GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 1
12-05-11 13:44
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 2
12-05-11 13:44
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 3
12-05-11 13:44
favorieten van de kinderjury Meester Kikker (7+) 1996 Weg met die krokodil (7+) 3 1994 Paniek in de Leeuwenkuil (8+) 3 2005 Leeuwenroof (8+) 3 2007 Nooit de buren bijten (9+) 1996 Altijd bijten de buren (9+) dolfje weerwolfje Dolle vollemaannacht (voorleesprentenboek) Het nachtmerrieneefje (7+) Niet bijten, Dolfje! (7+) Weerwolvenfeest (7+, met liedjes-CD) 2007 Dolfje Sneeuwwolfje (7+) 2009 Strip-doe-boek Dolfje Weerwolfje (8+) 1998 Volle maan (8+) 2000 Zilvertand (8+) Weerwolvenbos (8+) 2004 Boze drieling (8+) 2006 Weerwolfgeheimen (8+) 2008 Een weerwolf in de Leeuwenkuil (8+) 3 2010 Weerwolfbende (8+) de griezelbus (9+) De griezelbus 0 3 2000 De griezelbus 1 De griezelbus 2 3 1995 De griezelbus 3 1997 De griezelbus 4 3 1999 De griezelbus 5 De griezelbus 6 3 2006 De griezelbus 7 3 2009 dolfjeweerwolfje.nl – degriezelbus.nl – paulvanloon.nl 3 Getipt / Bekroond door de Nederlandse Kinderjury
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 4
12-05-11 13:44
Paul van Loon
Tekeningen Hugo van Look
Leopold / Amsterdam
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 1
12-05-11 13:44
Voor Hadjidja en Manisha
avi 8 / e 6 Negentiende druk 2011 © 1996 tekst: Paul van Loon Omslag en illustraties: Hugo van Look Vleermuislogo: Camila Fialkowski Foto: Manisha van Loon Uitgeverij Leopold, Amsterdam/www.leopold.nl isbn 978 90 258 5826 1 / nur 283
Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met fsc-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 2
12-05-11 13:44
Inhoud Het boek 5 Tweeëntwintig 9 De zolderkamer 35 Drieëntwintig 43 Het zwembad 49 Vierentwintig 66 De voorraadkamer 71 Vijfentwintig 91 Het kantoor van de schrijver 96 Zesentwintig 114 Het flatgebouw 123 Zevenentwintig 135 De antiekwinkel 140 Achtentwintig 164 De horrorstudio 170 Negenentwintig 182 Het kerkhof 190 Dertig 199 Slot 210 Paul van Loon over De griezelbus 3 212
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 3
12-05-11 13:44
Natuurlijk maakte Hassan alleen maar een grap over gaatjes in de hals van Eddy C. Maar toen Eddy C. over zijn schouder naar hen keek, meende André heel even iets vreemds gezien te hebben in zijn ogen. Iets roods... Nou moet je ophouden! beveelt André zichzelf. Het was gewoon gezichtsbedrog, of het maanlicht, of Eddy C. heeft rode ogen van vermoeidheid, wat dan ook! Het is genoeg geweest. Afgelopen, uit! Niet meer over nadenken. Nooit meer. uit: De griezelbus 2, 1994
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 4
12-05-11 13:44
– Het boek – De ijzeren poort van het kerkhof zwaait open. Het is ver voorbij middernacht en alles is rustig. De bewoners van het kerkhof slapen allemaal stil onder de grond. Een donkere gedaante stapt door de poort naar binnen. Hij kijkt even in het rond en loopt dan snel, zonder aarzelen, het pad op. Hij kent de weg, hij weet waar hij naartoe wil, want hij is hier al eerder geweest. Deze zelfde avond nog, met anderen, maar het lijkt al lang geleden, heel lang. De anderen zijn nog slechts naamloze schimmen in zijn herinnering. Gek, het is maar een paar uur geleden, maar hij weet niet eens meer precies wat er gebeurd is, alsof een rode mist zijn gedachten vertroebelt. Op dit moment kan hij zijn eigen naam zelfs niet herinneren. Hij weet alleen dat hij op deze plek moet zijn. Herfstbladeren ritselen over het pad. Hoog in de bomen schreeuwt een uil. Hij let er niet op. Iets drijft hem voort langs de scheefgezakte kruisen en grafstenen. Een brandend, kloppend gevoel aan zijn hals, ter hoogte van zijn halsslagader, is het enige waar hij zich van bewust is. Hij wrijft over de twee rode wondjes, maar het gevoel verdwijnt niet. Hij loopt verder, langs een dikke boom. Dan blijft hij staan op een open plek. Een grafsteen staat daar eenzaam in het maanlicht. Aan weerskanten van het graf vier kuilen, open graven, geen grafstenen, nog niet bezet. Hier is het, hier moet hij zijn. Hij zakt op zijn knieën. Het is doodstil op het kerkhof. Geen zuchtje wind. De doden houden hun adem in onder de grond. Geen blad ritstelt aan de bomen. Geen mier verroert zich. De jongen gaat op de grond zitten. Hij haalt een vel wit papier uit zijn jaszak, vouwt het open en spreidt het uit op de grond. Met een klein kwastje 5
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 5
12-05-11 13:44
veegt hij uit het gras iets op het papier. Grijze as. Restanten van iets wat nog niet lang geleden verbrand is. Hij legt zijn handen op zijn knieën, kijkt naar het kleine hoopje as op het papier.
