HAREN NOORD - DEELGEBIED 5 EN 6
GROENE BUURTEN AAN DE GROOTSLAAN Beeldkwaliteitplan: Deel 1 - Bebouwing 12 december 2012
COLOFON opdrachtgever GEM Haren Noord contactpersoon GEM Haren Noord - Hans van der Linden ontwerp HKB Stedenbouwkundigen Zuiderpark 21 9724 AH Groningen team Sacha Schram, Jeroen Boels, Marjolein van Schoonhoven project HAREN NOORD - DEELGEBIED 5 EN 6
GROENE BUURTEN AAN DE GROOTSLAAN Beeldkwaliteitplan: Deel1 - Bebouwing datum 12 december 2012 clausule “Alle afbeeldingen in dit beeldkwaliteitplan zijn richtinggevend of voorbeelden, er kunnen geen rechten aan worden ontleend.’’
*(9(.(
INHOUD 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
2. 2.1 2.2
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3
ALGEMEEN
|
5
Inleiding Ambitie Juridisch kader Ruimtelijk kader Kwaliteitsteam Opbouw beeldkwaliteitplan
STEDENBOUWKUNDIGE OPZET
|
11
|
19
Stedenbouwkundig concept Woonsferen
BEELDKWALITEIT BEBOUWING Samenhang en variatie op hoofdlijnen Oosterweg Deelgebied 5 - De Esserbuurt Deelgebied 6 - Groene Kamers Groene Kamers - Noord Groene Kamers - Zuid Rummerinkhof
BIJLAGE
kaart: extra kavels aan de Oosterweg - Boerenlint
eg t erw
Oos
De eelgeb bied 5
wo
n-Z
nge
i ron
jn G
orli
Spo
an
lle
sla
ot Gro
Deelgebied 6
eg
rw
ste Oo f
kho
Rum
rin me
1. ALGEMEEN
5
1.1 Inleiding In het stedenbouwkundig plan “Groene buurten aan de Grootslaan” zijn de programmatische en ruimtelijke structuur van de deelgebieden 5 en 6 in Haren Noord beschreven. Het stedenbouwkundig plan vormt samen met het bestemmingsplan de basis voor de verdere uitwerking in de planvorming. Om richting te kunnen geven aan de uitstraling van de bebouwing en de uitstraling van de openbare ruimte is dit beeldkwaliteitplan opgesteld. Het beeldkwaliteitplan bestaat uit twee delen, deel 1 betreft de beeldkwaliteit voor de bebouwing en deel 2 betreft de beeldkwaliteit van de openbare ruimte. In het voorliggende beeldkwaliteitplan wordt de gewenste uitstraling voor de bebouwing van de beide deelgebieden beschreven. Het is bedoeld als een inspirerend document voor iedereen die meewerkt aan de totstandkoming van deelgebied 5 en 6, zoals bijvoorbeeld ontwerpers, projectontwikkelaars, enzovoorts. Potentiële bewoners horen hier nadrukkelijk ook bij.
Topografische kaart Haren (2005)
1.2 Ambitie De ambitie bij de ontwikkeling van deelgebied 5 en 6 is om een groen woongebied te realiseren dat goed integreert in het Harense landschap en tevens aansluit bij het dorpse karakter van Haren. Daarom vormen alle historische en landschappelijke kenmerken van de directe omgeving van het plangebied de inspiratie en de basis voor het ontwerp. Dit beeldkwaliteitplan biedt kwaliteitseisen die deze inspiratie verankeren en geeft zo handvaten voor het verwezenlijken van deze ambitie bij de uitwerking van de deelgebieden.
1.3 Juridisch kader In het bestemmingsplan voor deelgebied 5 en 6 is de stedenbouwkundige structuur reeds vastgelegd. Daarnaast is onderscheid gemaakt tussen de verschillende woningtypes (vrijstaand, halfvrijstaand en rijwoningen). Per type zijn de maximale maatvoeringen bindend voorgeschreven. Ook zijn ruimtelijke aspecten, zoals de minimale afstand van de woning tot de weg, opgenomen. Het beeldkwaliteitplan voor de bebouwing gaat dieper in op de gewenste dakvormen, materialen, kleurgebruik, etc. Het beeldkwaliteitplan vormt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van de verschillende bouwplannen en zal daarom worden vastgesteld door de gemeente Haren als onderdeel van de Welstandsnota. De spelregels in het voorliggende beeldkwaliteitplan voor de architectonische uitstraling van de bebouwing zijn in principe bindend. Afwijkingen van de spelregels zijn alleen toegestaan indien deze leiden tot
Deelgebied 5: open gebied
Deelgebied 6: houtwallen omzomen grasvelden
6 Tekeningen uit het Integraal Ontwikkelinsplan DHE
Het lood (totaal)
Zones (totaal)
Transformatiegebied DHE (totaal)
Superpostie zones (totaal)
DG 5
DG 6
Uitsnede van de plankaart uit het Groenstructuurplan Haren-Noord
7
een hogere ruimtelijke kwaliteit, ze passen in de geest van deze stedenbouwkundige visie van dorpse kleinschaligheid voor het gebied en passen binnen het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan voor deelgebied 5 en 6 zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het wijzigen naar andere woningtypes. Indien het wijzigen naar een ander woningtype wordt toegekend en het toetsingskader in dit beeldkwaliteitplan is daardoor niet meer toepasbaar, dan dient een aanvullend toetsingskader voor de welstandstoetsing te worden vastgesteld.
“Alle afbeeldingen in dit beeldkwaliteitplan zijn richtinggevend of voorbeelden, er kunnen geen rechten aan worden ontleend.’’
1.4 Ruimtelijk kader Het beeldkwaliteitplan steunt op eerdere visies die als kader dienen voor de planvorming in de deelgebieden 5 en 6. In het stedenbouwkundig plan “Groene buurten aan de Grootslaan” is reeds uitgebreid ingegaan op de onderliggende beleidsstukken. Toch wordt voor een goed begrip van dit beeldkwaliteitplan kort ingegaan op de twee belangrijkste documenten. Integraal Ontwikkelingsplan Dilgt, Hemmen en Essen In het “Integraal Ontwikkelingsplan DHE” zijn de ontwikkelingen op het gebied van landbouw, landschap en natuur, verkeer, waterhuishouding, recreatie, wonen en werken integraal op elkaar afgestemd om bij de ontwikkeling van het gebied een nieuw evenwicht te vinden. De verschillende functies moeten zo optimaal mogelijk van elkaars kwaliteiten profiteren. Het document bevat uitgangspunten betreffende de stedenbouwkundige ontwikkelingen, hoe functies geleidelijk kunnen worden omgevormd tot een wervend woonlandschap en voor de architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan. Het “Integraal Ontwikkelingsplan DHE” introduceert het begrip ‘Glas in Lood’ om een kader te bieden voor de vormgeving van samenhang en variatie. Het lood van de bestaande en nieuwe groenstructuren verbindt de Hondsrug met de openheid van het Hunzedal. Binnen het lood kunnen zich onderling verschillende woongebieden ontwikkelen. Groenstructuurplan Het “Groenstructuurplan Haren-Noord” dient als een groen/ blauwe onderlegger voor de deeluitwerkingen en is het kader voor de openbare ruimte. Het Groenstructuurplan beschrijft de groene hoofdstructuur voor het hele DHE-gebied. Op basis van de bestaande en gewenste ecologische, cultuurhistorische en esthetische kwaliteiten, maar ook ten aanzien van waterberging en recreatie geeft het plan aan welke bestaande structuren behouden moeten worden of nieuw moeten worden gerealiseerd. Het plan geeft de belangen van het landschap, groen en water als voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van het DHE-gebied waarin de Harense kwaliteit
Historische kaart Haren 1851-1855
Historische kaart Haren 1819 - 1823 (Huguenin) met aanduiding Emdaborg en Lusthorst
Deel De eel elge elge geb biie ed d6
De D eel elg ge ebied biied b d5
De D ee ellge geb biie ed d3
Luchtfoto inpassing deelgebied 3, 5 en 6
9
gewaarborgd is. Uitgangspunt is dat door schaal- en maatverschillen in het glas, contrasten tussen de ruimtes ontstaan, die diverse invullingen toelaten.
