Magazine
Editie zomer 2015
Het vakblad voor Informatiemanagers • Uitgave van DocumentWereld
Haarlem deelt ervaringen e-Depot Privacywetgeving aangehaald Sturen op resultaat de norm
En verder: Goed informatiebeheer betekent over de muur durven kijken
Doxis Magazine • zomer 2015
INHOUD e-Depot Noord-Hollands Archief:
4
Pilot uitplaatsing digitaal archief
gemeente Haarlem pakt goed uit
Column Dick de Vries
9
Concept selectielijst gemeenten: lust of last?
Sylvia Bakker-Kempen, een bevlogen archivist:
10
4
Bewustzijn van het belang van archivering langzaam proces
Geen organisatie ontkomt er aan: Veranderende EU-privacywetgeving stelt
14
veel organisaties voor dilemma
Diensten met resultaat in plaats van uren:
20
Agenda
23
9
14
10
20
Resultaten koppelen aan meetbare KPI’s
Colofon Adresgegevens Doxis Loire 126 2491 AJ DEN HAAG 070-3177172 www.doxis.nl
[email protected]
Redactie John de Waard, Tekstschrijven als passie
Twitter @DoxisInformatie Volg Doxis ook op LinkedIn en Facebook
Opmaak en beeldredactie Kaijer Vormgeving, Schermerhorn
Eindredactie Max Beekhuis (Doxis) Geraldine Scholten (Doxis)
Realisatie Vakwereld Postbus 101 1260 AC Blaricum 087 -8742062
Productie Deze uitgave is geproduceerd op papier, digitaal gepubliceerd voor e-readers en de artikelen zijn te vinden op www.documentwereld.nl en www.doxis.nl. Auteursrechten Vakwereld
De Praktijk Pilot ‘uitplaatsing digitaal archief gemeente Haarlem’ wijst uit:
e-Depot Noord-Hollands Archief voorziet in behoefte Er zijn best nog wel wat hindernissen te nemen, maar de eerste ervaringen uit de pilot van de gemeente Haarlem met het uitplaatsen van haar digitaal archief naar het e-Depot van het Noord-Hollands Archief, zijn zeker positief. Eind vorig jaar
werd de afsluitende bijeenkomst georganiseerd en uit het grote aantal nieuwsgierigen dat daarop afkwam blijkt dat ook elders grote belangstelling voor deze ontwikkeling is.
In 2014 hebben de gemeente Haarlem en het Noord-Hol-
ness case is uitgewerkt die inzicht verschaft in de kosten
gitaal archief gemeente Haarlem’. Uitplaatsen betekent in
directeur Noord-Hollands Archief: ‘Het e-Depot is een
lands Archief samen gewerkt aan de pilot ‘uitplaatsing didit verband het door een derde partij laten uitvoeren van het archiefbeheer. Tijdens de pilot is een deel van het digitale archief van de gemeente Haarlem opgenomen in het e-
Depot van het Noord-Hollands Archief, waarna een busi-
4
Doxis Magazine • zomer 2015
en baten van een dergelijke uitplaatsing. Lieuwe Zoodsma, digitale ruimte die we beschikbaar stellen aan aangesloten overheidsorganisaties om hun digitaal archiefmateriaal in
op te slaan. Het gaat daarbij niet alleen om de pure opslag, maar ook om de technieken, de processen en de procedu-
heidsorganisaties afzonderlijk van elkaar een complex en kostbaar e-Depot ontwikkelen. Wij werken daarom nauw
samen met andere Regionale Historische Centra en het Nationaal Archief. Zo maken we bijvoorbeeld gebruik van de technische e-Depotvoorziening van het Nationaal Ar-
chief. Dat wil zeggen: zij beschikken over een digitale bewaarplaats die wij gebruiken. Het Nationaal Archief levert
de hard- en softwareservices, de technology watch (m.a.w. ziet er op toe dat op langere termijn aan de technische eisen wordt voldaan), de preservering van digitale bestanden en
de technische helpdesk. De processen en procedures bin-
nen ons e-Depot, zoals bijvoorbeeld een helder en duidelijk omschreven overdrachtsprotocol, regelen wij als NoordHollands Archief zelf in.’
Pilot gemeente Haarlem Zoals gezegd is de gemeente Haarlem een eerste pilot aangegaan, samen met het Noord-Hollands Archief, met als eerste doel om te kunnen leren van de ervaringen en
ten tweede om meer inzicht te krijgen over nut, noodzaak, kosten en baten. Klaartje Pompe, implementatiemanager eDepot bij het Noord-Hollands Archief: ‘Deze pilot heeft
enorm bijgedragen aan de opbouw van kennis over het eDepot en de rol van het Noord-Hollands Archief. Omdat we alles stap voor stap hebben doorlopen en steeds in nauw contact stonden met Haarlem, hebben we intern veel ken-
‘Deze pilot heeft enorm bijgedragen aan de opbouw over kennis.’ (Klaartje Pompe)
res die ervoor zorgen dat de kwaliteit en authenticiteit van
nis opgebouwd. De ondersteuning van Archief 2020 heeft
blijven.’
met anderen via website, workshops, presentaties en andere
digitaal archiefmateriaal voor een lange periode behouden
Samenwerken ‘Het ontwikkelen van dit e–Depot doen we niet alleen’, gaat
Zoodsma verder. ‘Het is ondoenlijk en onwenselijk als over-
ons in staat gesteld gedurende de pilot, informatie te delen
bijeenkomsten. Alle reacties die we hebben gekregen heb-
ben we geprobeerd zoveel mogelijk te verwerken, zodat we kunnen stellen dat deze pilot uiteindelijk een breed gedragen project is geworden.’
zomer 2015 • Doxis Magazine
5
2. Deze manier van uitplaatsen moet als nieuwe dienst van het Noord-Hollands Archief worden uitgewerkt.
3. De opgestelde criteria (ED3 2.0) zijn nuttig als kwali-
teits- of acceptatiecriteria maar dienen nog te worden aangevuld ten aanzien van uitplaatsing. Deze criteria
gaan vooralsnog alleen over het e-Depot, maar niet -
of veel minder - over de diensten eromheen, zoals uitplaatsing.
