Gymnasium Beekvliet Werkboek Profielwerkstuk schooljaar 2013-2014
Inhoudsopgave Inhoudsopgave......................................................................................................................................... 2 Inleiding .................................................................................................................................................. 2 Eisen ........................................................................................................................................... 2 Waar moet je op letten?.............................................................................................................. 3 1. Keuze van partner, onderwerp en vak. ............................................................................................. 4 2. Profielwerkstuk samen met andere organisaties. ............................................................................. 4 Profielwerkstuk samen met Royal Haskoning ............................................................................ 4 Profielwerkstuk samen met Ortec............................................................................................... 5 Profielwerkstuk samen met Imagine........................................................................................... 5 Profielwerkstuk samen met ikonderzoekwater.nl ....................................................................... 6 Profielwerkstuk samen met universiteiten en andere organisaties ............................................ 6 3. BIC stimuleert het profielwerkstuk met een “beurs”. ....................................................................... 6 4. Je onderwerp afbakenen, probleemstelling formuleren .................................................................... 7 Onderwerp afbakenen. ............................................................................................................... 7 Probleemstelling formuleren. ..................................................................................................... 8 Wat te doen als je geen geschikt onderwerp kunt vinden? ......................................................... 8 5. Een plan van aanpak, taakverdeling en tijdschema. ......................................................................... 8 6. Dingen om aan te denken................................................................................................................ 10 EXO-onderzoeken bij de BINAS-vakken (Na, Sk en Bi) ........................................................... 10 Profielwerkstukken, waarbij een product gemaakt wordt (bijv. CKV)..................................... 10 Onderzoeken met een geschreven verslag ................................................................................ 11 Gebruik van statistische methoden. .......................................................................................... 11 Kosten die gemaakt worden voor het PWS............................................................................... 11 7. Logboek........................................................................................................................................... 12 8. Informatiebronnen en instanties die je kunnen helpen. .................................................................. 12 9. De profielweek in november 2013. ................................................................................................ 13 10. Je verslag schrijven. ....................................................................................................................... 14 Vorm van het schriftelijke verslag (bij niet-Binas vakken)....................................................... 14 Vorm van het schriftelijke verslag (bij Binas vakken). ............................................................. 15 De definitieve versie maken. ..................................................................................................... 18 11. De presentatie op 11 februari 2014. ............................................................................................... 18 12. Wedstrijden en prijzen .................................................................................................................... 19 Bijlage 1 Tijdschema Profielwerkstuk 2013/2014 ................................................................................ 21 Bijlage 2 Keuzeformulier profielwerkstuk 2013/2014 .......................................................................... 23 Bijlage 3 Projecten in samenwerking met Royal Haskoning ................................................................ 24 Bijlage 4a PLAN van AANPAK, TAAKVERDELING, TIJDPLAN (voorbeeld) .................................. 25 Bijlage 4b PLAN van AANPAK, inclusief TIJDPLAN .......................................................................... 26 Bijlage 5 LOGBOEK ............................................................................................................................. 27 Bijlage 6 Regeling profielwerkstuk in PTA en beoordelingsmodel ....................................................... 29 Bijlage 7a Beoordelingsmodel bij niet-BINAS vakken. (voorbeeld) ..................................................... 30 Bijlage 7b Beoordelingsmodel bij een PWS in één van de BINAS vakken. ........................................... 33
Inleiding Een van de onderdelen van het examendossier is het profielwerkstuk. Dat is een soort bekroning van al hetgeen je hebt geleerd aan kennis en vaardigheden binnen het door jouw gekozen profiel. Het profielwerkstuk kan de vorm hebben van een schriftelijk verslag van een onderzoek, maar ook heel andere vormen zijn mogelijk. Voor één keer in je schoolcarrière bepaal je samen met je partner welk probleem je gaat uitzoeken of wat je gaat maken. Veel leerlingen in de afgelopen jaren gaven aan dat juist deze grote vrijheid voor hen dit onderdeel van het examen heel boeiend maakte.
Eisen Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen voldoen. 1. Het onderwerp van je profielwerkstuk moet in verband staan met één (of meer) van de vakken waarin je straks in klas 6 een centraal schriftelijk eindexamen aflegt. Het ligt natuurlijk voor de hand om hiervoor een vak uit je profiel te kiezen, maar met ingang van de herziene Tweede Fase is dat niet langer verplicht. Om de integratie van de leerstof te bevorderen is het toegestaan (zelfs gewenst) dat je onderwerp raakvlakken heeft met meer dan één vak. 2. Je werkt in tweetallen: één van de doelstellingen van de Tweede Fase is het leren samenwerken en dat krijgt bij het profielwerkstuk gestalte door de verplichte samenwerking met een medeleerling. 3. Je wordt begeleid door één van de docenten in het vak dat je gekozen hebt. Nadat je samen met je partner een onderwerp gekozen hebt, krijg je te horen welke docent jullie begeleider is. In vrijwel alle gevallen zal dit ook de docent zijn van wie je in klas 6 les zult krijgen. Je begeleider is tevens de beoordelaar van je profielwerkstuk. 4. De studielast voor het profielwerkstuk bedraagt 80 studielast-uren per persoon. Je moet de gewerkte tijd en de verrichte werkzaamheden nauwkeurig verantwoorden in een logboek, dat je vanaf het begin tot en met de presentatie invult en bij besprekingen met je begeleider steeds meebrengt. 5. De beoordeling geschiedt volgens normen die van tevoren met je begeleider besproken zijn: bij deze beoordeling wordt niet alleen gelet op het eindresultaat, maar ook op de gevolgde werkwijze: het logboek en het tussentijdse overleg met je begeleider spelen daarbij een grote rol. Zie ook de bijlage achter in dit boek. 6. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer, dat onderdeel gaat uitmaken van het zogenaamde combinatiecijfer. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor de vakken Maatschappijleer, Algemene Natuurwetenschappen en het Profielwerkstuk. In de slaag-zakregeling telt het combinatiecijfer als “één vak” mee. Je moet er wel op letten dat je voor de afzonderlijke onderdelen van het combinatiecijfer geen cijfer lager dan 4 mag halen. 7. Als je (met je partner) er niet op tijd in slaagt om je profielwerkstuk naar behoren af te ronden (zie hiervoor het tijdschema in bijlage 1) dan krijg je daarvoor gedurende 14 dagen een herkansing. Besef dan wel dat je die herkansing dan niet kunt gebruiken voor een ander vak, waar je die misschien veel harder nodig zult hebben. Ook je partner verliest dan een herkansing. Tip: houd je aan het voorgeschreven tijdschema. Breng jezelf en je medeleerling niet in onnodige problemen en zorg ervoor dat je het profielwerkstuk op tijd en met een bevredigend resultaat afgesloten hebt. Je hebt daarna je tijd wel nodig voor andere studiezaken.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 2
8. Wanneer de vorm van het profielwerkstuk anders is dan een schriftelijk werkstuk, bijv. een website, een diaklankbeeld, een fotoreportage, een toneelstuk, een speelfilm, een uitvoering van een muziekstuk, een technisch ontwerp of iets dergelijks, dient er altijd een schriftelijke toelichting aanwezig te zijn. Deze schriftelijke toelichting wordt dan niet gezien als het profielwerkstuk zelf, maar als een deelproduct met verantwoording en technische specificatie. 9. Op 11 februari 2014 dient je werkstuk afgesloten te zijn. Op die dag zul je samen met alle andere zesdeklassers het werkstuk presenteren in een gemeenschappelijke presentatieronde. Hiervoor worden je ouders, de docenten en eventueel andere belangstellenden en alle vijfdeklassers uitgenodigd. Deze presentatie zal door je begeleider in de beoordeling betrokken worden.
Waar moet je op letten? In dit werkboek wordt aangegeven welke zaken belangrijk zijn bij het maken van een profielwerkstuk. Achtereenvolgens komen aan de orde: Keuze partner, onderwerp en vak. Profielwerkstuk i.s.m. andere organisaties: Imagine, Royal Haskoning, Ortec, universiteiten etcetera. Onderwerp afbakenen en de probleemstelling formuleren. Een plan van aanpak, taakverdeling en tijdschema. Dingen om aan te denken: - EXO-onderzoeken bij de BINAS-vakken (Na, Sk en Bi) - Profielwerkstukken, waarbij een product gemaakt wordt (bijv. CKV) - Onderzoeken met een geschreven verslag - Gebruik van statistische methoden - Kosten Logboek bijhouden. Informatiebronnen kiezen en zoeken, instanties die je kunnen helpen. De profielweek in november 2013. (week 48) Het verslag schrijven, definitieve versie. De presentatie op 11 februari . Wedstrijden en prijzen.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 3
1. Keuze van partner, onderwerp en vak. Voordat je het onderwerp gaat kiezen ga je natuurlijk eerst een partner zoeken waarmee je het profielwerkstuk gaat maken. Je kunt natuurlijk een vriend(in) vragen om met je samen te werken, maar het is maar de vraag of je dezelfde belangstelling voor bepaalde onderwerpen hebt. En als je een onderwerp op het oog hebt en je weet welk vak daarbij goed aansluit, is het nog maar de vraag of je vriend(in) hetzelfde vak in zijn of haar pakket heeft. De keuze van een goede partner is van belang omdat je maandenlang samen moet werken. Bij de keuze van het onderwerp kun je op twee manieren werken: òf je kiest eerst het vak (of de vakken) waarvoor je een profielwerkstuk wilt gaan maken òf je kiest eerst het onderwerp en vervolgens het vak dat er het best bij past. Let er wel op dat je niet zomaar elk vak kunt kiezen: het moet een vak zijn waarin je een centraal eindexamen aflegt. De tweede manier ligt het meest voor de hand. Maar hoe kom je aan een goed onderwerp? Daarvoor de volgende tips. Schrijf op waarover je zelf een duidelijk eigen mening hebt of waar je bijzonder in geïnteresseerd bent. Kijk ook naar wat anderen sterk bezighoudt en waarover in de maatschappij sterk verdeelde meningen zijn. Voorbeelden: - Hoe ontstaan files? - Is de euro een geweldige vooruitgang of tot mislukken gedoemd? - Welke rol speelt de landbouw bij het vernietigen of het juist in stand houden van de natuur in Nederland? - Wat is een eerlijke manier van toewijzen van studieplaatsen aan de universiteit? - Zijn kerncentrales 100 procent veilig te construeren? - Waarom is het stemgedrag van de Nederlandse kiezers zo wisselvallig? - Hoe ontstaat een kredietcrisis? - Enzovoort, enzovoort. Realiseer je wel van tevoren, dat je onderwerp niet te breed, niet te algemeen en niet te hoog gegrepen moet zijn: een iets kleiner of wat praktischer onderwerp is meestal een stuk gemakkelijker. Hierover verderop meer. Als je tenslotte een onderwerp of een probleemstelling hebt gevonden, vul je samen met je partner het keuzeformulier in. Hierop staan vermeld: jullie namen, het onderwerp en het vak of de vakken waar jullie onderwerp het beste bij past. Het ingevulde formulier lever je in bij de coördinator profielwerkstuk. Het formulier wordt los tegelijk met dit werkboek uitgedeeld.
2. Profielwerkstuk samen met andere organisaties. Beekvliet gaat ook dit jaar weer samenwerken met enkele andere organisaties met de bedoeling om te komen tot heel interessante profielwerkstukken.
Profielwerkstuk samen met Royal Haskoning Beekvliet onderhoudt al enkele jaren contacten met het groot en gerenommeerd ingenieurs- en adviesbureau Royal Haskoning. Dit bureau heeft veel vestigingen in binnen- en buitenland, onder andere in Den Bosch. Beekvliet gaat met Royal Haskoning samenwerken om in het kader van beroeps-en studiekeuzevoorlichting aan leerlingen duidelijk te maken wat je met diverse vakken kunt doen in de praktijk. Ook voor het profielwerkstuk kan een dergelijke samenwerking heel uitdagend en inspirerend zijn. Werkboek profielwerkstuk 2013-14 4
Royal Haskoning houdt zich bezig met heel grote projecten: het meest tot de verbeelding spreekt het opgespoten ‘palm’-eiland in Dubai, maar ook de A2, stadsuitbreidingen zoals de Groote Wielen in Rosmalen, overstromingsgebieden van de Dommel en de Beerze etc behoren tot hun werkzaamheden. Bij zo’n groot bedrijf werken mensen met heel verschillende achtergronden: heel veel technici natuurlijk, maar ook geografen, geschiedkundigen, juristen, economen, biologen, grafisch ontwerpers, taalkundigen, wiskundigen etc. Al deze mensen moeten bij het ontwerpen en adviseren samenwerken om te komen tot een goede prestatie. Wij zoeken samen met Royal Haskoning en met geïnteresseerde leerlingen enkele projecten uit waar men al een paar jaar geleden mee begonnen is en waar men nu nog steeds mee bezig is. Leerlingen houden zich dan bezig met enkele “kleine” aspecten van zo’n groot project. Voordelen voor de leerlingen: - Echte problemen uit de praktijk - Vakoverstijgende onderwerpen - Kennismaken met een fascinerend bedrijf en met de mensen die daar werken - Kennismaken met de manier waarop mensen met heel verschillende achtergronden in een bedrijf samenwerken. Meer informatie tref je aan in bijlage 3.
