HAMME
MILIEUBAROMETER 2013
1
Algemene informatie We moeten bewust omgaan met het milieu. Daar zijn we intussen allemaal wel van overtuigd. Er gebeurt dan ook al heel wat om het milieu waar mogelijk te beschermen. Het is echter moeilijk om te weten waar er nog inspanningen nodig zijn en ook hoe ver die inspanningen ons brengen. Hoeveel verbetering is er mogelijk en hoeveel hebben we al bereikt? Een milieubarometer kan ons voor antwoorden op de juiste weg helpen. Een milieubarometer is een beleidsondersteunend en communicatief instrument. Aan de hand van indicatoren kan men de toestand van het milieu en de inspanningen die gedaan worden ter verbetering van het milieu opvolgen. Deze indicatoren worden jaarlijks gemeten en geïnterpreteerd. Een afgewerkte milieubarometer is een instrument dat de basis is om over milieubeleid van de gemeente te communiceren naar haar burgers toe. De milieubarometer bestaat uit 18 indicatoren, verspreid over verschillende milieuthema’s. De bedoeling is de indicatorenset steeds te actualiseren en uit te breiden. Momenteel is ze nog verre van volledig. Zo ontbreken er nog verschillende indicatoren m.b.t. natuur, luchtkwaliteit, grondwater, enz… Volgende indicatoren worden opgevolgd:
Totaal aangeboden huishoudelijk afval in kg/ inwoner/ jaar Aandeel (%) selectief opgehaald huishoudelijk afval op de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per jaar Totaal terminaal te verwijderen huishoudelijk afval in kg/ inwoner/ jaar Totale hoeveelheid aangeboden goederen aan de kringwinkel in kg/ inwoner/ jaar Gemeentelijk leidingwaterverbruik Zuiveringsgraad huishoudelijk afvalwater Aantal klachten (hinder) Aantal gemelde sluikstorten Gemeentelijke inventaris risicogronden Jaarlijks papierverbruik van de gemeentelijke diensten Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door de gemeentelijke diensten Totale hoeveelheid lijnvormige landschapselementen aangeplant en onderhouden met subsidies Aantal volle spaarkaarten van de actie “Met Belgerinkel naar de Winkel” Uitgave aan fietsvergoedingen door het gemeentebestuur Elektriciteitsverbruik per aangesloten huishouden Aardgasverbruik per aangesloten huishouden Elektriciteitsverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE Gecorrigeerd aardgasverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE
De gemeente Hamme heeft een oppervlakte van 40,38 km² en een totaal aantal inwoners van 24.699. De bevolkingsdichtheid bedraagt 612 inw/km².
2
MILIEUBAROMETER 2013 INDICATOREN PER THEMA Afval: Indicator 1 Totaal aangeboden huishoudelijk afval in kg/ inwoner/ jaar Indicator 2 Aandeel (%) selectief opgehaald huishoudelijk afval op de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per jaar Indicator 3 Totaal terminaal te verwijderen huishoudelijk afval in kg/ inwoner/ jaar Indicator 4 Totale hoeveelheid aangeboden goederen aan de kringwinkel in kg/ inwoner/ jaar
Water: Indicator 5 Gemeentelijk leidingwaterverbruik Indicator 6 Zuiveringsgraad huishoudelijk afvalwater
Hinder: Indicator 7 Aantal klachten (hinder) Indicator 8 Aantal gemelde sluikstorten Indicator 9 Gemeentelijke inventaris risicogronden
MVP: Indicator 10 Jaarlijks papierverbruik van de gemeentelijke diensten Indicator 11 Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door de gemeentelijke diensten
Natuur: Indicator 12 Totale hoeveelheid lijnvormige landschapselementen aangeplant en onderhouden met subsidies
Mobiliteit: Indicator 13 Aantal volle spaarkaarten van de actie “Met Belgerinkel naar de Winkel” Indicator 14 Uitgave aan fietsvergoedingen door gemeentebestuur
Energie: Indicator 15 Elektriciteitsverbruik per aangesloten huishouden Indicator 16 Aardgasverbruik per aangesloten huishouden Indicator 17 Elektriciteitsverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE Indicator 18 Gecorrigeerd aardgasverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE
3
1.
