Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1 In het jaarlijkse Trendsignalement en op de website www.hetccv.nl/trends geeft het CCV een overzicht van actuele ontwikkelingen in maatschappelijke veiligheid. Het CCV monitort continu ruim honderd bronnen om zicht te krijgen op trends in veiligheid, preventie, handhaving en regelnaleving. De focus ligt op het bijeenbrengen en duiden van cijfermatige gegevens, informatie over beleidsontwikkelingen, uitkomsten van nieuwe effectiviteitstudies en beloften van innovatieve praktijktoepassingen. In onderstaand halfjaarbericht belicht het CCV een aantal opvallende uitkomsten van de trendanalyse die in de eerste helft van 2011 is uitgevoerd. Daarmee signaleert het CCV kansen voor toekomstig veiligheidsbeleid en handvatten voor effectieve veiligheidsaanpakken.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN HET LANDELIJKE VEILIGHEIDSBELEID Het CCV signaleert op basis van recente ontwikkelingen een drietal duidelijke richtingen in het landelijke veiligheidsbeleid. Voor veiligheidsprofessionals die lokaal of regionaal actief zijn, bieden de landelijke ontwikkelingen een belangrijk kader voor nieuwe initiatieven. SNELLER STRAFFEN Vanuit Den Haag worden nieuwe initiatieven genomen om sneller op te treden tegen verdachten en overtreders. Zo heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de wens geuit dat rechtbanken standaard supersnelrecht toepassen bij uitgaansgeweld. Tot nu toe is deze vorm van rechtspraak alleen toegepast rond de jaarwisseling. Er is inmiddels een wetsvoorstel in de maak dat toepassing van snelrecht mogelijk maakt bij verdachten van uitgaansgeweld of wanneer er sprake is van geweld tegen personen met een publieke taak. Ook de mogelijkheden van voorlopige hechtenis zouden in de wet verruimd worden. Daarmee zou het mogelijk worden om de verdachten tot een snelrechtzitting in hechtenis te houden en daarmee direct op het strafbare feit te reageren. Het kabinet wil bovendien wettelijk regelen dat de staat al tijdens het opsporingsonderzoek – dus voorafgaand aan een gerechtelijke procedure - beslag kan leggen op het vermogen van de verdachte ten gunste van het slachtoffer. Dit beslag wordt in dringende gevallen ook mogelijk bij ontdekking op heterdaad, zodat de politie geld en voorwerpen in beslag kan nemen die de verdachte op het moment van aanhouding bij zich heeft. MEER GELD PLUKKEN Om daadkrachtig op te treden tegen overtreders, wordt steeds vaker geprobeerd hen in de portemonnee te raken.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
2-12
versie
15-08-2011
De Helpdesk Veilige Publieke Taak heeft in 2011 een instrument ontwikkeld om werkgevers te helpen schade te verhalen op geweldplegers. Eerder was gebleken dat werkgevers in de publieke sector niet altijd enthousiast zijn over het - in hun ogen intensieve proces van schadeverhaal op daders. Dat zou komen door het kale kip probleem: in het licht van de administratieve kosten zou schadeverhaal niet lonen. Het Openbaar Ministerie gaat in ieder geval de komende jaren extra inzetten op het in beslag nemen van crimineel vermogen, met name met het oog op het bestrijden van criminele financiële dienstverleners. Uit het Nationaal Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit uit 2008 blijkt namelijk dat financiële dienstverleners in toenemende mate betrokken zijn bij het maskeren van de herkomst van criminele winsten. Om schadeverhaal voor ondernemers aantrekkelijker te maken, kunnen winkeliers uit het hele land zich sinds maart 2011 al aanmelden voor de regeling ‘Afrekenen met winkeldieven’. Daarmee krijgen zij bij het in de kraag vatten van een winkeldief een standaardschadevergoeding van 126 euro. Iedere winkeldief die wordt aangehouden kan, naast een strafrechtelijk traject, een eis tot schadevergoeding tegemoet zien ter compensatie voor de tijd die de winkelier aan de aanhouding en afhandeling heeft besteed. Het Hoofdbedrijfschap detailhandel helpt winkeliers de overlastcompensatie bij de dader te innen. Tegelijkertijd is een wetsvoorstel in voorbereiding dat het mogelijk maakt om de politiekosten voor incidentele, commerciële evenementen met een vergunningplicht door te berekenen aan de organisator. Het is de bedoeling dat de nieuwe regelgeving ertoe leidt dat organisatoren zelf meer veiligheidsmaatregelen gaan treffen (zoals de inzet van verkeersregelaars en particuliere beveiligers), waardoor de druk op de politiecapaciteit wordt verminderd. STRENGER STRAFFEN Hoewel het veiligheidsniveau in Nederland de laatste jaren steeds op een relatief hoog niveau heeft gelegen, worden er anno 2011 ferme stappen gezet om misdaad krachtig te bestrijden.
