Groesbeek
RBOI
Beheersverordening
Kern Heilig Landstichting
Groesbeek Kern Heilig Landstichting
beheersverordening
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0241.BVHLandstichting-ONW1
30-11-2012 06-03-2013
concept ontwerp vastgesteld
projectnummer:
024100.17251.00 opdrachtleider:
R.008/04
mw. mr. C.T. Ploeger
gecertificeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail:
[email protected]
c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Inhoudsopgave
Beheersverordening
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Verordeningsgebied
7
1.3
Vigerende plannen
8
1.4
Leeswijzer
8
Hoofdstuk 2
Beheersverordening als instrument
9
2.1
Inleiding
9
2.2
De beheersverordening
9
2.3
Aanvullende ruimtelijke instrumenten
10
Hoofdstuk 3
Gebiedsbeschrijving
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Historische ontwikkeling
13
3.3
Ruimtelijke structuur
15
3.4
Functionele structuur
18
Hoofdstuk 4
Beleid
21
4.1
Inleiding
21
4.2
Provinciaal beleid
21
4.3
Gemeentelijk beleid
23
4.4
Conclusie
23
Hoofdstuk 5
Sectoraal onderzoek
24
5.1
Inleiding
25
5.2
Archeologie
25
5.3
Bodem
26
5.4
Ecologie
26
5.5
Externe veiligheid
26
5.6
Luchtkwaliteit
26
5.7
Bedrijven en milieuhinder
27
5.8
Water
27
5.9
Conclusie
27
Hoofdstuk 6
Juridische aspecten
29
6.1
Inleiding
29
6.2
Uitgangspunten beheersverordening Kern Heilig Landstichting
29
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
4
Regels
33
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
35
Artikel 1
Begrippen
35
Artikel 2
Wijze van meten
40
Hoofdstuk 2
Gebiedsregels
43
Artikel 3
Agrarisch
43
Artikel 4
Bos
45
Artikel 5
Dienstverlening
46
Artikel 6
Groen
47
Artikel 7
Horeca
48
Artikel 8
Maatschappelijk
49
Artikel 9
Nutsvoorziening
50
Artikel 10
Tuin
51
Artikel 11
Wonen
52
Artikel 12
Verkeer
55
Artikel 13
Waarde - Archeologische verwachtingswaarden
56
Hoofdstuk 3
Algemene regels
59
Artikel 14
Antidubbeltelregel
59
Artikel 15
Algemene gebruiksregels
60
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
61
Artikel 16
Overgangsrecht
61
Artikel 17
Slotregel
62
Bijlage Bijlage 1
63 Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
toelichting
6
Figuur 1.1. Ligging verordeningsgebied
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
7
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
De gemeente Groesbeek draagt zorg voor actuele planologische regelingen ten aanzien van haar grondgebied en voldoet daarmee aan de wettelijke verplichting om planologische regelingen minimaal elke 10 jaar te herzien. Zo is er momenteel een bestemmingsplan voor het buitengebied in voorbereiding waarin een aantal verouderde plannen worden opgenomen. Voor de kern Heilig Landstichting vigeert momenteel het bestemmingsplan 'Kern Heilig Landstichting' uit 2002. Hoewel er geen ingrijpende ontwikkelingen voor het dorp te verwachten zijn, zal er toch op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) een nieuwe planologische regeling moeten worden vastgesteld. In de Wro is een nieuw ruimtelijk instrument naast het bestemmingsplan geïntroduceerd: de beheersverordening. Deze verordening beoogt gemeenten een eenvoudig instrument te bieden om gebieden met een lage dynamiek van een passende juridisch-planologische regeling te voorzien. Het dorp Heilig Landstichting betreft in hoofdzaak een woongebied. Het gebied wordt getypeerd als een gebied dat is uitontwikkeld. Ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen worden niet voorzien in de nabije toekomst. Derhalve is voor de kern Heilig Landstichting voorliggende beheersverordening opgesteld, waarin het beheer in overeenstemming met het bestaande feitelijke of planologisch toelaatbare gebruik wordt geregeld.
1.2
Verordeningsgebied
Het gebied van de beheersverordening komt geheel overeen met de plangrens van het vigerende bestemmingsplan Kern Heilig Landstichting. Het plangebied wordt in het noorden begrensd door de Sophiaweg en in het westen door grens met de gemeente Nijmegen, grotendeels gevormd door de Nijmeegsebaan. De plangrens is in het oosten een minder heldere lijn. Deze is gekozen met inbegrip van de woningen die aan de oostkant langs de Koning Davidlaan liggen. Tot aan de Carmelweg zijn ook de woningen langs de oostzijde van de Johanneslaan in het verordeningsgebied meegenomen, evenals de woningen aan de Carmelweg zelf. Vervolgens loopt de grens langs de Johanneslaan. Orientalis valt buiten de plangrens. De zuidgrens is gekozen langs de Jericholaan. De rotonde met de horecagelegenheid en de vier aangrenzende woningen zijn tevens binnen de grenzen van de beheersverordening opgenomen. Het verordeningsgebied is in figuur 1.1 weergegeven.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
8
1.3
Vigerende plannen
Momenteel vigeert voor het verordeningsgebied het bestemmingsplan Kern Heilig Landstichting dat door de gemeenteraad van Groesbeek is vastgesteld op 5 juni 2002. Dit plan komt, zoals in de Wro is bepaald, bij inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen.
1.4
Leeswijzer
Deze toelichting op de beheersverordening is als volgt opgebouwd:
hoofdstuk 2 beschrijft het instrument beheersverordening en gaat in op de keuze om voor de kern Heilig Landstichting te kiezen voor de beheersverordening. Tevens wordt ingegaan op de instrumenten die in aanvulling op de verordening beschikbaar zijn voor het beheer van het gebied; hoofdstuk 3 formuleert de uitgangspunten voor de regeling van de beheersverordening; hoofdstuk 4 bevat het onderzoek naar de relevante beleidskaders en de toepasselijkheid daarvan op de verordening en het onderzoek naar de omgevingsaspecten die bij de totstandkoming van de verordening zijn betrokken en beoordeeld.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
9
Hoofdstuk 2
2.1
Beheersverordening instrument
als
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de beheersverordening als instrument. Ook wordt aandacht besteed aan de instrumenten waarmee – naast de beheersverordening – het ruimtelijke beheer van het verordeningsgebied kan worden ingevuld.
2.2
De beheersverordening
2.2.1
Vastleggen bestaand gebruik
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan, een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing). Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het 'bestaand gebruik' is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijke aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Bij het gebruik in ruime zin worden de gebruiks- en bouwmogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen. Een beheerverordening is juridisch vergelijkbaar met een bestemmingsplan consoliderende inhoud. 2.2.2
met een
Keuze voor beheersverordening
Het dorp Heilig Landstichting betreft in hoofdzaak een woongebied. Het woongebied is grotendeels vooroorlogs ontstaan rondom de kruising van de Nijmeegsebaan met de Meerwijkselaan. Via een proces van organische groei is deze kleine gemeenschap uitgebreid. In de naoorlogse periode vond een verdichtingsproces plaats, dat de wat willekeurig gesitueerde bebouwing tot een compacte, zij het riant verkavelde dorpskom aaneen heeft gesmeed. Tevens hebben zich in die periode functies als horeca (restaurant, hotel), dienstverlening in de vorm van (advocaten-, deurwaarders-) kantoren en maatschappelijke functies (gemeenschapshuis) gevestigd. Het gebied wordt getypeerd als een gebied dat is uitontwikkeld. Er vinden slechts kleinschalige ontwikkelingen plaats, zoals nevenfuncties aan huis of wijzigingen in hoofdgebouwen en erfbebouwing en het herinrichten van openbaar gebied, zoals de aanleg van groen- en of speelvoorzieningen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
10
Ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen worden niet voorzien in de nabije toekomst. De opgave voor het dorp is met name gericht op behoud van de bestaande kwaliteiten. De beheersverordening is voor dit doel het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven binnen het planologisch toelaatbare gebruik, voor zover passend bij een gebied met lage dynamiek. Derhalve is voor de kern Heilig Landstichting voorliggende beheersverordening opgesteld. 2.2.3
Bestanddelen beheersverordening
Anders dan bij het bestemmingsplan, bepaalt de Wro niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wro. Alhoewel de wet dit evenmin bepaalt, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wro bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:
een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning; binnenplanse afwijkingsregels; overgangsrecht.
Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:
een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dat is op bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als besluit(sub)vlak; regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen en aanleggen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.
2.2.4
Procedureel
De beheersverordening is een gemeentelijke verordening. In tegenstelling tot een bestemmingsplan of omgevingsvergunning, staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open. Bij de voorbereiding van deze beheersverordening is door middel van inspraak in het kader van de gemeentelijke inspraakverordening de gelegenheid aan belanghebbenden gegeven een reactie op de beheersverordening in te dienen. De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld tegelijk met de verordening op papier. Bij verschil in uitleg is de digitale versie de beslissende.
