Handleiding. Assessments

Handleiding

Assessments

2013-2014

Handleiding Assessments

Introductie

3

De Assessmentprocedure

4

Samenstellen van het zelfbeoordelingsportfolio

4

Inleveren van het zelfbeoordelingsportfolio

4

Voeren van het assessmentgesprek

5

Feedback en advies

5

Instructies voor het samenstellen van het zelfbeoordelingsportfolio

6

Zelfbeoordeling

6

Instructies bij het invullen van de zelfbeoordeling

6

Het assessmentgesprek

8

Bijlage 1: CMD competentieprofiel

9

HvA Communication Media Design © 2014, Hogeschool van Amsterdam 20 januari 2014 – Versie 1.0

2


Introductie Met behulp van een zelfbeoordelingsformulier en een assessmentgesprek wordt in verdieping 2 van de hoofdfase getoetst of je beschikt over de competenties van de opleiding Communication, Media en Design (CMD) in het zogenaamde V2assessment. Het V2-assessment is een ontwikkelingsgericht assessment. In deze handleiding vind je alle informatie die je nodig hebt om deel te kunnen nemen aan dit assessment. In deze handleiding vind je de gehele assessmentprocedure zodat je weet wat er van je verwacht wordt. Ook vind je de instructies voor het samenstellen van het zelfbeoordelingsformulier. Bij deze instructies hoort de bijlage ‘en cmd competentieprofiel’. Het zelfbeoordelingsformulier vind je op intranet.

Wij wensen je veel succes met het assessment!


3


De assessmentprocedure De procedure bestaat uit de volgende stappen. 1. 2. 3. 4. 5.

Invullen van het zelfbeoordelingsformulier door de kandidaat Inleveren van het zelfbeoordelingsformulier Voeren van het assessmentgesprek Feedback & advies van de assessoren Beoordelingscriteria

Samenstellen van de zelfbeoordeling Een belangrijke inspanning die je levert is het maken van de zelfbeoordeling. Dit bestaat uit: •

een ingevuld zelfbeoordelingsformulier over de competenties, beroeps en deeltaken en diverse argumenten waarmee je wilt aantonen dat je de betreffende competentie met beroeps‐ en deeltaken beheerst.

Jouw zelfbeoordelingsformulier vormt de basis voor het assessmentgesprek. Het is daarom van belang dat dit volledig is en dat het een representatief beeld geeft van jouw kwaliteiten. Geef voorbeelden van situaties waarin die kwaliteiten aan bod zijn gekomen. Je maakt je zelfbeoordeling volgens een vaste structuur. Zie voor verdere instructies m.b.t. het samenstellen van de zelfbeoordeling deel 2 van deze handleiding.

Inleveren van de zelfbeoordeling Het inleveren verloopt volgens een specifiek inleverprotocol. Dit protocol staat ook op intranet. Ben je ingeroosterd in blok 3 2014 dan is uiterste inleverdatum: 31 januari Ben je ingeroosterd in blok 4 2014 dan is uiterste inleverdatum: 28 maart Inleveren ovv zelfbeoordeling/naam mailen naar [email protected] Bij het inleveren van je zelfbeoordelingsportfolio wordt meteen gecheckt of jouw portfolio volledig is en voldoet aan de vereiste structuur zoals beschreven in deze handleiding. Zo ja, dan kun je deelnemen aan het assessmentgesprek. Zo nee, dan kun je niet deelnemen aan het assessmentgesprek. Je wordt dan via de mail bericht over de vervolgstappen.


4


Voeren van het assessmentgesprek De volgende stap is het voeren van een assessmentgesprek met twee assessoren. Het gesprek duurt ongeveer 45 minuten en is er op gericht om vast te stellen of je voldoet aan de eindtermen voor de opleiding zoals die zijn uitgewerkt in de het competentieprofiel en de zelfbeoordeling. De informatie in jouw zelfbeoordeling vormt de basis om dit gesprek te voeren.

Feedback en beoordeling Op basis van de zelfbeoordeling en het assessmentgesprek wordt beoordeeld of je voldoet aan de eisen zoals die gelden voor het afronden van de opleiding. De assessoren leggen de bevindingen vast in een assessmentadvies. Per competentie wordt aangegeven of je deze volledig, gedeeltelijk of niet hebt aangetoond. In de afstudeerfase ga je werken aan de competenties die in het advies aan de orde zijn gekomen en waar gericht advies op is gegeven.


