Commissie van de Europese Gemeenschappen
HANDBOE Hoger onderwijs in de Europese Gemeenschap Studiemogelijkheden aan instellingen van tien landen
^
VIERDE UITGAVE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Hoger onderwijs in de Europese Gemeenschap Studentenhandboek Vierde uitgave samengesteld door Dr Arnold Ebel en Dr Brigitte Mohr Deutscher Akademischer Austauschdienst (DAAD) Bonn
Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen
Staatsdrukkerijen uitgeverijbedrijf
A l het m o g e l i j k e w e r d g e d a a n o m d e j u i s t h e i d e r v a n o p het o g e n b l i k van het d r u k k e n t e w a a r b o r g e n ; o n v e r m i j d e l i j k k u n n e n s o m m i g e g e g e v e n s e c h t e r na d e p u b l i k a t i e v e r o u d e r d zijn. De r e d a c t e u r , d e D e u t s c h e r A k a d e m i s c h e r A u s t a u s c h d i e n s t , noch de Commissie k u n n e n enige aansprakelijkheid a a n v a a r d e n v o o r e v e n t u e l e f o u t e n of l e e m t e n in d e t e k s t of v o o r enig g e b r u i k dat van d e z e g e g e v e n s kan w o r d e n gemaakt
D e z e p u b l i k a t i e is t e v e n s ¡n d o v o l g e n d e t a l e n v e r k r i j g b a a r bij het B u r e a u v o o r officiële p u b l i k a t i e s der E u r o p e s e G e m e e n s c h a p p e n en d e h i e r o n d e r s t a a n d e u i t g e v e r i j e n : DA:
Schultz Forlag. M o n t e r g a d e 2 1 . 1116 Kobenhavn K
DE:
V e r l a g B u n d e s a n z e i g e r . B r e i t e Straße. 5 0 0 0 K ö l n 1
GR:
G.C. E l e f t h e r o u d a k i s SA, 4 Nikis S t r e e t . A t h e n s
EN:
K o g a n P a g e . 120 P e n t o n v i l l e R o a d , L o n d o n N 1 9 J N
FR:
L ' É t u d i a n t . 2 7 r u e d u C h e m i n V e r t . 7 5 0 1 1 Paris
IT:
L i c o s a S p a . Via L a m a r m o r a 4 5 . 5 0 1 2 1 . Firenze
c
EGKS-EEG-EGA, B r u s s e l · L u x e m b u r g . 1 9 8 5 . en D e u t s c h e r A k a d e m i s c h e r A u s t a u s c h d i e n s t ( D A A D ) . B o n n Bad G o d e s b o r g . 1985
B i b l i o g r a f i s c h e d a t a b e v i n d e n z i c h aan het e i n d e v a n d e z e p u b l i k a t i e
B u r e a u v o o r o f f i c i ë l e p u b l i k a t i e s der E u r o p e s o G e m e e n s c h a p p e n . L - 2 9 8 5 L u x e m b u r g ISBN 9 2 - 8 2 5 - 5 1 5 7 - 1
Catalogusnummer:
CB-43-85-014-NL-C
S t a a t s d r u k k e r i j - e n u i t g e v e r i j b e d r i j f , C h n s t o f f e l P l a n t i j n s t r a a t . 2 5 0 0 EA ' s - G r a v e n h a g e ISBN 9 0 - 1 2 - 0 5 1 9 1 - 6
Printed
in the
Netherlands
Studentenhandboek
Voorwoord
Deze vierde uitgave van het Studentenhandboek verschijnt op een ogenblik dat de Commissie zich inzet voor het „Europa van de burgers" waartoe de Europese Raad van Fontainebleau het initiatief heeft genomen. In de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders stond voorop dat het lidmaatschap van de Europese Gemeenschap specifieke praktische voordelen moet bieden in het dagelijkse leven van de Europese burger. In dat verband is het vrije verkeer van personen één van de meest waardevolle punten. Op het gebied van het hoger onderwijs is deze uitgave van het studentenhandboek een onderdeel van de bijdrage van de Commissie tot bevordering van het vrije verkeer van studenten in de Gemeenschap. De verstrekte informatie zal de studenten helpen mogelijkheden te vinden en plannen te maken om in een andere Lid-Staat van de Gemeenschap te studeren. Voor het eerst bevat het handboek gedetailleerde informatie over afspraken tussen hoger-onderwijsinstellingen in de LidStaten voor uitwisseling van studenten en academisch personeel. Tevens zou ik de aandacht willen vestigen op de speciale informatie die het handboek geeft over de bijzondere faciliteiten voor gehandicapte studenten bij hoger-onderwijsinstellingen. Het initiatief van Fontainebleau maakt duidelijk hoe dringend de erkenning van titels en diploma's is. Het verheugt mij te kunnen opmerken dat deze nieuwe editie van het Studentenhandboek een lijst bevat van de informatiecentra in de Lid-Staten die de burgers van de Gemeenschap inlichten over de procedures voor de academische erkenning van diploma's en studieperioden in het buitenland. Deze centra werken tevens actief samen op communautair niveau om de erkenningsprocedures te verbeteren. Sedert de eerste editie van 1977 is het Studentenhandboek een erkende bron van informatie geworden over het hoger onderwijs in de Europese Gemeenschap, dat in steeds grotere mate ook de aandacht heeft getrokken van personen buiten
Studentenhandboek
de Gemeenschap. Door regelmatig nieuwe edities uit te geven, tracht de Commissie ervoor te zorgen dat de informatie over de ontwikkelingen op het gebied van het hoger onderwijs altijd actueel is. Het Studentenhandboek maakt deel uit van een reeks publikaties in de algemene rubriek Hoger Onderwijs in de Europese Gemeenschap. Andere publikaties, de Gids van instellingen voor hoger onderwijs, die voor het eerst in 1984 werd uitgegeven, en het Handboek voor gezamenlijke studieprogramma's, dat in 1986 zal uitkomen, vormen een aanvulling op de informatie van dit handboek. Voor het eerst werd het Studentenhandboek opgesteld en verdeeld in samenwerking met een aantal uitgevers in de LidStaten. Deze regeling is bedoeld om een tijdige verdeling aan een nog groter publiek mogelijk te maken. Namens de Commissie spreek ik mijn dank uit aan de samenstellers, de nationale correspondenten en de uitgeverijen voor al het werk dat zij verricht hebben om deze vierde editie tot stand te brengen. Oktober 1985 Peter Sutherland Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
Inhoud
Inhoud
Inleiding
5
Lijst van nationale correspondenten
9
België
11
Denemarken
43
Bondsrepubliek Duitsland
65
Griekenland
115
Frankrijk
135
Ierland
171
Italië
197
Luxemburg
221
Nederland
233
Verenigd Koninkrijk
255
Europees Universitair Instituut, Florence
301
Europa-College, Brugge
311
Subsidies verleend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter bevordering van gezamenlijke studieprogramma's
319
Inlichtingenbureaus voor de academische erkenning van diploma's en studieperioden in de EG
345
Studentenhandboek
Inleiding
De vrijheid om zich te vestigen in het Europa van de Tien, in de staten van de Europese Gemeenschap, heeft vorderingen gemaakt. Dat weet iedereen, niet in de laatste plaats de jongeren, die in hun vacanties over de grenzen gaan, zoals het ze uitkomt, vaak alleen met lichte bepakking, met rugzak en slaapzak. Maar dit korte, vrijblijvende leren kennen is nog niet voldoende. Wie één van de buurlanden, zijn geschiedenis en cultuur, zijn mensen met hun vreugden, zorgen, karakteristieke eigenschappen werkelijk wil begrijpen, moet daar een tijdje geleefd, gestudeerd, gewerkt hebben. Daartoe moet hij de taal van dit land grondig leren. Dat vereist zeker enige moeite. Informaties zijn niet altijd snel bij de hand, niet altijd wordt snel een studie- of arbeidsplaats gevonden. Voorschriften, een heleboel daarvan, bestaan nu eenmaal toch nog in alle staten. Men moet ze kennen teneinde ergernis en teleurstellingen te voorkomen. Dit wetend probeert de EG sinds jaren de uitwisseling over de grenzen te vergemakkelijken. In 1977 publiceerde zij een eerste Studentenhandboek, bedoeld voor aan een studie in het buitenland geïnteresseerde studenten en hun raadgevers; in 1979 verscheen de tweede, in 1981 de derde, met Griekenland, uitgebreide uitgave. Nu is de
vierde uitgave klaar; zij werd in 1984 samengesteld. Alle tien landen van de Gemeenschap hebben via de door hun regeringen aangewezen nationale correspondenten — meestal deskundigen in de ministeries van onderwijs — informaties over de studie in hun land geleverd. Het Handboek verschijnt in alle zeven talen van de Gemeenschap. Opdat de gebruiker zich sneller kan oriënteren, zijn de nationale bijdragen op identieke manier opgebouwd, zoals een blik in de inhoudsopgave aantoont. Elk bevat een inleidend deel over de structuur van het hoger onderwijs, over oude en nieuwe typen van instellingen voor hoger onderwijs, studierichtingen en afsluitende examens. Daardoor werd tegelijkertijd een kort overzicht over de geschiedenis van het hoger onderwijs in de Lid-Staten van de EG verkregen. Historische eigenaardigheden, maar ook nieuwe ontwikkelingen komen uit deze berichten duidelijk tot uiting. Zo blijkt dat in sommige staten beroepsvormende instellingen tot het hoger onderwijs worden gerekend, die in andere staten op een ander niveau zijn ondergebracht. De overgangen zijn vloeiend; de ontwikkeling schijnt bij toenemende eisen in vele beroepen, die tot nu toe geen studie vereisten, eerder tot een uitbreiding van het hoger onderwijs te neigen. Aan de andere kant laat zich vaststellen dat steeds meer staten de meer dan lange studietijden in een rij traditionele vakken door het aanbod van kortere, vaak op de praktijk gerichte studierichtingen proberen tegen te gaan. Dit was in ieder geval de indruk van de samensteller. Het volgende deel van elke nationale bijdrage, „Toelating en inschrijving", is misschien geen verheffende, maar zeker nuttige lectuur; want daarin
Inleiding
staan alle informaties, die men voor begin van een buitenlandse studie nodig heeft: welke getuigschriften en documenten men moet overleggen, welke instanties verantwoordelijk zijn en op welke data men moet letten, of er toelatingsexamens zijn, of er toelatingsbeperkingen gelden en zo ja, in welke vakken. Niet in de laatste plaats komt de lezer te weten of studiegelden worden geheven en in welke hoogte. In verdere hoofdstukken kan hij zich over de taaleisen informeren, over eventueel aangeboden taalcursussen, over toelagen en beurzen, verblijfsformaliteiten en sociale voorzieningen, van de ziektekostenverzekering, de woonmogelijkheden, de kosten van levensonderhoud tot faciliteiten en werkmogelijkheden (betaald) voor studenten. Het Handboek wijst erop dat voor kinderen van EG-burgers, die in het buitenland werkzaam zijn of waren, specifieke faciliteiten gelden. Artikel 12 van het EG-besluit nr. 1612/68 over de vrijheid van vestiging van werknemers binnen de Gemeenschap bepaalt: „De kinderen van een burger van een LidStaat, die binnen het territorium van een andere Lid-Staat werkzaam is of werkzaam geweest is, kunnen, als zij binnen het territorium van deze LidStaat wonen, onder dezeifde voorwaarden als de burgers van deze Lid-Staat aan het algemene onderwijs alsmede aan de leerlingen- en beroepsopleiding deelnemen". Dat mag om te beginnen slechts voor een kleine groep gelden. Maar zij zou richtinggevend kunnen zijn, zij zou kunnen groeien. Wij hopen het. In dit verband moet ook vermeld worden, dat de Lid-Staten op basis van de richtlijnen van de Ministerraad, die de vrij-
heid van vestiging voor de vrije beroepen binnen de Gemeenschap regelen, afsluitende hoger-onderwijsexamens voor de uitoefening van de volgende beroepen wederzijds erkennen: arts, tandarts, dierenarts, verpleegster (verpleger) en advocaat. Het besluit met betrekking tot de advocaten is alleen van toepassing op hun recht tot vrije dienstverlening en regelt niet het recht tot vestiging in de zin van de eerder vermelde beroepen. De bijdragen van de afzonderlijke staten bevatten ook informatie over de mogelijkheden van een tijdelijke betrekking voor buitenlandse studenten. Er wordt op gewezen, dat overeenkomstig artikel 48 van het Verdrag van Rome elke uit het staatsburgerschap resulterende verschillende behandeling van werknemers uit de Lid-Staten met betrekking tot hun werkzaamheden is afgeschaft. Als gevolg hiervan gelden voor werknemers, die naar de definitie van het Verdrag burgers van een andere Lid-Staat zijn, de afzonderlijke wettelijke staatsvoorschriften over de werkvergunning voor buitenlanders niet. Studenten, die gedurende hun studie willen werken, dienen zich echter wegens een eventuele vereiste verandering van hun verblijfsvergunning te wenden tot de verantwoordelijke instelling van het gastland. Bijzonder belangrijk voor vele gebruikers van het Handboek zullen de adressen van talrijke instellingen en alle instanties van hoger onderwijs zijn. die in het aanhangsel van elke nationale bijdrage staan. Bibliografische verwijzingen, tabellen, die het studieaanbod van de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs met één oogopslag te zien geven en ten slotte een verklarende
Studentenhandboek
woordenlijst vullen elk nationaal deel aan. In de voorliggende tekst zijn overigens vele vakuitdrukkingen bewust in de originele taal blijven staan, teneinde begripsverwarring door vertalingen te vermijden; ook wordt aangenomen dat de gebruiker van het Handboek de taal van het land waar hij wil gaan studeren, al enigszins beheerst en zich — hoe eerder hoe beter — met de vakuitdrukkingen in het hoger onderwijssysteem vertrouwd zou willen maken. Verklaringen van de belangrijkste begrippen, met inbegrip van de vaak moeilijke afkortingen, staan in de verklarende woordenlijst. Behalve de nationale bijdragen bevat het Handboek afzonderlijke hoofdstukken over twee Europese instellingen van hoger onderwijs, die voor gevorderde studenten en gegradueerden van bijzondere betekenis zouden moeten zijn, omdat zij Europese eenheid in het verleden willen opsporen en Europese gemeenschappelijkheden in het heden en de toekomst op een wetenschappelijke noemer proberen te brengen: het Europees Universitair Instituut in Florence en het Europacollege in Brugge. Hier zouden de toekomstige elites van de EG-staten elkaar voor gemeenschappelijke onderzoekprojecten kunnen ontmoeten. In deze uitgave wordt voor de eerste keer ook uitvoerig bericht over de gemeenschappelijke studieprogramma's, die sinds 1976 door de EG aan de instellingen van hoger onderwijs in alle Lid-Staten worden bevorderd. Tot 1984 werden door de instellingen van hoger onderwijs 413 van deze programma's opgesteld, waaraan meer dan 500 instellingen van hoger onderwijs deelnemen. Het Europese Parlement, de Raad
en de Lid-Staten hebben actief aan het totstandkomen van deze actie meegewerkt. Sinds 1984 beschikt de Commissie voor het eerst ook over middelen, die een financiële steun voor vooral de reis- en verblijfkosten van studenten mogelijk maken, die in het kader van gemeenschappelijke studieprogramma's in een ander land van de Gemeenschap studeren. Een tweede belangrijke uitbreiding van de vierde uitgave is de publikatie van adressen van de instanties die informeren over vragen van erkenning van school- en hoger-onderwijsexamens en studietijden. Deze instanties zijn op initiatief van de Commissie door alle Lid-Staten opgericht. Hun werk wordt op het niveau van de Gemeenschap gecoördineerd, teneinde een snelle afwikkeling van academische erkenningsproblemen binnen de Gemeenschap te bevorderen. Naast de adressen bevat het Studentenhandboek ook een korte beschrijving van de procedure en de bevoegdheden in de betreffende Lid-Staat. Door de oprichting van de informatie-instanties voldoet de Commissie aan de opdracht van de ministers van Onderwijs alsmede aan de wens van de Europese Raad van Fontainebleau van 25-26 juni 1984. De derde, nieuwe informatiecategorie in het voorliggende Handboek gaat over gehandicapte studenten in de Gemeenschap. In het kader van een actie op gemeenschapsniveau ter integratie van gehandicapten in de maatschappij heeft de Commissie geprobeerd informatie te verzamelen, die gehandicapte studenten tips geeft over welke instellingen van hoger onderwijs in de EG vooral geschikt zijn voor hen. Informatie hierover is in het tekstgedeelte, in de betreffende overzichtstabellen van de
8
studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs alsmede in de bibliografieën te vinden. Op de leraarsopleiding, die in wezen voor bewoners van het eigen land van belang is, wordt niet in details ingegaan; toch worden verwijzingen naar bronnen voor aanvullende informaties verschaft; ook de verwijzingen naar puur beroepsvormende studierichtingen zijn begrensd. Het Studentenhandboek is in de boekhandel en bij het Bureau voor officiële publikaties van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg, respectievelijk bij de verkoopafdelingen van de EG tegen vergoeding te verkrijgen (prijzen, zie achterkant van de omslag). Er moet nog op worden gewezen, dat het materiaal van het Studentenhandboek weliswaar door de verantwoordelijke instanties van de Lid-Staten ter beschikking is gesteld en na bewerking door de samensteller door deze is goedgekeurd, noodgedwongen echter een samenvatting blijft en hoe dan ook de door de nationale instanties zelf uitgegeven informaties niet vervangt of zelfs geïnteresseerde studenten ervan zal ontslaan de in het Studentenhandboek genoemde bronnen te raadplegen. De Commissie en de eindredacteur danken de nationale correspondenten en al diegenen, die in de afzonderlijke Lid-Staten bij de samenstelling van het materiaal voor het Studentenhandboek hebben geholpen, zeer.
Inleiding
Studentenhandboek
Lijst van nationale correspondenten
België
de heer M. Deloz
Ministerie van Onderwijs
M.J. Laermans
Ministère de l'Éducation nationale
Denemarken
Fru E. Branth
Københavns Universitet
Bondsrepubliek Duitsland
Dr. H. Roche
Kultusministerkonferenz (KMK)
Griekenland
Dr M. EginitouPanayotidis
Ministère de l'Éducation nationale
Frankrijk
Mme S. de Serre
Ministère de l'Éducation nationale
Ierland
Mrs M. Donoghue
Higher Education Authority
Italië
Dott. M.L. Marino
Ministero della pubblica istruzione
Prof. E. Cosentino
Università di Napoli
Luxemburg
Prof. C. Kieffer
Ministère de l'Éducation nationale
Nederland
de heer N.J. van Dijk
Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
Verenigd Koninkrijk
Miss Y. Daoust
British Council
11
België
België
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
12
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's/Beperkingen/ Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/ Inschrijvings- en collegegeld
16
Kennis van de onderwijstaal
21
Toelagen en beurzen
21
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
22
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/Werkmogelijkheden/Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud / Huisvesting/ Studentenfaciliteiten / Faciliteiten voor gehandicapte studenten
22
Informatiebronnen
24
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
25
12
Organisatie van het hoger onderwijs
Bij de Belgische grondwet van 1831 wordt de vrijheid van onderwijs gewaarborgd en wordt er in de mogelijkheid voorzien staatsonderwijs in te richten. Binnen dit constitutionele kader kwam op alle niveaus, ook voor het hoger onderwijs, een net van officiële instellingen tot stand, opgericht en beheerd door het Rijk, de provincies of de gemeenten, alsmede een net van particuliere, overwegend confessionele instellingen. De student kan de instelling waar hij onderwijs wenst te volgen zelf kiezen. Het onderwijs wordt gegeven in de taal van de regio: Frans in het Waalse gewest, Nederlands in het Vlaamse gewest en één van beide talen in het arrondissement Brussel-hoofdstad. Welke de inrichtende macht van de instelling ook is (Staat, provincie, gemeente, privé persoon), alle diploma's van hoger onderwijs die overeenkomstig de ter zake geldende wetten en reglementen bekrachtigd werden of van het vereiste visum werden voorzien, hebben dezelfde officiële waarde. Het hoger onderwijs werd in België hervormd door de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs. Het was de eerste maal dat alle opleidingen die aansluiten op het secundair onderwijs door de wet werden heringedeeld en samengevoegd. Daarbij werd rekening gehouden met de
I
Studentenhandboek
studierichting en de organisatie der studies, alsook met hun finaliteit. Zo heeft men: het universitair onderwijs; het technisch hoger onderwijs; het economisch hoger onderwijs; het agrarisch hoger onderwijs; het paramedisch hoger onderwijs; het sociaal hoger onderwijs; het artistiek hoger onderwijs; het pedagogisch hoger onderwijs. Zoals uitdrukkelijk in het voorbereidende verslag van voormelde wet wordt herinnerd, bestaat de hoofdtaak van het universitair onderwijs erin de wetenschap in stand te houden, te verspreiden en te ontwikkelen. Onderwijs en onderzoek zijn er dan ook nauw met elkaar verbonden. Het hoger onderwijs met uitzondering van het universitair onderwijs omvat de andere vormen van hoger onderwijs. Het heeft als voornaamste doel de wetenschappelijke kennis te verspreiden, alsook de toepassing ervan in de verschillende specifieke beroepen. Tussen het universitair onderwijs enerzijds en de andere categorieën hoger onderwijs anderzijds bestaat geen enkele hiërarchie. Elk der twee onderwijstypes heeft zijn eigen specifieke waarde en finaliteiten die bepalend zijn voor de onderwijsstructuren en de onderwijsmethodes. Bij wet werd in de mogelijkheid voorzien om van het ene onderwijstype naar het andere over te stappen.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Universitair onderwijs Universitair onderwijs kan worden gevolgd in 17 instellingen (voor adressen zie Aanhangsel), die het statuut hebben
België
I
van universiteit of hiermee gelijkgestelde instelling; bij deze instellingen zijn zes volledige universiteiten, te weten : de Rijksuniversiteit Gent, de Université de l'Etat à Liège, de Katholieke Universiteit te Leuven, de Université Catholique de Louvain, de Vrije Universiteit Brussel en de Université Libre de Bruxelles. In de andere universitaire instellingen is het onderwijs beperkt tot enkele studierichtingen en voor sommige onder hen tot de eerste cyclus (een twee of drie jaar durende opleiding die wordt afgesloten met het diploma van kandidaat). De Universitaire Instelling Antwerpen omvat slechts onderwijs in de tweede cyclus. Elk van de zes volledige universiteiten telt ten minste vijf traditionele faculteiten (wijsbegeerte en letteren, rechten, exacte wetenschappen, geneeskunde, toegepaste wetenschappen), en omvat bovendien een variërend aantal faculteiten, scholen of instituten waar andere studierichtingen (kunstgeschiedenis, archeologie, orientalisme, handel en economie, sociale en politieke wetenschappen, criminologie, psychologie en opvoedkunde, enz.) kunnen worden gevolgd. Hoger onderwijs buiten de universiteit Het niet-universitair hoger onderwijs bestrijkt een uitermate breed terrein. Het bereidt voor op uiteenlopende beroepsactiviteiten, voornamelijk in de industrie, de landbouw, de handel, de paramedische en sociale beroepen, het onderwijs, het beroep van tolk en van vertaler, de kunstzinnige vormgeving en communicatiewetenschappen. Naar gelang het type waartoe zij behoren verschillen de onderwijsinstellin-
13
gen van deze rubriek even zeer als het onderricht dat zij verstrekken. Sommige instellingen, zoals de handelshogescholen, vertonen een gelijkenis met de universitaire instellingen. Andere, zoals de normaalscholen hebben daarentegen hun specifieke organisatie behouden. In het aanhangsel 3 treft de geïnteresseerde student echter een overzicht aan van de verschillende opleidingen. De volledige lijst van de onderwijsinstellingen waar deze opleidingen worden gegeven kan op aanvraag verkregen worden bij het Bestuur van het hoger onderwijs (adres zie Aanhangsel). De buitenlandse student die alle studiemogelijkheden wenst te kennen die het Belgisch hoger onderwijs te bieden heeft, dient te weten dat de wet van 7 juli 1970 het hoger onderwijs bijna volledig omvat, maar dat er naast de klassieke opleidingsvormen nog enkele andere bestaan, namelijk met een meer specifiek doel. Zij worden georganiseerd door de volgende instellingen; de instellingen voor muziekonderwijs; de Koninklijke conservatoria en de instellingen voor kerkelijke toonkunst en muziekpedagogie. De eerste leiden op tot eerste prijzen en bereiden voor op hogere diploma's (verschillende instrumenten), de andere leiden op tot laureaat in muziekpedagogie, orgel of klavecimbel, piano en zang; de instellingen voor kunstonderwijs zoals de hogescholen voor sierkunst en de Koninklijke Academies voor schone kunsten waar zeer ruime opleidingsmogelijkheden bestaan op het gebied der plastische kunsten en der sierkunsten; de Faculteit voor protestantse godgeleerdheid waar de volgende graden worden uitgereikt: kandidaat in de protestantse godgeleerdheid
14
of in de protestantse godsdienstige wetenschappen, licentiaat in de protestantse godgeleerdheid of in de protestantse religieuze wetenschappen, doctor in de protestantse godgeleerdheid; de Evangelische Theologische Faculteit, gevestigd te Heverlee, waar de graden van licentiaat en doctor in de godgeleerdheid worden uitgereikt; de Hogere Zeevaartschool en de Hogere Radio-Navigatieschool waar de officieren van de handelsvloot worden opgeleid; de School voor burgerluchtvaart waar lijnpiloten worden opgeleid; het Prins Leopold Instituut voor tropische geneeskunde dat specialisatiestudies inricht voor geneesheren, veeartsen en verpleegsters; de Fondation Universitaire Luxembourgeoise die studies van de derde cyclus inricht op het gebied van het milieubeheer, uitsluitend Franstalig onderwijs; de Koninklijke Militaire School die de officieren opleidt van de landmacht, de luchtmacht en de zeemacht. Belanghebbenden voor een van die opleidingen kunnen zich wenden tot het Bestuur van het hoger onderwijs, voor meer gedetailleerde informatie (zie Aanhangsel).
Aantal studenten Het totale aantal studenten in het Belgische universitair onderwijs bedroeg in 1982/1983 96 795, waarvan 11 871 buitenlandse studenten (= 12,26%). Het aantal studenten afkomstig uit EG-landen bedroeg 4 203 (= 35,4% van de buitenlandse studenten). Het hoger onderwijs buiten de universiteit omvatte op dat ogenblik 110 784 studenten (zie verklarende woordenlijst).
I
Studentenhandboek
Organisatie en afsluiting van de studies Het hoger onderwijs in België is ingericht in cycli en studiejaren. Het academisch jaar begint doorgaans in september/oktober en eindigt in mei/juni. Universitair onderwijs Het universitair onderwijs wordt gekenmerkt door een vrij sterke opsplitsing van de studies per cyclus. Elke cyclus wordt afgesloten met de toekenning van een graad, die onontbeerlijk is om tot de volgende cyclus te worden toegelaten. Voor de meeste universitaire studies is de eerste graad van kandidaat, welke na twee, soms drie jaar studie wordt verkregen. Deze graad wordt toegekend nadat de betrokkene de basisopleiding heeft gevolgd die voor de verdere studies nodig is. De tweede graad, die van licentiaat, wordt verkregen na twee of drie jaar opleiding. Deze opleiding omvat het volgen van een aantal gespecialiseerde vakken en doorgaans het voorleggen van een eindverhandeling. In sommige studierichtingen is de tweede graad die van doctor, apotheker of ingenieur; deze graad wordt dan na een langere tijd toegekend. De graden van de tweede cyclus verlenen in het algemeen machtiging tot het uitoefenen van het desbetreffende beroep. Om onderwijs te kunnen geven in scholen voor secundair onderwijs moet men in het bezit zijn van een aanvullende graad, namelijk die van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs. Die graad kan zonder extra studieduur na het licentiaat worden toegekend. Het onderwijs omvat op deze ver-
België
I
schillende niveaus een geheel van colleges, praktische oefeningen en geleide werkzaamheden. De derde graad, die van doctor, kan op zijn vroegst één of twee jaar na toekenning van de licentiaatstitel worden verkregen. Het examen omvat het indienen van een origineel proefschrift en bijkomende stellingen, die allebei in het openbaar worden verdedigd. Slechts de kandidaten die geschikt worden geacht voor persoonlijk werk en wetenschappelijk onderzoek mogen een doctoraat voorbereiden. De laatste en tevens hoogste graad die kan worden toegekend is die van geaggregeerde voor het hoger onderwijs. Deze graad kan slechts ten vroegste twee jaar na het behalen van de overeenstemmende doctorsgraad verkregen worden. Het examen omvat het indienen en de verdediging van een origineel proefschrift en van drie door de kandidaat vrijelijk gekozen bijkomende stellingen. Bovendien moet de kandidaat ook een mondelinge les geven over een door de examencommissie opgegeven onderwerp. Slechts bijzonder bekwame studenten komen voor het aggregaat voor het hoger onderwijs in aanmerking. In de universitaire graden zijn drie grote categorieën te onderscheiden: de wettelijke graden, de wetenschappelijke graden en de aanvullende graden. De wettelijke graden — ook wel academische graden genoemd — worden toegekend ter afsluiting van opleidingen waarvan de toelatingsvoorwaarden, het programma en de duur bij de wet zijn bepaald. Zij openen voor de betrokkenen de mogelijkheid tot het uitoefenen van beroepen die het algemeen belang dienen, zoals de balie, de magistratuur, de geneeskunde en het onderwijs.
15
Wetenschappelijke graden worden toegekend aan degenen die opleidingen hebben voltooid waarvan de toelatingsvoorwaarden, het programma en de duur rechtstreeks door de universiteit zelf worden bepaald, buiten elk wettelijk en reglementair kader om. Het betreft hier voornamelijk universitaire studies die naast de traditionele faculteiten tot ontwikkeling zijn gekomen voor het dekken van nieuwe behoeften en die betrekking hebben op de meest uiteenlopende studierichtingen, zoals economie, sociologie, psychologie, pedagogie, criminologie, Oosterse filologie, lichamelijke opvoeding, bodemkunde, sociale en politieke wetenschappen. Zowel voor de wetenschappelijke als voor de wettelijke graden zijn de studies gewoonlijk volgens hetzelfde schema georganiseerd (kandidatuur, licentiaat, doctoraat) dat reeds hiervoor werd uiteengezet. De aanvullende graden bekronen specialisatiestudies die doorgaans worden aangevat door houders van een licentiaats- of doctoraatsdiploma. De voorwaarden waaronder zij worden toegekend worden door de universiteiten zelf vrij vastgesteld. In dit opzicht komen ze overeen met de wetenschappelijke graden waarvan eerder sprake was. De tabellen met studies die met wetenschappelijke en met wettelijke graden worden afgesloten volgens taal en universiteiten zijn te vinden in het aanhangsel. Hoger onderwijs buiten de universiteit Voor de verschillende opleidingen die de andere vormen van hoger onderwijs uitmaken wordt een grote verscheidenheid van titels verleend, zoals die van
I
16 architect, industrieel ingenieur, licentiaattoik, gegradueerde, verpleger, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, assistent, sociale verpleger of opvoeder. Er zijn twee onderwijstypes te onderscheiden; onderwijs van het lange type en onderwijs van het korte type. Het onderwijs van het korte type omvat slechts één cyclus en de studies lopen over 2 of 3 jaren. Het onderwijs van het lange type omvat twee cyclussen (2 + 2 jaar of 2 + 3 jaar). De tabellen vermelden de opleidingen in het hoger onderwijs met uitzondering van het universitair onderwijs, samengebracht per categorie, alsook de titels die die opleidingen bekrachtigen. De studenten kunnen op aanvraag bij het Bestuur van het Hoger Onderwijs een brochure bekomen waarin per onderwijsinstelling alle inlichtingen worden verstrekt die hen kunnen interesseren (adres, onderwijstype, studieafdelingen). Speciale cursussen Onder de speciale cursussen die door de universiteiten worden ingericht dienen voornamelijk de taalcursussen te worden vermeld. De eerste zijn bedoeld voor buitenlandse studenten die de onderwijstaal niet voldoende beheersen. De tweede werden onlangs door de universiteiten van Brussel en Leuven opgericht; zij richten zich tot alle Belgische en buitenlandse studenten die omwille van de gekozen studierichting de noodzaak aanvoelen om hun wetenschappelijke kennis op een of ander gebied te verdiepen. Alle inlichtingen ter zake kunnen verkregen worden bij de secretariaten van de universitaire instellingen (adressen zie Aanhangsel).
Studentenhandboek
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Universitair onderwijs Om tot de universitaire studies te worden toegelaten moeten de studenten kunnen aantonen dat zij in het bezit zijn van een van de hierna genoemde Belgische titels of van een als gelijkwaardig erkende buitenlandse titel. De voornaamste Belgische titels die toegang geven tot de universitaire opleiding zijn: 1. het bekwaamheisdiploma voor het hoger onderwijs (maturiteitsexamen) uitgereikt door een instelling voor hoger secundair onderwijs (algemeen technisch of kunstonderwijs) en bekrachtigd door de homologatiecommissie; 2. het bekwaamheidsdiploma voor het hoger onderwijs (maturiteitsexamen) uitgereikt door de examencommissie van de Staat voor het hoger secundair onderwijs; 3. het diploma van het toegangsexamen voor de opleiding van kandidaat in de wiskunde, kandidaat in de natuurkunde of kandidaat-landbouwkundig ingenieur, uitgereikt door een universiteit of een hiermee gelijkgestelde instelling die bevoegd is tot het verlenen van die graden; 4. het diploma van het toegangsexamen voor de opleiding van kandidaat-burgerlijk ingenieur, uitgereikt door de
België
I
examencommissie van de Staat voor het hoger secundair onderwijs, door een universiteit of door een hiermee gelijkgestelde instelling, die bevoegd is tot het toekennen van die graad. De student die in het bezit is van een buitenlands diploma secundair onderwijs kan bij de dienst gelijkwaardigheden van het Bestuur van het secundair onderwijs (voor de Nederlandstalige instellingen) respectievelijk van de administration de l'enseignement secondaire (voor de Franstalige instellingen) (adressen, zie Aanhangsel) alle nodige inlichtingen verkrijgen. De buitenlandse student die aan een Belgische universitaire instelling universitaire studies wil voortzetten die hij in zijn land reeds heeft aangevat moet zich tot de dienst gelijkwaardigheden van het Bestuur van het hoger onderwijs wenden om de voorwaarden te kennen waaraan hij moet voldoen om toegelaten te worden. Hoger onderwijs buiten de universiteit Voor toelating tot het eerste jaar variëren de voorwaarden naar gelang de instelling deel uitmaakt van het hoger onderwijs van het lange type dan wel van het korte type. 1. Hoger onderwijs van het lange type: De toelatingsvoorwaarden zijn dezelfde als voor het universitair onderwijs. 2. Hoger onderwijs van het korte type: Om toegelaten te worden tot het eerste studiejaar moet men houder zijn van een gehomologeerd diploma (of getuigschrift) van secundair onderwijs van de hogere graad. Zowel voor het onderwijs van het korte type als van het lange type zal de bui-
17
tenlandse student, alvorens toegelaten te worden, de gelijkwaardigheid van zijn diploma met de vereiste Belgische titel moeten bekomen. Bij het Bestuur van het secundair onderwijs (voor de Nederlandstalige instellingen) respectievelijk van de administration de l'enseignement secondaire (voor de Franstalige instellingen) (adressen, zie Aanhangsel) kunnen alle nodige inlichtingen worden ingewonnen. Hetzelfde geldt voor de buitenlandse student die in zijn land hogere studies heeft aangevat en deze in België wenst voort te zetten. Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's De Belgische wetgeving maakt het mogelijk alle in het buitenland gedane studies te erkennen, ongeacht het niveau, de betrokken studierichting of het land waar zij werden volbracht. De gelijkwaardigheid kan worden toegekend voor: 1. de in een onderwijsinrichting naar buitenlands statuut doorgebrachte studieperiodes; 2. de in een onderwijsinrichting naar buitenlands statuut afgelegde examens; 3. de naar buitenlands statuut behaalde diploma's en studiegetuigschriften. Over de gelijkwaardigheid wordt in het algemeen of ten opzichte van elk bepaald geval beschikt; ze is volledig of gedeeltelijk; soms wordt ze pas verleend na het slagen voor aanvullende examens. De bijzondere maatregelen overtreffen veruit de algemene: sommige buitenlandse einddiploma's van secundair
18
onderwijs verlenen van rechtswege toegang tot universitaire studies in België; op het vlak van het universitair onderwijs en op het vlak van het hoger onderwijs buiten de universiteit worden de gelijkwaardigheden bepaald door enkele algemene regels. In geen enkel geval mag de gelijkwaardigheid voor gevolg hebben dat 1. studies worden erkend waarvan het peil niet ten minste gelijk is met dat van overeenstemmende studies in België; 2. aan de verzoeker de toelating wordt gegeven tot studies waartoe hij in het land waar het diploma of getuigschrift werd uitgereikt geen toegang heeft (b.v. wanneer in het betrokken land de toegang tot die studie afhangt van het slagen voor een toegangsexamen). Beperkingen In beginsel is de toegang tot het hoger onderwijs, hetzij het universitair onderwijs, hetzij het hoger onderwijs met uitsluiting van het universitair onderwijs, aan geen enkele beperking onderworpen. Het hoger onderwijs is derhalve toegankelijk voor iedereen die kan aantonen in het bezit te zijn van één van de hierboven genoemde titels of van een hiermee gelijkgestelde buitenlandse titel. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de universiteiten wegens onvoldoende opvangmogelijkheden genoodzaakt zijn het aantal inschrijvingen te beperken, inzonderheid voor de studies in de geneeskunde. De buitenlandse studenten moeten, alvorens zich te laten inschrijven, bij de universitaire instelling van hun keuze een aanvraag om toelating indienen.
I
Studentenhandboek
Toelatingsexamens Wie kan aantonen dat hij het vereiste Belgische diploma van secundair onderwijs of een gelijkgesteld buitenlands diploma bezit moet geen toegangsexamen afleggen. Er is evenwel een uitzondering wat betreft de toegang tot de studies van burgerlijk ingenieur. De toelating tot die studies is bij wet afhankelijk gesteld van het slagen voor een examen. Die proef is opgelegd aan alle kandidaten, zowel Belgen als buitenlanders, ongeacht het diploma van secundair onderwijs dat zij hebben behaald. Er dient nog te worden vermeld dat de universiteiten toegangsexamens inrichten voor de studies in de wiskundige wetenschappen, natuurkundige wetenschappen en van landbouwkundig ingenieur ten behoeve van Belgische of buitenlandse studenten die niet in het bezit zijn van het Belgisch bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs of van een gelijkwaardig buitenlands diploma (zie „Voorwaarden").
Aanvraag en inschrijving De buitenlandse student die in België hoger onderwijs wenst te volgen wordt aangeraden ten minste één jaar voor zijn afreis op inlichtingen uit te gaan. Eerst moet hij zich wenden tot de culturele dienst van de Belgische ambassade (adressen, zie Aanhangsel), waar hij algemene inlichtingen kan krijgen die hij in deze brochure niet kan vinden. Vervolgens moet hij zich in verbinding stellen met de instelling zijner keuze. Die zal hem precieze informatie verstrekken over de studies en hun inhoud
België
I
en over de inschrijvingsmodaliteiten. Ongeacht zijn nationaliteit moet de buitenlandse student zijn aanvraag om toelating zo vroeg mogelijk, liefst voor 1 mei indienen bij de inschrijvingsdienst van de onderwijsinstelling (adressen, zie Aanhangsel). Zij dient vergezeld te zijn van de nodige verantwoordingsstukken. De definitieve inschrijving heeft in de universitaire instelling plaats in het begin van september. De studenten moeten zich persoonlijk aanmelden, voorzien van hun identiteitskaart of hun paspoort en van een foto. Na overlegging van de nodige bewijsstukken worden ze toegelaten tot de door hen gekozen studierichtingen: bovendien moeten zij in het bezit zijn van de inschrijvingstoelating en van een medisch getuigschrift van recente datum. De studenten worden verzocht de studiegelden te betalen op het ogenblik van de inschrijving. Wat betreft de extra kosten die eventueel worden geëist, zij verwezen naar het volgende hoofdstuk .Jnschrijvingsen collegegeld". Inschrijvings- en collegegeld Universitair onderwijs Inschrijvings- en collegegeld bedragen in België ongeveer BFR 12 000. Zij dekken de inschrijving op de rol, de inschrijving voor de colleges en voor de examens alsook de bijdrage voor de ongevallenverzekering. Het bedrag is hetzelfde voor de Belgische studenten als voor de buitenlandse studenten die behoren tot de volgende categorieën (Koninklijk Besluit van 7 april 1977): 1. de studenten van Luxemburgse nationaliteit:
19 2. de studenten van vreemde nationaliteit wier ouders of wettelijke voogd in België gevestigd zijn of er verblijven en er hun hoofdberoepsactiviteiten uitoefenen of uitgeoefend hebben; 3. de studenten van vreemde nationaliteit die op Belgisch grondgebied verblijven en wier ouders of wettelijke voogd tewerkgesteld zijn of waren op het Belgisch grondgebied en onderhorigen zijn van een staat, lid van de Europese Gemeenschap; 4. de studenten van vreemde nationaliteit die op Belgisch grondgebied verblijven en de voordelen genieten van het statuut van vluchteling, toegekend door de Delegatie in België van het Hoog Commissariaat der Verenigde Naties voor de vluchtelingen; 5. de studenten die onderhorigen zijn van een ontwikkelingsland, dat als dusdanig door België werd erkend, en die van de Minister tot wiens bevoegdheid het Algemeen Bestuur voor de Ontwikkelingssamenwerking behoort de toelating hebben gekregen om een universitaire opleiding in België te volgen; 6. de studenten die onderhorigen zijn van een land dat met België een cultureel akkoord heeft gesloten en die, binnen het kader en de grenzen van het cultureel akkoord, een studiebeurs hebben bekomen van de Ministers tot wier bevoegdheid het Bestuur voor de Internationale Culturele Betrekkingen behoort; 7. de studenten van vreemde nationaliteit andere dan deze genoemd onder Io tot 6°, zonder dat dit aantal studenten evenwel 2% mag overschrijden van het totaal aantal Belgische studenten die het vorig academiejaar
20
regelmatig waren ingeschreven in de studierichting. Van de andere buitenlandse studenten kunnen aanvullende inschrijvingsgelden worden verlangd waarvan het bedrag wisselt naar gelang de studierichting en de studiecyclus van ongeveer BFR 70 000 tot ongeveer BFR 250 000. Ten einde verrassingen te voorkomen wordt de buitenlandse student aangeraden zich zo vroeg mogelijk tot de inschrijvingsdienst van de instelling zijner keuze te wenden voor precieze inlichtingen omtrent het bedrag dat hij zal moeten betalen (adressen, zie Aanhangsel). Hoger onderwijs buiten de universiteit De inschrijvingsgelden verschillen van de ene opleiding tot de andere. Ze zijn evenwel dezelfde voor de Belgische studenten als voor de buitenlandse studenten die behoren tot bepaalde categorieën. Voor een inschrijving in het Nederlandstalige onderwijs zijn dat(*): 1. de studenten van Luxemburgse nationaliteit; 2. de studenten van vreemde nationaliteit, wier vader of moeder de Belgische nationaliteit bezit; 3. de studenten van vreemde nationaliteit, wier ouders of wettelijke voogd, regelmatig in België gevestigd zijn; 4. de gehuwde buitenlandse studenten waarvan de echtgenoot in België verblijft onder hetzelfde dak en er een beroepsactiviteit uitoefent of een vervangingsinkomen geniet; (*) Voor een inschrijving in het Franstalig onderwijs gelden dezelfde beginselen op enkele varianten
I
Studentenhandboek
5. de studenten van vreemde nationaliteit die op Belgisch grondgebied verblijven en het statuut van vluchteling genieten; 6. de buitenlandse studenten die op kosten van een OCMW ondergebracht zijn in een home; 7. de buitenlandse studenten die in België verblijven en er een beroepsactiviteit uitoefenen of een vervangingsinkomen genieten; 8. de buitenlandse studenten die in het kader van een specifiek en door de Ministers van Onderwijs afgesloten akkoord in ons land komen studeren ; 9. de studenten die onderhorigen zijn van een ontwikkelingsland, dat als dusdanig door België werd erkend, en die van de Minister tot wiens bevoegdheid het Algemeen Bestuur voor de Ontwikkelingssamenwerking behoort de toelating hebben gekregen om in België een opleiding hoger onderwijs buiten de universiteit te volgen; 10. de studenten die onderhorigen zijn van een land dat met België een cultureel akkoord heeft afgesloten en die, binnen het kader en de grenzen van het cultureel akkoord, een studiebeurs hebben bekomen van de Ministers tot wier bevoegdheid de internationale culturele samenwerking behoort. De andere studenten moeten een inschrijvingsgeld betalen waarvan het bedrag wisselt naar gelang het onderwijstype. Voor elke nadere inlichting met betrekking tot de inschrijvingsrechten in dit type van hoger onderwijs kan men zich wenden tot de dienst inschrijvingen van de gekozen instelling.
België
I
21
Kennis van de onderwijstaal
Toelagen en heurzen
Er zij aan herinnerd dat het onderwijs wordt verstrekt in de taal van het gewest : Nederlands of Frans. Om hun studies in optimale omstandigheden te kunnen aanvatten, moeten de buitenlandse studenten beschikken over een goede kennis van de onderwijstaal. Studenten wier moedertaal niet de taal is waarin het onderwijs van hun keuze wordt gegeven of die hun vooropleiding niet in die taal hebben gevolgd moeten doorgaans, alvorens definitief te kunnen worden toegelaten, een taaiexamen afleggen. Zoals hierboven reeds werd meegedeeld organiseren de universiteiten intensieve taallessen ten behoeve van studenten die de onderwijstaal nog niet voldoende beheersen.
Buitenlanders die hun hogere studies in België willen voortzetten kunnen, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor studiebeurzen. Naar gelang hun herkomst kan men de volgende categorieën studiebeurzen onderscheiden: 1. door de Belgische regering toegekende beurzen; sommige ervan worden uitsluitend toegekend aan buitenlandse studenten die in België verblijven; de andere worden toegekend in uitvoering van bilaterale culturele akkoorden ; 2. door de buitenlandse regeringen toegekende studiebeurzen; 3. studiebeurzen toegekend door internationale organisaties, stichtingen, instellingen voor hoger onderwijs en privé personen. Bedrag, aantal en toekenningsvoorwaarden der beurzen verschillen naar gelang het stelsel en van het ene jaar tot het andere. Belangstellenden doen er dan ook goed aan inlichtingen in te winnen bij de culturele dienst van de Belgische ambassade, de Commissariaten-generaal voor internationale culturele samenwerking of de onderwijsinstelling waar zij willen studeren (adressen, zie Aanhangsel). De aanvraag moet, ongeacht het type beurs, vóór de afreis van de student naar België worden ingediend.
22
I
Studentenhandboek
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
Studenten die naar België komen om er hun studies voort te zetten moeten zich binnen acht dagen laten inschrijven bij het gemeentebestuur van de plaats waar zij verblijven. De inschrijvingskosten bedragen BFR 300. De volgende stukken moeten daarbij worden overlegd : 1. paspoort of identiteitskaart', 2. bewijs van inschrijving voor het volgen van de lessen; 3. een bewijs dat men in zijn levensonderhoud kan voorzien; dit kan zijn een attest waaruit blijkt dat een beurs werd toegekend of een gelegaliseerde verklaring waaruit blijkt dat de betrokkene door een Belgisch staatsburger ten laste wordt genomen; 4. 3 à 5 pasfoto's (al naar gelang de gemeente). Na deze formaliteit ontvangen de studenten een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister. Hun verblijf in België is slechts regelmatig wanneer zij dat document bezitten. Het inschrijvingsbewijs is een jaar geldig en moet gedurende de ganse studieduur hernieuwd worden.
Sociale verzekering en ziekteverzekering Alle studenten dienen zich in te schrijven in een ziekenfonds in het kader van de verplichte ziekteverzekering. De studenten die reeds door een Belgisch of een buitenlands huwelijk wettelijk of reglementair stelsel van ziekteverzekering gedekt zijn, moeten een door de verzekeringsinstelling afgeleverd getuigschrift afgeven. De anderen moeten een verzekering afsluiten bij een verzekeringsinstelling die zij zelf kiezen. Zij moeten een bewijs van inschrijving voorleggen dat door de onderwijsinstelling wordt afgeleverd, alsook een identiteitsbewijs. De bijdrage bedraagt BFR 300 per maand. De verzekering geeft recht op terugbetaling op de geneeskundige verstrekkingen, de geneesmiddelen en opname in het ziekenhuis. De studenten die een beurs hebben via het Commissariaat-generaal voor de internationale culturele samenwerking of de Europese Gemeenschap, komen, wat betreft de gezondheidszorg, ten laste van de instelling die de beurs toekent.
België
I
Studie en beroepsadvies Aan de meeste instellingen voor hoger onderwijs is een dienst verbonden voor voorlichting en documentatie betreffen de de organisatie der studies en de plaatsingsmogelijkheden op de arbeids markt. Hij werkt doorgaans samen met een psychologisch adviesbureau dat tot taak heeft de student te helpen bij alle moeilijkheden die hij bij het begin van of tijdens zijn studies kan ondervinden. Werkmogelijkheden De buitenlandse student moet gewaar schuwd worden tegen de gedachte dat hij gemakkelijk betaald werk, zelfs deel tijds, zal kunnen vinden. Zo nodig kan hij zich richten tot de sociale dienst van de instelling waar hij een opleiding volgt om zich op de hoogte te stellen van de eventuele werkaanbiedingen, als mede voor alle inlichtingen met betrek king tot de sociale wetgeving, de ar beidscontracten en de arbeidsvergunnin gen. Het gebeurt maar zelden dat nor maal stabiel en vast werk wordt aange boden.
23
zijn aangesloten vertegenwoordigt hen zowel bij de academische overheid als bij de verschillende universitaire orga nen. In het bijzonder helpt zij de bui tenlandse student zich in te burgeren en eventueel verstrekt zij hem materiële en morele steun.
Kosten van levensonderhoud Voor 1984 heeft een buitenlands stu dent die zelf in zijn levensonderhoud moet voorzien, inschrijvings en colle gegeld niet inbegrepen, een jaarlijks be drag nodig dat geschat wordt op ca. BFR 200 000. De uitgaven kunnen als volgt worden onderverdeeld: leermateriaal (cursussen, boeken, enz.) 20 000; huisvesting (5 000x 12) 60 000; voeding (8 000 χ 12) 96 000; vervoer 10 000; verplichte aan sluiting bij een ziektekostenverzekering 2 500; diversen (onderhoud, apothekers kosten enz.) 25 000. De hier opgesomde bedragen zijn eer der benaderingen. Het spreekt vanzelf dat de werkelijke uitgaven van de stu dent sterk verschillen naar gelang van zijn leefwijze.
Studentenorganisaties Huisvesting Reeds sedert lang, en met name in de universiteiten, zijn de studenten georga niseerd in talrijke verenigingen die uit een grote verscheidenheid van behoef ten in het leven werden geroepen. Som mige verenigingen dragen een cultureel of sportief karakter, andere zijn ideolo gisch of politiek georiënteerd. Heel vanzelfsprekend hebben de bui tenlandse studenten zich per nationali teit verenigd. De vereniging waarbij zij
Er bestaan verschillende mogelijkheden : studententehuizen, kamers bij particu lieren, gemeenschapstehuizen. De huisvestingsdiensten (adressen, zie Aanhangsel), verschaffen alle nodige in lichtingen omtrent de mogelijkheden op huisvestingsgebied: bovendien helpen zij de studenten bij de formaliteiten die zij moeten vervullen om de huisvesting van hun keuze te verwerven.
24
Studentenfaciliteiten Het zijn hoofdzakelijk de sociale diensten van de universitaire instellingen die instaan voor de dienstverlening voor studenten. Zij nemen een belangrijke plaats in het universitaire leven in. Hun werkterrein omvat alles wat ertoe kan bijdragen het leven aan de universiteit en de werkomstandigheden van de studenten te verbeteren en te vergemakkelijken. Zo nodig stellen ze de studenten voor specifieke inlichtingen in verbinding met een meer bevoegde dienst (adressen, zie Aanhangsel).
Faciliteiten voor gehandicapte studenten In het algemeen houden de instellingen van hoger onderwijs rekening met de bijzondere situatie waarin gehandicapte studenten zich bevinden. In elk individueel geval worden de speciale moeilijkheden met de betrokkene samen besproken, om een bevredigende oplossing te vinden. De sociale dienst van de studenten (services sociaux) bekommert zich om de begeleiding van deze studenten.
I
Studentenhandboek
Informatiebronnen
Als eerste bron van inlichtingen komen de ambassades in aanmerking (adressen, zie Aanhangsel). De studenten die meer gedetailleerde informatie wensen dienen zich evenwel rechtstreeks tot de gespecialiseerde diensten te wenden, met name: - wat betreft de studies: de Ministeries van onderwijs (bestuur van het hoger onderwijs); - wat betreft de toegangsvoorwaarden, inschrijving en collegegeld: de inschrijvingsdiensten van de onderwijsinstellingen; - wat betreft de studiebeurzen : de Gemeenschapsministeries (Commissariaat-generaal internationale culturele samenwerking); - wat betreft de ziekteverzekering, de werkgelegenheid en de kosten van onderhoud: de sociale diensten van de onderwijsinstellingen : - wat betreft de huisvestingsmogelijkheden: de diensten huisvesting van de onderwijsinstellingen.
België
Aanhangsel
I
25 Verenigd Koninkrijk 103, Eaton Square London SW1 ■S 235 54 22 Ministeriële departementen
1. Adressen Belgische ambassades in de EGlanden Denemarken Øster Allé 7 DK2100 København ■S 26 03 88 Bondsrepubliek Duitsland KaiserFriedrichStraße 7 D5300 Bonn 1 Β 21 20 015 Griekenland Rue Sékéri 3 Athens Τ 134 ■S 36 17886 Frankrijk 9. rue de Tilsit! F75840 Paris Cedex 17 ■S 38 06100 Ierland Shrewsbury House 2, Shrewsbury' Road Ballsbridge Dublin 4 V 69 20 82, 69 15 88 Italië Via dei Monti Parioli, 49 100197 Roma ■8 360 94 41; 360 94 45 Luxemburg 4, rue des Girondins Résidence Champagne L1625 Luxembourg ■B 44 27 46 Nederland I c. Andries Bickerweg 2517 J. P. 'sGravenhage » 64 49 10
Ministère de l'éducation nationa le Administration de l'enseignement supérieur et de la recherche scientifique Administration de l'enseignement secondaire Cité administrative de l'État, bloc Arcades D Β1010 Bruxelles S (02) 564 82 11 Ministère de la Communauté française Direction générale des arts et lettres Administration de l'enseigne ment artistique Avenue de Cortenberg, 158 B1040 Bruxelles •S (02)735 21 74, 735 60 40 Commissariat général aux rela tions internationales de la Com munauté française Rue Stevens 7 Β1000 Bruxelles » (02)518 12 11 Ministerie van Onderwijs Bestuur van het Hoger Onder wijs en het Wetenschappelijk Onderzoek Rijksadministratief Centrum, Arcadengebouw B1010 Brussel Β (02) 564 82 11 Bestuur van het Secundair On derwijs Koningstraat 138 B1000 Brussel ■S (02)219 34 20 Ministerie van de Vlaamse Ge meenschap Commissariaatgeneraal voor de internationale culturele sa menwerking Trierstraat 100 B1040 Brussel V (02)230 12 25 Bestuur van het Kunstonder wijs Kortenberglaan 158 B1040 Brussel ■S (02)735 6140
Universitaire instellingen Université de l'État à Liège Secrétariat de l'université Service des inscriptions Service social Service de logement Place du 20 Août 9 B4000 Liège Rijksuniversiteit te Gent Secretariaat SintPietersnieuwstraat 25 B9000 Gent Dienst inschrijvingen Rektoraat SintPietersnieuwstraat 45 B9000 Gent Sociale dienst Dienst huisvesting Sint Pietersnieuwstraat 45 B9000 Gent Université catholique de Louvain Site de LouvainlaNcuve (toutes les études universitaires, sauf cel les de médecine, de pharmacie, de science dentaire et de santé publique) Secrétariat de l'université (étu diants étrangers) Secrétariat des étudiants Halles universitaires Place de l'Université 1 B1348 LouvainlaNeuve Service social Grand'rue 16 B1348 LouvainlaNeuve Service de logement Place Polyvalente 1 B1348 LouvainlaNeuve Centre d'information et de do cumentation sur les études et les professions (CID) Rue de la Lanterne Magique 28 B1348 LouvainlaNeuve Site de LouvainenWoluwe (étu des de médecine, de pharmacie, de science dentaire et de santé publique) Secrétariat général et service des inscriptions (étudiants ét rangers) Avenue Emmanuel Mounier 50 Β1200 Bruxelles Service d'aide aux étudiants La Mairie Rue Martin V 9 B1200 Bruxelles
I
26 Service de logement La Mairie Rue Martin V 9 B1200 Bruxelles Katholieke Universiteit te Leu ven Secretariaat Dienst inschrijvingen Universiteitshal Naamsestraat 22 B3000 Leuven Sociale dienst Bogaardenstraat ! B3000 Leuven Dienst huisvesting Jan Stasstraat 12 B3000 Leuven Campus Kortrijk Faculteitengebouw Letteren en Wijsbegeerte en Rechten Universitaire Campus B8500 Kortrijk Université libre de Bruxelles Secrétariat de l'université Service d'information et d'ac cueil des étudiants Service des inscriptions Service social Avenue F.D. Roosevelt 50 Β1050 Bruxelles Service logement Cité Universitaire Avenue PaulHéger 22 B1050 Bruxelles Vrije Universiteit Brussel Secretariaat Dienst inschrijvingen Sociale dienst Dienst huisvesting Campus Oefenplein Pleinlaan 2 B1050 Brussel Université de l'État à Mons Secrétariat de l'université Service des inscriptions Place Warocqué 17 B7000 Mons Service social Service logement Rue de la GrandeTriperie 30/34 B7000 Mons Centre d'information et de counselling (CICO) R u e d e la Halle, 15 B7000 Mons
Rijksuniversitair Centrum Ant werpen Rectoraat Beukenlaan 12 B2020 Antwerpen Dienst inschrijvingen Groenenborgerlaan 171 B2020 Antwerpen Sociale dienst Dienst huisvesting Middelheimlaan 1 B2020 Antwerpen Universitaire Faculteiten Sint Ignatius te Antwerpen Secretariaat Venusstraat 35 B2000 Antwerpen Dienst inschrijvingen Sociale dienst Dienst huisvesting Prinsstraat 13 B2000 Antwerpen Universitaire Instelling Antwer pen Secretariaat Dienst inschrijvingen Sociale dienst Dienst huisvesting Universiteitsplein 1 B2610 Wilrijk Faculté polytechnique de Mons Secrétariat de la faculté Service des inscriptions Service social Service de logement Rue de Houdain 9 B7000 Mons Faculté des sciences agronomi ques de l'État à Gembloux Secrétariat de la faculté Service des inscriptions Service social Service logement B5800 Gembloux Facultés universitaires Notre Dame de la Paix à Namur Secrétariat des facultés Service des inscriptions Service social Service de logement Rue de Bruxelles 61 B5000 Namur
Studentenhandboek
Faculté universitaire catholique de Mons Secrétariat de la faculté Service des inscriptions Service social Service logement Chaussée de Binche 151 B7000 Mons Facultés universitaires Saint Louis à Bruxelles Secrétariat des facultés Service des inscriptions Boulevard du Jardin Botanique 43 B1000 Bruxelles Service social Service logement Rue du Marais 109 B1000 Bruxelles Universitaire Faculteiten Sint Aloysius te Brussel Secretariaat Dienst inschrijvingen Sociale dienst Dienst huisvesting Vrijheidslaan 17 B1080 Brussel (Koekelberg) Limburgs Universitair Centrum Secretariaat Dienst inschrijvingen Sociale dienst Dienst huisvesting Universitaire Campus B3610 Diepenbeek Fondation universitaire luxem bourgeoise Rue des Déportés 140 B6700 Arlon Andere instellingen De lijst en adressen der Neder landstalige en Franstalige instel lingen voor hoger onderwijs bui ten de universiteit, inzonderheid van het lange type, zijn hierna te vinden. Inlichtingen over instellingen voor hoger onderwijs van het korte type kunnen verkregen worden door te schrijven naar het Bestuur van het hoger onder wijs.
I
België
Hoger onderwijs buiten de uni versiteit (Franstalige instellingen) — lange type. Enseignement supérieur technique Institut supérieur industriel de Bruxelles Rue Royale 154158 B1000 Bruxelles Institut supérieur industriel Avenue Maistriau 8 B7000 Mons Institut supérieur industriel Rue SaintVictor 3 B5200 Huy
27 Institut Marie Haps Rue d'Arlon 11 B1040 Bruxelles
Institut supérieur d'architecture Rue Fabry 19 B4000 Liège
École d'interprètes internationaux Place Warocqué 17 B7000 Mons
Institut supérieur d'architecture Saint Luc Rue d'Irlande 57 B1060 Bruxelles
Institut d'enseignement supérieur Lucien Cooremans Place Anneessens 11 B1000 Bruxelles Institut supérieur de commerce SaintLouis Rue du Marais 113 B1000 Bruxelles
Institut supérieur industriel Chemin de Weyler 2 B6700 Arlon
Institut catholique des hautes études commerciales Boulevard Brand Whitlock 2 B1150 Bruxelles
Institut l'HF Avenue B1070
École des hautes études commer ciales et consulaires Rue Sohet 21 B4000 Liège
supérieur industriel de IMC Emile Gryson 1 Bruxelles
Institut supérieur industriel du Hainaut Boulevard Solvay 31 B6000 Charleroi Institut supérieur industriel liége ois Rue Armand Stévart 2 B4000 Liège Institut (ECAM Rue du B1060
supérieur industriel + ENRACI) Tir 14 Bruxelles
Institut holique Avenue B7000
supérieur industriel cat du Hainaut de l'Hôpital 27 h Mons
Institut supérieur industriel — Institut Gramme Quai du Condroz 28 B4900 Angleur Institut supérieur industriel Pier rard B6761 LatourVirton Enseignement supérieur écono mique Institut supérieur de l'État de tra ducteurs et interprètes Rue Hazard 34 Β1180 Bruxelles
Enseignement supérieur agricole
Institut supérieur d'architecture Saint Luc Chaussée de Tournai 50 B7721 RamegniesChin Institut supérieur d'architecture Saint Luc Rue SainteMarie 40 B4000 Liège Institut national supérieur des arts du spectacle et techniques de diffusion Rue Thérésienne 8 B1000 Bruxelles Institut des arts de difTusion Avenue des Blancs Chevaux 38/40 B1348 LouvainlaNeuve
Institut supérieur industriel Rue SaintVictor 3 B5200 Huy
Enseignement supérieur pédago gique
Institut supérieur industriel Boulevard Solvay 31 B6000 Charleroi
Institut d'enseignement supérieur Lucien Cooremans Place Annessens 11 B1000 Bruxelles
Institut supérieur industriel liége ois Rue de Huy 123 B4370 Waremme Enseignement supérieur social Institut des hautes études de communications sociales Chaussée de Tournai 46 B7721 RamegniesChin Enseignement supérieur artistique Institut supérieur d'architecture de l'État Place Flagey 19 B1050 Bruxelles Institut supérieur d'architecture Rue du Midi 144 B1000 Bruxelles Institut supérieur d'architecture Rue d'Havre 88 B7000 Mons
Institut supérieur de commerce SaintLouis Rue du Marais 113 B1000 Bruxelles Institut catholique des hautes études commerciales Boulevard Brand Whitlock 2 B1150 Bruxelles École des hautes études commer ciales et consulaires Rue Sohet 21 B4000 Liège Hoger onderwijs met uilzonde ring van het universitaire onder wijs (Nederlandstalige instellin gen) — lange type Technisch hoger onderwijs Stedelijke Industriële Hogeschool Antwerpen Paardenmarkt 94 B2000 Antwerpen
I
28 Katholieke Industriële Hoge school ter Kempen Technische Schoolstraat 56 B2440 Geel Katholieke Industriële Hoge school Antwerpen Salesianenlaan IA B2710 Hoboken Katholieke Industriële Hoge school De Nayer Mechelen J. De Nayerlaan 5 B2580 St KatelijneWaver Stedelijke Industriële Hogeschool Mechelen Leopoldstraat 42 B2800 Mechelen Industriële Hogeschool van het Rijk Lambert Crickxstraat 17 B1070 BrusselAnderlecht Katholieke Industriële Hoge school Groep Τ Leuven Vuurkruisenlaan 4 B3000 Leuven Katholieke Industriële Hoge school voor Limburg Limburgse Universitaire Campus B3600 Diepenbeek Industriële Hogeschool van het Rijk Maastrichterstraat 100 B3500 Hasselt Industriële Hogeschool van hei Rijk BME Schoonmeersstraat 52 B9000 Gent Industriële Hogeschool van het Rijk CTL Voskenslaan 270 B9000 Gent Katholieke Industriële Hoge school OostVlaandcrcn Marialand 31 B9000 Gent Provinciale Industriële Hoge school Karel de Goedelaan B8500 Kortrijk
Katholieke Industriële Hoge school WestVlaandcren Zeedijk 101 B8400 Oostende Agrarisch hoger onderwijs Katholieke Industriële Hoge school ter Kempen Technische Schoolstraat 56 B 2440 Geel Industriële Hogeschool van het Rijk BME Schoonmeersstraat 52 B9000 Gent Industriële Hogeschool van het Rijk CTL Voskenslaan 270 B9000 Gent Economisch hoger onderwijs
Studentenhandboek
Economische Hogeschool Lim burg Limburgse Universitaire Campus Universiteitslaan B3610 Diepenbeek Provinciaal Instituut voor hoger onderwijs Henleykaai 83A B9000 Gent Artistiek hoger onderwijs Nationaal Hoger Instituut voor bouwkunst en stedebouw Mutsaertstraat 31 B2000 Antwerpen StLukas Hoger Architectuurinsti tuut Paleizenstraat 70 B1030 Brussel
Handelshogeschool Korte Nieuwstraat 33 B2000 Antwerpen
Provinciaal Hoger Instituut voor architectuur Gouv. Verwilghensingel 3 B3500 Hasselt
Provinciaal Hoger Instituut voor Bestuurswetenschappen Koningin Elisabethlei 18 B2018 Antwerpen
Hoger Architectuurinstituut St Lukas Zwarte Zustersstraat 30 B9000 Gent
Katholieke Vlaamse Hogeschool — Hoger Technisch Instituut De Bomstraat 11 B2018 Antwerpen
Hoger Architectuurinstituut van de stad Gent Prof. Kluyskensstraat 2 B9000 Gent
Hoger Instituut voor vertalers en tolken Schildersstraat 41 B2000 Antwerpen Economische Hogeschool St Aloysius Broekstraat 113 B1000 Brussel Administratieve economische Hogeschool Trierstraat 94 B1040 Brussel Hoger Rijksinstituut voor verta lers en tolken Trierstraat 84 bus 11 B1040 Brussel Vlaamse Economische Hoge school Brussel Brabantstraat 228 B1030 Schaarbeek
Pedagogisch hoger onderwijs Handelshogeschool Korte Nieuwstraat 3 B2000 Antwerpen Economische Hogeschool St Aloysius Broekstraat 113 B1000 Brussel Administratieve economische Hogeschool Trierstraat 94 B1040 Brussel Vlaamse Economische Hoge school Brabantstraat 228 B1030 Brussel
België
I
29
1983. Uitgegeven door de Cen trale voor studie en beroeps oriëntering en psychomcdisch sociale centra. 280 blz. Prijs 250 BFR. Te verkrijgen bij de C.S.B.O., M. Lemonnierlaan 129, Technisch hoger onderwijs van de B1000 Brussel. derde graad University Studies in Flanders (Belgium). An information Hoger Rijksinstituut voor toneel brochure for foreign students. en cultuurspreiding Uitg. 1983. Uitgegeven door de Naamsestraat 54 Vlaamse Universitaire Raad. B1000 Brussel Egmontstraat 5, B1050 Brussel Economische Hogeschool Lim burg Limburgse Universitaire Campus Universiteitslaan B3610 Diepenbeek
Franstalige publikaties 2. Bibliografie Nederlandstalige publikaties Studiegidsen en inlichtingenbro chures uitgegeven door de uni versitaire instellingen (uitg. 1984 85). Te verkrijgen bij de univer sitaire instellingen (adressen hier voor). Lijst der instellingen voor hoger onderwijs. Bestuur van het hoger onderwijs en het wetenschappe lijk onderzoek. Ministerie van Onderwijs, Brussel 1983. Te ver krijgen bij het Bestuur voor het Hoger Onderwijs. Universitair Onderwijs. Wetten en besluiten. Teksten bijgewerkt tot en met 31.5.1983. Bestuur van het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, Mi nisterie van Onderwijs. Te ver krijgen bij de Dienst Verkoop van Publikaties, Rijksadministra tief Centrum, Arcadengebouw, blok D, 2de verd. B1010 Brus sel. University Studies in Flanders (Belgium). An information bro chure for foreign students. Uitg. 1983. Uitgegeven door de Vlaam se Universitaire Raad. Egmont straat 5, Β1050 Brussel. Jaarverslag 1983. Dienst voor universitaire statistiek. Universi taire Stichting, Brussel 1983. Tweetalige uitgave (Nederlands en Frans). Wordt gratis uitge deeld. Universitaire Stichting, Eg montstraat 11, B1050 Brussel. Studeren buiten de universiteit. Gegevens bijgewerkt tot juni
Programmes des cours publiés chaque année par les universités belges (Editions 1983/1984). Ecrire aux universités. Liste des établissements d'enseig nement supérieur. Administration de l'enseignement supérieur et de la recherche scientifique — Mi nistère de l'Education nationale, Bruxelles 1983, 40 p. Ecrire ou s'adresser à l'Administration de l'Enseignement supérieur, Cité administrative de l'Etat, Bloc Ar cades D B1010 Bruxelles. Enseignement universitaire — Re cueil des lois et des règlements. Brochure 1 — Administration de l'enseignement supérieur et de la recherche scientifique — Mi nistère de l'Education nationale, Bruxelles 1978, 72 p. Prix: BFR 120. Ecrire ou s'adresser au Service des publications, 123, rue Royale, B1000 Bruxelles. Rapport annuel 1983 — Bureau des statistiques universitaires. Fondation universitaire, Bruxelles 1983, 375 p. Publication en fran çais ou en néerlandais. Ecrire ou s'adresser à la Fondation univer sitaire, 11, rue d'Egmont, Bruxel les. Les études supérieures et les étu des supérieures universitaires. (2 brochures) CEDIEP (Centre de documentation et d'informa tion sur les études et les profes sions), Bruxelles 1983, 262 et 277 p. Prix: BFR 150. Ecrire ou s'adresser au CEDIEP, 296/Bte 8, avenue de Tervuren, B1150 Bruxelles.
Demain étudiant. Université libre de Bruxelles, Bruxelles 1982, 154 p. Prix: BFR 50. Ecrire ou s'adresser à l'Université libre de Bruxelles, 50 avenue F.D. Roose velt, B1050 Bruxelles. Guide du futur étudiant de l'Uni versité Catholique de Louvain, 351 p. Editions Wesmael Char lier. Prix: BFR 50. Ecrire ou s'adresser au Centre d'informa tion et de documentation, 28 rue de la Lanterne magique, B1348 LouvainlaNeuve.
I
30
Studentenhandbock
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Organigram van de universitaire studies bekroond met een wettelijke graad (Franstalige instellingen) Nombre d'années d'études
Philosophie
Candidat
I en philosophie
Licencie
Candidat
Licencie en histoire
Philologie classique
Philologie romane
Philologie germanique
Candidat
Licencié
Docteur en philosophie et lettres ι
en philologie classique Candidat
Licencié en philologie romane
Candidat
fi 11
Licencié en philologie germanique
Docteur en d r o i t ; Droit et notarial
Mathématiques
Physique
Candidat Licencié en sciences mathématiques Candidat
Licencié en sciences physiques
Candidat
Licencié en sciences chimiques
Géologie ci minéral.
Biologie
Géographie
Candidat Licencié en sciences géologique et minéralogique Candidat en se. biologiques
Docteur en sciences '
Licencié en se. zoologiqucs Licencié en se. botaniques
Candidat Licencié en sciences géographiques Candidat en scienc. pharmaceutiques Candidat en sciences médicales
Science dentaire Médecine vétérinaire
Candidat en science dentaire
Licencié en science dentaire
Candidat en sciences vétérin. Candidat ing. civil
Docteur en médecine, chirurgie et accouchements
Docteur en médecine vétérinaire Ingénieur civil des mines
Candidat ing. civil
Ingénieur civil des constr.
Métallurgie
Candidat ing. civil
Ingénieur civil-métallurgiste
Chimie
Candidat ing. civil
Ingénieur civil-chimiste
Electricité
Candidat ing. civil
Ingénieur civil-électricien
Mécanique
Candidat ing. civil
Ingénieur civil-mécanicien
Constructions navales
Candidat ing. civil
Ingénieur civil des constructions navales
Candidat ing. civil
Ingénieur civil-architecte
Candidat ing. civil
Ingénieur civil de l'industrie textile Ingénieur agronome
η
Agronomie et chimie
Candidat ingénieur agronome Ingénieur chimiste et des industries agricoles
1 Ten minste één jaar studie na het behalen van het diploma van licentiaat. Ten minste twee jaar studie na het behalen van het diploma van licentiaat. ' Ten minste twee jaar studie na het behalen van het diploma van doctor, licentiaat in het notariaat, licentiaat in de tandheelkunde, apotheker of ingenieur. 7
België
I
31
Organigram van de universitaire studies bekroond met een wettelijke graad (Nederlandstalige instellingen) Aantal jaren studie
Wijsbegeerte
Kandidaat
Licentiaat in de wijsbegeerte
Kandidaat
Licentiaat in de geschiedenis
Klassieke filologie
Kandidaat
Licentiaat
Doctor in de letteren en wijsbegeerte ■
in de klassieke filologie
Romaanse filologie
Kandidaat Licentiaat in de Romaanse filologie
Germaanse filologie
Kandidaat Licentiaat in de Germaanse filologie Doctor Ín de rechten
;
Rechten en notanaat Lic. in het notariaat Kandidaat Licentiaat in de wiskundige wetenschappen Kandidaat Licentiaat in de natuurkundige wetenschappen Kandidaat Licentiaat in de scheikundige wetenschappen Aardkunde en del fstofk unde
Biologie
Aardrijkskunde
Apotheker
Kandidaat Licentiaat in de aardkundige en de delfslolkundige wetenschappen
Kandidaat in de biologische wetenschappen
Lic. in de dierkundige weten schap. Lic. in de plantkundige weten schap.
Kandidaat Licentiaat in de aardrijkskundige wetenschappen Kandidaat in de farmaceutische wet.
Apotheker
Kandidaat in de geneeskundige wetenschappen Tandheelkunde
Diergeneeskunde Mijnen
Doctor in de wetenschappen '
Kandidaat in de tandheelkunde
Doctor in de gences, heet en verloskunde
Licentiaat in de tandheelkunde
Kandidaaat in de diergeneeskundige wetenschappen
Doctor in de diergeneeskunde
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk mijningenieur
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk bouwkundig ingenieur Burgerlijk metallurgisch ingenieur
Metallurgie
Kand. burg. ingenieur
Scheikunde
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk scheikundig ingenieur
Electro techniek
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk eleclrotcchnisch ingenieur
Werktuigkunde
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk werktuigkundig ingenieur
Schee ps bouwkunde
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk scheepsbouwkundig ingenieur
Architectuur
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk ingenieurarchitect
Textielnijverheid
Kand. burg. ingenieur
Burgerlijk ingenieur der textielnijverheid Landbouwkundig ingenieur
Landbouw en scheikunde
Kandidaat landbouwkundig ingenieur
Ing. voor de scheikunde en de landbouwindustrieën
1 Ten minste één jaar studie na het behalen van het diploma van licentiaat. Ten minste twee jaar studie na het behalen van het diploma van licentiaat. ' Ten minste twee jaar studie na het behalen van het diploma van doctor, licentiaat Ín het notariaat, licentiaat in de tandheelkunde, apotheker of ingenieur.
I
32 Universitaire studies bekroond met een wettelijke graad (Franstalige instellingen)
Studentenhandbock
2 ■ 3
'SÌ 'Sb 'Sb
o 'SI
£ o 2 o 3 _o *;
o 2
'i I l a i
s
il
i 'S ρ sI S S
u ς« h C u ΐί W C C
¿5 s υ S u S S
Université de l'Etat à Liège Université libre de Bruxelles Université catholique de Louvain Université de l'État à Mons Facultés universitaires NotreDame de la Paix à Narnur Facullé polytechnique de Mons Facultés universitaires St Louis à Bruxelles Faculté des sciences agronomiques de Gembloux
ii ?
2 £ o 2 Rijksuniversiteit te Gent Vrije Universiteit Brussel Katholieke Universiteit te Leuven Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk Universiteit Antwerpen Rijksuniversitair Centrum Universitaire Instelling Antwerpen Universitaire Faculteiten StIgnalius Limburgs Universitair Centrum Universitaire Faculteiten SintAloysius
£ £ 2o *
Scheikund Geologie e Dierkunde
e s s -S ■a ï α «
c
2t Q.
si
a»
a
3
fl
T3
¡g
u. ■3
1
§ I Diergenees Toegepaste Mijnen Bouwkund Metallurgie
Universitaire studies bekroond met een wettelijke graad (Nederlandstalige instellingen)
a $
I
België
8
8
O
• Volledige studies < Alleen de kandidatuur
o
IJ il c 'Π Sb jz < CÄ < O
flς si
c
'3 -a ϋ £
Is£ S
Η
κ
cunde en lan
1 a s s > υ
T3
X)UW
T3
WDwwetensc
1
¥ 3
S o. a
i il S
• Volledige studies 4 Alleen de kandidatuur ■ Alleen de licentiaat
33
I
34 Universitaire studies bekroond met een wettelijke graad (Franstalige instellingen) c
3
S
rt a S
a
Studentenhandboek
8 .S
ñ
3
a B
« C
. S
κ
3
t £ 3 J J J3
=3 'Ui £
« :
[îispan mes, i ;k' sla
gieuses losophic enees histo tres classiq 1res roman 1res nécrla
& s8 iß Tí3 •g
■§12 α.
il
ϊ ϊ ϊ ί
Ιi
cr Ό
C O
Is
1 ï
« 5Ó Μ Ϊ Ό õ a . j J X 'lÜ α.
O 3
¿j I
(j 3
Ξ -a o o Λ
C O
1 S|I Ι* SM·? s g
1 ° 'Sg =S seï S.g Β ¿ g. * i 5
1 '1 s .a Ί I
S u o Õ o Κ Ε rã .2 .Τ "Ja « S» '
i ι ί » f i 111 -s
■s Β-1 f -S ? í o = . s S g "3 .§ S S S 5 S- ·Ε g ο Ϊ ί ΐ ι 3 « ζ » θ ι ο < ί £ ί 5 Rijksuniversiteit te Gent Vrije Universiteit Brussel Katholieke Universiteit te Leuven Rijksuniversitair Centrum te Antwerpen Universitaire Instelling Antwerpen Universitaire Faculteiten StIgnatius te Antwerpen Limburgs Universitair Centrum Universitaire Faculteiten SintAloysius te Brussel
Ulli
IIII!
ά * ι s § S. JS ε « s
'S I s § a
SI* H s S ai u3 H
Β O
8 S
Ei ΕΛ Λ ΕΛ
Université de l'État à Liège Université libre de Bruxelles Université catholique de Louvain Université de l'Étal à Mons Facultés universitaires NotreDame de la Paix à Namur Faculté polytechnique de Mons Facultés universitaires St Louis à Bruxelles
Universitaire studies bekroond met een wettelijke graad g (Nederlandstalige i instellingen) |l |
o 3
o cr σ" σ
ε oε «2I ti
o co
-
I I si -α -α ϋ S
I
België
35
I: 3
*
■a Β 'Π
M
Si
11
.f s
K
CP
s a i l 's. S I a 'I 'S ' —
tl aII '5 cS 111
—
Έ S ζ ¿i -a ¡a J3 '« ■
ü
s. .a
IJ
ä ■3 :
II Ig |g.6
s
3 § .= c
Il
5
• Volledige studies ^ Alleen de kandidatuur ■ Alleen de licentiaat
Volledige studies
* Alleen de kandidatuur
S 3 := 8 2 s -s. S
••g s § s § i a s
c
S ij
•
O
■s. ?
I
36
Studentenhandboek
Studies georganiseerd in het hoger onderwijs buiten de universiteit (Franstalige instellingen) DE TYPE LONG
DE TYPE COURT
Enseignement supérieur technique
Ingénieur industriel en : ' Construction Mécanique ou électromécanique Électricité Électronique Chimie Énergie nucléaire Textile Industrie
Assistantingénieur Gradué(c) en régulation et automation Gradué(e) en chimie et biochimie (di verses spécialités) Gradué(e) en construction Gradué(e) en électromécanique Gradué(e) en mécanique Gradué(e) en électronique Gradué(e) en électronique et automa tion Gradué(e) en photographiecinéma Gradué(e) en moteur et expertises automobiles Gradué(e) en industrie de l'habillement
Enseignement supérieur économique
Commerce: a) licencié(e) en sciences commerciales et financières b) Iicencié(e) en sciences commerciales et consulaires c) licencié(e) en sciences commerciales et administratives d) ingénieur commercial e) licencié(e) en sciences commerciales appliquées aux pays en voie de développement Langues : a) licencié(e)traductcur b) licencié(e)interprète Administration : licencié(e) en sciences administratives
Gradué(c): Hôtesse d'accueil Assurances Commerce Comptabilité Distributionmarketing Hôtellerie Informatique et programmation Secrétariat: a) de direction b) langues modernes c) médical Tourisme et loisirs Sciences juridiques
Enseignement supérieur agricole
Ingénieur industriel en agriculture ■
Architecte des jardins et du paysage Gradué(e) en coopération et technique agricole internationale: a) agriculture tropicale et subtropicale b) industries agricoles
Enseignement supérieur paramédical
Infirmier^e) gradué(e) hospitalier(e) Infinmier(e) gradué(e) de pédiatrie Infirmierte) gradué(e) social(e) Infirmierte) gradué(e) accoucheurfeuse) Infirmici^) gradué(e) psychiatrie Gradué(e) en kinésithérapie Graduc(e) en ergothérapie Gradué(e) en logopedie Gradué(c) en diététique AssÎ5tant(e) de laboratoire clinique Assistant(e) de laboratoire chimique
België
I
37
Studies georganiseerd in het hoger onderwijs buiten de universiteit (Franstalige instellingen) (vervolg) DE TYPE LONG
DE TYPE COURT
Enseignement supérieur social
Du 3 e degré : : Techniques de diffusion et communications sociales
De type court: Auxiliaire social Conseiller social Assistant(e) en psychologie Bibliothécaire documentaliste
Enseignement supérieur artistique
De type long: Architecte
De type court: 3 Gradué(c) : Architecte d'intérieur Arts du tissu Arts graphiques Arts plastiques Dessin d'architecture Esthétique industrielle Modéliste Photographie et cinéma
Du 3 e degré : * Arts du spectacle et techniques de diffusion
Enseignement supérieur pédagogique
1
De type long: Agrégé(e) de l'enseignement secondaire superieur - commerce
Publicité-étalage Arts du spectacle et techniques de diffusion Décoration pour l'industrie de la céramique, du verre et du livre De type court: In stituteuri trice) préscolaire Instiluteur(tricc) primaire Éducateur(tricc) Agrégé(e) de l'enseignement secondaire inférieur (régent): a) commerce b) habillement-modéliste c) arts plastiques d) langue maternelle-histoire e) langues modernes 0 mathématiques g) sciences-géographie h) éducation physique-biologie i) économie ménagère j) économie ménagère agricole k) enfance inadaptée 1) de cours techniques
Nieuwe graad opgericht door de wet van 18 februari 1977 betreffende de organisatie van het onderwijs en inzonderdheid van het technisch en agrarisch hoger onderwijs van hel lange type. Voorlopige rangschikking. ' De bevoegdheid van deze opleidingen berust bij het Ministère de la Communauté française - Direction générale des arts et lettres.
2
I
38
Studentenhandboek
Studies georganiseerd in het hoger onderwijs buiten de universiteit (Nederlandstalige instellingen) LANGE TYPE
KORTE TYPE
Technisch hoger onderwijs
Industrieel ingenieur: ' - bouwkunde - elektromechanica - elektriciteit - chemie - mechanica - kernenergie - textiel
Gegradueerde : - automechanica - autotechnieken - bedrijfsmechanisatie - biochemie - bouwbedrijf - boek bedrij f - bouwplaatstechnologie - cinematographic - elektromechanica - elektronica - fotografie - gistingsbedrijven - grafische bedrijven - industriële meettechnieken en instrumentatie - industriële onderhoudstechnieken - industriële milieuzorg - industriële chemie, industriële scheikunde - klimatisatie - mechanica - microcompressor- en teletechnieken - onderhoudstechnieken - scheikunde, chemie - textiel - topografie
Economisch hoger onderwijs
Handel : - Lic. handels- en bestuurswetenschappen - Lic. handels- en consulaire wetenschappen - Lic. handels- en financiële wetenschappen - Handelsingenieur Talen : - Licentiaat tolk - Licentiaat vertaler Administratie : - Lic. bestuurswetenschappen
Gegradueerde : - bedrijfsadministratie - boekhouden - boekhouden en administratie - boekhouden en bankwezen - boekhouden en bedrijfsbeheer - boekhouden - fiscaliteit - boekhouden - informatica - boekhouden - organisatie - fiscaliteit - distributie - distributie en marketing - expeditie - handel - informatica informatica-systeemanalyse informatica-programmering - hotelbedrijf - marketing - medisch secretariaat - public relations - public relations - onthaal - secretariaat - secretariaat - distributie - secretariaat - moderne talen
België
I
39
Studies georganiseerd in het hoger onderwijs buiten de universiteit (Nederlandstalige instellingen) (vervolg) LANGE TYPE
KORTE TYPE - talen - toerisme - toegepaste communicatiewetenschappen met public relations - verta 1er-tol k - verzekering
Agrarisch hoger onderwijs
Industrieel ingenieur: ' landbouw
Gegradueerde : - landschaps- en tuinarchitectuur
Paramedisch hoger onderwijs
Gegradueerde: - arbeidstherapic - diëetleer - klinische scheikunde - kinesitherapie - logopedie - kindervcrplcging - psychiatrische verpleging - sociale verpleging - vroedvrouw - ziekenhuÌ5verpleging - farmaceutische en biologische technieken
Sociaal hoger onderwijs
Gegradueerde : - assistent in de psychologie - lichamelijke opvoeding - maatschappelijk adviseur - maatschappelijk bijstand - orthopedagogie
Hoger kunstonderwijs van de tweede graad
Binnenhuisarchitectuur
Hoger kunstonderwijs van de derde graad
Industriële vormgeving
Hoger technisch onderwijs van de tweede graad
Binnenhuisarchitectuur
Hoger technisch onderwijs van de derde graad
Cultuurspreidingstechnieken - film - toneel - radio - TV - technieken voor sociale communicaties
Artistiek hoger onderwijs
Architect assistent: gegradueerde: - binnenhuisarchitectuur - cultuurspreidingstechnickcn - beeld - geluid - montage - assistentie - animatie - plastische kunsten - sierkunsten
I
40
Studentenhandboek
Studies georganiseerd in het hoger onderwijs buiten de universiteit (Nederlandstalige instellingen) (vervolg)
Pedagogisch hoger onderwijs
LANGE TYPE
KORTE TYPE
Geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs
kleuteileid(st)er onderwij zer(es) geaggregeerde van het lager secundair onderwijs: (regentaat) - Frans - geschiedenis - lichamelijke opvoeding - Nederlands - Engels - plastische kunsten - wetenschappen - aardrijkskunde - wiskunde - elektriciteit - handel - hout - huishoudkunde - kleding - land- en tuinbouw - mechanica - nijverheid - plastische kunsten - schoonheidsverzorging
Nieuwe graad opgericht door de wet van 18 februari 1977 betreffende de organisatie van het onderwijs en inzonderdheid van het technisch en agrarisch hoger onderwijs van het lange type. Deze vervangt de derde graad van ingénieur technicien.
België
I
4. Verklarende woordenlijst Aanvullende graad: universitaire graad waarmee specialisatiestudies voor houders van een universitair einddiploma worden bekroond: licentiaat, doctor, ingenieur, enz. Bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs: diploma dat wordt toegekend na welslagen voor het maturiteitsexamen/examen de maturité. Het verleent toegang tot alle universitaire studies met uitzondering van de studies voor burgerlijk ingenieur. Diploma: officieel document dat als bewijsstuk geldt voor het bezit van de overeenstemmende graad en op de daaraan verbonden rechten. Doctor: — tweede graad van het universitair onderwijs toegekend in de geneeskunde en in de diergeneeskunde na vier en drie jaar studie volgend op de kandidatuur. Er moet geen proefschrift worden ingediend; — in alle andere studierichtingen is het de derde graad van het universitair onderwijs. Hij wordt dan toegekend na ten minste één of twee jaar studie volgend op de licentie en het indienen en de verdediging van een proefschrift. Faculteit: a) onderverdeling van de universiteit waarin de opleidingen zijn samengebracht voor elk der belangrijkste takken van de wetenschap waartoe zij behoren, b) wettelijke benaming van sommige universitaire instellingen die gemachtigd zijn één of meer welbepaalde opleidingen te verstrekken. Geaggregeerde voor het hoger onderwijs: de hoogste graad van het universitair onderwijs. Hij wordt gewoonlijk na het doctoraat toegekend en verleent de bevoegdheid om universitair onderwijs te verstrekken. Geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs: graad van het universitair onderwijs die op hetzelfde ogenblik als ook na de
41 graad van licentiaat kan behaald worden en die aan de titularis het recht toekent één of meer vakken te onderwijzen op het niveau van het hoger secundair onderwijs. Geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs: graad van het pedagogisch hoger onderwijs die aan de titularis het recht toekent één of meer vakken te onderwijzen op het niveau van het lager secundair onderwijs. Gegradueerde: titel van hoger onderwijs met uitzondering van het universitair onderwijs waarmee studies van het korte type worden bekroond (cyclus van 2 of 3 jaar) in de verschillende studierichtingen die in het onderwijstype worden ingericht. Gelijkgestelde instelling: universitaire instelling die bij de wet gelijkgesteld is met de universiteiten voor het uitreiken van welbepaalde wettelijke diploma's. Graad: rang die na de studiecyclus in het universitair onderwijs wordt toegekend na het afleggen van een examen t.o.v. een bevoegde examencommissie. Hoger onderwijs: algemene term die het geheel van de post-secundaire opleidingen aanduidt en dekt. Het betreft het universitair onderwijs en het hoger onderwijs met uitsluiting van het universitair onderwijs. Hoger onderwijs met uitsluiting van het universitair onderwijs: dit onderwijs omvat het hoger technisch onderwijs, het economisch hoger onderwijs, het agrarisch hoger onderwijs, het paramedisch hoger onderwijs, het sociaal hoger onderwijs, het artistiek hoger onderwijs en het pedagogisch hoger onderwijs. Het verstrekt hoofdzakelijk een opleiding, op verschillende niveaus, tot kaderfuncties in de verschillende sectoren van het economisch leven (landbouw, nijverheid, handel), tot het beroep van architekt en tot beroepen met artistieke inslag, het beroep van vertaler en van tolk, medische
beroepen en functies in de sectoren van het onderwijs en de opvoeding. Homologatiecommissie: officiële commissie die ermee belast is na te gaan of de studies in het secundair onderwijs werden doorlopen overeenkomstig de wettelijke en reglementaire voorschriften. Kandidaat: eerste graad van het universitair onderwijs. Hij wordt behaald na twee of drie jaar studie. Kleuterleid(st)er : diploma van het hoger pedagogisch onderwijs uitgereikt na twee jaar studie aan de toekomstige leraars of leraressen van het kleuteronderwijs (kinderen van 3 tot 6 jaar). Licentiaat: tweede graad van het universitair onderwijs (letteren, wetenschappen, rechten) en van het hoger onderwijs van het lange type (handelswetenschappen, tolk, vertaler). Wordt toegekend na 2 of 3 studiejaren, die volgen op de kandidatuur. Maturiteitsexamen: examen dat op het einde van het secundair onderwijs wordt afgelegd en dat bekroond wordt met het bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs. Normaalschool : inrichting voor pedagogisch hoger onderwijs waar het toekomstig personeel van het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het lager secundair onderwijs wordt opgeleid. Onderwijzer(es) : diploma van het pedagogisch hoger onderwijs uitgereikt na 2 jaar studie aan de toekomstige leraars van het lager onderwijs (kinderen van 6 tot 12 jaar). Proefschrift: persoonlijk werk over een onuitgegeven onderwerp, van hoog wetenschappelijk gehalte, voorgedragen en verdedigd met het oog op het behalen van de graad van doctor of van geaggregeerde van het hoger onderwijs. Bovendien moet het proefschrift voor de graad van geaggregeerde voor het hoger on-
I
42 derwijs een reële bijdrage zijn tot de vooruitgang van de wetenschap. Statistiek (zie Aantal studenten): 1982-83 Totaal der studenten 96 795 in België: Totaal der buitenlandse 11 871 studenten : Totaal der studenten 4 203 van de EG: 11 Denemarken : 682 Bondsrepubliek Duitsland 441 Griekenland : 577 Frankrijk: 21 Ierland : 733 Italië: 601 Luxemburg: 9S9 Nederland: 148 Verenigd Koninkrijk:
Stelling: thesis die door de kandidaat voor de graad van doctor of van geaggregeerde voor het hoger onderwijs terzelfdertijd als zijn proefschrift wordt verdedigd. Universitair onderwijs: het door de universitaire instellingen ingericht hoger onderwijs. Het vormt de hogere kaders die belast zijn met het speurwerk en het scheppen, het toepassen of het doorgeven van kennis. Universiteit: benaming waarmee in de wet de instellingen voor hoger onderwijs worden genoemd die uit een geheel van faculteiten bestaan en waar onderwijs wordt ingericht met het oog op het toekennen van de academische graden. Verhandeling: eindwerk dat wordt ingediend voor het behalen van de graad van licentiaat. Met zijn licentiaatsverhandeling bewijst de student dat hij bekwaam is om een correcte uiteenzetting te geven van de resultaten van een persoonlijk, objectief en methodisch werk. Wetenschappelijke graad: universitaire graad waarmee studies worden bekroond waarvoor de toelatingsvoorwaarden, het examenprogramma en de studieduur door de universitaire instelling worden vastgesteld.
Wettelijke graad: universitaire graad waarmee studies worden bekroond waarvoor de toelatingsvoorwaarden, het examenprogramma en de studieduur bij wet zijn bepaald.
Studentenhandbock
43
Denemarken
Denemarken
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
44
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
48
Kennis van de onderwijstaal
51
Toelagen en beurzen
52
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
53
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/ Werkmogelij kheden / Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten/Faciliteiten voor gehandicapte studenten
53
Informatiebronnen
56
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
57
44
Organisatie van het hoger onderwijs
In Denemarken omvat het begrip videregående uddannelser (voortgezette opleiding; hoger onderwijs) zowel het hoger academisch onderwijs als ook een hele reeks over het algemeen kortere opleidingen. Het hoger onderwijs ressorteert onder de staat: de meeste instellingen voor hoger onderwijs onder het ministerie van onderwijs en enkele (scholen voor bouwkunde, conservatoria, kunstacademie) onder het ministerie van cultuur. De handelshogescholen nemen een bijzondere plaats in. omdat het autonome instellingen zijn. Alle instellingen voor hoger onderwijs in Denemarken genieten vrijheid van studie en onderzoek, maar het betrokken ministerie schrijft het leerpakket voor evenals de toelatingseisen, de verwerving van academische graden en de aanstelling van docenten en wetenschappelijke medewerkers.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs De instellingen voor hoger onderwijs vallen in drie groepen uiteen : 1. de universiteiten (universiteter) in Kopenhagen, Århus en Odense, die onderzoek verrichten en voortzetting van de studie in de traditionele academische vakgebieden aanbieden;
I
Studentenhandboek
2. de universiteitscentra (universitetscentre) in Roskilde (RUC) en Aalborg (AUC), die onderzoek verrichten en onderwijs geven zowel in de traditionele academische vakgebieden als in nieuwe onderzoekgebieden; 3. 14 hogescholen (højere læreanstalter), waaraan een hele serie opleidingen wordt gegeven, die in Denemarken buiten de universiteit vallen: Denemarks technische hogeschool en Denemarks ingenieur-academie; hogescholen voor tandheelkunde; hogeschool voor farmacie; diergeneeskundige- en landbouwhogeschool; handelshogescholen en afdelingen daarvan; kunstacademie; architectuurscholen; pedagogische academies; conservatoriums. Het recht op toegang tot de instelling voor hoger onderwijs wordt in de regel door het studentereksamen (eindexamen) respectievelijk het Højere Forberedelseseksamen (hoger voorbereidend examen) verkregen. Een andere mogelijkheid biedt het Hojere Handelseksamen (hogere handelsexamen). Andere voortgezette opleidingen: naast de eigenlijke academische opleiding is er een reeks andere opleidingen, die gegeven worden aan instellingen die zelf geen onderzoek verrichten, maar waar het onderwijs in bepaalde omvang is gebaseerd op onderzoekresultaten van de universiteiten en hogere onderwijsinstellingen. Deze opleidingen voor bepaalde beroepen omvatten de opleiding tot onderwijzer (25 seminaries), Physiotherapeut, ergotherapeut (6 scholen), technisch ingenieur (8 technische hogescholen/teknika), bibliothecaris (bibliotheek-
Denemarken
I
school; twee afdelingen), journalist (journalistenhogeschool in Aarhus), vroedvrouw (vroedvrouwenschool, twee afdelingen), kleuter- en vrije tijdspedagoge (26 seminaries), leraar huishoudkunde (2 seminaries), sociaal pedagoog ( 13 seminaries). De opleiding tot maatschappelijk werker wordt aan vier sociale academies of als bovenbouwstudie aan het universiteitscentrum van Aalborg gegeven. De voorwaarden tot toelating voor deze opleidingen zijn verschillend, omdat ook andere voorwaarden als het ,,studentereksamen", de HF, het hogere handelsexamen de toelating tot enkele van deze opleidingen mogelijk maken: bijvoorbeeld een negen- tot tienjarig schoolbezoek alsmede extra daartoe of beroepservaring of een op het beroep voorbereidende opleiding of speciale toelatings- of extra-examens.
