GWW goed op weg met minder energie Negen inspirerende inzendingen GWW-energiebesparingsprijs 2004
Voorwoord
Een aantal gebeurtenissen in het afgelopen jaar heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de problematiek van het veranderende klimaat en daarmee indirect het belang van energiebesparing aangetoond. Het waren bovendien gebeurtenissen die direct met de GWW-sector te maken hebben Ten gevolge van de grote droogte zijn in de zomer van 2003 diverse problemen ontstaan. In Wilnis brak een dijk door, het Groene Hart dreigde te verzilten en de waterstand in de rivieren daalde zodanig dat schepen problemen kregen met varen. Door de lage waterstand ontstond bovendien ‘Code Rood’ omdat de elektriciteitscentrales onvoldoende water tot hun beschikking hadden voor hun koeling. Daar kwam nog bij dat door de hitte de vraag naar elektriciteit bleef stijgen door een grote behoefte aan koelcapaciteit. Hoewel dit motief in de maatschappelijke en beleidsdiscussies aanzienlijk zwaarder weegt dan het argument van opraken van brandstoffen, lijkt er binnen de GWW-sector nog onvoldoende aandacht te bestaan voor deze milieueffecten. Bij de Projectgroep Energiebesparing GWW en binnen de Grond-, Weg- en Waterbouw-sector zelf is in de afgelopen jaren veel kennis opgebouwd over de mogelijkheden en onmogelijkheden van energiebesparing. Er is een interessant potentieel, maar er zijn ook de nodige barrières die verhinderen dat dit potentieel daadwerkelijk wordt verzilverd. Het gaat hierbij om onder meer technische, organisatorische en vooral ook institutionele belemmeringen. Het idee dat energiebesparing kostenbesparend kan werken lijkt te leven in de sector. Belangrijk knelpunt is dat de kostenvoordelen in het algemeen niet kunnen worden geïncasseerd door de initiatiefnemers voor energiebesparing. Veel, zo niet alle energiebesparende opties werpen hun financiële vruchten af in de beheersfase. Als het extra geld kost om ze in te voeren in de realisatiefase, is de kans groot dat ze vroegtijdig sneuvelen. Daarom heeft het projectbureau ook gemeend om, als vervolg op de GWWEnergiebesparingsprijs 2003, deze prijs ditmaal aan te wenden voor het financieel stimuleren van energiebesparende opties. In totaal hebben dertien inschrijvers met een projectvoorstel meegedongen naar de prijzen in twee categorieën. Een beschrijving van de negen genomineerde voorstellen is opgenomen in deze brochure. Laat u inspireren door deze ideeën. De verscheidenheid aan onderwerpen die uw collega’s in de sector aandragen, kan mogelijk ook u op het spoor van energiebesparing zetten. Namens het Projectbureau Energiebesparing GWW
Ing. Onno Jobse, Voorzitter
Juryrapport GWW-Energiebesparingsprijs 2004
De GWW-Energiebesparingsprijs 2004 beloont innovatieve ideeën, concepten en toepassingen op het gebied van energiebesparing in de grond-, weg- en waterbouwsector. De initiatiefnemer van de prijs, het Projectbureau Energiebesparing GWW, wil op deze wijze alle geïnteresseerden kennis laten nemen van geslaagde en innovatieve ideeën. Hiermee tracht het Projectbureau de samenwerking te stimuleren tussen beleidsmakers, ontwerpers, bouwers en beheerders.
In tegenstelling tot de vorige editie, kent de prijsvraag dit jaar twee verschillende categorieën. Categorie 1 betreft energiebesparende maatregelen of concepten die op korte termijn kunnen worden toegepast op of langs de huidige infrastructuur (wegen, water, riolering en rail). Het gaat hier dus om in de praktijk uit te voeren energiebesparende maatregelen die in 2004 kunnen worden gerealiseerd. De winnaars in deze categorie moeten hun inzending in 2004 tonen als 1:1-demonstratie. Categorie 2 heeft betrekking op energiebesparende maatregelen (ideeën/concepten) die op lange termijn (tot 2015) zouden kunnen worden toegepast en maatregelen (ideeën/concepten) die nog verder ontwikkeld dienen te worden. Naast technieken konden in deze categorie ook methoden/concepten met een energiebesparend resultaat worden ingezonden. Anders dan in de vorige editie van de prijsvraag, bestaan de prijzen in beide categorieën nu uit een geldbedrag. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de extra kosten om de inzending te realiseren voor genoemde demonstratie (categorie 1) of kan worden besteed ten behoeve van verdere uitwerking van het ingezonden idee (categorie 2). Vanaf 1 juli 2003 konden projecten voor de GWWEnergiebesparingsprijs 2004 worden ingediend. De inschrijftermijn sloot op 31 oktober 2003. In totaal ontving het Projectbureau dertien inzendingen voor de GWWEnergiebesparingsprijs 2004: acht in categorie 1 en vijf in 2
categorie 2. De projecten werden ingediend door vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, gemeenten, provincies, leveranciers en aannemers. Het merendeel van de projecten was echter afkomstig van adviesbureaus. De ingezonden projecten betreffen slimme toepassingen op velerlei gebied, waarbij het opviel dat de meeste projecten de opwekking van duurzame energie als uitgangspunt hebben genomen. In het wedstrijdreglement was dit echter nadrukkelijk uitgesloten. Het Projectbureau heeft vervolgens, in overleg met de jury, besloten dat wanneer de duurzaam opgewekte energie in het project zelf weer tot energiebesparing leidt, bijvoorbeeld doordat er geen energie hoeft te worden ingekocht, het project toch in aanmerking komt voor deelname aan de prijsvraag. Van de ingediende projecten voldeden er negen aan de criteria van de prijsvraag. Deze negen projecten zijn vervolgens getoetst op: • Innovativiteit. • Toepasbaarheid, navolgings- en opschalingskansen. • Voorbeeldfunctie. • Behaalde resultaten (kwantitatief en procentueel) met betrekking tot energiebesparing en kosten/bateneffectiviteit. • Maatschappelijk draagvlak. • Samenwerking door de verschillende partijen, zowel intern als extern.
Deze toetsingscriteria weerspiegelen het doel van de prijsvraag: het stimuleren van nieuwe initiatieven, het uitdragen van de resultaten en de samenwerking tussen de diverse partijen. Opdat de jury een zo eerlijk mogelijke afweging kon maken, zijn de inzendingen anoniem beoordeeld. Alle negen projecten zijn beschreven in de brochure ‘GWW Goed op weg met minder energie’ en zullen ook op de website van het Projectbureau Energiebesparing GWW worden gepubliceerd. Bij de beoordeling van de vijf overgebleven inzendingen in categorie 1 is het de jury opgevallen dat de meeste indieners goed in staat waren de te realiseren energiebesparing te onderbouwen. Deze besparingen zijn nog wel theoretisch en zullen tijdens de 1:1 demonstratie nog moeten worden aangetoond. ‘Meten is weten’ is ook hier de regel die van toepassing is. De voorbeeldfunctie, mogelijkheden tot opschaling en het maatschappelijk draagvlak van de meeste inzendingen was voldoende zichtbaar. De jury is ook te spreken over de creativiteit van de inzendingen. Toch vindt ze de meeste inzendingen onvoldoende innovatief en meer gebaseerd op ‘good housekeeping’, oftewel goed ontwerpen en het toepassen van reeds bekende technieken. De jury heeft daarom besloten in categorie 1 slechts twee prijzen toe te kennen. Conform het wedstrijdreglement heeft de jury daar het recht toe. De prijswinnaars in categorie 1 zijn de volgende: De tweede prijs, zijnde € 20.000,- , gaat naar Provincie Flevoland met het project ‘Licht op maat, intelligente verlichting in een ecologische omgeving’. Bij dit project wordt bij een nieuw aan te leggen fietsonderdoorgang de verlichting van het fietspad aangestuurd door detectie van naderende fietsers en voetgangers. Omdat deze fietsonderdoorgang in een ecologisch verbindingsgebied ligt, wordt op deze wijze rekening gehouden met de belangen van het ecologisch gebied (beperking lichthinder) en die van de gebruikers van het fietspad (verhoging van het veiligheidsgevoel). Het maatschappelijk belang van dit project heeft zwaar meegewogen in de beslissing van de jury.