1.5 Kwaliteitsteam De Bouwverordening schrijft de verplichting van een welstandsadvies voor, in dit geval van Libau. De beoordeling van bouwaanvragen kan echter worden gedelegeerd aan een andere toetsingscommissie, i.c. een “kwaliteitsteam”, door een gemandateerde vertegenwoordiger van de welstandscommissie te laten deelnemen in een dergelijk team. Een besluit of voor deelgebied 5 en 6 een kwaliteitsteam wordt opgericht en de samenstelling van dit beeldkwaliteitsteam zal door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Oostrand (Deelgebied 6)
Het kwaliteitsteam dient unaniem te besluiten. Indien dit niet mogelijk blijkt, dan wordt de betreffende aanvraag alsnog voorgelegd aan de welstandscommissie. Het advies van de welstandscommissie is in dat geval leidend. Dit advies gaat naar het college van B en W. Het college neemt vervolgens een besluit ten aanzien van het advies. De toetsing op de beeldkwaliteit van de bouwplannen zal op basis van indieningsdatum worden behandeld. De reeds beoordeelde plannen vormen voor de volgende bouwplannen het afstemmingskader voor de toetsing op de beeldkwaliteit. De welstandstoetsing kan een deel van de bebouwing in een straatwand betreffen, indien in deze straatwand sprake is van bouwplannen vanuit meerdere ontwikkelaars die niet gelijktijdig deze bouwplannen ontwikkelen. Om de gewenste beeldvariatie in de deelgebieden 5 en 6 ook daadwerkelijk te realiseren, moeten bij de toetsing op beeldkwaliteit steeds alle woningen in één straatwand van het betreffende bouwplan in hun geheel beoordeeld kunnen worden, en wel in twee varianten: de eerste variant is de basiswoning, de tweede is de basiswoningen met alle mogelijke opties. Hiermee is het gehele palet te doorgronden en kunnen alle tussenvarianten in de toetsing worden meegenomen. Dit is niet aan de orde bij de deelgebieden met vrije kavels, hierbij wordt elke woning afzonderlijk behandeld.
Oostrand (Deelgebied 5)
Westrand (Deelgebied 6)
1.6 Opbouw beeldkwaliteitplan In hoofdstuk 2 wordt gestart met een toelichting op de stedenbouwkundige opzet van het plangebied. De beeldkwaliteit voor de bebouwing wordt in hoofdstuk 3 beschreven. Per deelgebied zijn criteria opgenomen voor de beeldkwaliteitstoetsing. Westrand (Deelgebied 5)
10
Het lood (deelgebied 5 en 6)
Het glas (deelgebied 5 en 6)
+ Glas in lood: samenhang & variatie Het lood van de bestaande en nieuwe groenstructuren verbindt de Hondsrug met de openheid van het Hunzedal. Het glas van DG 5 is niet contrasterend, maar ligt in kleur dicht bij elkaar. Dit drukt de samenhang in het deelgebied uit met variatie per buurtje. DG 5 staat voor dorpse kleinschaligheid waarin zowel voor individualiteit en collectiviteit plaats is. De ambitie is een dorpse sfeer met wonen in overzichtelijke buurtjes. Het glas in DG 6 is per ‘‘kamer’’ gekleurd. Dit drukt variatiemogelijkheden tussen de kamers uit. DG 6 staat voor individualiteit in een groene rustige omgeving. De ambitie is gericht op ruim wonen binnen een groene intieme sfeer.
Deelgebied 5 (Esserbuurt)
Oosterweg (Het Boerenlint)
Noord Deelgebied 6 (Groene Kamers) Zuid
2. STEDENBOUWKUNDIGE OPZET 2.1 Stedenbouwkundig concept De ambitie om in Haren Noord groene woonbuurten te realiseren, wordt ook voor deelgebied 5 en 6 omarmd. De aanwezige groene kenmerken van de bestaande situatie zijn daarom als aanleiding gekozen voor zowel de stedenbouwkundige hoofdopzet als voor de verdere uitwerking in een voorbeeldverkaveling en de openbare ruimte. In de bestaande situatie bestaat deelgebied 5 uit open grasland. Vanaf de Oosterweg is tussen de woningen van het lint door, het open landschap zichtbaar. Opeenvolgend zijn het spoor, verschillende bosschages en in de verte de zone van het Winschoterdiep zichtbaar. De Grootslaan heeft een landelijk profiel met karakteristieke knotwilgenrijen aan weerszijden. Deelgebied 6 is een besloten gebied met grasvelden omzoomd door hoge houtwallen en jonge houtsingels. Het bebouwingslint langs de Oosterweg heeft een groen karakter met bomenrijen en groene voortuinen. In het stedenbouwkundig concept zijn deze kenmerken als volgt vertaald: - twee groenstroken voor een zichtrelatie tussen de Oosterweg en het open landschap; - een groene afscherming naar de Esserpolder; - een halfopen groene zone richting het open landschap; - voorkanten van de nieuwe buurt naar de Grootslaan; - het landelijke karakter van de Grootslaan behouden en inzetten als sfeermaker door beide deelgebieden vanaf deze laan te ontsluiten; - de groene kamers in deelgebied 6 als basis gebruiken voor een invulling met woongebiedjes; - de strook langs de Oosterweg invullen als bebouwingslint voor samenhang met de bestaande bebouwingstructuur;
Bestaande situatie
Het “Integraal Ontwikkelingsplan DHE” hanteert binnen HarenNoord voor alle ontwikkelingen het ‘Glas in Lood’ principe. Ook voor deelgebied 5 en 6 is dit principe uitgewerkt. Op de tekening is aangegeven wat het lood vormt. In de beeldkwaliteit van de openbare ruimte wordt ingegaan op de identiteit en vormgeving van het lood. Binnen het lood ontstaan helder begrensde ruimtes, te beschouwen als het glas binnen dit lood. Elk stuk glas krijgt een verschillende kleur (de woonsfeer). De beeldkwaliteit van het glas wordt zowel bepaald door de inrichting van de openbare ruimte als door de bebouwing.
