Handboek praktijkbegeleider
!
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................................................................................... 2 Inleiding .......................................................................................................... 2 Kerntaken en verantwoordelijkheden van een praktijkbegeleider ............ 3 Voorbereiding op de begeleiding ................................................................. 4 Voorbereidend gesprek met cursist ............................................................. 5 Begeleiden en ondersteunen tijdens de cursus ......................................... 6 Nazorg ........................................................................................................... 13 Bijlage 1: Intake formulier ........................................................................... 14 Bijlage 2: Voortgang formulier.................................................................... 15 Bijlage 3:Voorbeeld van een Competentiereflectie .................................. 16 Bijlage 4:Competentiekaart niveau 2- 3 ..................................................... 18
Inleiding Dit handboek is bedoeld voor de praktijkbegeleiders die de scholingsdag voor praktijkbegeleiders hebben gevolgd en cursisten gaan begeleiden. Deze handleiding geeft praktische tips en aanwijzingen bij het begeleiden van een cursist; • Hoe werkt het praktijkbegeleiden bij de Atletiekunie? • Wat wordt er van mij verwacht.? • Welke ondersteuning is er beschikbaar? • Hoe werkt de Elektronische leeromgeving (ELO) en wat is mijn taak daarin? • Hoe wordt er beoordeeld (beoordelingsprotocollen)? • Wat zijn de doelen van de opdrachten? • Hoe kwalificeer ik mijzelf als praktijkbegeleider in de sport (vergelijkingsmatrix handboek naar opdrachten voor kwalificatie)
De praktijk als vertrekpunt Om de opleiding te kunnen doen heeft de cursist een praktijkplaats nodig. Deze plaats kan bij de eigen atletiekvereniging worden ingevuld. Afspraken hierover dient de cursist (onder begeleiding van de praktjikbegeleider) vooraf te maken met de technische commissie of de trainingscoördinator. De plaats is bij een vaste atletengroep en geldt voor de gehele cursus. Ideaal voor de cursist is dat de praktijkbegeleider hier het voortouw neemt of dat de cursist bij de vereniging van de praktijkbegeleider aan de slag kan. Houdt er rekening mee dat niveau 2 een opleiding is voor trainers die werken onder supervisie. De cursist wordt gecoached en begeleid door een (hoofd)trainer. (trainer niveau 3 of 4). In dit handboek is gebruikt gemaakt van de mannelijke aanspreekvorm. Dit slaat eveneens op vrouwelijke cursisten. De Elektronische Leeromgeving (Atletiek Academie) is afgekort tot ELO. De praktijkbegeleider wordt weergegeven als PB.
Handboek PB 2010-2011
2
Kerntaken en verantwoordelijkheden van een praktijkbegeleider
Kerntaken van de PB in het leerproces van de cursist: • •
Stuurt sporttechnisch kader (cursist) aan; Bevordert de competentieontwikkeling van het sporttechnisch kader (cursist).
Afgeleide taken en verantwoordelijkheden: • • • •
zeker stellen van de benodigde leersituaties; begeleiden en ondersteunen van de cursist bij de voorbereiding, tijdens en na de uitvoering. Door het; analyseren en bespreken van de leersituatie en het geven van een waardering en advies. creëert (samen met de cursist) voor de cursist een ideale leeromgeving
Kijk voor een volledig overzicht van de taken en verantwoordelijkheden in de reader Praktijkbegeleider in de Sport op pagina 9.
3
Voorbereiding op de begeleiding Om de begeleiding goed te kunnen opstarten moet je als PB jezelf hierop voorbereiden. Het leertraject van de cursist moet geheel duidelijk zijn en als praktijkbegeleider moet je weten waar de cursist mee te maken krijgt. Voer daarom de volgende activiteiten uit: •
Handleiding doornemen. Deze handleiding is het instrument om de vertaalslag te maken na het volgen van de scholingsdag naar de opleidingsstructuur van de Atletiekunie.
•
Verken de ELO (Atletiek Academie). Er is een handleiding voor de ELO (Atletiek Academie) beschikbaar (zie bijlage III). Wij adviseren je om voor de startdag een oriëntatietocht te maken in de ELO. Je kan inloggen in de cursus van jouw cursist met de gegevens die je ongeveer 2 weken van tevoren ontvangt per e-mail. Maar al eerder kun je in een demo account rondkijken. Je kunt op de website van opleidingen: www.atletiekunie.n/opleidingen inloggen met gebruikersnaam: “gast” en het wachtwoord: “welkom”.