2.3
Aanvullende ruimtelijke instrumenten
De beheersverordening is slechts één van de beschikbare instrumenten voor het ruimtelijke beheer van het gebied Heilig Landstichting. Het beleidsmatige uitgangspunt voor dit gebied bestaat uit het behoud van de bestaande ruimtelijke situatie. Dat neemt niet weg dat daarbinnen, beperkte mogelijkheden blijven bestaan voor aanpassing. De instrumenten die om die reden niet los van de beheersverordening kunnen worden gezien, zijn de volgende:
het welstandstoezicht; het vergunningvrij bouwen; de planologische kruimelgevallen; omgevingsvergunning voor afwijken van de beheersverordening te voorzien van een ruimtelijke onderbouwing, ook wel de planologische omgevingsvergunning genoemd.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
11
2.3.1
Welstandstoezicht
In het kader van het welstandstoezicht wordt het uiterlijk van een bouwwerk beoordeeld aan de hand van de zogenaamde redelijke eisen van welstand. Die eisen zijn voor het gebied Heilig Landstichting vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt getoetst aan de welstandseisen. Daarmee is het welstandstoezicht een instrument voor het beheer van de ruimtelijke kwaliteit van een gebied net zoals de beheersverordening of een bestemmingsplan. 2.3.2
Het vergunningvrij bouwen
In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn bouwactiviteiten opgenomen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen twee categorieën van vergunningvrije activiteiten:
de geheel vergunningvrije activiteiten uit artikel 2 van Bijlage II, die niet binnen de bepalingen van een bestemmingsplan of beheersverordening hoeven te passen, zoals aanof uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, zonnepanelen, vlaggenmasten, erfafscheidingen, nutsgebouwtjes, dakkapellen, antenne-installaties, straatmeubilair, containers voor huisvuil en installaties voor het regelen van het verkeer; de activiteiten uit artikel 3 van bijlage II, die alleen vergunningvrij zijn als zij passen binnen een bestemmingsplan of beheersverordening, zoals bouwwerken op het achtererf die hoger zijn dan 5 meter, zwembaden bij woningen, openbare speeltoestellen en onder omstandigheden veranderingen aan bouwwerken.
Voor beide categorieën gelden de volgende uitzonderingen:
vergunningvrij bouwen is niet toegestaan in een gebied dat wegens explosiegevaar of op grond van veiligheidsrisico's onbebouwd moet blijven; het aantal woningen mag niet worden veranderd door vergunningvrij bouwen; wanneer een gebied archeologische resten bevat is vergunningvrij bouwen over een oppervlakte van meer dan 50 m² niet toegestaan.
Voor de vergunningvrije activiteiten is logischerwijs geen procedure van toepassing. Deze kunnen zonder meer worden uitgevoerd. 2.3.3
Planologische kruimelgevallen
In bijlage II van het Bor zijn ook de zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Het gaat om zogenaamde bijbehorende bouwwerken, die groter zijn dan de bouwvergunningvrije bouwwerken, infrastructurele en nutsvoorzieningen, antennes tot 40 m, duurzame energie-installaties, evenementen en gebruiksveranderingen tot maximaal 1.500 m² binnen de bebouwde kom, inclusief inpandige bouwactiviteiten. Voor de activiteiten die via de kruimelgevallenregeling mogelijk kunnen worden gemaakt, geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat er een beslistermijn van 8 weken geldt na ontvangst van de aanvraag. Nadat de vergunning is verleend staat tegen de vergunning bezwaar en beroep open. 2.3.4
Planologische omgevingsvergunning
Voor – de op dit moment – onvoorziene ontwikkelingen, die niet met de voorgaande instrumenten zijn in te passen, biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de mogelijkheid van de beheersverordening af te wijken indien wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
12
Mocht zich gedurende de looptijd van een plan zodoende een situatie voordoen die niet in de beheersverordening is in te passen, noch met voorgaande instrumenten kan worden toegestaan, zal deze situatie worden beoordeeld in het kader van de gevolgen die de betreffende ontwikkeling voor de ruimtelijke kwaliteit heeft. Voor het afwijken van de beheersverordening, zoals hierboven omschreven, dient een afzonderlijke planologische procedure doorlopen te worden. Deze procedure omvat een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en een ieder zijn of haar zienswijze kan indienen. De procedure heeft een globale doorlooptijd van 6 maanden. Nadat de vergunning is verleend staat hiertegen direct beroep open. 2.3.5
Toepassing van de instrumenten in aanvulling op de beheersverordening
Bij het opstellen van de Beheersverordening Kern Heilig Landstichting is rekening gehouden met de mate waarin bovengenoemde instrumenten kunnen worden ingezet in het verordeningsgebied. Gelet op de mogelijkheden die het vergunningvrij bouwen biedt en met name ook de planologische kruimelgevallen, is ervoor gekozen bepaalde bouw- en gebruiksmogelijkheden niet in de beheersverordening op te nemen. Bij deze keuze heeft de strekking van het instrument 'de beheersverordening' een belangrijke rol gespeeld. De beheersverordening is bedoeld om de bestaande situatie te beheren. Op het moment dat zich een geval voordoet dat niet als passend binnen de 'bestaande situatie' kan worden beschouwd, kunnen de eerdergenoemde alternatieve instrumenten worden ingezet. Voorbeelden van activiteiten waarvan wordt verwacht dat deze in het gebied zullen voorkomen zijn:
vergunningvrij bouwen van erfbebouwing; vergunningvrij bouwen van dakkapellen; vergunningvrij bouwen van algemene voorzieningen, zoals vuilcontainers, straatmeubilair, etc.; gebruiksveranderingen via de kruimelgevallenregeling; niet vergunningvrije algemene voorzieningen via de kruimelgevallenregeling.
Het vergunningvrij bouwen is een wettelijk recht. De gemeente kan hier geen invloed op uitoefenen. Dit is anders voor de activiteiten uit de kruimelgevallenregeling. Deze activiteiten moet de gemeente eerst goedkeuren alvorens deze kunnen worden uitgevoerd.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
13
Hoofdstuk 3
3.1
Gebiedsbeschrijving
Inleiding
Aan de hand van de historische ontwikkeling, de ruimtelijke structuur en de functionele structuur worden in dit hoofdstuk de kenmerken van het verordeningsgebied in beeld gebracht.
3.2
Historische ontwikkeling
De stad Nijmegen met haar agrarische ommeland werd in het verleden omringd door bossen en woeste gronden. Vanuit Nijmegen liepen uitvalswegen het landschap in richting Grave, Venlo en Groesbeek. Op de overgang van open bouwlanden en bos ontstonden lusthoven en landgoederen, zoals Brakkenstein en Heyendaal. Deze landgoederen waren onderling vaak weer verbonden door dwarsroutes. De kern van de oorspronkelijke nederzetting, die later de Heilig Landstichting zou worden, lag rond de kruising van een uitvalsweg (Nijmeegsebaan) en een dwarsroute (Meerwijkselaan). Relatie met het grondpatroon De nederzetting met de bijbehorende bouwlanden is gelegen in een betrekkelijk vlak terreingedeelte, dat een uitholling vormt in het massief van de stuwwal. In het bos, op een hoger gelegen kop werd een kapel gebouwd. Niet veel later zal wat lager, op de flank van de helling, een imposante kerk verrijzen (Cenakelkerk), waarmee de Heilig Landstichting haar intrede deed. Op bijna landgoedachtige wijze vond de aanleg van het voorterrein plaats; het zogenaamde Kerkebosje kent een formele opbouw dat zich uit in een stelsel van assen en lanen. De ligging hoog op de flank van de heuvel, maakt aannemelijk dat het bos aanvankelijk geheel gekapt was, zodat uitzicht over de lager gelegen akkers mogelijk was. Andersom kon de Cenakelkerk zo hoog uittorenen boven de landelijke nederzetting in het dalletje. Ontwikkelingsgeschiedenis Periode tot ca. 1910 Aanvankelijk was er sprake van een kleine agrarische nederzetting, De Ploeg genaamd, op een betrekkelijk vlak deel van de stuwwalhelling. De ligging op de kruising van de Nijmeegsebaan met de Meerwijkselaan heeft bij het ontstaan van de nederzetting zeker een rol gespeeld. Via een proces van organische groei zal deze kleine gemeenschap zich wat hebben uitgebreid, voor zover de draagkracht van de ontginning reikte. De vestiging van de genoemde kapel achter in het bos heeft op de nederzettingsstructuur nauwelijks invloed. Periode tot ca. 1920 De vestiging van landgoedachtige elementen in de directe omgeving, zoals Mariënbosch, Nebocomplex en vooral de Cenakelkerk in 1913, dat de aanzet tot de realisering van Orientalis betekende, vormde, in tegenstelling tot de geleidelijk gegroeide agrarische nederzetting, een sterke ingreep in het gebied. _______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
14
Ter plaatse van de voormalige kapel had een monumentale basiliek moeten verrijzen; een deel van de voorbouw en een formele as zijn nog de stille getuigen van een ambitieus plan. Deze bebouwing en de geformaliseerde terreinaanleg dragen een expressief karakter, waarmee een duidelijk stempel op de omgeving wordt gedrukt.
