nummer 3, december 2012
Met nieuwe energie in de regio arnhem Nijmegen v
Pagina 2
Actie E-bike
650 E-bikes dankzij subsidie van stadsregio.
De Groene Hub
Voor slimme, schone en duurzame kilometers.
Schoon, slim, snel en vanzelfsprekend openbaar vervoer
Groenste OV-concessie van Nederland van start
Pagina 3
Slim Goederen vervoer
Onze ambitie: 25% minder vrachtwagens in de spits.
De Groene Kracht
Margreet van Gastel: “We moeten actief de regionale krachten bundelen.”
Pagina 4
Duurzaam bouwen Aan de slag met GPRsoftware.
Pagina 5
Routekaart
Naar een gezamenlijke stip op de horizon.
Pagina 6
Binnenvaart op LNG
Bodewes ontwikkelt schip van de toekomst.
Het bestuur van de Stadsregio Arnhem Nijmegen is er met de nieuwe OV-concessie 2013-2023 in geslaagd om haar duurzaamheidsambities voor het regionale openbaar vervoer te verwezenlijken. Politieke wensen van bestuurders en commerciële belangen van vervoerders werden succesvol met elkaar verbonden. Dat resulteert nu in de groenste concessie van Nederland. De reiziger reist straks met bus, trein, trolley of buurtbus duurzaam van A naar B tegen een zeer betaalbare prijs. En ook nog eens milieuvriendelijk. Aan de op 9 december 2012 van start gaande concessie is een lange periode vooraf gegaan. “De stadsregio wenst openbaar vervoer dat voldoet aan de allerhoogste normen op het gebied van milieu, herkenbaarheid, toegankelijkheid en techniek. Bovendien moet het samenhangend en vanzelfsprekend zijn. Een simpel en betrouwbaar systeem wat mensen zonder nadenken of gedoe snappen. En dat krijgen we nu,” zegt een zeer tevreden Kees Luesink, burgemeester van
Doesburg en portefeuillehouder OV van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De Groene Cockpit Bij de aanbesteding van deze concessie is een bedrag gemoeid van € 1,2 miljard. De hele gunningprocedure verliep volgens juridisch strak gereguleerde stappen. Veel speelruimte was er dus niet. Toch wisten gemeenten en stadsregio met elkaar iets zeer vernieuwends tot stand te brengen.
Luesink: “Marktpartijen werden in een vroeg stadium bij het proces betrokken en gemeenten en de stadsregio ontwikkelden samen het objectieve rekenmodel ‘De Groene Cockpit’. In deze simulatie konden we de kosten en de uitstoot van schadelijke stoffen van gas, diesel, groengas en waterstof met elkaar vergelijken. Dat leverde voldoende informatie op om een vaste prijs neer te leggen. Aanvullend stelden we eisen over de CO2-uitstoot en het gebruik van niet-fossiele brandstoffen.”
Het daagde OV-aanbieders uit met iets nieuws te komen. Het aanbod van geïnteresseerde partijen werd beoordeeld op CO2-uitstoot, duurzaamheid, de sociale component en service voor de reizigers. Luesink: “Hermes won uiteindelijk de gunning. Deze vervoerder levert een pakket waarmee we het OV – bus, trolley, de trein tussen Arnhem en Doetinchem en de buurtbussen – flink vergroenen: alle 218 bussen gaan namelijk op groengas rijden. Deze vloot wordt aangevuld met een Breng Kenniscentrum, waarin Hermes gaat samenwerken met de HAN, de Radboud Universiteit en reizigersorganisaties. Bovendien gaat Hermes mensen met een verstandelijke beperking opleiden tot servicemedewerker. Als stads regio bieden wij onze reizigers binnen deze concessie het best mogelijke product voor een prijs conform landelijke afspraken. De reiziger is dus nauwelijks meer geld kwijt voor zijn reis.” Economische winst De gegunde OV-concessie is niet alleen goed voor lucht en klimaat, maar ook voor de regionale economie. “Gebruik van groengas levert economische winst op. Er wordt onder meer een vergistingsinstallatie gebouwd en enkele tankstations. We schatten in dat de duurzame concessie gepaard gaat met een investering van 50 tot 70 miljoen euro in nieuwe technische installaties en enkele tientallen extra arbeidsplaatsen oplevert. De regio ontleent haar bestaansrecht aan de kracht die je met elkaar kunt ontwikkelen. Met deze concessie hebben wij echt iets stevigs neergezet,” aldus Luesink.
lees verder op pag. 3 >>
1
v
nummer 3, december 2012
Rijden op groengas stimuleren In 2014 rijden er 1600 auto’s op groengas in de regio en telt de stadsregio acht vulpunten. Althans, dat is het streven. De vulpunten haalt de regio waarschijnlijk wel, maar of het afgesproken aantal auto’s gehaald wordt is de vraag. Het is het klassieke kip-ei-verhaal: de auto’s en de vulpunten wachten op elkaar. Toch is de stadsregio niet ontevreden, want het aantal groengasvoertuigen groeit gestaag.
Nieuw subsidietraject Zowel het Rijk, de provincie als de lokale overheden stimuleren het rijden op groengas via subsidies, maar ook via voorlichting, bundeling van subsidieaanvragen en het realiseren van vulpunten. Daar komt nu een verse stadsregionale subsidie bij. Eind november besloot de stadsregio een subsidiebedrag beschikbaar te stellen voor de aanschaf van taxi’s, bestelauto’s, vrachtauto’s en bussen op groen gas. De subsidie is per 1 december 2012 van start gegaan en loopt tot en met 31 december 2013 of zolang er budget is. De gemeente Overbetuwe heeft al enkele auto’s op gas rijden. Klimaatcoördinator Theo Willems: “Overbetuwe heeft 22 dienstauto’s. Wij kiezen voor een energieneutrale auto als een wagen aan vervanging toe is. Nu nog rijden onze nieuwe auto’s op aardgas, maar dat wordt op termijn vervangen door groengas. Het tanken is geen probleem; op onze gemeentewerf zijn namelijk twee tappunten ingericht.”