6
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 6
12-05-11 13:44
Dan kijkt hij omhoog en het maanlicht schijnt op zijn gezicht, weerkaatst op zijn bril. Het gezicht van een jongen. Jong nog, hoogstens een jaar of twaalf. Hij zet zijn bril af en legt hem naast zich neer in het gras. Uit zijn binnenzak haalt hij een mes te voorschijn. Langzaam stroopt hij zijn linkermouw op tot aan de elleboog. Hij houdt zijn arm horizontaal boven het papier. Het mes schittert in het maanlicht als hij een snee in zijn onderarm maakt. Van zijn gezicht vertrekt geen spier. Hij kijkt toe, terwijl bloed opwelt. Donkerrode druppels vallen op het papier, het bloed vermengt zich met de as tot een donkere brij, die begint te borrelen. De jongen deint traag heen en weer, zijn handen uitgestrekt boven het papier. Hij neuriet zachtjes, een melodie, onbekende klanken, die niet uit hemzelf komen, maar die hem worden ingegeven. Zijn halsslagader klopt nog feller en zwelt op. De donkere brij van bloed en as verspreidt zich over het papier in kronkels die op letters lijken. Nog steeds deint de jongen heen en weer. Zijn handen schrijven tekens in de lucht, terwijl vreemde dampen van het papier opstijgen, een rode mist, die niet wegdrijft maar de jongen omhult. Boven het kerkhof weerlicht het en plotseling zigzagt een bliksemflits door de donkere lucht. De rode mist licht fel op, wordt dunner en lost op in kleine deeltjes. Nog steeds zit de jongen daar. Voor hem op de grond ligt niet meer een blad papier, maar een boek, dat uit de as is herrezen. Het is een dik boek. Op de kaft staat met bloedrode letters: De griezelbus. Een knetterende donderslag doet de grafstenen op het kerkhof trillen. De grond beeft. Er klinkt geklapper van vleugels, als vogels massaal opvliegen uit de bomen en wegvluchten. Er gaat een trilling door het boek, alsof het een levend ding is. Ritselend slaan de bladzijden om. Vanzelf. Nog steeds stijgen er nevels van het boek op. Nevels die zich verstrengelen en wel 7
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 7
12-05-11 13:44
iets weg hebben van een gedaante. De jongen zit over het boek gebogen, kijkt nieuwsgierig naar de betoverende, haast lichtgevende dampen. Dan spuit de nevel met volle kracht omhoog, recht in het gezicht van de jongen. Dikke slierten, kronkelend als slangen, boren zich in de neusgaten, in zijn mond, in zijn ogen. De jongen kokhalst, valt achterover, schudt en schokt met zijn lijf, wappert met zijn armen, spartelt met zijn benen. Zijn gezicht wordt lijkwit, zijn ogen puilen uit en veranderen van kleur, eerst waren ze blauw, dan worden ze donkerder, paars, zwart en ten slotte bloedrood. Ze gloeien als remlichten op een duistere weg. Dit alles gebeurt in enkele seconden. Dan doven de ogen, houden zijn ledematen op met spartelen, keert de rust weer in zijn lijf. Hijgend ligt hij op zijn rug in het gras. Hij staart naar de maan, die loodrecht boven hem staat, rond en verblindend wit. Maar hij knippert niet met zijn ogen. Wel een halfuur blijft hij zo liggen. Dan gaat hij staan, pakt het boek op en houdt het met twee handen vast, een peinzende uitdrukking op zijn gezicht. Nog steeds het gezicht van een jongen van twaalf, maar ook schemert er iets anders doorheen. Heel even beweegt er iets achter zijn ogen, als een vis onder het wateroppervlak. Een glimp van een oeroud wezen. Hij streelt de kaft van het boek, zoals een ander kind zijn kat of zijn konijn zou strelen. Dan raapt hij zijn bril op. Hij zet hem op zijn neus, draait zich om en loopt het pad af, naar de uitgang van het kerkhof. Het boek stevig onder zijn arm. Hij kijkt niet meer om. In een van de vier grafkuilen beweegt iets. Aarde brokkelt af, langzaam klauwt iets zich naar boven. Een hand verschijnt boven de aarde, een spierwitte hand. Van een skelet...