om voor een prijs in deze categorie in aanmerking te komen. De jury heeft daarom besloten ook in categorie 2 slechts twee prijzen toe te kennen. De prijswinnaars in categorie 2 zijn: De tweede prijs, zijnde € 1.500,- , gaat naar Ecofys BV met het project ‘De osmosepomp’. Bij dit project wordt het osmotisch drukverschil tussen zout en zoet water ingezet om energie op te wekken. Met behulp van deze energie kunnen polders die grenzen aan zout water worden bemalen. De jury is van mening dat hiermee op basis van een bestaand idee (osmose) een concept is ontwikkeld dat daadwerkelijk op termijn (2015) te realiseren is. De jury is bovendien gecharmeerd van de goede onderbouwing van het idee. De eerste prijs, zijnde € 3.000,- , gaat ook naar Ecofys BV, maar dan met het project ‘Het energiebalansplein’. Bij dit project worden in de toekomst pleinen bestraat met nog te ontwikkelen zonnetegels. Door de opwekking van duurzame energie met behulp van deze tegels kan het plein in haar eigen energiebehoefte voorzien. De mogelijkheid om dergelijke tegels te ontwikkelen, acht de jury zeer goed aanwezig. Het educatieve karakter van de inzending is groot. Dat het publiek direct het verband kan waarnemen tussen de zon en de opwekking van de energie, heeft een belangrijke voorbeeldfunctie. Resumerend concludeert de jury dat er verrassend goede en creatieve initiatieven zijn ontwikkeld in de afgelopen jaren. Projecten waarvan energiebesparing een onderdeel is en waarvan de positieve effecten, ook op andere gebieden zoals van veiligheid en maatschappelijk draagvlak, groot zijn. Het is daarom nu aan de sector om zich door deze goede voorbeelden te laten inspireren. Utrecht, 20 april 2004 Jury GWW-Energiebesparingsprijs 2003, ir. P.H.H. Leijendeckers prof. em. TU/e ir. A. van den Bosch, Ministerie van Verkeer en Waterstaat ir. A.S. Hoekstra, bestuurslid CUR
De eerste prijs, zijnde € 30.000,- , gaat naar Ice Solution VOF met het project ‘Wisselverwarming door aardwarmte’. Bij dit project wordt de opgewekte duurzame energie ingezet om minimaal vier spoorwegwissels van het [locatie] complex van energie te voorzien. De jury is unaniem van mening dat dit project qua innovatie boven de andere projecten in deze categorie uitsteekt. Het project biedt bovendien binnen Nederland grote mogelijkheden tot opschaling en daarmee ook de mogelijkheid tot vergaande energiebesparing bij de railinfrastructuur. Dit beperkt zich niet alleen tot ProRail; ook bij de overige railbedrijven is deze techniek toepasbaar. Bij de beoordeling van de vier overgebleven inzendingen in categorie 2 het viel op dat twee projecten zich direct richten op energiebesparing en twee projecten zich meer concentreren op informatievoorziening richting de markt. Hoewel deze laatste projecten op grond van de reglementen voldoen aan de criteria voor categorie 2, is de jury van mening dat deze toch onvoldoende innovatief zijn 3
Categorie 1 > 1e prijswinnaar > Icesolution v.o.f. > wisselverwarming door aardwarmte
Wisselverwarming met aardwarmte Icesolution voorkomt energie-efficiënt het vastvriezen van spoorwissels
Naam project Icesolution; wisselverwarming door aardwarmte
Locatie project
Systeembeschrijving
Geheel Nederland
Voor de ontwikkeling van een nieuw type wisselverwarming is eerst nauwkeurig vastgesteld hoeveel thermische energie feitelijk nodig is om wissels werkend te houden, gegeven bepaalde meteorologische omstandigheden. Dit is, in samenwerking met de TU-Eindhoven, gebeurd met behulp van de Eindige Elementen Methode. Vervolgens is besloten om gebruik te maken van de thermische energie in de bodem. Op zich is de aanwezige warmte in de bodem al geschikt, maar beter is het om gebruik te maken van warmte- en koudeopslag in de bodem. ’s Winters wordt aan deze opslag warmte onttrokken om wissels te verwarmen, ’s zomers wordt aan de opslag warmte afgestaan om wissels te koelen en het water voor de winterperiode op te warmen. Een dergelijk systeem werkt met relatief lage temperaturen. Daarom is een railwarmtewisselaar ontwikkeld die effectief de warmte aan het wissel afstaat met behulp van warmtecontactpasta. Het gehele systeem is goed geïsoleerd, zodat de warmteverliezen tot een minimum worden beperkt. Om een grote beschikbaarheid en een hoge betrouwbaarheid van het systeem te realiseren, wordt de installatie zoveel mogelijk redundant uitgevoerd. De werking wordt bovendien continu gemonitord. Het effect van eventuele defecte onderdelen wordt door de installatie zelf direct geëlimineerd of, bij uitval van de warmtepomp, geminimaliseerd. Hiermee wordt tijd gewonnen, die kan worden gebruikt voor reparatie. Het resultaat is een energiezuinige en betrouwbare wisselverwarming, die op zijn beurt weer leidt tot een grotere beschikbaarheid en een hogere betrouwbaarheid van de railinfrastructuur.
(wereldprimeur bij opstelemplacement Lelystad)
Naam aanvrager Icesolution v.o.f.
Type project Spoorweginfrastructuur
Ambities Introductie in de spoorwegsector van een nieuw type wisselverwarming op basis van aardwarmte en hiermee marktleider worden in Nederland en de rest van Europa.
Startdatum najaar 2003
Realisatiedatum zomer 2004
Contactadres Icesolution v.o.f.
Markten veroveren
J. Bolck
Icesolution als product wordt in de markt gezet door Icesolution v.o.f., een samenwerkingsverband van Holland Railconsult (engineering en productontwikkeling) en Volker Stevin Rail & Traffic (uitvoering). Omdat het een uniek product is met - voor deze toepassing - ongeëvenaarde eigenschappen, denkt Icesolution zowel de Nederlandse als de overige Europese markt te kunnen veroveren. Daarbij zet het bedrijf in op full-service: het verzorgen van het gehele pakket van design-built-operatefinance-maintain voor beheerders van railinfrastructuur.