Aantal studenten In 1984 waren er aan de 19 instellingen voor hoger onderwijs in Denemarken in totaal 73 965 studenten, waarvan 2 410 buitenlanders (= 3,3%) en daarvan 504 (is 21%) uit EG-landen (zie ook tabellen in Aanhangsel).
Organisatie en afsluiting van de studies Het Deense hoger onderwijs kent het academische jaar. De colleges worden normaal van september tot kerstmis en van februari tot juni gegeven. Het onderwijs wordt in de Deense taal gegeven.
45
Zonder specifiek in te gaan op iedere opleiding of ieder afsluitend examen aan de verschillende opleidingen voor hoger onderwijs, zal getracht worden in het kort een schets te geven van de zeer uiteenlopende wijze waarop de opleidingen kunnen worden afgesloten. Sommige afsluitende examens of studies geven direct toegang tot functies in de openbare of particuliere sector, terwijl bij andere (zie hieronder) een verdere opleiding ter verwerving van een beroepsbevoegdheid vereist is. Het betrokken ministerie stelt volgens voorschrift de algemene regels vast voor examens, examencijfers en andere het examen betreffende zaken. De inrichting van de studie en examens worden bepaald door de instellingen voor hoger onderwijs. Aan de universiteiten is het kandidateksamen (kandidaatsexamen) voor de klassieke universiteitsopleidingen als theologie, de sociale wetenschappen, medicijnen, de mens- en natuurwetenschappen het meest algemene afsluitende examen. Aan iedere faculteit van de universiteit kunnen één of meer kandidaatsexamens worden afgelegd. De gemiddelde studieduur varieert al naar gelang de instelling. Aan de universiteiten is een studieduur van acht jaar niet ongewoon. Om de bevoegdheid te verwerven om in de praktijk het beroep uit te oefenen, bij voorbeeld als leraar aan een gymnasium, als arts, advocaat of predikant, is een verdere opleiding in de vorm van aanvullende colleges of practica noodzakelijk: deze worden buiten de universiteiten gegeven. De universiteiten verlenen ook andere academische graden: de magistergrad (in de filosofische en enkele ver-
46 wante vakken) en de licentiatgrad (de eerste post-graduate graad). Om als liccntiaatstudent te worden toegelaten, is ten minste een kandidaatsexamen vereist. Het Deense licentiat is ongeveer vergelijkbaar met een buitenlandse Ph.D.-graad. Ten slotte is er de doktorgrad, waarvoor het volgen van onderwijs niet verplicht is. maar alleen een dissertatie, die een meerjarig zelfstandig onderzoek op een zeer hoog niveau veronderstelt. Iedere faculteit verleent een of meer licentiaats- en doctorsgraden. De universiteitscentra bieden een eenjarige (Aalborg) of een tweejarige (Roskilde), op een project georiënteerde basisopleiding als voorbereiding tGt een bovenbouwstudie op middelbaar of kandidaatsniveau. De kandidaatsstudies aan de universiteitscentra omvatten zowel traditionele kandidaatsexamens als een reeks nieuwe opleidingen. Aan sommige hogescholen — Danmarks tekniske Højskole (ingenieursopleidingen), Kgl. Veterinær- og Landbohøjskole (opleidingen op het terrein van de landbouw, bosbouw, tuinbouw, het melk- en het levensmiddelenbedrijf); Danmarks farmaceutiske Højskole en de Tandlægehøjskole in Kopenhagen en Århus — worden de opleidingen afgesloten met een kandidateksamen in de betreffende studierichting. De handelshogescholen bieden, naast de kandidatgrader in handelswetenschap en handelstaai. een serie opleidingen op middelbaar niveau die of mel afgangseksaminer (eindexamens), of diplomeksaminer (diploma-examens) of met erhvervssproglig (basisstudie in economische begrippentaal) kunnen worden afgesloten. De opleiding aan de Lærerhøjskolen (pedagogische academie), die alleen
I
Studentenhandboek
voor onderwijzers bedoeld is. omvat zowel voortgezette cursussen als ook een studie die opleidt tot het kandidateksamen. Net als aan de universiteiten kan men aan deze instellingen voor hoger onderwijs het licentiaat en de doctorsgraad verwerven. De Kunstakademiets Arkitektskole en de Arkitektskolen in Århus leveren einddiploma's af na een voltooide architectenopleiding. Aan de Kunstakademiet in Kopenhagen worden opleidingen gegeven op het gebied van de beeldende kunsten, de kunstpedagogiek en voor de conservatorstudie. Aan de Kgl. dansk Musikkonservatorium worden de opleidingen op verschillende niveaus beëindigd, die tot banen in het onderwijs (muziekpedago(o)g(e) met staatsdiploma) of tot aanstelling als orkestmuzikant of koorzanger leiden. Er worden ook solisten opgeleid, die bij afsluiting van hun studie geen speciaal bewijs ontvangen. Cursusstudenten en gaststudenten Aan enige instellingen voor hoger onderwijs kunnen gekwalificeerde buitenlanders op verzoek als gast- of cursusstudent aangenomen worden. De toelating van gaststudenten geschiedt onafhankelijk van de normale toelatingsbepalingen; maatgevend is alleen wat de hogeschool besluit over de erkenning van de kwalificatie en het doel van de studie en of er de mogelijkheid bestaat om in het algemeen gaststudenten op te nemen. Als gaststudent {gæstestuderende) worden alleen officieel toegelaten buitenlanders aangenomen, die de betreffende studierichting minstens al twee jaar aan een universiteit of vergelijkbare instel-
Denemarken
I
ling in hun eigen land gevolgd hebben en die een kort studieverblijf als deel (aanvulling) van hun studie in eigen land wensen. Gaststudenten mogen het onderwijs voor de beginnelingen niet bezoeken, en ze worden voor één of hoogstens twee jaar toegelaten. Naast het volgen van colleges kunnen gaststudenten ook examens afleggen in hun studierichting en/of een getuigschrift krijgen betreffende hun studieactiviteiten aan een instelling voor hoger onderwijs. Als gaststudent kunnen ze echter geen volledige academische graad halen. Daar het onderwijs in het Deens wordt gegeven, is kennis van deze taal een voorwaarde. In tegenstelling echter tot toelating als gewoon student, hoeven gaststudenten geen formeel examen in de Deense taal af te leggen. (Toelating zie ,.Toelating en inschrijving"). Aanvragen en sollicitaties moeten direct aan de betreffende instellingen worden gericht. Om als cursusstudent (kursusstuderende) toegelaten te worden moeten gegadigden hun voorkennis, o.a. kennis van het Deens kunnen aantonen, hoewel het studieaanbod van de Deense universiteiten principieel allen betreft die een universitaire cursus willen bezoeken, ongeacht hun vooropleiding en nationaliteit. De cursusstudent heeft het recht zich na deelname aan een cursus voor het examen aan te melden. Toelating: er bestaat geen speciaal cursus-register. Aanmeldingsformulieren zijn bij de betreffende hogescholen te krijgen. Er is voor iedere cursus slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar en zo'n cursus bevat slechts een gedeelte van het onderricht dat normaal gegeven wordt. We wijzen erop dat een cursusstudent zijn afsluitende examen niet
47
met speciale cursussen bij elkaar kan knutselen. Afgezien van buitenlanders die een bijzondere band met Denemarken en dus een bijzondere reden hebben om een volledige studie te voltooien in Denemarken, bevredigt dit aanbod van gaststudies en cursussen de behoeften van de meeste buitenlandse studenten voor gespecialiseerde cursussen gedurende een kort studieverblijf.
Speciale cursussen Buiten de collegeperiode wordt er aan de universiteiten, universiteitscentra (universitetscentre) en hoger onderwijsinstellingen geen onderwijs gegeven. Gedurende de collegeperiode worden er geen bijzondere cursussen voor buitenlanders gegeven.
48
Toelating en inschrijving
I
Studentenhandboek
letten op eventuele speciale toelatingsvoorschriften. Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's
Voorwaarden Er zijn geen eenvormige toelatingsbepalingen voor de 19 instellingen voor hoger onderwijs in Denemarken. Van vele verschillende Deense en buitenlandse examens en voorwaarden kan de toelating afhangen. Welke examens een dergelijke toelating geven, staat in de toelatingseisen van de afzonderlijke instellingen. Het meest gebruikelijk is het studentereksamen (eindexamen) of het Højere Forberedelseseksamen (hogere voorbereidende examen). De toelatingsregeling voor buitenlanders voor instellingen voor hoger onderwijs, die in de toelatingsbepalingen van de instellingen genoemd wordt, omvat examens die in een land zijn afgelegd waarmee Denemarken een overeenkomst heeft gesloten over de erkenning van de in het betreffende land geldende diploma's die toegang geven tot instellingen voor hoger onderwijs. Deze regeling geldt o.a. voor alle EG-landen, voor de noordse landen en voor de overige lid-staten van de Raad van Europa. Dit betekent dat aan de academische toelatingseisen voor een studie aan een Deense instelling voor hoger onderwijs in principe voldaan is als men in een EG-land een examen heeft afgelegd dat in dat land tot de betreffende studie toegang verleent. Niettemin moet men
Overeenkomstig de Europese conventie van 14 december 1959 kan Denemarken academische graden van andere lidstaten erkennen. Vanwege de verschillen in structuur en inhoud van de nationale examens is een onmiddellijke erkenning van buitenlandse graden niet mogelijk. Verzoeken tot erkenning worden individueel behandeld; de beoordeling berust op de vergelijking van studieduur en studieinhoud met de overeenkomstige voorwaarden voor een Deense graad van een instelling voor hoger onderwijs. De erkenning van de gelijkwaardigheid heeft dus twee facetten: 1. Een beoordeling van het behaalde niveau in verband met de sollicitatie naar een baan, opname in vak (beroepsverenigingen, opname als opvoeder in een pedagogisch instituut (Leerbevoegdheid voor gymnasia (Højere Forberedelseseksamen)) of het opeisen van een bedrij fsvergunning (jus practicandi). 2. Erkenning van prestaties voor een overeenkomstige Deense graad: een gedetailleerde beoordeling van de afgelegde examens met hele of gedeeltelijke erkenning in verband met het opnemen van een Deense studie. In sommige gevallen zal de erkenning volgens 1) een zekere aanvulling behoeven, bijvoorbeeld door gedeelten van een Deense studie (buitenlandse examens in vreemde talen kunnen bijvoorbeeld slechts bij uitzondering zonder
Denemarken
I
aanvullende toetsen — vertaling in het Deens en weer terug vertalen, fonetiek enzovoort — worden erkend). Verzoeken tot erkenning moeten aan de betreffende instelling worden gericht. Volledig gewaarmerkte documenten moeten worden bijgevoegd. Dat geldt zowel als een algemene beoordeling van het niveau wordt gewenst alsook als bepaalde prestaties voor een overeenkomstige opleiding in Denemarken meegeteld moeten worden. Een getuigschrift is in de regel nog geen voldoende bewijs van prestaties; daarom moeten bij de aanvang gevoegd worden : boekenlijsten, grotere verhandelingen, informatie over de kennis van de Deense taal, de levensloop en andere belangrijke documenten. Enkele onderwijsinstellingen (b.v. de universiteit van Kopenhagen) sturen speciale aanvraagformulieren. Er wordt verwacht dat personen die een erkenning van een academische graad willen hebben, een bijzondere band met Denemarken hebben. Voor de beoordeling moet in de regel met een periode van twee tot drie maanden worden gerekend.
Beperkingen Het parlement nam op 1 juni 1976 de wet op de toegangsregeling tot het hoger onderwijs aan. Deze wet bepaalt dat de officiële toelating tot het hoger onderwijs niet automatisch recht daarop geeft. De toelatingsregeling betekent dat een officieel toegangsbewijs niet onvoorwaardelijk een garantie is voor een studieplaats voor de studie respectievelijk voor de studie aan de instelling voor hoger onderwijs van zijn/haar eerste
49
keus. In plaats daarvan bestaat de mogelijkheid te solliciteren naar een plaats voor totaal acht studierichtingen in het kader van de opleiding aan de hogescholen. Voor buitenlanders is in sommige gevallen de toelating verbonden aan de eis tot voorlegging van een bewijs van een bijzondere band met Denemarken. Om als buitenlander tot bepaalde studies — bij voorbeeld voor medicijnen, tandheelkunde en farmacie en voor landbouw alsmede voor de opleiding tot ingenieur — te kunnen worden toegelaten is een bijzondere band met Denemarken vereist. Een buitenlandse kandidaat met een examen of — in bebepaalde gevallen — met een Deens examen dat recht geeft op de toegang tot de hogeschool, voldoet aan dit criterium onder de volgende voorwaarden : hij moet: 1. behoren tot de bijzondere groep van staatsburgers van een EG-land, waar artikel 12 van het EWG-besluit nr. 1612/68 over het recht op vrije vestiging van werknemers binnen de Gemeenschap, betrekking op heeft. (Zie ook Inleiding); 2. sinds zijn zevende jaar minstens twee jaar voor 1 juli van het jaar, waarin het verzoek ingediend wordt in Denemarken zijn geweest; 3. een Deens sprekend kind zijn van ouders van wie er één of beiden Deens zijn; 4. een kind van buitenlanders zijn, die in Denemarken wonen en die kunnen aantonen dat ze zich voor langere tijd daar zullen ophouden. Dit is van betekenis voor burgers uit EG-Lid-Staten, waar het besluit nr. 1612/68 niet op van toepassing
50
is, maar die. hoewel zelf niet Deens, één Deense ouder hebben. Een huwelijk met een Deens staatsburgeres) geeft echter geen bijzondere voorrechten. In de volgende studierichtingen, kunnen buitenlandse studenten alleen worden opgenomen als zij aan het speciale criterium van de bijzondere band met Denemarken voldoen : Akadimiingenior (DIA), Bibliothekar, Civilingeniør (DTH), Ergo- und Fysioterapeut, Farmaceut, Jordemoder (vroedvrouw). Lægeuddannelsen aan universiteiten (medicijnen), Socionom (opleiding aan de sociale højskoler), Tandlæge (tandarts), alle opleidingen aan Landbohøjskolen.
Toelatingsexamens Studenten die getuigschriften van eindexamens uit EG-landen bezitten, voldoen daarmee gewoonlijk aan de algemene toelatingseisen. De instellingen voor hoger onderwijs stellen daarnaast eisen inzake kennis van het Deens en/of verlangen aanvullende examens de studie betreffende. Voor sommige studies zijn er toelatingsexamens (bij voorbeeld voor de conservatoria) of het ingestuurde werk wordt beoordeeld (kunstacademie). Deze regelingen worden op aanvraag door de betreffende instellingen meegedeeld.
Aanvraag en inschrijving Daar de toelatingsbepalingen voor het hoger onderwijs niet eenvormig zijn, worden verzoeken tot toelating door de instellingen per geval behandeld. Bui-
I
Studentenhandbock
tenlandse gegadigden moeten zich daarom tijdig voor het begin van de geplande studie direct tot de betreffende instelling(en) voor hoger onderwijs richten of tot het centrale studieadviesbureau (studievejledning) van de universiteit van Kopenhagen. Belangrijk hierbij is dat de student, zo mogelijk, de instelling de volgende gegevens en bewijsstukken overlegt: 1. toelatingsbewijs voor hoger onderwijs, 2. eventuele tot dan toe gedane universitaire studies, 3. kennis van de Deense taal. 4. gewenste studierichting. 5. gewenste aanvang van de studie. 6. of een hele studie voltooid zal worden of een kort studieverblijf, b.v. als gaststudent, gewenst wordt. 7. bijzondere band met Denemarken. De indiener van het verzoek wordt aangeraden de volgende inlichtingen in te winnen: 1. mogelijkheid tot toelating in het algemeen en/of voor de gewenste studie; 2. termijn voor het indienen van verzoeken (bestaat er een bijzonder termijn?); 3. begin en einde van het studiejaar; 4. wordt de kennis van het Deens getest? Wanneer de kandidaat zich voldoende heeft geïnformeerd, zendt hij zijn verzoek met de nodige bescheiden voor het einde van de daarvoor gestelde termijn (15 maart) naar het opgegeven adres. Ingesloten fotocopieën moeten officieel gewaarmerkt zijn. Daarna kunnen de buitenlandse kandidaten een voorlopige beslissing verwachten. Indien het antwoord positief is, moet de kandidaat de aanwijzingen
Denemarken
I
voor de toelating opvolgen. Gewoonlijk moet men omstreeks 1 mei verzoeken om een aanmeldingsformulier en dit moet voor afloop van de aanmeldingstermijn tot 1 juli ingezonden worden. De instellingen voor hoger onderwijs geven eind juli bericht over het definitieve besluit. Een aangenomen kandidaat ontvangt zijn studentenkaart (årskort) in de loop van de maand augustus. De inschrijving geschiedt, afgezien van uitzonderingen, slechts 1 maal per jaar — 1 september — voor één studierichting — of een combinatie van vakken en slechts aan één instelling voor hoger onderwijs. Buitenlandse studenten die om toelating als gaststudent (zie hiervoor) vragen, moeten zich op dezelfde wijze tot de hogeschool wenden en informeren in hoeverre er dergelijke mogelijkheden bestaan : men moet eveneens informaties inwinnen over de mogelijkheden tot opname. Voor gaststudenten gelden noch de bepalingen uit de toelatingsregeling, noch is een bepaalde termijn voor de aanmelding vastgelegd. Desondanks is een tijdige aanmelding dringend aan te raden, omdat de betreffende hogeschool iedere aanmelding apart moet goedkeuren.
Inschrijvings- en collegegeld Het hoger onderwijs in Denemarken is gratis.
51
Kennis van de onderwijstaal
Uiteraard is goede kennis van het Deens — het onderwijs wordt immers in het Deens gegeven — zowel in woord als in geschrift, niet alleen belangrijk, maar ook noodzakelijk voor buitenlandse studenten, wil een studie aan een instelling voor hoger onderwijs in Denemarken van nut zijn. Zeker is voor enkele vakken een minder vloeiend taalgebruik niet zo bezwaarlijk als voor bijvoorbeeld een talenstudie, waarbij men juist en volledig in en uit het Deens moet kunnen vertalen — beheersing van het Deens is dan een absolute vereiste. Bij bepaalde instellingen voor hoger onderwijs worden er welomschreven taaleisen gesteld, terwijl bij andere een niet nader bepaalde kennis van het Deens verlangd wordt. De instellingen voor hoger onderwijs geven geen cursussen Deens voor buitenlanders. De buitenlandse studenten wordt aangeraden een cursus Deens aan de Studieskole in Kopenhagen, aan de Folkeuniversitet in Århus en Odense of aan de gemeentelijke avondscholen te volgen of anders om privé ergens les te nemen. Aan de Studieskole/Folkeuniversitet worden examens in het Deens afgenomen, die door de meeste instellingen voor hoger onderwijs erkend worden. In 1984 heeft men op proef aan de universiteit van Kopenhagen een cursus Scandinavische studies voor buitenlanders ingevoerd. Voor deze cursus werd een bijdrage verlangd.
52
Toelagen en beurzen
Een Statens Uddannelsestøtte (SU) (rijksstudietoelage) wordt volgens nader bepaalde regels aan de Deense staatsburgers verleend. Verder zijn er voorschriften voor studieondersteuning van bepaalde buitenlanders die in Denemarken hun opleiding krijgen. Eén van deze bepalingen betreft zowel de kinderen van de bijzondere groep EG-burgers als buitenlanders die samen met hun ouders in Denemarken gevestigd zijn en bij immigratie nog geen twintig zijn. Andere buitenlandse studenten kunnen net als Deense burgers een Statensuddannelsesstøtte krijgen, wanneer ze net voor de steunverleningsperiode ten minste twee jaar ononderbroken in Denemarken zijn geweest en een volledige betrekking hebben vervuld, dan wel wanneer er bijzondere banden met Denemarken bestaan. Buitenlanders die van hun eigen land een studieonderstcuning krijgen, kunnen geen aanspraak maken op deze toelagen. Een buitenlandse student die gedurende korte tijd in Denemarken wenst te studeren, kan onmogelijk een financiële ondersteuning krijgen volgens de Statensuddannelsesstøtte. Staatsburgers uit Lid-Staten van de EG die aanspraak menen te kunnen maken op een financiële ondersteuning, kunnen het verzoek hiertoe sturen naar de stipendicnævnet (beurzencommissie)
I
Studentenhandboek
of naar de stipendieudvalget (commissie voor studietoelagen) van de betreffende instelling voor hoger onderwijs. De aanvraag moet gegevens bevatten over het eigen inkomen en dat van de ouders: bovendien dient de eerste keer het aanvraagformulier inzake vrijstelling van de eis tot Deens staatsburgerschap ingesloten te worden. De aanvragen worden gewoonlijk voor de aanvang van het studiejaar ingediend, maar in de loop van het jaar kan ook. Daarnaast bestaat er echter een beperkt aantal Deense rijkstoelagen. d.w.z. uitwisselingsbeurzen tussen bij voorbeeld EG-landen en Denemarken, die speciaal voor studenten bestemd zijn die korte tijd in Denemarken komen studeren. Inlichtingen over deze udvekslingsstipendier (uitwisselingsbeurzen) en vooral ook over de tijd waarbinnen deze moeten worden aangevraagd kunnen bij de verantwoordelijke instellingen in eigen land (gewoonlijk de ministeries van Onderwijs) worden verkregen.
Denemarken
I
53
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
EG-burgers kunnen zonder speciale vergunning drie maanden in Denemarken verblijven. Wensen zij langer te blijven, bij voorbeeld voor studiedoeleinden, dan moeten zij een verblijfsvergunning aanvragen. Dit dient te geschieden via de Deense vertegenwoordiging in eigen land, waarbij de student moet kunnen tonen dat hij aan een instelling voor hoger onderwijs is of zal worden toegelaten en dat hij beschikt over voldoende middelen om zijn studieverblijf te bekostigen. EG-burgers kunnen ook een verblijfsvergunning aanvragen bij het Direktoratet for Udlændinge (directie voor buitenlanders) in Kopenhagen of in hun woonplaats in Denemarken bij de plaatselijke politie. In dit geval moet men ook kunnen aantonen dat men is toegelaten voor de studie en de financiering in orde is. Bij verzoek om verlenging moet de student een verklaring van zijn vakdocent of instelling betreffende zijn studieresultaten kunnen inzenden of voorleggen. Studenten uit EG-landen die langer dan drie maanden in Denemarken wensen te studeren, moeten zich binnen vijf dagen na aankomst in Denemarken melden bij het bevolkingsregister (Folkeregistret) in de gemeente waar zij wonen of van plan zijn te gaan wonen. Zij krijgen dan een identiteitsbewijs (CPR: Centrale Personregister).
Sociale verzekering en ziekteverzekering Er bestaan in Denemarken geen speciale regelingen voor personen die een opleiding volgen. Studenten zijn net als alle andere burgers volgens de openbare ziekteverzekering gedekt. Studenten uit EG-landen. die langer dan drie maanden in Denemarken verblijven en hiervoor een verblijfsvergunning hebben gekregen, krijgen automatisch een zickteverzekeringsbewijs. dat recht geeft op behandeling door artsen en tandartsen, en een ziekenhuisbehandeling en tot verstrekking van geneesmiddelen volgens dezelfde voorschriften die voor Deense burgers gelden. Iedereen heeft, in geval van acute ziekte of verwonding, recht op ambulante behandeling in de plaatselijke ziekenhuizen. EG-burgers die in hun eigen land een ziekteverzekering hadden, dienen het bewijs hiervan bij het bevolkingsregister van de plaats van vestiging af te geven. Eventuele rechten gaan dan automatisch ook in Denemarken gelden.
Studie- en beroepsadvies Er is geen centrale instantie voor studieadvies voor het hele hoger onderwijs. Buitenlandse studenten die inlichtingen willen hebben over studiemoge-
54
lijkheden, toelatingsprocedures, termijnen of inhoud en structuur van de studie, kunnen zich tot de verschillende instellingen voor hoger onderwijs richten. Het centrum voor studieadvies aan de universiteit van Kopenhagen (Centrale studievejledning ved Københavns Universitet) verstrekt evenwel — naast advies betreffende de studiemogelijkheden aan de universiteit van Kopenhagen — zowel inlichtingen over opleidingsmogelijkheden in Denemarken in het algemeen als over algemene vraagstukken aangaande studie en sociale voorzieningen. Voor het overige wordt verwezen naar de adressenlijst van alle instellingen (verkorte) in de tabellen alsmede naar de adressen in het Aanhangsel. De speciale studieadviesinstantie (Studenterrådgivningen) geeft raad bij persoonlijke problemen. Studenten kunnen terecht bij maatschappelijk werkers, psychiaters en psychologen. Beroepsadvies wordt bij alle Deense arbeidsbureaus gegeven: iedereen heeft recht op gratis beroepsadvies.
I
Studentenhandboek
taalde baan in Denemarken krijgt. Over alle inkomsten uit werk moet volgens de geldende voorschriften belasting betaald worden. Tot ca. 21 000 DKR is belastingvrij. Wegens de grote werkloosheid bestaan er slechts weinig werkmogelijkheden voor studenten. Buitenlandse studenten moeten er daarom niet vanuit gaan dat ze hun verblijfskosten kunnen financieren uit betaald werk of part-time-werk.
Studentenorganisaties Overeenkomstig de bestuurlijke bepalingen zijn de studenten in de bestuursorganen van de instellingen voor hoger onderwijs vertegenwoordigd. De studenten stellen zich kandidaat via hun politieke studentenorganisaties. Verder zijn er verenigingen van de diverse studierichtingen van de instellingen voor hoger onderwijs.
Kosten van levensonderhoud Werkmogelijkheden Deense en buitenlandse studenten kunnen zonder bijzondere toestemming van hun onderwijsinstelling tijdens hun studie betaalde arbeid verrichten. De inkomsten hieruit kunnen echter tot gevolg hebben dat een eventuele studietoelage wordt verminderd. Buitenlandse studenten hebben een door het Direktoratet for Udlændinge afgegeven werkvergunning nodig. Deze vergunning wordt alleen afgegeven op vertoon van een verklaring van de werkgever dat de betrokkene een be-
Er kan slechts globaal opgave van de kosten van levensonderhoud worden gegeven. Bij een niet-thuiswonende Deense student moet minimaal worden gerekend op ca. 4 000 DKR per maand naar de prijsindex van 1984. Hiervan gaan maandelijks 800-1 500 DKR aan huisvesting op en 2 500 DKR aan onderhoud. Hierbij komen reiskosten, uitgaven voor leerboeken, enz. Voor buitenlandse studenten zal het verblijf in een ander land zonder twijfel duurder worden. Bovendien moet men bij de kosten van levensonderhoud de algemene inflatie in het oog houden.
Denemarken
I
Huisvesting Buitenlandse studenten die zijn ingeschreven aan een Deense instelling voor hoger onderwijs kunnen, net als Deense studenten, een kamer proberen te krijgen in een van de vele kollegier (studentenhuis) of in andere studentenhuizen. Een kamer in een studentenhuis kost ongeveer 1 000-1 500 DKR per maand. Het is aan te bevelen zich schriftelijk te wenden tot het bureau dat de kamerverdeling in de kollegier regelt, voor men naar Denemarken komt (zie adressen). Ook is het mogelijk bij particulieren een kamer te huren.
Studentenfaciliteiten Aan alle instellingen voor hoger onderwijs zijn kantines en boekwinkels. Soms zijn er ook crèches en kleuterscholen, alsmede sportverenigingen aan de universiteiten in Kopenhagen. Odense en Àrhus, die in de eerste plaats bedoeld zijn voor studenten. Voor het openbaar vervoer in de steden bestaan er geen studenten-reducties, maar wel voor trein-, boot- en vliegreizen. Bepaalde boekhandels geven studentenkorting; verder bestaat er reductie op entreegelden voor bepaalde tentoonstellingen, musea en theatervoorstellingen, maar hiervoor gelden geen algemene regels.
Faciliteiten voor gehandicapte studenten Deense kandidaten met een grote fysieke handicap hebben goede mogelijkhe-
55
den om in Denemarken voortgezette opleidingen te volgen. Op bijna elk gebied gelden speciale regelingen, die het mogelijk maken dat gehandicapten, onafhankelijk van de normale toelatingsregeling, tot de studie worden toegelaten voor zover zij aan de formele eisen voldoen. De regelingen worden weliswaar verschillend toegepast, maar in het algemeen hebben gehandicapten in de grotere opleidingsinstituten meer kansen te worden opgenomen omdat zij gelden als extra-studenten. Aan de kleinere opleidingsinstituten, waar de aanwezige capaciteiten niet groot genoeg zijn extra studenten op te nemen, vinden relatief weinig gehandicapten een plaats. In het algemeen worden gehandicapten toegelaten zonder dat er rekening mee wordt gehouden hoe zij de opleiding later in het beroepsleven zullen benutten. Er wordt echter onderzocht of de praktische voorwaarden voor het oplossen van de problemen tijdens de studie vervuld zijn. Psychisch en sociaal gehandicapte personen worden niet op gelijke wijze bevoorrecht als mensen met fysieke handicaps. Speciale steun (hulp van een secretaris bijvoorbeeld) voor gehandicapten wordt maar zelden gegeven; verantwoordelijk hiervoor zijn voor een deel de opleidingsinstellingen en voor een ander deel de sociale instellingen. De financiële steun voor het levensonderhoud geldt als sociale opgave en leidt zelden tot moeilijkheden. Het aantal mensen met een ernstige handicap, dat in Denemarken een voortgezette opleiding wil volgen, is gering, omdat veel van deze mensen al vroeger geen gebruik meer maken van het onderwijssysteem.
56
Informatiebronnen
Studenten die algemene studie-inlichtingen wensen of die onzeker zijn over studiekeuze of studiemogelijkheden, kunnen zich wenden tot de Centrale studievejledning, Kobenhavns Universitet (centrum voor studieadvies aan de universiteit van Kopenhagen; zie voor adres Aanhangsel). Studenten die inlichtingen wensen over opleidingen die niet aan de instellingen voor hoger onderwijs gegeven worden maar wel tot dat terrein horen, dienen zich eerst tot het centrum voor studieadvies van de universiteit van Kopenhagen te wenden, waar ze nadere bijzonderheden kunnen horen.
I
Studentenhandboek
Denemarken
Aanhangsel
I Verenigd Koninkrijk 55, Sloane Street London SW1X 9SR S 235 12 55 Ministeries en andere organisaties
1. Adressen Deense ambassades in de Eülanden België Avenue Louise 221 Boîte 7 B1050 Bruxelles S 648 25 25 Bondsrepubliek Duitsland Pfalzer Straße 14 D5300 Bonn 1 S 63 1081 Griekenland Philikis Etairias (Platia Kolonaki) Athens 138 S> 713012 Frankrijk 11 Avenue Marceau F75116 Paris ■S 723 54 20 Ierland Hainault House 6971, St Stephen's Green Dublin 2 » 76 01 22 Italië Via dei Monti Parioli 6 100197 Roma S 360 04 41/42/43 Luxemburg 11 b. Boulevard Joseph II L1840 Luxembourg S 209 64, 209 65 Nederland Koninginnegracht 30 2514 AB Den Haag ■S 65 58 30
Det internationale kontor Undervisningsministeriet (Internationale afdeling van het ministerie van Onderwijs) Frederiksholms Kanal 2125 DK1220 København K S (01) 13 52 82 Direktoratet for Udlændinge (directie voor buitenlanders) Absalonsgade 9 DK1658 København V S (01)21 11 77 Folkeregistret i København (Bevolkingsregister Kopenhagen) Dahlerupsgade 6 DK1603 København V Statens Uddannelsesstøtte (SU) (studiesteun van de staat) Nansensgade 19 DK1366 København K Danmarks Internationale Studen terkomité (DIS) Skindergade 36 DK1159 København K Folkeuniversitetet i København Købmagergade 52 DK1150 København K Universiteiten en inlichtingenbu reaus voor studenten Københavns Universitet Fiolstræde 22 DK1171 København K Information service for stu dents (Studievejledningen og Dispensationskontoret) Fiolstræde 22 DK1171 København K ■B (01) 14 15 36 Århus Universitet Nordre Ringgade DK8000 Århus C Odense Universitet Campusvej 55 DK5230 Odense M
57 Roskilde Universitetscenter Postbox 260 DK4000 Roskilde Aalborg Universitetscenter Postbox 159 DK9100 Aalborg Danmarks tekniske Højskole Bygning 101 DK2800 Lyngby Danmarks Ingeniørakademi Bygning 101 DK2800 Lyngby Den kgl. Veterinær og Land bohøjskole Biilowsvej 13 DK2000 København F Københavns Tandlægehøjskole Universitetsparken 4 DK2100 Kobenhavn 0 Århus Tandlægehøjskole Vcnnelyst Boulevard DK8000 Århus C Danmarks farmaceutiske Højsko le Universitetsparken 2 DK2100 København 0 Handelshøjskolen i København Fabrikvej 7 DK2000 København F Handelshøjskolen i Århus Fuglesangsallc 4 DK8210 Århus V Det kgl. danske Kunstakademi Kgs. Nytorv 1 DK1050 København K Kunstakademiets Arkitektskole Peder Skramsgade 2 A DK1054 København K Arkitektskolen i Århus Nørreport 20 DK8000 Århus C Det kgl. danske Musikkonserva torium Niels Brocksgade 1 DK1574 København K Det jydske Musikkonservatorium Fuglcsangsallé 26 DK8210 Århus V Danmarks Lærerhøjskole Emdrupvej 101 DK2400 København NV
I
58 Teknikas INFO-gruppe Odense Teknikum Niels Bohrs Allé 1 DK-5230 Odense M Andere instellingen voor hoger onderwijs Studie-informatie Voor verdere inlichtingen en adressen kan men zich wenden tot: Den centrale studievejledning ved Københavns Universitet Fiolstræde 22 DK-1172 København K Cursussen Deens Studieskolen Antonigade 6 DK-1106 København K Folkeuniversitetet i Odense Vesterbro 2 DK-5000 Odense C Folkeuniversitetet i Århus Immervad 7 DK-8000 Århus C Huisvesting Centralindstillingsudvalget (CIU) Skindergade 36 DK-1159 København K Kollegiekontoret Vester Allé 24, II DK-8000 Århus C Regionale Indstillingsudvalg (RIU) Hinderupgård Niels Bohrs Allé 21 DK-5000 Odense Indstillingsudvalget for Aalborgs kollegier (IFAK) Badehusvej 23 Rum 417 DK-9000 Aalborg Ungdomsinformationen Magstræde 14 DK-1204 København K
2. Bibliografìe Education in Denmark. The Education System. Uitg. : Danish Ministry of Education, 1983. Franse uitgave: L'éducation au Danemark. Uitg.: Le Ministère de l'Education Nationale Danois, 1983. Studie- og erhvervsvalget I og II, 1983/84 (Studie- en beroepskeuze). Orientering for gymnasiet og HF. Uitgegeven door het Arbejdsdirektoratet. Deze publikatie is niet te koop, maar kan worden ingezien in bibliotheken en bureaus voor studieadvies. Een zeer waardevol naslagwerk over alle Deense studie- en werkmogelijkheden, onderwijsplaatsen, studieduur en voorwaarden. Studieordninger (studieregelingen). Men verkrijgt deze op aanvraag van de studieadviesbureaus (studievejledning) en de studieof informatiebureaus (studiekontor, informationskontor) van de instellingen voor hoger onderwijs. Ze geven inlichtingen over de structuur van de studie, de voorschriften en exameneisen. Lektionskataloger of studieprogrammer (lijst van de colleges). Worden ieder semester voor iedere studie of studierichting uitgegeven. Verkrijgbaar bij de instellingen, b.v. aan de instituten. The University of Copenhagen 1983. Uitg.: Københavns Universitet. Wordt gratis toegestuurd. Rules of Admission for Foreign Students 1983. Uitg. : Københavns Universitet. Wordt gratis toegestuurd. The University of Århus. Rules of Admission for Foreign Students 1984. Odense University. Information about Odense University and Rules of Admission for Foreign Students 1983. Roskilde University Centre. Admission for Foreign Students 1983.
Studentenhandboek Aalborg University Centre. The University of Aalborg 1982. The Technical University of Denmark 1983. Bladen met toelichtingen en verklaringen over andere instellingen van het hoger onderwijs (in de Engelse taal).
I
Denemarken
59
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs
3 43
¿
Universiteiten
aP. -s
O
I
Ξ
1
o
t? S;
a
.S 3 Ξ
'gi 5
Ι g «
"õ fr
¿5 ·σ -S S £ o
ι= j<
o Ξ
*J3 o S "δ. Ρ 3 o .Η 3 2
' 8.1
__·
*_·__
_·
»_ »_ ·__ • ·
§ |
M S iS
II ·__·
J3 3 ι g rS
S a 'a ■
_·__·_
fLAAAJLAAA
·_·._·_·
·_!__!__!__!__!__!__ __·__·__·. · . · · · ·
__·._·
Kunsthistorie Filmvidenskab/T Dramaturgi Musikvidenskab Pædagogik Psykologi Retorik/Fonetik Naturvidenskab : Matematik Datalogi Fysik Kemi Biokemi Forsikringsvidens Geologi/Geodæsi
Kßbenhavns Universitet Århus Universitet Odense Universitet Roskilde Universitetscenter Aalborg Universitetscenter
s
c
3
■s S 'S
IË
O
Københavns Universitet Århus Universitet Odense Universitet Roskilde Universitetscenter Aalborg Universitetscenter
• Volledige studies * Toelatings bc perking
Efter redaktionens afslutning er det oplyst, at en række nye uddannelser er blevet eller vil blive indført ved nogle af univer siteterne og andre højere uddannelsesinstitutioner. Det drejer sig især om nye uddannelser eller uddannelseskombinationer inden for erhvervsøkonomiske, forvaltnings og datalogiske studier. Studerende henvises til at søge oplysninger herom på de pågæaldende institutioner (universiteterne og handelshøjskolerne). Der forberedes iøvrigt for tiden en reform afalle universiteternes humanistiske studier. Denne forventes indført fra 1985.
I
60
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs ■8 I
Andere | opleidingsinstellingen
o J3 o ir < ïDanmarks Tekniske Højskole DTH Danmarks Ingeniørakademi Københavns Tandlægehøjskole Århus Tandlægehøjskole Danmarks Farmaceutiske Højskole Veternær og Landbohøjskole Kunstakademiet Kunstakademiets arkitektskole Arkitektskolen i Århus Kgl. Danske Musikkonservatorium Det jydske Musikkonservatorium Det fynske Musikkonservatorium Vestjysk Musikkonservatorium Nordjysk Musikkonservatorium Danmarks Lærerhøjskole Handelshøjskolen i København Handelshøjskolan i Århus Handelshøjskoleafdelinger ¡^Herning, Kolding, Sønderborg, Slagelse, Nykøbing F., Skive, Varde og Aalborg samt ved : Aalborg Universitetscenter Odense Universitet Teknikatekniske højskoler: Københavns Teknikum og ved teknika i Århus, Odense, Esbjerg, Horsens, Sønderborg, Helsingør og Haslev
a "S
? ·-1 5> Τ3
Q
Ü
8.
♦ 5
19 c
a ¿- ·
Ά '·3
2
s
S 'C
8« I I M £
E S f a
-S
β
Ξ
sì 111 g Π
Ό _5 2
ï ï s 'S
if
S¿J3i2ü-5i3Sa.
• Volledige studies • Toelalingsbeperking
I
Denemarken
61
Studentenstatistiek Buitenlandse studenten in Denemarken I
L
NL
UK
EUR 10
2
5
0
11
28
140
3
3
0
6
26
117
Maart 1984
Totaal
B
D
GR
F
IRL
Københavns Universitet
25 048
2
51
8
33
Århus Universitet
12 841
1
68
0
10
Scandinav. Andere landen
Totaal
245
287
672
140
96
353 106
Odense Universitet
5 075
0
14
3
2
0
1
0
1
15
36
38
32
Roskilde Univ. Center
: 339
0
9
1
2
1
0
0
1
3
17
21
32
70
Aalborg Univ. Center
3 385
1
12
1
2
1
0
0
1
7
25
86
15
126
Danm. Tekri. Højskole
4 127
1
6
0
5
0
0
0
0
9
21
60
48
129
Danm. Ingeniørakademi
1 760
0
4
0
1
0
0
0
0
3
8
13
60
81
S
15
36
32
83
2412
0
5
0
0
0
0
0
2
Tandlægehøjskolen København
689
0
1
0
0
0
0
0
3
0
4
7
11
22
Tandlægehøjskolen Århus
465
0
4
0
0
0
0
0
0
0
4
9
1
14
Danm. Farmaceutiske Højskole
792
1
3
0
0
0
0
0
0
1
5
36
4
45
Handelshøjskolen København
8 070
2
21
1
5
0
0
1
6
34
70
191
62
323
Handelshøjskolen Århus
3 972
1
4
0
0
0
0
0
0
0
5
23
6
34
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7
I
8
Landbohøjskolen
Kunstakademiet/ Konservatorskolen
67
0
Arkitekt/Billedsk. København
1472
0
5
2
2
1
2
0
4
4
20
118
58
196
Arkitektsk. Århus
866
1
5
1
1
0
0
0
2
3
13
17
13
43
Musikkonserv. København
386
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
75
7
83
Musikkonserv. Århus
202
0
2
0
0
0
0
0
1
0
3
18
1
22
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
73 965
10
215
17
63
8
11
1
38
141
504
766
2410
Lærerhøjskolen Totaal
1 140
Opmerking: In de tabel zijn alle volledig ingeschreven studenten opgenomen, dus niet de gasttoehoorders. Het aantal buitenlandse studenten is aan enkele instellingen voor hoger onderwijs sterk teruglopend. Deze teruggang kan gedeeltelijk op graduering, gedeeltelijk op het afbreken van de studie, maar gedeeltelijk ook op het teruggelopen aantal beschikbare studieplaatsen worden teruggevoerd. Daarvan zijn Deense en buitenlandse studenten het slachtoffer. Het aantal studieplaatsen voor buitenlanders ligt tussen 2 en 5 procent.
I
62 4. Verklarende woordenlijst Afgangsbevis : bewijs van een afgesloten architectenopleiding. Afgangseksamen: afsluitend examen van de handelshogeschool na drie tot vier jaar, hetzij in handelswetenschap (H.A.), hetzij in handelstaal (E.A.). Bifag: het bijvak geesteswetenschappen (eventueel ook natuurwetenschappen), dat samen met het hovedfag (hoofdvak) het kandidateksamen geesteswetenschappen vormt. De bijvakstudie duurt twee tot drie jaa. en de toetsing alleen (exam, art.) geeft niet het recht zich beroepsbekwaam te noemen. Diplomeksamen: diploma van de handelshogescholen in handelswetenschap (H.D.) en in handelstaal (E.D.) na drie tot vier jaar avondstudie. Doktorgrad: de hoogste academische graad, die men aan de hogescholen kan bereiken. Alleen een dissertatie (disputats), die blijkt geeft van een zelfstandige en rijpe, vaak jarenlang durende research-arbeid op hoog wetenschappelijk niveau, kan tot hei behalen van deze graad leiden. Buitenlandse onderzoekers, die een academische graad hebben die gelijk staat met het Deense kandidatseksamen, moeten de goedkeuring voor de voorlegging van een dissertatie volgens bepaalde, nader vastgelegde voorschriften aanvragen. Het verstrekken van een dergelijke goedkeuring is echter niet in alle gevallen identiek met de acceptatie van de dissertatie voor de doktorgrad. Hovedfag: het hoofdvak van de geesteswetenschappen, dat samen met het bifag (bijvak) het kandidateksamen geesteswetenschappen vormt. Het hoofdvakexamen, dat cand. phil. heet, veronderstelt minimaal 4 tot 6 jaar studie. Een „speciale", kleinere verhandeling over een bepaald gebied is een belangrijk onderdeel van de hoofdvak-studie.
Højere Forberedelseseksamen (HF): dit examen, dat een tweejarige cursus vereist, geeft toegang tot het hoger onderwijs. Het bestaat uit een reeks verplichte vakken en twee of drie keuzevakken. Højere Handelseksamen (HH): het hoger Handelsexamen, wat op de gymnasiale afdelingen van het Handelsgymnasium wordt afgelegd. Hiermee wordt de toelating tot Universiteiten en handelshogescholen bereikt. Højere Læreanstalter: dit begrip dat o.a. in de verbinding Polyteknisk Læreanstalt voorkomt, omvat alle instellingen voor hoger onderwijs die kandidat-op\eidingen in de technische wetenschappen, handelswetenschappen, diergeneeskunde, landbouwkunde, tanheelkunde, farmacie, kunst (muziek) en bouwkunde alsmede een lerarenopleiding aanbieden. Het onderwijs is op universitair niveau. Højere videregående uddannelser: opleidingen aan instellingen, die onderzoek bedrijven en die de kandidaats-, licentiaats- en doctorsgraden verlenen (universiteiten en hogere onderwijsinstellingen). Højskole : de term højskole (hogeschool) wordt in verbindingen gebruikt om een aantal instellingen waar hoger onderwijs wordt gegeven aan te duiden (b.v. handelshojskole, farmaceutisk hojskole, Danmarks tekniske Højskole). Het onderwijs is op universitair niveau. Verder zijn er Teknikatekniske højskoler — die opleiden tot 'Teknikum-Ingenieur'. Kandidateksamen: dit is het meest gebruikelijke eindexamen aan een instelling voor hoger onderwijs na vijf tot acht jaar studie. De kandidatgrad wordt in het latijn gehanteerd (candidatus, -a), gevolgd door de latijnse benaming van het vak (b.v. candidatus theologiae, afgekort cand. theol.) of van de vakgroepen (b.v. candidatus polytechniecs, cand. polyt.). Aan de faculteit voor geesteswetenschappen on-
Studentenhandboek derscheidt men een vier- tot zesjarige studie vereisend hovedfageksamen en het candidatus (-a) magisterii-examen in twee vakken. Kortere videregående uddannelser: omvatten een reeks niet-academischc opleidingen met een maximale duur van drie jaar. Deze behelzen zowel theoretisch als praktisch onderricht, waarbij toch het accent valt op het laatste. Licentiatgrad (licentiatus, -a): het eerste postgraduatie-examen; hiervoor is een kandidat- of een magisterexamen nodig, respectievelijk een academische graad die aan deze beide examens evenwaardig is. De aanvraag om toelating tot de licentiat-studie moet gericht worden aan de rector van de betreffende hogeschool en goedgekeurd worden door het bevoegde faculteits- of vakgremium (fagråd). De duur van de studie is op twee, hoogstens drie jaar vastgelegd; een door de hogeschool aangewezen adviseur staat de student(en) terzijde tijdens de studietijd, die met een schriftelijke verhandeling of eventueel een lezing wordt afgesloten. De licentiatgrad staat gelijk met die van een Dr. phil. Længere videregående uddannelser: duren drie tot acht jaar en omvatten de academische studies van de universiteter, universitetscentre en hojere foranstalter, evenals opleidingen aan verschillende seminarier, verschillende scholen en hogescholen. Deze studies zijn uitsluitend — net als de academische — of overwegend theoretisch. Magistergrad: in geestes-, natuurwetenschappelijke en bepaalde sociaal wetenschappelijke vakken kan de magistergrad behaald worden. Het verschil met de kandidatgrad zit in de studieduur (vaak meer dan acht jaar) en het zelfstandige en wetenschappelijke karakter van de studie. Pædagogikum: zes maanden durende theoretische en praktische voortgezette opleiding in geestes-
Denemarken
I
en natuurwetenschappelijke vakken die tot leerbevoegdheid aan gymnasia/HF (Højerere Forberedelseseksamen) leidt.
eksamen in de sociale wetenschappen, geesteswetenschappen, natuurwetenschappen en technische wetenschappen.
Seminarier: de opleiding voor onderwijzer aan een school voor basisonderwijs of een huishoudschool, kleuterleidster en vrijetijdspedagoge vindt plaats aan seminarier. De opleiding duurt drie tot vier jaar.
Årskort: legitimatie voor ingeschreven studenten, die men bij de aanmelding voor examens etc, nodig heeft. Moet jaarlijks vernieuwd worden.
Statens uddannelsesstøtte (SU): deze wettelijk vastgelegde studietoelage geeft een ondersteuning in de vorm van een lening of als beurs voor studenten aan instellingen voor hoger onderwijs. De ondersteuning is voor ingeschrevenen voor hoger onderwijs volgens bepaalde voorschriften bedoeld. Studentereksamen: de meest gebruikelijke toelating tot hoger onderwijs. Afsluiting van een driejarig gymnasium. Er zijn acht verschillende afdelingen die allen ten slotte toelating geven tot het hoger onderwijs, maar in bepaalde gevallen worden overeenkomstige aanvullende examens verlangd. (Zie ook ,, Højere Forberedelseseksamen " en Højere Handelseksamen). Teknikum: dit is de benaming voor de technische hogescholen die voorbereiden tot opleidingen voor technisch ingenieur. Deze opleiding duurt vier jaar (incl. het praktikum) en is voornamelijk een op de praktijk georiënteerde ingenieursopleiding. Udvekslingsstipendier: Denemarken heeft met de volgende EGlanden een overeenkomst voor uitwisselingsstipendia gesloten: België, Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Universitetscentre: omvat de beide instellingen voor hoger onderwijs in Roskilde (RUC) en Aalborg (AUC), waar een interdisciplinaire, projectachtige beginstudie de basis is voor de verdere studie, die leidt tot het kandidat-
63
65
Bondsrepubliek Duitsland
Bondsrepubliek Duitsland
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
67
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
71
Kennis van de onderwijstaal
77
Toelagen en beurzen.
78
Formaliteiten voor inreis en >
79
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/ Werkmogelijkheden / Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud / Huisvesting / Studentenfaciliteiten / Faciliteiten voor gehandicapte studenten
80
Informatiebronnen
84
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
86
Bondsrepubliek Duitsland
I
Organisatie van het hoger onderwijs
De Bondsrepubliek Duitsland is een federale staat met de Länder (deelstaten) Baden-Württemberg. Beieren. Bremen. Hamburg. Hessen. Nedersaksen. Noordrijn-Westfalen. Rijnland-Palts. Saarland en Sleeswijk-Holstein alsmede Berlijn, dat op grond van het viermogendhedenakkoord een bijzondere status heeft. De verantwoordelijkheid voor de onderwijspolitiek en -planning in de Bondsrepubliek Duitsland wordt bepaald door de federatieve staatsvorm. Volgens de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland heeft de Bond slechts een naar aantal en omvang vastgelegde opgave, terwijl de deelstaten een soort algemene competentie hebben voor de behartiging van overheidstaken. De deelstaten zijn dus voor het grootste deel van het onderwijs verantwoordelijk. De bond houdt zich vooral bezig met wetgevende bevoegdheden ten aanzien van het besluit van structurele voorschriften over de algemene principes van het hoger onderwijs (vergelijk Hochschulrahmengesetz - HRG; zie Aanhangsel), over de ontplooiing van het wetenschappelijk onderzoek, financiële steun voor scholieren en studenten, de beroepsopleiding, die niet op scholen plaatsvindt, en de beroepsvoorlichting. De instellingen van hoger onderwijs zijn in de regel staatsinstellingen van
67
de deelstaten met de status van een publiekrechtelijk lichaam. Zij hebben het recht op zelfbestuur binnen het kader van de wet. Hun statuten moeten worden goedgekeurd door het verantwoordelijke ministerie in de deelstaat. Daarnaast bestaan door de kerk gedragen instellingen van hoger onderwijs met de status van een publiekrechtelijk lichaam en privé-instellingen van hoger onderwijs. Deze instellingen van hoger onderwijs onderscheiden zich van de overige instellingen van hoger onderwijs door hun bijzondere status. Bij het bestuur van de afzonderlijke staatsinstelling van hoger onderwijs werken de hogeronderwijsinstelling, die naast het zelfbestuur ook is belast met overheidsopgaven als het personeelsbeleid, economisch beheer, begrotingsbeleid en financieel beheer, en het verantwoordelijke deelstaatministerie samen. Onafhankelijk daarvan is het juridisch toezicht, in zekere omvang ook het vakmatige toezicht en de zeggenschap over oprichting en organisatie alsmede die over de financiën en het personeel in handen van de verantwoordelijke deelstaatminister respectievelijk de verantwoordelijke deelstaatregering.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Tot de opgaven van de instellingen van hoger onderwijs behoren, overeenkomstig hun taakstelling, de beoefening en ontwikkeling van wetenschap en kunst door onderzoek, lesgeven en studie. Het hoger onderwijs moet voorbereiden op beroepsactiviteiten, waarvoor wetenschappelijke kennis en methoden of het vermogen tot kunstzinnige vormgeving
68
vereist zijn. Verder hoon de ontwikkeling van de wetenschappelijk en artistiek opgroeiende volgende generatie tot zijn opgaven, als ook de verder vormende studie. Momenteel zijn er in de Bondsrepubliek Duitsland meer dan 200 staatsinstellingen van hoger onderwijs of instellingen die door de staat als zodanig zijn erkend. Hun indeling is als volgt: 1. Wetenschappelijke instellingen van hoger onderwijs als universiteiten, technische hogescholen/universiteiten, Universitäten-Gesamthochschulen (geïntegreerde hogescholen), instellingen van hoger onderwijs voor speciale vakgebieden (b.v. medische hogescholen, academies voor lichamelijke opvoeding, hogeschool voor bestuurswetenschappen, filosofischtheologische en kerkelijke hogescholen) alsmede pedagogische hogescholen respectievelijk academies voor opvoedingswetenschappen ; 2. Kunst- en muziekacademies; 3. Instellingen van hoger beroepsonderwijs. Naast de boven genoemde openbare instellingen van hoger onderwijs zijn enkele bijzondere vormen van hoger onderwijs (b.v. academies van het leger en de PTT) ontstaan, die niet vrij toegankelijk zijn en daarom verder niet besproken worden. De universiteiten en technische hogescholen/universiteiten bieden studies op alle wetenschappelijke vakgebieden aan. Aan de Universitäten-Gesamthochschulen worden opgaven van onderzoek, lesgeven en studie met elkaar verbonden, die anders door universiteiten, pedagogische hogescholen, instellingen van hoger beroepsonderwijs en voor een deel ook door kunstacademies wor-
I
Studentenhandboek
den vervuld. Zij vieden dus studies van uiteenlopende duur en met uiteenlopende afsluitende examens aan. In Hagen/Westfalen bestaat sinds 1975 de eerste Fernuniversität-Gesamthochschule, die tot nu toe de mogelijkheid biedt om in zeven studiebereiken een afsluitend examen te doen. Daarnaast wordt een veelomvattend cursusen verder vormend onderwijsprogramme aangeboden. Aan de pedagogische academies/academies voor opvoedingswetenschappen worden in eerste instantie onderwijzers voor het primaire en secundaire onderwijs opgeleid alsmede voor het bijzonder onderwijs. Aan enkele pedagogische/academies voor opvoedingswetenschappen worden bovendien studies met als doel van de opleiding Diplompedagoog (Dipl.-Päd.) en de mogelijkheid om te promoveren tot doctor in de filosofie (Dr.phil.) of tot doctor in de opvoedingswetenschappen (Dr.päd.) aangeboden. De kunst- en muziekacademies bieden opleidingen aan voor kunstzinnige beroepsvoorbereiding, die veelal met een (door de staat of de betreffende academie zelf vastgesteld) afsluitend examen kunnen worden afgesloten. De Fachhochschulen (instellingen voor hoger beroepsonderwijs) hebben tot taak via op de praktijk gericht onderwijs op wetenschappelijke of artistieke basis een opleiding aan te bieden, die tot een zelfstandige werkzaamheid in een beroep in staat stelt. In het kader van hun opdracht kunnen zij dicht bij de praktijk staande onderzoek- en ontwikkelingsopgaven waarnemen. De overgang van instelling voor hoger beroepsonderwijs naar universiteit en omgekeerd is in principe mogelijk als de
Bondsrepubliek Duitsland
I
respectieve toelatingsvoorwaarden worden overlegd. Aantal studenten In het wintersemester 1983/84 waren aan de instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland 1 273 200 studenten ingeschreven, daarvan 241 600 aan de instellingen voor hoger beroepsonderwijs. Het aantal buitenlandse studenten bedroeg 69 617 of 5,5 procent, waarvan er 12 591 aan instellingen voor hoger beroepsonderwijs studeerden. Van alle buitenlandse studenten kwamer er in 1982/83 ongeveer 15 000 of 22,6 procent uit de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap. In de in het aanhangsel afgedrukte tabellen staat de verdeling van deze studenten naar land van herkomst, instelling van hoger onderwijs en studiebereik. (Voor 1983/84 waren deze gedetailleerde opgaven nog niet bekend.)
Organisatie en afsluiting van de studies Aan alle instellingen van hoger onderwijs is het studiejaar verdeeld in een winter- en zomersemester. De studies aan de instellingen voor hoger onderwijs zijn in het algemeen in een eerste periode (basisstudie), die met het tussenexamen respectievelijk het voorexamen wordt afgesloten, en in een tweede periode (vakstudie of hoofdstudie) met een afsluitend examen gedeeld. De studie wordt of met een staatsexamen of met een examen van de instelling van hoger onderwijs afgesloten.
69 Voor deze examens kunnen studenten zich aanmelden, als zij de vereiste voor- of tussenexamens gehaald hebben. De normale studieduur verschilt van vak tot vak, ligt tussen zes en twaalf semesters. Voor bepaalde beroepen, b.v. voor medische (artsen, dierenartsen, tandartsen), onderwijzers, juristen, apothekers en chemici op het gebied van levensmiddelen bestaan staatsexamens, waarbij de staat de eisen vaststelt. Staatsexamens worden door staatscommissies voor examens, waartoe in de regel ook docenten aan de instellingen voor hoger onderwijs behoren, afgenomen. Voor het afnemen van examens aan instellingen voor hoger onderwijs zijn deze instellingen wettelijk bevoegd. Tot de examens behoren in het bijzonder Diplomprüfungen, Magisterexamens en de promoties. Aanvankelijk bestonden er slechts voor de ingenieurs- en natuurwetenschappelijke studierichtingen, later ook voor de economische en sociale wetenschappen Diplomprüfungen als afsluiting, die kwalificeerden voor een beroep. Sinds ongeveer 1960 zijn voor de geesteswetenschappelijke studierichtingen de Magisterexamens erbij gekomen. Deze naar vakgebieden doorgevoerde scheiding van Diplom- en Magisterexamens wordt tegenwoordig niet meer uniform toegepast. In dit verband moet er verder op gewezen worden dat aan de wetenschappelijke instellingen van hoger onderwijs ook theologische studies gevolgd en de daarbij passende kerkelijke examens afgelegd kunnen worden. Aan de universiteiten, technische hogescholen/universiteiten, pedagogische hogescholen respectievelijk academies
70
voor opvoedingswetenschappen en geintegreerde hogescholen kan de studie na het staatsexamen, het diploma of het magisterexamen tot aan de Promotion (doctorsgraad) worden voortgezet. In de Bondsrepubliek Duitsland streeft maar een relatief klein aantal studenten naast het voor het latere beroep noodzakelijke diploma naar de promotie tot doctor. Slechts bijzonder gekwalificeerde kandidaten worden tot de promotie toegelaten. De promotie geschiedt op grond van een zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, de dissertatie, waarvoor na afsluiting van de studie gewoonlijk twee tot vier jaar nodig is, en een mondeling examen. In de meeste studierichtingen wordt voor toelating tot de promotie een afsluitend examen vereist. De aanstaande doctor moet in de regel gedurende twee semesters aan de desbetreffende instelling van hoger onderwijs hebben gestudeerd. Of een in het buitenland verkregen academische graad na een voltooide doctoraatstudie voldoende is om tot de promotie te worden toegelaten, beslist de faculteit. Alle vragen in verband met de promotie zijn geregeld in het promotiereglement van de betreffende faculteit of van de vaksectie van de instelling voor hoger onderwijs. De aan de Fachhochschulen (instellingen voor hoger beroepsonderwijs) aangeboden studierichtingen komen voor een deel overeen met die aan universiteiten en andere hogescholen. Deze studie onderscheidt zich echter van de universitaire studie door een meer betrokken zijn op de praktijk, door kortere studieduur alsmede in enkele deelstaten door extra praktijk-semesters gedurende de studie. Dientengevolge verschillen de aan de vakhogescholen ver-
I
Studentenhandboek
worven kwalificaties met die van de universiteiten. De studie aan de vakhogeschool duurt in het algemeen drie jaar en leidt tot een afsluitend examen en diplomering; in Baden-Württemberg en Beieren bedraagt de studieduur tengevolge van een geïntegreerd praktijksemester vier jaar.
Speciale cursussen Aan de instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland worden zowel vakantie-taalcursussen als studie-voorbereiding en studiebegeleidende taalcursussen voor buitenlandse studenten gegeven. Bijzonderheden staan in de door de Deutschen Akademischen Austauschdienst (DAAD) uitgegeven brochure Dokumentation Deutsch als Fremdsprache (zie bibliografie). De DAA.D publiccerd bovendien jaarlijks in december een brochure met een overzicht van de door Duitse universiteiten voor buitenlanders georganiseerde vakantiecursussen (Hochschulferienkurse und Feriensprachkurse — Bundesrepublik Deutschland, zie bibliografie).
Bondsrepubliek Duitsland
I
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Voorwaarde voor de toelating aan de universiteiten, technische hogescholen/universiteiten, pedagogische hogescholen respectievelijk hogescholen voor opvoedingswetenschappen en geïntegreerde hogescholen is de allgemeine Hochschulreife (zie aanhangsel) of een als gelijkwaardig erkend buitenlands middelbaar eindexamen vereist. Getuigschriften uit EG-landen. die daar toegang geven tot een instelling van hoger onderwijs, worden normaal met de allgemeine Hochschulreife gelijkgesteld. Daarentegen opent de fachgebundene Hochschulreife alleen de toegang tot de studie van bepaalde vakken aan hogescholen. Men krijgt die onder andere aan een gymnasium met een bepaalde op de praktijk gerichte structuur. Buitenlandse aspirant-studenten, die een middelbaar diploma hebben dat in hun eigen land slechts toegang verleent tot bepaalde studierichtingen, moeten zich bij de Duitse instelling van hoger onderwijs informeren of dit aan de overeenkomstige Duitse fachgebundene Hochschulreife gelijkwaardig is. De toelating tot de studie aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs heeft als voorwaarde de Fachhochschulreife. Het getuigschrift van de Fachhochschulreife wordt onder andere door een succesvol bezoek aan de instelling
71
voor middelbaar beroepsonderwijs (Fachoberschulé) verkregen. In principe geven ook de allgemeine en de fachgebundene Hochschulreife (voor een deel met een aantekening van een halfjarige. op het gewenste onderwijsgebied gerichte praktijkervaring) recht tot studie aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs. Voor buitenlandse aspirant-studenten voor instellingen van hoger beroepsonderwijs geldt: tot een studie aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs is in het algemeen diegene berechtigd die ook voor een studie aan een Duitse wetenschappelijke hogeschool in aanmerking zou komen. Als toelatingsvoorwaarde wordt vaak ook een desbetreffend practicum of een desbetreffende praktische beroepsopleiding geëist. Met het oog op de verschillende regelingen in de afzonderlijke deelstaten wordt dringend aangeraden vroegtijdig bij de gekozen instelling voor hoger beroepsonderwijs, te informeren, welke speciale studievoorwaarden bestaan. Voor degenen die aan een kunst- of muziekacademie (of voor kunstzinnige vakken aan wetenschappelijke hogescholen en instellingen voor hoger beroepsonderwijs) willen studeren is naast de Hochschulreife over het algemeen nog een aanvullend bewijs van de kunstzinnige geschiktheid voor het gekozen vak vereist. In de vrije kunstzinnige studies kan het bewijs van een speciale kunstzinnige begaafdheid in sommige gevallen het getuigschrift van de allgemeine Hochschulreife vervangen. Aspirant-studenten uit EG-landen moeten, als ze in de Bondsrepubliek Duitsland willen studeren, in het bij-
72
zonder aan drie voorwaarden voldoen : 1. ze moeten een getuigschrift bezitten dat in het eigen land toegang verleent tot een universitaire studie of ze moeten reeds daadwerkelijk staan ingeschreven bij een instelling van hoger onderwijs in het eigen land; 2. zij moeten de Duitse taal zo goed beheersen dat ze de colleges, die uitsluitend in het Duits worden gegeven, kunnen volgen; 3. hun studie moet financieel gegarandeerd zijn. In bepaalde studierichtingen moet voor het begin van de studie of regelmatig tot het derde semester in de vakantietijd een practicum (praktisch werk) worden gedaan. De instellingen van hoger onderwijs informeren hierover in hun practicum-richtlijnen. Omdat het aantal aspirant-studenten in enkele studierichtingen groter is dan het aantal beschikbare studieplaatsen. kan dan ook niet altijd op toelating worden gerekend, zelfs niet als de genoemde voorwaarden zijn vervuld (zie hiervoor de alinea Beperkingen).
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's (') Wie naar de erkenning van een in het buitenland verworven academische graad of diploma in de Bondsrepubliek (') Overeenkomsten over de wederzijdse erkenning respectievelijk het laten meetellen van studietijden, -prestaties en examens bestaan tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse republiek (van 10.7.1980) en tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden (van 23.3.1980) alsook met andere staten die geen lid van de Europese Gemeenschappen zijn. De bestaande overeenkomsten ontheffen niet van het verzoek om erkenning.
!
Studentenhandboek
Duitsland streeft, moet zich wenden tot de voor het betreffende vakgebied bevoegde instante van een van de deelstaten van de Bondsrepubliek Duitsland, die dan op haar beurt de centrale voor het buitenlandse onderwijssysteem in Bonn om een deskundig commentaar vraagt. Als richtlijn voor de bevoegdheden bij de erkenning en het meetellen van buitenlandse opleidingsbewijzen geldt het volgende: - Getuigschriften van algemeen vormend en beroepsonderwijs (met uitzondering van de toelating tot de instelling van hoger onderwijs) moeten getoond worden aan de ministeries van onderwijs (adressen in het aanhangsel). - Aanvragen om toelating tot een studie aan een instelling voor hoger onderwijs (eerste semester) moeten aan de gewenste universiteit (buitenlandbureau/studentensecretariaat) of instelling van hoger beroepsonderwijs van de betreffende deelstaat worden gericht. - Aanvragen voor het laten meetellen van al geleverde studieprestaties voor een Duitse studie worden door de betreffende faculteit (vakbereik) beoordeeld. Bij de studierichtingen medicijnen, farmacie, rechten of opleidingen voor het onderwijs zijn de examenbureau's van de deelstaten voor medicijnen respectievelijk farmacie of de betreffende examenbureau's van de instellingen voor hoger onderwijs verantwoordelijk.
Beperkingen In enkele studierichtingen, die weliswaar slechts een relatief gering deel van
Bondsrepubliek Duitsland
I
het totale studieaanbod vormen, bestaan aan alle instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland toelatingsbeperkingen (Numerus clausus) voor Duitse en buitenlandse beginnende studenten. In enkele van deze studierichtingen (medicijnen, tandheelkunde, diergeneeskunde, farmacie) is tot 6% van alle beschikbare studieplaatsen voor buitenlandse beginners gereserveerd. Voor de andere studierichtingen is het aantal voor buitenlandse beginnende studenten gereserveerde plaatsen vastgesteld op 8%. Voor zover het aantal buitenlandse aspirant-studenten dit percentage overschrijdt, moet een selectieprocedure onder de kandidaten worden doorgevoerd. Belangrijkste criterium voor deze procedure is de kwalificatie van de kandidaat (cijfers van het middelbaar eindexamen). Daarnaast kunnen bijzondere omstandigheden, die voor de toelating van de deelnemer pleiten, in het kader van de selectieprocedure in acht worden genomen. Buiten deze voor de hele Bondsrepubliek geldende toelatingsbeperkingen, bestaan er in enige andere studierichtingen aan afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs plaatselijke toelatingsbeperkingen. Hierover geven de instellingen zelf informatie. In de vakken waarvoor geen Numerus clausus bestaat, geldt voor de toelating van buitenlanders geen quotum. Quota voor buitenlanders uit bepaalde staten zijn evenmin vastgelegd, zodat de instellingen van hoger onderwijs in het kader van de beschikbare plaatsen vrij over de toelating van buitenlanders kunnen beslissen. Vak- en studierichtingen van de instellingen voor hoger beroepsonderwijs
73
kunnen eveneens aan toelatingsbeperkingen zijn gebonden. Toelatingsexamens Aspirant-studenten uit EG-landen, die een middelbaar diploma bezitten dat recht geeft op toelating tot een instelling van hoger onderwijs in het eigen land of een studieplaats aan een universiteit in het eigen land hebben gekregen, hoeven niet mee te doen aan een toelatingsexamen (Feststellungsprüfung). Daarentegen is voor alle instellingen van hoger onderwijs de toelating tot de studie ofwel de inschrijving afhankelijk van een examen in de Duitse taal (zie Kennis van de onderwijstaal).
Aanvraag en inschrijving 1. Aanvraag Wie na beantwoording van alle essentiële vragen heeft besloten aan een instelling voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland te gaan studeren, zou al in het eigen land — in de regel een jaar voor het verwachte begin van de studie — moeite moeten doen de nodige formulieren te krijgen. Buitenlandse en statenloze aspirantstudenten vinden alle noodzakelijke informatie in de folder Zulassungsinformationen für ausländische und staatenlose Studienbewerber zum Studium an den Universitäten, Technischen Hochschulen, Gesamthochschulen und Pädagogischen Hochschulen in der Bundesrepublik Deutschland einschließlich Berlin ( West) (zie bibliografie). Elke buitenlandse aspirant-student moet bij de instelling voor hoger onder-
74
wijs, waar hij zou willen studeren, een Antrag auf Zulassung zum Studium respectievelijk auf Immatrikulation (in het Duits) indienen. Alle aspirant-studenten moeten deze aanvraag indienen, onafhankelijk daarvan of zij met hun studie beginnen of deze voortzetten, hun studie in de Bondsrepubliek Duitsland willen afsluiten of niet, of in een studierichting willen studeren die al dan niet een toelatingsbeperking kent. Informatie over aanvraag en toelating geven desgevraagd de buitenland-afdelingen van de universiteiten, technische hogescholen/universiteiten en geïntegreerde hogescholen of de secretariaten van de andere instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland; zij kunnen ook bij de diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen van de Bondsrepubliek Duitsland in het buitenland of bij de buitenlandse afdelingen van de DAAD verkregen worden. Een aanvraag tot toelating moet altijd zo vroeg mogelijk gesteld worden. Alleen als de aanvraag tot toelating vrij lange tijd voor de laatst mogelijke inschrijftermijn bij de instelling voor hoger onderwijs is binnen gekomen, kan de instelling de aspirant-student wijzen op gebreken in deze aanvraag en andere formulieren. Als laatste termijn voor het insturen van de aanvraag en de daarbij horende volledig ingevulde formulieren gelden de volgende data: - ¡5 juli voor het volgende wintersemester (begin 1 oktober); - 15 januari voor het volgende zomersemester (begin / april). Beslissend is de datum op het stempel van binnenkomst bij de instelling voor hoger onderwijs. Deze data zijn ook bepalend voor de laatste termijn voor het
I
Studentenhandboek
inzenden van de eventueel nog ontbrekende formulieren. Er moet bewust rekening worden gehouden met het feit dat de post er langer over kan doen, vooral dan, als de aanvraag en de formulieren uit het buitenland worden verstuurd. Aan veel instellingen van hoger onderwijs is het in veel studierichtingen alleen mogelijk in het wintersemester te beginnen. De lijst van deze vakken wisselt, veranderingen — ook die van data — zijn jaarlijks mogelijk. Over de nieuwste stand van zaken alsook over het begin van de colleges geven de bureaus buitenland van de universiteiten informatie. De instellingen voor hoger onderwijs stemmen hun beslissingen over toelating op elkaar af, voordat de kandidaat bericht krijgt over zijn toelatingsverzoek. Als een kandidaat voor een van de zeer begeerde vakken — als b.v. medicijnen — een toelatingsverzoek tot meerdere instellingen van hoger onderwijs richt, krijgt hij in ieder geval maar één antwoord, ook als nog andere instellingen van hoger onderwijs in principe bereid zouden zijn, hem op te nemen. Als een kandidaat zeer belangrijke redenen heeft waarom hij aan een bepaalde instelling van hoger onderwijs wil studeren, kan hij die in zijn verzoek tot toelating aan deze instelling noemen. Voor het overige heeft de kandidaat er geen invloed op welke instellingen hem toelaat. De buitenlandse student moet goed beseffen dat tussen het tijdstip van indiening van het verzoek om toelating en dat van de ontvangst van de beslissing daarover een aanzienlijke tijd kan liggen en dat een antwoord meestal pas enkele weken voor het komende semester wordt gegeven. De kandidaat-stu-
Bondsrepubliek Duitsland
I
dent moet er rekening mee houden dat tussen het moment waarop hij het antwoord in eigen land ontvangt en de uitreisdatum zo nodig een zeer korte tijd ligt. Verzoeken tot een studie aan Fachhochschulen moeten direct aan de betreffende instelling voor hoger beroepsonderwijs worden gericht. De colleges van het wintersemester beginnen in september/oktober en eindigen in januari/februari. De colleges van het zomersemester beginnen in maart/april en eindigen in juni/juli. Talrijke hogere beroepsopleidingen zijn zo ingericht dat het begin van de studie alleen in het wintersemester mogelijk is (zie overzicht over studiemogelijkheden in het aanhangsel). Precieze informatie geven de instellingen voor hoger beroepsonderwijs zelf. Geïnteresseerden in een studieplaats voor het wintersemester moeten zich in de tijd van mei tot juni aanmelden (voor enkele hogere beroepsopleidingen loopt de aanmeldingstermijn al in mei af!), voor het zomersemester geldt de tijd van november tot januari. In het toelatingsformulier staan de inschrijvingstermijn en informatie over vereiste documenten. Buitenlandse studenten die hun studie in de Bondsrepubliek Duitsland willen voortzetten moeten op het volgende letten: de in het buitenland afgemaakte studies en behaalde examens geven alleen recht op toegang tot een hoger semester in de Bondsrepubliek Duitsland als ze door de betreffende Duitse instelling van hoger onderwijs worden erkend. De aspirant-student moet vroegtijdig een verzoek tot erkenning bij de door hem gekozen instelling van hoger onderwijs of de anders be-
75 voegde instantie indienen (zie onder Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's). Als dit verzoek wordt afgewezen, is het alleen mogelijk met een studie in de daarop volgende termijn in het eerste vaksemester te beginnen (zie ook de alinea Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's). 2. Inschrijving Aspirant-studenten kunnen alleen dan aan een instelling voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland worden ingeschreven, als ze een toelatingsbewijs bezitten. Voor de Immatrikulation (inschrijving) moeten de buitenlandse studenten in spé persoonlijk de volgende documenten overleggen : - het toelatingsbewijs van de instelling voor hoger onderwijs; - alle originele school- en universiteitsdiploma's, die vanwege het verzoek om toelating al aan de instelling van hoger onderwijs als kopiën werden gestuurd; - alle originelen van de gewaarmerkte vertalingen, die eveneens al als kopiën of schriften bij de instelling voor hoger onderwijs aanwezig zijn; - een bewijs van uitschrijving voor het geval dat de aspirant-student tot nu toe aan een andere instelling van hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland of in het buitenland heeft gestudeerd ; - het resultaat van een onderzoek naar schoolopleiding en talenkennis (Feststellungsprüfung), voor het geval dat dat is uitgevoerd; - een bewijs dat men over voldoende financiële middelen beschikt (in de vorm van een bankgarantie of als schrijven van een persoon, die de fi-
76
nanciering van de studie op zich neemt); - persoonsbewijs (Identity card) met geldige verblijfsvergunning; - bewijs van aanmelding bij het betreffende bevolkingsregister; - een door de verantwoordelijke gezondheidsautoriteiten uitgegeven gezondheidsverklaring; - een bewijs van een Duits ziekenfonds (AOK) dat men voldoende tegen ziekte verzekerd is respectievelijk voor studenten uit de EG-landen dat men in het eigen land voldoende verzekerd is; - bewijs van betaling van de bijdragen voor de dienst studentenvoorzieningen; - een bewijs van een specifiek practicum, voor zover dat vereist is; - vier pasfoto's. Pas door de Immatrikulation (inschrijving) wordt de buitenlandse aspirantstudent student aan een instelling voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland.
Inschrijvings- en collegegeld Aan de instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland wordt (enkele particuliere instellingen van hoger onderwijs uitgesloten) van Duitse en buitenlandse studenten geen inschrijvings-, college- en examengeld verlangd. Daarentegen wordt aan alle ingeschreven studenten een Sozialbeitrag respectievelijk een Studentenwerksbeitrag gevraagd. Deze verschilt plaatselijk en bedraagt per semester tussen DM 20 en 60. Voor zover aan de betreffende instelling van hoger onderwijs een Allgemeiner
I
Studentenhandboek
Studentenausschuß (AStA) als orgaan van studentenzelfbestuur bestaat, moet ook daarvoor een bijdrage worden betaald, die of in de Sozialbeitrag is inbegrepen of afzonderlijk wordt geïnd. Tegenwoordig is de hoogte van dit bedrag rond DM 10 (zie hieronder ook de alinea Studentenorganisaties). Per semester is ongeveer DM 360 nodig voor studiemateriaal. Bij een studie in de natuurwetenschappelijke studierichtingen kunnen deze uitgaven per semester DM 500 en meer bedragen. Ontvangers van studietoelagen (zie Toelagen en beurzen) krijgen hiervoor toelagen.
Bondsrepubliek Duitsland
I
Kennis van de onderwijstaal
Hoorcolleges, werkcolleges en seminaria worden in principe in het Duits gegeven. Goede kennis van de Duitse taal is daarom voor een studie onontbeerlijk. Alle instellingen van hoger onderwijs maken of al de toelating, maar zeker de inschrijving afhankelijk van het slagen voor een examen Duits dat in de regel door de instelling zelf wordt afgenomen en al voor het begin van de studie moet zijn afgelegd. Voor dit examen is tenminste het niveau van de middenfase II van het Goethe-Instituut of een vergelijkbare cursus in de Duitse taal vereist. Degenen die een Duits-Frans gymnasium hebben doorlopen, zijn gelijkgesteld aan de Duitse aspirant studenten en worden daarom in het algemeen van dit taaiexamen vrijgesteld. Het Duitse spraakdiploma van de KMK (Kultusministerkonferenz), dat van sommige Duitse scholen in het buitenland verkregen kan worden, stelt ook van het taaiexamen vrij. Aan vele buitenlandse universiteiten. Goethe-Instituten en Duitse culturele instellingen in het buitenland worden cursussen in het Duits gegeven. Inlichtingen hierover geven de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van de Bondsrepubliek Duitsland in het buitenland, alsmede de Goethe-Instituten respectievelijk de Duitse culturele in-
77 stellingen in het buitenland (adressen zie Aanhangsel). Als het voor een kandidaat-student niet mogelijk is in zijn eigen land een cursus Duits te volgen, moet hij proberen aan één van dergelijke cursussen van het Goethe-Instituut (kost geld) in de Bondsrepubliek Duitsland mee te doen (adressen zie Aanhangsel).
78
Toelagen en beurzen
De financiering van de studie volgens het Bundesausbildungsförderungsgesetz Duitse staatsburgers, die niet op een andere manier (vooral uit het inkomen van de ouders) beschikken over de middelen voor levensonderhoud en studie, wordt de financiering van hun studie mogelijk gemaakt door het Β11 η des α ι isbildi ι η gsfordern η gsgesel ζ (BAföG). Voor buitenlanders geldt dit als regel alleen dan als zij in de zin van de wet gelijkgesteld zijn aan Duitse staatsburgers. Volgens de wet is diege ne, die als statenloze of vaderlandsloze bui tenlander is erkend; als buitenlander permanent in de Bondsrepubliek Duitsland of Berlijn (West) leeft, waarbij één van de ou ders de Duitse nationaliteit moet be zitten: als burger van een land van de Euro pese Gemeenschap zelfstandig of als familielid een onbegrensde verblijfs vergunning bezit (deze regeling geldt niet voor echtgenoten van Duitsers of EGbuitenlanders. maar heeft slechts betrekking op kinderen). Andere buitenlanders kunnen slechts voor financiële steun volgens BAföG in aanmerking komen, als zijzelf voor het begin van de oplei ding minstens vijfjaar in de Bonds republiek Duitsland of Berlijn (West)
I
Studentenhandboek
geleefd hebben en hier ook regelmatig werkzaam zijn geweest, of ais de ouders (ten minste één ouder) de laatste drie jaar voor het begin van de opleiding in de Bondsrepu bliek Duitsland of Berlijn (West) een verblijfs en werkvergunning hadden en een beroep hebben uitgeoefend. De hoogte van de maandelijkse toelage richt zich naar de persoonlijke omstan digheden van de student en de familie leden die van zijn inkomen afhankelijk zijn. De maandelijkse maximumtoelage voor studenten bedraagt tegenwoordig in doorsnee DM 690. De steun wordt verstrekt in de vorm van een lening, waarvoor geen rente hoeft te worden betaald. Inlichtingen over het aanvragen van studietoelagen voor daarvoor in aan merking komende buitenlandse studen ten geven de bureaus buitenland van de universiteiten, technische hogescho len/universiteiten en geïntegreerde hoge scholen, respectievelijk de secretariaten van de overige instellingen van hoger onderwijs.
Beurzen De DAAD biedt voor de Bondsrepu bliek Duitsland beurzen aan studenten en jongere wetenschappers aan voor een studie — respectievelijk voortgezet op leidingsverblijf aan een Duitse instelling voor hoger onderwijs. De beurzen wor den in de regel voor de duur van een jaar gegeven. Zij kunnen worden aange vraagd door kandidaten, die minstens een tweejarige studie met succes in het eigen land hebben afgrond. Aanvragen moeten in principe in het eigen land bij de daarvoor in aanmerking komende
Bondsrepubliek Duitsland
I
opleidingsinstellingen worden ingediend. Verdere inlichtingen worden verstrekt door de diplomatieke vertegenwoordigingen in het land van de kandidaat, alsook door de buitenlandse bureaus van de DAAD in Parijs en Londen. Een overzicht over andere instellingen in de Bondsrepubliek Duitsland die zich bezighouden met de hulp aan buitenlandse studenten, staat in de brochure ..Der ausländische Student in der Bundesrepublik Deutschland" (zie bibliografie). De instellingen van hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland kunnen in bepaalde gevallen in het kader van overeenkomsten met buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs beurzen aanbieden. Over dergelijke samenwerkingen geven de instellingen voor hoger onderwijs in de thuislanden van de kandidaten inlichtingen.
79
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Voor het binnenreizen van de Bondsrepubliek Duitsland gelden al naar gelang het land van herkomst van degene die komt verschillende regelingen. Voor buitenlanders uit EG-landen besteen geen bijzondere inreisformaliteiten. Zij hebben echter voor een studieverblijf een verblijfsvergunning nodig, die in Duitsland bij de plaatselijke instelling voor buitenlanders kan worden aangevraagd. Om in het bezit te komen van een verblijfsvergunning, heeft men het bewijs van toelating tot een Duitse instelling van hoger onderwijs nodig alsmede het bewijs dat men over voldoende financiële middelen beschikt om de studie te financieren. Burgers van andere staten (') hebben al voor de binnenkomst in de Bondsrepubliek Duitsland een verblijfsvergunning in de vorm van een visum nodig, dat voor het afreizen bij de Duitse diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland moet worden afgehaald. Het is aan te raden al vroeg bij de Duitse diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland te informeren naar de voorwaarden voor het binnenkomen in de Bondsrepubliek Duitsland vanwege studiedoeleinden. Een toeristenvisum (passtempel: toerist) is geen verblijfsvergunning voor studiedoeleinden en (') Met uitzondering van Oostenrijk, Zwitserland. USA.
80
kan daarom ook niet in Duitsland in een verblijfsvergunning voor studiedoeleinden worden omgezet. Zodra de buitenlandse aspirant-student in de Bondsrepubliek Duitsland is aangekomen, moet hij zijn verblijf melden bij de in zijn woonplaats verantwoordelijke instantie voor buitenlanders (Ausländerbehörde). Hij moet zich ook bij het bureau voor buitenlanders melden als hij reeds in zijn eigen land een verblijfsvergunning heeft gekregen van een diplomatieke vertegenwoordiging van de Bondsrepubliek Duitsland. Het adres moet worden opgegeven bij het bevolkingsregister (Einwohnermeldeamt). Als men verhuist, moet binnen een week het nieuwe adres bij het bevolkingsregister worden opgegeven. Dit geldt ook voor een verhuizing binnen dezelfde plaats. Belangrijk: verlenging van de verblijfsvergunning moet tijdig — dus voor verloop — worden aangevraagd!
I
Studentenhandboek
Sociale voorzieningen
Sociale verzekering en ziekteverzekering Iedere student die zich wil laten inschrijven moet een wettelijk voorgeschreven ziekteverzekering kunnen laten zien. De Bondsrepubliek Duitsland heeft echter met alle EG-landen een verdrag inzake sociale verzekeringen afgesloten: in zoverre een toereikende verzekering kan worden overlegd, bestaat de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van de wettelijk verplichte ziekteverzekering in de Bondsrepubliek. Wie niettemin verzekerd wil zijn bij een Duitse wettelijke verplichte ziekteverzekering, betaalt een maandelijkse bijdrage van ongeveer DM 55. Uitgebreidere informatie over de sociale verzekeringen en de ziekteverzekeringen kan worden verkregen bij de sociale medewerker van de studentenorganisaties respectievelijk de dienst studentenvoorzieningen of bij de academische bureaus buitenland.
Studie- en beroepsadvies Aan de universiteiten, technische hogescholen en geïntegreerde hogescholen kunnen buitenlandse studenten zich laten voorlichten door de Akademische Auslandsämter. Bovendien staan voor
Bondsrepubliek Duitsland
I
buitenlandse studenten ook de instellingen voor studieadvies (centrale studieadvies-instanties en studiebegeleidend vakadvies aan de instellingen voor hoger onderwijs) ter beschikking. Het is aan te raden dat buitenlandse aspirant-studenten vragen over de studiemogelijkheden en de studierichtingen, toelating, erkenning van buitenlandse studieprestaties en examens tijdig voor hun reis naar de Bondsrepubliek Duitsland en mogelijk een jaar voor het begin van de studie schriftelijk aan de bureaus buitenland van de gekozen instelling voor hoger onderwijs richten (adressen zie Aanhangsel). Kandidaten voor een studie aan de overige instellingen voor hoger onderwijs moeten zich voor deze vragen richten tot de secretariaten van deze instellingen. Bij het begin van een studie aan een Duitse instelling van hoger onderwijs is vooral een algemeen studieadvies van belang. Daarbij horen de eerste studievoorlichtingsbijeenkomsten die door het bureau buitenland, respectievelijk het studentensecretariaat van de hogeschool worden georganiseerd. Bij veel instellingen van hoger onderwijs geven deze bureaus aanwijzingen hoe de inschrijvingsformulieren moeten worden ingevuld. Algemene informatie over de hogeschool krijgt men op kennismakingsdagen voor buitenlandse studiebeginners, die een halve, maar vaak ook een hele dag duren. Hier wordt raad gegeven over de formaliteiten die bijvoorbeeld in acht moeten worden genomen bij terugkeer of uitschrijving, welke studiebegeleidingsprogramma's aan de instelling voor hoger onderwijs bestaan, enzovoort.
81 Werkmogelijkheden Studenten uit de EG-Lid-Staten hebben in de Bondsrepubliek Duitsland principieel geen werkvergunning nodig (dit geldt nog niet voor studenten uit Griekenland). Er moet echter voor de illusie worden gewaarschuwd dat de studie door nevenwerkzaamheden gefinancierd kan worden. Aan de ene kant laat de straffe organisatie van de studie nevenwerkzaamheden slechts in zeer beperkte omvang toe, aan de andere kant zijn de mogelijkheden voor een betaalde arbeid door de huidige situatie op de arbeidsmarkt zeer beperkt.
Studentenorganisaties Bij de inschrijving wordt in de meeste deelstaten elke student automatisch lid van een gemeenschap, de Studentenschaft van zijn instelling van hoger onderwijs. De Studentenschaft wordt door het studentenparlement of de studentenraad vertegenwoordigd, die door de Studentenschaft voor twee semesters is gekozen. Het studentenparlement of de studentenraad als hoogste orgaan van het studentenzelfbestuur kiest de Allgemeiner Studentenausschuß (AStA), het uitvoerend orgaan van het studentenzelfbestuur. Tot de taken van de AStA hoort ook de begeleiding van de buitenlandse studenten. Het lidmaatschap van één van de verschillende groeperingen aan de instelling voor hoger onderwijs en de deelname aan hun politieke werk staat vrij aan alle studenten. De katholieke en evangelische kerken hebben aan alle instellingen van hoger onderwijs studentengemeenten opgericht
82
die door studenten-pastores worden geleid. Er wordt vaak bijzondere aandacht geschonken aan de ontmoeting tussen buitenlandse en Duitse studenten. Van de Studentenverbindungen tot en met de verschillende clubs bestaan er nog veel meer mogelijkheden zich te organiseren — altijd op basis van vrijwilligheid.
Kosten van levensonderhoud De kosten van levensonderhoud verschalen al naar gelang de plaats van de instelling van hoger onderwijs en de individuele behoeften. Buitenlandse studenten moeten in het algemeen rekenen op maandelijkse uitgaven van circa DM 850 waar kamerhuur en studiemateriaal bij inbegrepen zijn.
Huisvesting De Duitse instellingen voor hoger onderwijs kennen geen campussysteem waardoor alle studenten bij toelating al zeker zijn van huisvesting. Net als de Duitse student zal ook de buitenlandse nieuwkomer in de meeste gevallen zelf voor zijn eerste onderdak moeten zorgen. Ook bij tijdige aanmelding en opgave van het tijdstip van aankomst kan de buitenlandse student er niet op rekenen dat universitaire instellingen, evenmin als het bureau buitenland of Studentenwerk, hem een woning of kamer ter beschikking stellen. Daarom is het aan te raden dat elke buitenlander, zo gauw hij bericht over de toelating tot de studie gekregen heeft, al voor het begin van het semester afreist om het onderdakprobleem te
I
Studentenhandboek
regelen. In de grotere universiteitssteden is dat moeilijk maar ook voor de universiteiten en hogescholen in kleinere plaatsen zijn kamers voor studenten schaars. Net als de Duitse student moet ook de buitenlander er rekening mee houden in de voorsteden en nabije omgeving van de universiteitsstad een woning te moeten zoeken. Ook het prijsniveau van deze kamers is de laatste jaren gestegen, zodat, te zamen met de reiskosten, kamers in de omgeving van de plaats waar de instelling van hoger onderwijs is gevestigd, niet zeer veel goedkoper zijn dan die in de stad. Het is doelmatig om voor een beperkte tijd in een jeugdherberg, privépension en andere goedkope onderkomens (lijst bij de bureaus buitenland) te wonen en van daaruit op zoek naar een kamer te gaan. De bureaus buitenland, het Studentenwerk en andere universitaire instellingen bieden zoveel mogelijk hulp aan. Het Studentenwerk, confessionele en privé-organisaties hebben in bijna alle plaatsen waar instellingen voor hoger onderwijs zijn gevestigd, studentenhuizen opgericht. Daarvan zijn er echter bij lange na niet genoeg om de behoefte te dekken. De modaliteiten om een plaats te krijgen zijn in elke stad verschillend. De buitenlandse student moet zich daarom bij het bureau buitenland van de instelling voor hoger onderwijs die hij wil bezoeken, melden en informeren naar de mogelijkheden om eventueel een plaats in een studentenhuis te krijgen. Over de opname in studentenhuizen wordt in de meeste gevallen al een halfjaar voor het begin van het semester beslist. Tijdige informatie en aanmelding is daarom vereist. De huren in de studentenhuizen wor-
Bondsrepubliek Duitsland
I
den bepaald door kamergrootte en comfort: in de afzonderlijke universiteitssteden zijn zij zeer verschillend en bedragen op dit moment tussen de DM 150 en 200 per maand. Verdere inlichtingen geven de academische bureaus buitenland, het Studentenwerk of de huisvestingsbemiddelingsinstantie van de studentenadministratie.
Studentenfaciliteiten In de Bondsrepubliek Duitsland bestaan aan de instellingen voor hoger onderwijs zogenaamde Studentenwerke. Deze Studentenwerke (dienst studentenvoorzieningen) zijn de dragers van de sociale instellingen in de plaats van de instelling voor hoger onderwijs en hebben tot taak voor de economische, sociale, medische en culturele ontplooiing respectievelijk begeleiding van de studenten te zorgen. Traditioneel hebben de Studentenwerke drie werkterreinen: de financiële bevordering van de studie, de verzorging van de mens alsmede de huisvesting van de studenten. De verzorging van de studenten geschiedt voor het grootste deel in de mensa van de instellingen voor hoger onderwijs waar goedkope maaltijden (DM 1,50 tot 3,50) kunnen worden genuttigd. Bovendien onderhouden de Studentenwerke ook nog cafetaria's en verfrissingsruimtes die het aanbod van de mensa's completeren. Het werk van de Studentenwerke wordt voor een belangrijk deel door staatssubsidies gewaarborgd. Duitse en buitenlandse studenten ontvangen bij hun inschrijving aan een Duitse instelling voor hoger onderwijs
83
een studentenkaart en kunnen over het algemeen tegen gereduceerde prijzen gebruik maken van het openbaar vervoer (bus, tram). Alle studenten kunnen bovendien — of sport nu hun hoofdvak is of niet — gratis gebruik maken van de sportfaciliteiten van hun instelling voor hoger onderwijs. Voor alle verdere bijzonderheden wordt verwezen naar de in verschillende talen gedrukte brochure van de DAAD Der ausländische Student in der Bundesrepublik Deutschland (zie bibliografie).
Faciliteiten voor gehandicapte studenten De instellingen voor hoger onderwijs zijn maar gedeeltelijk voorbereid op de behoeften van vooral lichamelijk gehandicapte studenten met sterk verminderde bewegingsvrijheid. De laatste jaren is de situatie echter op vele plaatsen verbeterd. Voor lichamelijk gehandicapte studenten bestaan woonmogelijkheden met verzorgingsinstanties in Hannover, Heidelberg, Marburg en Regensburg. Verder zijn voor gehandicapten ingerichte respectievelijk aangepaste woonmogelijkheden beschikbaar in de volgende plaatsen waar instellingen voor hoger onderwijs zijn gevestigd: Augsburg, Berlijn, Bochum, Bonn, Darmstadt, Dortmund, Dudweiler (Saarbrücken), Erlangen, Essen, Göttingen, Hamburg, Kaiserslautern, Karlsruhe, Kiel, Konstanz, Mainz. Münster, Osnabrück en Stuttgart. Een volgend tehuis voor lichamelijk gehandicapte studenten wordt tegenwoordig in Bochum gebouwd. Het Deutsche Studentenwerk e. V.
84
heeft een adviesinstantie voor gehandicapte aspirant-studenten en studenten opgericht (5300 Bonn 1. Weberstr. 55. telefoon 0228/210071). Uitgebreide informatie en praktische tips staan in de door het Duitse Studentenwerk uitgegeven brochure Gehandicapten studeren, waarin ook de namen en telefoonnummers van de adviseurs voor gehandicapten aan de instellingen voor hoger onderwijs staan (zie bibliografie).