8
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 8
12-05-11 13:44
twee jaar later... – Tweeëntwintig – ‘Kijk,’ zegt meester Jacques tegen zijn groep van achtentwintig leerlingen. ‘Deze Mercedes Benz is ooit van de Duitse keizer Wilhelm de Tweede geweest. Het ding is gepantserd en weegt 2750 kilogram. Niet mis, hè.’ ‘Kwam hij dan nog wel vooruit?’ vraagt Mitchell. ‘Zo’n log ding. Net een tank. Geef mij maar een Ferrari, een rode.’ ‘Dat zou jij wel willen, Mitch, maar dan zul je toch eerst beter je best moeten doen op school, wil je ooit een baan krijgen waarmee je zo’n wagen kunt betalen,’ zegt meester Jacques. ‘Komt vanzelf, mees, ik doe mee aan de staatsloterij.’ Meester Jacques glimlacht. ‘Droom jij maar lekker verder, Mitch. Wij doen ondertussen ons best iets te leren.’ Groep acht van de Sjoerd Kuyperschool is op bezoek in het Automuseum. Het is Kinderboekenweek en het thema is dit jaar Alles wat rijdt. Een uitstapje naar het Automuseum is dus wel op zijn plaats, vond meester Jacques. Een paar jaar geleden is er precies in de Kinderboekenweek iets naars gebeurd op zijn school. Een leerling is spoorloos verdwenen en nooit meer teruggekomen. Sindsdien zit er voor meester Jacques een naar smaakje aan deze speciale week. Maar juist daarom probeert hij het voor zijn leerlingen zo leuk mogelijk te maken. Het Automuseum is een groot gebouw met twee lange zijvleugels, waar een enorme verzameling auto’s te bewonderen is. Niet alleen gewone, maar ook gekke, grappige, onzinnige, en bijzondere auto’s van soms wel honderd jaar oud. Aan het pla-
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 9
12-05-11 13:44
fond hangen drie vliegtuigen, als pterodactylen uit de oertijd. Er zijn bijna geen andere bezoekers vandaag, ongetwijfeld doordat het weer bar en boos is: harde regen, zachte regen en nu en dan ietsje minder regen. Het voordeel is dat groep acht het museum nu bijna voor zich alleen heeft. De meester leidt zijn klas rond en geeft hier en daar wat uitleg. Het is de bedoeling dat iedereen een keurig verslag maakt van het uitje. ‘Wat een gezeik,’ zucht Lydia, die helemaal achteraan staat. Lydia houdt van duidelijke taal. De jongens van groep acht noemen haar het Rode Gevaar, vanwege haar lange, rode haar en haar scherpe tong. ‘Ik ben die auto’s nu wel beu. We lopen hier al uren rond. Kan mij het schelen wat voor auto een dode Duitse keizer onder zijn reet had.’ Ze stoot Shakir aan, die naast haar staat. ‘Zullen we ’m smeren?’ ‘Waar naartoe?’ ‘Weet ik veel. Naar buiten, die amfibievaart doen, of een tochtje met de huifkar maken. Straks gaat de hele boel dicht, dan kan het niet meer.’ Shakir aarzelt en kijkt naar de meester, die met brede gebaren uitlegt dat die dode Duitse keizer na de Eerste Wereldoorlog verbannen werd naar Nederland. Shakir doet niet graag iets wat niet mag. Meester Jacques is een leuke meester, maar je moet hem niet kwaad maken. Dan kan hij ontploffen, al gebeurt dat hoogstens éénmaal per jaar. ‘Nou,’ zegt Shakir. ‘Ik weet niet...’ ‘Ach joh, maak je niet druk. Jacques merkt toch niets,’ zegt Lydia. ‘Als hij eenmaal bezig is, ziet hij niets meer. Dadelijk gaat hij in zijn eentje de hele Eerste Wereldoorlog naspelen. Vraag even of Richard ook meegaat.’ Shakir knikt. Hij trekt aan de mouw van zijn vriend Richard. ‘Ga je mee? Lydia wil naar buiten.’ 10
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 10