Heilig Landstichting circa 1910
Heilig Landstichting circa 1950
Heilig Landstichting circa 1920
Heilig Landstichting circa 1990
Figuur 3.1 Historische ontwikkeling Periode tot ca. 1950 De Heilig Landstichting, die naast kerkelijke, vooral ook museale aspecten heeft, leidde tot verdere uitgroei van de dorpsgemeenschap, waar nu vooral burgerbebouwing ging plaatsvinden. De uitbouw van het dorp vond daarbij gedeeltelijk plaats langs natuurlijke lijnen, met name langs de bestaande (land-)wegen. De uitgifte van kavels, die een wezenlijke financieringsbron voor de Heilig Landstichting vormde, vond daarbij zeer verspreid langs het (deels ook nieuw aangelegde) wegenpatroon plaats volgens het uitbreidingsplan van P.J.W. Leenders, gemeentearchitect van Groesbeek, uit 1936. Periode tot ca. 1990 In de naoorlogse periode, vond een verdichtingsproces plaats, dat de wat willekeurig gesitueerde bebouwing tot een compacte, zij het riant verkavelde dorpskom aaneensmeedt. Nadat de voormalige open bouwlandgebieden waren volgebouwd vond nog op beperkte schaal uitbreiding in het bos plaats, waaraan inmiddels, om voor de hand liggende redenen een halt is toegeroepen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
15
3.3
Ruimtelijke structuur
3.3.1
Bebouwing en beeldkwaliteit
De kern Heilig Landstichting is te omschrijven als een ruim opgezet groen woongebied gelegen in de bossen aan doorgaande verbinding van Nijmegen naar Groesbeek. In de omringende bossen ligt een aantal grootschalige gebouwencomplexen zoals Orientalis, de Cenakelkerk met de pastorie en klooster en op Nijmeegs grondgebied het Neboklooster en Mariënbosch, waarin nu de Hogeschool Arnhem-Nijmegen is gevestigd. In het Carmelklooster zijn thans appartementen gevestigd. Door de verborgen ligging in de bossen hebben deze complexen nauwelijks een invloed op de kern, alleen het Neboklooster is door de open ligging op een heuveltop prominent aanwezig. Langs de Nijmeegsebaan vindt een logische voortzetting plaats van de bebouwing zoals die in Nijmegen langs de Groesbeekseweg aanwezig is. De weg is slechts aan de oostzijde bebouwd met doorlopende lintbebouwing. Aan overzijde ligt in de noordwesthoek een lager gelegen gebied bestaande uit sportvelden die doorlopen tot de wijk Brakkenstein in Nijmegen. De weg ligt hier nog relatief laag en kent een open en stedelijk beeld. De weg klimt vervolgens omhoog en vanaf de kruising met de Panovenlaan begint een bosgebied. Hierin ligt het Psychiatrisch Centrum Nijmegen. Ook aan deze zijde van de Nijmeegsebaan ligt een tweetal vrijstaande woningen dicht op weg. Richting hotel Sionshof, dat gedeeltelijk in de gemeente Nijmegen ligt, stijgt de weg verder en krijgt een bosrijker en landelijker beeld. De woningen aan de oostzijde liggen hier enkele meters hoger dan de weg. Aan de westzijde ligt een woning op de heuveltop verborgen in bos. Wanneer de weg weer afdaalt richting Groesbeek komt er een opener gebied bij het Neboklooster en Sionshof. Het achterliggende woongebied kent nauwelijks een relatie met de Nijmeegsebaan. De in het gebied voorkomende hoogteverschillen komen niet tot uiting in de stedenbouwkundige opbouw. In het woongebied zijn twee verschillende gebieden te onderscheiden:
een relatief dicht bebouwd gebied in het midden van de kern Heilig Landstichting. Hier staan met name rijenwoningen en halfvrijstaande woningen op relatief kleine kavels. Er staan enkele homogene woonblokken met platte daken aan de Simonlaan en Lucaslaan. Deze hebben een stedelijk karakter dat contrasteert met de rest van de kern. Het grootste gedeelte van het dorp bestaat uit een ruim opgezet woongebied met vrijstaande villa's. Karakteristiek zijn de grote, brede kavels en de bosachtige tuinen. Hierdoor ontstaat een zeer groen woongebied dat vanzelfsprekend overloopt in aangrenzende bosgebieden. De bebouwing bestaat uit individuele, vrijstaande woningen met gevarieerde bouwvolumes. De bebouwing kent weinig architectonische samenhang.
Aan de oostrand van het dorp ligt een open akker. Dit is een opvallend element op de overgang van de kern naar het bos. In het dorp zijn enkele groene elementen aanwezig. Zo is er de pleinruimte aan de Profetenlaan en de Josuelaan waar het bos het dorp indringt. De parkeerplaats van Orientalis, dat buiten de plangrens ligt, is een open, groene ruimte met verspreide bomen. Ook hier ontstaat een geleidelijke overgang van de kern naar het bos. In de kern Heilig Landstichting is veel afwisseling in bebouwing te vinden. Deze afwisseling uit zich zowel in de hoogte, massa en kapvormen als in het materiaalgebruik en de architectuur. Zo staan er in het dorp rijtjeswoningen, seniorenwoningen, halfvrijstaande woningen, bungalows, vrijstaande woningen en riante villa's. De hoogte varieert van één laag met een plat dak tot twee lagen met een forse kap. Door het feit dat het een geaccidenteerd terrein betreft zijn er ook hoogteverschillen bij de individuele woningen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
16
3.3.2
Groen en openbare ruimte
Abiotisch patroon; geomorfologie, bodem, water De kern Heilig Landstichting ligt op de westelijke helling van een stuwwal. Het oostelijke deel is door de Rijn en de Waal ondergraven en wordt gekenmerkt door een vrij steile rand. Het westelijke deel is sterker gevormd door uitspoelingswaaiers en daardoor meer afgeplat. De kern Heilig Landstichting ligt in een relatief vlak, komvormig deel van het terrein. De westelijke zijde van de kern ligt op 35 meter boven Nieuw Amsterdams Peil (N.A.P.). Het terrein loopt in noordelijke, oostelijke en zuidelijke richting op tot rond de 50 meter boven N.A.P. aan de randen van de kern. De bodem is matig doorlatend. Regenwater zijgt weg in de bodem. Het gebied maakt deel uit van een omvangrijk infiltratiegebied, dat verantwoordelijk is voor de kweldruk en inherente natuurwaarden in de lagere delen van het Rijk van Nijmegen. Ecologisch patroon; flora, fauna Zowel de dier- als plantensoorten in het gebied zijn gebonden aan bossen en bosranden. Het bos bestaat veelal uit aangeplant naaldhout voor productiedoeleinden en meer recentelijk uit van nature op droge en schrale gronden groeiend loofhout. Daarnaast zijn rond de buitens veelal restanten van laanstructuren aanwezig. Dit bostype heeft vrij weinig ondergroei. Kruidachtigen en grassen komen vooral aan de randen van de bossen of de paden voor. Door de verzuring heeft relatief veel vergrassing plaatsgevonden. De fauna in de bossen wordt mede bepaald doordat het aaneengesloten boscomplex vrij omvangrijk is. Voor veel insecten en vogelsoorten, maar ook voor klein wild vormen de bossen (soms in combinatie met omliggende landbouwgronden) het leefgebied. Door de ecologische verbinding met het in Duitsland gelegen Reichswald en het westelijk gelegen gebied van de Hatertse Vennen komen er steeds meer mogelijkheden voor grote zoogdieren, zoals bijvoorbeeld de das. Cultuurpatroon: landbouw, stedelijke elementen, infrastructuur De nederzetting is ontstaan rond een kruising aan de weg van Nijmegen naar Groesbeek, aan de rand van Nijmegen. De bodem van de hogere gronden is weinig geschikt voor agrarisch gebruik. Deze grond is daarom in het verleden in gebruik genomen voor productiebos. De meer geschikte gronden waren wel in agrarisch gebruik. Zo ontstond een bijzonder landschap. De nederzetting ligt precies op de overgang van bos naar agrarische gronden; een sterk verspringende ruimtelijke gradiënt. Dit bijzonder landschap bleek door reliëf, beplanting en de nabijheid van Nijmegen een geschikt milieu voor de vestiging van instituten, buitenplaatsen en kloosters. Later vestigden zich hier ook de meer welgestelden in buitens of villa's op de rand van de stuwwal met uitzicht over het vlakke land. Deze ontwikkeling vormt nog altijd de basis voor het bestaande landschap: nederzettingen aan de randen van bossen op de stuwwalhelling, aan historische verbindingswegen tussen nederzettingen. De kern Heilig Landstichting ligt ingebed in grootschalige boscomplexen, verspreid over een glooiend terrein, doorsneden door een fijnmazig stelsel van paden. Wat eens een klassieke vakantiestreek was binnen het Rijk van Nijmegen vormt nu een belangrijk gebied voor recreatieve daguitloop. Groen Behalve de omringende bosgebieden, waaronder het Kerkebosje, die een fraaie achtergrond vormen voor het woongebied, bestaat het meest beeldbepalende groen in de kern uit de bosachtige privé-tuinen. Hierdoor heeft het dorp een informele en sfeervolle uitstraling. Bij de Profetenlaan dringt het bos het dorp in en is een bosachtig parkje met speelvoorzieningen ontstaan. Aan de Josuelaan en Andreaslaan liggen meer formelere groenplekken die met name als kijkgroen dienen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
