw voorkeur. Instelling is mogelijk in stappen van 1/6 EV in een bereik van -1.0 EV tot +1.0 EV.
x
Opmerkingen • De belichtingscorrectie kan worden ingesteld van -5.0 EV tot +5.0 EV. Door [EXPOSURE SHIFT] in te stellen, wordt het bereik beperkt van de richting waarin de standaardwaarde wordt aangepast. • U kunt de waarde voor de belichtingsverschuiving niet controleren tijdens het fotograferen. Voor normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de belichtingscorrectie. g“Belichtingscorrectie“ (blz. 47)
CLEANING MODE
gblz. 135
EXT. WB DETECT U kunt de witbalanssensor uitschakelen waarmee de lichtbron tijdens automatische witbalans wordt bepaald. Dit is handig als de lichtbron nabij de sensor en de lichtbron die het onderwerp verlicht, verschillend zijn.
117 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 118 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
AF FOCUS ADJ. U kunt de AF-sensor gebruiken om de scherpstelpositie fijn bij te regelen in een bereik van ±20 stappen (–: dichter, +: naar )). Normaal hoeft u dit niet te wijzigen. [SET AF DATA] Regel de AF-standaardwaarde bij en leg de instelling vast. U kunt de instelling ook vastleggen overeenkomstig de gebruikte lens. [OFF] De AF-focusaanpassing wordt niet uitgevoerd. [DEFAULT DATA] Alle AF-aanpassingswaarden voor de lens LENS DATA SET die niet individueel werden vastgelegd, worden vastgelegd en toegepast. 14-54 F2.8-3.5 [LENS DATA] S/N 000000000 Regelt de AF voor elke lens bij. U kunt +20 EC00 de aanpassingswaarden voor maximaal S/N 888888888 20 lenzen vastleggen. T ±88 W ±88
CANCEL
SET
De camera volgens uw wensen instellen
Gebruik ac om aan te passen.
x
Opmerkingen • Afhankelijk van de uitgevoerde aanpassing kan de lens eventueel niet scherpstellen naar de )-zijde of naar de nabije zijde. • Als u een teleconverter gebruikt, worden de teleconverter en de lens als één set vastgelegd. • Enkel Four Thirds-lenzen kunnen worden vastgelegd.
[DATA LIST] Hiermee wordt de lensinformatie weergegeven die werd vastgelegd met [LENS DATA] bij [SET AF DATA]. Selecteer een lens uit de lijst, waarna u de vastgelegde informatie kunt controleren, verwijderen of bewerken. DATA LIST 1 2 1 2 1
Als dezelfde lens verschillende keren is vastgelegd, wordt de aanpassingswaarde voor de lens met v toegepast.
9 BACK
14-54 F2.8-3.5 14-54 F2.8-3.5 12-60 F2.8-4.0 12-60 F2.8-4.0 50-200 F2.8-3.5 SET
Selecteer dit om de geselecteerde lens te controleren, te verwijderen of te bewerken.
Selecteer welke lens moet worden gebruikt als dezelfde lens meerdere keren werd vastgelegd.
TIPS Foto's maken terwijl de AF-aanpassingswaarde lichtjes wordt gewijzigd:
118 NL
j Nadat u de aanpassingswaarde fijn heeft bijgeregeld, drukt u op de ontspanknop en maakt u verschillende foto's voor u op de i-knop drukt. Hou rekening met het volgende als u foto's maakt om de AF-aanpassingswaarde te controleren. • Het is aan te bevelen de beeldkwaliteit in te stellen op een hogere instelling dan YN als u foto's maakt. • Let op voor camerabewegingen, bewegingen van het onderwerp en wijzigingen in de afstand tot het onderwerp terwijl u foto's maakt. • U maakt best een foto van een onderwerp met veel contrast op een afstand van 3 m in de eigenlijke opnameomgeving (verlichting en temperatuur). • Maak geen foto's met tegenlicht.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 119 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Het verschil in de aanpassingswaarde vergelijken:
j U kunt de lichtbakweergave gebruiken om de aanpassingswaarden te vergelijken. De aanpassingswaarden worden ook weergegeven tijdens de lichtbakweergave. g“Lichtbakweergave“ (blz. 87)
Twee soorten aanpassingswaarden vastleggen (met het brandpunt van de lens voor en achter het onderwerp): j U kunt verschillende aanpassingswaarden voor dezelfde lens vastleggen. Selecteer de aanpassingswaarde die tijdens het fotograferen moet worden toegepast, met het scherm [DATA LIST].
Twee lenzen van hetzelfde type individueel vastleggen:
j U kunt hetzelfde type lens verschillende keren individueel vastleggen.
AF-kaders specificeren en vastleggen, of de aanpassingswaarden vastleggen voor de groothoek- en telerichtingen van de zoom:
j In het scherm [LENS DATA SET] drukt u op d om de volgende instellingen uit te voeren. • U kunt individuele AF-kaders specificeren en elk AF-kader aanpassen. Normaal gesproken zijn de aanpassingswaarden voor alle AF-kaders vastgelegd. • U kunt verschillende aanpassingswaarden vastleggen voor de groothoek- en telerichtingen van de zoom. Normaal gesproken is de aanpassingswaarde voor de telerichting vastgelegd.
AA BATTERY TYPE
• Om de reservebatterijhouder op de camera te bevestigen, verwijdert u het batterijklepje van de camera, zoals rechts aangegeven.
x
1
2
Opmerkingen
De camera volgens uw wensen instellen
De kenmerken van AA-batterijen zijn afhankelijk van het batterijtype en van het merk. Als u de optionele reservebatterijhouder (HLD-4) met AA-batterijen gebruikt, kunt u het batterijspanningsniveau van de batterijspanningsindicator instellen volgens de batterijkarakteristieken. Normaal hoeft u dit niet te wijzigen. [b] Dit is de standaardinstelling voor batterijkarakteristieken van AA-alkalinebatterijen. [c] Het waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [b]. [d] Het waarschuwingsniveau is lager ingesteld dan bij [c].
9
• Afhankelijk van de status van de gebruikte batterijen werkt deze functie eventueel niet goed. • Het aantal foto's dat u kunt maken, neemt toe in de volgorde [b] [c] [d]; het is echter mogelijk dat u geen foto's meer kunt maken zonder een waarschuwingsindicatie.
119 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 120 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
T WARNING LEVEL U kunt de tijd instellen wanneer T verschijnt (aangaat). Normaal hoeft u dit niet te wijzigen.
x
Opmerkingen • De batterijspanningsindicator vormt geen waarschuwing dat de batterij moet worden opgeladen. Als S knippert, dient u de batterij op te laden. g“Camera inschakelen“ (blz. 13)
LEVEL ADJUST Als u denkt dat het waterpas niet pas staat, kunt u het waterpas kalibreren. [RESET] Herstelt de standaardinstellingen af fabriek. [ADJUST] Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
x
De camera volgens uw wensen instellen
9
120 NL
Opmerkingen • Stel [ADJUST] enkel in als de camera goed vast staat in een horizontale positie. Als de camera niet stabiel staat, is het mogelijk dat u het waterpas niet goed kunt kalibreren.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 121 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
10
Printen Printreservering (DPOF) Printreservering Het printreserveringssysteem biedt u de mogelijkheid om samen met de op het kaartje opgeslagen beelden ook printgegevens (het aantal prints en datum- en tijdinformatie) op te slaan. De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen. DPOF (Digital Print Order Format) Dit is voor het opslaan van gewenste printinstellingen op digitale camera's. Door in te voeren welke beelden moeten worden geprint en hoeveel kopieën er moeten worden gemaakt, kan de gebruiker de beelden eenvoudig laten printen door een printer of printspeciaalzaak die het DPOF-formaat ondersteunt. Laten printen door een voor DPOF ingerichte foto-ontwikkelcentrale Hier kunnen foto's geprint worden aan de hand van de printreserveringen. Printen met een voor DPOF geschikte printer Foto's kunnen rechtstreeks met een aangesloten printer worden afgedrukt zonder dat u een pc nodig hebt. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer. Het is mogelijk dat u, om te kunnen printen, een PC-kaartadapter nodig heeft.
x
Opmerkingen • Het is mogelijk dat DPOF-reserveringen die werden ingesteld met een ander apparaat, met deze camera niet gewijzigd kunnen worden. Eventuele wijzigingen moet u dan aanbrengen met het oorspronkelijke apparaat. Bovendien kunt u door nieuwe DPOF-reserveringen in te stellen met deze camera, de vorige reserveringen die met een ander apparaat zijn ingesteld, wissen. • Het is mogelijk dat bepaalde printers of fotospeciaalzaken niet over alle functies beschikken. • Het bestandstype RAW kan niet worden geprint.
Enkel beeld reserveren Om voor een foto een printreservering in te stellen, volgt u de bedieningsaanwijzingen. MENU
[q]
[<]
m y EDIT P COPY ALL RESET PROTECT Bedieningsaanwijzingen
2
Selecteer [<] en druk op i.
BACK
ON
Printen
1
10
SET
PRINT ORDER SETTING
BACK
SET
121 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 122 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
3
Selecteer met bd het beeld waarvoor u een printreservering wilt instellen en selecteer met ca het aantal prints.
x 2
• Om een printreservering voor meerdere foto's in te stellen, herhaalt u deze stap.
4 5
Druk op de knop i als u klaar bent. • Het menu voor reservering van een enkel beeld verschijnt.
100-0009 15
BACK
Selecteer de gewenste datumweergave en druk op i. [NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint. [DATE] De foto's worden geprint met de datum van fotograferen. [TIME] De foto's worden geprint met het tijdstip van fotograferen.
6
SET
NO DATE TIME BACK
Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
SET
PRINT ORDER SETTING
SET CANCEL
BACK
SET
Alle beelden reserveren Past printreservering toe op alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. Het aantal prints is ingesteld op 1.
Printen
10
122 NL
1 2 3 4
MENU [q] [<] Selecteer [U] en druk op i. Selecteer de gewenste datumweergave en druk op i. [NO] De beelden worden zonder datum en tijd geprint. [DATE] De foto's worden geprint met de datum van fotograferen. [TIME] De foto's worden geprint met het tijdstip van fotograferen.
Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 123 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Printreserveringsgegevens resetten U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde foto's.
1
MENU
[q]
[<]
Printreserveringsgegevens van alle foto's annuleren
2 3
Selecteer [<] of [U] en druk op de i-knop. Selecteer [RESET] en druk op i.
PRINT ORDER SETTING PRINT ORDERED RESET KEEP BACK
SET
Annuleren van de printreserveringsgegevens van een geselecteerde foto
2 3 4 5 6
Selecteer [<] en druk op i. Selecteer [KEEP] (bewaren) en druk op i. Gebruik bd om het beeld te selecteren met printreserveringsgegevens die u wilt annuleren en druk daarna op c om het aantal prints op 0 te zetten. Druk op de knop i als u klaar bent. Selecteer de gewenste datumweergave en druk op i. • Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
7
Selecteer [SET] en druk op de i-knop.
Direct printen (PictBridge)
PictBridge De norm die het u mogelijk maakt om digitale camera's en printers van verschillende fabrikanten op elkaar aan te sluiten en u toelaat om foto's rechtstreeks van de camera te printen. STANDARD Alle printers die PictBridge ondersteunen, beschikken over standaardprintinstellingen. Selecteer [STANDARD] in het instelmenu (gblz. 125) om de foto's met deze instellingen te printen. Voor details over de standaardinstellingen van uw printer raadpleegt u de handleiding ervan of neemt u contact op met de fabrikant.
Printen
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Om vast te stellen of uw printer wel of niet geschikt is voor PictBridge raadpleegt u de handleiding van de printer.
10
• De beschikbare printfuncties en instellingen, zoals papierformaat, zijn afhankelijk van het type printer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de printer. • Voor details over de soorten printerpapier, inktcassettes, enzovoort, raadpleegt u de handleiding van de printer.
x
Opmerkingen • Gebruik een volledig opgeladen batterij. • Beelden opgenomen met bestandstype RAW kunnen niet geprint worden. • De camera kan de sluimerstand niet aannemen, omdat hij verbonden is met het USB-kabeltje.
123 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 124 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Camera aansluiten op een printer Gebruik het meegeleverde USB-kabeltje om de camera aan te sluiten op een printer die compatibel is met PictBridge.
1
Schakel de printer in en verbind de USB-kabel met het USB-contact van de camera en de USB-poort van de printer. • Voor meer informatie over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort, raadpleegt u de handleiding van de printer.