12-05-11 13:44
‘Eindelijk een goed idee,’ zegt Richard. ‘Ik heb het nu wel gezien hier.’ ‘Ik ga ook mee,’ fluistert Berry, die de woorden van Shakir opgevangen heeft. ‘Ze hebben hier jammer genoeg geen Batmobiel, die had ik wel eens in het echt willen zien.’ Berry is het lachspiegelbeeld van Richard. Richard: lang, mager, blond krulhaar, een leren jack met op de achterkant in grote letters: metallica. Berry: kort, gezet, met zwart, steil haar. Onder zijn jasje draagt hij een Batman-t-shirt. ‘Kom mee,’ fluistert Lydia en op haar tenen sluipt ze weg van de groep. De drie jongens volgen haar stilletjes, terwijl meester Jacques een neerstortende bommenwerper nadoet onder luid gelach van zijn leerlingen. ‘In de Eerste Wereldoorlog hadden ze nog geen bommenwerpers, Jacques,’ roept iemand tegen de gevallen meester. ‘Weet ik ook wel,’ hijgt de meester, ‘maar ik kon het niet laten.’ Niemand merkt dat de vier verdwenen zijn. Ze gaan gauw een hoekje om en beginnen te rennen, kriskras tussen de rijen auto’s door, tot de stemmen van Jacques en de rest van de groep niet meer te horen zijn. ‘Waar is de uitgang?’ vraagt Berry. Ze kijken rond. Dan horen ze een luid geroffel en een donderslag. ‘Onweer,’ zegt Shakir. ‘En het giet buiten nog harder dan daarnet, zo te horen. Die amfibievaart kunnen we dus wel vergeten.’ ‘Weer terug naar Jacques en de groep?’ vraagt Berry. Lydia schudt haar hoofd. ‘Dan merkt hij dat wij hem stiekem gesmeerd zijn.’ 11
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 11
12-05-11 13:44
Richard is het met haar eens. ‘We gaan straks gewoon naar de parkeerplaats en als de schoolbus ons komt ophalen, sluiten we ongemerkt weer aan bij de groep.’ ‘Maar wat nu dan?’ vraagt Berry. ‘Ik weet ’t,’ roept Shakir. ‘Naar de games.’ ‘Kom op, wie het eerst daar is.’ Richard is al weg. De anderen hollen achter hem aan. Even later staan ze in de donkere hoek waar je in stoelen kunt kruipen om zelf een wagen op een van de diverse schermen te besturen. ‘Shit, ’t kost een euro,’ zegt Richard. ‘Die heb ik niet bij me.’ Ze zoeken in hun zakken. Niemand heeft een euro bij zich. Plotseling licht een van de beeldschermen fel op. Het plaatje van een race-auto verdwijnt en het gezicht van een jongen met een zonnebril en stekelhaar verschijnt. Hij lijkt een jaar of veertien. Het is net of hij hen aankijkt. ‘Jullie zijn op zoek naar iets leuks,’ zegt hij. ‘Iets avontuurlijks, waar of niet?’ Richard kijkt Lydia verbaasd aan. ‘Heeft die mafkees het tegen ons?’ Voor Lydia kan antwoorden, gaat het hoofd op het scherm verder: ‘Ja, deze mafkees bedoelt jullie. Wat heb je nou aan die games, die kosten nog geld ook.’ Ze snappen er niets van. De andere schermen vertonen allemaal gewoon computerbeelden van race-auto’s. ‘Da’s natuurlijk een reclamefilmpje voor een of ander iets,’ zegt Shakir. ‘Die knul kan ons niet eens zien. Of toch, Richard?’ Richard haalt zijn schouders op. ‘’t Is een truc. Er zit hier ergens een verborgen camera.’ Hij kijkt omhoog. ‘Misschien wel in een van die oude vliegtuigen aan het plafond. Beveiliging, weet je wel.’ ‘Dit heeft niets met beveiliging te maken,’ zegt Lydia en ze 12
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 12
12-05-11 13:44
