HANDLEIDING
N E K A M K E O B N G I S E IN IND
INHOUD Woord vooraf Om te beginnen Aanleverspecificaties Rondleiding Indeling binnenwerk Lay-out Marge instellen Stramien Paginanummering Hulplijnen Lettertype Gebruikerswoordenboek Spellingscontrole Afbeeldingen Afbeeldingen invoegen Schutbladen Omslag/kaft Exporteren naar PDF Sneltoetsen
1 1 1 2 t/m 5 6 7 8 9 t/m 10 11 12 t/m 13 14 15 15 t/m 16 17 18 t/m 19 20 21 t/m 22 23 t/m 24 25
WOORD VOORAF Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het opmaken van een boek in InDesign. InDesign is een leuk en makkelijk programma om boeken professioneel op te maken. In deze handleiding geven wij tips om uw boek vorm te geven in InDesign. Wij behandelen praktische zaken als: - Vaststellen lay-out - Marges - Paginanummering - Indeling binnenwerk
-Typografie - Afbeeldingen invoegen - Omslag opmaken - Omzetten naar PDF
OM TE BEGINNEN Voordat u InDesign opent kunt er een boek bijpakken om daarin te kijken wat u mooi vindt en wat wij bedoelen. Om uw boek te maken hebben wij verschillende PDF bestanden nodig: - 1 PDF voor het omslag of de kaft - 1 PDF voor de schutbladen (als u deze wilt bedrukken) - 1 PDF bestand voor het binnenwerk (dit is de daadwerkelijke inhoud)
AANLEVERSPECIFICATIES - Pagina gescheiden PDF - CMYK (geen RGB) - Afbeelding minimaal 300 DPI - Drie mm afloop rondom voor binnenwerk - Binnenwerk in veelvoud van 4 pagina’s
- Zonder snijtekens - Bij bedrukte schutbladen, een apart bestand - Één bestand voor het binnenwerk en één bestand voor het omslag
Veel plezier bij het ontwerpen van uw boek!
RONDLEIDING INTERFACE De interface van InDesign is vergelijkbaar met andere Adobe programma’s. In deze handleiding maken we gebruik van InDesign CC. Het kan daarom zijn dat InDesign er bij u anders uit ziet. 5
1
3
4
2
6
1
ESSENTIËLE ELEMENTEN Uw werkomgeving staat automatisch ingesteld op Essentiële elementen. Op deze manier ziet u de basiswerkomgeving van InDesign. Nu kan het zijn dat u plotseling wat wegklikt, of dat uw gereedschapset op een andere plek gaat staan. U kunt dan bovenin Essentiële elementen opnieuw instellen selecteren. Nu zal InDesign de omgeving resetten.
Engelse versie: Essentials, Reset Essentials
2
2
PAGINA In het midden vindt u de pagina waarop u aan de slag kan. Door te drukken op de W toets verandert u de weergave. Op de linkerafbeelding ziet u de normale weergave, met de hulplijnen. De rechterafbeelding wordt Voorvertoning genoemd en laat zien hoe het document er zonder hulplijnen uit ziet.
3
GEREEDSCHAPSET Hieronder staat een kort overzichtje met al het gereedschap wat InDesign biedt. Het kan mogelijk zijn dat het er bij u iets anders eruit ziet, dit heeft te maken met welke versie van de software u heeft. Bewerkings- en navigatiegereedschappen
Selectiegereedschappen Selecteren (V/Esc) Direct selecteren (A) Pagina (Shift + P) Tussenruimte (U) Inhoud verzamelen (B)
Schaar (C) Schalen (S) Verloopstaal (G) Verloopdoezelaar (Shift + G) Transformatiegereedschappen
Tekst- en tekengereedschappen
Notitie Pipet (I) Handje (H) Zoomen (Z)
Tekst (T) Lijn (\) Pen (P) Potlood (N) Rechthoekkader (F) Rechthoek (M)
3
PAGINA’S, LAGEN EN KOPPELINGEN Aan de rechterzijde is er een deelvenster met verschillende opties. We zullen Pagina’s, Lagen en Koppelingen uitleggen.
