Grenzen Symbolen Stabiliteit KWESTIES ROND DE ERKENNING VAN DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIA
DE KWESTIE VAN DE NAAM
MACEDONIA STICHTING Amsterdam, editie 2005
COPYRIGHT by THE CITIZENS’ MOVEMENT
THE CITIZENS’ MOVEMENT & MACEDONIA STICHTING zijn non-profit organisaties die tot doel hebben maatschappelijke waarden te propageren in het kader van de Europese integratie
Layout en productie Melissa Media Associates, Inc. USA
3E DRUK JANUARI 2005
Nederlandse uitgave: Macedonia Stichting Amsterdam
[email protected]
Grenzen Symbolen Stabiliteit “EEN HISTORISCH OVERZICHT.” De Joegoslavische crisis De ineenstorting van het communisme in OostEuropa werd gezien als het aanbreken van een nieuw tijdperk. Men verwachtte dat er op de as van de oude totalitaire regimes nieuwe democratieën zouden opbloeien. De droom van een nieuw Europa als een gemeenschap van vrije naties van de Atlantische Oceaan tot aan de Oeral, die democratische waarden, respect voor de regels van de wet en de economische principes van een vrije markt deelden, leek werkelijkheid te kunnen worden. Het mocht niet zo zijn. Een totalitair communistisch bewind van bijna een halve eeuw had de materiële en spirituele waarden van de Oosteuropese naties vernietigd. De nieuwe politieke krachten die in deze landen boven kwamen moesten allereerst strijden voor het economisch overleven van de bevolking. In sociale chaos broeiden explosieve situaties. Erger nog, oude vendetta’s en claims van de diverse etnische bevolkingsgroepen die lang onderdrukt waren, kwamen weer opzetten met de kracht van een orkaan. Het bedenkelijke nationalisme betwistte de bestaande grenzen en bracht daarmee juist de meest onaantastbare principes in gevaar van de internationale orde van na de Tweede Wereldoorlog. Nergens waren dergelijke ontwikkelingen zo pijnlijk als in de voormalige Federale Socialistische Republiek Joegoslavië. In minder dan een jaar verviel een van de meest stabiele gebouwen uit de tijd van de koude oorlog tot een ruïne. In zijn plaats vechten nu vijf nieuwe staten -en in de toekomst waarschijnlijk meer- om de buit. In drie van die staten is een burgeroorlog uitgebroken en er zullen nog meer volgen. Menselijke verliezen lopen al in de tienduizenden, miljoenen zijn van hun eigen plek verdreven en de materiële verliezen bedragen miljarden dollars. Er wordt algemeen gevreesd dat de toestand zal verslechteren.
Onvermijdelijk rijst de vraag: Is er iets erger dan het bloedbad in Kroatië en de verscheuring van BosniëHerzegovina? Zij die de regio, de bevolking en zijn geschiedenis goed kennen richten hun aandacht op twee nieuwe potentiële nog veel explosievere probleemgebieden. Het ene is Kossovo en het andere is de voormalige Joegoslavische ‘Socialistische Republiek Macedonia’. Als er in deze regio’s problemen uitbreken, kan het hele Balkangebied vlam vatten. Terwijl de onafhankelijkheid van Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina de afbakening van de grenzen met de buurlanden niet verstoorde, zouden Kossovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia dat wel kunnen doen. Om economische, geopolitieke, etnische en historische redenen kan geen van deze regio’s als een onafhankelijke eenheid lange tijd overleven. Ofwel automatisch -zoals in het geval van Kossovo- of binnen korte tijd - zoals in het geval van Joegoslavisch Macedonia- zal zeker de strijd losbranden om de annexatie van deze gebieden bij de buurlanden. Zo zouden de externe grenzen onder druk kunnen komen en het strategisch evenwicht kunnen worden verbroken. Conflicten die daar het gevolg van zijn en zelfs een guerilla oorlog zouden misschien niet beperkt blijven tot de grenzen van de betrokken regio’s, maar zouden ook naburige volkeren, Albanezen, Bulgaren en Serven, kunnen treffen, (kaart 1) In het laatste geval zou Griekenland, lid van de EG en de NAVO, er eveneens op een of andere manier bij betrokken kunnen raken. Zo’n betrokkenheid zou veroorzaakt kunnen worden door een toevloed van ongecontroleerde aantallen Albanese en Slavische vluchtelingen die de kwetsbare Griekse economie tot het uiterste zou beproeven, een economie die toch al belast wordt door circa 400.000 vluchtelingen en illegale buitenlandse arbeiders.