17
Langs enkele straten, zoals de Koning Davidlaan, Sophiaweg en Joanneslaan is laanbeplanting aanwezig. Deze vormt ruimtelijk echter één geheel met de bosachtige omgeving. Aan de oostrand van het dorp ligt een open akker. Dit is een opvallend open element op de overgang van de kern naar het bos. De parkeerplaats van Orientalis is een open, groene ruimte met verspreide bomen. Ook hier ontstaat een geleidelijke overgang van de kern naar de omringende bosgebieden. Openbare ruimte Het uiterlijk van de Nijmeegsebaan sluit aan bij de functie als verkeersroute. De weg is bestraat met asfalt en heeft vrijliggende fietspaden. Opvallend is de parkeerplaats langs de weg ter hoogte van hotel/restaurant de Rozenhof. Aan de zuidzijde van de kern ligt een rotonde in de Nijmeegsebaan bij hotel Sionshof. In het midden is de rotonde verfraaid met een kunstwerk. Karakteristiek voor het zuidelijke gedeelte van de Nijmeegsebaan is het hoogteverschil van enkele meters tussen de weg en de woningen. Via trappen is er toegang tot woningen mogelijk. De bij de woningen behorende garages liggen wel op het niveau van de weg. De rest van de kern Heilig Landstichting bestaat uit rustige, informele woonstraatjes. De straten bestaan uit klinkers met molgoten met daar naast afwisselend groenstroken, voetpaden, trottoirs en parkeerhavens. De trottoirs en voetpaden liggen vaak op hetzelfde niveau als de rijbaan. Bij de meeste woonstraten is sprake van een geleidelijk overgang tussen openbaar en privé. Op enkele kruisingen zijn verhoogde verkeersplateaus aangelegd. Aan de Simonlaan ligt een stenig pleintje dat uitsluitend een parkeerfunctie heeft. 3.3.3
Verkeer
Het dorp Heilig Landstichting ligt pal aan de oostzijde van de Nijmeegsebaan die de rechtstreekse verbinding vormt tussen het centrum van Nijmegen enerzijds en het dorpscentrum van Groesbeek anderzijds. Opgemerkt dient te worden dat voor het gedeelte van deze route binnen de gemeente Nijmegen de benaming Groesbeekseweg wordt gebruikt. Net iets ten zuiden buiten de woonbebouwing is een rotonde gesitueerd op de Nijmeegsebaan met aantakkingen van de Meerwijkselaan (richting Berg en Dal / Beek) en de Sionsweg (richting Mook / Venlo). De Meerwijkselaan loopt vanaf deze rotonde richting de toegang van Orientalis met het bijbehorende parkeerterrein en vervolgens naar het Afrika museum en Berg en Dal. De Sionsweg loopt binnen de gemeente Nijmegen en takt via de Scheidingsweg aan op de Provinciale weg (N844). Aan de noordzijde van het woongebied ligt de kruising Groesbeekseweg / Nijmeegsebaan met de Sophiaweg / D'almarasweg. De laatst genoemde wegen verzorgen de ontsluiting van de woongebieden Kwakkenberg en Brakkenstein in de gemeente Nijmegen. Tussen genoemde rotonde en kruising takt de Panovenlaan middels een T-kruising aan op de Nijmeegsebaan (westzijde). De Panovenlaan is een interne ontsluiting van het direct aanliggende gebied met bijzondere voorzieningen (o.a. Psychiatrisch Centrum Nijmegen, sauna) en behoort in zijn geheel tot het grondgebied van de gemeente Nijmegen. Fietsverkeer De Groesbeekseweg/Nijmeegsebaan vormt de belangrijkste route voor het fietsverkeer. Het biedt een directe verbinding met het centrum van Nijmegen en met het centrum van Groesbeek. De route wordt veel door schoolgaande jeugd gebruikt. De weg is uitgerust met vrijliggende fietspaden. Vanaf de Nijmeegsebaan zijn drie aansluitingen voor het langzaam verkeer naar de kern Heilig Landstichting: bij de Andreaslaan, de Josuelaan en de Jericholaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
18
Verkeersveiligheid De drukke Nijmeegsebaan is op de kruising met de D'Almarasweg/Sophiaweg beveiligd door middel van verkeerslichten. De kruising met de Sionsweg/Meerwijkselaan is uitgevoerd als rotonde. Vanuit de kern Heilig Landstichting zijn verder geen aansluitingen op de Nijmeegsebaan, behalve voor het langzaam verkeer. Parkeren Het parkeren binnen de kern Heilig Landstichting vindt voor een groot deel plaats op eigen terrein. Daarnaast zijn er langs de woonstraten voldoende parkeermogelijkheden.
3.4
Functionele structuur
Wonen De kern Heilig Landstichting bestaat vrijwel uitsluitend uit woningen. Dit zijn voornamelijk woningen in de duurdere prijscategorieën. Rondom de Simonlaan zijn enkele rijtjes met huurwoningen en seniorenwoningen gelegen. Detailhandel In het dorp de Heilig Landstichting zijn geen winkelvoorzieningen aanwezig. Men is aangewezen op de winkelvoorzieningen in het nabij gelegen Nijmegen, Berg en Dal of Groesbeek. Dienstverlening De dienstverlenende sector is in de kern Heilig Landstichting minimaal vertegenwoordigd. Aan de Nijmeegsebaan is een advocatenkantoor gevestigd. Voor het overige zijn er in de beroep aan huissfeer nog enkele dienstverlenende functies te vinden. Maatschappelijke voorzieningen Net buiten het dorp in de bossen ligt de Cenakelkerk. Naast deze kerk is Hulpverlening voor Vrouwen in geestelijke nood gevestigd. Deze voorzieningen vallen echter buiten het plangebied. Aan de Carmelweg zijn gemeenschapshuis 't Zaaltje en het cultureel centrum 't Bosduiveltje gevestigd waarin een aantal verenigingen is ondergebracht en waar cursussen worden gegeven. Horeca In het plangebied zijn twee horecagelegenheden gevestigd. Het gaat om hotel/restaurant De Rozenhof aan de Nijmeegsebaan en hotel/restaurant Sionshof eveneens aan de Nijmeegsebaan. Recreatieve voorzieningen Qua recreatieve voorzieningen zit men goed in de kern Heilig Landstichting. Het is gelegen op het aantrekkelijke stuwwallengebied met zijn vele bossen en afwisselende landschappen. Daarnaast is het dorp Heilig Landstichting onlosmakelijk verbonden met Orientalis. Tussen het dorp en de kern Berg en Dal is het Afrikamuseum aan de Meerwijkselaan gevestigd. Er zijn geen sportvoorzieningen aanwezig in de kern Heilig Landstichting. Door de kern Heilig Landstichting loopt de fietsroute "Via Romana", een lange afstandsroute van Nijmegen naar Xanten in Duitsland.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
19
Bedrijven Behalve het advocatenkantoor aan de Nijmeegsebaan 140 zijn er geen zelfstandige bedrijven in het plangebied gevestigd. Wel zijn er aan huis verbonden beroepen mogelijk als onderdeel van het wonen.
Figuur 3.2 Functionele structuur
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
20
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
21
Hoofdstuk 4
4.1
Beleid
Inleiding
Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening is uitsluitend stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. Deze werkwijze leidt tot de conclusie dat het rijksbeleid de beheersverordening niet in de weg staat. Daarentegen dient kort te worden stil gestaan bij het provinciaal en gemeentelijk beleid, omdat de provinciale verordening en het gemeentelijk beleid direct doorwerken op het gebied.
4.2
Provinciaal beleid
Ruimtelijke verordening Gelderland (2010 en 2012) In de Ruimtelijke verordening zijn regelingen opgenomen ten aanzien waarvan Provinciale Staten van mening zijn dat de provincie verantwoordelijk is voor de doorwerking daarvan. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten dienen het ruimtelijke beleid af te stemmen op de in de verordening opgenomen regels. De regels in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie: Streekplan Gelderland 2005 en actualisaties. De kern Heilig Landstichting is gelegen binnen de woningbouwcontour Stadsregio Arnhem-Nijmegen (SAN). Verstedelijking is in beginsel alleen mogelijk binnen deze contour. Heilig Landstichting is echter uitontwikkeld. Er staan geen stedelijke ontwikkelingen op de agenda. De beheersverordening Kern Heilig Landstichting maakt geen ontwikkelingen mogelijk.
Figuur 4.1
Uitsnede uit de kaart 'Verstedelijking' van de Ruimtelijke Verordening
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
22
Met uitzondering van de woningbouwcontour en de regels ten aanzien van verstedelijking, zijn er binnen de Ruimtelijke Verordening geen regels geformuleerd voor Heilig Landstichting. Wel grenst het dorp aan enkele gebieden waarvoor specifieke regels zijn opgesteld.