4
PAGINA’S Wanneer u in het deelvenster Pagina’s aanklikt zal daarnaast een nieuw venster openen. Bovenin staan uw stramienen, dat zal verder in deze handleiding nog worden uitgelegd. Daaronder staan uw aangemaakte pagina’s. Het tweede icoontje staat voor het aanmaken van een nieuwe pagina. Met het prullenbakje ernaast kunt u een pagina wissen.
Engelse versie: Pages
LAGEN In het venster Lagen heeft u de opties om meerdere lagen toe te voegen. U kunt bijvoorbeeld één laag gebruiken voor uw achtergrond en daar een nieuwe laag overheen zetten voor uw tekst. Wanneer u op het oogje klikt zal de InDesign de laag wel of niet weergeven. Als u op het vakje naast het oogje klikt zal u de laag vergrendelen. Deze is weer te ontgrendelen door er nogmaals op te klikken.
Engelse versie: Layers
KOPPELINGEN In het venster Koppelingen staan uw ingevoegde afbeeldingen. Het nummertje wat er achter staat is de pagina waarin de afbeelding zich bevindt.
Engelse versie: Links
Wanneer u veel afbeeldingen gebruikt is het handig om deze bij elkaar te bewaren in één map. Dit geeft u meer overzicht.
TIP!
4
5 WEERGAVEOPTIES Bovenin ziet u een viertal icoontjes. Alleerst ziet het Zoomniveau. Hiermee kunt u in en uit zoomen in het bestand. Daarnaast ziet u het icoontje Weergaveopties. Wanneer u dit selecteert heeft u een aantal opties. Verstandig is om Kaderranden, Linialen, Hulplijnen en Slimme hulplijnen aan te vinken. Daarnaast staat het icoontje Schermmodus. Dit is ook aan te passen met de W op uw toetsenbord. Wanneer u deze indrukt wisselt u tussen de Normale weergave en Voorvertoning. Het icoontje daarnaast is alleen van toepassing als u meerdere documenten open heeft staan. Hiermee kunt u meerdere vensters naast elkaar open zetten.
PRELIGHT Wanneer u fouten in uw document heeft zal u dit onderin het scherm zien. InDesign geeft u dan een melding. Als u daarna op het driehoekje er naast klikt kunt u kiezen voor Deelvenster Prelight. Er opent zich dan een nieuw venster waar aan wordt gegeven waar de fout zich bevind.
6
TEKST Wanneer de tekst tool (T) is geselecteerd zal de weergave van de balk bovenin veranderen. 1
2
3
1 LETTERTYPE Hier heeft u de mogelijkheid om te kiezen tussen diverse lettertypes. Als het lettertype de gelegenheid biedt kunt u daaronder kiezen voor bijvoorbeeld Cursief.
2
3
AANPASSEN LETTERTYPE Hier is het lettertype nog wat verder aan te passen. Onder andere de hoogte en de breedte van de letter maar ook het schuintrekken van de letter.
Naast het lettertype kunt u de grootte aanpassen. Daaronder kunt u de regelafstand aanpassen.
5
UITLIJNEN Hoe uw tekst wordt uitgelijnd is hier aan te passen. Daarnaast kunt u deze standaard manier van uitlijnen aanpassen naar uw eigen wensen.
INDELING BINNENWERK De juiste volgorde van de indeling van uw boek is als volgt:
Franse titelpagina (pagina 1) Een titelpagina met de titel van het boek en de naam van de auteur in dezelfde lettergrootte. De tekst is zonder opmaak. Blanco pagina (pagina 2) Een scheidingspagina tussen de Franse titelpagina en de gewone titelpagina Titelpagina (pagina 3) Een titelpagina met de titel van het boek en de naam van de auteur. Op deze pagina kan de tekst wel opgemaakt worden. Standaard is dat de titel van het boek in een groter lettertype wordt neergezet dan de naam van de auteur. Colofon (pagina 4) Colofon met de vermelding van de auteur, de datum, uitgeverij e.d. en de standaard vermelding over “Niets uit deze uitgave mag...” Een voorbeeld volgt hieronder. Colofon Copyright © 2013: Vormgeving: Illustraties: Druk en bindwerk:
Jet Jansen Jet Jansen Jet Jansen Probook Media BV, Zwolle
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
6
LAY-OUT Bij Probook Media kunt u boeken laten maken in verschillende formaten. Voor afloop hanteren wij 3 mm rondom. Deze marge hebben wij nodig om veilig te kunnen snijden zonder dat er iets weggesneden wordt of dat er witte randjes verschijnen. De marges kunnen verder naar eigen inzicht ingesteld worden. Vindt u het lastig om een marge te bepalen, pak er eens een boek bij en meet de witmarges. De indeling van tekst en illustraties vormen de lay-out van een pagina. Om inspiratie op te doen voor een leuke lay-out is het leuk om te kijken naar verschillende boeken en tijdschriften. Hieronder geven wij een paar voorbeelden van layouts.