Grenzen Symbolen Stabiliteit
1
NA-OORLOGS JOEGOSLAVIE (1945-1991)
KAART 1
Als deze toevloed de komende maanden en jaren blijft aanhouden zou er een nieuwe ernstige situatie kunnen ontstaan waarbij buurlanden, duidelijk uit eigen belang, minderhedenrechten zouden kunnen claimen of zelfs autonomie voor deze vluchtelingen. Griekenland zou ook betrokken kunnen raken door pogingen van buurstaten om het bestaande evenwicht in de regio met geweld te wijzigen. De mogelijkheid van een interventie van buitenaf (vreemde mogendheden, islamitische fundamentalisten) zou eveneens ontoelaatbare situaties kunnen creëren. Dit kan in Griekenland het idee doen ontstaan van omsingeling, zowel vanuit het noorden als vanuit het oosten.
De crisis het hoofd bieden De premature erkenning van enkele republieken Kroatië, Bosnië-Herzegovina- vormde de aanzet tot de bloedigste botsingen op Europees grondgebied
2
THE CITIZENS’ MOVEMENT
sinds de Tweede Wereldoorlog. Terwijl Griekenland alle communicatielijnen openhield met de strijdende partijen, probeerden anderen het conflict een halt toe te roepen door met de vinger in een richting te wijzen. Het was de geijkte manier om hun eigen fouten toe te dekken en de ware oorzaken van de crisis te ontkennen. Kort samengevat, de meeste vredestichters hebben geprobeerd een wapenstilstand te bereiken; Griekenland van zijn kant heeft gestreefd naar een regeling van een meer permanent karakter. Helaas bepaalt dezelfde mentaliteit nog steeds het beleid van de vredestichters t.a.v. de twee nieuwe potentiële probleemgebieden, te weten Kossovo en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia (FYROM), ook wel aangeduid als Skopje. Zoals ook het geval is in Kroatië en Bosnië-Herzegovina ontvangen de nationalistische leiders van beide regio’s allerlei soorten signalen van buitenaf.
Kossovo In het geval van Kossovo zou de erkenning van de onafhankelijkheid gelijk staan aan een openlijke aanzet tot bloedvergieten. Kossovo grenst aan Albania. De bevolking bestaat op het moment voor 90% uit etnische Albanezen en roept om zelfbeschikking wat eigenlijk wil zeggen dat ze streeft naar onafhankelijkheid en eenwording met Albania. Toch beschouwen de Serven Kossovo als de bakermat van hun natie en ze hebben herhaaldelijk verklaard dat ze liever naar de wapens zullen grijpen dan dat ze zullen toestaan dat het zich zal afscheiden. De twee stellingnames zijn onverzoenlijk en de spanning groeit met de dag. Ondanks deze sombere vooruitzichten moedigen stemmen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan steeds meer de Albanezen van Kossovo aan hun onafhankelijkheid uit te roepen. Tot nu toe hebben de Albanezen een bewonderenswaardige terughoudendheid betracht, zelfs tegenover de repressieve maatregelen van de Serven. Het feit dat de bevolking van Kossovo van buitenaf wordt aangemoedigd te ageren voor zijn onafhankelijkheid doet vermoeden dat het gaat om buitenlandse belangen, evenwel niet noodzakelijk die van de Albanezen. Europeanen en Amerikanen zouden er verstandig aan doen partijdig advies dat slechts ingegeven is door anti-Servische eisen naast zich neer te leggen. De mogelijkheid van een oorlog op grote schaal die eventueel Servië-Montenegro en Albania erbij zou kunnen betrekken, met allerlei neveneffecten, moet niet worden onderschat.
De situatie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia. De bevolking van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia is etnisch divers met een overheersende Slavische component (iets meer dan 50%), een belangrijke Albanese minderheid (35-40%) en kleine aantallen andere nationaliteiten (Serven, Turken, Zigeuners, Vlachen en Grieken). De Albanezen zijn zich sterk bewust van hun bijzondere nationale identiteit en claimen af te stammen van de oude Illyriërs. Ze zijn moslims terwijl de Slavisch
sprekende bevolking Oosters Orthodox is. In politiek opzicht streven de Albanezen naar onafhankelijkheid binnen de grenzen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia. Het is niet al te boud te beweren dat deze claim een eerste stap is naar zelfbeschikking en een eventuele eenwording met Kossovo en Albania. De laatste steunt vanzelfsprekend deze claims. De Slavische meerderheid had van oorsprong nauwe etnische banden met de Bulgaren, maar intensieve communistische propaganda, gedurende meer dan een halve eeuw meedogenloos gevoerd met volledig gebrek aan respect voor de gevoelens van de bevolking en de historische waarheid, is er tot op zekere hoogte in geslaagd onder een aantal van hen een idee van een ‘Macedonisch’ nationaal bewustzijn te kweken. Maar dat er banden blijven bestaan met Bulgarije blijkt wel uit het feit dat de leidende politieke partij van de republiek, de VMRO, (kreeg de meeste stemmen en de meeste zetels in het parlement) verbonden is met nationalistische kringen in Bulgarije. In dit verband mag worden opgemerkt dat de heer Gligorov, president van de republiek, van Bulgaarse afkomst is.