4. Het aansluiten op het e-Depot is nog niet zo eenvou-
dig en vergt veel inspanning van zowel de archiefvor-
mer als van de archiefdienst. Een nauwgezet voorbereidingstraject is daarom een eerste vereiste.
5. Het e-Depot onderscheidt zich door preserverings-
functionaliteit, waaronder formaatherkenning en daarmee ook de technology watch.
Aanvulling op de leerpunten:
Informatie in een e-Depot opslaan en beheren is één ding, zorgen dat alle stakeholders die informatie kunnen inzien
waar ze rechtens toe gemachtigd zijn, is weer een heel ander ding. Zoodsma: ‘De archiefvormer bepaalt zelf de toegan-
kelijkheid van de archiefinformatie. In het overdrachtsprotocol is opgenomen dat de archiefvormer de openbaarheid met onze adviseurs bespreekt en eventueel aanpast voor-
Lieuwe Zoodsma Foto: Paul Maessen
Leerpunten
dat het wordt opgenomen in het e-Depot. De mate van openbaarheid wordt in de metadata vastgelegd. De tech-
niek van het e-Depot zorgt, aan de hand van de metadata, automatisch voor de naleving van de (beperkte) mate van openbaarheid.’
Natuurlijk valt er veel te leren uit een dergelijke proef.
Ook de waarborging van de kwaliteit van het e-Depot zal
ma. ‘Het gaat er eerst en vooral om naar de achterban dui-
maakt gebruik van het ED3 toetsingskader om die kwa-
‘Dat is ook een belangrijk doel van deze pilot’, aldus Zoods-
delijk te maken wat een e-Depot is en wat het kan betekenen nu en in de toekomst voor het duurzaam digitaal (laten) archiveren. En ten slotte, hoe je dat het beste kunt
aanvliegen. Want zoals al in de inleiding gemeld: er zijn best wat hobbels te nemen.’
Belangrijke leerpunten zijn volgens de initiatiefnemers:
1. De toegang tot het e-Depot regelen voor zowel ambtenaren als burgers.
6
Doxis Magazine • zomer 2015
blijvende aandacht vragen. Het Noord-Hollands Archief
liteit te borgen. Periodiek worden audits uitgevoerd om te zien of nog steeds aan die criteria wordt voldaan, maar dan nog zeggen deze criteria weinig over de dienstverlening er omheen.
Er moeten nog afspraken worden gemaakt en waar nodig bestaande afspraken worden aangepast om de bij het
Noord-Hollands Archief aangesloten overheidsinstanties en Gemeenschappelijke Regelingen in de gelegenheid te
stellen aan te sluiten op het e-Depot. Pompe: ‘De bedoeling
pier en digitaal, maar het Noord-Hollands Archief maakt
in stand te houden. Afspraken over digitale opslag in het
kosten van het Nationaal Archief en de kosten voor beheer,
is om bestaande Dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s)
e-Depot, worden straks in een aparte DVO opgenomen, als
geen winst op de dienst uitplaatsing en overbrenging. De
helpdesk en onderhoud door het Noord-Hollands Archief,
‘Ook al zitten er mitsen en maren aan de berekening, de verhouding blijft gelijk.’ (Lieuwe Zoodsma) aanvulling op de bestaande DVO. Ook daar gaat nog wel
worden direct doorbelast aan de afnemende organisatie.
nog met een hybride situatie zitten: zowel papier als digi-
orde van grootte liggen van ca. 1600 euro per terabyte per
even wat tijd in zitten. Vooral omdat de nodige instanties
taal. Die adviseren wij om zo snel mogelijk naar een situatie
Prijzen voor deze opzet zijn indicatief, maar zullen in de
te gaan waarbij digitaal leidend is. Eén vorm van archiefmateriaal is namelijk een stuk eenvoudiger om bij elkaar te houden, te beheren en toegankelijk te maken.’
Is alles eenmaal digitaal en is het materiaal rijp om te worden overgedragen aan het Noord-Hollands Archief, dan kan volgens het overdrachtsprotocol stap voor stap worden
toegewerkt naar een zorgvuldige en duurzame overdracht. Mirjam Bakker, adviseur digitale informatie bij het Noord-
Hollands Archief: ‘Zo is het duidelijk welke acties een archiefvormer moet ondernemen en welke inspanningen hij
kan verwachten van het Noord-Hollands Archief. Onder die procedurele stappen bevinden zich voor de hand lig-
gende zaken, zoals inzicht in archiefmateriaal. Maar hoe staat het met de digitale ondertekening, vervanging, het
opstellen van een metadataschema, digitaal werken en het aansturen van (digitale) processen? Allemaal belangrijke aspecten die van belang zijn voor en invloed hebben op het
geordend afleveren van overdraagbare archieven aan het eDepot. Een goed eindresultaat staat of valt met een goed voortraject.’
Kosten en baten Niet geheel onbelangrijk in de pilot, was het verkrijgen van
inzicht in de kosten en baten van het (gebruik van het) eDepot. Zoodsma: ‘In principe gaan we qua opzet uit van hetzelfde model voor het beheer en beschikbaarstelling van
een papieren archief. Natuurlijk is er wel een verschil in pa-
zomer 2015 • Doxis Magazine
7
jaar voor uitplaatsing. Daar kan nog verandering in komen
Dit komende jaar gaat het Noord-Hollands Archief verder
mende periode nog zullen opdoen.’
dat zijn de provincie Noord-Holland en de Milieudienst
uiteraard, gebaseerd op de praktijkervaring die we de ko-
Er zijn drie modellen bekeken door de gemeente Haarlem,
om te achterhalen welke optie het best en het voordeligst is. Kort samengevat: model 1 gaat uit van het zo snel mogelijk
in een e-Depot plaatsen van informatie, direct bij ontvangst
van de informatie. Model 2 gaat uit van het eerst tijdelijk plaatsen van informatie in het DMS, zolang deze nog actief
wordt gebruikt en uitplaatsing naar het e-Depot gebeurt
pas als de zaak is afgedaan. De ambtenaar die ermee werkt,
op de ingeslagen weg en is gestart met twee nieuwe pilots; IJmond. De ambitie is om in 2016 30% van de bij ons aan-
gesloten partners aan te hebben gesloten op het e-Depot. In 2017 moet dat 60% zijn en in 2018 ten slotte zou ie-
dereen moeten zijn aangesloten. Zoodsma: ‘We maken met elke aangesloten partner heldere afspraken over het voor-
bereidingstraject op het e-Depot. Op basis hiervan kan ook een inschatting worden gemaakt van het beste moment van aansluiting.’
