Over het boek De tachtigjarige Here zit met een oude handgranaat, een slof sigaretten en een laptop in een garage, surft op het web en onderhoudt via Facebook contacten met de hele wereld. Ze heeft besloten dat ze nog voor de kerst gecremeerd wil worden. Terwijl ze wacht ‘tot de oven 1000 graden heeft bereikt’, blikt ze terug op een veelbewogen leven dat haar alle hoeken van de geschiedenis liet zien. Ze kreeg drie zonen van negen mannen, is de kleindochter van de eerste president van IJsland, belandde tijdens de oorlog als dochter van een ‘foute’ vader in Denemarken, Polen en Duitsland en verhuisde toen noodgedwongen met hem naar Amsterdam waar ze haar eerste kind verloor. De jaren vijftig en zestig bracht ze door in Parijs, Zuid-Afrika, New York en Hamburg. Ze studeerde fotografie en vierde feest met de jonge Beatles, om uiteindelijk definitief terug te keren naar haar geboortegrond. Hallgrímur Helgasons roman is een adembenemende reis door de twintigste eeuw: een tegendraads meesterwerk vol IJslandse geestigheid. De pers over de roman ‘Een rit door de twintigste eeuw van IJsland via het Derde Rijk naar Argentinië en terug – wild, stoer en duivels intelligent. “Like it? It rocks!” ’ – stern ‘Deze roman valt je aan als een kleine terriër nadat je een tuin hek hebt geopend. Het blaft korte, hese zinnen. Je wilt dit boek niet neerleggen!’ – der spiegel Over de auteur Hallgrímur Helgason (Reykjavik, 1959) is één van de meest gevierde en originele schrijvers van IJsland. Bovendien is hij actief als schilder en cartoonist. Hij maakte internationaal furore met de romans 101 Reykjavik (2002) en Schoonmaaktips van een huurmoordenaar (2009).
Hallgrímur Helgason Een vrouw op 1000 graden Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnsson Vertaald uit het IJslands door Marcel Otten
Leesfragment
Uitgeverij De Arbeiderspers . Utrecht Amsterdam . Antwerpen
Gepubliceerd met financiële steun van The Icelandic Literature Center. Gepubliceerd met financiële steun van The Icelandic Literature Center. De vertaler ontving voor deze vertaling een werkbeurs van het Nederlands De vertaler ontving voor dezeLetterenfonds. vertaling een werkbeurs van het Nederlands Letterenfonds.
Copyright © 2011 Hallgrímur Helgason Copyright Nederlandse vertaling: Marcel Otten/ Copyright Hallgrímur Helgason © 2014 © 2011 bv Nederlandse Uitgeverij Devertaling: Arbeiderspers, Copyright Marcel Otten/ © 2014Utrecht Oorspronkelijke titel: Konan viðUtrecht 1000 o bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Uitgave: jpv útgáfa, Reykjavík Oorspronkelijke titel: Konan við 1000 o Uitgave: jpv útgáfa, Reykjavík Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door uit middel druk, fotokopie, of op welke andere wijze ook, Niets dezevan uitgave mag worden microfilm verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzeDe ook, Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 3533 jg Utrecht. part of this zonder voorafgaande schriftelijke200, toestemming van bvNo Uitgeverij Debook may be reproduced any form, by print, microfilm or any other Arbeiderspers, Franzin Lisztplantsoen 200, photoprint, 3533 jg Utrecht. No part of this book means, written permission bvphotoprint, Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz may bewithout reproduced in any form, byfrom print, microfilm or any other Lisztplantsoen 200,bv 3533 jg Utrecht. means, without written permission from Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. Omslagontwerp: Nico Richter Omslagfoto: Etsa Bild /Nico Hollandse Hoogte Omslagontwerp: Richter Omslagfoto: Etsa Bild / Hollandse Hoogte 978 90 295 5 / nur 302 302 isbn isbn paperback 978 908893 295 8893 5 / nur isbn e-book 90 295 5 / nur 88939333 5 / nur 302302 isbn 978 978 90 295 www.arbeiderspers.nl www.arbeiderspers.nl
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 5
Een vrouw op 1000 graden is een roman. Hij is gedeeltelijk opgebouwd rond gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden en mensen die hebben geleefd en dood zijn gegaan. Het moet echter benadrukt worden dat het verhaal fictie is. De personages Hans Henrik, Gudrun Marsibil en Herbjörg Maria zijn romanpersonages. De schrijver vraagt de lezer daarom begrip te tonen voor de personen die hem tot voorbeeld hebben gediend en niet de werkelijkheid te verwarren met het lot dat hij voor hen heeft verzonnen. Geschiedenis is een informatief verhaal. Een roman is een fictief verhaal. Hallgrímur Helgason
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 6
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 7
1 Model 1929 2009 Ik woon hier in m’n eentje in een garage, samen met een laptop en een oude handgranaat. We hebben het heel gezellig. Het bed is een ziekenhuisbed en ander meubilair heb ik niet nodig, behalve een toilet, waar ik een hekel aan heb en liever niet wil gebruiken. Het is een pokkenafstand erheen, de hele weg langs mijn bed en dan nog eens zo ver naar de hoek. De Via Dolorosa noem ik die weg, waar ik me driemaal per dag als een of ander reumatisch spook moet heen slepen. Ik droom van ‘ondersteek & katheter’, maar het aanvraagformulier ervoor zit vast in het systeem. Er is overal constipatie. Er zijn maar een paar ramen, maar de wereld komt via het computerscherm bij me binnen. E-mails komen en gaan en het gezegende Facebook wordt net zo lang als het leven zelf. Gletsjers smelten, presidenten worden zwarter en de mensen huilen om het verlies van hun auto’s en huizen. De toekomst wacht aan de lopende band met spleetogen en een grijns van oor tot oor. Ja, ja, vanuit mijn witte bed volg ik alles. Ik lig erbij als een nutteloos lijk en wacht óf op de dood óf dat zij verschijnt met de levensverlengende spuit. Ze komen me tweemaal per dag opzoeken, de meisjes van de Reykjavikse thuiszorg. Die van de ochtenddienst is een schat, de heks van de namiddag heeft koude handen en mondgeur en ze leegt met een zuur gezicht de asbak.