De politiek van Bulgarije t.a.v. de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia De Bulgaarse nationalisten accepteren in geen geval het bestaan van een aparte ‘Macedonische’ etniciteit. In feite is de Bulgaarse regering onder druk van hen zover gegaan dat ze die etniciteit expliciet hebben verworpen. Toen in januari 1992 Bulgarije de nieuwe republiek erkende, heeft de regering behoedzaam onderscheid gemaakt tussen staat en etniciteit. Terwijl ze de eerste nadrukkelijk erkende verwierp ze de laatste. Eenvoudig gezegd gaf ze de Slavische bevolking van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia te verstaan: ‘Jullie zijn geen Macedoniërs . Er is niet zo iets als een Macedonische natie. Jullie zijn Bulgaren, vergeet dat niet.’ Voor wie ook maar de geringste kennis heeft van de politiek op de Balkan bevat dit statement een omineuze bijbetekenis van mogelijke territoriale claims in de nabije of niet al te verre toekomst.
Grenzen Symbolen Stabiliteit
3
Wat waren die voorwaarden voor erkenning van de Europese Gemeenschap? Op 16 december 1991 heeft de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken d.m.v. de ‘Verklaring over Joegoslavië’ gevraagd aan Skopje de noodzakelijke wettelijke en politieke garanties te verschaffen dat het geen territoriale claims zal koesteren t.a.v. een lid van de EG (Griekenland), dat het zal afzien van vijandelijke propaganda tegen dat lid en dat het geen naam zal gebruiken die territoriale aanspraken inhoudt. Skopje gaf niet toe. Gedurende zes maanden hadden diplomatieke pogingen om de politieke leiders van die republiek te overtuigen dat het in hun direct belang was voor eens en altijd af te zien van alle territoriale aanspraken en van propa-
Afb. 1 Het embleem van de ‘zon van Vergina’ van de koninklijke dynastie van Macedonia, gegraveerd op de larnax van Koning Philippus (4e eeuw v. Chr.) en onder de nieuwe nationale vlag van Skopje met dit oude Macedonische embleem. Na onderhandeling met Griekenland is de Macedonische vlag veranderd.
De Europese politiek t.a.v. FYR Macedonia Wat met Kossovo gebeurt, gebeurt ook met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia. Stemmen in Europa en de Verenigde Staten geven gemengde signalen af naar de leiders in Skopje. Herhaaldelijk was er sprake van dat de Europese Gemeenschap de republiek zou erkennen mits er tegemoet gekomen zou worden aan bepaalde essentiële voorwaarden. Alle landen in de wereld op een paar uitzonderingen na, volgen de lijn van de EG en stellen zich terughoudend op t.a.v. erkenning. Toch heeft Skopje d.m.v. een harde internationale perscampagne en lobby zijn positie tegenover de EG resoluties verhard en gelooft kennelijk dat de bezwaren van de EG zullen worden ingetrokken en dat hun republiek onvoorwaardelijk zal worden erkend.
4
THE CITIZENS’ MOVEMENT
Afb. 2 Verkiezingsposter van de VMRO (november 1990) beeldt alle Macedonische gebieden af als een verenigde staat. De poster is versierd met het embleem van de oude Macedonische dynastie (de zon van Vergina) De tekst op de kaart luidt: ‘Zijn lot is in uw handen’ (i.e. het lot van een Verenigd Macedonia is in handen van de stemmers van de voormalige republiek Macedonia.)