Wanneer loont rijden op groengas? De stadsregio heeft samen met leasebedrijven, dealers en andere partners uit de vervoersbranche drie rekenmodellen op maat ontwikkeld. Daarmee kunnen bedrijven en particulieren uitrekenen wanneer het financieel loont om een groengasauto aan te schaffen. De modellen geven met een paar muisklikken inzicht in de kosten van rijden op groengas ten opzichte van benzine of diesel. Volgens een studie van consumentenorganisatie Milieu Centraal is groengas op prijs concurrerend met benzine bij 13.000 jaarlijks gereden kilometers. Zie www.degroenehub.nl/rekenmodel
Vier redenen om groengas te rijden: 1. De prijs van groengas is en blijft veel lager, ook op de langere termijn. 2. Er zijn subsidieregelingen die de aanschaf van een groengasvoertuig nóg aantrekkelijker maken. 3. Groengas is géén fossiele brandstof, maar een brandstof uit afvalstoffen, zoals GFT-afval, rioolslib en agrarische reststromen. 4. Groengasauto’s zijn schoner.
Actie E-bike groot succes In ruim drie maanden tijd droeg de Stadsregio Arnhem Nijmegen bij aan de aanschaf van 650 elektrische fietsen. De subsidie voor de E-bike was een praktische uitwerking van de ambities om de luchtkwaliteit te verbeteren en de mobiliteit te verduurzamen. Medio april stelde de stadsregio een subsidie beschikbaar vanuit De Groene Kracht en Slim Werken, de opvolger van Offensief Bereikbaarheid. Deze Stimuleringsregeling E-bike richtte zich speciaal op forensen. Deelnemers die beloofden minimaal de helft van hun werkdagen per week op de fiets naar het werk te komen kregen subsidie op de aanschaf van een elektrische fiets. De subsidie bedroeg 30% van de aanschafwaarde tot een maximum van € 600,–. Het enthousiasme om deel te nemen was zo groot dat half augustus de bodem van de subsidiepot al was bereikt. 650 automobilisten lieten zich verleiden om de auto te laten staan en vaker de fiets te pakken. Uit een in september gehouden evaluatieonderzoek blijkt dat 84% van de deelnemers minimaal drie dagen per week met de E-bike naar het werk gaat. Het betekent een reductie van bijna 2 miljoen autokilometers per jaar. Het wachten is op een volgende meting als de herfst en winter in de cijfers te zien zijn.
De Groene Hub naar een volgende fase Het project De Groene Hub droeg bij aan een prachtig succes: de duurzame OV-concessie. De concessie werd ingezet als instrument om een sluitende keten te maken voor de productie en het gebruik van groengas. De innovatieve manier waarop dit tot stand kwam is illustratief voor De Groene Hub.
Lobby voor vergroenen mobiliteit Mobiliteit speelt een grote rol in het vergroenen van onze economie. Om het rijden op groengas onder de aandacht van de beleidsmakers in Den Haag te brengen, voert de stadsregio samen met anderen een intensieve lobby. “Alleen door de CO2-uitstoot van alle brandstofsystemen langs dezelfde meetlat te leggen ontstaat een gelijk speelveld. Daarom vragen wij om gelijke fiscale behandeling voor rijden op groengas en op elektrisch rijden.” Dat bepleitten Margreet van Gastel namens de stadsregio, Hans Horlings, regio bestuurder van Stadsgewest Haaglanden en Isabelle Diks, wethouder te Leeuwarden in een brief van medio oktober aan Mark Rutte en Diederik Samsom.
Strategische coalitie Na het lobbyen rond de kabinetsformatie verlegt de aandacht zich nu naar de begrotingsonderhandelingen en de kabinetsplannen. Er staan gesprekken gepland tussen bestuurders van gemeenten, stadsregio’s en provincies met de top van departementen om het fiscaal aantrekkelijk maken van het rijden op groengas in de kabinetsplannen verwoord te zien. Bovendien gaan bestuurders, marktpartijen, maatschappelijke en kennisorganisaties een ‘Strategische coalitie voor groen gas in Mobiliteit’ vormen om een statement te maken over de fiscale en de economische effecten van rijden op groengas.
Wendy Bruns, financial accountant bij Akzo Nobel, was de 300e aanvrager van een bijdrage vanuit de Stimuleringsregeling E-bike. In juni ontving zij uit handen van Margreet van Gastel, portefeuillehouder De Groene Kracht van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, een cheque voor een gratis E-bike. Wendy Bruns: “Ik deed aan deze regeling mee om relatief goedkoop een E-bike aan te kunnen schaffen. De fiets bevalt goed en ik ben er superblij mee. Voorheen ging ik altijd met de auto naar mijn werk, maar nu ga ik minstens drie dagen per week op de fiets.”
