GROENBOEK OVER EEN EFFICIËNTERE TENUITVOERLEGGING VAN RECHTERLIJKE BESLISSINGEN IN DE EUROPESE UNIE: BESLAG OP BANKREKENINGEN
Commentaar van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders te Nederland
1. Inleiding
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (Nederland) heeft het “Groenboek over een efficientere tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in de Europese Unie: beslag op bankrekeningen” (hierna het Groenboek) met belangstelling gelezen. Zij is verheugd met het idee van de Commissie om ten aanzien van een dergelijke procedure de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om opmerkingen te maken. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders in Nederland (hierna de KBvG) wil graag van deze mogelijkheid gebruik maken. De KBvG is eveneens lid van de Union Internationale des Huissiers de Justice et des officiers judiciaires (UIHJ) te Parijs (hierna de Union). De Union heeft eveneens een rapport uitgebracht betreffende het groenboek. De KBvG ondersteunt de uitkomsten van dit rapport ten volle. Niettemin achtte zij het belangrijk dat ook de specifieke situatie in Nederland bij Uw Commissie onder de aandacht werd gebracht. Naast de door de Commissie gestelde vragen heeft de KBvG nog enige opmerkingen betreffende het groenboek. De KBvG zal zoveel mogelijk de volgorde aanhouden zoals door de Commissie in het groenboek aangegeven. Terecht merkt de Commissie in het Groenboek op dat het tenuitvoerleggingsrecht vaak wordt gezien als de ‘achilleshiel’ van de Europese civiele rechtsruimte. De huidige versnippering van nationale tenuitvoerleggingsregels vormt een ernstige belemmering voor de grensoverschrijdende invordering van schuldvorderingen. Ook daarin kan de KBvG de Commissie in haar Groenboek volgen. Het spijt de KBvG evenwel dat de Commissie volledig voorbij gaat aan de autoriteit die in de diverse landen belast is met de tenuitvoerlegging: de gerechtsdeurwaarder. Juist de gerechtsdeurwaarder biedt als specialist op het gebied van de tenuitvoerlegging een toegevoegde waarde. Het is een feit dat gerechtsdeurwaarders al sedert een aantal jaren op internationaal niveau actief zijn. (om een voorbeeld te noemen: binnen de UIHJ zijn alle 27 lidstaten van de Europese Unie vertegenwoordigd). De KBvG vreest dat het systeem wat de Commissie voor ogen staat, de actieve rol van de rechter, juist averechts zal werken. De ervaringen van, met name, de voormalige Oostbloklanden spreken wat dat betreft boekdelen: de achterstanden bij de rechtbanken (met name veroorzaakt door de executiegeschillen) zijn aanzienlijk. De KBvG verwijst wat dat betreft naar het toenemende aantal procedures bij het Europees Hof voor bescherming van de rechten van de mens. De gerechtsdeurwaarder, als specialist, is in staat om sneller, adequater en efficienter te opereren. En dat zijn juist de argumenten die door de Commissie worden gebruikt om te komen tot dit communautaire instrument.
2. Een mogelijke oplossing: een Europees systeem voor beslag op bankrekeningen De KBvG wil in dit verband wijzen naar de mogelijkheid om art. 31 EEX te versterken. Ook hierdoor kan bereikt worden dat in ieder land conservatoire maatregelen mogelijk zijn.
Vraag 1: Moet er volgens u een communautair instrument worden ingevoerd inzake beslag op bankrekeningen als middel om de invordering van schuldvorderingen in de EU te verbeteren? Zo ja, moet er dan een zelfstandige Europese procedure worden ingesteld of moet de wetgeving van de lidstaten inzake beslag op bankrekeningen worden geharmoniseerd?
De KBvG ondersteunt de opvatting van de Commissie dat een communautair instrument inzake beslag op bankrekeningen nodig is als middel om de invorderingen in de EU te verbeteren. Met het oog op de invoering van een dergelijk systeem kan dan een nieuwe, zelfstandige Europese procedure worden ontwikkeld die beschikbaar zou zijn naast de bestaande nationaalrechtelijke maatregelen. De KBvG is geen voorstander van een harmonisatie van de nationale voorschriften van de lidstaten. Bij een zelfstandige Europese procedure kan ieder land via zijn eigen uitvoeringswet zijn eigen wetgeving blijven toepassen.
Vraag 2: Bent u het ermee eens dat een communautair instrument moet worden beperkt tot een conservatoir bevel dat verhindert dat tegoeden op bankrekeningen worden opgevraagd of overgemaakt?