5


Instructies voor het invullen van het zelfbeoordelingsformulier De Zelfbeoordeling De zelfbeoordeling maakt jouw studie, stage‐ en leerervaringen zichtbaar. Om je daarbij te ondersteunen zijn alle competenties van de opleiding uitgewerkt in het document ‘Zelfbeoordelingsformulier V2-Assessment’. Het document ‘Zelfbeoordelingsformulier V2-Assessment’ vormt de leidraad bij het schrijven van de zelfbeoordeling. Je vindt deze op het intranet. Hierin wordt geïnventariseerd over welke kennis en ervaring je beschikt op het gebied van de competenties. Elke competentie is op dezelfde wijze uitgewerkt: • een korte omschrijving van de competentie; • een beschrijving van de beroeps‐ en deeltaken die bij deze competentie behoren; • ruimte voor de kandidaat om voorbeelden en diverse bewijslast in op te schrijven waarmee gevraagde beroeps- en deeltaken kunnen worden aangetoond;

Aandachtspunten bij het invullen van het zelfbeoordelingsformulier Het is mogelijk hetzelfde beroepsproduct op te voeren voor verschillende competenties, dan moet je wel toelichten waarom deze bewijslast voor verschillende competenties geldt. Het beroepsproduct/bewijslast moet dan namelijk vanuit het perspectief van de beide competenties bekeken en beschreven worden. Uit de beschrijving moet duidelijk worden waarom jij dit een goed bewijs vindt voor de betreffende beroeps‐ en deeltaken: o Leg dus een relatie met de beroeps‐ en deeltaken uit de competentiecriteria. o Zorg ervoor dat jouw eigen betrokkenheid bij het beroepsproduct duidelijk is: welke activiteiten heb jij uitgevoerd? Waarom heb jij voor deze aanpak gekozen? o Maak in je zelfbeoordelingsformulier zoveel mogelijk inzichtelijk welke specifieke kennis en vaardigheden je hebt toegepast. o Heb je meerdere beroepsproducten / bewijslasten om een (of meer) beroeps‐ en deeltaken aan te tonen, kies dan het beste en meest complexe voorbeeld. (de zelfbeoordeling mag niet meer dan acht pagina’s bevatten). o Zorg dat je per competentie met actuele, relevante, diverse, concrete voorbeelden komt die valide zijn als bewijs


6


o Het zelfbeoordelingsformulier moet in goed nederlands zijn geschreven en de juiste CMD terminologie bevatten.


7


Het Assessmentgesprek Door het maken van je zelfbeoordelings ben je goed voorbereid op het assessmentgesprek. Je hebt immers voor alle competenties een of meerdere beroepsproducten en andere bewijsvormen beschreven in je zelfbeoordeling. Hiermee wil je aantonen dat je de betreffende competentie met beroeps‐ en deeltaken beheerst. In het assessmentgesprek vragen assessoren door op de voorbeelden die je in jouw zelfbeoordeling hebt opgenomen. Er wordt oa. per competentie ingegaan op: • de aanpak die je hanteert bij de uitvoering van taken en werkzaamheden; • de problemen die je daarbij signaleert en hoe je daarmee bent omgegaan; • de kennis en vaardigheden die je daarbij nodig hebt; • hoe je omgaat met 'niet‐standaard' situaties; • de resultaten die je hebt bereikt; • hoe je terugkijkt op de wijze waarop je taken en werkzaamheden uitvoert: wat kun je goed, wat zou je verder kunnen ontwikkelen? De assessoren stellen dergelijke vragen om te achterhalen of je de vereiste beroeps‐ en deeltaken hebt uitgevoerd.1 Het is handig als je eventuele andere voorbeelden in gedachten houdt, die je niet in jouw zelfbeoordeling hebt opgenomen. Zo kun je in het gesprek aantonen dat je m.b.t. een bepaalde competentie ervaring hebt in meerdere situaties. Denk bijvoorbeeld aan: ‘Wat is de meest complexe situatie die ik heb meegemaakt, en waarom was die complex? In hoeverre was die situatie anders dan het voorbeeld dat ik in mijn portfolio heb opgenomen? Wat kan ik daarmee aantonen? En ook: Wanneer lukte het me niet goed om deze taak uit te voeren? En waar zat dat in? Hoe zal ik dat de volgende keer aanpakken? NB! Neem een eigen exemplaar van je zelfbeoordeling mee naar het gesprek. Het assessmentgesprek duurt ongeveer 45 minuten. Direct na afloop van het assessmentgesprek overleggen de assessoren over hun bevindingen en koppelen dit even later mondeling terug. Vervolgens leggen de assessoren hun bevindingen vast in een assessmentadvies. Dit advies krijg je per mail toegezonden. Aan het einde van ieder blok worden de ect’s van de kandidaten in Sis ingevoerd.2