De dierenpolitie die in 2011 op straat verschijnt, geeft de aanpak van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing een nieuw elan. Tegelijkertijd met het aantreden van de animal cops, gaat het Openbaar Ministerie zwaardere straffen eisen tegen mensen die zich schuldig maken aan dierenmishandeling. Er bestaan ook initiatieven om geweldsexcessen harder aan te pakken. Zo kan het Openbaar Ministerie bij geweld tegen scheidsrechters de strafeis verhogen. Bij ontoelaatbare spreekkoren waarbij de openbare orde in het geding is, kunnen sportclubs zelf aangifte doen en komt de politie in actie. Daarnaast wordt onderzocht of sportverenigingen en tuchtcommissies - in plaats van het slachtoffer eigenstandig aangifte bij de politie kunnen doen van geweld van een strafbaar feit. De KNVB heeft al in 2011 bekend gemaakt dat geweld in het amateurvoetbal zwaarder wordt bestraft. Spelers die zich schuldig maken aan geweld tegen scheidsrechters kunnen voor drie jaar geschorst worden (de minimale straf) of hun lidmaatschap kwijtraken (de maximale straf). Verder neemt de tuchtcommissie teams die schuldig zijn aan een collectieve vechtpartij sneller uit de competitie. Door aanpassingen in het Wetboek van Strafvordering zal het in de toekomst mogelijk worden om geweldsdelicten, die zijn begaan onder invloed van alcohol of drugs, zwaarder te bestraffen. Daarvoor krijgt de politie, die middelengebruik bij geweldsincidenten voortaan structureel gaat registreren, de bevoegdheid om drugsen alcoholtesten af te nemen bij verdachten van geweld. Taakstraffen bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven blijven in de toekomst alleen mogelijk in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van hoogstens zes maanden. In de strijd tegen geweld tegen homo’s eist het Openbaar Ministerie al sinds juni 2011 dubbele straffen bij geweldsincidenten die het gevolg zijn van discriminatie. De druk op criminele jeugdgroepen in Nederland wordt ook opgevoerd. Zo is het de bedoeling dat gemeente, politie en Openbaar Ministerie meer aandacht geven aan sleutelfiguren binnen overlastgevende groepen, die immers kunnen functioneren als kweekvijver voor criminele activiteiten. Het Actieprogramma Criminele Jeugdgroepen voorziet bijvoorbeeld in de formatie van een landelijk actieteam, de aanstelling van tien regionale coördinatoren en het invoeren van een plan van aanpak voor elke criminele jeugdgroep. Daarbij staan een dadergerichte aanpak en de doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen voorop.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
3-12
versie
15-08-2011
Daarnaast zijn er plannen in de maak voor een adolescentenstrafrecht, dat een sanctiepakket biedt voor 15- tot 23-jarigen. Zo wordt de maximale duur van jeugddetentie verhoogd van twee naar vier jaar en kan een zwaar zeden- of geweldsmisdrijf niet meer enkel met een taakstraf worden bestraft. Ook krijgt de rechter de mogelijkheid de PIJ-maatregel (waarbij veroordeelden worden geplaatst in een inrichting voor jeugdigen) om te zetten in tbs in die gevallen waar blijkt dat de veroordeelde nog gevaarlijk is na het uitzitten van de straf. Tegen hennepkwekers die door hun ondeugdelijke elektriciteits- en besproeiingsinstallaties de buren in gevaar brengen, eist het Openbaar Ministerie extra celstraffen. De maximale straffen worden zes jaar cel bij gevaar voor andermans bezittingen, negen jaar bij risico voor omwonenden en vijftien jaar als er iemand omkomt. De straf komt boven op de reguliere straf voor het telen van hennep. Er zijn ook plannen in de maak om de wetgeving aan te passen zodat het huis van wiettelende woningeigenaren kan worden afgenomen. Ook aan de kant van detentie tekent zich een strengere aanpak af. In 2011 is een promotie- en degradatiesysteem voor gevangenen geïntroduceerd. Gedetineerden moeten in dit systeem faciliteiten die bovenop het standaardaanbod komen, zoals scholing of gedragstraining, zelf gaan ‘verdienen’. Gevangenen die er met de pet naar gooien, of die blijven terugvallen in criminaliteit, kunnen rekenen op een strenger detentieregime. Daarnaast wordt de verjaring van misdrijven waar een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat afgeschaft. Tegelijkertijd wordt de verjaringstermijn van misdrijven met een gevangenisstraf van acht jaar of meer – zoals zware mishandeling en diefstal met geweld - verlengd van twaalf naar twintig jaar. In het kader van de Europese veiligheid is het nieuwe terugkeerbeleid vermeldenswaardig. Daarin is opgenomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers en andere vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, gedwongen kunnen worden tot vertrek. Daarnaast wordt illegaliteit strafbaar gesteld. Veelplegers uit andere landen van de Europese Unie die zich aan meerdere kleine vergrijpen schuldig hebben gemaakt kunnen, als een nieuw wetsvoorstel is aangenomen, Nederland uit worden gezet. Tot nu toe kunnen alleen burgers van de Europese Unie die voor een zwaar delict zijn veroordeeld na het uitzitten van hun straf het land
worden uitgezet. Ze worden dan verklaard tot ongewenst vreemdeling, waarna terugkeer naar Nederland strafbaar is.
NIEUWE KANSEN VOOR VEILIGHEID Uit onderzoeken, effectevaluaties en praktijkinnovaties zijn handvatten voor de veiligheidspraktijk af te leiden. Het CCV zet een aantal vermeldenswaardige ontwikkelingen op een rij en signaleert de kansen die er uit voortvloeien. POLITIE Het frontoffice/backoffice concept, waarmee de politieregio Hollands Midden sinds 2009 werkt, levert een tijdsbesparing op van 20 procent van de netto diensttijd van een agent. Dat blijkt uit onderzoek dat in 2011 is gepubliceerd. Bij dit concept ondersteunt de backoffice agenten op straat door administratief werk, zoals aangiften, af te handelen. Daarnaast geeft de backoffice blauwe teams systeeminformatie door als zij aanrijden op meldingen. Een voordeel hiervan is dat agenten beter voorbereid op locatie komen en zich veiliger voelen. Door het vastleggen van geluidsopnamen van gesprekken tussen frontoffice en backoffice ontstaat bovendien de mogelijkheid tot niet-gestructureerde dataopslag, wat zoek- en analysemogelijkheden binnen het korps vergroot. Daarnaast is sprake van een toename van de bereidheid van agenten om informatie in de systemen vast te leggen, waardoor de kwaliteit van politieregisters verbetert. Het CCV stimuleert publiek-private samenwerking op het gebied van veiligheid en regelnaleving. De politie speelt daarbij een belangrijke rol. Daarom is het gehele veiligheidsveld gebaat bij nieuwe kansrijke praktijktoepassingen binnen de politieorganisatie. Het CCV signaleert dat, onder andere met het oog op betere burgerparticipatie in de veiligheidszorg, zogenoemde misdaadkaarten in ons land een opmars maken. In verschillende regio’s maken politiekorpsen via Google Maps inzichtelijk waar criminelen actief zijn en welke hotspots bij de politie bekend zijn. De online kaarten kunnen eenvoudig worden geactualiseerd en geven burgers een overzicht van de aard en omvang van de misdaadproblematiek in hun regio.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
4-12
versie
15-08-2011
Stichting The Future heeft een digitale plattegrond in het leven geroepen, waarop buurtbewoners direct kunnen zien welke en hoeveel misdrijven er in hun wijk zijn gepleegd. Bewoners kunnen daaraan ook zelf meldingen van misdrijven en verdachte situaties toevoegen. De website Verbeterdebuurt.nl, waarop burgers melding kunnen maken van buurtproblemen en ideeën kunnen aandragen voor verbetering van de leefbaarheid, is sinds 2011 gekoppeld aan een zaaksysteem. Daardoor kunnen burgers en gemeenten eenvoudiger over actuele informatie beschikken.
beleving van de veiligheid van het uitgaan en de mate waarin omwonenden overlast ervaren. Wel is er een verschil in de tijdstippen waarop overlast en incidenten zich voordoen en is het gemiddelde tijdstip waarop jongeren uitgaan vervroegd.