Afb. 3 Auto-sticker te koop in de kiosks van Skopje. Beeldt alle drie Macedonische regio’s af als een verenigde Macedonische staat. [1992]
De houding van Skopje tegenover Griekenland
Afb. 4 (onder) Souvenir bankbiljet uitgegeven in Skopje 15 januari 1992, met een afbeelding van de ‘Witte Toren’ van Thessaloniki. [1992]
Het is de moeite waard het antwoord te bezien van Skopje op de voorwaarden voor erkenning. Ondanks een formeel amendement op de grondwet van Skopje dat bepaalde dat de nieuwe republiek geen territoriale aanspraken zou doen gelden op naburige staten, zijn basis punten in de grondwet die territoriale claims inhouden in wezen onveranderd gebleven. (Preambule, art.3 en 49)
ganda tactieken toegepast onder het voormalige communistische regime, geen enkel resultaat. Zo gaven de twaalf leiders van de EG op hun topontmoeting in Lissabon van 27 juni 1992 een nieuwe verklaring uit waarin ze hun bereidheid herhaalden de nieuwe republiek te erkennen mits de term Macedonia in de naam van de staat niet zou voorkomen. Op de volgende EG top in Edinburgh op 12 december 1992 herhaalden de Europese leiders in essentie hun beslissing van Lissabon. Skopje gaf niet toe en vertraagde daarmee zijn eigen erkenning.
In de kwestie van vijandige propaganda heeft de regering in Skopje geen enkele neiging getoond af te zien van de 40 jaar oude propaganda tegen Griekenland. Skopje gaat door met beslag te leggen op de geschiedenis en het erfgoed van Griekenland, de oorsprong van Griekse culturele objecten te vervalsen, onder zijn eigen bevolking de haat tegen
Grenzen Symbolen Stabiliteit
5
Griekenland aan te wakkeren, wereldwijd aantijgingen van schendingen van de mensenrechten door Griekenland, te verspreiden en zelfs een valse voorstelling te geven van de Griekse Burgeroorlog (1946-1949) met de bedoeling Griekenland (het slachtoffer van Tito’s agressieve plannen) als de schuldige aan de wandaden tegen de ‘Macedoniërs’ af te beelden. Oud-president Gligorov heeft herhaaldelijk verklaard dat de Slaven van Skopje afstammelingen zijn van de oude Slavische stammen die naar de zuidelijke Balkan getrokken zijn in de 7e eeuw voor Chr. en dat ze geen aanspraak maken op het erfgoed van de oude Macedoniërs, een Grieks volk. Desondanks nam het parlement van Skopje een resolutie aan in augustus 1992, die de regering heeft onderschreven, waarin voor de vlag van de republiek het symbool van de oude Macedonische dynastie wordt overgenomen: de 16-puntige gouden zon die een paar jaar geleden gevonden werd in de koninklijke graven van Vergina in Griekenland en die teruggaat tot de 4e eeuw v.C! (afb. 1)
Afb. 5 Een kalender van 1992, gedrukt in Skopje die Macedonia afbeeldt als één staat en de grens van Griekenland trekt ten zuiden van de berg Olympus.
Wat betreft de kwestie van de territoriale claims zijn de oude spoken van de jaren 40 weer opgestaan. De leidende politieke partij van de republiek, de VMRO, voerde haar verkiezingscampagne onder de slogan van ‘eenwording’ van alle Macedonische gebieden, i.e. de annexatie van Grieks, Bulgaars en Albanees territorium.(afb.2) De aanhang van de VMRO onder de bevolking groeit en ook haar invloed in regeringskringen. Door de hele irredentistische literatuur van de republiek heen wordt het vuur van het nationalisme aangeblazen, aangemoedigd door de opstelling van de regering. In de loop van 1992 zijn er talloze kalenders, kaarten, toeristische souvenirs, auto stickers en andere parafernalia verschenen, overal in de republiek en in het buitenland waar emigranten uit wonen. (afb. 3, 4, 5, 6) In het najaar van 1992 publiceerde de met de regering verbonden uitgeverij ‘Nova Makedonija’ een nieuwe landkaart voor het onderwijs waarop de geografische en etnische grenzen van Macedonia het hele Grieks Macedonische gebied omvatten, met inbegrip van Thessaloniki, de kloostergemeenschap van Athos en de berg Olympus! (kaart 2)
6
THE CITIZENS’ MOVEMENT