Profielwerkstuk samen met Ortec Het bedrijf Ortec specialiseert zich in het toepassen van wiskunde in praktijksituaties. Je moet daarbij denken aan het opzetten van distributiesystemen, het ontwerpen van logistieke oplossingen, het optimaliseren van opbrengsten van het verkopen van vliegtuigstoelen. En dan zijn er nog legio andere voorbeelden te geven. Deze vorm van toegepaste wiskunde heet met een duur woord “operational research”. Je kunt dat op hoog niveau studeren aan de universiteiten van Tilburg, Rotterdam en Eindhoven. (Nederland is op dit vakgebied toonaangevend in de wereld). Ortec heeft ons aangeboden geïnteresseerden te begeleiden bij hun profielwerkstuk op dit terrein. Aanrader voor mensen die belangstelling voor toepassingen van informatica.
Profielwerkstuk samen met Imagine Imagine wordt georganiseerd door de Stichting Imagine Life Sciences, gelieerd aan de TU Delft. Imagine heeft de bedoeling om bij scholieren interesse te wekken voor mogelijke toepassingen van biotechnologie in de Derde Wereld. De opzet is een vorm van samenwerking tussen enerzijds middelbare scholieren en anderzijds biotechnologen. De wetenschappers dienen projectvoorstellen in, waarbij scholieren dan een onderzoek moeten doen naar de toepasbaarheid en haalbaarheid daarvan in de Derde Wereld, bijvoorbeeld door het schrijven van een businessplan. Je hoeft dus niet per se verstand te hebben van biotechnologie, maar je moet wel geïnteresseerd zijn in de Derde Wereldproblematiek. Hier liggen dus zeker ook mogelijkheden voor leerlingen die iets willen doen met Economie of Aardrijkskunde. Als je wilt meedoen moet je er snel bij zijn met inschrijven. Op http://foundation-imagine.org/ kun je verdere informatie vinden over de gang van zaken. Je kunt er een reis naar een ontwikkelingsland mee winnen. Er komt zeker een groot en gevarieerd aanbod van onderwerpen. Aanrader! De afgelopen jaren hebben groepjes leerlingen van Beekvliet meegedaan met projecten ten behoeve van Vietnam en Senegal.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 5
Profielwerkstuk samen met ikonderzoekwater.nl Een aantal bedrijven en instellingen hebben de koppen bij elkaar gestoken en samen de organisatie ikonderzoekwater.nl in het leven geroepen. De bedoeling is dat scholieren geïnteresseerd worden voor het in Nederland belangrijke onderwerp water. De organisatie heeft een indrukwekkende verzameling min of meer kant en klare onderwerpen voor een profielwerkstuk bij elkaar gezet samen met instellingen en instanties die daarbij behulpzaam kunnen zijn. Kijk eens op de site www.ikonderzoekwater.nl . Tegelijk loopt er ook een wedstrijd “Knappe waterhoofden” met een indrukwekkende prijs. Deelname aan de wedstrijd is niet verplicht, maar beslist aan te raden.
Profielwerkstuk samen met universiteiten en andere organisaties Op de TU/Eindhoven zijn er enkele mogelijkheden om voor het profielwerkstuk gebruik te maken van de faciliteiten van de TU/e. In het kader van het zogenaamde Pre University College zijn er voor middelbare scholieren diverse vormen. - Je kunt je inschrijven voor een intensievere vorm van begeleiding dan de toch nog toe gebruikelijke ondersteuning aan PWS-en. - Je kunt er ook voor kiezen om de laatste week van de zomervakantie op de TU/e in het laboratorium te werken aan je onderzoek: je hebt dan bij wijze van spreken een vooruitgeschoven profielweek. Info bij dhr. van Aarle en dhr van Boekholt. - Verder biedt de TU/e zoals elke universiteit de gebruikelijke ondersteuning in de vorm van een profielwinkel: je kunt er altijd met vragen terecht. Informatie op www.tue.nl/profielwinkel of
[email protected] Op de Radboud Universiteit in Nijmegen organiseert het EXO-steunpunt een heel scala aan begeleidingsactiviteiten voor profielwerkstukken. Onder andere zijn er dit jaar masterclasses informatica en natuurkunde. Informatie op de site www.ru.nl/exo . De stichting Aarde.nu, een samenwerkingsverband van vijf Nederlandse aardwetenschappelijke studierichtingen (VU en UVA in Amsterdam, Delft, Wageningen, Utrecht) bieden hulp bij profielwerkstukken die handelen over een aardwetenschappelijk thema. (Aardrijkskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie etc.) Informatie op www.aarde.nu. Als je zelf zoekt op de sites van de diverse universiteiten zie je nog meer mogelijkheden om samen met de universiteit een profielwerkstuk te doen. Beekvliet steunt waar mogelijk al deze initiatieven.
3. BIC stimuleert het profielwerkstuk met een “beurs”. De Stichting Beekvliet Internationale Contacten wil leerlingen die voor hun profielwerkstuk onderzoek willen doen in het buitenland de kans geven dat (deels) op kosten van de school te doen. Omdat het budget daarvoor beperkt is, stellen we een aantal voorwaarden, die moeten waarborgen dat het geld goed besteed is. - Als je in aanmerking wilt komen dien je (behalve het plan van aanpak van je PWS) een nauwkeurig omschreven plan in van wat je in het buitenland gaat doen, wie je daar gaat ontmoeten en met welk doel. - Verder lever je een nauwkeurig reisschema en een gedetailleerd budget in. - Uiterste inleverdatum is 13 september 2013 bij de coördinator PWS. - Een jury onder voorzitterschap van de rector kiest één of twee plannen uit, waaraan een subsidie toegekend van maximaal €500,- (Als er naar de mening van de jury geen goede plannen ingediend zijn zal er ook geen subsidie gegeven worden: kwaliteit is een absolute voorwaarde) Werkboek profielwerkstuk 2013-14 6
-
De winnaars van de subsidie schrijven over hun reis naar het buitenland een kort verslag ten behoeve van het Beekvliet-bulletin.
In het verleden zijn er verschillende zesdeklassers in het kader van hun profielwerkstuk naar het buitenland geweest: een aantal keren is dat voor een groot deel betaald door de Stichting Beekvliet Internationale Contacten. Vier jaar geleden heeft een tweetal leerlingen in Griekenland en Macedonië een studie gemaakt naar het conflict tussen deze landen over de naam Macedonië, vijf jaar geleden hebben twee leerlingen de verkiezing van Barack Obama tot president van Amerika van nabij meegemaakt. Twee jaar geleden hebben twee zesdeklassers een internationale wetenschappelijke conferentie bijgewoond op de universiteit in Porto die handelde over de sociale en economische gevolgen van de eurocrisis in de zuidelijke landen van Europa. Onze hoop is dat de leerlingen van Beekvliet door deze maatregel gestimuleerd worden om van hun PWS iets bijzonders te maken. Grijp je kans!
4. Je onderwerp afbakenen, probleemstelling formuleren Onderwerp afbakenen. Een handige manier om vast te stellen of iets geschikt is als onderwerp voor een profielwerkstuk is om te bekijken of er spontaan veel vragen bij je opkomen als je over het onderwerp nadenkt. Hieronder staat een lijstje met vragen die je zou kunnen stellen. Misschien dat je aan een aantal vragen wat hebt. Ongetwijfeld kun je zelf bij een goed onderwerp nog veel meer vragen verzinnen. Vragenlijst: 1. Hebben veel mensen met jouw onderwerp te maken, heeft het onderwerp invloed op hun dagelijks leven? 2. Is er al veel onderzoek naar gedaan of is je onderwerp juist helemaal nieuw? Een helemaal nieuw onderwerp is natuurlijk wel interessant. maar tegelijk ook het moeilijkste. 3. Hoe is het onderwerp ontstaan? Hoe ziet het heden, verleden en de toekomst van het onderwerp eruit? 4. Lokt het onderwerp discussie uit: is er veel verschil van mening over of is men het in het algemeen met elkaar eens, als je onderwerp ter sprake komt? 5. Denk je dat je bij je onderzoek op verrassende uitkomsten zult stuiten? 6. Zouden de uitkomsten van je onderzoek misschien op andere terreinen iets kunnen betekenen? Kun je er in de praktijk iets mee doen? 7. Laat het onderwerp je niet los? Ben je zo nieuwsgierig dat je het eigenlijk per se wilt onderzoeken? 8. Waarom is jouw onderwerp van belang? Je hebt nu een definitief onderwerp gekozen. Je vakdocent/begeleider heeft gezegd dat je daar wel een profielwerkstuk over zou kunnen maken. Nu moet je proberen het onderwerp in te perken. Anders gezegd: je schrijft op wat je wilt gaan bestuderen van je onderwerp of wat je wilt gaan ontwerpen of welke proeven je wilt gaan uitvoeren. Het probleem is vaak niet dat je te weinig informatie kunt vinden, maar teveel. Je ziet door de bomen het bos niet meer. De grootste fout die je kunt maken is een te breed onderwerp kiezen. Als je wilt uitzoeken hoe "moderne communicatie" verloopt, zit je fout. Wat bedoel je dan? Gaat het over kranten, radio en TV, Internet? Gaat over mobiele telefonie, Twitter of mobiel e-mailen? Over het gebruik van satellieten bij GPS-systemen? Wel een goed voorbeeld is: "Het gebruik van statistische methoden in het proces tegen verpleegkundige Lucia de Berk.” Werkboek profielwerkstuk 2013-14 7
Beperk je dus tot een klein gedeelte of een bepaald aspect van je onderwerp. Dan heb je ook meer kans dat je echt met iets nieuws of iets verrassends komt. Nog een verkeerde: de geschiedenis van Rusland. Dat betekent het schrijven van een tiendelig standaardwerk. Maar wèl goed is: "De rol van social media (Twitter en Facebook) bij de nieuwsgaring tijdens de burgeroorlog in Syrië.”
Probleemstelling formuleren. Als je een onderwerp hebt, ben je er nog niet. De volgende stap is het formuleren van een precieze probleemstelling. Een probleemstelling heeft twee belangrijke functies: Aan het begin van je onderzoek moet je materiaal (of literatuur) zoeken dat bij je probleemstelling past. Vermoed je dat de bronnen beschikbaar zijn? Bij experimenteel onderzoek: denk je dat de apparatuur en alle andere benodigdheden aanwezig zijn? Zo niet, kunnen we bijvoorbeeld op andere plaatsen (universiteiten, ziekenhuizen of bedrijven) terecht voor ons onderzoek? Als je je gaat oriënteren op je onderzoek en achtergrondinformatie gaat lezen, moet je de probleemstelling in je achterhoofd hebben. Anders ga je maar lukraak lezen en dan weet je nog niet wat je kunt gebruiken. Anders gezegd: een goede formulering van je onderzoeksdoel zorgt ervoor dat je niet afdwaalt. Er zijn verschillende soorten probleemstellingen: beschrijvende: je probeert een situatie te beschrijven. onderzoekende: je probeert door middel van proeven e.d. te ontdekken hoe iets werkt. vergelijkende: je probeert overeenkomsten of verschillen te ontdekken. verklarende: je gaat antwoord geven op de vraag: "Hoe komt het dat.....?" waardebepalende: je probeert een oordeel te formuleren. voorspellende: je gaat uitzoeken hoe het in de toekomst zal zijn. probleemoplossende: je wilt voorstellen doen om een probleem (deels) op te lossen.
Wat te doen als je geen geschikt onderwerp kunt vinden? Het is in eerste instantie de bedoeling dat je zelf een vak en een onderwerp kiest. Voor ons is het in verband met de indeling van de begeleiders belangrijk te weten wie welk vak kiest. Dat moet je dan ook in ieder geval aangeven op het keuzeformulier. Je krijgt tot 13 september de tijd om zelf met een geschikt en uitvoerbaar plan te komen. Als dat niet lukt heeft je begeleider op dat moment een lijst met onderwerpen, waaruit je kunt kiezen. Op die manier weten we zeker dat iedereen vanaf 13 september ook echt aan de slag kan.