loopt naar het scherm. De jongen op het scherm lacht. Het is een duistere lach, die Shakir kippenvel bezorgt. Stiekem wenst hij dat hij bij meester Jacques en de groep gebleven was. Hij heeft het sterke gevoel dat er iets niet klopt, dat er iets heel vreemds aan de hand is. Misschien komt het door de donkere bril van de jongen op het scherm. Shakir vindt het nooit prettig als hij iemands ogen niet kan zien. ‘Natuurlijk zie ik jullie. Ik nodig jullie uit om iets te beleven wat je zelfs in je dromen nog nooit meegemaakt hebt. En het kost niets.’ ‘Oh, dat klinkt interessant,’ zegt Richard. Lydia zet haar handen in haar zij. ‘Oh ja? Wat dan?’ ‘Dat zul je zo zien,’ zegt de jongen. Met een flits verdwijnt zijn gezicht. Het scherm wordt zwart. ‘Hé, wacht even,’ zegt Lydia. Ze steekt haar hand uit en trekt hem meteen met een gil terug. ‘Wat is er?’ vraagt Shakir bezorgd. ‘Is dat ding heet?’ ‘Nee, koud,’ gromt Lydia. ‘IJskoud, alsof het zo uit de diepvries komt.’ Richard en Berry onderzoeken het scherm, zonder het aan te raken. ‘Geloof het of niet, er zit een laagje ijs op,’ zegt Richard. Ze zien hoe de ijskoude damp van het scherm walmt, dan klinken er zachte tikken op de vloer. Het ijs smelt razendsnel en druppelt op de grond. Het scherm flitst aan en vertoont het begin van een game. Een poosje staren ze met z’n vieren naar het scherm, zonder iets te zeggen. Hebben ze gedroomd? Het lijkt of er niets gebeurd is, nu alle schermen weer normaal zijn. ‘Wat bedoelde die jongen nou?’ zegt Berry. ‘Wát zullen we zo zien?’ ‘Misschien gaan die vliegtuigen dadelijk rondzweven en wordt er vuurwerk ontstoken,’ grijnst Richard. ‘En omdat een van ons de honderdduizendste bezoeker is, krijgt die een enorme geldprijs.’ 13
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 13
12-05-11 13:44
‘Ja, of we zitten midden in de surpriseshow en wij krijgen van het Automuseum een gloednieuwe, supersnelle auto aangeboden. De rest van de klas en meester Jacques weten ervan, die zitten ook in het complot.’ Richard en Berry schateren het uit. Ze beginnen al half in hun eigen fantasie te geloven. Lydia grinnikt wat om hun kinderlijke gedrag, maar Shakir staat doodstil, zijn oren gespitst. ‘Horen jullie dat?’ zegt hij opeens. ‘Wat, ik hoor nog niets,’ giechelt Berry. ‘Komt de presentator er al aan met de prijzen?’ Richard krijgt weer een lachaanval. ‘Nee, luister dan, het is opeens zo stil!’ Ze draaien zich om en luisteren. Het is inderdaad doodstil. Geen geroezemoes van stemmen, zelfs de luide stem van Jacques is niet meer te horen. Ook de zachte muziek die constant in het museum klinkt, is uitgevallen. Het lijkt of iedereen plotseling vertrokken is en alleen zij met z’n vieren nog in het museum zijn. ‘Hoe kan dat nou?’ Berry kijkt omhoog. Ook van de bovenverdieping komt geen geluid. Dan horen ze toch iets: een zacht rommelend geluid en het aanhoudend geroffel van de regen. De keiharde donderknal komt zo onverwacht dat ze alle vier opspringen. Het licht knippert, uit-aan-uit-aan...uit. Ineens is het schemerig donker in de grote zaal, waardoor alles er anders uitziet. De auto’s, die overal staan, zijn roerloze, donkere vormen geworden. Nog steeds is er geen geluid, behalve de regen en het gerommel van het onweer. Een bliksemflits zet de ruimte een seconde in een helwit licht, waardoor ze elkaar als spookgestalten met witte gezichten zien. De drie vliegtuigen aan het plafond zijn veranderd in reusachtige insecten met schaduwen die langs het plafond bewegen. De auto’s lijken op reuzentorren met blinkende pantsers. 14
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 14