7
MARGE INSTELLEN Voor de afloop hanteren wij 3 mm rondom. Deze marge hebben wij nodig om veilig te kunnen snijden zonder dat er iets weggesneden wordt. Wanneer u een nieuw document opent kunt u de marge instellen. Als u het afloopgebied instelt op 3 mm zal er een rode rand om het bladspiegel verschijnen. De overige opties kunt u instellen zoals u wilt.
Engelse versie: Bleed & Slugs
8
STRAMIEN Een stramien is vergelijkbaar met een achtergrond die u op meerdere pagina’s kunt toepassen. Wanneer u objecten plaatst in dat stramien staat het op alle pagina’s waarin u dat stramien heeft toegevoegd. Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld paginanummers of een lay-out. In het deelvenster Pagina’s staat al een stramien voor u klaar. Deze kunt u ook gebruiken. Het hoofdstukje Een stramienpagina maken kunt u dan overslaan en meteen doorgaan met het hoofdstukje Aanpassen van een stramienpagina. Als u toch benieuwd bent hoe u een eigen stramien kan maken, volg dan de volgende stappen.
EEN STRAMIENPAGINA MAKEN Hieronder leggen wij in enkele stappen uit hoe u een stramienpagina kunt maken en toepassen. Rechts bovenin heeft u het deelvenster Pagina´s. Wanneer u daarin op uw rechtermuisknop klikt selecteert u Nieuw stramien.
Engelse versie: New Master
U kunt uw stramien nu een naam geven. In dit voorbeeld noemen we deze Paginanummering. Het is handig om het voorvoegsel B te blijven noemen. Het aantal pagina´s bepaalt u zelf, dit ligt er aan wat u met uw document van plan bent.
AANPASSEN VAN EEN STRAMIENPAGINA Als het goed is, heeft u nu in het deelvenster Pagina´s een extra stramien staan. Als u dubbelklikt op het witte vlak ernaast kunt u deze aanpassen. Wanneer u nu bijvoorbeeld een tekstvlak toevoegt op deze pagina, zal er geen strakke blauwe lijn om heen staan, maar een stippellijn.
9
TOEPASSEN VAN EEN STRAMIENPAGINA Wanneer u uw stramienpagina af heeft, kunt u deze toepassen op andere pagina´s. Mocht u later nog aanpassingen willen doen dan is dit mogelijk. Dit kan op dezelfde manier als hierboven is beschreven. Wanneer u met de rechtermuisknop klikt op de pagina waar u het stramien op wilt toepassen, kunt u Stramien toepassen op pagina´s selecteren.
Engelse versie: Apply Master to Pages Er opent zich nu een nieuw venster. Bij Stramien toepassen kunt u uw eigen stramien selecteren. U bepaalt zelf op welke pagina´s u deze wilt toevoegen.
U zult zien dat u bij uw pagina de A nu is veranderd in een B. Nu is uw eigen stramien toegepast aan uw pagina. Wanneer u nu uw stramien aanpast zal InDesign deze automatisch doorvoeren aan de pagina´s met hetzelfde stramien.
Als u nu een nieuwe pagina maakt, zal InDesign automatisch uw stramien toepassen. Wanneer u meerdere stramien heeft zullen deze allemaal bij elkaar komen te staan in het deelvenster Pagina´s. U kunt dan een stramien slepen naar de pagina die u wilt.
Stramienitems op een documentpagina zijn te herkennen aan een gestippelde rand.