Nieuwe situatie
11
12
VERKAVELINGSSUGGESTIE
Grootslaan Oosterweg: Het Boerenlint
Noord
Zuid
De inrichting van de ontmoetingsplekken zal worden geïnspireerd op de archeologische en cultuurhistorische waarden van dit gebied
13
2.2 Woonsferen Oosterweg: Het Boerenlint Zowel deelgebied 5 als 6 grenst deels aan de Oosterweg. Hier zal sprake zijn van een invulling met vooral vrijstaande woningen in een bebouwingslint. Om aan te sluiten bij de bestaande bebouwingsstructuur van het boerenlint zijn voornamelijk vrijstaande woningen met een landelijk karakter opgenomen. In aansluiting op de bestaande lintbebouwing zijn in deelgebied 6 ook enkele halfvrijstaande woningen in het ontwerp opgenomen. Dit deel vormt de overgang naar het noordelijker gelegen ‘Boerenlint’. Esserbuurt In dit gebied wordt een woonomgeving gecreëerd met een kleinschalig en dorps karakter. Een dorps karakter wordt gekenmerkt door een kleinschalige en een ogenschijnlijke organische groei en opbouw. Het kent daarnaast een sterke verweving met het landelijke gebied en een lage bebouwingsdichtheid met beperkte bouwhoogte. In sociaal opzicht kent het een hechte gemeenschap, waar mensen elkaar kennen en er sprake is van een zekere sociale controle. In de Esserbuurt wordt daarom ingezet op het vormgeven van eigen buurtjes binnen de wijk. Deze opzet is gekozen om een levendige buurt te creëren met pleintjes en plekken waar men elkaar kan ontmoeten en er ruimte is voor kinderen om te spelen. De woonbebouwing wordt op een dorpse, kleinschalige wijze gegroepeerd aan korte straten en rond groene hofjes. De brede groenstructuren maken de uitstraling van de wijk nog vriendelijker en zorgen tevens voor doorzichten richting het open landschap. In het midden van de wijk komt een groene ontmoetingsplek. Groene Kamers: noord en zuid Door de aanwezigheid van houtwallen heeft dit gebied een besloten, groene sfeer. De woningen bevinden zich in groene kamers die met elkaar worden verbonden door de interne ontsluiting. Tussen de kamers komt een variatie in sfeer door een verschil in stratenstructuur: in de noordelijke kamer een orthogonale structuur en in de zuidelijke kamer een structuur met gebogen straten. Dit versterkt de onderlinge herkenbaarheid en identiteit. In de twee grootste kamers komen centraal gelegen groene ontmoetingsplekken. Deze refereren qua locatie aan de voormalige Emdaborg en Lusthorst die verbonden waren met de Oosterweg. De inrichting van de ontmoetingsplekken (en wellicht meer onderdelen van de openbare ruimte) zal worden geïnspireerd op de archeologische en cultuurhistorische waarden van dit gebied.
14
“Populierenlaantje”: doorkijk vanuit de grote groene kamer (zuid) in deelgebied 6 naar de Oosterweg (Het Boerenlint)
15
Het populierenlaantje is geïntegreerd in het ontwerp (voorheen was dit een oude route naar de Lusthorst, tegenwoordig is deze route niet openbaar toegankelijk). De groene sfeer en korte straatjes creëren in dit deelgebied een groene woonsfeer waarbij privacy en rust voorop staan. Door het programmatische onderscheid van twee-onder-één-kapwoningen in de noordelijke en vrijstaande woningen in de zuidelijke kamers splitst dit beeldkwaliteitplan dit deelgebied in twee aparte woonsferen.
Bebouwing langs de Oosterweg (Boerenlint)
Rijwoningen (sociale huur): 59 Rijwoningen: 52 Halfvrijstaand geschakeld: 70 Halfvrijstaand los duur: 70 + 1 vrijstaand Halfvrijstaand los duur+ : 72 Vrije kavels: 41 + 4 halfvrijstaand ---------------------------------------------------------------------------- + Totaal aantal woningen: 369 + 1 kavel gemengde doeleinden (Rummerinkhof)
16
Grootslaan - ‘Wilgenlaantje’
17
18
WOONSFEREN
Het Boerenlint
Grootslaan
Noord
Het Boerenlint
Zuid
Rummerinkhof
3. BEELDKWALITEIT BEBOUWING 3.1 Samenhang en variatie op hoofdlijnen Het vormgeven van samenhang én variatie lijkt een tegenstrijdigheid. Toch is juist dit de karakteristiek voor het dorpse karakter die in dit beeldkwaliteitplan wordt nagestreefd. Per deelgebied wordt daarbij telkens naar het juiste evenwicht gezocht. Bij de ontwikkeling van deelgebied 5 en 6 wordt samenhang gecreëerd met de overige ontwikkelingen in Haren Noord door met de uitwerking van de ‘Oosterwegzone: Het Boerenlint’ aan te sluiten bij de uitwerking zoals die in deelgebied 3 is ingezet. Om van deelgebied 5 een samenhangende buurt te maken wordt een grote verwantschap in het bebouwingsbeeld nagestreefd op het niveau van het gehele deelgebied. Daartegenover staat variatie in de wijze van plaatsing van de woningen. Daarnaast is er ook kleinschalige variatie tussen woningen onderling om individualiteit tot uitdrukking te brengen. Bij elkaar is de doelstelling een dorpse, ontspannen buurtsfeer te creëren in overzichtelijke buurtjes. In deelgebied 6 worden de samenhang en variatie per “kamer” bepaald. De kamers kunnen onderling verschillen, omdat ze door het stevige lood van de houtwallen ruimtelijk gescheiden zijn. Binnen een kamer ligt de nadruk op individueel wonen met enige samenhang in het bebouwingsbeeld.
+ Het lood (deelgebied 5 en 6)
Het glas (deelgebied 5 en 6)
19
20
Gebied G Ge ebie ied ed A - H Het et Bo B Boerenlint oer oer er li
21
3.2 Oosterweg Gebied A: Het Boerenlint De Oosterweg is zowel een karakteristiek Harens lint als een landelijke weg in het “buitengebied” tussen Haren en Groningen. De weg heeft een smal profiel. Langs de Oosterweg staat bebouwing in een mix van vrijstaande woningen, twee-onder-een-kappers en plaatselijk wat grotere bebouwingselementen in de vorm van boerderijen. Vanwege deze landelijke sfeer is de Oosterweg het Boerenlint genoemd. Het bebouwingspatroon is zeer ruim van opzet en er zijn groene gebieden zoals de hockeyvelden en doorzichten naar het buitengebied. Het individuele karakter van de bebouwing vertaalt zich in het plangebied van Haren Noord in zowel deelgebied 3 (grotendeels gerealiseerd) als deelgebied 5 en 6 door een gevarieerd beeld, bestaande uit veelal grotere vrijstaande woningen op ruime kavels, met een wisselende rooilijn. De voortuinen zijn aanzienlijk omdat de bebouwing relatief ver van de weg ligt. Door de aanwezige boombeplanting, grote kavels en de ruime afstand van de bebouwing tot aan de weg ontstaat er een groen beeld. Dit beeld wordt versterkt door de bepaling dat de garages onderdeel moeten zijn van het hoofdgebouw of los achter de achtergevel moeten zijn gesitueerd. Duikerbruggetjes of een duikerdam over de sloot langs de weg markeren de toegang tot het perceel. Bestaande bomen op eigen grond in de zone langs de sloot hebben veelal een beschermde status en zullen worden gehandhaafd om het groene informele karakter van de omgeving te versterken. Ook bomen die ‘midden’ op de kavels staan zijn waardevol (hoewel niet beschermd) en worden bij voorkeur ingepast in het kavelontwerp. Verbindend element tussen de woningen is de kapvorm. De vrijstaande woningen worden allemaal uitgevoerd met een zadeldak, waarbij de noklijn haaks op de Oosterweg is. De twee-onder-een-kappers krijgen een samengesteld dak met de noklijn parallel aan de Oosterweg, met ondergeschikte dwarsnokken. De woningen aan de Oosterweg onderscheiden zich van de woningen in de andere delen van deelgebied 5 en 6. Dit geeft de uitdagende mogelijkheid om met modernere, eigentijdse architectuur vorm te geven aan het eenvoudige, landelijke en warme beeld, dat eigen is aan de Oosterweg.