Afval
Indicator 1 - Totaal aangeboden huishoudelijk afval Omschrijving Totale hoeveelheid aangeboden afvalstoffen, van particuliere huishoudens en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen ingezameld door of in opdracht van de gemeente. Het totaal huishoudelijk afval bestaat zowel uit het selectief ingezameld huishoudelijk afval als uit het niet selectief ingezameld huishoudelijk afval.
Doelstelling Een daling of minstens een stabilisatie van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval tegenover het begin van de planperiode.
Data 2006 storten of verbranden
148,8 8 139,7 composteren 5 227,9 recuperatie 9 hergebruik
6,21
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
140,89 139,17 129,81 138,40 143,05
142,70 134,27
147,97 140,5
138,06 113,08 123,26
115,67 112,13
224,46 245,73 235,33 244,17 259,03
547,12 252,92
10,41
14,08
11,83
11,19
Totale hoeveelheid huishoudelijk afval (in kg/inw/jaar)
11,41
11,41
14,87
Verwerkingswijze van huishoudelijke afvalstoffen
Indicator 2 - Aandeel (%) selectief opgehaald huishoudelijk afval op de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per jaar Omschrijving Hoeveelheid huishoudelijk afval dat selectief wordt ingezameld op de totale hoeveelheid huishoudelijk afval.
Doelstelling Volgens het uitvoeringsplan milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen moet tegen 2010 75% van het huishoudelijk afval selectief ingezameld worden.
4
Data Selectief Ingezam. HAH en CP kg/inw/j Totaal Ingezam. Afval Kg/inw/j % selectief ingezam.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
388,86
383,34
401,54
403,14
398,05
429,13
402,86
401,26
495,75
494,02
491,64
491,64
503,89
541,25
518,92
515,87
78,44
77,6
79,98
82
79,00
79,28
77,63
77,78
Aandeel selectief opgehaald huishoudelijk afval op de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per jaar (kg/inwoner/jaar)
% selectief ingezameld
Indicator 3 - Totaal terminaal te verwijderen huishoudelijk afval in kg/ inwoner/ jaar Omschrijving Dit is het totaal gewicht aan restafval per inwoner per jaar of nog genoemd de terminaal te verwijderen afvalstoffen (te storten of verbranden). (Niet selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen). Dit bestaat uit vier verschillende afvalstoffen: o de totale hoeveelheid aangeboden gemengd huisvuil ingezameld via ophaling; o het sorteerresidu dat uit het PMD-afval verwijderd wordt; o het niet-recupeerbaar grofvuil afkomstig van huishoudens; o Het gemeentevuil: een verzameling van allerlei niet-gesorteerde afvalstoffen bestaande uit zwerfvuil, veegvuil, marktafval, sluikstorten, afval uit straatvuilbakjes,
Doelstelling De hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval vermindert tot gemiddeld 150 kg per inwoner op Vlaams niveau en maximaal 180 kg per inwoner op gemeenteniveau
5
Data Totaal terminaal te verwijderen huishoudelijk afval (kg/inwoner/jaar)
Indicator 4 - Totale hoeveelheid aangeboden goederen aan de kringwinkel in kg/ inwoner/ jaar Omschrijving Gewicht herbruikbare goederen ingezameld door de kringloopwinkel gedurende het betreffende jaar
Doelstelling Bereiken van 5 kg/inw. producthergebruik in 2015
Data Totale hoeveelheid aangeboden goederen aan de kringwinkel (kg/inwoner/jaar) 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
kringloop goederen
4,7
4,59
4,16
5,82
5,36
5,33
6,21
7,42
kringloop textiel
1,51
2,21
2,37
2,55
2,62
2,67
2,95
2,64
6
2.
Water
Indicator 5 - Leidingwaterverbruik gemeentelijk administratief centrum Omschrijving Jaarlijks gemeentelijk leidingwaterverbruik binnen het gemeentehuis, Marktplein 1 (m³ per VTE per jaar)
Doelstelling Daling van het verbruik van leidingwater.
Data Waterverbruik in het gemeentelijk administratief centrum (m³/VTE/jaar)
Indicator 6 - Zuiveringsgraad huishoudelijk afvalwater Omschrijving De zuiveringsgraad is het percentage van de inwoners waarvan het afvalwater, na transport via het rioleringsen collecteringsnetwerk, effectief gezuiverd wordt in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) of via een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) of kleinschalige zuiveringsinstallatie (KWZI).