TIP!
10
PAGINANUMMERING De paginanummering maakt u aan in een stramien pagina. U begint met het maken van een tekstvlak dat groot genoeg is om uw langste paginanummer in te laten passen. Dit tekstvlak kunt u opmaken zoals u wilt.
Daarna dubbelklikt u op het tekstvlak en met de rechtermuisklik gaat u naar Speciaal teken invoegen, daarna Markeringen en dan selecteert u Huidig paginanummer. U kunt dit ook doen met de sneltoets Ctrl + Alt + Shift + N (Cmd + Alt + Shift + N voor de Mac). Wanneer u dit tekstvlak aanpast in uw stramien zal hier de letter van uw stramien in verschijnen. Op de documentpagina’s waar het stramien is toegepast, staat nu het juiste paginanummer.
Engelse versie: Insert Special Character, Markers, Current Page Number
11
HULPLIJNEN Om het opmaken van uw boek makkelijker te maken, kunt u gebruik maken van onder andere linialen en hulplijnen. LINIALEN De linialen aan zetten doet u via Weergave, Linialen tonen selecteren. U kunt hiervoor ook de shortcut Ctrl + R (Cmd + R voor de Mac) gebruiken. Wanneer u een paginahulplijn wilt maken, heeft u de liniaal nodig. Daarnaast moet het document in de normale weergavemodus staan en niet in de voorvertoningsmodus. Hiervoor kunt u de W op uw toetsenbord gebruiken.
Engelse versie: View, Grids & Guides MAGNETISCHE HULPLIJNEN Om objecten nauwkeurig uit te lijnen, gebruikt u de opdrachten Hulplijnen magnetisch. Deze staat bovenin bij Weergave en dan Rasters en hulplijnen.
De randen van het object worden magnetisch uitgelijnd op het dichtstbijzijnde snijpunt van het raster. Dit is wanneer u objecten tekent, verplaatst of schaalt.
12
De groene hulplijnen geven hier onder andere de afstanden tussen de verschillende objecten aan. Tegelijkertijd geeft het aan de rechterkant aan dat de twee objecten gelijk aan elkaar staan.
HULPLIJNEN Om een paginahulplijn te maken, plaatst u de cursor op de horizontale of de verticale liniaal, u houdt de muisknop ingedrukt en u sleept de lijn naar de gewenste positie op uw pagina. Als u een verticale en horizontale hulplijn tegelijk wilt maken, houdt u Ctrl (Cmd voor de Mac) ingedrukt en sleept u een hulplijn vanuit het snijpunt van de linialen. Nu kunt u de hulplijnen verplaatsen naar de gewenste positie.
13
LETTERTYPE Voor boeken zijn de volgende lettertypes en lettergrootte veel gebruikt. Lettertype - Arial - Courier - Times New Roman - Calibri
Lettergrootte - 10 pt - 11 pt
Als u gebruikt maak van lijnen, mogen deze niet dunner zijn dan 0,30 pt.
Voor een speelser effect kunt u natuurlijk ook nog gebruiken maken van andere lettertype. Naast de standaard fonts op de computer zijn er online veel te vinden. Twee goede sites om gratis lettertypes te vinden zijn:
TIP!
www.dafont.com www.fontsquirrel.com
INSTALLEREN VAN FONTS Het installeren van fontsdoet u via onder andere de twee bovenstaande sites. Wanneer u een leuk font heeft gevonden, kunt u deze downloaden via de download knop. Deze kunt u openen onderin uw browser of in uw Downloads map. Wanneer u dit zip bestandje opent ziet u soms één bestand en soms meerdere. U moet het bestand hebben dat eindigt op .ttf of .otf. Dubbel klik op dit bestand kunt u deze openen. Daarna opent zich een nieuw venster en klikt u op installeren.
U.S. 101 Dawning of a new day
Verdana
Haiku's Script AllStar
SKINNY
14
Aanraders
Jennifer Lynne Helvetica
Alisha Monroe Blackboard Ultra Little Days
GEBRUIKERSWOORDENBOEK Het kan zijn dat uw woordenboek automatisch ingesteld staat op Engels. Dit kunt u gemakkelijk aanpassen. Ga hiervoor in een tekstvlak staan waar nog geen tekst in staat. Klik daarna op de rechtermuisknop, Spelling en dan selecteert u Gebruikerswoordenboek. Nu kunt u bij taal uw gewenste taal selecteren.
