Handleiding beveiligingen (drink)water In regelgevingen rond drinkwater is duidelijk vastgelegd hoe apparaten of installaties aan een waterleidingnet mogen worden aangesloten. In vele gevallen betekent dit dat er een beveiliging moet worden geplaatst om het collectieve drinkwaterleidingnet te beschermen tegen ongewenste verontreiniging. Deze verontreiniging kan ontstaan door temperatuurverandering, stilstand of stoffen die van nature niet in drinkwater voorkomen. E.e.a. is wettelijk vastgelegd in de drinkwaterwet en de aansluitvoorwaarden van het desbetreffende drinkwaterbedrijf. Het “hoe” en “wat” is in de zgn. “waterwerkbladen” (uitgegeven door de drinkwaterbedrijven) exact beschreven en in principe van toepassing voor alle apparaten in alle installaties. Deze zijn te vinden op www.infodwi.nl Op deze wetgeving wordt een actief controle- en sanctiebeleid gevoerd door zowel Ministerie van ILT (voormalig VROM) als de drinkwaterbedrijven. Deze zijn dan ook gemachtigd om als “politieagent” op te treden en bij overtredingen direct proces-verbaal op te maken.
Overtredingen vallen onder de Wet Economische Delicten, opgelegde sancties variëren van geldboetes van enkele duizenden Euro’s tot gevangenisstraffen. Hierin is altijd de eigenaar/exploitant van het gebouw/installatie verantwoordelijk. Om hier praktisch handen en voeten aan te geven hieronder een aantal veelvoorkomende toepassingen met de bijpassende, wettelijk voorgeschreven wijze van aansluiten. Hierbij worden verschillende typen beveiliging gebruikt (type EA, CA, BA etc.), afhankelijk van aangesloten apparaat, druk en mogelijke verontreiniging. Hierbij is het werkingsprincipe per type beveiliging in regelgeving vastgelegd. Deze lijst is verre van compleet, voor zeer vele apparaten is exact voorgeschreven hoe deze aan te sluiten zijn. Zie hiervoor bijvoorbeeld: http://www.infodwi.nl/infodwi/werkbladen.aspx?id=12430 en http://www.oasen.nl/direct-regelen/zelfscan/Paginas/default.aspx?char=A Een aantal veelvoorkomende toepassingen zijn; 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Brandslanghaspels Koffieautomaten Vullen CV-installaties Waterbehandelingsinstallaties (o.a. ontharders en demineraliseerinstallaties) Reinigingsapparaten Heetwatertoestellen Proceswaterinstallaties
1) Brandslanghaspels Brandslanghaspels kunnen op meerdere manieren worden aangesloten; a) GEEN separate brandblusleiding Als er geen sprake is van een separate brandblusleiding mag de afstand tussen de doorstroomde leiding (“doorstroomd” = minimaal wekelijks gebruik) en de bedieningsafsluiter van de brandslanghaspel niet meer zijn dan 15cm. Indien dit niet het geval is moeten er een afsluiter met daarachter een “EA”-beveiliging worden geplaatst. Hierbij moet deze afsluiter in de “open”-stand worden verzegeld. Daarbij moet de leiding naar de brandslanghaspel bij aftakkingen, wand- of vloerdoorvoeringen worden gemarkeerd met “geen drinkwater”. De bedieningsafsluiter van de brandslanghaspel moet in beide gevallen in de “gesloten”stand worden verzegeld.
b) separate brandblusleiding Als er wel sprake is van een separate brandblusleiding moet er direct na de aftakking (binnen 15cm) van de doorstroomde leiding (“doorstroomd” = minimaal wekelijks gebruik) een afsluiter met daarachter een “EA”-beveiliging worden geplaatst. Hierbij moet deze afsluiter in de “open”-stand worden verzegeld. Daarbij moet de leiding naar de brandslanghaspels bij aftakkingen, wand- of vloerdoorvoeringen worden gemarkeerd met “geen drinkwater”. De bedieningsafsluiters van de brandslanghaspels moet in beide gevallen in de “gesloten”stand worden verzegeld.