7
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 8
Als ik mijn oog naar de wereld afsluit, het licht van de lamp boven me uitdoe en het herfstdonker de garage laat vullen, kan ik door een klein raam hoog in de muur de beroemde Vredeszuil zien. Dus nu is wijlen John Lennon een licht over IJsland geworden, net zoals de woudgod in het gedicht van Ovidius, en hij verlicht tijdens lange nachten de zwarte sond. Zijn weduwe was zo aardig hem loodrecht in mijn blikveld te plaatsen. Ja, het is mooi in te dommelen bij een overleden vlam. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat ik mijn tijd uitzit als een of andere oldtimer die zijn taak heeft volbracht, en ooit zei ik het zo tegen Gudjon; hij en Dora zijn het echtpaar die voor 65.000 kronen per maand de garage aan mij verhuren. De goeie Gudjon moest lachen en doopte mij Oldsmobile. Ik surfte op het internet en vond een foto van een Oldsmobile Viking model 1929. Om je de waarheid te zeggen wist ik niet dat ik zo verdomd oud was. Het ding zag eruit als een opgefokte paardenkoets. Ik lig al acht jaar in deze garage en ben die hele tijd aan het bed gekluisterd vanwege longemfyseem, iets wat me al driemaal zoveel tijd heeft achtervolgd. Ik kan me nauwelijks bewegen, want de minste beweging kan me de adem ontnemen, dus ik stik bijna, hetgeen geen prettig gevoel is, ik ben de ‘niet-begraven ergernis’ zoals men het in vroeger tijden noemde. Dit heb ik gekregen dankzij decennialang roken. Ik heb sinds de lente van 1945 gerookt, toen een Zweedse man met wratten mij met het wondermiddel sigaret liet kennismaken. En de gloed ervan is nog steeds een bron van vreugde. Ze hebben me een zuurstofmasker aangeboden, met een bijbehorende neussonde om de ademhaling te verlichten, maar om zo’n persluchtcilinder te krijgen werd mij verordonneerd om het roken op te geven ‘vanwege brandgevaar’. Mij werd met andere woorden de keuze gegeven tussen twee gentlemen: de Rus Nicotine en de Britse Lord Oxygen. Het was een makkelijke keuze. Daarom haal ik adem als een goederentrein en het toiletbezoek blijft mijn dagelijkse kwelling. Daar jaag ik mijn kleine Leeuwerik vrolijk naar binnen en ik geniet ervan haar maagdelijke straal te ho-
8
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 9
ren. Ze is mijn steun en toeverlaat. Thuis op de Svefneilanden was er een grot bij zee die het Knapenschuurtje werd genoemd en die sinds eeuwen als schijthuis voor de kerels dienstdeed. De weg erheen heette de Gravenkloof en je behoefte doen heette ‘de graaf onthoofden’. Onze voorvaders hielden van een grapje. Ach, ik spring van de hak op de tak en de hak of de tak springt op mij. Als je een heel internet aan belevenissen achter de rug hebt, een scheepslading vol dagen, dan is het moeilijk de boel te sorteren en het een van het ander gescheiden te houden. Alles wordt mettertijd plotseling één pot nat. Of ik herinner me opeens alles tegelijk óf ik herinner me helemaal niets. Ach ja, het maatschappelijke stelsel is natuurlijk ingestort, beste landgenoten, een jaar geleden is dat gebeurd. Mijn zoon Magnus kreeg de inslag van de bank in zijn achtertuin, een groot rotsblok dwars door zijn nieuwe zonneterras en een behoorlijke steen door zijn voorruit. Maar alles is natuurlijk subjectief. De verpleegsters en Dora hebben me verteld dat de stad er nog steeds onbeschadigd bij staat. In Reykjavik valt de ondergang niet echt te zien, in tegenstelling tot Berlijn, waar ik op het einde van de oorlog als jonge vrouw rond klauterde. Ik weet niet wat beter is, in het echt of op de pof instorten. Maar ik weet wel dat het zelfvertrouwen van mijn Magnus in rook is opgegaan als de lucht uit een ballon, en daar was al niet veel van over nadat zijn ex met een andere vent lag te pompen. Magnus werkte bij de kb-bank en hij had zijn koers aan het geflakker van zijn computerscherm gekoppeld, een of andere rode curve die hij me ooit vol trots liet zien. Er lag ontegenzeggelijk een fraaie gloed over, mooi als een vlam in de open haard, maar net zo vluchtig. Zelf kon ik alleen maar tevreden zijn over de crash. Ik was al die jaren van hoogconjunctuur aan mijn bed gekluisterd, liet de hebzucht uiteindelijk al mijn spaargeld opvreten en daarom kon ik er niet rouwig om zijn te zien hoe alles in vlammen opging, per slot van rekening laat geld mij koud. We verdoen ons leven om iets voor de oude dag opzij te leggen, maar als die uiteindelijk komt, heb je
9
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 10
geen andere buitenissige droom dan liggend te mogen pissen. Laten we wel wezen: het was natuurlijk leuk geweest als ik een Duits jongetje had kunnen aanschaffen om hem hier halfnaakt bij kaarslicht te laten staan en voor deze bejaarde matrasfeeks Schiller te declameren, maar de versvleeshandel is hier te lande absoluut verboden, dus het heeft geen zin daarover te treuren. Ik heb dus niet meer dan een paar weken te leven, met twee sloffen Pall Mall, een laptop en een handgranaat, en ik heb het in mijn leven nog nooit zo goed gehad.
2 Feu de Cologne 2009 De handgranaat is een oud Hitlerei dat ik in de laatste wereldoorlog toevallig heb gekregen en dat mijn hele leven door dik en dun bij me is gebleven, door al mijn zure en taaie huwelijken. En nu zou het eindelijk een goed moment zijn om hem te gebruiken, als de veiligheidspin niet vele jaren geleden was afgebroken, op een van de slechtere dagen van mijn leven. Het is natuurlijk geen aangename manier van sterven om een vuurstorm in je armen te krijgen die je hoofd eraf rukt. Bovendien is na al die jaren die lieve kleine bom mij heel dierbaar geworden. Het zou ook jammer voor de kleinkinderen zijn hem niet in een zilveren schaal op de buffetkast te mogen bewonderen. Meine geliebte Handgranate is mooi in al zijn valsheid, hij ligt goed in de hand en koelt met zijn ijzeren mantel, gevuld met vrede, mijn bezwete handpalm af. Dat is namelijk het vreemde met wapens: voor degenen die ervóór staan kunnen ze uiterst onaangenaam zijn, terwijl degenen die ze in de hand houden, ze veel troost bieden. Ooit, vele steden geleden, liet ik mijn levensei per ongeluk
10
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 11
in een taxi liggen en ik was behoorlijk over mijn toeren tot ik hem na eindeloze, fanatieke telefoontjes met de taxicentrale terugkreeg. De taxichauffeur stond als een angsthaas op de trap zijn grijze massa te pijnigen terwijl hij vroeg: ‘Is dat niet een oude handgranaat?’ ‘Nee, dit is een sieraad. Heb je nog nooit de eieren van de tsaar gezien?’ Ik heb hem in ieder geval lang in mijn sieradenkistje bewaard. ‘Wat is dat?’ vroeg Bæring van de Westfjorden ooit toen we op weg waren naar de feestzaal in hotel Saga. ‘Dat is parfum, Feu de Cologne’ ‘Echt waar?’ zei de zeeman verbluft. Mannen zijn voor sommige dingen heel bruikbaar, maar snel van begrip zijn ze niet. Het was altijd goed te weten dat de handgranaat in mijn handtas zat als het ’s avonds laat werd en een of andere hufter mij zo nodig naar huis wilde brengen. Nu heb ik hem in mijn nachtkastje of tussen mijn afgetakelde benen en dan lig ik op dat Duitse staalei als een naoorlogse kip die vuur hoopt uit te broeden. En hij kan zeker geen kwaad bij al dat slappe gedoe van onze huidige samenleving, volledig verstoken van geweld. Het zou voor iedereen eens goed zijn de voorgevel van je huis kwijt te raken, het brandende geknetter van een kind te horen of toe te zien hoe je geliefde in de rug wordt geschoten. Ik heb mijn hele leven niet goed met mensen op kunnen schieten die nog nooit over een lijk heen hebben hoeven stappen. Zou-ie misschien ontploffen als ik hem op de grond smijt? Handgranaten houden van stenen vloeren hoorde ik ooit iemand zeggen. Ja, natuurlijk zou het fantastisch zijn om met een knal te verdwijnen en stof en puin achter te laten die dan met mijn rafels vlees worden opgeveegd. Maar voordat ik de lucht in ga veroorloof ik het me mijn leven de revue te laten passeren.