5. Een plan van aanpak, taakverdeling en tijdschema. Nadat je het keuzeformulier ingevuld hebt, krijg je te horen welke docent zal functioneren als jullie begeleider. Tijdens het eerste gesprek dat je met je begeleider hebt zal het voornamelijk gaan over de probleemstelling en de afbakening daarvan. Tevens zullen jullie van gedachten wisselen over wat je zou kunnen gaan doen. Je krijgt in dit gesprek de opdracht om voor de volgende keer een plan van aanpak te schrijven met daarbij een globale taakverdeling en een tijdschema. In week van 24 tot en met 28 juni schrijf je het plan van aanpak. Aan het einde van deze week lever je het plan van aanpak in bij je begeleider. Het plan van aanpak moet door je begeleider goedgekeurd worden. Een kopie hiervan moet vervolgens ingeleverd worden bij de coördinator profielwerkstuk. Voor de BINAS-vakken is er tussen 31 mei en 10 juni tijd en Werkboek profielwerkstuk 2013-14 8
ruimte om te overleggen met de docenten en de TOA’s over de vooronderzoeken en het haalbaarheids-onderzoek. De Binas-leerlingen zijn verplicht om aan dit overleg deel te nemen. De precieze data en uren krijg je van de BINAS-docenten te horen. Hieronder staan een aantal punten die in het plan van aanpak geregeld moeten worden. Natuurlijk kan zo'n overzicht regelmatig worden aangepast. Een voorbeeld van een plan van aanpak tref je aan in bijlage 4a. In bijlage 4b tref je een voorbeeld aan van een plan van aanpak bij een praktisch onderzoek in de exacte hoek. Waar halen we de informatie vandaan? Bibliotheek, mediatheek, universiteit, Internet? Wie zorgt voor welke informatie en wanneer moet het binnen zijn? Moet hiervoor gereisd worden naar bijv. een universiteit of hogeschool? Wanneer kunnen we daar terecht? Hoe bereiden we ons praktisch onderzoek voor? (Interviews, enquêtes, proefopstellingen) Hoe regelen we de faciliteiten voor praktisch onderzoek? Wie helpt ons daarbij en hebben we de spullen daarvoor in huis? (Afspraken maken met de begeleidend docent en met de TOA's) Een zeer belangrijk punt is het tijdschema: als je een werkstuk of iets dergelijks gaat maken mag je in principe alle tijd nemen, die je tot je beschikking hebt: je moet natuurlijk wel voldoende tijd over houden om te schrijven. Al je echter een praktisch onderzoek gaat doen, moet je er rekening mee houden, dat er niet zoveel tijd, ruimte en menskracht tot je beschikking is: er zullen dan bijzonder goede afspraken gemaakt moeten worden wie er waar, wanneer en hoe lang terecht kan. Hou je aan die afspraken en zorg er voor dat je alle voorbereidingen afgerond hebt voordat je aan je praktische gedeelte begint. Probeer bij alle activiteiten van tevoren ruwweg in te schatten hoeveel uren je daarvoor nodig hebt: in totaal staat er 80 uren per persoon voor het profielwerkstuk. Hou er rekening mee dat ook het schrijven van je verslag veel tijd kan kosten. Uit ervaringen met EXO-werkstukken blijkt dat de voorbereiding zo'n 10 tot 15 uur kost, de daadwerkelijke uitvoering 40 à 50 uur en de afronding met een verslag en een presentatie nog eens zo'n 20 uur. Maak afspraken met de begeleidend docent over de momenten, waarop je elkaar spreekt. De eerste twee contacten en het eindgesprek staan vast. Eerste gesprek: oriënterend, opdracht tot schrijven van plan van aanpak, afspraken over het bijhouden van het logboek. Tweede gesprek: plan van aanpak wordt (eventueel aangepast en) goedgekeurd. Hierna kun je aan de slag met het eigenlijke werk. Eindgesprek: profielwerkstuk wordt gepresenteerd en beoordeeld. Tijdens de uitvoeringsfase zul je met de begeleider nog een aantal gesprekken voeren over de voortgang. Leg de data voor deze gesprekken vast in je plan van aanpak, in je eigen agenda en in de agenda van je begeleider. Als je meedoet met Imagine, Ortec of Royal Haskoning geldt het vastleggen en nakomen van afspraken ook voor je contactpersonen bij deze organisaties. Let wel: in het bedrijfsleven gelden nu eenmaal wat striktere regels dan je op Beekvliet bij sommige docenten misschien gewend bent. Maak met elkaar afspraken over welke dingen je samen doet en wat er door ieder van jullie afzonderlijk gedaan wordt: je hoeft niet alles samen te doen, dat kan bijzonder tijdrovend zijn. Van de andere kant moet je zeker niet allebei afzonderlijk hetzelfde werk verrichten. Ga na op welke momenten en op welke plek je het beste samen aan je profielwerkstuk kunt werken: op school, bij iemand thuis, elke week een vast tijdstip? In het jaarrooster wordt een zogenaamde PROFIELWEEK opgenomen (25 t/m 29 nov 2013) In deze week wordt er door alle zesdeklassers aan het profielwerkstuk gewerkt; de Werkboek profielwerkstuk 2013-14 9
normale lessen vervallen in die week. In je planning moet deze week een belangrijke rol spelen. Hierover verderop meer. Tot slot: een probleemstelling en een plan van aanpak zijn niet heilig. Al werkend (of bij het maken van een ontwerp of natuurwetenschappelijke opstelling) kun je tot de ontdekking komen dat de probleemstelling, je plan van aanpak of het tijdschema eigenlijk aangepast zou moeten worden. Dat moet je dan zeker doen. Neem natuurlijk wel even contact op met je begeleider en vergeet niet je logboek aan te passen.
6. Dingen om aan te denken EXO-onderzoeken bij de BINAS-vakken (Na, Sk en Bi) In de Binas-vakken gaat het bij een profielwerkstuk (vrijwel) altijd om een praktisch onderzoek. De ervaring leert dat er in eerste instantie vaak gekozen wordt voor een veel te algemeen geformuleerd probleem. Als blijkt dat zo’n groot onderzoek niet echt haalbaar is met de middelen en in de tijd, waarover je kunt beschikken, dan begint het zoeken naar een precies omschreven en ook uitvoerbaar probleem. Dat zoeken is een heel lastig proces, waarvoor je veel tijd nodig hebt en dat je niet moet onderschatten. Overleg met je begeleider en met de TOA’s is absoluut noodzakelijk. Is de onderzoeksvraag precies genoeg geformuleerd? Een voorbeeld. Stel niet de vraag: "Welke schadelijke stoffen zitten er in water?" Want wat bedoel je dan met schadelijk? (voor milieu, voor de gezondheid, voor de wasmachine), wat bedoel je met stoffen? (metalen, zouten, koolwaterstoffen, zand) en wat bedoel je met water? (kraanwater, oppervlaktewater, grondwater) Zijn er voldoende mogelijkheden om het voorgenomen onderzoek op school uit te voeren? Overleg hiervoor met je docent of met de TOA's. Je zult vóór het eigenlijke onderzoek een zogenaamd haalbaarheidsonderzoek moeten doen, zodat je tijdens het eigenlijke onderzoek niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Denk ook aan aspecten als veiligheid. Maak een opzet van je onderzoek met daarbij een lijstje van materiaal, apparatuur, chemicaliën en andere stoffen, die je nodig hebt. Bespreek dat lijstje met de TOA. Als er dingen besteld moeten worden die je in de profielweek nodig hebt moet dat zeker vóór 1 november gedaan worden, omdat voor veel spullen een levertijd van enkele weken hebben. Na 1 november kunnen er geen spullen meer besteld worden voor de profielweek. Als er op school niet voldoende faciliteiten zijn om onderzoek uit te voeren kun je misschien je onderzoek in het laboratorium van een universiteit, ziekenhuis of bedrijf uitvoeren. Je zult dat dan wel tijdig moeten regelen.
Profielwerkstukken, waarbij een product gemaakt wordt (bijv. CKV) Als je bij CKV een profielwerkstuk maakt, zal de nadruk niet zozeer liggen op het verslag dat je schrijft, maar op het product dat je maakt, bijvoorbeeld een kunstwerk, een videofilm, een diapresentatie of iets dergelijks. Bij Wiskunde zou je profielwerkstuk bijvoorbeeld een computerprogramma kunnen zijn waarmee je een ingewikkeld probleem oplost of een aantal ruimtelijke figuren, zoals regelvlakken of hyperboloiden. Bij Economie zou je een model kunnen ontwerpen, waarmee je een simulatie van een gesloten economisch systeem doorrekent. In al deze gevallen moet er naast het gemaakte product een schriftelijk verslag gemaakt worden, waarin verantwoording afgelegd wordt van het doorlopen proces, van de gemaakte Werkboek profielwerkstuk 2013-14 10
keuzes. Aan de hand van dit verslag kan niet alleen je begeleider, maar ook een buitenstaander jullie werkwijze volgen.
Onderzoeken met een geschreven verslag Voor veel profielwerkstukken is het geschreven verslag het belangrijkste resultaat van jullie activiteit. Echter: het schrijven van het verslag moet niet het doel zijn van het profielwerkstuk. Het eigenlijke werk moet natuurlijk het verrichten van een eigen onderzoek zijn, dat begint met een oorspronkelijke probleemstelling of onderzoeksvraag. Daarin zit natuurlijk de echte uitdaging en ook juist de leuke kant van het profielwerkstuk. Je kunt bijvoorbeeld wel internet gebruiken als bron van informatie, maar het is zeker niet de bedoeling dat alles op internet gevonden wordt. Gebruik internet verstandig, dat wil zeggen niet te veel. Ga zeker niet grote stukken van internet letterlijk overnemen, want met Google val je zo door de mand. En alleen maar achter de computer zitten en knippen en plakken is natuurlijk oersaai. Je kunt de profielweek uitstekend gebruiken om ook buiten de school bezig te zijn. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het gebruiken van één boek als belangrijkste of zelfs enige bron van informatie. Dat kan natuurlijk niet omdat dat zou leiden tot een weinig kritische houding ten opzichte van je onderwerp.
Gebruik van statistische methoden. Bij je eigen onderzoek zul je vaak gebruik maken van statistische methoden bijvoorbeeld bij het verwerken van enquêtes of bij het vergelijken van meetresultaten. Het zegt niet zoveel als volgens de uitslag van jouw enquête steeds 33 of 67 procent van de mensen een bepaalde mening heeft: het duidt er meer op dat je waarschijnlijk maar aan drie mensen iets gevraagd hebt. Let bijvoorbeeld op de volgende dingen: is de steekproef representatief voor de doelgroep, die ik wil onderzoeken? is de steekproef groot genoeg? is de vraagstelling bij de enquête wel zuiver en objectief geweest, of hebben we de gegeven antwoorden zelf een beetje gesuggereerd? Bekende voorbeelden van foute vragen: “Bent u vóór de Amerikaanse invasie in Irak of bent u voor vrede?”of “Is volgens u de Albert Heyn duurder dan de Aldi?” bij het vergelijken van meetresultaten moet je je niet laten leiden door enkele toevallige uitschieters. wees voorzichtig bij het trekken van conclusies uit meetgegevens: zoek eens uit of de uitkomsten van je berekeningen wel significant zijn. als je gegevens hebt die je steeds twee aan twee wilt vergelijken, is de zogenaamde tekentoets wel handig (vraag je wiskundedocent)
Kosten die gemaakt worden voor het PWS. In principe komen de kosten die je maakt voor het profielwerkstuk voor eigen rekening. De school biedt wel de mogelijkheid om op school gratis je verslag et cetera te kopiëren. Verder komen sommige materiaalkosten die in de BINAS-vakken gebruikt worden voor rekening van school als de school deze materialen anders toch zelf zou moeten bestellen. Enige uitzondering zijn de leerlingen die de beurs van maximaal €500,- euro winnen om in het buitenland onderzoek te doen voor hun profielwerkstuk. Zie hiervoor.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 11
7. Logboek. Bij het profielwerkstuk gaat het niet alleen om de inhoud, maar ook om het proces. Gegevens die met het proces te maken hebben zet je in het logboek. Een voorbeeld van een logboek vind je als bijlage bij dit werkboek. Als het plan van aanpak goedgekeurd is kun je de activiteiten die daarin genoemd zijn alvast invullen in het logboek. Tijdens de uitvoering noteer je dan steeds de overige gegevens. De begeleider moet (vooral ook bij de voortgangscontrole) kunnen lezen wat er in de voorafgaande periode zoal gebeurd is. Het logboek is een soort dagboek waarin je elke keer schrijft wie wat op die dag gedaan heeft en hoeveel tijd (SLU) dat gekost heeft. Je noteert ook de afspraken over wie waarvoor moet zorgen en wat er met je begeleider besproken is. Daar schrijf je ook op welke problemen je tegenkwam en hoe je die hebt proberen op te lossen. Of je contact gezocht hebt met bepaalde personen en instellingen en wat dat heeft opgeleverd. Zo kun je je frustraties, maar ook je ideale vondsten op papier kwijt. Je houdt dus bij wat er achter de schermen van het profielwerkstuk gebeurd is. Voor de docent is het logboek een belangrijk hulpmiddel bij de begeleiding. Door het regelmatig lezen van het logboek bij het profielwerkstuk kan de begeleider een goede indruk krijgen van de gang van zaken. Indien nodig kan hij of zij tips geven om de gang er in te houden. Bij de beoordeling telt niet alleen het resultaat, maar ook de weg waarlangs het resultaat bereikt is. Voor dat laatste is het noodzakelijk dat het logboek goed bijgehouden wordt en dat het ook bij elk gesprek aan de orde komt. Let wel: een goed bijgehouden logboek kan zeker in je voordeel werken: mocht je na bijzonder veel geploeter aan het eind toch maar een mager resultaat geboekt hebben, dan zou het logboek wel eens het overtuigende bewijs kunnen zijn van de hoeveelheid verrichte arbeid en de balans wel eens kunnen doen doorslaan. Zorg er dus voor dat je logboek iets meer wordt dan een kassabon waar je alleen op kunt zien dat je voldoende uren gewerkt hebt. Het logboek vormt een verplichte bijlage bij het eindverslag.