Al in 2010 lanceerde het CCV Veilige Virtuele Wijken, een computersimulatie van een stedenbouwkundig ontwerp waarmee betrokkenen eenvoudig kunnen zien hoe een herinrichtingsplan of een nieuwbouwplan gaat uitpakken in de praktijk. Door de nieuwe situatie op een computerscherm weer te geven, kunnen onveilige plekken en situaties al worden ontdekt en opgelost voordat de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden beginnen. Uit vier pilots met het systeem blijkt dat de Virtuele Wijk een handig en tijdsbesparend hulpmiddel kan zijn voor bijvoorbeeld interactieve communicatie tussen gemeenten en inwoners, inspraak van burgers en veiligheidstoetsing door deskundigen. Het CCV ziet dan ook kansen voor de doorontwikkeling van online stadsomgevingen ter verbetering van subjectieve en objectieve veiligheid.
DRUGS
ALCOHOL Het invoeren van een uiterste toegangstijd waarop bezoekers uitgaansgelegenheden nog binnen mogen gaan, is bedoeld om jongeren te stimuleren vroeger op de avond uit te gaan en minder in te drinken. Het onderzoek over Nederlandse initiatieven tot vervroegde sluitingstijden laat tot nu toe geen eenduidige effecten zien. In elf Noord-Hollandse gemeenten is in 2010 onderzocht welke bedoelde en onbedoelde effecten zich een jaar na invoering van deze maatregel hebben voorgedaan. Over de gehele politieregio Noord-Holland Noord is sprake van een trendmatige daling van het aantal uitgaansgerelateerde incidenten, zoals overlast, vandalisme, bedreiging en geweldsincidenten. Maar omdat deze trend zich voordoet in gemeenten waar de toegangstijden zijn aangepast én in gemeenten waar dit niet is gebeurd, ligt een relatie met de vervroegde toegangstijden niet voor de hand. De invoering van de toegangsstop heeft ook niet geleid tot grote veranderingen in de
Gezien het gebrek aan wetenschappelijk bewijs voor de effecten van sluitingstijdenbeleid adviseert het CCV gemeenten om de invoering van dit soort maatregelen nauwgezet te monitoren, zodat er zicht komt op de gewenste en onbedoelde effecten.
De veiligheidseffecten van de hennepgeurkaart, waarmee de gemeente Rotterdam in 2010 bewoners opriep om vermoedens van een kwekerij te melden, zijn niet eenduidig. Dat is de conclusie van onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de kaart met geurstrip van hennepplanten. De hennepgeurkaart, die net als in Den Haag huis aan huis werd verspreid, is bedoeld om burgers te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid voor een veilige leefomgeving en op de risico’s van illegale hennepteelt. De gemeente wilde met deze actie ook het signaal afgeven dat illegale hennepteelt stevig wordt aangepakt. De ondervraagde buurtbewoners vinden het positief dat de gemeente burgers informeert over hoe en waar ze een hennepkwekerij kunnen melden. Door beter geïnformeerd te zijn, krijgen bewoners naar eigen zeggen ook een gevoel van controle over hun eigen woonomgeving. De veiligheidsbeleving veranderde echter niet. Bewoners vinden de geurkaart bovendien geen geschikt instrument om informatie over de gevaren van illegale hennepteelt onder de aandacht te brengen: die zou volgens hen op goedkopere en meer effectieve manieren overgebracht kunnen worden. Het CCV is ervan overtuigd dat de effectieve aanpak van hennepteelt en drugsgerelateerde criminaliteit gebaat is bij een nauwe samenwerking tussen betrokken partijen, waaronder gemeenten, politie, brandweer, belastingdienst, energiebedrijven, Openbaar Ministerie en woningcorporaties. Ook kan met een integrale aanpak een breed scala aan maatregelen worden opgelegd, op het vlak van zowel voorlichting als bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Infosheets op de CCV-website geven handreikingen voor zo’n sluitende aanpak.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
5-12
versie
15-08-2011
BRAND Uit een maatschappelijke kosten-batenanalyse naar drie projecten op het gebied van brandveiligheid komt het project Brandveilig Leven naar voren als maatregel met de meest positieve effecten. Het project is gericht op het beïnvloeden van het veiligheidsbewustzijn bij bewoners in risicowijken en bestaat uit het afleggen van huisbezoeken met voorlichtingsmateriaal. Brandveilig Leven is door SEO Economisch onderzoek en COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement vergeleken met een stimuleringsregeling voor rookmelders (die burgers een subsidie van 50 procent geeft voor de aanschaf van een rookmelder) en met de verplichte installatie van woningsprinklers in nieuwbouwwoningen. Het positieve saldo van Brandveilig Leven bedraagt maar liefst 40 miljoen euro, en dat is aanzienlijk meer dan de andere projecten. De belangrijkste baten van Brandveilig Leven zijn het voorkomen van dodelijke slachtoffers en het voorkomen van materiële schade. De CCV-aanpak ‘Brandveilige wijk’ is een instrument waarmee publieke en private partijen direct aan de slag kunnen om brandpreventie wijkgericht te benaderen. Het CCV is van mening dat de brandveiligheid van woningen en wijken alleen verbeterd kan worden als professionals én bewoners hun verantwoordelijkheid nemen. Zoals het project Brandveilig Leven bewijst, zijn voorlichting en gedragsbeïnvloeding daarbij belangrijke peilers. Vanuit dat perspectief is er ook reden tot vreugde over de uitkomsten van een pilot met brandpreventievoorlichting aan burgers die een brand in hun woning hebben meegemaakt. De pilot van de brandweer Amsterdam-Amstelland en de Brandwondenstichting heeft namelijk uitgewezen dat voorlichting ná een brand de kennis over brand en brandveiligheid kan vergroten en preventiegedrag kan versterken. Uit de nul- en eenmeting na het project, dat een half jaar duurde, blijkt dat het bewustzijn van de gevaren van brand is toegenomen en dat een bovengemiddeld aantal bewoners een rookmelder geïnstalleerd heeft. OVERLAST Uit een evaluatie van de Vliegende Brigades, die sinds 2007 in Amsterdam overlast bestrijden, blijkt dat de betrokken partijen - politie, het Openbaar Ministerie,