•
Opdrachten en beoordelingscriteria. Neem voordat je op de startdag van de cursist de opdrachten door waar de cursist mee aan de slag gaat tijdens de cursus. Deze opdrachten sluiten aan bij de beoordelingscriteria die per Proeve van Bekwaamheid (PvB) zijn vastgesteld. De PvB beoordelaar die gekoppeld is aan de cursist toetst de bewijslast van de cursist aan deze beoordelingscriteria. Je vindt deze terug op onze website onder het menu Opleidingen/PvB beschrijving. Per PvB zijn de beoordelingscriteria en de toelichting hierop beschreven.
•
Leerteksten en hulpmiddelen doornemen. De nummering van de leerteksten is hetzelfde als de nummering van de opdrachten. De inhoud van de ELO is onderverdeeld in leerteksten, kennis en informatie die je nodig hebt bij het uitvoeren van de opdracht. Er is ook extra ondersteuning, als informatie die je nog verder kan helpen om het achterliggende doel te begrijpen. Ook zijn er hulpmiddelen zoals formulieren, tabellen, schema’s en extra informatie als verdieping op de leertekst.
•
Bereid zich voor op het houden van een intakegesprek. Voer het gesprek met de cursist(en) die je gaat begeleiden uit en vul het Intakeformulier in volgens bijlage I. Uiteraard ben je vrij om extra vragen te stellen en toe te voegen. Bedenk wat je nog meer wilt weten van de cursist. Vind je dat de vragen die jij zelf hebt standaard in het Intakeformulier moeten komen te staan, neem dan contact op met
[email protected].
•
Verplicht aanwezig zijn bij 1e bijeenkomst. Het is verplicht voor de praktijkbegeleider om aanwezig te zijn op de startbijeenkomst van de cursus. Voor niveau 2 geldt een dagdeel (WS 1), voor niveau 3 geldt de aanwezigheid gedurende workshop 1 (2 dagdelen). Tijdens de startdag worden o.a. de werkafspraken gemaakt met de cursist, de leercoach en de praktijkbegeleider. Op niveau 3 begint de cursist met het opstellen van zijn POP.
Handboek PB 2010-2011
4
Voorbereidend gesprek met cursist Het intakegesprek Een cursist wil de opleiding doen en kiest voor jou als zijn praktijkbegeleider. In een intakegesprek kun je met elkaar kennis maken en tast hierin af of jullie elkaar liggen en kunnen samenwerken. Leg tijdens dit gesprek de eerste werkafspraken vast. Wij raden aan om voor het gesprek het intakeformulier. (bijlage 1) te gebruiken. Toelichting: Is er chemie tussen beiden. Wat is de cursist voor leerstijltype en past dat bij de praktijkbegeleider. Het resultaat van het intakegesprek kan immers zijn dat de cursist liever een andere praktijkbegeleider vraagt of dat de praktijkbegeleider afziet van begeleiding van deze cursist. De cursist moet uiteindelijk bewijzen dat hij competent is en de kerntaken van een trainer (die gelden voor het niveau 2 of 3) kan uitvoeren. De ontwikkeling van de competenties vindt in de praktijk onder jouw begeleiding plaats. Samen moet je hiervoor de juiste leersituatie maken. Voor de leersituatie is van belang dat: De cursist zoveel mogelijk werkt met een vaste groep atleten van de juiste categorie voor de opleiding; • De cursist de mogelijkheid heeft om alle noodzakelijke opdrachten te kunnen uitvoeren; • De cursist door andere verenigingsfunctionarissen ondersteund en gestimuleerd wordt bij de ontwikkeling van de competenties. Dit is vooral de verantwoordelijkheid van de cursist. De praktijkbegeleiders bewaakt dit en ondersteunt de cursist bij het zoeken van een oplossing als dit nodig blijkt. Uiteraard kunnen de cursist en praktijkbegeleider hierbij steun van de leercoach vragen. •
Opmerking: De cursist moet in gelegenheid worden gesteld om alle taken uit te kunnen voeren om de cursus tot een goed einde te brengen. De vereniging moet zich dit realiseren. Hieronder valt bijvoorbeeld: de cursist de noodzakelijke mate van autonomie verlenen en de medewerking stimuleren van de collega-trainers en/of andere verenigingsfunctionarissen. De leerwerkplek is dus een medeverantwoordelijkheid van de vereniging waar de cursist in de praktijk aan de slag gaat. De praktijkbegeleider ondersteunt de cursist bij het realiseren van deze leerwerkplek. Tijdens het intakegesprek worden de afspraken geverifieerd en vastgelegd.
