Verwerkingsmap bij dvd ‘Veldslag!’ - 2007 Vredeseilanden, Oxfam-Wereldwinkels, 11.11.11
Grondstof tot nadenken Boeren strijden tegen vrijhandel
Campagne 2007-2008
........................................................................................................................................................................ 1
foto: Tineke D’Haese
Technische fiche dvd Titel: Veldslag! Crisis in de grondstoffenhandel Regie en productie: Wereldmediatheek Antwerpen (Geert De Belder) ism Oxfam-Wereldwinkels (Ben Schokkaert en Brecht Van der Meulen)
Inleiding
Duur: 13min 32sec ‘Acteurs’: • Isabel Vertriest (Producentendienst Oxfam-Wereldwinkels) • Wim Melis (Producentendienst Oxfam-Wereldwinkels) • Sergio Hoorens (AKC, koffiebranderij) • Tadesse Meskela (Oromia in Ethiopië) • Willington Wamayeye (Gumutindo in Uganda) • Albert Tucker (voorzitter AfrikaKoffieForum, 26-27 april 2007) • Wouter Deprez
Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken
De campagne-dvd ‘Veldslag!’ bestaat uit twee delen. Het eerste behandelt het thema EPA’s (Economische Partnerschapsakkoorden), het tweede de grondstoffenproblematiek. De beide ‘verhalen’ zijn twee verschillende invalshoeken binnen één campagne: ‘Boeren strijden tegen vrijhandel’. Oxfam-Wereldwinkels, Vredeseilanden en 11.11.11 voeren deze campagne in het werkjaar 20072008. De verwerkingsmap biedt een aantal suggesties om te werken met het tweede deel van de dvd (de grondstoffenproblematiek). Dit deel legt de grondstoffenproblematiek uit aan de hand van de koffiehandel. Niet toevallig gebruiken we koffie als voorbeeld, een product dat Oxfam-Wereldwinkels nauw aan het hart ligt. Maar koffie is niet het enige zwarte schaap onder de grondstoffen: producenten van andere grondstoffen hebben met soortgelijke moeilijkheden te maken. Je kan de verwerkingsmap gebruiken binnen de eigen vrijwilligersgroep maar ook in klassen of bij klanten en ‘geïnteresseerden’.
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 3
De koffieketen: van mok terug naar boon Op een luie zondagochtend open je thuis een pak Africakoffie. Het bruine papier kraakt, biedt hevig weerstand maar geeft uiteindelijk toe. De aroma’s komen je tegemoet. Het ruikt hier niet naar Douwe Egberts, maar naar een eerlijk pakje Afrika ... De gemalen koffie laat zich gewillig in een koffiefilter scheppen, waarna heet water er langzaam doorheen sijpelt met als bestemming de koffiekan. Eens volgelopen verhuist de kan naar de tafel en belandt het zwarte goud in een mok. Maar wat is er met mijn koffie gebeurd alvorens hij in deze mok belandt? Welke afstand heeft deze wereldreiziger reeds afgelegd? We keren terug naar de bron van het zwarte goud.
Een kopje koffiegeschiedenis
De koffie die wij vandaag kennen (gebrande en gemalen bonen opgelost in water) komt oorspronkelijk uit Arabië. Daar werd de koffie rond het jaar 1000 voor het eerst geroosterd, gemalen en vermengd met water. De drank werd op korte tijd zeer belangrijk in die contreien. Hij was niet alleen lekker, maar bezorgde de koffiedrinker ook energie en had een helende werking. De verspreiding van koffie over de rest van de wereld ging via
Back home in Oromia! De koffie van Oromia heeft het iets gemakkelijker. In de haven van Djibouti wordt hij overgeladen op de trein richting Addis Abeba. Daar vervolgt hij zijn weg met klein transport. Tot hij aankomt bij een van de boeren die lid is van de coöperatie Oromia.