gemeente, zorginstellingen en hulpverleningsorganisaties - tevreden zijn over de samenwerking. De politie heeft door brigadisten meer ‘ogen en oren’ op straat beschikbaar, en de informatiepositie van politie en gemeente is door de aanwezigheid van brigadisten op straat verbeterd. De objectieve én subjectieve veiligheidsindexen geven aan dat onveiligheidscijfers dalen in alle buurten waar de brigadisten actief zijn. Volgens de onderzoekers van de Vrije Universiteit die de evaluatie uitvoerden, zijn de positieve effecten waarschijnlijk het gevolg van niet alleen de inzet van de Vliegende Brigades, maar van een combinatie van verschillende maatregelen om overlast in het publieke domein te verminderen. Het CCV ziet volop kansen voor het combineren van verschillende, multidisciplinaire aanpakken van overlast en verloedering in woonwijken. Het CCV stimuleert onder meer het gebruik van gedragscodes. Gedragscodes zijn een praktisch hulpmiddel om het leefklimaat in een wijk of buurt te bevorderen: buurtgenoten gaan met elkaar in gesprek en maken op vrijwillige basis afspraken over gewenst en ongewenst gedrag. Bij gedragscodes zijn naast buurtbewoners ook gemeenten, woningcorporaties, politie en lokale ondernemers betrokken. Het CCV heeft een stappenplan ontwikkeld voor de organisatie van een project gedragscodes. Daarin is een aparte module opgenomen voor evaluatie. Een analyse van zeventig buurten in Utrecht laat overigens zien dat bewoners meer bereid zijn om in te grijpen in ernstiger problemen, bijvoorbeeld als iemand zich verdacht gedraagt in de buurt van een auto, dan in minder ernstige problemen, zoals rondhangende kinderen. De verwachting die een individuele bewoner heeft over het gedrag van andere buurtbewoners blijkt volgens het onderzoek de belangrijkste voorspeller van de bereidheid om actie te ondernemen om een overlastprobleem op te lossen. Met andere woorden: als de bewoner verwacht dat anderen actie zullen ondernemen, is de bewoner zelf ook meer bereid om in te grijpen. Al in het Trendsignalement 2011, dat in maart verscheen, vroeg het CCV aandacht voor het bevorderen van burgerbetrokkenheid bij lokale veiligheid. Het CCV benadrukt dat burgers, overigens net als ondernemers, een belangrijke rol kunnen spelen in het vergroten van veiligheid, maar daarbij wel praktisch en zo nodig financieel ondersteund moeten worden.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
6-12
versie
15-08-2011
Het CCV-instrument is een voorbeeld van effectieve maatregel die gebruik maakt van de inzet van burgers. In aanloop naar het vijftienjarige bestaan van buurtbemiddeling in 2011 verrichtte het CCV onderzoek onder coördinatoren, verwijzers (met name wijkagenten en woonconsulenten), buurtbemiddelaars en bewoners. Van de 35 ondervraagde bewoners zegt ruim tweederde de volgende keer in staat te zijn een probleem met medebewoners zelf op te kunnen lossen. Daarmee geven zij aan dat hun zelfvertrouwen en zelfredzaamheid op het vlak van burenconflicten vergroot zijn. Steeds meer gemeenten financieren buurtbemiddeling, vaak samen met woningcorporaties. Professionele aansturing en training van vrijwilligers zijn daarbij essentieel. Uit recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is gebleken dat in multiculturele wijken burenruzies sneller uit de hand lopen. Autochtone bewoners ergeren zich het meest aan overlast van buren met dezelfde culturele achtergrond. In de meeste gevallen gaan de buurtconflicten over geluidsoverlast. Volgens het onderzoek zijn buurtfeestjes bij dit soort buurtconflicten af te raden, omdat die de kans op escalatie alleen maar kunnen vergroten. Het onderzoek constateert ook dat buurtbemiddeling, dat volgens cijfers van het CCV in tweederde van de burenconflicten een oplossing vindt, juist wel kan helpen. Onderzoek van de Universiteit Utrecht heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de relatie tussen gemeenschapsgevoelens in een buurt, de aanwezigheid van bedrijven in die buurt, en de sociale en fysieke overlast. Een hoge mate van overlast blijkt te leiden tot meer verhuizingen en een toename van verhuizingen leidt tot een lager percentage mensen dat zich inzet voor veiligheid en leefbaarheid in buurt. Op die manier versterkt overlast dus zichzelf. De aanwezigheid van bedrijven leidt daarnaast tot meer sociale en fysieke overlast in een wijk. Vooral middelgrote en grote bars, middelgrote en grote fastfood gelegenheden en grote supermarkten dragen bij aan sociale overlast. Grote middelbare scholen en grote supermarkten leiden (ook) tot fysieke overlast. Over de oorzaken en gevolgen van de aanwezigheid van bedrijven in relatie tot overlast is nog relatief weinig bekend. Het zou dan ook voorbarig zijn om conclusies te trekken over de overlast van bedrijvigheid in woonwijken. Kansen voor de
veiligheidszorg zullen vooral op andere vlakken gevonden kunnen worden. In de online database Wijkinterventies heeft het CCV een fors aantal effectieve en veelbelovende aanpakken voor het versterken van wijkveiligheid verzameld. Het experiment 'Achter de Voordeur' is in ieder geval een effectieve aanpak van zogenoemde multiprobleemgezinnen, zo kan worden geconcludeerd uit de evaluatie van recente pilots in Amsterdam, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Enschede. De aanpak houdt in dat gemeenten per gezin één plan opstellen en één regisseur aanstellen met als doel meer rust in de gezinnen te brengen en hulp beter op elkaar af te stemmen. De aanpak blijkt volgens het onderzoek van Partners + Pröpper aantoonbare effecten te sorteren: gezinnen worden eerder geholpen, waardoor escalaties worden voorkomen, en hulpverlening wordt efficiënter en daardoor mogelijk kostenbesparend. De aanpak kan er ook voor zorgen dat meer gezinnen het einddoel bereiken. Dat wil zeggen dat ze beter scoren wat betreft onder andere zelfredzaamheid, arbeidsparticipatie en sociale participatie in de buurt, dat ze minder overlastgevend gedrag vertonen, en dat ze er in slagen de basisvoorwaarden (woonruimte, gas, water, licht) beter op orde te hebben. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in 2011 gekeken naar de effectiviteit van de uiteenlopende interventies die onderdeel uitmaken van het krachtwijkenbeleid. Het gaat om herstructurering van de woningvoorraad, verkoop van sociale huurwoningen, groenaanleg en de aanwezigheid van sport- en speelvoorzieningen. Zowel de herstructurering als de verkoop van sociale huurwoningen hebben positieve effecten op criminaliteit, veiligheidsbeleving en de tevredenheid van bewoners met de woonomgeving. De verkoop van sociale huurwoningen heeft ook een remmend effect op verloedering in de wijk. Interventies in de openbare ruimte, zoals de aanleg van groen en sport- en spelplekken, leiden volgens het Planbureau daarentegen nauwelijks tot verbeteringen in de sociale cohesie en de leefbaarheid en veiligheid. Toch kunnen sportvoorzieningen voor jongeren zich al geruime tijd op positieve belangstelling van veiligheidsprofessionals verheugen. In het Trendsignalement 2011 besteedde het CCV al uitgebreid aandacht aan de kansen en beperkingen van sportieve veiligheidsaanpakken, waaronder Cruyff Courts en Krajicek Playgrounds. De kracht van de playground mag in maatschappelijke zin in ieder geval niet worden overschat, waarschuwt recent onderzoek naar de mening van jongeren over playgrounds in Den Bosch, Utrecht en Tilburg. Voor met name fervente gebruikers
