Halzen
met
Clipper Stad Amsterdam
Hier weer een klein theorie lesje manoeuvreren onder zeil met Clipper Stad Amsterdam. Als je het vorige stukje dat ik had geschreven hebt gelezen, dan weet je dat we het de vorige keer over wenden (overstag) hebben gehad. In dat stukje leg ik ook uit dat er twee verschillende marnieren zijn om met dit schip van hals te veranderen. Namelijk Overstag en Halzen. Overstag of wenden is met de boeg door de wind gaan, halzen met het hek (achterkant van het schip). Halzen is de makkelijke manoeuvre met een dwars-getuigd-schip. Het is ook de manoeuvre die haast niet kan mislukken. Toch is er een nadeel bij halzen ten opzichten van overstag gaan. Als je hoogte probeert te winnen met een zeilschip als de Stad Amsterdam wil je zo hoog mogelijk aan de wind blijven zeilen. Bij een hals manoeuvre stuur je juist weg van de wind en daardoor verliest het schip hoogte. Wederom zal ik aan de hand van een aantal plaatjes duidelijk proberen te maken wat er precies aan boord gebeurd tijdens de manoeuvre.
Halzen
Hier boven ziet u een overzicht van de Halsmanoeuvre. De pijl in het midden geeft de windrichting aan. Boven in de tekening is goed te zien dat het schip van de wind weg stuurt (afvallen) tot dat ze voor de wind vaart. Vervolgens naar de wind toe stuurt (oploeven) tot dat het schip weer aan de wind zeilt over de andere boeg. Mensen die zelf zeil ervaring hebben zullen deze manoeuvre herkennen als Gijpen. Dat klopt ook, alleen is dat met een langs-getuigd-schip. Bij een dwars-getuigd-schip zo als de Clipper, heet deze manoeuvre Halzen. Als de Stad Amsterdam gaat halzen met zeil gezet op alle drie de toppen (masten) dan zijn alle nautische bemanningsleden aan dek. Nu gaan we stap voor stap door de manoeuvre heen, en zal ik je precies vertellen wat er
aan boord van de Clipper Stad Amsterdam gebeurd tijdens het Halzen.
Vol en Bij Klaar maken om te Halzen
Het schip zeilt hoog aan de wind over bakboordhals. Dat wil zeggen dat de wind van bakboord in komt, en dat het schip de minimale hoek met de wind maakt en nog steeds voortstuwing krijgt van de zeilen. De bemanning krijgt van de Kapitein of Stuurman van de Wacht de order het schip voor te bereiden om te halzen. Als dit een half uur voor de manoeuvre wordt gedaan kan de bemanning alles rustig voorbereiden en is er tijd om de halsmanoeuvre instructief uit te leggen aan nieuwe bemanningsleden en gasten. Een schip zoals de Clipper heeft een
relatief klein roer, daarom stuurt het schip het beste met de zeilen. Je moet het schip zien als een balans. Als er veel druk in de zeilen staat op het achterschip en weinig voor, dan wil het schip oploeven (naar de wind toe). Dus als er meer druk op het voorschip staat dan op het achterschip wil het schip afvallen (van de wind weg draaien). Het voorbereiden bestaat onder andere uit: Het organiseren van de bemanning. De loef schoten van de stagzeilen klaar maken. Het vieren van Geien, Gordingen en Schoten van de dwars getuigde zeilen aan de lij zijde van het schip. En het vieren van handparten van de Jarvis-lier. Als alle voorbereidingen zijn getroffen en de mensen op de juiste plaats staan laten de kwartiermeesters dat weten aan de Kapitein op de brug, die vervolgens de manoeuvre zal beginnen.
Haal Bezaan en Grootzeil weg Roer aan boord
De clipper gaat nu aan de manoeuvre beginnen alle voorbereidingen zijn getroffen en de bemanning staat klaar. Het eerste wat moet gebeuren is druk weg nemen op het achterschip. Dat moet omdat het schip zo snelmogelijk moet afvallen. We doen dat door achter zeil weg te nemen. De kapitein geeft de order: “Haal Bezaan en Grootzeil weg.”De blauwe wacht trekt de Bezaan in de Brails. En de witte wacht geit het grootzeil op. Terwijl de bemanning dit doet kan de kapitein er voor kiezen nog iets hoger aan de wind te sturen. Het gevolg hiervan is dat de snelheid van het schip er een beetje uit gaat en minder hoogte verloren wordt. Als die zeilen weg zijn geeft de kapitein een lange stoot op de scheepshoorn, een teken dat het echt gaat beginnen.“Roer stuurboord aan boord.”Zegt de Kapitein tegen roerganger. Dat betekend dat het bemanningslid dat aan het stuurwiel staat, het roer maximaal (30°) naar stuurboord moet draaien. Direct daar na geeft de kapitein een volgende order:“Bras levendig Achter.” Dat wil zeggen dat da ra’s van de KruisTop en de GrootTop in de wind worden gedraaid, zo dat de zeilen geen voortstuwing meer geven. Daardoor heeft het achterschip helemaal geen druk meer in de zeilen en wil het schip alleen nog maar Afvallen.