12-05-11 13:44
Shakir weet wel dat hij zich dit alles maar verbeeldt, toch heeft hij op de gezichten van de anderen ook schrik gezien. Behalve bij Lydia misschien. Lydia laat nooit blijken dat ze bang is. Misschien is ze ook wel nooit bang, denkt Shakir. Stiekem bewondert hij Lydia en hij is ook een beetje op haar. Maar dat laat hij nooit merken, bang dat ze hem zal uitlachen. Bovendien vermoedt hij dat Richard ook gek op haar is, dat maakt hij op uit de manier waarop Richard soms naar haar kijkt. En Richard loopt opvallend vaak met Lydia’s tas te sjouwen, terwijl ze zelf sterk genoeg is om die te dragen. Terwijl Shakir zo staat te denken, klinkt er een vreemd geluid. In het schemerdonker verroert zich iets. Een enorm, donker gevaarte komt over het pad in hun richting. ‘Wat is dát?’ fluistert Richard. Hij staat vlak achter Lydia en legt zijn hand op haar schouder. ‘In elk geval niet de presentator,’ zegt Berry met een hoog stemmetje. Hij grijpt Shakirs arm beet. ‘Zie je dat?’ Shakir knikt alleen maar. Hij durft niets te zeggen, omdat hij bang is dat zijn stem zo erg zal bibberen dat er alleen maar gebrabbel uit zijn mond komt. Het ding dat daar aankomt lijkt op iets wat hij weleens in nachtmerries tegengekomen is, nadat hij een enge griezelfilm gezien had. Hij hoort Lydia sissen tussen haar tanden. Van verbazing, hoopt hij, want als Lydia óók bang is, dan is het echt goed mis. Het grote monster nadert langzaam over het pad dat precies bij hen uitkomt, schurend, schrapend, grommend. Want dat het een monster is, staat vast voor Shakir. Een tor, denkt hij. Een monsterlijke tor, met een pantser dat over de vloer schuurt, net zoals laatst in die film waarin insecten door kernafval uitgegroeid waren tot afzichtelijke monsters. Misschien is dat wat er gebeurd is: een nucleaire ramp, 15
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 15
12-05-11 13:44
waardoor alle stroom is uitgevallen. De omgeving van het Automuseum is gebombardeerd met radioactiviteit, insecten zijn op slag uitgegroeid tot monsters. Ze moeten vluchten, wegrennen, voordat dit monster hen te grazen neemt. Maar in plaats van te vluchten, blijft hij doodstil staan, terwijl het monster steeds dichterbij komt. Ook de andere drie bewegen zich niet. Berry slikt duidelijk hoorbaar en Richard fluistert: ‘Shit!’ Plotseling zijn er twee lichtflitsen en ze staren recht in twee verblindende, bolle ogen. Shakir houdt zijn handen voor zijn gezicht. Radioactieve straling, denkt hij. Nu vallen wij uit elkaar, of we worden afschuwelijk misvormd door de straling. Tot zijn verbazing lacht Lydia opeens. ‘Koplampen,’ zegt ze. ‘Het is een bus.’ ‘Wist ik wel,’ zegt Richard meteen. Nu zien de anderen het ook. De bus blijft vlak voor hen stilstaan. Het is een gammel ding op slappe banden, met koplampen die er half uit liggen. De bus is beschilderd met figuren en er staan letters op, maar het is te donker om te zien wat dat allemaal voorstelt. Shakir staat nog te trillen op zijn benen, tegelijkertijd is hij opgelucht. Hoe kon hij daar nou een monster in zien? ‘Ha ha, die oude bus is aan de rol geraakt,’ lacht Berry. ‘Ik dacht even...’ De koplampen doven en ratelend schuift een deur van de bus automatisch open. Een hoofd komt naar buiten. Shakir herkent in het silhouet de jongen met de zonnebril die ze zojuist op het beeldscherm gezien hebben. Vrolijk steekt hij zijn hand op. ‘Hoi, hier ben ik al, zoals ik beloofd heb. Nou, wat zeggen jullie ervan?’ ‘Waardeloos,’ zegt Berry. ‘Geef mij maar de Batmobiel.’ Hij probeert stoer te klinken, maar de hoge klank van zijn stem verraadt dat hij ook behoorlijk geschrokken is. 16