merkt dus helemaal geen verschil. En model 3 ten slotte,
Het worden spannende en drukke tijden voor het Noord-
van Haarlem uit naar voren, dat het model met het oor-
Zoodsma is er van overtuigd dat deze nieuwe weg, nieuwe
gaat uit van een eigen e-Depot. Daar kwam voor de situatie spronkelijke idee van uitplaatsing (model 2) verreweg het
voordeligst is. Zoodsma: ‘Ook al zitten er mitsen en maren
Hollands Archief en er moet nog veel gebeuren, maar kansen biedt. Voor alle partijen.
aan de berekening, die gelden voor alle drie de opties, dus de verhouding tussen de verschillende modellen blijft wel
gelijk. De afnemer van de diensten, in dit geval Haarlem, heeft dus het meeste belang bij de optie die het NoordHollands Archief biedt. En hoe eerder, hoe beter…’
8
Doxis Magazine • zomer 2015
Foto’s Noord-Hollands Archief: de beeldmarketeers / Hans Peter Föllmi
Column
Concept selectielijst gemeenten: lust of last? Door: Dick de Vries, professional bij Doxis
Onlangs zijn wij verhuisd. Mijn vrouw vond dat een mooi moment om waardering en selectie toe te passen op de inhoud van onze boekendozen. Ik niet. Mijn vrouw had haar risicoanalyse gemaakt en
geconcludeerd dat het risico van alles bewaren teveel geld kostte: ‘zeker zes nieuwe boekenkasten.’ Ik kwam tot een heel andere risico-
analyse: ‘Je weet nooit of je het nog eens gebruiken kunt.’ Bovendien pasten de boekenkasten prima in mijn kamer… We zijn er uiteindelijk samen uitgekomen zonder selectielijst. Maar had een selectielijst geholpen?
Op 28 januari is de concept-ontwerpselectielijst 2016 voor gemeenten en intergemeentelijke organen gepresenteerd door de VNG.
Twee zaken springen er wat mij betreft uit:
• 20 jaar na PIVOT gaan gemeenten nu ook procesgericht waarderen en selecteren
• Iedere gemeente en intergemeentelijk orgaan wordt geadviseerd een systeem-, trend- en/of
risicoanalyse te maken, in aansluiting bij de landelijke analyses.
In het veld hoor ik veel geluiden dat dit weer extra werkt betekent voor de DIV-afdeling en de archivaris. Ik vind die klacht niet terecht. De nieuwe selectiemethodiek biedt juist een mogelijkheid om het gesprek over selectie en waardering van informatie opnieuw te voeren in uw organisatie. Want wat zijn nu eigenlijk de risico’s van te kort (of
te lang) informatie bewaren volgens de proceseigenaren van uw organisatie? Heeft uw bestuur zicht op informatieknooppunten en ketenarchivering? En weet elke archivaris hoe hij/zij de lokale/ regionale samenleving het beste
kan documenteren?
Over de concept-ontwerpselectielijst zoals die er nu ligt is al veel gezegd. De grote hoeveelheid vragen zal vermoedelijk leiden tot een flink aantal wijzigingen. Maar welk eindproduct er ook uit de bus komt, wij staan voor de taak
om in onze eigen organisatie(s) opnieuw het gesprek te voeren over selectie en waardering met alle relevante partijen. We waarderen en selecteren immers niet voor onszelf, maar voor overheidsorganen, de recht- en bewijszoekende burger en voor historisch onderzoek.
Het is bijna een open deur om daarbij te benadrukken dat het gesprek vooral moet gaan over digitale informatie en
de systemen waarin deze informatie beheerd wordt. Persoonlijk heb ik dat gesprek met mijn vrouw vermeden. Onze
laptop loopt bijna vast door de grote hoeveelheid data, maar neemt in ons huis niet zo veel ruimte in beslag. En om mijn boekenkasten te kunnen financieren moet de laptop nog een tijdje meegaan…
De zes boekenkasten zijn er uiteindelijk gekomen. De neerslag van haar en mijn vroege (studie)processen is daarin
opgenomen, de neerslag van ons gezamenlijk (huwelijk)proces is elders in huis opgeborgen. Het was een risicoafweging die ik gemakkelijk kon maken, er is nog ruimte voor zeker 20 boeken. Digitaal ligt er nog heel veel werk te wachten, ik heb met haar afgesproken dat we dit gezamenlijk gaan oppakken.
zomer 2015 • Doxis Magazine
9
Politiek & Archief Sylvia Bakker-Kempen: bevlogen archivist
‘Bewustzijn van het belang van archivering is een langzaam proces’ Hoe intrigerend kan het zijn om
als archivaris voor een fractie in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal te werken? Een archivist kan daar een toegevoegde waarde heb-
ben. Sylvia Bakker werd altijd al geintrigeerd door de interactie tussen
openbaar bestuur en de uitvoering op het gebied van vastlegging van informatie in de juiste context en
met de juiste ontsluiting via daarvoor geschikte systemen.
Sylvia Bakker-Kempen in de hal van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Bakker: ‘Bestuurders hebben belang bij het vastleggen van
de juiste informatie. Het is een kwestie van belangen in balans (zie kader), zoals onlangs is gepresenteerd in een
impact van de juiste informatie op de juiste plaats bij de juiste mensen, nu en in de toekomst.
nieuwe handreiking van het Nationaal Archief.’ Bakker
‘De rol van de archivaris, of hoe we die functie straks ook
digital archiving en fungeert daarbij een enkele keer als ses-
bracht. Dat zijn mensen die met de juiste kennis en erva-
bezoekt congressen en symposia betreffende het vakgebied sievoorzitter. Ze is duidelijk bevlogen en geboeid door de
10
Doxis Magazine • zomer 2015
willen noemen, kan wat prominenter in beeld worden ge-
ring beschikken over de helicopterview die nodig is om het
kaf van het koren te scheiden. Om relevante informatie van
matie kunnen zien, lezen, gebruiken en ‘meenemen’ op hun
ten leiden door de waan van de dag.’ Die ‘drive’ probeert ze
belang van de gebruiker ligt niet zo zeer bij het feit dat
de minder relevante te onderscheiden, zonder zich te la-
voor het voetlicht te brengen. ‘Omdat het van belang is voor onze toekomstige informatievoorziening.’