De KBvG vraagt zich af waarom het communautiare instrument zich beperkt tot beslag op de tegoeden. Banken kunnen immers evenzeer roerende zaken onder zich hebben. Het bevel dient te worden beperkt in die zin dat er geen inlichtingen bij de banken kunnen worden opgevraagd over het saldo. Indien het beslag is gelegd kunnen er geen gelden door de schuldenaar overgemaakt worden. Indien de schuldeiser een vonnis verkrijgt moet er een goede overgang van de gelden mogelijk gemaakt worden, zodanig dat de gelden die onder het beslag vallen overgemaakt worden aan de beslaglegger. De KBvG adviseert de Commissie om een artikel gelijk aan artikel 31 EEX op te nemen, danwel de werking van artikel 31 EEX uit te breiden. Mogelijke problemen die bij de tenuitvoerlegging bestaan, Duitsland kent bijvoorbeeld geen conservatoir beslag, kunnen hierdoor worden voorkomen.
3. PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN BESLAGLEGGINGSBEVEL 3.1. Omstandigheden waarin een schuldeiser om een beslagleggingsbevel kan verzoeken
Vraag 3: Moet een beslagleggingsbevel beschikbaar zijn in elk van de vier fasen die hierboven onder punt 3.1 zijn beschreven dan wel slechts in enkele van die fasen?
De schuldeiser moet om redenen van efficiëntie en om uitvoeringsproblemen te voorkomen, kunnen verzoeken om een conservatoir Europees beslagleggingsbevel voordat een gerechtelijke procedure over de gronden van de schuldvordering wordt ingesteld, tegelijk met het instellen van de hoofdvordering, in elke latere fase van de gerechtelijke procedure en in de periode tussen het uitvaardigen van een beschikking in een lidstaat en de verklaring van uitvoerbaarheid van deze beschikking in de lidstaat waar de rekening van de schuldenaar loopt.
3.2. Voorwaarden voor het geven van een beslagleggingsbevel
Vraag 4: Wat moet de precieze omvang zijn van de op de schuldeiser rustende verplichting om het gerecht ervan te overtuigen dat hij ten aanzien van de schuldenaar over een schuldvordering beschikt die voldoende is om het geven van een beslagleggingsbevel te rechtvaardigen?
Dit is naar de mening van de KBvG een cruciale vraag: er is namelijk een groot verschil tussen de lidstaten. Er moet wel bewijs zijn, maar ook weer niet teveel omdat dat een negatief effect op de snelheid van de procedure heeft. In geval van een onrechtmatige daad zou schriftelijk bewijs dus niet vereist moeten zijn. Schriftelijk bewijs moet wel vereist zijn bij contractuele geschillen. Gedacht kan worden aan het volgende bewijs: Facturen, aanmaningen, afleverbonnen, leveringsvoorwaarden, getuigenverklaringen. De lokale rechter moet om opheffing van het beslag gevraagd kunnen worden. De KBvG wijst in dit verband naar het al bestaande Nederlandse systeem. Dit systeem kan, bij uitstek, als voorbeeld worden gebruikt.
Vraag 5: Moet spoedeisendheid een voorwaarde zijn wanneer een beslagleggingsbevel wordt gegeven vóór het verkrijgen van een uitvoerbare titel? Zo ja, hoe dient deze voorwaarde te worden omschreven?
Spoedeisendheid moet een voorwaarde zijn. De voorwaarden moeten de spoedeisendheid impliceren. Te denken valt aan, bijvoorbeeld, een dreigend faillissement of dreigend vertrek. De praktijk leert dat een conservatoire maatregel vaak wordt gebruikt zonder dat sprake is van spoedeisendheid. Om misbruik te voorkomen kan men aanvullende eisen stellen ten aanzien van de vraag hoe de spoedeisendheid moet worden aangetoond.
Vraag 6: Moet het gerecht wanneer het een beslagleggingsbevel geeft, de schuldeiser kunnen verplichten een zekerheid te stellen of een bankgarantie te verstrekken? Hoe dient het bedrag van een dergelijke zekerheid/garantie te worden berekend?
Ja, naar de mening van de KBvG moet de schuldeiser zekerheid stellen. Het bedrag waarvoor zekerheid wordt gesteld is afhankelijk van de schade die kan ontstaan als gevolg van het beslag. De zekerheid zou kunnen worden uitgesloten ingeval van: a) vorderingen van geweldslachtoffers b) vorderingen van consumenten, verzekerden of werknemers. Daarenboven is de KBvG van mening dat om een beslagleggingsbevel aan te vragen een drempelbedrag ingesteld dient te worden. De KBvG acht een drempel van € 2.500,-- reeel. 3.3. Hoorzitting met de schuldenaar
Vraag 7: Moet de schuldenaar worden gehoord of moet het verzoek aan hem worden betekend vóór het geven van een beslagleggingsbevel? In verband met de vereiste spoed en om te voorkomen dat vermogensbestanddelen worden vervreemd, moet niet de eis worden gesteld dat de schuldenaar gehoord moet worden of dat betekend moet worden voordat het bevel wordt gegeven.