Figuur 4.2
Uitsnede uit de kaart 'Landschap' van de Ruimtelijke Verordening
De woonkern is grotendeels omgeven door natuurgebieden die vallen binnen de Ecologische Hoofdstructuur en het Nationaal Landschap De Gelderse Poort. Voor de verschillende beleidscategorieën geldt de afwegingsformule: nee, tenzij. Voorliggende beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk in vergelijking met het vigerende bestemmingsplan. De beperkte ruimte die geboden wordt voor kleinschalige ontwikkelingen hebben geen negatieve impact op de nabijgelegen natuurgebieden. Tevens grenst het plangebied aan een grondwaterbeschermingsgebied. Ten aanzien van deze gebieden geldt dat alleen bestemmingen worden toegestaan die geen hoger bodem- en/of grondwaterrisico met zich meebrengen dan de vigerende bestemming (stand-still-principe). De beheersverordening ziet niet op functiewijzigingen voor dit gebied. Er bestaat om die reden geen aanleiding om een specifieke regeling voor dit gebied in deze beheersverordening op te nemen. Conclusie Het provinciale beleid stelt geen specifieke regels ten aanzien van het beheersverordeninggebied voor de kern Heilig Landstichting. Hoewel het gebied wel grenst aan enkele gebieden waarvoor regels zijn gesteld, worden er binnen de beheersverordening geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die strijdig zijn met het provinciaal beleid.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
23
4.3
Gemeentelijk beleid
Strategische visie (2012) en Structuurvisie Groesbeek 2025 Op 21 juni 2012 heeft de gemeenteraad van Groesbeek een toekomstvisie voor Groesbeek vastgesteld: de Strategische Visie Groesbeek 2025. De Strategische Visie Groesbeek 2025 schetst de koers van de gemeente Groesbeek tot het jaar 2025 en vormt een gedragen en integraal kader voor toekomstige beleidsopgaven en besluiten gemeentebreed. Met de Strategische Visie wordt richting gegeven aan diverse strategische discussies en opgaven op alle beleidsterreinen. De ruimtelijke vertaling van de strategische visie wordt momenteel vormgegeven in de Structuurvisie Groesbeek 2025. In deze visie schetst het gemeentebestuur de strategie en kaders op hoofdlijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De beide visies zijn zodoende ontwikkelingsgerichte beleidsdocumenten, maar voorzien geen ontwikkelingen voor het gebied Heilig Landstichting. Heilig Landstichting wordt in de visie omschreven als een ruim opgezet en groen woongebied. Het dorp is nauwelijks als aparte kern te onderscheiden aangezien het dorp geen centrumgebied kent en min of meer aansluit op de bebouwing van Nijmegen. Ruimtelijk gezien is Heilig Landstichting min of meer afgerond. Het dorp ondergaat de komende jaren weinig of geen veranderingen en houdt daardoor haar bijzondere karakter. Eventuele beperkte bouwmogelijkheden zullen de parkachtige sfeer nauwelijks beïnvloeden. Onderhavige beheersverordening draagt bij aan het behoud van de kwaliteiten van Heilig Landstichting en sluit goed aan bij de gemeentelijke visie ten aanzien van het woongebied. Welstandsnota Groesbeek In de welstandsnota is het kader voor het welstandsbeleid van de gemeente Groesbeek neergelegd. Doel van de welstandsnota is het vertalen, waarborgen en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving en het openbaar gebied in stedenbouwkundig, cultuurhistorisch, architectonisch en landschappelijk opzicht. De gemeente Groesbeek is opgedeeld in verschillende deelgebieden die grotendeels overeenkomen met de dorpsgrenzen. Voor Heilig Landstichting is een omschrijving van de stedenbouwkundige opbouw en aanwezige kenmerken gegeven. Aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen worden, nadat getoetst is of deze aan de regels van een bestemmingsplan of in dit geval de beheersverordening voldoen, aan de in de Welstandnota benoemde kenmerken en criteria getoetst.
4.4
Conclusie
Voorliggende beheersverordening legt de bestaande situatie vast, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven binnen het planologisch toelaatbare gebruik, voor zover passend bij een gebied met een lage dynamiek. Het provinciaal en het gemeentelijk beleid ten aanzien van Heilig Landstichting is gericht op het behoud van de bestaande kwaliteiten, zoals in de beheersverordening is vastgelegd. De beheersverordening is in overeenstemming met hetgeen is voorgeschreven in het beleid.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
24
Figuur 5.1 Uitsnede archeologische beleidsadvieskaart
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
25
Hoofdstuk 5
5.1
Sectoraal onderzoek
Inleiding
In het kader van de beheersverordening heeft voor het beheersverordeninggebied een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten in het gebied. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening gericht is op instandhouding van de bestaande situatie met de bestaande kwaliteit. Het onderzoek richtte zich erop te bepalen of in het gebied vanuit het oogpunt van milieu, natuur, verkeer of water aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen. Hiervoor is een toets uitgevoerd op het voldoen aan wet- en regelgeving. De algehele conclusie is dat deze aspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
5.2
Archeologie
Toetsingskader: Monumentenwet 1988 Onderzoek en conclusie Op grond van de Monumentenwet 1988 dient rekening te worden gehouden met aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten. De gemeente Groesbeek heeft een archeologische beleidsadvieskaart op laten stellen. Op deze kaart is aangegeven waar de bekende archeologische vindplaatsen zich bevinden en welke archeologische verwachtingszones er zijn, gecombineerd met een beleidsadvies per archeologische verwachtingszone. De archeologische beleidsadvieskaart is gebaseerd op de in het gebied vastgestelde archeologische waarden. Voor een groot deel van Heilig Landstichting geldt een lage archeologische verwachting. Ten aanzien van deze gebieden zijn geen aanvullende regels gesteld indien er bodemverstorende activiteiten plaatsvinden. Voor de gebieden met een middelmatige archeologische verwachting zal een onderzoek moeten worden overlegd indien er bodemverstorende activiteiten plaatsvinden die een oppervlakte beslaan van 100 m² en de bodem dieper roeren dan 40 cm. Voorliggende beheersverordening is gericht op het behoud van de bestaande situatie. In lijn met de regeling uit het bestemmingsplan Kern Heilig Landstichting uit 2002, blijven er op perceelsniveau echter ontwikkelingen mogelijk. Om de archeologische verwachtingswaarde te beschermen bij ontwikkelingen groter dan 100 m² en dieper gaan dan 40 cm, wordt voorzien in een beschermende regeling in de regels van de beheersverordening. Heilig Landstichting kent 7 monumenten. Deze worden beschermd via de Monumentenwet 1988 en de Erfgoedverordening van de gemeente Groesbeek.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
26
5.3
Bodem
Toetsingskader: Wet bodembescherming Onderzoek en conclusie In de Wet bodembescherming is bepaald dat bij functiewijzigingen onderzocht dient te worden of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Voor het de kern Heilig Landstichting is voorliggende beheersverordening opgesteld. De beheersverordening is gericht op instandhouding van de bestaande situatie. Er wordt in de beheersverordening geen functiewijziging mogelijk gemaakt waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Hierdoor is geen nader bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem staat de vaststelling van de beheersverordening niet in de weg.
5.4
Ecologie
Toetsingskader: Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 1998 Onderzoek en conclusie Er dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur, de uitvoering van het plan niet in de weg staan. De beheersverordening staat geen ontwikkelingen toe, die een negatieve invloed hebben op de omliggende natuurgebieden of voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Vanuit ecologisch oogpunt zijn er geen bezwaren voor vaststelling van de beheersverordening.
5.5
Externe veiligheid
Toetsingskader: Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen Onderzoek en conclusie In (de omgeving van) het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen gelegen die van invloed zijn op de veiligheidssituatie in het gebied. Deze inrichtingen worden ook niet mogelijk gemaakt. Daarnaast vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het water, het spoor of door buisleidingen. Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de vaststelling van voorliggende beheersverordening niet in de weg staat.
5.6
Luchtkwaliteit
Toetsingskader: grenswaarden betekenende mate (nibm)
uit
de
Wet
milieubeheer
en
Besluit
niet
in
Onderzoek en conclusie De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
27
Hieruit blijkt dat in 2011 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof direct langs de Nijmeegsebaan (als maatgevende doorgaande weg langs het plangebied) ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wet milieubeheer zijn gelegen. Daarom is ter plaatse van het hele plangebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
5.7
Bedrijven en milieuhinder
Toetsingskader: Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) Onderzoek en conclusie In het plangebied zijn een advocatenkantoor en twee hotels aanwezig. Deze functies passen binnen de algemene toelaatbaarheid en vormen daardoor geen belemmering voor de vaststelling van voorliggende plan. In het plangebied vinden verder geen ontwikkelingen plaats. Er worden dan ook geen hinder veroorzakende of hinder gevoelige functies mogelijk gemaakt. Om die reden vormt ook de milieuzonering van inrichtingen in de nabijheid van het plangebied geen aandachtspunt. Een nader onderzoek naar milieuhinder van bedrijvigheid en horeca is niet noodzakelijk. Geconcludeerd wordt dat er ter plaatse van de woningen in het plangebied sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de vaststelling van de beheersverordening dan ook niet in de weg.
5.8
Water
Toetsingskader: Waterwet/watertoets/Besluit ruimtelijke ordening Onderzoek en conclusie Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, dat verantwoordelijk is voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Het gebied ligt niet in de kern-/beschermingszone van een waterkering en er zijn geen A-, B- of C-watergangen in het gebied gelegen. Voor het plangebied wordt een beheersverordening opgesteld. Er vinden dus geen ontwikkelingen plaats die voor een grote toename in verharding van het oppervlak zorgen. Watercompensatie is voor voorliggende beheersverordening dan ook niet noodzakelijk. De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
5.9
Conclusie
Gezien het feit dat er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt binnen het plangebied heeft er enkel een scan plaatsgevonden naar de omgevingsaspecten. Geconcludeerd wordt dat geen van de omgevingsaspecten het vaststellen van de beheersverordening in de weg staan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
28
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
29
Hoofdstuk 6
6.1
Juridische aspecten
Inleiding
Zoals beschreven in hoofdstuk 2 is een omgevingsvergunning bedoeld om de bestaande situatie vast te leggen. In dit geval wordt de bestaande planologische ruimte aangehouden als bestaande situatie. Hoe dit juridisch is doorvertaald in de regeling van de beheersverordening wordt in dit hoofdstuk toegelicht.