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
7-12
versie
15-08-2011
zijn de hedendaagse trapveldjes in de openbare ruimte onmisbaar, concluderen de onderzoekers van het W.J.H. Mulier Instituut. Maar het belangrijkste motief voor jongeren om naar een playground te gaan blijkt plezierbeleving: zonder begeleiding heeft de voorziening vooral een ontmoet- en beweegfunctie, geen sport- of integratiefunctie. Bovendien maken zonder begeleiders vooral dominante groepjes jongeren gebruik van de voorziening. Daarnaast ligt het gevaar van verloedering voortdurend op de loer – en het risico van verwaarloosde playgrounds is natuurlijk dat ze hangplekken worden. GEWELD Een meta-evaluatie van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum heeft slechts twee aantoonbaar effectieve interventies gevonden voor de preventie van agressief of gewelddadig gedrag. Het eerste is het schoolprogramma Responding in Peaceful and Positive Ways, een klassikaal programma voor kinderen op scholen uit achterstandswijken dat kinderen attitudes en vaardigheden leert voor een nietgewelddadige oplossing van conflicten. In Nederland worden twee schoolinterventies aangeboden die in meer of mindere mate vergelijkbaar zijn met Responding in Peaceful and Positive Ways: Taakspel (dat ook bewezen effectief is gebleken) en Baas in Eigen Soap (waarnaar een pilot-onderzoek loopt). De tweede effectieve interventie betreft Problem Oriented Policing, een wijkinterventie die specifiek bedoeld is voor wijken waar veel criminaliteit voorkomt. De interventie richt zich enerzijds op de verbetering van de omgeving, bijvoorbeeld door het aanbrengen van straatverlichting, en anderzijds op strenge ordehandhaving. In Nederland lijkt alleen de hotspotaanpak van de politie overeenkomsten te vertonen met Problem Oriented Policing. Aanpakken ter preventie van agressief of gewelddadig gedrag die het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum als veelbelovend benoemt, zijn onder andere Safer Bars, Communities that Care, Aggression Replacement Training en Big Brothers Big Sisters. Er bestaan in veel gevallen Nederlandse varianten van deze interventies, hoewel effectevaluaties over de toepassing in de praktijk hierbij vaak nog ontbreken. Bovendien is, ook in internationale literatuur, vaak niet onderzocht onder welke omstandigheden interventies wel of niet effectief zijn.
In 2010 lanceerde het CCV Bar Veilig, een Nederlandse variant van het Canadese Safer Bars. Bar Veilig is een aanpak waarmee horeca-ondernemers ondersteuning krijgen bij het voorkomen en omgaan met agressie in hun zaak. Daarbij wordt aandacht besteed aan zowel de fysieke inrichting van de horeca als het bedrijfsbeleid en de training van personeel. Samen met de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan behoort Bar Veilig tot een kansrijke aanpak om horeca en uitgaansgebieden met behulp van publiek-private samenwerking veiliger te maken. Ondertussen stelt ander recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum dat de groei van de schaalgrootte van onderwijsinstellingen geen oorzaak is van de toename van agressie en geweld op scholen. In Nederland zijn de afgelopen 20 jaar verschillende landelijke onderzoeken naar pesten en geweld in het onderwijs uitgevoerd op scholen voor speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Daarin werd gevonden dat op grote(re) scholen minder geweldsincidenten plaatsvinden. Op basis van deze onderzoeken adviseert het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum om met het oog op de preventie van agressie en geweld op scholen te kijken naar leerlingkenmerken in plaats van naar klas- of schoolkenmerken (zoals schoolgrootte). Vooral sociale en cognitieve kenmerken van leerlingen blijken namelijk verklarend voor geweld. Het CCV verwacht dat op dit terrein kansen liggen voor leerlingbemiddeling. Leerlingbemiddeling is een aanpak voor scholen waarbij getrainde leerlingen als onpartijdige bemiddelaar conflicten oplossen. Het is denkbaar dat leerlingbemiddelaars ook een rol gaan spelen in het signaleren van leerlingkenmerken die kunnen duiden op agressie- en geweldsrisico’s. Op de website van het CCV zijn een handboek en stappenplan te vinden waarmee scholen leerlingbemiddeling kunnen organiseren. VEILIGHEIDSBELEVING Een proef met zogenoemde safety spots in de Amsterdamse wijk De Pijp is volgens het politiekorps Amsterdam-Amstelland een succes: bewoners, winkel- en uitgaanspubliek ervaren meer privacy en voelen zich veiliger als ze pinnen bij een automaat met een gele halve cirkel op het trottoir. In de praktijk blijkt dat de
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
8-12
versie
15-08-2011
opvallende gele signaalkleur de aandacht van passanten trekt en daarmee de sociale controle vergroot. Een enquête onder gebruikers wijst uit dat ruim 80 procent vindt dat de safety spot bijdraagt aan het veiligheidsgevoel bij het pinnen. Veiligheidsbeleving kan niet alleen worden beïnvloed door kleur, maar ook door geur, blijkt uit een pilot van busvervoerder Connexxion. Zo blijken vrouwen zich veiliger te voelen in een bus met een prettige geur. Eén van de twee geteste geuren was duidelijk favoriet. Bij deze geur ervaren vooral vrouwen een groter gevoel van veiligheid in de bus, terwijl mannen zich meer welkom voelen. Het CCV startte in 2010 al een project met zintuigbeïnvloeding voor sociale veiligheid. Na afloop van een aantal pilots verwacht het CCV nieuwe inzichten te hebben verzameld over de effecten van licht, geur en geluid op veiligheidskwesties zoals angstgevoelens, normnaleving en overlastpercepties. PROSTITUTIE EN MENSENHANDEL Uit onderzoek in Limburg blijkt dat loverboys - mannen die meisjes en jonge vrouwen onder dwang in de prostitutie of de drugshandel tewerkstellen en hun inkomsten confisceren - meestal Nederlandse mannen zijn met een allochtone achtergrond in de leeftijdscategorie van 18 tot 30 jaar. De daders hebben een laag opleidingsniveau en zijn al op jonge leeftijd aan een criminele carrière begonnen. Ze zijn vaak onderdeel van een (inter)nationaal netwerk van georganiseerde misdaad. Slachtoffers zoeken ze steeds minder bij scholen en steeds vaker bij discotheken, praktijkscholen, sociale werkvoorzieningen en via internet. Volgens een aantal deskundigen benaderen loverboys bovendien steeds vaker meisjes rond de 18 jaar in plaats van meisjes in de leeftijdcategorie tussen 15 en 16 jaar, en maken ze daarbij in toenemende mate gebruik van intimidatie en dreiging in plaats van verleiding en zachte dwang. Het CCV publiceerde in 2011 een webdossier over loverboys. De ontwikkelingen die in Limburg zijn gesignaleerd, maken duidelijk dat de scheidslijn tussen de loverboyproblematiek en illegale prostitutie of zelfs mensenhandel steeds dunner wordt.