De Groene Hub is een samenwerking van over heden, ondernemers en kennisinstellingen. Sinds 2010 fungeert de Hub als spil binnen de regio om innovaties te ontwikkelen en een doorbraak te versnellen in schoner, duurzamer en slimmer vervoer. De focus ligt daarbij op regionaal geproduceerd groengas uit regionale rest-biomassa voor regionaal vervoer. Daarmee wordt voor het eerst in Nederland de hele keten ‘from well to wheel’ in de regio georganiseerd. Met de start van de duurzame OV-concessie wordt deze keten in de Stadsregio Arnhem Nijmegen een feit. Daarnaast werkt De Groene Hub aan verduurzaming van het goederenvervoer en de stadsdistributie.
Terug naar de realiteit De Hub ontving voor de periode 2010 - 2012 subsidie vanuit het Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden. Janneke Hagens, onderzoeker bij de Radboud Universiteit, Institute for Science Innovation and Society, presenteert binnenkort een rapport over deze periode. “Ik evalueer de wijze waarop de energietransitie gestimuleerd wordt en wat me hierbij opvalt is de relationele rol van de overheid. Die stelt zich nadrukkelijk op als kennispartij en als netwerker die ontwikkelingen aanzet. Bovendien is er een sterke, groene toekomstvisie: de partijen hebben een krachtige regio voor ogen, waar duurzaam vervoer de norm is en die minder afhankelijk is van fossiele
Onderzoeker Janneke Hagens: “Duurzaamheid wordt op termijn een vanzelfsprekend onderdeel van overheidsorganisaties.” brandstoffen van elders uit de wereld. De kunst is om die visie te vertalen naar de realiteit; naar beslissingen die ondernemers nú moeten nemen. En dat lukt goed.” Het groene denken Het aflopen van de subsidie betekent niet het einde van De Groene Hub. De ambitie blijft ook in de volgende fase van het project overeind. De productie en afzet van
groengas wordt straks ondersteund vanuit het Regiocontract 2012-2015 dat de provincie met de stadsregio heeft afgesloten, terwijl de logistieke vraagstukken terugkomen bij Beter Benutten/Slim Werken Goederenvervoer. “Duurzaamheid wordt op termijn een vanzelf sprekend onderdeel van overheidsorganisaties,” verwacht de onderzoeker.
2
v
nummer 3, december 2012
>> Vervolg artikel pag. 1 Groenste OV-concessie van Nederland van start Een beetje smeerolie en wat creativiteit Jan van der Meer, wethouder van Nijmegen en stadsregio bestuurder van 2006 tot 2010 was destijds de drijvende kracht achter de groene ambities van de OV-concessie. “We wilden met een groener OV een stap zetten op weg naar een schonere leefomgeving, met minder uitstoot van broeikasgassen, een zekere energievoorziening en een sterkere regionale economie. Er bestond bij de aanvang van de concessiebesprekingen koudwatervrees om bovenwettelijke milieudoelstellingen in het Plan van Eisen op te nemen, maar ik was daar niet huiverig voor. De techniek is voorhanden en we wisten dat groengas niet meer hoefde te kosten. De stadsregio heeft vervolgens als eis een CO2-reductie van 75% gesteld met uitsluiting van fossiele brandstoffen. Zo zou men met wat creativiteit vrijwel automatisch uitkomen bij groengas.”
“Door aan te haken bij het rijksinnovatieprogramma om energietransitie te versnellen kwam er geld beschikbaar voor ‘De Groene Hub’. Dit instrument bleek de juiste smeerolie te zijn om partijen bij elkaar te brengen. Afval verwerker ARN investeert nu in een vergistingsinstallatie waarin regionaal GFT-afval tot groengas wordt verwerkt. Vervoerder Hermes staat de komende tien jaar – de duur van de concessie – garant voor een jaarlijkse afname van 12 miljoen kuub groengas. Door te investeren in de regionale productiecapaciteit creëren we een gesloten keten van restafvalstromen en groene brandstoffen voor mobiliteit. Daarmee leveren we een flinke bijdrage aan een duurzame regionale economie, het is goed voor het milieu en we zijn ook nog eens minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit het buitenland.” licht Jan van der Meer toe.
Een regionale keten van afval tot brandstof
1 Productie
22Verwerking
3 Tanken
4 Rijden
© Wunderbar, Nijmegen
wat brengt ons in beweging?
wat doen wij?
wat levert dat op?
• Schaarste van energie en grondstoffen • Ontwikkeling brandstofprijzen • Economische kansen • Schone lucht en klimaat
Duurzaam aanbesteden OV-concessie: • Vroegtijdig marktpartijen betrekken • Objectief rekenmodel ontwikkelen • Geen techniek maar uitstooteisen stellen
• 218 bussen op (regionaal) groengas • 45 trolleybussen op groene stroom • Een pilot met een waterstofbus • Kennisontwikkeling • Investering bedrijfsleven in productie capaciteit • Minder gezondheidskosten • 80% minder CO2 • Bijdrage aan EU-doelstellingen 2020 • Geen extra kosten
Partners in de regionale keten verbinden: • Groengas maken van GFT-afval
Slim Goederenvervoer leidt tot 25% minder vrachtverkeer Het Rijk, de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen investeren van 2012 tot eind 2014 ruim € 1.6 miljoen in het stroomlijnen van het goederenvervoer in de regio. Vrachtwagens, bestelbussen en forensen staan allemaal op hetzelfde moment in dezelfde file. Dat kan anders, vinden bedrijven, transportondernemers, winkeliers en overheden. Het moet duurzamer, slimmer en vooral schoner. De ambitie is dat een kwart minder vrachtwagens tijdens de spits in de file staat, zodat de regio goed bereikbaar blijft en de luchtkwaliteit verbetert. Nieuwe vervoersconcepten De ruim anderhalf miljoen euro subsidie wordt besteed aan diverse maatregelen. Zo wordt er geïnvesteerd in een
softwaremodule om het goederenvervoer in de (binnen-) steden te monitoren. Vervoer richting de binnensteden van Arnhem en Nijmegen wordt gebundeld en ondernemers worden verleid om gebruik te maken van duurzame voer tuigen. Zij krijgen daarvoor privileges, zoals de mogelijkheid om centrumwinkels buiten de afgesproken bevoorradings tijden te bezoeken. Ook smeden vervoerders nieuwe logistieke samenwerkingsverbanden en testen zij nieuwe vervoersconcepten. Denk bijvoorbeeld aan overslagpunten – hubs – waar bundeling van goederenstromen van en naar de regio kan plaatsvinden. Vervoersbranche wil wel De regio kent een groot aantal logistieke ondernemers die de afgelopen jaren al fors hebben geïnvesteerd in de voor bereiding van regionale bundeling en duurzaam goederenvervoer. De voorgestelde maatregelen kunnen dan ook rekenen op breed draagvlak binnen de vervoersbranche.