6.2
Uitgangspunten beheersverordening Kern Heilig Landstichting
Het uitgangspunt van de beheersverordening is om de planologische ruimte die het geldende planologische regime bevat – zo mogelijk – te behouden. Het bestemmingsplan 'Kern Heilig Landstichting' is eigenlijk al een bestemmingsplan waarin de bestaande situatie is vastgelegd met enkel nog kleine ontwikkelingsmogelijkheden. De regeling uit dit bestemmingsplan is grotendeels overgenomen in onderhavige beheersverordening. 6.2.1
Afstemming op het geldende planologische regime
Hoewel een beheersverordening niet hoeft te voldoen aan de SVBP, is de regeling van onderhavig plan aangepast aan de SVBP2012 om wat betreft systematiek en woordkeuze aan te sluiten bij de bestemmingsplannen die voor het grondgebied van de gemeente Groesbeek zijn en worden vastgesteld. Daarbij is voor zover mogelijk en wenselijk aangesloten op het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het buitengebied, wat het meest recente gebiedsdekkende plan van de gemeente is. Aan de hand van deze werkwijze kent de beheersverordening de volgende artikelen: Inleidende regels Begrippen (artikel 1) In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd voor zover deze begrippen van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Wijze van meten (artikel 2) Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Gebiedsregels Agrarisch (artikel 3) Een stuk open agrarische grond aan de oostzijde van het plangebied is voorzien van het besluitvlak Agrarisch. Ter plaatse zijn geen gebouwen toegestaan, uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
30
Daarnaast geldt een omgevingsvergunningenstelsel voor werkzaamheden ter bescherming van het open karakter van de gronden. Bos (artikel 4) Aan de oostkant van het plangebied zijn twee gebiedjes met bebossing voorzien van het besluitvlak Bos. Ter plaatse zijn geen gebouwen toegestaan, uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde. Daarnaast geldt een omgevingsvergunningenstelsel voor werkzaamheden ter bescherming van de landschappelijke en ecologische waardenvan de gronden. Dienstverlening (artikel 5) Het advocatenkantoor aan de Nijmeegsebaan 140 is voorzien van het besluitvlak Dienstverlening. Ter plaatse is de functie dienstverlening toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak opgenomen. Groen (artikel 6) Enkele grotere groenelementen zijn voorzien van het besluitvlak Groen. Ter plaatse zijn alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan. Horeca (artikel 7) De twee horecavoorzieningen in het verordeningsgebied zijn voorzien van een besluitvlak Horeca. Bij beide voorzieningen is een bedrijfswoning toegestaan. Maatschappelijk (artikel 8) De maatschappelijke voorzieningen op de hoek van de Carmelweg en de Joanneslaan zijn voorzien van het besluitvlak Maatschappelijk. Ter plaatse zijn maatschappelijke voorzieningen in de brede zin van het woord toegestaan. Hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. Binnen één van deze vlakken is bovendien een bedrijfswoning toegestaan. Nutsvoorziening (artikel 9) De diverse nutsvoorzieningen zijn voorzien van een besluitvlak Nutsvoorziening. Ter plaatse is uitsluitend een nutsvoorziening toegestaan, waarbij gebouwen en bouwwerken uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd mogen zijn. Tuin (artikel 10) Voortuinen zijn voorzien van het besluitvlak Tuin, evenals zijtuinen bij hoeksituaties. Ter bescherming van de openheid aan de straatzijde, zijn in voortuinen geen gebouwen toegestaan. Een uitzondering hierop geldt voor ondergeschikte bouwdelen zoals erkers of luifels. Bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn in beperkte mate toegestaan. Wonen (artikel 11) Met uitzondering van de als Tuin aangewezen gronden, zijn woonpercelen voor het overige voorzien van het besluitvlak Wonen. Aan de hand van het bouwvlak is bepaald waar het hoofdgebouw mag staan. Daarbuiten zijn uitsluitend bijbehorende bouwwerken en ondergeschikte woningdelen toegestaan. Per bouwvlak geldt bovendien de bepaling dat ten hoogste 1 woning is toegestaan, tenzij op de verbeelding een groter aantal is weergegeven.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
31
De bouwvlakken voorzien tevens in een categorisering, waarbij de bouwvlakken voorzien van een nummer (1 t/m 4). Ieder van deze nummers correspondeert met een combinatie van gooten bouwhoogtes voor hoofdgebouwen en een bijbehorende hellingshoek voor kappen op het hoofdgebouw. Dit sluit aan op de vigerende mogelijkheden. Daarnaast is ook een verruiming van de regeling opgenomen, die kleinschalige ontwikkelingen mogelijk maakt voor zover deze geen ruimtelijke impact hebben op de omgeving en het woonen leefklimaat van het gebied niet onevenredig wordt aangetast. Daarbij is aansluiting gezocht bij vastgestelde beleidskaders van de gemeente. Het betreft een verruiming ten aanzien van: - Bed & breakfast De gemeente Groesbeek is, conform het provinciale beleid, van mening dat bed & breakfast (logies met ontbijt) een waardevolle bijdrage en ondersteuning kan leveren aan de extensieve verblijfsrecreatie. Om een heldere en eenduidige regeling ten aanzien van de voorziening te handhaven, is een gemeentelijke leidraad opgesteld. Met de leidraad als uitgangspunt is in voorliggende beheersverordening een regeling opgenomen, waarbij onder voorwaarden een bed & breakfast in de woning is toegestaan. - Erkerregeling In de praktijk is gebleken dat de regeling ten aanzien van ondergeschikte woningdelen in het bestemmingsplan Kern Heilig Landstichting beperkend is. Voor het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het buitengebied is een regeling opgenomen die aansluit bij het bouwbesluit. Deze regeling is eveneens in deze beheersverordening opgenomen. - Vrijstaande bijgebouwen Het vigerende bestemmingsplan kent een regeling ten aanzien van de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen, die vrij beperkt is voor grote woonpercelen. Derhalve is in voorliggende beheersverordening opgenomen dat onder voorwaarden een groter oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen kan worden toegestaan. Verkeer (artikel 12) Met uitzondering van de grotere groenelementen, is de openbare ruimte voorzien van het besluitvlak Verkeer. Hierbinnen zijn wegen toegestaan maar ook andere voorzieningen behorend bij het openbaar gebied, zoals trottoirs, fietspaden, groenstroken, parkeervoorzieningen en water. Waarde - Archeologische verwachtingswaarden
(artikel 13)
Ter bescherming van de archeologische verwachtingswaarde in het gebied is het besluitvlak Waarde - Archeologische verwachtingswaarden opgenomen. Werken en werkzaamheden die deze archeologische verwachtingswaarde kunnen schaden, gelet op de diepte en de omvang van de werkzaamheden, zijn uitsluitend toegestaan nadat uit archeologisch onderzoek is gebleken dat deze waarden niet geschaad worden. Algemene regels Antidubbeltelregel (artikel 14) Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan de beheersverordening beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaars wisselen. De regeling is met name van belang met het oog op woningbouw.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
32
Algemene gebruiksregels (artikel 15) In aanvulling op de regels behorende bij de diverse besluitvlakken, in hoofdstuk 2, zijn in dit artikel aanvullende gebruiksregels opgenomen die voor het gehele verordeningsgebied van toepassing zijn. Overgangs- en slotregels Overgangsrecht (artikel 16) en Slotregel (artikel 17) In artikel 3.2.1 Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van deze beheersverordening. In de slotregel wordt de citeerwijze van de regels uit de verordening voorgeschreven. 6.2.2
Verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen
Het beleid van de gemeente Groesbeek is gericht op het behoud van de bestaande situatie. In het vigerende bestemmingsplan is aangegeven dat er in beginsel geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Desondanks zijn er verschillende afwijkingen toegestaan die slechts kleinschalige ontwikkelingen hebben toegestaan, als het uitbreiden van de bestaande woning of berging. De legaal tot stand gekomen wijzigingen zijn in onderhavige beheersverordening opgenomen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
regels
34
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
35
Hoofdstuk 1
Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
verordening
beheersverordening Kern Heilig Landstichting overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0241.BVHLandstichting-ONW1 met bijbehorende bestanden. 1.2
aan-huis-verbonden bedrijf
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning of daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. 1.3
aan-huis-verbonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. 1.4
agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren. 1.5
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.6
bed & breakfast
het tegen betaling verstrekken van logies met ontbijt binnen de woning. 1.7
bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen. 1.8
begane grond
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
36
1.9
besluit(sub)vlak
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.10 bestaand a. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. bestaande hoogte: hoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.11
bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. 1.12
bijbehorende activiteiten
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering op gronden en/of bouwvlakken. 1.13
bos
beboste gronden alsmede niet-beboste gronden waarop een herplantplicht rust ingevolge artikel 3 van de Boswet. 1.14
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. 1.15
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd. 1.16
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.17
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.18
café
een openbaar lokaal waarin de bedrijfsuitvoering hoofdzakelijk is gericht op de verkoop van ter plaatse te nuttigen dranken. 1.19
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
37
1.20
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. 1.21
eenheden
verblijfsruimte bedoeld voor recreatief nachtverblijf zoals logies en ontbijt of gastenkamers. 1.22
erker
hoekige of ronde uitbouw aan een gevel. 1.23
functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan. 1.24
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.25
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.26
horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij. 1.27
houtopstand
begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voorzover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels. 1.28
hydrologische waarde
gronden met een bijzondere betekenis voor het watersysteem van het plansysteem in verband met beekherstel, verdrogingsbestrijding, waterberging en/of waterkering. 1.29
kelder
een geheel ondergronds gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bovengronds bouwwerk. 1.30
landschappelijk/ecologisch waardevolle elementen
houtopstanden die een bijzondere landschappelijke en/of ecologische waarde hebben zoals bosjes, houtwallen, poelen, moerasjes, steilranden en dergelijke. 1.31
maatschappelijke en culturele voorzieningen
educatieve-, (para)medische-, (sociaal)culturele-, levensbeschouwelijke-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, waaronder ook ondergeschikte horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen worden verstaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
38
1.32
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie. 1.33
omgevinsgvergunning
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). 1.34
omgevingsvergunning voor het afwijken
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met deze beheersverordening met toepassing van de in deze verordening opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c juncto artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo. 1.35 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid, op grond van artikel 2.1 lid b van de Wabo. 1.36
openbare ruimte
wegen, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat – al dan niet – voor publiek algemeen toegankelijk is. 1.37 peil a. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met 0,20 m. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein vermeerderd met 0,20 m. 1.38
recreatief medegebruik
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, doch kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes. 1.39
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.40
verordeningsgebied
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0241.BVHLandstichting-ONW1 met de bijbehorende regels en bijlagen;
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
39
1.41
vlak
een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.42
vlakgrens
de grens van een vlak; 1.43
voorgevel
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw. 1.44
voorgevelrooilijn
de lijn waarin de voorgevel van een gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan (tot aan de zijdelingse perceelsgrens). 1.45
waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop. 1.46
wegen
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten. 1.47
werk
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde. 1.48
woning
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
40
Artikel 2 2.1
Wijze van meten
Algemeen
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk. bebouwd oppervlak van een bouwperceel de buitenwerks gemeten oppervlakte van het op een bouwperceel staande c.q. op te richten bouwwerken, gemeten op zowel boven als onder maaiveld. bebouwingspercentage de bebouwde oppervlakte welke ten hoogste gebouwd mag worden, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel. bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonder-delen. breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeen-schappelijke scheidingsmuren. inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dak-kapellen. definitie goothoogte vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat: a.