A
A
Gebied A: Het Boerenlint
Vrijstaande woning
Twee-onder-een-kappers
22
A
A
KLEURSTELLING BAKSTEEN EN DAKKLEUR Deelgebiedgrens Variatie in kleurstellingen dakpannen/riet
Variatie in kleurstellingen gevels
Voorbeeldverdeling van gevel- en dakkleur
23
Kenmerkend aan het boerenlint is dat elke woning verschillend is. Er mogen dan ook geen identieke woningen worden gebouwd. Zogenaamde cataloguswoningen worden uitgesloten. Er zal gebruik gemaakt moeten worden van een geregistreerde architect uit het architectenregister. Het boerenlint maakt zowel onderdeel uit van deelgebied 5 als deelgebied 6. De criteria voor het lint in beide gebieden is gelijk. Door het toestaan van de toevoeging van een witte kleurstelling bij de bebouwing in deelgebied 6, in aansluiting op witte woningen aan de Oosterweg ten zuiden van het plangebied, wordt de overgang richting de bestaande bebouwing in het dorp vormgegeven.
Éénstijlige Meidoorn
ERFAFSCHEIDINGEN In de openbare ruimte: Afschermende houtsingels (bestaand) Hoge hagen langs zijtuinen (meidoorn) Op particulier erven: Hoge hagen (meidoorn) Hoge hagen in zijtuin (haagbeuk)
Haagbeuk
24
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED A BELEIDSINTENTIES
Het boerenlint heeft een groen en landelijk beeld. Het profiel van de weg is smal. Het bebouwingspatroon is ruim van opzet en bestaat uit een mix van vrijstaande woningen en twee-onder-één-kapwoningen en het verbindende element is de kapvorm. Uidagende en eigentijdse architectuur met een warm beeld.
STRAAT
-
De woningen in het lint zijn uniek Bomen: bestaande bomen langs Oosterweg zijn beschermd
VRIJSTAAND PLAATSING
-
Parkeren: 2 parkeerplaatsen, op eigen kavel
HOOFDVORM
-
Hoofdvorm is enkelvoudig 1 tot 2 bouwlagen met kap De hoofdrichting is haaks op de Oosterweg Eenvoudige kapvorm; zadeldak Garages en bijgebouwen: -
AANZICHT
OPMAAK
-
Garages en bijgebouwen afgedekt met kap Garages zijn onderdeel van de architectuur en het hoofdvoulume, of worden vrijstaand gebouwd
-
De woningen dienen onder een bij de Stichting Bureau Architectenregister geregistreerde architect te worden gerealiseerd. De gevels gericht op de Oosterweg zijn representatief
-
Gevelmaterialisering: -
Hoofdmateriaal is handvorm baksteen of hout met ondergeschikte toepassingen van andere materialen De kleurtoepassing is variabel, uitgaande van aardkleuren of wit gekeimd baksteen Geen felle of schreeuwerige kleuren Fijnschalige detaillering die de hoofdvorm ondersteund
-
Dakbedekking:
-
Hagen:
-
Riet of donkere pannen (niet glimmend) 5 planten per strekkende meter; aanplanthoogte: lage haag 0,6 meter / hoge haag 1,5 meter (zie schema erfafscheidingen)
OVERWEGINGEN -
De plaatsing op de kavel is met inachtneming van de voorgeschreven minimumafstand zo dicht mogelijk tegen de noordelijke perceelgrens vanwege de passieve zonbenutting Bomen: enkele bestaande bomen op de kavels zijn waardevol maar niet beschermd; het is wenselijk deze in te passen in het ontwerp Het kwaliteitsteam kan afwijken van de beschreven eisen indien het ontwerp van bovengemiddelde architectonische kwaliteit is en binnen de stedenbouwkundige context passend is
25
TWEE ONDER ÉÉN KAP -
Parkeren: 2 parkeerplaatsen, op eigen kavel
-
Hoofdvorm is geleed 1 tot 2 bouwlagen met kap Een samengesteld dak met noklijn parallel aan de Oosterweg en ondergeschikte dwarsnokken Geen plat of afgeknot dak Garages en bijgebouwen: -
-
Bijgebouwen zijn ondergeschikt Garages en bijgebouwen afgedekt met kap Garages zijn onderdeel van de architectuur en het hoofdvoulume, of worden vrijstaand gebouwd
-
De woningen dienen onder een bij de Stichting Bureau Architectenregister geregistreerde architect te worden gerealiseerd Één architect per twee-onder-één-kapwoning De gevels gericht op de Oosterweg zijn representatief Per blok een samenhangend gevelbeeld met een individuele herkenbaarheid per woning
-
Gevelmaterialisering: -
Hoofdmateriaal is handvorm baksteen of hout met ondergeschikte toepassingen van andere materialen De kleurtoepassing is variabel, uitgaande van aardkleuren of witgeschilderd baksteen Geen felle of schreeuwerige kleuren Fijnschalige detaillering die de hoofdvorm ondersteund
-
Dakbedekking:
-
Hagen:
-
Riet of donkere pannen (niet glimmend) 5 planten per strekkende meter; aanplanthoogte: lage haag 0,6 meter / hoge haag 1,5 meter
26
voorbeeld bebouwing met witgekeimde gevelsteen
voorbeeld bebouwing met houten gevelbekleding
voorbeeld bebouwing met bonte gevelsteen in aardkleuren
A
alle voorbeelden betreffen bestaande panden aan de Oosterweg
voorbeeld bebouwing in het boerenlint met donkere pan
voorbeeld bebouwing met rieten kap en donkere gevelsteen
voorbeeld bebouwing met landelijke uitstraling
27
twee-onder-één kapwoning aan de Oosterweg
28
Hofje
Hofje
Wadi
-E Ess ssse ss se errb erb e b Wadi
Hofje
Hofje
29
3.3 Deelgebied 5 - Esserbuurt Gebied B: Esserbuurt Het karakter van deelgebied 5 is dorps. De sfeer die daarbij wordt nagestreefd is dat mensen zich verbonden voelen met hun buurt, wat tot uiting komt in de behoefte aan ontmoeting in de openbare ruimte. De openbare ruimte is een wezenlijk onderdeel van hun dagelijkse gebruiksruimte: voor een wandeling, het spel van de kinderen en de jaarlijkse buurtbarbecue.