FRAUDE Werknemers die zich schuldig maken aan fraude maken steeds vaker deel uit van het hogere management, het bestuur van de onderneming of afdelingen in de directe omgeving van dit bestuur. Dit blijkt uit een analyse van 350 onderzoeksopdrachten die KPMG Forensic in 2011 bij ondernemingen in 69 verschillende landen heeft verricht. Volgens KPMG is de groei van frauderende managers zorgelijk, maar niet verwonderlijk. Managers hebben in het algemeen toegang tot vertrouwelijke informatie en zijn in staat allerlei vormen van interne controle te ontlopen. Uit de analyse blijkt dat de meerderheid werkzaam is bij de financiële afdeling of de afdeling verkoop en dat de fraude via de geautomatiseerde systemen gepleegd wordt. Op de website van het CCV is een stappenplan te vinden dat werkgevers in staat stelt om op een gestructureerde wijze concrete acties te ondernemen tegen interne criminaliteit. Het stappenplan, dat in 2009 is gelanceerd, is in 2011 (nogmaals) nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van brancheorganisaties. Zij spelen immers een belangrijke rol in het tegengaan van interne criminaliteit en fraude. GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT De strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie, die in Nederland al meer dan tweehonderd jaar bestaat, is nog altijd adequaat en zou vaker kunnen worden benut om georganiseerde misdaad te bestrijden én te voorkomen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Open Universiteit. Artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht was ooit bedoeld om de samenleving te beschermen tegen het gevaar dat uitging van criminele samenwerkingsverbanden, zoals destijds roversbendes. Maar het artikel biedt nu ook ruim voldoende mogelijkheden voor het bestrijden van moderne criminele organisaties, stelt het onderzoek van de Open Universiteit. Vaak wordt artikel 140 door de aanklager gebruikt als aanvulling op andere strafbare feiten. Maar door een meer proactieve inzet - dus door deelneming aan een criminele organisatie als zelfstandig delict aan te merken en een persoon daarvoor strafbaar te stellen - zou al eerder kunnen worden ingegrepen.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
9-12
versie
15-08-2011
Het CCV waarschuwde al bij de publicatie van het Trendsignalement 2010 dat de groeiende belangstelling voor nieuwe veiligheidsmaatregelen kan leiden tot onderbenutting van het bestaande aanbod aan preventieve aanpakken. Het gebruik van bekende preventieve aanpakken klinkt misschien niet sexy en daadkrachtig, maar in veel gevallen hebben juist díe instrumenten in de praktijk hun waarde bewezen. Natuurlijk wil dit niet zeggen dat bij alle veiligheidsproblemen al voldoende maatregelen worden ingezet. Zo blijkt uit de Nulmeting Bestuurlijke Aanpak dat 43 procent van de Nederlandse gemeenten geen beleid voert op het bestrijden van georganiseerde criminaliteit. Gemeenten geven als reden hiervoor aan dat zij niet bekend zijn met de aanwezigheid van georganiseerde misdaad, dat ze vinden dat de aanpak een exclusieve taak voor politie en Openbaar Ministerie is, of dat ze over onvoldoende kennis en expertise beschikken om de problematiek aan te pakken. Bij het versterken van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit door gemeenten is een belangrijke rol weggelegd voor de Regionale Informatie- en Expertisecentra en het Landelijke Informatie- en Expertisecentrum. JEUGDCRIMINALITEIT Jeugdcriminaliteit terugdringen? Dan is een aanpak gericht op de jongste verdachten het meest effectief, zeggen onderzoekers van het Korps Landelijke Politiediensten op basis van een analyse van politiegegevens. Want jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar plegen relatief veel misdrijven maar zijn nog beter te beïnvloeden dan verstokte veelplegers. De onderzoekers constateren ook dat het aantal geweldsmisdrijven tegen personen voor elke leeftijdsgroep even groot is. Daarom zijn geweldsdelicten kennelijk geen type misdrijf dat alleen op jonge leeftijd wordt gepleegd en waarmee men op oudere leeftijd stopt. Beïnvloeding door voorlichtingscampagnes of het aanspreken van ouders zal volgens de onderzoekers dan ook weinig effect hebben, terwijl een persoonsgerichte aanpak meer voor de hand ligt. Het CCV ziet kansen voor het versterken van de regierol van de gemeente bij de preventie van criminaliteit onder jongeren en bij het terugkeren in de samenleving van jongeren die in detentie hebben gezeten. De Veiligheidshuizen kunnen daarbij een cruciale rol spelen. In 2011 werd door het Bureau voor Toegepast
Veiligheidsonderzoek vastgesteld dat de Veiligheidshuizen bijdragen aan verbeteringen op leefgebieden van veelplegers en daardoor ook aan de daling van recidive in deze groep. Volgens recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum zijn er overigens wel structurele sekseverschillen te zien in criminaliteit onder Nederlandse jongeren. Minder meisjes dan jongens plegen delicten, ongeacht het type delict. Ook plegen meisjes minder overtredingen dan jongens. In interventies die in Nederland ingezet worden om delinquente meisjes te behandelen, krijgen volgens het onderzoek gedragsproblemen, een riskante leefstijl, een risicovolle opvoedingssituatie en de situatie op school redelijk veel aandacht. Maar andere relevante factoren worden over het hoofd gezien: zo hebben de verschillende interventies weinig tot geen aandacht voor mentale gezondheid (angst, depressief gedrag en suïcidaliteit), traumatische gebeurtenissen en seksueel gedrag. Er zijn in Nederland ook geen door de Erkenningscommissie goedgekeurde aanpakken die specifiek zijn ontwikkeld voor meisjes. Wel kunnen interventies zoals Multisysteem therapie, Nieuwe perspectieven bij terugkeer, Multidimensional treatment foster care en Workwise goed toepasbaar blijken op meisjes. Geheel nieuwe interventies lijken dan ook niet direct noodzakelijk.