2) Koffieautomaten Hierbij is er sprake van een temperatuursverandering en moet een “EA”-beveiliging worden geplaatst. 3) Vullen CV-installaties Bij CV-installaties moet in de vulleiding altijd een beveiliging worden geplaatst. Hierbij is er geen verschil of er een vaste leiding wordt gebruikt of een losse slang. CV < 45kW -> beveiliging “EB” CV > 45kW -> beveiliging “CA” of “BA”, is afhankelijk van verwarmend medium. 4)
Waterbehandelingsinstallaties (o.a. ontharders en demineraliseerinstallaties)
Hierbij is bepalend wat er aan het water wordt toegevoegd. Meestal moet een “BA”beveiliging worden geplaatst. 5) Reinigingsapparaten Ook hier is bepalend wat er aan het water wordt toegevoegd. Meestal moet een “BA”beveiliging worden geplaatst. 6) Heetwatertoestellen Hier is er sprake van temperatuurverandering, er moet in principe een “EA”-beveiliging worden geplaatst. Een inlaatcombinatie is in vele gevallen ook toegestaan. 7) Proceswaterinstallaties Als er sprake is van proceswater ZONDER mogelijke aanwezigheid van ziekmakende bacteriën of virussen moet een “BA”-beveiliging worden geplaatst. Indien deze bacteriën of virussen wel aanwezig kunnen zijn moet er een volledige atmosferische onderbreking worden aangelegd, beveiliging type “AA” (breektank).
De diverse typen beveiliging; EA Veerbelaste terugslagklep met controlemogelijkheid Econosto fig. 118K
Econosto fig. 2425K/2426K (incl. afsluiter)
Econosto Fig. 1441
EB Veerbelaste terugslagklep zonder controlemogelijkheid, meestal is vorm van de zgn. “wasmachinekraan”. CA Dubbel uitgevoerde terugslagklep met drukloze tussenzone, zonder controlemogelijkheid Econosto fig. 137K
BA Dubbel uitgevoerde terugslagklep met drukloze tussenzone, met controlemogelijkheid Econosto fig. 300
Econosto fig. KP366/144KBU (leidingmontage)
Econosto fig. KP367 (muurplaatmontage, incl. afsluiter)
Econosto fig. KP361 (RVS)
Opmerkingen; Bij een “BA” is een afvoermogelijkheid noodzakelijk. Bij een juiste werking zullen bij drukwisselingen kleine hoeveelheden water via de drukloze tussenzone moeten worden afgevoerd. Deze afvoer moet zichtbaar atmosferisch onderbroken worden aangesloten. Door de voorgeschreven constructie zijn de drukverliezen relatief hoog, 1 Bar of meer is geen uitzondering. beveiliging
materiaal
aansluitingen
EA
zonder afsluiter
Brons
buitendraad
EA
met afsluiter
Brons
buitendraad
EA
leidingmontage
Gietijzer
flenzen
CA CA BA
leidingmontage CV-vulcombinatie CV-vulcombinatie
Brons Brons Brons
buitendraad buitendraad buitendraad
BA
leidingmontage
Gietijzer
flenzen
BA
leidingmontage
Brons
buitendraad
BA
muurplaatmontage
Brons
binnen/buitendraad
BA
leidingmontage
RVS
flenzen
afmetingen DN15 DN50 DN15 DN50 DN65 – DN300 DN15 DN20 DN20 DN20 DN65 DN200 DN15 DN50 DN15 DN50 DN65 DN150
fig. nr.
118K 2425K/2426K 1441 137K 160K KP365 300 KP366/144KBU KP367 KP360
Bij plaatsing van een beveiliging met controlemogelijkheid (o.a. type “EA”en “BA”) is de eigenaar verplicht om deze beveiliging aantoonbaar jaarlijks op juiste werking te (laten) controleren. Procedures hiervoor zijn in regelgeving vastgelegd.
De fijne kneepjes dit controleren kan hier worden gedemonstreerd in onze eigen proefopstelling, bij behoefte kan dit ook op locatie. Zie hiervoor deelnameformulier onder “academy”. Tot slot; Bovenstaand is slechts een zeer klein deel van alle beschikbare informatie. Neem contact met mij op voor meer informatie, vragen of behoefte aan advies.
Robert van der Meulen Productmanager Utiliteit & Water Tel. 010-284 12 55 of 06-30 90 91 51
[email protected]