8. Informatiebronnen en instanties die je kunnen helpen. Je begeleider kent vaak wel instanties of personen, die je verder kunnen helpen. Vraag dus aan je docent om assistentie hierbij. De universiteiten bieden vaak faciliteiten aan om je te helpen bij je onderzoek. - EXO-steunpunt KUN Nijmegen: www.ru.nl/exo/exo-steunpunt/ - Profielwinkel TU Eindhoven www.osc.tue.nl/profielwinkel - Werkstuklab Universiteit van Amsterdam: www.science.uva.nl/profielwerkstukken - LU Wageningen: www.vwo-campus.net - TU Delft : www.scholierenlab.nl/ - RU Utrecht: www.werkstuksite.uu.nl/ - RU Leiden: www.pws-exact.leidenuniv.nl/ - VU A’dam: www.few.vu.nl/voorlichting - TU Twente: www.pws.schoolsite.utwente.nl/ - RU Groningen heeft drie steunpunten: een alfa-, een bèta- en een gammasteunpunt. Via deze sites kun je vragen stellen en hulp krijgen, bijvoorbeeld tips hoe je verder zou kunnen gaan als je vastloopt. Sommige universiteiten bieden mogelijkheden om van hun laboratorium en apparatuur gebruik te maken. (Eindhoven, Twente, Amsterdam, Wageningen)
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 12
Als je nog niet over bronnen (vaak literatuur) beschikt, probeer je aan de hand van trefwoorden informatie te vinden. Heb je literatuur gevonden, noteer dan ook meteen de volledige gegevens van die bron. Dat bespaart je veel extra werk achteraf. De meest gebruikelijke vindplaatsen zijn de mediatheek, de openbare bibliotheek, encyclopedieën, documentatiemappen, naslagwerken, internet, waarop je bijvoorbeeld de Encyclopedia Brittannica kunt raadplegen. Als je iemand kent die toegang heeft tot een universiteitsbibliotheek, dan heb je daarmee een vrijwel onuitputtelijke informatiebron tot je beschikking. Leraren kennen vaak wel de juiste tijdschriften en hebben een overzicht van mogelijk interessante internetadressen. Informatie kan ook verworven worden op andere manieren: via een interview, een enquête, doen van proeven, veldwerk, excursie en museumbezoek, bezoek aan een instelling voor hoger onderwijs (hogeschool, universiteit), gemeentehuis, contact opnemen met bedrijven of instellingen. Speciaal voor biologie-onderwerpen: www.bioplek.org/animaties/profwNIEUW.html De beste informatiebron is natuurlijk het verrichten van je eigen onderzoek.
9. De profielweek in november 2013. Van 25 tot en met 29 november vervallen de normale lessen voor klas 6, deze week is speciaal vrijgemaakt om te werken aan het profielwerkstuk. Voor de BINAS-vakken: in deze week kun je het praktisch onderzoek uitvoeren, dat het hoofdbestanddeel vormt van je profielwerkstuk. Vóór deze week heb je je haalbaarheidsonderzoek gedaan, je onderzoek afgebakend, eventueel literatuurstudie et cetera, zodat je helemaal klaar bent om te beginnen met je eigenlijke onderzoek. Ná de profielweek moet je dan nog wel het verslag schrijven: ook dat is meestal nog zeer tijdrovend. Voor het vak CKV in het geval er een praktisch werkstuk gemaakt wordt zal het praktische gedeelte ook voor een groot gedeelte in deze week gepland kunnen worden, Voor de overige werkstukken geldt dat het eigenlijke onderzoek moet plaatsvinden vóór de profielweek in de periode van juni tot december. In dat geval kun je de profielweek gebruiken om de eerste versie van het verslag te schrijven. Voor de profielweek gelden wel een aantal regels. Sommige activiteiten plant de school in deze week ( bijv. luistertoetsen). Hieraan moet je natuurlijk deelnemen. Je kunt toestemming krijgen om gedurende de rest van de tijd deze week op een andere plek te werken dan op school. Sommigen werken thuis, anderen verrichten werkzaamheden buiten de school, bijvoorbeeld op universiteiten, in ziekenhuizen, bedrijven of andere instellingen. Als je van deze mogelijkheid gebruik wilt maken moet je een gedetailleerd plan van werkzaamheden voor de profielweek voorleggen aan je begeleider. Hij kan jullie op basis van dit plan schriftelijk toestemming geven om elders te werken op de dagen/dagdelen die jullie daarvoor gepland hebben. . De aanwezigheid van alle andere zesdeklassers wordt gewoon gecontroleerd. Inloggen om 8.30, 11.20 en 13.30 uur. Iedereen moet tijdens de profielweek minstens een keer overleggen met de begeleider. In alle gevallen geldt de eis dat er 80 klokuren per persoon aan het profielwerkstuk besteed moet worden. Het is dus zeker niet mogelijk om alles in de profielweek te doen.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 13
10. Je verslag schrijven. Je zult het best lastig vinden om om te gaan met allerhande stukjes informatie, die ook allemaal een verschillende vorm en inhoud hebben. Je zult dan een methode moeten vinden om deze informatie te ordenen. Een handige manier zou kunnen zijn om een multomap te gebruiken met insteekvellen. Maak er een gewoonte van om alle tussentijdse rapportages etc. te voorzien van een datum en een naam (afkomstig van …, gemaakt door…., wat er mee moet gebeuren…) Plak er eventueel een memo-stickertje op. Het is natuurlijk ook mogelijk dat je een andere manier kiest om je informatie te ordenen. Misschien wil je liever alles vastleggen op een USB-stick of in een schrift. Als je alles op de computer zet, maak dan een aparte map voor je profielwerkstuk met daarin weer deelmappen enzovoort. Probeer dan de bestanden in die mappen een naam te geven die meteen duidelijk maakt wat de inhoud is. Ook hier is het vaak handig om versienummers en data toe te voegen. Noteer in alle gevallen de bron van je informatie. Tip: maak er een vaste gewoonte van om steeds een back-up te maken van je werk op een USB-stick, zodat je in geval van nood niet plotseling alles kwijt bent.
Vorm van het schriftelijke verslag (bij niet-Binas vakken). (Bij een BINAS-onderzoek worden er op een aantal punten specifieke eisen gesteld aan de rapportage: zie hieronder .) Als jouw profielwerkstuk een geschreven verslag is van je onderzoek moet in dat verslag in elk geval het volgende aangetroffen worden. titelblad met titel - eventuele ondertitel - naam en klas - vak - inleverdatum - naam van je begeleider. Voorwoord (niet verplicht). Hierin staan zaken die niet in de inleiding thuishoren, zoals bedankjes aan het adres van je zus die zo goed was je profielwerkstuk op fouten en leesbaarheid te controleren of aan het adres van een geïnterviewde persoon. Dit voorwoord mag ook achter je eigenlijke profielwerkstuk gezet worden vóór de literatuuropgave en de bijlagen: dan heet het natuurlijk wel nawoord. Inhoudsopgave: hoofdstukken en paragrafen moeten voorzien zijn van een nummer en de bladzijde waarop ze te vinden zijn. Inleiding. Hierin worden achtereenvolgens beschreven: de motivering van de keuze van het onderwerp de probleemstelling en de deelvragen de wijze van onderzoek de verantwoording van de hoofdstukkenindeling zoals deze voortvloeit uit de probleemstelling. Hoofdstukken. Die moeten samen een uitgebreid antwoord geven op het probleem. Conclusie en evaluatie: in je conclusie herhaal je de probleemstelling en vat je de hoofdstukken kort samen. In de evaluatie hou je het profielwerkstuk nog eens kritisch tegen het licht. Hier moet je jezelf vragen stellen zoals bijvoorbeeld de volgende: Hebben we de informatie die we zochten ook gevonden? Was er ook informatie die niet "in ons straatje paste" en hoe zijn we daarmee omgegaan? Hebben we niet naar onze conclusie "toegewerkt"? Is de gebruikte enquête wel betrouwbaar? Is onze steekproef representatief? Zijn de meetresultaten die we gevonden hebben wel algemeen geldig? Hebben we voldoende zekerheid? Hebben we een foutenanalyse uitgevoerd? Als er een vervolg op je profielwerkstuk zou moeten komen, in welke richting zou je dan verder gaan? Werkboek profielwerkstuk 2013-14 14
Bij het eindgesprek kunnen juist dit soort vragen aan de orde komen. Een goede evaluatie is dan ook een goede voorbereiding op het eindgesprek. Als je citaten -letterlijke aanhalingen- gebruikt, moet je dat aangeven en de bron vermelden. Citaten moeten letterlijk zijn en ze mogen niet los van de context staan. Literatuuropgave. Alle gebruikte bronnen moeten hierin vermeld worden. Bij boeken, tijdschriften of artikelen vermeld je de schrijvers, de titel, uitgever, plaats en jaar van uitgifte. Bij Internetsites moet je het internetadres, de beheerder (instantie) van de site en de dag waarop de site geraadpleegd is vermelden. Dat laatste is nodig omdat de inhoud van sites natuurlijk vlug kan veranderen. Gebruik in je bronnenlijst nummers tussen vierkante haken. Als je in de tekst verwijst naar deze bronnen gebruik dan dezelfde vierkante haken. Van elk een voorbeeld: [1] David, F.N, Games, Gods and Gambling, London, Griffin, 1962 [2] Hunter, J.A.H, How some squares end, Journal of Recreational Mathematics 6 (1972) blz. 77-80 [3] Geert Mak, essay, Nagekomen flessenpost. Gezien op 26 mei 2005 op http://forums.ncrv.nl/rondom10/viewtopic.php?t=1985 NCRV-site Mogelijke bijlagen (bijvoorbeeld enquêteformulieren, krantenknipsels, tabellen, grafieken, kaarten, foto's) In ieder geval is het logboek als bijlage opgenomen. Soms een begrippenlijst. Dat hangt af van het onderwerp en de bijbehorende vakken. Lijst met instanties en personen met wie je contact gehad hebt en van wie je informatie of hulp gehad hebt in de loop van je werk, ook als dit contact bijvoorbeeld per e-mail heeft plaatsgevonden. Persoonlijke evaluatie en reflectie. Aan het eind van je verslag moet je een korte persoonlijke evaluatie geven van de gang van zaken tijdens het profielwerkstuk: -
wat zou ik anders aanpakken? hoe verliep de samenwerking met mijn partner? wat heb ik geleerd over het opzetten en uitvoeren van een “groot” project? hoe is de communicatie met onze begeleider verlopen?
