Kluwer Navigator documentselectie
RO 2011/67: Ontslag bestuurder. Betekent beëindiging van de managementovereenkomst van de statutair bestuurder direct ook diens vennootschapsrechte... Klik hier om het document te openen in een browser venster Instantie: Magistraten: Conclusie: Noot:
Rechtbank Leeuwarden (Enkelvoudige handelskamer) Mr. S.B. van Baalen -
Datum:
17 augustus 2011
Zaaknr: LJN: Roepnaam:
106248 / HA ZA 10-676 BR5149 -
Wetingang: BW art. 2:244
Essentie Ontslag bestuurder. Betekent beëindiging van de managementovereenkomst van de statutair bestuurder direct ook diens vennootschapsrechtelijke ontslag?
Samenvatting Gedaagde 2 Inventures B.V. (‘Inventures’) heeft een managementovereenkomst gesloten (overeenkomst van opdracht tot het verlenen van diensten) met eiseres, Hi-Light Holdings B.V. (‘Hi-Light’). De directeur — groot aandeelhouder, gedaagde 1, de heer A (‘A’), van Inventures is desondanks degene die de overeenkomst feitelijk uitvoert. Inventures is de statutair bestuurder van Hi-Light en is de contractspartij bij de managementovereenkomst. Op 5 juli 2007 verkoopt Hi-Light haar aandelen in haar werkmaatschappij Hi-Light Opto Electronics aan een derde, alwaar A in dienst zal treden. In de overeenkomst tot aandelenoverdracht is bepaald dat A ontslag zal nemen als manager en de managementovereenkomst zal beëindigen. Anderhalf jaar later, op 8 december 2009, ontslaat de algemene vergadering van aandeelhouders Inventures als statutair bestuurder van Hi-Light. Hi-Light vordert van zowel A als Inventures betaling van het rekening-courantsaldo (waaronder door hen in rekening gebrachte (verhoogde) managementkosten en kosten ter zake van een dure door A op naam van Hi-Light aangeschafte auto) met Hi-Light. Van Inventures vordert Hi-Light tevens dat deze als statutair bestuurder rekening en verantwoording aflegt over belastingschulden van Hi-Light tot diens ontslag door de AVA. Rb.: Met de verkoop van de aandelen op 5 juli 2007 van werkmaatschappij Hi-Light Opto Electronics is de managementovereenkomst tussen Hi-Light en Inventures per die datum van rechtswege geëindigd. Vanaf dat moment had Inventures c.q. A geen recht meer op managementvergoeding en terbeschikkingstelling van een auto en dient hij/Inventures die vergoedingen aan Hi-Light terug te betalen. Inventures is wel statutair bestuurder gebleven tot het ontslagbesluit van de AVA van 8 december 2009 en tot die datum dient zij als statutair bestuurder rekening en verantwoording af te leggen op grond van art. 2:9 BW. Het eerder eindigen van de managementovereenkomst brengt niet met zich mee dat daarmee ook de vennootschapsrechtelijke betrekking tussen de vennootschap Hi-Light en de statutair bestuurder Inventures is geëindigd.
Zie ook Zie ook: • HR 15 april 2005, NJ 2005/483 en JOR 2005/144 (Bartelink/Ciris); • HR 15 april 2005, NJ 2005/484 en JOR 2005/145 (Eggenhuizen/Unidek); Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 1
Kluwer Navigator documentselectie
•
Rb. Amsterdam (pres.) 9 mei 1997, JOR 1997/66 (Multiple Zones Benelux/VBV Altenau Beheer).
Wenk Wenk: Deze uitspraak geeft antwoord op enkele vragen die met de zogeheten 15-april -arresten (over de verhouding tussen de contractuele relatie en de vennootschapsrechtelijke relatie bij het ontslag van een statutair bestuurder) nog niet zijn beantwoord. Zoals: gelden de uitgangspunten van die arresten ook voor managementovereenkomsten c.q. wat geldt rechtens als de contractuele relatie eerder wordt beëindigd dan de vennootschapsrechtelijke relatie? Art 2:244 BW bepaalt dwingendrechtelijk dat degene die bevoegd is tot benoeming van een statutair bestuurder (dat is bij niet-structuurvennootschappen: de AVA) die statutair bestuurder te allen tijde kan ontslaan. Lid 3 van dit wetsartikel bepaalt vervolgens dat de aldus door de AVA ontslagen statutair bestuurder de rechter niet kan vragen om herstel van de arbeidsovereenkomst. In april 2005 heeft de Hoge Raad in het arrest Eggenhuizen/Unidek uitgemaakt dat als een statutair bestuurder een arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap, het vennootschapsrechtelijk ontslag van de statutair bestuurder tevens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met zich meebrengt. De achterliggende gedachte is dat de twee verhoudingen (arbeids- en vennootschapsrechtelijk) onsplitsbaar zijn. De arbeidsovereenkomst eindigt niet indien een opzegverbod van toepassing is of partijen een andersluidende afspraak hebben gemaakt. De Hoge Raad heeft op dezelfde dag beslist dat ook indien een statutair bestuurder zelf ontslag neemt uit zijn vennootschapsrechtelijke positie, zowel de arbeidsovereenkomst als de vennootschapsrechtelijke relatie eindigen (zie Bartelink/Ciris). In het voorliggende geval gaat het echter niet om een arbeidsovereenkomst, maar om een overeenkomst van opdracht, een managementovereenkomst tussen de vennootschap Hi-Light en Inventures. Gelet op de wettekst is art. 2:244 lid 3 BW in dat geval niet van toepassing. Daardoor men kan betogen dat — anders dan bij een arbeidsovereenkomst — een managementovereenkomst (of: overeenkomst van opdracht) niet eo ipso eindigt met een vennootschapsrechtelijk