8


Bijlage 1:

Competenties CMD-Amsterdam

(vanaf 2011)

Vastgesteld: winter 2010/2011 Beroepstaak

1. Ontwerpen 2. 3. 4. 5.

Onderzoeken Maken Adviseren Projectmanagen

Competenties De interactieve media ontwerper bedenkt en concretiseert een concept voor een kwalitatief hoogwaardige interactieve media toepassing. De interactieve media ontwerper doet onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van een interactieve media toepassing. De interactieve media ontwerper ontwikkelt op basis van een concept een (deels) werkende interactieve media toepassing. De interactieve media ontwerper verkent met een opdrachtgever de ontwerpvraag en geeft advies over een oplossingsrichting. De interactieve media ontwerper organiseert een interactief media project en stuurt de uitvoering aan.

Competentie 1: ontwerpen De interactieve media ontwerper bedenkt en concretiseert een concept voor een kwalitatief hoogwaardige interactieve media toepassing. Ontwerpen gaat over het vertalen van ideeën en ontwikkelingen in het werkveld en de maatschappij naar betekenisvolle interactieve producten voor het nu en de toekomst. De student ontwikkelt een nieuwsgierige houding en leert te werken in een iteratief (herhalend), creatief proces, waarbij hij het overzicht behoudt én oog toont voor detail. Doorlopend onderzoek zorgt voor onderbouwing en inspiratie, regelmatig testen voor bewijs en bijstelling. Propedeusefase

Verdiepingsfase

Afstudeerfase

De student toont de competentie in eenvoudige contexten en opdrachten onder begeleiding van een

De student toont de competentie in complexe ontwerpvraagstukken onder begeleiding van een docent.

De student toont de competenties in complexe ontwerpvraagstukken als zelfstandig beginnend professional en neemt verantwoordelijkheid voor zijn


9


docent of coach. 1. Stemt concept en concretisering af op de vraag van de opdrachtgever. 2. Houdt rekening met de doelgroep.

3. Kan ontwerpkeuzes motiveren. 4. Gebruikt basiskennis over interactie-, informatie- en visueel ontwerp.

handelen. Durft lastige vragen te (blijven) Doorgrondt en (her)formuleert stellen bij het doorgronden en de ontwerpvraag in een (her)formuleren van de debriefing. ontwerpvraag. Ontwerpt vanuit onderzoek naar de Stemt af op de doelgroep en doelgroep in zijn sociaalzijn sociaal- maatschappelijke maatschappelijke context en eigen context. visie. Voert een constante dialoog met Verwoordt en onderbouwt een opdrachtgever, team en gebruikers ontwerp op basis van voor onderbouwing en onderzoeksresultaten. enthousiasmering. Verbindt kennis van Initieert en stuurt het ontwerpproces verschillende vanuit kennis van verschillende ontwerpdisciplines in een ontwerpdisciplines. ontwerp.

5. Herkent ontwerpstijlen en – Toont een beginnende eigen stromingen en kan ermee signatuur. experimenteren. 6. Test onderdelen van een Stelt een ontwerptest op en ontwerp. voert deze uit. Ontwerpt uitvoerbare en 7. NVT (ethisch) wenselijke oplossingen.

Toont een duidelijke eigen signatuur. Competentie reeds verworven Is zich bewust van de (ethische) gevolgen van zijn ontwerpbeslissingen.