Doelstelling Voldoende inzicht verkrijgen in de toestand en evolutie van de waterkwaliteit, verbeteren van de waterkwaliteit. Zuiveringsgraad verhogen en afkoppeling hemelwater/afvalwater uitbreiden. Overgaan naar gebiedsgericht beleid.
Data GMBP 2001-2005: 2001: rioleringsgraad 90%, zuiveringsgraad 70% (in 1993 was de zuiveringsgraad nog 36%) GMBP 2007-2012: 2007: zuiveringsgraad 82%, rioleringsgraad 92,6%, 2008: zuiveringsgraad 85,2 %, rioleringsgraad 96.5 % De gemiddelde zuiveringsgraad in Oost-Vlaanderen bedraagt 52 %.
7
Rioleringsgraad (%)
2001 90.0 %
2007 92.6 %
2008 96.5 %
Zuiveringsgraad (%)
70 %
82 %
85.2 %
Voor 2012 hebben we volgens de VMM nog steeds dezelfde riolerings- en zuiveringsgraad. Deze percentages zijn excl. de IBA’s. In totaal werden er voor de goedkeuring van het zoneringsplan Hamme (in 2008) 24 IBA’s geïnstalleerd. 20 ervan zullen moeten kortgesloten worden bij aanleg van riolering. De gemeente koos er in 2010 voor de IBA’s zelf te leveren, te plaatsen en te onderhouden daar waar ze vereist zijn volgens het zoneringsplan van Hamme. Een 65-tal woningen moeten nog van een IBA worden voorzien. 2012: gestart met de installatie van IBA’s in beheer van de gemeente. Twee IBA’s zijn geïnstalleerd.
Interpretatie van de data De gemeente Hamme voldoet ruimschoots aan de voorop gestelde doelstellingen (gewest: zuiveringsgraad 80%; gemeente: stijgende zuiveringsgraad en afkoppeling hemelwater / afvalwater uitbreiden).
3.
Hinder
Indicator 7 - Aantal klachten (hinder) Omschrijving Aantal klachten in kaart brengen, 6 categorieën: bodem, fauna en flora, geluid, lucht, varia, water. Het grootste aandeel van de klachten handelt over afval (sluikstorten, zwerfvuil, afvalverbranding, …) en verwaarloosde percelen, natuur en groen. Een relatief beperkt aandeel klachten gaat over geur -, geluid- en lichthinder.
Doelstelling De meeste acties zijn er op gericht om de hinder tot een minimum te beperken door sensibilisatie, handhaving en het uitoefenen van de voorbeeldfunctie. De gemeente Hamme beschikt momenteel over een algemeen politiereglement waarin verschillende hinderaspecten geregeld worden.
Data compartiment Bodem Fauna & Flora Geluid Licht Lucht Varia Water Totaal
2007 88 29 1 0 6 5 8 137
2008 89 46 1 0 15 8 12 171
2009 92 29 10 0 15 4 4 154
2010 138 32 7 1 16 10 8 212
2011 166 31 13 2 24 13 9 258
2012 102 34 7 1 9 3 4 160
2013 146 51 6 0 11 4 0 218
8
Aantal geregistreerde klachten
Interpretatie van de data Het merendeel van de klachten behoort tot de compartimenten bodem en fauna en flora. Dat was de afgelopen jaren eender. 102 van de 160 of 64% van het aantal geregistreerde klachten behoort tot het compartiment ‘bodem’. Het gros van de klachten binnen dit compartiment heeft te maken met afval, meer bepaald met sluikstorten (42%) en huisvuil en zwerfvuil (9%). Een aantal zones (vnl. in het centrum) zijn gevoeliger voor sluikstorten, bv. locaties met weinig sociale controle zoals bosjes, bermen, langs waterwegen en wandelpaden, parkings, glasbollen… De gemeente probeert dit probleem in te dijken via sensibilisering, PV’s en een retributie op het opruimen van afval. Het compartiment ‘fauna en flora’ maakt 21% van de klachten uit. De 34 klachten onder deze noemer zijn divers. 12 klachten gingen over ratten (35%), 11 over slecht onderhouden gronden (32%), 5 over onkruiden en distels op al dan niet braakliggende percelen (15%) en 4 over overhangende bomen, takken en struiken (12%). 1 klacht betrof overlast door vliegen van een nabijgelegen veeteeltbedrijf. Wat betreft het compartiment ‘geluid’ werden in 2012 zeven klachten geregistreerd, goed voor 4% van de klachten. Deze klachten betreffen geluidsoverlast door: - zelfstandige activiteiten (2 klachten) - kraaiende hanen (2 klachten) - windturbines (1 gecombineerde klacht) - opgefokte auto’s/moto’s (1 klacht) - de muziekinstallatie van een feestzaal (1 klacht). Het compartiment ‘licht’ maakt met één klacht 1% van de klachten uit. Deze klacht betrof overlast door een knipperende lichtreclame. Enkele klachten over windturbines betroffen naast geluidshinder ook overlast door slagschaduw, maar deze klachten werden ingevoerd onder de noemer ‘geluid,’ aangezien er per dossier maar één ‘aard hinder’ in MKROS gekozen kan worden.