Mok -> Brander Onze koffie glipt weer in de kan, kruipt omhoog door de filter, droogt op, vleit zich in de bruine verpakking van Africakoffie, katapulteert zich naar de plaatselijke wereldwinkel en rijdt naar het magazijn van Oxfam Fairtrade. Daar verdwijnt het pakje in de vrachtwagen. Het is donker, tot plots de verpakking openscheurt: onze koffie vliegt eruit en ligt naakt en roerloos naast de inhoud van andere pakjes. Welkom in de koffiebranderij AKC in Kruibeke.
foto: Marc Goldchstein
Een legende vertelt dat een Ethiopische geitenhoeder, zowat 1.500 jaar geleden, een van zijn geiten zag dansen van koffiestruik naar koffiestruik terwijl ze zich tegoed deed aan de rode bessen ervan. Uit nieuwsgierigheid probeerde de geitenhoeder, Khaldi, zelf een aantal van de bessen uit. Na het eten barste hij van energie en voelde hij zich ontzettend vrolijk. Khaldi was de eerste mens die een bes van de koffiestruik zou gegeten hebben.
lometer. Deze afstand wordt afgelegd in 2 à 3 maanden. Die onduidelijkheid is zowel voor de producenten als voor Oxfam Fairtrade een bijzonder lastig en duur gegeven. Nadat hij de grens tussen Kenia en Uganda is overgestoken, belandt onze koffie waar hij vandaan komt: de kleine koffieboeren van de coöperatie Gumutindo op Mount Elgon. *
Mekka. Moslims uit de hele wereld, die op bedevaart naar Mekka trokken, namen de koffie mee naar Medina, Caïro, Bagdad, Alexandrië en Istanbul, waar de drank een ongelooflijk succes kende. Reizigers uit Europa kwamen in het Oosten in aanraking met koffie. Zo kwam in 1615 de eerste lading koffie in Venetië aan. Later in de 17de eeuw explodeerde de koffiemarkt. Vanuit de verschillende kolonies begonnen de Europese landen koffie in te voeren. Douwe Egberts produceerde zijn eerste pakje koffie in 1753. Sindsdien is de koffiemarkt alleen maar uitgebreid om in de 20ste eeuw gemonopoliseerd te worden door grote multinationals als Sara Lee, Procter & Gamble, Kraft en Nestlé. Sinds de jaren 1970 zorgt de eerlijke handel ervoor dat gecertificeerde boeren een vaste prijs voor hun bonen krijgen, met daarbovenop een fairtradepremie: een zegen voor koffieboeren die voordien op de reguliere koffiemarkt hun inkomen als een rollercoaster op en neer zagen gaan.
Brander In de branderij neemt de gemalen koffie weer de vorm van een koffieboon aan. De verschillende bonen, zowel arabica als robusta, schuiven naast elkaar de ruimte in waar ze enkele weken voordien tegen hoge temperatuur gedurende 18 tot 22 minuten werden gebrand. Als de bonen uit de brandmachine komen, scheiden hun wegen: de arabica’s liggen ver van de robusta’s vandaan. Ze zijn verkleurd tot groene koffiebonen. Brander -> Haven van Antwerpen Onze groene koffiebonen worden getransporteerd naar de Antwerpse haven. Ze belanden er in een gespecialiseerd koffiemagazijn waar constant 500.000 koffiezakken logistiek worden beheerd. Onze bonen maken deel uit van de 3.000 zakken bestemd voor Oxfam Fairtrade. Stockeren is een zeer dure aangelegenheid. Vanuit dit koffiemagazijn zet onze koffie de lange reis terug naar zijn roots verder. De arabica van Gumutindo verhuist op een schip richting Mombasa, een haven in Kenia. De koffie van Oromia neemt het schip richting de haven van Djibouti in de Rode Zee. De overige koffie vaart af richting Dar es Salaam in Tanzania. Weer thuis in Uganda! Vanuit Mombasa heeft de koffie van Gumutindo nog een hele reis voor de boeg. De bonen belanden op een vrachtwagen met bestemming Mbale: een zeer moeilijk traject van bijna duizend kifoto: Wim Melis
4
...................................................................................................................................................................... Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 5
“
De boeren van Oromia zijn erin geslaagd om samen met andere ‘unions’ in het land én Oxfam International de koffiecrisis op de politieke agenda van Ethiopië te krijgen.