B
In navolging van dit algemene karakter van deelgebied 5 is de openbare ruimte los van opzet. De beplanting in de openbare ruimte heeft een natuurlijke uitstraling en kan vrij en los groeien. De wegen hebben een warm karakter en de inrichtingselementen in het groen nodigen uit tot gebruik. De bebouwing is ontspannen gepositioneerd. De rooilijn is wisselend: dichter of verder van de weg, recht, gebogen of gestaffeld. De woningen zijn, hoewel in beeldtaal aan elkaar verwant, onderscheidend van elkaar. De kleinschaligheid in de architectuur van de woning en het gevelbeeld van de onderscheiden gebouwen zorgen in combinatie met de stedenbouwkundige compositie van de straat voor het karakter van het groene tuindorp. Deelgebied 5 kent een opdeling in drie buurtjes (glaskleurfamilie): een buurtje ten noorden en ten zuiden van de wadi’s en een buurtje gelegen tussen beide wadi’s als overgang tussen beide buurten. Elk buurtje kent een eigen “glaskleurfamilie” met een eigen baksteen en onderling subtiele verschillen door ontwerpvariatie en door een specifiek kleurenpalet per straat of hofje.
Gebied B: Esserbuurt
Vrijstaande woning
Voor de beoordeling van bouwplannen op beeldkwaliteit zijn toetsingstabellen opgesteld. Daarin zijn voor deelgebied 5 toetsingscriteria voor vrijstaande woningen, twee-onder-éénkapwoningen en rijwoningen opgenomen. Twee-onder-een-kappers
Variatie in de wijk en binnen de buurtjes draagt bij aan een herkenbare ‘eigen’ woonomgeving en zo aan een dorpse beleving. De individualiteit wordt door de architecten ontworpen en wordt aangevuld met “spontane” variatie door wensen van kopers (opties gekozen door de bewoners). Zo wordt ruimte geboden voor een meer spontane dorpsheid met “toevallige” variatie. Rijwoningen met verspringingen
30
ERFAFSCHEIDINGEN In de openbare ruimte: Afschermende houtsingels Hoge hagen langs zijtuinen (meidoorn) Op particulier erven: Hoge hagen (meidoorn) Lage hagen (meidoorn) Lage afscheidingen in voortuin: vrije invulling Begroeide schermen in zij- en achtertuin Begroeide schermen in combinatie met bergingen en opstelpla
Meidoorn
Begroeide schermen
Gebouwde afscheiding
Gebouwde erfafscheiding i.v.m. poortwerking - deels groen
Maquette: Deelgebied 5 - De Esserbuurt
32
B
Toedeling van kleurstelling 2e gevelmateriaal per straat/hofje; toepassing van kleurnuances is indicatief
“Bij de gemeente Haren is een voorbeeldbemonstering aanwezig van de voorgeschreven materialen. Kleurstellingen en materialen worden getoetst aan deze voorbeeldbemonstering.’’
KLEURSTELLING BAKSTEEN EN 2E GEVELMATERIAAL Deelgebiedgrens Donkerrode gevelsteen I Rode bonte gevelsteen II Rode gevelsteen III 2e gevelmateriaal met aanduiding kleur
33
De basis voor de materialisering is de specifieke rode baksteen (behorende bij het buurtje) met daarbij een tweede gevelmateriaal: (houten) planken in een tint uit het specifieke kleurenpalet behorende bij de straat of het hofje. Per woning dient m.b.t. het tweede gevelmateriaal een andere kleurnuance te worden gebruikt en maximaal twee blokken met dezelfde kleursamenstellling naast elkaar. Bij de rijwoningen kan per woning of per twee woningen een tint uit het kleurenpallet worden toegepast.
Voorbeeld toepassing kleurenpalet en doorbreking horizontale belijning binnen het blok en tussen blokken bij twee onder één kap
Voorbeeld toepassing kleurenpalet en doorbreking horizontale belijning binnen het blok en tussen blokken bij rijwoningen
I. Donkerrode baksteen
II. Rode bonte baksteen
Kleurenpalet 2e gevelmateriaal
III. Rode baksteen
34
B
LOCATIESPECIFIEKE EISEN Deelgebiedgrens Accentgevels noordrand Accentgevels oostrand Blikvangend hoekpunt Zijgevels met specifieke eisen (zie tabel toetsingscriteria) Zijgevels met specifieke eisen (zie tabel toetsingscriteria) Zijgevels met specifieke eisen (zie tabel toetsingscriteria) Poortwerking
35
Bij de toetsing van de beeldkwaliteit is het evenwicht tussen dorpse samenhang en dorpse variatie binnen de buurtjes een belangrijk thema. Wel familie, maar geen “eenheidsworst. Belangrijk is dat de individuele woningen herkenbaar zijn en er architectonische variatie in de straatwand aanwezig is. Dit wordt bereikt door dominante, doorlopende horizontale lijnen te doorbreken. De zijgevels die in het zicht vallen dragen sterk bij aan de beleving van de buurt. Daarom zijn voor deze zijgevels specifieke eisen gesteld, afgestemd op de gewenste uitstraling per locatie.
Verlaging dak- en goothoogte op tenminste 50% van de zijgevel (oranje en groen)
Horizontaal opdelen zijgevelvlak in donkere accentkleur boven en rustige kleur baksteen beneden (groen)
Verschillende typen
Verlagen goothoogte van de
dakvormen en goot-
zijgevel (paars)
hoogtes zijn mogelijk. Bij deze voorbeelden is rekening gehouden Individuele uitstraling door het
met voldoende ruimte
toevoegen van extra elementen
voor zonnepanelen op
(optioneel)
het zuiden (achterste dakvlak)
36
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED B BELEIDSINTENTIES
Een dorpse buurt met evenwichttussen samenhang en variatie binnen de buurtjes. Herkenbaarheid van de indiviuele woning en architectonische variatie in het straatbeeld enerzijds leiden tot dorpse kleinschaligheid. Herkenbaarheid van de glaskleur leidt tot rust en samenhang.