Dat deze mentaliteit niet zomaar een gril is van het volk, maar gedeeld wordt door verantwoordelijke ambtenaren in Skopje, bewijst het feit dat de regering van Gligorov geweigerd heeft een concrete verwijzing naar een verklaring uit 1944 van het toenmalige communistische regime uit de grondwet te verwijderen. Die verklaring roept openlijk om ‘eenwording’ met gebieden in de buurlanden van Griekenland en Bulgarije met de ‘Macedonische Republiek’.(Appendix, document A) Dit zijn precies de redenen waarom Griekenland gevraagd heeft, en de EG heeft daarmee ingestemd, dat de nieuwe republiek niet de naam Macedonia zou gebruiken voor zijn staat. Maar zij zijn niet de enigen die aspiraties hebben in de richting van Grieks Macedonische gebieden. Al meer dan een eeuw zijn deze gebieden het object geweest van expansionistische politiek van naburige landen. EEN HISTORISCHE UITWEIDING De erfenis van San Stefano Om te beginnen Bulgarije. Dit land kreeg zijn onafhankelijkheid in 1878 bij de succesvolle afloop van de Russisch-Turkse oorlog, die bezegeld werd met het verdrag van San Stefano. De winnende Russen zagen een kans om de oosterse kwestie in hun voordeel op te lossen door een toegang naar de Middellandse Zee te verwerven, zij het dan via een vazalstaat. Zo werd er een Groot Bulgarije gevormd uit de Europese bezittingen van het Ottomaanse rijk. De zuidelijke grenzen van de nieuwe staat strekten zich uit tot de kust van de Egeïsche Zee en bevatte het beste deel van de Ottomaanse vilayets (provincies) Monastir (Bitola) en Thessaloniki. Maar een Groot Bulgarije zou er niet komen. De Europese mogendheden verzetten zich en op het congres van Berlijn (juli 1878) werden de grenzen van Bulgarije teruggebracht tot de bergketen van de Balkan, waarmee de samenhang van het Europese deel van het Ottomaanse rijk was hersteld (kaart 3) Het verdrag van San Stefano gold niet meer, maar de herinnering eraan bleef voortbestaan. Sinds het verdrag van Berlijn richt het buitenlands beleid van Bulgarije zich steeds op het herkrijgen van
Afb. 6 Een kerstkaart 1991-92 van het zogenaamde Macedonische nationale bevrijdingsleger, die de annexatie vraagt van de Griekse provincie Macedonia bij een verenigde Macedonische staat.
de gebieden van San Stefano, i.e. het grootste deel van wat geografisch bekend staat als Macedonia . Dit beleid blijft constant tijdens het eind van de 19e eeuw en gedurende de hele 20e eeuw en wordt op twee manieren in praktijk gebracht. Als de internationale omstandigheden gunstig zijn wordt met de wapens openlijke annexatie van deze
Grenzen Symbolen Stabiliteit
7
KAART 2 Een kaart uit 1992, uitgegeven door een met de regering verbonden uitgeverij in Skopje, die een groot deel van Griekenland en districten in Bulgarije, Albania en Servië weergeeft als deel van een “Groot Macedonia”.
gebieden nagestreefd. Als deze pogingen mislukken wordt de oprichting van een autonome of onafhankelijke ‘Macedonische’ staat naar voren gebracht ten koste van de buurlanden in de hoop dat mettertijd een dergelijke staat een vazal van Bulgarije zal worden en zelfs binnen haar grenzen zal worden opgenomen. Zo probeerden de Bulgaren gedurende het laatste decennium van de Ottomaanse overheersing (1902-1912) voorwaarden te scheppen om de volledige controle te verwerven over de hele geografische regio van Macedonia door aan te zetten tot opstanden en andere etnische groepen te
8
THE CITIZENS’ MOVEMENT
vervolgen in de regio die hoofdzakelijk door Grieken werd bewoond. Tijdens de eerste Balkanoorlog (1912) verdreven Griekenland, Bulgarije, Servië en Montenegro Turkije uit de meeste van haar gebieden in Europa en bevrijdden zo de regio van Macedonia na 500 jaar Ottomaanse overheersing. Maar de Bulgaren waren niet tevreden met de verdeling van de vroegere Ottomaanse gebieden en vielen hun bondgenoten aan. Ze werden echter verslagen(1913). Nog eens, tijdens de Eerste Wereldoorlog, probeerde Bulgarije de Macedonische gebieden van zijn buur-
KAART 3 Delen van hedendaags Griekenland en van voormalig Joegoslavië en Albania, door de Russen toegekend aan een “GrootBulgarije”.
landen Griekenland en Servië te annexeren door partij te kiezen voor de Centrale Mogendheden en Turkije. Inderdaad slaagde zij erin Grieks Oost Macedonia te bezetten waar ze tactieken van etnische zuivering toegepaste op de Griekse bevolking, (kaart 4) De nederlaag van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije maakte een einde aan de Bulgaarse bezetting. Nadat het er niet in geslaagd was het begeerde gebied te annexeren, probeerde Bulgarije voortdurend het idee te promoten van een autonome Macedonische staat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbond Bulgarije zich met nazi Duitsland en fascistisch Italië en kreeg daarvoor in ruil het recht grote delen van Grieks Macedonia en Thracië te bezetten tot aan de kust
van de Egeïsche Zee alsook Joegoslavisch Macedonia, (kaart 5) Opnieuw vielen de Bulgaarse bezetters terug op hun vertrouwde politiek van etnische zuivering. De ineenstorting van de As maakte een eind aan de tweede Bulgaarse bezetting van Macedonia.