”
foto: Tineke D’Haese
Onze partners in de dvd Twee producentengroepen bij wie Oxfam Fairtrade koffie aankoopt, komen aan het woord in de dvd ‘Veldslag!’ Gumutindo (Uganda) Voor Uganda is koffie het belangrijkste exportproduct. Het land produceert voornamelijk robustakoffie (85 % van de productie). Zoals in meerdere Afrikaanse landen verenigde lange tijd een megacoöperatie, BCU, de meer dan honderdduizend producenten, onderverdeeld per gehucht in ‘primary societies’. Zo’n mastodontorganisaties waren tot de jaren 1990 heel gewoon in Afrika. De meeste zijn verdwenen toen de Afrikaanse landen hun landbouw begonnen te liberaliseren. Op dat moment konden de veel te logge, veelal staatsgebonden coöperaties niet meer optornen tegen efficiëntere opkopers en exporteurs met meer centen en betere middelen. Ook BCU in Uganda heeft het niet kunnen redden. Uit de ruïnes van de mastodontkoepel ontstond echter in 2001 de nieuwe coöperatie Gumutindo, wat “uitstekende koffie” betekent. Intussen zijn bij Gumutindo zes actieve producentengroepen (‘primary societies’) aangesloten, samen goed voor meer dan 3.000 boeren. Ze wonen en werken op de flanken van Mount Elgon, op de grens met Kenia. Het pragmatische en rationele beleid heeft ertoe geleid dat Gumutindo in 2006 al 370 ton koffie kon exporteren. “Allemaal biokoffie en bijna allemaal verkocht aan de eerlijke handel”, vertelt Willington Wamayeye, de manager van Gumutindo. Producttechnisch krijgt de coöperatie grondige ondersteuning van de Engelse fairtradeorganisatie Twin, een specialist inzake koffiekwaliteit. Alle producenten zijn biologisch gecertificeerd (of in omschakeling). De eerlijke handel zorgt ervoor dat de producenten een menswaardig inkomen kunnen genieten. Maar nog belangrijker voor een beginnende organisatie: de eerlijke handel zorgt ervoor dat Gumutindo en de aangesloten producenten kunnen investeren in betere machinerie, goede opslagruimten en degelijk personeel. Willington Wamayeye is overtuigd van het potentieel van zijn organisatie: “Hoe meer onze verkoop kan groeien, hoe sterker onze organisatie zal worden. Zodat meer producenten kunnen
6
aansluiten en profiteren van de voordelen van de eerlijke handel.“ ”De koffie die de Kenianen op hun flanken van Mount Elgon produceren, staat bekend om zijn uitzonderlijke kwaliteit”, vertelt Willington Wamayeye. “Er is geen reden waarom wij niet hetzelfde niveau zouden kunnen halen. We zullen in de nabije toekomst veel aandacht besteden aan de verbetering van de kwaliteit, zowel tijdens de productie als bij de verwerking.” Oromia in Ethiopië Ethiopië is een land met prachtige landschappen. Jammer genoeg is het land bij ons vooral bekend door de beelden van hongersnood en oorlog, en staat de economie er op een erg laag pitje. Oromia Coffee Farmers Co-operative Union (OCFCU), een partner van Oxfam-Wereldwinkels sinds november 2002, probeert aan deze economische malaise het hoofd te bieden. OCFCU is een koepel van 74 coöperaties in Oromia, de grootste provincie van Ethiopië, die 60% van de koffie in het land produceert. De oprichting van OCFCU was een direct resultaat van de problemen die de producenten ondervonden om hun koffie te vermarkten. Door zich te organiseren in een coöperatie willen de initiatiefnemers meer structuur in de verhandeling van de koffie brengen en producenten steunen en begeleiden in de vermarkting van de koffie. Alle leden van OCFCU zijn kleine producenten, met een gemiddelde grootte aan areaal van 0,5 à 2 hectare. De traditionele manier van koffie telen in Ethiopië gebruikt weinig pesticiden of chemische middelen. Het was dan ook niet moeilijk om over te schakelen naar bioproductie. Intussen heeft het grootste deel van de coöperaties al een biocertificaat. OCFCU betaalt de boeren een eerste schijf, gelijk aan de marktprijs, bij de levering van de koffie. Als de prijs op de veiling hoger ligt, gaat 70% van deze hogere prijs naar de producenten en 30% naar de coöperatie. Vrouwen zijn - om culturele, religieuze en historische redenen - minder goed vertegenwoordigd in de coöperaties van OCFCU. Wel werken er veel vrouwen in de ‘kantoren’ van de coöperaties.