BUURT
-
Samenhang door gebruik van één kleur baksteen (gevelsteen I, II en III) Samenhang door toepassing van tweede materiaal volgens kleurenreeks
STRAAT
-
De woningen in één straatwand vormen een architectonische familie Bij meerdere rijwoningen in één straatwand mag geen repetitie van blokken ontstaan
TWEE ONDER ÉÉN KAP + VRIJSTAAND PLAATSING
-
Parkeren: 2 parkeerplaatsen, op eigen kavel (garage minimaal 11 meter van erfgrens zodat twee auto’s achter elkaar kunnen worden geparkeerd.; bij brede kavels waar voldoende ruimte is voor twee auto’s voor de garage naast elkaar, kunnen de garages naar voren worden geplaatst)
HOOFDVORM
-
De hoofdvorm is vrij 1 tot 2 bouwlagen met kap Nokrichting vrij
AANZICHT
-
Twee-onder-één-kapwoningen: -
-
Vrijstaande woningen: -
OPMAAK
-
-
-
Geen horizontale lijnen in het blok Geen horizontale lijnen tussen de blokken Kleinschalige variatie door individuele woonwensen met behoud van samenhang Geen horizontale lijnen met naastliggende woning (eerste woning is bepalend)
Hoofdmateriaal handvorm baksteen, kleur baksteen per buurt (toetssteen) Toepassing tweede gevelmateriaal, hout/houtlook materiaal in plankformaat met een kleurenreeks per buurt (20% tot 40% van de gevels) aan het bovenste deel van de gevels Per woning dient m.b.t. het tweede gevelmateriaal een andere kleurnuance te worden gebruikt en maximaal twee blokken met dezelfde kleursamenstellling naast elkaar. Dakbedekking pannen antraciet (niet glimmend) (toetsdakpan) Hagen: 5 planten per strekkende meter: aanplanthoogte: lage haag 0,6 meter / hoge haag 1,5 meter (zie schema erfafscheidingen)
37
RIJWONINGEN -
Parkeren: Parkeren in parkeerkoffers en vakken of in de achtertuin
-
De hoofdvorm is vrij 1 tot 2 bouwlagen met kap Nokrichting parallel aan de straat
-
Geen horizontale lijnen in het blok over meer dan twee woningen
-
Hoofdmateriaal handvorm baksteen, kleur baksteen per buurt (toetssteen) Toepassing tweede gevelmateriaal, hout/houtlook materiaal in plankformaat met een kleurenreeks per buurt (20% tot 40% van de gevels) aan het bovenste van de gevels Per woning dient m.b.t. het tweede gevelmateriaal een andere kleurnuance te worden gebruikt, als uitzondering kan per maximaal twee naast elkaar gelegen woningen dezelfde kleurnuance worden toegepast (zie kleurenpalet) Dakbedekking pannen antraciet (niet glimmend) (toetsdakpan) Hagen: 5 planten per strekkende meter; aanplanthoogte: lage haag 0,6 meter / hoge haag 1,5 meter (zie schema erfafscheidingen)
-
-
38
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED B (VERVOLG) TWEE ONDER ÉÉN KAP + VRIJSTAAND LOCATIESPECIFIEKE RICHTLIJNEN
-
Achtergevels aan de noordrand (groene lijn in schema): landelijke rustige uitstraling, door toepassing langskap en door rustige kleurstelling van de achter- en zijgevels
-
Blikvangend hoekpunt (ster in schema): overhoeks vormgeven met twee gelijkwaardige “voorgevels”. In beide gevels ramen en de topgevel mag hier opvallen en “groot” lijken
-
Zijgevels (oranje woningen in schema): zijgevels met dorpse, kleinschalige uitstraling, door verlagen dak en gootlijn op min. 50% van zijgevellengte naar 1 bouwlaag. Overig deel van de zijgevel uitvoeren in voorgevelmaterialen, ontwerp met overhoekse uitstraling met ramen en eventueel deuren
-
Zijgevels (groene woningen in schema): zijgevels een dorpse en rustige uitstraling geven door verlagen dak en gootlijn op min. 50% van zijgevellengte naar 1 bouwlaag. Of horizontaal opdelen gevelvlak in donkere bovenkant (de donkere tinten van de accentkleur; deze mogen hier meer dan 40% van het gesloten gevelvlak zijn) en onderkant in rustige kleurstelling (van baksteen). Ontwerp met overhoekse uitstraling. In de zijgevel, met name op de verdieping, zijn ramen gewenst waar dit mogelijk is zonder aantasting van de privacy van aanliggende tuinen
-
Erfscheidingen met “poortwerking” ( rode cirkel in schema): Aan beide zijden een vormvaste erfafscheiding realiseren, die mee ontworpen is met de woning. Een vast kader van baksteen met begroeibare roosters erin
OVERWEGINGEN -
-
Speel met elementen die door plastiek en reliëf een dorps karakter toevoegen aan de bebouwing (bijvoorbeeld verspringingen in goothoogtes, overstekende dakranden, visuele verlagingen van de gootlijn, plastiek door één-, tot tweelaagse uitbouwen, dakkapellen en dwarsnokken in dakvlakken Het kwaliteitsteam kan afwijken van de beschreven eisen indien het ontwerp van bovengemiddelde architectonische kwaliteit is en binnen de stedenbouwkundige context passend is
39
RIJWONINGEN -
Creëren van een kleinschalige dorpse uitstraling (paarse woningen en paarse lijn in schema): -
Bij zijgevels: een lage gootlijn toepassen en daarnaast plaatsing van ramen en eventueel deuren in de zijgevel Bij gevels: door bij een deel van de gevels een lage gootlijn toe te passen, zie voor maatvoering bestemmingsplan
-
Zijgevels (oranje woningen in schema): zijgevels met dorpse, kleinschalige uitstraling, door verlagen dak en gootlijn op min. 50% van zijgevellengte naar 1 bouwlaag. Overig deel van de zijgevel uitvoeren in voorgevelmaterialen, ontwerp met overhoekse uitstraling met ramen en eventueel deuren
-
Zijgevels (groene woningen in schema): zijgevels een dorpse en rustige uitstraling geven door verlagen dak en gootlijn op min. 50% van zijgevellengte naar 1 bouwlaag. Of horizontaal opdelen gevelvlak in donkere bovenkant (de donkere tinten van de accentkleur; deze mogen hier meer dan 40% van het gesloten gevelvlak zijn) en onderkant in rustige kleurstelling (van baksteen). Ontwerp met overhoekse uitstraling. In de zijgevel, met name op de verdieping, zijn ramen gewenst waar dit mogelijk is zonder aantasting van de privacy van aanliggende tuinen.
voorbeeld horizontale opdeling in zijgevelvlak door accentkleur
voorbeeld horizontale opdeling door toepassing plankmateriaal in accentkleur
voorbeeld verlagen dak- en gootlijn van de zijgevel
voorbeeld individualiteit van twee woningen onder één kap
B voorbeeld toepassing wit keimwerk
voorbeeld overhoeks ontwerp
voorbeeld individualiteit binnen de rij
B variatie in het gevelvlak met wisslende goothoogte
voorbeeld verlagen dak en gootlijn
voorbeeld verlagen dak- en gootlijn en variatie in gevelvlak
voorbeeld verlagen dak- en gootlijn met toepassing tweede materiaal
voorbeeld verlagen dak- en gootlijn in zijgevel met overhoekse uitstraling
42
Ge e No No
mmerinkhof me
43
3.4 Deelgebied 6 - Groene Kamers Gebied C: Groene Kamers - Noord Gebied D: Groene Kamers - Zuid Gebied E: Rummerinkhof Het karakter van deelgebied 6 is dat van het villadorp. De dorpse samenhang en collectiviteit nemen in dit deelgebied slechts een bescheiden plaats in. De nadruk ligt op variatie en individualiteit. Variatie is een wezenlijk onderdeel van de karakteristieke bebouwing van Haren langs de linten en in sommige woonbuurten. De openbare ruimte is daarbij onderdeel van het decor waarin gewoond wordt in plaats van de plek van handeling. De inrichting van de openbare ruimte ondersteunt het exclusieve karakter van het wonen. Als gevolg van dit karakter is de beplanting meer gecultiveerd dan in deelgebied 5. Hagen en geschoren gras vormen het intermediair tussen de landschappelijke elementen (houtwallen en singels) en de privétuinen. Binnen deelgebied 6 is onderscheid te maken tussen het noordelijke deel dat een iets extraverter karakter heeft en het zuidelijke deel dat een introvert karakter heeft. Dit onderscheid ontstaat onder meer door het gebruik van respectievelijk hoge en lage hagen. Een duidelijk verschil tussen de onderlinge woningen onderstreept het individuele dat het villadorp eigen is. Bij de projectmatige ontwikkeling gebeurt dit door maximalisering van individuele keuzes. Bij de vrije kavels ontstaat deze individualiteit vanzelf door de particuliere ontwikkeling per kavel. De kavel aan de zuidzijde van deelgebied 6 ligt aan de Rummerinkhof. De Rummerinkhof is een gebied met gemengde bestemmingen zoals scholen en bedrijven. In aansluiting hierop krijgt deze kavel een bestemming gemengd.