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 16
12-05-11 13:44
‘Wat moet dit allemaal voorstellen?’ zegt Lydia. ‘Is dít het, wat je ons wilde laten zien? Dit oude wrak?’ De jongen lacht zachtjes. Hij drukt op een schakelaar en de binnenverlichting van de bus floept aan. Nu zien ze hem in elk geval iets duidelijker. Hij draagt een spijkerbroek en een wit t-shirt met de opdruk: Griezelbus. Een nieuwe bliksemflits schiet door de zaal, de donderslag klinkt als een explosie. ‘Oud wrak? Misschien. De Griezelbus is inderdaad een oud beestje, maar dachten jullie niet dat er een vreselijk hellemonster op jullie afkwam? Een uit zijn krachten gegroeide tor?’ Sprakeloos staren ze de jongen aan. Hoe weet hij dat? Een rare gedachte komt in Shakir op: misschien heeft de jongen hen vanaf het beeldscherm gehypnotiseerd? Zoiets is niet onmogelijk. Zijn ze misschien nog steeds onder hypnose en lijkt het daardoor alsof het museum verlaten is? En dat bevroren beeldscherm... De jongen lacht om de uitdrukking op hun gezichten. ‘’t Klopt, hè, wat ik zeg. En jullie vragen je af hoe dat kan. In de werkelijkheid veranderen oude bussen niet in reuzentorren. In de werkelijkheid kunnen warme beeldschermen niet spontaan bevriezen.’ ‘Hoe weet je dat allemaal?’ zegt Lydia met een vijandige klank in haar stem. De jongen stapt uit de bus en gaat voor hen staan. Hij is iets kleiner dan Richard. ‘Omdat ik expert ben in de Andere Werkelijkheid. Wat
17
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 17
12-05-11 13:44
jullie zojuist meegemaakt hebben, was niet de werkelijkheid, maar jullie hebben een glimp opgevangen van de Andere Werkelijkheid.’ Richard valt meteen tegen hem uit. ‘Andere werkelijkheid? Flauwekul! Er bestaat maar één werkelijkheid en die is dat jij kunt oprotten met je hoop roest.’ Richard voelt zich opgelaten omdat hij zich bang heeft laten maken door een gammele bus en een jongen die misschien een jaar of twee ouder, maar in elk geval kleiner is dan hijzelf. Er blikkert even iets achter de zwarte brillenglazen van de jongen als hij Richard aankijkt, maar hij blijft kalm. ‘Dat is geen flauwekul. Ben je weleens wakker geworden midden in de nacht en zag je dan slaapdronken een kromme heks met gebogen klauwen naast je bed staan, of een vampier, of Freddy Krueger met zijn dolkvingers?’ ‘Nee!’ snauwt Richard, hoewel hij laatst, na het zien van Nightmare On Elmstreet VI een stevige nachtmerrie heeft gehad. Maar dat hoeft die wijsneus met zijn zonnebril niet te weten. Ik wel, denkt Shakir. Vaak genoeg heb ik monsters in mijn slaapkamer gezien: Freddy, Dracula, de hele mikmak. De jongen gaat gewoon verder, alsof hij Richards antwoord niet gehoord heeft. ‘Op dat moment bevond je je heel even in de Andere Werkelijkheid. Later, toen je je nachtlampje aanknipte, zag je dat die heks gewoon een stoel was waar kleren op hingen. Toen bevond je je weer in de werkelijkheid. Maar wat zou er gebeurd zijn als je het licht niet had aangedaan?’ Dat wil ik niet weten, denkt Shakir. Ik knip altijd meteen het licht aan. Lydia slaakt hard een verveelde zucht. ‘Wat wil je nu zeg18