...................................................................................................................................................................... Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken
De boeren van Oromia zijn erin geslaagd om samen met andere ‘unions’ in het land én Oxfam International de koffiecrisis op de politieke agenda van Ethiopië te krijgen. woorden onvoldoende richtlijnen en regulerende kaders die bescherming bieden aan boeren die koffie, cacao of suiker produceren. Deze onstabiliteit heeft ook sterk te maken met speculatie op de wereldmarkt. (Zie hoofdstuk 5.) De kleine boeren voelen zich met de rug tegen de muur geplaatst als zij op die internationale markt moeten concurreren met gesubsidieerde of grootschalig geproduceerde producten. Vrijhandel nekt boeren Boeren in de hele wereld, maar voornamelijk in het Zuiden, ondervinden problemen tijdens het productieproces en als zij met hun producten naar de markt trekken. Ze krijgen onvoldoende ondersteuning om hun productie te verbeteren. Ze hebben onvoldoende toegang tot grond, leningen, goed zaad, water, juiste marktinformatie, vormingen, ... Hier is een grote rol weggelegd voor de eigen nationale overheden en voor internationale donoren, die maar al te vaak andere prioriteiten hebben en liever de grootschalige landbouwproductie promoten. Daarnaast worden boeren die hun producten willen verkopen, of het nu lokaal dan wel op de nationale of internationale markt is, geconfronteerd met te lage en/of instabiele prijzen - het gevolg van een steeds verdergaande liberalisering van de landbouwmarkt. De regels die ontwikkelingslanden momenteel nog hebben om de eigen landbouwproductie te beschermen (invoertarieven, invoerquota’s, ...) staan onder enorme druk in onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en in bilaterale of regionale handelsonderhandelingen, zoals over de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) die de EU met de 75 ACP-landen wil afsluiten. Ook de regulerende kaders voor de handel in grondstoffen (bijvoorbeeld het Internationaal Koffieakkoord) worden steeds verder uitgehold onder het mom van de toenemende liberalisering. Landbouw speelt echter een noodzakelijke rol op het vlak van tewerkstelling, milieubeheer, bodemvruchtbaarheid, voedselzekerheid, ... De landbouwsector is daarom te belangrijk om over te laten aan de vrije markt. Een landbouwbeleid mag dus niet enkel gericht zijn op de laagste prijs, maar moet de integrale ontwikkeling tot doel hebben. foto: Tineke D’Haese
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 7
Boeren strijden tegen vrijhandel Handel in grondstoffen: de gevolgen voor de boeren Begin deze eeuw bereikten de prijzen voor grondstoffen een historisch dieptepunt. De dalende prijs, de instabiliteit van de prijs en het mechanisme van de vrije markt hebben geleid tot een grondstoffencrisis. Ook de koffiemarkt leidt onder deze crisis, zoals de dvd toont. De grondstoffencrisis bestaat uit drie grote problemen die op elkaar inwerken en een catastrofe betekenen voor de kleine boeren en de landen in het Zuiden die sterk van de export van landbouwgrondstoffen afhankelijk zijn. Dalende prijzen De lage prijzen voor landbouwgrondstoffen hebben verschillende oorzaken. Overproductie Er is lange tijd een overproductie geweest van tropische exportgewassen zoals koffie. Omdat de vraag niet evenredig steeg met het aanbod, zakte de prijs stelselmatig. Daarnaast is koffie een product dat niet méér gaat verkopen als de kostprijs lager is. Industriële voedselproductie Het landbouw- en voedselbeleid wereldwijd richt zijn prioriteiten voornamelijk op industriële landbouw, veeteelt en visproductie. De industrialisering van de landbouw heeft geleid tot concentratie van landbouwgronden en productiemiddelen in handen van grote landeigenaars, de agrobusiness en andere commerciële entiteiten. Op die manier zijn een handvol multinationale ondernemingen erin geslaagd de controle te krijgen over de handel, de verwerking en de verkoop van voedsel. Kleine boeren en producenten kunnen niet concurreren met deze grote ondernemingen, zij worden weggeconcurreerd. Inelastische vraag De vraag naar landbouwgrondstoffen is niet zeer veranderlijk. Mensen kopen niet meer koffie omdat de prijs laag is (in tegenstelling tot audiovisuele producten bijvoorbeeld). De boeren gaan niet meer verdienen als ze meer produceren. Instabiele prijzen De prijzen op de grondstoffenmarkten kunnen zowel op korte als op lange termijn instabiel zijn. De instabiliteit heeft verschillende oorzaken. Natuurlijke oorzaken Het weer, plagen, ziektes en natuurrampen zijn bronnen van