11
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 12
3 Here Björnsson 1929 Ik ben in de herfst van 1929 in een blikken hut in Isafjord geboren. En de eigenaardige naam Herbjörg Maria werd op mij geplakt, een naam die altijd slecht bij mij paste en eigenlijk heel raar is. In die naam is het heidendom en het christendom met elkaar vermengd, als olie met water, en die twee zussen leveren in mij nog steeds slag met elkaar. Mama wilde me naar haar moeder Verbjörg vernoemen, maar oma wilde daar niets van horen. ‘Ach, je gaat toch niet met dat kind op zee naar de Riffen.’ Volgens haar was het leven in een vissershut, een verbúo, een ellendig hondenleven in vochtigheid en kou, en ze verwenste haar moeder dat ze haar naar die schande had vernoemd. Grootmoeder Verbjörg viste zeventien jaar lang bij de Björneilanden en de Oddbjörnriffen, elke lente, herfst en winter, ‘in elk klotepisweer wat ze daar in dat helse nat hebben uitgevonden en aan land was het nog erger’. Toen kwam papa met het voorstel, in een brief die hij naar Isafjord stuurde, om van Verbjörg Herbjörg te maken en mama heeft hem nog meer gehaat omdat ze naar hem luisterde. Zelf had ik de voorkeur gegeven aan de naam van mijn overgrootmoeder van moederszijde, de grote Blomey Efemia Bergsveinsdottir van de Björneilanden. Ze was in de geschiedenis van IJsland de enige vrouw met die naam tot de twintigste eeuw, toen ze eindelijk twee naamgenoten kreeg, maar toen lag ze al een halve eeuw onder de grond van Isafjord. Een van die naamgenoten was een kunstweefster die het grootste deel van haar leven in een gammele hut op de Hoogvlakte van Hellir heeft gewoond en de andere Blomey ging jong van ons heen, maar die leeft nog steeds voort in de laatste boerderij op Augngrond en verschijnt af en toe aan mij in de grensstreek tussen droom en werkelijkheid. Zodoende is dat eiland,
12
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 13
Bloemeiland, Blomey, lang mijn favoriete eiland van de Breidafjord geweest, ook al heeft zij het nog niet gevonden. Eigenlijk zouden we net zo goed voor de dood als voor het leven een naam moeten krijgen, en dat we zelf voor de begrafenis en de eeuwigheid op het kruis een naam mogen uitkiezen. Ik zie het al helemaal voor me: ‘Blomey Hansdottir 1929-2009’. Toentertijd had ook niemand twee namen, behalve mijn schrandere en knappe moeder, die vlak voor mijn geboorte een visioen kreeg: de Moeder Gods verscheen aan haar in een bergkom aan de andere kant van de fjord. Ze zat daar op een rotsknol en was ongeveer honderdtwintig meter hoog. Daarom werd haar naam aan de mijne toegevoegd en een of andere zegening moet het natuurlijk hebben opgeleverd. Ik heb tenminste als een aan het bed veroordeelde bejaarde aan de levensdraad gebungeld. De naam Maria maakt het strenge Herbjörg zachter, ik betwijfel echter of ooit twee zo verschillende vrouwen hetzelfde leven hebben gedeeld. De een wijdde haar leven aan God, en niemand anders, en de ander aan een heel leger mannen. Ofschoon het ’t recht van alle IJslandse vrouwen is om het achtervoegsel dochter aan haar naam te krijgen werd ik een zoon. De familie van mijn vaderskant, met van voor naar achter ministers en ambassadeurs, had carrière gemaakt in het buitenland, waar niemand iets anders dan achternamen kende. Zodoende bleef de hele familie met de patriarch verbonden; we moesten allemaal de achternaam van opa Svein dragen – die uiteindelijk de eerste president van IJsland werd. Daardoor kwam het dat niemand zijn eigen naam mocht bedenken en de rest van de familie leverde dus geen ministers of presidenten meer op. Grootvader bereikte de top en het was ons lot, van zijn kinderen en kleinkinderen, om de puinhelling weer omlaag te trippelen. Het is moeilijk aan je ambities vast te houden als je constant aan het afdalen bent. Maar natuurlijk is het ons gelukt het laagland te bereiken en toen ging de weg voor het geslacht Björnsson weer omhoog. Thuis op de Svefneilanden werd ik altijd Hera genoemd, maar
13
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 14
toen ik, zeven jaar oud, voor het eerst met mijn ouders de familie van mijn vader in Kopenhagen bezocht, had de kokkin uit Jutland, Helle, moeite met het uitspreken van die naam en noemde ze mij hetzij ‘Here’ hetzij ‘de kleine Here’. Dit vond mijn verwant Puti (mijn oom Svein) zo ontzettend grappig dat hij me van toen af aan niet anders dan Here noemde. Met etenstijd vond hij het leuk om me bij het avondeten te roepen met: ‘Here Björnsson, aan tafel!’ In het begin deed dat geplaag mij echt pijn, temeer omdat ik er ook jongensachtig uitzag, maar de naam bleef aan me kleven en langzamerhand wende ik eraan. Zodoende werd van een jonge vrouw een mijnheer gemaakt. Ik baarde veel opzien in de kleine danszaaltjes aan de blauwe sond van Reykjavik als ik in de jaren vijftig na een lang verblijf in het buitenland weer in IJsland opdook: een stralende jongedame met lippenstift en worldly ways, als een kleine Marilyn met achttien heren op sleeptouw en met die naam die haast als een artiestennaam klonk. ‘Onder de gasten bevond zich ook mej. Here Björnsson, de kleindochter van de president van IJsland, die vanwege haar ongedwongen en kosmopolitische charmes overal waar zij kwam de aandacht trok. Here Björnsson is onlangs teruggekeerd na een lang verblijf in New York en Zuid-Amerika.’ Zodoende werd de ongelukkige naam iets wat geluk bracht.
