Handen wassen richtlijnen: De handen worden gewassen bij/na de volgende situaties:
bij zichtbare verontreiniging van de handen voor het eten of helpen met eten voor wondverzorging voor het aanbrengen van zalf of crème. (ook als je gebruik maakt van spatels, handschoenen of vingercondooms) na hoesten, niezen en snuiten na toiletgebruik na het verschonen van een kind na het afvegen van de billen van een kind na contact met lichaamsvochten zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed na contact met vuile was of afval
Hoe was je je handen:
Handen worden met water en vloeibare zeep gewassen De zeep wordt over de gehele handen verdeeld Handen worden na het wassen goed schoongespoeld Handen worden met een schone handdoek (of papier) gedroogd
Aandachtspunten handen wassen bij kinderen; Alle kinderen wordt het handen wassen aangeleerd, dit is onderdeel van het welkom programma; aandachtspunten hierbij: leren hoe je handen schoonmaakt, toezien op gebruik handzeep en gebruik handdoek
Gebruik geen washandjes voor de kinderen of vervang hem direct na gebruik bij een kind Monden worden schoongemaakt met wegwerpdoekjes Na elke ronde waarbij handen gewassen zijn van kinderen worden handdoeken vervangen
EXTRA AANDACHT EN ZORGVULDIGHEID ALS JE JE ZELF NIET HELEMAAL FIT VOELT!
Zeist, juni 2013
Toilet hygiene; stappenplan; Als het kind nog niet zelfstandig naar het toilet kan, gaat een volwassene mee. Toiletten en wasbakken zijn op kindhoogte omdat de kinderen daar goed en aangenaam op kunnen zitten en ze op deze manier sneller zelfstandig naar het toilet leren gaan.
Leer de kinderen plaats te nemen zonder de handen op de pot te zetten Na toiletbezoek handen wassen bij een wastafel op kindhoogte. Deze moet in de toiletruimte aanwezig zijn of in de directe nabijheid. Gebruik vloeibare zeep en bij voorkeur papieren handdoeken. Katoenen handdoeken vervangen na elk dagdeel. Het gebruik van potjes wordt afgeraden. Als er toch potjes worden gebruikt dan het potje na ieder gebruik leeggooien in het toilet, omspoelen met warm water en vervolgens schoonmaken met een sopje en een borstel. Daarna drogen met bij voorkeur een papieren handdoekje. Gebruik van chloor is niet nodig. Potjes na gebruik buiten bereik van kinderen opbergen. Potjes regelmatig vervangen. Toiletten, wasbakken, kranen en deuren worden dagelijks schoongemaakt via het schoonmaakschema. Op de toiletten hangt een stappenplan ‘handenwassen’. Op de toiletten en in de verschoonruimtes hoort geen speelgoed.
Zeist, juni 2013
Protocol Verschonen Uitgangspunten Verschonen moet strikt gescheiden zijn van voedselbereiding. Verschonen moet gebeuren op een verschoontafel. In de commode (of in de directe nabijheid) moet een wasgelegenheid zijn. Deze moet voorzien zijn van warm (begrensd tot maximaal 37ºC) en koud water. Warm water is nodig om eventuele ontlasting goed van de billen te kunnen wassen. Verschonen gebeurt op een verkleedkussen dat intact is. Was na het verschonen altijd de handen met vloeibare zeep en droog bij voorkeur af met papieren handdoeken. Als er gebruik wordt gemaakt van katoenen handdoeken moeten deze minimaal elk dagdeel worden verschoond. Luiers na gebruik direct in een luieremmer gooien. De afvalemmer na ieder dagdeel legen en wekelijks schoonmaken. Kinderen worden verschoond als ze een poepluier hebben. Plasluiers alleen als het nodig is De verschoning Zorg ervoor dat de aankleedtafel op de juiste hoogte staat. Wordt de hoogte aangepast, let dan altijd op of er geen kind in de buurt is dat klem zou kunnen komen te zitten. Een kind dat zelf via de trap de commode op en af kan klimmen, doet dit zelf, maar onder begeleiding. De uitschuifbare commode trappen worden na ieder gebruik weer ingeschoven. Zorg ervoor dat alle benodigde spullen bij een verschoning binnen handbereik liggen. Leg het kind op het verkleedkussen. Laat het kind nooit alleen tijdens het verschonen: een ongeluk is in een paar seconden gebeurd. Als de luier erg vies is, verwijder dan met de luier zo veel mogelijk ontlasting van de billen. Maak de billetjes en het hele gebied daaromheen goed schoon met billendoekjes en indien nodig met een washandje, warm water en babyzeep. Dep het kind goed droog. Als het kind last heeft van