onzekerheid voor de boeren. Hun impact op de oogst kunnen zorgen voor plotse tekorten of onverwachte overschotten. Kleine boeren in het Zuiden hebben te weinig technieken om deze onzekerheid te counteren. Inelastisch aanbod Als de vraag naar koffie plots zou stijgen, kunnen de boeren deze vraag niet onmiddellijk met een verhoging van de productie beantwoorden. Het duurt immers vele jaren alvorens nieuwe koffieplanten klaar zijn voor de oogst. Daarnaast kost het veel geld om in nieuwe planten te investeren. Speculatie Zoals te zien in de dvd, wordt koffie voornamelijk verhandeld op papier, op de beurs van New York. Daar zijn speculanten aan het werk. Ze verhandelen vandaag de koffie die pas binnen 6 tot 18 maanden geoogst zal worden. Ze sluiten contracten af om het risico van instabiele prijzen te spreiden. In normale omstandigheden stabiliseert speculatie de markt, maar bij grote tekorten of overschotten versterken speculanten de heersende prijstrends en accentueren ze de onstabiliteit. Vrije markt Vrijhandel heeft de voorbije decennia niet geleid tot een evenwichtige markt waar vraag en aanbod elkaar in stand houden en een eerlijke prijs voor grondstoffen betaald wordt. Integendeel: vrijhandel heeft geleid tot overproductie, instabiele markten en lage prijzen. De oplossing ligt in het bijsturen van de markt. Daarvoor zijn de grondstofakkoorden een degelijk middel. Grondstofakkoorden Grondstofakkoorden bestaan al sinds eind jaren 1950. Het Internationaal Koffieakkoord (ICA) bijvoorbeeld regelde de koffiemarkt van 1962 tot 1989. Grondstofakkoorden werden gesloten tussen producerende en consumerende landen om de prijzen te beheersen door voor elk land een productiequotum te bepalen en stocks aan te leggen. Op die manier wist iedereen hoeveel er werd geproduceerd en wanneer de productie op de markt zou komen. Het systeem zorgde voor voorspelbaarheid op de koffiemarkt en gaf op die manier inkomenszekerheid aan de (koffie)boeren. Vandaag speelt echter de vrije markt. De grondstofakkoorden dienen nu om afspraken te maken rond kwaliteit, promotie van consumptie,... De akkoorden worden niet meer afgesloten om de markt te beheersen maar om de gevolgen van die vrije markt in te dijken.
foto: Isabell Vertriest
...................................................................................................................................................................... Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 8
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 9
Quiz! Quiz!
Een eerste methodiek bij de dvd 1. “Het ruikt hier naar Douwe Egberts”, is een populaire reclameslogan. Maar sinds wanneer ruikt het in onze keukens naar Douwe Egberts? O 1493 (met koffie door Columbus meegebracht uit Amerika) O 1753 (met koffie door de Hollanders uit hun kolonie Nederlands-Indië meegebracht) O 1890 (met koffie door de Belgische koning Leopold II uit Congo meegebracht) 2. Smaakvoorkeuren verschillen van land tot land. Belgen verkiezen een lichte bittere koffie. Welk land heeft een voorkeur voor licht zure koffie (licht gebrand, bleek)? O Spanje O Groot-Brittannië O Finland 3. Dit logo staat op alle producten van Oxfam Fairtrade. Het is de samenstelling van de letters O en X. Samen vormen ze een ventje. Welke naam kreeg dit ventje? O Oxo (naar het spel met de O’s en de X’en) O Kenny O Kim (een jongens- en meisjesnaam, want Oxfam is voor de gelijkheid van man en vrouw) ) 4. De Africakoffie van Oxfam Fairtrade is een melange van drie soorten koffie, geproduceerd door Oromia in Ethiopië, KCU in Tanzania en een partner in Uganda. Hoe heet onze koffiepartner in Uganda? O Kuapa Koko O Ikuru O Gumutindo 5. De koffiecrisis is niet opgelost als de prijzen stijgen. Waarom niet? O Omdat de prijzen van de productiemiddelen sneller stijgen, waardoor de kleine boeren, ondanks de prijsstij ging, toch niet meer winst maken. O Omdat prijsstijgingen slechts tijdelijk zijn. Volgend jaar kan de prijs alweer dalen. De instabiliteit van de prijs zorgt ervoor dat boeren niet kunnen investeren in productiemiddelen. Zolang de prijs instabiel is, raakt de crisis niet opgelost. O Omdat de prijzen alleen maar stijgen als er te weinig aanbod is. De Europese koffiebranders kunnen dan niet genoeg koffie produceren om aan de vraag te voldoen.