INNOVATIEVE PRAKTIJKTOEPASSINGEN De Nederlandse veiligheidspraktijk innoveert voortdurend. Het CCV signaleerde in 2011 verschillende opmerkelijke praktijktoepassingen. Hoewel over de effectiviteit van dit soort aanpakken nog weinig bekend is, kunnen de eerste ervaringen wel inspiratie bieden voor het (door)ontwikkelen van nieuwe effectieve aanpakken. DRUGSHONDEN IN DE HORECA Cafébezoekers in Enkhuizen, Hoorn en Medemblik kunnen geconfronteerd worden met ‘levende detectiepoortjes op vier poten’: drugshonden bij de toegangsdeuren van de cafés. De bezoeker die wordt betrapt op drugsbezit krijgt een toegangsverbod tot het uitgaansgebied van drie tot zes maanden.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
10-12
versie
15-08-2011
STUDENTENWONINGEN MET SPRINKLERS
POLITIEKIDS
In 2011 is de eerste studentenwoning met sprinklerinstallatie in Europa gerealiseerd. Het gaat om sprinklerinstallaties in 1000 containerwoningen aan de Wenckebachweg in Amsterdam.
In de Amsterdam zijn in 2011 de eerste politiekids geïnstalleerd. Kinderen tussen 7 en 10 jaar worden uitgenodigd om mee te helpen met acties van de politie, bijvoorbeeld door automobilisten aan te spreken bij gevaarlijke kruispunten of mensen op het station te waarschuwen voor zakkenrollers. Jeugdige overlastgevers of criminelen zien de politie eerder als vijand dan als vriend. Het is de bedoeling dat politiekids een positief beeld krijgen van wat de politie doet. De politie wil daarnaast al goede contacten opbouwen met jongere buurtkinderen, voordat ze de lastige leeftijd bereiken.
SCREENING AAN DE POORT De gemeente Utrecht is als eerste in Nederland gestart met het screenen van overlastgevende huurders met als doel hen – in het uiterste geval - uit huis te zetten. Het screenen van toekomstige bewoners gebeurt al sinds de jaren negentig in verschillende gemeenten, waaronder ook Utrecht. Maar dat van al zittende overlastgevende bewoners een dossier wordt opgebouwd om ze in het uiterste geval te kunnen uitzetten, zoals in Utrecht gebeurt, is nieuw. TAXI’S TEGEN OVERVALLEN De Rotterdamse Taxi Centrale is een proef gestart met taxi’s die zijn uitgerust met een camera op het dak voor een 360 graden-beeld en borden die bij onraad de tekst ‘help’ laten zien. Pinapparaten, die ook in Amsterdamse taxi’s zijn geïnstalleerd, moeten taxichauffeurs een minder aantrekkelijk doelwit maken. Volgens de taxibranche zijn chauffeurs vaker slachtoffer dan dader van geweld. STRAFFEN IN DE WIJK In 2011 heeft het Openbaar Ministerie samen met de Raad voor de kinderbescherming in Amsterdam een nieuwe aanpak van taakstraffen beproefd: het ‘straffen in de wijk'. De achterliggende gedachte is dat je jongeren moet straffen en tegelijk toekomstperspectief moet bieden. Tijdens de werkstraf moeten de jongeren onder meer grondig een aantal straten en binnentuinen schoonmaken in de buurt waar zij zelf wonen. Daarnaast worden zij gemotiveerd om na hun straf deel te nemen aan wijkactiviteiten. De ouders van de jongeren worden, onder andere via huisbezoeken voorafgaand aan de straf, betrokken bij de uitvoering van de werkstraffen.
WEESJES VOOR SLACHTOFFERS VAN FIETSDIEFSTAL De Rotterdamse gemeenteraad wil weesfietsen weggeven aan slachtoffers van fietsendiefstal. Slechts een klein deel van de honderden fietsen die jaarlijks van de straat worden gehaald omdat ze ergens staan waar dat niet mag, wordt opgehaald door de eigenaren. Het initiatief om weesfietsen een tweede leven te gunnen, is onderdeel van een groter plan om fietsendiefstal tegen te gaan. Meer gratis bewaakte fietsstallen en meer fietsendieven oppakken horen daar ook bij. BOMMEN EN VOORLICHTING TEGEN MENSENHANDEL De Nationale Recherche zette in 2011 voor het eerst een Sms-bom in om klanten van prostituees te waarschuwen voor mensenhandel achter de escortbureaus waarvan zij gebruik hebben gemaakt. Ook zijn websites van verdachte escortbureaus gesloten. De politie heeft receptionisten en kamermeisjes in 2011 lesgegeven in het herkennen van prostituees die mogelijk slachtoffer zijn van mensenhandel. De politie geeft tijdens de workshop informatie over verdachte signalen zoals: Oost-Europese vrouwen van 20 tot 30 jaar die voor langere tijd een kamer boeken, een vrouw die de hele dag in haar kamer verblijft, en boekingen door een man die haar paspoort in zijn bezit heeft.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
11-12
versie
15-08-2011
TOEKOMSTVERWACHTINGEN Hoewel trendanalyse zich primair bezighoudt met de actualiteit van nu, worden er ook nog wel eens voorspellingen voor de toekomst uit afgeleid. Hieronder zet het CCV enkele opvallende toekomstverwachtingen op een rij.