USB-contact
USB-kabeltje
2 3
Schakel de camera in. • Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven.
Met de knop ac selecteert u [PRINT]. • [ONE MOMENT] verschijnt terwijl camera en printer met elkaar verbonden worden. Ga naar gblz. 125.
TIPS
Wanneer niet kan worden verbonden j Zie “USB MODE“ (gblz. 110)
USB STORAGE MTP PRINT CONTROL EXIT SET
Eenvoudig printen Printen
10
124 NL
1 2
Selecteer met bd de te printen foto's om deze op de camera weer te geven. • Geef de foto die u wilt printen op de camera weer en sluit de camera met behulp van een USB-kabeltje op een printer aan. Het scherm rechts verschijnt korte tijd.
Druk op de knop < (print). • Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere foto te printen, selecteert u met bd de gewenste foto en drukt u op <. • Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de foto wordt weergegeven.
EASY PRINT START PC / CUSTOM PRINT
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 125 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Printen volgens de specificatie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie. Printfunctie selecteren
PRINT MODE SELECT
PRINT ALL PRINT Selecteer de manier van printen (printfunctie) De beschikbare printfuncties staan hieronder vermeld. MULTI PRINT [PRINT] Print geselecteerde foto's. ALL INDEX [ALL PRINT] Print u alle beelden die opgeslagen zijn op het kaartje en maakt van PRINT ORDER elke foto een print. EXIT SET [MULTI PRINT] Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden Volg de hier getoonde op een enkel blad. bedieningsaanwijzingen. [ALL INDEX] Print een index van alle beelden die op het kaartje zijn opgeslagen. [PRINT ORDER] Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft. Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet beschikbaar. (gblz. 122)
De eigenschappen van het printpapier instellen Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen. [SIZE] Stelt het papierformaat in dat de printer PRINTPAPER ondersteunt. [BORDERLESS] Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen een SIZE BORDERLESS blanco kader.
STANDARD
STANDARD
BACK [PICS/SHEET]
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie [MULTI PRINT] hebt geselecteerd.
SET
PRINTPAPER SIZE
PICS/SHEET
STANDARD
16
SET
Selecteer de beelden die u wilt printen De geselecteerde foto's kunnen later worden geprint (reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan rechtstreeks worden geprint. [PRINT] (f) Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een [SINGLE PRINT]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde foto worden geprint. [SINGLE PRINT] (t) Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven. Als 123-3456 u na het maken van een [SINGLE 15 PRINT]-reservering deze PRINT SELECT printreservering ook op andere SINGLEPRINT MORE foto's wilt toepassen, selecteert u met bd de gewenste foto's. [MORE] (u) Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet. Hoe u dat doet, leest u bij “Printgegevens instellen“ (gblz. 126) in de volgende paragraaf.
Printen
BACK
De beelden die u wilt printen selecteren
10
125 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 126 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Printgegevens instellen
2
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [ALL PRINT] en [OPTION SET] geselecteerd is, verschijnt het volgende scherm. [<×] Voor het instellen van het aantal prints. PRINT INFO [DATE] Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen. 1 [FILE NAME] Print de bestandsnaam die bij het beeld DATE WITHOUT is opgeslagen. FILE NAME WITHOUT [P] Snijdt het beeld uit voor het printen. De grootte van de uitsnede instellen met de hoofdregelaar en de positie van de uitsnede met de pendelknop. BACK SET
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld, selecteert u [PRINT] en drukt u op i. [PRINT] [CANCEL]
Brengt de beelden die u wilt printen over naar de printer. Annuleert de instellingen. Alle printreserveringsgegevens gaan dan verloren. Als u de printreserveringsgegevens wilt behouden en andere instellingen wilt maken, drukt u op de MENU-knop. Hiermee keert u terug naar de vorige instelling.
PRINT
PRINT CANCEL
BACK
SET
• Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op de knop i. [CONTINUE] Het printen wordt voortgezet. [CANCEL] Het printen wordt geannuleerd. Alle printreserveringsgegevens gaan dan verloren.
PRINT
CONTINUE CANCEL
SET
Printen
10
126 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 127 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
11
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken Windows
1
Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station. Windows XP • Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7 • Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op “OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster weer te geven.
x
Opmerkingen
2
Ga te werk volgens de aanwijzingen op het computerscherm.
x
• Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “My Computer“ (Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) uit het startmenu. Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster “OLYMPUS Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “Launcher.exe“. • Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Ja“ of “Verder“.
Opmerkingen • Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera met de computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen batterij.
Contact
USB-poort USB-kabeltje
x
Opmerkingen
3
Registreer uw Olympus-product.
Kleiner contact
• Wanneer u de camera via USB verbindt met een ander apparaat, verschijnt een scherm om de verbindingsmethode te kiezen. Stel deze functie in op [STORAGE].
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
USB-contact Zoek dit teken.
11
• Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
127 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 128 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
4
Installeer OLYMPUS Viewer 2 en de [ib] computersoftware. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ of “OLYMPUS ib“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
OLYMPUS Viewer 2 Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/Windows Vista/ Windows 7
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
RAM-geheugen
1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
[ib]
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
Besturingssysteem
Windows XP (Service Pack 2 of een latere versie)/Windows Vista/ Windows 7
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter (Pentium D 3,0 GHz of beter vereist voor films)
RAM-geheugen
512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) (1 GB of meer vereist voor films. 2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Grafische kaart
Minstens 64 MB video RAM met DirectX 9 of latere versie.
• *Zie online-help voor informatie over het gebruik van de software.
Macintosh
1
Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station. • Wanneer u de CD-ROM in de Mac steekt, wordt de inhoud van het station automatisch weergegeven door de Finder. Wanneer deze niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het pictogram op het bureaublad. • Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
11 2
Installeer OLYMPUS Viewer 2. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 2“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
128 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 129 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
OLYMPUS Viewer 2 Besturingssysteem
Mac OS X v10.4.11.v10.6
Processor
Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
RAM-geheugen
1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de harde schijf
1 GB of meer
Monitorinstellingen
1.024 x 768 pixels of meer Minstens 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
*Andere talen kunnen worden geselecteerd in het taalkeuzevak. Voor meer informatie over het gebruik van de software, raadpleegt u de online-help.
Het beeld importeren en opslaan zonder OLYMPUS Viewer 2 of [ib] Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen naar een computer door de camera met de computer te verbinden met het meegeleverde USBkabeltje. De volgende besturingssystemen ondersteunen de USB-aansluiting: Windows: Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/ Windows XP Professional/Windows Vista/Windows 7 Macintosh: Mac OS X v10.3 of latere versie
1
• De locatie van de USB-poort is afhankelijk van de computer. Voor details raadpleegt u de handleiding van uw computer.
Schakel de camera in. • Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding wordt weergegeven.
3 4
Selecteer met ac de optie [STORAGE]. Druk op knop i. De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
x
Opmerkingen
USB STORAGE MTP PRINT CONTROL EXIT SET
• Als u Windows Vista gebruikt op uw computer, selecteert u [MTP] in stap 3 om Windows Photo Gallery te kunnen gebruiken. • In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet gegarandeerd, ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort. • Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaartje, enzovoort. • Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem en zelfgebouwde computers • Sluit u de camera aan op een computer, dan zijn alle knoppen van de camera buiten bedrijf.
OLYMPUS Viewer 2/[ib] gebruiken
2
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
11
129 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 130 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
12
Fotografeertips en onderhoud Fotografeertips en -informatie De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst De batterij is niet volledig opgeladen • Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur. • Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om de camera in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt. De camera is automatisch uitgeschakeld • Om de batterijen te sparen als de camera niet bediend wordt, zal de camera na een vastgestelde tijd in de sluimerstand gaan en niet langer meer werken. Om de camera weer te activeren, drukt u op de ontspanknop of op een andere knop. De camera schakelt automatisch uit als er 4 uur niets wordt bediend. De camera werkt niet tot hij weer ingeschakeld wordt. g“SLEEP“ (blz. 108), “4 h TIMER (Automatische uitschakeling)“ (blz. 111)
De flitser wordt opgeladen.
• Als de flitser ingeschakeld is en het symbool # in de zoeker knippert, betekent dit dat de flitser wordt opgeladen. Wacht tot het knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen • Als het AF-teken in de zoeker knippert, betekent dit dat de camera niet kan scherpstellen met AF. Druk de ontspanknop weer in.
Ruisonderdrukking is geactiveerd • Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen beeldruis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen met lange sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [NOISE REDUCT.] op [OFF] zetten. g“Ruisonderdrukking“ (blz. 72)
De datum en tijd zijn niet ingesteld Fotografeertips en onderhoud
12 130 NL
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf • De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in voordat u de camera gebruikt. g“Datum en tijd instellen“ (blz. 14)
De batterij is uit de camera verwijderd • De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer 1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 131 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen. AF-teken knippert Deze onderwerpen worden niet scherpgesteld. Object met weinig contrast
Extreem fel licht in het midden van het beeld
Een onderwerp met patronen die zich herhalen
Onderwerpen op verschillende afstanden
Snel bewegende objecten
Het onderwerp valt niet binnen het AF-gebied
AF-teken gaat branden maar het onderwerp is niet scherpgesteld.
Stel altijd scherp op iets dat een hoog contrast heeft en zich op dezelfde afstand als het onderwerp bevindt, bepaal de compositie en neem de foto. Gemaakte foto's zien er witachtig uit Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd. Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is. Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen. g“Verwisselbare lenzen“ (blz. 138) Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als de pendelknop gebruikt wordt. • Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen • Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld: Combinatie van [j] en [NOISE REDUCT.], enz.
Wanneer de scherpstelling niet kan worden verkregen met Imager AF Wanneer u een andere lens gebruikt dan een high-speed Imager AF-compatibele lens, is de scherpstelling afhankelijk van het onderwerp soms moeilijk. Door [PD AFL] op [ON] te zetten in het Custom Menu, kunt u faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken door op de AFL/ AEL-knop te drukken g“PD AFL“ (blz. 103). Voor meer informatie over de high-speed Imager AF-compatibele lens gaat u naar de website van Olympus.
Fotografeertips en onderhoud
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer [PIXEL MAPPING] uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer. g“Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (blz. 135)
12
Cameratrilling terwijl de camera uitgeschakeld is De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de beeldstabilisator initialiseert. Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet goed werken.
131 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 132 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Foutcodes Indicaties op het Indicaties in de zoeker bedieningspaneel Normale indicatie
Fotografeertips en onderhoud
12 132 NL
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Indicatie op de monitor
Mogelijke oorzaak
Oplossing
U hebt geen kaartje in de camera Steek een kaartje erin of steek geplaatst of het een ander kaartje erin. kaartje wordt niet NO CARD herkend. Plaats het kaartje opnieuw in de camera. Blijft het probleem Er is een probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren. Als het kaartje niet met het kaartje. CARD ERROR geformatteerd kan worden, kan dit niet gebruikt worden. Met de computer werd het kaartje beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen). Annuleer deze instelling Opslaan op dit met de computer. kaartje is niet De schrijfbeveiligingsschakelaar WRITE toegestaan. van het SD-kaartje staat in de PROTECT stand LOCK. Zet de schakelaar terug om naar het kaartje te kunnen schrijven. Het kaartje is vol. Vervang het kaartje door Er kunnen geen foto's meer worden een ander of wis overbodige genomen of er kan beelden. Breng belangrijke beelden geen informatie, over naar een computer CARD FULL zoals printreservering, voordat u beelden gaat meer worden wissen. opgeslagen. Vervang het kaartje door Er is geen plaats een ander of wis overbodige op het kaartje en beelden. printreservering of nieuwe beelden Breng belangrijke beelden over naar een computer kunnen niet CARD FULL voordat u beelden gaat opgeslagen worden. wissen. • Selecteer [CLEAN CARD], druk op i en zet de camera uit. Verwijder het kaartje en veeg het metalen contactvlak met een zachte, CARD SETUP SD-kaartje kan niet Clean the contact area of droge doek schoon. worden gelezen the card with a dry cloth. • Selecteer [FORMAT] CLEAN CARD of is niet [YES] en druk vervolgens op FORMAT geformatteerd. i om het kaartje te SET formatteren. Bij het formatteren worden alle gegevens op het kaartje gewist.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 133 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Indicaties op het Indicaties in de zoeker bedieningspaneel Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
NO PICTURE
PICTURE ERROR
THE IMAGE CANNOT BE EDITED
Interne cameratemperat uur is te hoog. Wacht even totdat de camera is afgekoeld, voordat u deze gebruikt.