9
De klachten behorend tot het compartiment ‘lucht’ waren goed voor 6% van de klachten, oftewel 9 klachten in totaal. Ze handelden over geurhinder en het verbranden van afval: - geurhinder van industrie en land- en tuinbouw (2 klachten) - afvalverbranding in open lucht (2 klachten) - geurhinder door een dichtgeslibde gracht en vervuiling in een waterloop (2 klachten) - geurhinder van horeca (1 klacht) - geurhinder van het verbranden van houtafval in kachel (1 klacht) - geurhinder door de gebrekkige afvoer van afvalwater (1 klacht). De klachten van het compartiment ‘water’ (2%, 4 klachten) hebben in 2012 betrekking op afvalstoffen in grachten en op vervuiling van waterloop De Vliet. 3 klachten (2%) vallen onder het compartiment ‘varia’. Het betrof twee gevallen van asbestverontreiniging en een keer het exploiteren van een niet-gemelde klasse 3-inrichting. Naar tijdstip van klachten toe is er voor de meeste klachten geen lijn te trekken. De meeste klachten zijn verspreid over het gehele jaar. Klachten over geurhinder starten vaak in het voorjaar, als het weer verbetert en de mensen weer wat meer buiten vertoeven. Klachten over flora (onkruid, distels, overhangende takken… door gebrekkig onderhoud) situeren zich vooral in de zomermaanden. Het merendeel van de klachten behoort tot de compartimenten bodem en fauna en flora. Dat was de afgelopen jaren eender. De tabel toont een opvallende daling van het aantal klachten. Dit moet echter genuanceerd worden. Zo werden de 23 anonieme klachten van 2012 wel behandeld maar niet geregistreerd in MKROS, wat vroeger wel gebeurde. 8 klachten over hetzelfde onderwerp (bijvoorbeeld 5 verschillende klachten over gelijkaardige hinder door dezelfde windturbines, 2 verschillende klachten over dezelfde vuilniszak in een gracht) werden als één enkele klacht geregistreerd. Enkele klachten die door de milieudienst aan een andere dienst doorgegeven werden (bijvoorbeeld het dempen van een gracht: een stedenbouwkundige overtreding) werden eveneens niet in MKROS ingevoerd. Tenslotte waren er 4 klachten die in 2011 reeds geregistreerd werden maar waarvan dezelfde klager in 2012 meldde dat de hinder zich opnieuw voordeed of nooit echt weg was. Deze klachten werden niet opnieuw geregistreerd; het oorspronkelijke MKROS-dossier uit 2011 werd aangevuld. Bijgevolg is er in feite sprake van 195 klachten, wat meer in de lijn ligt van de vorige jaren.