De afdeling Conformiteitsschema’s van het CCV beheert en ontwikkelt de kwaliteit van regelingen op het gebied van onder meer brandblussystemen en brandmeldinstallaties. Nieuwe ontwikkelingen in brandveiligheid en brandpreventie worden daarbij nauwlettend gevolgd. INTERNETCRIMINALITEIT
TOEZICHT Zo wordt wel voorspeld1 dat toezichthouders steeds vaker gedwongen zullen worden om verantwoording af te leggen na incidenten. Risicoperceptie en -analyse zullen in het handhavingsbeleid meer aandacht krijgen en er zal vaker worden gevraagd om naming & shaming en naming & faming. Toezicht op wat zich op internet afspeelt wordt een nieuwe uitdaging. Toezicht wordt daarnaast internationaler georiënteerd en burgerparticipatie zal – mede met het oog op het terugdringen van toezichtslasten - verder toenemen. Het programma Nalevingsexpertise van het CCV verzamelt, ontwikkelt en verspreidt gedragswetenschappelijke kennis en praktisch toepasbare instrumenten over regelnaleving. Daarbij is speciale aandacht voor de rol van toezicht en handhaving, bijvoorbeeld met het oog op de professionalisering van het handhavingsvak en de effectieve communicatie over regels en hun handhaving. BRAND Volgens het Brandpreventieforum2 zijn watermistsystemen, zuurstofreductie, en brandventilatie in woningen preventiemaatregelen die in de toekomst steeds belangrijker worden. Watermistsystemen, waarbij waterdruppels worden verdampt om zuurstof bij de brand te verdrukken, kunnen bijvoorbeeld een goede vervanging zijn van sprinklerinstallaties, omdat ze minder schade berokkenen.
1
Website Computerworld3 zette in 2011 zes ontwikkelingen in cybercrime op een rij waarover we ons in de nabije toekomst zorgen moeten maken. Omdat PC’s beter beveiligd worden, richten hackers zich steeds meer op mobiele apparatuur. Daarmee wordt een nieuwe boost gegeven aan smartphonevirussen en aanvallen via tekstberichten. Ook aanvallen op intelligente netwerken, zoals slimme energiemeters, worden steeds meer een realiteit. Daarnaast ligt misbruik van sociale media, zoals identiteitsdiefstal via Facebook of LinkedIn, op de loer. Er zijn al signalen dat de populariteit van cyberstalking en cybertreiteren groeit. Verder kunnen draadloze internetverbindingen in auto’s een geliefder doelwit van hackers worden. En ten slotte belooft de toekomst ons GPS-manipulatie, bijvoorbeeld door het blokkeren of verstoren van GPS-ontvangers. Het programma Veilig Ondernemen van het CCV houdt ontwikkelingen in cybercrime in het oog vanwege veiligheidsrisico’s voor het bedrijfsleven, zoals skimmen. In 2011 hebben nieuwe organen zoals de Cyber Security Raad, de Electronic Crimes Taskforce en – in Europees verband - de International Cyber Security Protection Alliance het levenslicht gezien. Maar de preventie van een groot aantal vormen van internetcriminaliteit staat nog in de kinderschoenen. FINANCIËLE CRIMINALITEIT Nu consumentenacceptatie van elektronisch toonbankverkeer in waarde en omvang toeneemt, lijkt de overgang naar een contantarme of zelfs contantloze detailhandel
Rob Velders, Introductie in toezicht en handhaving, Boom Lemma, Den Haag, 2011.
2
http://pressrelease.perssupport.nl/pressrelease/detail.do?pressId=50623&type=toda y&searchKey=1c1fa9e8-23b3-11e0-b19b-a5fb127ab0a6&languageId=NL&pageIndex=1.
3
http://computerworld.nl/article/12936/6-nieuwe-kansen-voor-cybercriminelen/.
CCV Infosheet
pagina
Halfjaarbericht trendanalyse 2011-1
12-12
versie
15-08-2011
in gang gezet. Dat constateert Regioplan4 in een onderzoek dat in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en Detailhandel Nederland is uitgevoerd onder ondernemers in midden- en kleinbedrijf, grootwinkelbedrijf en het ondernemerspanel van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. De ondervraagde ondernemers zijn ook positief over de betaalmiddelen in hun bedrijf en hebben – onder meer vanwege het risico van overvallen - een voorkeur voor meer elektronische betalingen. Toch denkt zeventig procent van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf dat er altijd contant geld in de detailhandel in omloop zal zijn. En een derde van de ondervraagde ondernemers heeft naar eigen zeggen nog geen actie ondernomen om pinnen in de winkel te stimuleren. Het CCV publiceerde in 2011 het instrument Aanpak overvallen, dat bestaat uit een stappenplan om een lokale aanpak overvallen te ontwikkelen, een overzicht van de daarbij betrokken partijen en een database met voorbeelden van preventiemaatregelen. Het beperken van de aanwezigheid van contant geld in winkels kan een bijdrage leveren aan de strijd tegen overvallen.
MEER WETEN? Het Halfjaarbericht trendanalyse is een selectie uit de tientallen signalen van trends die het CCV gedurende het jaar verzamelt. Omwille van de leesbaarheid zijn bronverwijzingen zeer beperkt gehouden. De volledige literatuurverwijzingen zijn opvraagbaar bij het CCV via
[email protected]. Kijk voor meer actuele informatie op www.hetccv.nl/trends of mail naar
[email protected].
4
Lars Heuts en Anet van Schijndel, Naar een contantloze detailhandel, Regioplan / Hoofdbedrijfschap detailhandel / Detailhandel Nederland, Amsterdam / Den Haag / Leidschendam, 2011.