luieruitslag of rode billen, smeer de huid dan in met crème uit een tube. Doe de peuter nu een schone luier om. Vouw een vieze luier direct dicht en gooi hem weg. Indien de luier erg vies is, eerst in een luierzakje doen voordat de luier de luieremmer ingegooid wordt. Altijd afsluiten met handenwassen. Schoonmaken verkleedkussen Het verkleedkussen wordt na iedere verschoning gereinigd met een kant-en-klaar allesreinigerdoekje. Dit doekje wordt na gebruik direct weggegooid. Na iedere verschoonronde wordt de gehele aankleedtafel gereinigd met een kant-en-klaar allesreinigerdoekje. Dit doekje wordt na gebruik direct weggegooid. Desinfecteren van het verkleedkussen In principe is het niet nodig het verkleedkussen te desinfecteren. Huishoudelijk schoonmaken is voldoende. Ook bij diarree is het niet nodig te desinfecteren, wel moet er dan extra opgelet worden dat er goed schoongemaakt wordt. Alleen bij vervuiling met bloed of bloederige diarree moet het verkleedkussen gedesinfecteerd worden. Dit gebeurt dan met alcohol 70%, nadat het huishoudelijk is schoongemaakt.
Zeist, juni 2013
Richtlijn hoesthygiene : De pedagogisch medewerkers: • Hoesten met een afgewend gezicht. • Hoesten met de hand voor de mond, waarbij een papieren zakdoek wordt gebruikt. • De papieren zakdoek maar één keer gebruiken en weggooien in de afvalemmer. • Na het hoesten de handen wassen met ruim water en zeep of inwrijven met handalcohol. Bovenstaande geldt ook voor niezen.
Richting de kinderen: Kinderen worden er op gewezen dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond moeten houden Aan kinderen wordt geleerd tijdens hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen Kinderen worden er op gewezen dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond moeten houden Pedagogisch medewerkers zien er op toe dat kinderen met snottebellen hun neus snuiten Voor ieder kind wordt per keer een schone papieren zakdoek gebruikt
Zeist, juni 2013
Hygieneprotocol: Zieke kinderen en wondjes: Zieke kinderen horen niet op zaal. Wordt een kind ziek dan worden ouders gebeld om het kind op te halen. Ouders worden tijdens de intake op de hoogte gebracht van deze regel.
Wondjes worden afgedekt met een waterafstotende pleister. Pus- en wondvocht deppen met wattenstaafje of tissue. Zieke kinderen krijgen een eigen handdoek of gebruiken papieren handdoekjes Zieke kinderen krijgen eigen speelgoed. Zieke kinderen krijgen eigen beker en bestek
Er wordt voorkomen dat een kind met een koortslip anderen zoent Bij kinderen die aan wondjes en/of blaasjes krabben, wordt extra aandacht aan handhygiëne besteed
Speelgoed waarmee een ziek kind heeft gespeeld, wordt gereinigd voordat andere kinderen het gebruiken
Zeist, juni 2013
Schoonmaakafspraken; schoonmaken gebeurd altijd als de kinderen niet aanwezig zijn, tenzij iets acuut om actie vraagt Na elk dagdeel worden alle handdoeken, vaatdoeken en overig textiel vervangen. Na elk dagdeel contactpunt kraan schoonmaken Na elk dagdeel worden eventueel gebruikte bekers of bestek afgewassen afvalbakken worden dagelijks geleegd luieremmers worden na elk dagdeel geleegd vaatdoeken na elk gebruik vervangen of uitspoelen met heet water zichtbaar verontreinigd speelgoed of speelgoed dat in de mond gestopt is wordt direct schoongemaakt. verkleedkleding en knuffels worden maandelijks gewassen op 60 graden of op 40 graden wanneer het in de droger gaat. Wanneer zieke kinderen met knuffels of verkleedkleding gespeeld hebben dan wordt het direct gewassen schoolborden worden met een natte doek afgenomen droogbloemen en knutselwerkjes worden aan het eind van ieder thema verwijderd, mogen maximaal een maand blijven hangen veel gebruikt meubilair wordt dagelijks afgenomen wekelijks wordt al het meubilair afgenomen volgens een schoonmaakrooster dat op de groep hangt. er mogen geen spuitbussen worden gebruikt bij het schoonmaken schoonmaakmiddelen die sterk geuren en verf mag niet gebruikt worden in aanwezigheid van kinderen schoonmaakmiddelen moeten altijd buiten bereik van kinderen zijn vuile ruimtes en afval op de groep ook in andere ruimtes waar de kinderen komen wordt direct schoongemaakt en verwijdert stofzuigen alleen buiten kindertijd, mocht het toch nodig zijn, dan altijd met ramen open stofdoeken worden niet gebruikt berging moet opgeruimd zijn. Opnemen in schoonmaakrooster wekelijks en dagelijks controleren op losliggend materiaal. Dit direct opruimen. Hal en entree moeten opgeruimd en vrij begaanbaar zijn. Natte plekken direct opruimen. bij schoonmaak worden meubels en veiligheidsstrips aan deuren ook gecontroleerd op gebreken
