GOEDE VRIJDAG
‘Handen die alles hebben gegeven’ Ds. Henk van Vreeswijk, voorganger Greet Holwerda, Jan Vrieswijk en Atty Westerink, lectoren Korstiaan van Wijngaarden, orgel Cantorij o.l.v. Gyöngyi Kovács
Ter overweging In deze laatste voorbereidingsweek op het Paasfeest volgen we Jezus op weg naar zijn kruis. Vandaag maken we zijn arrestatie mee, de voorgeleiding aan hogepriester Kajafas en het vonnis dat hij velt. Dan de gang naar Pilatus die het vonnis moet bekrachtigen met een executiebevel. We staan bij zijn kruis en maken zijn sterven mee. ‘Handen die alles hebben gegeven’, hebben omarmd en gezegend, zijn machteloos geboeid. Een dienaar van de hogepriester geeft hem een klap in zijn gezicht. Handen van Romeinse soldaten vlechten een kroon van dorens en zetten hem die op, trekken hem een purperen mantel aan (de mantel die de keizer draagt) en slaan hem in zijn gezicht. ‘Handen die alles hebben gegeven’ worden aan een dwarsbalk gespijkerd. Een soldaat reikt hem op een tak een spons aan, gedrenkt in water met azijn, om zijn dorst te lessen. Een collega steekt een lans in zijn zij om vast te stellen of Jezus overleden is. ‘Handen die alles hebben gegeven’ en handen van mensen. Twee tegengestelde werelden.
Bij de bloemen Een kruis is er geplaatst achter de stronk met de handen. Een hand is er gebald vanwege de gebalde vuisten, die naar Jezus worden opgestoken. De andere hand staat open, om de overgave van Jezus te symboliseren. Rode anemonen staan bij het kruis. Ze verwijzen naar het lijden van Jezus. Volgens een oude legende bloeiden ze wit onder het kruis, maar kleurden ze rood vanwege het bloed. De ondergrond is een zwart kleed met jute erover. 1
Opdat een ieder zich in alle rust kan voorbereiden, vragen we u vooraf stil te zijn Muziek: openingskoor ‘Kommt ihr Töchter’ uit de Mattheüs Passion van J.S. Bach Klokgelui en verstilling waarna iedereen gaat staan Psalm 22: 1 en 2 – ‘Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij’
2 Nochtans, op U, o God die heilig zijt en troont op lofgezangen, U gewijd door Israël dat Gij hebt uitgeleid, steunt ons vertrouwen, immers, de vad’ren bleven op U bouwen, dat Gij hen nam in heilige bescherming: Gij hebt, als zij U riepen om ontferming, hen niet beschaamd. 2
Bemoediging en groet Iedereen gaat zitten Cantorij: ‘O grosse Lieb’ – J.S. Bach Gebed voor de Goede Vrijdag Psalmgebed bij Psalm 130: lied 130a: 1 – ‘Uit angst en nood stijgt mijn gebed’
5 Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. 6 Ik verlang naar de Heer, meer dan een nachtwaker verlangt naar de ochtend, naar het licht van de nieuwe dag.
3
Lied 130a: 3
Lezing volgens Johannes 18 en 19 uit de Bijbel in Gewone Taal Johannes 18: 1-11 (lector) Lied 587: 1 en 2 – ‘Licht voor de wereld’ 1 Licht voor de wereld, geeft U zich gevangen in deze nacht van duistere belangen? Ik zoek U, Heer, en vraag U: maak mijn oren heel om te horen. 2 Eén mens moet sterven om een volk te redden. Door uw gehoorzaam lijden kan ik verder, warm ik mij aan uw liefde die niet loochent. Open mijn ogen.
4
Johannes 18: 12-24 (lector) Cantorij: ‘Befiehl du deine wege’ Johannes 18: 25-32 (lector) Lied 587: 3 3 Hemelse koning, door God uitgekozen, waarom staat U terecht als rechteloze? U hebt geen schuld, de waarheid is geschonden. U draagt mijn zonden. Johannes 18: 33-40 (lector) Cantorij: ‘Dem Herren must du trauen’ Johannes 19: 1-16 (lector) Lied 587: 4 4 Hier is God zelf, ontdaan van alle glorie, de mens die uit de hemel is geboren. Ik ben de gesel die Hem openhaalde, ik laat Hem vallen. Johannes 19: 17-24 (lector) Cantorij: ‘Weg hast du allerwegen’ Johannes 19: 25-30 (voorganger) Nu wordt het licht van de Paaskaars door de diaken gedoofd Cantorij: ‘O Traurigkeit, o Herzeleid’ Johannes 19: 31-37 (voorganger)
5
Lied 852: 1C, 2A, 3A en 4A – ‘U komt mij, lieve God’ 1 U komt mij, lieve God, zo nederig nabij, in dagen van gemis en moeite vindt U mij.
3 een man van smarten die ter aarde valt en schreit, een lotgenoot, een vriend, – o Heer die bij mij zijt, 4 ik bid U, laat het licht dat doorbrak in uw smart, de zon die Pasen heet, ook dagen in mijn hart. Korte overweging Moment van stilte
6
Lied 590 – ‘Nu valt de nacht’
2 De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven. 3 Hoe slaapt Gij nu, die men zo ruw aan ’t kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, rots des heils, gevangen. 4 ’t Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven. 5 Hoe wonderlijk, uitzonderlijk een sabbat is gekomen: eens voor al heeft Hij het juk van ons afgenomen. Dankgebed en voorbeden, besloten met het ‘Onze Vader’ 7
Lied 584: 1C, 2A, 3A, 4C, 5A, 6A, 7C en 8A – ‘Is zijn ure nu gekomen’ 1 Is zijn ure nu gekomen, blijven onvoltooide dromen dan vervagen tot de nacht?
8
3 Zie, de Jodenkoning! Woorden waar ik Gabriël in hoorde. Is dit vader Davids troon?
4 Aan de schandpaal hoog geheven kroont Hij met zijn dood het leven. Is Hij zo Gods lieve zoon?
5 Die ik laafde aan mijn borsten, vindt Hij antwoord op zijn dorsten nu mijn kruik gebroken is?
6 Vreugdewijn in Kana schonk Hij. Spot en gal zo bitter drinkt Hij, maar mijn dorst kent lafenis.
7 De woestijn zal rozen geven en zijn bloed vult ons met leven, wordt als bruiloftswijn van kracht.
8 Hij gaat heen, maar Hij blijft bij mij. Met zijn laatste adem geeft Hij stem aan psalmen in de nacht.
Zending en zegen A: Amen Wanneer de gemeente de kerkzaal verlaat, klinkt er muziek: slotkoor uit de Mattheüs Passion: ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder’ Deurcollecte
Wilt u dit boekje terugleggen in de hal?