BATTERY EMPTY
Mogelijke oorzaak
Er zijn geen foto's op het kaartje opgeslagen. Er heeft zich een probleem met de geselecteerde foto voorgedaan, waardoor dit beeld met de camera niet kan worden weergegeven. Of het beeld kan met deze camera niet worden weergegeven. Foto's die met een andere camera zijn genomen kunnen niet met deze camera bewerkt worden.
Oplossing
Het kaartje bevat geen foto's. Foto's opslaan en weergeven.
Gebruik de beeldbewerkingssoftware om het beeld op een PC te bekijken. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand beschadigd.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto te bewerken.
Langdurig gebruik van live bekijken of repeterende opnamen heeft de interne temperatuur van de camera verhoogd.
Wacht even totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Laat de interne temperatuur van de camera afkoelen, voordat u de camera weer in gebruik neemt.
De batterij is uitgeput.
Laad de batterij op.
De camera is niet op de juiste wijze op de computer NO of printer CONNECTION aangesloten.
Koppel de camera los en sluit hem opnieuw, maar nu goed, aan.
De papiervoorraad Leg een nieuwe voorraad van de printer is op. papier in de printer. NO PAPER
Geen indicatie
Geen indicatie
De inktvoorraad Vervang de inktcassette van de printer is op. in de printer.
Fotografeertips en onderhoud
Geen indicatie
Indicatie op de monitor
12
NO INK Geen indicatie
Geen indicatie JAMMED
Het papier in de printer is vastgelopen.
Haal het papier dat de printer blokkeert uit de printer.
133 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 134 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Indicaties op het Indicaties in de zoeker bedieningspaneel
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Geen indicatie
Indicatie op de monitor
Mogelijke oorzaak
De papiercassette van de printer is verwijderd of de printer werd SETTINGS bediend, terwijl de CHANGED instellingen op de camera gemaakt werden. Er heeft zich een probleem met de printer en/of de camera PRINT ERROR voorgedaan. Het is mogelijk dat foto's die met andere camera's gemaakt zijn, niet CANNOT PRINT vanuit deze camera geprint kunnen worden.
Oplossing
Bedien de printer niet, terwijl u instellingen op de camera maakt.
Schakel camera en printer uit. Controleer de printer en hef eventuele storingen op voordat u beide apparaten weer inschakelt.
Gebruik een computer om de foto's te printen.
Onderhoud van de camera Reinigen en opbergen van de camera Reinigen van de camera Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen. Camerahuis: Fotografeertips en onderhoud
12 134 NL
• Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Monitor en zoeker: • Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens, spiegel en scherpstelscherm: • Verwijder stof van lens, spiegel en scherpstelscherm met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag • Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats. • Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera. Reinigen en controleren van het beeldopneemelement Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie wordt geactiveerd als u de cameraschakelaar op ON zet en als u Live view start of stopt. De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 135 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
x
Opmerkingen • Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën behandeld reinigingsdoekje. • Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te beschermen tegen roest. • Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden. • Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt. Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat u belangrijke foto's maakt.
Reinigingsfunctie – Stof verwijderen Als er stof of vuil op het beeldopneemelement komt, kunnen er zwarte stippen op de foto verschijnen. Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum van Olympus om het beeldopneemelement te laten reinigen. Het beeldopneemelement is een precisiecomponent dat gemakkelijk beschadigd raakt. Als u het beeldopneemelement zelf reinigt, dient u de instructies hieronder op te volgen. Als de batterij tijdens het reinigen leegraakt, gaat de sluiter dicht. Dit kan ertoe leiden dat het sluitergordijn en de spiegel stukgaan. Houd de ladingstoestand van de batterij in het oog.
1 2 3 4 5 6
Verwijder de lens van de camera en zet de cameraschakelaar op ON. MENU [c] [R] [CLEANING MODE] Druk op d, druk daarna op de i-knop. • De camera gaat in de reinigingsstand.
Druk de ontspanknop helemaal in. • De spiegel gaat omhoog en het sluitergordijn gaat open.
PIXEL MAPPING EXPOSURE SHIFT CLEANING MODE EXT. WB DETECT ON AF FOCUS ADJ. AA BATTERY TYPE
Reinig het beeldopneemelement.
BACK SET • Blaas voorzichtig het stof van het oppervlak van het beeldopneemelement met behulp van een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje.
Zorg ervoor dat het blaaskwastje niet vast komt te zitten in het sluitergordijn als u de camera uitschakelt om de reiniging te beëindigen. • Als de camera uitschakelt, gaat het sluitergordijn dicht, waardoor de spiegel daalt.
Opmerkingen • Zorg ervoor dat het blaaskwastje (in de handel verkrijgbaar) het beeldopneemelement niet raakt. Als het blaaskwastje het beeldopneemelement raakt, wordt het beeldopneemelement beschadigd. • Plaats het blaaskwastje nooit achter de lensvatting. Als de camera uitschakelt, gaat de sluiter dicht, waardoor het sluitergordijn stukgaat. • Gebruik niets anders dan het blaaskwastje. Als er hogedrukgas op het beeldopneemelement wordt gespoten, bevriest het op het oppervlak van het beeldopneemelement, waardoor het beschadigd raakt.
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor heeft gebruikt of continu foto's gemaakt heeft, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1 2 x
MENU [c] [R] [PIXEL MAPPING] Druk op d, druk daarna op de i-knop.
Fotografeertips en onderhoud
x
12
• Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [BUSY]-balk in het monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties afgesloten is, verschijnt het menu weer.
Opmerkingen • Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt, begint u opnieuw vanaf stap 1.
135 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 136 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
13
Informatie Info over het kaartje Toepasbare geheugenkaartjes Met “Kaartje“ in deze handleiding wordt een opslagmedium bedoeld. Deze camera kan gebruik maken van CompactFlash- of SD-kaartjes, SDHC-kaartjes en SDXC-kaartjes (verkrijgbaar in de handel). CompactFlash (Type I) (UDMA-compatibel) Een CompactFlash-kaart bevat een chip met een groot flashgeheugen. Deze kaarten zijn gewoon in de winkel verkrijgbaar.
SD-kaartje Een SD-kaartje is een opslagmedium dat ook vaak wordt gebruikt in compacte camera's.
LOCK
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaartje Het SD-kaartje is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u de schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u niet schrijven naar het kaartje, gegevens van het kaartje verwijderen of het kaartje formatteren. Zet de schakelaar terug om naar het kaartje te kunnen schrijven.
x
LOCK
Opmerkingen • De gegevens op het kaartje zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren van het kaartje of het wissen van de gegevens. Indien u het kaartje wegdoet, dient u het te vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Het geheugenkaartje formatteren Kaarten die op een computer zijn geformatteerd, moet u eerst met de camera formatteren voordat u ze kunt gebruiken. Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op het kaartje staan, ook eventuele beveiligde opnamen. Gaat u een gebruikt kaartje formatteren, controleer dan eerst of dit kaartje geen opnamen bevat die u wilt bewaren. Informatie
13 136 NL
1 2 3
MENU [W] [CARD SETUP] Selecteer met ac de optie [FORMAT] en druk daarna op i. Selecteer met ac de optie [YES] en druk daarna op knop i.
CARD SETUP
ALL ERASE FORMAT
• Het kaartje wordt dan geformatteerd.
TIPS Als u kaartjes in de twee kaartsleuven steekt:
j Selecteer het kaartje dat gebruikt moet worden in [r/%]. g“r/C“ (blz. 116)
BACK
SET
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 137 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Batterij en laadapparaat z Gebruik één enkele Olympus lithium-ionbatterij (BLM-5). Gebruik uitsluitend originele Olympus-batterijen. De BLM-1 kan worden gebruikt, maar gebruik in elk geval het speciale laadapparaat (BCM-1 of BCM-2) om deze batterij op te laden. Het is aan te bevelen BLM-5 te gebruiken. z Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere omstandigheden. z Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen, zal de batterij snel leeg zijn. • Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor de autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld. • Live view gebruiken. • Langdurig weergeven van beelden op de LCD-monitor. • Als de camera op een computer of printer aangesloten is. z Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de waarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt. z Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij voor gebruik op met het meegeleverde laadapparaat (BCM-5). z De normaal laadtijd met het meegeleverde laadapparaat bedraagt ongeveer 3,5 uur (schatting). z Wanneer de meegeleverde batterij wordt opgeladen, mag u nooit een ander laadapparaat dan het daarvoor bestemde laadapparaat gebruiken. Gebruik het meegeleverde laadapparaat nooit voor een andere batterij dan deze specifieke batterij.
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken z Het laadapparaat kan in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt binnen het bereik van 100 V tot 240 V AC (50 / 60 Hz), over de hele wereld. Afhankelijk van uw land of regio kan het stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor het laadapparaat een verloopstuk nodig heeft. Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap. z Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat het laadapparaat dan eventueel niet goed functioneert.
Informatie
13 137 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 138 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Verwisselbare lenzen Selecteer de lens waarmee u wilt fotograferen. Gebruik een Four Thirds-lens (Four Thirds-lensvatting). Als u een andere lens dan de aanbevolen types gebruikt, zal autofocus en de lichtmeting niet goed werken. Soms zullen ook andere functies niet werken. • De Micro Four Thirds-lens kan niet worden gebruikt. FOUR THIRDS-lensvatting Ontwikkeld door Olympus als lensvattingstandaard voor het Four-Thirds-systeem. Deze compleet-nieuwe verwisselbare lenzen met Four Thirds-lensvatting zijn speciaal voor digitale camera's optisch opnieuw berekend en ontwikkeld.
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens De verwisselbare Four Thirds-lenzen zijn ontworpen om bestand te zijn tegen hardhandig professioneel gebruik. Bij het Four Thirds-systeem met een beeldverhouding van 4:3 kan een lens compacter en lichter worden uitgevoerd. Brandpuntsafstand en scherptedieptebereik van Four Thirds-lenzen Vergeleken met een gewone kleinbeeldcamera krijgt u met een Four Thirds-camera bij eenzelfde brandpuntsafstand en diafragma andere resultaten. Brandpuntsafstand Met een lens van een kleinbeeldcamera gemonteerd op een Four Thirds-camera wordt de effectieve brandpuntsafstand van die lens tweemaal zo groot als op de kleinbeeldcamera. Dit houdt in dat Four Thirds-telelenzen zeer compact kunnen worden uitgevoerd. Een 14-50 mm Four Thirds-lens komt bijvoorbeeld overeen met een 28-100 mm lens voor een kleinbeeldcamera. • Als u de beeldhoek van een Four Thirds-lens omrekent naar die van een kleinbeeldcamera, is het perspectief hetzelfde als dat van een kleinbeeldcamera. Scherptediepte Een Four Thirds-camera kan een scherptedieptebereik halen dat tweemaal zo groot is dan dat van een kleinbeeldcamera. Een lichtsterkte van f2.0 van een Four Thirds-lens komt bijvoorbeeld overeen met een lichtsterkte van f4.0 van een kleinbeeldlens. • U kunt hiermee de achtergrond even onscherp maken als bij een kleinbeeldlens.
x
Informatie
13 138 NL
Opmerkingen • Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in de camera terecht kunnen komen. • Op stoffige plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens verwisselen. • Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een vergrootglas. • Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt. • Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 139 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
ZUIKO DIGITAL – lensspecificaties Namen van onderdelen 1 Kapvatting 2 Filtervatting 3 Zoomring 4 Scherpstelring 5 Index lensvatting 6 Elektrische contacten 7 Voorkap van de lens 8 Achterkap van de lens 9 Zonnekap
Bevestigen van de kap
Opbergen van de kap
• Fotografeert u een object in tegenlicht, gebruik dan de zonnekap. Belangrijkste technische gegevens Functies Lensvatting Brandpuntsafstand
14-54 mm F2.8-3.5 II
ED 12-60mm F2.8-4.0 SWD
FOUR THIRDS-lensvatting 14 – 54 mm
12 – 60 mm
Max. diafragma
f2.8 – 3.5
f2.8 – 4.0
Beeldhoek
75° – 23°
84° – 20°
11 groepen, 15 lenzen
10 groepen, 14 lenzen
Configuratie van de lens
Meerlaags-coating (gedeeltelijk enkellaags) Irisinstelling Scherpstelbereik
f2,8 – 22
f2,8 – 22
0,22 m – )
0,25 m – )
Scherpstelinstelling Afmetingen (Max. diameter × totale lengte)
AF / MF wisseling 440 g l74,5 × 88,5 mm
Lenskapvatting Diameter filtervatting
575 g l79,5 × 98,5 mm Bajonet
67 mm
72 mm
Informatie
Gewicht (exclusief kapjes)
13 139 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 140 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Geschikt voor gebruik met de optionele EX-25 tussenring onder de volgende voorwaarden. De scherpstelling als EX-25 wordt gebruikt is MF (handmatig). Lens, brandpuntsafstand 14-54 mm F2,8-3,5 II
14 mm
ED 12-60 mm F2,8-4,0 SWD
12 mm
Scherpstelbereik
Vergroting ( ): Berekend op basis van een kleinbeeldcamera.
Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden op de objecten met deze brandpuntsafstand.
54 mm
17,7 cm – 22,2 cm
0,47 – 0,65× (0,94 – 1,3×)
Er kan niet gefotografeerd worden omdat er niet scherpgesteld kan worden op de objecten met deze brandpuntsafstand.
60 mm
21 cm – 25,6 cm
0,43 – 0,58× (0,86 – 1,16×)
Voorzorgsmaatregelen voor opslag • Maak de lens na gebruik schoon. Verwijder stof en vuil van het oppervlak van de lens met een blaaskwastje of kwastje. Gebruik in de handel verkrijgbare lensreinigingsdoekjes om vuil van de lens te verwijderen. Gebruik geen organische oplosmiddelen. • Doe altijd een kapje op de lens en berg hem op als u hem niet gebruikt. • Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
x
Opmerkingen over het fotograferen • De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één filter gebruikt wordt of als er een dik filter wordt gebruikt.
Lijndiagram van het programma (P-stand) In de stand P is de camera zo geprogrammeerd dat deze aan de hand van de helderheid van het onderwerp automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd kiest zoals hieronder wordt aangegeven. Het programma lijndiagram is afhankelijk van het type lens dat gebruikt wordt. Wanneer de (14 – 54 mm f2.8 – 3.5 II) zoomlens wordt gebruikt (brandpuntsafstand: 14 mm, ISO100) Programmaaanpassing
Informatie
13 140 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 141 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Flitsersynchronisatie en sluitertijd Stand Fotograferen P A S M
Flitsmoment
Bovengrens van synchronisatiemoment*1
1/ (brandpuntsafstand van lens × 2) of synchronisatiemoment, waarbij de traagste waarde voorrang heeft
Vast moment als flitser flitst*2
1/60 1/250 k
De ingestelde sluitertijd
*1 Kan worden gewijzigd met het menu: 1/60 – 1/250 g“#X-SYNC.“ (blz. 112) *2 Kan worden gewijzigd met het menu: 30 – 1/250 g“#SLOW LIMIT“ (blz. 112)
Waarschuwingsindicatie belichting Als de camera de juiste belichting niet kan instellen als u de ontspanknop half indrukt, knippert de indicatie in de zoeker en op het superbedieningspaneel. Stand Fotograferen
P
A
Status
Actie
Het onderwerp is te donker.
• Verhoog de ISO-waarde. • Gebruik de flitser.
Het onderwerp is te helder.
• Verlaag de ISO-waarde. • Gebruik een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken.
Het onderwerp is onderbelicht.
• Verlaag de diafragmawaarde. • Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is overbelicht.
• Verhoog de diafragmawaarde. • Verlaag de ISO-waarde of gebruik een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken.
Het onderwerp is onderbelicht.
• Kies in dit geval een langere sluitertijd. • Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp is overbelicht.
• Kies een snellere sluitertijd. • Verlaag de ISO-waarde of gebruik een in de handel verkrijgbaar grijsfilter (ND-filter) om de hoeveelheid licht te beperken.
* Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de brandpuntsafstand van de lens.
Informatie
S
Waarschuwingsindicatie (knippert)
13 141 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 142 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden Stand Fotograferen
Indicaties in de zoeker
Indicaties op het bedieningspaneel
Indicaties op het superbedieningspaneel # AUTO !
$
Flitser uit
A Y
Informatie
13 142 NL
Ontsteekt 30 sec. – altijd 1/250 sec. k
k
k
Trage synchronisatie (rode ogen onderdrukken) 1e sluiterOntsteekt gordijn Trage automatisch synchronisatie in het donker (1e sluiteren bij gordijn) tegenlicht *1
# SLOW2
Trage synchronisatie (2e sluitergordijn)
# FULL
Handmatig flitsen (Manual) (FULL)
# 1/4
Handmatig flitsen (Manual) (1/4)
# 1/16
Handmatig flitsen (Manual) (1/16)
# 1/64
Handmatig flitsen (Manual) (1/64)
X
Voorwaarden om de Grens van sluitertijd flitser te laten flitsen
Ontsteekt automatisch 1/30 sec. – in het donker Autoflitsen 1/250 sec. 1e sluiteren bij (rode ogen *1 gordijn tegenlicht onderdrukken) Invulflitsen
# SLOW
Flitsmoment
Autoflitsen
#
! SLOW
P
Flitserfunctie
2e sluitergordijn
60 sec. – 1/250 sec.
1e sluitergordijn
Ontsteekt altijd
*1 Met de flitser in de stand Super FP detecteert de flitser het tegenlicht langer dan voor een normale flits alvorens de flits te ontsteken. g“Super FP-flitser“ (blz. 79)
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 143 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Stand Fotograferen
Indicaties in de zoeker
Indicaties op het bedieningspaneel
Indicaties op het superbedieningspaneel
Flitserfunctie
#
Invulflitsen
H
B (BULB)
Invulflitsen 1e sluitergordijn (rode ogen onderdrukken)
$
Flitser uit
k
2nd CURTAIN
Invulflits/trage synchronisatie (2de sluitergordijn)
2e sluitergordijn
# FULL
Handmatig flitsen (Manual) (FULL)
# 1/4
Handmatig flitsen (Manual) (1/4)
# 1/16
Handmatig flitsen (1/16)
# 1/64
Handmatig flitsen (Manual) (1/64)
S M
Flitsmoment
Voorwaarden om de Grens van flitser te sluitertijd laten flitsen
Ontsteekt 60 sec. – altijd 1/250 sec.
k
k
Ontsteekt 60 sec. – altijd 1/250 sec. 1e sluitergordijn
Witbalans en kleurtemperatuur
Schakering op heldere dag
Bewolkt
Heldere dag
Wit tl-licht
Warmwitte gloei-lamp
Sfeerlicht
Hoe hoger de kleurtemperatuur, hoe voller Roder Blauwer de blauwe tinten en hoe bleker de rode tinten; hoe lager de kleurtemperatuur, hoe voller de rode tinten en hoe bleker de blauwe tinten. De spectrumbalans van verschillende witte lichtbronnen wordt aangeduid met een kleurtemperatuurwaarde, een natuurkundige meetwaarde op basis van de Kelvintemperatuurschaal (K). De kleur van zonlicht en van andere natuurlijke lichtbronnen en de • De kleurtemperaturen van de lichtbronnen kleur van gloeilamplicht en ander kunstlicht in de schaalverdeling hierboven zijn bij kan worden aangegeven met het begrip benadering aangegeven kleurtemperatuur. Hieronder wordt uitgelegd waarom de kleurtemperatuur van TL-licht dit licht eigenlijk ongeschikt maakt als kunstlichtbron. In de kleurschakering van TL-licht zitten hiaten. Als deze hiaten klein zijn, kan er toch een kleurtemperatuur worden berekend die we in dit geval een gecorreleerde kleurtemperatuur noemen. De preset-instelling 4000 K in deze camera is een gecorreleerde kleurtemperatuur, maar mag strikt genomen geen kleurtemperatuur worden genoemd. Gebruik deze instellingen bij het fotograferen bij TL-licht.
Informatie
13 143 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 144 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met een breedte-hoogteverhouding van 4:3. Beeldkwaliteit
Aantal pixels (PIXEL COUNT)
RAW YSF YF YN YB XSF XF XN XB XSF XF XN XB XSF XF XN XB WSF WF WN WB WSF WF WN WB WSF WF WN WB
x
Informatie
13 144 NL
4.032 × 3.024
3.200 × 2.400
2.560 × 1.920
1.600 × 1.200
1.280 × 960
1.024 × 768
640 × 480
Compressiefactor Verliesvrije compressie 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12
Bestandsformaat
Bestandsgrootte (MB)
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen (met 1 GB SD-kaartje)
ORF
Ca. 14
54
JPEG
Ca. 8,4 Ca. 5,9 Ca. 2,7 Ca. 1,8 Ca. 5,6 Ca. 3,4 Ca. 1,7 Ca. 1,2 Ca. 3,2 Ca. 2,2 Ca. 1,1 Ca. 0,8 Ca. 1,3 Ca. 0,9 Ca. 0,5 Ca. 0,4 Ca. 0,9 Ca. 0,6 Ca. 0,3 Ca. 0,3 Ca. 0,6 Ca. 0,4 Ca. 0,3 Ca. 0,2 Ca. 0,3 Ca. 0,2 Ca. 0,2 Ca. 0,1
101 145 320 477 154 255 504 747 269 395 776 1.143 673 993 1.893 2.753 1.044 1.514 2.884 4.038 1.594 2.243 4.038 5.507 3.563 5.048 8.654 10.096
Opmerkingen • Het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het onderwerp en van factoren zoals eventueel opgegeven printreserveringen. In de zoeker of op de LCD-monitor verschijnt gewoonlijk het aantal foto's dat u nog kunt maken, maar soms verandert dit aantal niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist. • De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp. • Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen is 9999. • Het maximale aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, weergegeven op het bedieningspaneel is 999. Beeldkwaliteit
Resolutie
Beeldsnelheid
Beschikbare opnametijd (SD/SDHC/SDXC-kaartje)
HD
1.280 x 720 (16 : 9)
30 fps
Ca. 7 min.
SD
640 x 480 (4 : 3)
30 fps
Ca. 14 min.
2 GB
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 145 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Functies die met de MYSET-instelling kunnen worden vastgelegd Functie
MYSETvastlegging
Stand Fotograferen
9
F
9
> ALL >
k
Diafragmawaarde
9
MULTIPLE EXPOSURE
k
Sluitertijd
9
DIAL FUNCTION
9
IMAGE STABILIZER (I.S.)
9
DIAL DIRECTION
9
9
AEL / AFL
9
STILL PICTURE
9
AEL / AFL MEMO
9
MOVIE
9
LIVE VIEW BOOST
9
IMAGE ASPECT
9
QUICK ERASE
9
K
Functie
MYSETvastlegging 9
WB
9
RAW+JPEG ERASE
9
w+F ISO
9
BUTTON FUNCTION
9
9
9
NOISE REDUCT.
9
A FOCUS RING
NOISE FILTER
9
BULB FOCUSING
k
METERING (meten)
9
AF ILLUMINAT.
9
EXPOSURE SHIFT
9
#RC MODE
9
O fps RLS PRIORITY S
9
AF MODE
9
RLS PRIORITY C
9
AF AREA
9
RESET LENS
k
9
9
P SET HOME
k
g FACE DETECT
9
AF AREA POINTER
k
G/INFO SETTING
9
C-AF LOCK
k
K CONTROL SETTING
9
AF SENSITIVITY
k
PICTURE MODE SETTINGS
9
P SET UP
k
LEVEL GAUGE
9
PD AFL
9
ASPECT SHOOTING
9
AF FOCUS ADJ.
9
AA BATTERY TYPE
9
MF ASSIST
9
T WARNING LEVEL
k
9
LEVEL ADJUST
k
9
EXT. WB DETECT
9
WB BKT
9
MOVIE R
9
FL BKT
9
HDMI
k
FLASH MODE
9
VOLUME
k
w #X-SYNC.
9
HISTOGRAM SETTINGS
k
9
k
#SLOW LIMIT
9
X r/%
ISO STEP
9
EDIT FILENAME
k
ISO-AUTO SET
9
s
k
EV STEP
9 9
W PRIORITY SET
k
BULB TIMER
k
k
Informatie
AE BKT ISO BKT
13 145 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 146 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Functie
MYSETvastlegging
VIDEO OUT
k
REC VIEW
9
Functie
MYSETvastlegging
8 dpi SETTING
k
9
SLEEP
9
USB MODE
k
BACKLIT LCD
9
COLOR SPACE
9
4 h TIMER
k
SHADING COMP.