Postbus 2855 3500 GW Utrecht T 030-2653506 of 06-51090093 F 030-2653625 E
[email protected]
Beheerders van railinfrastructuur passen wisselverwarming toe om te voorkomen dat wissels ’s winters door vorst verkleven of door sneeuwophoping gaan vastzitten. Nu nog werken deze systemen elektrisch, met een CV-ketel of met kleine gasbranders. Zoals uit de praktijk bekend, werken ze echter lang niet altijd even goed. Daarom is nu een nieuw energiezuinig wisselverwarmingssysteem ontwikkeld dat wel een hoge mate van beschikbaarheid en betrouwbaarheid heeft. Het systeem werkt op basis van warmte- en koudeopslag in de bodem.
4
Aardwarmte bespaart minimaal 80 procent op het energiegebruik Het energieverbruik van huidige wisselverwarmingssystemen is gemiddeld 630,1 m3 aardgasequivalent per wissel per jaar, uitgaande van 500 (lage praktijkinschatting) draaiuren per jaar. Hierop bespaart het Icesolution-systeem ruim 80 procent, oftewel 513 m3 aardgasequivalent per wissel per jaar. Als alle verwarmde wissels in Nederland met Icesolution zouden worden verwarmd, bespaart dat ProRail, de beheerder van de Nederlandse railinfrastructuur, ruim 2,8 miljoen m3 aardgas. Voor Icesolution is het energieverbruik berekend aan de hand van het ontwikkelde simulatiemodel in combinatie met het gemiddelde temperatuurverloop gedurende de jaren 1980-1990. Daarbij zijn steeds conservatieve uitgangspunten gehanteerd. Zo ontbreken voor de genoemde jaren gegevens over de temperatuur in combinatie met de relatieve vochtigheid. Daarom is aangenomen dat de installatie altijd draait beneden de 0 ºC. In werkelijkheid hoeft de installatie alleen te draaien als de relatieve luchtvochtigheid daartoe aanleiding geeft. Naarmate het harder vriest wordt die kans steeds kleiner. Ook gegevens over de combinatie van sneeuw en temperatuur ontbreken. Daarom is het aantal sneeuwuren tegen vollast toegevoegd aan de energiebehoefte. In de berekeningen is tot slot uitgegaan van een COP (coëfficiënt of performance) van 5. In een testlocatie heeft de installatie een COP van 5,2. Het werkelijke energieverbruik van de Icesolution zal in werkelijkheid dus nog lager liggen dan nu geschat. 5
Categorie 1 > 2e prijswinnaar > Provincie Flevoland > Licht op maat voor het buitengebied
Licht op maat voor het buitengebied Intelligente verlichting bevordert sociale veiligheid in beperkt ecologische overlast
Naam project Licht op maat, intelligente verlichting in een ecologische omgeving
Beleid
Provincie Flevoland
De Provincie Flevoland streeft ten aanzien van de openbare verlichting naar beperking van het energiegebruik. Daarnaast beoogt de provincie het buitengebied ’s nachts donker te houden, tenzij de verkeersveiligheid in het geding is. Beide overwegingen leiden tot een terughoudend beleid ten aanzien van het bijplaatsen van verlichting in buitengebieden.
Type project
Bijzondere situatie
Openbare Verlichting
april 2004
Een bijzondere situatie doet zich voor in een deel van het buitengebied van Lelystad. Hier moeten bewoners die gebruik willen maken van het openbaar vervoer, te voet of met de fiets, via een donkere tertiaire weg de bushalteplaats bereiken. In de route is een doorgang onder een brug gesitueerd met een zeer smalle berm die langs het water loopt. Vooral deze passage onder de brug geeft veel passanten in het donker een onveilig gevoel. Om deze situatie te verbeteren, is besloten in de onderdoorgang verlichting te plaatsen. Mede omdat de plek zich in een ecologische verbindingszone bevindt, moet het verlichtingssysteem de omgeving echter zo min mogelijk overlast bezorgen. Bij voorkeur zou het systeem ook zo energiezuinig mogelijk moeten zijn. Bovendien moet de verlichting niet als baken gaan werken voor lieden die zich met twijfelachtige activiteiten bezighouden.
Contactadres
Dynamische verlichting
Provincie Flevoland
Als oplossing wil de Provincie Flevoland dynamische verlichting plaatsen. Dergelijke technologie biedt naar verwachting grote kansen om het energie- en klimaatbeleid functioneel gestalte te geven binnen de taak van de provincie als wegbeheerder. Dynamische verlichting wordt ‘intelligent’ aangestuurd, naar de behoefte van gebruikers. Daartoe kent het systeem een vorm van detectie, bijvoorbeeld met radar. Radar heeft als voordeel dat hiermee niet alleen de aanwezigheid maar ook de bewegingsrichting van de persoon kan worden vastgesteld. De te hanteren afstand tussen radar en de eerste lichtmast is vastgesteld op 200 meter. De verlichting blijft vervolgens gedurende een ingestelde tijd branden, welke voldoende is om de passerende voetganger en fietser de gelegenheid te bieden om de onderdoorgang in het licht te kunnen passeren. Daarna dooft de verlichting weer. De verlichting werkt uiteraard alleen in het donker. Daartoe wordt het systeem voorzien van een schemerschakelaar.
Locatie project Kunstwerk Larserweg - Hoge Vaart
Naam aanvrager
Ambities Het realiseren van verlichting ten behoeve van sociale veiligheid in een ecologische omgeving.
Startdatum januari 2004
Realisatiedatum
R.P. Kok Postbus 55 8200 AB Lelystad T 0320-265596 F 0320-265260 E
[email protected]
De Provincie Flevoland voert een terughoudend beleid ten aanzien van bijplaatsing van openbare verlichting in het buitengebied. Desondanks ziet ze zich genoodzaakt extra verlichting te plaatsen onder een brug buiten Lelystad. Met intelligente verlichting wil de Provincie zowel de sociale veiligheid bevorderen als de ecologisch kwetsbare omgeving zo min mogelijk belasten.
6
Verlichting op maat is optimaal energiezuinig Het uitgangspunt bij het ontwerp van het verlichtingssysteem is dat de onderdoorgang in het donker slechts door een gering aantal mensen wordt gebruikt. Daarom zijn vijf lichtmasten met PLL 36W lampen voldoende. Deze worden voorzien van een elektronisch voorschakelapparaat (met een systeemvermogen van 38W). Naar schatting hoeven deze maximaal 60 minuten per etmaal aan te zijn. Bijkomende energiekosten betreffen de twee radardetectoren van 4W. Deze werken continu gedurende de nacht.
Projectgegevens Onderdeel
Vermogen
Aantal
W
Tijd
Energie
uur/jaar
kWh/jaar
Conventionele installatie
Lichtmasten
38
5
4100
779
Dynamische verlichting
Lichtmasten
38
5
365
69
Radardectoren
4
2
4100
33 102
Absoluut gezien vergt de aan te leggen verlichting jaarlijks 102 kWh. Zonder detectie zou dat 779 kWh zijn. Daarmee komt de besparing neer op 779 – 102 = 677 kWh per jaar, oftewel 87 procent.