I
Studentenhandboek
Informatiebronnen
Wie aan een studie in de Bondsrepubliek Duitsland wil beginnen, moet reeds in zijn vaderland alle noodzakelijke inlichtingen inwinnen, b.v. over getuigschriften die voor toelating tot een studie worden vereist, studierichtingen en leergangen van de Duitse instellingen voor hoger onderwijs (vergelijk ook de Vorlesungsverzeichnisse van de verschillende instellingen voor hoger onderwijs), studieduur, de noodzakelijke kennis van het Duits, de kosten van de studie, het levensonderhoud, de formaliteiten voor inreis en verblijf. Pas dan kan men beslissen of men de studie in de Bondsrepubliek Duitsland kan en wil beginnen. Inlichtingen voor het vertrek zijn van het grootste belang, omdat daardoor moeilijkheden op een later tijdstip kunnen worden voorkomen. Inlichtingen over het studeren in de Bondsrepubliek Duitsland kan men verkrijgen bij de Duitse diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland, de buitendiensten van de DAAD. of het DAAD-bureau in Bonn, de Goethe-instituten in het buitenland en de Akademische Auslandsämter of secretariaten van de instelling voor hoger onderwijs waar men graag wil gaan studeren (adressen zie Aanhangsel). Elke buitenlander, die in de Bondsrepubliek Duitsland wil studeren, moet voor zijn vertrek informeren of het nagestreefde Duitse examen in het eigen
Bondsrepubliek Duitsland
I
land wordt erkend. De erkenning van Duitse studietijden en examens is van grote betekenis bij de terugkeer van de buitenlandse studenten naar de instelling van hoger onderwijs in hun vaderland of in het beroepsleven in het eigen land. Waar gelijkwaardigheidsovereenkomsten bestaan, is de erkenning van studietijden en afsluitende examens niet moeilijk. In de meeste gevallen moet erkenning echter via een afzonderlijke procedure bij de instellingen van hoger onderwijs of de staatsinstellingen in het land van herkomst worden geregeld. Enkele Duitse instellingen van het hoger onderwijs bieden daarbij hulp door het beschrijven van studietijden en studieprestaties en de vertaling van getuigschriften. Het is in ieder geval onontbeerlijk zich al voor de terugreis over de problemen van de latere erkenning te informeren. Buitenlandse aspirant-studenten moeten bij de keuze van hun studievak informaties inwinnen over het feit of en hoe zij de tijdens hun studie in de Bondsrepubliek Duitsland verworven kennis, na terugkeer in het eigen land kunnen toepassen. Onder de aspirant-studenten uit de EG-Lid-Staten zijn noch studiebeginners noch zulke studenten de regel die hun studie in de Bondsrepubliek Duitsland met een examen willen afsluiten. Tot nu toe waren en zijn aan de instellingen voor hoger onderwijs vooral studenten uit de EG-staten ingeschreven, die hun studie aan een Duitse instelling voor hoger onderwijs willen voortzetten of verdiepen, dat betekent diegenen, waarvoor de studietijd in de Bondsrepubliek bestanddeel van een in hun vaderland af te sluiten studie is.
85
I
86
Aanhangsel
Nederland Botschaft der Bundesrepublik Deutschland Groot Hertoginnelaan 1820 Den Haag 2517 EG Verenigd Koninkrijk Botschaft der Bundesrepublik Deutschland 23, Belgrave Square London SW1X 8PZ
1. Adressen Ambassades van de Bondsrepubliek Duitsland in de EGlanden België Botschaft der Bundesrepublik Deutschland Avenue de Tervuren 190 B1150 Bruxelles Denemarken Botschaft der Bundesrepublik Deutschland Stockholmsgade 57 DK2100 København 0 Griekenland Botschaft der Bundesrepublik Deutschland Odos Karaoli kai Dimitriou (ex Loukianou) 3 POB 3071 10210 Athens Frankrijk Botschaft der Bundesrepublik Deutschland 13/15, avenue Franklin D. Roo sevelt F75008 Paris Ierland Botschaft der Bundesrepublik Deutschland 43, Ailesbury Road Dublin 4 Italië Botschaft der Bundesrepublik Deutschland Via Po 25c 100198 Roma Luxemburg Botschaft der Bundesrepublik Deutschland 2022, av. Émile Reuter L2420 Luxembourg
Studentenhandboek Opleidingsinstituten (Unterrichtsstäuen) Knesebeckstr. 3848 D1000 Berlin 15 HelenePagèsStr. 9 D5407 Boppard/Rhein Fedelhören 78 D2800 Bremen Wilhclmstr. 17 D7800 Freiburg Merkelstr. 4 D3400 Göttingen
DAADhoofdkantoor en buiten diensten in de EGlanden Deutscher Akademischer Aus tauschdienst (DAAD) Kennedyallee 50 D5300 Bonn 2 S (0228)88 21
Stennerstraße 4 D5860 Iserlohn/ Westf.
Büro Berlin Deutscher Akademischer Aus tauschdienst (DAAD) Steinplatz 2 D1000 Berlin 12 ■8 (030)31 04 61
GoetheInstitut Ifflandstr. 26 D6800 Mannheim 1
Büro London German Academic Exchange Ser vice 17, Bloomsbury Square London WC1A 2LP S 01404 4065 Büro Paris Office Allemand d'Échanges Uni versitaires 15, rue de Verneuil F75007 Paris » 2 61 58 57 Maison Heinrich Heine 27C, bd Jourdan F75014 Paris ■B 5 89 32 26 De buitendiensten van de DAAD zijn tegelijkertijd contactadressen voor de Westdeutsche Rektoren konferenz GoetheInstitut: Opleidingsinstituten in de Bonds republiek en Duitse culturele in stituten in de EGlanden GoetheInstitut Lenbachplatz 3 Postfach 20 1009 D8000 München 2 Β (089)5 99 91
GoetheInstitut bei der DSE KätheKollwitzStr. 15 D6800 Mannheim 1
GoetheInstitut Sonnenstr. 25 D8000 München 2 Seidlstr. 17 D8110 Murnau/Obb. Goethestraße 1 D8210 Prien/Chiemsce Herngasse 17 D8803 Rothenburg o.d.T. Am Spitalbach 8 D7170 Schwäbisch Hall/Württ. Rempart 7 D7813 Staufen/Breisgau België GoetheInstitut Deutsche Bibliothek 58, rue Belliard B1040 Brussel » 2 30 39 70 Denemarken Deutsches Kulturinstitut Nørre Voldgade 106 DK1358 København K. ■8 13 34 54
Bondsrepubliek Duitsland Griekenland GoetheInstitut Omirou Str. 1416 POB 11100 10310 Athen 8 360 81 11. 360 81 15 GoetheInstitut Plateia Dikastirion 2 Chania/Kreta ■8 2 37 78 GoetheInstitut Agiou Nikolaou 99 Patras Β 27 34 46 GoetheInstitut Vassileos Konstantinou 15 POB 268 Thessaloniki ■8 27 26 44, 22 61 89 Frankrijk GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 16ter, rue Boudet F33000 Bordeaux 8 44 67 06 GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 98. rue des Stations F59800 Lille 8 57 02 44. 57 08 86 GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 1618. rue François Dauphin F69002 Lyon ■8 842 8827 GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 171, rue de Rome F13006 Marseille ■8 47 63 81, 47 67 75 GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 39, rue de la Ravinelle F54000 Nancy ■8 335 44 36 GoetheInstitut Centre Culturel Allemand 17, avenue d'Ièna F75161 Paris ■8 723 61 21 GoetheInstitut 6bis, rue Clémence Isaure F31000 Toulouse ■8 23 08 34
I Ierland GoetheInstitute 37, Merrion Square Dublin 2 ■8 76 64 51, 76 22 13 Italie GoetheInstitut Centro Culturale Tedesco Salita Santa Caterina, 4 116123 Genova B> 58 10 11, 54 27 88 GoetheInstitut Centro Culturale Tedesco Via San Paolo 120121 Milano •8 799240, 784791, 783474, GoetheInstitut Palazzo Spalletti Riviera di Chiaia 202 180121 Napoli Β 41 19 23, 41 39 43 GoetheInstitut Centro Culturale Tedesco Via Vaccarini, 1 190143 Palermo ■8 26 12 62. 26 11 92
87 GoetheInstitut 'sGravendijkwal 5052 3014 ED Rotterdam ■8 36 54 11 Verenigd Koninkrijk GoetheInstitute Scottish German Centre 2/3 Park Circus Glasgow G3 6AX ■Β 332 25 55, 332 25 56 GoetheInstitut London 50. Princes Gate Exhibition Rd. London SW7 2PH ■8 581 33 44, 581 33 47 Goethelnstitut Ridgefield House 14, John Dalton Street Manchester M2 6HG ■8 834 46 35, 832 64 54 Goethelnstitut York Centre 86, Micklegate York YOl 1JZ Β 5 52 22
GoetheInstitut Palazzo Odescalchi Via del Corso. 262267 100186 Roma ■8 679 81 24, 678 49 22, 678 90 31
Ministeries van de Länder Ministerium für Wissenschaft und Kunst Postfach 401 Königstraße 46 D7000 Stuttgart 1 » (0711)2 19 31
GoetheInstitut Centro Culturale Tedesco Via del Coroneo, 15 134133 Trieste •8 73 20 57. 73 20 58
Bayerisches Staatsministerium für Unterricht und Kultus Salvatorplatz 2 D8000 München ■8 (089)2 18 61
GoetheInstitut Centro Culturale Tedesco Piazza San Carlo 206 110121 Torino ■B 55 52 26, 54 38 30
Der Senator für Wissenschaft und Forschung Bredtschneiderstraße 58 D1000 Berlin 19 ■B (030)3 03 21
Luxemburg ThomasMannBibliothek 42, boulevard Joseph II L1840 Luxembourg ■8 47 52 81, 47 52 82 Nederland GoetheInstitut Herengracht 470 1017 CA Amsterdam Β 23 04 21
Der Senator für Bildung, Wissen schaft und Kunst Rembeniring 812 D2800 Bremen ■8 (0421)36 11 Freie und Hansestadt Hamburg Behörde für Wissenschaft und Forschung Postfach 5668 Hamburger Straße 37 D2000 Hamburg 76 ■8 (040) 29 18 81
I
88 Hessisches Kultusministerium Luisenplatz 10 D6200 Wiesbaden ■8 (06121) 3681 Niedersächsisches Ministerium für Wissenschaft und Kunst Prinzenstraße 14 D3000 Hannover ■8 (0511) 1201 Der Minister für Wissenschaft und Forschung des Landes NRW Völklinger Straße 49 D4000 Düsseldorf ■B (0211) 3 03 21 Kultusministerium Rheinland Pfalz Postfach 3220 Mittlere Bleiche 61 D6500 Mainz Β (06131) 1 61 Minister für Kultus, Bildung und Sport Postfach 1010 Saaruferstraße 3032 D6600 Saarbrücken ■8 (0681) 5031 Kultusministerium Schleswig Holstein Düstembrooker Weg 6468 Landeshaus, Nebengebäude A D2300 Kiel ■8 (0431) 59 61 Bondsministerie Bundesministerium für Bildung und Wissenschaft Heinemannstr. 2 D5300 Bonn 2 Β (0228) 571 Kullusministerkonferenz Sekretariat der Ständigen Konfe renz der Kultusminister der Länder in der Bundesrepublik Deutschland Nassestr. 8 D5300 Bonn 1 Β (0228) 5011 Westdeutsche Rektorenkonferenz (WRK) Westdeutsche Rektorenkonferenz Sekretariat Ahrstr. 39 D5300 Bonn 2 ■8 (0228) 37 69 11
Adressen van instellingen van hoger onderwijs Afkortingen voor instellingen van
Studentenhandboek HfM HfP HfV HJS
hoger onderwijs : ABK DSH FeraU FH FHKM
FU GH HbK HdK HfB HFF
Akademie der Bilden den Künste Deutsche Sporthoch schule Fernuniversität Fachhochschule Hochschule für gestal tende Kunst und Mu sik Freie Universität Gesamthochschule Hochschule für bilden de Kunst Hochschule der Künste Hochschule für Berufs tätige Hochschule für Femse hen und Film
Adressen van universiteiten, technische universiteiten/ hogescholen en Gesamthochschu len Aachen TH Bergdriesch 37 D5100 Aachen Augsburg U Memminger Str. 6 D8900 Augsburg Bamberg U Kapuzinerstr. 16 D8600 Bamberg Bayreuth U Postfach 3008 D8580 Bayreuth Berlin FU Boltzmannstr. 3 D1000 Berlin 33 Berlin TU Straße des 17. Juni 135 D1000 Berlin 12 Bielefeld U Universitätsstr. 25 D4800 Bielefeld
HS HWP KH MeHo PTH
PTL TH TiHo TU
υ
UGH
Hochschule für Musik Hochschule für Politik Hochschule für Verwal tungswissenschaflen Hochschule für Jüdi sche Studien Hochschule Hochschule für Wirt schaft und Politik Kirchliche Hochschule (evang.) Medizinische Hoch schule PhilosophischTheolo gische Hochschule (kath.) PhysikalischTechni sche Lehranstalt Technische Hochschule Tierärztliche Hoch schule Technische Universität Universität UniversitätGesamt hochschule
Bochum U Postfach 10 21 48 D4630 Bochum Bonn U Postfach 2220 D5300 Bonn Braunschweig TU KonstantinUhdeStr. 16 D3300 Braunschweig Bremen U Postfach 33 04 40 D2800 Bremen 33 Clausthal TU Postfach 230 D3392 ClausthalZellerfeld Darmstadt TH Karolinenplatz 5 D6100 Darmstadt Dortmund U Postfach 50 05 00 D4600 Dortmund Düsseldorf U Universitätsstr. 1 D4000 Düsseldorf Duisburg U Lotharstr . 65 D4100 Duisburg
Bondsrepubliek Duitsland
I
89
Eichstätt U kath. Ostenstr. 26 D-8078 Eichstätt
Karlsruhe U Postfach 83 80 D-7500 Karlsruhe
Regensburg U Postfach 397 D-8400 Regensburg
Erlangen-Nürnberg U Postfach 3520 D-8520 Erlangen
Kassel U-GH Postfach D-3500 Kassel
Saarbrücken U Im Stadiwald D-6600 Saarbrücken
Essen U-GH Universitätsstr. 2 D-4300 Essen
Kiel U Olshausenstr. 40 D-2300 Kiel
Siegen U-GH Herrengarten 3 D-5900 Siegen
Frankfurt U Postfach 11 19 32 D-6000 Frankfurt
Köln U Albertus-Magnus-Platz D-5000 Köln
Stuttgart U Postfach 560 D-7000 Stuttgart
Freiburg U Heinrich-v.-Stephan-Str. 25 D-7800 Freiburg
Konstanz U Postfach 55 60 D-7750 Konstanz
Gießen U Ludwigstr. 23 D-6300 Gießen
Lübeck MeHo Ratzeburger Allee 160 D-2400 Lübeck
Trier U Tarforst Verwaltungsgebäude D-5500 Trier
Göttingen U Wilhclmsplatz 1 D-3400 Göttingen
Lüneburg HS Wilschenbrucher Weg 84 D-2120 Lüneburg
Hagen FemU Konkordiastr. 5 D-5800 Hagen
Mainz U Postfach 39 80 D-6500 Mainz
Hamburg U Edmund-Siemers-Allce 1 D-2000 Hamburg 13
Mannheim U L9. 7 D-6800 Mannheim
Hamburg-Harburg TU Harburger Schloßstr. 20 D-2000 Hamburg 90
Marburg U Biegenstr. 10 D-3550 Marburg
Hannover U Weifengarten 1 D-3000 Hannover
München U Geschwister-Scholl-Platz 1 D-8000 München
Hannover MeHo Konstanty-Gutschow-Str. 8 D-3000 Hannover 61
München TU Arcisstr. 21 D-8000 München
Hannover TiHo Bischofsholer Damm 15 D-3000 Hannover
Münster U Schloßplatz 2 D-4400 Münster
Heidelberg U Seminarstr. 2 D-6900 Heidelberg
Oldenburg U Postfach 25 03 D-2900 Oldenburg
Hildesheim HS Kreuzstr. 8 D-3200 Hildesheim
Osnabrück U Postfach 44 69 D-4500 Osnabrück
Hohenheim U Postfach 70 05 62 D-7000 Stuttgart 70
Paderborn U-GH Postfach 16 21 D-4790 Paderborn
Kaiserslautern U Erwin-Schrödinger-Str. D-6750 Kaiserslautern
Passau U Innstr. 40 D-8390 Passau
Tübingen U Wilhelmstr. 11 D-7400 Tübingen Ulm U Oberer Eselsberg D-7900 Ulm Witten-Herdecke U Postfach 24 80 D-5810 Witten-Herdecke Würzburg U Sanderring 2 D-8700 Würzburg Wuppertal U-GH Gaußstr. 20 D-5600 Wuppertal Kerkelijke hogescholen Berlin KH Teltower Damm 120-122 D-1000 Berlin 37 Bethel KH Remterweg 45 D-4800 Bielefeld 13 Neuendetlelsau GB Postfach 20 D-8806 Ncuendettelsau Oberursel KH Altkönigstr. 150 D-6370 Oberursel Wuppertal KH Missionsstraßse 9 b D-5600 Wuppertal
I
90 Filosofischtheologische hogescholen Bcnediktbeuern PTH DonBoscoStr. 1 D8174 Bcnediktbeuern Frankfurt PTH Offenbachcr Landstr. 224 D6000 Frankfurt Fulda PTH Domplatz 2 D6400 Fulda Hennef PTH Waldstr. 9 D5202 Hennef/Sieg München PTH Kaulbachstr. 33 D8000 München Münster PTH Hörster Platz 5 D4400 Münster Paderborn PTH Kamp 6 D4790 Paderborn St Augustin PTH ArnoldJanssenStr. 30 D5205 St Augustin Trier PTH Jesuitenstr. 13 D5500 Trier
Hamburg HbK Lerchenfeld 2 D2000 Hamburg 76
Hamburg HfM Harvestehuder Weg 12 D2000 Hamburg 13
Karlsruhe ABK ReinholdFrankStr. 67 D7500 Karlsruhe
Hannover HfM Emmichplatz 1 D3000 Hannover
München ABK Akademiestr. 2 D8000 München
HeidelbergMannheim HfM L 15, 16 D6800 Mannheim
Nürnberg ABK Bingstr. 60 D8500 Nürnberg
Karlsruhe HfM Weberstr. 8 D7500 Karlsruhe
Offenbach HbK Schloßstr. 31 D6050 Offenbach
Köln HfM Dagobertstr. 38 D5000 Köln
Stuttgart ABK Am Weißenhof 1 D7000 Stuttgart
Aachen HfM ι Postfach 12 65 D5100 Aachen
Muziekhogescholen
Düsseldorf HfM ι Fischerstr. 110 D4000 Düsseldorf
Berlin HdK Postfach 12 67 20 D1000 Berlin 12 Bremen FHKM Am Wandrahm 23 D2800 Bremen Detmold HIM Allee 22 D4930 Detmold Dortmund HfM ' Hansastr. 7 D4600 Dortmund
Vallendar PTH Pallottistr. 3 D5414 Vallendar
Münster HfM ' Ludgeriplatz 1 D4400 Münster
Kunsthogescholen Berlin Hdk Postfach 12 67 20 D1000 Berlin 12 Braunschweig Hbk Postfach 28 28 D3300 Braunschweig Bremen FHKM Am Wandrahm 23 D2800 Bremen Düsseldorf HbK Eiskellerstr. 1 D4000 Düsseldorf (einschl. Münster) Frankfurt HbK Dürerstr. 10 D6000 Frankfurt
Studentenhandboek
Essen HfM Abtei D4300 Essen 16 Duisburg HfM ' Düsseldorfer Str. 19 D4100 Duisburg
Wuppertal HfM ' FriedrichEbertStr. 141 D5600 WuppertalElberfeld Lübeck HfM Gr. Petersgrube 1729 D2400 Lübeck München HfM Arcisstr. 12 D8000 München Saarbrücken HfM Bismarckstr. 1 D6600 Saarbrücken Stuttgart HfM Urbanplatz 2 D7000 Stuttgart Trossingen HfM SchultheißKochPlatz 5 D7218 Trossingen Würzburg HfM Hofstallstr. 68 D8700 Würzburg
Frankfurt HfM Eschenheimer Landstr. 2939 D6000 Frankfurt
Andere hogescholen
Freiburg HfM Schwarzwaldstr. 141 D7800 Freiburg
Hamburg HWP VonMellePark 9 D2000 Hamburg 13
1
De „ingesprongen" instellingen van hoger onderwijs vormen met de voorafgaande instelling een samenwerkingsverband.
Heidelberg HJS Friedrichstr. 9 D6900 Heidelberg
Bondsrepubliek Duitsland Köln DSH Postfach 45 03 27 D-5000 Köln 41 München HFF Ohmstr. 11 D-8000 München München HfP Ludwigstr. 8 D-8000 München Speyer HfV Postfach 14 09 D-6720 Speyer Pedagogische academies Baden-Württemberg Freiburg PH Heinrich-von-Stephan-Str. 25 D-7800 Freiburg Heidelberg PH Keplerstr. 87 D-6900 Heidelberg Karlsruhe PH Bismarckstr. 10 D-7500 Karlsruhe Ludwigsburg PH Reuteallee 46 D-7140 Ludwigsburg Reutlingen PH Postfach 680 D-7410 Reutlingen Schwäbisch Gmünd PH Oberbrettringer Str. 200 D-7070 Schwäbisch Gmünd Weingarten PH Kirchplatz 2 D-7987 Weingarten Rheinland-Pfalz Koblenz Abteilung der EWH RheinlandPfalz Rheinau 3-4 D-5400 Koblenz Landau Abteilung der EWH RheinlandPfalz Im Fort 7 D-6740 Landau Schleswig-Holstein Flensburg PH Mürwiker Str. 77 D-2390 Flensburg
I Kiel PH Olshausenstr. 75 D-2300 Kiel Fachhochschulen en overeenkomstige vakgebieden aan geïntegreerde hogescholen Baden-Württemberg Aalen FH Beethovenstr. 1 D-7080 Aaien Biberach FH Karlstr. 9-11 D-7950 Biberach Eßlingen FH für Sozialwesen Flandernstr. 103 D-7300 Eßlingen Eßlingen FH für Technik Kanalstr. 33 D-7300 Eßlingen Freiburg FH f. Sozialwesen. Religionspädagogik und Gemeindediakonie Buggingerstr. 38. D-7800 Freiburg i. Br. Kath. FH f. Sozialwesen und Religionspädagogik Karlstr. 34 D-7800 Freiburg i. Br. Furtwangen FH Postfach 28. D-7743 Furtwangen 1 Heidelberg FH der Stiftung Rehabilitation Postfach 101 409 D-6900 Heidelberg 1 Heilbronn FH Max-Planck-Str. 39 D-7100 Heilbronn Isny Naturwiss.-Technische Akademie Seidenstr. 16 D-7972 Isny Karlsruhe FH Moltkestr. 4 D-7500 Karlsruhe Konstanz FH Brauneggerstr. 55 D-7750 Konstanz
91 Mannheim FH f. Technik Speyerer Str. 4 D-6800 Mannheim 1 Mannheim FH f. Sozialwesen Pettcnkoferstr. 24-30 D-6800 Mannheim 1 Mannheim FH f. Gestaltung. E3, 16 D-6800 Mannheim 1 Nürtingen FH Neckarsteige 10 D-7440 Nürtingen Offenburg FH Badstr. 24 D-7600 Offenburg Pforzheim FH f. Wirtschaft Tiefenbronnerstr. 65 D-7530 Pforzheim Pforzheim FH f. Gestaltung Holzgartenstr. 36 D-7530 Pforzheim Ravcnsburg-Weingarten FH Postf. 1107 D-7987 Weingarten Reutlingen FH f. Technik u. Wirtschaft Kaiserstr. 99 D-7410 Reutlingen. Reutlingen FH f. Sozialwesen Ringelbachstr. 221 D-7410 Reutlingen Schwäbisch Gmünd FH f. Gestaltung Postf. 1308 D-7070 Schwäbisch Gmünd Sigmaringen FH Anton-Günther-Str. 51 D-7480 Sigmaringen Stuttgart FH f. Technik, Postf. 1180 D-7000 Stuttgart 1 Stuttgart FH f. Druck Nobclstr. 10 D-7000 Stuttgart 80
I
92 Stuttgart FH f. Bibliothekswesen Feuerbacher Heide 38-42 D-7000 Stuttgart 1 Ulm FH Postf. 3860 D-7900 Ulm Bayern Augsburg FH Baumgartnerstr. 16 D-8900 Augsburg
Würzburg-Schweinfurt FH Münzstr. 12, D-8700 Würzburg Berlin Technische FH Berlin Luxemburgerstr. 10 D-1000 Berlin 65 FH f. Wirtschaft Badensche Str. 50-51 D-1000 Berlin 62
Bamberg U Kapuzinerstr. 16 D-8600 Bamberg
FH f. Sozialarbeit und Sozialpädagogik Karl-Schrader-Str. 6 D-1000 Berlin 30
Coburg FH Friedrich-Streib-Str. 2 D-8630 Coburg (mit Abteilung in Münchberg)
Ev. FH f. Sozialarbeit u. Sozialpädagogik Reinerzstr. 40 D-1000 Berlin 33
Eichstätt Kath. U Ostenstr. 26 D-8078 Eichstätt Kempten FH Immenstädter Str. 69 D-8960 Kempten/Allgäu Landshut FH Am Lurzenhof 4 D-8300 Landshut München FH Lothstr. 34 D-8000 München 2 Kath. Stiftungsfachhochschule Mü. Preysingstr. 83 D-8000 München 80 (m. Abt. in Bcnediktbeuern) Nürnberg FH Keßlerplatz 12 D-8500 Nürnberg 21 Nürnberg FH Ev. Stiftungsfachhochschule N Burgschmietstr. 10 D-8500 Nürnberg 90 Regensburg FH Prüfeningerstr. 58 D-8400 Regensburg Rosenheim FH Marienberger Str. 26 D-8200 Rosenheim Weihenstephan FH D-8050 Freising (mit Abt. in Schönbrunn und Triesdorf)
Bremen Bremen FH Hochschule Bremen Langemarckstr. 116 D-2800 Bremen Bremen FH Hochschule f. gestaltende Kunst und Musik Am Wandrahm 23 D-2800 Bremen Bremerhaven Hochschule Bremerhaven Columbusstr. 2 D-2850 Bremerhaven Hamburg Hamburg FH Winterhuder Weg 29 D-2000 Hamburg 76 Ev. FH f. Sozialpädagogik Beim Rauhen Hause 21 D-2000 Hamburg 74 Hessen Darmstadt FH Schöfferstr. 1 D-6100 Darmstadt Ev. FH Darmstadt Zweifalltorweg 12 D-6100 Darmstadt Frankfurt FH Kleiststr. 31 D-6000 Frankfurt/M.
Studentenhandboek FH, Bibliotheksschule in Ff. a. M. Wicsenau 1 D-6000 Frankfurt Fulda FH Marquardstr. 35 D-6400 Fulda Gießen-Friedberg FH Wiesenstr. 14 D-6300 Gießen (m. Abt. in Friedberg) Kassel U-GH Mönchebergstr. 19 D-3500 Kassel Oestrich-Winkel European Business School Schloß Reichartshausen D-6227 Oestrich-Winkel Wiesbaden FH Kurt-Schumacher-Ring 18 D-6200 Wiesbaden (mit Abteilungen in Geiscnhcim. Idstein, Rüsselsheim) FH Fresenius Dambachtal 20 D-6200 Wiesbaden Niedersachsen Braunschweig-Wolfenbüttel FH Küchenstr. 1 D-3300 Braunschweig (mit Abt. in Wolfenbüttcl) Emden FH Ostfriesland Constantiaplatz 4 D-2970 Emden (mit Abteilung in Leer) Hannover FH Ricklinger Stadtweg 118 D-3000 Hannover 91 (mit Abteilung in Nienburg) Ev. FH in Hannover Postf. 690309 D-3000 Hannover 69 Hildesheim-Holzminden FH Höhnen 3 D-3200 Hildesheim (mit Abteilungen in Göttingen u. Holzminden) Lüneburg FH Nordostniedersachsen Münstermannskamp 1 D-2120 Lüneburg (m. Abteilungen in Buxtehude u. Suderburg)
Bondsrepubliek Duitsland Oldenburg FH Ofener Str. 16 D-2900 Oldenburg (mit Abt. in Elsfleht) Osnabrück FH Neuer Graben (Schloß) D-4500 Osnabrück Kath. FH Norddeutschalnd Detmarstr. 2 D-4500 Osnabrück (mit Abteilung in Vechta) Wilhelmshaven FH Friedrich-Paffrath-Str. 101 D-2940 Wilhemshaven Nordrhein-Westfalen Aachen FH Kurbrunnenstr. 22 D-5100 Aachen (m. Abt. in Jülich) Kath. FH Nordrhein-Westfalen. Abt. Aachen Wörthstr. 10 D-5000 Köln 1 Bielefeld FH Kurt-Schumacher-Str. 6 D-4800 Bielefeld 1 (m. Abt. in Minden) Bochum FH Postf. 100741 D-4630 Bochum (m. Abt. in Gelsenkirchen) FH Bergbau Hemer Str. 45 D-4630 Bochum Ev. FH Rheinland, WestfalenLippe. Abt. Bochum Immanuel-Kant-Str. 20 D-4630 Bochum Dortmund FH Sonnenstr. 96 D-4600 Dortmund 1 Düsseldorf FH Strümpellstr. 4 D-4000 Düsseldorf 1 Ev. FH Rheinland-Westfalen-Lippe, Abt. Düsseldorf, Kaiserswerth Fliednerstr. 32 D-4000 Düsseldorf Duisburg U-GH Lotharstr. 65 D-4100 Duisburg
I Essen Univ.-Gesamthochschulc Essen Universitätsstr. 2 D-4300 Essen 1 Hagen FH Haldener Str. 182 D-5800 Hagen 1 (m. Abt. in Iserlohn) Köln FH Reitweg 1 D-5000 Köln 21 (mit Abt. in Gummersbach) Rheinische FH Köln Hohenslaufenring 16-18 D-5000 Köln 1 Kath. FH Nordrhein-Westfalen, Abt. Köln Wörthstr. 10 D-5000 Köln 1 FH f. Bibliotheks- und Dokumentationswesen Universitätsstr. 33 D-5000 Köln 41 Krefeld FH Niederrhein Postf. 2850 D-4150 Krefeld 1 (m. Abt. in Mönchengladbach) Lemgo FH Lippe Liebigstr. 87 D-4920 Lemgo 1 (m. Abt. in Detmold) Münster FH Corrensstr. 25 D-4400 Münster (m. Abt. in Steinfurt) Paderborn U-GH Postf. 1621 D-4790 Paderborn (mit Abt. in Höxter, Meschede u. Soest) Kath. FH Nordrhein-Westfalen, Abt. Paderborn Wörthstr. 10 D-5000 Köln 1 Siegen U-GH Herrengarten 3 D-5900 Siegen Wuppertal U-GH Gaußstr. 20 D-5600 Wuppertal 1
93 Rheinland-Pfalz Bingen FH d. Landes Rheinland-Pfalz Rochusallee 4 D-6530 Bingen 1 (m. Abt. in Bad Kreuznach) Kaiserslautem FH d. L. Rheinland-Pfalz Morlautererstr. 31 D-6750 Kaiserslautem Koblenz FH d. L. Rheinland-Pfalz Am Finkenherd 4 D-5400 Koblenz-Karthause (m. Abt. in Höhr-Grenzhausen) Ludwigshafen FH d. L. Rheinland-Pfalz Emst-Böhe-Str. 4 D-6700 Ludwigshafen (m. Abt. in Worms) Mainz FH d. L. Rheinland-Pfalz Holzstr. 36 D-6500 Mainz Trier FH d. L. Rheinland-Pfalz Schneidershof D-5500 Trier Saarland Saarbrücken FH des Saarlandes Saaruferstr. 66 D-6600 Saarbrücken 1 Schleswig-Holstein Flensburg FH Kanzleistr. 91-93 D-2390 Flensburg Kiel FH Breiter Weg 10 D-2300 Kiel (m. Abt. in Eckemförde u. Rendsburg) Lübeck FH Stephensonstr. 3 D-2400 Lübeck 1 Rendsburg HfB Neuer Wall 37 D-2000 Hamburg 36 Wedel FH, PTL Wedel Feldstr. 143 D-2000 Wedel
94 2. Bibliografie Das Bildungswesen in der Bundesrepublik Deutschland, Kompetenzen - Strukturen - Bildungswege. Uil. : Sekretariat der Ständigen Konferenz der Kultusminister der Länder in der Bundesrepublik Deutschland. Algemene beschrijving van het onderwijs met een beschrijving van het hoger onderwijs naar de stand van december 1982. The Educational System in the Federal Republic of Germany. Governance, Structures, Courses. Een door het secretariaat van dc KMK in samenwerking met BMBW en WRK gemaakte studie. Uitgegeven door: Foreign office of the Federal Republic of Germany (Bonn: a.V. 1983). 171 blz. Peisert, Hansgert und Framheim, Gcrhild. Systems of Higher Education : Federal Republic of Germany. New York: International Council for Educational Development, 1978. 208 biz.; Algemene beschrijving van het hoger onderwijs en de administratieve structuren, getallen, trends. Stifterverband für die deutsche Wissenschaft. Vademecum deutscher Lehr- und Forschungsstätten 1978. Essen 1978, 157 blz. Studien- und Berufswahl, 1984/85. Uitgegeven door de Bund-Länder-Kommission für Bildungsplanung und Forschungsförderung en de Bundesanstalt für Arbeit. Bad Honnef: Verlag K. H. Bock (jaarlijks nieuw). Omvattend handbock, dat informatie geeft over studie- en beroepskeuze, studiekosten en eisen, beroepsmogelijkheden voor degenen die een instelling voor hoger onderwijs hebben afgemaakt en gidsen van de studierichtingen en instellingen van hoger onderwijs bevat. Deutscher Hochschulführer 1982. Bonn: Verlag J. Raabe, (jaarlijks nieuw). Gids van alle instellingen voor hoger onderwijs met een algemene inleiding alsmede een beschrijving van elke instelling
I van hoger onderwijs met het docentencorps en studierichtingen. Deutscher Fachhochschulführer 1981/82. Berlin: VDE-Verlag 1978 (elke twee jaar nieuw). Uitvoerige omschrijving van alle instellingen voor hoger onderwijs met studierichtingen. Westdeutsche Rektorenkonferenz.. Übersicht über Studienmöglichkeiten und Zulassungsbeschränkungen für deutsche Studienanfänger an den Hochschulen der Bundesrepublik Deutschland. Een brochure van 12 bladzijden, elk semester nieuw. Kosteloos verkrijgbaar bij de WRK. Bevat tabellen van alle studierichtingen aan instellingen voor hoger onderwijs. Westdeutsche Rektorenkonferenz. Übersicht über Bewerbungs- und Anmeldefristen, Einschreibung, Beginn und Ende der Vorlesungen der wissenschaftlichen Hochschulen der Bundesrepublik Deutschland. Brochure, elk semester nieuw, kosteloos verkrijgbaar bij de WRK. DAAD. Der ausländische Student in der Bundesrepublik Deutschland, Das Studium an wissenschaftlichen Hochschulen, Bonn 1981 (Duits, Engels, Frans, Spaans). Kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en bij de academische bureaus buitenland respectievelijk secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. Uitvoerige brochure met praktische informaties over alle voor een buitenlandse student belangrijke vragen. DAAD. Der ausländische Student in der Bundesrepublik Deutschland. Das Studium an Fachhochschulen. Bonn 1981. 126 blz. Kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en bij de academische bureaus buitenland respectievelijk secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. DAAD. Das Studium in der Bundesrepublik Deutschland. 16 blz. tellend register voor geïnteresseerde buitenlandse studenten (Duits, Engels, Frans, Spaans,
Studentenhandboek Portugees, Turks, Grieks, Indonesisch, Arabisch). Kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en bij de academische bureaus buitenland respectievelijk de secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. DAAD. Zulassungsinformationen für ausländische und staatenlose Studienbewerber zum Studium an einer wissenschaftlichen Hochschule in der Bundesrepublik Deutschland einschließlich Berlin (West). Folder van 4 blz. (Duits, Engels, Frans. Spaans). Kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en bij de academische bureaus buitenland respectievelijk de secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. Antrag auf Zulassung zum Studium/Immatrikulation. Inschrijvingsformulier van 4 blz.. kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en bij de academische bureaus buitenland respectievelijk de secretariaten van de instellngen voor hoger onderwijs. Vorlesungsverzeichnisse van de instellingen voor hoger onderwijs, elk zomer- en wintersemester nieuw. Via de boekhandel in de stad van de instelling verkrijgbaar. DAAD. Dokumentation Deutsch als Fremdsprache an den Hochschulen und Studienkollegs der Bundesrepublik Deutschland einschließlich Berlin (West). Bonn 1982. 92 blz., kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD. DAAD. Hochschulferienkurse und Feriensprachkurse — Bundesrepublik Deutschland. Jaarlijks nieuw, ca. 30 blz., kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en de academische bureaus buitenland respectievelijk de secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. Äquivalenzen im Hochschulbereieh. 38 S., Sept. 1984, erschienen in der Reihe ., Bildung Wissenschaft Aktuell" des Bundesministeriums für Bildung und Wissenschaft (kosteloos verkrijgbaar).
Bondsrepubliek Duitsland DAAD. Germanistik an deutschen Hochschulen. Gids van de docenten aan instellingen voor hoger onderwijs in de Bondsrepubliek Duitsland. Bonn 1982, 312 blz. Te verkrijgen tegen een bijdrage bij : drukkerij L. Wendland KG. Postfach 270444, 5000 Köln 1. Gieseke, Ludwig: The Fachhochschulen in the Federal Republic of Germany. Kosteloos verkrijgbaar bij Inter Nationes. serie Bildung und Wissenschaft, BM 1980. aflevering 11/12(e), 12 blz. Inter Nationes. Kennedyallee 91103. D-5300 Bonn 2. Brauer, W.. Haacke, W. und Münch. S. : Studien- und Forschungsführer Informatik. Bonn 1980. 228 blz., kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD. Duits. Engels. Deutsches Studentenwerk e.V. : Behinderte studieren, praktische Tips und Informationen der Beratungsstelle für behinderte Studienbewerber und Studenten, Bonn 1983. DAAD: Hinweise für ausländischen Studienbewerber, Der Zugang zum Fachstudium an den Wissenschaftlichen Hochschulen in der Bundesrepublik Deutschland einschließlich Berlin (West) über die Studienkollegs für ausländische Studierende. (Duits. Engels. Frans. Spaans), Bonn: 1981. Kosteloos verkrijgbaar bij de DAAD en de bureaus buitenland respectievelijk de secretariaten van de instellingen voor hoger onderwijs. DAAD: Uit de serie documentaties en materialen : Auslandsstudium und Ausländerstudium in der Bundesrepublik Deutschland, een bibliografie. Bonn 1984, 95 blz. Kosteloos bij de DAAD verkrijgbaar. Presse- und Informationsamt der Bundesregierung: Tatsachen über Deutschland (Duits. Engels. Frans, Spaans. Portugees, Italiaans. Braziliaans, Arabisch). Bonn. Kosteloos verkrijgbaar bij het Presse- und'Informationsamt
I der Bundesregierung. Wclckcrstrasse 11, 5300 Bonn 1.
95
I
96
Studentenhandboek
3. Overzicht van de studiemo gelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Studiemogelijkheden aan universiteiten, technische universiteiten en Gesamthochschulen Bron: 'Studien und Berufswahl 1984/85' Verlag K.H. Bock, Bad Honnef Afrikanistik Afrikanologie Ägyptologie Amerikanistik Anglistik Anthropologie Arbeitslehre/Technik Archäologie ' Architektur Assyriologie Astronomie, Astrophysik Bauingenieurwesen Bergbau Betriebswirtschaftslehre Bibliothekswissenschaft2 Biochemie Biologie Biotechnik Brauwesen Byzantinistik Chemie Dänisch Deutsch als Fremdsprache Elektrotechnik Ernährungswissenschaft Erwachsenenbildung Feinwerktechnik FinnoUgristik Forstwissenschaft Französisch Fremdsprachenausbildung, berufsbezogen3 Gartenbau Geographie Geologie Geophysik Germanistik4 Geschichte der Naturwissenschaft/Technik Geschichtswissenschaft Gestaltung, Design Griechisch, klassisch Haushalts wissenschaft Holzwirtschaft, Holztechnik Hüttenwesen Indologie Informatiks Iranistik6
Iå I
χ ί Ef Ef α χ3 Ά <3 E
i
1
ã
Í D Ι ου X
s ζ
D
s C —
ζ
D c
2
11 1 3 11 3
'Í Ζ. C 3
E
Χ
S. I ï
c χ; Ë 3 Ei
22
D Ef
ζ
'3
h ■5
TS c
g i
i
C
ρ
i Jt as
i r.
i e
S 3 'a α G
E χ D :. ■c Ζ 6
ï
c ■ .
I
•
fla
X
S
Ζ
z. •E Χ ,3 c
E Li.
■ζ. Ef 3 X
D
'i
Χ LO Χ
—c' LÌ.e -Ef3 s c ç C
ü b LL.
TO
'O Χ
I
Χ
r Ef ■
X X
Ef 3 C
i ζ ζ.
• • ■
β
•
•
■ • ■ ì
î
• • •
t t
■ • • ■ ■ • • • • •
■
X
•
'i
•
• »
•
•
i
• •
• •
• •
■
• •
• • • • • •
•
• • •
■
• •
■
■
•
• •
• •
• • • •
•
■ Θ
•
• ■
• • • •
•
■
■
• • • • •
• '· •
• •
• •
»
■
■ ■
•
■
• • • • • •
'■
•
• •
t A
•
•
•
• •
•
U
• ■
•
À
A
A
• • • • • u
•
■
i
• ■
•
■
•
• •
I
•
t
• • • • • • •
• •
• •
•
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
• •
■
•
• i
•
• • •
• •
■
• • •
•
• •
• • • •
t
• • •
• 1
• i
• •
• • •
• • • • • • • • •
• • •
•
• • •
•
t
•
s
c c § cS
X
A
U
O SC
> >
•
UJ
'i
■
I
Bondsrepubliek Duitsland
ir S3 - "*■ ¡Β ε■* ζ > ·3 ¿Γ —
97
f
¡Λ
Χ =
Ε
ε .1 Ι
Γ ι _
ici g
c S o
ε. D
Χ)
Q
Ξ ä u.
sãs soo
1ι
« "3 3^ ε
_¿ ¡J
»
•
•
•
•
•
• •
■
■
t
• • •
• •
• • •
•
■
• • •
•
■ ®
• •
•
•
•
•
• • • ■
•
•
t
• •
•
•
•
■ ■
■
t
• • •
• 1
■
■
•
• •
•
t
•
•
•
•
■
• •
•
ï
Afkortingen voor instellingen
• Afkortingen van deelstaten
•
A
•
S s
If ' ,Ο e .1 tí 5 S
■
t
•
■ ■
•
II
D■ =■ X > 3 c
■ ■ ■ ■
■
•
:·
L·
®
• • •
•
Ef I
II
■
•
• • • ■
1?
•
• • •
■
■
D =
■
i
•
D
3 Ο Χ w
52
• Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie A Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie ® Uitsluitend opleidingen voor onderwijzers en leraren
• • •
A
A
• ·.
• • •
•
»
l
■
Bay = Bayern B = Berlin HB = Hansestadt Bremen
■ NdS = Niedersachsen NW = NordrheinWestfalen
• •
•
• • • •
• 1
•
■
•
• • • • • •
• • • • • • • ; • • • • • • •
SH = SchleswigHolstein
• S
; • • • •
•
•
•
• • • •
• • • • • •
A
•
•
ï
• • • • ®
• •
ï
• • •
• •
!
<s •
Archäologie. ) Berlin FU: Nur
2
•
•
• •
• • •
• •
•
• • •
•
•
■
• •
•
■
zum Hauptfach. ) Kiel U: Auch Friesisch. ) Oldenburg U: Ab
4 s
•
) Bamberg U: Nur Archäologie des Mittelalters und der
•
• Nebenfach.
•
I
98
Studentenhandboek
Studiemogelijkheden aan universiteiten, technische universiteiten en Gesamthochschulen C/3 'S" O
S X *
ååssries?
3
,fsf£5 e s a ili 1112 Ί s Βã
3 Z
o 'fl g i
o ge — E
ti Ö S m m
Islam wissenschaft Italienisch7 Judaistik Kerntechnik, Reaktortechnik Kommunikationswissenschaft Kulturpädagogik Kunst/Kunsterziehung Kunstgeschiede Landespflege/Landschaftsplan ung Landwirtschaft/ Agrarwissenschaftβ Latein Lateinische Philologie des Mittelalters Lebensmittelchemie Lebensmitteltechnologie Leibeserziehung/Sport9 Literaturwissenschaft Luft und Raumfahrttechnik Markscheidewesen Maschinenbau l0 Mathematik Medizin " Metallkunde Meteorologie Mikrobiologie Mineralogie Musik Musikwissenschaft Neugriechisch Niederländisch Nordisti k/Skandinavisük Orientalistik Ostasienwissenschaften Ozeanographie Pädagogik Paläontologie Papieringenieurwesen Pharmazie Philologie, klassische12 Philosophie13 Phonetik Physik Politikwissenschaft Produktionstechiiik Psychologiel* Publizistik, Journalistik, Lektorat Raumplanung15
S i i ' j ¡
■Sr 5. D■Β o
¡S => D
s
II!
gì
■ijl
Q Q
LU
:3
3
feg ϊ ίΊ δ ΐ = χ ·
ω u.
f ί
•3 a Ο
Χ
a X) ΧE ΧE Χ
Χ
I
Bondsrepubliek Duitsland
^
— s g. o α
SΧ
3 fcjζ
J:
S
χ
E sf I ? ¡ | I 2n 3 2ν. 5 3
χ
χ
Ζ)
~f
X
X
X X X
• •
s"
ζ>
Χ ν. Χ
È ï
l?=£épS
99
υ
• Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie A Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie 0 Uitsluitend opleidingen voor onderwijzers en leraren
■If g
Sa
ζ
33
■S S :=1 L¿ L¿ J - i S
S
• • • •
A
H 5 Ï
■
• •
• •
χ
l i i
s s s s o o £ £ .«Sf I.??
t
•
s
• • •
• •
■
■
•
■
A
•
A
• •
• •
• •
; •
·: ; 0 • • • • • • t • • •
• •
i
ï
• •
•
• • • • • • •
• • •
• •
ï
•
®
•
■
? ! • •
■:
•
·:
1
• • •
•
• •
• •
• • •
t
• •
®
•
• •
S
®
■ •
• • i • • • • • • • • • • •
• •
•
•
• •
• • ■
• • •
t
•
■
■
• • ! • • •
• ·. •
■
I t
• • • • • • •
s
®
c
• •
•
•
• •
• •
• • • • •
t
• ■
• •
M
•
• !
• • •
■
■
•
•
•
•
·.
® ®
I
• •
• •
·.
internationale Agrarcntwicklung. ) Köln: Das Studium
9
■ ■ •
• •
• • • •
• • • •
• •
■
■
t
• •
Sporthochschule (DSH); Bayreuth U, Göttingen U: Auch Sportrecht 10
• ■
• • •
■
■ ■ t • • • •
» • • •
•
•
• •
) ErlangenNürnbcrg U: Nur Fertigungstechnik.
Grundstudium. ) Augsburg U: Nur Latein. ) Hagen FernU:
12 1J H
• ®
•
• • •
• • •
• • • • • ■ • • • •
• •
• • • •
• •
• A
•
A
•
') Mainz U: Nur Grundstudium. ■) Berlin TU: Nur
A
A
• •
• • ■
t
S
• •
) Aachen TH: Nur Arbeits, Betriebs und Organisationspsychologie;
15
) Ham burgHarburg TU: Nur Hauptstudium.
I
100
Studentenhandboek
Studiemogelijkheden aan universiteiten, technische universiteiten en Gesamthochschulen
S «3 c3 S _ ■ 'T ^ *— ca => D D =
g* ε? 5 È
'"t3 ff l Si 3
s? ? ζ | È H £ 6
'
s _.i C'
C «Sì 3 ■s C .S δ
3 ï
s ο
Ε Κ
f eS —
ε ? S. Χ ι ' O 3 £D 3 ■c
°
Û
PI
po (Λ 3S
x | z :: g D χ 3 £ Ef Ef g
ζ
c
ili i Q
Rechtswissenschaft Religionspädagogik Religionswissenschaft Romanistik Russisch Schiffstechnik Semi tistik Sicherheitstechnik Slawistik Sozial pädagogik Sozialwesen Soziologie13'I6 Spanisch7 Sprachwissenschaft, Linguistik Städtebau 5 Statistik Techn. Gesundheitswesen (Umweltschutz) Technische KyberncLk Technomathematik Theaterwissenschaft ' 7 Theologie, evang. Theologie, kath. Theologie, altkatholisch Tiermedizin Übersetzungswesen ts Ur und Frühgeschichte Vcrfahrenstechn./ChemieingenieurA'. Vermessungswesen 19 Verwaltungs wissenschaften Völkerkunde Volkskunde Volkswirtschaftslehre "» 2 0 Werkstoffwissenschaftsn Wirtschaftsingenieurwesen Wirtschaftsmathemaùk Wirtschaftspädagogik, wissenschaft21 Zahnmedizin2*
3
Ef ~
Ç ~ z. X
ε? —
05 £
M
IH
I§§1 x x x x :
I
Bondsrepubliek Duitsland
101
ζ
s s. £ = f = en — 3 s», E r χ Ef . 1
E I = O Ï Î Î 3
=
x
x
=
ä
•&ra p e n o Í "S g ~ 1 |i ¡ I l i l'I S ¡ f i S S õ o S. S. £ 8 I ■M· 1 l ~.: ' ζ
Ζ = e, c. ü 'S
its
'-i LX L¿ LX L¿
3
ί
;
D
F
•
•
• •
• •Σ •Σ •S
•
•
• •
• • • ? •
• • • • • ! •® •
• ®
•
•
•
• •
• • • •
i
• •
•
•
• ! •
•
• ■
A
■
•
• •
ï
A
•
• •
•
• • •
• •
•
■
®
•
• •
•
• • • • • • • • ·. ® t
• ! • • i •
• •
• • l
• •
•
î
®
■ ■
s
3
:=1
•
• •
m
•
■
•
• • • • •
:
•
• •
î
LD
■
A
•
■
• •
•
• •
■
•
•
ω
er*
θ
3° =
• Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie k Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie © Uitsluitend opleidingen voor onderwijzers en leraren
• • •
l
• • l ;
i
• ï • ·: ; •
• ••
•
•
•
S ®
1
• • •
■
• •
• •
• •
•
•
• • t • • • ·. ;
•
•
t
• •
■
• • •
•
•
t
•
•
• •
• • • •
t
■
• •
• • •
• •
• •
") Hamburg U: Hochschuliibergreifender Studiengang ΗΓΜ/U. und Fernen Ostens. ) Aachen ΤΗ, Braunschweig
19
Schwerpunkt Regionalstudien. ) Braunschweig TU: Nur
A
■ 1
• ·. • •
•
ï
• • • •
■ ® t
•
• • •
■
• •
• •
•
• ·. • • • • • •
21
") Aachen TH: Im Aufbau.
I
102 Studiemogelijkheden aan andere instellingen voor hoger onderwijs
Studentenhandboek
¿ S
Bron: 'Studien- und Berufswahl 1984/85' Verlag K.H. Bock, Bad Honnef
f; ES l
iE S i i i l
1 Ë £ ä
ΊIÜ
È o
S
S g E =
L§ § 1 ss
s e
cû m m Q
Q !Λ
* ^ 5Í * x. x. eo m X X < <
! c (f S IS 3 ρ S C r eEa? £ x id !
Architektur Betriebswirtschaftslehre Dokumentarfilm und Fernsehpublizistik Druckereitechnik Film und Fernsehspiel Fotografie Gestaltung, Design Innenarchitektur Jüdische Studien Kunst Musik
Musikwissenschaft Philosophie2J Politologie (Diplom) Soziologie Sport, (Diplom) Städtebau Synagogale Musik Theologie, evangelisch Theologie, katholisch Toningenieur/Tonmeister Verwaltungs wissenschaft Volkswirtschaftslehre
Studiemogelijkheden aan pedagogische hogescholen, hogescholen voor opvoe dingswetenschappen en overeenkomstige vakgebie den aan Gesamthochschu len/Universitäten
Ef
ϋ E
'ü ■
! 5 bí ¡¿ ι
00 ■—
U
\.s ¡s ι ! S = 'δ ί ci Ä * Lehramt an Grundschulen Lehrami an Hauplschulen Lehramt an Realschulen Lehramt an Sonderschulen Lehramt für Primarsliifc/Grundstufe Lehrami für Sekundarstufe/Mittelstufe Pädagogik
~ -= Η
r.
L^
3
CQ CQ
■ ; :
D c
g
Ρ0 3 3
.= t : = '3
Ζ
2
3 Γ
i
B.OÍS
III
I
Bondsrepubliek Duitsland c ■a α
103
I ê =
L¿ Χ c
ί
g
ε
χ
c
een studie
o
¡ :&
χ χ
i
c X :3
X X Ef 3 π
X 3
3
1
L2
g g gX
X
Ja
3
® Uitsluitend opleidingen
c
g
X X Ef Ef 3 3 X X
> S| o
X
1|
c X X
i
X
afsluiting van een andere studie
3
S
À Aansluitende studie na
Β
X E c
L¿
Volledige studies
■ Zwaartepunt binnen
1 g
s
•
oc c ■a a. 1
'1
X
G
g
Ξ X c
g
g
X
3 X1
o
:: 1 ¡5~
i
voor onderwijzers
g
X X
X
g
Í
s
i
3
SC
X
il a.
g X
:
E
i 1 X
S
gg X c ώ 3
S
Cl.
X
s
ï
X
Ef 3 X
¡Λ
•α
E Χ
ra
en leraren
it fe
Χ Ef Χ Χ χ
:/
3
Ο 3
3
χ
s s
Χ
•
χ
Ι &
ε
• t
• •
• •
1
•
•
• •
•
•
•
k
• s 5
■è .
■ s 1 ■g s 1*
äs α JS
à a
.S
Ι i
ij *
y; ■= a
„^
tc 3
S 'E ~ p Β I 3 Q C O
*lff3
¡ ¡ ■ ü í a
'J 0
Ls ωμ^ £ι
5
3 => O E? "S D
><
ζ
ζ
s1=13
Ï B = ¡4 ¿
Lij
s Ï ï » 3 α. τ ι # i i
X υ
c J c/ï
^ T
■3 £ s
Õ
E U
• • » • • » •
• • • •
• •
• t
• • •
• • • •
•
Volledige studies
À Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie
De opleiding tot onderwijzer aan Grund en H auptschulen (Primärstufc und Sekundärstufe 1), aan bijzondere scholen en Realschulen (Sekundarstufe 1) geschiedt in de meeste deelstaten intussen aan de universiteiten, net als de opleiding tot leraar aan gymnasia (Sekundarstufe 1 en 11) en bcroepsscholcn (Sekundärstufe II). Slechts drie deelstaten hebben eigen pedagogische hogescholen en hogescholen voor opvoedingswetenschappen. Deze bieden naast de afsluitende studies voor onderwijzers en leraren in bepaalde vakken ook afsluitende mogelijkheden als Magisier, Diplom, gedeeltelijk ook de promotie aan.
I
104 Studiemogelijkheden aan Fachhochschulen en over eenkomstige vakgebieden aan Gesamthochschu len/Universitäten
Studentenhandboek
è ff ■S ^
E Ef
If a < Sω Anlagenbetriebstechnik Architektur Augenoplik Automatisierungstechnik Bauingenieurwesen Bauphysik Beklcidungstechnik Bergbau Betriebswirtschaft/Wirtschaft ') ! ) Betriebswirtschaft, europäische Bibliothekswesen Bioingenieurwesen Chemie, Technische Chemie3) Druckerei technik ■") Elektronik Elektrotechnik (Energietechnik)s) Elektrotechnik (Nachrichtentechnik)6) Fahrzeugtechnik Feinwerktechnik Forstwirtschaft Fotografie/Fotoingcnieurwescn ') Gartenbau Gestaltung/Design 8) Getränketechnologie Glastechnik Haushalts und Emährungstechnik Holzwirtschaft, Holztechnik Hüttentechnik/Gießereitechnik Informatik«)0) Innenarchitektur Keramik Kerntechnik, Reaktortechnik Kunst») ") Kunststofftechnik Landespflege Landmasch incnhauA technik Landwirtschaft/Agrarwirtschaft
S Ef ε OO 3 c o
'Il
BQ
o ja
S lz lo î a. o: o;
_ g S
¡Λ W i5 Ξ> (Λ (Λ
JS
^
£ sis g « s -s
31
I
Bondsrepubliek Duitsland E
1 aE
1 JS
105 • Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie k Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie
3
I
§ X X
ε
3
S
s £Ef
i
E C
ε
χ;
X
is o 0¿
Ζ
r
3
i 3 "c. B Ç c
O
ä
I
,3 3 3
ï
|
χ
¿3
■ir
Ef 3
E x;
E π3
X
• •
•
• •
•
-ó Ζ Ef t: 3
ä S I LL.
• •
• • »
•
u
I
I u.
ζ LL.
I α i 2
o
S
Χ
a
S
c
C
I
:S
ai
8
•
• •
»
• • •
• • •
•
• • •
t
• • • t
•
•
•
•
• • •
• ■
•
•
• • • •
• • •
■
•
•
• • •
•
■
• ■
• •
•
■
•
• • ■
•
•
•
• • •
•
') Mönchengladbach (FH Niederrhein): Auch Femstudium. ) Rendsburg HfB: Fernstudium; Mainz FH II;
:
4
) Berlin: An der Hochschule der Künste. ) Darmstadt FH, Saarbrücken FH: Keine Trennung des Faches.
5
• ■
•
• •
Informationsverarbeitung. ) Dortmund FH: Nur Foto FilmDesign. ) Bielefeld FH, Dortmund FH, Köln FH,
7 8
Å
A
10
t
•
•
•
•
•
) Dortmund FH, Furtwangen FH: Allgemeine und IngenieurInformatik; Esslingen FH,
• I
• ") Coburg FH: Aufbaustudium Kunstgeschichte.
• •
I
106
Studentenhandbock
Studiemogelijkheden aan Fachhochschulen en over eenkomstige vakgebieden aan Gesamthochschu len/Universitäten
11 g 1 1 î s o ,_ Il g z l o i I I CQ Anlagen betricbstechnik Architektur Augcnoptik Au tornati sierungstechnik Bauingcnicurwesen Bauphysik Bekleidungstechnik Bergbau Betriebswirtschaft/Wirtschaft ι )2) Betriebswirtschaft, europäische Bibliothekswesen Bioingenieurwesen Chemie, Technische Chemie') Druckereitechnik4) Elektronik Elektrotechnik (Energietechnik)*) Elektrotechnik (Nachrichtentechnik)6) Fahrzeugtechnik Feinwerktechnik Forstwirtschaft
Fotografie/FotoingenieurwesenT) Gartenbau Gestaltung/Designs) Gctränketechnologic Glastechnik Haushalts und Emährungstcchnik Holzwirtschaft, Holztechnik Hüttentechnik/Gießereitechiiik Informatik^]'t>) Innenarchitektur Keramik Kerntechnik, Reaktortechnik Kunst»)") Kunststofftechnik Landespfiege Landmaschinenba u/technik Land Wirtschaft/Agrarwirtscha ft
X
X
_L
g >
l ì I11 I IΠ11 IS ^ S Λ £ % s s o i s n ~ l^'s å°cssll
o
O S
sfJiilll 3 "i s ü ■« y CQ l^ | U
o
O •α
¿
3 ï r
¿
PO b ■S
c
I
Bondsrepubliek Duitsland
107 33
I Xo
I
¿β
i
OJ
s •Ε
Ι 2
iΜ χ
c ε
3
g 3 Ζ L¿
s s 3 ■d 3 Χ
χ
Χ
Ε Ε
1 α
χ 3 :3
S
3
3
Ο CO 3
3
ε :3
as
LÕ
I ■S fg
1ï
L< :0
X
i ã
1
• Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie A Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie
α a
i
E
S id
3
e E s. c m Χ α.
1
3 Χ O L¿
q χ
Χ
L*
3
G
Χ
a ï
O
a s
3
:
•c
5
Ef
3 X 3
3 ¿3
f
E
Χι 3 C
1 E ¡3 S S. 1 :3
J
•
•
• •
t
• •
• •
• • •
• •
•
•
•
• •
•
•
• •
• • •
•
•
È? 3 O Τ3
ni E *
• •
• •
•
•
■
• •
•
• • •
• • • • • •
•
•
• •
•
■
• • • • • • •
• • • •
• •
•
■
• •
■
•
• •
•
•
■
• •
• • •
•
•
•
•
•
•
•
• •
• • • • •
Φ
1
• η
•
■ ■
•
• •
V
zie blz. 105
•
•
•
I
108 Studiemogelijkheden aan Fachhochschulen en over eenkomstige vakgebieden aan Gesamthochschu len/Universitäten
Studentenhandboek
ff ε
i 5
! s
Ef
Ef
III 11 i 111111
\ ë & Η 3 « ! ca ill u. u. Χ Lebensmittcltechnologie l2) Luft und Raumfahrttechnik Maschinenbau Mathematik Medien technik Metallkunde Milch und Molkereiwirtschaft Papierlechnik Physikalische Technik/Physik Produktionstechnik n ) Religionspädagogik iA) Schiffbau Schiffsmaschinenbau Schi ffsbetriebs technik Seefahrt/Nautik Sozialwesen {Sozialarbeit)l5) Sozialwesen (Sozialpädagogik)15) Sozialwesen (Heilpädagogik) Städtebau Systemanalyse Technisches Gesundheilswesen Textiltechnik Ton und Bildtechnik Touristik Transportwesen Triebwerkbau Übersetzungswesen Umwcltschutz/Umwelttechnik Verfahrenstechnik Vermessungs und Kartenwesen Versicherungswesen Versorgungstechnik (Energie/Wärme) Wasserbau/Wasserwirtschaft Weinbau Werkstofftechnik Wirtschaftsin forma tik Wirtschaftsingenieurwesen lb)
C « O LÎ 3 t : 5
rã u
ΐ
M
' Ef
■
E
la
! :
3Σ
I
Bondsrepubliek Duitsland c
109
f c I ãΧ
B
L3
1 às¡
•
Volledige studies
■ Zwaartepunt binnen een studie
χ
A Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie
ε 3
1sé 3
Ef Ef 3 Ü Χ 3
ä ε; : S
ε χ 3 ί ο
:·;
3 χ
1
1
3 . JO
e o
Ε
¡O jr
1
Ef 3 JO
c B
ï
:3
■c
Ζ
>
3 X
E £d m
•
• •• •
I
3
χ
Ε
«
Χ
Tí
I
Ef 3 Χ
I
δ
I3I 3
G
3 LL.
LL.
Ef Jä 'S •c
X
2
S
E 3
α
Is 8
'S Ξ
y
• •
•
1 :; •
• •
•
•
• »• • •• •
•
• •
•
•
t
• • •
• •
■ ■
■
■
t
■ ■
• t
■ ■ ■
■
•
•t
•
• •
• • • • •
• •
■
■ n
■
■
•
•
•
•
•
u
(Verwaltungsstelle Weihenstephan). ) Furtwangen F H : Productengineering. ) München: Verwaltung G H Neuendettelsau.
Auch Krankenhauswesen.
•
A
•
Λ
•
I
110
Studentenhandboek
Studiemogelijkheden aan Fachhochschulen en over eenkomstige vakgebieden aan Gesamthochschu len/Universitäten ε? Β
£-5 o ^ -α
X Lebensmitteltechnologie 2) Luft und Raum fahrt technik Maschinenbau Mathematik Medientechtik Metallkunde Milch und Molkereiwirtschaft Papiertechnik Physikalische Technik/Physik Produktionstechnik ") Religionspädagogik i ! ι Schiffbau Schiffsmaschinenbau Schiffsbetriebstechnik Seefahrt/Naulik Sozialwesen (Sozialarbeit),s) Sozialwesen (Sozialpädagogik)IS) Sozialwesen (Heilpädagogik) Städtebau Systemanalyse Technisches Gesundheitswesen Textiltechnik Ton und Bildtechnik Touristik Transportwesen Triebwerkbau Ü bersetzungs wesen Umweltschutz/Umwelttechnik Verfahrenstechnik Vermessungs und Kartenwesen Versicherungswesen Versorgungstechnik (Energie/Wärme) Wasserbau/Wasserwirtschaft Weinbau Werkstofftechnik Wirtschaftsinformatik Wirtschaftsingenieurwesen l6)
üM
■o c 3 ω
E?
_
11 ¡ο
ω
δS
¡1 I
•S ii
I s -s
I
Bondsrepubliek Duitsland
111 • Volledige studies ■ Zwaartepunt binnen een studie A Aansluitende studie na afsluiting van een andere studie
■S E -ñ 5 Ë Ξ ë S C 3 Æ 2
ΡI
E . 1
I δI
S E S α ÍÍ I i
s
Ή EP
(P
a Ν τ il π
g 8
*I
•I g ae ·§ £ J .g 3 &
3
S H
E
3
11 2
g t
Voelnoten, zie blz. 109.
I
112
Studentenhandboek
Tabel der studies aan universiteiten Hochschulen en andere Gesamthochschulen Bron : Statistisches Bundesamt. Univer sitäten
Β DK GR F [RL 1 L NL UK
Päda gogische Hoch schulen
Gesamt hoch schulen
16 5 244 68 4 83 37 145 58
360 156 5 557 1 974 98 1068 635 1084 1354
3 3 18 14
—
8 4 22 5
Phil.theol. Hoch schulen
Kunsthoch schulen
Fachhoch schulen
Total
23 11 49 83 4 62 21 50 68
81 29 489 304 9 234 33 315 154
487 205 6 357 2 443 116 1460 742 1619 1639
4 1
— —
1 5 12 3
—
Tabel der studies aan universiteiten/Hochschulen en andere Gesamthochschulen Bron : Statistisches Bundesamt.
Β DK GR F IRL 1 L NL UK
Sprach u. Kultur wissen schaften
Sport u. Sport wissen schaft
164 80 1053 1452 78 547 195 448 960
¡0 3 133 12
—
12 18 32 !2
Wirt schafts u. Gesell schafts wissen schaften
71 50 ! 466 476 11 275 97 374 246
Mathe matik, Natur schaften
68 22 1249 104 8 163 110 193 132
Agrar, Forst u. Emäh rungs wissen schaft
8 5 43 ¡9
—
20 18 39 9
Human medizin
Tier medizin
35 5 575 54 3 74 36 85 56
τ
1 8 14
—
5 11 12 6
Ingenieur schaften
81 24 1723 140 4 244 231 314 95
Kunst u. Kunst wissen schaft
43 15 104 164 11 113 26 122 116
Bondsrepubliek Duitsland 4. Verklarende woordenlijst Akademisches Auslandsamt: in stelling van de universiteit die belast is met de zorg voor bui tenlandse studenten en de inter nationale betrekkingen. Allgemeine Hochschulreife: het allgemeine Hochschulrcifcdiplo ma krijgt men in de regel door het eindexamen gymnasium na 13 opeenvolgende schooljaren. Het geeft in principe toegang tot de studie in alle vakken aan alle instellingen voor hoger onderwijs. Bij de kunst en muziekacade mies is in het algemeen nog een extra bewijs van de artistieke be gaafdheid voor het gekozen vak vereist. Voor de vrije artistieke studierichtingen kan dit bewijs in afzonderlijke gevallen het di ploma van de allgemeine Hoch schulreife vervangen. Voor de instellingen van hoger beroepson derwijs is een beroepspracticum vereist. Allgemeiner Studentenausschuß (AStA): orgaan van zelfbestuur van de wettelijke studentenge mcenschap (in de meeste deelsta ten), dat zich met de academi sche en sociale belangen van de studenten bezig houdt. Bundesausbildungsförderungsge setz (BAföG): regelt het wettelijk recht van Duitse en buitenlandse studenten op financiële steun (toelage en/of lening). Diplom: eerste afsluiting van de hogeschool (academische graad) in ae meeste studierichtingen. Exmatrikulation : verwijdering van de student uit de lijst van studenten aan een instelling van hoger onderwijs. Fachbereich (Fakultät): organisa torische eenheid van de instelling voor hoger onderwijs, die één of meerdere oamenhorer.de respec tievelijk niet elkaar verwante vakken omvat. rachgebunàene Hochschulreife: het diploma fachgebunder.e Hochschulreife geeft toegang tot de studie in beoaalde vakker. aar.
I instellingen van hoger onderwijs. Men krijgt het in de regel na 13 opeenvolgende schooljaren aan een gymnasium met een bepaalde structuur (klas 11 tot 13), als bij voorbeeld het gymnasium voor vrouwenberoepen, het landbouw economisch gymnasium en het technisch gymnasium. Fachhochschule: een sinds 1970/1971 bestaand nieuw type hogeschool, waar een op de prak tijk gerichte opleiding op weten schappelijke of artistieke basis wordt gegeven en dicht bij de praktijk staande onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten worden ontplooid.
113 die op brede basis opleidt in de beginselen van de gekozen vak richting, sluit een hoofdstudie aan. Hochschulrahmengesetz (HRG): een in 1976 in werking getreden federale wet, die de algemene be ginselen van het hoger onderwijs regelt. Magister Artium (MA): afslui ting aan de instelling van hoger onderwijs (academische graad, vooral in taal er. cultuurweten schappen).
Numerus clausus (NC): aandui ding voor de beperkte toelating van buitenlanders en Duitsers in bepaalde vakken op basis van Fachhochschulreife: de Fach een door de deelstaten onder el hochschulreife krijgt men in de kaar afgesloten ., staatsverdrag regel door een afsluitend examen over het verlenen van studie na 12 opeenvolgende schooljaren plaatsen" van 23 juni 1978. en aan de Fachoberschule (klas 1 i de op grond van het staatsver en 12). Dit diploma geeft toegang drag bepaalde ,. verordening ter tot de studie aan de Fachhoch doorvoering van het staatsver schulen (instellingen van hoger drag over het verlenen van stu beroepsonderwijs) en de (over dieplaatsen (uitgaveverorde eenkomstige studierichtingen aan ning)". Hierdoor wordt een ver de Gesamthochschulen. schil gemaakt lussen de zoge naamde „ h a r d e " NCvakken Fakultät: zie Fachbereich. (medicijnen, tandheelkunde en Fernuniversität: een sinds 1975 diergeneeskunde, farmacie), waar bestaande Gesamthochschule met toe tot 6% buitenlanders kunnen een op correspondentie gebaseerd i worden toegelaten, en de andere studie, cursus en vormingspro J NCvakken, waarvoor per studie gramma. richting tot 8% van de beschik bare plaatsen voor buitenlanders Gesamthochschule: aan de Ge samthochschulen (tegenwoordig 8) ι zijn gereserveerd. worden taken van universiteiten, Rückmeldung: verplichte, regel technische hogescholen/universi matige nieuwe inschrijving aan teiten, pedagogische academies het begin van een nieuw semes en instellingen voor hoger be ter. Dit moet binnen vastgestelde roepsonderwijs en voor een deel termijnen gebeuren, die te vinden ι ook van kunstacademies met el zijn in de Vorlesungsverzeichnis kaar verenigd. Zij bieden ver se van de instellingen v o o ' hoger schillende studierichtingen aan. onderwijs. die voor een deei na een kortere. ¡ in de regel 3 jaar. en voor een Sekretariat: administratie van de deel na een langere studieduur instellingen voor hoger onderwijs, werden afgesloten. In de zoge waar de inschrijving (Immatriku naamde ..geïntegreerde studie lation) plaats vindt. richtingen" hebben de studenten, Sozialbeitrag (gebühren)/Studen rekening hotidend met de indivi tenwerksbeitrag : verpiichte bij dueel vastgestelde toelatingsvoor drage, die bij de inschrijving waarden, de mogelijkheid hun wordt geïnd er, als bijdrage voor studie na verschiüende studietij de financiering van instellingen den met verschillende diploma's , voor studenten dienst doet. Aan af te sluiten; op de basisstudie. j veel instellingen voor hoger on
114 derwijs is daarin ook de bijdrage voor het studentenzelfbestuur begrepen. Staatsexamen (-prüfung): afsluitend staatsexamen van een instelling voor hoger onderwijs, waarbij de staat de eisen vaststelt. Dit wordt slechts bij een deel van de studierichtingen als voor de beroepsloopbaan vereist examen verlangd (voor medici op alle gebieden, leraren, juristen, apothekers, chemici op het gebied van levensmiddelen). Studentenausweis: bewijs dat men aan een instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven (Immatrikulation); geeft kortingen voor buitenlandse en Duitse studenten op veel gebieden van het dagelijks leven. Studentenschaft: de organisatie van de studenten aan een instelling voor hoger onderwijs. Studentenverbindungen: verenigingen van studenten (corpora) aan instellingen voor hoger onderwijs ter bevordering van het gezelligheidsleven met bijzondere tradities (in de regel alleen voor mannen). Studentenwerk: instelling ter behartiging van de belangen van studenten aan een instelling voor hoger onderwijs, die zich voor een deel ook bezighoudt met de doorvoering van de BAföG. Studenten»erksbeitrag: zie Sozialbeitrag. Vorlesungsverzeichnis: gids van de onderwijsactiviteiten aan een instelling voor hoger onderwijs, die vaak ook inlichtingen geeft over de docenten, de termijnkalcnder en andere belangrijke informaties over de studie aan de betreffende instelling. Verkrijgbaar in de boekhandel; in enkele EG-landen bij de buitendiensten van de DAAD respectievelijk bij het Goethc-instituut in te zien.
I
Studentenhandboek
115
Griekenland
Griekenland
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten /Organisatie en afsluiting van de studies
117
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
120
Kennis van de onderwijstaal
125
Toelagen en beurzen
126
Formaliteiten voor inreis en verblijft
127
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/ Werkmogelijkheden/ Studentenorganisaties/ Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten/Faciliteiten voor gehandicapte studenten
127
Informatiebronnen
129
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
130
Griekenland
I
117
Organisatie van het hoger onderwijs 2.
Volgens de Griekse grondwet van 1975, artikel 16. zijn kunsten en wetenschap pen, onderzoek en onderwijs vrij en is het de plicht van de staat ze te bevor deren. In overeenstemming met hetzelfde ar tikel van de grondwet wordt het hoger onderwijs uitsluitend door instellingen gegeven die openbare lichamen zijn en volledig zichzelf besturen. De staat houdt toezicht op deze instellingen en ondersteunt ze financieel en ze functio neren in overeenstemming met de wet ten die hun organisatie regelen. Particu liere instellingen voor hoger onderwijs zijn verboden. Het hoger onderwijs sluit aan op een twaalfjarige opleiding in basis en mid delbare scholen. In het kader van het streven naar de mocratisering en modernisering van het hoger onderwijs heeft het Griekse parle ment de Wet 1268/1982 aangenomen ..Betreffende organisatie en beheer van het hoger onderwijs". Deze wet is 16 juli 1982 in werking getreden. Wezenlijkste doelen van de ingrijpen de verandering die de Wel 1268/1982 bracht, zijn de bescherming van de po litiek en sociaal noodzakelijke kwaliteit van de studies en het herstel van een vrij en democratisch onderwijs. De nieuwe wet schrijft de volgende veran deringen voor: 1. vervanging van het instituut der pro
3.
4.
5.
fessorale leerstoelen door Afdelingen, onderverdeeld in Vakgroepen die elk een duidelijk begrensd wetenschaps gebied beheren; instelling van raadgevende en over legorganen: de Nationale academie van onderwijs en wetenschappen (EAGE) en de Nationale raad voor het hoger onderwijs (ESAP), beide met duidelijk omlijnde bevoegd heden : splitsing der algemene universitaire organen in afzonderlijke organen van Afdelingen, Vakgroepen. Faculteiten, en een van de gehele universiteit (ΑΕΙ); inrichting naar eigen verantwoorde lijkheid van de onderwijs en onder zoektaak door het onderwijs en on derzoekpersoneel (DEP), bestaande uit vier rangen : hoogleraren, plv. hoogleraren, assistenthoogleraren en lectoren: versterking en bevestiging van de universitaire autonomie en on schendbaarheid, en van de vrije ge dachtenuitwisseling in verscheiden heid.
Typen van instelling voor hoger onderwijs De instellingen voor hoger onderwijs zijn te verdelen in de volgende groe pen: Universiteiten Te weten: de Universiteit van Athinai (Athene, 1837). van Thessaloniki (1925), van Patrai (Patras, 1965), van Ioannina (1964/1970), van Thraki (Thracië, 1937) en van Kriti (Kreta, 1973).
118
Polytechnische scholen Met name: de Polytechnische school van Athene (1836, sinds 1914 op uni versitair niveau) en de Polytechnische school van Kreta (1977) die vanaf 198485 in vol bedrijf zaI zijn. Bovendien zijn er polytechnische ho gescholen verbonden aan de universitei ten van Thessaloniki, Pairai en Thraki. Zelfstandige hogescholen Te weten : de Hogeschool voor econo mische en handelswetenschappen in Athene (1920), de Landbouwhogeschool in Athene (1920), de Hogeschool voor schone kunsten in Athene (1834, sinds 1930 op universitair niveau), de Pan teioshogeschool voor politieke weten schappen in Athene (1930), de Hoge school voor industriële studies in Pi raeivs (Pireaeus, 1938, sinds 1958 op universitair niveau), de Hogeschool voor industriële studies in Thessaloniki (1948, sinds 1958 op universitair ni veau). Buiten de bovengenoemde 14 instel lingen voor hoger onderwijs (ΑΕΙ) zijn er. in het kader van de politiek van de centralisatie en provinciale ontwikke ling, bij regeringsbesluit van maart 1984 drie nieuwe universiteiten ge sticht: de Egeïsche Universiteit, geves tigd in Mitilini. de Ionische Universi teit, in Kerkira, de Universiteit van Thessalië, gevestigd in Volos.
Aantal studenten In het academisch jaar 198283 waren de volgende aantallen studenten inge schreven : Geheel Griekenland 94 744 Waarvan :
I
Studentenhandboek
1. Universiteit van Athene 34 741 2. Nationale technische hogeschool „Metsovio" 5 723 3. Universiteit van Thessaloniki 23 996 4. Hogeschool voor schone kunsten 371 5. Panteioshogeschool voor politieke wetenschappen 3 978 6. Landbouwhogeschool in Athene 1 228 7. Hogeschool voor industriële studies in Pireaeus 5 142 8. Hogeschool voor industriële studies in Thessaloniki 4 669 9. Universiteit van Patras 4 559 10. Universiteit van Ioannina 2 658 11. Hogeschool voor economische en handelswetenschappen 4 793 12. Universiteit van Thracië 2 042 13. Universiteit van Kreta 844 14. Technische hogeschool van Kreta (nog niet geopend) In het bovengenoemde studentenaantal voor geheel Griekenland zijn 2 627 buitenlanders begrepen waarvan 1 330 Cyprioten en 35 Turken. Organisatie en afsluiting van de studies Organisatie Doctoraalstudies Voor iedere studierichting bestaat een studieprogramma dat door de Afdelingsraad opgesteld wordt, en elk jaar in april opnieuw bezien en eventueel gewijzigd wordt. Het studieprogram geeft aan : naam en inhoud en aantal wekelijkse studieuren voor de verschillende verplichte en keuzevakken.
Griekenland
I
Het studieprogram wordt afgestemd op het kleinst mogelijke aantal semesters dat voor het verwerven van het diploma vereist is. Het minste aantal verplichte semesters is 8. Elk semester omvat een aantal „didactische eenheden". Een didactische eenheid komt overeen met l collegeuur per week en per semester wanneer de studie alleen hoorcolleges bevat, maar 13 uren college of practicum voor overige studie regelingen, al naar beslissing van de Afdelingsraad. Het studieprogram bepaalt het minimumaantal didactische eenheden dat voor het diploma geëist wordt. Het academisch jaar bestaat uit twee semesters. Elk semester omvat 13 volle weken voor onderwijs en 2 voor tentamens en examens. Het eerste semester begint in de tweede helft van september, het tweede eindigt in de eerste helft van juni. De precieze data worden door de Senaat vastgesteld. Beoordeling van de studieresultaten der studenten geschiedt door de betreffende docent die naar goeddunken schriftelijke of mondelinge tentamens afneemt. Bij een onvoldoende tentamen in een verplicht vak dient de student het betreffende studieonderdeel in het volgend semester te herhalen. Een keuzevak hoeft men niet te herhalen, maar mag men desgewenst door een ander keuzevak vervangen. Postgraduatestudies De Wet 1268/82 bepaalt dat postgraduatestudies zullen plaatsvinden in afzonderlijke postgraduatefaculteiten. Zolang deze er nog niet zijn, blijven de vroegere
119
regelingen bestaan. Inrichting en duur van postgraduatestudies verschilt naar faculteit. Afsluiting Doctoraalstudies Wie zijn afsluitend doctoraal examen met goed gevolg aflegt, krijgt de graad πτυχίο. De kandidaat verwerft tegelijkertijd de doctorstitel wanneer hij een thesis (proefschrift) heeft geschreven, in het Grieks (of in het Latijn wanneer men aan een filosofische faculteit afstudeert), en deze met goed gevolg in het openbaar verdedigd heeft. De doctorstitel is in beginsel (een uitzondering vormen de hogescholen voor schone kunsten) voorwaarde voor benoeming tot academisch docent. Toehoorders die alle examens met goed gevolg hebben afgelegd ontvangen als zodanig een diploma. Post gradua te-st ι idies Voor degenen die hun postgraduate studies met succes hebben afgesloten, wordt een certificaat beschikbaar gesteld dat van belang is bij de inschaling van een academisch docent, en als aanbeveling geldt voor alle overheidsfuncties.
120
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Doctoraal-studies Basisvoorwaarde voor toelating tot een instelling voor hoger onderwijs is een diploma van een Grieks lyceum (λύκειο) of van een vergelijkbare zes- of zeven jarige opleiding (γυμνάσιο). Eveneens geaccepteerd worden vergelijkbare diploma's van een school in Griekenland of van een buitenlandse school in Griekenland of elders die de student in het land waar de diploma's zijn uitgereikt ook het recht zouden geven om zich aan instellingen voor hoger onderwijs te laten inschrijven. Alleen aan de Hogeschool voor schone kunsten worden ook studenten toegelaten — tot 15 procent van het totale aantal toegelaten studenten — die een diploma hebben van een driejarige opleiding voor het voortgezet onderwijs of een diploma van een driejarige cursus aan een school voor voortgezet onderwijs met een zesjarige opleiding, vooropgesteld dat ze buitengewoon artistiek talent aan de dag hebben gelegd. Postgraduate-studies Voorwaarde om toegelaten te worden tot een afdeling voor postraduatestudies is een graad van een Griekse universiteit of een vergelijkbare graad van een buitenlands instituut voor hoger onderwijs.
I
Studentenhandboek
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's Het Centraal bureau hoger onderwijs voor erkenning van buitenlandse diploma's, dat in 1979 zijn werk begon, is een onafhankelijke publiekrechtelijke rechtspersoon en heeft tot taak te onderzoeken en te beslissen welke buitenlandse hoger-onderwijsdiploma's of academische graden met welke Griekse overeenkomen. Bovendien moet het bureau vaststellen welke buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs aan welke Griekse gelijk te stellen zijn. Voor beoordeling van de eventuele gelijkwaardigheid van het diploma van een buitenlands aanvrager, wordt elk geval afzonderlijk bekeken waarbij de persoonlijke studieloopbaan van de betrokkene mee in het onderzoek betrokken wordt. Het bureau heeft voor zijn beslissing drie vragen te beantwoorden : 1. Indien de buitenlandse hogeronderwijsinstelling gelijkwaardig is. of ze a) een doctoraal diploma verleent, of b) wanneer dat niet het geval is, ze andere diploma's verleent die de aanvrager recht geven zich bij een andere instelling voor hoger onderwijs te laten inschrijven voor het maken van een proefschrift. 2. Wanneer de buitenlandse faculteit gelijkwaardig is, of de voorwaarde vervuld is a) dat de studieduur voor het behalen van de betreffende studiegraad ongeveer dezelfde is als in Griekenland, en
Griekenland
[
121
Beperkingen
bepaalde instelling of faculteit wordt toegelaten, wordt voor ieder academisch jaar door de minister van onderwijs vastgesteld in overleg met de betreffende hogeronderwijsinstelling en de Nationale raad voor het hoger onderwijs (ESAP). Op aanwijzing van het ministerie kunnen per instelling of faculteit tot 20 percent meer studenten worden toegelaten wanneer ze tot een van de hierna te noemen categorieën behoren. Voor het academisch jaar 1983/84 gelden de volgende percentages: 1. Voor buitenlandse studenten van nietGriekse afkomst tot 4% (op voorwaarde dat beide ouders noch Grieks zijn, noch van Griekse afkomst zijn of de Griekse nationaliteit bezitten). 2. Voor studenten van Griekse afkomst die meer dan vijfjaar in het buitenland wonen, tot 6%. Tot deze categorie behoren Grieken en kinderen van Grieken (voor zover ten minste een van de ouders Griek is naar afkomst of nationaliteit) en van wie ten minste een der ouders (of zij zelf) permanent in het buitenland woont of gedurende de afgelopen tien jaar ten minste 5 jaar in hel buitenland gewoond heeft. De aanvragers dienen op zijn minst drie klassen van een buitenlandse school voor voortgezet onderwijs te hebben gevolgd, gelijkwaardig aan een dergelijke Griekse school, of de hoogste twee klassen van een lyceum bezocht te hebben.
Doctoraalstudies Het aantal studenten dat tot de studie wordt toegelaten is aan grenzen gebonden. Het totale aantal dat tot een
3. Voor buitenlandse studenten met een studiebeurs van de Griekse regering wordt uiteraard eveneens een uitzondering gemaakt. 4. Eveneens voor studenten van
b) dat de studie in de buitenlandse faculteit het behalen van de doctorsbul in dat land mogelijk maakt, en dat bedoelde faculteit aldus een bul verleent die gelijkwaardig is aan zulke documenten van vergelijkbare Griekse instellingen. 3. Of het diploma van de aanvrager gelijkwaardig is. Er wordt, met andere woorden, nagegaan op grond van welke studies het diploma verleend is. In beginsel erkent de Griekse autoriteit volledige gelijkwaardigheid zodra het voorgelegde buitenlandse studieprogram wat de hoofdvakken betreft voor ten minste 70 percent overeenkomt met het betreffende programma van Griekse instellingen (ΑΕΙ). In gevallen waarbij de buitenlandse studie niet als evenwaardig aan de Griekse wordt gezien, zijn er twee mogelijkheden: 1. Inpassing in een bepaald studiejaar, of 2. Aanvullend examen voor bepaalde vakken. Wanneer Griekse hogeronderwijs instellingen (ΑΕΙ) geen vergelijkbare studies kennen, ontvangt de aanvrager een verklaring waarin de gelijkwaardigheid van zijn wetenschappelijke graad wordt vastgesteld zonder concrete verwijzing naar een Griekse situatie.
122
Griekse afkomst die een studiebeurs ontvangen van het Griekse Ministerie van buitenlandse zaken. Hiertoe behoren studenten van Griekse afkomst die ten minste de laatste vijfjaar permanent in het buitenland gevestigd zijn geweest. 5. De percentages voor bovengenoemde bijzondere categorieën worden in april 1984 vastgesteld voor het studiejaar 1984/85. Postgraduate-studies Het aantal toegelaten studenten voor postgraduate-studies verschilt van vakgebied tot vakgebied. Buitenlandse studenten die een postgraduate-studie willen volgen moeten zich voor de noodzakelijke informaties richten tot het secretariaat van de betreffende school. Toelatingsexamens Doctoraal-studies Er zijn als regel geen toelatingsexamens voor buitenlandse studenten aan Griekse instellingen voor hoger onderwijs. Een toelatingstest is echter nodig voor kinderen van Griekse afkomst die in het buitenland hebben gewoond of geleefd, en voor kinderen van Griekse werknemers die in het buitenland werken of gewerkt hebben. Deze toelatingstest vindt in september plaats. Postgraduate-studies Aanvragen tot inschrijving voor postgraduate-studies worden al naar de faculteit verschillend beoordeeld. Wanneer kennis van een of meer vreemde talen vereist is, moet de aanvrager een test afleggen.
I
Studentenhandboek
Aanvraag en inschrijving Aanvraag Doctoraal-studies Kandidaten die tot de eerste en tweede van de hierboven genoemde categorieën behoren moeten de volgende documenten overleggen: een aanvraag (met twee foto's en een belastingzegel van DR 10) en een voorkeursverklaring. Met deze verklaring legt de aanvrager zich vast wat betreft zijn voorkeur voor een of enkele hoger-onderwijsinstellingen. waarbij de volgorde van vermelding geacht wordt de mate van voorkeur weer te geven. Men kan niet worden toegelaten tot enige onderwijsinstelling die niet in de verklaring genoemd wordt, en evenmin wanneer het gemiddelde eindexamencijfer van zijn middelbare school, resp. zijn Griekse toelatingstest lager is dan van alle andere toegelatenen aan de betreffende onderwijsinstelling. Bij dubbel-toelating beslist de volgorde in de verklaring. Buitenlandse studenten van niet-Griekse afkomst moeten bovendien overleggen : 1. Een certificaat van de bevoegde autoriteiten in het land van herkomst van de student waaruit nationaliteit en afkomst der ouders blijkt;
2. een bewijs van het gemiddeld eindexamencijfer der middelbare school (vertaald in de Griekse cijferschaal 1-20) en van het recht van toegang tot een instelling van hoger onderwijs; 3. een verklaring (op het formulier dat in de Wet 105/1969 wordt voorgeschreven) waarin de aanvrager bevestigt dat hij geen graad van een
Griekenland
I
Grieks of buitenlands instituut voor hoger onderwijs bezit. Studenten van Griekse afkomst die meer dan vijfjaar in een vreemd land hebben gewoond, dienen over te leggen : 1. een bevestiging van de bevoegde Griekse consulaire of diplomatieke autoriteit waarin de duur van het verblijf van de kandidaat (of dat van beide ouders) in het buitenland staat aangegeven: 2. een bewijs dat aangeeft hoeveel jaar de kandidaat het voortgezet onderwijs in Griekenland en in een ander land heeft gevolgd: 3. een bewijs van recht op toegang tot hoger onderwijs te zamen met het einddiploma van het gevolgde middelbaar onderwijs. Houders van studiebeurzen (van Griekse of buitenlandse afkomst) moeten de volgende documenten overleggen : 1. een aanvraag: 2. het einddiploma van de school voor voortgezet onderwijs; 3. het bewijs dat het stipendium voor het bepaalde vak is verleend en een bewijs van de kennis van Grieks; 4. een bewijs over de verblijfperiode in het buitenland in het geval van kandidaten van Griekse afkomst. Aanvragen en overige documenten moeten persoonlijk (of door een gemachtigde) worden afgegeven bij het Ministerie van Onderwijs in Athene, afd. Studie- en studentenvoorzieningen voor ΑΕΙ (Διεύθυνση Σπουδών και Φοιτητικής Μερίμνα: ΑΕΙ). In bijzondere gevallen wordt houders van studiebeurzen verzocht hun aanvragen direct te richten tot de betrokken onderwijsinstelling. De uiterste termijnen zijn:
123
1. voor aanvragers van Griekse afkomst: 20-31 juli: 2. voor houders van studiebeurzen (van buitenlandse of Griekse afkomst): 1-10 oktober: 3. voor buitenlandse aanvragers of aanvragers van buitenlandse afkomst: 1-10 augustus: 4. voor aanvragers van Griekse afkomst uit Cyprus worden plaats en termijn der aanvraag vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs van de Republiek Cyprus. Postgraduate-studies De noodzakelijke documenten voor de inschrijving voor postgraduate-studies worden door de betreffende scholen vastgesteld. Inschrijving Doctoraal-studies De inschrijving vindt plaats nadat het Ministerie van Onderwijs de lijst van toegelaten studenten heeft opgesteld en speelt zich af binnen de termijn van tien dagen die de betreffende school voor de inschrijving heeft vastgelegd. Deze wordt in de plaatselijke dagbladen gepubliceerd. Bij buitenlandse studenten die toegelaten worden tot een studie aan een Grieks instituut voor hoger onderwijs gaat men uit van kennis van het Grieks. Deze kennis wordt bewezen geacht hetzij door het einddiploma van een Grieks lyceum of zesjarig gymnasium, hetzij door een diploma van de Atheense Universiteitsclub of van de Afdeling „Grieks als vreemde taal" van de Universiteit van Thessaloniki. Slaagt men er niet in een bewijs van kennis van het Grieks over te leggen
124 binnen de inschrijvingstermijn dan verliest men het recht op toelating. Uitstel voor het overleggen van dit bewijs tot het einde van de inschrijvingsperiode voor eerstejaarsstudenten van het volgende jaar is op aanvraag van de student en na toestemming van de betreffende onderwijsinstelling mogelijk. Postgraduate-studies Alle regelingen en procedures voor de inschrijving van studenten bij postgraduate-studies worden vastgesteld door de betreffende onderwijsinstellingen.
Inschrijvings- en collegegeld Het hoger onderwijs in Griekenland is gratis. Buitenlandse studenten zijn echter verplicht, wanneer ze als normale full-time studenten of toehoorder een doctorale of postgraduate-studie volgen, om inschrijvings- en collegegeld te betalen. Houders van studiebeurzen behoeven geen inschrijvings- of collegegeld te betalen. Studenten uit landen waar Griekse studenten vrijstelling genieten van het betalen van enige studievergoeding, betalen in Griekenland geen inschrijvings- of collegegeld. Vereist is hiervoor een officiële verklaring van het betreffende land. Studenten met de Griekse nationaliteit zijn vrijgesteld van iedere studievergoeding. Voor het academisch jaar 1983/84 beiopen de inschrijvings- en collegegelden over het algemeen DR 54 000, met uitzondering van de medische, tandheelkundige, diergeneeskundige en
9
Studentenhandboek
polytechnische faculteiten, waar DR 72 000 verschuldigd is, en van taalcursussen aan de universiteiten te Athene en Thessaloniki die slechts DR 27 000 verlangen. Deze bedragen kunnen in termijnen worden betaald: 31 december, 15 februari, 31 maart en 15 mei. Studenten met financiële moeilijkheden die echter door hun studieresultaten en toewijding opvallen, kunnen stipendia krijgen die het totale bedrag of een gedeelte van het inschrijvingsgeld- en collegegeld vergoeden. Deze worden toegekend door de minister van onderwijs na overleg met de instellingen voor hoger onderwijs.
Griekenland
I
Kennis van de onderwijstaal
Kennis van het Grieks is een belangrijke voorwaarde voor een studie in Griekenland. Men kan, in het land zelf, o.a. de taal leren bij de Atheense Universiteitsclub, afdeling „Grieks als vreemde taal" en aan een afdeling met dezelfde naam van de Universiteit van Thessaloniki. Voor inschrijving bij een dezer cursussen wordt gevraagd: 1. het einddiploma van een school voor voortgezet onderwijs, vergezeld van een vertaling gewaarmerkt vanwege een Griekse diplomatieke vertegenwoordiging in het woonland; 2. een bevestiging vanwege de diplomatieke vertegenwoordiging van het land van herkomst in Griekenland, dat het overgelegde einddiploma recht geeft op toelating tot een instelling van hoger onderwijs in dat land; 3. drie pasfoto's en een legeszegel à DR 10: 4. een geldig paspoort en een geboortebewijs (met vertaling); 5. een verblijfsvergunning voor Griekenland (negen maanden voor de winterperiode en drie maanden voor de zomerperiode). Deze vergunning wordt verstrekt door het bureau van de vreemdelingenpolitie in Athene op voorwaarde dat de kandidaat een studentenvisum voor
125
Griekenland heeft, uitgereikt door de Griekse diplomatieke vertegenwoordiging in zijn land van herkomst. De inschrijving vindt plaats in september en oktober voor de winterperiode en in juni voor de zomerperiode. Men moet hiervoor in persoon verschijnen. De winterperiode begint 1 oktober en eindigt 30 juni (aan de Universiteit van Thessaloniki gedurende de tweede septemberhelft tot 20 juni), de zomerperiode begint 1 juli en eindigt 30 september (aan de Universiteit van Thessaloniki 16 augustus tot 10 september). Het onderwijs duurt drie uur per dag (Thessaloniki vier uur). De cursusgelden zijn DR 27 000 voor het wintersemester en DR 9 000 voor het zomersemester. Ze kunnen in twee gelijke termijnen voldaan worden. De formulieren voor de inschrijving aan de afdeling „Grieks als vreemde taal" van de Universiteit Thessaloniki voor de zomercursus moeten vóór 30 april en voor de wintercursus vóór 10 september worden ingeleverd. De volgende studenten worden van de plicht tot betaling van studie- en inschrijfgeld voor het leren van de Griekse taal vrijgesteld: 1. buitenlandse studenten, die een beurs van de Griekse kerk hebben gekregen ; 2. Palestijnse studenten; 3. buitenlandse studenten uit 'anden waar Griekse studenten geen collegeen inschrijfgeld hoeven te betalen; 4. buitenlandse studenten, die van de Griekse regering een beurs hebben gekregen en dat kunnen overleggen.