Indicator 8 - Aantal gemelde sluikstorten Omschrijving Aantal gemelde en opgeruimde sluikstorten
Doelstelling -
Verder controleren en beperken ontwijkgedrag (sluikstort) Beperken zwerfvuil
10
Data Aantal gemelde sluikstorten
sluikstorten zwerfvuil totaal klachten
2006 29
2007 41
129
137
2008 66 8 171
2009 71 10 154
2010 112 14 212
2011 2012 120 68 31 5 257 160
2013 58 17 218
Indicator 9 - Gemeentelijke inventaris risicogronden Omschrijving Registratie van de gekende verontreinigde gronden in de gemeente Hamme
Doelstelling Het gemeentelijke beleid met betrekking tot bodemverontreiniging zal zich in de eerste plaats toespitsen op de preventie van nieuwe verontreinigingen. Anderzijds is het essentieel dat het gemeentebestuur zicht krijgt op de spreiding van bodemverontreinigingen op haar grondgebied. Opstellen van een actuele lijst van risicogronden tegen eind 2013
Data Jaar 2006: 105 kadastrale percelen met een oppervlakte van 2 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 4 percelen met een oppervlakte van 2 ha Jaar 2007: 115 kadastrale percelen met een oppervlakte van 80 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 54 percelen met een oppervlakte van 28 ha Jaar 2008: 123 kadastrale percelen met een oppervlakte van 73 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 169 percelen met een oppervlakte van 32 ha Toestand op 01/01/2009: 106 kadastrale percelen met een oppervlakte van 53 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. 26 kadastrale percelen met een oppervlakte van 18 ha, waarvoor sanering nodig is. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 170 percelen met een oppervlakte van 28 ha
11
Toestand op 01/01/2010: 283 kadastrale percelen met een oppervlakte van 73 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. 38 kadastrale percelen met een oppervlakte van 23 ha, waarvoor sanering nodig is. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 173 percelen met een oppervlakte van 26 ha Toestand op 01/01/2011: 64 kadastrale percelen met een oppervlakte van 31 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. 21 kadastrale percelen met een oppervlakte van 16 ha, waarvoor sanering nodig is. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 187 percelen met een oppervlakte van 29 ha. Toestand op 01/01/2013: 43 kadastrale percelen met een oppervlakte van 20 ha, waarvoor verdere maatregelen nodig zijn. 27 kadastrale percelen met een oppervlakte van 14 ha, waarvoor sanering nodig is. Eindverklaring sanering afgeleverd voor 219 percelen met een oppervlakte van 29 ha.
Interpretatie van de data Er dient evenwel opgemerkt te worden dat deze gegevens indicatief zijn qua oppervlakte en aantal ingevolge het feit dat: - de oppervlakte steeds slaat op het ganse perceel; - er percelen zijn waarvoor geen oppervlakte bekend is in de databank van OVAM; - er nieuwe onderzoeksgegevens zijn welke aanleiding geven tot andere uitspraken dan voorheen. Sinds 1 juni 2008 met het in voege treden van het bodemdecreet zijn alle gronden waarvoor gegevens bekend zijn bij de OVAM opgenomen in het grondeninformatieregister (GIR) en is er geen register van verontreinigde gronden meer. In het GIR zijn zowel de onderzochte gronden opgenomen alsook gronden waarvan geweten is dat er risicoactiviteiten op plaatshadden of - hebben.
4.
Milieuverantwoord productgebruik
Indicator 10 - Jaarlijks papierverbruik van de gemeentelijke diensten Omschrijving De hoeveelheid papier die jaarlijks aangekocht en verbruikt wordt door de gemeentelijke diensten. Hieronder wordt verstaan: kopieerpapier, printpapier (gekleurd en wit), papier (uitsluitend voor Burgerzaken).
Doelstelling Met deze indicator wil men er naar streven om de hoeveelheid papier, die door het gemeentepersoneel verbruikt wordt, te meten en de volgende doelstellingen te bereiken: - Papierverbruik verminderen (door hergebruik en gebruik van digitale communicatiemiddelen); - een voorbeeld zijn voor de inwoners op het vlak van rationeel papierverbruik.
12
Data Vellen wit A3 80 gr Vellen wit A4 80 gr Vellen 80 gr. gekleurd A3 Vellen wit A3 160 gr Vellen wit A4 90 gr. Vellen wit A4 250 gr.
2008 25.000
2009 50.000
2010 50.000
2011 50.000
2012 25.000
2013 25.000
1.000.000
1.300.000
1.000.000
1.000.000
1.200.000
1.000.000
43.000
25.000
24.500
31.000
40.250
10.000
45.000 29.250 11.250
0
0
50.000
0
1.250
0
0
0
0
50.000
6.500
De gemeente Hamme gebruikt sinds 2006 gerecycleerd papier en chloorvrij ( met uitzondering van gekleurd papier en het extra glad papier (wit A4 en 90 gr. bestemd voor Burgerzaken). Vanaf 2007 wordt papier aangekocht met FSC- label.