4 Loa 2009 Och jee, daar komt lieve Loa, het jonge ding. Als een witbloeiende, wilde roos uit het ochtendduister. ‘Een goeiedag, Here. Hoe voelen we ons vandaag?’ ‘Ach, kwel me niet met beleefdheidsfrasen.’
14
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 15
De dag was nauwelijks begonnen te grauwen. En grauw zal hij worden zoals al zijn broertjes. Daggry, zeggen de Denen. ‘Ben je al lang wakker? Heb je het nieuws al gezien?’ ‘Ach, ja. Ze blijven uit de kast rollen, de lijken na de crash...’ Ze trekt haar windjack uit, doet haar sjaal en muts af. En zucht. Koud zal het zijn, met dat idiote weer in deze uithoek, en dan doet het goed hierbinnen te hokken, alleen in een garage met een pruik als muts en een laptop als kachel. Als ik een geile knul met een reine ziel was, zou ik zo met dat meisje trouwen, want ze is met haar hemelse, rode wangen de goedheid en lieftalligheid zelve. Meisjes met een blos zullen nooit iemand belazeren. Zelf belazerde ik van meet af aan iedereen en nu zit ik hier wasbleek met een grijze pruik in een lijkwit hemd. ‘Heb je geen honger?’ vraagt Loa, terwijl ze in de keukenhoek het licht aandoet en haar snavel in kastjes en schappen steekt. Dat valt vanuit mijn dekbedbrede schuit aan stuurboord te zien. ‘Havermoutpap, zoals gewoonlijk?’ Dat vraagt ze elke ochtend, terwijl ze zich naar de minikoelkast bukt die Dora me heeft gegeven en die me soms met zijn ijskoude gebrom wakker houdt. Ik moet toegeven dat ze van onder een beetje breed gebouwd is, de kleine Loa, met benen als veertigjarige berkenstammen. Waarschijnlijk heeft ze daarom niemand aan de haak geslagen, het arme ding, en woont ze nog steeds kinderloos in het huis van haar moeder. Begrijp je de kerels die zoiets liefs en knaps aan zich voorbij laten gaan? Samen met die gladde, zachte huid? ‘Zo, vertel eens, wat heb je het weekend beleefd? Heb je iemand aan de haak geslagen?’ vraag ik buiten adem vanuit het computergekrioel. Voor iemand met longemfyseem is dat een behoorlijk lange zin. ‘Hè?’ vraagt ze met een blauwwit pak melk in haar hand als de onnozele hals die ze zo vaak is. ‘Ja, ben je uit geweest? Om lol te maken?’ vraag ik zonder op te kijken. Ik mag hangen als ik geen doodsreutel in mijn stem heb gekregen.
15
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 16
‘Uitgegaan? Nee. Ik heb gewoon moeder geholpen. Ze wou nieuwe gordijnen in de woonkamer ophangen. En toen zijn we samen naar het zuiden gegaan, op zondag, gisteren bedoel ik, bij oma op bezoek. Ze woont in Hella.’ ‘Je moet ook aan jezelf denken, Loa.’ Ik moet een adempauze nemen voor ik verder ga. ‘Je moet je jeugd niet verknoeien met ouwe wijven zoals ik. De bronstjaren zijn gauw voorbij.’ Ik mag haar zo graag dat ik mijn spraakwerktuigen, hals en longen die marteling aandoe. De duizeligheid die daarop volgt is als een vliegenzwerm achter mijn ogen, en vervolgens zetten alle zenuwen een frontale aanval in en knijpen mijn ogen met hun vliegenklauwen fijn. Ai, ai, god zij genadig! ‘De bronstjaren?’ ‘Ja... nee, kolere, wat geeft hij me nou voor antwoord?’ ‘Wie?’ ‘Die Bakary van me.’ ‘Bakary?’ ‘Ja, zo heet-ie. O jee, nu heb ik hem goed heet gemaakt.’ ‘Je hebt zoveel vrienden,’ zegt ze en nu werpt ze zich op de wasmachine en de was. ‘Ja, ja, ondertussen zijn het er ruim zevenhonderd.’ ‘Wat? Zevenhonderd...?’ ‘Ja. Op Facebook.’ ‘Ben jij op Facebook? Ik wist niet dat je op Facebook zat. Mag ik even kijken?’ Ze komt geurend over me heen gebogen en ik roep mijn pagina op uit de toverwereld van het internet. ‘Wow! Een knappe foto van jou. Waar is dit trouwens?’ ‘Dit is in Baires. Op een bal.’ ‘Baires?’ ‘Ja, Buenos Aires.’ ‘En wat is dit? Is dit je status? ...is killing dicks? Ha, ha.’ ‘Ja, als je in het IJslands “met de ogen knipperen” letterlijk in het Engels vertaalt, komt dat eruit. Daar kwam ik gisteravond toevallig achter.’ 16
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 17
‘Ha, ha. Maar hier staat dat je maar honderddrieënveertig vrienden hebt. Je zei dat je er zevenhonderd had.’ ‘Ja, maar dit is mijn gewone ik. Ik heb allerlei pagina’s.’ ‘Meerdere pagina’s op Facebook? Mag dat?’ ‘Er is niets verboden in deze wereld, volgens mij.’ Ze is aangenaam verrast en gaat weer terug naar de keukenhoek. Vreemd, hoe goed je je kunt voelen in de aanwezigheid van mensen die werken. Dat ligt aan de aristocratie in je. Ik stam voor de helft uit zee en voor de andere helft uit een paleis, en dat heeft ertoe geleid dat ik vroeg mijn benen moest spreiden. Mijn hoog-Deense grootmoeder was een eersteklas slavenhouder. Zelf was ze echter het energiekst. Ze was onze eerste presidentsvrouw. Bij elk diner trippelde ze van ’s middags tot ’s avonds door de eetzaal heen en weer, probeerde aan alles te denken en een oplossing voor de tafelschikking te zoeken. Het mocht aan niets ontbreken, niets mocht fout gaan. Anders was het afgelopen met land en volk. Als een Amerikaanse ambassadeur een graat in zijn keel kreeg, was het Marshallplan in gevaar. Ze wist dat onderhandelingsgesprekken zo goed als niets betekenden. ‘Het hangt allemaal af van mes en vork!’ Zonder oma Georgia was opa nooit president geworden, en dat had iemand hem best wel eens mogen vertellen. Zij was de perfecte lady, ze zorgde dat iedereen zich goed voelde, zowel hoog als laag, beschikte over wat de Denen takt og tone, etiquette, noemen en ze charmeerde zelfs een bodemloos vat als Eisenhower. Ze had een neus voor het politieke klimaat dat dit echtpaar had uitverkoren de pasgeboren republiek te representeren, hij IJslander, zij Deense. Het had iets hoffelijks tegenover de vroegere machiavellisten. Wij zijn van de Denen van tafel en bed gescheiden, maar zijn nog steeds met hen getrouwd gebleven.