!
Handboek PB 2010-2011
5
Begeleiden en ondersteunen tijdens de cursus Competentieontwikkeling De al opgedane ervaring (en dus de mate van de competentie) bepaalt de intensiteit van de begeleiding van een cursist. Het bepaalt dan ook de hoeveelheid uit te voeren opdrachten van de cursist. In de leerhandleiding die in de ELO staat in het klaslokaal van de cursist. Hier wordt uitgelegd op welke manier de opdrachten worden ingezet voor de competentiegroei van de cursist. De (deel) opdrachten per competentie zijn bedoeld om de taken binnen de competentie te oefenen waardoor de cursist zich kan ontwikkelen. Soms zijn opdrachten verplicht (voorwaardelijk) om een volgende opdracht te kunnen uitvoeren en daarmee jezelf als cursist te ontwikkelen in deze competentie. In dit geval moet de cursist deze opdracht dan ook uitvoeren. De cursist bepaalt samen met de praktijkbegeleider en in overleg met de leercoach welke opdrachten gekozen worden. In de praktijk blijkt dat op niveau 2 deze verantwoordelijkheid meer bij de PB en leercoach ligt. Op niveau 3 neemt de cursist een meer leidende rol hierin en adviseren de PB en leercoach. Op niveau 4 bepaalt de cursist zijn eigen leerroute. Uiteindelijk bepaalt het niveau van de cursist de mate van begeleiding Eisen bewijslast Alle bewijzen moeten authentiek te zijn, dat wil zeggen dat de cursist zelf de activiteiten heeft uitgevoerd. Voordat de cursist een opdracht kan afronden en een bewijs kan toevoegen aan zijn portfolio heb jij als PB een waardebepalende taak in de aan te leveren bewijslast. In dit geval staat er bij de opdracht vermeld dat de PB voor akkoord moet tekenen. Dit akkoord betekent dat de vastgelegde uitwerkingen van de opdrachten een juiste weergave zijn van het leerproces. De PvB beoordeelt of dit ook in overeenstemming is met de door de Atletiekunie opgestelde criteria. Voorbeelden hiervan zijn: supervisie, met de cursist nieuwe leerdoelen vaststellen vanuit het werkplan en opdrachten waarderen. Na deze supervisie moet je als praktijkbegeider in de ELO een notitie toevoegen aan de bewijslast die de cursist heeft geupload. In deze notitie geef je aan wat jij vindt van de uitvoering en uitwerking van de opdracht. Deze notitie in combinatie met het in de ELO aanwezige bestand dragen bij aan het bewijs dat de PvB beoordelaar gebruikt bij de beoordeling. De PvB beoordelaar stelt vast of er voldaan wordt aan de gerelateerde criteria. (Voor een overzicht van de criteria verwijzen wij je naar de relatietabel criteria/opdrachten in de informatiebronnen van de ELO.
6
Richtlijnen bewijslast Moet een cursist met ervaring in het training geven alle opdrachten en alle trainingen in de opdrachten uitvoeren? De competentieontwikkeling (weten -> begrijpen -> toepassen) en het competentieniveau van de cursist staat centraal in de opleiding. De beoordeling van de cursist op een Proeve van Bekwaamheid (PvB), wordt gedaan vanuit de vooraf bekende criteria. De cursist moet dus aan de beoordelingscriteria voldoen. Bijvoorbeeld trainer niveau 3: In de criteria 3.1 staat niet dat er een minimaal aantal geobserveerde trainingen in het portfolio aanwezig moet zijn. Er staat wel “plant, geeft en evalueert trainingen”. Dit moet dus ergens uit blijken. Bewijzen dus. De beoordelaar moet kunnen vaststellen dat er trainingen gepland, gegeven en geëvalueerd zijn. Dit vaststellen kan de beoordelaar als de praktijkbegeleider met behulp van notities in de ELO (in het portfolio van de cursist), de geobserveerde trainingen met de planning en de evaluaties voorziet van feedback, waardering en of advies via de ELO. Een door de cursist (in het portfolio) aangeleverd document als resultaat van een opdracht, wordt hierdoor een bewijs. Dit geldt voor alle door de betreffende cursist aan te leveren bewijzen. Bewijslast verzamelen Aan het eind van het leertraject moet de cursist bewijzen dat hij competent is. Dat doet hij een PvB te laten beoordelen. De criteria staan per competentie in de PvB beschrijving. Een cursist moet voor zijn