De Groene Kracht volgens Harriët Tiemens, wethouder milieu en duurzaamheid gemeente Rheden: “De samenwerking in De Groene Kracht is zeer kansrijk. Gezamenlijk kunnen we bijdragen aan (inter)nationale, provinciale en lokale klimaat- en energie doelstellingen en de regionale groene economie een impuls geven. De afgelopen twee jaar is er al veel werk verzet. We zijn in de regio een stuk dichter bij duurzame mobiliteit en ook in de bouwsector boeken we winst. Er ontstaat nu behoefte aan een gezamenlijke visie op het gebied van energie en klimaat. Waar willen we met de regio naartoe? Hoe moet onze energievoorziening er in 2050 uitzien? En wat moeten we daar met onze stakeholders voor doen? Dit moet duidelijk worden met de Routekaart Groene Kracht. Maar om ambities te verwezenlijken is ook inzet van middelen nodig. De bijdrage van de stadsregio aan De Groene Kracht vind ik van enorme meerwaarde voor de regio.” De Groene Kracht volgens Margreet van Gastel, wethouder gemeente Arnhem en portefeuillehouder Stadsregio Arnhem Nijmegen: “Het Groene Kracht traject verloopt goed. Met de Routekaart zetten we gezamenlijk een stip op de horizon als het gaat om energietransitie en ruimtelijke ordening. De kaart geeft straks een gezamenlijke lijn die voor projecten van (combinaties van) gemeenten als kapstok kan dienen. Ik vind het een mooi voorbeeld van het zoeken naar regionale meerwaarde, waarbij ook kleinere gemeenten ondersteund worden. We maken in De Groene Kracht steeds de afweging wat lokaal kan en wat regionaal moet. Gemeenten en de provincie kunnen individueel veel doen en dat moeten we vooral zo houden en versterken, maar we moeten ook actief de regionale krachten bundelen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren voor de aanleg van een warmtenet dwars door een groot aantal gemeenten in het stadsregiogebied.” De Groene Kracht volgens Annemieke Traag, gedeputeerde provincie Gelderland: “Bio-energie is een grote trekker voor de biobased economy. Op termijn verwacht ik de beste business cases bij de inzet van biomassa in de chemie en in nieuwe materialen. Daarmee linkt de biobased economy naar het prioritair programma energietransitie van de provincie. Overheden kunnen dit proces van energietransitie o.a. ondersteunen door innovaties mogelijk te maken, te participeren in pilots, gezamenlijk te lobbyen en door ‘eerste klant’ te zijn. De stadsregio heeft doorzettings vermogen en weet partijen te binden. Dat zag je bij de OV-concessie, waardoor de regionale productie van groengas van de grond komt. Andere succesvoorbeelden zijn de collectieve inkoop van zonnepanelen, De Groene Hub en de duurzame transportcorridor A15. In deze projecten werken provincie en stadsregio nauw met elkaar samen.”
3
v
nummer 3, december 2012
Nieuw DNA in de bouw
Nederland heeft een nieuw soort huizen nodig. Huizen die zo min mogelijk energie verbruiken en liefst nog energie opleveren. De Stadsregio Arnhem Nijmegen, vertegenwoordigd door o.a. vereniging ‘DNA in de Bouw, participeert daarom sinds mei 2012 in het EU-project PassREg: passive house regions with renewable energy. Het project wil kennis vergaren over (bijna) energieneutrale renovatie en nieuwbouw, zodat zeer energiezuinig bouwen en renoveren voor iedereen – en ook in de stadsregio – de gewoonste zaak van de wereld wordt.
PassREg In PassREg werken veertien Europese partijen uit elf landen samen. Eén van die partijen is de recent door regionale onder nemers opgerichte vereniging ‘DNA in de bouw’. Voorzitter Carl-Peter Goossen: “Wij streven naar integrale samenwerking van regionale bouwpartijen in de gehele bouwkolom. Wij vormen een kennisnetwerk van bedrijven en bieden een platform waar ideeën, kennis en ervaring uitge wisseld kunnen worden. Zo hopen wij duurzaam, gezond en energie zuinig bouwen en renoveren in de regio te stimuleren.”
Energiesprong Montferland Het bouwplan ‘Energiesprong Montferland’ is in de regio een van de eerste zichtbare resultaten van energiezuinig bouwen. Arjan ter Bogt, directeur van de Woningstichting Bergh: “In dit 62 woningen tellende bouwplan hopen we tot 80% energiebesparing te bereiken. Die energiewinst behalen we onder andere door een hoge isolatiewaarde van de gevel, een slim ventilatiesysteem, zonnepanelen en diverse technische aanpassingen om het huishoudelijke energieverbruik te beperken. Bewoners voelen dat straks aangenaam in hun portemonnee. Vanaf het moment van opleveren gaan we met hulp van de stadsregio de effecten van energiezuinig bouwen meten. We monitoren de woningen drie jaar lang op bewonersgedrag, energiekosten en wooncomfort.” Zie ook www.energiesprongmontferland.nl.