Vorm van het schriftelijke verslag (bij Binas vakken). Het is raadzaam om met je begeleidend docent tijdig te bespreken op welke punten het verslag met welke weging beoordeeld zal worden. Zie ook de voorbeelden van rubrics in bijlage 7a/7b (p.29). 1. Titel - namen en klas - datum - docent In geval van een groter werkstuk: een titelpagina De titel moet de inhoud van het onderzoek dekken. De datum is de dag waarop je het werkstuk inlevert. 2. Inleiding Geef voldoende theoretische achtergrondinformatie om je onderzoek in een kader te plaatsen: uitleg/definitie van begrippen, noemen en uitleggen van belangrijke formules. Voorbeeld: bij de bepaling van de hoeveelheid ijzer op een cassettebandje komt in de theorie: waarom bevat een cassettebandje ijzer (kader), met welke methode wordt de hoeveelheid ijzer bepaald (begrippen), hoe geven we de hoeveelheid ijzer in een cassettebandje aan (begrippen/formules/eenheden) 3. Onderzoeksvraag Korte en duidelijk geformuleerde vraag: waarop wil je een antwoord hebben? Tip: Vaak werkt ‘Wat is …’ Werkboek profielwerkstuk 2013-14 15
Voorbeeld: “Wat is het verband tussen de voortplantingssnelheid van geluid en de dichtheid van het medium waardoor het geluid zich voortplant?” 4. Hypothese Wat veronderstel je dat er uit je onderzoek komt? Voordat je het onderzoek uitvoert, geef je dus een antwoord op de onderzoeksvraag, inclusief argumenten waarom je deze uitkomst verwacht. Voorbeeld: “Ik veronderstel dat bij een hogere dichtheid van het medium de voortplantingssnelheid van geluid kleiner zal zijn omdat massa traag is.” 5. Uitvoering Beschrijving wat je gedaan hebt. Iemand die het onderzoek nooit zelf heeft uitgevoerd, kan het aan de hand van deze beschrijving zelf uitvoeren. Dit onderdeel heeft als subkopjes: a. Benodigdheden: een overzichtelijke lijst welke materialen, in welke hoeveelheden nodig zijn; b. Opstelling: een tekening van de opstelling met uitleg erbij; c. Uitvoering: een beknopte, maar stapsgewijze beschrijving van de wijze van uitvoeren van het onderzoek. 6. Waarnemingen en verwerking Hier som je de resultaten van je onderzoek op. Gebruik als het om getalwaarden gaat daarbij tabellen en grafieken. Vaak moet je aan de hand van je waarnemingen nog extra berekeningen doen; dat is ook verwerking. Tabellen: zet boven iedere kolom wat daarin vermeld staat en zet er ook de eenheid bij (grootheid én eenheid). Grafieken: Schrijf bij beide assen wat er uitgezet is en de bijbehorende eenheid (grootheid én eenheid). Zet de oorzaak (datgene wat je zelf verandert) altijd op de x-as en het gevolg (datgene wat daardoor ook verandert) op de y-as. Trek geen lijn van punt naar punt, maar een vloeiende lijn die zo goed mogelijk door/langs de punten gaat. Als een punt ècht ver buiten deze lijn ligt, moet je je afvragen of je bij die bepaling geen fout hebt gemaakt. Je kunt deze meting dan vaak beter weglaten bij verdere berekeningen. Grafieken maak je op grafiekpapier (mm-papier), nooit op lijntjespapier! Het kan zijn dat je docent je opdracht geeft een grafiek in Excel te maken; hoe je dat doet lees je op de site van school bij vaklokalen: scheikunde:algemeen. Op die plek vind je ook grafiekpapier om zelf uit te printen Let op dat je voldoende ruimte vrijlaat om je grafiek in te plakken! Berekeningen: als je één type berekening meerdere keren moet doen, doe je de berekening één keer heel duidelijk voor; van de overige metingen noteer je alleen de uitkomsten, in nette tabellen, met de vermelding dat deze op dezelfde manier berekend zijn. 7. Conclusie De conclusie geeft een antwoord op de onderzoeksvraag en blikt daarbij terug op de hypothese (was deze juist of onjuist?). Bij kwantitatieve bepalingen geef je een getalwaarde als conclusie (met eenheid natuurlijk), maar je vermeldt ook de nauwkeurigheidsmarge die het gevolg is van de beperkingen van je apparatuur. Dus: meetwaarde ± meetonnauwkeurigheid. 8. Discussie a. Geef een beschouwing van (en oorzaken voor) - de nauwkeurigheid van de metingen
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 16
- de betrouwbaarheid van de resultaten - de geldigheid van de conclusie b. Suggesties voor verbeteringen van het onderzoek en vervolgonderzoek 9. Bronnenlijst Lijst van gebruikte bronnen. De lijst wordt genummerd met vierkante haken: [1], [2] etc. Deze nummers tussen vierkante haken worden in de tekst van het verslag gebruikt als je naar een bron wilt verwijzen. Een juiste bronvermelding is: Bij boeken/artikelen etc: auteur, titel, druk, pagina Bij informatie van een website: webadres van de betreffende pagina. Zo nauwkeurig mogelijk, zonder dat doorklikken nodig is. Mocht dat niet kunnen, schrijf dan duidelijk op waar je de pagina precies kunt vinden. Het criterium is immers: kan iemand anders het met jouw aanwijzingen direct en precies vinden. Niet dus: [2] Wikipedia (een zoekmachine is zelf geen bron!) [3] http://www.cop.ufl.edu/safezone/pat/pha5127/index.htm (en wat vond je in die index?) 10. Reflectie Tot slot reflecteren jullie op het verloop van het Profielwerkstuk-project; jullie geven een persoonlijke evaluatie van de gang van zaken tijdens de uitvoering van de opdracht. Zeg daarbij in ieder geval iets over: - samenwerking: waren jullie betrouwbare en stimulerende partners voor elkaar? (nakomen afspraken, communicatie over individueel werk, voorbereiding overlegmomenten en practica) - planning en timing: hadden jullie vooraf een goede taxatie gemaakt welk soort activiteiten hoeveel tijd zouden gaan vragen; wanneer jullie welke onderdelen uitgevoerd wilden hebben. Hoe vingen jullie tijdrovende tegenvallers op? - diepgang: gaat wat jullie aan kennis en methoden hanteerden duidelijk uit boven kennis die je al had vanuit de klas? Hebben jullie op eigen kracht je nieuwe kennis en vaardigheden verworven? Schrijven valt niet mee. Veel leerlingen hebben er een hekel aan. Ze hadden verwacht alleen maar te hoeven typen. Maar het hebben van interessante gedachten is iets anders dan het op schrift zetten ervan. Alles in één keer goed op papier zetten is onmogelijk. Je zult moeten vijlen, schrappen, herschrijven. Soms moet je een hele bladzijde weg gooien omdat je er niet tevreden over bent. Een belangrijke raad voor beginnende schrijvers: doe het elke dag. Je hoeft niet lang achter de pc te zitten, maar doe het wel regelmatig. En probeer niet meteen mooie volzinnen te schrijven. Het grote probleem bij het maken van een profielwerkstuk is het gebrek aan regelmaat. Sommige duo's beginnen pas tegen het volgende contactmoment. En dan wordt er in grote haast wat opgeschreven, beter gezegd wat overgeschreven uit boeken en tijdschriften. En dat levert natuurlijk een onvoldoende product op. Op welk niveau ga je schrijven? Voor welk publiek is je werkstuk bedoeld? Drie stelregels: Wat betreft vakinhoud moet het verslag geschreven worden op je eigen niveau, dwz. 5 of 6 VWO, (of iets daarboven, want je hebt je per slot van rekening vrij uitvoerig in je onderwerp verdiept). Als je bijvoorbeeld in je werkstuk wiskunde gebruikt, moet dat niet op een brugklasniveau worden gehanteerd. En evenmin is het zinvol om in je werkstuk formules rond te strooien, waar zelfs je begeleider nauwelijks raad mee weet. Schrijf nooit iets op wat je echt niet snapt. Als je opschrijft: "De harmonische taal is zo koen in haar eenzijdigheid, zo vrij in haar toepassing, dat ze van geen dissonerende Werkboek profielwerkstuk 2013-14 17
klankenaggregaten afschrikt en bij ogenblikken de atonale stelsels schijnt te voorspellen.", dan weet je zeker dat je nog iets uit moet leggen bij het eindgesprek. Stel jezelf voortdurend de vraag: "Kan een geïnteresseerde buitenstaander, die toevallig je verslag in handen krijgt het verhaal volgen?" Zo ja, dan zit je goed. Je begrijpt dat deze stelregels vooral bedoeld zijn voor het maken van een schriftelijk werkstuk. Bij het maken van een ontwerp moet er natuurlijk ook het een en ander schriftelijk worden vastgelegd, maar daar is de hoofdzaak toch het maken en niet het schrijven. Je begeleider zal je in dat geval vertellen, wat hij of zij op papier wil zien en in welke omvang.
De definitieve versie maken. Net zo belangrijk als schrijven is herschrijven. Als er een eerste versie van een hoofdstuk of paragraaf klaar is, moet je die een paar keer overlezen. En dan liefst niet meteen. Herschrijven is vaak: schrappen. Het is verbluffend hoeveel overbodige woorden, zinnen en alinea's een tekst kan bevatten. Probeer zo economisch mogelijk te schrijven, het komt de leesbaarheid van de tekst ten goede. Pas ook op voor onbegrijpelijke overgangen van de ene naar de andere alinea. Vraag je af of de eerste zin van een alinea aansluit op de laatste van de vorige. Vermijd overbodige zinnen en herhalingen. Print je hoofdstuk uit en laat het lezen aan een vriend(in) of aan je ouders. Laat hem of haar wegstrepen wat overbodig lijkt en vraag of er dingen zijn die ze niet begrijpen. Vrijwel elke tekst is te verbeteren. De belangrijkste eis is helderheid en leesbaarheid! Het woord vooraf en de inleiding kun je het beste schrijven als alle hoofdstukken af zijn. Wat er in ieder geval in moet staan is hierboven al aangegeven.
11. De presentatie op 11 februari 2014. De definitieve versie van je profielwerkstuk dient op 11 februari 2014 ingeleverd te worden. Op die dag vindt er tevens een gezamenlijke presentatie plaats van alle profielwerkstukken waarvoor alle ouders en andere belangstellenden uitgenodigd worden. De presentatie bestaat uit drie onderdelen: ’s Middags presenteer je voor de leerlingen van klas 5 tijdens het zevende uur. ’s Avonds presenteer je in een lokaal met behulp van een Powerpoint je PWS voor de begeleiders, voor enkele andere zesdeklassers die jouw publiek zijn en voor ouders, familie etc. Deze presentatie moet ongeveer 15 á 20 minuten duren. Verder presenteer je het PWS voor het grote publiek op de “markt” in de aula of het studiehuis, zodat iedereen kan zien wat jullie tot stand gebracht hebben. Presenteer je werkstuk op een aansprekende manier. Breng opvallende dingen uit je onderzoek naar voren: proefopstellingen (als dat niet te ingewikkeld is), video’s, fotoborden, grafieken, enquêtes etc., vraagstellingen en belangrijkste resultaten uit je onderzoek op sheets. Misschien is het ook mogelijk de bezoekers actief te betrekken bij je presentatie door hem of haar als proefpersoon te laten optreden. Het is zeker niet de bedoeling dat je achter een tafeltje staat waar je geschreven verslag op ligt: maak het uitdagend en interessant. De ervaring van het afgelopen jaar is dat zowel de leerlingen als de bezoekers heel enthousiast zijn over de presentatieavond: het geeft voldoening om te demonstreren wat je gedaan hebt en het is leuk om te zien wat je medeleerlingen gepresteerd hebben. Begin tijdig met de voorbereiding van de presentatie: realiseer je terdege dat je overal zelf voor moet zorgen. TOA’s en conciërges kunnen onmogelijk op het laatste moment nog even van alles voor iedereen regelen. Je krijgt t.z.t. een formulier waarop je kunt aangeven hoe jullie presentatie er uit komt te zien, zodat we de presentieavond kunnen organiseren.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 18
De tijd tussen de profielweek en de presentatie op 11 februari kun je gebruiken om alles af te ronden. De presentatie wordt door je begeleider in de beoordeling betrokken.
12. Wedstrijden en prijzen De school wil het maken van excellente profielwerkstukken bevorderen door werkstukken, die daarvoor in aanmerking komen, in te zenden naar wedstrijden. Er zijn veel mogelijkheden: de Van Melsenprijs, georganiseerd door de Katholieke Universiteit Nijmegen, voor de vakken Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en Wiskunde. (in het verleden waren al diverse Beekvlieters zeer succesvol bij de Van Melsenprijs, ook afgelopen jaar was er een proofielwerkstuk van Beekvliet genomineerd!), de Jan Kommandeurprijs, georganiseerd door de Rijksuniversiteit Groningen (kent dezelfde opzet als de Van Melsenprijs), de Jan Penprijs, eveneens georganiseerd door de RU Groningen, speciaal bedoeld voor profielwerkstukken in het E&M-profiel (twee jaar geleden behaalden Manon Peek en Jacky Bolsius hier een fraaie tweede prijs) de Alfawerkstukprijs, georganiseerd door de RU Groningen, speciaal voor vakken uit het C&M –profiel, de UvA-Werkstuklab-prijs, georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam (kent dezelfde opzet als de Van Melsenprijs), de wedstrijd voor het beste technische ontwerp van de Technische Universiteit in Delft (in het verleden onder andere gewonnen door Bart van der Aar en Marc van Grinsven, en ook waren Linda Kooijmans en Laura van Deursen de winnaars met een automatisch zeilsysteem. Ook behaalden Koen Straatman en Nick Habraken een eervolle vermelding met een eigenhandig gemaakt touch screen) de Werkstukkenprijs, georganiseerd door de Vrije Universiteit van Amsterdam (kent dezelfde opzet als de van Melsen-prijs) de UT-PWS-prijs, georganiseerd door de Technische Universiteit Twente De International Young Scientist Conference, waar de beste deelnemers aan de drie hierboven genoemde wedstrijden voor uitgenodigd worden, (ook hier hebben verschillende Beekvlieters al aan deelgenomen en ze hebben er ook mooie resultaten behaald), de OMO-profielwerkstukprijs, georganiseerd door Ons Middelbaar Onderwijs in Tilburg, het schoolbestuur waar zo’n 45 Brabantse middelbare scholen onder vallen (ook Beekvliet) Een voorwaarde voor deelname aan de OMO-profielwerkstukprijs is dat het profielwerkstuk een integratie van meerdere vakken betreft. Deelname staat open voor alle vakken. Elke school mag één werkstuk inzenden. De wedstrijd “Knappe Waterhoofden”, waarvoor profielwerkstukken ingezonden kunnen worden op het gebied van “water” in de meest ruime zin van het woord. Zie de site www.knappewaterhoofden.nl Prijs: een reis naar Stockholm en misschien US $ 5000, De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, een organisatie met een geschiedenis van 200 jaar en waarvan alleen wetenschappers lid kunnen worden die al jaren aan de top staan in hun wetenschapsgebied stelt elk jaar aan de twaalf beste profielwerkstukken een jaar lang gratis studeren ter beschikking. Op www.knawonderwijsprijs.nl/ tref je meer informatie aan. In 2011 was Joris Aarts een van de trotse winnaars! De Universiteit van Wageningen rijkt de Linnaeusprijs uit voor een werkstuk dat te maken heeft met planten. Zie http://www.wageningenur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/PWSscholieren/Linnaeusprijs.htm
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 19
De Universiteit van Twente biedt niet alleen hulp aan bij het maken van het PWS, zij organiseren ook een wedstrijd: zie http://www.twenteacademy.nl/wedstrijden/profielwerkstuk_wedstrijd/ Afgelopen jaar behoorden Laurens van Zandvoort en Lizet Kusters tot de finalisten. Heel interessant voor de profielen E&M en C&M is de wedstrijd die de Universiteit van Utrecht organiseert. Dit jaar is het onderwerp Instituties: waarom is het ene land veel succesvoller dan het andere land, welke rol spelen instituties daarbij? Meer informatie op www.uu.nl/PWSwedstrijdinstituties . Aanmelden vóór 30 september a.s. Aanrader. Hoofdprijs een reis naar Hongkong.