7
Categorie 1 > DHV Water > Drinkwaterproductie: gelijkmatigheid reduceert energieverbruik
Energiebesparing bij de drinkwaterproductie Constanter zuiveren met behulp van prognosebesturing
Naam project Drinkwaterproductie: gelijkmatigheid reduceert energieverbruik
Huidige bedrijfsvoering Locatie project Mogelijk in Flevoland, Zeeland of Gelderland
Naam aanvrager DHV Water
De meeste drinkwaterzuiveringen in Nederland zijn verregaand geautomatiseerd. Bij de sturing van de productie vindt in veel gevallen geen enkel menselijk ingrijpen plaats. De automatische besturing van de zuivering is meestal zeer betrouwbaar. Door de eenvoudige opzet van de besturingssystemen worden de beschikbare buffers echter niet goed gebruikt. Dat leidt tot grote variaties in de omvang van de productiestroom (het productiedebiet).
Type project
Prognosebesturing
Drinkwaterzuivering
Ambities Alle grotere (automatisch bestuurde) drinkwaterzuiveringen in Nederland voorzien van prognose-
Een manier om de bedrijfsvoering te verbeteren, is de toepassing van prognosebesturing. Hierbij wordt de drinkwatervraag op uurbasis voorspeld. Dat biedt de mogelijkheid de productie af te stemmen op de verwachte vraag. Met behulp van de buffers kan men dan een zo constant mogelijk productiedebiet realiseren.
besturing om zodoende significant energie te besparen in de Nederlandse waterleidingsector.
Constant zuiveren = energie besparen Berekeningen tonen aan dat zuiveren met een constant debiet minder energie kost dan het zuiveren met een fluctuerend debiet. Dit komt doordat de wrijving die optreedt bij de stroming van water in leidingen kwadratisch toeneemt met het debiet. Hierdoor is het energieverbruik bij grote debieten relatief hoog. Vandaar dat geldt: constant zuiveren = energie besparen.
Startdatum 1 mei 2004
Realisatiedatum 1 juli 2004
Innovativiteit Het toepassen van een prognosemodel vindt momenteel op kleine schaal plaats en is nog relatief nieuw in Nederland. Het overgrote deel van de zuiveringen wordt of handmatig bestuurd, of met eenvoudige besturingsregels. De besturing op basis van een prognosemodel kan derhalve nog steeds innovatief worden genoemd. Dit geldt met name als het gaat om het toepassen van een prognosemodel om energiebesparing te realiseren.
Contactadres DHV Water M. Bakker Postbus 484 3800 AL Amersfoort T 033-4659416 F 033-4682301 E
[email protected]
De huidige besturingssystemen in de drinkwaterproductie zijn relatief eenvoudig van opzet. Door hieraan een module toe te voegen die de drinkwatervraag voorspelt, kan men de buffer(s) in het systeem beter gebruiken en op die manier het productieproces veel gelijkmatiger laten verlopen. Dit bespaart circa 14 procent op het energieverbruik in de bedrijfsvoering. Deze besparing is te realiseren zonder aanpassing van de infrastructuur.
8
Draagvlak De waterleidingbedrijven hebben een ‘groen’ imago, en besparen van energie past daar uitstekend in. De energiebesparing binnen de sector heeft hierdoor ook een groot maatschappelijk draagvlak. Waterleidingbedrijven hechten wel zeer grote waarde aan de betrouwbaarheid van de drinkwatervoorziening. Goede communicatie over de implementatie van prognosebesturing kan vertrouwen wekken en de vrees voor een onderbroken drinkwatervoorziening wegnemen.
Gelijkmatigheid productieproces reduceert energieverbruik Drinkwaterzuiveringen in Nederland produceren in veel gevallen niet een constante, maar een sterk wisselende hoeveelheid drinkwater (overdag hogere productie, ’s nachts lagere productie). Dit komt doordat de beschikbare drinkwaterbuffers niet optimaal worden ingezet. Goede voorspellingen van de drinkwatervraag maken het mogelijk de buffers wel optimaal te gebruiken. Daardoor kan de zuivering constanter produceren. Een constante productie bespaart energie, omdat wrijvingsverliezen in leidingen en filters onevenredig toenemen met het productiedebiet. Bij grote variaties in dit debiet, zijn de wrijvingsverliezen relatief hoog. Bij een typische drinkwaterzuivering voor een stad van circa 100.000 inwoners kan toepassing van prognosebesturing 160.000 kWh per jaar besparen. Dit is 14 procent van de energiekosten van de drinkwaterproductie. De investering in de prognosebesturing verdient zich in zeven tot acht jaar terug.
9
Categorie 1 > Waterschap Veluwe > Energiek zuiveren
Optimalisatie van de verwerking van afvalwater Beter benutten van de huidige infrastructuur en afkoppelen schoon regenwater
Naam project Energiek zuiveren
Locatie project
Capaciteitsuitbreiding
Harderwijk en omgeving
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) van Harderwijk en omgeving moet ten gevolge van reeds gerealiseerde en nog te verwachten (woning-)nieuwbouwplannen worden uitgebreid. Initieel onderzoek wees uit dat de capaciteit bijna moest worden verdubbeld. Dit zou niet alleen hoge investeringskosten met zich meebrengen, maar ook een belangrijke toename van het energieverbruik.
Naam aanvrager Waterschap Veluwe
Type project Verwerking van afval- en regenwater
Optimalisatie
najaar 2004
Om de ‘schade’ te beperken, is technisch onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de hoeveelheid te zuiveren afvalwater èn de piekbelasting terug te dringen. Dit gebeurde onder de noemer Optimalisatie van het Afvalwater Systeem (OAS). Het onderzoek leverde drie maatregelen op: • Het afkoppelen van verhard oppervlak, zodat de neerslag die daarop valt niet naar de rwzi wordt afgevoerd. • Het aanpassen van het pompregime van regenwaterstelsels, waardoor minder regenwater naar de rwzi wordt afgevoerd. • Het optimaal benutten van de bestaande ruimte in het rioleringsstelsel om de piekafvoer te beperken, door het aanbrengen van regelbare schuiven in de riolering. Het geheel wordt ‘real time’ aangestuurd.
Contactadres
Besparingen
Waterschap Veluwe
De maatregelen leiden uiteindelijk op twee manieren tot energiebesparing. Ten eerste voeren de gemeenten Harderwijk, Ermelo en Putten jaarlijks zo’n 600.000 m3 minder regenwater naar de rwzi af. Dat bespaart op het transport van regenwater. Ten tweede hoeft, door het beperken van de piekaanvoer, de hydraulische capaciteit slechts met circa 30 procent te worden uitgebreid in plaats van met 100 procent. Hierdoor kunnen bepaalde nieuwe zuiveringsonderdelen niet dan wel kleiner worden uitgevoerd. Niet alleen dalen de benodigde investeringskosten hierdoor met € 2,5 miljoen, ook is minder energie nodig voor het bouwen van de installatie en het operationeel beheer hievan.
Ambities Optimaliseren van het afvalwatersysteem (riolering, transport en zuivering) met het oog op energieverbruik, maatschappelijke kosten en milieu.