Competentie 2: onderzoeken De interactieve media ontwerper doet onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van een interactieve media toepassing. Onderzoeken gaat over het leren begrijpen van een praktijk die snel verandert. De student ontwikkelt een onderzoekende houding. Dit stelt hem in staat om veranderingen in kaart te brengen op sociaal-maatschappelijk vlak en in het vakgebied. Op basis hiervan leert de student bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten. Propedeusefase

Verdiepingsfase

De student toont de De student toont de competentie in eenvoudige competentie in complexe contexten en opdrachten onder ontwerpvraagstukken onder begeleiding van een docent of begeleiding van een docent. coach. Motiveert waarom bepaalde 1. Past de basisbegrippen van methoden van gegevens onderzoek toe op een verzamelen passen bij kleinschalig onderzoek. bepaalde onderzoeksvragen. 2. Raadpleegt en vermeldt Beoordeelt de geraadpleegde bronnen systematisch volgens en vermelde bronnen op de geldende norm (MLA). kwaliteit. 3. Is zich bewust van de sociaal-maatschappeljke Toont een kritische en context die relevant is voor maatschappelijk bewuste een onderzoeks- of beroepshouding. ontwerpvraag.


Afstudeerfase De student toont de competenties in complexe ontwerpvraagstukken als zelfstandig beginnend professional en neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Zet een onderbouwd, toegepast onderzoek op, voert dit uit en neemt verantwoordelijkheid voor alle facetten. Analyseert, interpreteert en beoordeelt de verzamelde gegevens.

Competentie reeds verworven

10


4. Identificeert ontwikkelingen Analyseert ontwikkelingen in in het interactieve media het interactieve media werkveld. werkveld. Identificeert een doelgroep en 5. Identificeert een doelgroep. legt de relatie met de ontwerppraktijk. Toont een beginnend inlevingsvermogen in0een 6. NVT doelgroep en opdrachtgever.

Competentie reeds verworven

Competentie reeds verworven Leeft zich in een doelgroep en opdrachtgever in.

Competentie 3: Maken De interactieve media ontwerper maakt op basis van een concept een (deels) werkende interactieve media toepassing. Maken start wanneer een ontwerp concreet genoeg is om te worden uitgewerkt tot een ervaringsrijk eindproduct of prototype. De interactieve media ontwerper kiest passende technieken om een ontwerp tot leven te brengen. Hij of zij produceert inhoud (tekst, beeld en geluid) of vindt geschikte professionals voor de uitvoering. De interactieve media ontwerper geeft leiding aan het productieproces, verantwoordt de keuzes en bewaakt de kwaliteit. Propedeusefase

Verdiepingsfase

Afstudeerfase

De student toont de De student toont de competenties in De student toont de competenties in eenvoudige complexe ontwerpvraagstukken als competenties in complexe contexten en opdrachten onder zelfstandig beginnend professional en ontwerpvraagstukken onder begeleiding van een docent of neemt verantwoordelijkheid voor zijn begeleiding van een docent. coach. handelen. 1. Heeft basisvaardigheid in Kan audiovisuele media tools om audiovisuele media content (laten) produceren en Competentie reeds verworven content te produceren. beoordelen op kwaliteit. 2. Schrijft en redigeert teksten Formuleert de kaders voor voor een specifieke doelgroep Competentie reeds verworven tekstuele content. en doeleinde. Kiest op basis van een concept Kiest op basis van een concept een 3. Kiest op basis van een een geschikte technische geschikte technische oplossing die concept een geschikte oplossing die aansluit bij een aansluit bij een specifieke doelgroep technische oplossing. specifieke doelgroep. en bedrijfsprocessen. 4. Maakt een dynamische toepassing en richt deze in Competentie reeds verworven Competentie reeds verworven met behulp van een CMS. 5. Maakt een applicatie of interactieve animatie die Competentie reeds verworven Competentie reeds verworven voldoet aan webstandaarden. 6. Maakt en test onder Gebruikt en test prototypes begeleiding een prototype en effectief in het ontwerpproces Competentie reeds verworven rapporteert over de en rapporteert over de uitkomsten. uitkomsten. Vindt en verwerkt zelf–standig bronnen om kleine complicaties Verwerkt bronnen over innovatieve 7. NVT op te lossen tijdens het technieken in eigen werk. maakproces. 8. Levert een product Werkt systematisch en Competentie reeds verworven zorgvuldig op en archiveert het navolgbaar. HvA Communication Media Design © 2014, Hogeschool van Amsterdam 20 januari 2014 – Versie 1.0

11


ordelijk.

Competentie 4: adviseren De interactieve media ontwerper verkent met een opdrachtgever de vraag en geeft advies over een oplossingsrichting. Adviseren gaat over objectiviteit en professioneel inlevingsvermogen. De student ontwikkelt een assertieve en kritische houding en leert om een opdracht vanuit verschillende invalshoeken en op (inter)nationaal niveau te benaderen. Adviseren combineert aandacht voor de ander met een geloof in eigen visie. Propedeusefase De student toont de competenties in eenvoudige contexten en opdrachten onder begeleiding van een docent of coach. 1. Spreekt, schrijft en presenteert in correct en helder Nederlands. 2. Past verschillende gesprekstechnieken toe.