De regio gaat aan de slag met duurzaam bouwen Medio september ontmoetten overheden, bedrijfsleven en onderwijs elkaar tijdens een event over de duurzame ontwikkeling in de regio. Het motto was ‘Samen aan de slag: de kracht van duurzaam bouwen’. In 2020 moeten alle gebouwen in Nederland energieneutraal zijn, dus hoe eerder we er als regio mee beginnen hoe beter. Dat is alleen haalbaar als er meer wordt samengewerkt en kennis wordt gedeeld, vinden alle partijen. De ambities op het gebied van duurzame ontwikkeling krijgen hun beslag in het Groene Akkoord, de opvolger van het Convenant Duurzaam Bouwen uit 2000. Voorjaar 2013 onder tekenen partijen uit de bouw, het onderwijs en de stadsregiogemeenten het nieuwe akkoord. Het omvat prestatieafspraken voor zowel bestaande bouw en stedenbouwkundige plannen als voor onderhoud en renovatie. Voor grote én kleine projecten De regio gaat gebruik maken van drie instrumenten: GPR Gebouw, GPR Stedenbouw en GPR Onderhoud. Frank van Rooijen, portefeuillehouder Wonen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, lanceerde het idee om te gaan werken met GPR. “Deze instrumenten zijn landelijk beproefd om de prestaties op het gebied van duurzaamheid te bepalen. Het maakt dat gemeenten, corporaties en marktpartijen eenvoudig en snel afspraken over duurzaamheidsprestaties van woningen en gebouwen met elkaar kunnen maken. Als alle partijen dezelfde instrumenten gebruiken, leidt dit tot een gemeenschappelijke, uniforme taal op het gebied van duurzaam bouwen en renoveren in onze regio. Deze taal is voor élk bouwplan hetzelfde, dus zowel
voor het ontwikkelen van een compleet nieuwe wijk als voor een klein bouwproject van enkele huizen.” Projecten onderling vergelijken De GPR-software meet de duurzaamheid aan de hand van vijf thema’s: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Het maakt de duurzaamheidsprestaties van bouwprojecten op elk van deze thema’s inzichtelijk en daarmee worden de projecten onderling vergelijkbaar. De Nijmeegse wethouder Jan van der Meer: “Gemeenten kunnen voor elk van de thema’s ambities stellen. Nijmegen stelt bijvoorbeeld hoge energieambities voor de bouwplannen in de Waalsprong en het Waalfront. Vervolgens hebben we de marktpartijen nodig om de ambities waar te maken. Het mooie van deze systematiek is dat ook sociale duurzaamheid meege wogen wordt; je kunt bijvoorbeeld punten scoren op rolstoeltoegankelijkheid.”` Naar keteni ntegratie Een van de misschien wat minder voor de hand liggende markt partijen is het onderwijs. Frits Schultheiss, hoofddocent Bouwkunde en onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Energie aan
Jan Waegemaekers, voorzitter van Bouwend Nederland, vult aan: “We moeten overgaan tot selectie op basis van exploitatiekosten en niet puur op basis van primaire investeringskosten.”
de HAN zegt: “De studenten van nu komen straks op de arbeidsmarkt. Bij afstuderen hebben zij duurzaamheid in de vingers. De grote opgave ligt mijns inziens bij de renovatie; dat wordt dé vraag van de toekomst.” Schultheiss is van mening dat de organisatie van de bouw als gevolg van de nieuwe ambities gaat kantelen. “Er is nu nog sprake van verzuiling, maar we gaan toe naar consortia waarin alle partijen van begin af aan met elkaar om de tafel zitten en samenwerken. Zo kom je tot ketenintegratie.”
Hoe realistisch is het om duurzame ambities te hebben als de gehele bouwwereld praktisch tot stilstand gekomen lijkt te zijn? Waegemaekers: “Financiële middelen die voor de exploitatie van gebouwen zijn gereserveerd zouden we nú moeten investeren in duurzame oplossingen die de exploitatiekosten sterk verlagen. Daarmee geven we de onder nemers in de bouwbranche een steuntje in de rug.” Meer informatie via www.destadsregio.nl/ duurzaambouwen
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 ambitie huidig na ingreep
8,0 3,8 8,1 Energie
7,5 6,5 7,7 Millieu
8,0 5,4 8,8 Gezondheid
8,0 5,3 9,0 Gebruikskwaliteit
8,0 5,3 8,4 Toekomstwaarde
De vijf thema’s van GPR Gebouw: Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruiks kwaliteit en Toekomstwaarde. Na invoering van de gegevens in dit digitale instrument wordt de prestatie direct zichtbaar. Per thema verschijnt een waardering op een schaal van 1 tot 10, waarbij 10 de hoogst haalbare en dus meest gunstige score is. Partijen kunnen zelf een ambitie bepalen, weergegeven door een zwarte streep. Voldoet het gebouw aan de ambitie, dan kleurt de score groen. Kijk voor meer informatie op www.gprgebouw.nl.