‘In de praktijk is er een kloof tussen het gebruik van informatie en het gestructureerd vastleggen ervan.’
iPad, in e-mail, op social media, via internetsites etc. Het de relevantie van bepaalde informatie wordt vastgelegd. En dat van alle relevante informatie ook op een goede manier
de metadata worden vastgelegd samen met het hoe, wat en waarom – de context - van de informatie. Dat is echter wel
noodzakelijk om er op langere termijn te kunnen vertrouwen dat die informatie authentiek, bereikbaar en volgens
een bepaalde logica beschikbaar is. Dáár ligt dus de rol van de archivaris. En zelfs dan kun je nog discussies hebben of iets werkelijk relevant zal blijken te zijn in de toekomst.’ Archiveren is niet hetzelfde als opslaan ‘ICT’ers hebben verstand van infrastructuren en de opslag-
Snelle ontwikkelingen Er is in de afgelopen decennia ontzettend veel veranderd
in de manier waarop – ook in de politiek – wordt gecom-
municeerd. Zowel intern als naar buiten. Bakker: ‘Dat heeft direct zijn weerslag op de manier en mogelijkheden om die informatie en de daaraan gerelateerde processen vast te leggen. En om die informatie te gebruiken. In de praktijk is
er een kloof tussen het gebruik van de informatie en het
vastleggen ervan volgens een bepaalde structuur. Voor de
gebruikers geldt heel pragmatisch: zolang het er maar is. Het gaat ze er in de praktijk vooral om, dat ze de infor-
systemen. Archiefvormers en Informatiebeheerders selecteren en vernietigen de juiste data om in de toekomst een
goed beeld te kunnen hebben van deze tijd. Voor het beheer
en behoud van de gegevens worden deze op termijn overgedragen naar een archiefbewaarplaats. In de Archiefwet is de termijn voor overbrenging vastgesteld op 20 jaar. De
informatie is dan in principe openbaar. Voordat er sprake is
van de overdracht naar een archiefbewaarplaats (e-depot), kan de informatie al veelvuldig zijn gebruikt of juist niet. Wat ik al eerder aangaf, in 20 jaar is er zoveel veranderd in
de manier waarop we informatie creëren, hoe we die delen en hoe we daarmee omgaan.
zomer 2015 • Doxis Magazine
11
De digitale opslag vraagt er soms ook om andere keuzes te
lijke ontwikkelingen. Daarvoor heb je specifieke kennis en
den. We zitten in een belangrijke overgangsperiode en dat
de dag is iemand die kan inspireren en motiveren; iemand
maken voor het gebruik en vastleggen van de bronbestanmaakt mijn werk zo interessant.
Koppelingen en samenhang Bakker ziet overigens het belang van goede ICT in. ICT’ers zijn in staat de technische koppelingen tussen diverse in
gebruik zijnde systemen en de samenhang tussen zowel systemen als daarin voorkomende informatie te realiseren.
Het draait volgens Bakker vooral om een proces van be-
wustwording. ‘Je moet je bewust zijn van het belang van een goed gedocumenteerd archief rondom voorbereiding
en besluitvorming in het openbaar bestuur. Dat soort processen gaan vaak langzaam. Duidelijkheid scheppen over
wie, wat, waar, waarom en hoe is cruciaal. Vooraf moeten de
verwachtingen naar alle betrokkenen duidelijk zijn, voor nu
en voor later. Het uiteindelijke doel van doordacht informatiebeheer is een weerslag te geven van de maatschappe-
12
Doxis Magazine • zomer 2015
vaardigheden nodig. De rol van de archivaris van vandaag
die over de muur durft te kijken, durft van de gebaande paden af te gaan en over overtuigingskracht heeft om andere belanghebbenden te laten inzien dat goed informatiebeheer al begint bij het ontstaan van informatie.’
‘Je moet je bewust zijn van het belang van een goed gedocumenteerd archief rondom voorbereiding en besluitvorming in het openbaar bestuur.’
‘Belangen in Balans’ In het kader van de belangenafweging die ook Sylvia
Bij deze gelegenheid maakten de aanwezigen tijdens een
king waardering en selectie archiefbescheiden in de digi-
uit de handreiking: de hotspotmonitor. Dit instrument is
Bakker steeds weer tegenkomt, werd onlangs de handreitale tijd gepresenteerd. Hoe bepaalt een (overheids)orga-
nisatie welke informatie bewaard moet blijven en welke
vernietigd moet worden? En hoe houd je daarbij rekening met de verschillende belangen bij overheidsinformatie?
Onlangs kreeg Marjan Hammersma – directeur-generaal Cultuur en Media van het ministerie van OCW – de primeur met het antwoord. Zij ontving uit handen van de
live-demo nader kennis met een van de drie instrumenten bedoeld om langdurig te bewaren informatie aan te wijzen; informatie die te maken heeft met een gebeurtenis of
kwestie die tot maatschappelijke beroering leidt of heeft geleid. Daarmee wordt invulling gegeven aan de uitzon-
deringsgrond in het Archiefbesluit (art. 5E) die ruimte
biedt om meer te bewaren dan in de selectielijst is bepaald.
algemene rijksarchivaris Marens Engelhard digitaal het
Als voorbeeld werd een aantal praktijkgevallen aangedra-
waardering en selectie van archiefbescheiden in de di-
oorzaakt, waren de meningen vrijwel eensgezind. Dit is
eerste exemplaar van Belangen in balans; handreiking gitale tijd.