Startdatum januari 2004
Realisatiedatum
dhr. J. van Kempen Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn T 055-5272111 F 055-5272754 E
[email protected]
Toen bleek dat de capaciteit van een bestaande rioolwaterzuiveringsinstallatie zou moeten worden verdubbeld door de komst van nieuwe woningen in de regio, heeft het Waterschap Veluwe uitgebreid onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de capaciteitsvergroting te beperken. Samen met de betrokken gemeenten is bekeken hoe het rioolstelsel en de rioolwaterzuivering zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd tegen de laagste maatschappelijke kosten. De opties die hierbij naar voren kwamen, zorgen ervoor dat slechts 30 procent van de berekende extra capaciteit daadwerkelijk hoeft te worden gebouwd. De hoeveelheid te transporteren water daalt ook aanzienlijk. Al met al is de energiebesparing omvangrijk.
10
Innovativiteit De combinatie van maatregelen met ‘real time control’ (RTC) is uniek. Daarnaast is het ‘grensoverschrijdende’ karakter van de maatregelen bijzonder: gemeenten nemen maatregelen in het rioolstelsel dat zij beheren om energiebesparing bij de rwzi van het waterschap mogelijk te maken.
Samenwerking De OAS is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen Waterschap Veluwe en de gemeenten Putten, Ermelo en Harderwijk. De samenwerking tussen verschillende overheden met elk hun eigen (en onderling vaak tegenstrijdige) doelstelling is niet altijd gemakkelijk. Toch bewijst dit project dat, zolang het algemeen maatschappelijk belang centraal staat, heel veel mogelijk is. De voortdurende bereidheid van de verschillende partijen om het project tot een goed einde te brengen was doorslaggevend.
Energiebesparing door minder grote installatie en minder water verpompen Uitgaande van standaard ontwerpregels zou Waterschap Veluwe de hydraulische capaciteit van de rioolwaterzuivering (RWZI) van Harderwijk hebben moeten verdubbelen. Door het inzetten van een aantal maatregelen in het transportstelsel en de riolering van Putten, Ermelo en Harderwijk kan worden volstaan met een uitbreiding van circa 30 procent. De complete rioolwaterzuivering wordt daardoor niet uitgebreid tot 8.500 m3/h maar tot 5.500 m3/h. Het niet of kleiner bouwen van een aantal installaties bespaart op de energie die nodig is voor de productie en de verwerking van bouwmaterialen. Deze eenmalige besparing is becijferd op 4.830 MWh. Naast deze eenmalige energiebesparing is sprake van een vaste besparing van 430 MWh per jaar. Deze is grotendeels het gevolg van het niet in gebruik hoeven nemen van een aantal installaties op de rwzi (zoals twee nabezinktanks, een extra zandvanger e.d.). Bovendien is minder pompenergie nodig voor het verpompen van water. Door de afkoppeling van verhard oppervlak en het aanpassen van het pompregime van regenwaterstelsels hoeft 600.000 m3 minder (regen)water naar de zuivering te worden gevoerd. Ten opzicht van de hoeveelheid energie die nodig zou zijn voor de vooraf berekende uitbreiding van de rwzi, komt de totale besparing van dit project neer op circa 70 procent.
11
Categorie 1 > Janssen de Jong Infra BV > ZVC-wegdek: ZOAB – VIA-RAL® -Combinatiewegdek
Een stille en duurzame deklaag voor wegen Grote energiewinst in de keten en over de levensduur
Naam project ZVC-wegdek: ZOAB – VIA-RAL® -Combinatiewegdek
Conceptontwikkeling Locatie project Zuid Nederland (onder voorbehoud)
Naam aanvrager Janssen de Jong Infra BV
Type project Wegen
Ambities Het maken van een zowel duurzaam als ook stil wegdek met minimaal gelijkwaardige functionele
In Nederland is geluidshinder het belangrijkste milieu-item in de wegenbouw. Voor ZOAB (zeer open asfaltbeton) zijn momenteel concepten voor deklagen in ontwikkeling, op basis van tweelaagse ZOAB, die de geluidshinder nog verder moeten terugdringen. Daarbij wordt bovenop de eerste laag ZOAB een tweede - dunnere en fijner gegradeerde - laag ZOAB aangebracht. Als alternatief heeft het bedrijf Janssen de Jong Infra een nieuw type deklaag ontwikkeld dat niet alleen de gewenste geluidsreductie oplevert maar ook het veelvoorkomende schadebeeld op deze open deklagen, de ‘rafeling’, met jaren vertraagt. Bovendien is het directe en indirecte energieverbruik bij productie, verwerking (inclusief transport) en beheer aanzienlijk gunstiger dan bij tweelaags ZOAB. De deklaag van Janssen de Jong Infra bestaat uit een mengsel van VIA-RAL® dat direct op een nieuw, al dan niet aangepaste ZOAB wordt aangebracht.
eigenschappen aan ZOAB en/of het tweelaagse
Vele voordelen
ZOAB concept.
Startdatum najaar 2003
Realisatiedatum zomer 2004
Contactadres Janssen de Jong Infra BV Ir. A.G. Kneepkens Postbus 6014 5960 AA Horst T 0475-518030 of 06-51517989 F 0475-518040 E
[email protected] of
[email protected]
Het bedrijf Janssen de Jong Infra heeft een nieuw asfaltmengsel ontwikkeld als alternatief voor de bekende ZOABdeklaag, inclusief bijbehorende applicatietechniek. Deze ZVC-deklaag is ook te zien als het alternatief voor het concept van tweelaagse ZOAB, zoals dat momenteel in ontwikkeling is. Het grootste energievoordeel van de nieuwe techniek is dat mineraal en bitumen voor de toplaag niet warm, bij 180ºC, maar ‘koud’ worden gemengd en aangebracht. Daarnaast is er sprake van een enorme winst in reductie van de inzet van grondstoffen.
12
Ten opzichte van het tweelaagse ZOAB-concept kent de ZVC-deklaag vele voordelen. Zo zijn voor de productie 60 tot 70 procent minder primaire grondstoffen nodig. Verder kan de afwerking van de ZOAB deklaag in het ZVC-concept direct - op locatie - door een speciale verwerkingsunit worden verzorgd, zonder voorbewerking in een asfaltmolen. Dit betekent een besparing op het grondstoftransport in gewicht en kilometers. Dat de verwerking ‘koud’ kan gebeuren, dit wil zeggen zonder opwarming, levert de meeste energiebesparing op. Bijkomende energiereductie vloeit verder voort uit het feit dat bij de verwerking de complete asfaltset (asfaltspreidmachine en walsen) achterwege kan blijven, inclusief de hiervoor benodigde aan- en afvoer van materieel. Het realiseren van een deklaag in ZVC vergt minder tijd dan een tweede ZOAB-laag, waardoor de weg eerder vrijkomt voor gebruik. Dit betekent minder verkeersopstoppingen en omleidingen. Bij ZVC treedt, ten slotte, naar verwachting geen vroege schade zoals het tweelaagse ZOABconcept dit kent. Dit bespaart op freeswerkzaamheden (transport en freesgang) en het maken en aanbrengen van reparatiemateriaal. Al met al betekent het aanbrengen van VIA-RAL® als toplaag op een ZOABbasisdeklaag dus energiebewust produceren, grondstof- en brandstofbesparing, een hogere productiesnelheid, transportbesparing (in gewicht en kilometers), levensduurverlenging van de deklaag, akoestische verbetering van de deklaag en filereductie.