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 18
12-05-11 13:44
gen met al die onzin? Dat wij net sliepen en plotseling wakker schrokken, toen jij er met die bus aankwam?’ De jongen glimlacht. ‘Ik wil alleen maar zeggen dat er in de Andere Werkelijkheid dingen gebeuren die je in de werkelijkheid nooit zult meemaken.’ ‘En moeten wij nu “hoera” roepen?’ De jongen grinnikt. Hij stapt weer in de bus en wenkt hen. ‘Wacht maar af en stap maar in. Hierbinnen kun je de Andere Werkelijkheid beleven, zonder dat je ervoor in slaap hoeft te vallen.’ Als niemand hem volgt, blijft hij op de treeplank staan. ‘Kom op nou. Jullie houden toch van games? Nou dan, dit is net zoiets, maar dan eindeloos veel cooler. Hierbinnen heb ik pas prachtig speelgoed waarmee je spannende en leuke dingen kunt beleven. Jullie mogen proefpersonen zijn voor deze nieuwe aanwinst van het Automuseum. Of durven jullie niet?’ Het is een goedkoop trucje, maar het werkt altijd. Dus ook nu. Richard stuift meteen op. ‘Niet durven? Waarom zouden wij niet in die roestbus van jou durven? Denk je soms dat wij watjes zijn!’ Hij stapt meteen op de treeplank. ‘Kom, jongens, we zullen het “speelgoed” van...’ Hij stoot de jongen aan. ‘Hoe heet jij eigenlijk?’ ‘Eddy C.’ ‘Eddy C.?’ zegt Lydia. ‘Wat is dat voor een maffe naam? Wat betekent die C?’ De jongen glimlacht even. ‘De C staat voor: Computergenie.’ ‘Shit, er staat hier een genie voor ons, jongens,’ zegt Richard. ‘Waanzinnig,’ zegt Lydia en ze maakt een diepe buiging. Shakir en Berry giechelen. Eddy C. kijkt onbewogen. ‘Oké,’ zegt Richard. ‘We zullen het speelgoed van het genie 19
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 19
12-05-11 13:44
even bewonderen, dan is hij tenminste gelukkig. Of willen jullie Jacques en de groep gaan zoeken?’ Omdat er nog steeds niets aan de stroomuitval gedaan is, heeft niemand zin om in het donker door het museum te gaan dwalen. Bovendien heeft Eddy C. hun nieuwsgierigheid geprikkeld met zijn geheimzinnig gedoe. ‘Cooler dan games,’ zegt Berry. ‘Dat wil ik weleens meemaken.’ ‘Instappen dan maar,’ zegt Lydia. ‘Welja, waarom ook niet,’ zegt Berry. ‘Het is wel even iets anders dan de Batmobiel, maar dan hebben we tenminste toch nog ergens in gezeten.’ Shakir aarzelt weer. Hij ziet Richard, Lydia en Berry, donker afgetekend tegen het zwakke licht dat uit de bus straalt. En opeens krijgt hij het rare idee dat daarbinnen iets vreselijks op hen wacht. Dat er, wanneer ze eenmaal binnen zijn, geen terugkeer meer mogelijk is. De bus vervormt in zijn verbeelding tot een zwart roofdier dat hen met open muil opwacht. Shakir schudt met zijn hoofd om die vreemde gedachte kwijt te raken. ‘Het is alleen maar een oude bus,’ fluistert hij. ‘Gewoon een bus, meer niet.’ Het spookbeeld verdwijnt uit zijn hoofd. Stom van hem om zich zo aan te stellen. Gelukkig hebben de anderen niets gemerkt. Waar komen die rare voorgevoelens toch vandaan? Hij heeft ze wel vaker, bijvoorbeeld toen zijn oma van de trap gevallen was. Dat voelde hij toen in de klas, voordat het gebeurde. Maar vaak genoeg heeft hij ook voorgevoelens die niet uitkomen. Snel stapt hij achter de anderen de bus in. Heel even voelt hij een prikkeling op zijn huid, het lijkt op statische elektriciteit, alsof de bus omgeven wordt door een of ander onzichtbaar magnetisch veld. Het is al voorbij voordat hij erover na kan denken. 20
GRIEZELBUS 3_19e druk.indd 20
12-05-11 13:44