6. De wijnterm ‘cru’ betekent dat de druiven op een plek groeien die aan de wijn een uitstekende smaak geeft. Ook de koffiewereld gebruikt de term. Enkele toppers: Mokka Sidamo in Ethiopië, Farfell Estate in Zimbabwe. Maar waar groeit de ‘grand cru’ onder de koffies? O Yirgacheffe in Ethiopië O Blue Mountain in Jamaïca O Saigon in Vietnam 7. Nestlé is een belangrijke speler op de koffiemarkt, maar het bedrijf verkoopt niet alleen koffie. Welk merk is niet van Nestlé? O Vittel (water) O Kitkat (chocoladekoek) O Pringels (chips) 8. Wat is ‘papieren koffie’? O Economische term voor een aandeel in een koffiebedrijf O Populaire term in Zuid-Europa voor cafeïnevrije koffie O Koffie die speculanten kopen en verkopen en opnieuw kopen en weer verkopen om winst te maken 9. Hoeveel mensen in de wereld leven van de koffieteelt? O 25 miljoen O 10 miljoen O 40 miljoen 10. Welke van de onderstaande uitspraken is waar? O “Koffie vermindert het risico op de ziekte van Parkinson met 50 tot 80%” O “In Tibet zwieren ze een flinke schep boter in hun koffie” O “Koffie is de meest verhandelde grondstof ter wereld” O “Belgen zijn de grootste koffiedrinkers ter wereld met gemiddeld 9 kg per jaar”
1. 1753 (met koffie door de Hollanders uit hun kolonie Nederlands-Indië meegebracht) 2. Finland 3. Kenny 4. Gumutindo 5. Omdat prijsstijgingen slechts tijdelijk zijn. Volgend jaar kan de prijs alweer dalen. De instabiliteit van de prijs zorgt ervoor dat boeren niet kunnen investeren in productiemiddelen. Zolang de prijs instabiel is, raakt de crisis niet opgelost. 6. Blue Mountain in Jamaïca 7. Pringels (chips) 8. Koffie die speculanten kopen en verkopen en opnieuw kopen en weer verkopen om winst te maken 9. 25 miljoen 10. “Koffie vermindert het risico op de ziekte van Parkinson met 50 tot 80%”
...................................................................................................................................................................... Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken
Antwoorden Quiz!
10
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 11
Stellingenspel! Stellingenspel!