Levendig Achter
Terwijl het schip van de wind weg draait wordt tegelijkertijd gebrast aan de Groot- en Kruistop. Daar door blijven de ra’s Groot- en Kruistop met de nok in de wind staan. Levendig heet dit, de wind blaast langs het zeil en geeft geen druk.
Bras aan achter
Doordat de Clipper nog altijd van de wind wegdraait, en de kruistop en groottop Levendig zijn gehouden, door de blauwe- en witte wacht. Zijn de ra’s achter al helemaal rond gebrast. Dat betekend dat de zeilen van groot en kruistop al in de positie aan de wind stuurboord hals staan.
Vierkant Voor
Het is tijd dat de rode wacht in actie komt bij de voortop. De kapitein geeft namelijk de order: Vierkant Voor. Dat betekend dat de ra’s op de voortop vierkant (dwars op het schip) gebrast worden. Dat moet omdat het schip nu weer moet gaan oploeven. Het schip vaart nu voor de wind, wat ook het nadeel is van halzen. Hoogte die goed gemaakt is door aan de wind te zeilen, word nu weer verloren. De druk die eerst op het voorschip nodig was om te kunnen afvallen, moet nu weer verdwijnen. Nu willen we juist druk op het achterschip. Daarom wordt nu de voortop vierkant gebrast. Ook worden nu de voorzeilen al over het stag gehaald.
Hek is door de wind Zet Bezaan en Grootzeil
De manoeuvre is al bijna een succes. Het schip vaart nu namelijk al over de andere boeg (stuurboord hals). Het is alleen een kwestie van oploeven. Dat gaat het beste met veel druk in de zeilen op het achterschip. Daarom worden de Bezaan (achterste zeil op het schip) en het Grootzeil (onderste zeil van de Groottop) weer gezet. Ook blijft de voortop nog vierkant en worden schoten van de voorzeilen (Kluivers) door de bootsman nog niet aangetrokken, om de druk op het voorschip zo min mogelijk te houden en zo het oploeven te bevorderen.
Bras Voortop aan
Zodra de Clipper halve wind zeilt (wind komt dwars van het schip in). Is het tijd om de voortop aan te brassen. De kapitein roept de order: “rond voor”richting de rode wacht. Dat betekend dat de ra’s van de voortop aan de wind gebrast (gedraaid) moeten worden. Ook worden de schoten van de Kluivers (voorzeilen) doorgezet. Voor het laatste stukje oploeven van halve wind naar aan de wind hoeft niet meer met de zeilen gestuurd te worden. Het schip wordt van af deze windhoek namelijk loefgierig. Dat wil zeggen dat het schip van de eigenschap heeft naar de wind toe te willen. Daarom moet bij deze koersen een klein beetje tegen roer gegeven worden. Loeven is dus geen probleem.
Vol en Bij over Stuurboord Hals
Clipper Stad Amsterdam zeilt nu Vol en Bij over Stuurboord Hals. Dat wil zeggen dat het schip hoog aan de wind zeilt en de wind nu van stuurboord in komt. Het enige wat nu nog moet gebeuren is het fijn trimmen van de ra’s en schoten. Trimmen is het fijn afstellen van de ra’s en gebeurt door de brassen en handparten strak te trekken. Schoten worden helemaal aan getrokken zo dat de dwarsgetuigdezeilen de grootst mogelijke oppervlakte hebben. Dan kan het schip weer verder gaan met hoogte winnen.
Halzen
Dit is dus halzen. Zo als ik in het begin had verteld, kan halzen met de Clipper altijd, en is de manoeuvre redelijk eenvoudig. Bij veel wind wordt namelijk de zeilvoering gereduceerd. Een ander voordeel van halzen ten opzichten van overstag gaan is dat de wind altijd aan de juiste kant van de zeilen blijft staan. Bij overstag gaan is dat namelijk niet het geval en komen alle zeilen bak te staan. Daarom kan het schip ook niet met meer dan 25 knopen wind ( 6 beaufort) overstag gaan, dan bestaat het risico dat de masten achterover geblazen worden. Alle toppen zijn namelijk beter verstaagt naar achter dan naar voren. Een nadeel van halzen is het verlies van hoogte. En dat is wat je juist niet wil als je hoog aan de wind aan het zeilen bent. Als het allemaal goed
gaat tijdens de halsmanoeuvre dan is het verlies van hoogte niet meer dan 0,2 tot 0,5 nautische mijlen, afhankelijk van de windsnelheid. Het valt uiteindelijk wel mee, maar als je een race aan het zeilen bent is ieder verlies van hoogte een potentiële achterstand op je tegenstander. Ik hoop dat iedereen nu wat meer over manoeuvreren onder zeil met de Clipper Stad Amsterdam weet en dat mensen daar door nog meer geïnteresseerd raken in dit prachtige schip en het Beagle project. Volgende keer ga ik uitleggen hoe alle zeilen aan boord heten, werken en gezet worden.
Paul Janssen.