9
BUTTON TIMER
k
c MENU DISPLAY
k
y
k
COPYRIGHT SETTINGS
k
Programma-aanpassing
k
FILE NAME
k
9: Kan worden vastgelegd. k: Kan niet worden vastgelegd.
Menulijst Fotografeermenu Tabblad
Functie CARD SETUP (kaartinstelling)
Instelling ALL ERASE / FORMAT
Zie blz. Blz. 98 Blz. 136
RESET RESET/MYSET
PICTURE MODE
K IMAGE ASPECT
MYSET1
SET / RESET
MYSET2
SET / RESET
MYSET3
SET / RESET
MYSET4
SET / RESET
hi-ENHANCE/iVIVID/jNATURAL*/ZMUTED/ cPORTRAIT/MONOTONE/CUSTOM/CPOP ART/ DSOFT FOCUS/EPALE&LIGHT COLOR/FLIGHT TONE/GGRAINY FILM/HPIN HOLE/IDIORAMA/ JCROSS PROCESS/KGENTLE SEPIA/LDRAMATIC TONE
Blz. 70
STILL RAW/YF/YN*/XN/WN/YF+RAW/YN+RAW/ PICTURE XN+RAW/WN+RAW
Blz. 64
MOVIE
Blz. 84
HD*/SD
4:3*/16:9/3:2/6:6/5:4/7:6/6:5/7:5/3:4
* Standaardinstellingen af fabriek
Informatie
13 146 NL
Blz. 100
Blz. 65
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 147 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Tabblad
Functie IMAGE STABILIZER
Instelling OFF/I.S. 1*/I.S. 2/I.S. 3
AE BKT BRACKETING WB BKT FL BKT
Blz. 62
OFF*/2F 0.3EV/2F 0.5EV/2F 0.7EV/2F 1.0EV/ 3F 0.3EV/3F 0.5EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV/5F 0.3EV/5F 0.5EV/5F 0.7EV/5F 1.0EV/7F 0.3EV/ 7F 0.5EV/7F 0.7EV OVER EXP. PIC./ UNDER EXP. PIC.(2F) OFF*/3F 2STEP/ 3F 4STEP/3F 6STEP
A-B G-M *
OFF /3F 0.3EV/3F 0.5EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV
ISO BKT OFF*/3F 0.3EV/3F 0.7EV/3F 1.0EV FRAME
Blz. 49
Blz. 69 Blz. 77 Blz. 51
OFF*/2F/3F/4F
MULTIPLE EXPOSURE AUTO GAIN
OFF*/ON
OVERLAY #RC MODE
Zie blz.
Blz. 51
OFF*/ON
OFF*/ON
Blz. 80
* Standaardinstellingen af fabriek Weergavemenu Tabblad
Functie
q
Instelling
Zie blz.
START BGM m
y
SLIDE
ALL*/STILL PICTURE/MOVIE
SLIDE INTERVAL
2 SEC – 10 SEC (3 SEC*)
MOVIE INTERVAL
FULL/SHORT*
OFF/ON* SEL. IMAGE
EDIT
MELANCHOLY*/NOSTALGIC/LOVE/JOY/ COOL/OFF
Blz. 91 RAW DATA EDIT JPEG EDIT
SHADOW ADJ/REDEYE FIX/ P/ASPECT/BLACK & WHITE/ SEPIA/SATURATION/Q/ e-PORTRAIT
R
NO/R START/ YES
SEL. IMAGE
IMAGE OVERLAY
Blz. 90
2IMAGES MERGE*/3IMAGES MERGE/ 4IMAGES MERGE
Blz. 93
Blz. 95
<
COPY ALL
YES/NO
Blz. 96
RESET PROTECT
YES/NO
Blz. 97
Blz. 121
* Standaardinstellingen af fabriek Informatie
13 147 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 148 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Custom-menu Tabblad
c
R
S
Functie
Instelling
AF / MF AF AREA
B*/M/N
Blz. 102
P SET UP
OFF/LOOP/SPIRAL*
Blz. 102
RESET LENS
OFF/ON*
Blz. 102
BULB FOCUSING
OFF/ON*
Blz. 102
FOCUS RING
b*/c
Blz. 103
MF ASSIST
OFF*/ON
Blz. 103
P SET HOME
B*/M/N
Blz. 103
PD AFL
OFF*/ON
Blz. 103
AF ILLUMINAT.
OFF/ON*
Blz. 103
C-AF LOCK
OFF*/ON
Blz. 103
AF AREA POINTER
OFF/ON*
Blz. 103
AF SENSITIVITY
NORMAL*/SMALL
BUTTON/DIAL
DIAL FUNCTION
P
%*/F/w
A
FNo.*/F/w
S
SHUTTER*/F/w
MENU
q DIAL DIRECTION
AEL / AFL MEMO
BUTTON FUNCTION
Informatie NL
Hoofdregelaar:F/G* Hoofdregelaar:beeld terug/vooruit/ GU* Subregelaar:beeld terug/vooruit*/ GU
Blz. 104 mode1*/mode2/mode3 mode1/mode2*/mode3/mode4
MF
mode1*/mode2/mode3
OFF/ON*
Fn-knop functie
Blz. 104
Subregelaar:F*/G
C-AF
* Standaardinstellingen af fabriek
148
Hoofdregelaar: SHUTTER*/FNo. Subregelaar: SHUTTER/FNo.*
DIAL1*/DIAL2 S-AF*
AEL / AFL
Blz. 103 Blz. 104
M
13
Zie blz. Blz. 102
Blz. 105 Blz. 106
Fn FACE DETECT/PREVIEW/LIVE PREVIEW/V/P HOME/MF/ RAWK/P/A/S/M/TEST PICTURE/ MYSET1/MYSET2/MYSET3/ MYSET4/Y/X/LEVEL GAUGE/ MAGNIFY*/AF AREA SELECT/IS MODE/OFF
Blz. 106
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 149 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Tabblad
c
Functie
S
Instelling
V (preview)knop functie
AF AREA SELECT/Fn FACE DETECT/PREVIEW*/LIVE PREVIEW/V/P HOME/MF/ RAWK/P/A/S/M/TEST PICTURE/ MYSET1/MYSET2/MYSET3/ MYSET4/LEVEL GAUGE/MAGNIFY/ IS MODE/OFF
nBUTTON FUNCTION
OFF/P*
BUTTON FUNCTION
Blz. 106
BUTTON TIMER
3SEC/5SEC/8SEC*/HOLD/OFF
Blz. 107
A
OFF*/ON
Blz. 107
T RELEASE
U
Zie blz.
AF AREA SELECT*/V/P HOME/ MF/RAWK/P/A/S/M/TEST P-knop functie PICTURE/MYSET1/MYSET2/ MYSET3/MYSET4/LEVEL GAUGE/ IS MODE/OFF
Blz. 108
RLS PRIORITY S
OFF*/ON
RLS PRIORITY C
OFF/ON*
Ofps
1fps/2fps/3fps*/4fps
Blz. 108
DISP/8/PC HDMI VIDEO OUT
Blz. 108 Blz. 108
HDMI OUT
1080i*/720p/480p/576p
HDMI CONTROL OFF*/ON
Blz. 108
*1
Blz. 108
SLEEP
OFF/1MIN*/3MIN/5MIN/10MIN
Blz. 108
LIVE VIEW BOOST
OFF*/ON
Blz. 109
g FACE DETECT
OFF*/ON
G/INFO SETTINGS
K CONTROL SETTINGS
Blz. 109
q INFO
IMAGE ONLY/OVERALL/u/ HIGHLIGHT&SHADOW
LV-INFO
DISPLAYED GRID(OFF/w/x/y/ &)/u/HIGHLIGHT&SHADOW/ ZOOM/MULTI VIEW/IMAGE ONLY
G SETTINGS
G4/G9/G25/G100/CALENDAR
Blz. 109
LIVE CONTROL OFF/ON* CONTROL PANEL
OFF*/ON
Blz. 109
* Standaardinstellingen af fabriek *1Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
Informatie
13 149 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 150 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Tabblad
c
U
V
Functie
Instelling
Zie blz.
HISTOGRAM SETTINGS HIGHLIGHT/SHADOW
Blz. 109
BACKLIT LCD
8 SEC*/30 SEC/1 MIN/HOLD
Blz. 109
8
OFF/ON*
Blz. 109
VOLUME
0 tot 5(3*)
Blz. 109
USB MODE
AUTO*/STORAGE/MTP/PRINT/CONTROL
Blz. 110
LEVEL GAUGE
OFF*/ON
Blz. 110
4 h TIMER
OFF/4 h*
Blz. 111
PICTURE MODE SETTINGS
hi-ENHANCE/ iVIVID/ ZMUTED/ cPORTRAIT/ MONOTONE/ CUSTOM/POP ART/SOFT FOCUS/ PALE&LIGHT OFF/ON* COLOR/LIGHT TONE/GRAINY FILM/PIN HOLE/ DIORAMA/ CROSS PROCESS/ GENTLE SEPIA/ DRAMATIC TONE
Blz. 111
EXP/e/ISO EV STEP
Blz. 111 1/3EV*/1/2EV/1EV e* ESP + AF/ESP*
Blz. 111
J METERING (meten)
5
Blz. 111
5HI 5SH AEL-Meting
AUTO*/J/5/5HI/5SH
Blz. 111
ISO STEP
1/3EV*/1EV
Blz. 111
ISO-AUTO SET
W
Informatie
13 150 NL
HIGH LIMIT
200 – 6.400 (1.600*)
DEFAULT
200 – 6.400 (200*)
Blz. 111
ISO-AUTO
P/A/S*/ALL
Blz. 112
BULB TIMER
1MIN – 30MIN (8 MIN*)
Blz. 112
ANTI-SHOCK z
OFF*/1/8 SEC - 30 SEC
# CUSTOM
Blz. 112 Blz. 112
#X-SYNC.
1/60 – 1/250 (1/250*)
#SLOW LIMIT
30 – 1/250 (1/30*)
Blz. 112
w+F
OFF*/ON
Blz. 112
* Standaardinstellingen af fabriek
Blz. 112
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 151 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Tabblad
c
X
Functie
Instelling
K/ASPECT/COLOR/WB NOISE REDUCT.
OFF/ON/AUTO*
Blz. 113
NOISE FILTER
OFF/LOW/STANDARD*/HIGH
Blz. 113
WB
ALL > COLOR SPACE
AUTO*
A -7 – +7,G -7 – +7
5 5.300K
A -7 – +7,G -7 – +7
2 7.500K
A -7 – +7,G -7 – +7
3 6.000K
A -7 – +7,G -7 – +7
1 3.000K
A -7 – +7,G -7 – +7
> 4.000K
A -7 – +7,G -7 – +7
Q
A -7 – +7,G -7 – +7
n 5.500K
A -7 – +7,G -7 – +7
M
A -7 – +7,G -7 – +7
N
A -7 – +7,G -7 – +7
O
A -7 – +7,G -7 – +7
P
A -7 – +7,G -7 – +7
CWB
2000K – 14000K
ALL SET
A -7 – +7,G -7 – +7
ALL RESET
YES/NO
sRGB*/AdobeRGB
Blz. 113
Blz. 113 Blz. 114
SHADING COMP.
OFF*/ON
KSET
P-Q
Y/X/W, SF/F/N/B
Blz. 114
PIXEL COUNT
Xiddle (medium) Wmall (klein)
3.200 × 2.400/2.560 × 1.920*/ 1.600 × 1.200
Blz. 114
ASPECT SHOOTING
Blz. 114
1.280 × 960*/1.024 × 768/640 × 480
LV*/ALL
Blz. 115
Y RECORD/ERASE
Blz. 115
QUICK ERASE
OFF*/ON
RAW+JPEG ERASE
JPEG/RAW/RAW+JPEG*
Blz. 115
FILE NAME
AUTO*/RESET
Blz. 116
EDIT FILENAME
Adobe RGB sRGB
Blz. 115
OFF*/A - Z/0 - 9
Blz. 116
PRIORITY SET
NO*/YES
Blz. 116
dpi SETTING
AUTO*/CUSTOM
Blz. 116
r/%
CF*/SD COPYRIGHT INFO.
COPYRIGHT SETTINGS ARTIST NAME COPYRIGHT NAME MOVIE MOVIE R
Blz. 116 OFF*/ON
k
Blz. 117
k Blz. 117
OFF/ON*
* Standaardinstellingen af fabriek
Blz. 117
Informatie
Z
Zie blz. Blz. 113
13 151 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 152 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Tabblad
c
R
Functie
Instelling
K UTILITY
Zie blz. Blz. 117
k
PIXEL MAPPING
Blz. 117
e J
EXPOSURE SHIFT
-1-0* tot +1
Blz. 117
5 CLEANING MODE
k
EXT. WB DETECT
OFF/ON*
AF FOCUS ADJ.