Er zijn of komen ongetwijfeld nog meer wedstrijden en prijzen. We houden jullie op de hoogte en je kunt natuurlijk ook zelf zoeken op internet.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14 20
Bijlage 1 Tijdschema Profielwerkstuk 2013/2014 Datum 21 mei 2013
Wie Leerlingen klas 5 Coördinator pws Binas-docenten Leerlingen, TOA’s Coördinator pws
Wat Instructie leerlingen Uitdelen werkboek en formulier Eerste overleg over haalbaarheids- en vooronderzoeken, eventueel ook de eerste proeven
12 juni-24 juni 2013
Leerlingen en begeleiders
Vastleggen datum eerste contact
24 juni- 28 juni 2013 Orientatie-fase Eerste contact
Begeleiders en leerlingen
19 aug -6 sept. 2013 Orientatie-fase Tweede contact
Leerlingen en begeleiders
31 mei – 10 juni 2013 Orientatie-fase uiterlijk 12 juni 2013
13 sept.- 1 nov. 2013 Vooronderzoek (Binas-vakken) 13 sept.- 1 nov. 2013 Zoek-en uitvoerings-fase (overige vakken)
Indelen en bekend maken van docent-begeleiders Eerste contact moet plaatsvinden zo spoedig mogelijk na bekend zijn van de begeleider: uiterlijk 21 juni.
Plan van aanpak moet klaar zijn uiterlijk 28 juni Bespreken onderwerp Dat betekent dat de leerlingen vier dagen de tijd Bespreken mogelijke werkwijze hebben om het plan van aanpak te schrijven. Afspraken over logboek Bespreken globaal tijdplan Bespreken van wijze waarop beoordeeld wordt Opdracht tot schrijven van plan van aanpak Afspreken volgende contactmomenten (data!)
Bespreken, event. aanpassen en goedkeuren plan van aanpak Logboek inzien Afspreken volgende data Leerlingen/koppels die er tot dit moment nog niet in geslaagd zijn om een onderwerp te vinden krijgen een onderwerp aangereikt van hun begeleider, te kiezen van een lijst met onderwerpen die elke begeleider/sectie heeft op zijn of haar vakgebied.
Kopie van goedgekeurd plan van aanpak naar coördinator pws
Leerlingen Jury, coordinator Leerlingen en TOA's
Deadline voor aanvraag voor subsidie uit het budget van BIC Haalbaarheids-en vooronderzoeken bij praktische werkstukken in exacte vakken
Leerlingen en begeleiders
Vervolgcontacten (4 à 5 keer) Uitvoeren onderzoek etc. Logboek inzien en volgende data afspreken
Toekenning van subsidie wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt. Leerlingen maken (tijdig) afspraak met TOA’s. Let op: vóór 1 november moeten alle spullen voor de profielweek besteld zijn Zorg dat je met het definitieve verslag kunt beginnen direct in de profielweek
13 september 2013 Leerlingen en Afsluiting orientatie- begeleiders fase
13 september 2013
Termijn Keuzeformulier moet ingeleverd zijn uiterlijk op 30 mei bij coördinator. Let op: aanwezigheid is verplicht
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
21
Vanaf dit moment moet elk koppel ook daadwerkelijk aan de slag zijn en moet het iedereen duidelijk zijn wat er dient te gebeuren. Mochten er problemen zijn neem dan contact op met de coördinator
Week 44 (28 okt-1 nov) Eerste beoordeling van de voortgang
Begeleiders en leerlingen
Begeleiders en leerlingen bespreken de voortgang. Inleveren beoordelingsformulier bij coördinator (wordt Op basis van de ingeleverde plannen en het verrichte tzt uitgereikt) werk geeft de begeleider zijn eerste beoordeling. Deze beoordeling weegt voor 10 of 20 procent mee in het eindcijfer.
1 nov-22 nov 2013 Voorbereiding profielweek
Leerlingen, begeleiders, coördinator pws
Inleveren formulier bij coördinator (wordt tzt uitgereikt)
25-29 nov. 2013 PROFIELWEEK (deze week heeft klas 6 geen les) dec. 2013
Leerlingen, begeleiders, TOA (Binas-vakken)
Plannen voor profielweek in overleg met begeleider definitieve vorm geven - wie, wat, waar, hoe? - wanneer overleg? Uitvoeren van EXO-onderzoeken
Leerlingen (overige vakken)
Doen van eigen onderzoek, werken aan ontwerp etc. en schrijven van de eerste versie van het eindverslag
Vrijdag 6 december moet de eerste versie ingeleverd worden
dec. 2013
Leerlingen (Binas-vakken)
Schrijven van de eerste versie van het eindverslag
Vrijdag 13 december moet de eerste versie ingeleverd worden
januari 2014
Begeleider
Begeleider zorgt ervoor dat de leerlingen uiterlijk op vrijdag 24 januari het werk weer in bezit hebben.
Eerste versie eindverslag van commentaar voorzien. Afspreken datum eindgesprek
Aan het einde van de week moet met het schrijven van het eindverslag begonnen kunnen worden.
11 februari 2014 PRESENTATIE
Leerlingen, TOA’s, Coördinator pws
Gezamenlijke presentatie van alle PWS Inleveren definitief werkstuk.
12 febr -10 maart 2014 Eindgesprek Beoordeling
Leerlingen en begeleiders
Eindgesprek en beoordeling (eventueel inzenden profielwerkstuk naar wedstrijden)
Presentatie op 11 februari. Inleveren uiterlijk 12 februari.
Begeleider deelt resultaat beoordeling mee aan coördinator. Coördinator verzorgt verwerking in Examendossier Studielogboek Begeleider bewaart het profielwerkstuk NB: wanneer niet op 11 februari het eindverslag ingeleverd wordt, of wanneer de totale beoordeling resulteert in een cijfer lager dan 4, krijgen de leerlingen tot 28 februari de tijd om het profielwerkstuk naar behoren te voltooien. Zij kunnen in dat geval wel een herkansing minder gebruiken voor de andere vakken van het schoolexamen.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
22
Bijlage 2
Keuzeformulier profielwerkstuk 2013/2014
(Inleveren uiterlijk donderdag 30 mei bij men. Hanenberg.) NAAM………………………………………………. Profiel………………….klas……. emailadres: ………………………………………………………………………………… vormt duo samen met NAAM………………………………………………. Profiel………………….klas……. emailadres: ………………………………………………………………………………… Kruis aan als je belangstelling hebt voor één of meer van de volgende projecten Wij hebben belangstelling voor: o o o o o o o o
Royal Haskoning Ortec ikonderzoekwater.nl Imagine TU/e Masterclass Wiskunde Radboud Universiteit Beekvliet Internationale Contacten anders, nl…………
ONDERWERP:…………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… TOELICHTING:…………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… VAK(KEN): ………………………………………………………………………………. Je moet kiezen uit de vakken waarin je straks in klas 6 een centraal examen aflegt. Je mag er natuurlijk vakken bij kiezen, waarvoor dat niet geldt.
Datum………………………
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
23
Bijlage 3 Projecten in samenwerking met Royal Haskoning Royal Haskoning kiest in overleg met Beekvliet een aantal projecten waarbij er veel mogelijkheden zijn voor zeer uiteenlopende profielwerkstukken. Voor dit jaar moeten we de projecten nog selecteren. Ter informatie hieronder de gekozen onderwerpen van de afgelopen jaren Ontwerpen van een stads-strand en paviljoen midden in Eindhoven (bouwkunde/stedebouw) De modderkruiper in het Bossche Broek (biologie) Ontwerpen van enkele typen huizen in de Groote Wielen in Rosmalen (architectuur) Een wiskundig model voor de beheersing van regen- en oppervlaktewater in de Groote Wielen (informatica) Vogeltrek (biologie) Aanleggen van overstromingsgebieden rond de Dommel (landschapsinrichting) Ontwerpen van bruggen (civiele techniek) Zoals je ziet kan het bijzonder gevarieerd zijn. Als je interesse hebt, informeer dan eens bij meneer Hanenberg.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
24
Bijlage 4a
PLAN van AANPAK, TAAKVERDELING, TIJDPLAN (voorbeeld)
PROBLEEMSTELLING…………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………. ACTIVITEITEN WIE WANNEER HOE
GESCHATTE MOET TIJDSDUUR KLAAR IN SLU'S ZIJN OP
BENODIGDE MATERIALEN Verzorgd door BENODIGDE INFORMATIE
Kosten
Beschikbaar op
TIJDPLAN: FASE van het ONDERZOEK
Begint op
Klaar op Geplande data voor werk aan PWS
ORIENTATIE INFORMATIE ONDERZOEK ORDENEN SCHRIJVEN 1e VERSIE DEFINITIEF VERSLAG PRESENTATIE
Overleg met begeleider op
profielweek profielweek 11 februari 2014
Plan van aanpak is opgesteld op:…………………………………….. Wijzigingen…………………………………………………………….. Besproken en akkoord bevonden op:…………………………………. (kopie naar coördinator PWS) Handtekening begeleider……………………………………………….
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
25
Bijlage 4b PLAN van AANPAK, inclusief TIJDPLAN (bij een praktisch onderzoek (exacte vakken) Oriëntatie en onderwerpbeschrijving: (Wat heeft jullie op het idee gebracht? Bijv. n.a.v. theorieboek of krantenartikel) Onderzoeksvraag: Hoofdvraag: Deelvragen: Hypothese (voorlopig): Te verrichten vooronderzoeken (experimenteel + theoretisch): (Houd bij het plannen rekening met de beperkte mogelijkheden. Overleg hierover tijdig met begeleider en/of TOA). - Haalbaarheidsonderzoek (Kan het? Werkt het? Je zet hier de eerste praktische stappen om de haalbaarheid te controleren) - Theoretisch vooronderzoek Werkplan (experimentele hoofdfase): Omschrijving van het experiment. Let hierbij op de volgende zaken: - Lijst van benodigdheden - Wijze van uitvoering - Veiligheidsaspecten - Kosten - Tekening van de opstelling - Wijze van resultaten verzamelen + verwerken Tijdplan: Fase van het onderzoek
Klaar op…
Geplande data voor werk aan PWS
Overleg met begeleider op…
Oriëntatie Informatie Plan van aanpak
28-06- 2013
Vooronderzoek
Herfstvakantie
Materialen geregeld
1-11- 2013
Hoofdonderzoek
Week 48
Verwerken meetresultaten Schrijven 1e versie
13-12- 2013
Definitief verslag
11-02- 2014
Presentatie
11-02- 2014
11-02- 2014
Plan van aanpak is opgesteld op:
……………………………………………
Besproken en akkoord bevonden op: (kopie naar coördinator PWS)
……………………………………………
Handtekening begeleider:
……………………………………………
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
26
Bijlage 5 -
LOGBOEK
In het logboek houd je alle werkzaamheden bij, die je voor het maken van je profielwerkstuk hebt verricht. Bij iedere handeling vermeld je datum, tijd, plaats, verrichte handeling, resultaat en eventueel gemaakte afspraken. Het logboek is voor jou een hulpmiddel bij het systematisch verzamelen van informatie en voor je begeleider(s) een hulpmiddel om snel inzicht te krijgen in het gevolgde werkproces. Het logboek helpt je bij het schrijven van je eindverslag. Je kunt je beter herinneren wat er allemaal gebeurd is. Het logboek omvat niet meer dan enkele pagina's A4. Het logboek is, na het afronden van het profielwerkstuk, het bewijs, dat je voldaan hebt aan de gestelde aantal slu’s.