C D
E Gebied C: Groene kamers - Noord Gebied D: Groene kamers - Zuid Gebied E: Rummerinkhof
44
ERFAFSCHEIDINGEN In de openbare ruimte: Afschermende houtsingels Hoge hagen langs particuliere zijtuinen (haagbeuk) Op particulier erven: Hoge hagen in voor- en zijtuin (haagbeuk) Lage hagen in voortuin (haagbeuk)
Haagbeuk
Bestaande houtsingels in deelgebied 6
Maquette: Deelgebied 6 - Groene Kamers
46
KLEURSTELLING BAKSTEEN EN DAKKLEUR Deelgebiedgrens Palet handvorm baksteen
Variatie kleurstelling dakpannen
C “Bij de gemeente Haren is een voorbeeldbemonstering aanwezig van de voorgeschreven materialen. Kleurstellingen en materialen worden getoetst aan deze voorbeeldbemonstering.’’ Voorbeeldverdeling van gevel- en dakkleur
Verlaging dak- en goothoogte op tenminste 50% van de zijgevel (oranje)
LOCATIESPECIFIEKE EISEN Deelgebiedgrens Zijgevels met specifieke eisen (zie tabel toetsingscriteria)
C
47
3.4.1
Gebied C: Groene Kamers - Noord
Bij de projectmatige ontwikkeling van deze kamers wordt de ambitie voor de individualiteit van de woningen die een villadorp eigen is, gerealiseerd door maximalisering van individuele keuzes binnen de projectmatige mogelijkheden. De strategie kan hierin grotendeels “spontaan” (als opties gekozen door de bewoners) ontstaan. De individualiteit komt ook tot uiting door variatie in materiaal- en kleurgebruik. Voor deze twee-onder-één-kapwoningen wordt verplicht gesteld dat de linker- en rechterwoning verschillend zijn. Enige samenhang is nodig voor ruimtelijke kwaliteit. Dit wordt in de bovenste kamers verkregen door een losse verwantschap in de architectuur. Ondanks de verschillende gevelontwerpen, waarin veel ruimte is voor variatie, wordt per “glaskleur” in de vormgeving van de woningen gezocht naar enige architectonische samenhang. Voor de kleurstellingen van de gevels is een palet bepaald. Daarnaast krijgen de woningen in de grote kamer dakpannen in donkere kleurstelling en in de kleine kamer rode dakpannen.
C
Gebied C: Groene kamers - Noord
Verschillende typen dakvormen en goothoogtes zijn mogelijk in Groene Kamers Kleurenpalet gevelsteen Groene Kamers - Noord
Noord
48
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED C BELEIDSINTENTIES
Het karakter van een villadorp, een meer exclusief karakter dat meer gericht is op individualiteit dan op collectiviteit. Kenmerkend voor deze groene kamers is de variatie in bebouwing, die ontstaat door variatie in de woningontwerpen en invloed van bewonerskeuzes
STRAAT
-
De woningen in één straatwand hebben duidelijke ontwerpverschillen met slecht een losse samenhang in architectuur Geen identieke blokjes twee-onder-één-kapwoningen, wat gevelbeeld betreft, in dezelfde straat Variatie door toepassing verschillende kleuren baksteen uit kleurenpalet
TWEE ONDER ÉÉN KAP PLAATSING
-
Parkeren: 2 parkeerplaatsen, op eigen kavel (garage minimaal 11 meter van erfgrens zodat twee auto’s achter elkaar kunnen worden geparkeerd.; bij brede kavels waar voldoende ruimte is voor twee auto’s voor de garage naast elkaar, kunnen de garages naar voren worden geplaatst)
HOOFDVORM
-
De hoofdvorm is vrij 1 tot 2 bouwlagen met kap Nokrichting is vrij
AANZICHT
-
Er is altijd een duidelijk verschil tussen de linker- en rechterwoning Variatie door individuele woonwensen Geen dominante horizontale lijnen in het blok Geen horizontale lijnen tussen de blokken
OPMAAK
-
Hoofdmateriaal baksteen uit kleurenpalet minimaal 50% van de gevel Bij toepassing meerdere gevelmaterialen: hout (houtlook), stucwerk of keimwerk (geen beplatingen of metaal) De kleurstelling is vrij; geen wit, felle of schreeuwerige kleuren. Duidelijk verschil tussen de linker- en de rechterwoning bij tweeonder-één-kapwoningen in:
-
-
-
Dakbedekking: -
-
Kleurstelling baksteen Kleurstelling overige hoofdmaterialen gevel Grote kamer: donkere tinten pannen (niet glimmend) Kleine kamer: rode tinten pannen Zelfde kleurstelling per twee-onder-één-kapwoning
Hagen: -
5 planten per strekkende meter; aanplanthoogte: lage haag 0,6 meter / hoge haag 1,5 meter
49
C
voorbeeld twee onder één kap met verschillende kleurstelling gevelsteen
voorbeeld twee onder één kap met verschillende nokrichting
voorbeeld twee onder één kap
voorbeeld twee onder één kap
voorbeeld twee onder één kap
met verschillende gevelontwerpen en nokrichting
met verschillende nokrichting
met hoogteverschil
LOCATIESPECIFIEKE RICHTLIJNEN
-
Zijgevels (oranje woningen in schema): zijgevels met dorpse, kleinschalige uitstraling, door verlagen dak en gootlijn op min. 50% van zijgevellengte naar 1 bouwlaag. Overig deel van de zijgevel uitvoeren in voorgevelmaterialen, ontwerp met overhoekse uitstraling met ramen en eventueel deuren
OVERWEGINGEN -
-
Variatie in de ontwerpen met elementen die door plastiek en reliëf een individueel karakter toevoegen aan de bebouwing (b.v. verschillende dakrichringen, dakvormen, verspringingen in gevels en rooilijnen, verspringingen in goothoogtes, overstekende dakranden, visuele verlagingen van de gootlijn, plastiek door één- tot tweelaagse uitbouwen al dan niet met schuine afdekking, dakkapellen en dwarsnokken) Het kwaliteitsteam kan afwijken van de beschreven eisen indien het ontwerp van bovengemiddelde architectonische kwaliteit is en binnen de stedenbouwkundige context passend is
50
KLEURSTELLING BAKSTEEN EN DAKKLEUR Deelgebiedgrens Grote variatie in kleurstellingen gevels
D “Bij de gemeente Haren is een voorbeeldbemonstering aanwezig van de voorgeschreven materialen. Kleurstellingen en materialen worden getoetst aan deze voorbeeldbemonstering.’’ Voorbeeldverdeling van gevel- en dakkleur
D
LOCATIESPECIFIEKE EISEN Deelgebiedgrens Woning met specifieke eisen
51
3.4.2
Gebied D: Groene Kamers - Zuid
Het karakter van een villadorp met variatie en individualiteit van de bebouwing ontstaan in deze kamers vanzelf door de particuliere ontwikkeling van de vrije kavels. Verder is er veel variatie met grote vrijheid van architectuurstijlen, materiaalgebruik en kleurstellingen mogelijk. In de meest zuidelijke, solitair gelegen kamer kunnen ook woningen met een plat dak worden gerealiseerd, met een nog grotere verscheidenheid aan materialen. In deze kamers met vrije kavels zit de samenhang in de groenbeleving en de hoge hagen ook aan de voorzijde van de kavels. Daarnaast ontstaat enige samenhang door de verplichting woningen met een kap te realiseren met dakpannen of riet, in een donkere kleurstelling.
