Grenzeloos duiken Projectleider Partners Totale kosten Bijdrage Scheldemondfonds Looptijd
Provincie West-Vlaanderen NELOS, NOB 2.867.624 EUR 1.350.000 EUR 2012-2014
Dankzij dit project werden enkele unieke duiklocaties in Nederland en Vlaanderen gerealiseerd. In de eerste plaats is de toegankelijkheid en de veiligheid van de bestaande duikhotspot ‘Kattendijke-Wemeldinge’ in Goes en Kapelle (NL) grondig en kwalitatief verbeterd. Vervolgens is er een splinternieuwe ‘duiktank’ bijgekomen in het West-Vlaamse Zwevegem. De duiktank is een herbestemmingsproject van een industrieel erfgoed en heeft internationale allures wegens haar unieke karakter. Het gaat hier namelijk over een enorme oude mazouttank met een diameter van 20 meter en een diepte van 15 meter. Tegenwoordig mag er steeds minder in openwatervlakken gedoken worden omwille van de gebrekkige waterkwaliteit, de te hoge recreatiedruk en de onveilige duikomstandigheden. “Duiken in een tank is bovendien de perfecte tussenstap tussen duiken in een zwembad en duiken in open water, wat de veiligheid van de duikers sterk ten goede komt,” benadrukt de projectverantwoordelijke Ruth Deseyn. “Bovendien komen beide infrastructuurprojecten tegemoet aan de grote behoefte aan nieuwe en verbeterde duiklocaties” voegt zij er nog aan toe. Bekijk hier een filmpje over het ombouwen van de tank, en hier een filmpje van de één van de eerste duiken. Het project richtte zich ook op het ontwikkelen van een kwalitatief duikopleidingstraject. De duiktechnieken in volkomen gecontroleerde omstandigheden worden allereerst in de duiktank aangeleerd. In een tweede fase werden deze dan toegepast in een reële situatie in de duikhotspot ‘Kattendijke-Wemeldinge’. Tijdens de workshops en initiaties werd eveneens gewerkt aan het ecologische bewustzijn van de duikers via het ontwikkelen van een specialisatiebrevet Eco-Diver. Dit bewustzijn draagt bij tot de instandhouding en de verbetering van het onderwaterecosysteem. Deelnemers werden opgeleid tot bekwame, duurzame en ecologische duikers alias Eco-Divers. “Onkunde bij duikers heeft namelijk een grote impact op diersoorten. Zo worden bijvoorbeeld door foute instapzones de paaiplaatsen van dieren of wrakken waarop onderwaterdieren zich genesteld hebben, verstoord. Ook duikers zelf kunnen bijvoorbeeld wegglijden bij het instappen ten gevolge van algen, of ze vergeten rekening te houden met fuiken en netten van vissers.”
Tendenzen zonder Grenzen (TZG) Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Provincie Oost-Vlaanderen RTC Oost- en West-Vlaanderen, Technocentrum Zeeland, VOKA OostVlaanderen, Dethon, Perspecto, Stad Antwerpen, AGSO, CKSA, Stedelijk Onderwijs Gent, Hogeschool Zeeland 761.713 EUR 380.856 EUR 2012-2014
Werken over de grens, zelfs bij landen met eenzelfde taal en binnen het eengemaakte Europa, blijft een zware opgave. Tal van belemmeringen maken het de mensen die over de grens willen werken en de werkgevers die mensen van de andere kant van de grens willen recruteren moeilijk. Een van de belangrijkste knelpunten is het tekort aan heldere, eenduidige en persoonlijke informatie. Uit verschillende inventarisaties in Europa blijkt ook dat de uitdagingen waarmee grensoverschrijdende tewerkstelling gepaard gaat, persoonlijk advies vaak noodzakelijk maakt. Dit geldt zowel voor werknemers, werkzoekenden als werkgevers. Daarnaast is er een dreigend tekort, zowel aan Vlaamse als aan Nederlandse zijde, aan technisch geschoolde mensen. Jongeren kiezen niet voldoende voor technische richtingen en dat heeft veelal te maken met het onbekend zijn met technische beroepen. Kinderen en jongeren over de grens brengen om met eigen ogen te zien welke technische beroepen er bestaan kan helpen. Juist om knelpuntberoepen aan beide kanten van de grens te kunnen blijven invullen is een grensoverschrijdende arbeidsmarkt en een goede informatie ontsluiting hieromtrent essentieel. Eures Scheldemond en VOKA Oost-Vlaanderen houden zich bezig met de arbeidsmarktgrensknelpunten en met informatievoorziening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers. Ook werd er een mobiliteitscentrum opgericht dat zich specifiek richtte op het plaatsen van Nederlandse leerkrachten basisonderwijs in Vlaanderen, maar in de toekomst ook voor andere beroepsgroepen zal kijken om tekorten en overschotten aan weerszijden van de grens beter met elkaar te matchen. RTC Oost-Vlaanderen, RTC West-Vlaanderen en het Technocentrum Zeeland zetten samen hun schouders onder de actie 'Bedrijf+School'. Zij creëerden onder andere de website www.bedrijfplusschool.eu. Hierop kan je onder andere een uitgebreide databank van Vlaamse en Nederlandse bedrijven terugvinden, die op één of andere manier hun steentje willen bijdragen in het enthousiasmeren van kinderen en jongeren voor techniek.