Blz. 117 Blz. 117
SET AF DATA
OFF*/DEFAULT DATA/LENS DATA
DATA LIST
Geregistreerde lensinformatie 1/ Geregistreerde lensinformatie 2/ Geregistreerde lens 3
Blz. 118
AA BATTERY TYPE
b*/c/d
Blz. 119
T WARNING LEVEL
-2 - 0* - +2
Blz. 120
LEVEL ADJUST
RESET/ADJUST
Blz. 120
* Standaardinstellingen af fabriek Setup-menu Tabblad
d
Functie
Instelling
Zie blz.
X
k
Blz. 99
W
*1
Blz. 99
s
j -7 tot +7 k -7 tot +7 (j ±0, k ±0*)
s
AUTO BRIGHTNESS
OFF/ON*
REC VIEW
AUTO q/OFF/1SEC to 20SEC (5SEC*)
Blz. 99
c MENU DISPLAY
OFF/ON*
Blz. 99
Blz. 99
Blz. 100 k * Standaardinstellingen af fabriek *1 Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht. FIRMWARE
Informatie
13 152 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 153 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Technische gegevens Technische gegevens van de camera Producttype Soort camera
: Eénogige digitale spiegelreflexcamera met verwisselbaar lenssysteem : Zuiko Digital, Four Thirds-systeem lens : Four Thirds-lensvatting
Lens Lensvatting Equivalente brandpuntsafstand op een kleinbeeldcamera : Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement Producttype Totale aantal pixels Aantal effectieve pixels Schermgrootte Breedte-hoogteverhouding
: : : : :
4/3" Live MOS-sensor ca. 13.100.000 pixels ca. 12.300.000 pixels 17,3 mm (H) × 13,0 mm (B) 1,33 (4:3)
Zoeker Producttype Gezichtsveld Vergroting van de zoeker Oogpunt Instelbereik dioptrieregelaar Breking optisch traject Scherptediepte Scherpstelscherm Oogdop
: : : : : : : :
Eénogige reflexzoeker op ooghoogte ca. 100 % (voor gezichtsveld op opgenomen beelden) ca. 1,15× (-1 m-1, 50 mm lens, oneindig) ca. 20 mm vanaf het beschermglas (-1 m-1) -3,0 – +1,0 m-1 Halfdoorlatende vlug-terugspiegel Kan worden gecontroleerd met de preview-knop Vast (Kan worden verwisseld met FS-3 (afzonderlijk verkrijgbaar) bij servicedienst van Olympus) : Verwisselbaar
Live view (live bekijken) : Gebruikt Live MOS-sensor voor fotograferen : Gezichtsveld van 100 %
LCD-monitor (Verplaatsbaar) Producttype Totaal aantal pixels
: 3" TFT kleuren-LCD : ca. 920.000 puntjes
Sluiter Producttype Sluiter
: Automatische spleetsluiter : 1/8.000 – 60 sec., tijdopnamen
Autofocus Producttype Autofocuspunten AF verlichtingsbereik
Informatie
Selectie van scherpstelpunt AF-lichtbron
: TTL fasecontrast detectiesysteem/detectiesysteem beeldcontrast : 11 punten : EV -2 – EV 19 (equivalent met ISO 100, bij kamertemperatuur 20° C, TTL fasecontrast detectiesysteem) : Auto, Optioneel : De ingebouwde flitser zorgt voor licht.
13 153 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 154 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Belichtingsregeling Lichtmeetsysteem
Lichtmeetbereik Fotofuncties
ISO-gevoeligheid Belichtingscorrectie
: TTL volledig diafragma lichtmeetsysteem (1) Digitale ESP-meting (2) Lichtmeting met nadruk op het centrum (3) Spotmeting (ca. 2% van het zoekerscherm) : EV 1 – 20 (digitale ESP-meting, lichtmeting met nadruk op het centrum, spotmeting) (bij kamertemperatuur, 50 mm f2, ISO 100) : (1) P : Programma AE (programma-aanpassing mogelijk) (2) A : Diafragmavoorkeuze AE (3) S : Sluitertijdvoorkeuze AE (4) M : Handmatig (5) B : BULB : 100 – 6400 (1/3, 1 EV step) : ±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV-stap)
Witbalans Producttype Functie-instelling
: Beeldopneemelement en witbalanssensor : Auto, Vooraf ingestelde WB, Voorkeursinstelling WB, WB met 1 knop
Opnemen Opslagmedium Opslagsysteem Compatibel met de normen
: CF-kaartje (compatibel met Type I) (UDMA-compatibel) SD-kaartje/SDHC-kaartje/SDXC-kaartje : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system (DCF)), RAW-gegevens : Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III, PictBridge
Beelden weergeven Stand Weergeven Informatieweergave
: Enkelbeeldweergave, gezoomd weergeven, indexweergave, beeld draaien, diashow, lichtbakweergave, kalenderweergave : Informatieweergave, histogramweergave
Sluiterfunctie Sluiterfunctie Repeterende opnamen Zelfontspanner Optische afstandsbediening
: Enkelbeeldopnamen, repeterende opnamen, zelfontspanner, afstandsbediening : ca. 5 opnamen/sec. : Vertragingstijd: 12 sec., 2 sec. : Vertragingstijd: 2 sec., 0 sec. (direct fotograferen) (RM-1 afstandsbediening (optioneel))
Flitssynchronisatie Flitsregeling Bevestigingspunt externe flitser Draadloos flitsen
: : : :
Gesynchroniseerd met de camera op 1/250 sec. of minder TTL-AUTO (TTL voorflitsfunctie), AUTO, MANUAL Flitsschoen, externe flitserconnector (x bevestigingspunt) Compatibel met het draadloze Olympus RC-flitssysteem
Externe connector Microfoonconnector/HDMI-miniconnector (Type C)/ USB-contact/ AV OUT-connector/ connector afstandsbedieningskabel, externe flitserconnector (x bevestigingspunt)
Informatie
13 154 NL
Stroomvoorziening Batterij
: Li-ionbatterij (BLM-5) ×1
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 155 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Afmetingen / gewicht Afmetingen
: 142,5 mm (B) × 116,5 mm (H) × 74,5 mm (D) (exclusief uitstekende delen) : ca. 892 g (inclusief batterij/CD-kaartje)
Gewicht
Bedrijfscondities Temperatuur Relatieve vochtigheid
: 0 – 40° C (bediening) / -20 – 60° C (opslag) : 30 – 90 % (tijdens bedrijf)/10 – 90 % (tijdens opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Specificaties batterij / laadapparaat BLM-5 lithium-ionbatterij MODEL NO. Producttype Nominale spanning Nominale capaciteit Aantal keren laden en ontladen Omgevingstemperatuur
: : : :
BLM-5 Oplaadbare lithium-ionbatterij DC 7,4 V 1.620 mAh
: Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden) : 0 – 40° C (laden) -20 – 35° C (opslag)
BCM-5 lithium-ionlaadapparaat MODEL NO. Nominaal ingangsvermogen Nominaal uitgangsvermogen Laadtijd Omgevingstemperatuur
: : : : :
BCM-5 100 tot 240 V AC(50/60 Hz) DC 8,4 V, 600 mA ca. 3,5 uur (kamertemperatuur bij gebruik van de BLM-5) 0 – 40° C (bediening) / -20 – 60° C (opslag)
* Het meegeleverde AC-kabeltje is speciaal voor dit product bedoeld. Gebruik het niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere producten met dit product. WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT.
Informatie
13 155 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 156 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Systeemschema
Digitale spiegelreflexcamera
Top Pro lens Stof-/spatbestendig
14–28mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 7–14mm 1:4,0 Superwijde zoom
28–70mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 14–35mm 1:2,0 SWD Standaardzoom
Combineerbaar met
Combineerbaar met
EC-14/EC-20*
EC-14/EC-20
Teleconverter
Teleconverter
70–200mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 35–100mm 1:2,0 Telefoto-zoom Combineerbaar met
180–500mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 90 –250mm 1:2,8 Telefoto-zoom Combineerbaar met
EX-25*
EC-14/EC-20
EX-25*
EC-14/EC-20
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
alleen bij 120–200mm
Flitssysteem FL-CB05 Flitserkabeltje
300mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 150mm 1:2,0 Vaste focuslens Combineerbaar met
600mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 300mm 1:2,8 Vaste focuslens Combineerbaar met
EX-25*
EC-14/EC-20
EX-25*
EC-14/EC-20
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
Inclusief set losse filters
FL-50R Draadloze flitser
FL-36R Draadloze flitser
SRF-11 Ringflitser-set (incl. FC-1 / RF-11)
FLBA-1 Flitsadapter
(incl. met -FL-50R)
FLRA-1 Flitser reflectoradapter (incl. met -FL-50R)
FLST-1 Flitserstatief
(incl. bij -FL-50R en FL-36R)
FP-1*** Flitser Power handgreep
FC-1 Controller macroflitser
(incl. FL-CB02) voor FL-50R
Informatie
13 156 NL
FL-CB02 Flitskabel
HV-1 Hoogspanningsblok
BN-1 Ni-MHbatterijblok
AC-2 Lichtnetadapter
RF-11 Ringflitser
TF-22 Dubbele flitser SHV-1 Hoogspanningsset flitser (incl. HV-1 / BN-1 / AC-2)
De camera wordt weergegeven met optionele accessoires. *Alleen bij MF. Alle vermelde brandpuntsafstanden zijn kleinbeeldequivalente waarden. **AF mogelijk bij gebruik van middenbeeld.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 157 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Pro lens
Standaardlens Stof-/spatbestendig
22–44mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL 11–22mm 1:2,8–3,5 Wijde zoom
24–120mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 12–60mm 1:2,8–4,0 SWD Standaardzoom
Combineerbaar met
18–36mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 9–18mm 1:4,0–5,6 Ultrawijde zoom
Combineerbaar met
EC-14/EC-20**
TF-22
Teleconverter
Dubbele flitser
Combineerbaar met
EX-25*
EC-14/EC-20*
EC-14*/EC-20*
Tussenring
Teleconverter
Teleconverter
alleen bij 120mm
28–108mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL 14–54mm 1:2,8–3,5 II Standaardzoom
36–360mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 18–180mm 1:3,5–6,3 Superzoom (10x)
Combineerbaar met
Combineerbaar met
EX-25*
EC-14/EC-20**
EX-25*
EC-14/EC-20**
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
alleen bij 108mm
35–90mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL 17,5–45mm 1:3,5–5,6 Standaardzoom (alleen verkrijgbaar in speciale kit)
Combineerbaar met
Combineerbaar met
EX-25*
EC-14*/EC-20*
Tussenring
Teleconverter
alleen bij 50–84mm
100–400mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 50–200mm 1:2,8–3,5 SWD Telefoto-zoom
Combineerbaar met
28–84mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 14–42mm 1:3,5–5,6 Standaardzoom
80–300mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 40 –150mm 1:4,0–5,6 Telefoto-zoom
EX-25*
EC-14*/EC-20*
Tussenring
Teleconverter
alleen bij 56–90mm
140–600mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 70–300mm 1:4,0–5,6 Supertelefoto-zoom
Combineerbaar met
Combineerbaar met
EX-25*
EC-14*/EC-20*
EX-25*
EC-14*/EC-20*
EX-25*
EC-14*/EC-20*
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
alleen bij 100 –360mm
TF-22
TF-22
Dubbele flitser
Dubbele flitser
16mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 8mm 1:3,5 Visooglens
Adapter
100mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL ED 50mm 1:2,0 Macrolens
Combineerbaar met
50mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL 25mm 1:2,8 Pancake Vaste focuslens
Combineerbaar met
Combineerbaar met
70mm (kleinbeeldequivalent) ZUIKO DIGITAL 35mm 1:3,5 Macrolens Combineerbaar met
EC-14/EC-20*
EX-25
EC-14/EC-20
EX-25*
EC-14/EC-20
EX-25*
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
Teleconverter
Tussenring
RF-11
TF-22
RF-11
TF-22
Ringflitser
Dubbele flitser
Ringflitser
Dubbele flitser
met FR-1
met FR-1
EC-14/EC-20*
met FR-1
met FR-1
Teleconverter
EX-25 Tussenring
E-systeem Rugzak
Tas E-systeem
E-systeem Professionele rugzak
DE-P3 Oogkapje Dioptrie +3
DE-N3 Oogkapje Dioptrie –3
Stroomvoorziening
FR-1 Adapterring flitser
BLM-5 Li-ionbatterijblok
voor 35/50mm macro
HLD-4 Reservebatterijhouder
Greepriem GS-3
EP-5 Oogkapje
EP-6 Oogkapje
EP-7 Oogkapje
ME-1 Oogkapje Oogkapje 1,2x
VA-1 Varimagni hoekzoeker
FS-3**** Scherpstelscherm
(Standard)
(voor 2x BLM-5)
BCM-5 Li-ionbatterijlader
MF-1 OM-adapter
Afstandsbediening
AABH-1 Batterijhouder (incl. bij HLD-4)
(incl. FC-1 / TF-22)
***Geen ontspanning bij FP-1. ****Vervanging enkel via servicedienst van Olympus.
RM-1 Afstandsbediening
LBH-1 Li-ionbatterijhouder (voor 3x CR123A) (alleen met HLD-4)
RM-UCI Kabel voor afstandsbediening
Technische gegevens en uiterlijk voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting van de zijde van de fabrikant.