PvB een portfolio inleveren. In het portfolio verzamelt een cursist bewijzen, waarmee hij kan aantonen dat hij competent is. Dit kan op twee manieren. De meest voor de hand liggende zijn de bewijzen die door de cursist geleverd worden door de opdrachten in de praktijk uit te voeren. De cursist kan ook beschikken over werk of andere activiteiten in het (recente) verleden. Deze Eerder (of Elders) Verworven Competenties (EVC) moet wel met bewijsstukken aantoonbaar zijn. Tijdens het uitvoeren van de opdrachten wordt de cursist ondersteund door leerteksten en workshops. Ook kan hij ondersteuning vragen van een leercoach en van jou als praktijkbegeleider. De cursist werkt altijd vanuit een Plan van Aanpak (niveau 2) of een Werkplan (niveau 3). Opdrachten De opdrachten staan beschreven in de ELO (Atletiek Academie). Het initiatief om de opdrachten uit te voeren ligt in principe bij de cursist. De cursist voert de opdrachten uit met de atletengroep of binnen de vereniging zoals is afgesproken. Deze werkafspraken worden vastgelegd tijdens het voortgangsgesprek (bijlage 2) De cursist bereidt zich voor en neemt de tijd om de uitgevoerde opdrachten te evalueren en na te bespreken met de praktijkbegeleider. De cursist reflecteert kort op zichzelf na de uitvoering. De cursist kan observatieformulieren laten invullen en aftekenen. Vervolgens voegt hij ze toe aan het portfolio (indien dit van toepassing is), past hij het werkplan aan en kiest een nieuwe actie hieruit om aan te werken.
7
Maatgevende ervaringen De begeleiding is sterk afhankelijk van de cursist en het niveau waarop hij de competentie of competenties al beheerst. Dit kan dus sterk per cursist verschillen. Het is van groot belang om bij start met de cursist samen een inschatting te maken van het aanvangsniveau van de cursist: * Wat kan hij direct aanleveren aan bewijzen die voldoen aan de criteria (zie PvB-beschrijvingen). Bijvoorbeeld diploma’s, draaiboeken, jaarplanning, notulen, verslagen, etc. * Wat kan er nog niet worden bewezen? Na vaststellen hiervan spreek je af met welke opdrachten of opdrachtenreeksen deze bewijzen kunnen worden verzameld. (zie ELO, Informatiebronnen, criteria/ opdrachten) * Waar is de cursist nog onvoldoende competent in? Welke taken kunnen nog niet volgens de criteria worden uitgevoerd? Bij het constateren van deze feiten bepaalt de cursist aan de hand van jouw advies welke opdrachten ertoe kunnen leiden voldoende competent te worden en te kunnen voldoen aan de criteria. * Dit samen wordt vertaald in een Plan van Aanpak (PvA) bij niveau 2 opleidingen een Werkplan bij niveau 3 opleidingen.
Richtlijnen voor begeleiding Moet je als praktijkbegeleider blijven afwachten tot de cursist iets doet of laat horen dat hij van plan is iets te gaan doen? Zelfsturing of het nemen van het initiatief zijn eigenschappen die niet bij alle cursisten vanzelfsprekend zijn. De mate waarin deze zelfsturing plaatsvindt, verschilt per cursist. Omdat het wel een belangrijke eigenschap is van een trainer moet de begeleiding er ook op zijn afgestemd. Bij aanvang van de opleiding hoeft het uitblijven van acties niet direct te wijzen op het ontbreken van zelfsturing. Onduidelijkheden, behoefte aan bevestiging, zoeken naar structuur, enzovoort, kunnen oorzaken zijn waardoor actie uitblijft. Als praktijkbegeleider kun je hier een rol in spelen. De cursist ondersteunen voor het maken van werkafspraken is een manier. Het ondersteunt de cursist bij het zetten van de eerste stappen in de juiste richting. Het Intakegesprek (zie bijlage 1) en het voortgangsgesprek (bijlage 2) zijn momenten waarop initiatieven en acties worden afgesproken. Het is de competentie van de praktijkbegeleider om dit proces te sturen en op de juiste manier te reageren op acties en vooral ook het uitblijven van acties die eerder zijn afgesproken. Met de competentiegroei van de cursist, de groei in de cursus en de gewenning aan het leertraject zal ook de zelfsturing toenemen. Je kan dan als begeleider een stap terug doen.