120 kilometer kustkwaliteit Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Gemeente Veere Gemeenten Middelkerke, Knokke-Heist, Sluis, Vlissingen, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland, stad Blankenberge, Coördinatiepunt duurzaam Kustbeheer, Provincie Zeeland en Strandexploitatie Walcheren 3.208.560 EUR 1.604.280 EUR 2008-2012
De doelstelling van dit project was het strand- en kustbeheer langs de Vlaams-Zeeuwse kustlijn duurzaam en innovatief te verbeteren en vernieuwen. De concrete acties waren ecologisch en alternatief strandbeheer via bewustmakingscampagnes, renovatie van strandreddingsdiensten en de uitwerking van de veiligheid, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid aan de kust. Er vond veel uitwisseling plaats van kennis en praktijkervaring bij de voorbereiding en bij de uitvoering en evaluatie van activiteiten. Ook werd er gezamenlijk onderzoek verricht naar nieuwe en innovatieve toepassingsmogelijkheden op het gebied van ecologisch strandbeheer en duurzame energie in strandvoorzieningen. Tot slot werd een gemeenschappelijke standaard voor de strandveiligheid en een handleiding voor bereikbaarheid en toegankelijkheid van het strand opgesteld. Zo is de Vlaams-Zeeuwse kust – een belangrijke economische motor voor de regio – duurzaam versterkt.
Bio Base Europe Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Bio Base Europe Bio Base Europe Pilot Plant, Bio Base Europe Training Center, Ghent BioEnergy Valley, Biopark Terneuzen 21.838.000 EUR 6.000.000 EUR 2009-2013
Bio Base Europe zet het grensoverschrijdend regionaal-economisch cluster rondom de kanaalzone Gent-Terneuzen op de kaart als een Europees topcluster van biogebaseerde bedrijvigheid met een wereldwijde uitstraling en aantrekkingskracht. Biogebaseerde productie is de productie van brandstoffen, plastics, …, op basis van hernieuwbare organische grondstoffen. Er hoeft voor deze producten dus geen olie meer te worden gebruikt en de CO2 uitstoot wordt verminderd. Van groot belang voor het initiatief is dat men toewerkt naar biogebaseerde productie van de 'tweede en derde generatie'. Dit houdt in dat wordt overgeschakeld naar organische restproducten (zoals resthout en geplukte maïskolven), zodat geen voedsel hoeft te worden gebruikt en de wereldwijde voedselprijzenstijging een halt wordt toegeroepen. Winst dus voor de economie, het klimaat en de mensen. Concreet ging het allereerst om de bouw van een polyvalente pilootinstallatie bij Gent. Hierin kunnen bedrijven en kennisinstellingen biogebaseerde processen testen tot op semiindustriële schaal. Daarnaast werd een opleidingsfaciliteit in Terneuzen geplaatst. Procesoperators en onderhoudstechnici worden hierin opgeleid voor het werken in biogebaseerde bedrijven en overige bedrijven in de procesindustrie. Tot slot waren er netwerk- en communicatie-activiteiten, inclusief educatie voor scholieren en studenten. Door de enorme impact van het project werd voorafgaand beleidsinhoudelijk advies ingewonnen van de Vakgroep Economie, de Vakgroep Onderwijs, de Vakgroep RO/Milieu én externe specialisten. Iedereen was het erover eens dat Bio Base Europe kon gelden als het sterkste grensoverschrijdende project tot dan toe. Wim Soetaert, directeur van Bio Base Europe Pilot Plant: “Er werken 28 mensen in de Pilot Plant en er zijn ondertussen al tientallen bedrijven geholpen bij de ontwikkeling van hun nieuwe producten. Deze Pilot Plant voor de biogebaseerde economie is in Europa uniek in zijn soort. Om te kunnen opschalen naar een industrieel proces en het eindproduct te kunnen vermarkten, is er een volwaardige pilootinstallatie nodig. Vandaar dat bedrijven van over de hele wereld inmiddels een beroep doen op ons.” Wereldwijd wordt Bio Base Europe dan ook een steeds bekender innovatiecentrum. Het project geeft een duidelijke stimulans aan de groene economie binnen Euregio Scheldemond. Onder impuls van dit initiatief specialiseert de grensoverschrijdende regio zich op een van haar sterkten: de biogebaseerde economie.
Het project verbindt de al succesvolle clusters biogebaseerde economie Biopark Terneuzen en Ghent Bio Energy Valley. Het verbindt ook in ruimere zin de Noordwest-Europese bedrijvigheid in de sector met de kanaalzone als toegangspoort voor biomassa.