D
Gebied D: Groene kamers - Zuid
Voorbeelduitwerking Groene Kamers - Zuid die de mogelijkheden voor variatie van de hoofdvorm van vrijstaande woningen toont.
52
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED D BELEIDSINTENTIES
Het karakter van het villadorp, een meer exclusief karakter dat meer gericht is op individualiteit dan op collectiviteit. Kenmerkend voor deze groene kamers is de variatie in bebouwing, die vanzelf ontstaat door de ontwikkeling van vrije kavels.
STRAAT
Spontane dorpsheid door toevallige variatie. Samenhang in groenbeleving door hoge hagen aan voorzijde van de kavels en dakbedekking in donkere kleurstelling of riet.
VRIJSTAAND PLAATSING
-
Parkeren: -
HOOFDVORM
-
2 parkeerplaatsen, op eigen kavel
-
De hoofdvorm is vrij Grote kamer: 1 tot 2 bouwlagen met kap (geen afgeknot schildak) Kleine kamer: 1 tot 2 bouwlagen met kap of plat (geen afgeknot schildak) Nokrichting is vrij
AANZICHT
-
Vrij
OPMAAK
-
Gevelmaterialisering: -
-
Dakbedekking:
-
Hagen:
-
LOCATIESPECIFIEKE RICHTLIJNEN
Grote kamer: baksteen, natuursteen, hout (houtlook) en stucwerk (geen beplatingen of metaal) Kleine kamer: vrij De kleurtoepassing is vrij, geen felle of schreeuwerige kleuren Fijnschalige detaillering die de hoofdvorm ondersteund
-
Riet of donkere pannen (niet glimmend) 5 planten per strekkende meter, aanplanthoogte: 1,5 meter
Gevels op 1e verdieping of topgevels (blauwe woningen in schema): gevels richten op de groene plek. In het ontwerp op de 1e verdieping of in topgevels ramen.
OVERWEGINGEN -
Het kwaliteitsteam kan afwijken van de beschreven eisen indien het ontwerp van bovengemiddelde architectonische kwaliteit is en binnen de stedenbouwkundige context passend is
voorbeeld vrijstaande woning met een pannendak
voorbeeld vrijstaande woning met een rieten kap
voorbeeld vrijstaande woning met metselwerk en lessenaarsdak
voorbeeld vrijstaande woning met bijzondere kapvorm
voorbeeld vrijstaande houten woning met een lessenaarsdak
D voorbeeld vrijstaande woning met samengestelde kap
54
F
55
3.4.3
Gebied E: Rummerinkhof
Deze kavel is onderdeel van deelgebied 6 en ligt aan de Rummerinkhof. De Rummerinkhof is een gebied met gemengde bestemmingen zoals scholen en bedrijven, dat gekenmerkt wordt door een grote variatie aan bebouwing en architectuurstijlen. Elk gebouw kent haar eigen expressie en verschilt van de naastgelegen bebouwing. Het gebied is opgedeeld in een aantal groene kamers begrensd door flinke houtwallen en kent een naar binnen gerichte oriëntatie. De betreffende kavel wordt via de Rummerinkhof ontsloten. De nieuwe bebouwing ligt solitair in een eigen groene kamer. In aansluiting op de andere bebouwing in dit gebied heeft de kavel een gemengde bestemming. Het wijkt daarmee af van de bebouwing in de Groene Kamers - Zuid. Een bestemmingswijziging naar wonen is onder voorwaarden toegestaan. Zoals eerder aangegeven is de bebouwingskarakteristiek van de bestaande bebouwing in de Rummerinkhof zeer gevarieerd, met een vrije positionering op de kavel en grote onderlinge verschillen in materiaalgebruik. Door met de beeldkwaliteitcriteria hierbij aan te sluiten komt de overgang naar het dorp op een natuurlijke manier tot stand.
E
Groene Kamers - Zuid
Gebied G Geb bie E - R Rummerinkhof umme m nkh nkho hof
Kleinschalige bedrijvigheid, kantoren en zakelijke dienstverlening mogelijk
56
TABEL TOETSINGSCRITERIA GEBIED E BELEIDSINTENTIES
De Rummerinkhof wordt gekenmerkt door gemengde bebouwing zoals scholen en bedrijven met elk een eigen gevelbeeld.
VRIJSTAAND PLAATSING
-
Parkeren: -
Voldoende parkeerplaatsen voor de betreffende functie op eigen kavel
HOOFDVORM
-
De hoofdvorm is vrij 1 tot 2 bouwlagen met kap of plat Nokrichting is vrij
AANZICHT
-
Vrij
OPMAAK
-
Gevelmaterialisering en kleurstelling is varialbel; geen beplatingen of metaal en geen witte, felle of schreeuweringe kleuren
-
Dakbedekking: -
Donkere pannen (niet glimmend)
ontsluitingsweg (tevens doorgaande fietsroute) Rummerinkhof
woon- en werkgebouw vormen een duo
E
gebouw met rode gevelsteen en speelse uitstraling
werken in combinatie met traditioneel wonen
voorbeeld modern werkgebouw
woon-werkgebouw met samengestelde kap
BIJLAGE kaart: extra kavels aan de Oosterweg - Het Boerenlint
KAART: EXTRA KAVELS AAN DE OOSTERWEG
-
HET BOERENLINT WOONSFEREN
*
* Het Boerenlint
Noord
Zuid
Rummerinkhof
*
extra kavels die vallen onder de beeldkwaliteitcriteria van Het Boerenlint
Stedenbouw Landschap Bestemmingsplannen Ruimtelijke ordening Advies in huis
WWW.HKBS.NL
Vestiging Groningen Zuiderpark 21 9724 AH Groningen T 050 318 31 00 E
[email protected] Vestiging Rotterdam Westblaak 51 3012 KD Rotterdam T 010 436 62 60 E
[email protected]