Grote besparingen op productie-, transporten verwerkingsenergie Ten opzichte van het huidige energieverbruik voor de productie en aanleg van dubbellaags ZOAB (met een onderlaag van 5 cm en een bovenlaag van 2,5 cm) is de energiebesparing van een ZVC-deklaag aanzienlijk. De grootste besparing is het gevolg van het feit dat de grondstoffen, VIA-RAL®, niet in de asfaltmolen worden verwerkt (productieproces warm asfaltbeton) bij een temperatuur van 180 ºC, maar direct en ‘koud’ op locatie worden verwerkt tot VIA-RAL®. Omdat ten opzichte van tweelaags ZOAB zeventig procent minder grondstoffen (bitumen, steenslag) nodig zijn, is bovendien sprake van energiebesparing op transport voor verwerking en productie. Samen levert dit een energiebesparing op van circa veertig procent. Daarbij is uitgegaan van een energieverbruik per ton warm geproduceerd ZOAB van 8 m3 aardgas en 3,18 kWh elektra. Daar komt de energiewinst tijdens de exploitatie van het wegdek nog bovenop. Doordat de deklaag een langere levensduur heeft, van gemiddeld vier jaar, zijn vervanging en recycling minder snel aan de orde. Dit bespaart trouwens indirect ook op het energiegebruik van auto’s in files. Verder hoeft bij renoveren minder materiaal te worden gerecycled, door het toepassen van een dunnere deklaagconstructie.
Relatief veel grondstoffen Veel transport Warmte Veel tijd benodigd Levensduur 8-10 jaar
70% minder grondstoffen Minder transport Geen warmte Weinig tijd benodigd Levensduur 12-13 jaar
13
14
15
Categorie 2 > 1e prijswinnaar > Ecofys > Het ENERGIEBALANSPLEIN
Het ENERGIEBALANSPLEIN Volledige dekking van de energievraag van een openbaar plein met elektriciteit uit zonlicht
Naam project Het ENERGIEBALANSPLEIN
Locatie project
Plein als zonnecollector
Geheel Nederland
Ecofys
Voorzieningen op een openbaar plein verbruiken al gauw tienduizend(en) kWh per jaar. Uiteraard kan het net voor 100 procent voorzien in deze energiebehoefte, maar het oppervlak van pleinen kan ook uitstekend worden ingezet als zonnecollector. Op deze manier kan een plein volledig voorzien in de eigen energiebehoefte.
Type project
Modulair concept met zonnetegels
Met het ENERGIEBALANSPLEIN heeft Ecofys een
Voor de productie van de elektriciteit op het ENERGIEBALANSPLEIN wordt gebruik gemaakt van stoeptegels met geïntegreerde zonnecellen. Deze maken onderdeel uit van een modulair concept dat bestaat uit: 1 Zonnetegels, die gelijkstroom opwekken. 2 Omvormertegels, die dit omzetten in wisselstroom. 3 Verbindingstegels, die het stroomcircuit rondmaken, zonder daaraan stroom uit zonlicht toe te voegen. 4 Verbindingsstukken, om de zonnetegels op de juiste wijze met elkaar verbinden, afhankelijk van de vorm van het plein.
Naam aanvrager
concept ontwikkeld waarmee de openbare ruimte wordt ingezet als energiebron. De geproduceerde hoeveelheid elektriciteit uit zonlicht dekt de energiebehoefte van een plein volledig.
Contactadres Ecofys Ir. H. de Gooijer Postbus 8408 3503 RK Utrecht
Via het net
T 030-2808391
Een groot deel van de energiebehoefte van het ENERGIEBALANSPLEIN ligt in de avond en nacht, terwijl het zonne-energiesysteem alleen overdag elektriciteit produceert. De oplossing hiervoor is het overschot aan elektriciteit overdag aan het net te leveren en hieraan ’s nachts een vergelijkbare hoeveelheid (over een heel jaar gezien) te onttrekken.
F 030-2808301 E
[email protected]
Op een openbaar plein zijn tal van voorzieningen die energie vragen, waaronder de verlichting, waterpartijen, kermiskasten en dergelijke. Op het ENERGIEBALANSPLEIN wekken zonnetegels - gerekend over het jaar heen - net zoveel duurzame energie op als deze voorzieningen nodig hebben. Feitelijk is het ENERGIEBALANSPLEIN dus energieneutraal: de energiebesparing is 100 procent.
16
Innovatie De innovatieve waarde van het ENERGIEBALANSPLEIN zit in de volgende aspecten: • Dubbelfunctie straatsteen: Er wordt gebruik gemaakt van een overloopbare toplaag van de zonnetegel, waardoor een combinatie is ontstaan van zonnepaneel en stoeptegel. Hiermee heeft het plein een verrassende dubbelfunctie gekregen. • Modulaire opbouw, waardoor het voor ieder plein van toepassing is. • Ontwerpersvrijheid. De pleinarchitect is niet gebonden aan energieneutrale producten (zoals een zonlichtmast), maar kiest producten die bij de uitstraling van de stad en/of het plein passen. Het ENERGIEBALANSPLEIN is hiermee het eerste integrale concept dat het thema ‘Duurzame omgang met energie’ op zowel visueel aantrekkelijke als geloofwaardige wijze in de openbare ruimte introduceert.
Energiewinning met zonnecellen Een energieberekening voor een goed verlicht fictief voorbeeldplein waarop wekelijks een markt wordt gehouden, laat zien dat circa 400 m2 aan zonnetegels nodig is om te voorzien in de totale energiebehoefte (zie tabel). Dat zijn bijvoorbeeld twee stroken van 4 x 50 meter. Hierbij is ervan uitgegaan dat een zonnepaneel van 100Wp (ongeveer 1 m2) jaarlijks 70 kWh oplevert als deze optimaal is georiënteerd. In de berekening is voor een niet-optimale oriëntatie gecorrigeerd.
Energievraag
Vermogen (W)
Aantal
Gebruik (uren/jaar)
Energievraag (kWh/jaar)
Lichtmasten 70W
80
10
4100
3.280
Lichtmasten 36 W
39
30
4100
4.797
Schijnwerpers
270
4
1100
1.188
Markten
5000
1
250
1.250
Waterpartij
500
1
7500
3.750 14.265
Energie aanbod
Oppervlakte (m 2 )
Benodigd oppervlakte aan zonnecellen bij optimale oriëntatie
204
Correctie vanwege vervuiling
20%
Correctie vanwege niet optimale oriëntatie
20%
Correctie vanwege beschaduwing (markten etc)
20%
Benodigd oppervlakte voor energiebalans
298
Toelichting berekening energiebalans voor een fictief voorbeeld ENERGIEBALANSPLEIN
17
Categorie 2 > 2e prijswinnaar > Ecofys > De osmosepomp
Osmosepomp voor energiezuinige afvoer van polderwater naar de zee Pompen met het drukverschil tussen zout en zoet water
Naam project De Osmosepomp
Locatie project
De osmosepomp
Geheel Nederland
Als deltaland stroomt er vanuit Nederland een enorme hoeveelheid zoet water de zoute zee in. Voor het overgrote deel gaat het om water dat via de grote rivieren in zee uitwatert, maar voor een niet onaanzienlijk deel betreft het water uit polders, dat door gemalen de zee wordt ingepompt. Dit pompen kost veel energie. Op het grensvlak tussen zoet en zout water bestaat echter een enorm potentieel aan energie dat hiervoor kan worden gebruikt: het osmotische drukverschil tussen twee oplossingen met een verschillend zoutgehalte. Dit drukverschil kan men benutten met een semipermeabel membraan, dat alleen zoet en geen zout water doorlaat. Het water stroomt hierbij dus automatisch de goede kant op. Aangezien het osmotische drukverschil tussen zeewater en zoet water uit de polder vele malen hoger is dan voor het pompen nodig is, kan zelfs nog extra (duurzame) energie worden opgewekt. Netto levert een osmosepompinstallatie dus veel meer energie op dan zij gebruikt.