126
Toelagen en beurzen
Vanaf het academisch jaar 1983/84 stelt de Griekse staat persoonlijke leningen beschikbaar voor het vergemakkelijken van een studie (doctoraal en postgraduate) aan Griekse instellingen voor hoger onderwijs. Of men zulk een lening krijgt, hangt af van : 1. de studievorderingen, en 2. de financiële situatie van de student of zijn familie. Leningen worden niet verstrekt aan: 1. wie zich ergens als student laat inschrijven terwijl hij elders al is afgestudeerd; 2. Cypriotische en buitenlandse studenten; 3. buitenlandse studenten van Griekse afkomst; 4. wie in militaire of overheidsdienst is. De Staatsraad voor stipendia (Ίδρυμα Κρατικών Υποτροφιών, lK}r) verleent beurzen (stipendia) aan studenten van Griekse afkomst. Aan buitenlandse studenten verleent de Griekse regering beurzen in het kader van overeenkomsten of culturele verdragen met Lid-Staten van de Europese Gemeenschap. (Vgl. Ver klarende woordenlijst, op de slotpagina van het Aanhangsel.) Deze stipendia worden gewoonlijk toegekend aan buitenlandse afgestudeerden voor een verdere specialisatie of om in
I
Studentenhandboek
Griekenland research te plegen op het gebied van hun specialisatie. Als de bevoegde autoriteiten van de betrokken landen geen afgestudeerden voor een stipendium voordragen, kunnen deze stipendia toegekend worden aan doctoraal-studenten aan een instelling voor hoger onderwijs voor de vol tooiing van hun studie. De duur en vorm van het stipendium verschilt van land tot land (van herkomst). De Staatsraad voor stipendia geeft jaarlijks vijf studiebeurzen aan afgestudeerden uit de lid-staten van de Raad van Europa die in Griekenland aan hun dissertatie werken. De beurzen zijn bedoeld voor perioden tussen 6 en 36 maanden. De bursaal dient een master- of maîtrise-graad te hebben, of een vergelijkbare graad. De beurzen o'mvatten de reiskosten, een maandelijkse uitkering à DR 22 000. benevens DR 60 000 voor het drukken van het proefschrift, en DR 10 000 voor inrichting van de eerste woning. Aan de Universiteit van Athene bestaat een bureau voor steun aan studenten dat materiële en andere hulp verleent. Ook deze hulp is niet alleen voor Griekse studenten bestemd.
Griekenland
I
127
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
Een buitenlandse student die aan een Griekse instelling voor hoger onderwijs wil studeren heeft een geldig paspoort nodig en een studentenvisum dat hij bij een Griekse consulaire autoriteit kan krijgen. Voor zijn verblijf in Griekenland moet de student een verblijfsvergunning aanvragen bij de vreemdelingenpolitie in de stad waar hij studeert. De vergunning is slechts voor een jaar geldig, maar kan iedere twee jaar worden verlengd.
Sociale verzekering en ziekteverzekering Alle studenten aan Griekse instellingen voor hoger onderwijs hebben recht op gratis medische verzorging (arts, geneesmiddelen en ziekenhuis), en wel gedurende anderhalf keer de tijd van het norm-studieprogramma. Een en ander geldt ook voor postgraduate-studies. Medische verzorging houdt in : 1. onderzoek en behandeling door artsen; 2. onderzoek en behandeling in ziekenhuizen; 3. verstrekking van geneesmiddelen; 4. laboratoriumonderzoek: 5. medisch onderzoek thuis; 6. bevallingen; 7. natuurgeneeskundige (fysiotherapeutische) behandeling; 8. tandarts; 9. orthopedische hulpmiddelen. Om de bovengenoemde medische verzorging te verkrijgen, moet de student de arts het daarvoor bestemde boek voorleggen. Dit boek wordt de student bij diens inschrijving in de afdeling van de hogeschool overhandigd.
128 Studie- en beroepsadvies Informatie en advies over de inrichting van hun studies krijgen buitenlandse studenten bij de medewerkers van de universiteitsclubs (in Athene bij het Bureau Voorlichting van de Atheense Universiteitsclub).
Werkmogelijkheden Buitenlandse studenten is werken niet toegestaan, tenzij ze een arbeids vergunning hebben van het Ministerie van arbeid (die slechts zelden wordt verleend).
Studentenorganisaties Buitenlandse studenten mogen lid zijn van alle studentenorganisaties. Dit kunnen gezelligheidsverenigingen zijn, of ook organisaties op politieke of godsdienstige grondslag, of verenigingen van buitenlandse studenten.
Kosten van levensonderhoud Nauwkeurige cijfers betreffende kosten van levensonderhoud zijn niet te geven. De basisuitgaven van een buitenlandse student bedragen echter minstens DR 28 000 per maand. Huisvesting Verzoeken tot opneming in studentenhuizen (Φοιτητικές Εστίες) worden beoordeeld door het Curatorium van de Nationale
I
Studentenhandboek
Jeugdstichting (Εφορία του Εθνικού Ιδρύματος Νεότητας). Criterium voor opneming in een studentenhuis is de financiële positie van de ouders of het eigen gezin van de aanvrager. Acht percent van de plaatsen in de studentenhuizen worden gereserveerd voor buitenlandse studenten. De buitenlandse student kan zijn aanvraag indienen bij de leiding van een studentenhuis, of direct bij het betreffende bureau van de Nationale Jeugdstichting. De beslissing ligt bij het bestuur van deze stichting. Bij voorkeur worden woonvergunningen in de studentenhuizen verstrekt aan aanvragers uit landen met een nationale bevrijdingsbeweging, en aan hen die een stipendium van de Griekse regering genieten. De universiteitsclubs geven inlichtingen en hulp bij het zoeken naar huisvesting. Studentenfaciliteiten Bij de inschrijving ontvangt iedere student een collegekaart (identiteitsbewijs en bewijs van inschrijving) die recht geeft op reducties in theaters, musea en dergelijke. De secretariaten der hogeronderwijsinstellingen of de studieverenigingen van studenten geven verklaringen af die recht geven op reducties (tot 50%) bij gebruik van openbare-verkeersmiddelen, met inbegrip van scheepvaartverbindingen en spoorwegen. Alle noodzakelijke studieboeken zijn gratis.
Griekenland
I
Faciliteiten voor gehandicapte studenten Studenten van deze categorie worden na een speciale procedure aan een instelling voor hoger onderwijs toegelaten. Deze studenten — zowel uit het buitenland alsook uit Griekenland — kunnen zonder getalsmatige beperking aan de instellingen voor hoger onderwijs van hun woonplaats een studieplaats krijgen. Zij hebben recht op kosteloze medische verzorging (ziekenhuiskosten inbegrepen). De secretariaten van de betreffende vakrichtingen zijn verplicht de studenten informaties over de studie te geven (b.v. collegerooster, examenregelingen en andere). Er worden nog platformen en speciale liften gebouwd.
129
Informatiebronnen
De voornaamste instanties die inlichtingen verstrekken over studeren in Griekenland zijn : 1. de Griekse ambassade en consulaten in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap; 2. het Griekse Ministerie van onderwijs, afdeling Studie- en studentenzaken van de ΑΕΙ, en de afdeling Wetenschappelijk onderzoek, statistiek en organisatie van de ΑΕΙ; 3. het Bureau Voorlichting van de Atheense Universiteitsclub; 4. de secretariaten der afzonderlijke onderwijsinstellingen.
130
Aanhangsel
I Verenigd Koninkrijk la Holland Park London W i l 3TP ■8 727 80 40 Adressen van algemeen belang
1. Adressen Griekse ambassades in de EGlanden België 430, avenue Louise B1050 Bruxelles S 648 17 30 Denemarken Borgergade 16 DK1300 København K ■8 11 45 33 Bondsrepubliek Duitsland Rheinallee 76 D5300 Bonn 2 ■B 35 50 36. 35 50 37. 35 57 01 Frankrijk 17, rue Auguste Vacquerie F75116 Paris S 723 7228, 723 7229, 723 7230, 723 7231 Ierland 1 Upper Pembroke Street Dublin 2 ■8 76 72 54, 76 72 55 Italië Viale Gioacchino Rossini 4 IRoma ■Β 85 96 30 Luxemburg 23, avenue Monterey L2163 Luxembourg Β 47 43 41 Nederland Koninginnegracht 37 Den Haag ■B 63 87 00. 60 28 80
Υπουργείο Εθνικής Παιδείας και θρησκευμάτων Γενική Διεύθυνση Ανώτατης Εκ παίδευσης Διεύθυνση Σπουδών και Φοιτη τικής Μέριμνας Μητροπόλεως 15 Αθήνα Πανεπιστημιακή Λέσχη Πανε πιστημίου Αθηνών Γραφείο Δημοσίων Σχέσεων (προϊστάμενος κ. Χ. Γεωργακόπουλος, τηλ. 3614532) Ιπποκράτους 15 Αθήνα Ίδρυμα Κρατικών Υποτροφιών Λυσικράτους 14 Αθήνα Κέντρο Εκπαιδευτικών Μελετών και Επιμόρφωσης (ΚΕΜΕ) Μεσογείων 396 Αγία Παρασκευή Αττική Διαπανεπιστημιακό Κέντρο Αναγνωρίσεως Τίτλων Σπουδών Αλλοδαπής (ΔΙΚΑΤΣΑ) Συγγρού 112 Αθήνα Instellingen voor hoger onderwijs Πανεπιστήμιο Αθηνών Ελ. Βενιζέλου 30 10679 Αθήνα Πανεπιστήμιο θεσσαλονίκης Πανεπιστημιούπολη θεσσαλονίκη
Studentenhandboek Πάντειος Ανωτάτη Σχολή Πολι τικών Επιστημών Λεωφ. Συγγρού 136 17671 Καλλιθέα-Αθήνα Ανωτάτη Βιομηχανική Σχολή Πειραιώς Κουντουριώτου 98-100 18532 Πειραιάς Ανωτάτη Βιομηχανική Σχολή θεσσαλονίκης Τσιμισκή 45 54623 θεσσαλονίκη Ανωτάτη Σχολή Καλών Τεχνών 28ης Οκτωβρίου 42 10682 Αθήνα Πανεπιστήμιο Πατρών Πανεπιστημιούπολη Πάτρα Πανεπιστήμιο Ιωαννίνων Σαλαμάγκα 1 45332 Ιωάννινα Πανεπιστήμιο Θράκης Δημοκρίτου 17 69100 Κομοτηνή Πανεπιστήμιο Κρήτης Σόλωνος 71 (Δ.Ε.)ΐ 10679 AuBna Polytexnero KrBthw HrVvn Polytexneroy (D.E.) > 73100 Χανιά Πανεπιστήμιο Αιγαίου Λεωφ. Συγγρού 56 (Δ.Ε.) 1 Αθήνα Ιόνιο Πανεπιστήμιο Λεωφ. Συγγρού 56 (Δ.Ε.) 1 Αθήνα Πανεπιστήμιο Θεσσαλίας Λεωφ. Συγγρού 56 (Δ.Ε.) 1 Αθήνα
Εθνικό Μετσόβειο Πολυτεχνείο 28ης Οκτωβρίου 42 10682 Αθήνα Ανωτάτη Γεωπονική Σχολή Αθηνών Ιερά Οδός 75 11855 Αθήνα Ανωτάτη Σχολή Οικονομικών και Εμπορικών Επιστημών 28ης Οκτωβρίου 76 10434 Αθήνα 1 Διοικούσα επιτροπή = Admi nistratief comité van de universiteit.
Griekenland 2. Bibliografie
Jaarboeken. Ieder jaar publiceren de instellingen voor hoger onderwijs een studentenhandboek. dat informatie geeft over de leden van de faculteit, jaarlijks cursusprogramma, toelatingsvoorschriften, studieduur, tests, etc. Het informeert ook over financiële hulp, stipendia en medische hulp. Studiegidsen. De verschillende instellingen publiceren jaarlijks studiegidsen, die ze zelf verspreiden. Programma's der zomer-taalcursussen in Thessaloniki Zomercursus modern Grieks, Aristoteles-universiteit van Thessaloniki, School voor Modern Grieks. Cursus Grieks, geschiedenis en cultuur, Instituut voor Balkanstudies, Internationale zomerschool.
I
131
I
132 3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs
Studentenhandboek
•81 Ι LÍ' ζ
'g.
:
Ι a1
Doctoraal-studies
κ
a.
•Lä'
3 f
1
ο E S ω ï if
■5
II
s s
ílí
1 8. Ι
o * "S. a α g £ ï o a a α c. g er £ _ " -tf -if "2 LÉ a κ κa. tr κ o C < w w t f w y ε
'Ulf
III ε« 1
i! U· 5 ä á fT ° ζ o L«; ·
Πανεπιστήμιο Αθηνών Πανεπιστήμιο θεσσαλονίκης Πανεπιστήμιο Πατρών Πανεπιστήμιο Ιωαννίνων Πανεπιστήμιο Θράκης Πανεπιστήμιο Κρήτης Πολυτεχνείο Αθηνών Πολυτεχνείο Κρήτης Ανωτάτη Σχολή Οικονομικών και Εμπορικών Επιστημών Πάντειος Ανωτάτη Σχολή Πολιτικών Επιστημών Ανωτάτη Γεωπονική Σχολή Αθηνών Ανωτάτη Βιομηχανική Σχολή Πειραιώς Ανωτάτη Βιομηχανική Σχολή θεσσαλονίκης Ανωτάτη Σχολή Καλών Τεχνών
Nieuwe Universiteiten Πανεπιστήμιο Αιγαίου Ιόνιο Πανεπιστήμιο Πανεπιστήμιο Θεσσαλίας
& 3
'Ε
8.
8 Ι
£ a-
Κ
Έ- 2
Postgraduatestudies
Ο
•ΐ
•fr c
I" §· f- î I "S a
Πανεπιστήμιο Αθηνυν Πανεπιστήμιο θεσσαλονίκης Ανωτάτη Γεωπονική Σχολή Αθηνών Ανωτάτη Σχολή Οικονομικών και Εμπορικών Επιστημών Πάντειος Ανωτάτη Σχολή Πολιτικών Επιστημών
w
w ω
S .S? .3 J α ι x s
(Ο
¡£3
Μ
δ.
S
g·
Mΐ
< Χ
%3
'Ë"
If
o x
f al
-g - -a a g '£■ œ2 S- -s. <s κ a eη -S; 3
ill
U f '5" * S- fc Ic f9-
-if-F V
f.
x x
If
I
Griekenland
'IP
■f g
D
ι è
■5 g
»
9 J
ff I
sf,
Cl—
II <
U
w
H
a- .a- g .tr 3 .tr
U W W
3.1
il
■Í i l l Q E
a *ΐ
studies
-y
■S-i
— — ν
'ill
Volledige
b
■ i ^ : c Ë C CTS
θ Θ s
-tf _ 1 ·
133
O
q
a- s
o Ρ
If
Ξ -!ί
g-5
I-e-f &-a·:
II
S 3
In voorbereiding Begint met het studiejaar 1984/85
134 4. Verklarende woordenlijst Gymnasium (γυμνάσιο): driejarige school voor voortgezet onderwijs, voor de leeftijd ca. 12-15 jaar. Lyceum (λύκειο): driejarige school voor voortgezet onderwijs, aansluitend aan gymnasium (zie hierboven). Overeenkomsten en gezamenlijke programma's voor samenwerking ter zake van culturele uitwisseling en van stipendia en beurzen voor buitenlandse studenten heeft Griekenland met de volgende landen: België, Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Frank rijk, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Panepistimiaki Estia (Πανεπιστη μιακή Εστία): campus, studen tenhuis. Ptychio (Πτυχίο) : academische graad. Staatsraad voor stipendia (Ιδρυμα Κρατικών Υποτροφιών, IKY): officieel lichaam dat beurzen en stipendia verleent. Wet 105: op grond van deze wet wordt van de (buitenlandse) stu dent een schriftelijke verklaring verlangd dat hij persoonlijke ge gevens in zijn aanvraag voor in schrijving of stipendium naar waarheid heeft opgegeven. Wie met opzet onjuiste opgaven ver strekt, kan strafrechtelijk ver volgd worden.
I
Studentenhandboek
135
Frankrijk
Frankrijk
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten /Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
136
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
141
Kennis van de onderwijstaal
144
Toelagen en beurzen
145
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
145
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/ Werkmogelijkneden / Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud / Huisvesting/ Studentenfaciliteiten / Faciliteiten voor gehandicapte studenten
146
Informatiebronnen
148
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
153
136
I
Organisatie van het hoger onderwijs
Er zijn in Frankrijk tegenwoordig meer dan 200 instellingen voor hoger onderwijs, waarvan de organisatiestructuur en in het bijzonder ook de toelatingsvoorwaarden afhankelijk zijn van elke soort van instelling. Precieze inlichtingen, die voor een gerichte voorinformatie onontbeerlijk zijn, kunnen alleen bij de instelling voor hoger onderwijs zelf worden verkregen. De lijst met alle instellingen voor hoger onderwijs en de door deze aangeboden studiemogelijkheden kan in de culturele afdelingen van de Franse ambassades worden geraadpleegd (zie Aanhangsel). Deze lijst staat ook in het door de Europese Gemeenschap uitgegeven register van het hoger onderwijs. De organisatie van het hoger onderwijs in Frankrijk is kort geleden door de wet van 26 januari 1984 veranderd, vooral wat de organisatie van de eerste en de derde studiefase (Ier et 3C cycles) betreft. Omdat de uitwerking van de nieuwe bepalingen zich over meerdere jaren zal uitstrekken, zullen overgangsregelingen het voor studenten die hun studie voor de reorganisatie zijn begonnen, mogelijk maken de diploma's te halen waarmee de op zich genomen studies worden afgesloten.
Studentenhandboek
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Door de wet worden onder de algemene aanduiding: openbare scholen met wetenschappelijk, cultureel en bcroepskarakter, samengevat: - De universiteiten, waarmee de Instituts nationaux polytechniques zijn gelijkgesteld. - De scholen en instituten, die niet tot de universiteit behoren. - de „grandes écoles" of grote openbare Franse of buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs, op literair of natuurwetenschappelijk gebied. A — De études longues (complete studies van normaal 8 semesters) 1. In de universiteiten In Frankrijk bestaan 72 universiteiten met een breed aanbod van vakken. Iedere universiteit wordt door een president geleid. Deze wordt gekozen door de vergadering van de drie universitaire raden: de administratieve raad. de wetenschappelijke raad en de studieraad en het universiteitsleven. De universiteiten bestaan uit verschillende afdelingen, waarvan het aantal van instelling tot instelling verschillend is. Het zijn: - opleidings- en onderzoekafdelingen (Unités de formation et de recherche. UFR) - instituten of scholen - afdelingen, laboratoria en onderzoekcentra, die zijn ondergebracht bij de UFR. De universiteit biedt een grote keuze van langdurige studies aan, die tot een staatsdiploma leiden (dit diploma geeft alle bezitters gelijke rechten, onafhanke-
Frankrijk
I
rieur de musique en het Conservatoire national supérieur d'art dramatique (studies tussen 3 en 5 jaar). • De écoles nationales des BeauxArts (5 jaar studie) en de école nationale supérieure des arts décoratifs (4 jaar studie) vallen onder het Ministerie van onderwijs. • De École nationale supérieure des arts appliqués et des métiers d'arts (Institut des hautes études cinématographiques, IDHEC), de École du Louvre. De Instituts catholiques in Parijs, Lille, Lyon, Angers en Toulouse zijn door het Ministerie van onderwijs erkende privé-scholen, die school- en hoger onderwijs geven. Omdat de staat in Frankrijk echter het monopolie van de verlening van academische graden heeft, moeten de studenten van deze faculteiten hun examens voor de commissies van de staatsuniversiteiten afleggen.
lijk van de universiteit die het heeft uitgereikt), of universiteitsdiploma's (eigen aan elke universiteit). 2. In de instellingen voor hoger onderwijs en de ,,grandes écoles" Deze scholen vallen niet onder het Ministerie van onderwijs; zij zijn gekarakteriseerd door een grote verscheidenheid van statuten, specialismen en pedagogische organisatie. Men onderscheidt - natuurwetenschappelijke scholen (zoals de Écoles normales supérieures, de ingenieursscholen, de scholen voor agronomie en de levensmiddelenindustrie, de scholen voor diergeneeskunde) - de literaire scholen (vooral de Écoles normales supérieures) - de scholen voor handel en bedrijfskunde. De grandes écoles: de algemeen „grandes écoles" genoemde instellingen voor hoger onderwijs hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij het grootste deel van hun studenten via een zeer selectieve procedure opnemen. - De scholen van de openbare administratie, die de hogere ambtenaren opleiden - De kunst- en architectuurscholen. • De pedagogische afdelingen voor architectuur (unités pédagogiques d'architecture) die in zes jaar opleiden voor het Diplôme d'architecte „diplômé par le gouvernement" (DPLG), een door de staat erkende privé-school (École spéciale d'architecture) en de École nationale des arts et industries van Straatsburg, afdeling architectuur. • Het Conservatoire national supé-
137
B
De korte studies
1. In de universiteiten - In de eerste studiefase (1er cycle): nieuwe studierichtingen van de eerste fase met een duur van twee jaar, gericht op specifieke beroepen, worden met een nieuw nationaal diploma, het DEUST, afgesloten. - De Instituts universitaires de technologie (IUT): De 68 IUT's bieden, binnen de universiteiten, opleidingen aan in de gebieden van de technologie en de bedrijfseconomie. De 18 daar geleerde vakken leiden op tot gespecialiseerd technicus van hoog niveau, die zich bijzonder goed bij de
138
I
technische ontwikkeling kan aanpassen. 2. In de sections de techniciens supérieurs van de gymnasia De bezitter van een middelbaar einddiploma of een examen als technicus kunnen in deze klassen van gymnasium in twee jaar worden opgeleid voor het Brevet de technicien supérieur (BTS). Deze studie omvat een groot aantal specialismen. 3. In de scholen voor de sociale, paramedicinale en dienstverlenende sectoren en die in twee tot drie jaar na het middelbaar eindexamen opleiden tot bepaalde beroepen en die worden gekenmerkt door grote selectiviteit. C — Het schriftelijk onderwijs Dit onderwijs wordt gegeven: 1. Wat de opleidingen van de eerste en tweede studiefase (premier et deuxième cycles) in de studierichtingen rechten, literatuur en kunst, wetenschappen, geesteswetenschappen, economie betreft, beschikken 19 universiteiten elk over een afdeling voor schriftelijk onderwijs; 2. wat de voorbereiding van toelatingsexamens of specifieke opleidingen betreft, is het Centre national d'enseignement par correspondance (CNEC) verantwoordelijk. D — De verdere ontwikkeling De openbare dienst van het onderwijsstelsel is niet tot het eigenlijke onderwijs beperkt. Taak is eveneens de verdere ontwikkeling te garanderen. De wet schrijft voor dat deze vorming zich op alle geïnteresseerden richt, onafhan-
Studentenhandboek
kelijk van het feit of zij een beroep hebben of niet. Aantal studenten In het studiejaar 1982/83 was het aantal buitenlandse studenten 121 211, wat 13,26% van het totale aantal studenten was (tegen 12,2% in het studiejaar 1981/82). Van deze studenten kwamen er 13 040 (10,76%) uit de EG-Lid-Staten. Daarvan waren 42,65% in de eerste studiefase, 34,07% in de tweede en 23,14% in de derde. Deze studenten zijn nog altijd overwegend in de literaire vakgebieden vertegenwoordigd (59,75%) en zijn verder tamelijk regelmatig verdeeld over medische vakgebieden (8,78%), economie en rechten (10,54%) en andere wetenschappelijke vakgebieden (11,60%). Voor het jaar 1984 wordt het totale aantal buitenlandse studenten geschat op 128 350. Organisatie en afsluiting van de studies A — In de universiteiten In het Franse hoger onderwijs bestaat als studieperiode het academische jaar. De studies bestaan uit drie studiefasen, waarvan elk met één of meerdere staatsdiploma's wordt afgesloten. 1. De eerste studiefase, die open staat voor iedereen die een middelbaar eindexamen heeft, of een gelijkwaardige graad bezit of vrijstelling hiervan heeft, is gericht op de algemene vorming en oriëntering. Zij leidt of tot de tweede
Frankrijk
studiefase of tot intrede in het beroepsleven. De eerste studiefase leidt tot: - het Diplôme d'études universitaires générales (DEUG), waarvoor een voorbereidingstijd van twee jaar staat en dat toegang verschaft tot de tweede studiefase. Het DEUG vermeldt de vakrichting, waarin gestudeerd is en is een staatsdiploma; - het Diplôme d'études universitaires scientifiques et techniques (DEUST), een nieuw nationaal diploma dat de afsluiting is van twee jaar studie. In deze periode moet men vertrouwd raken met wetenschappelijke methoden en fundamentele talen en moet een pré-beroepskwalificatie worden verworven. Het DEUST is als afsluitend diploma gedacht; - in de Instituts universitaires de technologie. De lUT leiden bezitters van het middelbaar eindexamen in twee jaar op tot afgestudeerden met het Diplôme universitaire de technologie. De toelating tot de IUT geschiedt op basis van een selectie naar behaalde schoolresultaten. 2. De tweede studiefase omvat opleidingsmogelijkheden. die in verschillende gradaties algemene vorming en beroepsvorming inhouden. Toegelaten zijn afgestudeerden van de eerste studiefase of diegenen die over een studievrijstelling beschikken. De tweede fase duurt twee jaar. Het eerste jaar wordt met de licence, het tweede met de maîtrise afgesloten. Dat zijn of fundamentele licences of maîtrises, of zulke met een op het beroep georiënteerde afsluiting. In deze laatstgenoemde categorie zijn verschillende maîtrises als onscheidbaar blok
I
139
van twee jaar na het DEUG geconcipieerd. (Het derde studiejaar wordt dus niet met een licence afgesloten). Tot deze categorie behoren: - de maîtrise de sciences et techniques (MS'I): toelatingsvoorwaarde is het DEUG, aangevuld met een voorbereidend getuigschrift, dat in de loop van de DEUG-opleiding wordt verkregen ; - de maîtrise de sciences de gestion (MSG); - de maîtrise de méthodes informatiques appliquées à la gestion (MIAGE). 3. De derde studiefase. De hervorming van de studies, die tot het verwerven van de doctorsgraad leiden, wordt gekenmerkt door de samenvoeging van de verschillende studierichtingen in één enkele opleidingswijze (doctorat de 3" cycle, doctorat d'État, diplôme de docteur-ingénieur), met twee verschillende niveaus van wetenschappelijke erkenning: - het eerste niveau wordt met het staatsdiploma van een doctor afgesloten. Daarmee wordt de begaafdheid tot onderzoek erkend. De voorbereiding voor dit diploma strekt zich uit over een periode van drie tot vijf jaar, waarvan het eerste jaar aan het opzetten van het wetenschappelijk onderzoek is gewijd en met een DEA (Diplôme d'études approfondies) afgesloten wordt. Dit wordt periodiek aan de minister van onderwijs ter controle voorgelegd; - het tweede niveau wordt gekenmerkt door de „geschiktheid om wetenschappelijk onderzoek te leiden". Hierdoor wordt de erkenning van het hoge wetenschappelijke niveau van
140
I
de kandidaat vastgelegd. De „geschiktheid", die wordt uitgereikt door de onderwijsinstelling op grond van de gezamenlijke werkzaamheden van de kandidaat, geeft het recht om onderzoekdirecteur en kandidaat voor een post als professor te zijn. Deze maatregelen hebben betrekking op alle actuele doctor-opleidingen, farmacie, tandheelkunde en biologie inbegrepen. Aan de andere kant bestaat het Diplôme d'études supérieures spécialisées (DESS), een staatsdiploma dat een eenjarige opleiding afsluit en met behulp van wetenschappelijk onderzoek voorbereidt op het beroepsleven. Nota bene: Deze nieuwe bepalingen met betrekking tot de derde studiefase zullen progressief toegepast worden zonder afbreuk te doen aan het verder volgen van studies van de derde fase, die al begonnen zijn (doctorat de 3e cycle, diplôme de docteuringénieur, doctorat d'État...). De langdurige opleidingen voor beroepen in de gezondheidssector worden door de wet van 23 december 1982, die betrekking heeft op de medische en farmaceutische studies, geregeld. Studies in de medicijnen, de tandheelkunde, farmacie en biologie bestaan weliswaar uit drie studiefasen, maar omvatten jaarlijkse afsluitingen. De duur is afhankelijk van de specialisaties: acht tot tien jaar om een staatsdiploma als doctor in de medicijnen te halen; vijfjaar voor een dergelijk diploma in de tandchirurgie en de farmacie. Voor deze studies gelden toelatingsprocedures (aan het einde van het eerste jaar vindt een classificatie plaats, op basis waarvan geselecteerd wordt. Het aantal toegelaten kandidaten wordt elk jaar door minis-
Studentenhandboek
terieel besluit vastgelegd). Aan het einde van de tweede studiefase wordt de toelating tot de opleidingen van de praktische fase in gespecialiseerde of algemene medicijnen bepaald door een zogenaamde oriënteringswedstrijd. B — In de instellingen voor hoger onderwijs en de „grandes écoles" Deze scholen worden gekenmerkt door een grote verscheidenheid van statuten en pedagogische organisatie. De daar aangeboden studies duren drie of vier jaar (écoles de commercé) tot vijfjaar en soms meer (de meeste literaire of ingenieursscholen). Bij deze tijdsduur is de voorbereidingstijd in de classes préparatoires inbegrepen. Zij leiden - of tot het ingenieursdiploma, dat door de commissie van ingenieursdiploma's wordt erkend, en tot het doctoraat - of tot een voor de school of het instituut karakteristiek diploma, waarvan de waarde van het aanzien van de onderwijsinstantie afhangt. Speciale cursussen Enkele universiteiten organiseren speciale cursussen voor buitenlandse studenten. Het zijn taal- en wetenschappelijke adaptatiecursussen, die een betere integratie in het Franse hoger onderwijssysteem mogelijk maken.
Frankrijk
Toelating en inschrijving
Voorwaarden A — In de universiteiten De toelating van buitenlandse studenten tot een studie aan Franse universiteiten is gebaseerd op drie wezenlijke princi pes: gelijke rechten voor buitenlandse en Franse studenten; rechtvaardige be oordeling van de buitenlandse studen ten; respect voor de autonomie van de universiteiten, die recht hebben op de beslissing over de inschrijving. De toelating tot de universiteit ge schiedt op basis van een bewijs van be gaafdheid. De toelating Voor de derde studiefase: hier gelden dezelfde regels als voor Fransen. De aanvraag tot toelating veroorzaakt een briefuitwisseling tussen de kandidaat en de voor de opleiding verantwoordelijke professor, waaruit moet blijken dat de professor bereid is de kandidaat toe te laten, uiteraard onder het voorbehoud dat de andere voorwaarden vervuld zijn. In de tweede studiefase: hier geldt hetzelfde als voor de Franse studenten. Echter, hoewel een student wiens diplo ma bewijst dat hij in het eigen land twee afgesloten studiejaren na het mid delbaar einddiploma heeft voltooid, van mening kan zijn dat hij de noodzakelij ke wetenschappelijke kennis bezit om
I
141
tot het eerste jaar van de tweede stu diefase te worden toegelaten, kan de universiteit de toegang tot die tweede fase weigeren en de student aanraden toe te treden tot de eerste studiefase. Om te worden toegelaten is het dus zinvol de procedure van toelating tot de eerste studiefase te volgen. Voor de eerste studiefase: de buiten landse studenten moeten van tevoren een aanvraag tot toelating indienen als zij zich voor de eerste fase van de uni versiteitsstudies inschrijven willen. De voor deze procedure mogelijke uitzonderingen staan onder het hoofd stuk „Aanvraag tot toelating en in schrijving aan de universiteiten". Β — In de scholen of instituten, die niet tot de universiteiten behoren De toelating van buitenlandse studenten geschiedt op basis van dezelfde criteria die voor Franse studenten gelden: suc ces bij het toelatingsexamen of toelating op grond van een onderzoek van de documenten overeenkomstig de regels die voor elke onderwijsinstelling gelden. De meeste van deze onderwijsinstel lingen kiezen hun studenten met behulp van selectiewedstrijden. Zij verlangen van de kandidaten een adequate voor bereiding in speciale klassen (classes préparatoires aux grandes écoles). Deze voorbereidende klassen zijn in gymna sia ondergebracht en laten de bezitter van een middelbaar einddiploma op grond van documenten toe. De duur van de studies daar bedraagt gewoonlijk twee jaar (1 jaar voor de hogere han delsstudies).
142
I
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's In Frankrijk bestaat geen lijst van buitenlandse bewijzen van begaafdheid, die reglementair als gelijkwaardig aan Franse bewijzen van begaafdheid gelden. Er is een uitzondering: de op 10.7.1980 door de Franse en Duitse regering ondertekende overeenkomst over de vrijstelling van studietijd, examens en diploma's in de vakgebieden van wetenschappen, literatuur en geesteswetenschappen. Het is de taak van de president of de directeur van de onderwijsinrichting waarvoor de kandidaat zich wil inschrijven, om over de vrijstelling van studies te beslissen. Dit gebeurt op voorstel van een bevoegde commissie die de gegevens van de kandidaat heeft doorgenomen. Om zich voor het eerste jaar aan een universiteit te kunnen inschrijven, moeten buitenlandse studenten een bewijs van geschiktheid overleggen dat in eigen land toegang verschaft tot een instelling van hoger onderwijs en waarmee de gewenste studie kan worden afgesloten. Over de toelating tot de studie in een later studiejaar beslist de president van de universiteit op basis van de documenten die de kandidaat heeft overhandigd. Welke diploma's de kandidaat dan ook van tevoren heeft gehaald, de toelating volgt niet automatisch; zij hangt af van de beslissing van de universiteit die van geval tot geval verschillend kan zijn. Omdat elke onderwijsinstelling over verschillende toegangsvocrwaarden beschikt, kan het voorkomen dat een kandiaat aan een bepaalde universiteit wordt toegelaten, aan een andere echter wordt afgewezen.
Studentenhandbock
De student moet de Franse taal zeer goed beheersen: de universiteit neemt een taaiexamen af, onafhankelijk de procedure van de inschrijving. Beperkingen A — In de universiteiten De enige numerieke beperking op de toelating van buitenlandse studenten aan universiteiten betreft het eerste jaar van de eerste studiefase van de studies medicijnen en tandheelkunde (PCEM) aan de universiteiten in en rond Parijs. Het maximaal toe te laten aantal buitenlandse studenten is daar vastgesteld op 5% van het aantal Franse studenten. B — In de scholen en instituten, die niet tot de universiteit behoren en waarvoor een openbaar lichaam verantwoordelijk is, worden buitenlandse studenten toegelaten overeenkomstig een quote die van school tot school verschillend is en elk jaar door de minister wordt vastgelegd.
Toelatingsexamens Voor de toelating tot de universiteiten hoeft geen examen te worden gedaan. Toch moeten de kandidaten kunnen bewijzen dat zij voor de te volgen opleiding de Franse taal voldoende beheersen (zie Kennis van de onderwijstaal). In de scholen of instituten, die niet tot de universiteiten behoren, in de Écoles normales supérieures en de ENSI worden toelatingsprocedures overeenkomstig de voor de betreffende scholen geldige regels georganiseerd.
Frankrijk
Aanvraag en inschrijving Hoe de procedure van inschrijving aan de universiteit ook is (aanvraag tot toelating van te voren of inschrijving voor de tweede of derde studiefase), de buitenlandse student moet zich net als alle Franse studenten voor de definitieve inschrijving bij de universiteit (Service de scolarité) vervoegen. De inschrijving is geldig voor een jaar: men kan zich niet voor een trimester of semester inschrijven, zij het met speciale toestemming. De tijdstippen voor de inschrijving zijn reglementair de 31ste juli voor de eerste inschrijving en de 15de oktober voor alle andere. Men moet niettemin bij de betreffende universiteit informeren omdat de inschrijvingsperiode vervroegd kan worden. De voorlopige aanvraag tot toelating (demande d'admission préalable) Voor de eerste aanvraag tot toelating in de eerste studiefase (vrijstellingen zie beneden) moet de kandidaat tussen 1 december en 15 januari een formulier invullen en dat op 1 februari inleveren. Deze datum is bindend. Het formulier is bij de culturele afdelingen van de Franse ambassades in het buitenland en in Frankrijk bij de dichtst in de buurt gevestigde universiteit te krijgen: de kandidaat moet vervolgens een verblijfsvergunning voor de duur van een jaar of diegene van de ouders, als die tenminste drie jaar geldig is. overleggen. Om zich aan een universiteit van de académies van Parijs. Versailles of Créteil in te schrijven, moeten de studenten: - hun baccalauréat aan een van deze academies hebben gehaald
1
143
- bewijzen dat of hun ouders, hun voogd of hun huwelijkspartner daar hun wettelijke woonplaats hebben - of daar hun beroep uitoefenen. Van deze verplichting zijn vrijgesteld: - de bezitters van het Franse middelbare-schooldiploma, van het Franse middelbare-schooldiploma met internationale optie, van het Frans-Duitse middelbare-schooldiploma, van het Europese middelbaar einddiploma, alsmede diegenen die een Frans bewijs van begaafdheid hebben dat op basis van een nationale regering vrijstelt van het middelbaar examen; - Studenten die in het kader van een experimenteel regeringsprogramma of in het kader van een verdrag tussen universiteiten naar Frankrijk komen; - Studenten die een beurs hebben gekregen van de Franse regering, internationale organisaties of buitenlandse regeringen, waarvan de beurzen door een erkende Franse instelling beheerd worden (CNOUS. of CIES); - Statenlozen, vluchtelingen of personen die een verzoek tot asiel hebben ingediend en op antwoord wachten. Desalniettemin moeten deze studenten zich bij de universiteit van hun keuze over de inschrijvingsvoorwaarden informeren. De definitieve inschrijving a) De administratieve inschrijving Waarvoor de volgende documenten noodzakelijk zijn: - het bewijs van het studieniveau (de originele diploma's en de door een afdeling van het consulaat geautoriseerde vertaling); - het bewijs van de beheersing van de Franse taal; de student moet een test Frans doen;
144
I
- een bewijs van de burgerlijke stand. Andere documenten worden door de universiteit gevraagd.
Studentenhandboek
Kennis van de onderwijstaal
b) De pedagogische inschrijving vindt plaats aan het begin van het studiejaar. Zij betreft de keuze van bijvakken, de toewijzing tot seminaria en werkgroepen. Inschrijvings- en collegegeld Bij het inleveren van de bescheiden moet ook het inschrijvings- en collegegeld worden betaald. Bij deze bedragen, die in het jaar 1984/85 FF 250 waren, komen nog verschillende kosten (medische verzorging, sociale verzekering, vrijwillige bijdrage aan de sociale-hulpverlening. eventueel sportvereniging enz...). Bij de inschrijving moet dus op een totaalbedrag van FF 500 tot 800 worden gerekend, al naar gelang de gekozen extra vakken. Na alle betalingen krijgt de student een studentenkaart, waarmee hij naar de pedagogische inschrijving kan gaan.
Opdat de kandidaat tot de eerste studiefase kan worden toegelaten, moet hij speciale taaltesten doen, die zijn gebaseerd op de combinaties van vakken. Alle bezitters van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (baccalauréat), waarvan de examens voor het grootste deel in de Franse taal zijn afgelegd, zijn van deze testen vrijgesteld. Het vereiste niveau van taalkennis is dat van de DALF (Diplôme approfondi de langue française). Om toegelaten te worden tot de tweede en derde studiefase wordt de kandidaat onderworpen aan een door de universiteit zelf opgesteld examen. De Franse culturele diensten in het buitenland kunnen de kandidaten op de hoogte stellen van alle mogelijkheden om het Frans ter plekke te leren of te perfectioneren. Bovendien kunnen ze daar twee brochures krijgen, die jaarlijks door het ministerie van Buitenlandse Zaken worden uitgegeven en een opsomming bevatten van alle cursussen Frans, die gedurende het studiejaar en in de zomer worden georganiseerd voor buitenlandse studenten in Frankrijk.
Frankrijk
I
145
Toelagen en beurzen
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Afgezien van uitzonderingsgevallen (bijvoorbeeld beurzen van een internationale organisatie of een particuliere stichting) worden alle beurzen van de Franse regering voor buitenlandse studenten vergeven door de culturele afdeling van de Franse ambassade in het land van herkomst van de kandidaat. In Frankrijk zelf worden geen beurzen verstrekt. Wil men dus aanspraak maken op een beurs, dan moet men minstens 18 maanden van tevoren inlichtingen inwinnen bij de culturele afdeling van de Franse ambassade. Beursstudenten van de Franse regering hoeven geen inschrijvings- en collegegeld te betalen. Voor een beursstudent is het noodzakelijk zich aan de aanwijzingen van de ambassade te houden. In de toekomst kunnen alle buitenlandse studenten, waarvan de ouders (en de overige hun ten laste komende kinderen) sinds twee jaar in Frankrijk wonen, in het bezit van een beurs van het Ministerie van onderwijs komen.
Burgers uit de EG-Lid-Staten kunnen Frankrijk binnenkomen en er met een gewoon identiteitsbewijs drie maanden blijven. Daarna moeten buitenlandse studenten bij de autoriteiten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (in Parijs bij de préfecture de police, in de departementen bij de préfecture of het commissariat de policé) een tijdelijke verblijfsvergunning aanvragen. Bovendien moeten de studenten kunnen bewijzen dat zij over geldmiddelen beschikken die minstens gelijk zijn aan de hoogte van de beurzen van de Franse regering (aan het begin van het jaar 1983 was dit bedrag iets meer dan FF 2 050 maandelijks).
146
I
Sociale voorzieningen
Sociale verzekering en ziekteverzekering Studenten uit EG-Lid-Staten zijn automatisch bij de sociale verzekering als zij aan een erkende onderwijsinstelling (daartoe behoren praktisch alle instellingen voor hoger onderwijs) zijn ingeschreven en jonger dan 26 jaar zijn. Studenten van boven de 26 moeten zich onvoorwaardelijk in hun land van herkomst vrijwillig verzekeren of bij aankomst in Frankrijk vrijwillig in een sociale verzekering gaan. waarbij de premie overeenkomstig de financiële situatie wordt vastgesteld. Het afsluiten van de sociale en ziekteverzekering gaat gepaard met de administratieve inschrijving aan de universiteit en geeft recht op vergoeding van ongeveer 70% van de dokters-, medicijnen- en ziekenhuiskosten. De verplichte bijdrage voor niet-beursstudenten bedraagt voor het studiejaar 1984/85 FF 340. Het wordt dringend aangeraden om lid te worden van een nationaal of regionaal hulpfonds, dat in staat is om de sociale verzekering van de studenten te beheren. (Ter oriëntering geldt dat men het eenmalige bedrag, dat door de Mutuelle nationale des étudiants de France is vastgesteld, schat op FF 365). Dit lidmaatschap verschaft de mogelijkheid van extra terugbetaling van diensten en biedt boven-
Studentenhandboek
dien een wa-verzekering (voor schaden aan derden) en aan invaliditeits- en levensverzekering. De modaliteiten voor het lidmaatschap van een hulpsfonds worden op hetzelfde tijdstip als die voor het lidmaatschap van een sociale verzekering meegedeeld. Studie- en beroepsadvies De Franse culturele afdelingen in het buitenland beschikken over de belangrijkste informatie die de student, die zijn studie in het buitenland wil voortzetten, nodig heeft. Men moet zich dus in eerste instantie tot de culturele afdelingen wenden (zie in het Aanhangsel de lijst van Franse ambassades in de EG-landen). Elke instelling van hoger onderwijs beschikt over een Cellule universitaire d'information et d'orientation (CUIO), dat inlichtingen over de organisatie van het onderwijs en de beroepsuitzichten geeft (zie in Aanhangsel de adressen van de universiteiten) alsmede over een Service universitaire pour étudiants étrangers (SUEE). In het Ministerie van Onderwijs is een Bureau d'information et d'orientation, dat behoort bij het hoger onderwijs (BIO; 61-65, rue Dutot, 75015 Parijs - Tel. (1) 539 25 75. lijnen 32-70 en 37-47).
Werkmogelijkheden Studenten uit EG-landen hebben in principe evenveel recht op tijdelijk werk als Franse studenten, vooropgesteld dat ze een geldige verblijfsvergun-
Frankrijk
I
147
ning hebben. Tengevolge van de huidige economische omstandigheden is dergelijk werk echter moeilijk te vinden.
plaatsen en de vraag is groot. Een kamer in een studentenhuis kostte in 1984/85 in Parijs FF 488.
Studentenorganisaties
Studentenfaciliteiten
Er zijn in Frankrijk talloze studentenorganisaties: bovendien zijn het op universiteiten niet dezelfde als op hogescholen. Het is van belang dat de buitenlandse student zich eerst vertrouwd maakt met de namen/afkortingen en de politieke richting van deze organisaties voordat hij zich al dan niet aansluit.
Voor al hun materiële en sociale problemen kunnen studenten zich wenden tot de Centres régionaux des œuvres universitaires et scolaires (CROUS). Deze hebben de taak de studenten op te vangen en hen in te lichten over het universitaire leven en de materiële kanten daarvan : werk, huisvesting, budget, vrije tijd en sociale wetgeving. De studenten kunnen zich in Parijs direct tot het Centre national des œuvres universitaires (CNOUS) wenden.
Kosten van levensonderhoud Het is erg moeilijk het minimaal vereiste bedrag voor levensonderhoud voor studenten vast te stellen. Het Centre national des œuvres universitaires et scolaires (CNOUS) schatte dat een student die gebruik maakt van alle universitaire faciliteiten in januari 1983 in Parijs tussen de FF 2 500 en 3 500 per maand nodig had. in de provincie wat minder. De ervaring leert dat buitenlandse studenten, hoewel zij beschikken over dezelfde indirecte faciliteiten als hun Franse collega's, een bedrag nodig hebben dat iets boven het gemiddelde ligt.
Huisvesting Buitenlandse studenten moeten zelf voor huisvesting zorgen. In Parijs kost een kamer tussen FF 1 500 en 2000 per maand. Met behulp van een kaart van de Œuvres universitaires kan men eventueel een kamer in een studentenhuis krijgen. Er zijn echter maar weinig
Faciliteiten voor gehandicapte studenten - Transport: de staat neemt de reiskosten van lichamelijk gehandicapte studenten, die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, voor zijn rekening. Geïnteresseerden moeten zich tot het rectoraat van hun academie wenden. - Beurzen : voor het vaststellen van beurzen krijgen lichamelijk gehandicapte studenten extra punten in de rekentabel. - Lichamelijk gehandicapte studenten kunnen profiteren van het solidariteitsfonds van de instelling voor hoger onderwijs, dat steeds door het verantwoordelijke CROUS beheerd wordt; eveneens op de hulp van de sociale dienst van het consultatiebureau dat in elke universiteitsstad bestaat.
148
I
Pedagogische uitrusting: bepaalde universiteiten beschikken over speciaal aangepaste uitrustingen voor lichamelijk gehandicapte studenten. Men kan bij de Service de scolarité en de Cellule d'information (Informatiedienst) van de onderwijsinstelling informatie inwinnen. Examens : Reglementair zijn speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot examens en andere vormen van mededinging getroffen.
Studentenhandboek
Informatiebronnen
De culturele diensten van de Franse ambassades in het buitenland beschikken over de kaartsystemen van het Office national d'information sur les enseignements et les professions (ONISEP), alsook over brochures van het Bureau d'information et d'orientation van het Ministerie van onderwijs. Zij kunnen dus alle inlichtingen geven over de openbare instellingen van hoger onderwijs in Frankrijk. Studenten kunnen ook schriftelijk inlichtingen inwinnen bij het Centre national des œuvres universitaires et scolaires (CNOUS).
I
Frankrijk
149
Maatregelen van instellingen voor hoger onderwijs ten gunste van gehandicapte stu denten xxx χ x x — Moyens et actions pédagogiques
Établissement {par académie)
Accueil
Accessibilité des locaux
AixMarseille I
xxx
χ
χ
AixMarseille II
xxx
χ
χ
AixMarseille III
χ
χ
χ
χ
Avignon
χ
χ
X X X
La Réunion
χ
Amiens
X X X
χ
Compiègne
χ
χ
χ
Besançon
X X X
χ
Bordeaux I
X X X
X X X
Bordeaux II
X X X
X X X
Bordeaux III
XXX
X X X
Pau
χ
χ
Caen
χ
ClermontFerrand I
χ
ClermontFerrand II
χ
Coise
XXX
Dijon
X X X
X X X
xxx
χ
χ
χ
χ
χ
xxx
χ
χ
χ
χ χ
Grenoble III
XXX
χ
xxx
Accès facile en lettres cassettes et polycopies
χ
xxx
Correspondants en lettres et en scien ces
χ χ
Système télématique de formation IRIS Transport et logement bien pris en charge
x x x
Cassettes et polycopies
Pédagogie au cas par cas
—
χ
Accès difficile
χ
Accès difficile
χ
χ χ χ
Accueil et information très bien orga nisés
χ
Polycopies et cassettes Accueil par les assistantes sociales
Grenoble I
Chambéry
Remarques
xxx
χ
Grenoble II INP Grenoble
Réalisations: Satisfaisantes Partielles ou/et en cours En projet Aucune
Accueil/Accès variables selon les écoles de ΓΙΝΡ
I
150
Studentenhandboek Moyens et actions pédagogiques
Établissement (par académie)
Accueil
Lille I
χ χ
χ
χ χ
Pédagogie au cas par cas
Lille II
x x x
x x x
x x x
Accueil CUIO +médecine préventive
Accessibilité des locaux
Lille III
x x x
x x x
χ
χ
Valenciennes
x x x
x x x
χ
χ
Limoges
xxx
xxx
Lyon I
χ
χ
x x x
χ
χ
Lyon II
χ
χ
x x x
χ
χ
Lyon III
χ
Aménagements récents
χ X
x x x
École centrale de Lyon
2 places réservées aux handicapes au concours d'entrée
INSA Lyon
X X X
x x x
SaintÉtienne
X X X
x x x
ENI SaintÉtienne
χ
x x x
Montpellier I
X X X
x x x
χ
χ
Montpellier II
χ
X X
χ
χ
χ
Montpellier III
Accueil bien organisé
X X X X X X
x x x
X X X
χ X
X X X
x x x
X X X
X X
X X X
Perpignan Nancy I
Remarques
χ
Nancy II χ
χ
χ
χ
Université très «sensibilisée»+ nom breux projets
χ
INP Lorraine
Accès facile en lettres polycopiés, cassettes Locaux très dispersés
Metz
X X X
x x x
χ
Nantes
χ
X X
X X X
χ
χ
Angers
χ
χ
χ
χ
Le Mans
χ
χ
χ
χ
Service de cassettes à la bibliothèque universitaire Stages d'informatique pour étudiants handicapés (formation continue)
Nice
χ
χ
x x x
Toulon
X X X
x x x
X X X
Université sur campus
Orléans
X X X
X X
X X X
Travaux en cours (rampe d'accès)
Tours
χ
X
χ
χ
I
Frankrijk Accessibilité des locaux
Moyens et actions pédagogiques
151
Établissement (par académie)
Accueil
Pans I
x x
χ X
x x
Sauf l'entrée principale, accès plutôt facile TD par correspondance
Remarques
Paris II
X X X
X X X
X X X
Paris III
x x
X x
χ X
Paris IV
x
Paris V
X X
x
Paris VI
X X
x x
X X X
Paris VII
X X
x x
X X X
Paris VIII
X X X
X X X
X X X
Libre service de cassettes
Paris IX
X X
X X X
x x
Locaux particulièrement accessibles
Paris X
X X X
X X X
x x
Plusieurs recherches cours (psycho logie)
Paris XI
X X
X X X
Paris XII
X X
X X
x x
Accès compliqué à Créteil. Plan incli né à St.Maur
Paris XIII
X X
X X
IEP Paris
X X
X X
Accès de la Sorbonne difficile
École centrale de Paris ENSAM
X X
EHESS
Locaux très dispersés
X X X X
2 places réservées aux handicapés au concours d'entrée
X X X X X
Poitiers
X X X
X X X
X X
Accueil bien organisé Locaux récemment aménagés
Reims
X X X
X X
X X
Accueil bien organisé Lettres, droit, sciences, assez acces sibles
Rennes I
X X
X X X
Rennes II
X X X
X X X
X X X
Rampe d'accès Horaires groupés pour examen
INSA Rennes
X X
Brest
X X X
X X
Rouen
X X X
X
Strasbourg I
X X
X X
X X
Strasbourg II
X
X X
X
Pédagogie au cas par cas
Strasbourg III
X
X X X
X X
Accessibilité excellente (surtout droit)
X X
Divers bâtiments neufs et anciens
I
152
Studentenhandboek
Établissement (par académie)
Accueil
Accessibilité des locaux
Moyens et actions pédagogiques
Toulouse I
xxx
χ χ
xxx
Polycopiés en braille Bibliothèque sonore (d roit)
Toulouse II
χ X
χ χ
χ χ
Polycopiés en braille d ans quelques UER
Toulouse III
xxx
χ χ
X X X
Guide d e l'étud iant très explicite
INP Toulouse
χ X
χ
Accueil variable selon les écoles
INSA Toulouse
xxx
-
-
Remarques
Pour toutes informations complémentaires, consultez la cellule universitaire d'information et d'orientation d e chaque université (demandez le dépliant spécifique).
I
Frankrijk
Aanhangsel
1. Adressen Franse ambassades in de EGlanden België Rue Ducale 65 B1000 Bruxelles Denemarken Kongens Nytorv 4 DK1050 København Bondsrepubliek Duitsland Kapellenweg IA D5300 Bonn 2 Griekenland 7. avenue de la Reine Sophie Athens Ierland 36 Ailesbury Road Dublin 4 Italië Piazza Farnese 67 100186 Roma Luxemburg 2. rue Bertholet L1233 Luxembourg Nederland Smidsplein 1 B P 683 Den Haag Verenigd Koninkrijk Knightsbridge 58 London SW1
Organisaties Ministerie van onderwijs — Di rectie hoger onderwijs Bureau d'information et d'orien tation (BIO) 6165, rue Dutot F75732 Paris Cedex 15 ■8 539 2575 Centre national des œuvres uni versitaires et scolaires (CNOUS) 69. quai d'Orsay F75007 Paris B 705 3110 Accueil des étudiants étrangers 68. rue JeanCalvin F75005 Paris ■8 707 6170 (stuurt op aanvraag algemene in formaties en de lijst van de Cen tres Régionaux des Œuvres Uni versitaires) Office national d'information sur les enseignements et les profes sions (ONISEP) 168, boulevard du Montparnasse F75014 Paris B 335 1598 Verkoop op schriftelijke aan vraag : ONISEP Diffusion F75225 Paris Cedex 05 Centre d'information et de docu mentation jeunesse (CIDJ) 101, quai Brank F75015 Paris ■8 566 4020 Centre de documentation et d'in formation rurale (DCIR) (voor vakantiewerk in de zomer) 92. rue du DessousdesBcrges F75013 Paris ■8 583 0492 Die Cellules universitaires d'In formation et d'Orientation aan de universiteit
153 Centre national d'enseignement par correspondance (CNEC) 60, boulevard du Lycée F92171 Vanves Cedex 3941, boulevard Gambetta F38000 Grenoble 34, rue Jean Bart F59046 Lille Cedex 100 bis, rue Hénon F69316 Lyon Cedex 1 2, rue du Docteur Fleury F76130 Rouen MontSaint Aignan 109, rue Vauquelin F31300 Toulouse
Universiteiten (zie: Overzicht van studiemogelijkheden, blz. 162) Andere instellingen van hoger onderwijs Écoles d'ingénieurs habilitées à délivrer le titre d'ingénieur (pré sentées selon leur tutelle admini strative) Écoles centrales École centrale des arts et manu factures Grande Voie des Vignes F92290 ChatenayMalabry École centrale de Lyon Boîte postale 163 36, route de Dardilly F69130 Écully Écoles du groupe ENSAM (École nationale supérieure des arts et métiers) ENSAM de Paris 151, boulevard de l'hôpital F75640 Paris Cedex 13 et ses 6 centres régionaux d'Aix enProvence, Angers, Talence, ChâlonssurMarne, Cluny, Lille ENS des arts et industries de Strasbourg 24, boulevard de la Victoire F67084 Strasbourg Cedex ENS céramique industrielle de Limoges 47, rue AlbertThomas F87065 Limoges
154
I
Studentenhandbock
ENS de l'électronique et de ses applications Impasse des Chênes-Pourpres F-95000 Cergy
Institut supérieur des matériaux et de la construction mécanique 3, rue Fernand-Hainaut F-93407 Saint-Ouen
ENS de chimie de Clermont-Ferrand 71, boulevard Côte-Blatin F-63000 Clermont-Ferrand
ENS des arts et industries textiles 2, place des Martyrs de la Résistance F-59070 Roubaix Cedex 01
Centre d'études supérieures des techniques industrielles de SaintOuen 3, rue Fernand-Hainaut F-93407 Saint-Ouen
ENS de biologie appliquée à la nutrition et à l'alimentation Campus universitaire Montmuzard F-21000 Dijon
INSA (Instituts nationaux des sciences appliquées) INSA de Lyon 20, rue Albert-Einstein F-69621 Villeurbanne Cedex INSA de Rennes 20, avenue des Buttes-de-Coësmes F-35031 Rennes INSA de Toulouse Avenue de Rangueil F-31077 Toulouse Écoles nationales d'ingénieurs (ENI) ENI de Belfort 8, rue Anatole-France F-90016 Belfort Cedex ENI de Brest Avenue le Gorgeu F-29283 Brest Cedex ENI de Metz Ile de Saulcy F-57000 Metz ENI de Saint-Étienne 56, rue Jean-Parot F-42023 Saint-Étienne Cedex ENI de Tarbes Boîte postale 311 Chemin d'Azcreix F-65013 Tarbes Cedex Autres écoles Institut industriel du nord de la France (IDN) Domaine universitaire scientifique de Lille F-59650 Villeneuve-d'Ascq Institut national supérieur de chimie industrielle de Rouen Boîte postale 8 Place Émile-Blondel F· 76130 Mont-Saint-Aignan
Conservatoire national des arts et métiers (CNAM) CNAM 292, rue Saint-Martin F-75141 Paris Cedex 03 École supérieure des géomètres 292, rue Saint-Martin F-75141 Paris Cedex 03 Institut français du froid industriel 292, rue Saint-Martin F-75141 Paris Cedex 03 Institut d'informatique d'entreprise 292, rue Saint-Martin F-75141 Paris Cedex 03 Écoles d'ingénieurs fonctionnant au sein des universités Écoles nationales supérieures d'ingénieurs (ENSI) ENS de mécanique et des microtechniques Route de Gray La Bouloie F-25030 Besançon Institut de chimie de Besançon 32, rue Mégevand F-25030 Besançon ENS de chimie et de physique de Bordeaux 351, cours de la Libération F-33405 Talence ENS d'électronique et de radioélectricité de Bordeaux 351, cours de la Libération F-33405 Talence Institut des sciences de la matière et du rayonnement 5, avenue d'Edimbourg F-14032 Caen
ENS d'électrochimie et d'électrométallurgie Domaine universitaire F-38401 Saint-Martin-d'Hères (INP) ENS d'électronique et de radioélectricité de Grenoble 23, rue des Martyrs F-38031 Grenoble (INP) ENS d'ingénieurs électriciens de Grenoble (INP) Boîte postale 46 Domaine universitaire F-38402 Saint-Martin-d'Hères ENS d'hydraulique de Grenoble Boîte postale 53 Domaine universitaire F-38400 Saint-Martin-d'Hères (INP) Centre de tri F-38041 Grenoble Cedex ENS d'informatique et de mathématiques appliquées de Grenoble Domaine universitaire F-38400 Saint-Martin-d'Hères (INP) ENS de chimie de Lille Boîte postale 10 Centre universitaire scientifique F-59650 Villeneuve-d'Ascq ENS de physique de Marseille Domaine universitaire Saint-Jérôme Rue Henri-Poincaré F-13397 Marseille Cedex ENS de chimie de Montpellier 8, rue de l'École normale F-34075 Montpellier Cedex ENS de chimie de Mulhouse 3, rue Alfred-Werner F-68093 Mulhouse Cedex ENS des industries textiles de Mulhouse 11, rue Alfred-Wemer F-68013 Mulhouse Cedex
Frankrijk
I
155
ENS d'agronomie et des industries alimentaires de Nancy 38. rue Sainte-Catherine F-54000 Nancy (INP)
ENS d'ingénieurs de mécanique et d'énergétique Le Mont Houy F-59326 Valenciennes Cedex
École universitaire d'ingénieurs de l'université de Lille I Boîte postale 36 F-59650 Villeneuve-d'Ascq
ENS d'électricité et de mécanique de Nancy Boîte postale 850 2, rue de la Citadelle F-54011 Nancy Cedex (INP)
UER à dérogation (autres qu'ENSI)
École supérieure de l'énergie et des matériaux de l'université d'Orléans Château de la Source F-45046 Orléans Cedex
ENS de géologie appliquée et de prospection minière de Nancy Boîte postale 452 94. avenue de Lattre de Tassigny F-54001 Nancy Cedex (INP) ENS des industries chimiques 1, rue de Granville F-54000 Nancy (INP) ENS de la métallurgie et de l'industrie des mines de Nancy Parc de Saurupt F-54042 Nancy Cedex (INP) ENS de mécanique de Nantes I. rue de la Noë F-44072 Nantes Cedex ENS de chimie de Paris II, rue Pierre-et-Marie-Curie F-75231 Paris Cedex 05 ENS de mécanique et d'aérotechnique Rue Guillaume-VIl F-86000 Poitiers ENS de chimie de Rennes Avenue du Général-Leclerc F-35000 Beaulieu ENS de chimie de Strasbourg Boîte postale 296 R8 1, rue Biaise Pascal F-67000 Strasbourg Cedex ENS de physique de Strasbourg 7, rue de l'Université F-67000 Strasbourg ENS agronomique de Toulouse 145, avenue Muret F-31000 Toulouse (INP) ENS de chimie de Toulouse 118, route de Narbonne F-31077 Toulouse Cedex (INP) ENS d'électrotechnique, d'électronique, d'informatique et d'hydraulique de Toulouse 2. rue Charles-Camichel F-31071 Toulouse Cedex
Institut de pétroléochimie et de synthèse organique industrielle Domaine universitaire Saint-Jérôme Rue Henri-Poincaré F-13397 Marseille Institut des sciences de l'ingénieur de NancyParc Robert-Bentz F-54000 Vandœuvre École d'application des hauts polymères de l'université de Strasbourg I 4. rue Boussingault F-67000 Strasbourg Institut de physique du globe de l'université de Strasbourg I 5. rue René-Descartes F-67084 Strasbourg Institut du génie chimique Chemin de la Loge F-31078 Toulouse
Département sciences et technologie de l'université Paris VI 4, place Jussieu F-75230 Paris Cedex 05 Université Paris XI Rue Georges-Clemenceau F-91405 Orsay Cedex Université Grenoble 1 Domaine universitaire Saint-Martin-d'Hères F-36041 Grenoble Cedex Université de Poitiers 15, rue de Blossac F-86034 Poitiers Cedex École à double tutelle Education nationale/Recherche et technologie Institut national des sciences et techniques nucléaires F-91190 Gif-sur-Yvette
Écoles universitaires d'ingénieurs Université de technologie de Compiègne Centre Benjamin-Franklin Boîte postale 233 Rue Rogcr-Couttolenc F-60206 Compiègne Cedex Institut des sciences de l'ingénieur de l'université de Montpellier II Place Eugène-Bataillon F-34060 Montpellier Cedex Centre universitaire des sciences et techniques de l'université de Clermont-Ferrand II Boîte postale 48 Rue des Meuniers F-63170 Aubière Université de Paris-Nord (Paris XIII) Avenue Jean-Baptiste-Clément F-93430 Villetaneusc
Etablissements privés École supérieure d'électronique de l'Ouest Boîte postale 2486 4, rue Merlet de la Boulaye F-49024 Angers Cedex École supérieure de fonderie 280, avenue Aristide-Briand F-92220 Bagneux Institut textile de France de Boulogne 35, rue des Abondances F-92100 Boulogne-sur-Seine École supérieure des industries textiles d'Épinal 85, rue d'Alsace F-88000 Épinal Centre d'études supérieures industrielles (CESI) Plateau du Moulon F-91190 Gif-sur-Yvette
156 Ecole supérieure d'électricité (Supelec) Plateau du Moulon F-91190 Gif-sur-Yvette École française de papeterie de Grenoble Domaine universitaire de SaintMartin-d'Hères Boîte postale 3 F-38400 Saint-Martin-d'Hères École des hautes études industrielles 13, rue de Toul F-59046 Lille Cedex Institut supérieur d'électronique du Nord 3, rue François-Baes F-59046 Lille Cedex École supérieure du cuir et des peintures, encres et adhésifs 181-203, avenue Jean-Jaurès F-69353 Lyon Cedex 2 École catholique d'arts et métiers 40. montée Saint-Barthélémy F-69321 Lyon Cedex 1 Institut de chimie et de physique industrielle de Lyon 31, place Bellecour F-69228 Lyon Cedex 1 École supérieure de chimie industrielle de Lyon 43, boulevard du 11 Novembre 1918 F-69100 Villeurbanne École supérieure de chimie de la chambre de commerce de Marseille Centre Saint-Jérôme Rue Henri-Poincaré F-13397 Marseille Cedex 4 Institut supérieur du béton armé 110, boulevard de la Libération F-13004 Marseille École supérieure des industries du caoutchouc 12, rue Carvès F-92120 Montrouge École spéciale des travaux aéronautiques Campus universitaire — Bâtiment 502 bis F-91405 Orsay
I École supérieure d'optique Centre universitaire d'Orsay Bâtiment 503 Boîte postale 43 F-91406 Orsay Cedex École d'électricité et de mécanique industrielle (École Violet) 115, avenue Emile-Zola F-75739 Paris Cedex 15 École française de meunerie 16, rue Nicolas-Fortin F-75013 Paris École française de radioélectricité et d'électronique 10, rue Amyot F-75005 Paris École spéciale de mécanique et d'électricité 4, rue Blaise-Sesgoffe F-75006 Paris École spéciale des TP, du bâtiment et de l'industrie 57, boulevard Saint-Germain F-75240 Paris Cedex 05 École supérieure d'application des corps gras Rue Monge Parc industriel de Pessac F-38600 Pessac École supérieure d'ingénieurs de Marseille 110, boulevard de la Libération F-13004 Marseille École supérieure du bois 6, avenue de Saint-Mandé F-75012 Paris École supérieure de chimie organique et minérale 2, rue Cassette F-75006 Paris École supérieure des industries du vêtement 73, boulevard Saint-Marcel F-75013 Paris École supérieure d'ingénieurs en électrotechnique de la chambre de commerce de Paris 81, rue Falguière F-75015 Paris École supérieure de soudure autogène 32, boulevard de la Chapelle F-75880 Paris Cedex 18
Studentenhandboek Institut catholique d'arts et métiers 6, rue Auber F-59046 Lille Cedex Institut supérieur d'électronique de Paris 21, rue d'Assas F-75270 Paris Cedex 06 Institut technique roubaisien 37, rue du Collège F-59100 Roubaix École d'électricité industrielle de Paris (École Charliat) 58, rue Méridienne F-76100 Rouen École polytechnique féminine 3 bis, rue Lakanal F-92230 Sceaux Ministère de l'agriculture Écoles publiques ENSA (Écoles nationales supérieures agronomiques) Institut national agronomique de Paris-Grignon 16, rue Claude-Bernard F-75005 Paris ENSA de Montpellier 9, place Viala F-34000 Montpellier Cedex ENSA de Rennes 65, rue de Saint-Brieuc F-35042 Rennes Cedex ENITA (École nationales des ingénieurs des travaux agricoles) ENITA de Bordeaux 1, cours du Général-de-Gaulle F-33170 Gradignan ENITA de Dijon-Quétigny F-21800 Quétigny ENITA d'Angers (option horticulture) Rue Le Nôtre F-49000 Angers École nationale d'ingénieurs des techniques des industries agricoles et alimentaires Chemin de la Garaudière F-44072 Nantes Cedex
Frankrijk École nationale des ingénieurs des travaux des eaux et forêts Domaine des Barres F-45290 Nogent-sur-Vernisson École nationale des ingénieurs des travaux ruraux de Strasbourg Boîte postale 1039 1. quai Hoch F-67070 Strasbourg Cedex Ecoles d'application ENS des sciences agronomiques appliquées de Dijon Boîte postale 588 26. boulevard du DocteurPetiljean F-21016 Dijon Cedex École supérieure d'agronomie tropicale Boîte postale 1239 3191, route de Mende F-34060 Montpellier École nationale du génie rural des eaux et forêts 19, avenue du Maine F-75732 Paris Cedex 15 ENS d'horticulture de Versailles 4, rue Hardy F-78000 Versailles Divers Institut national de promotion supérieure agricole Rue des Champs-Prévois F-21000 Dijon Institut d'études supérieures d'industrie et d'économie laitière 16, rue Claude-Bernard F-75231 Paris Cedex 05 École nationale supérieure féminine d'agronomie de Rennes 65. rue de Saint-Brieuc F-35042 Rennes Cedex École supérieure des industries agricoles et alimentaires 1. avenue des Olympiades F-91305 Massv
I Etablissements privés École supérieure d'agriculture d'Angers 24, rue Auguste-Fonteneau F-49000 Angers Institut agricole de Beauvais Boîte postale 313 F-60026 Beauvais Cedex École supérieure d'ingénieurs et de techniciens pour l'agriculture Boîte postale 1 Rue Grande F-27100 Le Vaudreuil Institut supérieur d'agriculture de Lille 13, rue de Toul F-59046 Lille Cedex Institut supérieur d'agriculture Rhône-Alpes 31, place Bellecour F-69002 Lyon École supérieure d'agriculture de Purpan-Toulouse 271, avenue de Grande-Bretagne F-31076 Toulouse Cedex Ministère de la Défense Écoles publiques École nationale supérieure d'ingénieurs des études et techniques de l'armement: 2 centres: Centre d'Arcucil 24, avenue Prieur-de-la-Côted'Or F-94110 Arcueil Centre de Brest F-29200 Brest Naval École spéciale militaire de SaintCyr F-56210 Coëtquidan École navale F-29160 Lanveoc-Poulmic École technique supérieure des travaux immobiliers et maritimes Boîte postale 2 Rue Maurice-Audin F-69120 Vaulx-en-Velin École polytechnique Route de Saclay F-91128 Palaiseau Cedex
157 Cours supérieur d'armement École militaire 1, place Joffre F-75007 Paris Cours supérieur d'engins missiles École militaire 1, place Joffre F-75007 Paris École nationale supérieure de techniques avancées 32, boulevard Victor F-75015 Paris École supérieure de l'électronique de l'armée de terre Quartier Leschi F-35998 Rennes École de l'air F-13661 Salon-de-Provence École nationale supérieure de l'aéronautique et de l'espace Boîte postale 4032 10, avenue Édouard-Belin F-31055 Toulouse Cedex École nationale supérieure d'ingénieurs de constructions aéronautiques 49, avenue Léon-Blum F-31056 Toulouse Cedex École supérieure du génie militaire 3, rue de l'Indépendance américaine F-78000 Versailles Ministère de l'environnement Écoles publiques École nationale des travaux publics de l'État Boîte postale 2 Rue Maurice-Audin F-69120 Vaulx-en-Velin École nationale des ponts et chaussées 28, rue des Saint-Pères F-75007 Paris École nationale des ponts et chaussées Établissement décentralisé (annexe rue des Saint-Pères) Clos Guiot, chemin des Camus F-13540 Puyricard
158 École nationale des sciences géographiques 2, avenue Pasteur F-94160 Saint-Mande Ministère de ta recherche et de la technologie Écoles publiques École nationale des techniques industrielles et des mines d'Alès 6, avenue des Clavières F-30107 Aies École nationale des techniques industrielles et des mines de Douai Boîte postale 838 941, rue Charles-Bourseul F-59508 Douai Cedex
I Ministère de l'urbanisme, du logement et des transports Écoles publiques École nationale de la météorologie 2, avenue Rapp F-75340 Paris Cedex 07 École nationale de l'aviation civile Boîte postale 4005 7. avenue Édouard-Belin F-31055 Toulouse Cedex Ministère des affaires sociales et de la solidarité nationale Écoles publiques
École supérieure de métrologie 96, rue de Varenne F-75007 Paris
École nationale de la santé publique Avenue du professeur LéonBernard F-35043 Rennes
École nationale supérieure du pétrole et des moteurs de Rueil Boîte postale 18 4, avenue de Bois-Préau F-95205 Rueil-Malmaison
Ville de Paris École des ingénieurs de la ville de Paris 57, boulevard Saint-Germain F-75006 Paris
École nationale supérieure des mines de Paris 60, boulevard Saint-Michel F-75006 Paris
École supérieure de physique et de chimie industrielle de la ville de Paris 10, rue Vauquelin F-75231 Paris Cedex 05
École nationale supérieure des mines de Saint-Étienne 158, cours Fauriel F-42023 Saint-Étienne Ministère des postes et télécommunications Écoles publiques École nationale supérieure des télécommunications de Bretagne Boîte postale 856 F-29279 Brest Cedex Institut national de télécommunications Ilôt des Épinettcs F-91011 Évry École nationale supérieure des télécommunications 46, rue Barrault F-75013 Paris
Écoles normales supérieures et grandes écoles École normale supérieure d'Ulm 45, rue d'Ulm F-75005 Paris École normale supérieure de Saint-Cloud 2, avenue du Palais F-92211 Saint-Cloud (transférée à Lyon) École normale supérieure de jeunes filles de Jourdan 48, boulevard Jourdan F-75014 Paris École normale supérieure de Fontenay-aux-Roses 5, rue Boucicaut F-92260 Fontenay-aux-Roses École normale supérieure de l'enseignement technique (ENSET) 61, avenue du Président-Wilson F-94000 Cachan
Studentenhandboek Grands établissements Collège de France 11, place Marcelin-Berthelot F-75005 Paris Muséum national d'histoire naturelle 57, rue Cuvier F-75231 Paris Cedex 05 École pratique des hautes études 46, rue Saint-Jacques F-75005 Paris École nationale des chartes 19, rue de la Sorbonne F-75005 Paris École nationale supérieure des bibliothécaires 17-21, bd du 11 Novembre 1918 F-69100 Villeurbanne Conservatoire national des arts et métiers 292, rue Saint-Martin F-75003 Paris École des hautes études en sciences sociales 54, boulevard Raspali F-75006 Paris Observatoire de Paris 61, avenue de l'Observatoire F-75014 Paris Palais de la Découverte Avenue Franklin-Roosevelt F-75008 Paris Institut d'études politiques 27, rue Saint-Guillaume F-75007 Paris Grands établissements à l'étranger École française de Rome 67 Piazza Farnese 1-00186 Rome École française d'Athènes 6, rue Didot Athènes École française d'Extrême-Orient 22, avenue du Président-Wilson F-75116 Paris Casa de Velasquez Cité universitaire Madrid (3)
I
Frankrijk Institut français d'archéologie du Caire 37, rue El-Cheikh-Aly-Youssef Le Caire, Egypte Instituts d'enseignement supérieur privés: Instituts catholiques Institut catholique de Paris 21, rue d'Assas F-75006 Paris Institut catholique de Lille 60, boulevard Vauban F-59000 Lille Institut catholique de Lyon 25, rue du Plat F-59000 Lyon Institut catholique d'Angers Boîte postale 858 Place André-Leroy F-49000 Angers Institut catholique de Toulouse 31, rue de la Fonderie F-31000 Toulouse Formation en sciences vétérinaires Écoles vétérinaires sous tutelle du ministère de l'agriculture École nationale vétérinaire d'Alfort 7, avenue du Général-de-Gaulle F-94704 Maisons-Alfort Cedex École nationale vétérinaire de Lyon Marcy l'Étoile F-69200 Charbonnières École nationale vétérinaire de Toulouse 23, chemin des Capelles F-31076 Toulouse Cedex École nationale vétérinaire de Nantes « La Chartrerie » Route de Gachet F-44300 Nantes Formation en matière d'architecture Établissement privé sous tutelle du ministère de l'éducation nationale École spéciale d'architecture de Paris 254, boulevard Raspali F-75014 Paris
Unités pédagogiques d'architecture (UPA) sous tutelle du ministère de l'urbanisme, du logement et des transports a) Région parisienne UPA n° 1 11, quai Malaquais F-75006 Paris UPA n° 2 58, avenue Salvador-Allende F-92023 Nanterre Cedex UPA n° 3 Petites Écuries du Roy 2, avenue de Paris F-78000 Versailles UPA n° 4 13, quai Malaquais F-75272 Paris Cedex 06 UPA n° 5 58, avenue Salvador-Allende F-92400 Nanterre UPA n° 6 144, rue de Flandre F-75019 Paris UPA n° 7 Grand-Palais des Champs-Elysées Porte L Cours-la-Reine F-75008 Paris UPA n° 8 697, rue du Chevaleret F-75013 Paris UPA n° 9 14, rue Bonaparte F-75272 Paris Cedex 06 b) Province Bordeaux Domaine de Raba Cours de la Libération F-33405 Talence Clermont-Ferrand 2, rue d'Enfert F-63000 Clermont-Ferrand Grenoble 25, rue Lesdiquières F-38000 Grenoble Lille Rue Verte Quartier de l'Hôtel-de-Ville F-59650 Villeneuve-d'Ascq
159 Lyon 27, rue de Villeneuve F-69130 Écully Marseille Route Léon-Lachamp F-13009 Marseille-Luminy Montpellier 179, rue de l'Espéron F-34100 Montpellier Nancy Parc de Rémicourt F-54600 Villiers-les-Nancy Nantes «La Mulotière» Rue Massenet F-44300 Nantes Rennes 34. rue Hoche F-35000 Rennes Rouen Aire Saint-Maclou 186, rue Martainville F-76000 Rouen Saint-Étienne 1, rue Buisson F-42000 Saint-Étienne Strasbourg Palais du Rhin 3, place de la République F-67000 Strasbourg Toulouse Chemin du Mirail F-31300 Toulouse-en-Mirail Établissements d'enseignement supérieur commercial 1. Établissements habilités à délivrer un diplôme revêtu du visa officiel École des hautes études commerciales (HEC) Rue de la Libération F-78350 Jouy-en-Josas École supérieure des sciences économiques et commerciales (ESSEC) Boîte postale 105 F-95001 Cergy École supérieure de commerce de Paris 79, avenue de la République F-75011 Paris
160 École supérieure de commerce de Lyon Boîte postale 174 23, avenue Guy-de-Collongue F-69130 Écully Écoles supérieures de commerce et d'administration des entreprises (ESCAE) 18 ESCAE, à savoir: Amiens 18, place St-Michel F-80038 Amiens Bordeaux Domaine de Raba 680, cours de la Libération F-33405 Talence Cedex Brest Avenue de Provence, BP 24 F-29272 Clermont-Ferrand Cedex Dijon 29, rue Sabin F-21000 Dijon Le Havre Rue Émile-Zola F-76090 Le Havre Cedex Lille Avenue Gaston-Berger F-59045 Lille Cedex Marseille Marseille-Luminy, case 911 F-13288 Marseille Cedex 9 Montpellier 2300, avenue des Moulins BP 6969 F-34030 Montpellier Cedex Nantes 8, route de la Jonelière BP 72 F-44003 Nantes Cedex Nice CERAM Sophia Antipolis BP 20 F-06561 Valbonne Cedex Pau 74, allée de Morlaas F-64000 Pau Poitiers 62, rue Jean-Jaurès BP 5 F-86001 Poitiers
I Reims 59, rue Pierre-Taittinger BP 302 F-51000 Reims Cedex Rouen Boulevard André-Siegfried BP 34 F-76130 Mont-Saint-Aignan Tours 2 rue Jules-Favre F-37000 Tours (autorisée à délivrer un diplôme revêtu du visa officiel à partir de 1985) Toulouse Hôtel Saint-Jean 32, rue de la Dalbade F-31068 Toulouse Cedex Grenoble 6 boulevard Gambetta F-39028 Grenoble Cedex Clermont-Ferrand 4, boulevard Trudaine F-63037 Clermont-Ferrand Cedex
Studentenhandboek Centre de perfectionnement dans l'administration des affaires de Lyon Boîte postale 174 23, avenue Guy-de-Collongue F-69130 Écully Institut de commerce international 5, avenue Pierre-I"-dc-Serbie F-75016 Paris Institut d'économie d'entreprise et de formation sociale pour ingénieurs 41, rue du Port F-59046 Lille Cedex Centre d'études supérieures européennes de management de Reims Boîte postale 302 59, rue Pierre-Taittinger F-51061 Reims Cedex École supérieure des sciences commerciales 1, rue Lakanal F-49045 Angers
Académie commerciale internationale 43, rue de Tocqueville F-75017 Paris
2. Établissements non habilités à délivrer un diplôme revêtu du visa officiel
École supérieure libre des sciences commerciales appliquées 1, rue de Bougainville F-75007 Paris
École des cadres et des affaires économiques 92, avenue de Neuilly F-92000 Neuilly
École des hautes études commerciales du Nord 58, rue du Port F-59046 Lille Cedex
Institut commercial supérieur (École Bégué) 15, place de la République F-75003 Paris
Institut supérieur du commerce (à compter de 1983) 22, boulevard du Fort de Vaux F-75017 Paris
Institut de préparation à l'administration et à la gestion des entreprises 184, boulevard Saint-Germain F-75005 Paris
Institut supérieur de gestion commerciale 21, rue d'Arcole F-42000 Saint-Étienne Institut supérieur des affaires 1, rue de la Libération F-78350 Jouy-en-Josas Centre de perfectionnement dans l'administration des affaires de Paris 108, boulevard Malesherbes F-75017 Paris
Collège des sciences sociales et économiques 184. boulevard Saint-Germain F-75005 Paris Institut supérieur privé des sciences techniques et économie de Paris (ISTEC) 24, rue Hamelin F-75116 Paris
I
Frankrijk École de commerce de la chambre de commerce et d'industrie de la Savoie Route de St-Cassin Jacob Bellecombette F-73000 Chambéry École de commerce et de gestion d'entreprises Place Jules-Ferry F-88100 Saint-Dié École franco-allemande de commerce et d'industrie (EFACI) 105. boulevard Malesherbes F-75017 Paris Institut de formation d'animateurs-conseillers d'entreprise de Paris (IFACE) 108. boulevard Malesherbes F-75017 Paris Centre d'études supérieures de la distribution de Paris 79. avenue de la République F-75011 Paris Centre national d'enseignement par correspondance (CNEC) Tour Paris Lyon 209-211 Rue de Bercy F-75585 Paris Cedex 12 39-41, boulevard Gambetta F-38000 Grenoble 34, rue Jean-Bart F-59046 Lille Cedex 100 bis, rue Hénon F-69316 Lyon Cedex 1 2, rue du Docteur-Fleury F-76130 Rouen Mont-SaintAignan 109, rue Vauquelin F-31300 Toulouse
2. Bibliografie „Je vais en France", CNOUS. Parijs 1984, 183 blz. Algemene informatie over de toegang tot instellingen van hoger onderwijs en de praktische organisatie van het leven in Frankrijk. Deze brochure richt zich op buitenlandse studenten en is in de ambassades verkrijgbaar. Verkoop in de CNOUS, 8, rue Jean Calvin, 75007 Paris. „Cours de français pour étudiants étrangers" (1984/85; zomer 1984). In de Franse ambassades en bij verschillende organisaties voor studenteninformaties verkrijgbaar. Uitgever: Association pour la Diffusion de la Pensée Française, 9. rue Anatole de la Forge, 75017 Paris. Publikaties van het Bureau d'information et d'orientation (BIO) van het Ministerie van onderwijs (directie hoger onderwijs), te verkrijgen bij de culturele afdelingen van de ambassades. „ Les établissements d'enseignement supérieur et leurs formations" comprenant des dépliants par formation et annexe cartographique 1984-85. „Les établissements d'enseignement supérieur" (liste des universités, centres universitaires et écoles) 1984-1985. „Les diplômes de 1er cycle dans les universités" 1984/85 accompagné d'une mise à jour présentant les diplômes mis en place dans le cadre de la réforme. „Formations de 2' cycle dispensées dans les universités françaises" 1984/85 y compris les formations à finalité professionnelle. „La recherche à l'université — Diplômes de 3 e cycle" 1984/85. „ Instituts universitaires de technologie" 1984/85. „Liste des écoles d'ingénieurs établie par la Commission des titres d'ingénieurs" 1984/85.
161 Publikatie van de Service d'Information van hel Ministerie van Onderwijs, in druk, over het hoger onderwijs in Frankrijk, 107, rue de Grenelle - 75007 Paris. Publikaties van de ONISEP. Zij zijn in de ambassades verkrijgbaar en worden verkocht bij de ONISEP (zie de adressen van de organisaties). „ Bac ou pas bac (scientifiques et littéraires), que faire après" 1984, FF 32. „Etudes et débouchés professionnels après - un DEUG Lettres et Arts - un DEUG Sciences humaines 1981. FF 20,50 - un DEUG Droit, sciences économiques, administration économique et sociale 1981, FF 28,50 - les DEUG Scientifiques 1983, FF 27. De ONISEP publiceert verder de „Cahiers" en de Revue „Avenirs". Hierin worden de verschillende beroepen beschreven en de opleidingen die daarbij horen.
I
162
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs (per académie)
8 .g S ΕΞ g H
S .2 -2 §,
S 3 S S3 Académie d'AixMarseille AixMarseille I I, place VictorHugor F13331 Marseille Cedex 03 AixMarseille li Jardin EmileDuclaux 58, boulevard CharlesLivon F13007 Marseille AixMarseills III 3, avenue RobertSchuman F13621 AixenProvence Avignon 35, avenue JosephVernet F84000 Avignon La Réunion 12, avenue de la Victoire F97489 SaintDenisdelaRéunion Académie d'Amiens Amiens Rue SalomonMalhangu F80025 Amiens Cedex Compiègne Université de technologie Centre BenjaminFranklin Rue RogerCouttolenc, BP 233 F60206 Compiègne Cedex Académie d'AntillesGnyane AntillesGuyane Boulevard Legitimus, BP 771 F97173 PointcàPitre Cedex Guadeloupe Académie de Besancon Besançon 30, avenue de l'Observatoire F25030 Besançon Cedex
.a .s « £ =a S
i lS
ί .3 s
• Volledige studies χ Medicijnen, Farmacie, Tandheelkunde O Medicijnen, Farmacie O Medicijnen Δ Tandheelkunde, Medicijnen
I
Frankrijk
L
g -S " S
§
s · I I*
ε ã 3Ì.S
Sis
!~813i»fifi Académie de Bordeaux Bordeaux I 351, cours de la Libération F33405 Talence Cedex Bordeaux II 146, rue LéoSaignat F33076 Bordeaux Cedex Bordeaux III Domaine universitaire Esplanade MicheldeMontaigne F33405 Talence Cedex Pau et pays de l'Adour Villa Lawrence 68, rue Montpensier F64010 Pau Cedex Académie de Caen Caen Esplanade de la Paix F14032 Caen Cedex Académie de ClermontFerrand ClermontFerrand I 49, boulevard Gergovia, BP 32 F63001 ClermontFerrand ClermontFerrand II 34, avenue Carnot, BP 185 F63006 ClermontFerrand Cedex Académie de Corse Corte Place CharlesdeGaulle, BP 2 F20250 Corte Académie de Créteit See Paris XII et XIII Académie de Dijon Dijon Campus universitaire de Montmuzard BP 128 F21104 Dijon Cedex
SfiS5.§^JSi£
163
1 »it :| I
s s s.
gu
f
¿Jfi'l !
Ι ΓΛ £Λ TS
S
S a S S 'a β g 2
3 S s 1 -8
I
164
-
σ
ζ
lili ¿ ^ . ^ y Académie de Grenoble Grenoble I Domaine universitaire de Saint-Martin-d'Hères BP 68, Centre de Tri F-38402 Saint-Martin-d'Hères Grenoble II Domaine universitaire de Saint-Martin-d'Hères BP47 X F-38040 Grenoble Cedex Grenoble III Domaine universitaire de Saint-Martin-d'Hères BP25 X F-38040 Grenoble Cedex Chambéry Domaine universitaire de Jacob Bellecombette BP 143 F-73011 Chambéry Cedex Institut National Polytechnique 46, avenue Félix-Vialat F-38031 Grenoble Cedex Académie de Lille Lille I Domaine universitaire scientifique F-59655 Villeneuve-d'Ascq Cedex Lille II 42, rue Paul-Duez F-59800 Lille Lille III Domaine universitaire littéraire et juridique Pont de Bois, BP 149 F-59659 Villeneuve-d'Ascq Cedex Valenciennes Le Mont-Houy F-59326 Valenciennes Cedex Académie de Limoges Limoges Allée André-Maurois F-87065 Limoges Cedex
Studentenhandboek
g κ -5 e a 2 ΐ=
~
3
S, — —
j i i - a ^ i s i -¡3 s
I
Frankrijk
165
s
s .s S Ë
53 Académie de Lyon Lyon I (Claude Bernard) 86, rue Pasteur F-69365 Lyon Cedex 2 Lyon II 86, rue Pasteur F-69365 Lyon Cedex 2 Lyon III (Jean Moulin) 1, nie de l'Université, BP 0638 F-69339 Lyon Cedex 2 Saint-Étienne 34, rue Francis-Baulier F-42023 Saint-Étienne Cedex Académie de Montpellier Montpellier 1 5, boulevard Henri-IV, BP 1017 F-34006 Montpellier Cedex Montpellier II Place Eugène-Bataillon F-34060 Montpellier Cedex Montpellier III (Paul Valéry) Route de Mende, BP 5043 F-34032 Montpellier Cedex Perpignan Avenue de Villeneuve F-66025 Perpignan Cedex Académie de Nancy-Metz Nancy I 24, rue Lionnois, BP 3137 F-54013 Nancy Cedex Nancy II 25, rue Baron-Louis, BP 454 F-54001 Nancy Cedex Metz Ile du Saulcy, BP 794 F-57012 Metz Cedex Institut national polytechnique de Lorraine BP 3308 F-54014 Nancy Cedex
ïï
i | S 'é
f i l
I
166
Studentenhandboek
3
7.
•3 o" — E g Ë
1 ï
X < .g 3 3 ai x Académie de Nantes Nantes 1, quai de Tourville, BP 1026 F-44035 Names Cedex Angers 30, rue des Arènes, BP 3532 F-49035 Angers Cedex Le Mans (Université du Maine) Route de U v a l , BP 535 F-72017 Le Mans Cedex Académie de Nice Nice Parc Valrose F-06034 Nice Cedex Toulon el Var Château Saint-Michel F-83130 La Garde Académie d'Orléans-Tours Orléans Château de la Source, BP 6057 F-45017 Orléans Cedex Tours (François Rabelais) 3, rue des Tanneurs F-37041 Tours Cedex Académie de Paris Paris 1 (Panthéon-Sorbonne) 90, rue de Tolbiac F-75634 Paris Cedex 13 Paris II 12, place du Panthéon F-75351 Paris Cedex 05 Paris 111 (Sorbonne Nouvelle) 17, place de la Sorbonne F-75230 Paris Cedex 05 Paris IV (Paris Sorbonne) 1, rue Victor-Cousin F-75230 Paris Cedex 05 Paris V (René Descaries) 12, rue de l'École de médecine F-75270 Paris Cedex 06
'3 .1
'= c - 2
S 8.1 |
I
Frankrijk
167
il ■ζ S ê -
Z~è
.2
sI!ï sss »8 i I -S S s g 1 I 1 1 I 1 ■a a s 1 1 1 s
Ά 3 ·8 J3 3 'Si ¡c a S Académie de Paris {suite) Paris VI (Pierre et Marie Curie) 4, place Jussieu F75230 Paris Cedex 05 Paris VII 2, place Jussieu F75221 Paris Cedex 05 Paris VIII (VincennesSaintDenis) 2, rue de la Liberté F93526 SaintDenis Cedex Paris IX (Dauphine) Place du MaréchaldeLaltrede Tassigny F75775 Paris Cedex 16 Académie de Versailles Paris X (Nanlerre) 200, avenue de la République F92001 Nanterre Cedex Paris XI (Paris Sud) 15, me GeorgesClemenceau F91405 Orsay Cedex Académie de Créteil Paris XII (ValdeMarne) Avenue du GénéraldcGaulle F94010 Créteil Cedex Paris XIII (Paris Nord) Avenue JcanBaptisteClément F93430 Villelaneuse Académie de Poitiers Poitiers 15, rue de Blossac F86024 Poitiers Cedex Académie de Reims Reims 23, rue Boulard F51100 Reims
I
168
Studentenhandboek
s
E o c
S S
o 3 a H ■■
g
b
3
C3
ÍS a o· ii Ï) 's 3 Ο ·3 to w tJej g ë | g 3 S , g £ g .
ex ñ — ei
iL
å 'χ < .§ 3 3 'M s å ¡S 5 'ς Académie de Rennes Rennes I 2, me du Thabor F35010 Rennes Rennes II (HauteBretagne) 6, avenue GastonBerger F35043 Rennes Cedex Brest Rue des Archives, BP 137 F29 Brest Cedex Académie de Rouen Rouen Rue ThomasBecket F76130 MonlSaintAignan Le Havre 97, rue JulesSiegfried F76600 Le Havre Académie de Strasbourg Strasbourg I (Louis Pasteur) 4, rue BiaisePascal F67070 Strasbourg Cedex Strasbourg II 22, rue RenéDescartes F67084 Strasbourg Cedex Strasbourg III Place d'Athènes F67084 Strasbourg Cedex Mulhouse 2, rue des FrèresLumi ère F68093 Mulhouse Cedex Académie de Toulouse Toulouse I Place AnatoleFrance F31070 Toulouse Cedex Toulouse II (Le Mirail) 109 bis, rue Vauquelin F31058 Toulouse Cedex Toulouse III (Paul Sabatier) 118, route de Narbonne F31077 Toulouse Cedex Institut national polytechnique Place des HautcsMurats F31006 Toulouse Cedex
■3 s
Frankrijk 4. Verklarende woordenlijst Académie: Een académie omvat in de regel meerdere departements. Aan de leiding staat een recteur, die voor de drie gebieden van het onderwijssysteem, lagere scholen, middelbare scholen en instellingen van hoger onderwijs, verantwoordelijk is. Hij is kanselier (chancelier) van de universiteiten en vertegenwoordigt als zodanig de voor het hoger onderwijs verantwoordelijke minister. Baccalauréat: Eindexamen van het secundair onderwijs, toegang gevend tot de universiteit en beschouwd als de eerste universitaire graad. BIO: Bureau d'information et d'orientation sur les enseignements supérieurs du Ministère de l'éducation nationale: informatie- en oriënteringsafdeling van het Ministerie van Onderwijs; is verantwoordelijk voor het hoger onderwijs. CIDJ : Centre d'information documentation jeunesse: informatie- en documentatiecentrum voor jongerenvraagstukken. CNOUS: Centre national des œuvres universitaires et scolaires: overheidsinstantie voor studentenvoorzieningen. Concours: Examens, die door een staatscommissie voor examens worden afgenomen en er toe dienen om kandidaten in selectieve studierichtingen (ingenieurs, medicijnen, enz.) overeenkomstig het aantal beschikbare studieplaatsen, uit te kiezen. CROUS: Centre régional des œuvres universitaires et scolaires : Studentenvoorziening. Zorgt voor bepaalde faciliteiten. CUIO: Cellule universitaire d'information et d'orientation. Hoger-onderwijsinstelling voor informatie en oriëntering. Cycle: Studiefase die overeenkomt met een bepaald opleidingsniveau.