8
De leercoach van de cursist is ook de coach van de praktijkbegeleider Tijdens de cursus treedt de leercoach op als procesbegeleider. Hij volgt in de ELO de ontwikkelingen van de cursist. Tijdens de cursusdagen (workshops) reflecteert hij hierop met de cursist. Het is daarom van belang dat de cursist voortdurend zijn vorderingen via de documenten in de ELO plaatst en jij als PB hier feedback op geeft. Als PB kan je aan de leercoach inhoudelijke vragen stellen over de cursus en opdrachten. Ook heb je de mogelijkheid om met hem/haar te reflecteren over jouw ervaringen als PB. Er kan een apart intervisiegesprek over het functioneren en de ervaringen van de PB worden ingepland met de leercoach. De leercoach van jouw cursist heeft de vrijheid om contact met jou op te nemen over de begeleiding. Je kan bij het bondsbureau aanvragen om een andere leercoach als coach te krijgen. Workshops Je krijgt als PB de mogelijkheid om ook bij de workshops van de cursus van jouw cursist aanwezig te zijn. Dit gaat wel altijd in overleg met de leercoach van de cursist. Sommige accommodaties zijn namelijk niet ingericht om aan meer dan 25 personen een goede cursus te bieden. Het kan dus voorkomen dat de leercoach antwoordt dat je niet aan kunt schuiven. Als dat wel mogelijk is houd dan rekening met het volgende: belangrijk is dat jij tijdens de workshops het leerproces van de groep cursisten niet verstoord. Heb je vragen n.a.v. de workshops, plan dan een gesprek in met de leercoach.
9
Mogelijke praktijksituaties •
Wat te doen als je tijdens het reflectiegesprek erachter komt dat de cursist onvoldoende technische kennis heeft (voorbeeld, verschil tussen intensief en extensief trainen, waarom kies je voor de één of de ander): Moedig je cursist aan om die kennis op te doen via de leerbronnen in de ELO, via internet of bij collega trainers. Afspreken dat hij jou de volgende keer uitlegt wat het verschil is en wat voor consequentie dit heeft voor zijn oefenvorm, doel en dus training. Voor een volledige beschrjiving zie handleiding ELO op onze website: www.atletiekunie.nl/opleidingen
Intensief en extensief vind je hierin terug
•
Wat te doen met cursisten die moeite hebben om efficiënt verslag te leggen: Maak zelf een verslag (schriftelijk, audio of beeld) van een interview wat jij met hem hebt gehouden om bepaalde vaardigheden aan te tonen en aan de criteria te voldoen. Bewaak de gemaakte afspraken met de cursist. Wijkt hij hiervan af ga dan het gesprek met hem hierover aan.
10
•
Het aftekenen van opdrachten en geven van feedback: In de ELO (Atletiek Academie) vind je de leerhandleiding (Niveau 3) voor de cursist. Hierin staat welke bewijslast iedere cursist moet aanleveren. Voor niveau 2 staat in het klaslokaal, onder het kopje “Lees eerst dit!”, alle opdrachten klaar in boekvorm. Maak ook gebruik van de Competentiekaart (bijlage 4, zie pagina 18 en 19). In de ELO vind je ook de lijst met opdrachten waar je als praktijkbegeleider of een “voor gezien/akkoord” moet aftekenen of waar je door middel van het plaatsen van notities (in de ELO) feedback moet geven op de opdracht van de cursist. Let hierbij op dat je inhoudelijke feedback geeft. Notities als: “prima gedaan”, “Jantje voldoet mijn inziens aan de opdracht” is niet voldoende. Geef aan waarom de cursist de opdracht goed heeft ingevuld. De beoordelaar heeft inhoudelijke feedback van de praktijkbegeleider nodig om de verschillende criteria van de PvB met een voldoende af te kunnen vinken.
•
Notities plaatsen: Login in de ELO, selecteer jouw cursist en klik op “Go”. Voor instructie zie handleiding ELO Ga via de tab overzicht naar de betreffende opdracht toe (bijvoorbeeld 1.5). Klik hierbij op het geuploade bestand van de cursist. Nu verschijnt in een nieuw scherm de geuploade bestanden van die opdrachten map (1.5). Onder de bestanden vind je de knop notitie plaatsen, klik hierop en geef je feedback op de gemaakte/geuploade opdracht.