Zeist, juni 2013
Werkafspraken GGD peuterspeelzalen Rondom Speelgoed speelgoed hoort niet in de toiletruimte. Kinderen mogen dit hier niet mee naar toe nemen. speelgoed wordt zo veel mogelijk in afgesloten kasten opgeborgen en anders op een stofvrije plaats bij de aanschaf van speelgoed wordt er rekening mee gehouden dat het goed te reinigen is binnen en buiten speelgoed wordt gescheiden gehouden kapot of defect speelgoed wordt direct weggegooid of gerepareerd. speelgoed wordt gecontroleerd op splinters en andere defecten bij signaleren van onvolkomenheden worden direct maatregelen genomen. speelgoed moet voldoen aan veiligheidseisen rondom leeftijd kinderen en geschikt zijn voor de leeftijdsgroep kleine materialen worden alleen onder toezicht aan de tafel gebruikt. speelgoed met koordjes is niet toegestaan poppenhuizen staan op een lage tafel of op de grond lijm moet op waterbasis zijn kinderen mogen niet in de berging komen, deze is afgesloten. Dit geldt ook voor de buitenberging kinderen spelen niet zonder toezicht op de gang. loop en speelruimtes worden goed afgebakend binnen fietsen wordt alleen toegestaan als andere materialen aan de kant gezet zijn en er voldoende ruimte voor aanwezig is. speelgoed wordt na gebruik opgeruimd en mag niet in de looproutes blijven liggen. kinderen mogen niet rennen in de groepsruimte en in de gang; alleen bij beweegactiviteiten wanneer de inrichting van de ruimte hiervoor geschikt is. Etenswaren etensresten worden na gebruikt weggegooid of goed afgesloten bewaard. eten en verschonen wordt gescheiden van elkaar gedaan. Het klaarmaken van voedsel wordt niet gedaan op een plaats waar ook kinderen verschoond worden. er wordt altijd met schoon materiaal in een schone omgeving gewerkt wanneer voedsel wordt bereid. restjes worden niet hergebruikt geen thee drinken als kinderen op schoot zitten hete dranken worden buiten bereik van kinderen geplaatst en ver weg gezet messen worden opgeborgen in kasten hoger dan 1.35 of achter een kindveilige sluiting messen worden gebruikt buiten het bereik van kinderen Frisse lucht er moet altijd geventileerd worden. Als er geen ventilatiesysteem is, dan moet er een raam geopend zijn. Bij een raam wordt gebruik gemaakt van een raambeveiliger of het raam wordt op de kier/kiepstand gezet. bij bewegingactiviteiten wordt extra geventileerd bij warm weer wordt extra geventileerd lekkages altijd direct doorgeven aan het beheer om muffe lucht te voorkomen Planten en bloemen er mogen geen vaste planten op de groep zijn tijdelijke planten/bloemen (bij een thema)worden na afloop van het thema direct verwijderd Overig er mogen geen huisdieren op de peuterspeelzaal binnen komen roken is verboden Berg aanstekers/lucifers na gebruik direct op in een afgesloten kast of ruimte
tassen van medewerkers worden in de kantoorruimte opgeborgen, deze wordt afgesloten er mag geen vloerbedekking of banken met stoffen bekleding worden aangeschaft
Zeist, juni 2013
er worden alleen elektrische kaarsen gebruikt scherpe kantoorartikelen (zoals scharen) worden buiten bereik van kinderen opgeborgen medicijnen en giftige stoffen worden bereik van kinderen opgeborgen bij gebruik van een hoge kinderstoel mogen kinderen hier alleen onder begeleiding in en uit klimmen. Trappen zijn geen speelplek. Niet rennen in entree/hal Leidsters leren kinderen het juiste gebruik van afvalbak aan (binnen en buiten) Plastic zakken worden hoog opgeborgen (1.35 m) of achter een kindveilige sluiting Bij vergiftiging 112 bellen
Vrijwilligers MO; specifiek stampertjes, torteltuin en Ieniemienie Binnen de panden waar ook psz de stampertjes, torteltuin en Ieniemienie zijn gevestigd komen ook vrijwilligers van andere bedrijfsonderdelen. Deze zijn niet altijd in het bezit van een VOG. Daarom is een peuter nooit zonder toezicht van een leidster/vrijwilligster/stagiaire in deze ruimte.