Informatie
STF-22 Dubbele flitserset
ZUIKO DIGITAL 2.0x Teleconverter EC-20
Oogkapjes
Tassen E-systeem
E-systeem Compacttas II
ZUIKO DIGITAL 1,4x Teleconverter EC-14
13 157 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 158 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP GEVAAR VOOR ELEKTRISCH SCHOK - NIET OPENEN LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan. GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING ! STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Informatie
13 158 NL
Lees alle gebruiksaanwijzingen – Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle handleidingen en documentatie om deze later nog eens te kunnen raadplegen. Reinigen – Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit vloeibare of aerosole reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook, om het apparaat te reinigen. Accessoires – Gebruik voor uw veiligheid en om beschadigingen aan dit product te voorkomen, uitsluitend de door Olympus aanbevolen accessoires. Water en vocht – Voor de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt u de desbetreffende paragrafen over de weerbestendigheid. Plaats van opstelling – Bevestig het product op een statief, standaard of beugel om beschadigingen te voorkomen. Elektrische voedingsbron – Sluit de camera uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven elektrische voedingsbron. Vreemde voorwerpen – Steek om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera. Hitte – Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator, verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereo-versterkers.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 159 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het product WAARSCHUWING ( Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen. ( Gebruik de flitser en LED nooit bij personen (zuigelingen, kleine kinderen, enz.) die zich dichtbij bevinden. • U moet zich minimaal op 1 m afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het te dicht bij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken. ( Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen. • Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen en zuigelingen omdat anders de volgende gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die ernstig letsel kunnen veroorzaken: • Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben. • Per ongeluk inslikken van de batterijen, kaartjes of andere kleine onderdelen. • Per ongeluk ontsteken van de flitser terwijl ze in de flitser kijken of vlak voor de ogen van andere kinderen. • Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera. ( Kijk met de camera niet recht in de zon of in het licht van sterke lichtbronnen. ( Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten. ( Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP ( Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer. • Haal de batterijen nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden. ( Gebruik de camera niet met natte handen. ( Laat de camera nooit achter op plaatsen waar deze aan extreem hoge temperaturen kan worden blootgesteld. • Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit gaan en in sommige gevallen zelfs brand worden veroorzaakt. Gebruik het laadapparaat niet als dit is bedekt (bijvoorbeeld een deken). Hierdoor kan oververhitting en uiteindelijk zelfs brand ontstaan. ( Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt. • Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden. Let daarom op het volgende: • Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken. • Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert. ( Wees voorzichtig met de camerariem. • Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt. De riem kan achter een vreemd voorwerp blijven haken en zo ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken.
GEVAAR
WAARSCHUWING • Houd batterijen altijd droog. • Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen, uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen. • Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Informatie
• De camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de batterij op met het voorgeschreven laadapparaat. Gebruik geen andere laadapparaten. • Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur. • Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat ze in aanraking komen met metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort. • Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct zonlicht of aan hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort. • Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of de contacten ervan beschadigd raken. Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen of op een of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort. • Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk overvloedig met schoon, stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts. • Berg batterijen altijd op buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind per ongeluk een batterij heeft doorgeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
13 159 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 160 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
• Indien de oplaadbare batterijen niet binnen de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de batterijen dan niet verder op en gebruik ze niet meer. • Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is. • Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt de batterij zich op een of andere manier afwijkend, gebruik de camera dan niet meer. • Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met schoon, stromend, koud water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen. • Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
LET OP • Controleer de batterij voor het opladen altijd op lekkage, verkleuringen, vervormingen of andere afwijkingen. • Tijdens langdurig gebruik kunnen de batterijen heet worden. Verwijder de batterij nooit onmiddellijk na gebruik van de camera om kleine brandwonden te voorkomen. • Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit. • Deze camera gebruikt een door Olympus voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik geen ander type batterij. Lees de handleiding voor de batterij zorgvuldig door voor een veilig en juist gebruik. • Er kan een storing in het contact optreden als de polen van de batterij nat of vettig zijn. Droog de batterij voor gebruik goed met een droge doek. • Laad de batterij altijd op als deze voor het eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd niet gebruikt is. • Probeer de camera en de reservebatterij zo warm mogelijk te houden, indien de camera wordt gebruikt met batterijvoeding bij een lage temperatuur. Het is mogelijk dat een batterij die is leeggeraakt bij lage temperaturen, weer herstelt als deze de kamertemperatuur aanneemt. • Het aantal foto's dat u kunt maken, is afhankelijk van de lichtomstandigheden of van de batterij. • Schaf voordat u een lange reis maakt voldoende reservebatterijen aan, zeker als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk dat het aanbevolen type batterij in het buitenland niet verkrijgbaar is. • Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht.
Let op de werkomgeving • Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag: • Plaatsen met hoge temperaturen en/of relatieve vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers. • In zanderige of stoffige omgevingen. • In de buurt van brandbare stoffen of explosieven. • In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product gebruikt, de handleiding aandachtig door. • In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden. • Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen. • Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in. Verdraai de camera niet. • Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn beschadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op het beeldopneemelement optreden en kan zelfs brand ontstaan. • Laat de elektrische contacten van de camera en verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk eraan het kapje erop te doen als u de lens verwijdert. • Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies een koele, droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming in de camera te voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze in en controleert u de juiste werking door de ontspanknop in te drukken. • Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn beschreven in de handleiding van de camera.
LCD-monitor Informatie
13 160 NL
• Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden. • Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op een defect. • Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect. Met de camera in de stand Weergeven is dit verschijnsel minder opvallend. • Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen optreden kan het enkele momenten duren voordat de LCDmonitor oplicht of kunnen tijdelijke kleurverschuivingen optreden. Gebruikt u de camera op extreem koude plaatsen, dan is het goed om de camera tussen de opnamen op een warme plaats op te bergen. Een LCDmonitor die slecht presteert als gevolg van lage temperaturen herstelt zich weer zodra de temperatuur weer normale waarden aanneemt. • Het LCD dat voor de monitor wordt gebruikt, is met hoge-precisietechnologie gemaakt. Er kunnen echter zwarte of lichte punten op de LCD-monitor verschijnen. Als gevolg van de karakteristieke eigenschappen van de monitor of van de hoek waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn deze punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit wijst echter niet op een defect.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 161 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Lens • • • • • • •
Niet onderdompelen in water of nat laten worden. Niet laten vallen of geweld op de lens uitoefenen. Houd het beweegbare deel van de lens niet vast. Raak het lensoppervlak niet direct aan. Raak de contactpunten niet direct aan. Niet blootstellen aan abrupte temperatuurwijzigingen. Het temperatuurbereik voor bediening is -10 – 40° C. Gebruik de camera altijd binnen dit temperatuurbereik.
Wettelijke en andere bepalingen • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat. • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende waarborg met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade of van de stilzwijgende waarborg niet, zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn. • Olympus behoudt zich alle rechten van deze handleiding voor.
Waarschuwing Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het auteursrecht van toepassing is kan schending van het auteursrecht betekenen. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik van de apparatuur of voor handelingen die in strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright Alle rechten voorbehouden. Niets van dit geschreven materiaal of van deze software mag zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van Olympus op geen enkele wijze of langs welke elektronische of mechanische weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren, het langs elektronische weg vastleggen en het gebruik van informatieopslag en informatiezoeksystemen, worden gebruikt of gereproduceerd. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de in deze handleiding of in de software besloten informatie, of voor schade die kan voortvloeien uit het gebruik van de in deze handleiding of in de software besloten informatie. Olympus behoudt zich het recht voor de uitvoering en de inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen of modificaties van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken.
Informatie
• Storing in radio- en televisieontvangst Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, kunnen het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is gebleken te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in huisinstallaties. Dit apparaat genereert en werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen, hinderlijke storingen in radioapparatuur veroorzaken. Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen zouden kunnen optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen: - Richt de ontvangstantenne anders of verplaats deze. - Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger. - Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. - Raadpleeg voor hulp de dealer of een ervaren radio / televisie-technicus. Voor het aansluiten van de camera op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door OLYMPUS bij de camera geleverde USB-kabeltje worden gebruikt.
13 161 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 162 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Gebruik uitsluitend toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader We adviseren u om uitsluitend de originele toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en batterijlader van Olympus bij deze camera te gebruiken. Het gebruik van niet originele oplaadbare batterijen en/of batterijlader kan brand of persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging van de batterij. Olympus stelt zich niet aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen die voortkomen uit het gebruik van batterijen en/of batterijlader die geen originele Olympus-accessoire zijn.
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika Voor klanten in de VS Verklaring van conformiteit
Modelnummer Handelsnaam Verantwoordelijke partij Adres Telefoonnummer
: E-5 : OLYMPUS : : 3500 Corporate Parkway, P.O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, USA : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen VOOR GEBRUIK THUIS OF OP KANTOOR Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC rules. Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken. (2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening kan veroorzaken.
Voor klanten in CANADA Dit digitale apparaat Class B voldoet aan Canadian ICES-003.
Voor klanten in Europa Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu-aspecten en bescherming van de gebruiker. Apparaten met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens WEEE Annex IV] geeft de gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in de landen van de EU aan. Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil. Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer van dit product.
Informatie
13 162 NL
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak volgens richtlijn 2006/66/EG Bijlage II] geeft de gescheiden inzameling van afgedankte batterijen in de landen van de EU aan. Gooi de batterijen a.u.b. niet bij het gewone huisvuil. Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer van lege batterijen.
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 163 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Waarborgbepalingen 1. Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), tijdens de geldende nationale garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com, wordt dit product gerepareerd of, naar Olympus' keuze, kosteloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant, voor het einde van de geldende nationale garantieperiode, het product binnen te brengen bij de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Europa Holding GmbH zoals bepaald op de website: http://www.olympus.com. Tijdens de wereldwijde garantieperiode van één jaar kan de klant het product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is. 2. De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
Garantiebepalingen
1. “OLYMPUS IMAGING CORP., Shinjuku Monolith, 2-3-1 Nishi-Shinjuku, Shinjuku-ku, Tokyo 163-0914, Japan verleent een wereldwijde garantie van 1 jaar. Deze wereldwijde garantie moet worden aangeboden bij een geautoriseerde servicedienst van Olympus voor een herstelling onder deze garantievoorwaarden kan worden uitgevoerd. Deze garantie is enkel geldig als het Garantiecertificaat en het aankoopbewijs worden aangeboden aan de servicedienst van Olympus. Merk op dat deze garantie een aanvulling vormt op en geen invloed heeft op de hierboven vermelde wettelijke rechten van de klant.“ 2. Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode. (a) Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.) (b) Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd door Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus. (c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, door vallen, stoten, etc. na aankoop van het product. (d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blikseminslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen. (e) Elk gebrek dat optreedt wegens onzorgvuldige of ongeschikte opslag (zoals opbergen op een plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en relatieve vochtigheid, nabij insectenwerende middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc. (f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc. (g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is gekomen. (h) Indien de garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product. (i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar, de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van de dealer, en het serienummer. (j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt. 3. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen. 4. Olympus' enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product. Iedere verplichting onder de garantie voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud onder garantie
Informatie
1. Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Controleer daarom of uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is. 2. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te worden. • Raadpleeg de lijst op de website: http://www.olympus.com voor het geautoriseerde, internationale servicenetwerk van Olympus.