ontslag. Echter, gelet op de ook hier bestaande verwevenheid tussen de vennootschapsrechtelijke relatie en de contractuele relatie, welke verwevenheid voor de Hoge Raad in de 15-apri–arresten dragend voor zijn oordeel lijkt te zijn, is niet te sluiten dat die verwevenheid (al dan niet via analoge toepassing van art. 2:244 lid 3 BW) wel degelijk een rol speelt bij de toetsing van de opzegging van de managementovereenkomst aan de redelijkheid en de billijkheid. In het onderhavige geval ging het om de omgekeerde vraag: is met de beëindiging van de managementovereenkomst ook een einde gekomen aan de vennootschapsrechtelijke band? De Rechtbank Leeuwarden beantwoordt deze vraag ontkennend. Dat is in lijn met art. 2:244BW In casu betekende dat praktisch gezien dat de statutair bestuurder wel verantwoordelijkheid draagt ex art. 2:9 BW tot hij is ontslagen maar dat daartegenover geen geldelijke vergoeding (meer) stond omdat de managementovereenkomst eerder eindigde. Overigens kan de statutair bestuurder ook zelf ontslag nemen, acceptatie door de AVA is geen vereiste voor effectuering van het (vennootschapsrechtelijke) ontslag (HR 8 december 1989, NJ 1990/452). Met de onderhavige uitspraak is er overigens nog geen duidelijkheid over het antwoord op de vraag of, als de AVA de statutair bestuurder ontslaat, de managementovereenkomst per direct op dezelfde wijze als een arbeidsovereenkomst eindigt. In de praktijk is het raadzaam om in een managementovereenkomst te bepalen dat die overeenkomst onmiddellijk en van rechtswege eindigt wanneer de AVA de statutair bestuurder (tevens manager) ontslaat. De Rechtbank Leeuwarden heeft dat in het voorliggende geval erg eenvoudig aangenomen. In de overeenkomst van aandelenoverdracht waarin de rechtbank die bepaling destilleerde, stond niet meer dan dat A. ‘shall resign ( …) and terminate the existing management agreement (…)’ . Dat lijkt eerder een inspanningsverbintenis voor A op te leveren dan een opzeggingsgrond waarmee de overeenkomst tussen Inventures en Hi-Light direct en van rechtswege eindigde.
Partij(en) Hi-Light Holdings B.V., te Tolbert, eiseres, adv. mr. J.H. van der Meulen te Joure, tegen Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 2
Kluwer Navigator documentselectie
1. 2.
A, Inventures Management B.V., te Nijemirdum, gedaagden, adv. mr. A.J. Bakhuijsen te Amsterdam.
Uitspraak Rechtbank: (...) 2.
De feiten In deze procedure zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan. 2.1.
2.2.
2.3.
Bij notariële akte van 2 maart 2000 is opgericht de besloten vennootschap Hi-Light Holdings (hierna ook: de vennootschap). Oprichters van Hi-Light waren: — B, handelend in zijn hoedanigheid van directeur/grootaandeelhouder van B Beheer B.V.; — C, handelend in zijn hoedanigheid van directeur/grootaandeelhouder van C Beheer B.V.; — A, handelend in zijn hoedanigheid van directeur/grootaandeelhouder van Inventures Management B.V. Er zijn bij de oprichting van de vennootschap 42 aandelen geplaatst: 14 voor B Beheer (34%), 14 voor C Beheer (33%) en 14 voor Inventures (33%). Hi-Light is opgericht met het doel om het beheer te voeren over een dochtervennootschap, genaamd Hi-Light Opto Electronics, welke onderneming zich bezighield met de productie van en handel in elektronische optische apparatuur. In de statuten van de vennootschap — zoals neergelegd in de notariële oprichtingsakte — is onder meer bepaald: ‘(…) Bestuur Artikel 16 1. Het bestuur van de vennootschap is opgedragen aan de directie, bestaande uit één of meer directeuren. 2. De algemene vergadering is bevoegd door haar, in haar daartoe strekkend besluit, duidelijk te omschrijven besluiten van de directie aan haar voorafgaande goedkeuring te onderwerpen. 3. De directeuren worden door de algemene vergadering benoemd en kunnen te allen tijde door deze vergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene vergadering kan één of meer directeuren tot algemeen directeur benoemen. 4. Het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden worden voor iedere directeur afzonderlijk vastgesteld door de algemene vergadering. (…) Vertegenwoordiging Artikel 17 1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan: a. iedere algemeen directeur afzonderlijk; b. twee gezamenlijk handelende directeuren. (…) Vaststelling jaarstukken Artikel 19 1. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Het jaarverslag wordt
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 3
Kluwer Navigator documentselectie
vastgesteld door de directie. (…) Winstbestemming 1. 2.
3.
5.
De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover het eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Uitkering van winst geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. (…) De vennootschap mag tussentijds slechts uitkeringen doen, indien aan het vereiste van lid 2 is voldaan. (…)
Slotverklaringen De comparant, handelend als gemeld, verklaarde tenslotte: ‘A.Directie, Boekjaar, Geplaatst Kapitaal 1. Voor de eerste maal wordt tot directeur van de vennootschap benoemd de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Inventures Management B.V., oprichtster sub 3 genoemd. (…)’’ 2.4.