3. Brengt de context van bedrijfstak in kaart. 4. Houdt rekening met de vragen, cultuur en belangen van de gebruiker en presenteert dit in een eenvoudig advies aan de opdrachtgever. 5. Reflecteert op eigen werkwijze en die van medestudenten en verwerkt feedback. 6. Geeft advies om een bestaand interactief mediaproduct te optimaliseren.

Verdiepingsfase De student toont de competenties in ontwerpvraagstukken onder begeleiding van een docent.

Afstudeerfase De student toont de competenties in complexe ontwerpvraagstukken als zelfstandig beginnend professional en neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen.

Argumenteert en overtuigt in Competentie reeds verworven correct en helder Nederlands. Past verschillende Past verschillende gesprekstechnieken toe in een gesprekstechnieken toe in een uitdagende en assertieve klantgerichte communicatie communicatie met de met de opdrachtgever. opdrachtgever. Analyseert en betrekt de Analyseert en betrekt de context context van de bedrijfstak en van de bedrijfstak, –voering en – –voering in het advies. cultuur in het advies. Geeft op beginnend strategisch niveau advies en presenteert overtuigend.

Concretiseert en presenteert een advies in een strategieplan, innovatieplan en een technologieroadmap.

Reflecteert op het eigen advies en dat van medestudenten en verwerkt feedback.

Reflecteert op het eigen advies en het doorlopen proces.

Competentie reeds verworven Competentie reeds verworven

Competentie 5: projectmanagen De interactieve media ontwerper organiseert een interactief media project en stuurt de uitvoering aan. Projectmanagement is zowel nodig bij zelfstandige als bij multidisciplinaire teamprojecten. De interactieve media ontwerper toont initiatief en is in staat effectief samen te werken en


12


eventueel leiding te geven. Hij of zij kan een projectorganisatie opzetten, plannen, sturen en monitoren en neemt verantwoordelijkheid voor het resultaat. Propedeusefase

Verdiepingsfase

Afstudeerfase

De student toont de competenties in eenvoudige contexten en opdrachten onder begeleiding van een docent of coach.

De student toont de competenties De student toont de competenties in complexe ontwerpvraagstukken in complexe ontwerpvraagstukken als zelfstandig beginnend onder begeleiding van een professional en neemt docent. verantwoordelijkheid voor zijn handelen.

1. Denkt binnen een duidelijke structuur mee over het realiseren van de doelen en organisatie van een project.

Draagt bij aan het formuleren van Bepaalt de doelen en de doelen en projectorganisatie kwaliteitseisen van een project, op en gebruikt hierbij basis van gedegen vakinhoudelijke vakinhoudelijke kennis. kennis en de randvoorwaarden.

Kan werken in/met een heterogene 2. Stemt eigen gedrag af op Heeft inzicht in eigen kwaliteiten groep, onderkent de verschillende teamgenoten met het oog op en die van teamleden en zet deze kwaliteiten van de teamleden en effectieve samenwerking. flexibel in. stemt de taakverdeling daarop af. 3. Presenteert en Neemt het initiatief in de Stuurt de communicatie en communiceert communicatie en presen–tatie presentatie van project– voorstellen projectvoorstellen of – van projectvoorstellen en – en –resultaten aan opdrachtgevers, resultaten in correct en resultaten aan opdrachtgevers, doelgroepen en collega’s. helder Nederlands. doelgroepen en collega’s. Reflecteert en anticipeert op de 4. Reflecteert op eigen rol in Reflecteert en anticipeert op de kwaliteit van het projectresultaat, het project en die van kwaliteit van proces en product en het eigen aandeel en dat van medestudenten en verwerkt stelt op basis hiervan voortdurend medestudenten en verwerkt feedback. het eigen handelen bij. feedback. Stuurt de realisatie van een 5. Maakt en bewaakt een Maakt en bewaakt een gefaseerde gefaseerd project, monitort en planning voor een eenvoudig planning en rapporteert (tussen)– rapporteert de project– voortgang project. resultaten. en stuurt bij waar nodig.


13



14

Handleiding. Assessments

Recommend Documents