3.4. Te verstrekken bankrekeninggegevens
Vraag 8: Welke gegevens over de bankrekening(en) moeten minimaal worden verstrekt om een beslagleggingsbevel te kunnen verkrijgen? De minimaal te verstrekken gegevens zijn het adres van de bank waaronder beslag wordt gelegd en de gegevens van de debiteur. Waar bekend kan het bankrekeningnummer worden verstrekt.
3.5. Bevoegdheidskwesties
Vraag 9: Bent u het ermee eens dat de gerechten die overeenkomstig de relevante bepalingen van het Gemeenschapsrecht bevoegd zijn om uitspraak te doen over de grond van de zaak en/of de gerechten van de plaats waar de betrokken bankrekening loopt, bevoegd moeten zijn om een beslagleggingsbevel te geven? Moet het gerecht van de woonplaats van de verweerder altijd bevoegd zijn om een beslagleggingsbevel te geven, ook al is het op grond van Verordening (EG) nr. 44/2001 niet bevoegd? Gezien het gegeven dat er nog bij voortduring geprocedeerd wordt over bevoegdheid van de rechter is het gewenst dat er één eenduidige regeling komt. Bij voorkeur is de rechter bevoegd waar de hoofdzaak dient of gaat dienen.
Juist wanneer de bevoegdheid zou worden toebedeeld aan meerdere gerechten is er een reëel gevaar van forumshoppen.
4. BEDRAGEN EN GRENZEN VAN EEN EUROPEES BESLAGLEGGINGSBEVEL 4.1. Het veilig te stellen bedrag
Vraag 10: Bent u het ermee eens dat een beslagleggingsbevel moet worden beperkt tot een specifiek bedrag? Zo ja, hoe dient dit bedrag te worden bepaald? De KBvG wijst op de Nederlandse praktijk: het beslag wordt gelegd voor een begroot bedrag, rekening houdend met de vordering (hoofdsom, rente en kosten) verhoogd met een surplus van 30-35%.
4.2. Kosten van de banken
Vraag 11: Bent u van mening dat banken moeten worden vergoed voor de uitvoering van een beslagleggingsbevel? Zo ja, moet het bedrag van deze vergoeding dan worden begrensd? Moet de schuldeiser de bank vooraf vergoeden of moet de vergoeding in mindering worden gebracht van het creditsaldo op de in beslag genomen bankrekening?
De banken moeten vergoed worden voor de uitvoering van het beslagleggingsbevel. Die vergoeding moet aan een kostprijsmaximum verbonden worden en de vergoeding moet verhaald worden op de schuldenaar. Zo is in Nederland een bedrag van € 110,-- gebruikelijk. De vergoeding moet in mindering worden gebracht op het creditsaldo van de in beslag genomen bankrekening.
4.3. Beslaglegging op meerdere rekeningen, op gezamenlijke rekeningen en op derdenrekeningen
Vraag 12: Indien een beslagleggingsbevel betrekking heeft op meerdere rekeningen, hoe moet het in beslag te nemen bedrag dan worden verdeeld over deze rekeningen?
De werkgroep gaat ervan uit dat meerdere rekeningen bij één bank wordt bedoeld. De bank waaronder beslag gelegd wordt moet de instructie krijgen dat de rekening met het hoogste saldo het eerst wordt aangesproken.
Vraag 13: Hoe moet de inbeslagneming van gezamenlijke rekeningen en derdenrekeningen worden geregeld?
Gezamenlijke rekeningen dienen beslagen te kunnen worden.
Derden rekeningen kunnen alleen beslagen worden indien dit in het nationale recht geaccepteerd wordt. Als regel zal op een Derdenrekening die op grond van de wet moet worden aangehouden, geen beslag kunnen worden gelegd.
4.4. Niet voor beslag vatbare bedragen
Vraag 14: Moet de vraag of bepaalde bedragen niet voor beslag vatbaar zijn ambtshalve aan de orde worden gesteld wanneer een beslagleggingsbevel wordt gegeven/uitgevoerd of staat het aan de schuldenaar om op deze grond verzet aan te tekenen? Hoe en door wie moet worden berekend welk bedrag niet voor beslag vatbaar is en op welke basis? De rechter beoordeelt niet ambtshalve of bepaalde bedragen voor beslag vatbaar zijn. Het is aan de schuldenaar verzet aan te tekenen bij het gerecht die het bevel uitgevaardigd heeft of bij de rechter van de woonplaats van de schuldenaar. De rechter dient aan de hand van de omstandigheden en nationale wetgeving vast te stellen of er een beslagvrije voet toegepast kan worden.