I DALF: Diplôme approfondi de langue française. Een diploma dat borg staat voor een grondige kennis van de Franse taal en de voortzetting van de studies in Frankrijk garandeert. Het beheersen van de eerste beginselen van de Franse taal wordt door het DELF (Diplome élémentaire de langue française) gegarandeerd. Diplôme d'études approfondies (DEA): Diploma uit de derde studiefase, waarmee een éénjarige introductie in onderzoektechnieken wordt afgesloten. Diplôme d'études supérieures spécialisées (DESS): Een op het beroep georiënteerd diploma uit de derde studiefase, waarmee een toegepaste opleiding van hoge specialisatie na een jaar onderzoek wordt afgesloten. Diplôme d'études universitaires générales (DEUG): Diploma waarmee de studie aan het einde van de eerste fase van een universitaire studie wordt afgesloten. Diplôme d'études universitaires scientifiques et techniques (DEUST): Diploma waarmee een eerste „ volledige " studiefase wordt afgesloten. Deze studies zijn bedoeld om een ,, voor "-beroepsopleiding te verschaffen. Diplôme national de l'enseignement supérieur: Diploma waarmee een studie wordt afgesloten en waarvoor aan alle instellingen van hoger onderwijs dezelfde voorschriften gelden en dat alle bezitters dezelfde rechten verschaft. Diplôme universitaire de technologie: Afsluitend diploma, afgegeven door de Instituts universitaires de technologie. Doctorat: De nieuwe wet voorziet in het samenvoegen van de verschillende studierichtingen, die tot de graad van doctor leiden, maar er blijven twee gescheiden niveaus van wetenschappelijke erkenning bestaan. De doctorsgraad wordt na de verdediging van een proefschrift of het overleggen van een rij van persoonlij-
169 ke wetenschappelijke werken verleend. Na de doctorsgraad volgt een verklaring van de universiteit die de graad heeft verleend. De doctorstitel berust op een diploma waarmee de begaafdheid tot onderzoek is aangegeven. De begaafdheid om onderzoekswerk te leiden wordt door de habilitation tot uitdrukking gebracht. Hieruit volgt dat na een overgangsfase alle andere doctorsgraden zullen zijn afgeschaft (docteur d'État, de 3 e cycle, Diplôme de docteur ingénieur). Inscription: Geheel van formaliteiten, vereist om toelating te bewerkstellingen. Inscription administrative: Formaliteiten die men bij de Service de la scolarité van de universiteit moet vervullen. Inscription pédagogique: Inschrijving voor hoorcolleges, werkgroepen en practica bij het secretariaat van de desbetreffende UER. Institut universitaire de technologie (IUT): Instituut dat behoort tot een universiteit en vooral op de beroepspraktijk gerichte, korte studies biedt. Licence: Diploma waarmee het eerste jaar van de tweede studiefase wordt afgesloten. Maîtrise: Diploma waarmee het tweede jaar van de tweede studiefase wordt afgesloten. Œuvres universitaires: Het lidmaatschap van de Œuvres universitaires geeft studenten recht op bepaalde faciliteiten: betaalbare maaltijden, huisvesting in studentenhuizen, culturele manifestaties. Unité de formation et de recherche (UFR): Gemeenschap van docenten, studenten en onderzoekers aan dezelfde vakrichting van een universiteit.
Ierland
Ierland
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/ Aantal studenten /Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
172
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
176
Kennis van de onderwijstaal
180
Toelagen en beurzen
180
Formaliteiten voor inreis en verblijft
181
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies / Werkmogelijkheden / Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten/Faciliteiten voor gehandicapte studenten
182
Informatiebronnen
186
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
187
172
Organisatie van het hoger onderwijs
ι
Het hoger onderwijs (higher education) wordt in Ierland vooral aan de univer siteiten, de technological colleges en de colleges of education gegeven, maar daarnaast bestaat er ook een serie in stellingen voor hoger onderwijs, die ge specialiseerde opleidingen aanbieden op de terreinen van kunst en design, medi cijnen, theologie, muziek en rechten. Het overgrote deel van het hoger on derwijs wordt door instellingen geven, die bijna uitsluitend uit openbare mid delen worden gefinancierd (universitei ten en technological colleges bij voor beeld krijgen meer dan 85 procent uit deze bron), terwijl andere instellingen heel weinig of helemaal geen hulp van de staat krijgen.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Het Ierse stelsel van hoger onderwijs heeft zich in twee verschillende richtin gen ontwikkeld: aan de ene kant de traditionele universiteiten en aan de an dere kant de nietuniversitaire hoge scholen, die een meer op beroepen in gestelde opleiding geven. Universiteiten Er zijn twee universiteiten, in Ierland: de National University of Ireland en de Dublin University.
Studentenhandboek
De National University bestaat uit drie colleges (constituent colleges): het University College in Dublin, het Uni versity College in Cork en het Univer sity College in Galway. Voorstellen van de regering om het hoger onderwijs te reorganiseren en de National University of Ireland op te heffen, zodat de drie dragende colleges onafhankelijke univer siteiten zouden worden, worden tegen woordig onderzocht. De National University heeft verder zes „erkende" colleges (recognized col lege), het St Patrick's College in May nooth, het Royal College of Surgeons in Ireland en vier andere, waarvan er drie gericht zijn op de onderwijzersopleiding en één op de opleiding tot leraar huis houdkunde. De cursussen en de docen ten van deze colleges zijn door de uni versiteit „erkend" en de studenten die deze erkende cursussen volgen krijgen van de universiteit de overeenkomstige graad. The Trinity College in Dublin is het enige college van de Dublin University. Drie colleges of education, die in de onderwijzersopleiding zijn gespeciali seerd en een college dat tot leraar huis houdkunde opleidt zijn met het Trinity College geassocieerd. De cursussen aan de universiteiten worden algemeen op het niveau van de kandidaatsstudie (undergraduate level) en de doctoraalstudie (postgraduate level) gegeven. Andere hogescholen Behalve op de twee universiteiten wordt er hoger onderwijs gegeven op het National Institute for Higher Edu cation in Limerick, het National Insti tute for Higher Education in Dublin, de colleges of technology en andere colle
Ierland
ges, die door verschillende plaatselijke beroepsopleidingscomité's worden beheerd, op regionale technical colleges, op colleges voor de lerarenopleiding en op een klein aantal instellingen, die speciale cursussen geven. Het National Institut for Higher Education in Limerick geeft cursussen op het terrein van de technologie, de toegepaste wetenschap en de praktische handelsmethoden. De graden (degree), diploma's (diploma) en certificaten (certificate) worden door de National Council for Educational Awards (NCEA) toegekend. Het National Institute for Higher Education in Dublin begon in 1980 met de studievakken informatica, bedrijfseconomie, mediawezen, rekenkunde en financiën, elektronica en analytische wetenschappen. Ook hier worden de afsluitende examens door NCEA verleend. Regionale technical colleges in Athlone, Carlow, Cork. Dundalk, Galway, Letterkenny, Sligo, Tralee en Waterford geven cursussen op hogeschoolniveau in technologie en bedrijfseconomie. De diploma's en certificaten voor deze studies worden eveneens door de NCEA verleend. In de steden Dublin, Cork en Limerick bestaan colleges die door de beroepsopleidingscomité's ( Vocational Education Committees) worden bestuurd en hoger onderwijs op verscheidene gebieden gegeven zoals toegepaste wetenschappen, bouwkunde, werktuigbouw, quantity surveying, hotelen restaurantmanagement en bedrijfseconomie. Veel van deze cursussen leiden op tot de vakdiploma's van de „professional institutes" (beroepsopleiding) en een paar van de cursussen aan
I
173
de colleges in Dublin geven recht op een graad van de Dublin University (Trinity College), terwijl andere worden afgesloten met een door de NCEA verleende titel. Het Royal College of Surgeons in Ireland heeft een medische hogeschool met zowel een universitaire als een klinische opleiding tot arts en een klinische opleiding tot tandarts. De diploma's van deze hogeschool worden in talrijke landen erkend en het grootste deel van zijn studenten is dan ook uit het buitenland afkomstig. De Honourable Society of King's Inns en de Incorporated Law Society bieden studies over de praktische en technische aspecten van het recht aan. De studie aan de Honourable Society of King's Inns leidt op voor de graad Barristerat-Law. Het National College of Art and Design geeft cursussen die opleiden voor universiteitsexamens en vakdiploma's. Onderwijzersopleidingen Er zijn zes colleges in Ierland die opleiden tot onderwijzer. Drie daarvan zijn ..erkende colleges" van de National University of Ireland, de andere drie zijn met het Trinity College in Dublin verbonden. De cursussen geven recht op een graad en de kwalificatie van onderwijzer. De tot een graad leidende cursussen aan de met het Trinity College verbonden Colleges of Education worden zowel aan het Trinity College als aan het College of Education gegeven. De studerenden zijn studenten van de Dublin University. Het Thomond College of Education, Limerick, geeft cursussen voor sport, hout- en metaalbewerking, metaal- en ingenieurswetenschappen, economie als-
174
I
mede in algemene natuur- en landbouwwetenschap. Aantal studenten Zoals in de meeste Europese landen groeide het aantal studenten aan de hogescholen tot na de Tweede Wereldoorlog maar zeer langzaam. In totaal stonden in 1950 aan universiteiten en nietuniversitaire opleidingen voor het hoger onderwijs ongeveer 15 000 studenten ingeschreven. Dit aantal liep echter op tot meer dan 47 000 studenten in het jaar 1982. In de zeventiger jaren groeide het aantal studenten aan niet-universitaire hogescholen zeer snel van 7 000 in 1970 tot 23 000 in het jaar 1982. In het academische jaar 1982/83 volgden 47 608 studenten een volledige opleiding aan een van de hogescholen in de Ierse Republiek. Van hen studeerden 24 533 aan universiteiten, 3 263 aan colleges voor de onderwijzersopleiding en 19 812 aan andere hogescholen. Van de 24 533 studenten aan de universiteit waren 1 740 (7%) afkomstig van buiten de Republiek; 779 kwamen uit Noord-Ierland, 122 uit de rest van het Verenigd Koninkrijk en 136 uit andere EG-landen (60% van alle buitenlandse studenten kwam dus uit de EGLid-Staten) (zie Verklarende woordenlijst). Van de overblijvende 703 studenten kwam 5% uit andere Europese landen. 35% uit Azië, 35% uit Noord-Amerika, 23% uit Afrika en de overige 2% uit Zuid-Amerika en Oceanie. Van de andere colleges liggen nog geen precieze cijfers over het jaar 1982/83 voor, maar het percentage buitenlandse studenten is hier over het al-
Studentenhandboek
gemeen zeer gering, behalve aan het Royal College of Surgeons in Ireland, waar van de 767 studenten 475 (62%) uit het buitenland en onder hen 57 (12%) uit EG-landen. Organisatie en afsluiting van de studies Aan de Ierse hogescholen begint het academische jaar gewoonlijk in oktober, in enkele gevallen echter ook in september. De scala van faculteiten, onderafdelingen en studievakken is van college tot college zeer verschillend (zie Aanhangsel). De studieduur voor de eerste academische graad, de Bachelor's degree, in letteren en menswetenschappen, sociale wetenschappen, rechten en bedrijfseconomie bedraagt, op enkele uitzonderingen na, drie jaar aan de colleges van de National University of Ireland en vier jaar aan het Trinity College. De studie voor de eerste graad in ingenieurswetenschappen, landbouw- en natuurwetenschappen duurt over het algemeen vier jaar; voor tandheelkunde, bouwkunde en diergeneeskunde staat vijf jaar. De eerste graad in de medicijnen bereikt men na zes jaar. De eerste academische graad op doctoraal niveau, de Master's degree, eist nog eens één tot drie jaar studie en kan of door een dissertatie (thesis) worden afgesloten of door een examen en een kleiner proefschrift (minor thesis). Er zijn gewoonlijk nog eens twee jaar nodig voor de graad van Doctor of Philosophy en vier jaar voor de graad van Doctor of Science. De studieprogramma's die aan de an-
Ierland
dere hogescholen worden gegeven en die uitmonden in degrees, diploma's en certificaten lopen zowel in duur als in omvang van de practica uiteen. Veel van deze studieprogramma's zijn gericht op een bepaald beroep of werkterrein en omvatten vaak een stage buiten het college als onderdeel van de studie (zie Aanhangsel). Opleidingen die met een diploma eindigen duren aan deze instituten over het algemeen drie jaar en studies die met een certificaat worden afgesloten gewoonlijk twee jaar. Studies die op een graad recht geven duren vier jaar, behalve aan de colleges of education voor de onderwijzersopleiding, waar ze drie jaar kosten. De NCEA (National Council for Educational Awards) waarborgt op nationaal niveau de formele erkenning en waarde van de opleidingen aan de nietuniversitaire instellingen en verleent graden, diploma's en certificaten aan de studenten die dergelijke opleidingen met succes hebben voltooid. Als onderdeel van hun studie kunnen studenten voor een jaar of een trimester om toelating vragen tot het Trinity College in Dublin. Aanvragen moeten vergezeld gaan van een aanbeveling van een hogere functionaris van de universiteit, waar de aanvrager staat ingeschreven, en van een officiële verklaring over zijn of haar academische resultaten.
Speciale cursussen Ieder jaar, meestal in juli, worden er aan het Trinity College in Dublin, het University College in Dublin en het University College in Galway zomer-
I
175
cursussen gegeven voor gaststudenten en geïnteresseerde volwassenen van alle nationaliteiten. Doel van die zomerprogramma's is om bezoekende studenten bekend te maken met het Ierse volk en Ierland. Professoren en gastdocenten organiseren lezingen, cursussen en discussies, waarin kunst, folklore, economie, geschiedenis, literatuur en politiek van Ierland aan bod komen. Naast de lezingen en discussies worden er excursies gehouden en bezoeken georganiseerd aan plaatsen die om hun geschiedenis of hun kunst belangrijk zijn, terwijl bovendien voor ontspanning en amusement wordt gezorgd. In 1983 volgden meer dan 140 niet uit Ierland afkomstige studenten deze cursussen. De comité's die deze zomercursussen verzorgen, stellen ieder jaar een beperkt aantal stipendia beschikbaar. Voor bijzonderheden over de zomerprogramma's moet men zich direct tot het desbetreffende college wenden.
176
I
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Omdat er een tekort aan beschikbare studieplaatsen bestaat heeft niet iedere Ierse schoolverlater, die aan de academische eisen voor toelating tot een universiteit voldoet, automatisch recht op een studieplaats aan de universiteit. Alle studenten die tot een van de University Colleges toegelaten willen worden moeten een toelatingsexamen (matriculation) in zes vakken van een examenprogramma doen. Voor studenten die niet uit Ierland komen moeten deze zes vakken Engels, een tweede taal en in de meeste gevallen wiskunde omvatten. Wie buiten Ierland zijn schoolopleiding heeft genoten kan van dit toelatingsexamen vrijgesteld worden als aangetoond kan worden dat men al een gelijkwaardig examen onder overeenkomstige voorwaarden heeft afgelegd. Het is moeilijk aan te geven welke examenresultaten in het algemeen voldoende zijn. Informaties over de toelatingsexamens (matriculation) kunnen bij de universiteiten worden ingewonnen. De academische eisen die voor de toelating tot niet-universitaire colleges worden verlangd, lopen uiteen. Vele instellingen hebben toelatingseisen die vrijwel identiek zijn aan die van de University Colleges. Het is in ieder geval aan te raden om bij de Admissions Officer van de desbetreffende colleges
Studentenhandboek
gedetailleerde informatie over de toelatingseisen aan te vragen. Net zoals bij de universiteiten kunnen ook hier studenten worden vrijgesteld van de toelatings- of toetsingsexamens als ze kunnen aantonen bij gelijkwaardige examens bevredigende resultaten te hebben behaald. Over het algemeen worden studentenin-spé op grond van examenresultaten toegelaten tot de University Colleges, ze worden niet nog eens mondeling door het betrokken college getest. Bij de meeste andere colleges echter verlangt men wel voor de toelating een gesprek met de studenten en het is aan te bevelen om bij het inwinnen van informaties ook te vragen of een dergelijk gesprek voor de toelating noodzakelijk is. De uiterste termijn voor het in behandeling nemen van toelatingsverzoeken van buitenlandse studenten voor de colleges, die vallen onder het Central Applications Office (CAO), is de vijftiende december van het jaar dat aan de toelating voorafgaat. De te volgen procedures worden uiteengezet in de documentatie die het CAO aan de toekomstige studenten stuurt. De toelatingsverzoeken voor bijna alle universitaire en niet-universitaire studies aan deze colleges moeten via het Central Applications Office lopen. Verzoeken om voor een jaar of een trimester tot Trinity College in Dublin te worden toegelaten, worden direkt aan de College Admissions Office gericht. Om toegelaten te worden tot de doctoraalstudies (postgraduate programme) van de National University moeten de Studenten een aanbeveling hebben van de professor in het vak dat ze willen
Ierland
I
studeren en door de desbetreffende faculteit zijn aangenomen. Voor de meeste studies moeten de kandidaten een first class of een second class honours degree (grade I) kunnen overleggen, er kunnen echter ook studenten met een lagere honours grade in hun degree worden aangenomen, maar in dat geval kan van de student een extra examen worden verlangd. Studenten die een doctoraalstudie willen volgen moeten hun aanvraag op of voor het eind van het aan het toelatingsjaar voorafgaande jaar indienen bij de Registrar van het college. De aanvraag om toelating tot een doctoraalstudie aan het Trinity College moeten de studenten bij de Dean of Graduate Studies indienen. Daarna moet de student door het Graduate Studies Committee worden aangenomen.
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's
De toelatingsaanvraag voor de colleges die niet bij het Central Applications Office zijn aangesloten wordt direct bij het desbetreffende college ingediend. De termijnen voor de aanmelding zijn verschillend, maar ze staan in ieder geval aangegeven in de collegelijst (calendar/prospectus). In de bij de aanmeldingsformulieren ingesloten bijlagen wordt verder duidelijk gemaakt welke eisen het college stelt met betrekking tot vroegere diploma's, opleidingen enzovoort. Voor enkele Colleges is het noodzakelijk een aanbevelingsbrief van de diplomatieke vertegenwoordiger van het land van herkomst in Ierland te overleggen of van de minister van Onderwijs in het land van herkomst.
Beperkingen
177
Elke instelling neemt zelf een beslissing over de vraag die de erkenning of het vergelijken van academische prestaties betreft. De kandidaat moet precieze inlichtingen over zijn kwalificatie geven, inhoud en duur van de telkens noodzakelijke studies beschrijven alsmede de waardering van het examen (gehaald respectievelijk onderscheiding) aangeven. Er moeten eveneens details over de instelling of het college worden meegedeeld, die het diploma hebben verleen. De studie die de kandidaat aan een Ierse instelling wil volgen, moet ook duidelijk omschreven worden.
De universiteiten hebben het recht het aantal eerstejaars-studenten te beperken. In de praktijk blijken er steeds meer aanvragen dan beschikbare studieplaatsen te zijn, dat geldt voor de meeste studierichtingen, behalve voor enkele vakken op het gebied van de letteren en de menswetenschappen. Als men het nodig acht het aantal toelatingen te beperken, dan vindt de verdeling van het beschikbare aantal studieplaatsen aan de hand van de resultaten op de middelbare school plaats. Er bestaat geen uniform beleid ten aanzien van de toelating tot de hogescholen van buitenlandse studenten, noch aan de universiteiten, noch aan de andere instellingen. Bij de aanvragen uit de EG-landen wordt er bij het toelatingsbeleid van enkele Colleges onderscheid gemaakt tussen de aanvragen uit
178
I
Noord-Ierland, uit de rest van het Verenigd Koninkrijk en uit de andere EGlanden. Over het algemeen wordt een niet uit Ierland afkomstige student gemakkelijker toegelaten tot een universitaire opleiding in de letteren en menswetenschappen (behalve de sociale wetenschappen), de natuurwetenschappen, de landbouw, de rechten en de bedrijfseconomie. Voor bepaalde cursussen aan nietuniversitaire colleges bestaan eveneens beperkingen. Deze gelden vooral voor de Colleges of Education. Toelatingsexamens Er bestaan verschillen tussen de Colleges wat betreft de toelatingsexamens, de tests (niet het toelatingsexamen, de matriculation examination]) en de gesprekken met niet-Ierse aanvragers. Aan de University Colleges bestaan geen toelatingsexamens of tests. De buitenlandse studenten worden in het algemeen op basis van de door hun land van herkomst verstrekte papieren toegelaten. Aan veel van de andere Colleges echter zijn toelatingsexamens en gesprekken gebruikelijk. De toekomstige student doet er goed aan hierover inlichtingen in te winnen bij het college waar hij wil gaan studeren. Bij de meeste colleges is goede schriftelijke en mondelinge kennis van het Engels vereist en het college kan besluiten de kennis van het Engels van de aanvrager te testen.
Studentenhandboek
Aanvraag en inschrijving Buitenlandse studenten krijgen enkele maanden voor de inschrijving bericht of hun aanvraag is aarfgenomen of afgewezen. De aanvragers wordt aangeraden bij het College te informeren wanneer zij op een definitief antwoord kunnen rekenen. De inschrijving (registration) vindt normalerwijze in de eerste twee weken na het begin van het academische jaar plaats. In de collegelijst (calendar or handbook) van het College staat welke documenten de studenten bij hun inschrijving moeten overleggen. In enkele Colleges is een latere inschrijving mogelijk, maar in dat geval moet over het algemeen een extra vergoeding worden betaald. Op enkele Colleges moet het collegegeld bij de inschrijving worden betaald, op de University Colleges moeten het collegegeld en andere vergoedingen echter binnen zijn voordat de student zich laat inschrijven of aan een cursus begint. Bij een deel van de Colleges hoeft de student bij de inschrijving maar de helft van het jaarlijkse collegegeld te betalen, de rest moet dan in het tweede halve jaar, kort na Kerstmis, worden voldaan. Hoe betaald moet worden staat gewoonlijk aangegeven in het informatiemateriaal dat het College naar de toegelaten studenten stuurt. De student wordt aangeraden bij de inschrijving of al daarvoor te informeren naar extra kosten (bij voorbeeld examengelden) die in de loop van het studiejaar nog moeten worden voldaan.
Ierland
Inschrijvings- en collegegeld Aan alle hogescholen in Ierland wordt studiegeld van de studenten geëist. Sinds het begin van het academische jaar 1980/81 is het college- en inschrijfgeld voor studenten uit de Lid-Staten van de EG even hoog als voor Ierse studenten. Studiegeld wordt gevraagd voor cursussen, inschrijving, lidmaatschappen (capitation: bij voorbeeld het lidmaatschap van de student's union en bepaalde clubs en verenigingen), examens, en de toekenning van graden. Zoals reeds in het hoofdstuk „Toelating en inschrijving" is aangestipt, bestaan er tussen de Colleges verschillen bij de wijze van inning van de gelden. Aan de University Colleges bedroegen de studiegelden voor het academische jaar 1983/84 voor het eerste studiejaar in de letteren, menswetenschappen en bedrijfseconomie tussen de IRL 591 en IRL 658, bij de natuurwetenschappen tussen IRL 704 en IRL 876 en voor de medicijnen tussen de IRL 866 en IRL 970. Bij enkele praktische beroepsopleidingen (vooral de medische) lagen de studiegelden voor de verdere studiejaren wat hoger. In de laatste jaren wordt de hoogte van de studiegelden ieder jaar herzien en de studiegelden voor 1984/85 zullen vermoedelijk wat hoger zijn dan de hierboven genoemde bedragen. De studiegelden voor studies die tot een doci.oraa\-degree leiden, schommelden in het academische jaar 1983/84 tussen de IRL 160 en IRL 1011 bij de letteren, menswetenschappen en economische wetenschappen bedrijfseconomie, tussen de IRL 240 en IRL 1011 bij de natuurwetenschappen en tussen de IRL 180 en IRL 880 bij de medicij-
L1
179
nen. Over het algemeen bedragen de studiegelden voor het tweede en volgende jaar van de doctoraalstudies minder dan IRL 400. Voort part-time studies voor afgestudeerden in de bedrijfseconomie, het burgerlijk bestuur en de ingenieurswetenschappen waarbij seminars een groot deel van de cursussen uitmaken, zijn de studiegelden aanzienlijk hoger: ze schommelen tussen de IRL 849 en IRL 1 011. Studiegelden voor post-universitaire Diploma- and certificate studies liggen over het algemeen lager dan voor de universitaire opleiding, meestal liggen ze nog onder de IRL 600. Op de Colleges of Technology en de Regional Technical Colleges schommelden de studiegelden in het academische jaar 1983/84 tussen de IRL 40 en IRL 400 per jaar. De studiegelden aan het National Institute for Higher Education in Dublin en het National Institute for Higher Education in Limerick bedroegen voor de universitaire opleiding IRL 634 tot IRL 904 en voor de nietuniversitaire IRL 424 tot IRL 1 279. Aan het National College of Art and Design bedroegen ze IRL 293 per jaar. In het studiejaar 1983/84 bedroeg het cursusgeld aan het Royal College of Surgeons in Ireland IRL 5 500 waarbij de studenten bij het begin van hun studie nog extra lidmaatschapsgelden en andere kosten moesten voldoen tot een totaal van IRL 6 151 (inclusief een borgsom, caution fee, van IRL 2 000). Net zoals op de University Colleges worden de studiegelden jaarlijks aangepast, de bijzonderheden staan in de aan de aanvrager toegezonden documenten.
180
I
Studentenhandboek
Kennis van de onderwijstaal
Toelagen en beurzen
Voor alle cursussen aan de hogescholen in de Republiek Ierland wordt Engels verlangd. Mondelinge en schriftelijke kennis van de Engelse taal zijn bij de meeste colleges voorwaarde voor toelating. Over het algemeen treffen de colleges geen bijzondere voorzieningen om de buitenlandse studenten voldoende kennis van het Engels bij te brengen. In Dublin en enkele andere grotere steden met hogescholen worden Engelse cursussen gegeven, die over het algemeen worden georganiseerd door gespecialiseerde talenscholen die door het ministerie van Onderwijs zijn erkend. Een lijst van deze scholen is te krijgen bij Dublin Tourism (voor adres, zie Aanhangsel). Aan het University College in Galway vindt een serie universitaire opleidingen in de Ierse taal plaats en aan enkele andere Colleges zijn er volledige studieprogramma's die in de Ierse taal worden gehouden.
Het Higher education grants scheme (de studietoelagenregeling) beperkt zich in Ierland tot die studenten, van wie de ouders een vaste woonplaats in de Ierse Republiek hebben. De toekenning van deze toelagen is gebaseerd op de resultaten behaald bij de National leaving certificate examination (het eindexamen van de middelbare school) en op de inkomsten van de ouders. De meeste Ierse colleges bieden enkele stipendia en prijzen aan, zowel bij het begin van de studie als aan studenten die er al enige tijd studeren. Deze mogelijkheden zijn in eerste instantie alleen bestemd voor Ierse staatsburgers, maar niet-Ieren kunnen proberen in aanmerking te komen voor enkele van de stipendia die worden gegeven aan studenten die al aan het College studeren. Bijzonderheden over deze stipendiummogelijkheden worden normalerwijze meegezonden met de documenten die de toekomstige student krijgt toegestuurd. De Ierse regering heeft een serie overeenkomsten over stipendia afgesloten die uitsluitend voor studenten uit de andere EG-landen bedoeld zijn. De Vocational Education Committees beschikken over een vergelijkbaar programma van studietoelagen voor studenten die aan technische hogescholen studeren. Nadere bijzonderheden over deze stipendia kan men bij de verant-
Ierland
woordelijke instellingen in het desbetreffende land of in Ierland bij het Department of Education krijgen.
I
181
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Studenten die in het Verenigd Koninkrijk geboren zijn behoeven zich noch als buitenlander aan te melden noch bij de inreis-autoriteiten vragen om een inreis- of verblijfsvergunning. Studenten, die onderdaan zijn van een andere EG-Lid-Staat en naar Ierland komen uit een staat buiten het Verenigd Koninkrijk moeten zich bij de immigratie-autoriteiten in de haven of op het vliegveld van aankomst melden. Ze moeten de immigratieambtenaren hun pas overleggen, een bewijs dat ze als student zijn aangenomen bij een van de hogescholen en een bewijs dat ze in staat zijn tijdens hun studie in hun levensonderhoud te voorzien (als voldoende bewijs wordt bij voorbeeld de bevestiging van een bank of een brief van de ouders of de voogd geaccepteerd). De pas wordt door de immigratie-beambten gestempeld, waarbij wordt aangegeven hoe lang de student in het land mag blijven. Over het algemeen wordt in eerste instantie een verblijf van drie maanden toegestaan. Studenten die langer in het land willen blijven moeten zich bij de Garda Síochána (de politie) melden. Een dergelijke verlenging wordt gewoonlijk slechts voor één jaar meer verstrekt. Na drie maanden moeten alle studenten (behalve die welke in het Verenigd Koninkrijk werden geboren) zich als inwoner aanmelden.
182
I
Studenten uit EG-Lid-Staten die vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Ierland komen, hoeven zich niet bij de immigratie-autoriteiten in de haven of op het vliegveld van aankomst te melden en kunnen drie maanden in het land blijven zonder een speciaal stempel in hun paspoort. Ze moeten zich wel bij het bevolkingsregister melden in het district waar ze wonen. In Dublin is dat bij de Alien Registration Officer, Dublin Castle, Dublin 2. Anders moet men zich binnen drie maanden aanmelden bij de plaatselijke politiechef van de Garda Síochána. De studenten wordt aangeraden zich bij de registratie als buitenlanders, en vervolgens bij de indiening van een verzoek om verlenging van de verblijfsvergunning om hulp te wenden tot de students' union van het betreffende College.
Studentenhandbock
Sociale voorzieningen
Sociale verzekering en ziekteverzekering De volksgezondheid in de Ierse Republiek wordt door acht regionale gezondheidscommissies (health boards) beheerd. Iemand, die buiten eigen toedoen niet in staat is voor zichzelf en zijn familieleden algemene medische verzorging te garanderen, heeft het recht op volledige gebruikmaking van de gezondheidsdienst. De bezitter van een legitimatiebewijs van deze dienst (medical card) heeft recht op medische behandeling door een arts van zijn eigen keuze (mits de arts tot de gezondheidsdienst behoort en bereid is de patiënt te accepteren), op gratis ziekenhuisbehandeling in een openbaar hospitaal, op specialistische hulp in poliklinieken, voorgeschreven medicamenten, tandheelkundige behandeling en verschillende andere diensten. Studenten uit EG-Lid-Staten, die naar Ierland komen en onder de sociale verzekering van hun eigen land vallen, hebben in het algemeen recht op alle dienstverleningen in het kader van de Irish General Medical Services. De studenten moeten met de gezondheidsdiensten in hun eigen land overeenkomsten treffen om zeker te zijn dat de betreffende rechten worden overgedragen en de betreffende documentatie wordt uitgevoerd. Studenten uit landen die niet tot
Ierland
de EG behoren, worden voor de opname op dezelfde manier bekeken als Ierse studenten. Met hun familieomstandigheden wordt rekening gehouden. Aanmeldingsformulieren worden de student meestal bij de inschrijving in het college overhandigd. Studenten die zich bij de gezondheidsdienst willen inschrijven moeten dit bij de Regional Health Board doen waarvan zij hun medical card krijgen. De bureaus van de students' union in de colleges geven advies aan studenten die bij de inschrijving bij de gezondheidsdienst moeilijkheden ondervinden en de studenten wordt dan ook aangeraden bij de students' union te informeren naar hun rechten.
Studie- en beroepsadvies De officiële adviesinstanties zijn van College tot College verschillend, ze hangen ook tot op zekere hoogte van de grootte van een College af. Aan enkele University Colleges bestaat een gezondheidsdienst voor studenten, die de studenten medische en psychiatrische hulp verlenen. Maar de instellingen op de Colleges moeten niet als vervanging gezien worden voor de diensten van de door de student zelf gekozen arts of voor de diensten, waarop een student in het kader van de gezondheidsdiensten van de overheid recht hebben. Aan enkele Colleges worden de student een of meer mentors voor zijn studievakken aangewezen. Ze geven hem raad in studievragen en algemene vragen over het studieprogramma. Veel mentors fungeren ook als adviseur in persoonlijke aangelegenheden, hoewel dat officieel niet hun taak is.
I
183
In de meeste Colleges zijn ook enkele geestelijken van verschillende kerkgenootschappen aanwezig die studenten van advies kunnen dienen. Aan de grotere Colleges heeft de students' union een full-time sociaal werker (Welfare Officer), die onder meer tot taak heeft de studenten als het nodig is voor adviesbureaus en diensten te informeren. Aan het University College in Dublin, het University College in Cork, het University College in Galway, het Trinity College in Dublin en aan het St Patrick's College in Maynooth zijn adviesbureaus voor arbeidsbemiddeling (Careers and Appointments Office) die de studenten voorlichten over de beroepsmogelijkheden, hen adviezen geven en hen, voor zover dat mogelijk is, hulp verlenen om na het afstuderen een baan te vinden. Aan andere colleges wordt deze taak vaak door de mentors waargenomen.
VVerkmogelijkheden Studenten die een stipendium krijgen mogen in Ierland geen betaalde werkzaamheden aannemen. Er bestaat geen organisatie die zich officieel met arbeidsbemiddeling voor studenten bezighoudt. In sommige Colleges hebben de studentenorganisaties bureaus, die informatie geven over werkmogelijkheden. Enkele Colleges helpen de studenten vakantiewerk te vinden dat aansluit op het gekozen studievak. Het National Institute for Higher Education in Dublin en het National Institute for Higher Education in Limerick heeft een coöperatief onderwijsprogramma, waarbij bemiddeld wordt voor betaalde banen buiten het
184
I
instituut als onderdeel van de studie voor de studenten die de universitaire of niet-universitaire cursussen volgen. Soortgelijke programma's voor practica in de industrie bestaan aan enkele van de Regional Technical Colleges. Studentenorga nisaties Aan de meeste Colleges is een brede scala van studentenorganisaties en -verenigingen voorhanden, die door het desbetreffende College financieel worden ondersteund. Deze verenigingen houden zich bezig met academische, culturele, politieke en algemeen maatschappelijke activiteiten. Over het algemeen is het aanbod van sportactiviteiten, vooral aan de grotere Colleges, zeer omvangrijk. Aan alle hogescholen bestaat een students' union. Bij de inschrijving krijgt de student een studentenkaart. Tot de voornaamste taken van de students' union behoren het behartigen van de belangen van de studenten in academische, culturele en sociale aangelegenheden, het ter beschikking stellen van faciliteiten voor reizen en andere diensten, het coördineren van het werk voor clubs en verenigingen en het vertegenwoordigen van de belangen van de studenten op nationaal niveau via de Union of Students in Ireland (het Ierse Studentenverband). Hoe breed de scala is van de activiteiten en diensten die de studenten ter beschikking staan hangt af van de grootte van het College. Zowel het bestuur van de Colleges als de students' union van de grotere Colleges geven aan het begin van ieder academisch jaar een handboek uit, dat als leidraad dient om de student wegwijs
Studentenhandboek
te maken in de vele mogelijkheden die hem ter beschikking staan. Dit handboek krijgt men gewoonlijk bij de inschrijving uitgereikt. Aan grotere colleges is het gebruikelijk zo rond de tijd van de inschrijving een tentoonstelling te organiseren, waar de verschillende verenigingen en organisaties zich presenteren, waarbij de student zich kan aansluiten of waarvan hij gebruik kan maken voor een aantal dienstverleningen. De Irish Council for Overseas Students bezit een adviesbureau voor buitenlandse studenten. Verder organiseert deze instantie van tijd tot tijd gezellige bijeenkomsten voor de buitenlandse studenten aan de verschillende colleges.
Kosten van levensonderhoud In 1983 werden de kosten van levensonderhoud voor een Ierse student over een periode van negen maanden door de Union of Students in Ireland op IRL 2 400 geschat (m.a.w. IRL 266 per maand). Men dient ervan uit te gaan dat dit bedrag, exclusief inschrijvingsen collegegeld, voor buitenlandse studenten in de regel hoger is.
Huisvesting Afgezien van enkele Colleges of Education en — voor een deel — het Trinity College in Dublin wonen de studenten aan de Ierse Colleges niet op de campus. Aan enkele Colleges moeten de studenten, die niet bij hun ouders wonen, een kamer zoeken die door het College geschikt is bevonden en is erkend. De meeste Colleges helpen de
Ierland
I
185
studenten bij het zoeken naar woonruimte en er zijn lijsten beschikbaar van erkende pensions en kamers. Aan de grotere Colleges is hiervoor de Officer of Dean of Residence aangewezen. Om zich te informeren over de huisvestingsmogelijkheden moet de student zich tot de Officer of Dean of Residence van het College wenden, waaraan hij wil gaan studeren. Op de Colleges die geen Dean of Officer of Residence hebben neemt gewoonlijk de studentenpastoor deze taak op zich. Aan de grotere Colleges geeft de students' union informatie over kamers of appartementen, de rechten van de huurder en de wettelijke aspecten van een huurcontract. De studenten kunnen zich ook tot de Irish Council for Overseas Students wenden als ze moeilijkheden hebben met een woning. Alle studenten die in Dublin aankomen kunnen ook de hulp inroepen van Dublin Tourism, waar een lijst van de beschikbare woonmogelijkheden ligt. Eind 1983 beliepen de kosten van overnachting en ontbijt (éénpersoonskamer) en een avondmaaltijd met vier gangen, IRL 40 per week.
studentenreisbureau. De kosten van de kaart bedragen IRL 4,50. Als de internationale studentenkaart voorzien is van een stempel van Coras lompair Éireann (CIE), de nationale vervoersmaatschappij, dan kan de student een korting krijgen van 50 procent op een enkele reis voor volwassenen op de interlokale buslijnen (er zijn geen speciale studententarieven voor de bussen en treinen binnen de steden, de studenten kunnen echter gebruik maken van de normale gereduceerde week- of maandabonnementen). De studentenkaart kan bij het hoofdkantoor van de USIT, de studentenreisorganisatie, of bij een van de bijkantoren in de collegesteden over heel Ierland tegen betaling van IRL 4,50 een dergelijk stempel krijgen. De internationale studentenkaart geeft ook recht op gebruik van de studentenvluchten, die door de USIT en andere organisaties die zijn aangesloten bij de International Student Travel Conference worden georganiseerd.
Studentenfaciliteiten
Alle University colleges en een aantal andere colleges in Ierland bieden speciale faciliteiten voor gehandicapten aan (zie ook: tabellen). De kandidaat-student wordt aangeraden Informatie bij de colleges in te winnen.
In de meeste colleges kan men bij het bureau van de students' union een internationale studentenkaart (International Students' Identity Card) krijgen. Met deze kaart kunnen studenten in verschillende winkels en enkele restaurants korting krijgen. Er zijn lijsten voorhanden van die winkels en restaurants waar studenten korting kunnen krijgen. Ze liggen normalerwijze bij het
Faciliteiten voor gehandicapte studenten
186
I
Informatiebronnen
Het is aan te bevelen een jaar voordat men met de studie wil beginnen al inlichtingen in te winnen. Dat is vooral belangrijk als men wil studeren aan een van de in de volgende alinea genoemde colleges, waar de aanvraag om toelating loopt via het CAO. De Ierse ambassades kunnen een eerste bron van informatie zijn. Studenten die informatie willen over de toelating tot Degree- of Diploma-studierichtingen aan een van de volgende colleges moeten aan het CAO schrijven: University College in Dublin. University College in Cork, University College in Galway, Trinity College in Dublin, St Patrick's College in Maynooth, National Institute for Higher Education in Dublin, National Institute for Higher Education in Limerick, Thomond College of Education in Limerick en de Colleges van het Dublin Institute of Technology. Het CAO geeft algemene inlichtingen over de aangeboden studierichtingen, het toelatingsbeleid en de toelatingsprocedure. De bijzonderheden en gedetailleerde gegevens kan men uit de calendar or prospectus van het desbetreffende College halen. Inlichtingen over de inschrijving moet men direct bij de universiteiten aanvragen. Studenten die tot de doctoraalstudies (postgraduate studies) willen worden toegelaten moeten direct aan de Regi-
Studentenhandboek
strar van het betrokken College schrijven. Bij het Trinity College moet men zich wenden tot de Dean of Graduate Studies. Inlichtingen over andere colleges : Voor alle andere colleges en cursussen moeten de studenten direct aan het College schrijven om algemene inlichtingen te krijgen over het vak of de vakken, waarin ze geïnteresseerd zijn.
I
Ierland
Aanhangsel
Central Applications Office Tower House Eglinton Street Galway ■8 09163318 Irish Council for Overseas Stu dents 41, Morehampton Rd Dublin 4 ■8 01605313
1. Adressen Irish ambassades in de EGlanden België Rue du Luxembourg 19 B1040 Brussel Denemarken Østbanegade 21 DK2100 København Bondsrepubliek Duitsland Godesberger Allee 119 D5300 Bonn Griekenland 1 Leoforos Vasileos Constantinou Athens 138 Frankrijk 12, avenue Foch F75116 Paris Italië Via del Pozzetto 105 100187 Roma Luxemburg 28. route d'Arlon L1140 Luxembourg Nederland 9 Dr Kuypcrstraat 2514 BA Den Haag Verenigd Koninkrijk 17 Grosvenor Place London SWIX 7HR Departments and Organizations Department of Education Marlborough Street Dublin 1 S 01717101 Higher Education Authority 21 Fitzwilliam Square Dublin 2 ■8 01761545
National Council for Educational Awards 26 Mountjoy Square Dublin 1 ■8 01741526 Union of Students in Ireland 9 Anglesea Street Dublin 2 ■8 01786366 USIT 7 Anglesea Street Dublin 2 ■8 01778117 Dublin Tourism 51 Dawson Street Dublin 2 Institutions of Higher Education University Colleges Trinity College Dublin 1 National University of Ireland 49 Merrion Square Dublin 2 University College Beifield Dublin 4 University College Cork University College Galway St Patrick's College Maynooth Co. Kildare Technological
Institutes
National Institute for Higher Education Glasnevin Dublin 9
187 National Institute for Higher Education Plassey House Limerick Regional Technical College Athlone Co. Westmeath Regional Technical College Carlow Regional Technical College Bishopstown Cork Regional Technical College Dunda Ik Co. Louth Regional Technical College Galway Donogh O'Malley Regional Tech nical College Letterkenny Co. Donegal Regional Technical College Sligo Regional Technical College Clash Tralee Co. Kerry Regional Technical College Waterford College of Technology Bolton Street Dublin 1 College of Technology Kevin Street Dublin 8 Limerick Technical College Moylish Limerick Colleges of Education Thomond College of Education Castletroy Limerick St Patrick's College Drumcondra Dublin 9 Our Lady of Mercy College Carysfort Park Blackrock Co. Dublin
188 Mary Immaculate College Mount Prospect Limerick Church of Ireland College of Education 96 Upper Rathmines Road Dublin 6 St Mary's Training College Marino Dublin 9 St Catherine's College of Education (Domestic science) Sion Hill Blackrock Co. Dublin Maria Assumpta Training College (Frccbel) Sion Hill Blackrock Co. Dublin St Angela's Training College Clogherevagh Sligo Colaiste Charman Gorey Co. Wexford Mater Dei Institute of Education Clonliffe Road Dublin 3 Institute of Religious Education Mount Oliver Dundalk Co. Louth School of Social Education Sion Road Kilkenny Colleges of Commerce and Industrial Relations College of Commerce Rathmines Dublin 6 College of Marketing 18 Parnell Square Dublin 1 College of Industrial Relations Sandford Road Dublin 6
I Medical and Paramedical Schools Royal College of Surgeons in Ireland 123 St Stephen's Green Dublin 2 School of Pharmacy Trinity College 18 Shrewsbury Road Dublin 4 Royal College of Physicians of Ireland 6 Kildare Street Dublin 2 School of Remedial Linguistics Trinity College Dublin 2
Studentenhandboek Music Schools Royal Irish Academy of Music 86 Westland Row Dublin 2 Municipal School of Music Mulgrave Street Limerick School of Music Chatham Row Dublin 2 Army School of Music Cathal Brugha Barracks Dublin 6 Municipal School of Music Union Quay Cork
Alle faculteiten, met uitzondering van St.-Patrick's College te Maynooth, beschikken over een medische afdeling.
Hotel Schools
Professional law schools
College of Hotel Management Shannon Free Airport Co. Clare
The Honourable Society of King's Inns Henrietta Street Dublin 1 The Incorporated Law Society of Ireland Blackhall Place Dublin 7 Art Schools National College of Art and Design Kildare Street Dublin 1
Dublin College of Catering Cathal Brugha Street Dublin I
Hotel Training School Killybegs Co. Donegal Colleges of theology and divinity Pontifical University St Patrick's College Maynooth Co. Kildare Divinity School Trinity College Dublin 2
School of Art 17 Cumberland Street Dun Laoghaire Co. Dublin
Milltown Institute of Theology and Philosophy Milltown Park Dublin 6
Crawford Municipal School of Art Emmett Place Cork
Holy Cross College ClonlifTe Road Dublin 3
School of Art Mulgrave Street Limerick De meeste, „regional technical colleges" bieden de mogelijkheid een opleiding te volgen op het gebied van de kunst.
St Patrick's College Carlow St Patrick's College Thurles Co. Tipperary St Kieran's College Kilkenny
I
Ierland St Peter's College Wexford St John's College Waterford All Hallows College Drumcondra Dublin 9 St Columban's College Dalgan Park Navan Co. Meath St Patrick's College Kiltegan Co. Wicklow Holy Ghost Missionary College Kimmage Manor Dublin 12 St Mary's College Tallagh Co. Dublin Church of Ireland Divinity Hostel Braemor Park Dublin 14 Irish School of Ecumenics Milltown Park Dublin 6 Mount St Anne's Portarlington Co. Laois Agricultural and related colleges Munster Institute Bishopstown Cork Mellows Agricultural College Athenry Co. Galway Kildalton Agricultural & Horticultural College Piltown Co. Kilkenny
2. Bibliografìe Central Applications Office, Handbook 1984. Galway. Gratis verkrijgbaar bij het CAO. Dit handboek verschaft informatie over de toelatingsprocedure voor volledige studies voor eerstejaars aan de hogescholen, waarvoor het CAO de aanvragen afwikkelt. Central Applications Office, Notes for over-seas applicants. Galway. Gratis verkrijgbaar bij het CAO. Deze „ N o t e s " vormen een aanvulling op het hierboven genoemde handboek. Ze geven een samenvatting van de houding van de colleges ten aanzien van de toelating van buitenlandse studenten. The NCEA Directory of Approved Courses in Higher Education, 1983 (derde druk) — Prijs: IRL3,00. Het betreft een gedetailleerde gids voor Degree-, Diploma- en Certificate-studierichtingen, die door de NCEA worden erkend. The National University of Ireland, Matriculation Regulations and Courses for 1984. Dublin. Prijs: IRL0,50 plus IRL0,15 porto. Verkrijgbaar bij National University of Ireland. Deze brochure bevat informatie over procedure, vakken en examenprogramma van de matriculation. The Irish Education and Training Directory, Careers and Educational Publishers, Claremorris, Co. Mayo, 1976 (2e druk). Prijs: IRL 4,35, in de boekhandel. Gedetailleerde handleiding voor de studies aan hogescholen in Ierland, de vakken en de toelatingsprocedures, enz. School Report. Ward River Press. Dublin, 1980. Prijs: IRL2,20. Geeft een overzicht over het systeem van het Ierse onderwijs met enkele informaties voor buitenlandse studenten.
189 Ieder college publiceert een „ handbook " of een brochure, die algemene informatie voor de studenten bevatten. Deze worden gewoonlijk gratis verstrekt. Bij enkele colleges zijn er ook gedetailleerde brochures voorhanden over bepaalde onderwerpen (bij voorbeeld cursussen, stipendia, enzovoort).
I
190
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemo gelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs
Vakken aan Universiteits colleges waarin men degree en diplomastudies kan doen
8
S ■3
s J
¿11
< <<<
- s e ε a < < <
'JS 'JS
ÍÍ
I SI
m S co
~ -s
a S ΰ '6
11
1 si DSC
University College, Cork * University College, Dublin 4 * University College, Galway · Trinity College, Dublin ι · St Patrick's College, Maynoolh *
•S
S o
.3 e Ζ,
o o § E
iE ¡2 ΐ o LE
University College, Cork * University College, Dublin 4 * University College, Galway · Trinity College, Dublin 2 * St Patrick's College, Maynooth *
;|
Χ
S Έ -c -c 'c ^ 5 J3
|
3 g
1 -™»i cdQ. -ja ' u aj Q :a t: _ g s s ■s 2 2 2 2 2 2 2 Ζ J J 2
I'l
I
Ierland
191
■s ^
1 I Ε
Ë
ε ε sS s I
o o o o s ii χ U U U U Q Q O
f l'a
■a c S •c Je c
s.
< 6 ö _ I = s i<11 > ii 8 -α a ë
li 11 73
S ». a. a. α. α. α. a.
o is
£ ¿ ο; α:
I ¿S
1 'S.
II
õ õ a S È O O O O O O I
JS
8
'c
■a
Ë.
ir,
■
=
tn
i ■s¡
o CO
c
s
ί
α ε
à fr c O 'C O
¡Ξ
>
• Volledige studies < Alleen op diplomarli veau • Geeft faciliteiten voor gehandicapte studenten aan Verdere specialisaties zijn mogelijk in veel van de hier boven genoemde vakgebieden
I
192
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemo gelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Vakken aan technologische instituten waarin men degree en diploma studies kan doen
S s
'S ε Ξ a "g e E
ill 8 S E
Ι s TB a S Ξ? L= — « ■ = CL CL d " g CL D . CT C
< <<<<< < < < College of Commerce, Rathmines, Dublin 6 College of Technology, Bolton St, Dublin I College of Technology, Kevin St, Dublin 8 Limerick College of Art, Commerce and Technology College of Catering, Dublin 1 * National Institute for Higher Education, Dublin 9 · National Institute for Higher Education, Limerick * Regional Technical College, Athlone * Regional Technical College, Carlow Regional Technical College, Cork Regional Technical College, Dundalk Regional Technical College, Galway * Regional Technical College, Letterkenny Regional Technical College. Sligo Regional Technical College, Tralee * Regional Technical College, Waterford National College of Art and Design * Dun Laoghaire School of Art and Design Crawford Municipal School of Art, Cork Shannon College of Hotel Management College of Marketing and Design, Dublin 1 * College of Industrial Relations, Dublin 6
1a S E OO
QO
t 'S K a
ë s S .s s a s
2 i 1 61 16 6 ooε ooε υoε ooε _oo
c α n o a αe m S G
"B
E
CL Ck
û.
I
Ierland
3
l i l .
3 'trO c S
S .1 ' i I3
g 1 i ra 1 S 1 ρoù i c rt aa M o
>
3
LU LU LU _c
1
C e
C .X
2 2 2 2 's S
s ε
Ρ LO
ε
bi
193
i i i . i iS !α 'sSñ
3 3 2
¡ e l ì 18 sî 1 ■ 1 c
c
s
o
o
I § s ■§
>>>ρ
13 u
i | J i ï II
u ' S A S S i ^ a S
aS
a
11 s
• Volledige studies •4 Alleen op diplomaniveau * Geeft faciliteiten voor gehandicapte studenten aan
I
194
Studentenhandboek
S ί ο Β
E i S I
.«2 - g E S « u M«
E 73 c S>
College of Commerce, Rathmines, Dublino College of Technology, Bolton St, Dublin 1 College of Technology, Kevin St, Dublin 8 Limerick College of Art, Commerce and Technology College of Catering, Dublin 1 * Nationl Institute for Higher Education, Dublin 9 * National Institute for Higher Education, Limerick · Regional Technical College, Athlone * Regional Technical College, Carlow Regional Technical College, Cork Regional Technical College, Dundalk Regional Technical College, Galway * Regional Technical College, Letterkenny Regional Technical College, Sligo Regional Technical College, Tralee * Regional Technical College, Waterford National College of Art and Design * Dun Laoghaire School of Art and Design Crawford Municipal School of Art, Cork Shannon College of Hotel Management College of Marketing and Design, Dublin 1 * College of Industrial Relations, Dublin 6
• Volledige studies < Alleen op diplomaniveau * Geeft faciliteiten voor gehandicapte studenten aan
E>e hierboven afgedrukte lijst bevat alleen de universitaire en niet univer sitaire cursussen. Cursussen die met een certificaat of een beroepskwalifi catie worden afgesloten worden even eens in deze en andere vakken aange boden. Die hierboven afgedrukte lijst van cursussen en hogescholen is niet volledig. Andere cursussen op techno logisch gebied worden aan hogescholen gegeven die op de lijst in aanhangsel I staan. Die hierboven afgedrukte lijst beperkt zich tot bepaalde Technological Institutes en bepaalde Colleges of Commerce, die in aanhangsel 1 staan.
W
rt
«
e
5 e "S
al
P3
•S I
■¡ f "g.
Sï
11 11i|if r! 2 S P. h M β ^3 ·Ξ O cu cu α. η. cu
ε ε
i fi
ε s
3 I cr oí
¡I l i 8 '5
Ierland 4. Verklarende woordenlijst Capitation: de capitation fee (studiegeld) die alle studenten moeten betalen is een hoofdelijk vastgelegd bedrag, die de studenten toegang geeft tot het lidmaatschap van de students' union van hun college en van een groot aantal verenigingen en clubs. Caution fee: aan het Royal College of Surgeons in Ireland wordt een ..caution fee" (1RL2 000 in het jaar 1983/84) geheven ter dekking van financiële verliezen voor het college als de student zijn studie voortijdig beëindigd of zijn examens niet binnen de vastgestelde termijn aflegt. Deze caution fee wordt aan het einde van het semester afgeschreven van het normale studiegeld, maar niet aan de student terugbetaald. Central Applications Office (CAO): het CAO is de centrale instantie voor het afwikkelen van de aanvragen om toelating voor de University Colleges en het National Institute for Higher Education in Limerick, het National Institute for Higher Education in Dublin, evenals het Thomond College of Education. De aanmelding voor de verschillende colleges geschiedt via één formulier, waarop men de colleges in volgorde van voorkeur kan aangeven, zodat dubbele aanvragen worden vermeden. College of education : hogescholen die studies met een minimale duur van drie jaar aanbieden, die tot de kwalificatie van onderwijzer opleiden of tot leraar in bijzondere vakken aan middelbare scholen, zoals bij voorbeeld lichamelijke opvoeding, houtbewerking, metaalbewerking, landbouw, huishoudkunde. Constituent college: een begrip dat aan de National University of Ireland wordt gebruikt voor de colleges die de opleidings- en researchinstituten van de universiteit vormen. Deze colleges zijn in de Senaat van de universiteit vertegenwoordigd, waar de beslissingen worden genomen over
I academische vragen en de aanstelling van het hogere academische personeel aan constituent colleges. Op bijna alle andere terreinen functioneren de colleges autonoom. Dean of Residence : in enkele colleges is een beambte met de titel Dean of Residence. Deze beambten, die vaak studentenpastor zijn. zijn er ook voor verantwoordelijk dat studenten, die niet in het college wonen, in erkende woonruimtes worden ondergebracht. First degree : de first degree (eerste academische graad), ook wel bachelors degree genoemd, is de basiskwalificatie die men aan de University Colleges krijgt na een studie van ten minste drie jaar. Cursussen die tot een bachelors degree opleiden zijn er ook aan Colleges of education en in geringere omvang aan andere niet-universitaire colleges. Higher education grants scheme: het higher education grants scheme werd in 1968 opgericht met het doel studenten uit de onderste inkomensklassen de weg naar het hoger onderwijs te openen. Men kan een studiebeurs via dit systeem krijgen op basis van de resultaten van het Leaving Certificate en na een onderzoek van de economische omstandigheden. Het systeem is beperkt tot die studenten, van wie de ouders in de Ierse Republiek wonen. De beurs is bedoeld voor het betalen van de studiegelden en voor een deel voor de bestrijding van de kosten van het levensonderhoud. Honourable Society of King's Inns: deze Society geeft een op het beroep georiënteerde opleiding, waarmee studenten de graad van een Barrister-at-Law kunnen behalen en door de Chief Justice (procureur-generaal) in de Bar of Ireland (advocatenorde) kunnen worden beroepen en mogen praktiseren aan de Ierse rechtbanken.
195 Honours degree: undergraduate degrees en enkele Masters' degrees worden op basis van de resultaten van het eindexamen gegeven. De verleende graad wordt onderverdeeld naar pass en honours. De honours degrees worden op hun beurt weer verder onderverdeeld in first class, second class (en vaak verder nog in upper en lower division) en third class honours voor enkele studierichtingen, die tot een undergraduate degree leiden. Voor de general degree courses worden alleen pass degrees verleend. Incorporated Law Society: deze Society is de beroepsvereniging van de advocaten. Hij heeft een wettelijke functie met betrekking tot de juridische opleiding en andere aangelegenheden die met het beroep te maken hebben. In zijn rechtscholen worden opleidingen en voortgezette cursussen gegeven die gericht zijn op de praktische beroepsaspecten van het recht. Matriculation : term voor de minimale eisen die universiteiten stellen voor de toelating tot hun studierichtingen. Aanvragers moeten een examen afleggen in een aantal vakken uit het matriculation-programma. In enkele gevallen zijn uitzonderingen mogelijk als de aanvrager een papier kan overleggen van een al gehaald overeenkomstig examen of wanneer hij al enkele semesters heeft gestudeerd. National Council for Educational Awards (NCEA): een lichaam dat door de regering is opgericht om cursussen in het niet-universitaire hoger onderwijs te erkennen en degenen die een erkende cursus met succes hebben doorlopen een overeenkomstige titel te verlenen. Deze titels kunnen op certificaat-diploma of gradenniveau liggen. Postgraduate degree: een postgraduate degree (doctoraal-graad) is een hogere kwalificatie die men na het behalen van de first degree kan bereiken, mits men bij het examen voor de first degree een cijfer heeft behaald dat niet
196 onder het minimum ligt. Er zijn bepaalde studietijden voorgeschreven na het behalen van de first degree voordat de student een postgraduate degree kan hak-n. Recognized college: een begrip voor een serie instellingen voor het hoger onderwijs, die met de National University of Ireland verbonden zijn. Hun cursussen moeten in verband met de toekenning van graden en andere kwalificaties van de universiteit goedgekeurd zijn door de Senaat van de universiteit. Ook moet de Senaat van de universiteit goedkeuring hechten aan de kwalificatie van het academische personeel van deze colleges. Royal College of Surgeons in Ireland : een in 1784 opgerichte medische hogeschool, die medische opleidingen geeft zowel op kandidaats- als op doctoraalniveau. Deze hogeschool heeft ook faculteiten voor anaesthesie, radiologie en ziekenverpleging, die alle cursussen geven in examens afnemen. Students' union: naast hun functie als vertegenwoordiger van alle studenten van een college bieden de students' unions een veelvoud van dienstverleningen aan voor de studenten (vooral met betrekking tot de korting op reizen) en coördineren het werk van clubs en verenigingen. Vaak hebben ze ook een sociale dienst die, als een probleem niet direct op te lossen is, kan teruggrijpen op de raad van gekwalificeerde deskundigen. Technological college: een begrip voor een groep instellingen voor het hoger onderwijs, die opleidingen in technologie, toegepaste wetenschappen en bedrijfseconomie geven met (in het algemeen) een op een beroep georiënteerde richting. Hun bestuursorganen bestaan gewoonlijk voor een groot deel uit vertegenwoordigers van openbaar gekozen lichamen en door de regering benoemde personen. Hoewel enkele cursussen op het niveau van de eerste
I universitaire graad liggen of soms op een hoger niveau, worden echter hoofdzakelijk cursussen op een lager niveau aangeboden, namelijk tweejarige studies voor een certificaat of driejarige studies voor een diploma. Tutor: de functie van de mentors (tutors) is aan de verschillende instituten anders. Gewoonlijk echter worden de deelnemers aan een studierichting opgedeeld in kleine groepen die een tutor krijgen toegewezen. Aan het Trinity College krijgt iedere student afzonderlijk een mentor toegewezen.
Studentenhandboek
197
Italië
Italië
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
I99
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvingsen collegegeld
202
Kennis van de onderwijstaal
206
Toelagen en beurzen
206
Formaliteiten voor inreis en verblijf
.207
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/Werkmogelijkheden/Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten/Faciliteiten voor gehandicapte studenten
.207
Informatiebronnen
.209
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
.210
Italië
Organisatie van het hoger onderwijs
Het onderwijs op tertiair niveau wordt in Italië op de universiteiten gegeven; dit zijn publiekrechtelijke rechtspersonen, waarbij men twee types onderscheidt: staatsuniversiteiten en wettelijk erkende universiteiten. De staatsuniversiteiten zijn wat betreft hun financiële middelen en het beheer afhankelijk van de overheid; de wettelijk erkende — of vrije — universiteiten zijn door verschillende instellingen of organisaties gesticht en vervolgens door de staat erkend, doordat die hun statuten goedkeurt en hun afsluitende examens gelijkstelt aan die van de staatsuniversiteiten.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Instellingen voor hoger onderwijs kunnen verschillende benamingen hebben : universiteiten, politechnici (die alleen beschikken over een faculteit voor ingenieurs en architecten), istituti universitari (met over het algemeen één faculteit). magistero (leergangen die gericht zijn op lesgeven). Er zijn in Italië 55 instellingen voor hoger onderwijs. Daarvan zijn er 44 staatsuniversiteiten, 2 istituti universitari con ordinamento speciale, die een „Laurea" uitreiken, en 9 niet-staatsuniversiteiten.
I
199
Bovendien bestaan er 11 Istituti superiori di educazione fìsica (lichamelijke opvoeding) van de rang van een universiteit — daarvan is er één staatsinstelling en 10 zijn wettelijk erkend — die een diploma tot het geven van lichamelijke opvoeding op Italiaanse scholen van elke aard en niveau uitreiken.
Aantal studenten In het studiejaar 1982/83 bedroeg het aantal studenten in totaal 1 020 089. Daarvan waren 29 340 buitenlandse studenten (2,9%). Organisatie en afsluiting van de studies Het academisch jaar (studiejaar) loopt van begin november tot eind oktober; de colleges worden van begin november tot eind mei gegeven. In Italië kent men geen onderverdeling in semesters of trimesters. In Italië bestaat over het algemeen geen numerus clausus. Een beperkte toelating („numero programmato") in verband met het bestaande studie-aanbod bestaat maar aan een paar universiteiten, bijvoorbeeld aan de universiteit van Calabrie (Università della Calabria), aan de Universiteit Rome II en aan de katholieke universiteit Sacro Cuore in Rome voor de faculteiten medicijnen en chirurgie. Om daar te worden toegelaten moet een toelatingsexamen voor de ter beschikking staande plaatsen worden afgelegd. De numerus clausus is ook van toepassing bij de tandheelkunde en aan de instellingen
200
I
voor lichamelijke opvoeding. De wet nr. 590 van 14 augustus 1984 legt vast dat de nieuwe universiteiten in de regel niet meer dan 40 000 studenten zullen hebben en legt verder de nadruk op de noodzaak om een meer uitgebalanceerde ontwikkeling van de instellingen van hoger onderwijs in het hele land te bereiken. De universitaire studie duurt naar gelang de faculteit vier, dan wel vijfjaar (medische en chirurgische faculteit zes jaar). Een faculteit kan in verschillende corsi di laurea (studierichtingen) onderverdeeld zijn. Zo is b.v. de Facoltà di Scienze Matematiche, Fisiche e Naturali onderverdeeld in de corsi di laurea wiskunde, natuurkunde, biologie, geologie, natuurwetenschappen. Het DPR (Decreto del Presidente della Repubblica) van 11.7.1980, nr. 382, staat het de universiteiten toe om faculteiten te stichten die één of meer homogene onderzoeksectoren omvatten — homogeen wat betreft doel en methode, evenals de docenten, die aan meerdere faculteiten of studierichtingen van dezelfde faculteit verbonden kunnen zijn. Ieder studiejaar moet men tentamens afleggen in de door het studieprogramma voorgeschreven vakken. Men kan of een door de faculteit bepaald studieprogramma volgen of een programma dat de student aan het begin van zijn studie heeft voorgesteld en dat de faculteitsraad (Consiglio di Facoltà) heeft goedgekeurd. Tentamens worden afgenomen in twee vaste examenperiodes — in zomer en herfst — en in laatste instantie in de maand februari. In elke examenperiode kan een bepaald tentamen slechts één maal, in hetzelfde studiejaar niet meer dan twee maal afgelegd worden. Een student die zich tij-
Studentenhandboek
dens het examen terugtrekt wordt geacht niet geslaagd te zijn. In Italië bestaan drie academische graden : doctorandus (diploma), laurea en doctor (dottorato di ricerca). Vóór de jongste regeling beperkte de mogelijkheid om een doctoraal te halen zich tot het doctoraal in de statistiek (diploma di statistica) en tot het diploma van hoofd van een lagere school (diploma di abilitazione alla vigilanza nelle scuole elementari). Het DPR van 10.3.1982, nr. 162, heeft de studierichtingen aan speciale opleidingsinstituten, die aan de universiteiten bestaan, nieuw geordend voor zover zij twee of drie jaar duren en na een staatsexamen met een doctoraal worden afgesloten. Dit diploma postsecondario geeft het recht om posities in te nemen en beroepen uit te oefenen waarvan de laurea niet nodig is, maar waarvoor wel een culturele en professionele opleiding in universitair kader wordt verlangd. Om tot deze studierichtingen te worden toegelaten moeten de kandidaten een schriftelijk examen doen als het aantal kandidaten groter is dan het aantal studieplaatsen. Men verwerft de laurea als alle voorgeschreven jaarlijkse tentamens in de in de corso di laurea voorgeschreven hoofd- en bijvakken gehaald zijn. Bovendien moet een tesi scritta (een scriptie) geschreven worden en besproken over een van te voren met de professor in het onderhavige vak afgesproken thema. De dottoralo di ricerca (doctoraat wetenschappelijk onderzoek), een ..postlauream "-titel, is door de universitaire hervormingswet van 1980 (L.21.2.1980, nr. 28, en DPR van 11.7.1980. nr. 382) nieuw ingevoerd.
Italie
De titel dottore di ricerca verwerft men aan de daarvoor in aanmerking komende universiteiten in aansluiting aan een wetenschappelijk onderzoek op bepaalde vakgebieden of interdisciplinaire sectoren na de laurea. Hij wordt per decreet van het Ministro della Pubblica Istruzione aan diegenen verleend die na afsluiting van de vereiste cursussen relevante wetenschappelijke resultaten kunnen aantonen, die beoordeeld worden door een nationale commissie. Als gevolg van de wet zijn aan 39 universiteiten voor 449 vakken opleidingen voor het dottorato di ricerca opgericht, waarvoor aanvankelijk 2 097 plaatsen ter beschikking stonden. Schriftelijke en mondelinge toelatingsexamens moeten uitsluitsel over de geschiktheid van de kandidaten voor wetenschappelijk onderzoek geven. Buitenlanders kunnen jaarlijks tot de helft van het aantal beschikbare plaatsen extra worden toegelaten. Na de laurea kunnen speciale opleidingen aan de scuole di perfezionamento of scuole di specializzazione gevolgd worden, waarvoor wel een numerus clausus geldt. Zij hebben tot doel „in overeenstemming met de culturele behoeften tot verdieping op bepaalde vakgebieden bij te dragen" en verlenen in aansluiting aan de laurea diploma's, die echter geen academische titel inhouden, maar in het kader van de beroepsuitoefening het opklimmen tot specialist mogelijk maken. Men mag niet gelijktijdig aan dit soort cursussen en als wetenschappelijk onderzoeker voor het doctoraat (dottorato di ricerca) zijn ingeschreven.
I
201
Speciale cursussen In Italië worden door de universiteiten van Bologna. Florence, Genua, Macerata, Milaan. Padua, Pisa en Urbino taalcursussen voor buitenlanders gegeven. De Università per Stranieri in Perugia (universiteit voor buitenlanders) en de school voor Italiaanse taal en cultuur in Siena organiseren het hele jaar door cursussen van verschillend niveau. De adressen van universiteiten, instituten en particuliere organisaties kan men vinden in de brochure „ Corsi di lingua e cultura italiana per stranieri in Italia", uitgegeven door de Direzione Generale delle Relazioni Culturali (DGRC) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Ministero degli Affari Esteri: adres in Aanhangsel). Met name in de zomer zijn er speciale cursussen op het vlak van muziek, vulcanologie, fysica, mechanica, archeologie, etruscologie, etc.
202
I
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Een absolute voorwaarde voor de toelating tot de universiteit is het bezit van een eindexamendiploma van de middelbare school, dat in waarde gelijk staat aan het diploma di maturità. Voor buitenlandse studenten geldt de volgende regeling: 1. Buitenlanders met een in het buitenland verworven eindexamen worden op grond van dit diploma toegelaten op dezelfde voorwaarden die in het land gelden waar ze het hebben verworven. 2. Buitenlanders met een eindexamen, afgelegd op een buitenlandse school in Italië, worden toegelaten op de voorwaarden die gelden in het land waartoe de school die ze bezochten, behoort. 3. Buitenlanders die een Brits eindexamendiploma bezitten of het eindexamen hebben behaald in landen met een dienovereenkomstig schoolsysteem moeten minstens zes GCE-passes (General Certificate of Education) hebben, waarvan minstens twee op gevorderd niveau (,,A"-level) en beide in vakken die aansluiten op het programma van de gekozen faculteit, d.w.z. niet in vakken waarin een GCE op ,, O "-level werd verworven. (Voor een verklaring van het GCE zie de verklarende
Studentenhandboek
woordenlijst van het Verenigd Koninkrijk). Italiaanse kandidaat-studcnten die het Franse gymnasium „Chateaubriand" in Rome of de Duitse scholen in Rome, Milaan of Genua hebben bezocht, moeten in het kader van hun eindexamen een speciaal tentamen Italiaanse taal en literatuur gehaald hebben. Kandidaat-studenten uit landen waar geen universiteiten zijn of waar de gewenste faculteit ontbreekt, worden alleen dan tot de universiteit toegelaten, wanneer ze kunnen aantonen dat ze minstens 12 jaar (gerekend vanaf de eerste klas lagere school) op school hebben gezeten.
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's Al diegenen, die in het bezit van een buitenlandse academische graad zijn en die in Italië willen laten erkennen, moeten een aanvraag indienen bij de rector van de instelling van hoger onderwijs van hun keuze en de inschrijving voor een gevorderd studiejaar aanvragen. Kandidaten, die zich in het buitenland bevinden, dienen hun aanvraag via de in aanmerking komende Italiaanse vertegenwoordiging in. Bevinden zij zich in Italië, dan dienen zij de aanvraag in bij het Ufficio VI van de DGRC van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Studenten kunnen de toelating aan elke door hen gewenste universiteit aanvragen.
Italie
Toelatingsexamens Alle buitenlandse studenten moeten voor hun toelating een toets afleggen, waardoor kan worden vastgesteld of zij over de vereiste kennis van het Italiaans beschikken om de gekozen studie met succes af te maken. Overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen wordt een dergelijke toets aan de betreffende universiteit tussen 15 september en 15 oktober gehouden. De kandidaat die de toets niet aflegt of niet haalt, wordt niet toegelaten tot de studie; hij kan de toets pas in het volgend studiejaar opnieuw doen. Die buitenlandse studenten, die aan een Italiaanse school in Italië of het buitenland een middelbaar examen hebben afgelegd, dat toegang verschaft tot een instelling voor hoger onderwijs, hoeven een dergelijke taaltoets niet af te leggen: zij krijgen echter pas een studieplaats als die voorhanden is (zie volgend hoofdstuk). De volgende personen hoeven geen toelatingsexamen te doen en voor hen geldt ook geen beperking van het aantal beschikbare studieplaatsen : 1. studenten die een Italiaanse middelbare school — ook in het buitenland — hebben bezocht en een examen hebben gedaan, dat volgens de Italiaanse wet toegang verschaft tot een instelling van hoger onderwijs; 2. buitenlanders die de laatste klassen van een Duitse school in Italië en van het Franse gymnasium ..Chateaubriand" in Rome hebben doorlopen; 3. buitenlanders die in het bezit van het vereist einddiploma zijn, dat door Europese scholen wordt uitgereikt;
I
203
4. Italianen die geen burgers van de republiek zijn (dat wil zeggen die buitenlandse staatsburgers met Italiaanse nationaliteit en Italiaanse moedertaal, als bij voorbeeld de Zwitserse staatsburgers uit het Kanton Tessin). Als zij in het bezit zijn van een buitenlands middelbare-schooldiploma, worden zij onder dezelfde voorwaarden tot de universiteit toegelaten als die die de wet voorschrijft voor Italiaanse staatsburgers die zich in een soortgelijke positie bevinden; 5. buitenlanders die verzoeken om de erkenning van een buitenlandse academische titel; 6. buitenlanders die zich voor corsi singoli (afzonderlijke cursussen) willen inschrijven. Buitenlandse aspirant-studenten die het voorgeschreven toelatingsexamen hebben gehaald, worden in die mate tot Italiaanse universiteiten toegelaten, waarin studieplaatsen aan de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs voor de laurea-studies met het oog op gegeven ruimtemogelijkheden en de inrichting van de betreffende studierichting beschikbaar zijn. Rekening houdend met het aantal beschikbare studieplaatsen worden de volgende aspirant-studenten bevoorrecht : 1. studenten uit EG-Lid-Staten, die met goed gevolg hebben deelgenomen aan de opnameprocedure voor de instellingen van hoger onderwijs in het gegeven land, maar vanwege de „numerus clausus" niet konden worden toegelaten; 2. studenten uit landen, die geen gelijksoortige instellingen van hoger onderwijs hebben of de door de studenten gekozen studierichtingen niet aanbieden;
204
I
3. studenten die (voor hun studie in Italië) van hun eigen of de Italiaanse regering of van een Italiaanse/buitenlandse organisatie een beurs hebben gekregen.
Studentenhandboek
vorige hoofdstuk vermelde toelatingsexamen. Er wordt op gewezen dat de universiteit van Calabrie en de niet-staatsuniversiteiten studieregelingen kennen, waarvoor bijzondere toelatingsvoorwaarden kunnen gelden.
Aanvraag en inschrijving Die buitenlandse aspirant-studenten, die toegelaten willen worden tot Italiaanse instellingen voor hoger onderwijs moeten de aanvraag voor de gekozen studierichting tot uiterlijk 15 april via de in aanmerking komende diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen van Italië aan de betreffende universiteit opsturen. Bij de aanvraag moet, naast het getuigschrift dat toegang verschaft tot een instelling voor hoger onderwijs, ook een gedetailleerd „curriculum studiorum" met bewijzen van de tot dan toe geleverde studieprestaties gevoegd worden. Wie tot aan 15 april nog niet in het bezit van het vereiste einddiploma is, kan dit getuigschrift — gewaarmerkt en vertaald — tot aan de inschrijving overleggen. De aspirant-student wordt niet ingeschreven als hij het einddiploma middelbare school niet heeft gehaald. De aanvrager moet de verworven schooldiploma's in een desbetreffend formulier vermelden. Wie de Italiaanse taalcursus voor buitenlanders aan de Università per Stranieri in Perugia of aan de Scuola di lingua e cultura italiana per stranieri in Siena bezocht heeft, kan bij de aanvraag het afsluitend diploma van de gegeven cursus voegen, waarin de duur van de cursus en het behaalde resultaat moeten zijn aangegeven. Dit getuigschrift betekent echter in geen geval vrijstelling van het in het
Plaatsing in een gevorderd studiejaar en corsi singoli Italiaanse studenten met een vaste woonplaats in het buitenland, kunnen in een gevorderd studiejaar worden toegelaten (immatricolazione con abbreviazione di corso), wanneer zij al één of meer jaren hebben gestudeerd aan een buitenlandse staatsuniversiteit, aan een door de staat erkende universiteit of aan een gelijkwaardig instituut. Deze verkorting, die bestaat uit de erkenning van tentamens, practica enz., wordt van geval tot geval beoordeeld door het bestuur van de faculteit waaraan de kandidaat wil studeren en goedgekeurd door de academische senaat. Een dergelijk verzoek, waaraan de nodige bescheiden toegevoegd moeten zijn. geldt slechts voor één universiteit. Het verzoek wordt samen met de vertaalde en gewaarmerkte bescheiden overhandigd aan de bevoegde diplomatieke of consulaire Italiaanse vertegenwoordiging, die het na verificatie doorstuurt naar de gewenste universiteit. Buitenlandse studenten moeten dezelfde bescheiden overleggen als Italiaanse studenten. Wat betreft de verdere procedure moeten zij zich aan de voor immatriculatie (of inschrijving) van buitenlandse studenten geldende bepalingen houden, dus de voor inschrijving geldende regels in acht nemen. Italiaanse studenten met vaste woon-
I
Italie
plaats in het buitenland alsmede buitenlandse studenten die van buitenlandse universiteiten afkomstig zijn kunnen toestemming krijgen voor het volgen van een of meer cursussen (corsi singoli) aan een of meer faculteiten. Kandidaten moeten uiterlijk 5 november de vereiste bescheiden inleveren via een bevoegde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in Italië. De voor de corsi singoli ingeschreven studenten kunnen een bewijs van inschrijving krijgen en na het afleggen van de door de faculteitsraad vastgestelde tentamens ook een verklaring ten aanzien van het behaalde resultaat. Afgezien daarvan kunnen zij de cursus zelf volgens een door de desbetreffende faculteit goedgekeurd plan coördineren en toegelaten worden tot een algemene toetsing in alle vakken, mits ze de desbetreffende tentamens hebben behaald. Na deze toetsing wordt een speciaal getuigschrift uitgereikt. Het succesvol deelnemen aan deze cursussen geeft echter absoluut geen recht op inschrijving voor de laurea- of diplomaleergangen.
Inschrijvings- en collegegeld De betaling van het inschrijvings- en collegegeld geschiedt bij de toelating, dus bij de inwilliging van het verzoek door de academische autoriteiten, op daartoe strekkende formulieren, die verkrijgbaar zijn bij het secretariaat van de faculteit. Een andere wijze van betalen is niet toegestaan. Het totale verschuldigde bedrag kan niet aangegeven worden, omdat het van universiteit tot universiteit en vaak van faculteit tot faculteit verschilt. Men kan echter vrijblij-
205
vend stellen dat het tussen de LIT 150 000 en maximaal tot 250 000 ligt.
Vrijstelling van collegegeld: in sommige gevallen is gedeeltelijke of volledige vrijstelling van collegegeld mogelijk. Het aan de rector gerichte verzoek tot vrijstelling van collegegeld wordt tegelijk met het verzoek tot immatriculatie (of inschrijving) ingediend. Het dient te bestaan uit : precieze informatie over de persoon van de indiener van het verzoek, adres van zijn familie, faculteit en corso di laurea, waarvoor de indiener heeft ingeschreven of ingeschreven staat. Buitenlandse studenten die een beurs genieten van de Italiaanse regering of van een Italiaanse organisatie moeten behalve het verzoek de volgende stukken overleggen : 1. een verklaring ten aanzien van hun nationaliteit, voorzover die niet uit de bijgevoegde documenten blijkt; 2. een verklaring dat hen een beurs is verleend; 3. een bewijs van het adres van hun familie in eigen land. Italiaanse studenten met een vaste woonplaats in het buitenland moeten overleggen : 1. een bewijs van hun Italiaanse nationaliteit; 2. het bewijs dat ze horen tot een familie, die is geëmigreerd of die een vaste woonplaats in het buitenland heeft (dit document wordt verstrekt door het consulaat). Kinderen van werknemers uit EG-landen, die in Italië werken of hebben gewerkt en daar woonachtig zijn. hebben dezelfde rechten als Italiaanse studenten.
206
I
Studentenhandboek
Kennis van de onderwijstaal
Toelagen en beurzen
Omdat Italiaans de enige taal waarin aan Italiaanse universiteiten wordt lesgegeven, moeten buitenlandse studenten over een uitstekende kennis van de Italiaanse taal beschikken om het lesprogramma zonder moeilijkheden te kunnen volgen. Buitenlandse studenten die in eigen land een cursus Italiaans willen volgen, kunnen zich richten tot de Italiaanse culturele instituten (adressen zie Aanhangsel) of tot andere instellingen, zoals bij voorbeeld de Società Dante Alighieri. In Italie worden aan ettelijke universiteiten taalcursussen voor buitenlanders gegeven (zie Speciale cursussen).
Sinds 1 november 1979 zijn alle bevoegdheden in samenhang met het recht op de studie en alle vormen van steun aan studenten door de staat van de staat op de regio's overgedragen en wel in de zin van wet L.22.12.1979, nr. 642, die al regelingen bevat. Alleen Italiaanse studenten die aan Italiaanse instellingen voor hoger onderwijs staan ingeschreven, kunnen de studietoelagen (assegno di studio, presalario) krijgen. Buitenlandse studenten kunnen beurzen van staats- en semi-staatsinstellingen krijgen, zowel als van openbare en privé-instellingen uit Italië als van dergelijke instellingen in het eigen land (het wordt aangeraden zich tot het Ufficio IX, DGRC, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te wenden). De voorwaarden waaronder zulke beurzen worden verleend, zijn zeer verschillend, zodat daar hier niet nader op ingegaan kan worden. De studenten kunnen zich aan de hand van aankondigingen, die in de instellingen voor hoger onderwijs worden opgehangen, gedetailleerd informeren.
Italië
I
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
Studenten uit Lid-Staten van de EG moeten zich binnen drie dagen na aankomst op hun plaats van studie melden bij het plaatselijke politiebureau en het identiteitsbewijs tonen, waarmee ze Italië zijn binnengekomen. Zodra de inschrijving aan de universiteit een feit is, melden ze zich bij de Questura (Autorità Provinciale di Pubblica Sicurezza). Hier wordt hen na overlegging van het inschrijvingsbewijs en na aangetoond te hebben dat ze voor hun verblijf over de vereiste financiële middelen beschikken, een verblijfsvergunning voor studiedoeleinden voor het hele studiejaar uitgereikt.
Sociale verzekering en ziekteverzekering
207
Er bestaat geen speciale ziekteverzekering voor studenten. Italiaanse studenten zijn verplicht verzekerd voor hun gezondheid. Die verzekering wordt gegarandeerd door de regionale gezondheidsambten. Buitenlandse studenten uit EG-landen. die in het eigen land voor hun gezondheid verzekerd zijn, kunnen de verklaring van de eigen verzekering bij het betreffende bureau van het Istituto Nazionale della Previdenza Sociale op een daarvoor in aanmerking komend formulier overleggen. Daardoor krijgen zij recht op de gezondheidsdienst in Italië. Soortgelijke faciliteiten bestaan voor alle landen, waarmee Italië betreffende overeenkomsten heeft gesloten. De instituten voor het recht op de studie (Diritto allo studio), die regionaal werden opgericht, zijn voor voorzieningen van studenten verantwoordelijk en beheren ook een gezondheidsdienst met ziekteverzekering. Buitenlandse studenten moeten zich ieder jaar onderwerpen aan een voor inschrijving aan de universiteit verplicht preventief medisch onderzoek. Voor buitenlandse studenten met beurzen van de Italiaanse regering bestaat gedurende hun verblijf in Italië en hun gehele studieduur aldaar
208
i
een levens-, ongevallen- en ziekteverzekering. Alle naar behoren geïmmatriculeerde studenten zijn bovendien verzekerd tegen ongevallen, die hen kunnen overkomen bij door het studieprogramma voorgeschreven experimenten en oefeningen, die door professoren of assistenten worden geleid.
Studie- en beroepsadvies Alle universiteiten beschikken over een secretariaat voor buitenlandse studenten (segreteria studenti stranieri), dat alle inlichtingen kan verstrekken die nodig zijn voor het samenstellen van een eigen studieprogramma en die licht werpen op de toekomstmogelijkheden. Bovendien kunnen buitenlandse studenten zich, voorzover beschikbaar, tot professoren die met studievoorlichting zijn belast wenden.
Werkmogelijkheden Het is buitenlandse studenten niet toegestaan betaalde werkzaamheden te verrichten. Uitzonderingen op deze regel worden slechts zelden gemaakt.
Studentenhandboek
duidelijk lager, wanneer een student in de mensa eet, waar een maaltijd minder dan LIT 2 000 kost. Huisvesting Buitenlandse studenten kunnen slechts in uitzonderingsgevallen onderdak vinden in studentenhuizen (casa dello studente). Deze flats vindt men in iedere universiteitsstad; ze bieden voor een geringe huur kamers met één, twee en soms drie bedden. Na hun aankomst in Italië kunnen buitenlandse studenten zich voor informatie en hulp wenden tot het studentensecretariaat (segreteria studenti) of het provinciale bureau voor vreemdelingenverkeer (Ente Provinciale per il Turismo). De plaatsen in studentenhuizen worden op grond van vergelijkend onderzoek (concorso) vergeven, waarbij voorrang wordt verleend aan studenten die een studietoelage ontvangen. In geval van toewijzing wordt de maandelijkse huur in mindering gebracht op de toelage. De huurprijs van een privé-éénpersoonskamer bedraagt rond LIT 200 000 per maand.
Studentenfaciliteiten Kosten van levensonderhoud Over de kosten van levensonderhoud kunnen geen precieze cijfers gegeven worden, omdat de prijzen voortdurend stijgen en van plaats tot plaats sterk verschillen. Men kan er echter vanuit gaan dat de gemiddelde uitgaven voor een jaar kost en inwoning circa LIT 7 500 000 bedragen. Dit bedrag ligt
Italiaanse alsmede buitenlandse studenten kunnen speciale week- en maandabonnementen voor de trein krijgen. Voor het verkrijgen van een daartoe dienend pasje moeten ze aan de bevoegde persoon op het station van hun woonplaats een bewijs van immatriculatie (inschrijving) en een uittreksel uit het bevolkingsregister overleggen.
Italië
Voor het plaatselijke openbare vervoer bestaan in de regel geen kortingen, omdat de tarieven daarvan tegenwoordig erg laag zijn. Voor bijna alle culturele manifestaties — concerten, theater e.d. — krijgen studenten speciale kortingen. De regionale instituten Diritto allo studio, die, zoals hierboven is aangegeven, voor sociale diensten verantwoordelijk zijn, houden zich ook bezig met het bevorderen van sport- en vrijetijdsactiviteiten voor studenten (b.v. theater en bioscoop).
Faciliteiten voor gehandicapte studenten In talrijke regionen (regioni) zijn speciale vormen van hulpverlening voor gehandicapte studenten (b.v. transportmiddelen, enz.) aanwezig.
i
209
Informatiebronnen
Algemene informatie krijgen de studenten bij de volgende instellingen: - Italiaanse diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen ; - Italiaanse cultuurinstituten; - Ministero della Pubblica Istruzione; - Direzione Generale dell' Istruzione Universitaria (Ministerie van Onderwijs — algemeen directoraat voor hoger onderwijs), Rome; - Ministero degli Affari Esteri (Ministerie van Buitenlandse Zaken), DGRC Ufficio VI, Rome. Voor details kan men zich wenden tot het Segreteriato degli Studenti Stranieri (secretariaat voor buitenlandse studenten) aan de betreffende instellingen voor hoger onderwijs.
210
Aanhangsel
1. Adressen Italiaanse ambassades in de EG-landen België 28. rue Émile Claus B-1050 Bruxelles Denemarken Vorderingborggade, 18-22 DK-2100 København Bondsrepubliek Duitsland Karl Finkeinburgstraße 51 D-5300 Bonn 2 Griekenland 2, Sekeri Athens 138 Frankrijk 7, rue de Varenne F-75007 Paris Ierland 12 Fitzwilliam Square Dublin 2 Luxemburg 5, rue Maric-Adelaïde L-2128 Luxembourg Nederland Zeestraat 65 F Den Haag 2518 AA Verenigd Koninkrijk 14 Three Kings Yard London Wl Italiaanse Cultuurinstituten in de EG-landen. België 38. rue de Livourne B-Bruxelles
I Denemarken Gjørlingsvej 11 DK-2900 Hellerup Bondsrepubliek Duitsland Hansastraße 6 D-2000 Hamburg Karl Finkeinburgstraße 51 D-5300 Bonn 2 Universitätsstraße 81 D-5000 Köln Hermann-Schmid-Straße 8 D-8000 München Sophienstraße 22b D-7000 Stuttgart Griekenland Oktovriou Patission Athens Odos 28 Frankrijk 50, rue de Varenne F-75007 Paris 7, rue de Lediguières F-Grenoble 6, rue Fernand Pauriol F-Marseille 10, avenue de la Paix F-Strasbourg Ierland 11 Fitzwilliam Square Dublin 2 Nederland Keizersgracht 564 Amsterdam Verenigd Koninkrijk 39 Belgrave Square London SW1 Ministeries Ministero degli affari esteri Direzione generale delle relazioni culturali con l'estero Piazza Farnesina, 1 1-00100 Roma Ministero della pubblica istruzione Direzione generale istruzione universitaria Via Trastevere, 76 1-00153 Roma
Studentenhandboek Instellingen voor buitenlanders Università per stranieri Palazzo Gallenga Piazza Fortebraccio 1-06100 Perugia Scuola di lingua e cultura italiana per stranieri Via Banchi di Sotto, 46 1-53100 Siena Jongerenfederaties en -organisaties ARCE — Associazione relazioni culturali estere Via Velletri, 24 1-00100 Roma ARCEI — Associazione italiana relazioni culturali con l'estero Via Sicilia. 154 1-00100 Roma Intercultura ex ASAI Piazza S. Pantaleo, 3 1-00186 Roma UCSEI - Ufficio centrale studenti esteri in Italia Piazza Marioni. 1 1-06100 Perugia Fondazione RUI Via Crescenzio, 16 1-00100 Roma Instellingen van hoger onderwijs Università degli studi di Ancona Piazza Roma, 22-23 1-60100 Ancona Università degli studi di Bari Piazza Umberto I, 1 1-70100 Bari Università degli studi della Basilicata presso Istituto ex Enauli Rione Francioso. 85 1-85100 Potenza Università degli studi di Bologna Via Zamboni. 33 1-40100 Bologna Università degli studi di Brescia Corso Mameli. 27 1-251000 Brescia Università degli studi della Calabria Via Matteotti 1-87100 Cosenza
I
Italie
211
Università degli studi di Cagliari Via Università. 40 1-09100 Cagliari
Università degli studi di Napoli Corso Umberto I. 2 1-80100 Napoli
Università degli studi di Udine Via Antonini, 8 1-33100 Udine
Università degli studi di Camerini) Via del Bastione, 3 1-62032 Camerino
Università degli studi di Padova Via Vili Febbraio, 2 1-35100 Padova
Università degli studi di Venezia Palazzi Foscari e Giustiniani di Vescovi 1-30100 Venezia
Università degli studi di Cassino Via Marconi (Bivio Monte Cassino) 1-03043 Cassino (Frosinone) Università degli studi di Catania Piazza dell'Università 1-95129 Catania Università degli studi ' G . D'Annunzio' Via dei Vestini 1-66013 Chieti Università degli studi di Ferrara Via Savonarola, 9 1-44100 Ferrara Università degli studi di Firenze Piazza San Marco, 4 1-50121 Firenze Università degli studi di Genova Via Balbi. 5 1-16126 Genova Università degli studi de L'Aquila Piazza dell'Annunziata, 1 1-67100 L'Aquila Università degli studi di Lecce Viale Taranto, 2 1-73100 Lecce Università degli studi di Macerata Piazza dell'Università, 2 1-62100 Macerata Università degli studi di Messina Via T. Cannizzaro 1-98100 Messina Università degli studi di Milano Via Festa del Perdono, 4 1-20100 Milano Università degli studi di Modena Via Università, 4 1-41100 Modena Università degli studi del Molise* 1-86100 Campobasso
Geen andere activiteiten.
Università degli studi di Palermo Piazza Marina 1-90100 Palermo Università degli studi di Parma Via Cavestro. 7 1-43100 Parma Università degli studi di Pavia Corso Strada Nuova, 65 I-27I00 Pavia Università degli studi di Perugia Piazza dell'Università 1-06100 Perugia Università degli studi di Pisa Lungarno Pacinotti, 43 1-56100 Pisa Università degli studi di Reggio Calabria Via Cimino. 25 1-89100 Reggio Calabria Università degli studi di Roma I 'La Sapienza' Città Universitaria 1-00100 Roma Università degli studi di Roma li 'Tor Vergata' Via Orazio Raimondi Località Romanina 1-00100 Roma Università degli studi di Salerno Via Urbano II 1-84100 Salerno Università degli studi di Sassari Piazza Università, 21 1-07100 Sassari Università degli studi di Siena Banchi di sotto 1-53100 Siena Università degli studi di Torino Via G Verdi, 8 1-10124 Torino Università degli studi di Trento Via Belenzani, 12 1-38100 Trento Università degli studi di Trieste Piazzale Europa, 1 1-34100 Trieste
Università degli studi di Verona Via S. Francesco, 1 1-37129 Verona Università degli studi della Tuscia di Viterbo Via S. Giovanni Decollato, 1 1-01100 Viterbo Instellingen polytechnieken Politecnico di Milano Piazza Leonardo da Vinci, 32 1-201234 Milano Politechnico di Torino Corso Duca degli Abruzzi, 24 1-10129 Torino Andere instellingen Istituto universitario di architettura Venezia Santa Croce, Campazzo dei Tolentini 191 1-30100 Venezia Istituto orientale Napoli Piazza S. Giovanni Maggiore, 30 1-80133 Napoli Istituto navale Napoli Via Ammiraglio Acton, 38 1-80100 Napoli Scuola normale superiore di Pisa Piazza dei Cavalieri, 7 1-56100 Pisa Scuola superiore di studi universitari e di perfezionamento di Pisa Via Carducci, 40 1-56100 Pisa Vrije universiteiten Università cattolica del 'Sacro Cuore' Milano Largo A. Gemelli, 1 1-20123 Milano Università degli studi 'L. Bocconi' Milano Via R. Sarfatti, 25 1-20123 Milano
212
I
Libera università intemazionale studi sociali Luiss Roma Viale Pola, 12 1-00198 Roma
Istituto superiore di educazione fisica Lombardia Milano Piazza S. Alessandro, 1 1-20133 Milano
Università degli studi di Urbino Via Saffi, 2 1-61029 Urbino
Istituto superiore di educazione fisica L'Aquila Via Francesco Crispi 1-67100 L'Aquila
Istituto universitario di lingue moderne Milano Piazza dei Volontari, 3 1-20145 Milano Istituto universitario di lingue e letterature straniere Bergamo Piazza Vecchia, 6 1-24100 Bergamo Magistero pareggiato 'Suor Orsola Benincasa' Napoli Corso Vittorio Emanuele 1-35100 Napoli Magistero Catania Via Cripli, 225 1-95100 Catania Magistero pareggiato ' Maria SS. Assunta' Roma Via della Transpontina, 81 1-00100 Roma Hoger onderwijs voor lichamelijke opvoeding Istituto superiore di educazione fisica Bologna Via San Vitale, 15 1-40100 Bologna Istituto superiore di educazione fisica Firenze Via Nicolodi, 2 1-50137 Firenze Istituto superiore di educazione fisica Palermo Via Imperatore Federico, 61 1-90100 Palermo Istituto superiore di educazione fisica Napoli Mostra d'Oltremare 1-80100 Napoli Istituto superiore di educazione fisica Torino Piazza Bernini, 12 1-10100 Torino Istituto superiore di educazione fisica Urbino Vìa Saffi, 2 1-61029 Urbino
Istituto superiore di educazione fisica Perugia Via L. Canali, 12 1-06100 Perugia Istituto superiore di educazione fisica Milano Via S. Agnese, 2 1-20123 Milano Istituto superiore di educazione fisica Roma Foro Italico Piazza de Bosis, 15 1-00100 Roma
2. Bibliografìe Corsi di lingua e cultura italiana per stranieri in Italia. Ministero degli affari esteri, Rome (1984), 13* edizione. Università e istituti universitari. Ministero della pubblica istruzione, Rome, 1979, 318 blz. Disposizioni sull'ordinamento didattico universitario. Ministero della pubblica istruzione, Rome, 1982, 1139 blz. De bovengenoemde publikaties zijn kosteloos verkrijgbaar bij het ministerie dat ze heeft uitgegeven. G. Regonini, P. Trivellato: Guida all'università. La Nuova Italia Scientifica, Rome, I a ediz. 1980. G Sartoratti : Una scelta per l'università — Corsi di laurea e professioni. Edizioni Ålborg, 1981, Padova. C. Boga : Guida alla scelta della facoltà e del corso di laurea. Pirola editore, 1979, Milaan. F. Stramacci: Le università dei centri minori. Lucarini, Rome, 1980.
Studentenhandboek L. Livatino. C. Saetta: Accesso all'università e scelta del corso di laurea. Ed. Istituto Padano di arti grafiche, Rovigo, 1977, 570 blz. Fondazione RUI: L'orientamento e il 'counselling' nella Comunità europea. F. Ili Palombi editore. 1981, Rome. F. Ferragni. R. Masci: Il lavoro del laureato. Zanichelli. 1984. Bologna. 'Universitas' — Rivista trimestrale di studi e documentazione di vita universitaria. F. Ili Palombi editore, Via dei Gracchi 181. Rome. De bovengenoemde publikaties zijn bij de uitgeverijen of in de boekhandel verkrijgbaar.