Inmiddels is ook de samenwerking met het project ‘Grenzeloze Kanaalzone’ sterk verankerd. Het was op de Startconferentie voor dit project, dat de initiatiefnemer, professor Wim Soetaert, de regio warm kreeg voor Bio Base Europe. Voor meer info: http://www.bbeu.org
Samen voor de glastuinbouw Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Dethon Gemeenten Terneuzen, Zelzate, Assenede, Hulst en Sluis, stad Gent, provincie Antwerpen, VDAB, Alles voor Groene Arbeid, Groen College, ROC Westerschelde, UWV, VOKA Oost-Vlaanderen, OCMW Assenede 2.438.699 EUR 1.219.349 EUR 2008-2012
Eind 2008 startten in de omgeving van de Zeeuwse gemeente Terneuzen verscheidene glastuinbouwbedrijven op. Deze bedrijven zouden op termijn 1.500 banen (1.200 FTE’s) opleveren, waarvan 90% voor laaggeschoolden. De partners in dit project wilden deze unieke gelegenheid aangrijpen om door middel van hun gezamenlijke inspanningen zoveel mogelijk mensen uit het grensgebied “met afstand op de arbeidsmarkt” (laaggeschoolde werkzoekenden, ouderen, allochtonen, arbeidsgehandicapten enz.) op structurele basis uitzicht te bieden op een reguliere baan in deze sector. Voor de geschikt bevonden kandidaten hebben de partners zeer diverse opleidingen op maat uitgewerkt. Bovendien hebben ze verschillende maatregelen genomen om grensarbeid te vergemakkelijken. Het project wou de toekomst van de bestaande glastuinbouwzones, ook in de provincie Antwerpen, verkennen, vormgeven en veilig stellen. Dit door het opstellen van verschillende actieplannen op basis van gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven in samenwerking met de glastuinbouwsector. Van het begin af aan was het project uitdrukkelijk een initiatief vanuit het overleg van de Kanaalzonegemeenten, het gemeentelijk cluster onder de Scheldemondraad. Terwijl de toeleiding van arbeidskrachten richting het opleidingscentrum werd georganiseerd, werd in het project Optiglas de bouw van het opleidingscentrum gefinancierd.
Cover-it Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Syntra West vzw KaHo Sint-Lieven, ROC Westerschelde, VDAB, Kenteq Training en Advies, UWV, KaHo Limburg 1.113.548 EUR 556.774 EUR 2008-2011 Het project Cover-It trachtte het hardnekkig tekort aan technisch geschoold personeel op zowel de Vlaamse als de Nederlandse arbeidsmarkt aan te pakken. Dat tekort is vooral voelbaar in de industriële sector. De partners in dit project wilden aan de functie van onderhoudstechnicus binnen industriële bedrijven (waaronder productiebedrijven, machineconstructeurs en gespecialiseerde onderhoudsbedrijven) in de regio een betere invulling geven.
In het project werd een competentiewoordenboek opgesteld en werden opleidingsprofielen op twee niveaus (basis en gevorderden) gedefinieerd. Op basis hiervan werden een tool en verschillende lesmodules ontwikkeld voor competentie- en praktijkgerichte opleidingen. Alle partnerorganisaties konden de tool uittesten en gebruiken bij werving en opleiding. In de opleidingsmodules stonden verscheidene topics centraal, zoals pneumatica, hydraulica, ventilatoren, pompen enz. Elke module werd ook vertaald in een e-learningmodule. Dankzij het project kan gericht opgeleid worden, vertrekkende vanuit de competenties van de onderhoudstechnici en de hiaten in die competenties. Op die manier kan de meest geschikte opleiding gevonden worden. Door deze screening wordt er dus niet langer geld en tijd verspild aan uitgebreide, algemene, niet-competentiegerichte opleidingen of dure tailormade opleidingen. Ondertussen zijn verschillende werkzoekenden (cursisten) opgeleid en begeleid naar werk binnen de VDAB. De meerderheid van hen heeft ook effectief werk gevonden. De modules die in het project ontwikkeld werden, zijn ondertussen geïntegreerd in de VDAB-opleidingen in de Competentiecentra en beschikbaar voor al hun opleidingscentra in Vlaanderen. Binnen Syntra West wordt dan weer de tool gebruikt om op die manier cursisten en werknemers te screenen en te begeleiden om hun competentiegaps gericht te dichten. Ook KaHo SintLieven maakte handig gebruik van het project door het uitgewerkte competentieprofiel als inspiratiebron te gebruiken voor het verfijnen van hun opleidingscompetentieprofiel.
Aqua-Vlan Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Inagro Universiteit Gent en Leuven, Imares Wageningen, Hogeschool Zeeland, PRIBUAR Wageningen, PCG Oost-Vlaanderen, KaHo Sint-Lieven, WPIG 4.511.658 EUR 2.255.829 EUR 2009-2014
Aqua-Vlan is een belangrijk Euregionaal innovatieproject dat ontstond op initiatief van de Scheldemondraad en zijn Vakgroep Landbouw. De vakgroep werkte al in 2006 aan een inventariserende nota rond samenwerkingsmogelijkheden op vlak van aquacultuur (vis- en schelpdierproductie, zilte groenten, et cetera) en organiseerde hierrond de themadag Aquacultuur aan Land (26 september 2007). De Scheldemondraad volgde de vakgroepinspanningen met interesse en organiseerde op 20 april 2007 zelf een vergadering rond dit thema, waaraan ook experts uit de sector zelf deelnamen. Gouverneur Denys, op dat moment voorzitter van de Scheldemondraad, vroeg aan het eind van deze vergadering de experts en het secretariaat Euregio Scheldemond om een substantieel innovatieproject op te zetten rond aquacultuur. Dit werd Aqua-Vlan. Het algemeen doel was het bouwen van de fundamenten van een economisch, sociaal en ecologisch duurzame aquacultuursector binnen de Grensregio zodat de toen zeer beperkte aquacultuursector kon uitgroeien tot een economische sector van betekenis. Hierbij werd gewerkt volgens het concept ‘Fork to Farm’ zodat een breed draagvlak voor de regionale aquacultuursector kon ontstaan. Het verbeteren van de kennisoverdracht binnen de driehoek kennisinstelling, onderwijsinstelling en bedrijven was hierbij een zeer belangrijke strategie. De projectpartners werkten samen rond de kweek van vis, schelpdieren en zilte groenten. Er werd onder andere een schelpdierhatchery gebouwd, alsmede een kweekvijver. Met dergelijke investeringen waren de ingrediënten voorhanden voor de groei van de aquacultuursector in de euregio. Van buiten de Euregio Scheldemond werd geparticipeerd door de Universiteit Leuven, Plant Research International, Business Unit Agrosystems Research, Wageningen en Imares Wageningen.