De erfenis van het Stalinisme Het is interessant op te merken dat dit niet alleen de politiek was van de regerende politieke elite van Bulgarije in die tijd, maar ook die van de Bulgaarse communistische partij en zodoende het karakter kreeg van een ware nationale politiek. In het interbellum heeft de Sovjet Unie onder Stalin door middel van de Comintern dan ook een voorstel goedgekeurd van de Bulgaarse
Grenzen Symbolen Stabiliteit
9
KAART 4 Tijdens de Eerste Wereldoorlog bezette Bulgarije als bondgenoot van de Centrale Mogendheden en Turkije, delen van Noord Griekse gebieden.
communisten voor een verenigde en onafhankelijke Macedonische staat in het kader van een communistische Balkan federatie, (appendix, document B) In 1944 richtte Tito, van geboorte een Kroaat, de Federale Volksrepubliek Joegoslavië op. De federale staatsvorm was bedoeld als oplossing voor de problemen van strijdende nationaliteiten en etnische minderheden in Joegoslavië. Ook was het de bedoeling de omvang van Servië terug te brengen. Daarom werden de grenzen van de republieken willekeurig getrokken en kwam zo de ‘Volksrepubliek Macedonia’ tot stand (voorheen de ‘provincie Vardar’), in feite een provincie van Joegoslavië.
10
THE CITIZENS’ MOVEMENT
Deze kunstmatige creatie moest ook een ander doel dienen, namelijk de toegang over land van Joegoslavië tot de Egeïsche Zee middels de haven van Thessaloniki, (appendix, document C) Dit moest gebeuren door Griekse en Bulgaarse gebieden die zogenaamd bewoond werden door een ‘Macedonische’ bevolking in te lijven bij de ‘Volksrepubliek Macedonia’, (kaart 6) Van 1944-1948 ondersteunde de Sovjet-Unie de irredentistische claims van twee van haar communistische vazallen op de Balkan: die van Joegoslavië t.a.v. de Macedonische gebieden van Griekenland en Bulgarije en die van Bulgarije t.a.v. Grieks West-Thracië. Dit ondanks het feit dat zich in de begeerde Griekse gebieden waar aldaar geboren Grieken woonden, bovendien nog honderdduizenden
KAART 5 Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette Bulgarije als bondgenoot van nazi Duitsland en fascistisch Italië grote delen van Grieks Macedonia en Thracië.
Griekse vluchtelingen hadden gevestigd die Turkije en Bulgarije uitgezet waren krachtens internationale verdragen over bevolkingsuitwisselingen. De Griekse burgeroorlog in die tijd werd door Tito aangemoedigd onder andere met het oogmerk dat Joegoslavië Grieks Macedonia zou annexeren. Bulgarije, toen onder leiding van Georgi Dimitrov, stemde ermee in zijn eigen deel van Macedonia (het Pirin district) af te staan aan Joegoslavië en ontving in ruil de volledige steun van de Sovjet-Unie en Joegoslavië bij haar aanspraken op Grieks Thracië. (appendix, document D) Met de breuk van Tito met het Sovjet blok en zijn uitzetting uit de Cominform in 1948 keerde Bulgarije
terug tot haar traditionele politiek t.a.v. Macedonia en volgde die actief tot aan de dood van Stalin. De les die uit dit korte historische overzicht geleerd kan worden is dat alle pogingen van de buurlanden om Griekenland van haar noordelijke provincies te beroven ondernomen werden met de actieve militaire en politieke steun van niet-Balkan mogendheden, die erop uit waren hun eigen belangen te bevorderen. (Tsaristisch Rusland 1878, de Centrale Mogendheden 1917-1919, nazi Duitsland en fascistisch Italië 1941-1944 en nogmaals de Sovjet-Unie 1946-1949). Bovendien, wanneer het niet om een directe annexatie ging, werden deze pogingen bij volmacht ondernomen, in de naam van een zogenaamde
Grenzen Symbolen Stabiliteit
11
KAART 6
Tijdens de Griekse Burgeroorlog probeerde het Joegoslavië van Tito het grootste deel van Grieks Macedonia en van de Macedonische gebieden van Bulgarije en Albania in handen te krijgen.