Een tweede methodiek bij de dvd Na het bekijken van de dvd kan je een aantal stellingen voorleggen aan de groep. Hieronder geven we drie voorbeeldstellingen. Je kan ze ook formuleren als vragen waar je zelf even over nadenkt. 1. Koffieboeren schakelen best over naar een ander product waar ze een betere prijs voor kunnen krijgen. Diversificatie van producten is een manier voor boeren om het hoofd te bieden aan de prijsschommelingen op de markt. Bovendien maakt het een land minder afhankelijk van één of enkele grondstoffen. Maar overschakelen op een andere grondstof is niet zo eenvoudig als het lijkt. Op middellange termijn zijn de prijsschommelingen dramatisch voor een economische planning. Ethiopië is een goed voorbeeld. In 1998 was de koffieprijs hoog en haalde het land 382 miljoen dollar, ongeveer een tweederde van zijn exportinkomsten, uit koffie. In 2001 bleef daar nog 145 miljoen dollar van over en had Ethiopië plots een derde minder inkomsten. Een koffieplant moet drie jaar groeien vooraleer ze geoogst kan worden. Dat maakt het overschakelen op producten die op de lokale en internationale markt minder voorhanden niet gemakkelijk. De markt verandert sneller dan de koffieplant groeit. De koffieprijs tussen 1975 en 2006 2. Marktregulerende maatregelen zoals productiequota en prijsafspraken moeten de vrije markt binnen de perken houden. De Internationale Koffieakkoorden maakten afspraken over productiequota en de prijs. De akkoorden hielden stand tot 1989. Nadat enkele koffieproducerende landen zich niet aan de afspraken hielden en meer koffie uitvoerden dan was afgesproken, werd het koffieakkoord stopgezet. De koffiehandel werd overgeleverd aan de vrije markt, de koffieprijzen bereikten nooit meer het niveau van voor 1989. Zoals de grafiek hierboven aangeeft schommelt de koffieprijs zeer sterk. De koffieboer is nooit zeker van zijn inkomen dankzij de wet van vraag en aanbod, speculatie en andere marktverstorende gebeurtenissen. Door de inkomensonzekerheid is het voor kleine boeren onmogelijk om te investeren in betere productiemiddelen of te plannen op lange termijn. Prijsafspraken, en de daarmee gepaard gaande productiequota, zijn marktregulerende maatregelen die de kleine koffieboeren zekerheid van inkomen bezorgen. Een vernieuwing van het Internationaal Koffieakkoord met inbegrip van deze belangrijke maatregelen zou een hele vooruitgang betekenen.
Tips Politiek dossier van de campagne ‘Boeren strijden tegen vrijhandel’ (gratis, bestelnummer 08314) Dit dossier biedt achtergrondinformatie over de campagne ‘Boeren strijden tegen vrijhandel’. Wat is er mis met de EPA’s en de grondstoffenhandel? Welke zijn onze oplossingen? Welke zijn onze eisen in de campagne? Fototentoonstelling + brochure Een fototentoonstelling, met bijhorende brochure, stelt de campagne kort en kleurrijk voor. De foto’s zijn van Marc Goldchstein. Black Gold (dvd) Een documentaire van de Britse filmmakers Nick en Mark Francis toont “het gevecht van een man voor eerlijke handel”. Die man is Tadesse Meskela van Oromia, onze koffiepartner in Ethiopië. (Engeland, 2006 – 77’) Bij de documentaire hoort een lesmap. www.oww.be/boerentegenvrijhandel Hier vind je de meest recente informatie over de campagne en kan je het politiek dossier downloaden.
3. Subsidies zijn een goed instrument om de eigen landbouwers te ondersteunen. Regio’s die het zich kunnen veroorloven voorzien in subsidies om de lage prijzen voor landbouwers te compenseren. Er is niets mis met subsidies, zolang ze de markt niet verstoren en ze gaan naar de boeren die ze werkelijk nodig hebben. (Ook de kleine boeren in het Noorden hebben het niet altijd gemakkelijk om het hoofd boven water te houden.) Producten van gesubsidieerde boeren in het Noorden, zoals graan, suiker, melk, kippen en vlees, worden tegen spotprijzen of onder de vorm van voedselhulp uitgevoerd naar ontwikkelingslanden. Daar ontwrichten ze op veel plaatsen de lokale markten. Ze zijn immers om meerdere redenen goedkoper: export- of inkomenssubsidies, efficiëntere productie, restproducten die de Europese consument niet lust en daarom naar andere landen worden uitgevoerd. Ontwikkelingslanden hebben niet de mogelijkheid om hun boeren te subsidiëren. Vaak slagen ze er ook niet in om hun markten af te schermen omdat de internationale financiële instellingen van wie ze steun ontvangen hen verplichten een liberaliseringskoers te varen of omdat de liberalisering wordt opgelegd door vrijhandelsakkoorden zoals de EPA’s (Economische Partnerschapsakkoorden). Interessante informatie over Europese landbouwsubsidies en de ontvangers ervan: http://farmsubsidy.org/.
12
...................................................................................................................................................................... Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken
........................................................................................................................................................................ Verwerkingsmap dvd ’Veldslag’ >> Grondstof tot nadenken 13