Euregional Pact II Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Universiteit Maastricht De universiteiten van Leuven, Antwerpen, Gent en Aken, LifetecZone, Flandersbio 5.138.991 EUR 2.569.495 EUR 2009-2013
Euregional Pact II was een grensoverschrijdende samenwerking tussen vijf universiteiten en de stichtingen LifeTecZone en FlandersBio. Dit consortium bundelde unieke kennis en expertise op het gebied van moleculaire biologie en biotechnologie (Maastricht en Aken), optische en nucleaire beeldvorming (Maastricht en Leuven), pathologie (Antwerpen) en celdood mechanismen (Gent) om de ontwikkeling van innovatieve medicijnen met als doel de behandeling van kanker te verbeteren. Het consortium ‘Euregional Pact II’ had twee grote doelstellingen. Ten eerste wilde het een brug slaan tussen het wetenschappelijk onderzoek en het regionale bedrijfsleven. Door de samenwerking wilden de projectpartners wetenschappelijke kennis toegankelijker maken om sneller uit te kunnen wisselen met het bedrijfsleven. Het project vormde dus als het ware een loket waarachter de kennis- en expertise infrastructuren van de vijf universiteiten gelegen waren. Het bedrijfsleven kon via dit loket toegang krijgen tot universitaire Life Science gebieden, uiteenlopend van bewegingswetenschappen en voedingswetenschappen tot hart- en vaatziekten en kanker. Zulke interactieve relatie tussen universiteiten en bedrijfsleven vormt een wezenlijke schakel in de cyclus van idee naar medicijn. Op deze manier konden innovatieve medicijnen tegen kanker ontwikkeld worden ten behoeve van de patiënt en de samenleving. Ten tweede wilden de deelnemende universiteiten hun kennis en expertise bundelen in een uniek ‘Virtueel Researchlaboratorium’ om gezamenlijk nieuwe strategieën te ontwikkelen, met name gericht op de ontwikkeling van innovatieve anti-kanker geneesmiddelen met hogere therapeutische effectiviteit en minder bijwerkingen. Het project hecht hierbij veel waarde aan het stimuleren van jong talent om een carrière in de Life Sciences te starten. Voor meer info: www.euregionalpactii.eu
Groeikans Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Centrale van de Landelijke Gilden Provincie Limburg (BE), Stad Roeselare, Boerenbondvereniging voor Innovatieve Projecten, ZLTO, LLTB, Universiteit Wageningen, KaHo ZuidWest-Vlaanderen, KaHo Leuven, Logeren in Vlaanderen, KvK Brabant, Plattelandsklassen, VLM, SPK, Inagro, Plattelandscentrum Meetsjesland, Rurant, Streekproducten Vlaams-Brabant, ERSV West-Vlaanderen, EROV, Kempen Goed, Toerisme Limburg 6.722.606 EUR 3.227.538 EUR 2009-2012 Het project Groeikans! beoogde het meetbaar versterken van de plattelandseconomie door de professionalisering van het multifunctioneel ondernemerschap (MURO) in een multifunctioneel platteland. De multifunctionele rurale ondernemers werden gestimuleerd tot professionalisering en innovatie in hun ondernemerschap en het aan de man brengen van hun producten. De innovatie die daarvoor aangewend werd, noemen we systeeminnovatie waarbij er simultaan werd ingegrepen op de hardware (nieuwe ICT-systemen), de orgware (nieuwe organisatie van mensen en middelen) en de software (nieuwe ondernemerscultuur).