Collectieve inkoopactie zonnepanelen Met de gemeente Beuningen als aanjager groeide het initiatief om zonne panelen collectief in te kopen binnen enkele maanden uit tot de grootste intergemeentelijke inkoopactie van Nederland. Eind 2012 staat de teller op 28 participerende gemeenten in Regio Rivierenland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen en 1300 geregistreerde belangstellenden. Wethouder Piet de Klein van Beuningen zegt: “Het stemt mij tevreden dat zoveel gemeenten enthousiast meewerken aan dit project. Het toont hoe we door efficiënte regionale samenwerking veel kunnen betekenen op het gebied van energie en klimaat voor onze burgers en bedrijven. Ik hoop in 2013 in elke gemeente van de regio volop zonnepanelen op de daken van woningen en bedrijfsgebouwen te zien. Zo maken we samen werk van duurzaamheid!” Binnenkort selectie leverancier Opvallend is dat het dit keer niet gaat om het verstrekken van
subsidie, maar om een inkoopactie waarbij de consument geheel wordt ‘ontzorgd’. Projectleider Mark Meijer vertelt: “De grote winst voor de consument is dat wij het hele traject uit handen nemen. Wij regelen de selectie, aanschaf en plaatsing, inclusief de aansluiting op de meterkast, zodat het teveel aan opgewekte stroom automatisch wordt teruggeleverd aan de energiemaatschappij.” Eind december vindt de selectie van de leverancier plaats en vanaf begin 2013 wordt het aanbod via informatieavonden en de website zonnepaneelvoordeel.nl gepresenteerd.
Innovatie De Zonnecelonderzoeksgroep van de Radboud Universiteit onder leiding van John Schermer heeft aangeboden een kwaliteitscontrole op de te plaatsen systemen uit te voeren. Schermer pleit ervoor om deze inkoopactie te benutten om gelijk met de panelen speciale data-loggers te plaatsen. Dit zijn kleine meetinstrumenten die het opgewekte vermogen van de panelen aangeven, plus – en dat is uniek – de lichtintensiteit en temperatuur van het moment. Op basis daarvan kan de onderzoeksgroep bepalen wat de
panelen maximaal hadden moeten genereren onder de heersende omstandigheden. Zit hier te veel verschil tussen, dan is er iets loos en krijgen bewoners een melding dat de panelen niet goed functioneren. Het kan zijn dat er afgevallen blad of zand op de panelen ligt, maar het kan ook zijn dat de installateur langs moet komen om het euvel te verhelpen. Schermer: “Als universiteit verzamelen we zo meetgegevens die representatief zijn voor heel Nederland. Hiermee kunnen wij een voorspellingsmodel voor zonne-instraling toetsen dat we samen met het KNMI gaan ontwikkelen.” U kunt zich inschrijven via www.zonnepaneelvoordeel.nl.
4
nummer 3, december 2012
Het is de kunst om het peloton mee te krijgen
Houtafval wordt duurzame energie
Met Routekaart naar een energieneutrale regio
Laagwaardig snoeihout afkomstig uit landgoederen, boerenbedrijven en natuurgebieden, wat moet je ermee? Onlangs werd in Rheden een verkenning gedaan naar de winning van duurzame energie uit biomassa, afkomstig uit het landschap.
Het project Routekaart De Groene Kracht moet letterlijk richting geven aan de gelijknamige regionale klimaat- en energieagenda. Een vraaggesprek met adviseur Claudia Algra (Royal HaskoningDHV) en Pieter van der Ploeg, strategisch adviseur duurzame energie bij Alliander, beiden betrokken bij dit project. De Routekaart is een initiatief van MARN1, MRA2 en Stadsregio Arnhem Nijmegen. Alweer een studie. We weten toch wel waar de kansen liggen? Pieter van der Ploeg: “Kennelijk niet! Als het gaat om het verduur zamen van de regionale energievoorziening brengen de regio gemeenten met dit project in kaart wat de regionale ambitie is, of daar draagvlak voor bestaat, en hoe die gezamenlijke ambitie gerealiseerd gaat worden. Dat is een behoorlijke opgave.” Claudia Algra: “We streven naar een gezamenlijke stip op de horizon en een Routekaart met regionale projecten die daar naartoe leidt. Daarnaast biedt de Routekaart individuele gemeenten de ruimte om te kiezen op welke wijze zij bijdragen aan de regionale koers en wat bij de lokale duurzaamheidsambitie past. Die keuze kan gemaakt worden aan de hand van bijvoorbeeld een projectenboek. Er zijn koplopers en een peloton. Koplopers zijn bijvoorbeeld Arnhem en Nijmegen maar ook Overbetuwe; die gemeenten gaan snel en moeten daar de ruimte voor krijgen. Het is de kunst om ook het peloton mee te krijgen.” Wat is het concrete resultaat? Pieter van der Ploeg: “Idealiter is straks in kaart gebracht hoeveel elektriciteit, gas en overige brandstoffen we nú als regio verbruiken en welke mogelijkheden er zijn voor de regionale productie van energie uit zon, water, wind en restwarmte. Daar hoort dan ook een investerings- en opbrengstenplaatje bij. Stel je afschrijvingstermijn is 10 jaar, dan heb je, op basis van de huidige energieconsumptie à 1,6 miljard euro per jaar, een investeringsruimte van 16 miljard euro.” En wie gaat dat betalen? Pieter van der Ploeg: “Een goede vraag! We importeren ons aardgas al voor een deel uit Rusland en onze elektriciteit wordt geleverd door buitenlandse bedrijven. Investeren in de productie van duurzame energie kan een enorme economische kans zijn voor de regio. De politiek zou moeten inzien dat investeren in de productie van duurzame energie vooral investeren in eigen bedrijvigheid is.”