Bij schriftelijke overeenkomst tot het verlenen van diensten van 1 juli 1999, gesloten tussen Hi-Light (i.o.) enerzijds en A, directeur van Inventures (i.o.) anderzijds, is onder meer overeengekomen: ‘(…) Overwegen het volgende: 1. Holdings is sinds 1 juli 1999 eigenaresse van alle geplaatste en volgestorte aandelen in de besloten vennootschap Hi-Light Opto Electronics B.V., gevestigd te Tolbert, Oldebertseweg 62–66, 9356 AE, nader te noemen Hi-Light. 2. Inventures heeft in het voorjaar van 1999 het plan ontwikkeld en de onderhandelingen gevoerd om te kunnen komen tot de onder 1 genoemde aandelenstransactie. 3. Het is het plan en de doelstelling van Holdings om in de komende jaren nieuwe aandeelhouders te zoeken en de aandelen weer te vervreemden. 4. A (bedoeld is A, toevoeging rb.) heeft het initiatief genomen tot deze zaken en zal ook middels Inventures de dagelijkse leiding van Holdings en Hi-Light op zich nemen. 5. A moet gegeven zijn ervaring, kennis en kunde, middels Inventures, in staat worden geacht de dagelijkse leiding van Holdings en Hi-Light op zich nemen. Komen overeen als volgt: 1. Inventures zal in de persoon van A de (statutaire) directie op zich nemen van van Holdings en van Hi-Light en dagelijks leiding geven aan beide vennootschappen. 2. A zal daartoe voldoende tijd ter beschikking (minimaal 20 uren per week) van deze vennootschappen zijn en ter plaatse van de vennootschappen kantoor houden en zijn werkzaamheden verrichten. 3. Voor het verlenen van deze diensten door A zal Inventures aan Hi-Light in rekening brengen een bedrag groot ƒ. 200.000 per jaar exclusief Btw en exclusief reis- en verblijfkosten. 4. A is gerechtigd om voor zakenreizen ten behoeve van beide vennootschappen waarbij hij gebruik maakt van zijn privé auto, ƒ 0,60 per kilometer in rekening te brengen aan de betreffende vennootschap. (…) 6. Indien en zodra de onder 3 van de considerans bedoelde aandelenverkoop doorgang vindt
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 4
Kluwer Navigator documentselectie
zal deze overeenkomst het moment van die overdracht van rechtswege worden beëindigd. Inventures noch A kunnen of zullen in deze situatie geen enkele vordering meer hebben vanaf dat moment en voortvloeiend uit deze overeenkomst.’ 2.5.
2.6.
In het jaar 2006 heeft Inventures een managementvergoeding van € 120.000 ontvangen. Voorts heeft Inventures over het jaar 2007 een managementvergoeding van € 70.000 opgenomen. De managementvergoedingen werden door Hi-Light rechtstreeks betaald aan A. De aandelen in Hi-Light Opto Electronics zijn op 5 juli 2007 door Hi-Light verkocht aan Photonis Netherlands (hierna te noemen: Photonis). In het kader van de aandelenoverdracht is een zgn. Memorandum of Understanding opgesteld, waarin met betrekking tot werkzaamheden van A is bepaald: ‘Considering: (…) 7. A as a private person legally represented by his management company Inventures Management B.V. (Inventures) shall, from the moment of the closing of the aimed final transaction on, supply services to PHOTONIS, for a time periode of 5 full calendar years against a fixed payment of € 100.000 per year, excluding V.A.T. to be paid monthly at the end of each calendar month ultimately 1/12 part of € 100.000, being € 8.333,33 per month. (…) The services of A toe be supplied to PHOTONIS include all his experience, his training and education at a best endeavours level. A will put available 24 hours per week as an average each calendar year, out of which he will dedicate 50% to the development of the I.P. (see 8 below). The C.V. of A is attached as Production I. (…)’ Voorts is in het kader van de aandelenoverdracht een overeenkomst van aandelenoverdracht opgesteld. In artikel 9 daarvan is onder meer bepaald: Article 9
2.7. 2.8.
2.9.
2.10.
2.11.
Management and liability 9.1. Immediately after the Transfer Date A shall resign from his position as manager and terminate the existing management agreement without claiming any compensation on those grounds. The foregoing is under the condition that the general shareholders' meeting shall grant A discharge for the management policy carried out until that time in so far as it appears from document. (…)
B is op 29 november 2008 overleden. Per 1 augustus 2009 is zijn zoon C enig bestuurder van B Beheer. Gedurende de periode van 12 april 2005 tot 29 november 2008 heeft een auto, merk BMW, type X5, 3.0 D, kenteken 37-RH-TG, op naam gestaan van Hi-Light. Deze auto was voor rekening van Hi-Light aangeschaft door A, die de auto feitelijk gebruikte. Alle lasten die verbonden waren aan de auto kwamen voor rekening van Hi-Light. A heeft op 9 november 2008 de BMW X5 ingeruild bij de aankoop van een nieuwe auto, een BMW 730D Sedan, kenteken 61-GFN-5, voor een bedrag van € 92.500,01. Het aankoopbedrag minus de inruilwaarde van de BMW X5 (€ 27.500) is door A ten laste van Hi-Light gebracht. De BMW 730D is op de balans van Hi-Light gebracht, per 31 december 2008 voor een bedrag van € 91.806 en per 31 december 2009 voor een bedrag van € 75.156. Medio december 2009 is de BMW 730D door A bij HiLight ingeleverd. De algemene vergadering van aandeelhouders van Hi-Light heeft op 8 december 2009 besloten tot ontbinding van de vennootschap en tot aanwijzing van de heer C voornoemd tot vereffenaar van de vennootschap. In dezelfde aandeelhoudersvergadering is besloten tot ontslag met onmiddellijke ingang van Inventures als bestuurder van Hi-Light en is de jaarrekening 2007 vastgesteld. Gedurende de periode van 1 januari tot en met 25 november 2008 zijn er betalingen aan de fiscus verricht door Hi-Light ter zake van loonbelasting, omzetbelasting en motorrijtuigenbelasting, tot een totaalbedrag van € 60.504.
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 5
Kluwer Navigator documentselectie
2.12.
2.13.
2.14.