autonome of onafhankelijke ‘Macedonische’ staat, voor dat doel bewoond door een fictieve ‘Macedonische” nationaliteit. Als de internationale gemeenschap nu het bestaan van zo’n staat zou erkennen onder de naam ‘Macedonia’, zou dat de basis leggen voor een destabilisatie van het hele Balkan gebied op de korte en lange termijn, ondanks beweringen van het tegendeel. Want het zou onbedoeld een rechtmatig karakter geven aan de vroegere en toekomstige irredentistische claims tegen Griekenland, een lid van de EG en van de NAVO, en daarmee een doos van Pandorra met rampzalige ontwikkelingen openen. Fatale ingrediënten zijn al ter plekke aanwezig. De Albanese en Bulgaarse revisionistische plannen zijn
12
THE CITIZENS’ MOVEMENT
overduidelijk en het is hoogst onwaarschijnlijk dat erkenning op zich ze plotseling in rook zal doen opgaan. Ze zijn te lang gekoesterd en het is bekend dat hartstochten op de Balkan niet zo makkelijk doven. Moet de internationale gemeenschap een extra destabiliserend ingrediënt toevoegen aan een al explosieve heksenketel? Sinds 1991 hebben een aantal landen (behalve de Europese Unie) de voormalige Joegoslavische republiek erkend als onafhankelijke staat met de naam: Republiek Macedonia. Zou het niet verstandiger zijn duidelijk en ondubbelzinnig internationaal steun te betuigen aan een stabiliserende politiek en aan eerlijke pogingen voor een vreedzame coëxistentie.
DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIA EN GRIEKENLAND “DE KWESTIE VAN DE NAAM” De ondertekening van het Interim Akkoord in 1995 was het beginpunt voor de normalisering van de betrekkingen tussen Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonia. De enige kwestie die nog onafgedaan bleef was de naam van de nieuwe republiek, die tot de VN was toegelaten onder de voorlopige naam ‘de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia.’ Onder auspiciën van de VN begonnen de twee landen onderhandelingen over de definitieve naam. Zoals is voorzien in UNSCR 817 (93) die de partijen dringend verzoekt om te blijven samenwerken (...) ten einde tot een spoedige regeling van hun geschilpunt te komen,’ hebben Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia onderhandelingen gevoerd onder auspiciën van de VN secretaris-generaal, ten einde tot een wederzijds aanvaardbare oplossing van de naamskwestie te komen. Volgens artikel 5, par. l van het Interim Akkoord, dat werd ondertekend in New York op 13 september 1995, ‘komen de partijen overeen om te blijven onderhandelen onder auspiciën van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (...) met het oogmerk overeenstemming te bereiken over het geschilpunt omschreven in (...) resolutie 817 (93) van de Veiligheidsraad.
Griekenland is een van de voornaamste handelspartners van de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia en de nummer één van haar buitenlandse investeerders. De Griekse economische aanwezigheid in de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia is voor dat land een belangrijke stabiliserende factor middels haar bijdrage aan groei en werkgelegenheid. Hoewel er de laatste tijd verschillende pogingen zijn gedaan om het probleem op bilateraal niveau op te lossen, verhinderde het binnenlandse politieke klimaat in de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia een regeling die voordelig zou zijn voor beide partijen. Bij verschillende gelegenheden kwamen beide zijden echter dicht bij een overeenstemming. Skopje’s aanvraag van het lidmaatschap van de Europese Unie, op 2 maart 2004, biedt een nieuw uitzicht op een gelegenheid om dit laatste nog onopgeloste probleem lussen de twee buren zo spoedig mogelijk te regelen.
Vanaf nu heeft de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia officieel aanvaard dat de naam van zijn staat een onderhandelingsobject is zoals voorzien in UNSC 817 (93).
Tijdens het 1e Stabilisatie en Associatie Beraad met de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia (Brussel, 14 september 2004) merkte de Europese Unie op dat het geschil over de naam van de Voormalige Joegoslavische Republiek nog steeds voortduurt en zij moedigde het zoeken van een wederzijds aanvaardbare oplossing aan, door Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia, binnen het raamwerk van UNSCR 817/93 en 845/93.
Sinds 1995 is de ontwikkeling van de betrekkingen tussen Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonia zeer opvallend geweest,
Ook in 2005 blijft Griekenland zich inzetten tot het zoeken van een wederzijds aanvaardbare oplossing wat betreft de kwestie van de naam.