5. GEVOLGEN VAN EEN BESLAGLEGGINGSBEVEL 5.1. Uitvoering
Vraag 15: Bent u het ermee eens dat voor beslagleggingsbevelen de exequaturprocedure moet worden opgeheven? nee
Vraag 16: Hoe moet een beslagleggingsbevel worden verzonden van het uitvaardigende gerecht naar de bank waar de rekening loopt? Binnen welke termijn moet de bank een beslagleggingsbevel uitvoeren? Wat moet het effect zijn op lopende transacties?
Het beslagleggingsbevel moet van het uitvaardigende gerecht verzonden worden naar een ontvangende instantie (deurwaarder) die het beslag terstond legt . Dit kan elektronisch. De bank moet het terstond uitvoeren. Aan de hand van het tijdstip dat het beslag gelegd wordt treft het beslag lopende transacties.
Vraag 17: Bent u het ermee eens dat de banken de uitvoerende instantie na de ontvangst van een beslagleggingsbevel moeten meedelen of en in welke mate een beslagleggingsbevel ertoe heeft geleid dat er gelden zijn geblokkeerd waarmee de schuldenaar de schuldeiser kan betalen? De bank zou een verklaring moeten verzenden naar de instantie die het beslag heeft gelegd en in deze verklaring mededelen of er gelden zijn getroffen. De KBvG verwijst nog naar het formulier zoals dat in Nederland wordt gehanteerd.
5.2. Bescherming van de schuldenaar
Vraag 18: Wanneer en door wie moet de schuldenaar formeel worden meegedeeld dat een beslagleggingsbevel is gegeven en uitgevoerd? De ontvangende instantie die het beslag heeft gelegd stuurt, binnen een gestelde wettelijke termijn, de stukken ter betekening aan de schuldenaar naar de ontvangende instantie in het land waar de schuldenaar woont.
Vraag 19: Moet een beslagleggingsbevel herroepbaar zijn of automatisch vervallen wanneer de schuldeiser de hoofdvordering niet instelt binnen een specifieke termijn.
Het beslagleggingsbevel moet automatisch vervallen wanneer de schuldeiser de hoofdvordering niet binnen de termijn, die in het beslagleggingsbevel wordt gegeven, instelt. Ter toetsing kan het document van instelling van de hoofdvordering ter betekening aan een ontvangende instantie worden gezonden, die het stuk aan de bank betekent.
Vraag 20: Op welke gronden en in welke mate moet de schuldenaar het recht hebben een beslagleggingsbevel aan te vechten? Welk gerecht moet bevoegd zijn om het verzet van de schuldenaar tegen een beslagleggingsbevel te behandelen?
Het beslagleggingsbevel kan worden aangevochten middels een procedure bij het gerecht die het beslagleggingsbevel heeft gegeven. De gronden moeten door de schuldenaar aangevoerd worden en hangen af van de omstandigheden van het geval . Wel dient tegen zekerheidstelling het beslag opheven te worden. Hetzelfde geldt indien de schuldenaar aantoont dat de vordering onrechtmatig of ongegrond is.
Vraag 21: Moet de aansprakelijkheid van de schuldeiser wanneer een beslagleggingsbevel ongegrond blijkt te zijn op Europees niveau worden geharmoniseerd en, zo ja, hoe?
Op grond van redelijkheid en billijkheid kan de aansprakelijkheid worden vastgesteld. Het gerecht dat het verzet heeft behandeld dient de redelijkheid en billijkheid vast te stellen alsmede de hoogte van de aansprakelijkheid.
5.3. Rangorde tussen schuldeisers
Vraag 22: Moet de rangorde tussen meerdere schuldeisers op Europees niveau worden geregeld? Zo ja, welk beginsel moet dan worden toegepast?
De KBvG is van mening dat het recht van de lidstaat de rangorde dient te bepalen. Het is niet wenselijk dat op Europees niveau wordt ingegrepen in de wijze waarop het nationale recht met vermogensbestanddelen omgaat. Dit is een zaak van nationaal recht.
5.4. “Omzetting” in een executoire maatregel
Vraag 23: Hoe moet een beslagleggingsbevel worden omgezet in een executoire maatregel wanneer de schuldeiser een beschikking heeft verkregen die uitvoerbaar is in de lidstaat waar de rekening loopt? En binnen een specifieke termijn?
Door betekening van de beschikking door de gerechtsdeurwaarder aan de debiteur en aan de bank, met aanzegging dat het conservatoire beslag executoriaal is geworden en met bevel aan de bank om aan de gerechtsdeurwaarder binnen 14 dagen na die betekening (aan de debtiteur en de bank) betalen. De gerechtsdeurwaarder rekent na ontvangst van de gelden met zijn opdrachtgever af. Ten overvloede: de beschikking moet dus uitvoerbaar zijn, dus in e vorm van een exequatur ofwel een EET.