De operationele doelstellingen hierbij waren: stimuleren en versterken van het ondernemerschap, stimuleren tot grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemers, stimuleren van de marktvraag en versterken van de marktpenetratie en stimuleren van grensoverschrijdende mobiliteit van de consumenten van rurale belevingsproducten. Meer info via www.plattelandsinnovatie.be
Waterstofregio Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij Strategische Projectenorganisatie Kempen, Vlaams Samenwerkingsverband Waterstof en Brandstofcellen, Waterstofnet bureau, Karel de Grote Hogeschool, KaHo Kempen, IMEC, KaHo Limburg, Hogescholen Zuyd, Zeeland, Fontys en Avans, Universiteit Gent, PowerLink, Energie Centrum Nederland, Unitron GeTec, Blue Planet Hydrogen, Beukers Autoschade, HyEngine Solutions, Solvay, Hoppecke, APTS 14.328.130 EUR 3.000.000 EUR 2009-2013
Waterstof is in principe onbeperkt voorradig en heeft een enorm potentieel als alternatieve, groene energiebron, op voorwaarde dat het ook duurzaam wordt geproduceerd zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen. In het project Waterstofregio hebben verschillende Nederlandse en Vlaamse bedrijven, kennisinstellingen en organisaties de handen in elkaar geslagen om de grensregio uit te bouwen tot een Europese topregio op het vlak van waterstof. Onder de coördinatie van Waterstofnet hebben de projectpartners in vier jaar heel wat indrukwekkende, innovatieve en vooral ook concrete projecten gerealiseerd, met de aanleg van waterstoftankstations (Colruyt Halle, Automotive Campus Helmond), ontwikkeling van twee sloepen en een tankfaciliteit (Veerse Meer), een vuilniswagen (E Trucks) en een autobus (DVL) op waterstof. Het project besteedde eveneens aandacht aan gepaste opleidingsmodules via een samenwerking tussen hogescholen in de grensregio. In 2012 werd ‘s werelds grootste brandstofcel gepresenteerd bij Solvay in de Antwerpse haven, te Lillo. Voor het eerst zet een brandstofcel waterstof om naar een elektrisch vermogen van 1 Megawatt hoogwaardige elektriciteit. “Het vermogen van de brandstofcel komt overeen met het gemiddelde elektriciteitsgebruik van 2.200 gezinnen,” verduidelijkt Adwin Martens, projectverantwoordelijke van Waterstofregio. De waterstof voor de brandstofcel komt voort als een bijproduct van de chloorproductie in Lillo. Het project kon ook nog andere primeurs voorleggen. In het distributiecentrum van Colruyt in Halle werd het eerste waterstoftankstation in Vlaanderen opgericht waar heftrucks en personenauto’s kunnen tanken. Met eigen wind- en zonneenergie wordt er via elektrolyse waterstof opgewekt. Een jaar later werd op de Automotive Campus in Helmond het allereerste waterstoftankstation in Nederland in gebruik genomen. Meer info via www.waterstofnet.eu
Grenzeloos wandelen Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Toerisme Provincie Antwerpen, Kempens Landschap, VLM, RMB, Regio West-Brabant, Regionale Landschappen Lage Kempen, HapspengouwVoeren, en Kempen-Maasland, Toerisme Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, Provincie Vlaams-Brabant, Westtoer 4.336.701 EUR 2.156.510 EUR 2009-2012
Het project ‘Grenzeloos Wandelen’ ontwikkelde grensoverschrijdende wandelnetwerken en thematische wandelconcepten. Men organiseerde een gemeenschappelijke promotie voor het wandelen in het grensgebied Vlaanderen-Nederland en stond in voor de uitwisseling van kennis op gebied van monitoring van wandelrecreatie, commerciële productontwikkeling, efficiënt beheer en onderhoud. Er werden meer dan 18 nieuwe wandelroutes en 60 themaroutes aangelegd en ingekleed; in totaal maar liefst 5.820 km. Naast het voorzien van de nodige infrastructuur werd er onder meer uitvoerig onderzoek gedaan naar vraag en aanbod van wandelen in de grensregio om zo een inzicht te krijgen in het profiel, gedrag, tevredenheid en bestedingen van de wandelaars. Op die manier kon men de economische impact van recreatief wandelen beter begrijpen en inschatten. Verschillende meetinstrumenten en monitoring tools werden getest en gebruikt voor de analyses en leidde zo ook tot een verhoogde expertise bij de projectpartners.
Meer info via www.grenzelooswandelen.eu
Optiglas Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Proefcentrum Hoogstraten POVLT, Dethon 1.850.000 EURO 900.000 EURO 2008-2011
De glastuinbouw in Vlaanderen en Nederland is een belangrijke economische drager voor de betrokken regio’s in beide landen. De ontwikkeling van deze sector heeft de jongste jaren namelijk een sterke evolutie doorgemaakt. Goed uitgebouwde onderzoeks- en voorlichtingscentra zijn een noodzaak in de verdere uitbouw en ontwikkeling van de glastuinbouw in de betrokken regio’s. Ze zijn het eerste aanspreekpunt voor problemen die zich stellen in de praktijk en daarmee de eerste stap naar de oplossingen waar tuinbouwbedrijven naar zoeken. Daarom werd in het project Optiglas gefocust op een brede samenwerking tussen deze centra. Er werd samengewerkt rond thema’s als energiebesparing, duurzame technologieën, gesloten kassystemen, LED-belichting en de implementatie van intelligente folies. Ook de reductie van gewasbeschermingsmiddelen, voorlichting van tuinders en de ruimtelijke ordening van glastuinbouwzones stonden centraal. Optiglas zorgde voor de totstandkoming van drie hypermoderne, ingerichte serrecomplexen in Terneuzen en in het Proefcentrum in Hoogstraten. De oprichting van deze complexen leidde ertoe dat de mogelijkheden tot onderzoek vergrootten, evenals de betrouwbaarheid van de resultaten ervan. De aantrekkingskracht van deze serres zette telers zelfs aan tot nieuwe investeringen en bracht een nieuwe dynamiek teweeg in de sector. Dankzij diverse opendeur- en demonstratiedagen raakte het grote publiek ook bekend met de vele duurzame; innovatieve teelttechnieken. Verder werd ook de bouw van een voorlichtingsen opleidingscentrum in Westdorpe gerealiseerd. Dat zorgde ervoor dat heel wat mensen een opleiding kregen in de glastuinbouwsector, om zo een succesrijke branche in de Grensregio Vlaanderen-Nederland uit te bouwen.