Kosten energiegebruik in de stadsregio in 2011
15% duurzame energie Het Rijk en de provincie Gelderland streven naar circa 15% duurzame energie in 2020. Eénvijfde daarvan kan gewonnen worden uit laagwaardig snoeihout uit bos, natuur en landschap. Dat is niet alleen interessant voor Rheden, maar ook voor andere regiogemeenten met veel landgoe deren, zoals Lingewaard, Mook en Middelaar, Montferland en Groesbeek.
Wat hebben individuele (kleine) gemeenten aan de Routekaart? Claudia Algra: “Kleinere gemeenten hebben vaak onvoldoende capaciteit om hun duurzaamheidsambities te realiseren. Een gezamenlijke Routekaart maakt het mogelijk om te profiteren van het regionale schaalniveau. Bijvoorbeeld door mee te liften en lokaal projecten te kopiëren. De steden hebben op hun beurt onvoldoende ruimte beschikbaar om duurzame energie (uit biomassa of wind) te produceren. Mogelijk kunnen steden en ommeland elkaar daarin tegemoet komen.”
Project Energielandschap
Pieter van der Ploeg: “De oplossing voor de vraag naar duurzame energie ligt in het landschap. Het is daarmee vooral een plano logisch vraagstuk. Het is de verantwoordelijkheid van de overheden om initiatieven van inwoners en agrariërs te ondersteunen, bijvoorbeeld in de sfeer van bestemmingsPieter van der Ploeg, Alliander planinpassingen en vergunningen. Met energie(kennis)bedrijven als Tennet, KEMA en Alliander en onderwijsinstellingen als de HAN, WUR en Radboud Universiteit heeft deze regio bovengemiddeld veel expertise in huis om de eigen duurzame energieproductie te ontwikkelen. De productie van duurzame energie zelf moet lokaal gebeuren, door bewoners, door buurtgemeenschappen, maar vooral ook door de agrarische sector. Het is goed te combineren met het voeren van een agrarisch bedrijf en een kans bij uitstek voor de agrarische sector. Bovendien sluit het goed aan bij het streven naar een biobased economy in de regio.” 1 Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen
De verkenning werd gedaan door Alterra en is een eerste product van het project Energielandschap. Veel partijen beschikken over snoeihout en willen graag meedenken over een beter beheer en benutting van het houtafval. Er ligt nu een goed beeld van (potentiële) leveranciers van houtafval en van de mogelijke omvang van het aanbod.
Keten in kaart Onlangs kwam vanuit het provinciale Regioprogramma € 60.000,– beschikbaar voor het vervolg. Projectleider Monique van Merrebach: “Op basis van deze eerste verkenning gaan we de haalbaarheid van een duurzaam energiebedrijf onderzoeken. Daarvoor brengen we de hele keten van snoeiafval tot en met warmtegebruikers in kaart. De vraag is hoe we alle partijen bij elkaar kunnen brengen. We streven naar een sluitende businesscase waar de markt mee aan de gang kan. Op heel veel plekken worden nu al kleine hoeveelheden biomassa geproduceerd. De logistiek van inzameling en vervoer is nu een grote kostenpost. Het is dus ook een uitdaging om dát slim te organiseren.”
2 Milieusamenwerking Regio Arnhem
Gebruik elektriciteit en gas in 2011
Energieverbruik stadsregio in 2011
Aandeel duurzame energie in de stadsregio Stadsregio
Elektriciteit
Huishoudens
Transport brandstoffen
Arnhem Overige gemeenten
Bedrijfsleven
Nijmegen
Aardgas Elektriciteit Aardgas Transportbrandstoffen Totaal
27% € 445 mln. 23% € 370 mln. 50% € 800 mln. 100% € 1,6 mld.
Herkomst energie stadsregio (kolen voor elektriciteit)
Zuid-Afrika
Huishoudens € 390 mln. Bedrijfsleven € 425 mln.
Arnhem 21% Nijmegen 23% Overige gemeenten 56%
Herkomst energie stadsregio (aardgas) Colombia
Herkomst energie stadsregio (olie voor transportbrandstoffen)
WKO Rusland
Zon
Biogas, - warmte en -transport
Nigeria Nederland
Rusland
Bron: Edward Pfeiffer, adviseur Routekaart duurzame energie (DNV Kema)
Duurzame energiebronnen in de stadsregio
Overige landen
Buitenland
Colombia 50% Rusland 13% Zuid-Afrika 37%
Stadsregio 10% ten opzichte van landelijk 4%
Engeland Noorwegen
Nederland 77% Buitenland 23%
Rusland Midden-Oosten Noorwegen Engeland Nigeria Overige landen
Midden-Oosten 30% 21% 12% 10% 7% 20%
Afval
Hout in centrale Hout in centrale Afval Biogas, -warmte en -transport WKO Zon Wind Water
54% 27% 16% 2% 1% 0% 0%
5
v
nummer 3, december 2012
Bodewes ontwikkelt het binnenvaartschip van de toekomst De binnenvaart is een belangrijke sector voor onze economie, maar draagt ook fors bij aan lokale knelpunten in de luchtkwaliteit. Het verschonen van de binnenvaart over de Rijn en Waal is dan ook een van de prioriteiten van overheden en de branche zelf. Scheepswerf Bodewes in Millingen aan de Rijn komt met een interessant initiatief: varen op LNG.