17
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 18
5 Bakary 2009 Bakary Matawu woont in Harare, de hoofdstad van het oude Rhodesië, dat volgens Wikipedia nu Zimbabwe heet. Hij is een dertigjarige pompbediende, zwart als olie, met jukbeenderen als een Inuit en een hart van gesmolten kaas. Bakary is verslingerd aan ouwe wijven zoals ik. Hij hunkert naar deze door kanker gemarineerde brok vrouwenvlees van veertig kilo die ondergetekende nog weegt. Vandaag schrijft hij, in het Engels: Hallo Linda. Bedankt voor je e-mail. Die is goed. Als ik naar je foto kijk, is hij goed. Je gezicht is als een ijsblokje. Het is goed dat je beter bent met je gebroken been. Het is ook goed de stad uit te gaan als je zoiets hebt. Je noordse ogen achtervolgen mij als ijsblauwe katten die ’s morgens naar hun werk gaan. Het geld inzamelen gaat goed. Gisteren kreeg ik twee dollar en eergisteren drie. Hopelijk heb ik genoeg voor de volgende zomer. Is het dan niet te koud? Ik heb de andere jongens van het pompstation al over jou verteld. Ze zijn het er allemaal over eens dat je knap bent. Eentje die met een auto kwam zei dat hij jou herkende van de Miss-verkiezing. Hij zei dat in IJsland vrouwen knap zijn, omdat vrouwen het beste op een koude plek bewaard kunnen worden. Love – Bakary. Hij spaart geld voor de reis hierheen. De arme stakker. En hij doet enorm veel moeite om IJslands te leren, hij werkt bevroren naamwoorden naar binnen en verbuigt ijskoude werkwoorden als een sterke vent staal. Linda vereist als minimale inspanning van haar vereerders dat ze IJslands leren en nu runt ze een instituut voor
18
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 19
schriftelijk onderwijs dat zich over de hele wereld uitstrekt. Alles voor IJsland. Maar Linda is, zoals bekend, Linda Petursdottir, die in 1988 Miss World was. Louter voor de lol gebruik ik haar naam en haar gezicht nadat de ziekenverpleger Boas – die voor studie naar het buitenland is gegaan – voor mij een e-mailadres heeft gemaakt:
[email protected]. Daardoor heb ik vele mooie verhalen gekregen die de lange, donkere herfstavonden verkorten. Bakary is behoorlijk romantisch, hij is echter volledig gespeend van westerse clichés waar ik na vijftig jaar op de internationale liefdesmarkt ook schoon genoeg van heb. Onlangs schreef hij: Als de liefde weg is zeggen wij in mijn land dat je bloemen van verdriet eet. En dat doe ik nu voor jou, Linda. Vandaag heb ik voor jou een rode roos gegeten die ik in het park had gevonden. Gisteren at ik een witte anjer die mama op de markt kreeg. Morgen eet ik een zonnebloem die hier in onze tuin staat. Het zal hem pijn doen als hij hoort dat de schoonheidskoningin is gestorven, iets wat ik natuurlijk vroeg of laat bij elkaar moet verzinnen. Dan worden in Harare bloemen en kransen verorberd.
6 Kaapstad 1953 Ik ben zelf één zomer in Afrika geweest, die je eerder een winter kon noemen. Het kan in Kaapstad koud zijn en ik heb nog nooit zulke door de wind kromgegroeide bomen als daar op de stranden gezien, zelfs niet in dit land van eeuwige rukwinden. Eerlijk gezegd voelde ik me bescheten in Zuid-Afrika; de hele
19
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 20
tijd liep ik over van gewetenswroeging tegenover die goeie, zwarte mensen die er wonen, want ze gingen er natuurlijk allemaal van uit dat ik, bloemkoolwit wezen, een Boer was, met zijn apartheid, en dat terwijl ik nog nooit haatdragend jegens hen ben geweest. Daar heb ik de racist in mij teruggevonden, van wie ik meende hem in Denemarken te hebben achtergelaten. Het zijn de enige bevolkingsgroepen die ik heb gehaat: de Denen en de Boeren. De eersten vanwege hun poeha-arrogantie waaronder ik als kind zo heb geleden en de laatsten vanwege hun wereldbekende, walgelijke instelling waarvan ik heb begrepen dat ze nog steeds in de mode is, ondanks alle goede werken van de heilige Mandela. Het is ook niet moeilijk dat ras te verachten dat de meest afzichtelijke gezichten van alle aardse kinderen heeft voortgebracht. De eeuwenlange haat jegens de zwarte bevolking heeft zo lang gegist dat het resultaat niets anders is dan schimmel, die uiteindelijk in het vlees is gaan zitten en die het lichaam en de smoel is gaan misvormen. Hun gezichten zijn daarom het kwalijke gevolg van de zonden van hun voorouders. Wat me in Afrika het meest heeft verrast, was hoe schoon en helder het er was. Eerlijk gezegd deed het me aan IJsland denken. Rijden over een grindweg in het Krugerpark was haast alsof je over een weggetje kronkelde tussen het struikgewas op de Dingvelden. Het park daar wordt een dierentuin zonder tralies genoemd en je mag er vrij tussen de leeuwenroedels rondrijden, maar het wordt afgeraden vanuit je open raam naar de hyena’s te wuiven, tenzij je je arm wilt kwijtraken. Om dit grote natuurparadijs te creëren moesten de Boeren een paar inheemse stammen uitroeien. Opdat de witman de beesten te zien kreeg, die bloeddorstiger waren dan hijzelf, moest hij eerst een paar zwarten opvreten. Desondanks was het een prachtige zomer. Bob was nog steeds aangenaam gezelschap – hij was een van die mannen die een half jaar lang fantastisch zijn en daarna alleen nog maar onuitstaanbaar – en het lukte hem met zijn strooptong mij als fotomodel te verkopen. Twee weken lang was ik de fotohoer en ging ik voor goed geld voor biscuitjes en autobanden het bed in. En het leverde het
20
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 21
bewijs dat spullen beter verkopen als ze zij aan zij met de beste en oudste koopwaar ter wereld worden getoond. Het werk hing me echter de keel uit en ik weigerde categorisch verdere opnamen, waarbij ik op de hellingen van de Tafelberg mijn blote dijen moest laten zien, maar toch moest ik erkennen dat het idee dat mijn benen als lustobject in de bandengarages in het zuiden van Afrika dienden, mijn vrouwelijke ijdelheid kietelde, terwijl ik de gedachte tegelijkertijd verafschuwde. Het is een van onze fundamentele problemen als vrouwelijke schepsels: we willen dat men zonder oren naar ons kijkt, maar ook dat er zonder ogen naar ons wordt geluisterd. We willen in alle vrijheid rondlopen, maar ook dat ogen en lenzen ons achtervolgen. Tenminste zolang de jeugdige blos intact is. Nadat ik op mijn dertigste had geleerd te fotograferen, verloor ik mijn interesse voor al dat schoonheidsgedoe. Degene die zichzelf tot beeld maakt, is daarmee zijn taal kwijtgeraakt, want ook al zegt een foto meer dan duizend woorden, de foto is niet van degene die erop staat, maar van degene die kijkt. Zodoende hebben de meeste mannen het liefst vrouwen die niet praten, maar toch willen ze allemaal dat ze zijn voorzien van een goed gehoor. Ik heb vele vrouwen gezien die in het huwelijk hebben gezwegen, maar die begonnen te praten toen de schoonheid verslapte. Dora is ook zo’n verlept knap smoeltje, dat nu zoveel praat dat Gudjon het liefst in zijn Jeep blijft zitten. Het beste zou zijn als mannen met ons vrouwen als hun gelijken om konden gaan, als hun eigen seksegenoten, als mannen met een ongewoon mooiere huid. Ze zouden zo nu en dan ons aan de feiten kunnen herinneren en voor het overige met ons omgaan zonder aan heupen te denken. Tenminste, vóór de drank op tafel komt. Maar toentertijd – toen ik door mijn Bob in Kaapstad van de ene kroeg naar de andere werd gesleept, op de scheepsplanken ten zuiden van de evenaar drie huwelijksaanzoeken kreeg of in de schoot van mijn familie aan een galadiner zat met mijn ogen aan Marlene Dietrich gelijmd – kon ik me niet voorstellen dat ik mijn leven alleen en in de steek gelaten zou eindigen in een slecht verwarmde garage
21
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 22
in een buitenwijk van Reykjavik, verslonsd op een beschimmeld kussen, met op het dekbed een wrak van een computer en de klauwen van de dood op mijn schouders.