Engelse versie: Spelling, User Dictionary
Als u het Gebruikerswoordenboek aanpast in een tekstvlak waarin wel tekst staat zal InDesign alleen voor dat tekstvlak het woordenboek aanpassen.
TIP!
SPELLINGSCONTROLE Spellingscontrole werkt bij InDesign iets anders dan bij Word. Hij zal niet meteen aangeven wanneer u een woord verkeerd heeft geschreven. Dit kunt u wel instellen. U gaat dan bovenin naar Bewerken, Voorkeuren en dan kiest u voor Spelling. Er zal dan een nieuw venster openen. Om dit in te schakelen moet u Dynamische spelling inschakelen aanvinken. Nu zal InDesign verkeerde spelling aangeven. Kleuren zijn aan te passen naar uw eigen voorkeuren. Klik daarna op OK.
Engelse versie: Edit, Preferences, Spelling, Dynamic Spelling
15
Er is ook nog een alternatieve manier om uw spelling te controleren. Wanneer u in een tekstvlak staat kunt u alles selecteren door middel van Ctrl + A (Cmd + A op de Mac). Daarna rechtermuisknop, Spelling en dan selecteert u Controleer Spelling. U kunt de spelling ook controleren met de shortcut Ctrl + I (of Cmd + I op de mac). Wanneer u in een tekstvlak staat zal InDesign alleen daarvan de spelling controleren. Staat u niet in een tekstvlak dan doet hij deze van alle tekst in het document.
Engelse versie: Spelling, Check Spelling
16
AFBEELDINGEN Illustraties van zowel het binnenwerk als het omslag dienen aan bepaalde eisen te voldoen. Het vergroten en verkleinen van een afbeelding heeft invloed op de kwaliteit van de afbeelding. Verkleinen geeft een grotere resolutie en vergroten geeft een lagere resolutie. Het is niet mogelijk om in Photoshop de resolutie te verhogen.
ZWART-WIT AFBEELDINGEN Als u een zwart-wit foto op de volgende manier maakt, zal deze er bij de druk goed uitzien. Photoshop Kleurinstelling
Grijswaarden/grayscale aanvinken, deze kunt u vinden onder Afbeelding/Modus.
Resolutie
Minimaal 300 DPI. Lagere resolutie foto’s kunnen niet worden omgezet naar 300 DPI, de kwaliteit wordt niet beter.
Bestand
.jpg of .png
KLEUREN AFBEELDINGEN Kleurenafbeeldingen altijd aanleveren in CMYK. Gebruik geen RGB kleuren, dit zijn lichtkleuren bedoeld voor beeldschermen. Als u een kleurenfoto op de volgende manier maakt, zal deze er bij de druk goed uitzien. Photoshop Kleurinstelling
CMYK aanvinken, deze kunt u vinden onder Afbeelding/ Modus
Resolutie
Minimaal 300 DPI. Lagere resolutie foto’s kunnen niet worden omgezet naar 300 DPI, de kwaliteit wordt niet beter.
Bestand
.jpg of .png
17
AFBEELDINGEN INVOEGEN De opdracht Plaatsen is de methode die het meest wordt gebruikt voor het invoegen van afbeeldingen. Door het op deze manier in te voegen, biedt InDesign de beste ondersteuning voor onder andere resolutie.
Engelse versie: Place Wanneer u een afbeelding invoegt door middel van kopiëren en plakken, wordt een afbeelding ingesloten in het document. De koppeling met het originele bestand wordt dan verbroken en u kunt uw afbeelding dan niet terugvinden in het deelvenster Koppelingen. Als u nu een afbeelding aanpast in bijvoorbeeld Photoshop, dan wordt de afbeelding niet automatisch aangepast. Dus plaatsen geniet de voorkeur boven kopiëren en plakken.
Engelse versie: Links
Wanneer u veel afbeeldingen gebruikt is het handig om deze bij elkaar te bewaren in één map. Dit geeft u meer overzicht.