Groene grondstoffen Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Proefboerderij Rusthoeve Inagro, PCG, PIBO-Campus, ILVO, Provincie Vlaams-Brabant 890.426 EUR 428.043 EUR 2010-2013
De afgelopen jaren is er een toenemende interesse voor nieuwe toepassingen van gewassen buiten enkel voedselproductie. Binnen het project is drie jaar onderzoek gedaan naar innovaties voor het gebruik van landbouwgewassen. Daarbij werd zowel gekeken naar de toepassingsmogelijkheden van de vezels van gewassen (vlas, hennep en miscanthus), als biobrandstoffen (koolzaad, miscanthus en deder) en andere specifieke stoffen van planten die gebruikt kunnen worden bij voedingsmiddelen, zoals broccoli, prei, ui, yaconen en stevia. Zo zijn er oogstmachines ontwikkeld om de oogst van vezelhennep mogelijk te maken, met het oog op toepassing van de vezels in grote bouwprojecten als bruggen en viaducten. Een demonstratieteelt heeft het gewas yacon onder de aandacht gebracht als potentiële zoetstofleverancier, naast het inmiddels bekende stevia. Nieuwe ketenvorming werd binnen het project gestimuleerd, zodat lokale bedrijven uit verschillende sectoren vanaf nu aan elkaar zijn gekoppeld en intensiever samenwerken. Het project is erin geslaagd delen van het bedrijfsleven in de grensregio ervan te overtuigen dat (afvalproducten van) groenten uiteenlopende innovatietoepassingen kunnen hebben die tot nu toe onbenut werden gelaten. Bijvoorbeeld stro van miscanthus bleek zowel een goede grondstof te zijn voor paddenstoelenteelt, als een nuttig onderdeel van constructieplaten.
Crossroads Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Grensoverschrijdende Innovatie CrossRoads Hogescholen Avans, Zuyd en Karel de Grote, BOM, DSP Valley, Innovatiecentrum Limburg, KU Leuven, Industriebank LIOF, NanoHouse 8.682.508 EUR 3.489.008 EUR 2010-2014
Crossroads was een zeer succesvol project dat de duurzame samenwerking stimuleerde tussen productiebedrijven en onderzoeks- en onderwijsinstellingen in de grensregio. Het richtte zich op het ontwikkelen en realiseren van innovaties, gebruikmakend van een of meerdere opkomende technologieën. Crossroads leverde nieuwe, duurzame producten en processen die bedrijven rechtstreeks op de markt konden brengen. Zo was er het deelproject ‘Eye Surface Profiler’, waar men een instrument ontwikkelde waarmee de voorkant van een oog snel en nauwkeurig kan worden gemeten in een diameter van 18 tot 20 mm. Hierdoor kunnen grotere en beter passende contactlenzen worden aangemeten dan voordien het geval was. Van de huidige harde contactlenzen wordt in de praktijk 20% na eerste aanpassing afgekeurd, met deze nieuwe techniek wordt dat beduidend minder. Via deze en tientallen andere concrete innovaties werd een sterke stimulans gegeven aan de Zuid-Nederlandse en Vlaamse economie. De focus van Crossroads lag op vijf zogenaamde opkomende kruisspunttechnologieën: nanomaterialen, oppervlaktebehandeling en material technologie, embedded vision, inkjettechnologie en remote diagnostics. Via het gebruik van deze technologieën werden nieuwe producten en productieprocessen gecreëerd, waarmee bedrijven kunnen inspelen op de groeiende internationale vraag naar slimme en duurzame materialen en systemen. Op die manier verwerft de regio een sterkere positie als high tech hotspot. Een mooi voorbeeld binnen het domein inkjettechnologie is ‘Inflight Drop Volume Analysis’. Steeds meer objecten, waaronder elektronica en OLEDS, worden al geprint. Zeer nauwkeurig printen is daarbij van groot belang. In dit deelproject werd een druppelanalyseinstrument ontwikkeld, om het printgedrag van de printkop precies te kunnen bepalen en correct te kunnen aansturen. Bij de evaluatie van Crossroads bleek duidelijk dat de innovatietrajecten in hoge mate voldeden aan de vraag en verwachtingen van de betrokken bedrijven. Bij circa 11 van de 25 innovatietrajecten binnen Crossroads lag de eigen bijdrage van bedrijven (veelal ruim) boven de ontvangen subsidie. Bijna de helft van de innovatieprojecten binnen Crossroads vroeg minder dan de maximumsubsidie van 150.000 euro (10 op 25) en bij 17 van de 25 innovatieprojecten kon meteen (zonder vervolgstappen) overgegaan worden van innovatieontwikkeling naar commerciële exploitatie. Met de innovatietrajecten in Crossroads heeft het Interreg-programma aldus duidelijk voldaan aan een behoefte bij bedrijven, voor dat laatste steuntje in de rug bij kansrijke innovatieprojecten.