7 De Svefneilanden 1929 Ik ben dus op 9 september 1929 in Isafjord in de Maanstraat geboren. Mama was uit het blikveld gestuurd om dat te krijgen wat niemand wilde zien en er nooit geweest had moeten zijn, namelijk mij. Er was een leeftijdsgrens voor toegang tot de chique vaderlijke familie en gedurende mijn eerste zeven jaren waren mijn moeder en ik, zij als dienstmeid, ondergebracht op de Svefneilanden bij boer Eystein en zijn vrouw Olina Sveinsdottir van Hergilseiland. Olina was de liefste aller vrouwen, met een breed gezicht, een grote boezem, altijd met een lied op haar lippen, maar met een schelle stem, een hart van goud en met ongelooflijk sterke armen, zoals vrouwen toentertijd hadden. Mettertijd kreeg ze door reuma nogal stijve benen. Ze bestuurde het grote huis als een kapitein, haar ene oog op de golven gericht en het andere op het fornuis. Voor mijn moeder was ze als een moeder, want hoewel oma vele goede eigenschappen bezat, moederlijke warmte hoorde er niet bij. Door de beschikking en het toeval van de Schepper had oma het geroei van haar leven op de Svefneilanden afgesloten, dus ze woonde niet meer thuis op de boerderij, maar in een oud botenhuis aan de Oudevrouwensteiger, samen met drie andere vrouwen. Mama en ik verbleven daarentegen in het rijk van Olina. Boer Eystein stamde van een familie van de Svefneilanden af; hij had heldere gelaatstrekken en een vlasbaard, zeerode wangen en ogen als een stille baai, grote handen, brede schouders en op latere
22
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 23
leeftijd liep hij met een stok en een hangbuik. Hij was een vrolijk ochtendmens, maar een ontzettend halsstarrig avondmens, thuis was hij hartelijk, maar een buffel in het afsluiten van contracten en alles wat met de taal van buiten de eilanden van doen had. Hij was beroemd omdat hij een paar Deense landmeters aan boord van hun boot had gedragen, nadat ze het meest zuidelijke rif van zijn landgoed vijf meter naar het zuiden wilden verplaatsen. Hij was ‘een goed en goed mens’ zoals oma Verbjörg placht te zeggen; zij kwam van beide zijden van de Breidafjord en had op meer dan honderd eilanden gehooid. Lof sprak ze altijd dubbel uit: ‘O, chic en chic,’ zei ze over kandij of een koopman. Grootmoeder was honderd jaar oud toen ik geboren werd en ze was honderd toen ze stierf. Een hele eeuw honderd jaar oud. Gedoopt met zeewater en gehard in het vissen, niemands dochter en IJslands vrouw, de moeder van mijn moeder en de eeuwige heldin van al mijn gedachten: Verbjörg Jonsdottir. Gauw zal ik haar opzoeken, oud en koud, en op haar deur kloppen: ‘Ach, ben je er eindelijk, m’n hummeltje?’ Verdomd. Ik ben al zover dat ik ernaar uitkijk om te sterven. Ja, zodoende genoot ik van zeven gelukkige jaren aan de Breidafjord voordat mijn vader zijn geheugen terugkreeg en zich herinnerde dat hij op dat kustadres van IJsland nog een dochter en een vrouw had. Mijn jeugd was met eilanden bezaaid. Eilanden vol boten minnend volk en zeewier vretend vee. Zonbeschenen en vrolijk grassige eilanden, door zee geteisterd uit alle mogelijke windrichtingen, hoewel het in mijn herinnering altijd ‘windstil uit alle windstreken’ was. Er wordt verteld dat wie op alle eilanden van de Breidafjord is geweest een dode is, want vele eilanden liggen onder de zeespiegel. Je kunt met zekerheid stellen dat het er bij vloed ontelbaar vele zijn, bij eb zijn het er te veel om op te noemen, net zoals zovele dingen in het leven die moeilijk volledig te benoemen zijn. Op hoeveel plekken heb ik gewoond? Hoeveel mannen heb ik gehad? Hoe vaak was ik verliefd? Elk herinnerd ogenblik is een eiland in de diepten van de tijd, zei ooit een dichter, en als de Breidafjord mijn leven is, dan zijn
23
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 24
zijn eilanden de dagen die ik me kan herinneren, en nu tuf ik ertussen rond in mijn dekbedboot met een moderne buitenboordmotor die men computer noemt. Tuffe-tuffe-tuf.