Hieronder is een voorbeeld van een logboek opgenomen: Namen: Titel profielwerkstuk: Begeleider: Datum
Tijd Wie
Plaats
Verrichtte werkzaamheden
Resultaat
15 min beide 40 min beide
school
Overleg met …
Afspraak gemaakt
bibliotheek Info gezocht over …
Weinig gevonden
150 min beide
ß-lab
IJklijn is gelukt
Proef gedaan
Moeilijkheden waarop we gestuit zijn
Nieuwe afspraken/opmerkingen Afspraak op … in …
We konden We moeten deelvraag 4 geen boek aanpassen vinden waarin ……… Bepaling lukte 1. Overleggen met niet, kleur van docent en TOA: hoe oplossing is komt het dat bij de heel anders monsters die we gebruiken … 2. Op internet zoeken naar vraag bij 1. Uiterlijk … antwoord hebben
Enzovoort…
Het logboek heeft verder bijlagen, bijvoorbeeld: aantekeningen van je informatiebronnen met bronvermelding, van een laboratoriumexperiment de waarnemingen en uitkomsten daarvan (labjournaal), tabellen, grafieken, ontwerptekeningen, krantenknipsels, Internetsites, prints, vragen waar je mee zit, aantekeningen van begeleidingsgesprekken enzovoort. Na elke activiteit vul je het logboek (inclusief bijlagen) aan. Bij elke bespreking met je docent neem je het complete logboek mee. Je docent vraagt regelmatig om inzage en parafeert de pagina’s. Tips m.b.t. het vastleggen van experimenten in je logboek Werkboek profielwerkstuk 2013-14
27
datum titel van het experiment literatuur waarin het experiment beschreven wordt korte beschrijving van het doel en de aanpak van het experiment belangrijke literatuur, adressen van websites e.d. uitwerkingen van interviews Noteer daarna je waarnemingen. Noteer in ieder geval: omstandigheden: temperatuur, tijd, licht, plaats hoeveelheden gebruikte stoffen/chemicaliën gegevens over de gebruikte stoffen: naam, merk, artikelnummer, zuiverheid, formule veiligheids- en giftigheidsgegevens van gebruikte stoffen (en ook: of bijzondere veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden bij gebruik van de stoffen gebruikte materialen, glaswerk en apparatuur (evt. tekening van de opstelling) alle handelingen die je verricht hebt tijdens het experiment waarnemingen (het kookt, wordt geel, troebel, helder etc.) meetgegevens (bijv. I, V, de pH, temperatuur, etc.) aan het eind van het experiment: resultaatgegevens, smeltpunt, kleur, opbrengst spectra. andere mogelijk relevante omstandigheden en waarnemingen
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
28
Bijlage 6
Regeling profielwerkstuk in PTA en beoordelingsmodel
In het Programma van Toetsing en Afsluiting is een regeling opgenomen over het Profielwerkstuk. Voor de precieze tekst verwijzen we naar het PTA. Een aantal punten wordt hieronder genoemd: aanvang in klas 5 (21 mei 2013), afsluiting in klas 6 (11 februari 2014) totale studielast 80 SLU per persoon (in principe) werken in groepjes van twee personen begeleiding door een aangewezen docent, die tevens beoordelaar is de volgende onderdelen maken deel uit van het Profielwerkstuk - plan van aanpak - logboek - verrichten van het eigenlijke onderzoek - presentatie Het beoordelingsmodel wordt in het eerste overleg besproken door de begeleider en de leerlingen. Tevens wordt dit model ingevuld. (examenvoorschrift!) - Er kunnen onderdelen en aspecten toegevoegd worden of weggehaald worden met het oog op het belang van het betreffende onderdeel of aspect voor het voorgestelde profielwerkstuk. - Het "proces" moet volgens examenvoorschrift uitdrukkelijk in de beoordeling betrokken worden. (samenwerking, logboek etc.) Dat mag dus niet weggelaten worden! - De maximaal haalbare scores voor de afzonderlijke onderdelen en de norm voor het omzetten van een score naar het cijfer moeten ingevuld worden. - Bij de beoordeling gelieve u een score te geven voor elk onderdeel/aspect. de beoordeling resulteert in een cijfer dat voor een derde meeweegt in het zogenaamde combinatiecijfer. Let op de wijze waarop het combinatiecijfer tot stand komt: eerst worden de drie afzonderlijke punten afgerond op een geheel cijfer. Daarna worden de drie gehele cijfers opnieuw gemiddeld en afgerond op een geheel cijfer. Dat cijfer is het combinatiecijfer en dat telt mee in de slaag-zakregeling. Dit “dubbele” afronden kan soms vreemde gevolgen hebben: zie de twee onderstaande rekenvoorbeelden. - Voorbeeld 1: Mij-leer 6,1 (wordt 6), ANW 6,4 (wordt 6) en PWS 7,4 (wordt 7) geeft het combinatiecijfer: (6 + 6 + 7) : 3 = 6,33 en dat wordt een 6. - Voorbeeld 2: Mij-leer 5,6 (wordt 6), ANW 6,6 (wordt 7) en PWS 6,5 (wordt 7) geeft het combinatiecijfer (6 + 7 + 7) : 3 = 6,67 en dat wordt een 7 en een eventueel compensatiepunt. bij de beoordeling lager dan 4 volgt er een herkansing om kandidaten in de gelegenheid te stellen alsnog een hogere beoordeling te verkrijgen. Bij het niet tijdig inleveren van het eindverslag volgt er een herkansing om alsnog het profielwerkstuk te voltooien. In beide voornoemde gevallen heeft de leerlingen een herkansingsmogelijkheid minder voor de andere vakken van het schoolexamen. een kandidaat kan geen diploma krijgen als de uiteindelijke beoordeling van het profielwerkstuk een cijfer lager dan 4 oplevert. het is mogelijk dat kandidaten, die samen aan een werkstuk gewerkt hebben verschillende beoordelingen krijgen. Indien er twee verschillende beoordelingen gegeven worden, gelieve twee protocollen in te vullen.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
29
Bijlage 7a Beoordelingsmodel bij niet-BINAS vakken. (voorbeeld) Eerste beoordeling (week 44)
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
onderwerp
Het onderwerp is te breed en/of nauwelijks afgebakend.
Het onderwerp is helder, maar het is niet precies duidelijk hoe het is begrensd.
Het onderwerp is helder, en goed afgebakend.
onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag is slecht geformuleerd. De onderzoeksvraag heeft weinig diepgang.
De onderzoeksvraag is juist geformuleerd.
De onderzoeksvraag is goed geformuleerd (specifiek en open) en van voldoende vakinhoudelijk niveau.
3
De deelvragen zijn slecht geformuleerd. Inhoudelijk overlappen de deelvragen elkaar.
De deelvragen zijn juist geformuleerd. Er is wel enigszins sprake van overlap of onvolledigheid.
De deelvragen zijn helder qua formulering; ze zijn complementair; ze dekken de hoofdvraag maar overlappen elkaar niet.
2
De gekozen onderzoeksactiviteiten (praktisch werk en literatuurstudie) sluiten nauwelijks aan op de onderzoeksvragen.
De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed op de onderzoeksvragen aan.
De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed aan op de onderzoeksvragen; ze leveren een volledig antwoord op de onderzoeksvragen.
deelvragen
keuze onderzoeksactiviteiten
Behaalde score
2
3
Totaal voortgangsbeoordeling(10%)
Beoordeling proces literatuurstudie
praktisch werk
betrouwbaarheid
planning
taakverdeling
communicatie met begeleider en verdere
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
De gebruikte informatiebronnen voldoen aan één (of geen) van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
De gebruikte informatiebronnen voldoen aan twee van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
De gebruikte informatiebronnen zijn (1) divers, (2) betrouwbaar en (3) overstijgen het niveau van het voortgezet onderwijs.
Het praktisch werk is onnauwkeurig uitgevoerd en/of de veiligheidsvoorschriften zijn niet gevolgd.
Het praktisch werk is redelijk nauwkeurig uitgevoerd. Apparatuur en gereedschappen zijn zorgvuldig gebruikt.
Het praktisch werk is erg nauwkeurig en veilig (dus volgens de voorschriften) uitgevoerd. Apparatuur en gereedschappen zijn zorgvuldig gebruikt.
3
Het is niet of nauwelijks vastgelegd hoe het praktisch werk is uitgevoerd en/of er zijn te weinig data verzameld.
Het praktisch werk is reproduceerbaar. Er zijn voldoende data verzameld voor een betrouwbaar resultaat.
Het praktisch werk is precies reproduceerbaar. Er zijn ruim voldoende data verzameld voor een betrouwbaar resultaat.
1
De planning was niet realistisch. Naleving van de planning bleek erg moeilijk. Afwijkingen van de planning werden niet gemotiveerd.
De planning was realistisch en werd zoveel mogelijk nageleefd. Afwijkingen van deze planning werden niet altijd gemotiveerd en onverwachte hindernissen konden nog wel eens voor problemen zorgen.
De planning was realistisch en werd ook nageleefd. Afwijkingen van deze planning werden gemotiveerd. Bij onverwachte hindernissen werd flexibel opgetreden.
Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
Er was sprake van twee van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
Er was sprake van (1) een heldere taakverdeling, (2) een evenwichtige werkverdeling en (3) een goede onderlinge communicatie.
2
Er is nauwelijks contact geweest met de begeleiders. Afspraken werden
Er is regelmatig contact geweest met de begeleiders. Afspraken werden meestal
Er is veelvuldig en constructief met de begeleiders gecommuniceerd. Afspraken werden
2
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
30
1
1
Behaalde score
contactpersonen
vaak niet nagekomen.
nagekomen.
altijd nagekomen.
inzet
De betrokkenheid bij het onderzoek was minimaal. De inzet was matig.
Er is met betrokkenheid gewerkt. De inzet was voldoende.
Er is met veel enthousiasme en betrokkenheid gewerkt. Lln hebben elkaar en anderen gestimuleerd.
Er was veel begeleiding en sturing van de docenten nodig. Het lukte nauwelijks om zelf oplossingen voor problemen te bedenken.
Er was een normale (gemiddelde) hoeveelheid begeleiding en sturing nodig.
Er was weinig begeleiding nodig. Lln hebben zelf oplossingen gezocht voor problemen.
reflectie
De lln vonden het moeilijk om met kritiek om te gaan.
Op kritiek werd goed gereageerd. Het reflectief vermogen is nog in ontwikkeling.
Het reflectief vermogen van de lln was groot. Op kritiek werd volwassen gereageerd.
1
Inhoud logboek
Het logboek laat nauwelijks iets zien van de keuzes die gemaakt zijn. Het logboek is nauwelijks gebruikt in de communicatie met de begeleiders.
Het logboek geeft in grote lijnen ‘het denken’ van de lln weer. Het logboek is ook ingezet bij de communicatie met de begeleiders.
Het logboek geeft duidelijk inzicht in de keuzes die gemaakt zijn en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld. Het logboek is veelvuldig ingezet bij de communicatie met de begeleiders.
1
sturing
2
1
Totaal proces (15%)
Boordeling product
Onvoldoende
Voldoende
Goed
aantrekkelijkheid
Het werkstuk ziet er slecht verzorgd uit. Het nodigt niet uit tot lezen.
Het werkstuk ziet er verzorgd uit.
Het werkstuk ziet er zeer verzorgd uit en is uitnodigend om te lezen.
afwerking
De lay-out is rommelig (de indeling in alinea’s is bijvoorbeeld onduidelijk of onlogisch). De tekst is soms niet goed leesbaar of de afbeeldingen zijn slecht zichtbaar.
De lay-out is redelijk helder. De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar.
De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar. De lay-out is erg helder.
creativiteit en originaliteit
De invulling van het onderzoek was erg voor de hand liggend.
Er is ook gebruik gemaakt van eigen ideeën.
De invulling van het onderzoek was erg origineel. Er was veel eigen inbreng.
stroomlijning
Pagina’s en hoofdstukken zijn niet genummerd. In de tekst wordt niet altijd naar afbeeldingen, tabellen en grafieken verwezen, of deze zijn niet voorzien van een bijschrift.
Pagina’s en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt meestal naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die voorzien zijn van bijschrift) verwezen.
Pagina’s, paragrafen en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die altijd voorzien zijn van bijschrift) verwezen.
Inhoud, structuur (op niveau van werkstuk)
De opbouw van het werkstuk is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.
Het werkstuk is opgebouwd uit een inleiding, een middenstuk en een einde. Er is een rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.
De structuur is helder. Er is een inleiding, een geordend middenstuk en een samenvattend einde. De afzonderlijke delen sluiten goed op elkaar aan: er is een duidelijke rode lijn.
taalgebruik
De tekst is niet in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik is te simpel of juist te ingewikkeld.
De tekst is in eigen woorden geschreven en redelijk duidelijk. Het taalgebruik is redelijk goed.
De tekst is duidelijk en in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik sluit goed aan bij de doelgroep.
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden niet of maar ten dele
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden grotendeels beantwoord (of i.i.g.