Indicator 11 - Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door de gemeentelijke diensten Omschrijving Totaal verbruikte hoeveelheid werkzame bestanddelen door gemeentediensten op openbare terrein uitgedrukt in Kg. De hoeveelheid werkzame bestanddelen wordt berekend uit het verbruikt volume van de producten en het gehalte (%) van de werkzame stoffen in het product.
Doelstelling Verdere uitvoering Reductieprogramma bestrijdingsmiddelen Om een ecologisch beheer van het aanwezige groen te realiseren is een nauwgezette opvolging van het reductieplan inzake bestrijdingsmiddelen nodig, waarbij uiterlijk tegen 2015 een nulgebruik gehaald wordt. (is ook een onderdeel van het milieuverantwoord productgebruik).
Data Actieve stof/kg
Interpretatie van de data Op elf jaar tijd daalde het pesticidegebruik met 89 %.
13
5.
Natuurlijke entiteiten
Indicator 12 - Totale hoeveelheid lijnvormige landschapselementen aangeplant en onderhouden met subsidies Omschrijving De subsidieaanvragen inzake het onderhouden en aanplanten van KLE’s moeten op lange termijn een indicatie geven van de toestand van de lijnvormige landschapselementen en de belangstelling van de bevolking voor de KLE’s.
Doelstelling Behoud en ontwikkeling van de kleine landschapselementen, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan knotwilgen- en elzenrijen.
Data
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Onder houd (knot) bomen 223 131 228 293 217 213 248 213
Onder houd hagen
Onder Houd heg
300 50 100 0 360 0 494 0
0 0 0 0 0 160 55 185
aanplant aanplant aanplant (knot) hagen alleen bomen staande boom 29 248 0 5 43 0 22 0 0 54 82 0 0 502 0 0 0 0 0 18 2 13 0 0
Onder houdskap ping 0 0 0 0 0 0 0 40
14
6.
Mobiliteit
Indicator 13 - Aantal volle spaarkaarten van de actie “Met Belgerinkel naar de Winkel” Omschrijving Aan de hand van het aantal ingediende spaarkaarten van de actie “met belgerinkel naar de winkel” kan het aantal verplaatsingen en de CO2 - uitstoot tijdens de actie berekend worden. Zo krijgen we een zicht op de aantal keren dat de fiets als vervoermiddel gebruikt wordt voor korte verplaatsingen.
Doelstelling Doelstelling is de verkeersleefbaarheid van de gemeente te verhogen door alternatieve vervoerswijzen aan te brengen, waarbij bij de uitvoering van het mobiliteitsbeleid de milieugedachte in het achterhoofd wordt gehouden. Dat de terugdringing van het autoverkeer positieve milieueffecten oplevert dient ook naar de inwoners toe benadrukt te worden.
Data spaarkaarten gefietste km co2 uitstoot/kg handelaars
2007 2008 2009 2010 2011 3166 2770 4878 2600 1948 69652 60940 65934 40040 29999 9751 165
8532 13934 150 164
8008 160
6000 180
2012 2176 33510
2013 1990 30646
6702 155
6129 155
Spaarkaarten
Indicator 14 - Uitgave aan fietsvergoedingen door gemeentebestuur Omschrijving Het bedrag in euro dat door het gemeentebestuur wordt besteed aan fietsvergoeding voor het personeel.
Doelstelling Een omschakeling naar alternatieve vervoerswijzen begint bij de eigen gemeentediensten, die hun inspanningen en resultaten dan kunnen aanwenden als sensibilisatie voor de bevolking. Een fietsvergoeding is een instrument om via een financiële bonus de medewerkers te stimuleren om zich milieuvriendelijk te verplaatsen.
Data 15
Fietsvergoeding
Fietsvergoeding euro
2008 2899,2
2009 4071,06
2010 5615,84
2011 5537,41
2012 4460,09
2013 3892,88
Aantal gemeentepersoneel: 180 personen 45 à 50 personen maken gebruik van de fietsvergoeding. De fietsvergoeding is gedeeltelijk afhankelijk van de weersomstandigheden en het aantal werkdagen per maand.
7.
Energie
Indicator 15 - Elektriciteitsverbruik per aangesloten huishouden Omschrijving Het gemiddelde jaarlijkse verbruik van huishouden
Doelstelling Het energieverbruik te doen dalen en zoveel mogelijk energie uit hernieuwbare bronnen betrekken.