De handreiking beschrijft hoe een departement, dienst of agentschap in het digitale tijdperk op een verantwoorde
manier invulling kan geven aan waardering en selectie van archiefbescheiden. Bij digitale informatie is de crux dat
informatie geselecteerd wordt op het moment van creatie. Marjan Hammersma merkte daarbij terecht op dat waardering en selectie een permanent proces zijn geworden.
gen. Over de schade die gaswinning in Groningen ver-
een ware hotspot. Deze maatschappelijke discussie verdient het bewaard te blijven, volgens het aanwezige pu-
bliek. Bij de tweede hotspot waren de meningen verdeeld. Nu speelde de vraag of de discussie rond het gebruik van de onderdoorgang van het Rijksmuseum wel of geen hotspot was. Daarmee bewees de hotspotmonitor direct zijn
nut. Het loont om geregeld aan de hand van de hotspotmonitor met elkaar te bespreken welke archiefbescheiden blijvend bewaard moeten worden.
zomer 2015 • Doxis Magazine
13
EU-privacyverordening
Privacygevoelige informatie voortaan verplicht strak onder controle:
Veranderende EU privacywetgeving stelt veel organisaties voor dilemma Het lijkt allemaal abracadabra, die nieuwe EU privacyverordening: de EU General Data Protection Regulation (GDPR), maar in gewoon Nederlands komt het erop neer dat het verzamelen, het gebruik en de opslag van persoonlijke en/of ge-
voelige informatie nog scherper ‘in de gaten wordt gehouden’. Een van de meest ingrijpende wijzigingen is de verplichting om privacygevoelige data te verwijderen op verzoek, wanneer deze niet meer nodig is voor bedrijfstaken. Dat verzoek kan
komen van de betrokkene (geregistreerde persoon) dan wel van de toezichthouder, het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) die beide een deel van het toezicht hebben toebedeeld gekregen.
Nu is ‘niet meer nodig voor bedrijfstaken’ ook een rekbaar
den, was er een bommelding. ‘Safety first’ zullen we maar
dan maar te bewaren, want je weet nooit’. De komst van
wil om te komen was blijkbaar zo groot, dat uiteindelijk
begrip. Voor veel bedrijven en organisaties reden om ‘het de GDPR moet ertoe leiden dat wanneer een bezoekje - al
dan niet virtueel - wordt gebracht, een organisatie heel goed moet kunnen uitleggen waarom (met) bepaalde gegevens
worden verwerkt (wordt gewerkt). Aangezien de boetes per
overtreding kunnen oplopen van 250.000 euro als ‘starter’
zeggen. Daardoor was een aantal mensen wat laat, maar de
toch een grote groep geïnteresseerden uit diverse vakgebieden aanwezig was. Allemaal waren ze getriggerd door het
aanstaande fenomeen: de nieuwe privacyverordening van de EU, die op handen is.
tot 100 miljoen euro, zijnde 2% van de bruto (wereldwijde)
Uitdaging
duiken. En dat was de aanleiding voor Somio en Xillio om
maal duidelijk wanneer dan wel, maar volgens de deskundi-
jaaromzet van het bedrijf. Reden genoeg om er eens in te
Het is namelijk nog niet zo ver en het is ook nog niet hele-
een seminar te organiseren met juist die veranderingen als
gen, Bas Kruiswijk (Twynstra Gudde) en Maurice Koetsier
thema.
Noem het toeval of niet, maar de dag dat het seminar over
de veranderende privacywetgeving in Utrecht werd gehou-
14
Doxis Magazine • zomer 2015
(KPMG) en privacyjuriste Chloë Baartmans (SURFnet), zal de nieuwe verordening per 1 januari 2016 van kracht worden. ‘Maar, sommigen zeggen januari 2016, anderen
2017 of 2018. Omdat het een Verordening is, is de wetge-
ving direct van kracht zonder dat deze dan nog moet wor-
den geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Daarmee is de Nederlandse wetgeving die niet overeenstemt
met de GDPR ook ongeldig vanaf moment van inwerkingtreding’, aldus Baartmans. Wel resteert er na de aanstaande
inwerkingtreding van deze Europese verordening een overgangsperiode van twee jaar, maar zo’n periode hebben de meeste bedrijven ook hard nodig.
Op dit moment ligt het GDPR voorstel bij de Europese
Raad van Ministers en die hopen voor het zomerreces een aangepaste conceptversie te produceren. Dan zal na het zo-
Chloë Baartmans: ‘Zelfs voor deskundigen moeilijke materie.’
merreces een ‘trilogue’ plaatsvinden tussen de Raad van Mi-
op alle ongestructureerde informatie, laat staan als het gaat
van de GDPR vast te stellen. Baartmans: ‘De verwachting
kers, klanten etc. Kortom, het is een heel lastig onderwerp.’
nisters, het EP en de Commissie om de uiteindelijke tekst is dat deze discussie (mede vanwege uiteenlopende con-
om privacygevoelige informatie van individuele medewer-
ceptteksten van alle drie de EU-organen) nog veel tijd in
Meer stakeholders, meer risico’s
1 januari 2018 in heel Europa de verordening zijn geïm-
tiebeveiliging, Datamanagement en Privacy bij KPMG,
beslag zal nemen. Uiteindelijk, zo is de verwachting, zal per
Maurice Koetsier, specialist op het gebied van Informa-
plementeerd. Toezichthouders kunnen echter direct vanaf
constateert hetzelfde: ‘Bedrijven werken tegenwoordig veel
de datum van inwerkingtreding boetes opleggen. ‘Dat be-
tekent een enorme uitdaging voor alle betrokken CIO’s, privacy officers en informatiemanagers’, aldus Koen van Hoogstraten, principal consultant bij seminar-organisator
samen in een keten, de zg. ‘supply chain’. Dat betekent nog
meer stakeholders en nog minder grip op de totale informatiestroom tussen al die partijen. De risico’s op het ge-
bied van missers nemen daarbij bijna exponentieel toe. Ik
‘Dat betekent een enorme uitdaging voor alle betrokken CIO’s, privacy officers en informatiemanagers.’ (Koen van Hoogstraten) Somio. ‘Want hoe ga je dat organiseren? Hoe zorg je ervoor
raad iedereen aan om eens te kijken op http://www.infor-
dat je grip krijgt op alle privacygevoelige informatie die
mationisbeautiful.net/visualizations/worlds-biggest-data-
waar een ‘vernietigingstermijn’ aan hangt? Natuurlijk heb je
schandalen op dit gebied beschreven. En geloof me, ieder-
wat gebeurt ermee als de vacature is voorzien? In hoeveel
hoog op de prioriteitenlijst bij organisaties in Nederland,
zich ergens in de systemen van uw organisatie bevindt en
sollicitaties digitaal beschikbaar, tijdens de procedure. Maar bestanden en mapjes bevindt zich niet ergens een kopietje
van zo’n bestand? En dat is nog maar een eenvoudig voor-
beeld. Zo zijn er legio voorbeelden te bedenken van persoonlijke en gevoelige informatie die je niet zomaar overal
mag hebben en bewaren. In de praktijk is dat nog veel meer
dan verwacht. Het lukt ons nu al amper om grip te krijgen
breaches-hacks/.com. Daar zie je de grootste datalekken en
een heeft er mee te maken. Niet voor niets staat privacy
zo blijkt uit de Nationale IT-security Monitor voor 2015. Het probleem daarbij is, dat de definitie van persoonlijke
informatie een wel erg groot gebied beslaat. Er is altijd al een bepaalde controversie geweest tussen rechten (individu)
en plichten (organisatie) in hoe om te gaan met persoonlijke informatie. In de kern draait het echter om het recht
zomer 2015 • Doxis Magazine
15
beschermd te worden tegen inbreuk op je persoonlijke gegevens.