8 Leugen ba 112 1935 Ik zal wat over de Leugen vertellen. God-o-god, hoe ik me die schuit herinner. En de eigenaar ervan. Dat was Grote Mangi, ook wel Mangi Zangzeehond genoemd, of gewoon de Oude Mangi van Maaneiland. Hij was een eilandheremiet zoals dat in de Breidafjord wordt genoemd; hij woonde in zijn eentje op het kleinste Westeiland dat bewoond was, vlak onder Skardstrand. Hij hield daar een paar schapen en bezat een fantastische dieselolietank, een enorm monster, die hij op het strand had gevonden; hij was drie weken met bewonderenswaardige koppigheid bezig om dat geval dwars over zijn eiland naar de botenligplaats in het oosten te slepen. Het was voor hem voldoende om slechts eenmaal de tank te vullen en zelf was hij overigens een grote oliezuiper (sommigen beweren dat hij dat zwarte nat dronk ‘om de tong te smeren’), want hij was constant onderweg oftewel aan het ‘koffie laden’ zoals de knechten op de Svefneilanden het noemen. Hij was in zoverre een ander soort kluizenaar dat hij niet alleen kon zijn en hij zocht graag gezelschap op onder het voorwendsel dat-ie ergens voor kwam. ‘Hebbe jullie soms zeildraad nodig? Ik vond ’n pluk ten zuiden van de Landen. Nou ja, ’n bak pleur slaan ik niet af.’ Mangi was echter altijd een welkome gast, ondanks zijn niet te stillen trek in zoete cake, want hij had altijd wel nieuwtjes te vertellen. Nu eens waren de eidereenden bij
24
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 25
hem thuis aan de leg – ‘Ik hep in de woonkamer ’n kot getimmerd en nu vlecht ik maar ’n nest voor hullie.’ – dan weer waren de zeehonden zo rustig dat hij alleen maar op een rots met zeewier hoefde te gaan liggen en luid te zingen om ze mee naar huis te lokken. Mangi was een lange man, had geen baard en een gladde huid, een warme avondblos op zijn wangen, die zelfs zachter dan de borst van een volwassen zeekoet leken te zijn. De zoute zeewind had de harde stokvis zijdezacht geklopt. Aan één oog had hij staar; hij had de onbewogen gelaatsuitdrukking van iemand die een verhaal hoorde dat hij moeilijk kon geloven, maar het toch geloofde, want Mangi was zo goedgelovig dat hij zelfs zijn eigen overdrijvingen geloofde. Zijn stem was een beetje schril, en zeurderig en ratelend alsof zijn tanden los zaten. ‘Ja, ja, nu ga’n ik bij de schuur me eigenste koffie tele. Ik heb van de lente nege bone gepoot. En nu maar wachte tot ik koffie ken slurpe.’ Mangi’s boot was een kleine roeiboot met een fraaie vorm die Sigyn ba 112 heette, maar de jongens van de Rufeilanden waren er ooit mee aan het rotzooien, terwijl Mangi in zijn boerderij zich met suikerklontjes volpropte, en ze veranderden de naam met een teerkwast. Mangi deed alsof hij niets in de gaten had en bleef door de hele fjord varen met de Lygin ba 112, de Leugen ba 112. Laat in de herfst op een zondag kwam hij fris van zee bij ons en hij vertelde verhalen en kreeg koffie. Ik kan me dat nog goed herinneren, want papa had mij vanuit Reykjavik een nieuwe jurk met een groot ruitpatroon en witte biezen opgestuurd. Ik mocht hem die zondag voor het eerst aandoen en ik voelde me als een pop die niet kon knipogen. Toen het begon te schemeren, werd de nieuwe generator opgestart en Mangi gaapte naar het elektrische peertje dat boven de tafel brandde. Had hij nog nooit eerder elektrisch licht gezien? ‘Ja, ja, ik moet maar eens op huis aan.’ ‘Heb je op Maaneiland een generator?’ ‘Ja, ja.’ ‘Maar er valt op Maaneiland nooit licht te zien,’ zei de winterknecht Skarpi, een realistische noorderling. 25
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 26
‘Ik zal ’m vanavond voor jullie aanzette. Dan ken je ’t zien.’ ’s Avonds brandde de boerderij op Maaneiland af. De vlammentongen laaiden torenhoog op, weerspiegelden vrolijk op het windstille water en het was van alle eilanden af te zien. Het laatste wat we van Mangi zagen was dat hij koers zette naar het westen, naar zee, in zijn Leugen.
9 Duizend omarmingen 2009 Nu zink ik met hem in de diepten van de matras, vederzacht en ijskoud, dodelijk blauw en verstikkend, waar door zee mishandelde vissers, vrouwen en grote dichters zich bezighouden op de met roggen bezaaide zeebodem. Beste bodembewoners: kijk, nu zink ik weg, met heel mijn vangst, zeil en roeispanen. Met al mijn leugens. Ik knijp mijn ogen samen en hoor luchtbellen uit mij omhoog kringelen. De pruik zweeft van mijn kleine hoofd en verandert in een buitengewoon compacte kwal die met zijn haren naar kabeljauw en schelvis wuift, terwijl het zuigelingendons op de schedel trilt als ondervoed plankton en de ziekenhuisbroek tot aan het kruis opbolt en vreselijk uitgeteerde benen onthult; het vel fladdert er als viskieuwen achteraan en de hielen op het uiteinde zijn ingedeukt als oeroude stopcontacten, die met draaddunne pezen aan de kuiten hangen, maar er gaat allang geen stroom meer doorheen, ze dansen geen tango meer als toentertijd in Baires. En de zeilvormige ziekenhuiskiel kleeft aan het frêle hekwerk dat ooit met strak, wit vlees was gemodelleerd en hunkerde naar krachtig gebouwde zeelieden uit alle landen. Uit de wijde halsopening drijven condoomvormige huidzakken die borsten worden genoemd... O, o! Hier zinkt een kromgetrokken schaduw van mijzelf, een zinkend
26
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 27