13 163 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 164 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Handelsmerken • • • • •
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc. Het SDXC-logo en het SDHC-logo zijn handelsmerken. De functie “Schaduwaanpassingstechniek“ bevat gepatenteerde technologieën van Apical Limited.
• Four Thirds en het Four Thirds-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van OLYMPUS IMAGING Corporation in Japan, de Verenigde Staten, de lidstaten van de Europese Unie, en andere landen. • Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. • De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System/DCF“-normen.
Informatie
13 164 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 165 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Index Symbolen A ........................................................ 107 w+F ......................................................... 112 8 (Piepgeluid) ................................... 109, 150 W (taalkeuze) .......................................... 99 K CONTROL SETTINGS ......................... 109 c Custom-menu ................................. 102, 148 W Fotografeermenu 1 ................................. 146 X Fotografeermenu 2 ................................. 147 n FUNCTION .......................................... 107 O fps ....................................................... 108 K SET ...................................................... 114 T WARNING LEVEL ................................. 120 q Weergavemenu ..................................... 147 P HOME .................................................. 106 P SET UP ................................................ 102 P SET HOME .......................................... 103 # RC-flitsstand ............................................. 80 # SLOW LIMIT ........................................... 112 # X-SYNC. ................................................. 112 G/INFO SETTINGS .................................. 109 d Setup-menu ....................................... 99, 152 R AF/MF ..................................................... 102 S BUTTON/DIAL ........................................ 104 T RELEASE/j ........................................ 108 U DISP/8/PC ........................................... 108 V EXP/e/ISO .......................................... 111 W # CUSTOM ........................................... 112 X K/ASPECT/COLOR/WB ...................... 113 Y RECORD/ERASE ................................... 115 Z MOVIE .................................................... 117 R K UTILITY ............................................ 117 Y/X (Underwater wide/ Underwater macro) .......................... 107 4 h TIMER ................................................... 111
A AA BATTERY TYPE ................................... 119 Aantal pixels .......................................... 64, 114 Adobe RGB ................................................. 114 AE BKT ......................................................... 49 AE bracketing (belichting variëren) ............... 49 AEL / AFL .................................................... 105 AEL / AFL MEMO ........................................ 106 AEL-Meting ................................................. 111 AE-lock .......................................................... 48 AF AREA ....................................................... 57 AF AREA POINTER .................................... 103 AF AREA SELECT ...................................... 107 AF FOCUS ADJ. ......................................... 118 AF ILLUMINAT. (AF-lichtbron) .................... 103 AF MODE ...................................................... 53 AF SENSITIVITY ......................................... 103 AF-kader P ................................................ 56
Af-kaderstand ................................................58 Afstandsbediening < ......................................60 ALL > .....................................................113 ALL ERASE ...................................................98 Alle AF-kaders B ........................................56 ANTI-SHOCK z .............................59, 62, 112 ASPECT ........................................................93 ASPECT SHOOTING ..................................115 Autoflitsen ......................................................73 Autofocus .....................................................131
B B (Basis) ........................................................64 B&W FILTER .................................................71 BACKLIT LCD .............................................109 Batterij ...................................................10, 137 Bedieningspaneel ............................................5 Beeldeffecten .................................................70 Beelden beveiligen 0 .................................97 Beelden roteren y ........................................91 Beeldkwaliteit K ............................64, 84, 144 Belichtingscorrectie F ..................................47 BGM ..............................................................90 BLACK & WHITE ...........................................93 BULB FOCUSING .......................................102 BULB TIMER ...............................................112 BUTTON FUNCTION ..................................106 BUTTON TIMER ..........................................107
C C-AF (continu scherpstellen) .........................54 C-AF LOCK .................................................103 C-AF+MF .......................................................55 Camerariem .....................................................9 CARD SETUP (kaartinstelling) ..............98, 136 r/% ........................................................116 CLEANING MODE ......................................135 COLOR SPACE ...........................................114 Compact Flash ......................................12, 136 Compressiefactor ..........................................64 Continu scherpstellen (C-AF) ........................54 CONTRAST ...................................................71 CONTROL ...................................................110 COPY ALL .....................................................96 COPYRIGHT SETTINGS ............................117 CROSS PROCESS J .................................71 Custom-witbalans CWB .................................66
D Datum-/tijdinstelling X ................................14 Diafragmavoorkeuze A .................................42 Diafragmawaarde ..............................15, 41, 42 DIAL DIRECTION ........................................104 DIAL FUNCTION .........................................104 Diashow m ..................................................90
165 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 166 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Digitale ESP-meting G .................................46 DIORAMA I ................................................71 Direct printen ...............................................123 dpi SETTING ...............................................116 DPOF ...........................................................121 Draadloos Olympus RC-flitssysteem .............80 DRAMATIC TONE L ...................................71 Dynamisch enkelvoudig AF-kader N ..........56
E EDIT FILENAME ..........................................116 Eén keer scherpstellen (S-AF) .......................53 Enkelbeeldbeveiliging ....................................97 Enkelbeeldkopie ............................................96 Enkelbeeldopnamen o ................................59 Enkelbeeldweergave .....................................86 Enkelvoudig AF-kader M ............................56 e-PORTRAIT .................................................93 EV STEP ......................................................111 EXPOSURE SHIFT .....................................117 EXT. WB DETECT .......................................117
F F (Fijn) ...........................................................64 FACE DETECT g ................................38, 109 FILE NAME ..................................................116 FIRMWARE .................................................100 FL BKT ...........................................................77 Flitsen met onderdrukken van rode ogen ! .............................73 Flitser uit $ ...................................................74 Flitser-bracketing ...........................................77 Flitserfunctie # ..............................................73 Fn FACE DETECT .................................38, 106 FOCUS RING ..............................................103 Formaat wijzigen Q .....................................93 FORMAT ......................................................136 Four Thirds-lenzen ...............................138, 156
G Geluid toevoegen aan stilstaande beelden R ...........................................94 GENTLE SEPIAK ........................................71 Gezoomd weergeven U ...............................86 GRAINY FILM G ..........................................71
H
166 NL
Handmatig flitsen (Manual) ............................75 Handmatig fotograferen M (Manual) .............44 Handmatig scherpstellen (MF) .................38, 54 HD ..................................................................84 HDMI ......................................................92, 108 HDMI CONTROL ...................................93, 108 HDMI OUT ...................................................108 Helderheid van monitor aanpassen s ........99 HIGH KEY H ................................................71 Histogram ................................................39, 89 HISTOGRAM SETTINGS ............................109
Home-positie p ........................................... 58
I i- ENHANCEh .............................................. 71 ib ................................................................. 127 IMAGE ASPECT ........................................... 65 IMAGE OVERLAY ......................................... 52 Indexweergave G ........................................ 88 Informatiedisplay ..................................... 39, 89 Instelling dioptrie ........................................... 13 Invulflitsen # ................................................. 74 IS MODE (I.S.) ............................................ 107 ISO ................................................................ 50 ISO BKT ........................................................ 51 ISO STEP .................................................... 111 ISO-AUTO ................................................... 112 ISO-AUTO SET ........................................... 111 ISO-bracketing .............................................. 51
J JPEG EDIT .................................................... 93
K Kaartjes ................................................. 12, 136 Kalenderweergave ........................................ 88 Klein enkelvoudig AF-kader o ......... 56, 103 Kleurtemperatuur ........................................ 143
L Y (Large - groot) ........................................... 64 Lens ...................................................... 11, 138 LEVEL ADJUST .......................................... 120 LEVEL GAUGE ................................... 107, 110 Lichtbakweergave ......................................... 87 Lichtmeting met nadruk op het centrumH .............................. 47 LIGHT TONE F ........................................... 71 Lithium-ionbatterij .................................. 10, 137 Lithium-ionlaadapparaat ........................ 10, 137 Live control .................................................... 37 LIVE PREVIEW ..................................... 46, 106 Live view (live bekijken) ................................ 35 LIVE VIEW BOOST ..................................... 109 LOW KEY I ................................................. 71
M X (middel) ..................................................... 64 MAGNIFY .................................................... 107 MEERVOUDIGE BELICHTING a .............. 51 METERING (meten) ...................................... 46 MF ............................................................... 106 MF (handmatig scherpstellen) ....................... 54 MF ASSIST ................................................. 103 MONOTONE ................................................. 71 MOVIE R ............................................... 84, 117 MOVIE PLAY ................................................ 85 MTP ..................................................... 110, 129 Multi-weergave .............................................. 40 MUTED ......................................................... 71
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 167 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
MUTED Z .................................................... 71 MYSET ........................................................ 100 MYSET-opname .......................................... 106
N N (Normaal) ................................................... 64 NATURAL j ................................................ 71 NOISE FILTER ...................................... 72, 113 NOISE REDUCT. .................................. 72, 113 NTSC .......................................................... 108
O OLYMPUS Viewer 2 .................................... 127
P PAL ............................................................. 108 PALE&LIGHT COLOR E ............................ 71 PD AFL ........................................................ 103 PICT. TONE .................................................. 71 PictBridge .................................................... 123 PICTURE MODE ........................................... 70 PICTURE MODE SETTINGS ...................... 111 PIN HOLE H ................................................ 71 PIXEL MAPPING ........................................ 135 POP ART C ................................................. 71 PORTRAIT c ............................................... 71 PREVIEW .............................................. 46, 106 PRINT ......................................................... 110 Printen volgens de specificatie van de klant ...................................... 125 Printreservering ........................................... 121 PRIORITY SET ........................................... 116 Programma-aanpassing % .......................... 41 Programmagestuurd fotograferen P ............. 41
Q QUICK ERASE ............................................ 115
R RAW .............................................................. 64 RAW DATA EDIT .......................................... 93 RAW K ..................................................... 106 RAW+JPEG ERASE ................................... 115 REC VIEW .................................................... 99 REDEYE FIX ................................................. 93 Regelen van de flitssterkte w ...................... 76 Repeterende opnamen H l ..................... 59 Repeterende opnamen L O ...................... 59 RESET ........................................................ 101 RESET LENS .............................................. 102 RESET PROTECT ........................................ 97 RESET/MYSET ........................................... 100 RLS PRIORITY C ........................................ 108 RLS PRIORITY S ........................................ 108
S W (Small - klein) ............................................ 64 S-AF (één keer scherpstellen) ...................... 53 S-AF+MF ....................................................... 55
SATURATION .........................................71, 93 SD ..................................................................84 SD/SDHC/SDXC-kaartje .......................12, 136 SEPIA ............................................................93 SF (SuperFijn) ...............................................64 SHADING COMP. .......................................114 SHADOW ADJ ...............................................93 SHARPNESS ................................................71 SLEEP .........................................................108 SLIDE ............................................................90 Sluitertijd ............................................15, 41, 43 Sluitertijdvoorkeuze S ...................................43 SOFT FOCUS D ..........................................71 Spotmeting – bij veel lichte partijen IJ ....47 Spotmeting – bij veel schaduwpartijen IK .......................47 Spotmeting I ..............................................47 sRGB ...........................................................114 Stofreductie ...........................................13, 134 STORAGE ...................................................110 Super FP-flitser ..............................................79 Superbedieningspaneel .............................6, 21 Systeemschema ..........................................156
T TEST PICTURE ...........................................106 Tijdopnamen ............................................45, 61 Trage synchronisatie #SLOW2/ 2nd CURTAIN .....................................74 Trage synchronisatie#SLOW .......................73
U UitsnijdenP ..........................................93, 126 USB MODE .................................................110
V VIDEO OUT .................................................108 VIVID i ........................................................71 VOLUME .....................................................109 Vooraf ingestelde witbalans ...........................66
W WB .................................................................67 WB BKT .........................................................69 Wissen van een enkel beeld D .....................98 Witbalans automatisch instellen ....................66 Witbalans met één knop V .................69, 106 Witbalans WB ...............................................66 Witbalans-bracketing .....................................69 Witbalanscorrectie .........................................68 Witbalanssensor ............................................67
Z Zelfontspanner Y ..........................................60 Zoeker .................................................4, 13, 15 Zoekersluiter ..................................................60 Zoomkader-AF ...............................................40 Zoomweergave ..............................................40 ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens ............138
167 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 168 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Memo
168 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 169 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Memo
169 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 170 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Memo
170 NL
E-P5_MASTER_116x168_NL.book Page 171 Monday, December 6, 2010 2:04 PM
Memo
171 NL