van toepassing is, als de wijziging van de Wet bescherming
gegevens verzameld? Is er recht van inzage/wijziging voor
ziging is eind mei door de Eerste Kamer heen gekomen.
Daarbij geldt een aantal principes: Met welk doel worden de betrokkene? Is er sprake van voldoende transparantie?
En is er sprake van voldoende maatregelen ter beveiliging?
persoonsgegevens (Wbp) zijn beslag krijgt. Deze wetswijDaarmee loopt Nederland dus vooruit op de GDPR.
Die principes komen op verschillende wijze in heel veel
Koetsier: ‘Bedrijven in Europa zijn met ingang van de EU-
ondoorzichtiger.’
melden, wanneer sprake is van een datalek.’ Maar wie gaat
wet- en regelgeving voor en dat maakt het juist alleen maar
verordening verplicht om direct aan de toezichthouder te dat nu doen als je weet dat je een enorme boete boven het
Moeilijke materie, weinig grip Voor veel bedrijven is het moeilijke materie. Niet elke organisatie heeft een privacy officer of functionaris gegevensbescherming benoemd, ofschoon er wel steeds meer
komen. ‘Maar zelfs als je ter zake kundig bent, is het nog
hoofd hangt, was direct de reactie uit de zaal. Wie maakt de
beerput open? Baartmans wist daar wel antwoord op: ‘Het
is niet zo dat als je een datalek meldt, je ook direct bestraft
wordt met een boete. Althans, in Nederland, zoals de situ-
atie nu is met de per 1 januarie 2016 veranderende Wet
‘Dat betekent nog meer stakeholders en nog minder grip op de totale informatiestroom tussen die stakeholders.’ (Maurice Koetsier) steeds moeilijk’, aldus Chloë Baartmans, privacyjuriste bij
bescherming persoonsgegevens. Eerst krijg je een bindend
al complex en nu deze EU-verordening erbij komt - die
les om herhaling te voorkomen. Pas bij het niet opvolgen
SURFnet en aanwezig tijdens het seminar. ‘Wetgeving is bovendien geldt boven de Nederlandse wetgeving! - vraag
ik me af in hoeverre bedrijven en organisaties voldoende op de hoogte zijn.’
Nieuw in de EU-verordening is ook de meldplicht voor
datalekken. Een meldplicht die straks na - naar verwachting - 1 januari 2016 voor de Nederlandse wetgeving al
advies over de te nemen maatregelen, aanpassingen en alvan het bindend advies of herhaalde nalatigheid krijg je een
boete.’ Die boete was eerst enkele duizenden euro, volgend jaar stijgt die naar maximaal 810.000 of zelfs naar 10% van de omzet.
Goede omgangsvormen vereist Bewustwording is een cruciale factor in het met succes bestrijden van de risico’s op fouten met gevoelige data, con-
stateert Van Hoogstraten. ‘Het feit dat steeds meer organisaties een specifieke functionaris aanstellen zegt al iets over de bereidheid om er iets aan te doen. Na de grote schanda-
len met WikiLeaks, Edward Snowden en ga zo maar door, wil geen bedrijf worden geassocieerd met ‘onzorgvuldige omgang met persoonlijke informatie’. Het is net als in zo-
veel gevallen als het gaat om beveiliging: de medewerkers
staan aan het begin van het proces. Als die zich er niet van
Maurice Koetsier
16
Doxis Magazine • zomer 2015
bewust zijn over hoe om te gaan met privacygevoelige informatie, dan houdt alles op. Het is echter aan de onderne-
ming zelf om ervoor te zorgen dat die bewustwording er is.
Dat medewerkers weten hoe ze moeten handelen met bijvoorbeeld die sollicitatiebrief, die creditcard gegevens, die
ID-gegevens. Daar moeten procedures voor worden opgesteld, om iedereen te doordringen van het belang van goede omgangsvormen met persoonlijke data. Gewoon standaard vanaf het ontstaan van data rekening houden met alle aspecten van die gegevens, dus ook de privacyaspecten.’ Probleem speelt overal Het probleem speelt overal. Bas Kruiswijk, senior adviseur
Twynstra Gudde heeft zich veel bezig gehouden met de
onderwijssector: ‘Onlangs was er een serieus schandaal in
Bas Kruiswijk
de onderwijswereld waar leerlingengegevens en resultaten
natuurlijk niet! Maar er spelen meer zaken rondom deze
van leermiddelen. Die kon daardoor beter de leermethode
echt weg? Verwijderen met de deleteknop is niet genoeg,
van de leerlingen werden doorgegeven aan een leverancier
per leerling optimaliseren. Een nobel doel, maar dat mag
nieuwe wetgeving. Wanneer is bijvoorbeeld een bestand want weet je ten eerste wel zeker dat het alleen daar was
‘Ik heb het in de praktijk gezien dat daadwerkelijk vensterbanken vol lagen met allerlei examendossiers.’ (Bas Kruiswijk)
zomer 2015 • Doxis Magazine
17
opgeslagen? En ten tweede, voor een techneut is het niet
vatbaar is voor dergelijke risico’s’, aldus Maurice Koetsier.