TIP!
INVOEGEN Door op de linkerkant het Rechthoekkader te selecteren kunt u een vlak aanmaken waarin u een afbeelding kan toevoegen. Dit kan ook met de toets F. U bepaalt zelf hoe groot u dit vak maakt. Daarna gaat u links bovenin naar Bestand en selecteert u Plaatsen. U kiest nu een afbeelding die u in wilt voegen. Het kan voorkomen dat u afbeelding groter is dan het vak wat u heeft gemaakt. Nu kunt u er voor kiezen om het vak groter te maken of uw afbeelding kleiner te schalen.
Wanneer u de afbeelding zelf selecteert verschijnt er een oranje rand omheen. Als u het vlak zelf selecteert staat er een blauwe rand om heen staan.
Door dubbel te klikken op het vlak verandert u de selectie.
18
SCHALEN VAN EEN AFBEELDING Als u de afbeelding wilt schalen, selecteert u het vlak (blauwe rand). Ga op de rechter onderhoek staat. Nu verschijnt er een pijltje. Sleep het vlak op de juiste grootte. Vervolgens dient u de afbeelding zelf nog te schalen. Dit kunt u doen door op dezelfde manier te slepen of u klikt op de afbeelding met de rechtermuisknop en gaat naar Aanpassen en dan selecteert u Inhoud aan kader aanpassen.
Engelse versie: Fitting, Fit content to Frame. WEERGAVEPRESTATIE Wanneer u een afbeelding invoegt zal InDesign het niet optimaal weergeven. Dit kunt u veranderen door de afbeelding te selecteren, rechtermuisknop en dan te kiezen voor Weergaveprestaties en dan Weergave van hoge kwaliteit te selecteren.
Engelse versie: Display Performance, High Quality Display
U kunt dit ook voor alle afbeeldingen tegelijk instellen. Bovenin bij Weergave kiest u dan voor Weergaveopties en Weergave van hoge kwaliteit.
Engelse versie: View, Display Performance, High Quality Display
19
SCHUTBLADEN Een schutblad zorgt voor een duurzame verbinding tussen boekblok, band en rug. Wilt u een wit of crème schutblad, oftewel een blanco schutblad. Dan hoeft u geen PDF-bestand voor de schutbladen aan te leveren. Bij een unikleur schutblad overleggen we graag de mogelijkheden. U kunt voor het voorschutblad en het achterschutblad eventueel een apart bestand opmaken. Een combinatie van een bedrukt voorschutblad en een blanco achterschutblad is ook mogelijk. Zijn de schutbladen voor- en achter gelijk, dan is één bestand voldoende. BEREKENEN VAN UW SCHUTBLADEN De afloop is 5 mm rondom. Afbeeldingen kunt u het beste vullen tot de rand. We snijden het schutblad 5 mm rondom schoon.
1
Laatste pagina binnenwerk
2
154 mm breed
3
216 mm breed
216 mm breed
Als voorbeeld nemen we een boek met het formaat A5 staand. Het binnenwerk is dan netto 148 mm breed x 210 mm hoog. Met afloop wordt het schutblad 158 mm breed x 220 mm hoog.
1 154 mm breed
Eerste pagina binnenwerk
2
20
3
OMSLAG/KAFT De grootte van het omslag berekent u met de omslagcalculator. Bij het omslag dient u rekening te houden met een 15 mm afloop rondom. Dit gedeelte wordt om het kartonnen bord geslagen en valt gedeeltelijk weg onder de schutbladen. U kunt hiervoor gebruiken maken van de templates die online staan op onze website. U kunt natuurlijk ook zelf een omslag maken. Hieronder leggen we uit hoe u zelf een omslag maakt. BEREKENEN VAN DE OMSLAG In dit voorbeeld gebruiken we een boek met de grootte van een A5 met 80 pagina’s van 90 grams papier. Volgens de omslagcalculator komen wij op deze waardes uit. De omslagcalculator staat op onze site. 341 mm
144 mm
144 mm
kneep
kneep
7 mm
7 mm
VOORZIJDE
ACHTERZIJDE
216 mm
rug 9 mm
216 mm
246 mm
15 mm
15 mm
Wanneer u deze waardes voor uw eigen boek heeft uitgerekend kunt u een nieuw document aanmaken.