I
Italië
213
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Studenti complessivamente iscritti
Studenti complessivamente iscritti Sedi universitarie
Ancona Bari Basilicata Bologna
Sedi universitarie
Italiani e stranieri
Stranieri
6 497
748
48 795
822
* 55816
* 2 704
Brescia
4 163
-
Cagliari
Italiani e
Stranieri
Pavia
17 947
1 253
Perugia
18 075
1 126
Pisa
27 479
628
Reggio Calabria Roma I - La Sapienza
16 392
239
Calabria (Cosenza)
5 362
33
Salerno
Camerino
2 685
329
Sassari
Cassino
1 665
1
Catania
28 734
600
Abruzzo (L'Aquila - Chieti - Tezamo e Pescara)
17321
S47
Ferrara
5 620
Roma II - Tor Vergata
2 441
82
143 117
4 224
819 20 508
75
8512
198
Siena
11015
401
Torino
43 133
599
Torino-Politecnico
10815
783
Trento
2 627
12
350
Trieste
12 724
1080
Firenze
40 398
1 388
Tuscia
661
10
Genova
30910
945
Udine
2 193
24
L'Aquila
4 702
160
Venezia
Lecce
6 430
64
Macerata
4 167
89
11 950
111
Venezia - Istituto universitario architettura
7 689
529
Verona
7 472
180 14
Messina
30 414
553
Milano
61224
1425
Milano-Politecnico
23 456
1 179
Bergamo
2 596
8 025
236
Catania
2 586
2
Milano Bocconi
8 070
96
Milano IULM
Modena Molise (Campobasso) Napoli
* 97411
* 1 731
Università libere
2 871
37
18412
227
859
14
Milano S. Cuore Università Cattolica
7 201
57
3 563
12
Padova
40 769
1 606
Napoli - Istituto universitario pareggiato di magistero S. Orsola Benincasa
Palermo
40 207
832
Parma
16 044
354
Roma - Università libera internazionale degli studi sociali (LUISS)
1 825
40
969
28
9 979
263
Napoli - Istituto universitario navale Napoli - Istituto universitario orientale
Non ancore funzionante.
Roma - Istituto universitario pareggiato di magistero Maria Santissima Assunta Urbino
I
214
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs
ε i
3 ε
ss a ¿s
< < o o o
E g s s s
ä e ë
iiii
. 2 S Ή '-S '3 M
Sedi universitarie Ancona Bari Basilicata Bologna Brescia Cagliari Calabria (Cosenza) Camerino Cassino Calania Abruzzo L'Aquila - Chieti - Teramo e Pescara Ferrara Firenze Genova L'Aquila Lecce Macerata Messina Milano Milano-Politecnico Modena Molise (Campobasso) {*) Napoli Napoli-Istituto Univ. Navale Napoli-Istituto Univ. Orientale Padova Palermo Parma Durata anni
• • • •
• • • •
•
• • •
•
• • •
• • • • •
• • •
• • • •
•
• • • • • • • • • t • • • •
• • • • • • • • • • •
1
• • • • • • • •
•
t
• • •
S
W 3
•
•
• t
rt
s s s s s
¡E E O 3
t
•
• • • • • • • • • β
• • • •
• •
t
•
• t
• • •
• • • • • • • • • t • • • • • • • • • • •
•
• • • •
•
•
•
•
•
• •
• •
• • •
• • •
• • • • • •
• • t • • •
• • • • • t • • t • • • • • • • •
• • • • • e
• •
5 4 5 5 4
•
4 4 4 4
•
•
•
•
4 4 4 4 4 5 2
:
• • •
4 4 4 4 4 6 5 4 5
I
Italië
2
•5 5
e 1
■ã ε
• Corso di laurea
E a Ç? o — ~ o o C
C
C
C
=
o o
o o
— u (2 — o 3 'o S E c o S "õ =
£ a S
9 -Ξ
2 Ξ S 3 3 3 «
e u
C C C C C C C C C C C C C O . J 2 c O
.Si .Si .Ü .Ü -S .S .S -s .H -tí .Si Si Si Ü
ÏÏ
w
ω
Si y
o
3 *°
215
I
216
Studentenhandboek
a ._ =
7 ?
3 Γ
SI
K LL=
J a
=
.9· .^
iii
1a
Õ Õ c .0 U. U. U. u.
— e
α a
Õ υ
I¡ «
(5
M
S
2
'S "S 2 2
IS
Sedi universitarie Pavia Perugia Pisa Reggio Calabria Roma I La Sapienza Roma II Tor Vergata Salerno Sassari Siena Torino TorinoPolitecnico Trento Trieste Tuscia Udine Venezia Venezia Istituto Universitario Architettura Verona
• •
• • •
• • • • • •
•
• •
• • •
• • • • •
•
•
• •
• • •
• • • • • •
•
• * • •
•
•
• • •
•
•
• • •
• • •
• • • •
•
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • • • •
• • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
•
• •
•
• • • •
•
Università libere Bergamo Catania Milano Bocconi Milano IULM Milano S. Cuore Univ. cattolica (3) Napoli Istituto universitario pareggiato di magistero S. Orsola Benincasa Roma Università libera intemazionale degli studi sociali (LUISS) Roma Istituto universitario pareggiato magistero Maria Santissima Assunta Urbino Durala anni
• • • •
•
5 4 5 5 4
•
•
•
•
• •
•
• • • • • • • • • • • •
•
• •
• • •
•
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5
:
• •
2 4 4 4 4 4 6 5 4 5
I
Italië
■S -g
s ε JS
JS
Cu CL ιΛ
Λ
(Λ c75
ii
11
Ί -s
JS
.
8 8
217
OO Ό
Q.
Sj
C
v i l ) j t / i W l A i ) } E A ( < 1 I / i l ) i v ! l / l
ι'S s I Ir) 1/1 ι/]
J
(') Si accede dal 3° anno di lettere, scienze naturali, scienze biologiche, scienze geologiche, scienze politi che, statistica, economia e commercio. ( : ) SÌ accede con la laurea in ingegneria. Ò) L'Università Cattolica «Sacro Cuore» ha giurisprudenza, scienze politiche, economia e commercio, lettere e filosofia, a Milano ; magistero e scienze M. F. N. a Brescia ; agraria a Piacenza; medicina e chirurgia a Roma. (*) Molise — Istituita ma non ancora funzionante.
218 4. Verklarende woordenlijst Assegno di studio: een studietoelage, ook presalario genoemd, krijgen begaafde studenten met goede studieresultaten, die over onvoldoende financiële middelen beschikken. Hij wordt verleend op grond van een „concorso" (vergelijkend onderzoek) en wel voor het verwerven van een enkele laurea. Consiglio di facoltà: de faculteitsraad is een college, waarvan alle gewone hoogleraren en een vertegenwoordiging van de ingeschreven studenten deel uitmaken. Het heeft onder meer de volgende taken: a) opstellen van het rooster van de verschillende studieprogramma's, b) voorstellen doen m.b.t. het hervormen van de wijze van lesgeven aan de universiteit, c) standpunten bepalen t.a.v. vragen die door rector of decaan worden opgeworpen, d) besluiten tot en uitvoeren van disciplinaire maatregelen tegen studenten, e) goedkeuren van studieprogramma's. Corso di perfezionamento: zie Perfezionamento. Corso di specializzazione: zie Specializzazione. Corso singolo: het „individuele studieprogramma" is een speciale gunst aan Italiaanse studenten die hun vaste woonplaats hebben in het buitenland, en aan buitenlandse studenten die ten minste twee jaar aan staats- of aan door de staat erkende universiteiten hebben gestudeerd. Anders dan bij de gangbare corsi di laurea, waarbij men zich voor slechts één corso of slechts één faculteit kan inschrijven, kan men zich bij de corsi singoli in één en hetzelfde jaar inschrijven voor één of meer corsi van één of meer faculteiten. Diploma di maturità: hel „einddiploma" krijgt men bij het eindexamen dat men ter afsluiting van de middelbare school doet. Men kent vakkenpaketten met verschillende benamingen.
I
Studentenhandboek
Voorzover ze na een studieduur van vijfjaar (na vijf klassen lagere en drie jaar middelbare school) verworven worden, geven al deze diploma's recht op studie aan een universiteit en aan elke faculteit. Tegenwoordig duren alleen de diplomi magistrali (pedagogische richting) en de diplomi artistici (artistieke vakken) vier jaar; zij geven slechts toegang tot bepaalde faculteiten. Na het volgen van een aanvullend jaar — anno integrativo — en een daarbij behorend afsluitend examen is inschrijving aan alle faculteiten mogelijk.
in het land van herkomst recht geeft op toelating tot de universiteit.
Dottorato di ricerca : een „ postlauream" academische titel, die alleen in het wetenschappelijk onderzoek van belang is.
Istituti per il diritto allo studio: van de regio's afhankelijke, aan de afzonderlijke universiteiten bestaande inrichtingen, die zorgen voor sociale diensten aan en faciliteiten voor studenten.
Dottore: de doctorstitel is een academische graad, bestemd voor iedereen die de laurea heeft bereikt. Men kent dottori in geesteswetenschappen, dottori in exacte wetenschappen, enz., al naar gelang de corso di laurea die men heeft afgemaakt. Esame di laurea: iedere student die alle in de corso di laurea voorgeschreven tentamens heeft gehaald, wordt toegelaten tot het esame di laurea. Dit bestaat uit de bespreking van een tesi (scriptie) voor de faculteitsraad. Esame di profitto: dit is het tentamen dat jaarlijks wordt afgelegd in de verschillende vakken, waarvan de student het studieprogramma heeft gevolgd. Het tentamen kan zo vaak als men wil overgedaan worden. Facoltà: onderwijs- en onderzoekeenheid van een instelling voor hoger onderwijs. Immatricolazione: de toelating tot het eerste jaar van de gekozen faculteit (of van de corso di laurea) wordt immatriculatie genoemd. Om zich te kunnen immatriculeren (ol inschrijven), moet de kandidaat het Italiaanse diploma di maturità bezitten of een gelijkwaardig eindexamen van een buitenlandse middelbare school, d.w.z. een diploma dat
Immatricolazione con abbreviazione di corso: inschrijving in een voortgeschreden studiejaar voor studenten die al gedeelten van een overeenkomstige universitaire studie hebben afgemaakt. Iscrizione: inschrijving is hen voorbehouden, die het eerste jaar op een Italiaanse of buitenlandse universiteit al hebben afgemaakt. Inschrijving is onafhankelijk van het aantal gehaalde tentamens mogelijk.
Istituti superiori di educazione fisica: reiken een diploma uit waarmee op alle Italiaanse scholen (van elk niveau en in elke klas) lichamelijke opvoeding kan worden gegeven. Istituto libero: private, maar door de staat erkende instellingen van hoger onderwijs. Istituto universitario: universitaire instelling, die zowel naluurals geesteswetenschappelijke vakken kan omvatten, bij voorbeeld het Istituto Navale, het Istituto Universitario di Medicina, het Istituto Universitario di Lingue e Letterature straniere, enz. Laurea: academische graad die men verwerft wanneer men het voorgeschreven aantal studiejaren afgemaakt en alle in het studieprogramma opgenomen tentamens alsmede het esame di laurea gehaald heeft. Magistero pareggiato: universitaire instelling die bijna alleen maar vakken omvat die betrekking hebben op het beroep van leraar. De magistero wordt echter niet beschouwd als een faculteit voor de opleiding van leraren zoals dat in sommige andere landen het geval is. Aan de magistero kan men zich opgeven voor
Italië de volgende corsi di laurea: literatuurwetenschappen, pedagogie, psychologie, sociologie, vreemde talen en literatuur. Numero chiuso: aanduiding voor toelatingsbeperkingen voor enkele studies. Perfezionamento (Scuole di): deze instellingen voor verdere vorming hebben een puur wetenschappelijk karakter en een wetenschappelijk oogmerk. Ze moeten laureati aansporen tot zelfstandige wetenschappelijke activiteit. Toelating geschiedt door middel van een „concorso". Men kan zich niet tegelijkertijd voor twee „scuole di perfezionament o " of voor een scuola di perfezionamento en een scuola di specializzazione inschrijven. De afgestudeerden moeten jaarlijkse tentamens en voor het diploma een examen afleggen. Politecnico: universitaire instelling met slechts twee corsi di laurea: opleidingen tot ingenieur en architect. In Italië heeft men slechts politecnici in Milaan en Turijn. Preiscrizione: eerste fase van de immatriculatie (of inschrijving), die in het academische jaar 1976/1977 werd ingevoerd. Deze is verplicht voor alle buitenlandse kandidaat-studenten. met uitzondering van de in het hoofdstuk „Toelating en inschrijving" genoemde gevallen. Scuole dirette a fini speciali : de scuole dirette a fini speciali hebben geen eigenlijk universitair karakter, hoewel zij van de faculteit van een universiteit kunnen afhangen. In het kader van hun onderwijsautonomie en overeenkomstig de door de verantwoordelijke universitaire instellingen erkende doelmatigheid stellen zij zich bepaalde doeleinden op natuurwetenschappelijk en technisch gebied. In het algemeen wordt voor de toelating tot deze scholen het diploma di maturitià (eindexamen van de middelbare school) geëist.
I Specializzazione (Scuole di): deze hebben een overwegend praktisch doel. ofschoon het wetenschappelijke aspect niet verwaarloosd wordt. Hun taak is de laureati (afgestudeerden van de universiteit) veelomvattende technische capaciteiten te bezorgen in een bepaalde technische beroepssector. Toelating geschiedt door concorso; men kan zich niet tegelijkertijd voor twee scuole di specializzazione of voor een scuola di specializzazione en een scuola di perfezionamento inschrijven. Ingeschrevenen moeten jaarlijkse tentamens en voor het diploma een examen afleggen. Università: algemene aanduiding voor alle instellingen van hoger onderwijs in Italië.
219
221
Luxemburg
Luxemburg
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
222
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen en toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/ Inschrijvings- en collegegeld
224
Kennis van de onderwijstaal
226
Toelagen en beurzen
226
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
228
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/Werkmogelijkheden/Studentenorganisaties /Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten
. 22
Informatiebronnen
229
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Verklarende woordenlijst
233
222
I
Organisatie van het hoger onderwijs
Het hoger onderwijs in Luxemburg beperkt zich in wezen tot: 1. een eerste studiejaar (Cours universitaires) op het Centre Universitaire de Luxembourg in de volgende vakgebieden: geesteswetenschappen, natuurwetenschappen, medicijnen en farmacie; 2. post-universitair onderwijs aan het Institut Universitaire International de Luxembourg en aan het Institut europeen pour la gestion de l'information; 3. een driejarige studie aan het Institut Supérieur de Technologie de Luxembourg; 4. een tweejarige studie in Informatica en economische wetenschappen aan het Centre Universitaire de Luxembourg. Typen van instellingen van hoger onderwijs Het Centre Universitaire de Luxembourg omvat de Cours universitaires en de Cours complémentaires (voor de Cours complémentaires zie verklarende woordenlijst). Het Institut Universitaire International is bestuurlijk verbonden met het Centre Universitaire. Hetzelfde geldt voor het Institut europeen pour la gestion de l'information, dat door groothertogelijk besluit van 29.12.1982
Studentenhandboek
werd opgericht. Het groothertogelijke besluit om het Institut Supérieur de Technologie (1ST) te stichten is op 1.9.1979 van kracht geworden. Het 1ST vervangt de tot nu toe fungerende Ecole Technique.
Aantal studenten In 1983/84 waren 396 studenten ingeschreven aan de Cours universitaires, daarvan 105 bij de afdeling rechten en economie, 134 bij de afdeling letteren en menswetenschappen. 157 bij de afdeling natuurwetenschappen. In 1982 namen 105 buitenlandse studenten, overwegend uit de EG-Lid-Staten, deel aan de studies van het Institut Universitaire International.
Organisatie en afsluiting van de studies De wetenschappelijke organisatie van de Cours universitaires, de studieprogramma's en de manieren van toetsen zijn vastgelegd in een groothertogelijk besluit. Op grond van dit besluit omvatten de Cours universitaires de volgende afdelingen, die op hun beurt zijn onderverdeeld in verschillende studierichtingen : 1. Afdeling rechten en economie; 2. Afdeling letteren en menswetenschappen ; 3. Afdeling natuurwetenschappen. Het onderricht aan de Cours universitaires duurt één jaar; het omvat verplichte en keuzevakken en vindt plaats in de vorm van hoorcolleges en werkgroepen. Het Département de droit et des sciences économiques
Luxemburg
(afdeling rechten en economie) omvat: 1. een onderafdeling voor studenten, die hun studie aan Franse universi teiten of aan universiteiten met een vergelijkbaar studieprogramma wil len voortzetten; 2. een onderafdeling voor studenten, die hun studie aan Franse universi teiten of aan universiteiten met een vergelijkbaar studieprogramma wil len voortzetten. Het Département des lettres et des sciences humaines omvat de volgende studierichtingen: filosofie en psycholo gie; klassieke filologie; romanistiek: germanistiek; anglistiek; geschiedenis en geografie. Het Département des sciences omvat de volgende studierichtingen: medicij nen (,,ΜΕ"); farmacie (..PH"): wis en natuurkunde (,.ΜΡ"); scheikunde en biologie („CB"). Gedurende het academische jaar, dat van de eerste week van oktober tot eind van de eerstvolgende maand mei loopt, moeten de élèves réguliers en de élèves libres deelnemen aan de door de professoren voorgeschreven examens, oefeningen en mondelinge overhorin gen. Daarbij worden semester of jaar cijfers gegeven, die worden meegedeeld aan de studenten. De waarderingscijfers lopen van 0 tot 20. Studenten, die één jaar Cours univer sitaires met goed gevolg hebben afgeslo ten, krijgen een getuigschrift en wel van het Département de droit et des scien ces économiques het Certificat d'études juridiques et économiques, van het Dé partement des lettres et des sciences humaines het Certificat d'études littérai res et des sciences humaines en van het Département des sciences het Certificat d'études scientifiques.
I
223
Studenten met één van deze drie ge tuigschriften kunnen zich als gewoon student inschrijven voor het tweede jaar van een Oostenrijkse. Belgische of Franse universiteit (voor het derde jaar van de rechtenstudie in België) en daar een titel of graad verwerven, die dan door het Ministerie van Onderwijs wordt erkend (homologation) of geregis treerd (enregistrement). Het Institut Universitaire Internatio nal is verdeeld in 3 wetenschappelijke afdelingen. 1. het Centre international d'études ju ridiques et de droit comparé; 2. het Centre international d'études et de recherches européennes; 3. het Centre international d'économie politique. Na een gemeenschappelijk programma van hoorcolleges en werkgroepen wor den geregeld gespecialiseerde en diep gaande cursussen gegeven, die over één of meer studieperiodes (sessions) van telkens drie tot vier weken uitstrekken. Het Institut européen pour la gestion de l'information heeft tot taak op het gebied van de informatica een postuni versitaire opleiding met inbegrip van wetenschappelijk onderzoek aan te bie den. Het belangrijkste doel is de opleiding van vaklieden in de elektronische ver werking van data op alle gebieden van de Europese economie. Het Institut Supérieur de Technologie heeft het karakter van een technische hogeschool. Het is in de volgende vak richtingen onderverdeeld: machine bouw, elektrotechniek, civiele bouwkun de, op de industrie gerichte informatica. De elektrotechniek kent de volgende specialisaties: elektronica
224
I
- industrie. De studies en de opleiding aan dit instituut duren drie jaar (6 semesters). Het studiejaar duurt van midden september tot eind juni. Studenten, die de studie aan het Institut Supérieur de Technologie met succes hebben volbracht, krijgen het Diplôme d'ingénieurtechnicien. Studenten met het Diplôme d'ingénieur-technicien kunnen zich ook aan bepaalde buitenlandse technische hogescholen of ingenieursscholen inschrijven. Vanaf het studiejaar 1983/84 bestaat aan de afdeling rechten en economie van het Centre Universitaire in Luxemburg een korte studie van twee jaar in de volgende vakrichtingen : - verwerking van data in het tertiaire bereik - handel en bankwezen - bedrijfseconomie. In het eerste studiejaar is het programma van de vakrichtingen handel en bankwezen en economie hetzelfde. De specialisering volgt pas in het tweede studiejaar. Voor alle drie de richtingen wordt aan het eind van het academisch jaar een examen afgenomen.
Speciale cursussen Op dit moment kent men in Luxemburg op het niveau van het hoger onderwijs geen speciale cursussen.
Studentenhandbock
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Bezitters van een Luxemburgs of overeenkomstig buitenlands eindexamen-diploma — onverschillig met welke specialisatie — kunnen zich als élève régulier of als élève libre inschrijven voor de Cours universitaires en voor de korte studierichtingen. Om zich te kunnen inschrijven bij het Institut Universitaire International moeten kandidaten zijn afgestudeerd in de rechtswetenschappen, politieke economie of politieke wetenschappen, of een gelijkwaardige titel kunnen tonen. Aan het verzoek tot inschrijving moet een referentie van een instelling van hoger onderwijs worden toegevoegd. Het Institut européen pour la gestion de l'information staat open voor personen, die een universitaire studie hebben afgesloten en deze door meer kennis van dataverwerking willen completeren. (Eventuele toelatingsbeperking op grond van het aantal kandidaten.) Kandidaten worden tot het Institut Supérieur de Technologie toegelaten : 1. wanneer zij in het bezit zijn van een middelbaar einddiploma met de exacte vakken als basis; 2. wanneer zij in het bezit zijn van een diploma of getuigschrift waaruit blijkt dat zij zeven jaren algemeen of hoger beroepsonderwijs voltooid hebben.
Luxemburg
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's Voor bepaalde hoogwaardige beroepen eist de Luxemburgse wet dat kandidaten letten op bepaalde toelatings- en opleidingsvoorwaarden. Daarom moeten bezitters van buitenlandse diploma's in gedetailleerd omlijnde gevallen — voor het opnemen van het beroep — hun titel door de Luxemburgse commissie van erkenning laten erkennen. Deze commissie onderzoekt de diploma's die haar worden voorgelegd naar het gezichtspunt van overeenstemming met de nationale wetgeving (vooral wat studieduur, toelatingsvoorwaarden en de inhoud van de opleiding betreft). Het gaat vooral om de volgende beroepen: leraar, advocaat, notaris, arts, tandarts, dierenarts, apotheker. De andere academische beroepen worden in het algemeen aan een controle van de commissie ter erkenning onderworpen (b.v. voor de diploma's in economische en sociale wetenschappen, politicologie, architectuur en het ingenieurswezen). Over het algemeen worden academische graden en diploma's alleen maar als zodanig erkend als zij een volledige universitaire studie van minstens vier jaar afsluiten.
Beperkingen en toelatingsexamens Voorzover mogelijk worden buitenlandse studenten toegelaten tot de Cours universitaires. Het aantal buitenlandse studenten dat wordt toegelaten is niet aan beperkingen onderhevig. Toelatingsexamens worden niet afgenomen.
I
225
Het Institut Universitaire International laat de kandidaten eveneens zonder toelatingsexamen toe. Het Institut Supérieur de Technologie laai buitenlandse studenten in het kader van de mogelijkheden toe. Aanvraag en inschrijving Noch voor de Cours universitaires, noch voor het Institut Universitaire International, noch voor het Institut Supérieur de Technologie zijn verzoeken om toelating vereist. Het verzoek om inschrijving voor de Cours universitaires moet voor 1 september bij de administratie van de betreffende afdeling binnen zijn. Verzoeken om inschrijving voor de studie aan het Institut Universitaire International moeten samen met een officieel gewaarmerkte kopie van het getuigschrift zo snel mogelijk (uiterlijk in mei) bij dit Institut worden ingeleverd. Het verzoek om inschrijving voor een studie aan het Institut Supérieur de Technologie moet men voor september aan de directeur van het instituut richten.
Inschrijvings- en collegegeld Inschrijvings- en collegegeld worden noch voor de Cours universitaires noch door het Institut Universitaire International of door het Institut Supérieur de Technologie verlangd. Het inschrijfgeld voor het Institut Européen pour la gestion de l'information bedraagt LFR 100 000.
226
I
Studentenhandbock
Kennis van de onderwijstaal
Toelagen en beurzen
Bij de Cours universitaires is Frans de voertaal. Buitenlandse studenten moeten over een degelijke kennis van deze taal beschikken. De leiding van het Centre Universitaire eist van de studenten echter geen toets en evenmin een bewijs van taalvaardigheid. Op het Institut Universitaire International wordt les gegeven in het Duits. Engels en Frans. Studenten die er willen studeren moeten deze drie talen beheersen, maar ze hoeven geen proef van taaibekwaamheid af te leggen. Op het Institut Supérieur de Technologie wordt in het Duits en Frans onderwezen. Studenten die er willen studeren moeten beide talen perfect beheersen. Aan het Institut européen pour la gestion de l'information moeten de kandidaten minstens één van beide lecrtalen beheersen (Frans en Engels) alsmede voldoende kennis van de andere taal hebben.
Ingevolge een wet van 8 december 1977 kan de staat aan studenten die hoger onderwijs willen volgen financiële steun geven. Deze steun kan verleend worden in de vorm van een beurs, een renteloze of een rentedragende lening. De volgende personen komen in aanmerking voor deze steun: 1. Luxemburgse studenten; 2. buitenlandse studenten die hun vaste woonplaats hebben in Luxemburg of die hun eindexamen hebben gehaald aan een Luxemburgse onderwijsinstelling of op de Europese School in Luxemburg. Onder „hoger onderwijs" verstaat men: 1. alle universitaire studies wat betreft de eerste en tweede studiefase (cycle); 2. para-universitaire opleidingen (gediplomeerd verpleegster e.d.); 3. andere vormen van niet-universitair onderwijs (leidend tot een Diplôme de gradué); 4. de Cours universitaires in Luxemburg; 5. studie aan het Institut Supérieur de Technologie. Aanvraag voor het wintersemester: een verzoek om financiële steun moet uiterlijk 10 juli gericht worden aan het Département Orientation scolaire et Services sociaux (voor adres zie Aanhangsel), ook wanneer de student nog niet voor
Luxemburg
een bepaalde instelling voor hoger onderwijs heeft gekozen. Aanvraag voor het zomersemester: studenten die het wintersemester financiële steun hebben ontvangen, moeten uiterlijk 10 januari een nieuwe aanvraag indienen. Details over de aanvraagprocedure kan men vinden in de brochure ..Que faire pour avoir une aide financière de l'État pour études supérieures?" (zie Bibliografie). Het Institut Universitaire International in Luxemburg geeft een beperkt aantal beurzen aan zijn studenten. Wie daarvoor in aanmerking wil komen, moet aan zijn verzoek tot inschrijving een aanbeveling toevoegen, hetzij — wanneer hij al beroepsmatig werkzaam is — van één van zijn superieuren.
I
227
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Wanneer studenten uit EG-Lid-Staten naar Luxemburg komen voor een periode die het jaar niet overschrijdt, dan moeten ze binnen een week na aankomst naar de gemeentesecretarie van hun woonplaats gaan om een tijdelijke verblijfsvergunning aan te vragen. Studenten die langer dan een jaar in Luxemburg willen blijven moeten een vestigingsvergunning (autorisation d'établissement) aanvragen, die in de vorm van een identiteitspas voor buitenlanders wordt uitgereikt. Deze pas is vijfjaar geldig.
228
1
Sociale voorzieningen
Studentenhardboek
eigenlijk alleen in de horecasector tijdelijk werk kan vinden. Studentenorganisaties
Buitenlandse studenten kunnen zich niet tegen ziekte verzekeren bij een Luxemburgs ziekenfonds. Een bewijs dat men door een buitenlandse ziekteverzekering is gedekt wordt niet gevraagd.
Behalve de drie belangrijkste studentenbonden : - ALUC (Association Luxembourgeoise des Universitaires Catholiques): - CEL (Cercle des Étudiants Libéraux): - UNEL (Union Nationale des Étudiants Luxembourgeois) zijn er aan de universiteiten rond twintig Luxemburgse Studentenclubs, die zich bezighouden met het onderhouden van contact met buitenlandse studenten.
Studie- en beroepsadvies
Kosten van levensonderhoud
Het adviesbureau Orientation scolaire et Services sociaux van het Ministerie van Onderwijs (voor adres zie Aanhangsel) geeft buitenlandse studenten advies bij alle problemen die betrekking hebben op het dagelijks leven van de student in Luxemburg. Bij de Service d'Orientation professionnelle, die verbonden is aan de Administration de l'Emploi (voor adres zie Aanhangsel) kan men informatie inwinnen over de arbeidsomstandigheden in het Groothertogdom.
Het gemiddelde maandinkomen van een Luxemburgs student valt moeilijk vast te stellen. In 1983/84 had een student zonder familie in Luxemburg maandelijks minstens LFR 18 000 nodig.
Sociale verzekering en ziekteverzekering
Werkmogelijkheden Studenten uit EG-Lid-Staten worden door de Administration de l'Emploi op dezelfde wijze behandeld als Luxemburgse studenten. Er moet echter op gewezen worden dat men op dit moment
Huisvesting Woningzoekende studenten moeten zich of tot een makelaar wenden of een advertentie in de krant zetten onder de rubiek demande de location. Zij kunnen ook een verzoek indienen bij het Centre Universitaire de Luxembourg om een kamer in een aangesloten tehuis te krijgen. Vanwege het beperkte aantal kamers (40) moeten de buitenlandse studenten hun verzoek zo vroeg mogelijk, op zijn laatst voor 1 september, indienen. De kamerhuur bedroeg
Luxemburg
in 1983/84 maandelijks LFR 2 500. Studenten die deelnemen aan de cursussen van het Institut Universitaire International de Luxembourg worden particulier of in het Centre Universitaire ondergebracht. In het laatste geval bedraagt de kamerprijs LFR 3 000. Voor bemiddeling zorgt het secretariaat van het instituut.
Studentenfaciliteiten De bij de Cours universitaires ingeschreven studenten hebben recht op het nuttigen van het middagmaal in de mensa, die ressorteert onder het Département Orientation scolaire et Services sociaux van het Luxemburgse Ministerie voor onderwijs. In het studiejaar 1983/84 bedroeg de prijs voor een middagmaal LFR 100. Voor 1984 is een kleine verhoging gepland. Het Département Orientation scolaire et Services sociaux kan verder alle vragen over beschikbare faciliteiten voor studenten beantwoorden.
I
229
Informatiebronnen
De volgende inlichtingen worden op aanvraag gegeven : - over studeren in Luxemburg en EGLid-Staten; door het Département Orientation scolaire et Services sociaux: - over het binnenreizen in Luxemburg: door de Service de la Police des Étrangers van het Ministerie van Justitie; - over de arbeidsmogelijkheden in Luxemburg: door de Administration de l'Emploi. (Voor adressen zie Aanhangsel).
230
I
Aanhangsel
Studentenhandboek Verenigd Koninkrijk 27, Wilton Crescent London SW 1 ■8 235 6961 Organisaties
1. Adressen Luxemburgse ambassades in de EGlanden België Avenue de Cortenberg, 75 B1040 Bruxelles ■8 733 99 77 Denemarken Voor Denemarken moet men zich tot de Luxemburgse ambas sadeur in Bonn wenden. Bondsrepubliek Duitsland Adenauerallee 110 D5300 Bonn 1 B> 21 40 08/9 Griekenland Voor Griekenland moet men zich tot de Luxemburgse ambassadeur in Rome wenden. Frankrijk 33, avenue Rapp F75007 Paris S 555 13 37 Ierland Voor Ierland moet men zich tot de Luxemburgse ambassadeur in Londen wenden. Italië 3, via Guerrieri (Aventino) IRoma B 57 45 456/7 Nederland 84, Zeestraat 2077 Den Haag ■8 64 75 16
Centre universitaire Cours universitaires Cycle court Département de droit et des sciences économiques en Département des lettres et des sciences humaines 162a, avenue de la Faïencerie L1511 Luxembourg ■8 21621 Centre universitaire Cours universitaires Département des sciences Place AugusteLaurent L1921 Luxembourg ■8 244 17 Institut supérieur de technologie Rue Richard CoudenhoveKalergi L1359 Luxembourg S> 43 66 61 Institut européen pour la gestion de l'information 13, rue de Bragance L1255 Luxembourg ■B 44 58 11 Institut universitaire international 162a, avenue de la Faïencerie L1511 Luxembourg B 21621 Orientation scolaire et services sociaux du Ministère de l'éduca tion nationale 7, rue Pierre d'Aspelt L1142 Luxembourg ■B 4794 555, 4794 551 Service de la police des étrangers du Ministère de la justice 16, boulevard Royal L2449 Luxembourg ■8 47941 Administration de l'emploi 34, avenue de la PorteNeuve L2227 Luxembourg ■B 267 93 Administration communale de la ville de Luxembourg Hôtel de Ville Place Guillaume L1648 Luxembourg ■8 479 61
ALUC (Association luxembour geoise des universitaires catholi ques) 12, avenue MarieThérèse L2132 Luxembourg CEL (Cercle des étudiants libé raux) Boite postale 1035 L1010 Luxembourg UNEL (Union nationale des étu diants luxembourgeois) Boîte postale 324 L2013 Luxembourg
2. Bibliografie De hierna genoemde brochures worden op aanvraag kosteloos verstrekt : door het Centre Universitaire de Luxembourg: Structures et Programmes. Lu xembourg 198384, brochure. door het Institut Universitaire International de Luxembourg: Études Juridiques et de Droit Comparé. Centre international d'études et de recherches européennes, fol der. Centre international d'Économie Politique. door het Institut Supérieur de Technologie: Horaires et Programmes, brochu re. door de Dienst Orientation sco laires et Services sociaux: Was tun nach dem 6. Schuljahr? Uitgave 1983, brochure. Was tun nach der „C inquième"? Uitgave 1983, brochure. Que faire pour avoir une aide fi nancière de l'État pour études su périeures? Uitgave 1983, brochu re, Que faire après le Lycée? Uitga ve 1983, brochure. Folders over ongeveer 60 academische beroe pen, Uitgave 1983.
I
Luxemburg Guide pratique pour études universitaires in - België - Frankrijk Das Studium in - Duitsland (BRD) - Oostenrijk - Zwitserland Praktische Hinweise. Das Handwerk und seine Berufe. een brochure, die de beroepsopleidingen beschrijft (1983). 3. Verklarende woordenlijst Certificat d'études juridiques et économiques: een Certificat d'études supérieures (CES), dat studenten die het ene jaar Cours universitaires met succes hebben afgesloten, krijgen van het Département de Droit et des Sciences économiques. Certificat d'études littéraires et des sciences humaines: een Certificat d'études supérieures (CES), dat studenten die het ene jaar Cours universitaires met succes hebben afgesloten, krijgen van het Département des Sciences humaines. Certificat d'études scientifiques: een Certificat d'études supérieures (CES), dat studenten die het ene jaar Cours universitaires met succes hebben afgesloten, krijgen van het Département des Sciences. Cours complémentaires: het Centre Universitaire geeft een aanvullende opleiding aan het Département de Formation juridiques, aan het Département de Formation pédagogique alsmede een werkpracticum. Om tot het Département de Formation juridique te worden toegelaten, moet men in het bezit zijn van de homologatie van een buitenlandse universitaire graad in de rechtswetenschappen. Het Département de Formation pédagogique verzorgt het eerste praktische jaar van de kandidaat-leraren voor middelbare scholen. Toelatingseis is de homologatie van een bui-
tenlandse universitaire graad, die daar berechtigt tot het deelnemen aan practica voor leraren (afsluitende examens in geesteswetenschappen, natuurwetenschappen, fysica, mathematiek). De Luxemburgse bezitter van een apothekersdiploma moet de cours complémentaires in het kader van een werkpractium (stage officinal) minstens zes maanden bezoeken. Diplôme d'ingénieur-technicien: de kandidaten die het afsluitende examen van het Institut Supérieur de Technologie afleggen ontvangen het Diplome d'ingénieur-technicien. De studie die leidt tot het diploma neemt drie jaar in besiag. De studenten kunnen hun studies aan bepaalde universiteiten en ingenieurscholen voortzetten om de titel van ingenieur of Diplom-ingenieur te halen. Élève libre: student aan de Cours universitaires, die zich kan inschrijven voor één of meer cursussen naar zijn keuze. Zijn inschrijving is afhankelijk van de toestemming van de professoren van de afdeling. Élève régulier: student aan de Cours universitaires die het recht heeft zich aan te melden voor de afsluitende examens van zijn afdeling. Hij is verplicht het onderwijs van zijn studierichting regelmatig te volgen. Enregistrement: met uitzondering van personen die in het Groothertogdom Luxemburg geen vaste woon- of verblijfplaats hebben, mag niemand in het openbaar een academische titel voeren, tenzij hij 1. hei desbetreffende diploma heeft verworven binnen het kader van de wettelijke bepalingen van het land. dat de titel verleend heeft; en hij 2. zijn diploma, aangevuld met de naam van de universiteit of instelling die het heeft uitgereikt en inclusief een volledige aanduiding van de verworven titel, heeft laten inschrijven bij het Registre de diplomes van het Ministerie van Onderwijs. Academische titels in de zin
231
van de Luxemburgse wet van 17.6.1963 zijn met name de titels van arts (docteur), ingenieur (ingénieur), architect (architecte), licentiaat (licencié), enz. Homologation: de door buitenlandse universiteiten en andere hogescholen aan Luxemburgse studenten verleende titels en graden worden in Luxemburg erkend middels een ambtelijke bevestiging (homologation) door het Luxemburgse Ministerie van Onderwijs. Het systeem van ambtelijke bevestiging geldt bij titels in de vakken: filosofie en filologie, wis- en natuurkunde, natuurwetenschappen, rechten, medicijnen, tandheelkunde, diergeneeskunde, farmacie. Ambtelijke bevestiging is vereist voor het uitoefenen van een functie of beroep in de bovengenoemde disciplines.
233
Nederland
Nederland
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
235
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
.239
Kennis van de onderwijstaal
.242
Toelagen en beurzen
.243
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
.245
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies / Werkmogelijkheden / Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud/Huisvesting/Studentenfaciliteiten/Faciliteiten voor gehandicapte studenten
.245
Informatiebronnen
248
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
249
Nederland
Organisatie van het hoger onderwijs
Het hoger onderwijs in Nederland omvat zowel de universiteiten en hogescholen als de scholen voor hoger beroepsonderwijs. De beide soorten van hoger onderwijs worden thans nog geregeld in verschillende wetten. Het beleid is erop gericht om tot een eenheidsstelsel van hoger onderwijs te komen. Bij de feitelijke verdeling van de studierichtingen en opleidingen over de universiteiten en hogescholen (wetenschappelijk onderwijs w.o.) enerzijds en de scholen voor hoger beroepsonderwijs (h.b.o.) anderzijds bestaat in Nederland de neiging opleidingen als die van onderwijsgevenden en van beoefenaren van paramedische beroepen bij het hoger beroepsonderwijs in te delen.
Typen van instellingen voor hoger onderwijs Nederland telt thans twintig instellingen van wetenschappelijk onderwijs (w.o.). De Wet op het wetenschappelijk onderwijs zegt in artikel 2. lid 1 : ..De instellingen van wetenschappelijk onderwijs worden onderscheiden in universiteiten en hogescholen en andere instellingen". In dezelfde wet worden in artikel 15 zeven universiteiten en vijf hogescholen genoemd. Volgens deze wet is het verschil tussen een universiteit en een hogeschool dat een universiteit ten
I
235
minste drie faculteiten moet tellen, waarvan één dan nog die van de geneeskunde of van de wis- en natuurkunde moet zijn. Bij een speciale wet is een nieuwe instelling ingesteld die niet voldoet aan de vereisten die de Wet op het wetenschappelijk onderwijs voor universiteit stelt, maar in de speciale wet wel universiteit wordt genoemd. Onder deze dertien instellingen zijn vijf rijksuniversiteiten, twee bijzondere universiteiten, één gemeentelijke universiteit, vier rijkshogescholen en één bijzondere hogeschool. De toelating tot deze instelling geschiedt volgens dezelfde wettelijke normen en de graden zijn gelijkgesteld. Al deze instellingen worden volledig door het rijk bekostigd. Een iets andere positie nemen de zeven theologische hogescholen in. Deze instellingen kunnen eveneens aanspraak maken op volledige subsidiëring door het rijk, maar niet allen hebben daarvan gebruik gemaakt. De toelating wordt aan de instellingen overgelaten. De graden zijn bij de wet gelijkgesteld aan die van de andere dertien instellingen. De theologische faculteiten van de twee bijzondere universiteiten vallen onder dezelfde regeling als de theologische hogescholen maar volgen in de praktijk de toelating die voor de rijksuniversiteiten geldt. De scholen voor hoger beroepsonderwijs (h.b.o.) leiden op voor vrije beroepen en voor het midden en hoger kader in de grote en middelgrote ondernemingen als wel voor de dienstensector. Er zijn in Nederland meer dan 350 van dergelijke onderwijsinstellingen. Het voornaamste onderscheid tussen de instellingen van het wetenschappelijk
236
I
onderwijs en het hoger beroepsonderwijs is de nadruk die enerzijds op de meer theoretische, anderzijds op de meer praktische toepassing van de vakgebieden is gericht. Het h.b.o. omvat acht schoolsoorten met dag-, avond- en part-time onderwijs. De meer dan 30 scholen voor hoger technisch onderwijs leiden in vier jaar, inclusief een praktisch jaar, ingenieurs op. Alle instellingen tezamen kennen meer dan 120 afdelingen met ongeveer 200 specialisaties. Op 22 plaatsen leiden scholen voor laboratoriumpersoneel in drie jaar op tot beroepen in laboratoria van verschillende aard. Er zijn negen hogere zeevaartscholen en één lerarenopleiding nautisch onderwijs. Een scala van opleidingsmogelijkheden vindt men in het huishoud- en nijverheidsonderwijs: 5 voor diëtiek, 9 voor kinderverzorging en opvoeding en 5 voor toegepaste huishoudwetenschappen. Nederland telt 11 hogere agrarische scholen die voor een grote verscheidenheid van functies opleiden, bij voorbeeld van levensmiddelentechnoloog tot landbouwkundige in de tropen. Het middenstandsonderwijs telt twee hogere hotelscholen die opleiden voor leidinggevende functies in hotel-, caféen restaurantbedrijf en in civiele diensten van bejaardenhuizen en ziekenhuizen. Opleidingen voor bedrijfsadministratieve, commerciële of economisch-juridische functies vallen onder het hoger economisch en administratief onderwijs. De bedoeling van deze onderwijstak is een passende voorbereiding te geven voor degenen die in handelsdienstverlenende en industriële bedrijven, bij de
Studentenhandboek
overheid en andere organisaties de leiding moeten geven. Er zijn 17 h.e.a.o.instellingen met dagopleidingen. Een groot aantal zeer gevarieerde opleidingen bereidt studenten voor op een functie in het onderwijs. Onder deze opleidingen vallen de pedagogische academies voor de leerkrachten op de lagere school, de nieuwe lerarenopleidingen, de opleidingen voor lagere en middelbare akten en de universitaire opleiding. Tot het sociaal-pedagogisch onderwijs behoren onder andere de 21 sociale academies, zes bibliotheek- en documentatieacademies, 44 scholen voor de journalistiek, 9 hogere scholen voor gezondheidszorg en enkele opleidingen in de paramedische sector, zoals die voor fysiotherapeuten, logopedisten en akoepedisten. Onder het kunstonderwijs worden begrepen: de conservatoria, muziekpedagogische academies en muziekopleidingen, de academies voor beeldende kunsten, de lerarenopleidingen voor kunstzinnige akten, de Nederlandse film- en televisieacademie, theateropleidingen een museumacademie. De academies voor bouwkunst hebben uitsluitend avondopleidingen. Sinds 1950 heeft zich in Nederland, naast het formele universitaire onderwijs, een systeem ontwikkeld dat met de term Internationaal onderwijs wordt aangeduid. Er zijn thans 17 instituten die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60 verschillende programma's op post-secundair en post-graduate niveau. Hoewel deze cursussen in de eerste plaats zijn opgezet voor de behoeften van ontwikkelingslanden, is er jaarlijks
I
Nederland
ook een groot aantal deelnemers uit andere landen. De cursussen worden in het Engels gegeven. Zij zijn van relatief korte duur (4 weken tot 22 maanden), en zijn bedoeld voor degenen die in het betreffende vakgebied reeds praktische ervaring hebben opgedaan. De internationale cursussen behandelen de volgende onderwerpen: luchtkartering en aardwetenschappen, landbouw en waterbouwkunde en milieubeheer, sociale wetenschappen, veeteelt, voedsel- en voedingswetenschappen. Europese integratie, bedrijfsbeheer, bouwen en wonen, telecommunicatie, radio en televisie, elektronica, lokaal bestuur en industrialisatie.
Aantal studenten In 1982/83 was het totaal aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs 152 900. Ongeveer 2% van hen waren buitenlanders, van wie ongeveer 44% afkomstig uit Lid-Staten van de EG. Volgens voorlopige cijfers waren er in het studiejaar 1982/83 150 000 studenten die volledig dagonderwijs volgden aan een instelling voor h.b.o. Ongeveer 1 % hiervan waren buitenlanders, waarvan bijna 38% afkomstig uit de EG. Cijfers 1982/83 Totaal Totaal buitenlanders Waarvan uit (in %) EG Rest Europa MZ Afrika USA Azië
h.b.o.
w.o.
150000 1 587(1%)
152 900 3 047 (2%)
37,7 9,5 18,2 2,3 6,4 17,1
44.3 8,3 7,6 4.7 6.4 21.9
237
Organisatie en afsluiting van de studies Wetenschappelijk onderwijs Sinds 1 september 1982 geldt voor alle studierichtingen aan universiteiten en hogescholen de Wet twee-fasenstructuur. Door de invoering van de tweefasestructuur wordt de studie aan universiteiten en hogescholen in twee fasen verdeeld. De eerste fase biedt een vierjarige doctoraalstudie. In deze vier jaar krijgt de studerende een volwaardige academische opleiding. De studie in de eerste fase bestaat uit twee delen, nl. : - het propaedeuse gedeelte en - het doctoraal gedeelte. Het propaedeuse gedeelte heeft een cursusduur van één jaar en heeft in het algemeen een oriënterend, verwijzend en selecterend karakter. De maximale inschrijvingsduur voor dit gedeelte bedraagt twee jaar. Een ieder die een propacdeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd heeft toegang tot het doctoraalexamen. De cursusduur van het doctoraal gedeelte bedraagt drie jaar. Voor dit gedeelte geldt een maximale inschrijvingsduur van vier jaar. De maximale inschrijvingsduur voor de eerste fase bedraagt dus zes jaar. Zij die de eerste fase hebben afgerond en zich verder willen specialiseren, of een beroepsopleiding willen volgen, kunnen zich aanmelden voor een opleiding in de tweede fase: de z.g. postdoctorale opleiding. Deze opleiding hoeft niet gebonden te zijn aan de voorafgaande studierichting. Over de inrichting van de tweede fase vindt in de komende jaren nog verdere besluitvorming plaats. Daarin hebben de uni-
238
I
versiteiten. het parlement en de regering elk hun stem. Thans zijn er op dit moment vier groepen te onderscheiden bij de tweede-fase-opleidingen. Deze opleidingen zijn : - de medische opleidingen (inclusief de opleiding tot apotheker) met een cursusduur van twee jaar; behalve tandheelkunde van één jaar; - de onderzoeksopleidingen met een cursusduur van één jaar en maximaal twee jaar; - de lerarenopleiding met een duur van een halfjaar; - de overige beroepsopleidingen waarvan de cursusduur op dit moment nog niet valt te bepalen. Langer dan twee jaar zullen zij in ieder geval niet duren. De toegang tot de tweede fase zal beperkt zijn, gezien het beperkt aantal beschikbare plaatsen. Wanneer men zich aanmeldt voor de tweede fase, dan wordt deze aanmelding beoordeeld door een facultaire toelatingscommissie. Oordeelt de commissie positief, dan krijgt men een bewijs dat weer nodig is voor inschrijving aan een universiteit. Dit bewijs is alleen geldig voor de opleiding aan de universiteit waar men zich heeft aangemeld. Het is daarom ook raadzaam om zich op meerdere plaatsen aan te melden. Is de uitslag negatief, dan ontvangt men daarvan een gemotiveerd bericht. De taak van de toelatingscommissie is, om een oordeel te vormen over de geschiktheid van degenen die zich aanmelden. Zij baseert dan ook haar oordeel op de volgende punten: - de samenstelling van het vakkenpakket van het doctoraal examen; - de studieresultaten, in het bijzonder
Studentenhandboek
voor vakken die in de tweede fase van belang zijn; - de ervaring die men tijdens of na de studie heeft opgedaan: - het studietempo in de eerste fase. Wanneer men het met de beslissing van de commissie niet eens is, dan is er een mogelijkheid om in beroep te gaan bij het college van beroep van de universiteit. In dit geval is het dan ook raadzaam om een studentendecaan te raadplegen. Hoger beroepsonderwijs De studieopzet van de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs (h.b.o.) is zeer uiteenlopend. De studieduur van de dagopleidingen varieert van twee tot vier jaar, die van de avondopleidingen maximaal vijfjaar (m.u.v. de Academie voor Bouwkunde 6 jaar). In het algemeen kent het h.b.o. drie studiefasen : 1. In de eerste studiefase (1 tot 2 jaar) wordt aandacht besteed aan de basisvakken. 2. In de tweede studiefase wordt voor elke studierichting een eigen opleidingspakket aangeboden, gericht op een zo breed mogelijke oriëntatie en praktische scholing voor de desbetreffende h.b.o.-sector. Tijdens deze tweede studiefase loopt de student stage gedurende 1 jaar of korter. De stageperiode brengt de student als stagiair door in het bedrijfsleven of bij de overheid. Over deze stageperioden worden verslagen gemaakt. Tijdens de opleiding worden periodiek in vergaderingen van directie en docenten de studieresultaten aan een beoordeling onderworpen. Er zijn tussentijds geen formele examens. In de regel wordt aan het eind van elk
I
Nederland
studiejaar beslist welke studenten tot een hoger studiejaar worden toegelaten. 3. De derde fase van de studie wordt afgesloten met een eindexamen dat onder toezicht staat van rijksgecommitteerden. Opleidingen aan hogere technische scholen en scholen voor economisch en administratief onderwijs worden afgerond met een z.g. afstudeerproject.
Speciale cursussen De Haagse Academie voor Internationaal Recht geeft in juli en augustus tweemaal een cursus van drie weken in diverse aspecten van internationaal recht. De voertalen van deze cursussen zijn Engels en Frans. Het Europa Instituut van de Universiteit van Amsterdam en de NUFFIC (Netherlands Universities Foundation for International Cooperation) organiseren in augustus een cursus van twee weken over de juridische aspecten van Europese integratie. De voertaal is Engels. De Rijksuniversiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam en de Amerikaanse Columbia University geven jaarlijks gezamenlijk in juli een Engelstalige cursus van een maand over wetgeving in de Verenigde Staten. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen organiseert in juli en augustus een cursus van drie weken over Nederlandse taal en cultuur. Die cursus wordt in het Nederlands gegeven.
239
Toelating en inschrijving
Voorwaarden De universiteiten en hogescholen en scholen voor hoger beroepsonderwijs kunnen in beginsel studenten uit de Lid-Staten van de EG en andere landen toelaten. Om verschillende redenen zal de studie in Nederland voor buitenlanders moeilijk zijn. In de eerste plaats is er het probleem van de taal : de colleges en lessen worden in het Nederlands gegeven. Maar er zijn ook andere moeilijkheden: de aanpassing aan de structuur van de Nederlandse studieprogramma's, de indeling van de studie in hele jaren in plaats van in semesters, het zeer kleine aantal beurzen voor buitenlandse studenten en omstandigheden die buiten de onmiddellijke sfeer van de instellingen liggen, zoals een tekort aan passende huisvesting voor studenten. De toegang tot de universiteiten en hogescholen — de zeven theologische hogescholen buiten beschouwing gelaten — staat in beginsel open voor abituriënten van het Nederlandse zesjarige voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het niveau van het einddiploma van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs — gymnasium en atheneum — is relatief hoog. Voor buitenlanders geldt dat zij voor toelating tot universiteit of hogeschool in het bezit moeten zijn van een gelijkwaardig diploma. Tot het hoger beroepsonderwijs kunnen bezitters van buitenlandse diplo-
240
I
ma's die gelijkwaardig zijn aan de einddiploma's van de volgende soorten van Nederlands secundair onderwijs worden toegelaten : 1. het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, 2. het hoger algemeen voortgezet onderwijs en 3. het middelbaar beroepsonderwijs. De beslissing over de toelating van zowel Nederlandse als buitenlandse studenten berust geheel bij de school zelf die daarbij de algemene regelingen ten aanzien van de vooropleiding in acht moet nemen. Anders dan in beginsel bij universiteiten en hogescholen het geval is, geven de voor toelating vereiste diploma's geen recht op toelating tot de scholen voor h.b.o. Voor aspirant-studenten met buitenlandse diploma's is de toelating tot scholen voor h.b.o. meestal nog moeilijker dan de toelating tot universiteiten en hogescholen. Ook bij de aansluiting doen zich meestal grote moeilijkheden voor.
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's Voor studenten die buiten hun vaderland willen studeren en informatie wensen omtrent de vergelijkbaarheid van hun diploma's in verband met de toelatingseisen tot een bepaalde studie, kunnen zich, uitsluitend schriftelijk, wenden tot het National Equivalence Information Centre (NEIC), erkend door het nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Het NEIC is niet beslissingsbevoegd. Dit is voorbehouden aan het ministerie.
Studentenhandboek
Beperkingen Voor bepaalde studierichtingen aan universiteiten bestaat zoveel belangstelling dat de aanmeldingen het aantal studieplaatsen overtreffen. Als die situatie zich voordoet, wordt door een voor het gehele land geldend selectiesysteem bepaald welke aspirant-studenten tot de betrokken studierichtingen worden toegelaten. Voor het studiejaar 1983/84 vallen de volgende studierichtingen onder deze numerus fixus-regeling: geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde, sociale gezondheidskunde, algemene gezondheidszorg, theaterwetenschappen, industrieel ontwerpen, bedrijfskunde en informatica. Voor de studierichtingen van de geneeskunde, tandheelkunde en diergeneeskunde stelt het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen jaarlijks een quotum vast voor de toelating van niet-Nederlanders. Deze quota zijn zeer laag. Indien het aantal aanvragen van niet-Nederlanders voor toelating tot één van deze drie studierichtingen het vastgestelde quotum overtreft, wordt door loting beslist wie kan worden toegelaten. Voor studenten die zich hebben aangemeld voor een studierichting met een numerus fixus-regeling, brengt een vroege komst naar Nederland om de taal te leren risico met zich mee omdat pas in juni of later het resultaat van de selectie wordt bekend gemaakt. Er is grote kans dat buitenlanders niet tot die moeilijk toegankelijke studierichtingen zullen worden toegelaten. Voor het hoger beroepsonderwijs gelden geen formele beperkingen. De praktijk is echter dat er in het algemeen maar weinig buitenlanders worden toe-
Nederland
gelaten. De meeste buitenlanders treft men in dit deel van het hoger onderwijs aan op de hogere technische scholen en op sommige scholen voor kunstonderwijs.
Toelatingsexamens De universiteiten en hogescholen nemen als regel geen toelatingsexamen af. Onderdanen van Lid-Staten van de EG die in het land waar de vooropleiding is genoten, op grond van die opleiding geen toegang tot het wetenschappelijk onderwijs hebben, kunnen zich in bijzondere gevallen door middel van een toelatingsonderzoek kwalificeren voor het volgen van wetenschappelijk onderwijs in Nederland. Ook de scholen voor hoger beroepsonderwijs nemen in het algemeen geen toelatingsexamens of tests af. Wel eisen sommige scholen voor kunstonderwijs dat de aspirant-student begaafdheid op het gekozen studieterrein bezit.
Aanvraag en inschrijving Om als student aan een universiteit of hogeschool te kunnen worden ingeschreven, moet men bevoegd zijn examens af te leggen in de gewenste studierichting en voor bepaalde studierichtingen geplaatst zijn door het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP) te Groningen. Inschrijving is ook mogelijk als extraneus of als toehoorder. Hiervoor dient men zich rechtstreeks tot de desbetreffende universiteit of hogeschool te wenden. Het is noodzakelijk dat buitenlanders zich van tevoren op de hoogte stellen
I
241
van hun bevoegdheid examen te doen. Daartoe kunnen zij een afzonderlijke aanvraag richten tot het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen directie Algemene Studiezaken, onder vermelding van de studierichting en universiteit of hogeschool van hun keuze. Het verzoek dient vergezeld te zijn van de volgende bescheiden: 1. gewaarmerkte kopieën van alle diploma's en cijferlijsten, 2. een volledig overzicht van het genoten onderwijs, 3. nadere persoonlijke gegevens (naam, geboortedatum en plaats). Men kan een dergelijk verzoek ook rechtstreeks richten aan de instelling van w.o. Voor alle studierichtingen in het wetenschappelijk onderwijs moeten eerstejaars studenten zich aanmelden bij het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP) te Groningen door middel van het centraal aanmeldingsformulier. De formulieren zijn in de maand november beschikbaar bij de instellingen voor wetenschappelijk onderwijs, het CBAP en het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Nederland. Voor 1 december voorafgaand aan het academisch jaar waarin de studenten willen gaan studeren, dienen de ingevulde formulieren in het bezit van het CBAP te zijn. Als men toegelaten is tot de examens en een plaats aangewezen heeft gekregen, krijgt men een inschrijvingsformulier van het inschrijvingsbureau van de universiteit of de hogeschool. Daarbij wordt gedetailleerde informatie gegeven over procedure en inschrijving. Inschrijving geschiedt nadat alle administratieve procedures zijn voltooid en het college- en inschrijvingsgeld zijn betaald.
242
I
Voor een plaats aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs dient men zich aan te melden bij de betreffende school. De adressen staan vermeld in de publikatie ..Studiemogelijkheden aan dagscholen voor hoger beroepsonderwijs". Den Haag. 1983, een publikatie van de centrale directie Voorlichting van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (zie Bibliografie). Het verdient aanbeveling zich in een vroeg stadium aan te melden, bij voorkeur aan het begin van het studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin men in Nederland wil gaan studeren. Ouderejaars-studenten dienen zich rechtstreeks bij de desbetreffende universiteit of hogeschool in te laten schrijven.
Inschrijvings- en collegegeld Iemand die zich als student inschrijft aan een universiteit of hogeschool moet HFL 150 inschrijfgeld en HFL 898 collegegeld betalen. De extraneus is uitsluitend bevoegd om examens af te leggen en is HFL 444 verschuldigd, alsmede inschrijfgeld. Bij inschrijving als toehoorder is men uitsluitend bevoegd om colleges te volgen tegen betaling van het bovengenoemde collegeld en inschrijvingsgeld. Het collegegeld voor studenten aan scholen voor h.b.o. bedraagt HFL 778 per jaar. Voor part-time opleidingen (maximaal zes lessen per week) is het bedrag maximaal HFL 380 per jaar.
Studentenhandboek
Kennis van de onderwijstaal
Voor de studie aan universiteiten en hogescholen en aan de scholen voor hoger beroepsonderwijs is een goede kennis van het Nederlands volstrekt onmisbaar. De colleges en lessen worden in het Nederlands gegeven en een groot deel van de voorgeschreven handboeken is in het Nederlands, zodat men zonder een werkelijk goede kennis van deze taal niet met enige kans op succes kan studeren. Uitzonderingen zijn uiteraard de internationale cursussen die voor het merendeel in het Engels maar in enkele gevallen ook in het Frans en Spaans worden gegeven. Buitenlandse studenten die niet voldoende kennis van het Nederlands hebben en in Nederland willen studeren en aan alle voorgeschreven voorwaarden hebben voldaan, wordt dringend aangeraden niet later dan ongeveer een half jaar voor het begin van de colleges in het wetenschappelijk onderwijs (half september) en in het hoger beroepsonderwijs (begin augustus) naar Nederland te komen om de taal te leren. Aan te bevelen is om ook tijdens de studie in Nederland een cursus Nederlands te (blijven) volgen. Om toegelaten te worden tot het wetenschappelijk onderwijs is het slagen voor een toets Nederlands verplicht. De meeste universiteiten en hogescholen geven cursussen Nederlands voor buitenlanders. Ook andere instel-
Nederland
lingen geven cursussen Nederlands die degenen die in Nederland hoger onderwijs willen volgen, kennis van de Nederlandse taal kunnen bijbrengen.
I
243
Toelagen en beurzen
Zelden bieden Nederlandse universiteiten en hogescholen financiële steun. De algemene regel is dat de Nederlandse regering geen rijksstudietoelagen verstrekt aan studenten die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Voor studenten uit Lid-Staten van de EG zijn de volgende uitzonderingen relevant: 1. Kinderen van een onderdaan van een Lid-Staat van de EG die in Nederland in loondienst is of is geweest indien zij hier woonachtig zijn; 2. Buitenlanders die de Nederlandse nationaliteit hebben aangevraagd, indien het Nederlandse Ministerie van Justitie kan verklaren dat naturalisatie te verwachten is; 3. Buitenlanders van wie de ouders langer dan drie jaar onafgebroken in Nederland woonachtig zijn; ook buitenlandse studenten die ouderloos zijn en reeds drie jaar in Nederland wonen, vallen onder deze regeling. Om voor een toelage in aanmerking te komen, dienen de studenten zich in elk geval vóór 31 januari, voorafgaand aan het studiejaar waarvoor de toelage wordt verlangd, aan te melden bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, centrale directie Studiefinanciering te Groningen. Afhankelijk van de situatie kan de aanmelding op één van de volgende manieren plaatsvinden:
244
I
1. wie in de administratie van de Rijksstudietoelagen geregistreerd staat als mogelijke aanvrager, ontvangt in de maand december een voorbedrukte ponskaart (continueringskaart) of de schriftelijke mededeling dat de aanmelding reeds automatisch is geregeld; 2. aankomende eerste-jaarsstudenten aan universiteit of hogeschool kunnen zich door middel van het aanmeldingsformulier van het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing tevens aanmelden als gegadigde voor een toelage; 3. ieder die zich niet op de hierboven beschreven wijze aanmeldt, moet in de maand januari een aanmeldingsformulier afhalen bij de onderwijsinstelling. De Nederlandse regering biedt buitenlandse studenten studiebeurzen aan die worden toegekend door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Zoetermeer. Dit geschiedt overwegend in het kader van bilaterale culturele betrekkingen tussen Nederland en andere landen. Deze studiebeurzen hebben de volgende gemeenschappelijke kenmerken: 1. er zijn geen beperkingen voor wat het terrein van de studie betreft; 2. de beurzen gelden voor Nederland; 3. gegadigden dienen een universitaire graad te bezitten of verscheidene jaren hoger onderwijs te hebben gevolgd; 4. het maandelijks toegekende bedrag is HFL 1 050; 5. de beurzen worden in het algemeen ten hoogste voor negen maanden verleend. Verzoeken om toekenning van een dergelijke beurs moeten voor 1 december
Studentenhandboek
voorafgaand aan het volgend academisch jaar geschieden in het eigen land bij de daarvoor aangewezen instantie.
Nederland
I
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
Studenten die onderdaan zijn van een Lid-Staat van de EG, zijn vrijgesteld van de verplichting tot het bezit van een machtiging tot voorlopig verblijf. Na aankomst in Nederland moeten zij bij de plaatselijke politie een vergunning tot verblijf aanvragen. Voorwaarden voor de afgifte van een dergelijke vergunning zijn: 1. het bezit van een geldig nationaal paspoort of identiteitskaart: 2. een bewijs dat men wordt toegelaten tot een onderwijsinstelling voor dagonderwijs in Nederland: 3. beschikking over voldoende financiële middelen ten minste voor één jaar studie of bronnen van dergelijke middelen, zoals een studiebeurs of een geldelijke toelage van een nationale, supra- of internationale organisatie; 4. inschrijfbewijs bij een ziektekostenverzekering.
Sociale verzekering en ziekteverzekering
245
In Nederland zijn studenten niet automatisch door inschrijving op een universiteit, hogeschool of school voor h.b.o. verzekerd tegen ziektekosten en andere onvoorziene kosten. De studenten zullen zelf voorzieningen moeten treffen. Voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning is een ziektekostenverzekering een vereiste. Studenten aan universiteiten en hogescholen kunnen onder meer via de Stichting Studentengezondheidszorg (SSGZ) een ziektekostenverzekering sluiten die een vrij brede dekking geeft. Tandheelkundige zorg valt er niet onder, wel is een aanvullende verzekering mogelijk; studerenden en echtgenoten betalen HFL 480 per persoon per jaar; kinderen HFL 432 per persoon per jaar. Het eigen risico bedraagt HFL 50 per persoon; HFL 100 per gezin. Deze verzekering geeft een werelddekking. Aan sommige Nederlandse universiteiten zijn artsen, psychologen en soms psychiaters verbonden die in beperkte mate gratis geconsulteerd kunnen worden door bij de betrokken instelling ingeschreven studenten. Studenten aan scholen voor h.b.o. kunnen eveneens gebruik maken van de studentenregeling bij de SSGZ of andere particuliere ziektekostenverzeke-
246
I
ringsorganisaties. Hun scholen kennen echter geen eigen medische en psychologische dienstverlening. Buitenlandse studenten kunnen ook overigens voor een periode van maximaal anderhalfjaar een verzekering bij de International Student Insurance Service (ISIS) afsluiten. Het ISIS-paspoort dekt tot een zeker bedrag medische kosten en geeft uitkeringen in geval van overlijden.
Studie- en beroepsadvies Voor informatie zorgen de universiteiten en hogescholen door middel van hun bureaus buitenland en de bureaus studentenzaken. Een aantal instellingen heeft een studentendecaan die zich in het bijzonder met buitenlandse studenten bezig houdt.
Werkmogelij kheden Aan enkele universiteiten en hogescholen zijn bureaus verbonden voor de arbeidsvoorziening voor studenten die door studenten worden geleid. Alleen de werkgevers betalen voor de arbeidsbemiddeling. Naast deze bureaus wordt er door het gehele land gebruik gemaakt van uitzendbureaus die op commerciële basis werken. Er zijn in Nederland verder in vele plaatsen gewestelijke arbeidsbureaus die onder het Ministerie van Sociale Zaken ressorteren. Bij deze bureaus kan men zowel terecht voor arbeidsbemiddeling als voor beroepeninformatie. Studenten uit de Lid-Staten van de EG hebben geen werkvergunning nodig.
Studentenhandboek
Voor buitenlandse studenten is het echter heel moeilijk een baan of part-time werk te vinden. De college- en practicumuren en de schooltijden geven bovendien weinig ruimte om betaald werk te verrichten. Buitenlandse studenten zullen bovendien al hun tijd voor de studie nodig hebben. In het belang van de studie wordt werken naast studeren niet aangeraden. Gezien deze omstandigheden is het onverantwoord naar Nederland te komen als de financiële basis voor het levensonderhoud ontbreekt. Studentenorganisaties In Nederland is een grote verscheidenheid aan studentenverenigingen. Naast de traditionele corpora bestaan er voor studenten niet alleen verenigingen die gegrondvest zijn op religie, studierichting en politieke en humanitaire beginselen en meningen, maar ook organisaties die zich richten op de belangenbehartiging van hun leden. Voor buitenlanders zijn er bovendien verschillende internationale studentenclubs.
Kosten van levensonderhoud De ervaring leert dat buitenlandse studenten in Nederland in het algemeen ongeveer HFL 11 000 per jaar nodig hebben. Dat is ongeveer HFL 1 000 meer dan hun Nederlandse collega's. Deze opgaven zijn niet meer dan indicaties, zij veranderen voortdurend.
Nederland
Huisvesting Op één uitzondering na — de Technische Hogeschool Twente — kennen de Nederlandse universiteiten en hogescholen geen campus. Het is vaak moeilijk een goede huisvesting te vinden: er is in grote delen van Nederland een groot gebrek aan behoorlijke kamers tegen redelijke huurprijzen. Buitenlandse studenten aan universiteiten en hogescholen kunnen zich, evenals hun Nederlandse collega's, laten inschrijven bij de stichtingen voor studentenhuisvesting van deze instellingen. Wel dient men rekening te houden met zeer lange wachtlijsten. De studenten aan de overgrote meerderheid van de scholen boor h.b.o. staat alleen de weg open te proberen ergens bij particulieren een kamer te vinden. Slechts in de universiteitssteden bestaat er een beperkte mogelijkheid dat ook deze studenten bij de stichtingen voor studentenhuisvesting een onderkomen krijgen toegewezen. Buitenlandse studenten wordt aanbevolen al voordat zij zich in Nederland vestigen, stappen te ondernemen om woonruimte te vinden.
Studentenfaciliteiten Door lidmaatschap van bepaalde studentenorganisaties namelijk die welke gericht zijn op belangenbehartiging van de leden, bepaalde reducties worden verkregen. Er bestaan geen speciale studententarieven voor het reizen per trein, tram of autobus. Wel is er een mogelijkheid goedkoper te reizen wanneer men ge-
I
247
bruik maakt van abonnementen en gereduceerde trajectkaarten die in het algemeen voor gebruikers van het openbaar vervoer besparingen betekenen. Buitenlandse studenten kunnen profiteren van voordelige reisaanbiedingen van speciale studentenreisbureaus.
Faciliteiten voor gehandicapte studenten Lichamelijk en zintuigelijk gehandicapte studenten worden in Nederland niet achtergesteld. Bij de studentendekaan van de gekozen onderwijsinstelling kan men informatie inwinnen omtrent speciale voorzieningen of faciliteiten voor studenten. Het verdient aanbeveling bij de aanmelding te wijzen op een eventuele handicap. Ook is uitgebreide informatie en hulp verkrijgbaar bij de Stichting Handicap en Studie NSS.
248
i
Informatiebronnen
Buitenlandse studenten die in Nederland aan een universiteit of hogeschool willen studeren, kunnen om inlichtingen verzoeken bij : - de bureaus Studentendecanen of de bureaus Buitenland van de universiteiten en hogescholen; - Netherlands Universities Foundation for International Cooperation (NUFFIC) in Den Haag; - het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Zoetermeer; - de Foreign Student Service (FSS) te Amsterdam; - het Voorlichtingscentrum voor Internationale Samenwerking, Uitwisseling en Mobiliteit in het Hoger Onderwijs (visum) in Den Haag; - het National Equivalence Information Centre (NEIC) te Den Haag. (Adressen zie Aanhangsel). Buitenlandse studenten die in Nederland aan een school voor h.b.o. wensen te studeren, kunnen inlichtingen vragen bij: - het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Zoetermeer; - de Foreign Student Service te Amsterdam ; - het Nederlands Centrum Buitenlanders te Utrecht. (Adressen zie Aanhangsel).
Studentenhandboek
I
Nederland
Aanhangsel
Verenigd Koninkrijk 38. Hyde Park Gate London SW7 5DP ■8 5 84 50 40 Ministeries en andere organisaties
1. Adressen Nederlandse ambassades in de EGlanden België Wetenschapsstraat 35 B1040 Brussel ■8 2 30 30 20 Denemarken Amaliegade 42 DK1256 København K ■8 15 62 93, 15 06 27, 15 62 94, 15 73 60, 15 07 35 Bondsrepubliek Duitsland Sträßchensweg 10 D5300 Bonn 1 ■8 23 80 91, 23 80 98 Griekenland Leoforos Vassileos Constantinou 57 Athens TT138 ■8 73 97 01/4 Frankrijk 79, rue Eblé F75007 Paris ■8 306 61 88, 55144 72 Ierland 160, Merrion Road Dublin 4 Β 69 34 44 Italië Via Michele Mercati. 8 100197 Roma Β 8731 41 Luxemburg 5, rue C.M. Spoo L2546 Luxembourg Β 2 75 70
Ministerie van Onderwijs en We tenschappen Centrale directie Internationale Betrekkingen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer ■8 079 531911 Ministerie van Onderwijs en We tenschappen Centrale directie Studiefinancie ring Kempkensberg 4 Postbus 3 00 06 9700 RH Groningen Ministerie van Onderwijs en We tenschappen Centrale directie Voorlichting Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Ministerie van Landbouw en Visserij Directie Landbouwonderwijs Bezuidenhoutseweg 73 Postbus 20 40 01 2500 EK Den Haag Β 070/79 39 11 Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing Postbus 888 9700 AW Groningen ■8 050/18 96 66 Netherlands Universities Founda tion for International Coopera tion (NUFFIC) Badhuisweg 251 Postbus 9 07 34 2509 LS Den Haag Β 070/57 42 01 Voorlichtingscentrum voor Inter nationale Samenwerking, Uitwis seling en Mobiliteit in het Hoger Onderwijs (VISUM) Postbus 90734 2509 LS Den Haag ■B 070/502681 NEIC (National Equivalence In formation Centre) Postbus 90734 2509 LS Den Haag
249
Foreign Student Service (FSS) Oranje Nassaulaan 5 1075 AH Amsterdam Β 020/71 59 15 Nederlands Centrum Buitenlan ders (NCB) Oudenoord 8 Postbus 1 33 13 3513 ER Utrecht ■8 030/33 45 31 University Assistance Fund (UAF) F.C. Dondersstraat 16 3572 JH Utrecht 'S 030/71 12 24 SSGZ Postbus 152 2200 AD Noordwijk" •S 017 19/70944 Stichting Handicap en Studie NSS Willem Barentszstraat 5 3572 PA Utrecht ■8 030/71 80 21 Wetenschappelijk onderwijs loor informatie Universiteit van Amsterdam Afdeling Studentendecanen Nieuwe Doelenstraat 9 1012 CP Amsterdam Vrije Universiteit Decanaat voor buitenlandse stu denten De Boelelaan 1105 Postbus 7161 1007 MC Amsterdam Technische Hogeschool Delft (a) voor persoonlijke problemen : Bureau Studentendecanen Mijnbouwplein 11 2628 RT Delft (b) voor algemene informatie: Bureau Buitenlandse Studenten Nieuwelaan 76 Postbus 5018 2600 GA Delft Technische Hogeschool Eindhoven Bureau Studentendecanen Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven
250
I
Technische Hogeschool Twente Bureau van de Studentendecaan Postbus 217 7500 AE Enschede Rijksuniversiteit Groningen Bureau Studentendecanen Oude Kijk in't Jatstraat 24/20 9712 GG Groningen Rijksuniversiteit Leiden Bureau Studentendecanen Schuttersveld 9. 3e verd. 2316 XG Leiden Rijksuniversiteit Limburg Afdeling Onderwijszaken Decanaat Tongersestraat 53 Postbus 616 6200 MD Maastricht Katholieke Universiteit Nijmegen Bureau Studentenbelangen Prof. van Weliestraat 8 6524 NN Nijmegen Erasmus Universiteit Rotterdam Bureau Buitenlandse Betrekkingen Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam Katholieke Hogeschool Tilburg Bureau Studentenzaken Hogeschoollaan 225 Postbus 90153 5000 Le Tilburg Rijksuniversiteit Utrecht Bureau van de Studentendecaan Maliesingel 38 3581 BK Utrecht Landbouwhogeschool Wageningen Bureau Studentenwelzijnszorg Afdeling Decanaat ., De Wereld " Foulkesweg 1 6703 BG Wageningen Landbouwhogeschool Wageningen Bureau Buitenland Stadsbrink 389 6707 AC Wageningen Aanvragen voor toelating Universiteit van Amsterdam Afdeling Studentendecanen Spui 21 1012 WX Amsterdam
Studentenhandboek Vrije Universiteit Decanaat voor buitenlandse studenten Postbus 7161 1007 MC Amsterdam Technische Hogeschool Delft Bureau Buitenlandse Studenten Postbus 5018 2600 GA Delft Technische Hogeschool Eindhoven Bureau Studentendecanen Postbus 513 5600 MB Eindhoven Technische Hogeschool Twente Commissie Bijzondere Toelatingsprocedure Postbus 217 7500 AE Enschede Rijksuniversiteit Groningen Dienst Onderwijs, Onderzoek en Planning Postbus 72 9700 AB Groningen Rijksuniversiteit Leiden Bureau Studentendecanen Schuttersveld 9, 3e verd. 2316 XG Leiden Katholieke Universiteit Nijmegen Bureau Studentenbelangen Prof. van Weliestraat 8 6524 NN Nijmegen Erasmus Universiteit Rotterdam Bureau Buitenlandse Betrekkingen Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Katholieke Hogeschool Tilburg Bureau Studentenzaken Postbus 90153 5000 LE Tilburg Rijksuniversiteit Utrecht Bureau College van Decanen Kromme Nieuwe Gracht 29 3512 HJ Utrecht Landbouwhogeschool Wageningen Afdeling Onderwijs, Wetenschap en Planning Herenstraat 23-25 6701 DH Wageningen
Rijksuniversiteit Limburg Afdeling Onderwijszaken Decanaat Postbus 616 6200 MD Maastricht
2. Bibliografie Vademecum — A concise guide to studying in the Netherlands for Foreign Students. Samengesteld door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Foreign Student Service, Netherlands Universities Foundation for International Cooperation (NUFFIC), Nederlands Centrum Buitenlanders, Bureaus Buitenland van de Universiteiten en Hogescholen en de Commissie Buitenlandse Studerenden van het Landelijk Beraad Studentendecanen. Gratis te verkrijgen bij het Ministerie van O. en W. FSS. NUFFIC, NCB en de instellingen voor wetenschappelijk onderwijs. Dutch language courses for foreigners. Engels, Frans en Spaans in één uitgave. Verschijnt jaarlijks. Gratis verkrijgbaar bij FSS en NUFFIC. Should you or shouldn't you ?/Faire des études aux PaysBas '.'Estudiar en Holanda ? Si, pero... Brochure over het studeren in Nederland. De mogelijkheden en moeilijkheden voor een buitenlandse student in Nederland. 8 blz., gratis bij NUFFIC. Higher Education and Research in the Netherlands. Verschijnt per kwartaal, op aanvraag bij NUFFIC, gratis voor universiteiten en bibliotheken. In het buitenland verkrijgbaar via de Nederlandse ambassades. Basic data on international courses offered in the Netherlands. Scholarships and fellowships for foreign students, tenable in the Netherlands. Met samenvattingen in het Frans en Spaans. Jaarlijkse publikalie, gratis verkrijgbaar bij NUFFIC.
Nederland Straks Studeren? — Havo-editie. Voorlichtingsblad voor leerlingen van het hoger algemeen voortgezet onderwijs, verzorgd door de Landelijke Commissie voor Academische Studievoorlichting. 8 nrs. per jaargang, prijs HFL 22,75 Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Straks Studeren ? - VWO-editie. Een voorlichtingsblad voor leerlingen van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, verzorgd door de Landelijke Commissie voor Academische Studievoorlichting. 8 nrs. per jaargang, prijs HFL 22,75 Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Studiemogelijkheden aan dagscholen voor hoger beroepsonderwijs. Juni 1983, 112 blz. Gratis verkrijgbaar bij de centrale directie Voorlichting van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Het hoger agrarisch onderwijs. Samengesteld door de Directie Landbouwonderwijs van het Ministerie van Landbouw en Visserij, 1984, 28 blz. Gratis verkrijgbaar bij het Ministerie van Landbouw en Visserij.
I
251
252
I 3. Overzicht eerstejaars studierichtingen aan instellingen van w.o.
Studentenhandboek
li. 1 S ri 1 t ξ
Jä
c
S « ï
3 x: u
< < < <
■a a 2 ϋ < ζ ~ < 3
3
■§ 1
S 1
α,
'9 Î 8 S .2 g 2 . Ì 3
¡a m eu u
g
Κ
s a = S 8 S fe :
CJCJaÛÛuJLÎJ^uTi
V.U. Amslcrdam K.U. Nijmegen R.U. Rolterdam K.H. Tilburg R.U. Limburg Un. v. Amsterdam R.U. Leiden R.U. Groningen R.U. Utrecht T.H. Delft T.H. Eindhoven T.H. Twente L.H. Wageningen
'•3 I "S " 8 » " Χ S
¡ i ü<s ls l"S i zW
Q
y
|2 o CL
V.U. Amsterdam K.U. Nijmegen R.U. Rotterdam K.H. Tilburg R.U. Limburg Un. v. Amsterdam R.U. Leiden R.U. Greningen R.U. Utrecht T.H. Delft T.H. Eindhoven T.H. Twente LH. Wageningen
sa
« t) o o . B: B:
■έ : a J s 1 I I? Jä 2 g g rt
C
^
Λ Λ E 'g 'I
j¿
-
ΟΛ
OO
I
Nederland
ï a& s
3 3
a y,
f!
zr.
11 S
F ï ι I & t JS ÚT o o o
o
253
E
o.
c
lilit 2
"5 K
ι» 11
Ç
11
ï
=■ ;
• Volledige studies
o o
g? 5 , u G 1¡ *
ft S°
§ 1 s¡ % S ß 8 | 1
,e '5 e 3 =L S ΐ -S 2 Ï Î Ï <Λ <Λ H 2. H H H
ΐ I à ï. 1 8 8
|
I.v.m. een wijziging van de Wet op hel wetenschappelijk onderwijs is het mogelijk dat onderstaand overzicht enige veranderingen kan ondergaan.
254
I
4. Verklarende woordenlijst Doctoraal examen: Examen, dat een universitaire studie afsluit, met civiel effect. Het academisch statuut bepaalt en regelt de vereisten voor het doctoraal examen. Bezitters van een getuigschrift van met goed gevolg afgelegd doctoraal examen kunnen na het schrijven van een proefschrift tot de promotie worden toegelaten. Extraneus: Alleen de extraneus is bevoegd om examens af te leggen en hoeft geen collegegeld te betalen. Wel is hij het inschrijfgeld en het examengeld verschuldigd. Hoger algemeen voortgezet onderwijs (h.a.v.o.): Hoger algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van vijfjaar. Het eindexamenpakket omvat zes vakken, waarvan de Nederlandse taal en letterkunde verplicht is. Voorbereidende vorm van onderwijs op de studie voor het hoger beroepsonderwijs. Hoger beroepsonderwijs (h.b.o.): Bij het hoger beroepsonderwijs wordt, meer dan bij het wetenschappelijk onderwijs, de nadruk gelegd op de praktische toepassing van het gekozen vakgebied. Er zijn tegenwoordig meer dan 350 scholen van h.b.o. in Nederland. Het internationaal onderwijs is gericht op afgestudeerde buitenlanders, hoofdzakelijk afkomstig uit de ontwikkelingslanden. De cursusduur is in hel algemeen niet langer dan een jaar en vaak korter. De cursussen worden meestal in het Engels, soms ook in het Frans of Spaans gegeven en zijn bedoeld voor degenen die in het betreffend vakgebied reeds praktische ervaringen hebben opgedaan. Hogeschool: Hiervoor geldt dezelfde definitie als voor de universiteit met dien verstande, dat aan de hogeschool een bepaalde groep van wetenschappen of bepaalde groepen van met elkaar samenhangende wetenschappen worden gedoceerd.
Studentenhandboek Numerus fixus: Beperkingen van het aantal studenten in een bepaalde studierichting aan een universiteit of hogeschool. Propaedeutisch examen: Examen aan het eind van het eerste studiejaar van alle studierichtingen aan een universiteit of hogeschool. Er wordt geen civiel effect aan ontleend. Toehoorder: Student aan een universiteit of hogeschool, die uitsluitend bevoegd is om colleges te volgen. Wil hij een examen afleggen, moet hij zich als regelmatige student inschrijven en de bepaalde gelden betalen. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (v.w.o.): Vorm van voortgezet onderwijs, die voorbereidt op de studie aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs en gegeven wordt aan gymnasia en athenea, elk met een cursusduur van zes jaar. Het eindexamenpakket v.w.o. omvat voor een kandidaat, die in het kalenderjaar waarin hij dit examen aflegt nog niet de leeftijd van 21 jaar bereikt, zeven vakken. Voor een kandidaat, die in het kalenderjaar waarin hij examen aflegt de leeftijd van 21 jaar bereikt of heeft bereikt omvat het examen zes vakken. In elk geval is ook het Nederlands een verplicht onderdeel. Indien de kandidaat eindexamen aflegt aan een avondschool, doet hij in 6 vakken examen. Wetenschappelijk onderwijs (w.o.): Wetenschappelijk onderwijs omvat de vorming tot zelfstandige beoefening der wetenschap en de voorbereiding tot het bekleden van maatschappelijke betrekkingen, waarvoor een wetenschappelijke opleiding vereist is of dienstig kan zijn en bevordert het inzicht in de samenhang van de wetenschappen. — Tot de instellingen van w.o. behoren de universiteiten en hogescholen.
255
Verenigd Koninkrijk
Verenigd Koninkrijk
Organisatie van het hoger onderwijs Typen van instellingen voor hoger onderwijs/Aantal studenten/Organisatie en afsluiting van de studies/Speciale cursussen
.256
Toelating en inschrijving Voorwaarden/Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's /Beperkingen/Toelatingsexamens/Aanvraag en inschrijving/Inschrijvings- en collegegeld
260
Kennis van de onderwijstaal
264
Toelagen en beurzen.
264
Formaliteiten voor inreis en verblijf.
265
Sociale voorzieningen Sociale verzekering en ziekteverzekering/Studieen beroepsadvies/Werkmogelijkheden/Studentenorganisaties/Kosten van levensonderhoud/ Huisvesting/ Studentenfaciliteiten / Faciliteiten voor gehandicapte studenten
265
Informatiebronnen
267
Aanhangsel Adressen/Bibliografie/Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs/Verklarende woordenlijst
268
256
I
Organisatie van het hoger onderwijs
Hoger onderwijs wordt in Engeland, Wales en Noord-Ierland voornamelijk gegeven door universiteiten en Polytechnics en in Schotland door universiteiten en Central Institutions; daarnaast ook nog door een aantal andere instellingen, die geheel of gedeeltelijk met overheidsgelden worden gefinancierd, zoals de Colleges of further education, de Colleges of higher education, de Colleges of agriculture, art, commerce en technology. Essentiële verschillen tussen de systemen in Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland zulien voor zover nodig aan de orde komen. Er zijn 46 universiteiten in het Verenigd Koninkrijk (met inbegrip van de Open University, die afstandsonderwijs verstrekt voor mensen die in het Verenigd Koninkrijk woonachtig zijn). De universiteit van Buckingham werkt zonder directe staatssubsidie en betrekt zijn inkomsten uit schenkingen en collegegelden. In Engeland, Wales en Noord-Ierland zijn er 30 Polytechnics en een aantal Central Institutions en grote Colleges of technology in Schotland. Typen van instellingen voor hoger onderwijs De universiteiten De universiteiten omvatten zowel de
Studentenhandboek
oude uit meerdere colleges bestaande instellingen als Oxford en Cambridge in Engeland en St Andrews in Schotland, de grote stedelijke universiteiten uit de 19de eeuw zoals Londen en Birmingham, als de kleinere na-oorlogse campusuniversiteiten in de voorsteden zoals Exeter, Leicester en Southampton alsook de nieuwste, in de jaren 60 gestichte universiteiten als Sussex en York, of de Technological Universities zoals Aston en Bath. Die van Londen en Wales zijn federaties van overigens zelfstandige Colleges. De universiteiten zijn onafhankelijke lichamen met zelfbestuur. Hoewel ze grotendeels door de regering worden gefinancierd, worden ze niet door de overheid gecontroleerd. Zij ontlenen hun rechten en privileges aan een koninklijke akte (Royal Charter) en aan door het parlement aangenomen wetten (Acts of Parliament). Iedere wijziging van hun wetten of statuten geschiedt door de Kroon via de Privy Council, op aanvraag van de universiteiten zelf. De universiteiten beslissen zelfstandig welke academische graden zij verlenen en onder welke voorwaarden; en zij beslissen eveneens zelfstandig welke studenten worden toegelaten en welk personeel wordt aangenomen. Degree-studies en niet-universitaire instellingen hebben doorgaans een erkenning van de Council for National Academie Awards, CNAA, een organisatie die volgens haar statuten de taak heeft universitaire normen te waarborgen. Polytechnics en Central Institutions In Engeland, Wales en Noord-Ierland vormen de Polytechnics — in Schotland de Central Institutions en een aan-
I
Verenigd Koninkrijk
tal belangrijke Colleges of Technology — een bijzonder alternatief voor de universiteiten. Het zijn nationale en regionale centra die zich concentreren op hoger onderwijs voor full-time, sandwich en part-time studenten, en die nauwe en directe betrekkingen hebben met industrie, zakenwereld en beroepsorganisaties. Bijna alle Polytechnics liggen in stedelijke centra, acht ervan alleen al in Londen of naaste omgeving. Andere instellingen die hoger onderwijs bieden De Colleges en Institutes of Higher Education vormen een derde tak van instituten voor hoger onderwijs, naast de universiteiten en de Polytechnics. Vergeleken bij die universitaire instellingen zijn die Colleges enz. doorgaans klein en is een groot deel der studenten er intern. Ook andere nietuniversitaire instellingen geven degreestudies. Voor nadere bijzonderheden kan de aankomende student beter de publikaties Higher Education in the UK en Compendium of Advanced Courses in Colleges of Further and Higher Education raadplegen (zie Bibliografie). De niet-universitaire instellingen leggen bijzondere nadruk op het beroepsgerichte of praktische karakter van veel van hun cursussen, met name bij talenstudies, bedrijfseconomie en technologie. Postgraduate-instellingen Daarnaast zijn er nog vier andere instellingen die voornamelijk een gespecialiseerde postgraduate-opleiding bieden : de Manchester Business School, de London Graduate School of Business Studies, het Cranfield Institute of
257
Technology en het Royal College of Art. Colleges of further education Behalve de hierboven al genoemde bestaat er in het Verenigd Koninkrijk een grote verscheidenheid aan andere colleges offurther education (vgl. Verklarende woordenlijst): colleges of technolog)', tertiary colleges, colleges of commerce, colleges of art, agricultural colleges, adult education centres, en colleges of education. Full-time en sandwich-cursussen voor bijscholing van gevorderden zijn een belangrijk bestanddeeld van het hoger onderwijs geworden : er bestaan cursussen op graduate-niveau in bijna alle technische en niet-technische academische vakken.
Aantal studenten In het studiejaar 1982/83 waren er in het hele land 553 000 studenten ingeschreven voor full-time en deeltijdstudie aan instellingen voor hoger onderwijs. Van dit aantal waren 46 000 buitenlanders, waarvan 5 200 uit landen van de Europese Gemeenschap. De grote meerderheid van deze EG-studenten studeerde sociale wetenschappen, bestuurstechnische en economische wetenschappen, ingenieurs- en technologische wetenschappen, benevens taal- en literatuurwetenschappen.
Organisatie en afsluiting van de studies De meeste instellingen voor hoger onderwijs kennen drie trimesters (terms)
258
I
per jaar. waarbij meestal alleen in oktober de mogelijkheid bestaat voor nietgegradueerde studenten hun studie aan te vangen. Sommige instellingen hebben een afwijkende regeling voor sandwichstudenten en studenten met een academische graad (postgraduates). De onderwijsmethoden omvatten hoorcolleges, werkgroepen, practica en andere kleine groepswerkzaamheden zoals tutorials (waarbij slechts een of twee studenten met hun docent discussiëren). Het University College in Buckingham heeft vier trimesters van elk tien weken per jaar. Degrees Er zijn verscheidene titels voor first degrees. In Engeland, Wales en NoordIerland zijn de bekendste BA (Bachelor of Arts) en BSc (Bachelor of Science) die in een verscheidenheid van vakken worden toegekend. Andere zijn specifieker en duidelijk gericht op bepaalde beroepen, bijv. MB/Ch.B. (medicijnen), LL B (rechten), en B.Ed. (pedagogiek), al hebben enkele hiervan, B.Ed. in het bijzonder, niet alleen betekenis voor het eigen vakgebied. Studies waarmee een degree behaald kan worden, vereisen gewoonlijk een volledige of een sandwich-aanwezigheid op universiteit. Polytechnic of College, en duren over het algemeen drie of vier jaar. Uitzonderingen zijn medicijnen, tandheelkunde en diergeneeskunde, waarvoor 5 of 6 jaar staat. In Schotland is het first degree over het algemeen na vier jaar een Masters of Arts (MA) degree with honours (onderscheiding) of na drie jaar de vrij algemene Ordinary MA, wat iets bijzonders is van het Schotse systeem. Al met al bestaat er in het Verenigd
Studentenhandbock
Koninkrijk een grote verscheidenheid van studies die tot een degree leiden. Sommigen zijn voor één vak, andere, de gecombineerde, voor meer (joint, of combined degrees), weer andere zijn modular en ook sandwich-studies. Er worden niet noodzakelijkerwijs jaarlijks examens afgenomen. Aan vele instellingen zijn er slechts twee grote examens, een aan het eind van het eerste jaar (Deel 1) en een aan het eind van de studie, het afsluitende examen (Deel 2). Postgraduate-studieafsluitingen Er bestaan twee soorten studie-afsluitingen voor postgraduates : higher degrees voor wetenschappelijk onderzoek, en higher degrees via examens. Bovendien zijn er certificates en diploma's voor postgraduates die een beroepsopleiding afsluiten of bevoegdheden in bepaalde beroepen verlenen. Degrees voor wetenschappelijk onderzoek, zoals bijv. Ph.D. (Doctor of Philosophy) en een aantal Master's degrees vereisen een wetenschappelijk proefschrift (thesis). De doctorsgraad vereist gewoonlijk een driejarige studie, en van het proefschrift wordt hierbij verlangd dat het oorspronkelijk werk is dat materiaal bevat dat kan gelden als een duidelijke bijdrage aan de wetenschappelijke kennis. Master's degrees op grond van een thesis vorderen doorgaans een studie van twee jaar. Van dit. beperkter, proefschrift wordt niet hetzelfde peil van oorspronkelijkheid verwacht als voor het doctoraat. De studie voor een Master's degree duurt normaal een jaar. Beroepscertificaten Kenmerkend voor het hoger-onderwijssysteem in het Verenigd Koninkrijk is
Verenigd Koninkrijk
de plaats die de beroepsorganisaties hierin innemen, wat bijv. blijkt uit de normen en criteria die de verenigingen van accountants en ingenieurs hebben opgesteld. Degrees in een bepaald vak kunnen volledige vrijstelling geven voor het lidmaatschap van een beroepsorganisatie, met voorbijgaan aan de eis van een academische opleiding. In veel gevallen regelen deze vakorganisaties hun eigen examens, waarvoor echter de voorbereidende studie plaatsvindt aan Polytechnics. Central Institutions en Colleges. Een aantal Business and Technical Education Council (BTEC) National en Higher National Awards verschaffen eveneens bovengenoemde vrijstelling. In Schotland heten de betreffende beroepsorganisaties Scottish Technical Education Council (SCOTEC) en Scottish Business Education Council (SCOTBEC). Lerarenopleiding De Britse lerarenopleiding vindt grotendeels plaats aan de pedagogische faculteiten of afdelingen van universiteiten, polytechnics of andere instituten voor hoger onderwijs. De twee voornaamste wegen naar het leraarschap zijn een drie-vierjarige BEd-cursus of een eenjarige Postgraduate-cursus leidende tot een Postgraduate Certificate.
Speciale cursussen Er is in het Verenigd Koninkrijk behalve aan de universiteit van Buckingham geen officieel studieprogramma tijdens de zomer, maar er worden zomervakantie-cursussen gegeven door externe en andere afdelingen van enkele univer-
I
259
siteiten, die voor daarvoor bevoegde buitenlandse studenten en leraren toegankelijk zijn. De British Council organiseert bovendien in de zomervakantie herhalingscursussen voor leraren Engels, en op andere tijden van het jaar cursussen voor gevorderden in verschillende beroepsvakken voor hiervoor gekwalificeerde personen; de duur varieert van 14 dagen tot 12 weken. Deze cursussen worden vaak georganiseerd samen met een universiteit, maar ze tellen niet mee voor enige academische graad in het Verenigd Koninkrijk. De Association of Commonwealth Universities geeft voor studenten een brochure uit, die een lijst bevat van alle publikaties die informatie geven over zomervakantiecursussen aan de Britse universiteiten. De lijst van de British Council over British Short Courses, die tweemaal per jaar verschijnt, is verkrijgbaar bij ieder bureau van de British Council.