even los van alle papieren documenten die her en der lig-
om te zien waar de risico’s en knelpunten liggen binnen
zo moeilijk het bestand alsnog naar boven te halen. Nog gen. Ik heb het in de praktijk gezien dat daadwerkelijk
vensterbanken vol lagen met allerlei examendossiers. Om iets te kunnen doen met die privacywetgeving is het dus
‘Dat kan bijvoorbeeld een Privacy Impact Assessment zijn, jouw organisatie. Maar begin eens met een simpele test op je data.’
eveneens nodig dat er wat wordt gedaan aan serieus en goed
Sjoerd Alkema, product manager bij Xillio, specialist in da-
van documentsoorten, werkprocessen etc. Inclusief de pro-
derstreept het nut van een snelle analyse van (delen van)
doordacht documentmanagement, met duidelijke definities cedures over bewaartermijnen, vernietiging en autorisaties. Het is niet alleen een kwestie van iemand aanstellen met
als verantwoordelijkheid te zorgen voor een goed privacybeleid. Dat is wel belangrijk, maar het fundament moet op orde zijn, anders is het dweilen met de kraan open. Privacy is sterk verbonden met de information lifecycle, dus bij alle
levensfases van data en documenten structureel rekening houden met de privacyaspecten.’
Privacy Impact Assessment ‘Er zijn allerlei middelen om te testen of jouw organisatie
18
Doxis Magazine • zomer 2015
tamanagement en mede-organisator van het seminar, onje corporate data. ‘Een simpele scan en analyse op een deel
van de beschikbare data binnen je organisatie, zal aantonen dat het probleem echt veel groter is dan je al dacht.’ Om de daad bij het woord te voegen, liet Alkema een paar direc-
tories van zijn eigen laptop scannen. ‘Met een beetje geluk had een crimineel hier heel snel identiteitsfraude mee kunnen plegen. Mijn creditcard gegevens, mijn BSN-nummer
wat zomaar nog ergens in een document genoemd wordt, zoek nog even verder op LinkedIn en Facebook en je kunt
de identiteit van iemand moeiteloos overnemen. Zo eenvoudig gaat dat….’
DocumentWereld
Document Wereld - Nieuws
- Achtergronden - Agenda
- Bedrijvengids - Video
- Magazines zomer 2015 • Doxis Magazine
19
Diensten in de Markt Richten op kernactiviteiten en sturen op resultaat:
Sturen op resultaat wordt steeds meer de norm De tijd van uurtje-factuurtje is voorbij. Geen eindeloze trajecten meer waarbij maar capaciteit wordt ingekocht zonder dat er duidelijke afspraken zijn over wat er nu eigenlijk moet worden opgeleverd. Wat nu als er een optie is om een ‘resultaat’ in te kopen? Toch gebruik maken van experts die je met raad en daad bijstaan, met als garantie een afgesproken
resultaat tegen een afgesproken prijs. i-Beez, een nieuw label onder de vleugels van Doxis Informatiemanagers, speelt in op deze veranderende behoefte in de markt.
Titia Beuker en Onno de Moor zwaaien de scepter binnen
i-Beez en zien dat de markt wel degelijk behoefte heeft aan het inkopen van expertise. ‘Maar dan niet op de wat meer
traditionele manier van, kort door de bocht, uurtje-fac-
tuurtje voor geleverde handenarbeid’, aldus Beuker. ‘Daar zijn – zeker in overheidsland – niet veel partijen meer in
‘Dat resultaat kun je vervolgens koppelen aan specifieke werkzaamheden en meetbare KPI’s.’ (Titia Beuker)
geïnteresseerd. Hooguit voor wat achterstallig scanwerk en dergelijke. Daar richten wij ons echter niet op. Met i-Beez
proberen we meer strategisch mee te denken met de opdrachtgever en samen te bepalen waar de grote voordelen
liggen. Hoe kun je een bepaald resultaat realiseren? Dat resultaat kun je vervolgens koppelen aan specifieke werkzaamheden en meetbare KPI’s.’ Het sturen op resultaat is overigens in andere delen van de informatiemarkt bepaald
niet ongewoon, schetst Beuker de markt. ‘In de consultancy zie je eveneens dat medeverantwoordelijkheid wordt gedragen door de aanbieder; net als bij het beschikbaar stellen
van ICT-componenten en ICT-infrastructuur. Steeds meer geldt de beschikbaarheid of het resultaat en dat is onafhan-
Titia Beuker
20
Doxis Magazine • zomer 2015
kelijk van het aantal uren wat de dienstverlener erin steekt.
Althans, daarover maken de partners duidelijke afspraken. Daarna geldt alleen nog het resultaat.’
Inzicht verkrijgen ‘Wanneer we als i-Beez in gesprek raken met partijen over
de nieuwe aanpak en mogelijkheden, zie je hun ogen groter worden’, aldus De Moor. ‘Bij veel organisaties ontbreekt het
inzicht in de omvang van het probleem, de stakeholders en de te nemen stappen om wat orde in de (relatieve) infor-
matiechaos te scheppen. De wil om te veranderen is er wel, maar de expertise en ervaring ontbreekt veelal om er zelf
wat aan te veranderen. Wij zijn dan in staat om de vinger op de zere plek te leggen en ze te laten zien waar de knel-
punten zitten. Wat de status is van de positie waar de organisatie zich nu bevindt en wat er moet gebeuren om naar
een hoger ‘level’ te komen. Die knelpunten kunnen we met
concrete oplossingen verhelpen, zodanig dat de organisatie
(weer) op de rit staat voor de volgende stap in optimalisering van hun bedrijfsprocessen en informatiebeheer.’ Kerntaak of niet? Op die manier heeft i-Beez met succes bij Rijkswaterstaat gewerkt. Beuker: ‘Ook daar worstelde men met de scheiding
Onno de Moor
van functies en taken. Wat is nu écht de taak van Rijkswa-
gelijkheden om expertise af te nemen; van uitvoering van
is de daadwerkelijke uitvoering van het informatiebeheer
klant tot volledige uitbesteding aan i-Beez. En alles wat
terstaat? En wie doet wat? Zoals voor zoveel organisaties, geen kerntaak. Wat wij zien is dat partijen behoefte hebben om meer met marktpartijen samen op te trekken en
de werkzaamheden onder volledige verantwoording van de hier tussenin zit.’