Daarnaast investeerde Crossroads ook in proeftuinexperimenten. “Een ‘proeftuin’ houdt in dat studenten en docenten van hogescholen concrete projectopdrachten van beperkte omvang en looptijd voor een bedrijf uitvoeren, waardoor deze bedrijven op een laagdrempelige manier kennis in huis kunnen halen en specifieke innovatie-ideeën aan een eerste realiteitstest kunnen onderwerpen,” aldus projectverantwoordelijke Erik Duijsens, namens de stichting Grensoverschrijdende Innovatie Crossroads. “Daarbij laten deze proeftuinen ook toe dat de zin voor innovatie al begint te rijpen in de hoofden van de ondernemers van morgen.” Het project bood ook ondersteuning in de vorm van bedrijfsbezoeken en thematische workshops om de duurzame grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren. Voor meer info: www.crossroadsproject.eu
Energie Conversie Park Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
VITO Hogescholen Zeeland en Avans, Universiteiten Hasselt en Wageningen 1.917.403 EUR 616.986 EUR 2010-2013
Het gebruik van biomassa als energiebron is belangrijk als duurzaam alternatief voor fossiele brandstoffen. Groente- fruit en tuinafval (GFT), maaisel en snoeisel, bijproducten van landbouw en industrie worden als biobrandstof tot nu toe nauwelijks gebruikt. Lokale biomassa zoals GFT, snoeihout en maaisels kunnen slimmer worden benut. Op vijf proeflocaties binnen het project Energie Conversie Park (ECP) zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om de lokale biomassa zo efficiënt mogelijk te verwerken, zoals het gebruik van biomassa voor het verwarmen van een woonwijk of de sanering van de met zware metalen vervuilde gronden in de Kempen. Alle vijf locaties hebben een technisch voorontwerp en businessplan uitgewerkt en hielden daarbij rekening met lokaal beschikbare biomassa en de behoeften in de omgeving. Voor meer info: www.ecp-biomass.eu
Smaakklassen Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
EROV Universiteit Gent, IVN Consulentenschap Zeeland, KaHo West-Vlaanderen, REO Veiling 746.000 EUR 285.235 EUR 2010-2013
Het project had als doel de kennis over gezonde, smaakvolle en streekgebonden voeding te vergroten en te verbreden bij kinderen, hun ouders, scholen en binnen de voedingssector in Oost- en West-Vlaanderen en in Zeeland. Naar analogie van de succesvolle bos-, stad-, zeeof plattelandsklassen werd dus nu ook het concept ‘Smaakklassen’ ontwikkeld. In Oost- en West Vlaanderen en Zeeland hebben leerlingen tussen 10 en 14 jaar de streek leren kennen door grensoverschrijdende smaakklassen te volgen. Drie dagen lang hebben ze zelf gekookt en verschillende producten geproefd. Bij sommige lekkernijen – zoals mosselen – was dat een hele ervaring. Bovendien bezochten de leerlingen diverse plekken waar voedsel wordt bereid of verhandeld, zoals een groente- en fruitveiling. Door het project werd ook actie ondernomen om streek- en hoeveproducten meer ingang te doen vinden in de grootkeukens van scholen, woon- en zorgcentra. Het gebruik van streekproducten in grootkeukens werd actief gepromoot. Door het samenbrengen van grootkeukenkoks en producenten werd ingespeeld op de voedingsproblematiek van verschillende doelgroepen die gekenmerkt wordt door smaakvervlakking, een eenzijdig en onevenwichtig ondervoeding. Voor meer info: www.smaakklassen.eu
eetpatroon
en/of
Sociale innovatie – instanthouding van klein religieus erfgoed Projectleider Partners
Totale kosten Interregbijdrage Looptijd
Monumentenwacht Limburg Instandhouding Kleine Landschapselementen, Brabant op Zich(t), Kruisen en Kapellen Limburg en Venray, Nederlands centrum voor Volkscultuur, Streekhuis, WSD Groep Boxtel, gemeente Boxtel, Kempens Landschap, Toerisme Provincie Antwerpen, IGO Leuven, gemeenten ScherpenheuvelZichem, Boutersem, Begijnendijk, Bekkevoort, Bierbeek, Ingelmunster, Harelbeke, Linter en Rotselaar, steden Roeselare en Landen, Kerkfabriek Engelbertus-Deurne, Suikermuseum Tienen, Kerkfabriek Sint-HubertusSchaffen 2.530.134 EUR 1.261.567 EUR 2010-2014
Om het klein religieus erfgoed zoals kruisen, kapellen en graftombes te beschermen werden hiervoor afgestudeerde vakmensen (restaurateurs, timmerlui, metselaars…) en mensen uit de sociale economie samengebracht. Dit project had daarbij voor de beide partijen veel voordelen. Voor de deelnemers uit de vakopleidingen werd een goede scholingskans geboden van cultureel erfgoed en voor de deelnemers uit de sociale economie werden nieuwe vaardigheden aangeleerd. De resultaten van de opgeknapte kruisen, kappellen en andere religieus erfgoed zijn opgenomen in nieuwe of bestaande wandel- en fietsroutes. Voor meer info: www.monumentenwachtlimburg.nl
Grenzeloze Kanaalzone Projectleider Partners Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
Provincie Zeeland Provincie Oost-Vlaanderen, Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn Oost-Vlaanderen 1.187.000 EUR 593.000 EUR 2010-2014
Het project Grenzeloze Kanaalzone wilde via grensoverschrijdende samenwerking het woon, werk- en leefklimaat van de volledige Kanaalzone Gent – Terneuzen verbeteren en deze regio laten groeien naar een bloeiende, levendige streek waar wonen en werken goed te combineren is. In het project werd in de eerste plaats gewerkt aan betere bereikbaarheid via het openbaar vervoer. Op verschillende plaatsen is nieuw groen aangeplant om het landschap van de Kanaalzone voor de omwonenden aangenamer maken. Daarnaast heeft men de afwikkeling van het doorgaand vrachtverkeer verbeterd door bijvoorbeeld het plaatsen van aangepaste bewegwijzering en invoeren van een hoogtebeperking met een digitale vrachtwagensluis (in Zelzate). Het doel van deze sluis is vrachtwagens te beboeten die de dorpskernen als sluipweg gebruiken. Een dubbelpolige digitale sluis bestaat uit twee polen, één bij het binnenrijden van het dorp en één bij het uitrijden. Op de polen staan twee camera's en een laserlink: één camera legt de passerende voertuigen vast, een tweede camera registreert de nummerplaten. De laserlink detecteert voertuigen hoger dan 3 meter Wanneer een hoog voertuig door de sluis rijdt, wordt de nummerplaat en het videobeeld opgeslagen en het tijdstip van de passage vastgelegd. Ter hoogte van de tweede locatie gebeurt precies hetzelfde. Als de gemiddelde snelheid van het voertuig tussen de twee locaties hoger is dan de vooropgestelde waarde, betekent dit dat de vrachtwagen niet gestopt is voor laden en/of lossen. De chauffeur krijgt vervolgens een boete.