2.15.
In de (vastgestelde) jaarrekeningen 2007, 2008 en 2009 zijn onder de noemer Financiële vaste activa bij ‘overige vorderingen’ twee posten opgesomd, te weten een Lening u/g Inventures Management, alsmede een rekening-courant op naam van ‘directie’ (jaarrekening 2007) en H. Koopmans (jaarrekeningen 2008 en 2009). Blijkens de jaarrekening 2009 bedraagt het bedrag van de lening per 31 december 2009 € 4.429 en het bedrag van de rekening-courant H. Koopmans € 516.127. Bij brief aan Inventures van 24 februari 2010 heeft de advocaat van Hi-Light namens de vereffenaar van de vennootschap de rekening-courantverhouding (met Inventures) opgezegd en de daaruit voortvloeiende vordering opeisbaar gesteld. De accountant van Hi-Light heeft aan C en A bij brief van 5 maart 2010 een exemplaar van de concept jaarrapporten 2008 en 2009 van Hi-Light gestuurd. Verder zijn bij deze brief — op verzoek van A — concept-overzichten gevoegd van de mutaties in de vorderingen op/aan A, Inventures, B Beheer en C Beheer. De overzichten zijn opgesteld aan de hand van de door Hi-Light aan de accountant ter hand gestelde grootboekkaarten en bankafschriften. Uit deze overzichten volgt een vordering van Hi-Light op A per 1 januari 2010 van € 516.127. Bij gelegenheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van Hi-Light van 11 juni 2010 zijn de jaarrekeningen 2008 en 2009 vastgesteld.
3.
Het geschil 3.1. Hi-Light vordert na vermeerdering van eis — dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: primair: 1. A veroordeelt tot betaling aan Hi-Light van een bedrag van € 516.127 ter zake van de vordering uit rekening-courant, en voorts tot betaling van een bedrag van € 50.000 ter zake van het waardeverlies van de onterecht aangeschafte BMW 730, en voorts tot betaling van een bedrag van € 15.170 ter zake van het onterecht gebruik van een auto in de periode vanaf begin juli 2007 tot ultimo 2008 (BMW X5), al deze bedragen te vermeerderen met wettelijke vertragingsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; subsidiair: 2. indien de rechtbank de vordering tegen A strekkende tot veroordeling tot betaling van een bedrag van € 516.127 ter zake van de vordering uit rekening-courant niet toewijsbaar mocht achten, Inventures veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 516.127 ter zake van de vordering uit rekening-courant; 3. Inventures veroordeelt tot betaling aan Hi-Light van een bedrag van € 53.920 zulks ter zake van de door Inventures onterecht genoten managementvergoedingen in de jaren 2006 en 2007, te vermeerderen met de wettelijke vertragingsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; 4. Inventures veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 4.429 wegens aan haar ter leen verstrekte gelden, welke lening opeisbaar is geworden, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; 5. A en Inventures veroordeelt tot het doen van rekening en verantwoording ter zake van de betalingen aan de fiscus als omschreven in alinea 7.2. van het fundamentum petendi van de dagvaarding, welke rekening en verantwoording dient te worden afgelegd binnen twee weken na betekening van het te dezen te wijzen vonnis en welke rekening en verantwoording dient in te houden een verklaring omtrent de schuldplicht van Hi-Light jegens de fiscus tot delging waarvan voornoemde betalingen zijn verricht en, indien en voor zover deze betalingen niet hebben gestrekt tot delging van een schuldplicht jegens de fiscus van Hi-Light, een verklaring ter zake van wiens schuldplicht deze betalingen in dat geval wel zijn gedaan, welke rekening en verantwoording afgelegd dient te worden aan Hi-Light, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500 per dag dat A en Inventures nalatig blijven aan deze vordering te voldoen; 6. A en Inventures hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de proceskosten. 3.2. A en Inventures voeren verweer, waarbij zij concluderen tot afwijzing van de vorderingen van Hi-Light, met veroordeling van Hi-Light in de proceskosten.
4.
De beoordeling van het geschil
Rekening-courantverhouding
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 6
Kluwer Navigator documentselectie
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
Hi-Light stelt dat er sprake is van een rekening-courantverhouding tussen Hi-Light en A in persoon. De vereffenaar van Hi-Light heeft in het kader van de afwikkeling van de aanspraken van de vennootschap deze rekening-courantverhouding doen opzeggen en om betaling van de openstaande schuld verzocht. Hierop is geen reactie van A gekomen. De hoogte van de rekening-courantvordering blijkt uit de jaarrekeningen van Hi-Light. Per 31 december 2009 beliep de vordering van Hi-Light op A een bedrag van € 516.127, welk bedrag door A aan de vennootschap dient te worden voldaan. Ten aanzien van het verweer van A dat niet hij, maar Inventures partij was bij de rekening-courantverhouding stelt Hi-Light dat de onttrekkingen aan Hi-Light plaatsvonden ten gunste van A. In de jaarrekeningen 2008 en 2009 wordt de rekeningcourantvordering vermeld ten laste van A. Deze vermelding is door de accountant in de jaarrekening opgenomen op basis van de onder de verantwoordelijkheid van het bestuur gevoerde boekhouding van de vennootschap. Hi-Light betwist dat de rekeningcourantverhouding een voorschot zou zijn op dividendbetalingen, zoals A heeft aangevoerd. Gelet op het vorenstaande vordert Hi-Light primair betaling door A van de openstaande rekening-courantvordering ad € 516.127. Subsidiair, voor het geval de rechtbank niet A, maar