Bezoek de website www.degroenekracht.com
Colofon
Dit is een uitgave van MARN, MRA en Stadsregio Arnhem Nijmegen December 2012 Tekst: Stadsregio Arnhem Nijmegen Joan van Dijk, Bennekom Fotografie: Luuk van der Lee, Velp Rob Schuurmans, directeur van Bodewes: “Scheepswerf Bodewes heeft een binnenvaartschip op LNG ontworpen. Het gas wordt vloeibaar onder een temperatuur van -164°C in cryogene tanks op het dek opgeslagen. Voor gebruik wordt het vloeibare gas opgewarmd, zodat het gasvormig wordt en geschikt is voor verbranding in de vier gasmotoren. Varen op LNG is schoon, veilig en goedkoop.” De verwachting is dat de transportstroom over de Waal met het in gebruik nemen van de Tweede Maasvlakte de komende tien jaar zeker zal verdubbelen. Deze ontwikkeling is positief voor onze economie, maar heeft met betrekking tot luchtkwaliteit een negatief bijeffect. Een recent TNO-rapport uit 2012 meldt dat 21% van de NOx-emissies (stikstofoxiden) binnen de grenzen van de gemeente Nijmegen wordt veroorzaakt door de binnenscheepvaart, tegenover 17% door alle wegvervoer. “De rivieren in onze regio behoren nu al tot de drukst bevaren routes in Europa. Voor de kwaliteit van ons leefmilieu is schone scheepvaart echt essentieel. Het is dus gewenst dat zowel de overheid als de sector zelf met uitstootverminderende maatregelen komt,” verklaart Marianne Schuurmans, burgemeester van Millingen aan de Rijn. Varen op LNG In haar gemeente heeft scheepswerf Bodewes deze handschoen opgepakt. In 2013 hoopt de werf het eerste LNG- binnenvaartschip van de helling te laten lopen. “Vier jaar geleden zijn we gaan nadenken over een schip op LNG (Liquified Natural Gas). Iedereen verklaarde ons destijds voor gek, maar ik geloof in deze techniek. Het is veiliger, schoner en goedkoper dan diesel en het is op dit moment de enige echt bruikbare transitiebrandstof,” vertelt Rob Schuurmans, directeur van de werf. Hij vervolgt: “De binnenvaart is een behoudende markt. Zeker gezien de huidige economische situatie zitten schippers niet te wachten op vernieuwing. Toch zijn er pioniers te vinden die het aandurven. Behalve de milieuwinst die het varen op LNG oplevert is er namelijk ook financiële winst te behalen. De kostenbesparing op brandstof voor een binnenvaartschip van 110 meter kan, afhankelijk van het vaarprofiel, oplopen tot drie ton per jaar! De investering is dus binnen enkele jaren terugverdiend.” Ontbrekende EU-regelgeving Er is echter nog een flinke hobbel te nemen, want er is geen regelgeving voor het gebruik van LNG als scheepsbrandstof voor binnenvaartschepen op de rivieren. Er is nu een speciale vrijstelling nodig om met een LNG-schip door Europa te varen. Ook financieel is het plaatje nog niet helemaal rond. Burgemeester Schuurmans: “Ik ondersteun dit initiatief van harte. Om die reden heb ik de werf geïntroduceerd bij Bureau Brussel van de stadsregio, zodat Bodewes gebruik kan maken
van de kennis en ervaring van dit bureau in het kader van externe fondsenwerving. Bodewes heeft mijns inziens met deze innovatie het binnenvaartschip van de toekomst ontwikkeld. Dat is goed voor ons milieu, maar ook goed voor Millingen aan de Rijn. Met de bouw van dit LNG-schip bouwt Bodewes niet alleen aan een schonere leefomgeving voor alle gemeenten die aan het water liggen, maar ook aan de vitaliteit van onze gemeente.”
Infographics: Wunderbar, Nijmegen (pag 3) W/E adviseurs, Utrecht (pag 4) Mooijekind design en communicatie, Loenen (Gld.) Vormgeving: Mooijekind design en communicatie, Loenen (Gld.) Druk: Totdrukwerk, Apeldoorn
Ontvangen subsidies in 2012 In 2012 werd door de samenwerkende partners in De Groene Kracht voor ruim 4 miljoen euro aan externe subsidies verworven.
€1.660.000
€500.000
€30.000
€1.880.000
VOOR SLIM WERKEN GOEDERENVERVOER VANUIT BETER BENUTTEN Ministerie van Infrastr uctuur en Milieu
Doel: Slimme organisatie voor een schoon en duurzaam goederenvervoer Ondersteuning van logistieke concepten van ondernemers en van gemeentelijk beleid.
VOOR DE GROENE HUB VANUIT HET REGIOCONTRACT (provincie Gelder land)
Doel: Transitie naar een groene economie De Groene Hub versnelt de doorbraak van alternatieve brandstoffen (de groene OV-concessie!) als bijdrage aan de transitie naar een groene economie.
VOOR COLLECTIEVE INKOOPACTIE ZONNEPANELEN VANUIT HET PROGRAMMA ENERGIETRANSITIE (provincie Gelder land)
Doel: Goede zonnepanelen tegen een redelijke prijs Op initiatief van Beuningen kunnen inwoners, bedrijven en gemeenten via collectieve aanbesteding profiteren van inkoopvoordeel.
VOOR SCHONE SCHEEPVAART, P+R’S EN HET NIEUWE WERKEN EN HET LESPAKKET LUCHTKWALITEIT VANUIT FES4 (Ministerie van Infrastr uctuur en Milieu)
Doel: Een betere luchtkwaliteit, door: • Walstroomvoorzieningen in de havens van Arnhem en Nijmegen bieden schippers een alternatief voor hun vervuilende dieselgeneratoren. • Minder kilometers zorgen voor minder luchtvervuiling. • Bewustwording schoolkinderen basisonderwijs.
6