Voor meer info: www.grenzelozekanaalzone.nl
Oost West Poort Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
POM West-Vlaanderen Havenbestuur Brugge-Zeebrugge, Coöperatieve Veiling Roeselare, KaHo Brugge-Oostende, KaHo Zuid-WestVlaanderen, Regio Venlo, Universiteit Maastricht, Fontys Hogescholen Veno, gemeente Venlo 1.576.682 EUR 788.341 EUR 2010-2014
Het project Oost West Poort wilde de bestaande economische en logistieke samenwerking tussen de regio’s West-Vlaanderen en Venlo uitbouwen en verder versterken. Beide regio’s vormen voor elkaar immers een toegangspoort tot belangrijke afzetmarkten en willen daartoe functioneren als logistieke draaischijf. Zo vormt West-Vlaanderen een toegangspoort naar het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, en fungeert regio Venlo als toegangspoort tot Duitse en Oost-Europese markten. Deze logistieke complementariteit wordt bovendien geschraagd door een sterk gelijklopende economische realiteit, namelijk de sterke land- en tuinbouw-cluster in West-Vlaanderen en regio Venlo. Dit agrocomplex vormt dan ook de initiële focus voor het logistieke ontwikkelingsplan van het project in beide regio’s. Concreet beoogt het project Oost West Poort drie hoofddoelstellingen: • • •
De uitbouw van een duurzame transportverbinding (corridor) tussen WestVlaanderen en regio Venlo. De versterking van de logistieke kennisinfrastructuur in beide regio’s door de gezamenlijke ontwikkeling van concrete projecten. De realisatie van een interactieve netwerking tussen beide regio’s via overlegplatformen.
Voor meer info: www.oostwestpoort.eu
Grenzeloze Logistiek Projectleider Partners
Totale kosten Interreg-bijdrage Looptijd
POM West-Vlaanderen POM Antwerpen, West-Vlaanderen, Limburg en Vlaams— Brabant, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, KvK Limburg, Rewin West Brabant, Dinalog, Zeeland Seaports, Interleuven, Vlaams Instituut voor de Logistiek, Limburgse Economische Raad 1.576.682 EUR 788.341 EUR 2010-2014
De Vlaams-Nederlandse grensregio heeft het potentieel en de ambitie om uit te groeien tot de logistieke topregio van Europa. Het project ‘Grenzeloze Logistiek’ had tot doel de logistieke sector in de grensregio op duurzame wijze te verstevigen door de samenwerking tussen de vele logistieke bedrijven te versterken. De grensregio wil zich verder ontwikkelen tot een duurzame draaischijf en gateway naar Europa. De nadruk moet dan liggen op het optimaliseren en verduurzamen van alle transportmiddelen, waarbij niet alleen het gebruik ervan, maar ook de innovatiekracht van de logistieke bedrijven zelf moet ondersteund worden. Via ‘Technologymapping’ werd het innovatiepotentieel van de sector in kaart gebracht en kan men zo nog gerichter het efficiënt ruimtegebruik optimaliseren. Via een draaiboek werd de ontwikkeling van logistieke terreinen nagestreefd met oog voor o.a. ontsluiting, bedrijventerreinenmanagement en terreinontwikkeling. Maximalisering van duurzaamheid, efficiëntie, ruimtegebruik en technologische vernieuwing vormden de rode draad van dit project. De demonstratieprojecten of impactprojecten hebben elk een hoeksteenfunctie en moeten op hun beurt inspirerend werken voor een grensregiogerichte aanpak. Het zijn projecten die een impact hebben door ofwel de grootte van hun potentieel of hun voorbeeldfunctie voor de grensregio en/of hun toonaangevende innovativiteit. Zo ontstond het Luchthavenhuis. Dit is een gezamenlijk initiatief van Brussels Airport Company, POM Vlaams-Brabant, Voka HalleVilvoorde, VDAB, De Lijn Vlaams-Brabant, de Provincie Vlaams-Brabant en RESOC HalleVilvoorde. Andere voorbeelden zijn concrete cases rond het grensoverschrijdend bundelen van goederenstromen tussen beide Limburgen via de binnenvaart en enkele nieuwe toepassingen voor reststromen zoals bijvoorbeeld melkwei. Voor meer info: www.grenzelozelogistiek.be