Naam aanvrager Ecofys
Type project Pompen
Ambities Tot verdere ontwikkeling komen van de technologie van osmosepompen.
Contactadres Ecofys
Voorbeeld
mw. E.C. Molenbroek
Het idee van de osmosepomp is nog niet getoetst aan een praktijksituatie. Ecofys heeft het idee van een osmosepomp alleen nog theoretisch uitgewerkt voor de afwatering van een denkbeeldige polder met een bij de zee gelegen pompgemaal. In het voorbeeld wordt een osmosepomp met een veel kleinere capaciteit geplaatst dan aan conventionele pompen in de huidige situatie zijn geplaatst. Wel dient parallel een conventionele installatie te worden toegevoegd, voor het opvangen van de pieklasten. Het voorbeeld laat zien dat het energiegebruik van de conventionele pompinstallatie halveert, en dat het systeem daarboven tien keer meer duurzame energie opwekt dan de pompen gebruiken.
Postbus 8408 3503 RK Utrecht T 030 – 2808 328 F 030 – 2808 301 E
[email protected]
Veel water uit Nederlandse polders wordt via een systeem van waterlopen en gemalen afgevoerd naar zee. Onderzoek- en adviesbureau Ecofys wil in dit project het idee uitwerken van de inzet van osmosepompen, die gebruik maken van het verschil in osmotische druk tussen zoet en zout water. Nieuwe membraantechnologie maakt dit mogelijk. In de voorgestelde dimensionering moet voor piekafvoer nog een conventionele pomp worden toegevoegd. Een osmosepompsysteem levert in principe meer dan voldoende energie op om in de gehele energiebehoefte van de pompen te voorzien.
18
Nader onderzoek Door de huidige hoge kosten van semi-permeabele membranen biedt het uiteengezette concept voor de korte termijn nog geen economisch haalbare optie. De afgelopen tien jaar zijn membranen echter met een factor vier goedkoper geworden, vanwege de steeds ruimer wordende toepassingen voor ontzilting van zeewater. Voortzetting van de kostprijsdaling, in combinatie met speciaal op deze toepassing toegespitst onderzoek, maakt osmotische energiewinning naar verwachting binnen afzienbare tijd wel haalbaar. Het inzetten van osmose volgens het beschreven concept voor het verpompen van overtollig zoet water van nabij de zee gelegen polders is zeer innovatief.
Energie produceren bij het verpompen van zoet water naar zee Neem gemaal X in Zeeland dat overtollig polderwater de zee in pompt. Gemaal X pompt jaarlijks 36 miljoen kubieke meter water de zee in. Volgens de huidige gang van zaken draait het gemaal, als gevolg van seizoenseffecten, circa 1.000 vollasturen per jaar. Voor het gemak wordt ervan uitgegaan dat het opgestelde pompvermogen het tienvoudige is van het jaarlijkse gemiddelde debiet. De opgestelde pompen zijn dus in staat om dagelijks 1 miljoen kubieke meter water te verpompen, over een hoogte van maximaal 5 meter. Uitgaande van een pomprendement van 50 procent, verbruikt het gemaal jaarlijks 1.000 MWh. Vooralsnog is het uitgangspunt voor de capaciteit van de osmosepompinstallatie in dit voorbeeld een debiet van 1 miljoen kubieke meter per dag. Dit zou resulteren in een installatie met een membraanvolume van circa 4.300 kubieke meter en een opwekkingsvermogen van 10 MW. Een dergelijke installatie kan worden geplaatst in een gebouw van 50 x 10 x 10 meter. Het gaat dus om een forse installatie, het opwekkingsvermogen is dan ook enorm groot. Uitgaande van 1.000 vollasturen per jaar levert deze osmosepompinstallatie in totaal 10.000 MWh aan energie op. Dat is dus het tienvoudige van wat de pompen zouden gebruiken. Het polderwater wordt bovendien ‘gratis’ de zee ingepompt.
19
Categorie 2 > Quint & Partners bv > Energiebesparing op bedrijventerreinen door aanwezigheidsdetectoren
Veilige bedrijventerreinen met minder verlichting Aanwezigheidsdetectoren schakelen lampen in en uit
Naam project Energiebesparing op bedrijventerreinen door aanwezigheidsdetectoren
Detectiesystemen Locatie project Geheel Nederland
Naam aanvrager Quint & Partners bv
Type project Openbare verlichting
Ambities Beperken van het elektriciteitsverbruik voor verlichting op bedrijventerreinen.
Er zijn verschillende, al langer bestaande en nieuwe, technieken om de aanwezigheid en bewegingen van personen vast te stellen. Voorbeelden zijn infraroodsensoren, straalonderbreking, radar en dergelijke. Ze sporen warme en/of bewegende objecten op, waardoor ze van enige afstand personen en voertuigen kunnen signaleren. Het idee achter dit project is om één van de bedoelde technieken toe te passen op de collectieve verlichting van een bedrijventerrein. Vanaf 20.00 tot 06.00 blijft het terrein dan in principe onverlicht. Pas als het detectiesysteem van een lamp de aanwezigheid van een mens of voertuig registreert, springt deze aan. Dit bespaart uiteraard veel energie, zonder dat de sociale veiligheid in het geding hoeft te komen van mensen die in het donker voor hun werk op het bedrijventerrein moeten zijn. Dat het bedrijventerrein ’s nachts onverlicht is, staat los van de verlichting van individuele bedrijven. Bij de uitgeschakelde straatverlichting is deze verlichting zelfs veel beter zichtbaar.
Contactadres Quint & Partners bv
Producttechnische en systeemkeuzen
Linda Damen
In het project moeten, naast de keuze voor een detectiesysteem, allerlei producttechnische en systeemkeuzen worden gemaakt. Aandachtspunten daarbij zijn onder meer de schakelbaarheid van de verlichting, de veiligheid, de mogelijkheden om ledlampen toe te passen en de effecten op de natuur. Ook zullen de perspectieven worden onderzocht van geïntegreerde systemen van lampen en zonnecellen, aangesloten op het net. De systemen zouden dan - per saldo - in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien.
Postbus 122 7300 AC Apeldoorn T 055-5266899 F 055-5785683 E
[email protected]
Bedrijventerreinen zijn ’s nachts uitgestorven, maar de terreinverlichting blijft altijd ingeschakeld. Quint en Partners wil in een proefproject, samen met andere partijen, onderzoeken wat de perspectieven zijn van de toepassing van lampen met aanwezigheidsdetectoren. In het project zal niet alleen worden gekeken naar de technische aspecten van deze innovatie, maar zeker ook naar het effect op de veiligheid en de natuur.