afgodsbeeld, een marmerzware mummie die geen grafkruis heeft verdiend, die helemaal niets heeft verdiend, die hoogstens een spade zand heeft verdiend. Ja, kijk dat hoopje ellende aan en hoor mijn zinkend gezang: Golven, golven, kijk naar mijn golven, nu zink ik weg met alle gevolgen. Maar wat moet ik dan zien, terwijl ik in het zeeduister zweef? Ja, ik zie de levensafgrond, ik zie mijn ijskoude, verzilte leven, heel mijn eeuwig vervloekte bende. Steden doemen onder mij op, eilanden, landen. Kerels grijnzen als zeewolven en haaien cirkelen boven mij, gemarkeerd met Duitse legerinsignes, en van veraf is het luchtalarm van walvissen te horen. Uit de groene schemer komen als een school tonijn mijn verwanten aangezwommen: opa en oma en heel haar Deense, adellijke apothekersgeslacht, en oma Verbjörg in haar druipnatte, Breidafjordse klederdracht, Eystein en Olina, als altijd vermoeid maar gelukkig, en overgrootmoeder Blomey (!) als een door zeewater verweerde scheepsmast, maar toch niet verrot, en daar is mama... en papa... ze zwemmen zij aan zij, in een jurk en in het wit, gevolgd door papa’s broers en zussen met een feestelijke gezichtsuitdrukking: Beta, Kylla, Henni, prins Oli en Puti... en als laatste komt een klein meisje... een heel klein meisje... met haar blonde haar dat rond haar oren wappert als zacht waaierende vinnen. Ach wee, mijn ziel! Kijk toch dat gezichtje van haar, zo mooi, zo onschuldig en toch richtte ze meer schade aan dan een bomaanval op Berlijn... Ze trekken voorbij met zulke zalige, dweperige blikken als de slapende zielen op de schilderijen van die... Noorse kunstschilder die het huis op de Skothusweg wilde kopen, maar dat ik weigerde te verkopen, ik vond hem te smerig gekleed, ik kon me niet voorstellen dat een ongewassen vent in het decennia oude huis van mijn ouders in zijn blote kont zou rondspringen... Maar ach, daar zwemmen ze weg, mijn familie. 27
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 28
En ik zink alleen dieper weg. Omlaag in de duizend omarmingen die een mensenleven tellen. En nu zie ik onder mij een stad midden in de oorlog, in zwart-wit, maar met vuurrode vlammen. Ik lift mee op een bom, op een vallende bom. Ik ben een Norne op een vlammenwerper, een toverkol op een bezemsteel die zich nu in regen omtovert... ja, ze lost me op, in duizenden druppels, ik val, ik val... Nu val ik over de Dingvelden. Ik strooi me uit over de hele Dingvelden. Op de dag van de stichting van de republiek: 17 juni 1944, de dag waarop de meeste regen viel. Ik doorweek vlaggen, maak speren nat en druppel omlaag op schilden en zwaarden, op balustrades, op hoeden, op hoedenranden en stoelleuningen en tafels en ik druppel, ja, ook op het document, dat mijn grootvader Svein, dat mijn grootvader Svein Svein Björnsson ondertekent – hij droogt de trillende tranen van IJslands toekomst en denkt aan regen, maar proeft de smaak van zout en kijkt uit over de vochtige velden en ziet dat hij een natie onder water overneemt. En verder sijpel ik, het grasveld in en verder omlaag, ver onder de handtekening van grootvader, omlaag in de grond en omlaag in het ravijn, door de kloof waar het binnenste van het land vibreert, in de vloeibare lava, waar Hitler op de katheder brult en vuur uitbraakt alsof het rond mijn leven brandt... ‘Wil je nu je pap?’ ‘Wat?’ ‘Wil je nu je havermoutpap?’ ‘In de hel wordt niet gegeten.’ ‘Wat?’ ‘In de hel hoeft niemand te eten.’ ‘Beste Here.’ ‘Ik heet geen Here.’ ‘Herbjörg.’ ‘Ik heet Blomey!’ ‘Beste Blomey, hier is je havermoutpap. Zal ik je helpen?’ ‘Niemand kan mij helpen.’
28
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 29
‘Wil je dan zelf eten? Je moet eten.’ ‘Wie zegt dat?’ ‘We moeten allemaal eten.’ ‘Je propt me gewoon met die zooi vol zodat ik moet schíjten. Je wilt me met alle geweld laten schíjten. Zodat je iets te doen hebt. M’n kont afvegen. Dat is het enige wat je wilt. Ik wil niet schijten. Ik heb genoeg gescheten!’ Na deze tirade ben ik een mummelend wrak en buiten adem. ‘Beste Here... ’ ‘Blomey! Blumeninsel! Die Blumeninsel im breiten Fjord. Das bin ich.’ ‘Ik begrijp geen Duits. Dat weet je.’ ‘Jij begrijpt niets.’ Ze kijkt me aan, zij een blazend kattenvrouwtje, ik een gerimpeld dier met een belachelijke pruik, en ik zwijg een tijdje met het papbord in mijn hand als de stupiditeit zelve, met opgetrokken wenkbrauwen. Ik heb beter verdiend. Verdomme! Ik heb zoveel beter verdiend. Ik dacht dat ik ten minste in mijn eigen bed zou mogen sterven, zelfs in aanwezigheid van degenen die ‘mijn naaste familie’ worden genoemd. Maar de jongens lijken niet te kunnen beslissen of ik afgelegd moet worden of dat er meteen sectie moet worden verricht. Ze lijken niet te beseffen dat ze om ze op de wereld te zetten een stukje van hun moeder nodig hadden. Ze zijn er niet vanzelf gekomen. Nee, daar was een moeder in spreidstand met een behaard kruis voor nodig om de lamlendelingen uit een geboortekanaal het licht in te persen. Eert uw vader en uw moeder, stond er ergens geschreven, maar wie weet in het computertijdperk nog dat er zoiets als een geschreven taal bestond? Al drie jaar lang heb ik van hen, noch van hun zwaar geuierde echtgenotes iets gehoord, maar nu heb ik zo mijn beproefde methodes om ze in het snotje te houden. ‘Heb je soms geen honger?’ ‘No estoy cinco años.’ ‘Wat?’
29
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 11-02-14 09:53 Pagina 30
‘Ik ben geen vijf meer.’ ‘Zal ik soms de laptop weghalen zodat je zelf van het draaitafeltje kunt eten?’ ‘Baaitafel?’ ‘Nee, draaitafel. Zoiets noemen ze een draaitafel in het ziekenhuis.’ ‘Praat niet over ziekenhuizen. Ik lig niet in een ziekenhuis.’ ‘Nee, nee, ik weet het,’ zegt ze en ze zet voor mij de hoofdsteun hoger, totaal ongevraagd, legt het kussen recht, tilt het dekbed op en ziet mijn oorlogsei. Verdomme, wat nonchalant! Ik ben vergeten het weg te stoppen. Ze haalt het onder het dekbed vandaan. Als ik nog kon blozen, zou ik het doen. ‘Wat is dit?’ vraagt ze. ‘Dat? Dat is... Dat is... ik zal het je vertellen, dat is een zogenaamde koelbout, die heb ik sinds ik in het ziekenhuis lag, in vroeger jaren.’ ‘Echt?’ Ze slikt, de onschuld, en stopt het ding in de la van het nachtkastje als een geroutineerde rekwisiteur. Het lukt me weer in vorm te komen: ‘Je moet je eens laten versieren. Je wilt toch geen beschimmelde maagd blijven?’ ‘Ik weet het. Dat heb je me al vaak genoeg gezegd.’ ‘Je moeder maakt voor jou geen kinderen.’ ‘Ha, ha, nee, ik weet het.’ ‘Ik kan je wel een knul bezorgen. Wat vind je van mijn Bakary?’ ‘Ik denk dat ik liever een IJslander heb.’ ‘Bah. Dat zijn allemaal houten klazen. Het is goed om het bloed te mengen. Een kieviet als jij moet een pelikaan hebben, dan ontstaat er iets nieuws.’ ‘De kievit wacht op de lente en op de enige ware.’ ‘Ja, je bent een verstandig meisje. Je weet het beter dan ik, die haar maagdelijkheid zomaar te grabbel heeft gegooid. Toe maar, schijtmeid, kom maar op met die pap!’
30