b.
c.
de goothoogte van een lessenaarsdak wordt bepaald vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de laagste zijde van de kap; de goothoogte van een dakvlak met een dakopbouw wordt bepaald vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de dakopbouw; bij een kap die bestaat uit één of meerdere hellende dakvlakken waarbij de bovenzijde van de hellende dakvlakken grenzen aan een plat dak, deze daken worden ook wel afgetopte of afgesnoten daken genoemd, de goothoogte wordt bepaald vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel aan de laagste zijde van het hellende dakvlak.
oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
41
peil a. b.
2.2
voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met 0,20 m. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein vermeerderd met 0,20 m. Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden onder-geschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, dakkapellen buiten beschouwing gelaten, mits de over-schrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
42
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
43
Hoofdstuk 2
Artikel 3 3.1
Gebiedsregels
Agrarisch
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
de uitoefening van het agrarisch bedrijf; het behoud van het open landschappelijk karakter.
3.2
Bouwregels
Op of in deze gronden is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: a. b. c.
de bouwhoogte van gesloten afrasteringen/erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m; de bouwhoogte van open afrasteringen/erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2,5 m; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d.
het graven en dempen van waterlopen, sloten en greppels; het beïnvloeden van de waterhuishouding door aanleg van een werk voor bemaling, onderbemaling en/ of drainage van gronden; het aanleggen van verhardingen; het aanleggen van houtopstanden.
3.3.2
Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c.
normaal onderhoud en beheer betreffen, dan wel plaatsvinden in het kader van de normale agrarische bedrijfsexploitatie; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van de verordening; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
3.3.3
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De in lid 3.3.1 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend: a.
voor de activiteiten zoals bedoeld in lid 3.3.1 a tot en met c indien de werkzaamheden noodzakelijk zijn voor het agrarisch gebruik of noodzakelijk zijn in verband met het waterhuishoudkundig beheer van het gebied en geen onevenredige vermindering van inzijging van hemelwater in het gebied plaats heeft;
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
44
b.
voor de activiteit als bedoeld in lid 3.4.1 onder d indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het open karakter van het gebied.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
45
Artikel 4 4.1
Bos
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
behoud en ontwikkeling van bos en de daaraan verbonden ecologische en landschappelijke waarde; recreatief medegebruik.
4.2
Bouwregels
Op of in deze gronden is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m. 4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e.
het het het het het
4.3.2
verwijderen van houtopstanden; afgraven, egaliseren en ophogen van gronden; graven en dempen van waterlopen, sloten en greppels; aanleggen van verhardingen; aanleggen van ondergrondse leidingen. Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c.
normaal onderhoud en beheer betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van de verordening; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
4.3.3
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De in lid 4.3.1 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend: a.
b.
voor de activiteiten zoals bedoeld in lid 4.3.1 a tot en met d indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en ecologische waarden en geen onevenredige vermindering inzijging van hemelwater in het gebied plaatsvindt; voor de activiteit als bedoeld in lid 4.3.1 onder e indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en ecologische waarden.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
46
Artikel 5 5.1
Dienstverlening
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
5.2
dienstverlening; bij dit gebruik behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, opritten voetpaden, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Bouwregels
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels: 5.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak dienstverlening' toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste 5,5 m; 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 9 m; 3. de dakhelling bedraagt ten hoogste 45°; b. kelders zijn binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak dienstverlening' toegestaan, met dien verstande dat: 1. de kelder niet mag dienen als verblijfsruimte; 2. de kelder niet boven de aangrenzende gronden mag uitkomen; 3. de kelder ten hoogste één bouwlaag diep mag zijn. 5.2.2 Bijbehorende bouwwerken a. buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak dienstverlening' zijn uitsluitend aangebouwde ondergeschikte bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 3,3 m bedraagt, de oppervlakte ten hoogste 6 m² en de diepte ten hoogste 1,5 m bedraagt. 5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt. 5.3
een van een van
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder a voor het toestaan van (erf)afscheidingen voor de voorgevelrooilijn met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m, met dien verstande dat: 1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van belendende percelen; 2. er geen onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid plaatsvindt; 3. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundige karakter ter plaatse.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
47
Artikel 6 6.1
Groen
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. 6.2
groenvoorzieningen; paden; speelvoorzieningen; voorzieningen ten behoeve van de verkeersgeleiding; kunstwerken; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; nutsvoorzieningen. Bouwregels
Op of in deze gronden is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: a. b. c.
de bouwhoogte van speeltoestellen en kunstwerken niet meer bedraagt dan 5 m; de bouwhoogte van lichtmasten en verkeersinstallaties niet meer bedraagt dan 9 m; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,5 m.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
48
Artikel 7 7.1
Horeca
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
7.2
horeca; bedrijfswoningen; bij dit gebruik behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, opritten voetpaden, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Bouwregels
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels: 7.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen de besluitsubvlakken 'bouwvlak horeca 1' en 'bouwvlak horeca 2' toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. de goothoogte bedraagt ten hoogste 7 m; 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 m; 3. de dakhelling bedraagt ten hoogste 45°; b. ten hoogste één bedrijfswoning per besluitvlak is toegestaan binnen de besluitsubvlakken 'bouwvlak horeca 1´en ´bouwvlak horeca 2'; c. kelders zijn binnen de besluitsubvlakken 'bouwvlak horeca 1' en 'bouwvlak horeca 2' toegestaan, met dien verstande dat: 1. de kelder niet mag dienen als verblijfsruimte; 2. de kelder niet boven de aangrenzende gronden mag uitkomen; 3. de kelder ten hoogste één bouwlaag diep mag zijn. 7.2.2 Bijbehorende bouwwerken a. buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak horeca 2' zijn uitsluitend toegestaan: 1. bijbehorende bouwwerken; 2. aangebouwde ondergeschikte bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons; met dien verstande dat de goothoogte ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5,5 m bedraagt. 7.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt. 7.3
een van een van
Gebruiksregels
Het gebruik van de gronden ten behoeve van een discotheek is niet toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
49
Artikel 8 8.1
Maatschappelijk
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
8.2
maatschappelijke en culturele voorzieningen; wonen ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak maatschappelijk 1'; bij dit gebruik behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, opritten voetpaden, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Bouwregels
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels: 8.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak maatschappelijk 1' en 'bouwvlak maatschappelijk 2' toegestaan, met inachtneming van de aangegeven voorwaarden: 1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6,5 m; 2. de dakhelling bedraagt ten hoogste 45°; b. ten hoogste één woning per besluitvlak is toegestaan binnen besluitsubvlak 'bouwvlak maatschappelijk 1', met dien verstande dat de oppervlakte ten hoogste 320 m² bedraagt; c. kelders zijn toegestaan, met dien verstande dat: 1. de kelder niet mag dienen als verblijfsruimte; 2. de kelder niet boven de aangrenzende gronden mag uitkomen; 3. de kelder ten hoogste één bouwlaag diep mag zijn. 8.2.2 Bijbehorende bouwwerken a. buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak maatschappelijk 1' zijn uitsluitend toegestaan: 1. bijbehorende bouwwerken; 2. aangebouwde ondergeschikte bouwwerken; met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 5,5 m bedraagt; 8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met bouwhoogte van ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt.
een van een van
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
50
Artikel 9 9.1
Nutsvoorziening
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
9.2
nutsvoorzieningen; bij dit gebruik behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, opritten voetpaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Bouwregels
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels: a. b.
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak nutsvoorziening' toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 4 m; buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak nutsvoorziening' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m, met dien verstande dat open afscheidingen/afrasteringen ten hoogste 2 m mogen bedragen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
51
Artikel 10 10.1
Tuin
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en parkeren bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. 10.2
Bouwregels
Op of in deze gronden is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van: a.
b.
c.
ondergeschikte aangebouwde bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons aan de naar de weg gekeerde zijde van de gevel, met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte ten hoogste 3,3 m bedraagt; 2. de oppervlakte ten hoogste 6 m² bedraagt; 3. de dakhelling ten hoogste 60° bedraagt; 4. de diepte ten hoogste 1,50 m bedraagt; 5. de breedte ten hoogste 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte ten hoogste 1 m bedraagt; 2. de bouwhoogte van vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte ten hoogste 2 m bedraagt; 2. de bouwhoogte van vlaggenmasten ten hoogste 5 m bedraagt.
10.3
Afwijken van de regels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 10.2 onder b voor het toestaan van (erf)afscheidingen voor de voorgevelrooilijn met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m, met dien verstande dat: 1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van belendende percelen; 2. er geen onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid plaatsvindt; 3. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundige karakter ter plaatse.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
52
Artikel 11 11.1
Wonen
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
het wonen, daaronder begrepen een aan-huis-gebonden beroep; bij dit gebruik behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, opritten voetpaden, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en water.