260
I
Toelating en inschrijving
Voorwaarden Iedere instelling voor hoger onderwijs is zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van haar eigen toelatingsbepalingen, en daarom kunnen zowel de algemene als de specifieke voorwaarden voor toelating tot een bepaalde cursus in detail van instelling tot instelling verschillen. Buiten de universitaire sector stelt de CNAA minimum toelatingseisen vast voor cursussen die een certificaat geven. De voorwaarden komen in het algemeen neer op de eis dat men bepaalde examens in het Verenigd Koninkrijk met goed gevolg heeft afgelegd, zoals de examens voor het General Certificate of Education (GCE) of het Scottish Certificate of Education (SCE). Sommige van deze examens kunnen in het buitenland worden afgenomen. Een internationaal of Europees baccalaureaat (einddiploma ener middelbare school) wordt door veel Britse instellingen voor hoger onderwijs aanvaard als evenwaardig aan zulk een inheems diploma. Andere bewijzen van bekwaamheid voor hoger onderwijs uit een land van de Europese Gemeenschap gelden als minimum voor toegang tot het Britse hoger onderwijs. Ten einde voor een first degree-sludic in aanmerking te komen, moet men aannemelijk kunnen maken dat men
Studentenhandbock
hiervoor voldoende vooropleiding heeft gehad en behoorlijk Engels verstaat en spreekt. Naast de algemene voorwaarden worden doorgaans nog andere eisen gesteld, die al naar de faculteit verschillen. Hiermee tracht de faculteit zekerheid te verkrijgen over de vraag of de aanvrager in het bijzonder voor de betreffende studie geschikt is. Oudere studenten die niet aan de formele toelatingsvoorwaarden voldoen, kunnen niettemin aangenomen worden wanneer ze voldoende ervaring hebben. Zie hiervoor: Opportunities in Higher Education for Mature Students, en: Compendium of University Entrance Requirements. De toelatingsvoorwaarden tot studies die tot professional qualifications (degrees uitgezonderd) leiden, verschillen al naar gelang de soort studie: studenten moeten zich voor nadere bijzonderheden direct wenden tot de instellingen van hun keuze. Ook wie alle gevraagde bewijzen van bekwaamheid bezit, heeft hiermee nog geen recht op een studieplaats bij een Britse instelling voor hoger onderwijs. Deze hebben ni. de vrijheid op grond van studieresultaten en eigen oordeel hun studenten te kiezen. Tijdelijke studenten en toehoorders Enkele Britse universiteiten laten geen studenten toe die met het oog op een degree niet de normale drie of vier jaar van de volledige studie voor first degrees in geestes- of natuurwetenschappen willen studeren. Andere staan zeker buitenlandse studenten die reeds een academische graad hebben toe om een first degree in geestes- of natuurwetenschappen in twee in plaats van drie jaar te halen.
Verenigd Koninkrijk
Vaak willen buitenlandse studenten cursussen volgen aan Britse instellingen voor hoger onderwijs zonder een degree te halen. De instellingen hebben verschillende voorwaarden voor toelating van zulke toehoorders (occasional student) gedurende het gewone semester; sommige instellingen laten ze helemaal niet toe en andere laten voor maximaal een jaar slechts enkele aanbevolen studenten toe die hun Engels goed beheersen. Veel instellingen geven deze studenten een verklaring dat ze naar voldoening college hebben gevolg. Een aantal instellingen in het Verenigd Koninkrijk neemt ook buitenlandse studenten aan die al in hun eigen land aan de universiteit studeren, maar die een één- of tweejarige cursus in het Verenigd Koninkrijk willen volgen en daarna in eigen land willen afstuderen. In ieder geval is het aantal toegelaten buitenlandse studenten klein. Daar iedere instelling voor hoger onderwijs eigen toelatingsvoorwaarden heeft, kan de student beter meteen naar de onderwijsinstelling van zijn keuze schrijven, en opgeven wat voor examens hij heeft gedaan, welke vakken hij wil gaan doen en hoe lang hij wil studeren. Postgraduate-toelating Om in aanmerking te komen voor toelating tot een postgraduate course of voor wetenschappelijk onderzoek aan een universiteit of Polytechnic, moet de buitenlandse kandidaat minstens een first degree hebben van een universiteit in zijn eigen of ander land, en het Engels voldoende beheersen. Maar zelfs wanneer hij aan deze voorwaarden voldoet, is het nog niet zeker of hij wordt toegelaten, daar de onderwijsinstellingen
I
261
slechts een beperkt aantal studenten voor postgraduate-studies en onderzoek kunnen aannemen. Alleen kandidaten die door hun eigen universiteit sterk aanbevolen worden en op wetenschappelijk gebied veelbelovend lijken, maken kans toegelaten te worden voor wetenschappelijk onderzoek. Van hen zal gewoonlijk verwacht worden dat ze zelfstandig, maar onder toezicht van het personeel van de afdeling waar ze werken, onderzoek verrichten.
Erkenning van buitenlandse getuigschriften en diploma's Het National Equivalence Information Centre (NEIC). dat door de British Council beheerd wordt, geeft inlichtingen over de eventuele evenwaardigheid van buitenlandse en Britse vooropleidingen. Deze inlichtingen berusten op ervaringen van Britse instellingen voor hoger onderwijs. De NEIC-publikatie: A Guide to Overseas Qualifications is in de meeste vestigingen van de British Council ter inzage. Men kan er gegevens in vinden over diploma's en certificaten uit zo'n 140 landen en over de vraag hoe deze in het Verenigd Koninkrijk beoordeeld worden en eventueel erkend als evenwaardig aan Britse. Voor inlichtingen over de vergelijkbaarheid van niet-Britse en Britse diploma's, enz. wende men zich tot: NEIC. British Council, 10 Spring Gardens, London SW1A2BN. Kopieën van diploma's, enz. met vertaling in het Engels insluiten. Verzoeken om inlichtingen worden in de regel binnen ca. vier weken beantwoord.
262
I
Beperkingen Studenten uit EG-landen kunnen zich voor alle opleidingen aan instellingen voor hoger onderwijs in het Verenigd Koninkrijk aanmelden, mits ze aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen. Men moet er echter wel aan denken dat voor veel vakken de concurrentie groot is. en daarom is het aan te bevelen zich vroegtijdig op te geven. Toelatingsexamens Normaliter worden er geen toelatingsexamens door de instellingen gevraagd, maar sommige afdelingen kunnen een test over de kennis van het Engels van de aankomende student verlangen. In dat geval zal de afdeling in kwestie dit meedelen.
Aanvraag en inschrijving Wie zich als niet-gegradueerde aan een universiteit wil inschrijven, moet eerst naar de Universities Central Council on Admissions (UCCA) schrijven voor het UCCA-handboek : How to Apply foiAdmission to a University en voor een aanvraagformulier. Verzoeken tot toelating moeten aangeboden worden aan de UCCA, die fungeert als doorgangspost, niet als selectiecommissie. De UCCA kan geen advies geven over alle andere academische vragen; hiervoor moet men zich tot de universiteit van zijn keuze wenden. De sluitingstermijn voor het insturen van aanvraagformulieren is half oktober van het jaar voor de studie aangevangen wordt voor kandidaten bij wie ook Oxford en Cambridge tot
Studentenhandboek
de universiteiten van hun keuze horen, en half december voor kandidaten die Oxford en Cambridge niet nemen. Alle universiteiten in het Verenigd Koninkrijk, behalve de Open University en het University College in Buckingham houden dit systeem aan. Normaliter wordt in het voorjaar bekend gemaakt of de kandidaat is aangenomen of niet. De toelating kan afhangen van bepaalde examencijfers. De UCCA organiseert in augustus en september nog een plaatsingsprocedure, opdat kandidaten die tot dan toe geen studieplaats hadden nog een kans krijgen, en wel voornamelijk bij universiteiten die ze in hun oorspronkelijke aanvraag niet hadden genoemd. Alle bijzonderheden betreffende inschrijvingstermijnen worden de aangenomen kandidaten door de instellingen toegestuurd. Wie zich voor een BEd-studie melden wil, wende zich tot het Central Register and Clearing House. Voor een leraarsopleiding in Noord-Ierland schrijve men aan het Northern Ireland Department of Education. Voor een postgraduate-afsluiting in de pedagogische wetenschappen dient men de Graduate Teacher Training Registry te schrijven. En wie, ten slotte, een CCNA first degree-studie wil volgen op het terrein van kunst en vormgeving, wende zich tot de Art and Design Admissions Registry. Voor alle andere studies kan men het best direct naar de betreffende onderwijsinstelling schrijven met het verzoek om nadere inlichtingen en een aanmeldingsformulier. U ontvangt dan alle benodigde formulieren, met aanwijzingen hoe verder te handelen. Buiten de universitaire sector is er geen sluitingsdatum voor aanvraag- en aanmeldingsfor-
Verenigd Koninkrijk
mulieren, maar wegens het grote aantal gegadigden wordt aangeraden verzoeken vroegtijdig in te dienen. De Polytechnics zijn bezig met de opbouw van een centraal toegangssysteem dat, naar men hoopt, te beginnen met het academisch jaar 1986/87 zal gaan functioneren. Mocht u overwegen voor 1986/87 of later een studieplaats aan een Polytechnic aan te vragen, vraag dan raad bij het dichtstbijzijnde bureau van de British Council. Postgraduate courses Aanvragen voor toelating tot postgraduate courses of voor onderzoekactiviteiten moeten direct tot de instelling in kwestie gericht worden.
Inschrijvings- en collegegeld Inschrijvingsgeld, collegegeld en andere kosten worden gewoonlijk voldaan bij de inschrijving (registration), die slechts eenmaal per jaar. in oktober, plaats vindt, behalve voor postgraduate-studenten die zich bij sommige instellingen in januari of april inschrijven. Volgens de huidige regelingen betalen studenten die burgers zijn van landen der Europese Gemeenschap en gedurende de drie jaar voorafgaande aan hun Britse studie „ordinary residents" in de EG waren, over het algemeen dezelfde studiegelden als Britse studenten. In 1984/85 was dat UKL 500 voor nictgegradueerde of vergelijkbare studenten, en ongeveer UKL 1 569 voor gegradueerden. Toehoorders (occasional students) moeten, als ze inlichtingen over de kosten willen, deze direct bij de universiteit in kwestie vragen. Andere kosten
I
263
kunnen veroorzaakt worden door een externe erkenning van studies, CNAAinschrijving. en bij sommige collegiate universities een collegegeld. Al deze kosten kunnen erg verschillen en men moet direct bij de betreffende instelling informatie vragen.
264
I
Studentenhandboek
Kennis van de onderwijstaal
Toelagen en beurzen
Het is van het grootste belang dat zij die een studie aan een Britse instelling voor hoger onderwijs willen volgen, het Engels goed beheersen. Buitenlandse studenten moeten in staat zijn colleges te volgen die in een sneller gesproken Engels worden gegeven dan zij waarschijnlijk gewend zijn. Ook moeten zij kunnen deelnemen aan besprekingen met hun docenten en medestudenten. Als een student die door een universiteit of College is aangenomen, twijfelt aan zijn kennis van het Engels, of als door de universiteit of het College zijn Engelse taalvaardigheid getest moet worden, kan hij beter voor hij zijn eigen land verlaat een cursus Engels nemen of, liever nog, ruim voor de aanvang van de studie naar Groot-Brittannië komen om daar een intensieve cursus Engels te volgen. Dergelijke cursussen bestaan bij vele instellingen voor hoger onderwijs. Daarnaast worden er full-time cursussen gegeven door privéscholen die erkend zijn door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De bureaus van de British Council geven advies over geschikte cursussen.
Krachtens de huidige regelingen worden buitenlandse studenten die drie jaar of langer in het Verenigd Koninkrijk wonen (ordinary residents zijn) en aan andere voorwaarden voldoen, gewoonlijk beschouwd als ingezetenen. Zij kunnen onder het gebruikelijke voorbehoud een toelage krijgen van de plaatselijke autoriteiten om de studiekosten te dekken (local authority maintenance award). Inlichtingen zijn te verkrijgen bij het Department of Education and Science. Publikaties waarin beurzen en toelagen van de verschillende instellingen en stichtingen worden opgesomd, vindt u in de Bibliografie. De British Council verleent aan staatsburgers van EG-landen uitsluitend toelagen voor postgraduate-studies. Aanvraagformulieren zijn bij hel dichtstbijzijnde bureau van de British Council verkrijgbaar. De inschrijvingstermijn loopt doorgaans tot 30 november van het jaar voorafgaande aan de maand oktober van het jaar waarin men de studie wil beginnen. Informatie over de manier waarop andere toelagen aangevraagd kunnen worden, geven de publikaties in de Bibliografie.
I
Verenigd Koninkrijk
Formaliteiten voor inreis en verblijf
Sociale voorzieningen
Studenten uit EG-landen kunnen zonder formaliteiten het Verenigd Koninkrijk binnen komen en er zes maanden blijven. Daarna wordt aan studenten die kunnen bewijzen over voldoende financiële middelen te beschikken en een full-time cursus volgen, een verblijfsvergunning voor één jaar verstrekt die verlengbaar is. Aanvragen dienen schriftelijk tot het Home Office gericht te worden en wel binnen zes maanden na aankomst in het Verenigd Koninkrijk. Hierbij dient te worden ingesloten een bewijs waaruit blijkt dat de benodigde gelden (funds) naar het Verenigd Koninkrijk zijn overgemaakt, en een brief van de betreffende Britse onderwijsinstelling waarin bevestigd wordt dat aanvrager een bepaalde studie volgt.
Sociale verzekering en ziekteverzekering
265
Veel instellingen verlangen van buitenlandse studenten een medische keuring voor ze tot een studie worden toegelaten. Gedurende het verblijf in het Verenigd Koninkrijk kunnen studenten uit EG-landen kosteloos medische verzorging krijgen in het kader van de National Health Service. De meeste instellingen voor hoger onderwijs hebben toegang tot een medische dienst voor studenten met een full-time arts, of beschikken zelf over zo'n dienst.
Studie- en beroepsadvies Veel instellingen hebben docenten aangesteld als adviseurs voor buitenlandse studenten. Bovendien bestaat er in veel gevallen het systeem waarbij aan iedere student een persoonlijke mentor wordt toegewezen die zich niet alleen om academische aangelegenheden, maar ook om persoonlijke problemen bekommert. Vaak is er ook een psychologische dienst en een beroepsadviesdienst. Actuele inlichtingen en raadgevingen over zulke zaken verschaft de United Kingdom Council for Overseas Student Affairs (UKCOSA).
266
I
Werkmogelijkheden Behalve in Noord-Ierland, waar afwijkende regelingen bestaan, mogen burgers van EG-landen tijdens hun verblijf in het Verenigd Koninkrijk zonder toestemming van het Department of Employment een baan nemen. Omdat een volledige studie een zeer intensieve inzet vraagt, zal voor veel studenten, zeker tijdens de collegeweken, een baan onmogelijk zijn. Veel onderwijsinstellingen verbieden dit dan ook.
Studentenorganisaties Een actief verenigingsleven is een traditioneel kenmerk van het hoger onderwijs in het Verenigd Koninkrijk. De typische verenigingen bewegen zich op terreinen als: politiek, godsdienst, sport, toneel en muziek. De onderwijsinstellingen hebben vrijwel allemaal een Students' Union of een Students' Representative Council. Voorzitter en dagelijks bestuur worden uit en door de studenten gekozen. De meeste Students' Unions zijn aangesloten bij de National Union of Students die op nationaal niveau studentenbelangen behartigt, zoals toelagen en huisvesting.
Kosten van levensonderhoud De kosten van levensonderhoud zijn voor iedere regio en iedere instelling verschillend. Om alle uitgaven voor een kalenderjaar (met uitzondering van inschrijvings- en collegegeld) te dekken, moet een student over UKL 3 800 (anno 1984) beschikken. Sommigen hebben aan minder genoeg, anderen
Studentenhandboek
hebben meer nodig. Enkele instellingen verlangen een schriftelijke garantie dat de student zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien. Het Verenigd Koninkrijk heeft net als veel andere landen met voortdurende prijsstijgingen te kampen. Huisvesting Het verdient aanbeveling tegelijk met uw studie-aanvraag te kennen te geven dat u een plaats in een studentenhuis wenst. De meeste hoger-onderwijsinstellingen beschikken over een accommodation officer die studenten behulpzaam is bij het zoeken van huisvesting. Bijzonderheden over woonmogelijkheden ontvangt men tegelijk met het bericht van toelating. Particuliere huisvesting bestaat in de vorm van inwoning bij een familie met wie de student enige of alle maaltijden deelt, of het huren van een gemeubileerde kamer waarbij zelf gekookt en schoongehouden wordt. Speciaal in Londen moet de student niet verwachten in de buurt van zijn onderwijsinstelling te wonen.
Studentenfaciliteiten Er is geen algemene regeling waardoor studenten automatisch korting krijgen op het openbaar vervoer, maar er is een regeling van de British Rail waarbij een speciale kaart korting op treintarieven wordt gegeven. De Students' Union biedt velerlei mogelijkheden, zoals mensa's, ruimten voor bijeenkomsten en sportvoorzieningen.
I
Verenigd Koninkrijk
Faciliteiten voor gehandicapte studenten Veel Britse onderwijsinstellingen hebben tegenwoordig voorzieningen voor gehandicapte studenten, en hebben een van hun docenten benoemd tot coördinator voor zaken van gehandicapten. Studenten die verdere inlichtingen wensen, wordt aangeraden eerst kennis te nemen van : Guidance Notes for Disabled Students from Overseas, een publikatie die via ieder British Councilbureau te verkrijgen is. De studiekosten van een gehandicapte student kunnen ook in het Verenigd Koninkrijk veel hoger zijn dan voor de andere studenten. Gehandicapte studenten uit het buitenland dienen zich daarom tot hun eigen instanties, die de beurzen verlenen, te wenden voor de extra-kosten die uit hun handicap voortvloeien. Zij dienen het karakter en de omvang van hun handicap te beschrijven, en ongeveer te schatten, hoe hoog de kosten voor bijzondere faciliteiten en voorzieningen kunnen uitvallen. Het National Bureau for Handicapped Students (NBHS) heeft een voorlichtings- en adviesdienst en zal u graag alle mogelijke hulp verlenen. Het bureau kan evenwel geen toelagen verstrekken en geeft ook geen cursussen.
267
Informatiebronnen
De bureaus van de British Council in EG-landen geven informatie en raad aan studenten die overwegen in het Verenigd Koninkrijk te gaan studeren. Voor inlichtingen met betrekking tot de onderwijspolitiek kan men zich ook wenden tot de ministeries (Departments of Education) voor Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland.
268
I
Aanhangsel
Studentenhandboek Nederland Lange Voorhout 10 2514 ED Den Haag Β 645 800 Bureaus van de British Council in de EGlanden
1. Adressen Ambassades van het Verenigd Koninkrijk in de EGlanden België Britannia House Rue Joseph II 28 B1040 Bruxelles Β 219 11 65 Denemarken 36/38/40 Kastelsvej DK2100 København » (01)26 46 0 Bondsrepubliek Duitsland FricdrichEbertAllee 77 D5300 Bonn 1 » 23 40 61 Griekenland Ploutarchou 1 Athens 139 ■Β 73 62 11 Frankrijk 35. rue du Faubourg StHonoré F75383 Paris ■8 266 9142 Ierland 33 Merrion Road Dublin 4 B 69 52 11 Italie Via XX Settembre, 80A 100187 Roma ■Β 47 55 41 Luxemburg 28, boulevard Royal L2449 Luxembourg Β 2986 4166
België en Luxemburg Avenue Galilee/Galileilaan 5 (Boîte 10) B1030 Bruxelles ■8 193600 Denemarken British Embassy Møntergade 1 DK1116 København Κ Β 11 20 44 Bondsrepubliek Duitsland Hahnenstraße 6 D5000 Köln 1 ■Β 23 66 77 Hardenbergstraße 20 D1000 Berlin 12 Neuer Wall 86 D2000 Hamburg 36 •B 36 28 56 Briiderstraße 7/111 D8000 München 22 ■8 22 33 26 Griekenland 17 Plateia Philikis Etairias Kolanaki Square 102 10 Athens "8 36 33211 Ethnikis Aminis 9 541 10 Salónica Β 235 236 Frankrijk 9 rue de Constantino F75005 Paris ■8 555 5499 Italie Palazzo del Drago Via delle Quattro Fontane, 20 100184 Roma » 475 6641/5 Via Manzoni, 38 120121 Milano ■B 782016/8
Riviera di Chiaia 185 180121 Napoli 8 668046 Nederland Keizersgracht 343 1016 EH Amsterdam C Β 22 36 44 Bestuur Department of Education and Science (DES) Elizabeth House York Road London SEI 7PH Scottish Education Department New St Andrew's House St James Centre Edinburgh EHI 3SY Department of Education for Northern Ireland Rathgael House Balloo Road Bangor County Down N. Ireland BT19 2PR The Home Office Lunar House 40 Wellesley Road Croydon CR9 2BY Toelating Art and Design Admissions Regi stry Imperial Chambers 24 Widemarsh Street Hereford HR4 9EP Central Register and Clearing House Ltd and Graduate Teacher Training Regi stry (both at) : 3 Crawford Place London W1H 2BN Universities Central Council on Admissions (UCCA) PO Box 28 Cheltenham Glos GX50 1HY Andere organisaties Association of Commonwealth Universities (ACU) 36 Gordon Square London WC1
I
Verenigd Koninkrijk British Council 10 Spring Gardens London SWIA 2BN British Tourist Authority 64 St James Street London SWIA INF Council Awards 344-354 London
for National Academic (CNAA) Gray's Inn Road WC IX 8BP
National Bureau for Handicapped Students 40 Brunswick Square London WC IN 1AZ National Equivalence Information Centre The British Council 10 Spring Gardens London SWIA 2BN National Union of Students 461 Holloway Road London N 7 6 U United Kingdom Council for Overseas Student Affairs 60 Westbourne Grove London W2 5FG Universiteiten University of Aberdeen Aberdeen AB9 1FX University of Aston in Birmingham Gosta Green Birmingham B4 7ET
University of Buckingham Buckingham MK18 1EG University of Cambridge The Old Schools Cambridge CB2 ITT The City University Northampton Square London EC IV OHB University of Dundee Dundee DD1 4HN University of Durham Old Shire Hall Durham DH1 3HP University of East Anglia Norwich NR4 7TJ
University of Glasgow Glasgow GI2 3QQ Heriot-Watt University Edinburgh EHI 1HX University of Hull Hull HU6 7RX University of Keele Keele Staffordshire ST5 5BG
University of Lancaster University House Bailrigg Lancaster LAI 4YW
Brunei University Uxbridge Middlesex UB8 3PH
University of Newcastle upon Tyne 6 Kensington Terrace Newcastle upon Tyne NEI 7RU
University of Oxford University Offices Wellington Square Oxford OX1 2JD
Queen's University of Belfast Belfast BT7 INN N. Ireland
University of Bristol Senate House Bristol BS8 1TH
UMIST (University of Manchester Institute of Science & Technology) PO Box 88 Sackville Street Manchester M60 1QD
University of Essex Wivenhoe Park Colchester C 0 4 3SQ
University of Kent at Canterbury Canterbury Kent CT2 7NZ
University of Bradford Richmond Road Bradford West Yorkshire BD7 1DP
University of Manchester Manchester M13 9PL
University of Nottingham University Park Nottingham NG7 2RD
University of Bath Claverton Down Bath BA2 7AY
University of Birmingham PO Box 363 Birmingham B15 2TT
Loughborough University of Technology Loughborough Leicestershire LEU 3TU
University of Edinburgh Old College South Bridge Edinburgh EH8 9YL
University of Exeter Exeter EX4 4QJ
University of Leeds Leeds LS2 9JT University of Leicester University Road Leicester LEI 7RH University of Liverpool PO Box 147 Liverpool L69 3BX University of London Senate House Malet Street London WC IE 7HU
269
University of Reading Whiteknights Reading Berkshire RG6 2AH University of St Andrews College Gate St Andrews Fife KYI6 9AJ University of Salford Salford M5 4WT University of Sheffield Sheffield S10 2TN University of Southampton High field Southampton S 0 9 5NH University of Stirling Stirling FK9 4LA University of Strathclyde Royal College Building 204 George Street Glasgow Gl 1XW University of Surrey Guildford Surrey GU2 5XH University of Sussex Sussex House Falmer Brighton BNI 9RH
270
I
University of Ulster Coleraine Co. Londonderry BT52 ISA N. Ireland University of Wales Constituent colleges University College of Wales PO Box 2. Aberystwyth Dyfed SY23 2AX University College of North Wales Bangor Gwynedd LL57 2DG University College Cardiff Cathays Park Cardiff CF1 1XL UWIST (University of Wales Institute of Science and Technology) PO Box 68 Cardiff CF! 3XA Welsh National School of Medicine Heath Park CardifT CF4 4XN University College of Swansea Singleton Park Swansea SA2 8PP Saint David's University College Lampeter Dyfed SA48 7ED University of Warwick Coventry CV4 7AL University of York Heslington York YOl 5DD Polytechnics City of Birmingham Polytechnic Perry BanBirmingham B42 2SU Brighton Polytechnic Moulsecoomb Brighton BN2 4AT Bristol Polytechnic Coldharbour Lane Frenchay Bristol BS 16 1QY Coventry Lanchester Polytechnic Priory Street Coventry CVI 5FB
Studentenhandboek The Hatfield Polytechnic PO Box 109 College Lane Hatfield Hens ALIO 9AB The Polytechnic, Huddersfield Queensgate Huddersfield HD1 3DH Kingston Polytechnic Penrhyn Road Kingston upon Thames Surrey KT1 2EE Leeds Polytechnic Calverley Street Leeds LSI 3HE Leicester Polytechnic PO Box 143 Leicester LEI 9BH Liverpool Polytechnic Rodney House 70 Mount Pleasant Liverpool L3 5UX The Polytechnic of Central London 309 Regent Street London WIR 8AL City of London Polytechnic 117 Houndsditch London EC3A 7BU The Polytechnic of North London Holloway Road London N7 8DB North East London Polytechnic Romford Road London El5 4LZ Polytechnic of the South Bank, London Borough Road London SEI OAA Thames Polytechnic, London Wellington Street Woolwich London SE18 6PF Manchester Polytechnic All Saints Manchester M15 6BH Middlesex Polytechnic Admissions Office 114 Chase Side London N14 5PN
Newcastle upon Tyne Polytechnic Ellison Building Ellison Place Newcastle upon Tyne NEI 8ST North Staffordshire Polytechnic College Road Stoke-on-Trent ST4 2DE Oxford Polytechnic Headington Oxford OX3 OBP Plymouth Polytechnic Plymouth PL4 8AA Portsmouth Polytechnic Ravelin House Museum Road Portsmouth POI 2QQ Preston Polytechnic Corporation Street Preston PR1 2TQ Sheffield City Polytechnic Pond Street Sheffield SI 1WB Sunderland Polytechnic Langham Tower Ryhope Road Sunderland SR2 7EE Teesside Polytechnic Borough Road Middlesbrough Cleveland TS1 3BA Trent Polytechnic Burton Street Nottingham NG1 4BU The Polytechnic of Wales Pontypridd Mid Glamorgan CF37 1DL The Polytechnic, Wolverhampton Molineux Street Wolverhampton WV1 1SB Schotse Central Institutions Duncan of Jordanstone College of Art Perth Road Dundee DD1 4HT Dundee College of Technology Bell Street Dundee DD1 1HG East of Scotland College of Agriculture West Mains Road Edinburgh EH9 3JG
I
Verenigd Koninkrijk Edinburgh College of Art Lauriston Place Edinburgh EH3 9DF Glasgow School of Art 167 Renfrew Street Glasgow G3 6RQ The Queen's College, Glasgow 1 Park Drive Glasgow G3 6LP Leith Nautical College 24 Milton Road East Edinburgh EH 15 2PP North of Scotland College of Agriculture 581 King Street Aberdeen AB9 1UD
Bolton Institute of Higher Education Deane Road Bolton BL3 5AB
The College of St Paul and St Mary The Park, Cheltenham Glos GL50 2RH
Bradford and Ilkley Community College Great Horton Road Bradford West Yorkshire BD7 1AY
Crewe & Alsagcr College of Higher Education Crewe Road Crewe Cheshire CW1 1DU
Bretton Hall College West Bretton Wakefield West Yorkshire WF4 4LG
Derby Lonsdale College of Higher Education Kedleston Road Derby DE3 1GB
Buckinghamshire College of Higher Education Queen Alexandra Road High Wycombe HP11 2JZ
Paisley College of Technology High Street Paisley PAI 2BE
Bulmershe College of Higher Education Woodlands Avenue. Earley Reading RG6 1HY
Queen Margaret College Clerwood Terrace Edinburgh EH 12 8TS
Cambridgeshire College of Arts and Technology Cambridge CB1 2AJ
Roveri Gordon's Institute of Technology Schoolhill Aberdeen AB9 1FR
Canterbury Christ Church College North Holmes Road Canterbury CTI 1QU Central School of Speech and Drama Embassy Theatre Eton Avenue London NW3 3HY
Royal Scottish Academy of Music and Drama St George's Place Glasgow G2 IBS Scottish College of Textiles Netherdale Galashiels TD1 3HF The West of Scotland Agricultural College Auchincruive Ayr KA6 5HW Colleges and institutes of higher education Avery Hill College Bexley Road London SE9 2PQ Bath College of Higher Education Newton Park Bath BA2 9BN Bedford College of Higher Education 37 Lansdowne Road Bedford MK40 2BZ Bishop Grosseteste College Lincoln LN1 3DY
271
Charlotte Mason College of Education Ambleside Cumbria LA22 9BB Chelmer-Essex Institute of Higher Education Victoria Road South Chelmsford CM1 ILL Chester College Cheyney Road Chester CHI 4BJ Durham New College Framwellgate Moor Durham The College of Ripon & York St John Lord Mayor's Walk York Y 0 3 7EX The College of St Mark and St John Dernford Road Plymouth PL6 8BH
Doncastcr Metropolitan Institute of Higher Education Waterdale Doncastcr DN1 3EX Dorset Institute of Higher Education Wallisdown Road Poole BG12 5BB Ealing College of Higher Education St Mary's Road Ealing London W5 5RF Edge Hill College of Higher Education St Helens Road Ormskirk Lancashire L39 4QP Glasgow College of Technology Cowcaddens Road Glasgow G40 BA Gloucestershire College of Arts and Technology Oxtails Campus Gloucester Gwent College of Higher Education College Crescent Caerleon Newport Gwent NP6 1XJ Harrow College of Higher Education Northwick Park Harrow HAI 3TP Hertfordshire College of Higher Education Wall Hall Aldcnham Watford WD2 8AT Homerton College Cambridge Cambridge CB2 2PH
272
I
Studentenhandboek
Humberside College of Higher Education Cottingham Road Hull HU6 7RT
Slough College of Higher Education Wellington Street Slough SL1 1YG
Worcester College of Higher Education Henwick Grove Worcester WR2 6AJ
King Alfred's College Sparkford Road Winchester S022 4NR
South Glamorgan Institute of Higher Education Cyncoed Road Cardiff CF2 6XD
2. Bibliografie
La Sainte Union College of Higher Education The Avenue Southampton S09 5HB Liverpool Institute of Higher Education PO Box 6 Liverpool L16 9JD Luton College of Higher Education Park Square Luton Bedfordshire LUI 3JU
Southampton College of Higher Education East Park Terrace Southampton S 0 9 4WW The Suffolk College of Higher and Further Education Rope Walk Ipswich Trinity and All Saints' College Brownbcrne Lane Horsforth Leeds LS 18 5HD
Napier College of Commerce and Technology Colinton Road Edinburgh EH 10 5DT
Trinity College Carmarthen Carmarthen Dyfed SA31 3EP
Nene College Moulton Park Northampton NN2 7AL
West Glamorgan Institute of Higher Education Townhill Road Swansea SA2 OUT
Newman College Genners Lane, Bartley Green Birmingham B32 3NT North Cheshire College Fernhead Warmington WA2 ODB The North East Wales Institute of Higher Education Dceside Clwyd CH5 4BR North Riding College Filey Road Scarborough YOU 3AZ Roehampton Institute of Higher Education Roehampton Lane London SW15 5PJ Rolle College Exmouth Devon EX8 2AT S Martin's College Lancaster Lancaster LAI 3JD St Mary's College Twickenham Middlesex TW1 4SX
Westhill College Selly Oak Birmingham B29 6LL West London Institute of Higher Education Gordon House 300 St Margaret's Road Twickenham TW1 1PT West Midlands College of Higher Education Gorway Road Walsall WS1 3BD Westminster College North Hinksey Oxford OX2 9AT West Sussex Institute of Higher Education College Lane Chichester West Sussex PO 19 4PE
Algemeen British qualifications. 13c dr. Jaarl. 800 blz. Kogan Page 1982. UKL 17.95. Bevat gegevens over meer dan 200 hogere beroepen : diploma's, studies, en de betreffende universiteiten, polytechnics en beroepsverenigingen. Higher Education in the United Kingdom 1985-87: A Handbook for Students and their Advisers. 351 blz. Longman for the British Council and the Association of Commonwealth Universities 1982. UKL 5.95. Voornamelijk een uitvoerig register van studievakken met verwijzing naar de instituten waar men ze studeren kan. How to Live in Britain : The British Council's Guide for Overseas Students and Visitors 1983. 64 blz. Bell & Hyman Limited in associaton with the British Council 1983. UKL 1.35. Geeft basisinformatie over onderwerpen als: inreis, douane, huisvesting, kleding, winkelprijzen, medische behandeling, openbare diensten, de gehuwde student, enz. Opportunities in Higher Education for Mature Students. CNAA. Gratis bij CNAA. Statistics of Overseas Students in the UK 1981-82. Jaarl. 26 blz. British Council. UKL 5.75. Study Abroad 1983-84, 1984-85, 1985-86. UNESCO 1983. UKL 8.25. Bevat inlichtingen over studiemogelijkheden in de gehele wereld, en tevens over mogelijkheden van financiële ondersteuning. Study in Britain. British Council. Gratis bij de British Council.
I
Verenigd Koninkrijk Young Visitors to Britain 1983. 44 blz. Central Bureau for Educational Visits and Exchanges 1982. UKL 1.50. In samenwerking met de British Tourist Authority uitgegeven in het Engels. Frans. Duits, Italiaans en Spaans. Deze gids geeft een inzicht in de brede keuze van studie- en vakantiemogelijkheden voor buitenlandse bezoekers in Groot-Brittannië. Vnl. undergraduate-studies A Compendium of Advanced Courses in Colleges of Further and Higher Education 1983-84. Jaarl. 112 blz. London and Home Counties Regional Advisory Council for Technological Education 1983. UKL 2.50. The Compendium of University Entrance Requirements for First Degree Courses in the United Kingdom in 1984-85. Jaarl. 356 blz. Association of Commonwealth Universities of the Committee of Vice-Chancellors and Principals of the Universities of the United Kingdom 1983. UKL 7.50. Directory of First Degree and Diploma of Higher Education Courses 1983-84. Jaarl. 160 blz. Council for National Academic Awards 1983. Gratis. Gids voor undergraduate- en sub-degree level-studies voor CNAA-diploma's. Directory of Further Education 1983/84. Jaarl. 858 blz. Hobsons Press for CRAC 1982. UKL 41.00. Paperback 35.00. Handboek voor hogere studie aan polytechnics en vergelijkbare instituten buiten de universiteiten. Guide to the Colleges and Institutes of Higher Education 198384. Jaarl. 144 blz. The Standing Conference of Principals and Directors of Colleges and Institutes of Higher Education 1983. UKL 1.00. Van hetzelfde adres de gratis brochure: The Colleges and Institutes of Higher Education.
The Handbook of Degree and Advanced Courses in Institutes/Colleges of Higher Education, Polytechnics, University Departments of Education 1984. Jaarl. 371 blz. Lund Humphries for the National Association of Teachers in Further and Higher Education 1983. UKL 6.95. Geeft inlichtingen over lerarenopleidingen en -cursussen. Handbook of the Scottish Central Institutions: Courses, Entry Requirements. 10e dr. 112 blz. Paisley College of Technology on behalf of the Scottish Central Institutions 1983. Gratis. Polytechnic Courses Handbook 1984-85 : Full-Time and Sandwich Advanced Courses England and Wales. Jaarl. The Pittman Press for the Committee of Directors of Polytechnics. 430 blz. 1983. UKL 6.96 (plus UKL 0.25 voor verzending naar het buitenland). Korte beschrijving der 30 Polytechnics met gegevens over beschikbare studies en cursussen. The Polytechnics Autumn 1984: A Guide to Full-Time and Sandwich Courses. Jaarl. Gratis bij het Committee of Directors of Polytechnics. 309 Regent St., London WIR 7PE. Prospectus met gegevens over volledige en deeltijdstudies aan Polytechnics. Scottish Universities Council on Entrance: Scottish Universities Entrance Guide 1984. Jaarl. 64 blz. Supplement 21 blz. UKL 1.50 elk. Which Degree 1983-1984? Jaarl. 5 delen. VNU Business Publications 1983. UKL 34.75, voor het gehele werk (losse delen UKL 6.95). De delen 1-4 vormen een uitvoerige gids op het gebied van zowel volledige als deeltijdstudies voor de first degree aan universiteiten, polytechnics en andere instituten in het Verenigd Koninkrijk. Deel 5 geeft schetsen van alle instellingen waar men voor een first degree kan studeren, met korte beschrijvingen van de steden waarin ze gevestigd zijn.
273
Postgraduate-studies Directory of Postgraduate and Post Experience Courses 1983-84. Jaarl. 80 blz. Council for National Academie Awards 1983. Gratis. Lijst van studies en cursussen aan polytechnics en andere colleges die afgesloten kunnen worden met een CNAA-diploma. Graduate Studies 1983/84. Jaarl. 960 blz. Hobsons Press for CRAC 1983. UKL 58.00. Een uitvoerige gids voor onderzoekmogelijkheden en -studies in het Verenigd Koninkrijk. The Grants Register 1983-85. Tweejaarl. 866 blz. Macmillan Press 1982. UKL 25.00. Lijst van stipendia, beurzen, docentenposten, leningen, enz. voor postgraduates. A Guide to Postgraduate Studies at the Scottish Universities. 77 blz. British Council 1982. Gratis. Beschrijft voor elk van de acht universiteiten in Schotland tot tien studieterreinen voor postgraduates die naar de mening van de betreffende universiteit voor buitenlandse studerenden van bijzonder belang zijn. Postgraduate Courses in United Kingdom Universities 1983-84. Jaarl. 120 blz. Association of Commonwealth Universities 1983. UKL 4.75. Overzicht van beschikbare cursussen op het gebied der theoretische en toegepaste natuurwetenschappen, landbouwwetenschappen, geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. (Niet: medicijnen, tandheelkunde en diergeneeskunde.)
274
I
Studentenhandboek
3. Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Firstdegree courses at universities
ε
i E
f S2
3 ä Accountancy/Acco un ting Acoustics/Acoustical engineering Actuarial science/Mathematics Adm ini stration/Ad min ¡strati ve science African languages/studies Agricultural economics Agriculture/Agricultural science(s) American/North American studies Anatomy (Human) Animal sciences) : Anthropology/Social anthropology Archaeology Architecture Art/History of art Astronomy Astrophysics Bacteriology {see also Microbiology) Biochemistry (incl. Biological chemistry) Applied/Technical Medical/Clinical Biolog> {see also Marine biology) Applied Cell Developmental Human Biometry Biophysics Biotechnology Botany/Plant biology Brewing, malting, etc. Building Building eccnomics Business/Management studies/science Celtic studies: Irish Scottish Gaelic {see abo Scottish studies) Welsh
Source: These tables have been reprinted by courtesy of the Association of Com monwealth Universities from the 'Com monwealth Universities Yearbook 1984', Vol. I. Editors: A. Christodoulou, T. Craig. Copyright: The Association of Common wealth Universities.
O
Is
■■s -S
Ζ
ä 3
3 3
Γ
i■ CD,
03
CQ
CQ
'C JZ,
ε C o
ε
■s JS
■
î1 11 1
■ζ·
3
I
s
sI
e
si
I
Verenigd Koninkrijk
275
• Forms a main p art of course leading to first degree ■ May be studied as p art of course leading to first degree Note: To understand this table (esp ecially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional p atterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chap ters which follow it. For full details university/college calendars or p rosp ectuses must be consulted.
? s JS
r3
S D ζ
f'
1g c Ζ
>
"c Zi c
ϋâ
o
■ ■
• ■
I i
•α
Dä
■σ
η "5
Jm ΓΛ t/3
■S S
u
Β
S
.ΐ S I » « ¿n
5 Ï Ï ?
£r¡ r5î
Cr.
• • • • • ■ • • •
•
•
•
■
■
■
• • • • • ■
• ■ ■
•
• •
•
• • ■ • ■
• • •
■
■
•
•
■
·'
■
• ■
■
•
• •
•
•
•
•
•
•• •
■
■ ■ ■
■ ■ ■ ■ ■ ■
■
• •
■ ■ ■ ■ • ■ ■ ■ ■
•
■ ■ ■ • ■
•
• •
• ■
•
•
■ ■
■ ■ ■
■ ■ ■ ■
■
• ■
• • ■
I
■
• • • ■• • • ■• •
• ■■ ■
■
•
■
•
•
■ ■
■
■
• ■ • ■
• •
■ ■
■
•
1 2 ì 4 s 6 7
Human movement studies and physiology. Incl. biochemistry, nutrition, physiology, etc. Animal developmental biology. Environmental biology. Plani microbiology. Production management. Business finance.
276
I
Studentenhandboek
Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Firstdegree courses at universities
ε «
a
Ξ
å ·
ί „ c l i
s*
_ S
ï S -S ir Ëp." | " E ï SII a .s si ï I S 1 s s 1 <<Sa'[QaocQm^üuQuiLÍiSüÍújOxi^^-l Ceramics Chemistry Applied/Industrial Colour Classical studies/Civilization (Greek and/or Roman) Classics (Greek and/or Latin) Commerce Computer/Computing science Computer systems Data processing Dentistry Development studies Drama; Theatre Dutch Ecology Econometrics {sec also Economics, Mathematical) Economic/Economic and social history Economics Mathematical (see also Econometrics) Technological Education5 Electronics Biomedical Energy stud ics/Engineering Engineering/Engineering science6 Aeronautical Agricultural Airline Automotive Biochemical Chemical Civil and/or clcctr. and/or mech. Commumcation(s)/Tclecomnunica tion(s) Computer/Computer technology
J5 'S
I
Verenigd Koninkrijk
i
•a s -.a -a i
? S 3
i
E
ε ί
n
•
ζ -g ao c c £ c S. ζ c C Oí £5
<
ï
S
• Forms a main part of course leading to first degree ■ May be studied as part of course leading to first degree Note: To understand this table (especially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional patterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chapters which follow it. For full details university/college calendars or prospectuses must be consulted.
Ξ.
i
| Q
Cr. IT.
ao
g Cr.
277
5 Ζ Ζ >
1
English and Latin literature. Maritime commerce (Maritime studies). Economics with mathematics. * Industrial economics. * Does not include degrees for which all courses are given in associated institu tions. 6 General or broadlybased engineering courses which do not (or need not) involve specialization in particular bran ches. 7 Also engineering design and appropriate technology. 2 3
278
I
Studentenhandboek
Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs
Control/Cybernetics Electronic Environmental/Environmental control (see also Environmental sci./studies) Gas (see aho Fuel sci./technol.) Industrial Instrumentation Manufacturing Marine/Naval architecture Nuclear/Nuclear technology Petroleum Production Structural Systems Engineering physics English Environmental health Environmental sciences'studics (see also Engin., Environmental) Ergonomics Estate management European studies Film studies Finance/Financial management, etc. Food science Forestry French Fuel science/technology Genetics Geography Geology Applied (incl. Engin./mining geol.) Physical/Geophysics German Glass technology Greek, Modern History History and/or philosophy of science
1 iberdeen iston in Birm lath lei fast irmingham radford ristol runcl uckingham
Firstdegree courses at universities
If ¿" F* §
L3
Î2 —
K S «
Χ X Ù! ¡¿ .3
1
Verenigd Koninkrijk
ä a
ι tl
s £ΐ zoo
O
—
S 3t
—
33
279
• Forms a main part of course leading to first degree ■ May be studied as part of course leading to first degree Note: To understand this table (especially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional patterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chapters which follow it. For full details university/college calendars or prospectuses must be consulted.
5 £ * ¡S
1
Systems control. Engineering design and manufacture. Offshore engineering. 4 Ship science. * Land economy. 6 Film and television studies. !
1
280
I
Studentenhandboek
Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs Firstdegree courses at universities
ε
I ε 42¡S
E
2
G ■c
Home economics Horticulture Hotel and catering management Human communication Immunology Industrial relations International relations studies Interpreting (languages) Italian Landscape architecture studies LatinAmerican studies Law Librar.anship Linguistics Marine biology Maritime studies Marketing Materials science technology Mathematics Applied/Technological Mediaeval studies Medicine and surgery Metallurgy/Metallurgical engineering Meteorology Microbiology (see also Bacteriology) Microprocessors/Microelectronics Middle/Near Eastern lang./studies (excl. subjs. indented below) Arabic Hebrew Mining/Mining engineering Molecular sciences Music Nursing Nutrition (Human) Oceanography
i:
_ "õb "ah
Bill
■l i a i
.g S » ·
Q Q LS 3 tu tu O X X í¿ id
z
-a "S>
3 3
I
Verenigd Koninkrijk
281
• Forms a main part of course leading to first degree ■ May be studied as part of course leading to first degree Note: To understand this table (especially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional patterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chapters which follow it. For full details university/college calendars or prospectuses must be consulted.
;&
E
1ï
1 1 8.1 2 2 O O
c Ï Ό u ca op o iι <S: ss\ Ja Ht — *--JS Ξ <3
I i ■ a
a
1
Institutional management. Applied and cellular immunology Production management I Geography. s Business law. s Agricultural and food marketing. ' Science of engineering materials. II Engineering mathematics. ' Biomedical sciences. 0 Pre-clinical courses and B.Sc. (medical science). 1 Minerais engineering. 1 Molecular biology. 3 Ocean engineering. 3 3
282
I
Studentenhandboek
Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs ■
Firstdegree courses at universities
1 £
ΊΊ*
■ :
•as Jä §
<£ ε -o s 3 .5 E c CQ
Office organization Operational research Ophtalmie optics Oriental langs./studies (cxcl. subjs. indented below) Chinese Japanese Paper science Parasitology Pathology Personnel administration Pharmacology Pharmacy Philosophy Physical education8 Physics/Physical science Applied Chemical Mathematical Theoretical Physiology (Human) Politics/Poli tical science Mathematical Polymer science/technology Portuguese Psychology Public administration Refractories technology Religious studies Theology/Biblical studies Renaissance studies Resource studies management Scandinavian languages studies Scottish studies History Literature
CQ
CD
03
ε
>?
m õ 'O c¡ Q L3
i sf
c — O
X
X L¿ ü¿
iii
Nî
J3 S 3 s 3 3
I
Verenigd Koninkrijk
283
• Forms a main part of course leading to first degree ■ May be studied as part of course leading to first degree Note: To understand this table (especially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional patterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chapters which follow it. For full details university/college calendars or prospectuses must be consulted.
8.
'g
= E >
1 "I» Z3 —
risi
ο
<<£lf H e l l i i *
Ο Ο. χ
2 2 O O
1
Production management. Decision theory. ' Also visual science. 4 Cellular pathology. s Pathobiology. 6 Experimental pathology. 7 Medical and pharmaceutical chemistry. 8 Does not incl. courses which form part of B. Ed. curricula. ' Mathematics and physics. 10 Visual science. 2
284
I
Studentenhandboek
Overzicht van studiemogelijkheden aan instellingen van hoger onderwijs First-degree courses at universities
L ■S s M §
Slavonic and other East European languages/studies (excl. Russian/Russian studies) Russian/Russian studies Social administration Sociology/Social studies/Science(s) Soil science Spanish Speech/Speech therapy Statistics
Mathematical Surveying, Quantity Surveying/Topographic science Textiles Town and Country/Regional planning Toxicology Transport studies Typography Urban studies Veterinary studies Virology Wild life management Wood science Zoology
e -c 2
Ξ
i ■
CO CO CO CQ CQ
Ί£ "&
E £· O ÍJJ Q Q [3
u
β
o
g
uj Ο X X
S. o J3 J
o
5" Ό 'S»
I
Verenigd Koninkrijk
285
• Forms a main p art of course leading to first degree ■ May be studied as p art of course leading to first degree Note: To understand this table (esp ecially those columns relating to the newer universities where the organization of degree courses often differs from the traditional p atterns) it is essential to refer to the introduction to this Directory and to the individual university/college chap ters which follow it. For full details university/college calendars or p rosp ectuses must be consulted.
Hi i sζ 8.·=
ζ
Ο ο
< |
i ι
ί -S
ε -Ι
sí
m in tn m w κ
1 2
Mathematics and statistics. International transport (Maritime studies).
286
I
Studentenhandboek
Studies aan polytechnics Science, environmental studies, engineering and other technologies
~— ■a ï .5
e 3 c
I å I s 'c
3
3.3.3.3.3.3.3.3
Science and applied sciences Astronomy or Anthropology I
0
Biochemistry or Biochem. engineering I
• H m • 0
Biology or Biological sciences Biomolecular science I or Micriobiology Chemistry Computer science or studies
0
0 0
0
0
• 0 •
;
0
®
®
0
0
!
0
• ! Ξ Ε î m• 0 D E D E Ε • Η Ξ 1 ¡õ\m 0
• •
Θ
s
D
Cosmetics science or ".echnology Environment science or Ecology
c 0 • ; 0 Η • Ξ 0 0 0 • : • 0 • E • E] m El E
0
0
í
0
•
0
•
0
Fishery science I or Agriculture — Food & dietetics I or Home economics —
0
Geology or Geophysics
î
0
Ε
Information technology or Systems design I
—
+
τ
General science or Occupation hygiene I
•
0
•
0
•
τ
— • •
0
•
0 ®
Mathematics
ï
0
• DD
Maths, statistics & Computing
D *
Physical sciences Physiology or Human biology I Statistics
0
Systems analysis or Information
0
■
0
0
•
0
0
D •
0
Η
Φ
•
0
m
0
•
0 0 0
ί
0
Ε •
0 0
®
m0
• E E 0
0
î
• î
0
; •
— --
Θ
0
0
0
Φf
• •
m
i
ι
D D ni •
E ■
î
Photographic sciences/Graphics technology I Physics or Physical electronics
0
e
t
Materials or Polymer science
Pharmacology I or Pharmacy —
0
m
τ
Maritime or Ocean or Nautical studies
Medical technology & sciences
Φ φ* ®
0
0
$
• • D 0 .· • m 0 • • • •
0
0
0
®
0
0
0
Η
®
0
I
Verenigd Koninkrijk
287
• Degree or course recognized equivalent course with specialization (or majoring) in named subject O Joint/Combined degree with named subject as one of the main areas of study Π Higher national diploma course in named subject area
£ s c
jr
i * I i. Ζ
2
ë
O E £
I l i l i l í 3
<Λ
D Ù
f—
r
S
S
Φ E E Η E
EΗΗEΗ
Φ
+
ΗE
Β
E
E
E
E
+ E E
E EE
EEE
Source: These tables have been reprinted from the leaflet ' The polytech nics. Autumn 1985; a guide to fulltime and sandwich courses, degree, degree equivalent, HND, DipHE and teaching qualifications'.
S
288
Studentenhandboek
Studies aan polytechnics Science, environmental studies, engineering and other technologies
j<
i
JS υ
ε ■a cã
ίζ2
us
eo
■ä 'Π ss
ο 'C CO
2s.
'S Χ
Ë α 3
Χ
e ο
g c ■2
Ι 8
ι Ë'
ο 'C
■■
ο σ e
■
Ο "S C
:
î a S
:: O
c
c Ζ
"ë -s o Ρ Ζ
Ι Ό C
O Ό
a > o 3 3 3 3 3
α
> δ
1 1 L3
;■
:
S ■ζ
o
•S Ο ~z¡ e
J 3
JS
s
Materials and manufacturing technology
E E
Ceramic design — or Technology 1 or Priming
E
Ε
Food technology or Marketing science 1
E
Fuel technology
î
Metallurgy
•
0
Polymer or Materials
E Η
Ε
Textiles of Clothing studies 1
E
0
E • 0
î l
E
Engineering
E
ΕΗ
Aeronautical or Building services 1
•
H ΗHΗ
Chemical Civil or Structural
E
•
Η® E
Η
•
Communication Computer, technology 1 or Mining — Control, instrumentation & systems Electrical Electronic Engineering Í or Engineering science
[]
τ
•
[]
ΕΞ E ® D Ε Η Ε El E E ® D1 ΗΕ E E t
0
•
Η
•
0
• 0
î [] [0 0 • E • EΗ •
Φ Φ 0
E
0
EEEΕ EEEEΕE
τ
•
Environmental or Agricultural 1 Vehicle or Plant 1 Mechanical
$
t
E ® E Ε ΗΕ E E E ΘΗ
Naval architecture or Marine engineering 1 Production or Industrial
Φ
E
ΗΞ Ε E
E
Η
τ
Η
E®
ΕΙ E
•
EΞ
•
•
•
•
0
Environmental studies Architecture
•
Building or Construction
• •
t
Ξ
Environmental studies Estate management
•
t
®
Geography or Geography & urban studies 1
•
Ε
• 0 0 •
Surveying: Quantity Surveying: Building or Land or Engineering 1
• •
0 0
0
E
Φ
® ® ®
• •
•
Landscape architecture, Cartography 1 Planning or Housing studies
ΗE Η
• •
•
•
•
Η
t
0 0 • • •
Θ •
î î S
0 0 • 0
• •
Ξ
• •
•
0
•
Η ΞΗ
• t
0 •
I
Verenigd Koninkrijk
289
• Degree or course recognized equivalent course with specialization (or majoring) in named subject O Join t/Combi ned degree with named subject as one of the main areas of study D Higher national diploma course in named subject area
É H
s
O
E
e
§ E i 2
2
;
vi C/5
ΓΛ
H
Β
E
ï SI
f—
S
Ε
t
τ
Ε Ε
!
0 0 τ
•
Ε
τ
Ξ Ξ Η • ΗΞ ΗD
HΞ Η ®
[] 0 ΦΒ • • • • E E 0 Ε Η • ΕΗ Ξ Ε
Β
E E
0
Ε ΕΙ Η Ε Η
t
ΗΕ
[] f
0
[] τ E • ΗΗE ΗΘΞ Ε Η ΗΗΗ Ε E E D ΕΙ Ε Η 0 D
• • •
E
Θ
•
• •
Η
Ξ Ξ t
•
• î 0 S î 0
Φ •
• •
ΗΕE •
Η
Θ τ
0
0
t
0 0
Η •
Η • []
®
290
I
Studentenhandboek
Studies aan polytechnics Arts, business and social studies LS
Ï Ζ
3 "ä e S3
c 2 ■a c CQ
Ό 'C
az
χ
Ό S3
Ο
υ
Χ
■3
1
s 'S
> '1
α c
α
3
3 5 j
S 3 «
ζ I í
3
3
.3 3
3
2
0
ï
Arts, languages and other humanities Arabic \
or Chinese /
Φ
or Italian I
Classical civilization I or Linguistics English or Literary studies French language I or Studies — German language I or Studies — History or Historical studies History of art & design
®
® • 0 0
φ Φ Φ
s
0
•
0
φ ΦΦ+ φ ΦΦ+
® 0 ® 0 ® 0 ®
Humanities or Modern studies
•
Modern European studies Music I Drama —
♦ φ
Performance or Movement studies
®
Philosophy I or Religious studies —
•Θ 0
Photographic arts I or Art & design Russian language I or Studies — Spanish lang. I ; Lat. Amer. or Span, studies —
φ
0
φ +
τ
φ φ
τ
0
ΦΦ+
ΦΦ Φ ΦΦ Φ
0 0 0 0 0 t 0 • î
î
0 0 0
•
φ
φ
•
®
φ τ
φ
Φ î ® 0
φ ΦΦ $ φΦ φ
c
•
0
φφ φφ
0
Ο
® î
•
$
τ
0
φ
s Î •
0
φ Φ τ
Φ
Φφ Φ
I
Verenigd Koninkrijk
291
• Degree or course recognized equivalent course with specialization (or majoring) in named subject O J oint/Combined degree with named subject as one of the main areas of study Π Higher national diploma course in named subject area
"3
0_ O
J 0_ o o ®
_0_
"Θ
φφ
φ
±
® 0_
O
Έo o
o
o
0_
o o_ o
o
φ
E' E È. o
1. ®
0_
'φ.
D o
E o ■θ-
3
"β-
Φ
φ Φ
φ 'φ'
292
I
Studentenhandboek
Studies aan polytechnics Arts, business and social studies L2
•a
o
_
2
£
-S
t co
ΐ aa
« Χ
= Χ
5
Já
fe
ä ■5
3 g·
Ë
J j 3 3 3 3 ^ 3 3 3 i
, social and related professional studies Accountancy or Finance Business studies Communication or Media or Visual I Studies Education Hotel, catering & institutional management Economics
0 • 0 Ε î HΞ ΗΒΕ ΕΗΞ ΕΞ ΗΗE 0 0 • • • • • • • • • • 0 Η H E Ξ ®®0 ®® • • 0 0 ®0 •
H î • 0 Ξ HHHHH
0
• H î S
0
•
0
International relations/Studies & languages Law Librarianship or Information studies
• • •
Nursing Operational research or Transport I
•
Psychology Public or Social administration Social studies or sciences Sociology Speech therapy or Physiotherapy I Tourism or Leisure studies I
•
0
t
®
® Η • ® • • 0 ®0
S
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 • Η Ε
Φ
0 0
0
D
0
•
•
• • • ο •
t
τ
• 5 •
• 0
0
τ
Personnel administration Politics
• H
t
•
β
D • ® •
Marketing; Publishing I
t t
t
0 0
®î î • • î 0 • • S • 0 î 0 0 î 0 î I • • î τ • • ® î
0
0
0 0
î
I
Verenigd Koninkrijk
293
• Degree or course recognized equivalent course with specialization (or majoring) in named subject O Joint/Combined degree with named subject as one of the main areas of study O Higher national diploma course in named subject area
l· •s:
H
TI ΙΦ
o
0
ε
1
δ
-Ξ?
ο
a s s s
H M o_ ® Ξ H H' H Θ Ξ H"
1i
®. H® ® ® ®_ o o ® o ®
®
o o o
Φ
[ô]
1" o
1 ®
D
O
©
±
o
o o/ o ®'
o o
_0 ,® ®
D ®
_0 o o
o
Ξ o o
_0 ®.
Ξa o
®
294
I
Studentenhandboek Studies aan polytechnics
Interdisciplinary courses it
5
ε
f ι 1 Combined studies
-
g
'S
•
Computing & bus. stud, or Economics
lis c
>
ΰ α 'I 'S
§
3
2 5 5 5
• • •
•
•
•
• •
3
3
3
3
3
3
• • •
•
0
0 0
Education & science I or Bus. studies — Engineering & business or Other studies Geography & history or Economics I
•
®
0
t
-Θ-
• •
0 0
•
Industrial studies or Education studies I Languages or Economics & politics I Librarianship & languages or Media studies Science & business or Other studies
• •
Φ •
®
Social & physical sciences
0
Society & technology or Energy studies I Sports science I or studies Modular degree Δ or DipHE ▼
Η •
0 0 0
•
0
ΔΖ Ζ ΔΖ
Τ
f
τ
I ΔΔ
Φ
Δ
Δ
I
Verenigd Koninkrijk
295
• Degree or course recognized equivalent course with specialization (or majoring) in named subject O Joint/Combined degree with named subject as one of the main areas of study G Higher national diploma course in named subject area Interdisciplinary modular degrees (Δ), diplomas of higher education (T) and combined studies courses include a range of main subject options (indicated among the symbols O and · shown elsewhere in these charts). For details of the combinations offered, please contact individual polytechnics.
| ι si f I O
CU
CU
J
£Λ
o
.st o 'Ã o "Φ
ΓΛ
®
o
o o
φ φ φ
o
0_
®
φφ φ.
'®
-θ-·
0_
o
ΖΖΖ
Δ
Ζ
296
I
Studentenhandbock
Studies aan polytechnics Degrees in art and design >. α C .■= s o
E
C o
U S 2 Ζ
f g_ .5 c c
o.ü
3 3s 3 3 3 Fine Art Graphic design 3D design Ceramics Furniture Glass Industrial design (Engineering) Industrial design (Transportation) Interior design Jewellery Silver/Metal Silversmithing Theatre Wood/Metal/Ceramics Wood/Metal/Plastics Textiles/Fashion Admin./Business studies Contour Fashion Embroidery Fashion Footwear design Knitwear design Textile design Woven & printed textiles Multidisciplinar) craft/design
• Areas of study O Chief study specializations Special notes Students are generally required to pursue one of four main areas of study, with a further choice of chief study specialization in two of the main areas. Entry require ments for all courses may include a year of preliminary study on a foundation cour se. The multidisciplinary graphic and 3D design course at North Staffordshire Poly technic has a range of main options not shown here.
• • •
• • • • •
0 0
0
0 0
0 0 0
l i
p 3
e c c e 3 o o o o a c e c e s ?
3S
3s£
• •
•
H ë ig»i - 1
£ 3
•
¡Λ ΙΛ H H
•
S
• •
0 0
0
0 0
0 0 0
0 0
0
0
0
0 0
0 0 0
0 0
0
0 0
0 0 0 0 0 0
0
0 0 0 0 0
0 0 0
0 0
• • • • •
• •
•
• •
0
e
•
•
0
0
0
0 0 0 0
0
0
0 0 0
0
0 0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
•
•
I
Verenigd Koninkrijk The Polytechnics Courses, awards and grants First degree courses. Almost all the degree courses in the polytechnics are validated by the Council for National Academic Awards, a body required by its Charter to maintain standards equivalent to those of the universities. The full-time courses generally last three years, although a further year is needed when they are conducted on a sandwich basis. In either case the minimum entry standard is normally five GCE passes, including two at Advanced Level. Usually good ONC/OND qualifications are also acceptable. Degree courses account for more than two-thirds of all the full-time students. Degree equivalent courses. A number of polytechnic diplomas and the qualifying examinations of some professional bodies have national recognition as degree equivalent qualifications. Initial entry qualifications are generally comparable with those for degree courses. On this leaflet such courses are not distinguished from those leading to degrees. Students are advised to ask polytechnics for details of both degree and degree equivalent courses in any area of interest. Approximately 5% of all fulltime students are following courses leading to recognized degree-equivalent qualifications. Higher national diplomas. 1 INI) courses incorporate a substantial academic content and a broad emphasis on one or more major areas of industrial or commercial activity. The courses are often conducted on a sandwich basis which extends the minimum period of two years' full-time study by a term or more. Entry requirements normally include a GCE 'A' level pass in a relevant subject, an equivalent ONC/OND or an appropriate award of the Business and Technician Education Council (BTEC — formerly BEC and TEC). Almost all HND
courses are now validated by BTEC. An important feature of these awards is that they can give exemption from parts of the qualifying examinations of professional bodies. Diplomas of higher education. Dip HE courses enable students qualified to enter degree courses to achieve a terminal qualification after two years. Each course includes a number of subjects and those gaining a Dip HE may be able to proceed to a full degree and/or teaching qualification after one or two years of related study. In some cases the Dip HE curriculum may coincide with the first two years of an existing degree course. Teacher training. A substantial proportion of the public-sector programme of teacher training is undertaken in a polytechnic environment. This leaflet indicates all polytechnic courses leading to either a BEd degree or other degrees recognized for the purpose of teacher training. Grants. Polytechnic students on degree, HND and Dip HE courses are eligible for the same mandatory local authority grants as apply to degree students at the universities. Similarly, students on teacher training courses in the polytechnics are treated on the same basis as those in other institutions. Other courses. Many other fulltime and part-time courses are available leading to postgraduate awards, diplomas, certificates and a variety of professional qualifications. Polytechnic Academic Registrars or Information Officers will be pleased to provide further information on request.
297
298
I
4. Verklarende woordenlijst Bachelor's Degree: zie First De gree. Campus University : de academi sche Faculteit of Afdeling is het grootste onderdeel van een uni versiteit waarmee studenten zich vereenzelvigen. Interne studenten van een Afdeling worden door gaans in hetzelfde gebouw (of groep van gebouwen) onderge bracht. Central Institutions: instellingen voor hoger onderwijs in Schot land buiten de universitaire sec tor, vergelijkbaar met de Poly technics in England en Wales. Certificate: een document dat formeel bevestigt dat een examen met goed resultaat is afgesloten. College of Further Education: College waar men, vanaf ca. 16 jaar, studeert op het niveau van de hoogste klasse van een Neder landse algemene middelbare school (atheneum, lyceum, gym nasium en dergelijke). Eindni veau: GCE. Zie aldaar. College (Institute) of Higher Education: College voor leraren opleiding, DipHE, cursussen voor beginnende studenten en gradua les. College of Technology : andere naam voor een College of Further Education. Collegiate University: uit afzon derlijke Colleges bestaande uni versiteit (Oxford, Cambridge, St. Andrews). In elk van de Colleges kunnen in beginsel alle facultei ten vertegenwoordigd zijn. Degree: een academische rang, die door een universiteit of de Council for National Academie Awards verleend wordt. Diploma: een studiebewijs, dat de bekwaamheid van de ontvan ger bevestigt. Federal University: bestaat uit aparte autonome Colleges. De Universiteit is het examinerende lichaam.
Studentenhandboek First Degree: afsluitende graad die na de geslaagde opleiding aan een universiteit, polytechnic of vergelijkbare instelling van hoger onderwijs wordt verleend. Ge bruikelijke aanduidingen: BA (Bachelor of Arts), in Schotland MA (Master of Arts); BEd (Ba chelor of Education); BSc (Ba chelor of Science). Met deze graad is de student gegradueerd (graduate). GCE (General C ertificate of Edu cation): het normale einddiploma van een middelbare school. Er zijn twee vormen; ordinary level (Olevel) en advanced level (A level). Olevel verwerft men op de leeftijd van ca. 16 jaar. Het Αlevel bereikt men een of twee jaar later. Britse universiteiten verlangen 5 GCEpasses (vol doende beoordelingscijfers voor een schoolvak) waarvan 2 op A level, of 4 passes waarvan 3 op Alevel. Graduate: iemand met een aca demische graad. Higher Degree: afsluitende graad van gegradueerdenstudies, na een geslaagd examen of een we tenschappelijk onderzoek. Ge bruikelijke aanduidingen: MA (Master of Arts), MSc (Master of Science), Phd (Doctor of Philo sophy). Institute (C ollege) of Higher Education: zie College of Higher Education. Local Authority Maintenance Award: studietoelage van een plaatselijke overheid (bijv. ge meentebestuur) ter voorbereiding op een studie in het hoger onder wijs. Master's Degree: zie Higher De gree. Modular C ourses: studies die uit een aantal werkeenheden bestaan. De student heeft een grote maar niet onbegrensde keuze van werkeenheden, hetgeen hem in staat stelt zijn eigen studie op te bouwen, in overeenstemming met zijn interessen, bekwaamheid en toekomstige behoeften.
Occasional Student: student die een studierichting wil volgen zon der naar een graad te streven. Of, en onder welke voorwaarden, oc casional students worden toegela ten, verschilt van universiteit tot universiteit. Open University: een hogeron derwijsorganisatie die afstandson derwijs verzorgt voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk (en een aantal Belgen, via de British Council). Het is in de eerste plaats schriftelijk onderwijs, ech ter op ruime schaal aangevuld met radio en televisieuitzendin gen, zomercurssen in vele grote en kleine steden, benevens een intensief advies en begeleidings programma via een net van Lo cal Study Centres. Polytechnic: een instelling voor hoger onderwijs met een groter vakkenaanbod dan de universi teiten. Polytechnics geven studies zowel op degreenivcau als op nondegreeniveau. Postgraduate: iemand met een eerste academische graad (First Degree) die voor een Higher De gree of Diploma studeert. Professional Qualifications: be wijzen van bekwaamheid (certifi caten) vereist voor de uitoefening van allerlei beroepen op de ge bieden van medicijnen, rechten, bouwkunde, accountancy en inge nieursstudie. Sandwich C ourses: studies die tot een degree of diploma leiden en waarbij perioden van acade mische vorming aan een univer siteit of Polytechnic wisselen met perioden van industriële of com merciële vorming. Een sandwich course duurt een jaar langer dan een fulltime studie die tot een degree of diploma leidt. Scottish Certificale of Education: het Schotse equivalent van het Olevel (zie GCE) is de Ograde, en van het Αlevel de Hgradc (Ordinary and Higher Grade). Schotse universiteiten vragen ten minste: 2 passes op Ograde en 3 op Hgradc, of 2 op Alevcl.
Verenigd Koninkrijk Technical College: andere naam voor College of Further Education. Tutor: staflid van een hoger-onderwijsinstelling die de studie begeleidt van een kleine groep studenten (doorgaans undergraduates), of van een enkele student. Undergraduate: student die voor een First Degree studeert. Vocational Course: studie waarmee men een beroepscertificaat verwerft, bijv. op het gebied van medicijnen, bouwkunde, accountancy, ingenieursvakken, bedrijfseconomie of onderwijs.
I
299
EUR
301
EUR
Europees Universitair Instituut Florence
302 Op 19 april 1972 hebben de ministers van de zes oprichterstaten van de Euro pese Gemeenschappen een overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut ondertekend, waar Denemarken, GrootBrittannië en Ier land zich later bij aansloten. H et eerste studiejaar van het Instituut begon op 5 oktober 1976. Volgens artikel 2 van de overeen komst is het „opgave van het Instituut, middels activiteiten op het gebied van het hoger onderwijs en het onderzoek bij te dragen tot de ontwikkeling van het culturele en wetenschappelijke erfdeel van Europa in zijn eenheid en verschei denheid". De werkzaamheden hebben tevens betrekking op de grote verande ringsprocessen en de instellingen die kenmerkend zijn voor de geschiedenis en de ontwikkeling van Europa. Hierbij wordt rekening gehouden met de banden met de culturen buiten Europa. Deze taak wordt verricht door onder wijs en onderzoek op universitair ni veau. Het instituut dient ook plaats te bieden aan de ontmoeting en uitwisse ling van ideeën en ervaringen op gebie den van studie en onderzoek waar het Instituut zich aan wijdt. Het Instituut biedt onderzoekers de mogelijkheid in een jaar de graad te verwerven van Master in Legal Studies in Comparative. European and Interna tional Law (LL.M.) en in drie jaar de titel van doctor van het Europees Uni versitair Instituut.
De Organisatie van het Instituut Het instituut kent drie bestuursorganen, 2η wel :
I
Studentenhandboek
1. De Raad van Bestuur, die bestaat uit vertegenwoordigers van de staten, die de oprichtingsakte hebben onder tekend. De Raad is verantwoordelijk voor de algemene oriëntatie van het Instituut. 2. De president, die het Instituut leidt. 3. De Academische Raad, die de alge mene verantwoordelijkheid voor vraagstukken van onderwijs en on derzoek draagt en als zodanig het onderwijs en studieprogramma van het Instituut bepaalt. De Academi sche Raad bestaat uit de president van het Instituut, de algemeen secre taris, de bibliothecaris, alle hooglera ren en assistenthoogleraren, verte genwoordigers van assistenten, re search fellows, studenten, enz.
Aantal studenten In het academisch jaar 1984/85 zijn 157 studerenden ingeschreven. Hiervan zijn er zes afkomstig uit landen die niet tot de Europese Gemeenschap behoren.
Academische organisatie Het specifieke karakter van het Insti tuut ligt in het nauwe verband dat er bestaat tussen onderwijs en onderzoek, tussen individueel en collectief werk. Het Instituut ontwikkelt namelijk een aantal onderzoekprojecten — van ver gelijkende en vaak interdisciplinaire aard — onder leiding van hoogleraren en met medewerking van research fel lows. Deze teams begeleiden de onder zoekers die naar het Instituut komen om er hun academische opleiding te verdiepen en aan te vullen. Het werk is
EUR
I
zodanig opgezet dat de onderzoekers de kans krijgen een doctoraal proefschrift te schrijven terwijl zij tevens aan de onderzoekprojecten deelnemen. Deze werkwijze stelt de tot het Instituut toegelaten studenten in staat zoveel mogelijk profijt te trekken uit de confrontatie en de uitwisseling met zeer deskundige onderzoekers, die uit verschillende vakgebieden, culturen en universitaire tradities komen en die samen studie en onderzoek verrichten over enkele grote onderwerpen uit het verleden het heden en de toekomst van Europa. In de eerste plaats worden de onderzoekers op uitzonderlijk intensieve wijze begeleid: een groot aantal docenten is beschikbaar voor een relatief klein aantal onderzoekers. Iedere hoogleraar begeleidt slechts een klein aantal proefschriften, zodat hij in staat is de voortgang van de werkzaamheden van zeer nabij te volgen. In de tweede plaats wordt aangestuurd op een zo intens mogelijke ideeënuitwisseling binnen het Instituut. De hierboven genoemde werkcolleges zijn derhalve zo opgezet dat de doorstroming van ideeën en informaties over de voortgang van het onderzoek zoveel mogelijk wordt bevorderd. Aldus kan zowel het individuele isolement van de onderzoekers als de scheiding tussen verschillende vakgebieden worden vermeden. Ten slotte wordt systematisch een inbreng van buiten gezocht door het uitnodigen van talrijke gastdocenten naar het Instituut en door het organiseren van vele colloquia die de gelegenheid bieden om in het Instituut de bekendste geleerden uit de menswetenschappen en de maatschappijwetenschappen te ontvangen.
303
De onderzoekers moeten aan twee soorten werkcolleges deelnemen: De werkcolleges voor onderzoek zijn het kader van de besprekingen over de voortgang van de onderzoekprojecten en de daarmee verband houdende proefschriften. De afdelingswerkcolleges bieden alle leden van de afdeling de mogelijkheid om op de hoogte te blijven van de aan de gang zijnde onderzoekprojecten en hun zienswijzen uit te wisselen. Deze werkcolleges zijn wekelijks, evenals trouwens ook de onderzoek-werkcolleges. Verder kunnen de onderzoekers deelnemen aan andere onderzoek-werkcolleges dan die waarvoor zij zijn ingeschreven.
Studie- en onderzoekprogramma Het studie- en onderzoekprogramma bestaat uit vier afdelingen: geschiedenis en cultuurgeschiedenis, economische wetenschappen, rechtswetenschappen, en politieke en sociale wetenschappen. Geschiedenis en cultuurgeschiedenis Studie en onderzoek in de afdeling Geschiedenis en cultuurgeschiedenis zijn voornamelijk gericht op: 1. de vergelijkende economische, sociale en cultuurgeschiedenis van Europa in de Nieuwe en de Nieuwste tijd, en 2. de geschiedenis der internationale betrekkingen en de vergelijking van de ontwikkeling van politieke en sociale stelsels in Europa, en wel in bijzonder de Europese samenwerking en integratie na de Tweede Wereldoorlog. In dit verband houden werkcolleges
304
zich bezig met de volgende onderwerpen: 1. Arbeid en familie in het voor-industriële Europa (Prof. Poni/Woolf)· 2. Strategie en structuur van grote ondernemingen in West-Europa en de Verenigde Staten van het midden der negentiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog (Prof. Hertner). 3. In het kader van de betrekkingen tussen West-Europa en de Nieuwe Wereld: Europese emigratie (Prof. Fohlen). 4. De oorsprongen van de Europese Gemeenschap: uitdaging en antwoord in West-Europa, 1946-1950 (Prof. Milward). 5. Bij afsluiting van deze tekst nog niet nader uitgewerkt: Onderwerpen uit de Europese cultuurgeschiedenis der Nieuwe en Nieuwste Tijd. Economische wetenschappen In het academisch jaar 1985/86 zullen de onderzoekingen van de afdeling der Economische Wetenschappen de volgende onderwerpen betreffen: 1. The political economy of austerity: its empirical content in the EEC (Prof. Fitoussi, Hager. Veluppilai). 2. The impact of workers' participation schemes on enterprise performance in Western Europe: an empirical investigation (Prof. Nuti). 3. Innovation, regulation and integration of European financial markets (Prof. De Cecco. Gebauer). 4. Studies in general equilibrium theory: increasing returns to scale and decentralization, microeconomic foundations of business cycles; the distribution approach to demand aggregation (Prof. Dehcz).
I
Studentenhandboek
Rechtswetenschappen Het onderzoek in de afdeling der Rechtswetenschappen heeft drie hoofdkenmerken : vanuit haar oriëntatie op Europa en op vergelijkende studies analyseert de afdeling rechtskundige problemen in samenhang met sociale, politieke en economische gegevens. In deze geest behandelen de werkcolleges de volgende themata: 1. Dimensies der justitie: grondwettelijke en transnationale erkenning der mensenrechten (Prof. Cappelletti). 2. Contract en organisatie: de juridische structuur voor in ondernemingen ingebrachte investeringen in de vorm van arbeid, grondstoffen, halfprodukten en financiële deelneming, in het bijzonder met betrekking tot contract en organisatie als grondslag voor rechtelijke structuren (Prof. Daintith/Teubner). 3. Contractpraktijk in de internationale energiehandel (Prof. Teubner). 4. Juridische concernstructuur in Europa (Prof. Teubner). 5. Autopoiesis in recht en maatschappij (Prof. Teubner). De afdeling Rechtswetenschappen heeft twee typen studie-afsluitingen : 1. binnen drie jaar (zoals eerder beschreven) de graad van doctor in de rechtswetenschappen van het Europees Universitair Instituut, of 2. in een jaar de graad van Master of Legal Studies in Comparative. European and International Law (LLM). Beide graden worden verleend op grond van activiteiten in werkcolleges en van een schriftelijk werkstuk over een eigen zelfstandig onderzoek. Een uitvoerige beschrijving van het studieprogramma voor de Master-titel is te vinden in de
EUR
I
voorlichtingsbrochure 1985/86 die het Instituut uitgeeft. Politieke en sociale wetenschappen Het studie- en onderzoekprogramma in deze afdeling omvat het brede gebied van wetenschap der politiek, sociologie, staatswijsbegeerte en ideeëngeschiedenis. Voor het academisch jaar 1984/85 kan men een thema voor een proefschrift of thesis kiezen op een van de hierna volgende geplande terreinen van onderzoek : 1. Functioneringsmechanismen van de partijvorming (Prof. Budge). 2. Belangenpolitiek in moderne kapitalistische maatschappijen (Prof. Schmitter). 3. Organisatie der belangenvertegenwoordiging van ondernemers (Prof. Schmitter). 4. Verval der autoritaire regeringsstructuren en de vooruitzichten voor de democratie in Zuid-Europa en Latijns-Amerika (Prof. Schmitter). 5. Politieke processen bij het ontstaan van ,. industriepolitische und medienpolitische" programma's in West-Europa (Prof. Padioleau). 6. Nieuwe wegen naar Europese eenwording: regionalisme, politieke en economische integratie (Prof. Schmitter). 7. Politieke filosofie en politieke ideeëngeschiedenis (Prof. Moulakis). Toelating en inschrijving Voorwaarden Om toegelaten te worden tot het Instituut gelden de volgende voorwaarden : 1. Abituriënten van Belgische universi-
305
teiten moeten in het bezit zijn van een licence/licenliaal. 2. Abituriënten van Deense universiteiten moeten in het bezit zijn van een kandidatgraden. 3. Abituriënten van universiteiten in de Bondsrepubliek Duitsland moeten een universiteitsexamen hebben met een gemiddelde beoordeling „goed", of voldoen aan de voorwaarden om tot de promotie te worden toegelaten. 4. Abituriënten van Franse universiteiten moeten in het bezit zijn van een maîtrise ofeen soortgelijk gekwalificeerd diploma; kandidaten, die al een diplôme d'études approfondies (DEA) hebben behaald, genieten de voorkeur. 5. Abituriënten van Italiaanse universiteiten moeten in het bezit zijn van een gekwalificeerd laurea. 6. Abituriënten van Nederlandse hogescholen en universiteiten moeten het doctoraal-examen hebben afgelegd. 7. Abituriënten van Britse of Ierse universiteiten moeten in het bezit zijn van een good honours degree (minstens upper second). 8. Studenten van andere universiteiten buiten de Europese Gemeenschap moeten een gelijkwaardige opleiding hebben of de nodige kwalificaties bezitten om een doctoraal te halen. (Ter verklaring van de bovengenoemde begrippen zie men de nationale bijdragen.) Alle aanvullende kwalificaties, ervaring op het gebied van het onderzoek of beroepservaring kunnen een voordeel betekenen. De kandidaten dienen verder een grondige kennis te bezitten van ten minste twee van de officiële talen van het Instituut (Deens, Duits, Engels,
306 Frans, Italiaans. Nederlands). De voertalen voor de meeste werkcolleges zijn Engels of Frans. Ten slotte dient erop te worden gewezen dat de toelatingscommissie niet alleen rekening houdt met de kwaliteit van de vroegere studies van de kandidaten, maar eveneens met de verenigbaarheid van de voorgestelde onderzoekthema's met de studie- en onderzoekprogramma's van het Instituut. Toelatingsprocedure Belangstellenden met de vereiste kwalificaties kunnen een sollicitatieformulier aanvragen bij de Academische Dienst van het Europees Universitair Instituut. Dat formulier moet ingevuld vóór 15 maart per aangetekende spoedbestelling worden ingezonden. De kandidaturen worden eerst onderzocht door nationale selectiecommissies, met deelneming van hoogleraren van het Instituut. De na dit eerste onderzoek geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een onderhoud met de leden van de verschillende afdelingen. Dat onderhoud heeft in de regel ca. 15 mei plaats. De lijst van de definitief toegelaten onderzoekers wordt in de loop van juni vastgesteld door een toelatingscommissie benoemd door de Academische Raad en bestaande uit de President van het Instituut, een lid van iedere afdeling en een vertegenwoordiger van de onderzoekers die dat jaar bij het Instituut studeren. De eerste toelating geldt voor een jaar. Overgang naar het tweede en het derde jaar vindt plaats volgens de volgende regels. Op 15 juni leggen de eerstejaarsonderzoekers aan hun afdeling een uitvoerig wetenschappelijk artikel voor, dat betrekking heeft op hun on-
I
Studentenhandboek
derzoekthema. Het kan hierbij gaan om een gedetailleerde schets, of om een gedeelte van hun proefschrift. Aan de hand van dat schriftelijke werkstuk besluit de afdeling of de onderzoeker tot het tweede jaar wordt toegelaten. Deze toelating geldt terzelfder tijd als toelating tot het doctoraat. De afdeling spreekt zich ook uit over een verlenging van de studiebeurs. Over toelating tot het derde jaar beslist de commissie op grond van een verklaring van de docent die de dissertatie begeleidt. Ten einde zijn proefschrift te mogen verdedigen dient de onderzoeker ten minste twee jaar aan het Instituut te hebben doorgebracht en actief te hebben deelgenomen aan de werkcolleges in verband met zijn onderzoek. Het Instituut gaat uit van voltooiing van het proefschrift aan het eind van het derde jaar of kort daarna. Gedurende het derde jaar krijgen de studenten een beurs van het instituut. Het proefschrift wordt verdedigd ten overstaan van een internationale commissie die, op voordracht van de betrokken afdeling, door de Academische Raad wordt aangewezen. De genoemde commissie bestaat uit drie tot vijf leden. De volgende doctorstitels worden toegekend : 1. doctor in de geschiedenis en de cultuurwetenschappen van het Europees Universitair Instituut; 2. doctor in de economische wetenschappen van het Europees Universitair Instituut; 3. doctor in de rechtswetenschappen van het Europees Universitair Instituut; 4. doctor in de politieke en sociale wetenschappen van het Europees Universitair Instituut.
EUR
ì
In uitzonderlijke gevallen kan de onderzoekers worden toegestaan hun proefschrift bij een andere universiteit in te dienen. Inlichtingen betreffende de wijze waarop de doctorstitels van het Europees Universitair Instituut in de verschillende Lid-Staten worden erkend, kunnen bij de Academische Dienst van het Instituut worden verkregen.
Inschrijvings- en collegegeld De tot het Instituut toegelaten studenten hoeven geen inschrijvings- of collegegeld te betalen.
307 3 000 periodieken geabonneerd. Interbibliothecaire uitleningen vullen de aangeboden diensten verder aan.
Informatica voor kwantitatief onderzoek Het Instituut stelt een PRIME 550 computer met hoge capaciteit ter beschikking van onderzoekers die kwantitatief onderzoek wensen te verrichten. Methodologische en technische bijstand is beschikbaar. Evenals veel software en apparatuur voor tekstverwerking.
Studiebeurzen Taalkundige bijstand Het Instituut biedt de onderzoekers de nodige bijstand om hun mondelinge en schriftelijke taalkennis te verbeteren. Voor zover mogelijk genieten zij taalkundige bijstand bij het schrijven van vakteksten en met name van proefschriften wanneer die in een andere taal dan hun moedertaal worden geschreven.
Bibliotheek De bibliotheek is volledig geautomatiseerd met zeer gemakkelijk toegankelijke bibliografische en administratieve databases. De gebruikers kunnen de inlichtingen en de werken die ze nodig hebben op die manier snel en gemakkelijk bereiken. De bibliotheek bezit op dit ogenblik ongeveer 300 000 boekdelen, microkopieën inbegrepen, en is op ongeveer
Tot het Instituut toegelaten onderzoekers ontvangen normaliter een studiebeurs van hun eigen land. In 1984/85 bedroegen deze beurzen: voor België: BFR 22 500 voor de Bondsrepubliek Duitsland: DM 1 150 voor Frankrijk: FF 3 500 voor Ierland: LIT 575 000 voor Italië: LIT 500 000 voor Luxemburg: LFR 18 750 voor Nederland: HFL 1 480 voor het Verenigd Koninkrijk: LIT 800 000 ten minste. Deze bedragen worden over het algemeen aangevuld met extra toelagen (gezinstoelagen, reisgeld, enz.). Deense studenten kregen financiële steun in de vorm van een „salaris" van ongeveer DKR 7 800. Bovendien verleent het Spaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over 1984/85 drie studiebeurzen aan Spaanse afgestudeerden ten behoeve van een studie aan het Instituut
308 Voor iemand, die als Duitser solliciteert naar een beurs, gelden in het algemeen de voorwaarden voor de beurzen voor afgestudeerden van de DAAD. Voor inlichtingen hierover, en over uitzonderingsgevallen wende men zich tot DAAD, Ref. 313, Kennedyallee 50. D5300 Bonn 2. Alle bovenvermelde regeringsstipendia worden ook voor het tweede studiejaar in beginsel verleend. Derdejaars ontvangen via het Instituut een studiebeurs. Het maandelijks uitgekeerde bedrag hiervan komt overeen met het hoogste regeringsstipendium en was in september 1984 LIT 850 000 (plus ziektekostenverzekering en gezinstoelage). De formaliteiten voor het verkrijgen van de beurzen worden verricht door het Instituut, dat daarbij rekening houdt met de voorschriften van de verschillende Lid-Staten. Tot het Instituut toegelaten onderzoekers die geen beurs van hun regering ontvangen kunnen hun verblijf uit andere middelen financieren, met name uit onderzoekbeurzen die door verschillende openbare en particuliere organisaties beschikbaar worden gesteld. Burgers van niet-verdragsluitende landen dienen zelf voor de financiering van hun verblijf te zorgen.
Formaliteiten voor inreis en verblijf Met betrekking tot de inreis: zie de tekst over Italië. Het Italiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken verleent een speciale verblijfsvergunning voor de duur van de studie. Over alle andere formaliteiten kunnen de studenten zich bij het Instituut informeren.
I
Studentenhandboek
Sociale voorzieningen De studenten moeten tegen ziekte en ongeval verzekerd zijn. Degenen die niet in het kader van hun nationale beurs zijn verzekerd, moeten gebruik maken van een door het Instituut afgesloten groepsverzekering, of zelf een gelijkwaardige verzekering nemen. Het Europees Universitair Instituut is gevestigd in de Badia Fiesolana in San Domenico bij Florence. Het ontvangstbureau van het Instituut helpt de aankomende studiegasten bij het zoeken naar woonruimte. Na voorlopig onderdak gedurende de eerste maand kan men een plaats krijgen in een van de elf huizen van het Instituut (met in het geheel 24 slaapplaatsen) of in een andere woning naar keuze. Een zelfbedieningsrestaurant in het Instituut verstrekt middagmaaltijden: studerenden krijgen er korting. Er is ook een cafetaria en een bar.
Informatiebronnen Voor alle verdere inlichtingen met betrekking tot het programma van het Instituut en de toelatingsvoorwaarden kunnen geïnteresseerden zich wenden tot de Academische Dienst van het Instituut. Een voorlichtingsbrochure en aanmeldingsformulieren zijn verkrijgbaar bij het Instituut en bij andere in het Aanhangsel genoemde adressen.
EUR
I
Aanhangsel
309 Griekenland Aangezien Griekenland nog niet is toegetreden tot de Instituuts conventie, dienen Griekse gega digden zelf hun studiefinanciering te regelen. Overigens: Fondation Bourses d'État de la République de Grèce 14 rue Lysicrate Athènes 119
1. Adressen Instituut Europees Universitair Instituut Academische Dienst Badia Fiesolana 5 via dei Roccettini 150016 San Domenico di Fiesole (Firenze) Β (055)477931 Télex 571528 IUE
Frankrijk Ministère des affaires étrangères Direction générale des relations culturelles Formation des Français à l'Étran ger 34. rue La Perouse F75116 Paris Ierland Department of Education Marlborough Streel Dublin 1
Bevoegde nationale instanties België Ministère de l'éducation nationa le et de la culture française Direction de l'enseignement supé rieur et de la recherche scientifi que Cité administrative de l'État Bloc D 6e étage B1010 Bruxelles Ministerie van Nationale Opvoe ding en Nederlandse Cultuur Bestuur van het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onder zoek Rijksadministratief Centrum Arcadcngebouw (blok F) 4' verdieping. B1010 Brussel Denemarken Rektorkollegiet Frederiksholmskanal 28/G DK1220 København Κ Bondsrepubliek Duitsland Deutscher Akademischer Aus tauschdienst (DAAD) Kennedyallee 50 D5300 Bonn 2
Italië Ministero degli Affari Esteri DGCCST Ufficio IX (borse di studio) Piazza Farnesina 1 100100 Roma Luxemburg Ministère de l'éducation nationale Département orientation scolaire et services sociaux 7, rue Pierre d'Aspclt L1142 Luxembourg Nederland Academische Raad Postbus 13623 2501 EP 'sGravenhage Verenigd Koninkrijk Department of Education and Science HFE IV Branch Elizabeth House York Road London SEI 7HP
2. Bibliografie Europees Universitair Instituut. Academisch jaar 1984/85. Flo rence, 1984. Folder; gratis te ver krijgen bij het Europees Univer sitair Instituut. (Ook in Deens, Duits, Engels. Frans en Italiaans verkrijgbaar.) Europees Universitair Instituut. Zevende verslag over de werk zaamheden academisch jaar 1982/83. 91 bladzijden; gratis te verkrijgen bij het Europees Uni versitair Instituut. (Ook in Deens, Duits, Engels, Frans en Italiaans verkrijgbaar.) Europees Universitair Instituut, Academisch jaar 1985/86. Voor lichtingsbrochure, in voorberei ding; gratis te verkrijgen bij het Instituut. (Ook in Deens, Duits. Engels. Frans en Italiaans ver krijgbaar.)
EUR
311
EUR
Europa College Brugge
I
312
Het Europa College, gesticht in 1949, is het oudste instituut voor Europese studies. Het biedt aan afgestudeerden van universiteiten een jaar aanvullende studie gewijd aan de problemen van Europese eenheid en integratie. Aldus worden zij er voorbereid tot het behandelen van maatschappelijke, economische en institutionele problemen, niet op de schaal van één enkel land, maar op die van de Europese Gemeenschap, beschouwd als een organische regionale entiteit die zich wijd op de wereld opent.
Organisatie Het Europa College wordt geleid door een Raad van Beheer, samengesteld uit vertegenwoordigers van tien Staten en van instellingen — waaronder de Commissie van de Europese Gemeenschappen — die bijdragen tot zijn begroting. De Raad wordt voorgezeten door de heer François-Xavier Ortoli. De Academische Raad die de richtlijnen vaststelt van het studieprogramma, bestaat uit professoren, verkozen vertegenwoordigers van de assistenten, studenten en oud-studenten. Hij wordt voorgezeten door Prof. Dr. J. Lukaszewski, rector van het Europa College.
Studenten Het Europa College dankt zijn naam niet alleen aan de oriëntering van zijn programma, maar ook aan de overwegend internationale samenstelling van zijn studentenkorps. Inderdaad, men telt meer dan 20 nationaliteiten onder de 130 houders van universitaire diploma's — of daarmee gelijkgestelde — in
Studentenhandboek
de rechten, de economie of in de politieke wetenschappen die het Europa College elk jaar aanvaardt. Hieruit volgt dat deze jonge afgestudeerden de gelegenheid hebben zich vertrouwd te maken met het groepswerk in internationaal verband. Tevens kunnen zij er een degelijke praktische voorbereiding krijgen op een verdere activiteit op het Europees of internationaal vlak.
Docenten Net als in de meeste soortgelijke instellingen voor hoger onderwijs, vindt men in het Europa College geen vast docentenkorps. Het onderwijs wordt gegeven door een vijftigtal titularissen van cursussen en seminaries die regelmatig van buiten de instelling komen. Twee derden van deze titularissen zijn universiteitsprofessoren die het College een onontbeerlijke band met de academische wereld waarborgen, alsook met de ontwikkeling van de sociale wetenschappen. Eén derde bestaat uit hogere ambtenaren van de Europese Gemeenschap. Deze laatsten geven colleges die nauw afgestemd zijn op de economische, politieke en sociale realiteit van het huidige Europa, en grijpen hierbij dikwijls terug naar hun dagelijkse ervaring van de Communautaire organen. Bij de universiteitsprofessoren en de hogere ambtenaren die aan het College doceren, zijn een tiental nationaliteiten vertegenwoordigd. Hierdoor komen de studenten in contact met verschillende universitaire tradities en methodologische benaderingen.
EUR
I
Studieprogramma Het studieprogramma van het Europa College, dat zich doelbewust tot één enkel jaar beperkt, is geconcentreerd en veeleisend. Het vormt een voorbereiding op het actieve leven en vindt zijn inspiratie in de uitspraak van Jean Monnet: „Heel vlug was ik instinctief van mening — en dit is mijn levensregel geworden — dat nadenken en handelen niet van elkaar te scheiden zijn". Dit programma is samengesteld om te beantwoorden aan de beroepsuitzichten van de studenten en. anderzijds, aan hun behoefte aan onbaatzuchtig en onbevooroordeeld weten. Het omvat: 1. gespecialiseerde studies, onderverdeeld in drie richtingen die ieder een samenhangend geheel van verschillende materies vormen : a) Europese studies in bestuurswetenschappen b) Europese studies in economische wetenschappen c) Europese studies in rechtswetenschappen. Elke student schrijft zich in voor één van deze drie richtingen, in navolging van zijn vorige studies. Daarbij kiest hij vrij drie cursussen onder de: 2. optiecursussen : aldus kan hij. naar believen, hetzij zich inschrijven voor cursussen die verband houden met zijn specialisatie, hetzij een andere keuze maken die hem toelaat zijn specialisatie in een pluridisciplinaire context te plaatsen: 3. lezingen, gegeven door vooraanstaanden uit het openbare leven en actuele vraagstukken behandelend. (Een gedetailleerde beschrijving van het programma vindt men in de infor-
313
matiebrochure van het College. Zie bijlagen). Werkmethoden Op het Europa College zijn slechts weinig ex cathedra cursussen. De meeste materies die deel uitmaken van het programma worden behandeld in seminaries of werkcolleges waar iedereen actief bijdraagt tot het door de verantwoordelijke docent vastgelegde doel. Ten einde de actieve en participatieve onderwijsmethode te bevorderen, krijgen de studenten voor bijna alle onderwerpen omvangrijke dossiers. Bovendien worden steeds vaker rollenspelen ingericht: zij blijken pedagogische middelen te zijn die de inspanning van de deelnemers in reële vreugde omzet en hen efficiënt voorbereiden op hun toekomstige activiteiten.
Werktalen De twee werktalen van het College zijn het Engels en het Frans. Cursussen en werkcolleges worden in één van deze talen gegeven, naargelang de voorkeur van de docent. Examens, schriftelijke werkstukken en tussenkomsten tijdens de werkgroepen gebeuren in één van deze beide talen, naar keuze van de student. Bijgevolg is een goede kennis van het Engels en van het Frans een absolute vereiste om met succes aan het programma van het Europa College te kunnen deelnemen.
I
314
Studentenhandboek
Diploma's
Toelating
Iedere student moet minstens negen examens afleggen, d.i. examens handelend over de materies van zijn gekozen richting en over deze van de optievakken. Indien hij hierin slaagt en voldoet aan de overige vereisten van het Studiereglement, verkrijgt hij een Dip/ome de hautes études européennes /Diploma of Advanced European Studies. De student die dit Diploma heeft verworven en die bovendien onderzoekwerk heeft verricht en een proefschrift opgesteld heeft, dat aan de door de Academische Raad vastgelegde criteria beantwoordt en dat met goed gevolg aanvaard werd door een ter zake samengestelde jury, verkrijgt het Diplôme d'études européennes approfondies/Degree of Master of Advanced European Studies.
Iedere kandidaat voor het Europa College moet een universitair of hieraan gelijkgesteld diploma bezitten (b.v. de „maîtrise" uit het Franse systeem of een B.A. uit het Engelse systeem), en wel in de bestuurswetenschappen, de economische wetenschappen, de politieke wetenschappen of de rechtswetenschappen. Tevens moeten zij een goede kennis hebben van het Engels en het Frans. Houders van universitaire diploma's in aanverwante disciplines (b.v. in internationale betrekkingen) kunnen eveneens aanvaard worden op voorwaarde dat zij op uitstekende resultaten kunnen bogen. Verzoeken om toelating en eventuele beursaanvragen moeten gericht worden tot één van de selectiecommissies (zie bijlagen), en wel vóór de door deze commissies vastgestelde datum. Kandidaten uit landen die geen selectiecommissie hebben of deze die op eigen kosten willen studeren moeten zich rechtstreeks wenden tot het Rectoraat van het Europa College (zie bijlagen) vóór 1 juni.