11
Enkele tips: 1. Voor de leercoach en PB: moedig de cursist aan om voordat hij een PvB aanvraagt eerst contact te zoeken met de leercoach en praktijkbegeleider 2. Weet dat je contact kunt opnemen met de leercoach van de cursist. Jullie mogen samen de voortgang van de cursist bespreken. 3. Lever steun en geef advies. Geef geen antwoord op zijn vraag, maar steun hem met het zoeken naar het antwoord. Laat je niet verleiden om het zelf uit te leggen. Gun de cursist om het zelf te ontdekken.
!
12
Nazorg Evaluatieformulier: De praktijkbegeleider ontvangt een e-mail als de cursist de opleiding volledig heeft afgerond. Hierin staat een link naar een evaluatieformulier voor praktijkbegeleiders. In het laatste weekend van juni wordt jaarlijks een evaluatiedag ingepland voor opleiders en praktijkbegeleiders. De praktijkbegeleiders die in het voorgaande seizoen actief waren, ontvangen hiervoor een uitnodiging. Declaratie: De praktijkbegeleider vult het declaratieformulier in dat op onze website staat onder het menu praktijkbegeleiders www.atletiekunie.nl/opleidingen en stuurt dit per mail naar
[email protected] Voor hulp bij invullen van het formulier zie: http://atletiekacademie.rfxweb.nl/Default.aspx?pageId=467 Ontwikkeling: Bijscholingen voor praktijkbegeleiders: er zijn een aantal terugkomdagen voor praktijkbegeleiders die de Atletiekunie in samenwerking met de Academie voor Sportkader organiseert. Wil je hier meer informatie over, kijk dan op onze website onder het menu praktijkbegeleiders. Hier staan naast algemene informatie, het declaratieformulier ook de ingeplande bijscholingen en terugkomdagen voor praktijkbegeleiders vermeld.
Handboek PB 2010-2011
13
Intake formulier Bijlage 1: Intake formulier Algemeen / leerklimaat Naam cursist Vereniging Trainingservaring (eigen vaardigheid) Trainerservaring Doelgroep Heeft cursist een eigen groep bij vereniging waarmee de opleiding kan worden uitgevoerd? Jaarplan aanwezig Draagvlak binnen vereniging? (is het in de vereniging/bestuur bekend dat de cursist een opleiding gaat volgen en wordt dit door de rest van de trainers/vereniging geaccepteerd? Motivatie voor deelname aan opleiding Welke vaste contactmomenten zijn er? Hoe verloopt dit contact? (ontmoeting, telefonisch, sms, per e-mail) Hoeveel tijd kan de praktijkbegeleider maximaal investeren per week? Wanneer is de praktijkbegeleider zeker niet voor begeleiding beschikbaar (per dag/week/periode)? Heeft de cursist zelf al leerpunten? Wat verwacht hij van de PB (afwachtend, pro-actief of actief?)
Ja/nee Ja/nee Ja/nee
Welke andere ervaringen heeft de cursist in het werken met groepen (zowel beroepsmatig of als vrijwilliger) …………………... …………………… ……………………
Handboek PB 2010-2011
14
Voortgang formulier r
Bijlage 2: Voortgang formulier (na opmaken werkplan bij niveau 3 / plan van aanpak niveau 2) Staan de gekozen opdrachten in het werkplan vastgelegd volgens onderstaande structuur?
1 Wat ga ik doen? 2 Wanneer ga ik het doen? 3 Hoe ga ik het doen? 4 Wat doe ik als het niet lukt? 5 Wat is het bewijs wat ik hierdoor zal aanleveren? Zijn de gekozen opdrachten toereikend om de benodigde competenties op te bouwen? Wanneer is het jaarplan klaar? Wanneer worden de praktijkopdrachten/trainingen gegeven? Waar worden de praktijkopdrachten uitgevoerd? Worden deze altijd door de praktijkbegeleider bijgewoond? Indien nee, welke andere begeleiders zijn beschikbaar? Heeft de niet beschikbare tijd van de praktijkbegeleider invloed op de aanvraagdatum PvB’s? Hoe worden voorbereidingen en evaluaties van trainingen en uitwerkingen van opdrachten aangeleverd voor bespreking (papier, e-mail)? Welke contactmomenten zijn er rond de voorbereiding en evaluatie van trainingen? Welke contactmomenten zijn er rond de overige opdrachten? Hoe verloopt het contact tussen de praktijkbegeleiders en opleiders/begeleiders?