11.2
Bouwregels
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels: 11.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen en ondergeschikte woningdelen zijn binnen de besluitsubvlakken 'bouwvlak wonen 1', 'bouwvlak wonen 2', 'bouwvlak wonen 3' en 'bouwvlak wonen 4' toegestaan, met inachtneming van de in tabel 11.1 aangegeven voorwaarden; b. ter plaatse van de besluitsubvlakken 'bouwvlak wonen 1', 'bouwvlak wonen 2', 'bouwvlak wonen 3' en 'bouwvlak wonen 4' mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één per vlak, met uitzondering van woningen ter plaatse van de besluitsubvlakken 'maximum aantal wooneenheden-2', 'maximum aantal wooneenheden-3', 'maximum aantal wooneenheden-4' en 'maximum aantal wooneenheden-5', waar het aantal woningen niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven; c. kelders zijn toegestaan met dien verstande dat: 1. de kelder niet mag dienen als verblijfsruimte; 2. de kelder niet boven de aangrenzende gronden mag uitkomen; 3. de kelder ten hoogste één bouwlaag diep mag zijn; d. ter plaatse van het besluitsubvlak 'onderdoorgang' blijft de hoogte van de onderdoorgang onder het hoofdgebouw ten minste gelijk aan de bestaande afmetingen. 11.2.2 Bijbehorende bouwwerken a. buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4' zijn uitsluitend toegestaan: 1. bijbehorende bouwwerken; 2. ondergeschikte woningdelen; b. bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan met inachtneming van de in tabel 11.1 aangegeven voorwaarden en de volgende regels: 1. bijbehorende bouwwerken worden ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel van de woning gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van een besluitsubvlak 'bijgebouwen' eveneens bijgebouwen zijn toegestaan; 2. het aantal vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3 bedragen; 3. voor zover gelegen binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4', bedraagt de oppervlakte ten hoogste 40% van het besluitsubvlak; 4. voor zover gelegen buiten het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4', bedraagt de oppervlakte ten hoogste 50 m², of geldt een bebouwingspercentage van ten hoogste 30%, niet meegerekend het besluitsubvlak ''bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4'; 5. voor zover de oppervlakte van het bouwperceel groter is dan 750 m² en de resterende omvang van het bouwperceel achter het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen' meer bedraagt dan 200 m², mag de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken als bedoeld onder 4 worden vermeerderd met 10% van de omvang van het bouwperceel, tot ten hoogste 100 m²; c. aangebouwde ondergeschikte bouwwerken, zoals portieken, erkers en balkons aan de naar de weg gekeerde zijde van de gevel zijn toegestaan: _______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
53
1. met een bouwhoogte van ten hoogste 3,3 m; 2. met een oppervlakte van ten hoogste 6 m²; 3. met een dakhelling van ten hoogste 60°; 11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van zwembaden, voor de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn zijn toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m. Tabel 11.1 Maatvoering bouwwerk
max. goothoogte
max. bouwhoogte
dakhelling
Wonen 1
3m
7m
15°-60°
Wonen 2
4m
6m
0-30°
Wonen 3
3,5 m
10 m
15°-60°
Wonen 4
6m
10 m
15°-60°
bijbehorende bouwwerken
3m
5,5 m
45°, bij 'Wonen 2' max 30°
11.3 Gebruiksregels a. Bij het uitoefenen van de in lid 11.1 onder a bedoelde aan-huis-verbonden beroepen gelden de volgende voorwaarden: 1. de uitoefening van de beroepen en dienstverlening, alsmede bijbehorende activiteiten zijn toegestaan binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4'; 2. de bebouwde oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van de beroepen en dienstverlening mag ten hoogste 40% bedragen van het toegestane bebouwde oppervlakte ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4'; 3. de bestaande parkeervoorzieningen mogen door het uitoefenen van een beroep of door het verlenen van diensten niet onevenredig worden gebruikt; 4. cumulatie van aan-huis-verbonden beroepsuitoefening mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu. b. Bij woningen is een bed & breakfastvoorziening toegestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden: 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie behouden; 2. bed & breakfastvoorzieningen zijn toegestaan binnen de bestaande woning en bijbehorende bouwwerken, een zelfstandige kookgelegenheid is niet toegestaan; 3. het aantal logeereenheden mag niet meer bedragen dan 2 per woning; 4. de totale oppervlakte aan logeereenheden mag niet meer bedragen dan 70 m²; 5. de voorziening dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; 6. het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer; 7. het parkeren vindt plaats op eigen terrein.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
54
11.4
Afwijken van de regels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde: a.
in lid 11.1 voor het toestaan van een bedrijf aan huis voor zover passend binnen de 'Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel uit een oogpunt van invloed op het woonen leefmilieu vergelijkbaar is met de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijven, met dien verstande dat: 1. de uitoefening van het bedrijf, alsmede bijbehorende bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan binnen het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4'; 2. de bebouwde oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis ten hoogste 40% mag bedragen van het toegestane bebouwde oppervlakte ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak wonen 1' tot en met 'bouwvlak wonen 4' met een maximum van 30 m²; 3. de bestaande parkeervoorzieningen mogen door het uitoefenen van een bedrijf niet onevenredig worden gebruikt; 4. detailhandel niet is toegestaan, behoudens voor zover het daarbij gaat om detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten; 5. cumulatie van een bedrijf aan huis niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
55
Artikel 12 12.1
Verkeer
Omschrijving besluitvlak
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder (onverharde) wegen, paden en parkeervoorzieningen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; groenvoorzieningen; kunstwerken; nutsvoorzieningen.
12.2 Bouwregels 12.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut toegestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden: a. b.
de oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 6 m²; de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende voorwaarden: a. b. c.
de bouwhoogte van kunstwerken mag niet meer bedragen dan 5 m; de bouwhoogte van lichtmasten en verkeersinstallaties mag niet meer bedragen dan 9 m; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
56
Artikel 13 13.1
Waarde - Archeologische verwachtingswaarden
Omschrijving besluitvlak
De voor ‘Waarde – Archeologische verwachtingswaarden’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden. 13.2 Bouwregels a. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende besluitvlakken dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m², een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld; b. indien uit het in sub a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties. 13.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. 13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 13.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a.
b.
het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 m en met een oppervlakte groter dan 100 m² onder het maaiveld, zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen; het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels.
13.4.2 Uitzonderingen Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. b.
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn; reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
57
13.4.3 Toelaatbaarheid a. de in lid 13.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden; b. alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; c. een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
58
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
59
Hoofdstuk 3
Artikel 14
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
60
Artikel 15 a.
b. c.
Algemene gebruiksregels
Onder met de beheersverordening strijdig gebruik word in ieder geval begrepen het gebruik van/of het laten gebruiken van: 1. onbebouwde gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens; 2. onbebouwde gronden, bouwwerken en/of onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie; 3. onbebouwde gronden als kampeerterrein; 4. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; 5. onbebouwde gronden als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan; 6. onbebouwde gronden als stortplaats voor puin en afvalstoffen, voor zover dit niet betreft het storten of opslaan in bij gebouwen behorende tuinen van geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van die tuinen. Nieuwe bouwwerken worden gebruikt overeenkomstig het ter plaatse bestaande gebruik van de gronden of van bestaande gebouwen waarbij deze worden gebouwd. Het plaatsen van zendmasten is niet toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
61
Hoofdstuk 4
Artikel 16 16.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
62
Artikel 17
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van de beheersverordening Kern Heilig Landstichting'.
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bijlage bij de regels
64
Bijlage 1
Standaard Staat Bedrijfsactiviteiten
van
_______________________________________________________________________________________________________________ 024100.17251.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
65
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 024100.17251.00 Rotterdam / Middelburg
Bijlage
Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten < > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag
w j B C D L Z R
week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing) V Vuurwerkbesluit van toepassing G/P verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer: 1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking 2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking 3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking
1
Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten
20
16
205
162902
22
18
2222.6
18129
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
2224
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
VERKEER
141
INDICES CATEGORIE
14
182
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
18
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-2008
GELUID
SBI-1993
2
10
10
30
10
30
2
2 G
10
10
30
0
30
2
1 G
10
0
30
0
30
2
1 P
0
0
10
0
10
1
1 G
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2 G
1813
Grafische reproductie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
2225
1814
Overige grafische activiteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
26
23
2612
231
10
30
30
10
30
2
1 G
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
26, 32, 33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
30
0
30
2
1 G
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
321
45
41, 42, 43
453
432
453
4321
52
47
527
952
5552
562
6022
493
Taxibedrijven/autorijschool (max. 2 auto’s)
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
9302
9602
9302 9305
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer)
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN Glas-in-loodzetterij
0
10
10
0
10
1
1 P
30
10
10
10
30
2
1 G
Bouwinstallatie algemeen
10
10
30
30
30
2
1 G
Elektrotechnische installatie
10
10
30
10
30
2
1 G
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke -
-
D
BOUWNIJVERHEID
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
0
0
10
10
10
1
1 P
10
0
30
C
10
30
2
1 G/P
0
0
30
C
0
30
2
2 P
10
0
30
C
10
30
2
2 G
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
0
0
10
0
10
1
1 P
9602
Hondentrimsalon
0
0
10
0
10
1
9609
Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
0
0
10
0
10
-
Cateringbedrijven
C
D
1
1 P 1P
kaart(en)