Protocol buiten spelen Dagelijks voor het buiten spelen wordt de ruimte gecontroleerd op zwerfvuil, losliggende stenen en kleine voorwerpen losse tegels en andere kapotte materialen of defecten aan het speelmateriaal en speeltoestel worden doorgegeven aan het beheer. Op locaties waar de peuterspeelzaal zich in een schoolgebouw bevindt wordt dit doorgegeven aan het locatiehoofd van de school. controleer het speeltoestel op gladde treden en handvatten bij nat weer, maak deze droog. de zandbak wordt voor het buiten spelen gecontroleerd op poep en ander vuil. Dit wordt direct verwijdert zand blijft in de zandbak de zandbak wordt afgeschermd wanneer hij niet in gebruik is. kinderen mogen niet eten en drinken in de zandbak leidsters geven het direct door aan het beheer/locatiehoofd wanneer er planten zijn met stekels, gif of die allergische reacties kunnen veroorzaken. Deze moeten verwijderd worden. tijdens het buiten spelen zien de leidsters er op toe dat druk en rustig spel van elkaar gescheiden is. leidsters leren kinderen aan wat de regels zijn. Dit wordt zowel groepsgewijs als individueel herhaald, zodra kinderen zich niet aan de regels houden Kinderen mogen niet zonder toezicht in de buitenberging komen het is duidelijk voor de kinderen waar ze wel en niet mogen fietsen koordjes aan kleding van kinderen weghalen of zodanig bevestigen dat ze geen gevaar vormen. materiaal/speelgoed dat bij speelhuisjes ligt wordt direct weggehaald na het buiten spelen worden de handen gewassen wanneer er bosschages zijn op de speelplaats worden ouders geattendeerd op het controleren van hun kind op tekenbeten bij overlast door insecten wordt het beheer ingeschakeld om passende maatregelen te nemen. bij buiten eten/drinken rietjes gebruiken en monden direct schoonmaken bij glad weer of bladeren in de herfst zorgen dat er geveegd wordt op plaatsen waar het glad is. het hek wordt gecontroleerd, zodat kinderen er niet uit kunnen Op het schoolplein wordt niet gefietst, fietsen worden geplaatst in de fietsenrekken Er wordt niet gespeeld op/om de fietsenrekken Op locaties waar het schoolplein gedeeld wordt met kleutergroepen worden afspraken gemaakt over de buitenspeeltijden en wordt er zo veel mogelijk rekening mee gehouden dat peuters en kleuters niet gelijktijdig buiten spelen. Kinderen mogen het speelterrein niet verlaten
Zeist, juni 2013
Leidsters houden toezicht op de kinderen tijdens het buitenspelen
Klimboom specifiek: het buitenterrein wordt afgebakend met lint, zodat kinderen weten, waar ze wel en niet mogen spelen kinderen mogen niet over het hek/lint klimmen of er onderdoor kruipen
Hitte
bij warm weer (25 graden)maximaal een half uur buiten spelen zorg voor schaduwplekken zorg dat kinderen niet te intensief bewegen zet zo mogelijk een hoedje op en laat ze een shirt aanhouden bij langer dan 30 minuten buiten spelen of een bleke huid moeten kinderen ingesmeerd worden tegen de zon met minimaal factor 20. zorg voor extra drinken bij warm weer tussen 12.00 en 15.00uur alleen in de schaduw buiten spelen
Koud weer zorg dat kinderen warm gekleed zijn niet langer dan 30 minuten buiten spelen Uitstapjes bij uitstapjes buiten de peuterspeelzaal wordt minimaal een ratio van 1 op 4 kinderen aangehouden er wordt gebruikt gemaakt van stoeltjes en zitjes bij vervoer met auto of fiets. kinderen worden regel rondom oversteken aangeleerd kinderboerderij wanneer deze bezocht wordt zijn ouders hier vooraf van op de hoogte gesteld. leidsters dragen er zorg voor dat handen van kinderen na contact met dieren gewassen worden.