Inventures als partij bij de rekening-courantverhouding aanmerkt, vordert Hi-Light betaling van genoemd bedrag door Inventures. A en Inventures voeren verweer. Zij stellen daartoe dat A geen partij is bij de rekeningcourantverhouding met de vennootschap, maar Inventures. Volgens A/Inventures is de rekening-courantverhouding feitelijk (gedeeltelijk) een voorschot op dividendbetalingen. De betalingen aan dividend c.q. de rekening-courant zijn telkens in overleg tussen Inventures en de heren Faber gedaan. Om in de pas te (blijven) lopen, is per 31 december 2007 aan zowel B Beheer als C Beheer ieder een bedrag van € 500.000 aan dividend betaald en op 15 januari 2008 ieder nog eens een bedrag van € 100.000. De bedoeling daarvan was dat partijen daarmee tot dat moment ten opzichte van elkaar waren gekweten. Een eventueel verschil kan bij de liquidatie uit het eigen vermogen verrekend worden. Inventures heeft als aandeelhouder nog een vordering op Hi-Light, ter grootte van 1/3 van het resterende eigen vermogen, die zij kan verrekenen. Deze verrekeningen in aanmerking nemend, is Inventures niets meer aan HiLight verschuldigd. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het door Hi-Light in het geding gebrachte overzicht van de mutaties in de vorderingen van Hi-Light op A — welk overzicht volgens de begeleidende brief van de accountant van 5 maart 2010 kennelijk op verzoek van A zélf is opgesteld — volgt een vordering van Hi-Light op A van € 516.127 per 1 januari 2010. Gesteld noch gebleken is dat A het door de accountant opgestelde overzicht inhoudelijk heeft betwist, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank alleszins voor de hand had gelegen indien, zoals hij stelt, Hi-Light geen vordering op hem in persoon zou hebben, maar op Inventures. Voorts constateert de rechtbank dat voormeld bedrag van € 516.127 eveneens ten laste van A is vermeld in de jaarrekening over 2009, als een vordering van Hi-Light op A in persoon uit hoofde van de rekening-courantverhouding. Deze jaarrekening berust op de boekhouding zoals deze — krachtens artikel 2:10 BW — door het bestuur van de vennootschap is gevoerd en dit bestuur werd tot 8 december 2009 weliswaar formeel gezien gevoerd door Inventures, maar materieel gezien uiteraard door A in persoon. Indien in de boekhouding van de vennootschap onjuist vermeld zou staan dat Hi-Light een vordering op A in persoon had uit hoofde van een rekeningcourantverhouding, dan had het ook hier voor de hand gelegen dat Inventures, althans A, zulks had gecorrigeerd. Dat is echter niet gebeurd. A/Inventures hebben hun stelling dat Inventures partij is bij de rekening-courantverhouding verder ook niet onderbouwd. Een en ander brengt de rechtbank tot de slotsom dat A en níet Inventures als partij bij de rekening-courantverhouding met Hi-Light moet worden beschouwd. Waar tevens vast staat dat deze rekeningcourantverhouding is opgezegd, is A gehouden om de openstaande vordering ad € 516.127, waarvan de hoogte door A niet is betwist, aan Hi-Light te voldoen. De rechtbank verwerpt het verweer van A dat de rekening-courantverhouding in feite (deels) een voorschot op dividendbetalingen omvatte, nu A dit verweer onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd. Een dividenduitkering, zowel na vaststelling van de jaarrekening als tussentijds,
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 7
Kluwer Navigator documentselectie
4.5.
4.6.
vereist bovendien krachtens artikel 2:216 lid 3 BW alsook artikel 20 van de statuten, een daaraan ten grondslag liggend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap. Van een zodanig besluit is echter niet gebleken. Daarnaast zouden eventuele tussentijdse dividendbetalingen kenbaar moeten zijn uit de boekhouding van de vennootschap alsmede de jaarrekeningen, hetgeen evenmin is gebleken. Het door A gedane beroep op verrekening van de rekening-courantvordering met zijn vordering op Hi-Light in verband met de afwikkeling van het resterende eigen vermogen van de vennootschap zal door de rechtbank worden gepasseerd. aangezien de omvang van de gestelde tegenvordering door A in het geheel niet onderbouwd. De vordering van Hi-Light jegens A is dan ook toewijsbaar tot het bedrag van € 516.127.
Waardeverlies BMW 730D / Gebruik BMW X5 4.7. Hi-Light stelt dat het gebruik van de BMW 730D vanaf 5 juli 2007 — de datum van verkoop van de aandelen Hi-Light Opto Electronics aan Photonis — niet meer in overeenstemming was met de afspraken tussen Hi-Light en A. Aanvankelijk goldt de afspraak tussen partijen dat A zakenreizen ten behoeve van Hi-Light of Hi-Light Opto Electronics kon factureren voor € 0,27 per zakelijke kilometer. Naderhand werd deze afspraak vervangen door die van de aanschaf door A van een auto ten name van Hi-Light. Sinds de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten door Hi-Light — vanwege de overdracht van de aandelen Hi-Lights Opto Electronics — was deze afspraak echter feitelijk beëindigd en heeft A zijn werkzaamheden voor Hi-Light ook feitelijk beëindigd. Aangezien A niettemin het gebruik van de BMW X5 voortzette en zelfs eind 2008 nog een nieuwe auto — de BMW 730D — op kosten van Hi-Light heeft aangeschaft, is dit gebruik en deze aankoop onbevoegd geschied door Inventures als bestuurder van Hi-Light en dient A het in verband daarmee door Hi-Light geleden vermogensnadeel uit hoofde van onverschuldigde betaling te vergoeden. A heeft de vergoeding zonder recht of titel genoten, aldus Hi-Light. Het geleden vermogensnadeel luidt als volgt: — — totaal 4.8.
4.9.