16
Data Elektriciteitsverbruik (GWH)
2006 2007 20008 2009 2010 2011 2012 2013
Elektriciteit Elektriciteit Residentieel Niet – residentieel (GWH) (GWH) 47,2 43,5 46,04 42,6 42,73 42,18 39,64 47,44 41 59 37,28 63,02 37,91 64 37,95 61,05
Interpretatie van de data We kunnen een daling vaststellen bij het verbruik van elektricteit residentieel. We noteren wel een stabilisatie in het verbruik van niet-residentiele. Verklaring: door het toenemende gebruik van hernieuwbare energie: zon, wind, water en biomassa GWh = 1 miljoen kWh
Indicator 16 - Aardgasverbruik per aangesloten huishouden Omschrijving Het gemiddelde jaarlijkse verbruik van huishouden.
Doelstelling Het energieverbruik te doen dalen en zoveel mogelijk energie uit hernieuwbare bronnen betrekken.
17
Data
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Aardgasverbruik (GWH) Aardgas Aardgas Residentieel Niet(GWH) residentieel (GWH) 142,6 82,3 143,68 73,24 130,03 68,49 129,39 66,91 147 97 111,76 83,11 127,6 87,19 137,51 89,03
Interpretatie van de data We kunnen een lichte stijging vaststellen bij het verbruik van aardgas residentieel en niet-residentieel. GWh = 1 miljoen kWh
Indicator 17 - Elektriciteitsverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE Omschrijving De hoeveelheid elektriciteit, uitgedrukt in KWH per VTE die in het gemeentehuis wordt verbruikt.
Doelstelling Het groeiende energieverbruik heeft nadelige gevolgen voor het milieu. De groeiende vraag naar hoogwaardige energie wordt ondermeer ingelost door de conventionele opwekking van verbrandingswarmte met fossiele brandstoffen. Die zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen die een rol spelen in de opwarming van de aarde. Daarom zijn maatregelen nodig om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. In een gemeentelijk patrimonium wordt heel wat elektriciteit verbruikt. Door het voeren van een energieboekhouding en het opzetten van een energiezorg systeem kan heel wat energie worden bespaard.
18
Data
Totaal kWh Per VTE
2006 52.255
2007 50.885
2008 57.419
2009 56.255
2010 57.735
2011 56.948
2012 60.134
2013 60.067
842,82
820,70
926,12
908,75
931,21
918,51
969,90
963,85
Elektriciteitsverbruik gemeentehuis (kWh)
Elektriciteitsverbruik in gemeentehuis /VTE
Interpretatie van de data Het cijfer geeft een idee hoeveel elektriciteit per personeelslid wordt verbruikt.Het totale elektriciteitsverbruik van het gemeentehuis wordt gedeeld door het aantal VTE.
Indicator 18 - Gecorrigeerd aardgasverbruik in gemeentehuis per tewerkgestelde VTE Omschrijving De hoeveelheid gas, uitgedrukt in KWH per VTE die in het gemeentehuis wordt verbruikt.
Doelstelling Het groeiende energieverbruik heeft nadelige gevolgen voor het milieu. De groeiende vraag naar hoogwaardige energie wordt ondermeer ingelost door de conventionele opwekking van verbrandingswarmte met fossiele brandstoffen. Die zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen die een rol spelen in de opwarming van de aarde. Daarom zijn maatregelen nodig om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. In een gemeentelijk patrimonium wordt heel wat aardgas verbruikt. Door het voeren van een energieboekhouding en het opzetten van een energiezorg systeem kan heel wat energie worden bespaard.
Data
Gecorri geerd Aardgas verbruik kWh Verbruik /VTE/ jaar
2007 298,005
2008 434,786
2009 2010 470,74 453,33
2011 421,396
2012 363,01
2013 450,319
5246,57
7654,68
8130,23
7161,28
5745,57
7225,91
7919,81
19
Gecorrigeerd aardgasverbruik gemeentehuis (kWh)
Gecorrigeerd aardgasverbruik in gemeentehuis /VTE (kWh)
Interpretatie van de data Het cijfer geeft een idee hoeveel aardgas per personeelslid wordt verbruikt.Het totale aardgasverbruik van het gemeentehuis wordt gedeeld door het aantal VTE.
20