deze aan te sturen, in plaats van zelf steeds het voortouw te
Wel de lusten, niet de lasten
satie ook ‘lean & mean’ kunt opereren. Je stuurt en bent niet
gens Beuker ook een welkome dienstverlening kunnen be-
nemen in de uitvoering. Dat betekent dat je zelf als organi-
Voor veel andere infrastructurele organisaties zou dat vol-
(meer) met de uitvoering bezig. Daar ligt voor i-Beez een
tekenen. Net als voor Regionale uitvoeringsdiensten, Om-
heel terrein braak. Wij zijn in staat die uitvoering - dankzij
onze kennis en ervaring - met zorg en volgens de wensen en afspraken te realiseren. Volgens een vast, meetbaar, raamwerk van prijs en prestatie. Hierbij zijn er verschillende mo-
gevingsdiensten, Veiligheidsregio’s, samenwerkingsvormen
als Jeugdzorg etc. Overal waar sprake is van veel samenwerken, veel (en complexe) informatiestromen en stagne-
rende eigen expertise op dit gebied. Met de ‘diensteninkoop’
‘Bij veel organisaties ontbreekt het inzicht in de omvang van het probleem, de stakeholders en de te nemen stappen om wat orde in de (relatieve) informatiechaos te scheppen.’ (Onno de Moor)
21
verzeker je je zelf van het gewenste resultaat, zonder uit de hand lopende projectkosten. ‘Wel de lusten, niet die (te grote) lasten. Althans, je plukt direct de vruchten van ex-
expertise die we in huis hebben om dat resultaat te bereiken, durven wij dat soort afspraken wel aan.’
pertise in de markt, die gepaard gaat met duidelijke lasten
Geen ‘handjes’ inhuren, wel de dienst
bent aan een uurtje-factuurtje-overeenkomst. Je huurt geen
Beuker: ‘Dat is dus wezenlijk anders dan het uitbesteden
resultaat af. Samen zet je de stip op de horizon, bijvoorbeeld
moet worden bezuinigd in het algemeen. Als die uren na-
zonder voetangels en klemmen. En zonder dat je gebonden
met resultaat
personeel in, je neemt alleen een dienst met een bepaald
van een taak in de vorm van uren arbeid leveren. Daarop
het volledig digitaal kunnen samenwerken, om vervolgens
heel gestructureerd daar naar toe te werken. Stap voor stap.’ Voortgang en knelpunten De Moor: ‘De klant heeft er op die manier geen omkijken
naar. Periodiek overleg zorgt ervoor dat hij op de hoogte wordt gehouden van de voortgang, van de eventueel op-
tredende knelpunten, van de maatregelen om die knelpun-
ten te verhelpen en ziet dus alleen dat het project verloopt, zoals hij had gehoopt. Voor dat resultaat betaalt hij. Niets
meer en niets minder. Daarover kunnen we zelfs afspraken maken in de vorm van gedeelde winst bij te behalen re-
sultaat. Om een voorbeeld te noemen: zo kunnen we een
organisatie helpen om het postproces van papier naar volledig digitaal om te zetten. Dat geeft een van te voren te berekenen resultaat in de vorm van efficiency, maar ook ge-
woon in keiharde besparingen. Dan bestaat de optie samen
een project op te zetten op basis van gedeelde opbrengsten. Zodat alle betrokkenen er belang bij hebben om het project
zo goed mogelijk te laten verlopen. Dat betekent dat we allemaal binnen de kortst mogelijke tijd het beste resultaat willen behalen. Omdat wij overtuigd zijn van de kennis en
22
Doxis Magazine • zomer 2015
melijk niet genoeg blijken te zijn om voor een bedrijf het
gewenste resultaat te bereiken, worden traditioneel meer
uren ingezet. Het hele project wordt duurder en duurder, zonder garanties op resultaat aan het eind. Door de inkoop
van diensten op basis van een te halen resultaat, deel je die verantwoordelijkheid voor het resultaat. Als targets niet ge-
haald dreigen te worden, worden inhoudelijk deskundigen geraadpleegd om eventueel de zaak vlot te trekken. Alles
staat in het teken van het behalen van het afgesproken resultaat. Digitaal, want papier is geen optie. Rendement in
plaats van inspanning is het motto. Een andere belangrijke trend, is dat steeds meer moet worden samengewerkt in de keten. Dan komen er echter direct allerlei andere zaken
naar boven: privacy, veiligheid, autorisatiebeleid. Dat maakt
het vaak complex en zorgt ervoor dat je niet altijd evenveel
grip hebt als organisatie. Als je echter expertise inhuurt met als doel een bepaald resultaat is dat gevaar veel kleiner. De gedeelde verantwoordelijkheid om dat resultaat te halen is
wat je aan elkaar bindt. De onderlinge verhouding is meer die van partners dan opdrachtnemer-opdrachtgever. En daar ligt juist de kracht van het concept.’
Agenda In gesprek met de regio:
de ABR-Kennisbijeenkomsten In het najaar bent u weer van harte welkom bij de regionale ABR-Kennisbijeenkomsten. Deze gaan van start in
oktober. Gedurende deze Kennisbijeenkomsten worden ac-
tuele thema’s vertaald naar uw dagelijkse praktijk! Op het programma staan thema’s als de decentralisaties en het e-
depot. U gaat in gesprek met vakgenoten uit uw regio die te maken hebben met dezelfde problematiek. Deze sessies worden begeleid door professionals van Doxis én vakgenoten!
Deze bijeenkomsten zijn exclusief voor ABR-leden.
Aanmelden? Ga naar www.doxis.nl/ regiobijeenkomst.
TAPAS Tekstschrijven als Passie
Voor als u zelf de juiste woorden niet kunt vinden!
M 06 54 343 156
www.tekstschrijvenalspassie.nl 23
23