MAKEN VAN DE OMSLAG Als u een eigen omslag wil maken in InDesign kan dit op de volgende manier. Bij de breedte vult u de totale breedte in minus de afloop. In ons geval is de breedte 341 mm en daar trekken we dan twee keer de afloop van af (2 x 15 mm = 30 mm). De hoogte gaat op dezelfde manier. Van de hoogte 246 mm gaat dan ook 2 keer de afloop van af. Bij het aantal kolommen vult u 2 in en bij de tussenruimte vult u de breedte van de rug in. Bij ons is dat 9 mm. Voor het afloopgebied vult u 15 mm in. Daarna drukt u op OK.
21
MAKEN VAN DE OMSLAG U heeft nu de eerste opzet van uw omslag. Het enige wat nu nog overblijft is het toevoegen van de kneep. Dit doen we door het toevoegen van twee rechthoeken. De kneep is 7 mm breed en in ons geval 216 mm hoog. Als u Rechthoek selecteert of de M toets gebruikt en u klikt op een plek op de pagina dan opent zich een nieuw venster. U kunt nu de exacte maten invullen. Klik op OK om de rechthoek te maken.
De twee rechthoeken kunnen aan de linker- en de rechterkant van uw rug worden geplaatst.
MAKEN VAN DE OMSLAG U heeft nu uw eigen omslag gemaakt. De 15 mm afloop rondom wordt om het kartonnen bord geslagen en valt gedeeltelijk weg onder de schutbladen.
22
EXPORTEREN NAAR PDF Om uw bestand altijd en overal op de juiste wijze weer te geven, inclusief lettertypen en lay-out, is het noodzakelijk om dit te converteren naar PDF. Ga naar Bestand en selecteer Exporteren. U kunt dit ook met de sneltoets Ctrl + E (Cmd + E op de Mac) doen.
Engelse versie: Edit, Export
Kies een locatie op uw computer en geef voor uw PDF een bestandsnaam op. Selecteer bij Opslaan als Adobe PDF (afdrukken). Klik daarna op Opslaan.
23
Selecteer aan de linkerzijde Algemeen. Kies bij Pagina’s voor Alles en Pagina’s. Eventueel kan u hier ervoor kiezen op de PDF na exporteren te weergeven.
Engelse versie: General, Pages, All, View PDF after exporting
Kies daarna aan de linkerzijde voor Tekens en Afloopgebied. Bij Tekens hoeft u niks aan te vinken. Mocht het daar aangevinkt zijn moet u hier de vinkjes even weghalen. Bij Afloopgebied vinkt u Afloopinstellingen van document gebruiken aan. Witruimte hoeft u niet aan te vinken.
Engelse versie: Marks and Bleeds, Marks, Use Document Bleed Settings Helemaal bovenin kiest u bij Voorinstelling Adobe PDF voor Afdrukken met hoge kwaliteit.
Klik daarna op Exporteren.
24
SNELTOETSEN Bestand
Windows
Mac
Opslaan
Ctrl + S
Cmd + S
Opslaan als
Ctrl + Shift + S
Cmd + Shift + S
Exporteren
Ctrl + E
Cmd + E
Selectie
Windows
Mac
Selecteren
V, Esc
V, Esc
Direct selecteren
A
A
Roteren
R
R
Schalen
S
S
Schuintrekken
O
O
Vrije transformatie
E
E
Groeperen/de-groeperen
Ctrl + G
Cmd + G
Zoomen
Z
Z
Uitzoomen
Z en dan Alt ingedrukt houden
Z en dan Alt ingedrukt houden
Weergavemodus
W
W
Tekst
Windows
Mac
Tekst
T
T
Kopieren
Ctrl + C
Cmd + C
Plakken
Ctrl + V
Cmd + V
Spellingscontrole
Ctrl + I
Cmd + I
Afbeeldingen
Windows
Mac
Afbeeldingen invoegen
F
F
Alles in dezelfde schaal houden
Shift ingedrukt
Shift ingedrukt
25