Grenzen Symbolen Stabiliteit
13
APPENDIX – DOCUMENTEN Document A: Proclamations of the Anti-Fascist Assembly of the National Liberation of Macedonia (ASNOM), Skopje, August, 1944 MANIFEST ISSUED AT THE FIRST SESSION OF THE ANTI-FASCIST COUNCIL NATIONAL LIBERATION OF MACEDONIA TO THE PEOPLE OF MACEDONIA August 2, 1944 Macedonians under Bulgaria and Greece, ...The unification of the entire Macedonian people depends on your participation in the gigantic anti-fascist front. Only by fighting the vile fascist occupier will you gain your right to selfdetermination and to unification of the entire Macedonian people within the framework of Tito’s Yugoslavia, which has become a free community of emancipated and equal peoples. May the struggle of the Macedonian Piedmont incite you to even bolder combat against the fascist oppressors! PROCLAMATION TO THE PEOPLE OF MACEDONIA ISSUED BY THE COMMUNIST PARTY OF MACEDONIA August 4, 1944 People of Macedonia! ...In the course of three years of combat you have achieved your unity, developed your army, and laid the basis for the federal Macedonian state. With the participation of the entire Macedonian nation in the struggle against the fascist occupiers of Yugoslavia, Bulgaria, and Greece you will achieve unification of all parts of Macedonia, divided in 1915 and 1918 by Balkan imperialists. Source: The University of “Cyril and Methodius”, Documents on the struggle of the Macedonian people for independence and a nation-state, volume two (Skopje, 1985) Document B: Declaration of the 6th Balkan Communist Conference (March 1924) issued under the directives of the Comintern for a United Republic of Macedonia and Thrace A united and autonomous Macedonia is now the slogan of the Macedonians in all corners of their Fatherland, which is covered with ruins. It is under this slogan that they are organizing and conducting the struggle.... In setting up the ideal of a workers’ and peasants’ government, the communist parties and the Communist Federation of the Balkans declare that the Federative Republic of the Balkans will assure peace, independence and liberty of development of all the peoples of the Peninsula that it will be a voluntary union of independent Balkan Republics, including the Republic of Macedonia and Thrace. Source: Text in International Press Correspondence, May l, 1924 Document C: Confidential circular sent by Secretary of State Edward Stettinius to U.S. missions (December 26, 1944) considering talk of a “Macedonian” nation or state to be “unjustified demagoguery” and a cloak for aggressive intentions against Greece. The Secretary of State to Certain Diplomatic and Consular Officers The following is for your information and general guidance,
14
THE CITIZENS’ MOVEMENT
but not for any positive action at this time. The Department has noted with considerable apprehension increasing propaganda rumors and semi-official statements in favor of an autonomous Macedonia, emanating principally from Bulgaria, but also from Yugoslav Partisan and other sources, with the implication that Greek territory would be included in the projected state. “This Government considers talk of Macedonian “nation”, Macedonian “Fatherland”, or Macedonian “national consciousness” to be unjustified demagoguery representing no ethnic nor political reality, and sees in its present revival a possible cloak for aggressive intentions against Greece”. The approved policy of this Government is to oppose any revival of the Macedonian issue as related to Greece. The Greek section of Macedonia is largely inhabited by Greeks, and the Greek people are almost unanimously opposed to the creation of a Macedonian state. Allegations of serious Greek participation in any such agitation can be assumed to be false. This Government would regard as responsible any Government or group of Governments tolerating or encouraging menacing or aggressive acts of “Macedonian Forces” against Greece. The Department would appreciate any information pertinent to this subject which may come to your attention. Stettinius Source: U.S.State Department, Foreign Relations vol.viii Washington, D.C., Circular Airgram, (868.014/26 Dec.1944) Document D: Stalin’s views, for the unification of Macedonia under Tito and the annexation of Greek Thrace by Bulgaria. Excerpts from the minutes of conversations at the Kremlin (June 7, 1946), between delegations of the Soviet Union (Stalin, Molotov, Zdanov), Yugoslavia (Tito, Rankovic, Neskovic), and Bulgaria (Dimitrov, Kolarov, Kostov), (Translation from Bulgarian). Stalin to the Bulgarian delegation (on Macedonia): “Cultural autonomy must be granted to Pirin Macedonia within the framework of Bulgaria. In view of the present situation no haste should be displayed in this regard.... You do not want to grant autonomy to Pirin Macedonia. The fact that the population has yet to develop a Macedonian consciousness is of no account. No such consciousness existed in Belorus either when we proclaimed it a Soviet republic. However, later it was shown that a Belorussian people did in fact exist” .... Stalin to the Bulgarian delegation (on Bulgarian access to the Aegean): “We and the Americans were not parties to the drawing of the borders [in 1919J and do not recognize them as just. You should demand territorial access to the Aegean, and if this is not accepted, you should demand economie (access). You have the right to demand territorial access, but it is difficult to count upon obtaining it today. Such demand can be fulfilled only through the use of force. But in any case you should préparé yourselves for the future”... Source: The text of these minutes was taken from the Archives of the Central Committee of the Communist Party of Bulgaria. It was published in the Sofia newspaper Otecestven Vestnik, June 19, 1990.