4.10.
gebruik BMW X5 vanaf juli 2007 tot eind € 2008: waardeverschil BMW 730D per eind 2008 € afgezet tegen de waarde eind 2009 €
15.170 50.000 65.170
A voert verweer. Hij stelt daartoe dat Inventures als enig bevoegd bestuurder van Hi-Light bevoegd was om de BMW 730D aan te schaffen. Die bevoegdheid gold niet alleen extern, maar bond de vennootschap ook intern. Voorts wijst A erop dat Inventures vanaf 2007 de brandstofkosten en onderhoudkosten, verbonden aan het gebruik van de auto's, niet voor rekening van Hi-Light heeft gebracht. Van onverschuldigde betaling is naar de mening van A dan ook geen sprake. De rechtbank overweegt als volgt. Vooropgesteld wordt dat in artikel 6 van de de tussen HiLight en Inventures gesloten managementovereenkomst is bepaald dat indien en zodra de verkoop van de aandelen van Hi-Light Opto Electronics doorgang vindt de managementovereenkomst met Inventures als bestuurder van Hi-Light vanaf het moment van de overdracht van rechtswege wordt beëindigd. Vaststaat dat de aandelen Hi-Light Opto Electronics op 5 juli 2007 aan Photonis zijn overgedragen. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank de management-overeenkomst met ingang van die datum van rechtswege beëindigd. Dit betekende in concreto dat de terbeschikkingstelling door Inventures van haar diensten aan Hi-Light op dat moment van rechtswege eindigde. Zulks blijkt voorts uit het feit — zoals door Hi-Light onvoldoende weersproken is gesteld — dat Inventures vanaf 5 juli 2007 feitelijk ook geen werkzaamheden meer heeft verricht ten behoeve van Hi-Light. Met het voorgaande eindigde naar het oordeel van de rechtbank óók de in artikel 4 van de managementovereenkomst overeengekomen vergoeding die A als directeur van Inventure in persoon ontving voor zakenreizen met zijn privé-auto ten behoeve van Hi-Light en Hi-Light Opto Electronics, welke afspraak — naar HiLight onweersproken heeft gesteld — in later stadium is vervangen door de nadere afspraak
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 8
Kluwer Navigator documentselectie
4.11.
dat A een auto voor rekening van Hi-Light een auto mocht aanschaffen en gebruiken. Vanaf genoemde aandelenoverdracht was A — in de interne verhouding met Hi-Light — derhalve niet meer gerechtigd om het gebruik van de BMW X5 voort te zetten, laat staan om deze later in te ruilen en in plaats daarvan een BMW 730D aan te schaffen. Naar Hi-Light onweersproken heeft gesteld, heeft A de aangeschafte BMW 730D op de balans van Hi-Light gebracht na de datum van aandelenoverdracht. Voorts heeft Hi-Light onvoldoende gemotiveerd weersproken dat vanaf de datum van de aandelenoverdracht de kosten voor het gebruik van de BMW X5 nog steeds voor rekening van Hi-Light zijn gebracht. Een en ander betekent dat Hi-Light zonder rechtsgrond met voormelde kosten is belast door A, op grond waarvan zij gerechtigd is om deze kosten als onverschuldigd betaald ten behoeve van A van hem terug te vorderen. De hoogte van de in verband met het gebruik van de BMW X5 (€ 15.000) en de waardevermindering van de BMW 730D (€ 50.000) door Hi-Light gestelde bedragen is door A niet betwist, zodat de rechtbank van de juistheid van die bedragen zal uitgaan. Aldus is toewijsbaar het ter zake gevorderde bedrag van € 65.170.
Managementvergoedingen 2006 en 2007 4.12. Hi-Light stelt dat op grond van de managementovereenkomst aan Inventures een jaarlijkse vergoeding van ƒ 200.000 / € 90.720 toekwam. In het jaar 2006 heeft Inventures echter feitelijk een managementvergoeding van € 120.000 ontvangen. Aan deze verhoging van de managementvergoeding ligt geen besluit ten grondslag van de algemene vergadering van aandeelhouders. Het surplusbedrag van € 29.280 is dan ook onverschuldigd aan Inventures voldaan en dient door haar aan Hi-Light te worden terugbetaald. Voorts stelt Hi-Light dat Inventures over het jaar 2007, in verband met het eindigen van de management-overeenkomst per 5 juli 2007, een maximale vergoeding toekwam van 50% van € 90.720 = € 45.360.- In het jaar 2007 heeft Inventures echter feitelijk een managementvergoeding van € 70.000 ontvangen. Het surplusbedrag van € 24.640 is onverschuldigd aan Inventures voldaan en dient door haar aan Hi-Light te worden terugbetaald. In reactie op het hiernavolgende verweer van Inventures betwist Hi-Light dat er na de datum van aandelenoverdracht nog managementwerkzaamheden door Inventures zouden zijn verricht. Integendeel, vanaf de datum van aandelenoverdracht is A werkzaam geweest ten behoeve van Photonis, zodat er vanaf de datum van aandelenoverdracht geen grond meer bestond om Hi-Light te belasten met een vergoeding voor managementwerkzaamheden, aldus Hi-Light. Ten slotte betwist Hi-Light dat door B met Inventures/A zou zijn afgesproken dat de managementvergoeding ten gunste van Inventures vanaf 1 januari 2006 zou worden verhoogd naar een bedrag van € 120.000 per jaar. Voor een dergelijke verhoging was ook een aandeelhoudersbesluit nodig, hetgeen ontbreekt. 4.13. Inventures voert verweer. Zij stelt daartoe dat tussen A en wijlen B in een aandeelhoudersvergadering — C was bij zulke vergaderingen nimmer aanwezig — is afgesproken dat de managementvergoeding met ingang van 1 januari 2006 € 120.000 per jaar zou bedragen. Vanaf 1 januari 2006 is de managementvergoeding ook op dat bedrag gesteld en in de boeken opgenomen. Inventures was als bestuurder van Hi-Light zelfstandig bevoegd om de managementvergoeding te verhogen. Er was daarvoor derhalve geen besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist. Voorts stelt Inventures dat zij het management over Hi-Light ook na het van rechtswege eindigen van de managementovereenkomst heeft voortgezet tot 8 december 2009, naast de werkzaamheden die A verrichtte ten behoeve van Photonis, zodat zij tot laatstgenoemde datum recht had op betaling van de managementvergoeding. 4.14. De rechtbank overweegt als volgt. Ervan uitgaande dat de aandelen Hi-Light Opto Electronics op 5 juli 2007 aan Photonis zijn overgedragen, is — zoals hiervoor al is overwogen — de managementovereenkomst met ingang van die datum van rechtswege geëindigd en eindigde op dat moment ook de terbeschikkingstelling door Inventures van haar diensten aan Hi-Light. Hiermee eindigde naar het oordeel van de rechtbank óók het recht van Inventures op de in artikel 3 van de managementovereenkomst overeengekomen jaarlijkse vergoeding van ƒ 200.000 / € 90.720 voor het verlenen van de managementdiensten door Inventures. Inventures heeft haar stelling dat zij na de datum van aandelenoverdracht nog
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 9
Kluwer Navigator documentselectie
4.15.