Zie voorbeeldwerkplan in de informatiebronnen van opdracht 0.D
Op elke 2e dinsdagavond van de maand tijdens de training van de groep van de praktijkbegeleider Bij de vereniging van de cursist zelf
Bijvoorbeeld vakantie van praktijkbegeleider vlak voor PvB aanvraag 3.1 Per e-mail toegestuurd van tevoren, per mail volgt dan de voorbespreking
15
Bijlage 3:Voorbeeld van een Competentiereflectie
Competentiereflectie Organiseren van activiteiten en stimuleren van sportieve ontwikkeling Naam Naam praktijkbegeleider
Ina Cursist Ben Obectief
Opleiding Datum
N3
Geef kort aan waarom jij vindt dat je competent bent in het organiseren van activiteiten. Verwijs in je motivatie naar de bewijzen die je in je portfolio mee hebt gestuurd. Typ je motivatie steeds in het kader. Ik ben competent in het organiseren van activiteiten, omdat: Ik heb gebruik maak van een draaiboek bij de organisatie. Zie opdracht 3.1 Ik verwijs hierbij naar de onderstaande punten: • ik stelde het doel en de doelgroep van de activiteit vast • ik hield rekening met de activiteitenkalender van de vereniging / regio / bond • ik bepaalde de frequentie van de activiteit • ik bewaakte de toegankelijkheid van de activiteit (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik heb gerapporteerd over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit. Zie opdracht 3.2, 3.4 en 3.5 Ik verwijs hierbij naar de onderstaande punten:. • ik evalueerde de uitvoering van de activiteit • ik ging na of de activiteit aan het gestelde doel voldeed • ik overlegde en rapporteerde met bestuur / activiteitencommissie • ik bekeek de mogelijkheden en onmogelijkheden m.b.t. de activiteit (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt)
Ik heb rekening gehouden met beschikbare middelen en materialen. Zie draaiboek 3.1 en opdr 3.4 Ik verwijs hierbij naar de onderstaande punten: • ik zorgde voor aanschaf van materialen • ik ging op een adequate manier met materialen om (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik heb samengewerkt met anderen. Zie opdr 3.1 3.2 en 3.4 Ik heb overleg gehad met collega atletiektrainers (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik heb er voor gezorgd dat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht. Zie opdr 3.1 en 3.2 Ik verwijs hierbij naar de onderstaande punten: • ik zag erop toe dat de organisatie juist verliep • ik werkte samen met vrijwilligers 1
Handboek PB 2010-2011
16
• ik stuurde vrijwilligers aan (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik droeg verantwoordelijkheid en nam beslissingen. Zie opdr 3.1 3.2 en 3.5 Ik verwijs hierbij naar de onderstaande punten: • ik voerde de activiteit (onder mijn verantwoording) uit • ik regelde accommodatie en materiaal voor de activiteit • ik wierf vrijwilligers voor het uitvoeren van de activiteit) (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik heb de activiteit afgehandeld. Zie opdr 3.5 (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik heb de activiteit afgestemd op de belevingswereld van de atleten. Zie draaiboek pagina 3 (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik ben opgetreden bij onveilige situaties. Zie opdr 3.4 (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Ik bewaakte waarden en stelde normen. Zie draaiboek pagina xx en opdr 3.4 (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Mijn sterke punten in het organiseren van activiteiten zijn: Ik ben heel goed in staat om overzicht te houden over zaken die moeten worden uitgevoerd en kan mensen goed stimuleren hun toebedeelde taken op tijd uit te voeren (motiveer dit antwoord of verwijs naar opdrachtdocument waaruit dit blijkt) Mijn zwakke punten in het organiseren van activiteiten zijn: Ik neem het te snel over als blijkt dat het niet goed gaat. Ik moet mezelf realiseren dat mensen hierin soms begeleiding nodig hebben en dit geven inplaats van de taak afnemen. Dit is een leerpunt wat ik zal aanpakken bij de volgende activiteit (motiveer hoe je deze punten wilt verbeteren) Geraadpleegde bronnen
De vereniging in maatschappelijk perspectief Werken met een draaiboek Activiteitenplan van de vereniging Paraaf / notitie praktijkbegeleider Verzoek om notitie in de Atletiek academie bij dit document in je portfolio.
2
Handboek PB 2010-2011
17
Bijlage 4:Competentiekaart niveau 2- 3 O-1 stadium
Eenvoudig en onder begeleiding Omschrijving: Bij de uitvoering kan de cursist indien nodig terugvallen op aanwijzingen van de begeleider. Begeleider is aanwezig. Opmerkingen en aanbevelingen worden telkens in het portfolio via notities, door de begeleider vermeld bij het verslag of product.