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden beantwoord (of i.i.g. behandeld). De conclusies
diepgang
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
Maximale score 2
2
31
5
2
14
4 20
Behaalde score
beantwoord. De conclusies sluiten niet goed aan bij de onderzoeksvraag.
behandeld). De conclusies sluiten bij de onderzoeksvraag aan.
volgen uit het voorgaande en sluiten goed aan bij de onderzoeksvraag.
Een kritische houding ten aanzien van bronnen en resultaten ontbreekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.
Bronnen (en ook eigen resultaten) worden soms kritisch behandeld. Er wordt soms wel onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.
Bronnen (en ook eigen resultaten) zijn kritisch behandeld. Er is duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen. Er is een foutenanalyse gemaakt.
4
Tabellen, grafieken en afbeeldingen
De resultaten worden niet (of slecht) gepresenteerd. Tabellen en grafieken en afbeeldingen worden niet in de tekst toegelicht.
De resultaten zijn over het algemeen helder weergegeven. Tabellen en grafieken worden meestal toegelicht in de tekst. Afbeeldingen voegen iets toe aan het geheel.
De resultaten zijn helder weergegeven m.b.v. tabellen en/of grafieken. Tabellen en grafieken worden toegelicht in de tekst. Afbeeldingen zijn zorgvuldig gekozen.
5
bronnen
De bronvermelding is onvolledig, of bronnen zijn niet volgens een vast systeem benoemd.
De bronvermelding is redelijk volledig. Bronnen zijn volgens een herkenbaar systeem benoemd.
De bronvermelding is volledig. Bronnen zijn uitstekend benoemd. Citaten in de tekst zijn voorzien van bronvermelding.
2
kritische houding
Totaal product (60%)
Boordeling presentatie aantrekkelijkheid
Inhoud en opzet van de presentatie
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
De presentatie ziet er slecht verzorgd uit. Het nodigt niet uit tot kennisnemen van het werkstuk.
Het presentatie ziet er verzorgd uit.
De presentatie ziet er zeer verzorgd uit en is uitnodigend om te lvolgen.
De inhoud van de presentatie is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.
De presentatie heeft een duidelijke rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.
De presentatie is helder. De belangrijkste resultaten zijn duidelijk neergezet, evenals het doorlopen proces. Er is duidelijke aandacht voor eventuele vervolgonderzoeken
6
9
Totaal presentatie (15%)
totaal totaal voortgang …………+ proces…….. + product…………… +presentatie…… … =……… punten
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
32
eindcijfer
Behaalde score
Bijlage 7b Beoordelingsmodel bij een PWS in één van de BINAS vakken. Eerste beoordeling (week 44)
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
De beschrijving van de onderwerpkeuze is afwezig/zeer beperkt en geeft nauwelijks inzicht in het keuzeproces.
De beschrijving van de onderwerpkeuze is beknopt, maar geeft voldoende inzicht in het keuzeproces.
Uit de uitvoerige beschrijving blijkt dat de keuze voor het onderwerp weloverwogen gemaakt is.
onderwerp
Het onderwerp is te breed en/of nauwelijks afgebakend.
Het onderwerp is helder, maar het is niet precies duidelijk hoe het is begrensd.
Het onderwerp is helder, en goed afgebakend.
onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag is slecht geformuleerd. De onderzoeksvraag heeft weinig diepgang.
De onderzoeksvraag is juist geformuleerd.
De onderzoeksvraag is goed geformuleerd (specifiek en open) en van voldoende vakinhoudelijk niveau.
3
De deelvragen zijn slecht geformuleerd. Inhoudelijk overlappen de deelvragen elkaar.
De deelvragen zijn juist geformuleerd. Er is wel enigszins sprake van overlap of onvolledigheid.
De deelvragen zijn helder qua formulering; ze zijn complementair; ze dekken de hoofdvraag maar overlappen elkaar niet.
3
haalbaarheidsonderzoek (praktisch)
Er is geen/weinig praktisch onderzoek uitgevoerd.
Het praktisch onderzoek was beperkt, maar geeft voldoende informatie of het hoofdonderzoek haalbaar is.
Het praktisch onderzoek was uitgebreid, waarbij resultaten en keuzes nauwkeurig werden gedocumenteerd.
3
theoretisch vooronderzoek
De gebruikte informatiebronnen voldoen aan één (of geen) van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
De gebruikte informatiebronnen voldoen aan twee van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.
De gebruikte informatiebronnen zijn (1) divers, (2) betrouwbaar en (3) overstijgen het niveau van het voortgezet onderwijs.
De gekozen onderzoeksactiviteiten (praktisch werk en literatuurstudie) sluiten nauwelijks aan op de onderzoeksvragen.
De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed op de onderzoeksvragen aan.
De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed aan op de onderzoeksvragen; ze leveren een volledig antwoord op de onderzoeksvragen.
orientatie
deelvragen
inhoud werkplan
Behaalde score
2
2
3
4
Totaal voortgangsbeoordeling(20%)
Beoordeling proces Inhoud logboek
praktisch werk
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Het logboek laat nauwelijks iets zien van de keuzes die gemaakt zijn. Het logboek is nauwelijks gebruikt in de communicatie met de begeleiders.
Het logboek geeft in grote lijnen ‘het denken’ van de lln weer. Het logboek is ook ingezet bij de communicatie met de begeleiders.
Het praktisch werk is onnauwkeurig uitgevoerd en/of de veiligheidsvoorschriften zijn niet gevolgd.
Het praktisch werk is redelijk nauwkeurig uitgevoerd. Apparatuur en gereedschappen zijn zorgvuldig gebruikt.
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
33
Het logboek geeft duidelijk inzicht in de keuzes die gemaakt zijn en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld. Het logboek is veelvuldig ingezet bij de communicatie met de begeleiders. Het praktisch werk is erg nauwkeurig en veilig (dus volgens de voorschriften) uitgevoerd. Apparatuur en gereedschappen zijn zorgvuldig gebruikt.
Maximale score
3
3
Behaalde score
betrouwbaarheid
Het is niet of nauwelijks vastgelegd hoe het praktisch werk is uitgevoerd en/of er zijn te weinig data verzameld.
Het praktisch werk is reproduceerbaar. Er zijn voldoende data verzameld voor een betrouwbaar resultaat.
Het praktisch werk is precies reproduceerbaar. Er zijn ruim voldoende data verzameld voor een betrouwbaar resultaat.
De planning was niet realistisch. Naleving van de planning bleek erg moeilijk. Afwijkingen van de planning werden niet gemotiveerd.
De planning was realistisch en werd zoveel mogelijk nageleefd. Afwijkingen van deze planning werden niet altijd gemotiveerd en onverwachte hindernissen konden nog wel eens voor problemen zorgen.
De planning was realistisch en werd ook nageleefd. Afwijkingen van deze planning werden gemotiveerd. Bij onverwachte hindernissen werd flexibel opgetreden.
communicatie met begeleiders (docenten en TOA’s)
Er is nauwelijks contact geweest met de begeleiders. Afspraken werden vaak niet nagekomen.
Er is regelmatig contact geweest met de begeleiders. Afspraken werden meestal nagekomen.
Er is veelvuldig en constructief met de begeleiders gecommuniceerd. Afspraken werden altijd nagekomen.
2
inzet
De betrokkenheid bij het onderzoek was minimaal. De inzet was matig.
Er is met betrokkenheid gewerkt. De inzet was voldoende.
Er is met veel enthousiasme en betrokkenheid gewerkt. Lln hebben elkaar en anderen gestimuleerd.
2
Er was veel begeleiding en sturing van de docenten nodig. Het lukte nauwelijks om zelf oplossingen voor problemen te bedenken.
Er was een normale (gemiddelde) hoeveelheid begeleiding en sturing nodig.
Er was weinig begeleiding nodig. Lln hebben zelf oplossingen gezocht voor problemen.
planning
sturing
reflectie
Men slaagt er niet in kritisch naar het eigen functioneren te kijken en is ten onrechte tevreden
Minder geslaagde aspecten van de organisatie van het onderzoek worden soms met de mantel der liefde bedekt
Men is kritisch op het feit of het onderzoek qua organisatie en diepgang wel wat voorstelde
1
1
1
2
Totaal proces (15%)
Boordeling product
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
aantrekkelijkheid
Het werkstuk ziet er slecht verzorgd uit. Het nodigt niet uit tot lezen.
Het werkstuk ziet er verzorgd uit.
Het werkstuk ziet er zeer verzorgd uit en is uitnodigend om te lezen.
afwerking
De lay-out is rommelig (de indeling in alinea’s is bijvoorbeeld onduidelijk of onlogisch). De tekst is soms niet goed leesbaar of de afbeeldingen zijn slecht zichtbaar.
De lay-out is redelijk helder. De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar.
De tekst is goed leesbaar, de afbeeldingen zijn goed zichtbaar. De lay-out is erg helder.
creativiteit en originaliteit
De invulling van het onderzoek was erg voor de hand liggend.
Er is ook gebruik gemaakt van eigen ideeën.
De invulling van het onderzoek was erg origineel. Er was veel eigen inbreng.
stroomlijning
Pagina’s en hoofdstukken zijn niet genummerd. In de tekst wordt niet altijd naar afbeeldingen, tabellen en grafieken verwezen, of deze zijn niet voorzien van een bijschrift.
Pagina’s en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt meestal naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die voorzien zijn van bijschrift) verwezen.
Pagina’s, paragrafen en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die altijd voorzien zijn van bijschrift) verwezen.
De opbouw van het werkstuk is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.
Het werkstuk is opgebouwd uit een inleiding, een middenstuk en een einde. Er is een rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.
De structuur is helder. Er is een inleiding, een geordend middenstuk en een samenvattend einde. De afzonderlijke delen sluiten goed op elkaar aan: er is een duidelijke rode lijn.
2
De tekst is niet in eigen woorden
De tekst is in eigen woorden geschreven en
De tekst is duidelijk en in eigen woorden
4
structuur
taalgebruik
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
2
2
34
4
2
Behaalde score
geschreven. Het taalgebruik is te simpel of juist te ingewikkeld. inhoud
diepgang
De inhoud van het werkstuk blijft continue beneden het niveau van de doelgroep.
redelijk duidelijk. Het taalgebruik is redelijk goed. De inhoud van het werkstuk sluit meestal aan op het niveau van de doelgroep.
geschreven. Het taalgebruik sluit goed aan bij de doelgroep. De inhoud van het werkstuk sluit aan of overstijgt enigszins het niveau van de doelgroep.
8
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden niet of maar ten dele beantwoord. De conclusies sluiten niet goed aan bij de onderzoeksvraag.
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden grotendeels beantwoord (of i.i.g. behandeld). De conclusies sluiten bij de onderzoeksvraag aan.
De onderzoeksvraag en de deelvragen worden beantwoord (of i.i.g. behandeld). De conclusies volgen uit het voorgaande en sluiten goed aan bij de onderzoeksvraag.
14
Een kritische houding ten aanzien van bronnen en resultaten ontbreekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.
Bronnen (en ook eigen resultaten) worden soms kritisch behandeld. Er wordt soms wel onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.
Bronnen (en ook eigen resultaten) zijn kritisch behandeld. Er is duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen. Er is een foutenanalyse gemaakt.
6
Tabellen, grafieken en afbeeldingen
De resultaten worden niet (of slecht) gepresenteerd. Tabellen en grafieken en afbeeldingen worden niet in de tekst toegelicht.
De resultaten zijn over het algemeen helder weergegeven. Tabellen en grafieken worden meestal toegelicht in de tekst. Afbeeldingen voegen iets toe aan het geheel.
De resultaten zijn helder weergegeven m.b.v. tabellen en/of grafieken. Tabellen en grafieken worden toegelicht in de tekst. Afbeeldingen zijn zorgvuldig gekozen.
4
bronnen
De bronvermelding is onvolledig, of bronnen zijn niet volgens een vast systeem benoemd.
De bronvermelding is redelijk volledig. Bronnen zijn volgens een herkenbaar systeem benoemd.
De bronvermelding is volledig. Bronnen zijn uitstekend benoemd. Citaten in de tekst zijn voorzien van bronvermelding.
2
kritische houding
Totaal product (50%)
Boordeling presentatie aantrekkelijkheid
Inhoud en opzet van de presentatie
Maximale score
Onvoldoende
Voldoende
Goed
De presentatie ziet er slecht verzorgd uit. Het nodigt niet uit tot kennisnemen van het werkstuk.
Het presentatie ziet er verzorgd uit.
De presentatie ziet er zeer verzorgd uit en is uitnodigend om te volgen.
De inhoud van de presentatie is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.
De presentatie heeft een duidelijke rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.
De presentatie is helder. De belangrijkste resultaten zijn duidelijk neergezet, evenals het doorlopen proces. Er is duidelijke aandacht voor eventuele vervolgonderzoeken
6x
9x
Totaal presentatie (15%)
totaal totaal voortgang …………+ proces…….. + product…………… +presentatie…… … =……… punten eindcijfer
Werkboek profielwerkstuk 2013-14
35
Behaalde score