4.16.
managementwerkzaamheden ten behoeve van Hi-Light heeft verricht — mede in het licht van de uitdrukkelijke betwisting daarvan door Hi-Light onvoldoende onderbouwd. Genoemde stelling lijkt ook niet te rijmen met de in het kader van de aandelenoverdracht aan Photonis opgestelde stukken, als hiervoor onder r.o. 2.6 geciteerd, in welke stukken over uitdiensttreding van A als directeur en het einde van de managementovereenkomst met Hi-Light wordt gesproken. Gelet op het voorgaande is nadere bewijslevering op dit punt niet aan de orde. Er dient derhalve vanuit te worden gegaan, dat Inventures tot juli 2007 recht had op betaling van een managementvergoeding en nadien niet meer. Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden naar de hoogte van de verschuldigde managementvergoeding. In de managementovereenkomst is ter zake een jaarlijks bedrag van ƒ 200.000 / € 90.720 opgenomen. Inventures heeft echter gesteld dat tussen A en wijlen B is overeengekomen dat met ingang van 1 januari 2006 een managementvergoeding van € 120.000 zou worden betaald. Krachtens artikel 16 lid 4 van de statuten wordt het salaris — en daarmee naar het oordeel van de rechtbank óók een salarisverhoging — voor iedere directeur afzonderlijk vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. De rechtbank volgt Inventures dan ook niet in haar betoog dat zij zelfstandig bevoegd was om het salaris (lees: de verschuldigde management-vergoeding) te verhogen. De rechtbank overweegt verder dat Inventures onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld, waaruit kan worden afgeleid dat aan de kennelijk per 1 januari 2006 doorgevoerde verhoging van de managementvergoeding naar een bedrag van € 120.000 per jaar een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders ten grondslag ligt. Het bestaan van een dergelijk besluit is door Hi-Light ook uitdrukkelijk betwist. Vanwege het niet voldoen aan de stelplicht, komt de rechtbank niet toe aan verdere bewijslevering, zodat ervan uit moet worden gegaan dat er geen rechtsgeldig besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is strekkende tot verhoging van de managementvergoeding naar een bedrag van € 120.000 per jaar. Het vorenoverwogene leidt tot de conclusie dat er geen rechtsgeldige verhoging van het salaris van Inventures heeft plaatsgevonden en dat derhalve ook na 1 januari 2006 nog de aanvankelijk overeengekomen managementvergoeding van € 90.720 gold. Dit betekent dat er over het jaar 2006 een bedrag van (€ 120.000 min € 90.720 =) € 29.280 teveel aan managementvergoeding is betaald door Hi-Light, hetgeen zij ten titel van onverschuldigde betaling van Inventures kan terugvorderen. De daartoe strekkende vordering is toewijsbaar. Zulks geldt ook voor het jaar 2007. In verband met het eindigen van de managementovereenkomst begin juli 2007 had Inventures over het jaar 2007 maximaal recht op een managementvergoeding van € 90.720 / 2 = € 45.360. Dit betekent dat er over het jaar 2007 een bedrag van (€ 70.000 min € 45.360 =) € 24.640 teveel aan managementvergoeding is betaald door Hi-Light, hetgeen zij eveneens ten titel van onverschuldigde betaling van Inventures kan terugvorderen. De daartoe strekkende vordering is toewijsbaar.
Geldlening 4.17. Hi-Light stelt dat zij van Inventures een bedrag van € 4.429 te vorderen heeft uit hoofde van een openstaande lening. Deze vordering is opgenomen in de jaarrekening 2009 onder het kopje ‘financiële vaste activa’. 4.18. De rechtbank constateert dat Inventures geen verweer heeft gevoerd, zodat de betreffende vordering van Hi-Light voor toewijzing gereed ligt.
Rekening en verantwoording 4.19. Hi-Light stelt dat er in de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 november 2008 (de onder § 11.2 van de dagvaarding opgesomde) betalingen loonbelasting, omzetbelasting en motorrijtuigenbelasting ten laste van een bankrekening (met nr. 54.36.02.591) van Hi-Light zijn verricht, tot een bedrag van € 60.504. Deze betalingen terzake loonbelasting en omzetbelasting waren echter niet door Hi-Light verschuldigd, nu zij in het jaar 2008 geen bedrijfsactiviteiten meer ontplooide. De betaalde motorrijtuigenbelasting kan alleen betrekking hebben gehad op de eerder genoemde bij A in gebruik zijnde BMW X5, welke kosten over 2008 niet voor
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 10
Kluwer Navigator documentselectie
4.20.