O-2 stadium
Eenvoudig en zelfstandig Omschrijving: Begeleiding volstaat met nabespreken van de uitvoering en de producten en het reflecteren op het handelen. Opmerkingen en aanbevelingen worden telkens in het portfolio via notities, door de begeleider vermeld bij het verslag of product.
O-3 stadium
Complex en onder begeleiding Omschrijving: Onder begeleiding en/of op mondelinge aanwijzing in complexe of nieuwe situaties (beroeps)handelingen (organiseren, geven van trainingen, coachen, aansturen assistenten) op correcte wijze uit te voeren met het gewenste resultaat. Bij dit beheersingsniveau kan de begeleider nog aanwijzingen geven om vanuit het eerder geleerde een oplossing te zoeken voor de nieuwe situatie (bevorderen transfer) of om tot integratie van handelingen te komen. Begeleider is in de directe omgeving aanwezig en/of observeert het handelen. Opmerkingen en aanbevelingen worden telkens in het portfolio via notities, door de begeleider vermeld bij het verslag of product.
O-4 stadium
Complex en zelfstandig Omschrijving: De cursist handelt zelfstandig waar dat voor kwalificatie vereist is. (PVB) Begeleiding volstaat met nabespreken van de uitvoering en de producten en het reflecteren op het handelen. Opmerkingen en aanbevelingen worden telkens in het portfolio via notities, door de begeleider vermeld bij het verslag of product.
In alle opdrachtomschrijvingen van de cursist wordt aangegeven of er een terugkoppeling naar de begeleider moet plaatsvinden. Ook wordt vermeld wanneer de praktijkbegeleider een notitie dient te plaatsen in het portfolio van de cursist bij het betreffende document. De tabel op de volgende pagina geeft aan hoe de opdracht is bedoeld. Per cursist kan de werkwijze hiervan afwijken.
18
Niveau 2 opdracht Voorbereiding en orientatie
O1
1.1_Orienteren 1.2_Grenzen_stellen
Verzorgen van trainingen en begeleiden van atleten 1.3_Wat_is_trainen. 1.4_Oefenvormen. 1.5_Observeren 1.6_Assisteren. 1.7_Geeft_training_aan_atleten. 1.8_Tussentijdse_evaluatie. 1.9_Geeft_training_als_vervang er 1.10_Reflectie.
Begeleiden tijdens wedstrijden 2.1_Inschrijven. 2.2_Begeleiden_tijdens_wedstrij den. 2.3_Afwerken_wedstrijdformalite iten. 2.4_Reflectie.
Assisteren bij activiteiten 3.1_Assisteren_bij_voorbereidin g. 3.2_Assisteren_bij_uitvoering. 3.3_Assisteren_bij_afhandeling. 3.4_Reflectie.
O -2
O -3
x x
x x x x x
x x x x
x x x x
x
x x x x
Niveau 3 opdracht Voorbereiding en oriëntatie 0.A Oriëntatie en analyse van je groep 0.B Normen en waarden 0.C Hoe leer jij? 0.D Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Stimuleren van sportieve ontw Geven van trainingen 1.1.1 Wat is trainen? 1.1.2 Stel doelen op 1.1.3 Maak een Jaar-trainingsplan 1.2.1 Observeer didactisch proces 1.2.2 Start didactisch proces op 1.2.3 Toepassen
O -2
O -3
O -4
x
x
x x x
x x x x x x
1.3 Evalueren 1.4 Training geven 1.5 Evalueer resultaten 1.6 Blessurepreventie 1.7 Reflectie Stimuleren van sportieve ontw
x x
Coachen van wedstrijden 2.1 Wedstrijdkalender
x
2.2 Selecteren
x
2.3 Wedstrijdformaliteiten 2.4 Wedstrijdplan 2.5 Coachen van een wedstrijd 2.6 Evalueren wedstrijddeelname 2.7 Reflectie Stimuleren van sportieve ontw Organiseren van activiteiten
x x
3.1 Plan een activiteit 3.2 Organiseer 3.3 Uitvoeren van de activiteit 3.4 Evalueer 3.5 Raporteer 3.6 Reflectie Stimuleren van sportieve ontw Aansturen van kader 4.1 Inventarisatie sportbeleid 4.2 Inventariseer trainingsmateriaal 4.3 Verdelen van taken 4.4 Stuur kader aan 4.5 Supervisie 4.6 Reflectie
x
x x
x x
x x x x x
x x x
x x x x x
x x x x
19
x x x x