Bibliotheek en publikaties De Bibliotheek van het Europa College telt meer dan 100 000 boeken die rechtstreeks ter beschikking staan van de gebruikers. Haar collectie boeken, documenten en tijdschriften is, op het gebied van de Europese eenheid en integratie, één der meest complete ter wereld. Het Europa College heeft meer dan 50 werken gepubliceerd gewijd aan de diverse aspecten van de Europese integratie. Deze werken zijn enerzijds een belangrijke steun voor het onderwijs, terwijl zij anderzijds een geheel aan kennis en bespiegeling vertegenwoordigen dat uiterst bruikbaar is voor iedere onderzoeker inzake Europese materies.
Studiekosten De totale kosten van één academisch jaar op het Europa College belopen 190 000 Belgische franken. Dit bedrag omvat zowel collegegeld als kost en inwoning in een studententehuis. Studenten die verkiezen buiten het College te wonen en te eten betalen slechts het collegegeld: 90 000 Belgische franken.
EUR
I
Beurzen De meeste studenten aan het Europa College ontvangen beurzen van hun regering of van andere openbare of privéorganisaties. Aanvragen voor deze beurzen moeten gericht worden aan de nationale selectiecommissie in het land van herkomst van de kandidaat (zie bijlagen ). Belgische beurzen voor buitenlanders die in het kader van een cultureel akkoord tussen België en andere landen verleend worden, kunnen eveneens voor studie aan het Europa College worden gebruikt (voor nadere informatie moet men zich wenden tot de Belgische diplomatieke vertegenwoordigingen).
Studententehuizen Bijna alle studenten verkiezen kost en inwoning in de residenties van het College. Op die manier hebben ze de mogelijkheid hun linguïstische kennis snel aan te vullen en raken ze gewend aan het leven en het werken in plurinationaal groepsverband.
Andere aspecten Voor elke verdere informatie aangaande sociale en praktische aspecten van het leven en het studeren in België wordt verwezen naar de Belgische bijdrage in dit Handboek.
315
I
316
Bijlagen
1. Adressen Europa College Rectoraat van het Europa College Dyver 11 B-8000 Brugge Selectiecommissies België Rectoraat van het Europa College Dyver 11 B-8000 Brugge Denemarken Den Danske Europabevaegelse Bremerholm 6 DK-1069 København K Bondsrepubliek Duitsland Deutscher Rat der Europäischen Bewegung Bachstraße 32 Postfach 1529 D-5300 Bonn 1 Griekenland Ministry of National Economy Directorate of Social Affairs Syntagma Athens Frankrijk Ministère des Relations extérieures Formation des Français à l'étranger 34, rue La Perouse F-75116 Paris Ierland Irish Council of the European Movement 32 Nassau Street Dublin 2
Italië Ministero degli affari esteri Direzione generale delle relazioni culturali Ufficio IX 1-00195 Roma Luxemburg Mouvement Européen du Luxembourg Maison de Cassai 5, rue Large L-1917 Luxembourg Nederland Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Centrale Directie Internationale Betrekkingen Postbus 20551 2500 EN 's Gravenhage Verenigd Koninkrijk UK Committee for the College of Europe UACES Secretariat King's College Strand London WC2R 2LS Oostenrijk Bundesministerium für Wissenschaft und Forschung Minoritenplatz 5 A-1014 Wien Canada Public Service Commission 300 Avenue Laurier ouest Ottawa, Ontario Kl A OM7 (alleen voor de federale functionarissen) Noorwegen Kulturavdclingen Det Kgl. Norske Utenriksdepartement Postboks 8114 Dep N-Oslo 1 Portugal Ministério dos Negócios Estrangeiros Direcçao-Geral das Relações Culturais Externas Avenida da Republica 32, 1 P-1000 Lisboa
Studentenhandboek Spanje Ministerio de Asuntos Exteriores Dirección General de Relaciones Culturales Dirección de Intercambios Calle el Salvador 1 Madrid 12 of Junta de Canarias Servicio CEE Edificio del Cabildo Insular. Planta 3a Santa Cruz de Tenerife (Islas Canarias) oí' Junta de Andalucía Gabinete de la Presidencia Sevilla 1 of Patronat Catala pro Europa Plaza Antonio López 5 Barcelona 2 Zweden Svenska Nationalkommittén for Kulturellt Samarbete i Europa Sverigehuset Hamngatan 27 Box 7434 S-10391 Stockholm of Svenska Institutet (zelfde adres) Zwitserland Union européenne Beaulieustraße 78 Postfach 215 CH-3000 Bern 26 USA Fulbright grants: The Institute of International Education 809 United Nations Plaza New York, NY 10017 ol' Rotary grants: The Rotary Foundation Head, Educational Grants 1600 Ridge Avenue Evanston, III. 60201
EUR 2. Bibliografie College d'Europe/College of Europe. Bruges, 1985-1986. (Brochure d'information / Information brochure kosteloos verkrijgbaar bij het Europa College). J. Lukaszcwski : Former des Européens pour bâtir l'Europe — L'expérience du Collège d'Europe. Cadmos, (Genève). Hiver 1979.
I
317
EUR
319
EUR
Subsidies verleend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter bevordering van gezamenlijke studieprogramma's
320 Het gezamenlijk studieprogramma (GSP) van de Europese Gemeenschap In het eerste actieprogramma op onderwijsgebied dat door de Raad en de ministers van Onderwijs werd goedgekeurd, werd bijzonder veel belang gehecht aan het bevorderen van de samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs, inzonderheid door het ontwikkelen van „gezamenlijke studieprogramma's" door instellingen voor hoger onderwijs in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap. Deze beslissing vloeide voornamelijk voort uit de overtuiging dat het samenwerkingsniveau in het vlak van het hoger onderwijs binnen de Gemeenschap niet geschikt was, vooral met betrekking tot de mobiliteit van studenten en onderzoekers, en dat bijgevolg maatregelen dienden te worden getroffen om de verdere ontwikkeling van dergelijke samenwerking aan te moedigen. In uitvoering van hogervermelde beslissing werd het plan ter bevordering van de ontwikkeling van gezamenlijke studieprogramma's (GSP-plan) tijdens het academiejaar 1976-1977 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen ingevoerd. Sedert 1978-1979 wordt de Commissie bij het uitvoeren van het plan bijgestaan door hel Europees Instituut voor Onderwijs en Sociaal Beleid (European Institute for Education and Social Policy — Institut européen d'éducation et de politique sociale; vroegere benaming: Instituut voor Onderwijs van de Europese Culturele Stichting — Institute of Education of the European Cultural Foundation — Institut pour l'éducation de la fondation européenne de la culture). Het Instituut staat in de eerste plaats in voor
I
Studentenhandboek
het behandelen van alle door het plan voorziene aanvragen voor betoelaging, voor het beheer van de overeenkomsten met de bursalen, voor de continuïteit van het contact met de goedgekeurde projecten, voor het evalueren van de voortgang van dergelijke projecten en van het Plan in het algemeen, en voor de voorlichting omtrent mogelijk te betoelagen projecten. Sedert 1981-1982 is deze opdracht toevertrouwd aan het door het Instituut te Brussel gevestigd bureau, dat sinds mei 1982 de naam draagt van „Bureau voor onderwijssamenwerking" (Bureau pour la coopération dans le domaine de l'éducation — Office for Cooperation in Education). 1. Betoelaagde samenwerkingsvormen De betoelaging door de Commissie beoogt de ontwikkeling van „gezamenlijke studieprogramma's" aan te moedigen, dat wil zeggen samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs van verschillende landen met het oog op de gezamenlijke ontwikkeling van volledige of gedeeltelijke leerplannen. Om in aanmerking te komen voor betoelaging moet de samenwerking gericht zijn op het tot stand brengen van overeenkomsten waarbij: - de studenten een erkend en geïntegreerd deel van hun studies volbrengen aan ten minste één van de partnerinstellingen van een andere LidStaat en/of - gedeelten van leerplannen aan iedere instelling worden geleid door leden van het lerarenkorps van ten minste één instelling van een andere LidStaat en/of - volledige of gedeeltelijke leerplannen gezamenlijk worden uitgewerkt die worden opgenomen in de studiepro-
EUR
I
gramma's van alle deelnemende instellingen, zelfs wanneer mobiliteit van studenten of onderzoekers geen enkele rol speelt. „Gezamenlijke programma's" komen voor betoelaging in aanmerking in alle disciplines, op alle niveaus en voor alle instellingen voor hoger onderwijs. Toch moet gezegd dat projecten die gericht zijn op het gezamenlijk uitwerken van volledige leerplannen of van belangrijke gedeelten daarvan de voorkeur wegdragen. 2. Betoelagingsvormen Voor „gezamenlijke studieprogramma's" kunnen tweeërlei subsidies worden verkregen : a) subsidies voor voorbereidende bezoeken, om leerkrachten van het hoger onderwijs de kans te geven de samenwerkingsmogelijkheden met een of meerdere instellingen voor hoger onderwijs van een andere Lid-Staat te onderzoeken. Dit soort betoelaging werd in 1983 ingevoerd; b) ontwikkelingssubsidies waarmee de leden van het onderwijzend personeel van instellingen voor hoger onderwijs gezamenlijke studieprogramma's kunnen ontwerpen en uitwerken. Onder dit soort hulp ressorteren: - reis- en verblijfkosten van de vertenwoordigers van de instellingen die deelnemen aan vergaderingen met betrekking tot ontwerp, ontwikkeling, opvolging en beoordeling van een bestaand „gezamenlijk studieprogramma" ('), waarbij
f1) Of uitbreiding van een „gezamenlijk studieprogramma".
321
één of meerdere instellingen worden betrokken, bij voorkeur uit de Lid-Staten die nog niet aan het desbetreffende programma deelnemen, met inbegrip van de kosten die dergelijke vergaderingen met zich brengen; - ontwikkeling en vertaling van lesmateriaal dat in het kader van het „ gezamenlijke studieprogramma " zal worden aangewend; - andere uitgaven in verband met het ontwikkelen en bevorderen van het „gezamenlijke studieprogramma" of in verband met het verspreiden van informatie hieromtrent; - reiskosten en vergoedingen van onderzoekers en studenten die bij het „gezamenlijke studieprogramma" zijn betrokken. De toelage kan in geen geval worden aangewend voor de normale bezoldiging van de onderzoekers van de deelnemende instellingen. Ieder jaar worden toelagen ter beschikking gesteld voor de ontwikkeling van nieuwe „gezamenlijke studieprogramma's". Bovendien kan, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan, bijkomende steun worden verleend voor bestaande programma's die voorgaande jaren reeds werden betoelaagd. 3. Selectie Bij het selecteren van de te betoelagen projecten wordt de Commissie bij gestaan door een wetenschappelijke raad die meestal is samengesteld uit rectoren van instellingen voor hoger onderwijs en directeuren van enkele bijzonder geslaagde gezamenlijke programma's.
I
322
4. Toegekende bedragen De subsidies belopen over het algemeen niet meer dan 1 500 Europese Rekeneenheden voor voorbereidende bezoeken, 4 000 Europese Rekeneenheden voor eerste ontwikkeling of in heel uitzonderlijke gevallen. 10 000 Europese Rekeneenheden voor verlengingen waarbij operationele hulp komt kijken (b.v. reiskosten van onderzoekers en studenten om aan een project te kunnen deelnemen). Gelet op de krappe financiële middelen kon dergelijke toelage tot nog toe echter zelden worden toegekend. De toelage wordt steeds verleend aan de instellingen (of aan de professoren die hen vertegenwoordigen). De studenten zijn ten laste van hun instellingen. De subsidie kan dus niet rechtstreeks door de betrokken studenten bij de Commissie worden aangevraagd.
Ontwikkelingssubsidies • Aanvragen • Toegekende subsidies
Studentenhandboek
5. Enkele inlichtingen en statistische gegevens In 1984-1985 bestaat het „gezamenlijke studieprogramma" (GSP) negen jaar. Volgend statistisch overzicht van zijn ontwikkeling sedert zijn ontstaan in 1976-1977 toont de grote weerklank die het vond bij instellingen voor hoger onderwijs in de hele Gemeenschap. Bij het overlopen van de cijfers mag men niet uit het oog verliezen dat de Commissie bij de keuze van de projecten en hun verdeling naar Lid-Staat. vakgebied en samenwerkingsvorm tot nog toe hoofdzakelijk rekening heeft gehouden met de prestaties. Hierbij werd waar nodig gepoogd onevenwichten weg te werken door de informatiestroom naar ondervertegenwoordigde Staten of gebieden te versterken. 5.1. Subsidieaanvragen en verleende toelagen Onderstaande tabel toont de gestage toename van de aanvragen sedert 1977:
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
Totaal
110 32
67 28
88 57
130 74
198 93
218 90
240 93
222 149
268 197
1 541 813
219 125
248 145
467 270
Subsidies voor voorbereidende bezoeken • Aanvragen • Toegekende subsidies
Daar enkele projecten meer dan éénmaal door de Commissie werden betoelaagd, stemt het aantal door de Com-
Nieuwe gezamenlijke studieprogramma's
missie gesubsidieerde gezamenlijke programma's niet overeen met het aantal toegekende subsidies:
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
Tolaal
32
21
33
35
53
43
52
65
79
413
I
EUR
323
5.2. Verdeling van de gezamenlijke studieprogramma's naar land Aangezien het globale aantal studenten in de LidStaten verschillend is. moet het niet verwonderen dat het aantal ge zamenlijke programma's in sommige landen beduidend hoger ligt dan in an dere. Dit geldt vooral voor het Ver enigd Koninkrijk. Frankrijk en de Duit se Bondsrepubliek: bij zowat % van alle tot nog toe betoelaagde program Β
ma's zijn instellingen van het Verenigd Koninkrijk betrokken; Franse en Duitse instellingen bij ongeveer de helft van alle programma's. De laatste jaren ech ter is het aantal door andere LidStaten ingediende programma's aanzienlijk ge stegen. Dit moge blijken uit onder staande tabel met de toelagen voor nieuwe gezamenlijke programma's waarbij instellingen uit alle LidStaten betrokken zijn.
DK
D
GR
F
IRL
I
L
NL
UK
1976
3
4
13
-
14
2
2
-
4
29
1977
1
1
12
-
12
2
-
1
6
15
1978
2
4
18
-
14
-
5
-
6
23
1979
6
1
13
-
25
1
8
-
5
15
1980
12
2
26
-
27
5
6
-
9
34
1981
6
3
19
3
10
5
10
1
7
31
1982
8
6
17
4
17
5
12
1
14
31
1983
18
3
27
9
32
7
12
-
14
45
1984
18
5
39
3
39
3
10
-
15
53
De deelname van instellingen voor ho ger onderwijs van de tien LidStaten aan gezamenlijke programma's ligt ver houdingsgewijs als volgt: GrootBrittan nië 272 (66% van alle betoelaagde pro gramma's), Duitse Bondsrepubliek 192 (46,5%), Frankrijk 191 (46%), Neder land 81 (19,5%), Italië 74 (18%), België 74 (18%), Ierland 34 (8%). Denemar ken 30 (7,3%). Griekenland 21 (5%), Luxemburg 3 (0,7%). 5.3. Verdeling naar aard van het pro gramma Van de 413 tot nog toe door de Com missie betoelaagde gezamenlijke pro
gramma's is nagenoeg de helft geba seerd op mobiliteit van studenten; de overige 50% is vrij gelijk verdeeld over programma's met mobiliteit van onder zoekers en programma's die gericht zijn op het gezamenlijk uitwerken van cur suseenheden of leermiddelen, zonder dat daarbij mobiliteit van studenten of onderzoekers komt kijken. 5.4. Verdeling naar vakgebied Het GSPproject is voor een groot aan tal academische disciplines aantrekke lijk gebleken. Dit moge uit onderstaan de tabel naar voor komen:
I
324
Landbouwkunde 5 13 Kunst, Design 34 Architectuur, Stedebouw 39 Beheerswetenschappen Ingenieurswetenschappen. 60 Techniek, Informatica Aardrijkskunde, Streek19 studies Talen, Letterkunde, Lin43 guïstiek Rechtswetenschappen Geneeskunde, Tandheel- 23 kunde, Psychologie 20 Natuurwetenschappen, Wiskunde 36 Politieke en sociale wetenschappen, Economische wetenschappen, 78 Geschiedenis 27 Onderwijs 16 Andere Totaal 413
(1,2%) (3,2%) (8,3%) (9,2%) (14,5%) (4,6%) (10,4%) (5,6%) (4,9%) (8,7%)
(19,0%) (6,5%) (3,9%) (100,0%)
De laatste jaren is het aantal betoelaagde programma's op het gebied van de natuurwetenschappen aanmerkelijk gestegen. In het geheel van het plan was dit gebied voordien ondervertegenwoordigd. Deze toename kan onder meer worden toegeschreven aan de inspanningen om meer informatie te verstrekken omtrent de voor de faculteiten der natuurwetenschappen beschikbare toelagen. 6. Evaluatie en voorlichting Toen het GSP-plan acht jaar geleden werd ingevoerd stelden zowel de Commissie als de Lid-Staten dat een aangepaste evaluatie van de voortgang van het Plan en informatie hieromtrent nodig waren. De Commissie gelastte het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs met deze evaluatie-
Studentenhandboek
en informatie-opdracht. Van deze taken kweet het Bureau zich als volgt: a) Verslagen: Uitgaande van verslagen van de betoelaagde instellingen en van besprekingen tussen projectleiders, diensten van de Commissie en een aantal andere belanghebbende diensten, stelde het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs een aantal evaluatieverslagen op. Deze werden jaarlijks aan de Commissie voorgelegd. Het eerste verslag ging in het nummer 7 van de „Studies (Education) Series" dat de titel droeg „Gezamenlijke studieprogramma's: een instrument voor samenwerking op het vlak van de instellingen voor hoger onderwijs". b) Vergaderingen: Op vraag van de Commissie riep het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs in 1979 in Edinburg een conferentie bijeen waaraan vertegenwoordigers van alle 86 tot dan toe betoelaagde programma's deelnamen. De resultaten zijn vervat in het conferentieverslag dat aan de Commissie werd voorgelegd en achteraf in de vorm van een rondschrijven aan alle deelnemers werd bezorgd. Ingaand op in Edinburg gedane aanbevelingen bereidden verscheidene Lid-Staten een aantal meer beperkte vergaderingen voor. Aan deze bijeenkomsten werd deelgenomen door directeuren van gezamenlijke programma's, andere belangstellende academici en vertegenwoordigers van de Commissie, het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs en officiële vertegenwoordigers van het gastland. Dergelijke seminaries vonden tot nog toe plaats in Bonn (1980). Mi-
EUR
I
laan (1981), Dublin (1981). Odense (1981). Gent (1982). Louvain-la-Neuve (1982), Rotterdam (1982), Sorrento (1983) en op Kreta (1983). Deze bijeenkomsten werden meestal bijeengeroepen door de Commissie zelf; in sommige gevallen echter ging het initiatief uit van de deelnemende instellingen of van andere organisaties. Ook hadden reeds bijeenkomsten plaats rond een welbepaald gebied van het hoger onderwijs — nóg een aanbeveling van de Commissie — ; de eerste stap was het seminarie over Europese huishoudkunde in Paderborn in maart 1982. Een andere belangrijke conferentie van vertegenwoordigers van het gezamenlijk studieprogramma heeft plaats in Brussel in de herfst van 1985. c) Het „ Delta "-rondschrijven : dit rondschrijven, dat geregeld in de zeven werktalen van de Gemeenschap verschijnt, gaat onder de titel „Delta" en is vooral bedoeld om voorlichting te verschaffen omtrent alle aspecten van het gezamenlijk studieprogramma en alles wat daarmee samenhangt. Het rondschrijven verschijnt 2 à 3 maal per jaar. d) „ Voorlichtingspakketten ": Op vraag van de Commissie is het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs begonnen met het voorbereiden van voorlichtingspakketten die bedoeld zijn om de informatiestroom tussen projecten in aanverwante gebieden te versterken en als richtlijn voor wie in het betoelagingsstelsel van het Plan treden. Met betrekking tot opleiding van leerkrachten, huishoudkunde, ingenieurswetenschappen en moderne ta-
325
len werd informatie gepubliceerd in de zeven werktalen van de Gemeenschap. Voor andere vakgebieden zijn bijkomende pakketten voorzien, e) Algemene voorlichting: men notere ten slotte dat de Commissie en het Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs aan een brede waaier van in het Plan geïnteresseerde personen en organisaties informatie verstrekken, gaande van het Europees Parlement tot de media, met name door ze uit te nodigen voor vergaderingen en besprekingen of door de belangstellende instanties geschreven voorlichtingsmateriaal toe te sturen. Alle vragen, die betrekking hebben tot deze gezamenlijke studieprogramma's zijn te richten aan: Bureau voor Samenwerking op het gebied van Onderwijs (Office for Cooperation in Education) Eendrachtstraat 51 B-1050 Brussel S (32)2 512 17 34
I
326
Studentenhandboek
Toelagen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter bevordering en ontwikkeling van de gezamenlijke studieprogramma's Lijst van de per studiegebied gesteunde projecten 1976/771984/85
Landbouw Institut de gestion interna F tionale agroalimentaire, Cergy UK Wye College, University of London F DK
Université de Montpellier I Den kgl. Veterinær og Landbohøjskole, København
Landbouw economie
UK
National College of Agricul tural Engineering, Cranfield Institute of Technology International Institute for Aerial Survey & Earth Sciences, Enschede
Aardrijks kunde/ Landbouw technologie
NL
École supérieure d'agricul ture, Angers UK University of Edinburgh
F
UK F
Wye College, University of London École nationale supérieure agricole, Montpellier
Schone kunsten. Vormgeving DK Royal Danish Academy of Fine Arts, Copenhagen UK Polytechnic of the South Bank, London
University of Kent, Canterbury Université de Montpellier III
Toneel
F 1 I
Université de Paris VIII Università di Firenze Università di Bologna
Musicologie/ Geschiedenis/ Letterkunde/ Kunst
UK F
Brighton Polytechnic École nationale supérieure des arts décoratifs, Paris
Textiel ontwerpen
UK
Bretton Hall College of Higher Education, Wakefield Hochschule der Künste, Berlin
Schone Kun sten (Muziek met dans en toneel)
UK Landbouw economie
F
D Landbouw kunde Landbouw kunde
UK City of Birmingham Poly technic NL Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam
Schone Kunsten
Université libre de Bruxelles DK Odense Universitet Université de Paris III F
Toneel
Β
Onderwijs materiaal bij het vormgevings onderwijs
F D D
Université de Paris IV Universität München Universität Heidelberg
Kunst geschiedenis
D
Muziek
Academic van Beeldende Kunsten. Rotterdam Hochschule für Bildende D Künste. Frankfurt UK Exeter College of Art & Design IRL Limerick College of Art
Kunst
F
Pädagogische Hochschule Heidelberg École normale d'instituteurs. Montpellier Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. Utrecht Hochschule der Künste. Berlin
Schone Kunsten/ Toneel
F I
Kunst/ Geestes wetenschappen
Universität Göltingen École pratique des hautes études, Paris
Muziek
NL
Université de Paris III Università di Venezia
NL
D D F
?
EUR Architectuur, Stedchouwkundc D Technische Hochschule Aachen B Université catholique de Louvain UK Polytechnic of the South Bank. London D Universität Stuttgart
Stedebouw kunde
Binnenhuis architectuur/ Architectuur
UK
University of Aston. Birmingham Université de Paris XII
Stedelijke ruimtelijke ordening
University College Dublin Rijksuniversiteit Groningen Roskilde Universitetscenter Unité pédagogique d'archi tecture n° 6, Paris
Stedelijke ruimtelijke ordening/ Vormgeving
IRL NL DK F
Technische Universität Berlin NL Technische Hogeschool Eindhoven UK Architectural Association School of Architecture. Graduate School. London D Hochschule für Bildende Künste, Hamburg D Hochschule der Künste. Berlin
Stadsver nieuwing
D
Hochschule der Künste. Berlin Technische Hogeschool Eindhoven
Stedelijke ruimtelijke ordening/ Stadsver nieuwing
NorthEast London Poly technic Technische Universität Berlin
Architectuur/ Stedelijke ruimtelijke ordening
D
NL
UK D
I NL
Università di Palermo Technische Hogeschool Delft
Architectuur
I
Istituto universitario di architettura, Venezia Hochschule für Bildende Künste, Hamburg Université de Paris X
Architectuur
F
Architectuur
GR D
Panepistimio Patron Technische Hochschule Darmstadt Università di Venezia
Stedelijke ruimtelijke ordening
NL
Technische Hogeschool Delft UK University of Strathclydc. Glasgow I Università di Bari
Architectuur/ Informatica
UK
Edinburgh College of Art, HeriotWatt University DK Arkitektskolen i Århus IRL University College Dublin
Stads en streekplanning
UK Architectural Association School of Architecture, Graduate School, London NL Technische Hogeschool Eindhoven
Stedebouwkunde
Β
Institut supérieur d'architec ture SaintLuc. Bruxelles Unité pédagogique d'archi tecture n° 8, Paris
Architectuur
Architectuur
I
Hochschule der Künste. Berlin Politecnico di Torino
I UK
Università di Firenze University of Cambridge
Architectuur
D
Architectuur
D
Politecnico di Milano Unité pédagogique d'archi tecture n° 8 (IERAU), Paris
F
Polytechnic of the South Bank. London D Universität Stuttgart IRL University College Dublin I Istituto universitario di architettura, Venezia
UK
I F
I
UK City of Birmingham Poly technic NL Technische Hogeschool Delft
F
327
UK Oxford Polytechnic DK Århus Universitet I Istituto universitario di architettura, Venezia
Ruimtelijke ordening/ Stedebouw. Architectuur
UK
Bartlett School of Architec ture, University College. University of London DK Danmarks tekniske Høj skole. Lyngby I Università di Firenze D Fachhochschule Dortmund UK Thames Polytechnic. London
Architectuur
D UK
Universität Dortmund Liverpool Polytechnic
Stads en plattelands planning
F
École supérieure d'architec ture, Paris IRL College of Technology, Dublin
Stedebouw/ Architectuur
I
Stedebouwkunde
Istituto universitario di architettura, Venezia IRL University College Dublin
i
328 Katholieke Universiteit Nij megen UK Duncan of Jordanstone College of Art, Dundee
Stads en streek planning
UK
Stedelijke
NL
F
Polytechnic of the South Bank, London Université de Lille I
ruimtelijke ordening
UK City of Leicester Polytechnic D Universität Gesamthoch schule Wuppertal
Architectuur (vormgeving)
Β UK
Vrije Universiteit Brussel University of Strathclyde, Glasgow Technische Hogeschool Eindhoven Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stede bouw, Antwerpen
Architectuur (informatica)
Universität Stuttgart Unité pédagogique d'archi tecture, Lyon
Stedebouwkunde
NL Β
D F UK
Robert Gordon's Institute of Technology, Aberdeen NL Technische Hogeschoo". Eindhoven NL Technische Hogeschool Delft (UK University of Strathclyde, Glasgow)
DK UK UK
Stedebouw kunde/ Politieke wetenschappen
UK F
Københavns Universitet University of Salford London School of Economics University of Bristol Centre de sociologie urbaine, Paris
D
Fachhochschule für Technik, Stuttgart UK Leicester Polytechnic
UK
Europese bedrijfs wetenschappen
Bristol Polytechnic (South west Regional Management Centre) Université de Lyon I (IUT II, Villeurbanne) Gesamthochschule Kassel
Bedrijfs wetenschappen (internationale marketing en talen)
UK
Loughborough Technical College École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Rouen
Bedrijfs wetenschappen
UK
Buckinghamshire College of Higher Education. High Wycombe Fachhochschule Osnabrück École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Clermont Ferrand
Europese bedrijfs wetenschappen
NorthEast London Poly technic École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Rouen
Europese bedrijfs wetenschappen
Fachhochschulc des Saar landes, Saarbrücken Université de Metz
Bedrijfs admini stratie & technologie
NL
Stichting Nijenrode. Insti tuut voor Bedrijfskunde, Breukelen (The Netherlands School of Business) École des affaires de Paris
Bedrijfs wetenschappen
UK
NorthEast London Poly technic Hogere Economische School, Amsterdam
Bedrijfs wetenschappen
F
Stedebouwkunde
D
D F
UK
Architectuur (vormgeving)
Politecnico di Milano Université de Paris Vili
Stedebouwkunde
Institut supérieur d'architec ture Victor Horta, Bruxelles Bartlett School of Architec ture and Planning, Univer sity College, University of London
Architectuur
Bedrijfs wetenschappen (hogere graad)
Middlesex Polytechnic. London Fachhochschule Reutlingen École supérieure de com merce et d'administration des entreprises. Reims
UK
UK
Katholieke Universiteit Leuven UK Oxford Polytechnic GR Ethniko Metsovio Politeh nio, Athinai
Β
Businessopleiding, Management F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Dijon D Fachhochschule für Wirt schaft, Pforzheim UK Leeds Polytechnic UK Polytechnic of the South Bank, London GR Aristolelio Panepistimio Thessalonikis
D F
Architectuur/ Informatica
Studentenhandboek
NL
I
EUR UK Thames Polytechnic. London F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises. Le Havre (D Universität Gesamthoch schule Siegen)
Bedrijfs wetenschappen (internationale marketing)
UK Leeds Polytechnic F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Dijon D Fachhochschule für Wirt schaft, Pforzheim
Europese bedrijfs wetenschappen (lagere graad)
UK Plymouth Polytechnic NL Nautisch College ,, Noorder Haaks". Den Helder D Hochschule für Wirtschaft, Bremen UK Leeds Polytechnic F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Toulouse
Scheepvaart kunde
UK Hull College of Higher Education D Fachhochschule Münster
Bedrijfs wetenschappen
F
Management
Β
Institut européen des affaires, Paris Vlaamse Economische Hogeschool, Brussel
Bedrijfs wetenschappen (financieel beheer en accountancy)
D
Universität Gesamthoch schule Paderborn UK Trent Polytechnic F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Toulouse
Bedrijfs wetenschappen
UK Kingston Polytechnic F École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Montpellier D Fachhochschule Rheinland Pfalz, Abt. Ludwigsha fen/Worms
Bedrij fs wetenschappen
UK Ulster Polytechnic, Newtownabbey IRL National Institute for Higher Education, Limerick
Bedrijfs wetenschappen
UK Ulster Polytechnic, Newtownabbey F Université de Caen
Bedrijfs wetenschappen
UK Nene College, Northampton D Fachhochschule Rheinland Pfalz, Abteilung Trier
Bedrijfs wetenschappen
329 D I
Fachhochschule Osnabrück Libera università interna zionale di studi sociali, Roma I Università di Salerno I Università di Catania GR Anotati Sholi Ikonomikon ke Emborikon Epistimon, Athinai GR Anotati Viomihaniki Sholi Thessalonikis
Bedrijfs wetenschappen
F
École supérieure des sciences commerciales d'Angers IRL National Institute for Higher Education, Dublin
Bedrijfs wetenschappen/ Toegepaste talen
F
École supérieure de com merce et d'administration des entreprises, Lyon NL Stichting Nijenrode. Insti tuut voor Bedrijfskunde. (The Netherlands School of Business), Breukelen
Bedrijfs wetenschappen
UK Teesside Polytechnic, Middlesbrough D Fachhochschule Heilbronn
Management
UK Leeds Polytechnic F Université de Haute Nor mandie (I UT Le Havre)
Bedrijfs wetenschappen/ Toegepaste talen
D Universität Dortmund F Université de Lyon I IRL National Institute for Higher Education, Dublin D Universität Trier
Bedrijfs wetenschappen
D
Fachhochschule für Wirt schaft, Pforzheim GR Aristotelio Panepistimio Thessalonikis
Bedrijfs wetenschappen
NL Technische Hogeschool Twente, Enschede Β Université de l'État, Mons UK Loughborough University of Technology UK University of Lancaster F Université de Paris IX F École supérieure de com merce de Lyon École supérieure de com F merce de Paris UK Cranfield Institute of Tech nology Université de technologie de Compiègne Technische Hochschule Aachen
Management
Management/ Talen
Technologie management
I
330 UK I
Brighton Polytechnic Politecnico di Torino
Europese bedrijfswetenschappen
D UK
Fachhochschule Dortmund Plymouth Polytechnic
Bedrijfswetenschappen
F
Institut universitaire de technologie, Valenciennes Fachhochschule Bielefeld Fachhochschule Köln
Bedrijfswetenschappen
University of Kent at Canterbury Université de Lyon III
Accountancy/ Management/ Economische & sociale administratie
UK Trinity and All Saints' College, Leeds F École supérieure de commerce et d'administration des entreprises, Bordeaux
Moderne talen/ Bedrijfswetenschappen
D
Fachhochschulc für Technik und Wirtschaft, Reutlingen École supérieure des sciences commerciales, Angers Wolverhampton Polytechnic
Europese bedrijfswetenschappen
University College Swansea Université d'Angers Universität Mannheim
Europese bedrijfswetenschappen
D D UK F
F
UK UK F
D
Engineering. Technologie, Informatica UK Imperial College of Science & Technology. University of London NL Technische Hogeschool Delft UK D
Brunei University, Uxbridge Universität Stuttgart
Geologische technologie
Produktietechnologie
IRL University of Dublin (Trinity College) UK University of Salford
Technologie
UK Cranfield Institute of Technology F École nationale supérieure de l'aéronautique et de l'espace, Toulouse
Technologie/ Luchtvaartkunde/ Voortstuwing
D
Universität Erlangen-Nürnberg UK University of Leeds
Glas- en ceramiekwetenschappen
UK University of Newcastleupon-Tyne F École nationale des ponts et chaussées, Paris
Hydrologie en volksgezondheidstechnologie
Studentenhandboek
UK Loughborough University of Technology NL Technische Hogeschool Twente
Reologie/ materiaalmechanica/ systeemtechnologie/ statistische en halfgeleidersfysica
F
École supérieure d'ingénieurs en électrotechnique
Elektrotechniek
University of Salford Université d'Angers (I UT)
Elektrotechniek
et électronique. Paris Universität Karlsruhe UK University of Essex, Colchester
D
UK F
Université de technologie de Compiègne UK Cranfield Institute of Technology UK D
Werktuigbouwkunde/ Scheikundige technologie
Portsmouth Polytechnic Fachhochschule Hamburg
Technologie
Institut national des sciences appliquées, Toulouse Faculté polytechnique de Mons
Chemische technologie
École nationale d'ingénieurs de Saint-Étienne UK Portsmouth Polytechnic Universität GesamthochD schule Siegen
Werktuigbouwkunde
UK F
Elektrotechniek
University of Salford École centrale de Lvon
École nationale des ponts et chaussées, Paris UK Imperial College of Science & Technology, University of London
B F
Bouwkundige technologie
École nationale supérieure de céramique industrielle, Limoges Université de l'État, Mons
Materiaalwetenschappen (ceramiek)
Université de Grenoble I (IUT I) Fachhochschule Münster
Technologie (Werktuigbouw, Elcktroen warmtetechniek)
Institut supérieur industriel. Arlon Université de Nancy I (IUT B)
Elektrotechniek
IRL National Institute of Higher Education, Limerick UK University of Strathclyde
Kantoortechnologie
i
EUR F
Université de Clermont Ferrand II University of Salford
Biochemie/ Burgerlijke en werktuig bouwkunde
Institut national des sciences appliquées, Lyon Université libre de Bruxelles
Werktuig en burger lijke bouw kunde
UK F
University of Bath École centrale des arts et métiers. ChatenayMalabry
Werktuig bouwkunde
UK
South Glamorgan Institute of Higher Education. Cardiff Institut universitaire de technologic. Nantes
Industriële vormgeving/ Werktuig bouwkunde
Polytechnic of the South Bank. London Centre d'enseignement et de recherche des industries ali mentaires. Bruxelles
Voedselkunde en technolo gie
Université libre de Bruxelles Université de Poitiers Università di Cagliari
Werktuig bouwkunde
IRL University College Galway UK Imperial College of Science & Technology. University of London
Burgerlijke bouwkunde
UK F Β
F UK Β
Β F I
UK GR
University of Birmingham Dimokritio Panepistimio Thrakis
DK Århus Universitet I Università della Calabria. Cosenza Università di Bari) (I Politecnico di Milano) (I (DK Københavns Universitet)
I
École nationale des ponts et chaussées. Paris Politecnico di Milano
Atoom technologie en fysica
UK
Middlesex Polytechnic. London Fachhochschulc Köln
Tropische technologie
Université de technologie de Compiègne UK University of Southampton D Technische Universität Berlin
Werktuig bouwkunde
L
Institut supérieur de techno logie, Luxembourg IRL Regional Technical College, Waterford Β Institut supérieur industriel, Arlon
Elektro techniek (micro elektronica)
UK Queen Mary College, Uni versity of London GR Ethniko Metsovio Politeh nio, Athinai
Burgerlijke bouwkunde
Technologie (biochemische)/ Landbouw kunde Informatica
Burgerlijke bouwkunde
F
École nationale supérieure d'électricité et de méca nique. Nancy UK University of Bath
Werktuig bouwkunde
Fachhochschule Osnabrück D UK Coventry (Lanchester) Poly technic
Werktuig bouwkunde
IRL University College Galway École centrale de Lyon F
Elektro techniek
Université de technologie de Compiègne UK Coventry (Lanchester) Poly technic
Biotechnologie/ Biomedische technologie/ Toegepaste biologie
F
Geologie technologie
F
UK Cranfield Institute of Tech nology Université de technologie F de Compiègne
F
UK University of Leeds NL Technische Hogeschool Delft
D
331
UK D
Leeds Polytechnic Fachhochschulc Dortmund
Computer kunde en operationeel onderzoek
D UK
Fachhochschule Darmstadt Brighton Polytechnic
Werktuig bouwkunde
D
Technische Universität Clausthal Université de Metz
Metallurgie/ Metaalfysica
University of Liverpool Dimokritio Panepistimio Thrakis
Atoom technologie
F UK GR
F Université de Grenoble I GR Aristotelio Panepistimio Thessalonikis
Hydraulische technologie (beheer van water bronnen)
F
Burgerlijke en werktuig bouwkunde
B
Institut national des sciences appliquées, Lyon Vrije Universiteit Brussel
IRL University of Dublin (Trinity College) F École nationale supérieure d'ingénieurs électriciens, Grenoble
Toegepaste fvsica
K
332 F
École nationale supérieure des arts et industries de Strasbourg UK Leeds Polytechnic
UK NL
Bouw technologie/ Architectuur
Mons École nationale supérieure des industries agricoles et alimentaires, Villeneuve d'Ascq
Biotechnologie/ Biochemische technologie
University of Strathclyde, Glasgow Technische Hogeschool Eindhoven
Technologie/ Toegepaste fysica
D Fachhochschule Karlsruhe UK Trent Polytechnic
Werktuig bouwkunde
F
Institut national polytech nique de Lorraine, Nancy UK University of Bath
Technologie (industriële systemen)
F
École nationale des ponts et chaussées, Paris UK University of Southampton
Burgerlijke bouwkunde
F F
Université de Montpellier II École nationale supérieure agronomique de Montpellier Université libre de Bruxelles
Biotechnologie
Ethniko Metsovio Poiiteh nio, Athinai Université de Paris VI École nationale supérieure d'électrochimie et d'élec trométallurgie de Grenoble
Chemische technologie
University of Manchester Institute of Science and Technology Universität ErlangenNürn berg
Werktuig bouwkunde
UK Coventry (Lanchester) Poly technic F Université de Lyon I (IUT II)
Technologie
UK Cranfield Institute of Tech nology D Technische Universität Berlin
Technologie (aërodynamica)
F
Institut industriel du Nord, Villeneuved'Ascq Brunei University, Uxbridge Fachhochschule Köln
Werktuig bouwkunde
École supérieure de techni ciens de Strasbourg Fachhochschule Offenburg
Technologie (micro elektronica/ warmte)
B GR F F
UK
D
UK D F D
F D
Studentenhandboek
École supérieure des mines de SaintÉtienne Technische Universität Berlin
Geografie, Regionale studies D Universität Bochum F Université de Lille I
Materiaal kunde/ Mijnbouw/ Technologie
Geografie/ Regionale studies
D I
Universität Bochum Università di Pisa
Geografie/ Regionale studies
UK I
University of Durham Libera università degli studi, Trento
Regionale politiek
DK UK
Roskilde Universitetscenter University of Durham
Geografie/ Regionale studies (studenten uitwisselings programma)
F D UK
Université de Nice Universität Karlsruhe University of Bristol
Geografie/ Regionale studies
F ü
Université de Strasbourg 1 Universität Freiburg
Geografie/ Regionale studies
F F Β L
Université d'Angers Université de Lille I Université de l'État, Liège Centre universitaire, Luxembourg Katholieke Universiteit Leuven Università di Bologna University College, Univer sity of London
Geografie/ Regionale studies
Β I UK UK I
University of Durham Libera università degli studi, Trento I Istituto universitario di architettura, Venezia DK Roskilde Universitetscenter GR Aristotelio Panepistimio Thessalonikis I Università di Pavia
Geografie/ Regionale studies
D
Biogeografie/ Ecologie (milieukunde) (toegepast op regionale studies)
F
Universität des Saarlandes, Saarbrücken Université de Metz
IRL Regional Technical College, Sligo UK Coventry (Lanchester) Poly technic
Milieukunde (afvalbeheer)
I
EUR D D D F F F
Universität Bochum Universität Mannheim Universität München Université de Lille I Université de Metz Université d'Aix-Marseille II
Geografie (toegepaste geografie)/ Regionale studies)
DK F
Roskilde Universitetscenter Université de Grenoble II
Regionale ontwikkeling (economie, geografie)
IRL University College Galway UK Queen's University, Belfast
Geologie/ Informatica
UK
University College, University of London École nationale des sciences géographiques, Saint-Mandé
Geografie
Universität Kiel Vrije Universiteit Amsterdam
Zeegeologie (micropaleontologie)
F
D
NL
Bodemkunde
UK Queen's University, Belfast [RL University of Dublin (Trinity College)
Geologie
GR
Talen. Letterkunde, Linguïstiek UK Sheffield City Polytechnic F Université de Bordeaux III D Technische Hochschule Aachen I Università di Torino UK Oxford Polytechnic UK F
Kingston Polytechnic Université de Grenoble II
Geologie (cartografie)
Moderne talen en politielo' Geschiedenis/ Sociologie Moderne talen/ Politieke wetenschappen, Economie
Universität Gesamthochschule Essen UK University College of North Wales, Bangor
Engelse taal en letterkunde (onderwijsmethoden)
UK
Engelse/Franse taal en studie van het gebied
D
F
University of Aston. Birmingham Université de Haute-Alsace, Mulhouse
Hochschule Hildesheim Université de Haute-Alsace, Mulhouse UK Liverpool Polytechnic Institut für Regionale BilD dungsplanung, Universität Hannover
Toegepaste talen
1) UK
Universität Würzburg University of East Anglia, Norwich Université de Paris III Università di Venezia
Letterkunde (postmodernisme)
Middlesex Polytechnic, London Université dc Lille III
Engelse/Franse taal en letterkunde, geschiedenis, filosofie
1) F
F 1 UK F
UK University of Cambridge GR Aristotelio Panepistimio Thessalonikis
Faculté polytechnique de Mons Ethniko Metsovio Politehnio, Athinai
333
UK College of Ripon and York St John F Université de Grenoble III
Frans/Engels en hedendaagse studies
D UK F F
Universität Osnabrück University of Hull Université d'Angers Université catholique de l'Ouest, Angers
Europese studies
F I I
Université de Paris VIII Università di Trieste Università di Bologna
Didactiek Italiaans
UK University of St Andrews D Universität Freiburg
Linguïstiek
UK
Engelse/Franse studies
F
Liverpool Polytechnic Université de Pau
D Universität Konstanz IRL University of Dublin (Trinity College) IRL University College Cork
Engelse/Duitse studies
D F
Universität Göttingen Université de Perpignan
Franse studies (film)
F
Université de Haute-Alsace, Mulhouse Universität des Saarlandes. Saarbrücken
Toegepaste moderne talen
D
Universität Gesamthochschule Essen IRL University College Dublin
Duitse studies
D F F
Moderne talen en letterkunde
D
Universität Frankfurt Université dc Lyon II Université de Lyon III
UK Newcastle Polytechnic F Université de Grenoble II (IUT II) D Universität Mannheim
Moderne talen en sociale wetenschappen
I
334 I Università di Torino UK Sheffield City Polytechnic
Toegepaste moderne talen (Engels/ Italiaans)
F 1
Université de Paris III Università di Perugia
Vergelijkende letterkunde
D
Linguïstiek
UK
Universität Hannover University College of North Wales. Bangor
D
Pädagogische Hochschule
Moderne talen
UK F I
Ludwigsburg Liverpool Polytechnic Université de Grenoble III Università di Verona
Duitse/ Engelse studies (vergelijkende letterkunde)
University College of Wales, Aberystwyth Vrije Universiteit Brussel Technische Hochschule Aachen Universität Oldenburg
Taal/ Onderwijzers opleiding
University of Aston, Birmingham Freie Universität Berlin
Duitse studies
University of Essex, Colchester Universität Bielefeld
Linguïstiek
F NL
Université de Lille III Vrije Universiteit Amster dam
Franse letterkunde/ Linguïstiek
F VK
Université de Lille III University of Essex, Colchester
Linguïstiek
UK Sheffield City Polytechnic Universität ErlangenNüm D berg Scuola normale superiore, 1 Pisa
Moderne talen/ Computer kunde
UK University of Birmingham B Université dc Liège
Engelse taal en letter kunde/ Informatica
Université dc Savoie, Chambéry Università di Torino
Franse/ Italiaanse studies, Geschiedenis
D UK Β D D UK D UK D
F UK
Université de Lyon III University of Surrey, Guildford
Talenstudies
F UK
Université d'Orléans University of Aston, Birmingham Lincoln College. Oxford Université libre de Bruxelles Universität Gesamthoch schule Siegen
Moderne talen/ Studie van de gebieden
Β DK
Université de l'État, Mons Handelshøjskolen i København
Moderne talen (Frans/Deens)
F UK
Toegepaste moderne talen
D
Université d'AixMarseille I Ealing College of Higher Education, London Fachhochschule Köln
F D
Université de Lyon II Universität Bielfeld
Moderne talen (Frans/Duits)
UK Β D
New University of Ulster, Coleraine Universität ErlangenNürn berg
UK
Studentenhandboek
Universität Mainz D IRL National Institute for Higher Education, Dublin
Toegepaste talen
F Université de Lyon III IRL National Institute for Higher Education, Dublin
Talen (vertaai studies)
I UK
Università di Verona Sheffield City Polytechnic
Linguïstiek
UK
St David's University College, Lampeter Universität ErlangenNürn berg
Duitse/Engelse letterkunde/ Visuele kunst
University of Dundee University of St Andrews Université dc Grenoble III
Moderne talen (Frans/Engels)
D UK UK F
UK College of Ripon and York St John NL Vrije Universiteit Amster dam F UK
Université de Paris III University of Manchester
D
Institute of Science and Technology Universität de; Saarlandes. Saarbrücken Universität Hamburg
Rechten F Université de Paris I UK King's College, University of London
Engels/ Linguïstiek
(Computer) Linguïstiek
Engels en Frans recht
I
EUR UK Β D NL
University College Cardiff Katholieke Universiteit Leuven Freie Universität Berlin Katholieke Universiteit
Sociale zekerheids recht
335 Université d'AixMarseille III UK University of Exeter
Vergelijkend recht (Engels/ Frans recht)
UK
University of Kent, Canterbury Université de Grenoble II
Recht (Engels/ Frans recht) Recht (Engels/ Duits recht)
F
GR
Nijmegen Universität Bonn Università di Pisa University of Newcastlc UponTyne Panepistimio Athinon
D
University of Kent. Canterbury' Universität Marburg
D F
Universität Mainz Université de Dijon
Recht
D GR
Universität Hannover Panepistimio Athinon
Recht
UK
University of Surrey, Guildford Université de Lyon III
Engels en Frans recht
I UK
Università di Firenze University College, Univer sity of London
Recht
Université de Paris XI University of Kent, Canterbury
Engels en Frans recht
NL
Katholieke Universiteit Nijmegen Universität Münster
Recht (Nederlands/ Duits recht)
UK F
University of Birmingham Université de Limoges
Recht
Engels/ Duits recht
UK
London School of Econo mics and Political Science, University of London Université de Strasbourg III
Recht
D
King's College, University of London Universität Passau
I UK
Università di Ancona University of Cambridge
Recht
UK NL
University of Glasgow Erasmus Universiteit Rotterdam
Recht
UK
Polytechnic of the South Bank, London Université de Clermont Ferrand I
Recht (Engels/ Frans recht)
D 1 UK
F F UL
F
F UK
D
Fernuniversität Hagen University of Kent, Canterbury DK Københavns Universitet NL Katholieke Hogeschool Tilburg Université de Bordeaux I F Università di Bari I Université libre de B Bruxelles
Recht (arbeidsrecht in Europa)
NL B
Universiteit van Amsterdam Katholieke Universiteit Leuven
Overheids administratie
F D
Université de Strasbourg III Universität Freiburg
Recht (vergelijkend burgerlijk recht)
D UK
UK F
University of Warwick Université de Lille II
F
Recht (Engels en Frans recht)
IRL University College Cork GR Aristotelio Panepistimio Thessalonikis
Europees recht
UK NL
Recht (verge lijkend straf beleid en de voering ervan in praktijk)
University of Manchester Rijksuniversiteit Groningen
UK
Geneeskunde, Tandheelkunde, Psychologie D Universität Erlangen Nürnberg Université de Rennes I F F UK NL UK (D D (D UK
D UK
D
Geneeskunde
Université de Strasbourg I University of Liverpool Rijksuniversiteit Groningen
Tandheel kunde/Mond biologie
University of Glasgow Universität Düsseldorf) Universität Ulm Universität Mainz)
Geneeskunde (anesthesie)
University College Hospital Medical School, University of London Universität Heidelberg
Psychotherapie
London School of Hygiene and Tropical Medicine, University of London Universität Heidelberg (SüdasienInstitut)
Volksgezond heid in de ontwikke lingsgebieden/ Tropische
hygiëne
I
336 B
Institut européen interuni versitaire de l'action sociale, Marcinelle Université de Toulouse I
Preventieve geneeskunde/ Geriatrie
I D
Università di Pavia Technische Universität München
Geneeskunde (hogeie graad)
F F B
Université de Paris ΧΠΙ Université de Paris XI Université catholique de Louvain Universitaire Instellingen Antwerpen
Geneeskunde
I D
Università di Pavia Technische Universität München
Geneeskunde (eerste graads)
UK
London School of Hygiene & Tropical Medicine, University of London Prins Leopold Instituut voor Geneeskunde. Antwerpen Koninklijk Instituut voor de Tropen. Amsterdam Universität Heidelberg Universität Hamburg École de santé publique. Université Catholique de Louvain
Tropische geneeskunde (epidemiolo gie)
B D
Université de Liège Freie Universität Berlin
Dierge neeskunde
I F
Università di Firenze Institut GustaveRoussy, Paris
Geneeskunde
NL NL
Rijksuniversiteit Leiden Vrije Universiteit Amster dam Rijksuniversiteit Gent Universitaire Instellingen Antwerpen
Geneeskunde (anesthesie)
F
B
B NL D D B
B B B
Psychologie/ Psychiatrie
UK
University College, Univer sity of London Panepistimio Athinon
Geneeskunde (gastro enterologie)
Den kgl. Veterinær og Landbohøjskole, København Royal Veterinary College. London
Dier geneeskunde
Technische Universität Braunschweig Katholieke Universiteit Leuven Katholieke Universiteit Nijmegen University of Stirling
Psychologie
DK
D B NL UK
B D NL NL
Kinder psychiatrie (neuro linguïstiek)
(Klinische) psychologie
Universität Gießen Birkbeck College, University of London UK Guy's Hospital Medical School, University of London I Università di Bologna
UK
Verplegings onderwijs/ Verzorging
Université de Paris VII London School of Econom ics, University of London
D UK
GR
Université catholique de Louvain UK University of Edinburgh F Institut d'enseignement su périeur des cadres hospita liers, Paris NL Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht Vrije Universiteit Brussel Universität Marburg Rijksuniversiteit Groningen Erasmus Universiteit Rotterdam B Universitaire Instellingen Antwerpen IRL University of Dublin (Trinity College)
F UK
Studentenhandboek
Natuurwetenschappen, Wiskunde UK University of Warwick D Universität Bremen NL Rijksuniversiteit Groningen UK D D D F F F F I B
University of Sussex, Brighton Universität Bochum Universität Freiburg Universität Tübingen Université de Paris XI Université d'AixMarseille II Université de Nantes Université de Grenoble I Università di Firenze Université libre de Bruxelles
Wiskunde
Fysica (met Europese studies)
IRL University College Dublin UK HeriotWatt University, Edinburgh
In natuur wetenschappen toegepaste wiskunde
F NL
Université d'AixMarseille III Erasmus Universiteit Rotterdam
Statistiek
F UK
Université d'AixMarseille III London School of Econom ics & Political Science. University of London Université fibre de Bruxelles
Statistiek
B
I
EUR
337
NL D
Universiteit van Amsterdam Technische Universität München
Milieuchemie/ Microbiologie
DK UK NL
Københavns Universitet University of Bradford Rijksuniversiteit Groningen
Microbiologie
B I D
Université de Liège Università di Milano Technische Hochschule Aachen École nationale supérieure de chimie, Lille
Chemie
D NL
Universität Oldenburg Rijksuniversiteit Groningen
Biologie (zeebiologie)
F
IRL University College Cork UK University of Nottingham
Plantkunde (plantenbio technologie)
F Université de Poitiers F Université de Paris XIII UK University of East Anglia, Norwich
Chemie/ Chemisch onderwijs
UK Β
University of York Université libre de Bruxelles
Milieubiologie
F D
Université de Rennes I Universität ErlangenNürn berg
Chemie
IRL University College Cork I Università di Padova
Microbiologie
D I
Fysica
Universität Marburg Università di Milano
Université de Liège University of Surrey. Guildford UK Chelsea College. University of London I Università di Pavia
Fysica/ Informatica/ Toegepaste talen
I UK
Università di Catania University of Oxford
Astrofysica
NL
J.H. van't Hoff Instituut, Amsterdam Rijksuniversitair Centrum, Antwerpen
Chemie
École nationale supérieure de chimie de Strasbourg D Universität Stuttgart D Universität Karlsruhe D Universität Bochum UK University of Surrey, Guildford D Universität des Saarlandcs. Saarbrücken
Chemie
UK Teesside Polytechnic. Middlesbrough F Université de Lyon I (IUT II)
Chemie
UK University of East Anglia. Norwich DK Århus Universitet
Chemie
B UK
Β F
I Università di Padova IRL University College Dublin
Chemie
NL DK
Universiteit van Amsterdam Danmarks tekniske Højskole, Lyngby Vrije Universiteit Brussel Universität München Technische Universität München
Chemie/ Milieustudies (toxicologie)
UK D
University of Birmingham Universität Tübingen
Wiskundige fysica
UK F
University of Bath École nationale des ingé nieurs des travaux agricoles. Angers
Biologie/ Tuinbouw kunde
Β D D
F Université de Paris VII I Università di Roma UK Queen Mary College. University of London NL Rijksuniversiteit Utrecht D Universität Bonn
Wiskunde
I Università di Roma D Universität Heidelberg IRL Institute for Advanced Studies, Dublin Β Katholieke Universiteit Leuven
Wiskunde/ Fysica
UK D
University of York Universität Bayreuth
Biologie/ Ecologie
F
Université d'AixMarseille III Université catholique de Louvain
Chemie
Université de Strasbourg III (IUT), Illkirch Fachhochschule Aalen
Chemie
UK Β
University of Bath Katholieke Universiteit Leuven
Stafont wikkeling (Natuur wetenschap pen)
UK
University of East Anglia, Norwich Universität Bonn Universität Freiburg Université de Grenoble I Université d'AixMarseille II
Biologische wetenschappen
Β F I)
D D F F
I
338
I GR UK
Université fibre de Bruxelles Conservatoire national des arts et métiers, Paris Università di Napoli
Wiskunde
Panepistimion Kritis, Re thimno University of Cambridge
Chemische fysica
UK B
University of Southampton Université catholique de Louvain IRL University of Dublin (Trinity College) IRL University College Dublin Politieke en sociale wetenschappen. Economie, Geschiedenis UK University of Edinburgh D Universität Frankfurt
Politieke wetenschappen
NL
Erasmus Universiteit, Rotterdam Universität Bremen University of Edinburgh Katholieke Universiteit Leuven
Overheids administratie/ Sociale wetenschappen (beleid t.a.v. drugcontrole)
Technische Hochschule Darmstadt University of East Anglia, Norwich
Geschiedenis/ Sociale studies
Universität Frankfurt Université de Strasbourg II University of Exeter
Amerikaanse studies
D UK Β D UK D F UK
Sociologie
I
Universität München University College Cardiff Katholieke Hogeschool Tilburg Università di Lecce
UK DK
University of Edinburgh Københavns Universitet
Onderwijs studies
D UK NL
Universität des Saarlandes, Saarbrücken UK University College Cardiff
D
Fysica
Politiek
Studentenhandboek
Gesamthochschule Kassel D F Université d'Angers UK Loughborough University of Technology D UK
Universität Münster University of Sussex, Brighton
Europese studies
Sociologie & Politieke wetenschappen
Westeuropese politiek
UK University of Glasgow DK Københavns Universitet IRL University of Dublin (Trinity College) I Università di Firenze
Onderwijs
UK University of Essex, Colchester DK Århus Universitet UK I
University of Essex, Colchester Università di Firenze
Sociologie/ Economie/ Geschiedenis
I UK
Università di Genova University of York
UK D
Liverpool Polytechnic Universität Hannover
Hedendaagse Britse/Duitse instellingen
Overheids financiën (eerste graad)
F D
Université de Paris VIII Universität Bremen
Politieke wetenschappen
D F
Universität Kiel Université de Paris IX
Economie (internationaal monetair beleid)
D
Universität Gesamthoch schule Wuppertal Université de Paris II Katholieke Universiteit Leuven
Criminologie
F I
Université de Paris VIII Università di Siena
Geestes en sociale wetenschappen
D I
Universität Frankfurt Università di Firenze
Sociale weten schappen/ Filosofie
NL UK
Universiteit van Amsterdam University of Sussex, Brighton
Politieke economie/ Culturele antropologie
École nationale de la santé publique. Rennes UK University of Exeter IRL Institute of Public Adminis tration, Dublin Β Institut européen interuni versitaire de l'action sociale. Marci nel le
Administratie van de ge zondheidszorg en persoon lijke sociale diensten
UK University of Manchester DK Århus Universitet
Jeugdstudies
UK University of Leicester NL Rijksuniversiteit Leiden NL Universiteit van Amsterdam Β Katholieke Universiteit Leuven
Geschiedenis (van de urbanisatie)
F
F Β
I
EUR
339
Université de Picardie. Amiens Haute École commerciale, Liège
Europese economie
UK School of Oriental and Afri can Studies, University of London F Université de Paris I
Geschiedenis
1 F
Università di Pisa Université de Paris I
Geschiedenis
UK
Economie
Β
Menselijke ecologie
F
Université libre de Bruxelles Université de Bordeaux 1
University of Essex, Colchester Université catholique de Louvain
I F D
Università di Firenze Université de Strasbourg II Universität Freiburg
(Kerk) geschiedenis
University of Kent, Canterbury Université de Grenoble II
Sociale weienschappen/ Economie
F Β
New University of Ulster, Coleraine IRL University College Cork UK
Β D UK NL D UK
UK F
Fachhochschule für Sozial arbeit und Sozialpädagogik. Berlin UK Ulster Polytechnic. Newtownabbey IRL St Patrick's College. Maynooth
Sociaal werk
NL UK
Universiteit van Amsterdam London School of Econo mics. University of London
Antropologie
D F I B
Universität Würzburg Université de Caen Università di Padova Université libre de Bruxelles
Geschiedenis/ Frans
D
Economie (coöperatieve studies)
Université catholique de Louvain Universität Bonn London School of Econo mics, University of London
Economie
Universiteit van Amsterdam Universität Konstanz University of Sussex. Brighton
Politieke wetenschappen
F
B
Institut d'études politiques. université de Bordeaux I UK Sheffield City Polytechnic 1 Università di Torino
Economie/ Politieke wetenschap pen/Sociale wetenschappen
UK D
University of Birmingham Universität Hamburg
Geschiedenis
I Università di Torino UK Sheffield City Polytechnic UK Oxford Polytechnic
Politiek/ Geschiedenis/ Sociologie
UK D
Kingston Polytechnic Universität Konstanz
Politieke wetenschappen
D
Criminologie
D F
Universität Mainz Université de Dijon
Geschiedenis (middeleeuwen en moderne)
Universität des Saarlandes, Saarbrücken Università di Bologna Erasmus Universiteit Rotterdam
D F
Universität Mainz Université de Dijon
Filosofie
University of Edinburgh University of Leeds Pancpistimion Kritis, Rethimno Københavns Universitet
Ontwikkelings studies (Afrika)
Economie/ Geografie
NL
Université catholique de Louvain Erasmus Universiteit Rotterdam Université de Dijon
D 1
Universität Bonn Università di Siena
Politieke wetenschap pen/Recht/ Economie Sociaal werk
UK
Fachhochschulc Nordost niedersachsen, Lüneburg NorthEast London Poly technic Université de Paris XIII
Universität Frankfurt University College. Univer sity of London DK Odense Universitet
Scandina vische studies
D UK
Sociale studies
D UK
Fachhochschule Dortmund Leeds Polytechnic
Universität Bonn Pantios Anotati Sholi Poli tikon Epistimon, Athinai UK University of Oxford Università di Siena I
Politieke wetenschappen
UK NL
Onderwijs
D UR
GR
University of Keele Katholieke Hogeschool Tilburg Panepistimio Thessalonikis
I NL UK UK GR DK
I
340 Universität Gesamthoch schule Wuppertal Université de Paris II
Università Università Università Università University
I UK
Università di Salerno London School of Econo mics, University of London
Sociologie/ Politieke wetenschappen
NL UK NL
Rijksuniversiteit Leiden University of Warwick Vrije Universiteit Amster dam Universiteit van Amsterdam Rijksuniversiteit Utrecht Katholieke Universiteit Nijmegen
Geschiedenis/ Politieke wetenschappen (vergelijkende Caribische studies)
UK D
University of Bristol Universität Gießen
Geschiedenis
UK D NL
University of Nottingham Freie Universität Berlin Universiteit van Amsterdam
Amerikaanse studies
UK D
Manchester Polytechnic Fachhochschule für Sozial arbeit und Sozialpädagogik, Berlin
Sociaal werk
UK NL
University of Hull Erasmus Universiteit Rotterdam Rijksuniversiteit Utrecht Katholieke Universiteit Leuven
Economie/ Sociale geschiedenis
Pantios Anotati Sholi Poli tikon Epistimon, Athinai University of Edinburgh
Politieke wetenschappen
Katholieke Universiteit Nijmegen University of Oxford University of Cambridge Université de Picardie, Amiens Collège international de philosophie, Paris Universiteit Leiden
Politieke theorie/ Filosofie/ Epistemologie
Middlesex Polytechnic, London Université dc Nantes
Economie
NL Β GR UK NL UK UK F
NL UK F
Genova Trieste Pavia Venezia York
Economie (overheids financiën)
I I I I UK
NL NL NL
di di di di of
Criminologie Sociologie/ Architectuur Stedelijke ruimtelijke ordening
Studentenhandboek Demografie
I
Université catholique de Louvain Università di Roma
F I
Université de Grenoble II Università di Firenze
Politieke en sociale weten schappen, Geschiedenis
B
F Université de Paris VII UK School of Oriental and Afri can Studies, University of London
Afrikaanse geschiedenis/ Geografie
I NL
Università di Firenze Institute of Social Studies, Den Haag
Economie (economische ontwikkeling)
UK
Amerikaanse studies
F
University of East Anglia. Norwich Université de Paris VII
I F I
Università di Pavia Université de Strasbourg Università di Torino
Geschiedenis (filosofie/ theologie)
UK
Polytechnic of Central London Fachhochschule Wiesbaden
Sociaal werk
Université Université Université Louvain Université Bruxelles
Demografie
D
Β F B I
de Lille I de Paris I catholique de libre de
Université catholique de Louvain Université de Toulouse I
Economie (arbeids en personeels management)
Université catholique de Louvain Università di Trento
Politieke weten schappen/ Sociale wetenschappen
D
Fachhochschule Hildes heim/HoIzminden UK Manchester Polytechnic
Gemeen schapsstudies (werk en opleiding van de jeugd)
D Fachhochschule Fulda UK Portsmouth Polytechnic UK Sheffield City Polytechnic
Sociaal werk/ Sociaal beleid
D NL
Universität Dortmund Universiteit van Amsterdam
Economie/ Overheids administratie
UK
Loughborough University of Technology Universität Trier
Economie
D
I
EUR Universität des Saarlandes. Saarbrücken Université de Metz
Geschiedenis
Université d'Aix-Marseille I Université de l'État, Liège
Geschiedenis
Lerarenopleiding D Pädagogische Hochschule Westfalen-Lippe UK Trinity and All Saints' College. Leeds Stichting Opleiding Leraren, Utrecht UK Didsbury College of Education, Manchester (now Manchester Polytechnic) NL
D NL F
Gesamthochschule Kassel Moller Instituut Tilburg Université de Saint-Étienne
Lerarenopleiding
Geografie en geschiedenis
Lerarenopleiding voor Duits (moderne kinderliteratuur)
UK Chelsea College, University of London F Université des sciences et techniques du Languedoc, Montpellier D Pädagogische Hochschule Rheinland. Neuss
Lerarenopleiding (natuurwetenschappen en wiskunde)
UK Goldsmiths' College, University of London DK H.C. Ørsted Institutet, Kobenhavns Universitet
Lerarenopleiding
UK
NL
D DK
Christ Church College, Canterbury Institut d'enseignement supérieur pédagogique, Liège Instituut voor Lerarenopleiding, vrije leergangen. Vrije Universiteit Amsterdam
Lerarenopleiding
Fachhochschule Nordostniedersachsen, Lüneburg Viborg Børnehaveseminarium
Onderwijzersopleiding (kleuterschool)
UK Chester College of Higher Education NL Seminarium voor Orthopedagogiek, Zeist D Universität Dortmund IRL St Patrick's College, Dublin
341 New University of Ulster. Coleraine [RL Our Lady of Mercy College of Education, Blackrock UK
NL UK
Rijksuniversiteit Groningen North-East London Polytechnic
Lerarenopleiding/ Microtechnologie
D UK
Universität Göttingen Chester College of Higher Education Odense Universitet Istituto superiore di educazione fisica, L'Aquila
Lerarenopleiding/ Lichamelijke opvoeding
Pädagogische Hochschule Reutlingen Università di Verona Marasleion Didaskaleion, Athinai Università di Padova Università di Catania
Lerarenopleiding (gastarbeiders)
DK I
I UR I I D
Pädagogische Hochschule Schwäbisch-Gmünd UK Teesside Polytechnic
Onderwijzersopleiding
UK Rolle College, Exmouth NL Stichting Opleiding Leraren, Utrecht
Lerarenopleiding
UK D
University of Exeter Universität München
Lerarenopleiding (Engels/Duits)
D
Deutsche Sporthochschule Köln Ethniki Akadimia Somatikis Agogis, Dafni Akadimia Somatikis Agogis. Thessaloniki
Lerarenopleiding (sport)
Stichting Lerarenopleiding Ubbo Emmius, Leeuwarden Universität Oldenburg
Lerarenopleiding
Université de l'État, Mons Rijksuniversiteit Gent Universität Osnabrück Université dc Grenoble I
Lerarenopleiding (wiskunde/ talen)
UR GR NL D B
Lerarenopleiding
Onderwijs
B
D F
University of Durham Universität Duisburg Gesamthochschule DK Haderslev Statsseminarium
UK D
Lerarenopleiding
I
342 Onderwijzers opleiding (lagere school)
Andere studiegebieden D Universität des Saarlandcs, Saarbrücken F Université de Paris I
Università di Firenze University of Glasgow Université de Paris IX Facultés universitaires «NotreDame de la Paix», Namur Technische Universität Berlin
Leraren opleiding
B
Seminarium voor Orthope dagogiek, Zeist Universität Köln Università di Trieste UK Ulster Polytechnic, Newtownabbey LIK Avcry Hill College, London
Leraren opleiding
Interstudie Nieuwe Leraren opleiding. Nijmegen Katholieke Universiteit Leuven
Leraren opleiding
D
Pädagogische Hochschule SchwäbischGmünd UK City of Birmingham Poly technic I UK F Β
NL
NL Β
D UK
Universität Tübingen University of Durham
Theologie
NL UK
Rijksuniversiteit Utrecht Institute of Education, Uni versity of London Københavns Universitet Hochschuldidaktisches Zen trum, Aachen
Stafont wikkeling
D D (F (L
UK Trinity and All Saint's College, Leeds NL Christelijke Lerarenopleiding Zwolle
Leraren opleiding (geografie)
UK
University of London (De partment of ExtraMural Studies) UK Goldsmiths' College, Uni versity of London F Université de Grenoble III F Université de Paris V D Universität Bochum
Voortgezet onderwijs en onderwijs voor volwassenen
D NL
Leraren opleiding
Universität Oldenburg Stichting Lerarenopleiding Ubbo Emmius, Leeuwarden DK Århus Universitet DK Ålborg Universitetscenter
Milieu wetenschap/ Ecologie
D
Leraren opleiding (computer kunde)
Archeologie (prehistorisch Europees)
Fondation universitaire luxembourgeoise, Arlon Université de Metz Centre universitaire du Luxembourg Universität des Saarlandes, Saarbrücken Universität Trier Universität Kaiserslautern Institut européen d'écologie, Metz) Institut pour la coopération régionale dans les régions frontalières intracommunau taires (IRI), Luxembourg)
F L
NL GEM PABO, Den Haag DK Nykøbings Børnehavesemi narium, NykøbingFalster DK Vordingborg Statssemina rium D Hochschule Lüneburg NL Pedagogische Academie. Den Helder NL Pedagogische Academie, Alkmaar UK Christchurch College, Canterbury UK Jordanhill College, Glasgow
Studentenhandboek
DK D D
Deutsche Sporthochschule Köln UK Loughborough University of Technology
Lichamelijke opvoeding/ Sport wetenschap
F
École nationale supérieure des bibliothèques. Massy UK College of Librarianship, Aberystwyth
Bibliotheek wetenschap
D NL
Universität Hohenheim Landbouwhogeschool Wage ningen University College. Cardiff
Huishoud economie
Ealing College of Higher Education Fachhochschule Rheinland Pfalz, Abteilung Ludwigs hafen
Toerisme
Université de Savoie, Chambéry Fachhochschule Heilbronn
Toerisme, buitenlandse handel/Talen (Frans/Duits)
Leeds Polytechnic Institut supérieur d'anima tion socioculturelle des loisirs et du tourisme, Bruxelles
Recreatie/ Toerisme
UK UK D
F D UK B
I
EUR Β
Université libre de Bruxelles UK University of Cambridge Universität Hamburg D Collège de France. Paris F Université de Paris I F NL Rijksuniversiteit Utrecht Β Katholieke Universiteit Leuven F Université d'AixMarscillc 1 I Università di Roma
Afrikaanse archeologie
Β F
Vrije Universiteit Brussel Université de Toulouse
Menselijke ecologie
I NL
Università di Lecce Vrije Universiteit Amster dam
Archeologie
UK DK
Leeds Polytechnic Danmarks Højeskole for Legemsøvelser. København Universität Kiel
Lichamelijke opvoeding/ Sport wetenschap
D Β
Institut supérieur d'anima tion socioculturelle des loi sirs et du tourisme. Bruxelles UK College of Ripon and York St John Β F (F (F UK UK UK UK D NL
Katholieke Universiteit Leuven Centre universitaire de Luminy, Marseille Musée national d'histoire naturelle. Paris) Laboratoires du CNRS de Bellevue. Meudon) University of Oxford St Thomas's Hospital Medi cal School, London Natural History Museum. London New University of Ulster, Londonderry Universität Hamburg Rijksuniversiteit Leiden
Toerisme/ Recreatie/ Kunst/To neel/Dans/ Leraren opleiding Paleontologie
343
Inlichtingenbureaus voor de academische erkenning van diploma's en studieperioden in de EG
346
België - Nederlands Ministerie van Onderwijs Bestuur van het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs Dienst Gelijkwaardigheid RAC Arcadengebouw 4e verdieping B-1010 Brussel S (02)564 25 23 - 564 25 14 Verantwoordelijk : De heer Deloz. Het bureau behoort tot een van de hoofdafdelingen van het Belgische Ministerie van Onderwijs (Nederlandse afdeling). Het is zowel bevoegd voor het geven van inlichtingen alsook voor het nemen van beslissingen. Beslissingsbevoegdheden De minister van Onderwijs of een van zijn gevolmachtigden neemt de beslissing over erkenning of gelijkwaardigheid van: - staatsdiploma's van Belgische universiteiten; - hoger onderwijsdiploma's, die door buiten-universitaire instellingen van hoger onderwijs zijn uitgereikt. De universiteiten zijn voor alle beslissingen verantwoordelijk, die geen staatsdiploma's van hoger onderwijs betreffen. Procedure De afzonderlijke student kan zich of wenden tot het Ministerie van Onderwijs of tot de leiding van de instelling van hoger onderwijs, waarvan hij is ingeschreven of zich zou willen inschrij-
I
Studentenhandboek
Dit kan vóór, gedurende of na de in het buitenland doorgebrachte studieperiode geschieden. Als het Ministerie van Onderwijs voor de beslissing verantwoordelijk is. dan stuurt de instelling van hoger onderwijs de gegevens van de vraagsteller daar automatisch naar toe. De beslissingen worden na afspraak met de bevoegde ministeriële instantie of op basis van de aanbeveling van een adviserende hoger onderwijscommissie genomen. - Frans Ministère de l'Éducation Nationale Service des équivalences de l'enseignement supérieur Direction Générale de l'Enseignement Supérieur et de la Recherche Scientifique/l re Direction Quartier Arcades 6e étage Rue Royale 204 B-1010 Bruxelles E> (02)564 19 58 Verantwoordelijk: M. Biltiau. Directeur Général. Het bureau is een afdeling van het Ministerie van Onderwijs. Het beantwoordt afzonderlijke vragen en bereidt de ministeriële beslissingen voor. Beslissingsbevoegdheden De minister van Onderwijs heeft de verantwoordelijkheid voor beslissingen over staatsexamens van instellingen van hoger onderwijs en examens van buiten-universitaire instellingen van hoger onderwijs. De universiteiten zijn verantwoorde-
EUR
I
lijk voor beslissingen over de erkenning van studietijden en diploma's, die wettelijk niet zijn vastgelegd. Procedure De student richt zijn verzoek of tot het Ministerie van Onderwijs (Ministère de l'Education Nationale) of tot de leiding van de instelling van hoger onderwijs, waarvan hij is ingeschreven of zich zou willen inschrijven, al naar gelang de gewenste erkenning. De instelling van hoger onderwijs stuurt de gegevens automatisch door naar het Ministerie van Hoger Onderwijs, als dit voor de beslissing verantwoordelijk is. De ministeriële beslissingen berusten op de afzonderlijke toetsing van de betreffende gegevens en het standpunt van de verantwoordelijke instantie van het ministerie alsmede op de uitspraak van een adviescommissie van de instelling voor hoger onderwijs.
347
Het bureau geeft bovendien inlichtingen over in hoeverre buitenlandse diploma's het recht geven om een beroep uit te oefenen. Beslissingsbevoegdheden De beslissing wordt door de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs genomen. In volkomen duidelijke gevallen kan het bureau direct antwoorden. Procedure Als de student slechts een eenvoudige inlichting wil hebben, kan hij zich tot het bureau wenden. Verzoeken, die betrekking hebben op gelijkwaardigheidsof erkenningsproblemen, moeten of aan het Ministerie van Onderwijs of aan de instelling van hoger onderwijs worden gericht. Aanvraagformulieren zijn bij het Deense Ministerie van Onderwijs onder het boven vermelde ades te verkrijgen.
Bondsrepubliek Duitsland Denemarken Undervisningsministeriet Det internationale kontor Frederiksholms Kanal 25 D DK-1220 København K S (01)92 52 01 Tlx 16939 finto dk Verantwoordelijk : Fru Estrid Bjerregård. Het bureau is een onderafdeling van het Ministerie van Onderwijs. Het heeft tot taak. personen of instellingen over de gelijkwaardigheid van buitenlandse opleidingsbewijzen met Deense opleidingsbewijzen te informeren.
Zentralstelle für ausländisches Bildungswesen im Sekretariat der KM K Nassestraße 8 D-5300 Bonn S (0228)50 10 Tlx 886587 KMK D Verantwoordelijk : Senatsrat Dr. Reuhl. Het bureau is een afdeling van het secretariaat van de permanente conferentie van ministers van Onderwijs van de deelstaten (KMK). Het is - informatie- en documentatie-instantie voor vragen van gelijkwaardigheid - adviesinstantie voor buitenlandse getuigschriften en diploma's, in a) individuele gevallen, om beslissin-
348
gen van instellingen van hoger onderwijs, ministeries of andere instanties voor te bereiden; b) vragen van algemene betekenis, om besluiten van de permanente KMK van de deelstaten voor te bereiden, die dan in het recht van de afzonderlijke deelstaten overgaan. Beslissingsbevoegdheden Beslissingen worden al naar de soort van gelijkwaardigheids- of erkenningsproblemen genomen door de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs of door het verantwoordelijke ministerie of de betreffende instantie op advies van het bureau. Procedure De aanvrager moet zijn verzoek richten tot: 1. de instelling van hoger onderwijs - bij de toelating tot het eerste studiejaar; - bij de erkenning van in het buitenland doorgebrachte studietijden (met uitzondering van de onder 3 genoemde gevallen). 2. de Ministeries van Onderwijs - bij de erkenning van getuigschriften van algemeen vormende en beroepsvormende scholen (Sekundarstufe); - bij de erkenning van getuigschriften en diploma's van instellingen van hoger onderwijs (met uitzondering van de onder punt 1 en 4 genoemde gevallen). 3. de examenbureaus van de deelstaten - bij de erkenning van de in het buitenland doorgebrachte studietijden in medicijnen en farmacie; - bij lerarenopleidingen.
I
Studentenhandboek
4. de Ministeries van Gezondheid en Sociale Zaken - bij de erkenning van examens behaald in bijvoorbeeld medicijnen en farmacie. 5. de industrie- en handelskamers en handwerkkamers - bij de erkenning van kwalificaties in de beroepsopleiding.
Griekenland Dikatsa Leoforos Sygrou. 112 Athinai S (01)922 25 26 922 90 65 Verantwoordelijk: Prof. Manolis Papathomopoulos. Het bureau is een overheidsinstantie. maar geen onderdeel van het Ministerie van Onderwijs. De 12 leden van de raad van beheer (die allemaal door hun universiteit voorgedragen professoren zijn) worden door de minister van Onderwijs benoemd. Zij representeren de belangrijkste studiegebieden en -disciplinen. Het bureau is zowel voor inlichtingen alsook voor beslissingen in afzonderlijke gevallen bevoegd. Beslissingsbevoegdheden De beslissingen worden door de Dikatsa genomen. Daaraan gaat een adviserend proces vooraf, waar ongeveer 40 adviescommissies bij betrokken zijn. die telkens uit drie universiteitsprofessoren bestaan. Elke commissie is voor een bepaald studievak verantwoordelijk. Procedure Indieners van verzoeken moeten :
EUR
I
1. Aanvraagformulieren bij Dikatsa vragen : 2. Een bewijs van betaling (Paravlon) van de Bank van Griekenland (reke ningnummer 26 031/5) over een be drag van 1 024 Drachmen overleg gen; 3. Vertaalde en gewaarmerkte kopieën van getuigschriften en diploma's aan Dikatsa sturen; 4. Verdere getuigschriften en kwalifica tiebewijzen overleggen, die op een bij Dikatsa verkrijgbare lijst staan.
Frankrijk Ministère de l'Éducation Nationale Direction de la Coopération et des Re lations Internationales Bureau d'information, de documenta tion et de soutien aux établissements DCRI/5 rue de Grenelle 110 F75007 Paris Verantwoordelijk: M. J.L. Devaux. Het bureau is onderdeel van het Franse Ministerie van Onderwijs. Het geeft in lichtingen aan en adviseert universitei ten, instellingen van hoger onderwijs, culturele instellingen van Frankrijk in het buitenland alsmede openbare bui tenlandse culturele instellingen. Verder beantwoordt het schriftelijke verzoeken van individuele personen en overheids of particuliere bedrijven, die inlichtingen over de erkenning van exa mens voor het voortzetten van een stu die of de uitoefening van een beroep wensen. Beslissingsbevoegdheden Over de erkenning van examens beslist:
349 de president of directeur van de in stelling van hoger onderwijs, waaraan de vraagsteller zich wil inschrijven. De erkenning van studietijden wordt op voorstel van een commissie ver leend, die op basis van de gegevens over de afzonderlijke gevallen beslist; het Ministerie van Onderwijs, in zo verre het om de erkenning van exa mens, respectievelijk studietijden in medicijnen, tandheelkunde en farma cie gaat. Procedure De student moet zijn verzoek richten tot de universiteit of hogeschool waar aan hij wil studeren. Bij zijn verzoek moeten gewaarmerkte kopieën van ge tuigschriften en een gedetailleerde be schrijving van de tot dan toe afgemaak te studierichtingen zijn gevoegd. Op termijnen van uitsluiting moet gelet worden. Dezelfde procedure geldt voor de toe lating tot studierichtingen in het ge zondheidswezen, dat wil zeggen dat de instelling van hoger onderwijs de gege vens van de aanvraagsteller aan de ver antwoordelijke instantie van het Minis terie van Onderwijs doorstuurt. De voorlichtings en adviesinstanties van de afzonderlijke universiteiten heb ben tot taak de student bij de inschrij ving advies te geven en hem behulp zaam te zijn bij de studiekeuze.
Ierland Higher Education Authority 21 Fitzwilliam Square Dublin 2 Β (01)76 15 45
350 Verantwoordelijk: Mr Brendan O'Dea. Het bureau is een overheidsinstantie, maar geen onderdeel van het Ministerie van Onderwijs. Zijn taak is het buitenlandse studenten inlichtingen van algemene aard te verschaffen. Verzoeken, die betrekking hebben op individuele problemen, worden doorgestuurd naar de universiteiten of naar de bevoegde instanties van de betreffende instellingen van hoger onderwijs. Beslissingsbevoegdheden Beslissingen worden door de instellingen van hoger onderwijs zelf genomen. Procedure Verzoekschriften bij de instellingen van hoger onderwijs moeten precieze opgaven bevatten over: - soort van opleidingsbewijzen/diploma's, waar de sollicitant over beschikt; - inhoud en duur van de studie, die tot deze kwalificatie hebben geleid; - eventueel meer details van de examens (bijvoorbeeld pass/honours); - aard van de instelling van hoger onderwijs, die deze kwalificatie heeft gegeven.
Italië Ministero della pubblica istruzione Centro per le questioni relative al riconoscimento académico dei diplomi e periodi di studio Direzione gen. Istruzione universitaria Divisione VI Viale Trastevere 76 I-00100 Roma
i
Studentenhandboek
Zolang er nog geen permanente instantie bestaat, is het bureau onderdeel van een hoofdafdeling van het Italiaanse Ministerie van Onderwijs en heeft tot taak inlichtingen te verschaffen en te coördineren. Basis van zijn werkzaamheden zijn de algemene wetten betreffende het Italiaanse systeem van hoger onderwijs, algemene overeenkomsten over gelijkwaardigheden en overeenkomsten tussen afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs. Beslissingsbevoegdheden Over de erkenning beslissen : - de instellingen van hoger onderwijs (Senato accademico e consiglio di facoltà) bij de toelating tot het eerste studiejaar en studierichtingen die met een diploma universitario of het Laurea-examen worden afgesloten: - het Ministerie van Onderwijs bij de toelating tot de promotie (dottorato di ricerca), na afspraak met de nationale hogeschoolraad. Deze regeling is voor buitenlandse studenten pas van toepassing als de eerste Italiaanse studenten deze nieuw ingevoerde postdoctorale diploma's gehaald hebben. Procedure Geïnteresseerde studenten moeten hun aanvraag naar de Italiaanse consulaten of ambassades in hun eigen land sturen. Vandaar worden zij direct doorgestuurd naar de instelling van hoger onderwijs, waaraan de kandidaat wil studeren.
Luxemburg Ministère de l'Éducation nationale Centre d'information sur la Reconnais-
EUR
I
sance Académique des Diplômes et des Périodes d'Études Unité Luxembourgeoise d'Eurydice 6, boulevard Royal L-2449 Luxembourg S 476 45 40
Verantwoordelijk : M. Camille Frieden. Het bureau is een onderdeel van het Luxemburgse Ministerie van Onderwijs. Zijn voornaamste taken zijn informatie verschaffen en advies geven. Het bureau werkt met de Commission d'homologation des titres et grades d'enseignement supérieur samen. Om de voorwaarden voor de academische erkenning van studietijden en examens beter te begrijpen, dient men goed te beseffen dat Luxemburg niet over een universitair systeem met eigen afsluitende diploma's beschikt. Het land heeft een universiteitscentrum (Centre Universitaire), dat uitsluitend voor het eerste studiejaar cursussen aanbiedt. De Luxemburgse studenten, die met een buitenlands examen terugkeren, moeten of een verzoek indienen dat hun diploma officieel wordt erkend (homologation) — en wel in de vakken rechtswetenschappen, medicijnen, tandheelkunde, diergeneeskunde en farmacie alsmede voor lerarenopleidingen in de geesteswetenschappen en natuurwetenschappelijke vakken voor middelbare scholen — of zij moeten een verzoek indienen dat hun diploma in het hogeronderwijsregister wordt vermeld. Dit register omvat alle examens, die niet onder het ,. Homologations "-systeem vallen. Er bestaat een commissie, die tot taak heeft rapporten over de bescherming van buitenlandse diploma's en getuigschriften op het gebied van in-
351
stellingen van hoger onderwijs af te geven. Beslissingsbevoegdheden Beslissingen worden door de minister van Onderwijs genomen. Procedure De afzonderlijke sollicitanten moeten hun verzoek richten tot het Ministerie van Onderwijs.
Nederland National Equivalence Information Centre (NEIC) Netherlands Universities Foundation for International Cooperation (NUFFIC) Badhuisweg 251 2509 LS 's Gravenhage S (070)502 681 Tlx NL 33563 Verantwoordelijk : De heer J. E. Hagen, De heer Hans M. van Dijk. Het bureau is onderdeel van het Nuffic, een stichting, die door de Nederlandse instellingen van hoger onderwijs is opgericht en wordt gedragen. In hetzelfde kader is ook een nationaal mobiliteitsinformatiecentrum onder de aanduiding Visum gesticht. De belangrijkste taak van het gelijkwaardigheidscentrum is om ministeries, universiteiten en andere instellingen van hoger onderwijs (minder daarentegen afzonderlijke personen) over vragen van gelijkwaardigheid van academische graden en diploma's alsmede studietijden te informeren en adviseren.
352
Beslissingsverantwoordelijkheden De verantwoordelijke ministeries beslissen over de erkenning van academische graden en diploma's. Universiteiten en andere instellingen van hoger onderwijs beslissen over de gelijkwaardigheid van studietijden en over examens, die in het kader van bilaterale en multilaterale overeenkomsten wederzijds worden erkend. Procedure De kandidaten kunnen hun verzoeken tot de instellingen van hoger onderwijs richten, waaraan zij willen studeren, of ook aan het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Deze weg moet bewandeld worden bij: - de toelating tot cursussen van het eerste studiejaar; - de erkenning van studietijden; - de erkenning van diploma's en raden met het doel de studie voort te zetten. Verenigd Koninkrijk The National Equivalence Information Centre (NEIC) The British Council 10, Spring Gardens London SWIA 2BN S (01)930 84 66 Tlx 8952201 Bricon G Verantwoordelijk : Mr D. Stokes. Hel bureau is onderdeel van een autonome organisatie, die geen overheidsinstantie is. Zijn belangrijkste taken zijn informatie en advies geven over vragen met betrekking tot de gelijkwaardigheid van graden en diploma's.
I
Studentenhandboek
Het houdt zich bezig met aanvragen van universiteiten, polytechnics, colleges, scholen, werkgevers, autoriteiten, het Burnham-comité (dat de salarisschalen van leraren vaststelt), beurzen verlenende instellingen, beroepsadviesen arbeidsbemiddelingsbureaus alsmede van studenten en hun ouders. Het adviesproces berust op een permanente uitwisseling van gelijkwaardigheidsvragen tussen de vertegenwoordigers van de British Council in het Verenigd Koninkrijk en in het buitenland. Beslissingsbevoegdheden Beslissingen over vragen van erkenning worden door de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs etc. genomen. Procedure Verzoeken met betrekking tot de erkenning van diploma's moeten gericht worden aan de afzonderlijke instellingen van hoger onderwijs etc. Inlichtingen over de vergelijkbaarheid verstrekt het NEIC.
Europese Gemeenschappen — Commissie Hoger onderwijs in de Europese Gemeenschap — Studentenhandboek Vierde uitgave Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen 'sGravenhage: Staatsuitgeverij 1986 II. 352 blz. 14.8 χ 21 cm DA. D E, GR. EN. FR, IT, NL ISBN 9282551571 (Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen) ISBN 9012051916 (Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf) Catalogusnummer: CB4385014NLC (Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeen schappen)
Het Studentenhandboek is tot stand gekomen om studenten en degenen die hen in studieaangelegenheden raad geven en voorlichten, behulpzaam te zijn. Dit in alle talen van de Gemeenschap gepubliceerde boekwerk verstrekt de benodigde basisinformatie aan hen die van plan zijn om enige lijd in een andere LidStaat hoger onderwijs te volgen. Het Studentenhandboek bevat een hoofdstuk over elke LidStaat van de Gemeenschap. Elk hoofdstuk bestaat uit twee hoofdgedeelten: een beschrijvende tekst en een aanhangsel. De tekst geeft algemene informatie over de organisatie van het hoger onderwijs, de instellingen voor hoger onderwijs en de mogelijke diploma's, de toelatingsvoorwaarden en aanvraagprocedures, de studiekosten, taalvereisten en beurzen, alsmede aanwijzingen betreffende belangrijke sociale aspecten zoals sociale zekerheid, studiebegeleiding, huisvesting etc. Het aanhangsel bevat een lijst met adressen van organisaties en instellingen, waarbij verdere inlichtingen en/of aanvraagformulieren verkrijgbaar zijn. een bibliografie van nationaal informatiemateriaal, in bijna alle gevallen een overzicht over de studiemogelijkheden aan instellingen voor hoger onderwijs en per nationale bijdrage een verklarende woordenlijst van begrippen die niet vertaald zijn. Bovendien beval het handboek, naast nationale bijdragen, afzonderlijke bijdragen voor hel Europacollege te Brugge en hel Europees Universitair Instituut te Florence. Het verstrekt eveneens gedetailleerde informatie over de overeenkomsten tussen de instellingen voor hoger onderwijs in de LidStaten, betreffende de uitwisseling van studenten en leden van de academische staf. Tevens geeft het een opstelling van de adressen, werkmethodes en mogelijkheden van de informatiecentra, die in elke LidStaat zijn gecreëerd om inlichtingen te verstrekken over de meest voorkomende procedures voor de academische erkenning van diploma's en studie in het buitenland. De Commissie van de Europese Gemeenschappen coördineert het werk van deze centra. Tenslotte geeft deze uitgave informatie over de, voor de mindervalide student, getroffen speciale voorzieningen aan de instellingen voor hoger onderwijs.
Publikaties van de Europese Gemeenschappen kunnen w o r d e n verkregen bij de onderstaande verkoopkantoren: BELGIOUE/BELGIE
FRANCE
PORTUGAL
Moniteur belge /Belgisch Staatsblad Rue de Louvain 4042/Leuvensestraat 40 42 1000 Bruxelles/1000 Brussel Tel 5 1 2 0 0 2 6 CCP/Postrekening 0 0 0 2005502 2 7
Service de vente en France des publications des Communautés européennes
Imprensa Nacional Av Francisco Manuel de Melo 5 Ρ 1000 Lisboa
Sous depots/Agentschappen Librairie européenne/ Europese Boekhandel Rue de la Loi 244/Wetstraat 244 1040 Bruxelles/1040 Brussel CREDOC Rue de la Montagne 34/Bergstraat 34 Bte 11 /Bus 11 1000 Bruxelles/1000 Brussel
DANMARK S c h u i n EFpublikationer Mentergade 1 9 1116 København K Til: l O t l 14 Π 95 Girokonto 200 1 I 95
BR D EUTSCHLAND Verlag Bundesanzeiger Breite Straße Postlach Ol 80 06 5000 Köln I
Tel. (02 211 20 29 0 Fernschreiber ANZEIGER BONN 8 882 595 Télécopierez 2029278
GREECE G C. Eleftheroudakis SA International Bookstore 4 Nikis Street 105 63 Athens Tel 322 22 55 Telex 2 1 9 4 1 0 ELEF Subagent for Northern Greece Molho's Bookstore The Business Bookshop 10 Tsimiski Street Thessaloniki
Tel 275271 Telex 412885 LIMO
ESPANA Boletin Oficial del Estado Trafalgar 27 E 2 B010 Madrid Tel 191) 76 06 1 I MundiPransa Libros. S A Castellò 37 E 28001 Madrid Tel 1911 431 33 99 ILibrosl 431 32 22 (Abonos! 435 36 37 (D irección) Télex 4 9 3 7 0 MPLI E
Journal officiel 26 rue D esaix 75732 Paris Cedex 15 Tel 11) 45 7 8 6 1 39 IRELAND Government Publications Sales Office Sun Alliance House Molesworth Street Dublin 2 Tel 7 1 03 09 or by post Stationery Office St Martin s House Waterloo Road Dublin 4
Tel 68 90 66
Tel 65 39 96 Grupo Bertrand. SARL Distribuidora de Livros Bertrand Lda Rua das Terras dos Vales 4 A Apart 37 Ρ 2701 Amadora COD EX
Tui 493 90 50
494 87 88
Telex 15798 BERD IS
UNITED KINGD OM HM Stationery Office HMSO Publications Centre 51 Nine Elms Lane London SW8 5D R Tel. (Oil 211 56 56 Sub agent
ITALIA Licosa Spa Via Lamarmora. 45 Casella postale 552 50 121 Firenze
Tel. 57 97 51 Telex 570466 LICOSA I CCP 343 509 Subagenti Libreria scientifica Lucio de Biasio AEIOU Via Meravigli. 1 6 20 123 Milano Tel 60 76 79 Libreria Tassi Via A Farnese. 28 0 0 192 Roma Tel. 31 05 90 Libreria giuridica Via 12 Ottobre. 1 72/R 16 121 Genova Tel 59 56 93
Alan Armstrong & Associates Ltd 72 Park Road London NW1 4SH Tel. (01) 723 39 02 Telex 297635 AAALTD G
SCHWEIZ ' SUISSE SVIZZERA Librairie Payot 6 rue Grenus 1211 Genève Tel 31 89 50 CCP 12 236
UNITED STATES OF AMERICA European Community Information
Service 2100 M Street. NW Suite 707 Washington D C 20037 Tel 12021 862 9 5 0 0
GRANDDUCHÉ D E LUXEMBOURG Office des publications officielles des Communautés européennes 2 rue Mercier L 2985 Luxembourg Tel 49 92 81 Télex PUBOF LU 1324 b CCP 1 9 1 9 0 8 1 CC bancaire BIL 8 109/6003/200 Messageries Paul Kraus I l rue Christophe Plantin L 2339 Luxembourq Tel 4 8 2 1 31 Télex 2515 CCP 49242 63 NEDERLAND Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf Christoffei Planlijnslraal Postbus 20014 2 5 0 0 EA s Gravenhage
Tel 10701 78 99 1 1
CANADA Renouf Publishing Co . Ltd 6 1 Sparks Streel Ottawa Ontario K I P 5R1 Tel Toll Free 1 18001 267 4164 Ottawa Region 1613) 238 8985 6
Telex 053 4936
Kinokuniya Company Ltd 1 7 7 Shinjuku 3 Chôme Shiniuku kit
Tokyo 160 91 Tel (031 354 0131 Journal D epartment PO Box 55 Chitóse Tokyo 156 Tel (03) 439 0124
Prijzen (inclusief BTW) Nederland: HFL 36.50 A\I^ Bureau voor officiële publikaties " der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg
België: BFR 660 ISBN 92-825-5157-1 Catalogusnummer: CB-43-85-014-NL-C
Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf Christoffel Plantijnstraat, 2500 EA 's-Gravenhage
ISBN 90-12-05191-6