4.21.
4.22.
4.23.
rekening van Hi-Light, maar van A behoren te komen. De vereffenaar van Hi-Light heeft Inventures als (voormalig) bestuurder van de vennootschap verzocht om voornoemde betalingen te verantwoorden. Deze verantwoording is echter uitgebleven, ondanks het feit dat Inventures daartoe op grond van artikel 2:11 BW als bestuurder verplicht was. Inventures was feitelijk de voortgezette bestuurder en had als enige de bevoegdheid om te beschikken over genoemde bankrekening. Hi-Light vordert thans dat Inventures en A veroordeeld worden tot het doen van rekening en verantwoording ter zake van de hiervoor bedoelde betalingen aan de fiscus. Inventures en A voeren verweer. Inventures heeft geen wetenschap van de gedane betalingen. De fiscale zaken van de vennootschap werden behartigd door de accountant. Als er ten onrechte bedragen aan de fiscus zouden zijn betaald, kunnen deze worden teruggevorderd, aldus Inventures en A. De rechtbank overweegt als volgt. Vaststaat dat Inventures tot haar ontslag door de algemene vergadering van aandeelhouders op 8 december 2009 (enig) statutair bestuurder was van HiLight. Voor het tijdens de bestuursperiode gevoerde beleid is een bestuurder — in het kader van een behoorlijke taakvervulling jegens de rechtspersoon, als bedoeld in artikel 2:9 BW — verantwoording schuldig aan de rechtspersoon. Hieronder valt ook het desgevraagd afleggen van rekening en verantwoording aan de rechtspersoon omtrent de financiële gang van zaken binnen de vennootschap tijdens de bestuursperiode. Daaraan doet niet af dat de managementovereenkomst tussen Hi-Light en Inventures eerder is geëindigd dan haar bestuurderschap bij Hi-Light. Beëindiging van de managementovereenkomst met de bestuurder brengt in het onderhavige geval niet met zich dat daarmee ook de vennootschappelijke rechtsbetrekking tussen de vennootschap en de bestuurder is geëindigd, nu de managementovereenkomst louter vanwege een (vooraf) contractueel bepaalde omstandigheid is geëindigd. Voor het ontslag van Inventures als bestuurder was dan ook een afzonderlijk besluit vereist van het orgaan dat tot ontslag van de bestuurder bevoegd is, op de voet van artikel 2:244 BW. Dat besluit is pas op 8 december 2009 met onmiddellijke ingang genomen. Inventures kan zich naar het oordeel van de rechtbank niet aan het afleggen van rekening en verantwoording aan de vennootschap onttrekken door te verwijzen naar de accountant die de fiscale zaken van de vennootschap regelde. Het handelen van de accountant op fiscaal gebied ten behoeve van de vennootschap viel namelijk onder de verantwoordelijkheid van Inventures als bestuurder tot de datum waarop zij als bestuurder werd ontslagen. Gelet op het vorenstaande zal de vordering jegens Inventures strekkende tot het afleggen van rekening en verantwoording aan Hi-Light worden toegewezen. Door Hi-Light is onvoldoende gesteld ter onderbouwing van de door haar tevens gevraagde rekening en verantwoording door A in persoon. In zoverre zal de gevraagde rekening en verantwoording dan ook worden afgewezen. De rechtbank zal de termijn waarbinnen de hiervoor bedoelde rekening en verantwoording dient te worden afgelegd, anders dan gevorderd, bepalen op een termijn van twee maanden na de betekening van dit vonnis. Aan de veroordeling tot het afleggen van rekening en verantwoording zal een dwangsom worden verbonden voor het geval Inventures in gebreke blijft daaraan te voldoen. Tevens zal een na te melden maximum worden gesteld aan het totaal der te verbeuren dwangsommen.
Proceskosten 4.24. Inventures en A zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Anders dan gevorderd, zullen Inventures en A niet hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld, nu daarvoor door Hi-Light geen toereikende onderbouwing is gegeven. 4.25. De proceskosten worden aan de zijde van Hi-Light als volgt vastgesteld: — — — Totaal
dagvaardingskosten vast recht salaris van de advocaat
€ € €
73,89 4.951 5.160
€
10.184,89
(2 punten × € 2.580, tarief VII)
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 11
Kluwer Navigator documentselectie
5.
De beslissing De rechtbank: 5.1. 5.2. 5.3.
5.4. 5.5. 5.6. 5.7.
veroordeelt A tot betaling aan Hi-Light van een bedrag van € 581.297 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening veroordeelt Inventures tot betaling aan Hi-Light van een bedrag van € 58.349 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Inventures tot het doen van rekening en verantwoording ter zake van de betalingen aan de fiscus als omschreven in alinea 7.2. van het fundamentum petendi van de inleidende dagvaarding, welke rekening en verantwoording dient te worden afgelegd binnen twee maanden na betekening van het te dezen te wijzen vonnis en welke rekening en verantwoording dient in te houden een verklaring omtrent de schuldplicht van Hi-Light jegens de fiscus tot delging waarvan voornoemde betalingen zijn verricht en, indien en voor zover deze betalingen niet hebben gestrekt tot delging van een schuldplicht jegens de fiscus van Hi-Light, een verklaring ter zake van wiens schuldplicht deze betalingen in dat geval wel zijn gedaan, welke rekening en verantwoording afgelegd dient te worden aan Hi-Light, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500 per dag dat A en Inventures nalatig blijven aan deze vordering te voldoen; verbindt aan het totaal der te verbeuren dwangsommen een maximum van € 10.000; veroordeelt A en Inventures in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Hi-Light vastgesteld op € 10.184,89; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl 12