Zeist, juni 2013
Protocol vermissing van een kind MeanderOmnium acht een kind vermist als: o o
het kind tijdens de peuterspeelzaal tijden buiten de veilige grenzen onvindbaar is. het kind zonder toestemming meegenomen is door onbevoegde personen
Preventief beleid o o o o o
Ouders geven aan wie het kind komt ophalen als zij zelf verhinderd zijn Het kind wordt niet meegegeven aan personen waarvan niet met 100% zeker is dat dit goed is. In twijfelgevallen wordt er contact opgenomen met de ouder(s) voor toestemming Kinderen van blijven altijd onder het oog van een volwassene Deurkrukken zijn zo aangebracht, dat kleine kinderen de deuren niet kunnen openen, of deuren zijn gesloten
Vermissing tijdens de peuterspeelzaal tijden Wanneer ontdekt wordt dat er een kind mist, zal volgens onderstaande regels gehandeld worden: De leidster gaat eerst op zoek in de directe omgeving van de peuterspeelzaal en in het gebouw. Denk hierbij o.a. aan de gangen en toiletten. (1 minuut) Er wordt aan direct betrokkenen gevraagd of zij het kind gezien hebben. (1 minuut) o melding aan alle aanwezigen binnen de locatie welk kind wordt vermist o helder nadenken en overleggen: -
-
waar is het kind voor het laatst gezien wat was het aan het doen en met wie wanneer kon het kind ongezien wegkomen waar zou het redelijkerwijs naar toe zijn gegaan (vriendjes, familie, huis, speeltuin of werktuig in de buurt, poes of vuilniswagen oid achterna) eerst op locatie alle ruimtes doorzoeken en naam roepen
buiten het gebouw een zoekronde regelen - rekening houden met verstopplekken en in slaap vallen - afspreken wie op locatie bij de andere kinderen blijft - Inschakelen van meerdere volwassenen en afspreken wie waar gaat zoeken Leidinggevende bellen; deze neemt contact op met ouders en schakelt politie in - Noteren van mobiele telefoonnummers voor melding vondst kind - Systematisch zoeken, eerst gevaarlijke plekken en van dichtbij, naar verder weg - Foto meenemen en rondvragen wie het kind heeft gezien Er zorg voor dragen dat wanneer het kind weer terecht is dat iedereen die betrokken was bij zoekactie op de hoogte wordt gesteld.
Zeist, juni 2013
Protocol beheer; Wanneer een leidster kapotte of onveilige materialen signaleert heeft zij de verantwoordelijkheid om dit door te geven aan het beheer. Bij peuterspeelzalen die gevestigd zijn binnen een school geldt dat zij melden doen bij het locatiehoofd van de school. Het gaat hierbij om zowel de kapotte of onveilige materialen binnen als op het buitenterrein. Leidsters noteren wanneer en welke melding zij hebben gedaan en schatten in wat de urgentie moet zijn van de actie die nodig is. Zij noteren ook wanneer de reparatie uitgevoerd is. Wanneer er niet tijdig actie wordt ondernomen door het beheer of door het locatiehoofd, dan is de leidster er verantwoordelijk voor dat zij hiervan melding maakt bij de teamcoördinator. Deze neemt dan contact op met beheerder/locatiehoofd en/of diens leidinggevende. Reparaties worden buiten de speelzaaltijden uitgevoerd. Is een reparatie toch noodzakelijk tijdens speelzaal tijden dan wordt in overleg gekeken of de peuters tijdelijk in een andere ruimte kunnen verblijven. Leidsters controleren; -
Zeist, juni 2013
de deurbeschermers en melden aan beheer als er gerepareerd moet worden maandelijks of de beschermplaatjes van de stopcontacten nog aanwezig zijn (indien van toepassing) de buitenruimte op losliggende tegels en defecten aan hekwerk en speeltoestellen