20
Veiligheid Uiteraard mag het systeem de veiligheid van het bedrijventerrein en de mensen die er werken geen moment in het geding brengen. Daarom moet er een betrouwbaar systeem van detectoren komen die de verlichting adequaat aansturen. Gewenste bezoekers en surveillanceauto’s van bewakingsbedrijven moeten zich veilig over het terrein kunnen bewegen. Ongewenste bezoekers, daarentegen, vestigen meteen de aandacht op zich doordat het licht plotseling aangaat. Als extra beveiligingsoptie kunnen aan (groepen van) detectiesystemen hooggeplaatste (web)camera’s worden verbonden die de gebeurtenissen vastleggen als de lampen aanspringen.
Duurzaamheid ’s Nachts gebruikt de verlichting weinig energie. Bij toepassing van zonnecellen is stroomafname van het net zelfs helemaal overbodig. Een grotendeels donker bedrijventerrein is voor de omgeving veel minder verstorend dan een geheel verlicht terrein. Dat geldt zowel voor mensen als voor dieren. Vooral voor vogels en kleine zoogdieren is een gebied waar ’s nachts duisternis heerst erg positief. Door de afwezigheid van permanente bewoning heeft ook niemand op het terrein zelf last van het frequent aan- en uitgaan van de verlichting.
Energieneutrale verlichting Het uitschakelen van de verlichting op een bedrijventerrein tussen 20.00 uur tot 06.00 uur levert een energiebesparing op van 90 tot 100 procent. Natuurlijk gebruikt ook een sensor wat energie, maar dit is verwaarloosbaar in vergelijking met het laten branden van de straatverlichting. Dat geldt zeker omdat de armaturen worden voorzien van energiezuinige lampen en voorschakelapparatuur. Zo mogelijk zullen ledlampen worden toegepast en zonnecellen die overdag groene energie aan het netwerk leveren. In dat laatste geval kan de productie van energie de afname zelfs overtreffen. 21
Categorie 2 > Quint en Partners bv > De LED-lijn
Een informatie- en bestellijn voor led-verlichting Hulpmiddel voor gemeenten voor het overschakelen naar Led2-lampen
Naam project De LED-lijn
Locatie project
Led2-lampen
Geheel Nederland
Ledlampen zijn de laatste jaren in opkomst in de GWW-sector, met name voor scheepvaart- en verkeersregelinstallaties. De belangrijkste reden hiervoor is dat installaties met ledlampen veel minder onderhoud vergen dan met gloei- of kryptonlampen. Bovendien zijn ledlampen bijzonder energiezuinig, omdat ze elektriciteit direct in de gewenste kleur omzetten. Er gaat dus geen licht verloren door een gekleurde lenskap. Een nevenvoordeel van ledlampen is dat ze geen fantoomeffect kennen bij laag invallende zon. Uit het oogpunt van verkeersveiligheid is dat een groot pluspunt ten opzichte van de gewone gloeilamp. Andere nevenvoordelen van ledlampen zijn een goede dimbaarheid en ongevoeligheid voor trillingen. Sinds enige tijd is de nieuwe gestandaardiseerde Led2-lamp op de markt. Deze is verlost van de ‘kwalen’ van de ledlampen van de eerste generatie. De oude types pasten bijvoorbeeld niet in alle installaties en kenden geen bewaking op het functioneren. De nieuwe Led2-lamp is universeel, is voorzien van lampbewaking en heeft altijd twee dimstanden. De lamp is bovendien beduidend goedkoper dan zijn voorgangers.
Naam aanvrager Quint & Partners bv
Type project Openbare verlichting
Ambities Stimuleren dat alle gemeenten in hun verkeerslichtinstallaties de nieuwe, energiezuinige en gestandaardiseerde Led2-lamp gaan gebruiken. Hiertoe wordt De LED-lijn opgezet: een informatie- en bestellijn op internet en via de telefoon.
Contactadres Quint & Partners bv
De LED-lijn
Linda Damen
Nu, economisch en technisch gezien, niets de grootschalige introductie van ledlampen meer in de weg staat, wil Quint & Partners gemeenten de helpende hand reiken. Daartoe wordt De LED-lijn opgericht, een onafhankelijke informatie- en bestellijn. De LED-lijn wordt onder meer bereikbaar via Internet. Aan de hand van een, te ontwikkelen, selectieschema moeten gemeenten snel een juiste keus kunnen maken voor lampen en armaturen. Vervolgens moet het mogelijk worden om direct de ledseinlampen te bestellen. Door bundeling van de vraag kan De LED-lijn gemeenten Led2-lampen aanbieden tegen een zeer concurrerende prijs. Naast De LED-lijn op internet komt er ook een LED-telefoonlijn, waar gemeenten terecht kunnen voor informatie en advies. Aan de LED-telefoonlijn komen goed geïnstrueerde medewerkers te zitten.
Postbus 122 7300 AC Apeldoorn T 055-5266899 F 055-5785683 E
[email protected]
Sinds kort zijn Led2-lampen op de markt: gestandaardiseerde ledlampen voor alle scheepvaart- en verkeersregelinstallaties. Ze zijn 80 procent energiezuiniger dan de aloude gloeilamp. Om te bevorderen dat alle Nederlandse gemeenten hierop overgaan, gaat communicatiebureau Quint & Partners een elektronische en telefonische hulplijn oprichten, die informatie kan verstrekken over de nieuwe lamp en - door het bundelen van de vraag - relatief goedkoop Led2lampen kan inkopen en aanbieden. Het project heeft de naam De LED-lijn gekregen.
22
Naamsbekendheid Zodra De LED-lijn gereed is, zal Quint & Partners zorgen voor een goede naamsbekendheid van De LED-lijn. Hiertoe zullen alle Nederlandse gemeentes worden benaderd, direct maar ook indirect via vakbladen.
Energiezuinige verkeerslichten Ledlampen zijn samengesteld uit leds. Dit zijn kleine stukjes halfgeleidermateriaal, die direct de gewenste kleur produceren als ze onder spanning komen te staan. Om de vereiste lichtsterkte voor scheepvaart- en verkeersregelinstallaties te bereiken, worden ledlampen samengesteld uit grotere aantallen leds, variërend van 12 tot 180. Ledlampen zijn zeer energiezuinig, doordat leds - ten opzichte van gloeilampen - een veel groter deel van de toegevoerde elektriciteit direct in de juiste kleur licht omzetten. Heeft een gloeilamp 100 Watt nodig voor het afgeven van 1 Watt aan licht, een ledlamp gebruikt daarvoor slechts 12 Watt. Al met al besparen ledlampen dus maar liefst 80 procent op het energieverbruik van verkeersregelinstallaties. De kostenbesparing als gevolg hiervan wordt overigens nog vele malen overtroffen door de lagere onderhoudskosten van installaties met ledlampen.
23
24
Uitgave Projectbureau Energiebesparing GWW Samenstelling Novem, Sittard Tekst en Redactie Videm Communicatie, Utrecht Vormgeving Bobbert van Wezel Ontwerpers, Luyksgestel Fotografie Hans Pattist / Novem Drukwerk SchrijenLippertzHuntjens Aan deze brochure kunnnen geen rechten worden ontleend. Ofschoon deze brochure met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan het Projectbureau Energiebesparing GWW geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Het Projectbureau Energiebesparing GWW is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat en Novem. T
030 2857958
W www.energiebesparinggww.nl
1GWW-04.03