GRADUATION PLAN (P2) `Amsterdam s new University Library` Een nieuwe universiteitsbibliotheek bij de UvA

1

GRADUATION PLAN (P2) `Amsterdam’s new University Library` Een nieuwe universiteitsbibliotheek bij de UvA.

Sara van der Ploeg [email protected] 1230050 21 juni 2012 Studio “Interiors, Buildings and Cities MSC 3/4” Ontwerpdocenten: Mark Pimlott & Christoph Grafe Research docent: Irene Cieraad Externe gecommitteerde P2: Rob Geraedts Faculteit Bouwkunde, TUDelft

2

Data Personal Information Naam Studentennummer Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Emailadres

Sara van der Ploeg 1230050 Koornmarkt 42 2611 EH Delft 0623796631 [email protected]

~ Studio Thema Docenten Argumentatie keuze

Interiors, cities and buildings MSC 3/4; The library as public retreat. Christoph Grafe, Mark Pimlott, Irene Cieraad. Public buildings are very necessary and need a lot of precision in formulation and expression, since they serve everybody. I see this public affair as a challenge for a Graduation Project to learn to deal with. To choose to graduate with a project that entitles the different aspects on social and architectonic level and with a project for the Netherlands, I resulted in deciding for this theme.

~ Title Titel van afstudeerproject

“Amsterdam’s new University Library” Een nieuwe universiteitsbibliotheek bij de UvA.

3

Product Probleemomschrijving De opgave is het ontwerpen van een nieuwe universiteitsbibliotheek bij de UvA. Het oorspronkelijke plan van de UvA om de universiteitsbibliotheek aan het Singel te vervangen dateert uit 1997. Dit plan houdt een nieuwe universitaire bibliotheek op het Binnengasthuis in. Dit is één van de vier campussen in het bezit van de UvA. Hierbij gaat het om de binnenstadcampus geesteswetenschappen. De UvA is volop bezig met het Huisvestingsplan voor de ontwikkeling van vier open stadcampussen in Amsterdam. Daarentegen; een duidelijk plan voor de nieuwe universiteitsbibliotheek op de binnenstadcampus laat zich voor alsnog raden. Tijd om erachter te komen waar de kwaliteiten van de Binnengasthuis op berusten en met wat voor type gebouw de UvA zich op de Binnenstadcampus kan representeren. De universiteitsbibliotheek van Amsterdam op het Singel puilt uit. Studenten staan in tentamenweken in de rij alsof ze een avondje stappen in de belangrijkste club niet willen missen. Het kan niemand ontgaan zijn dat het in de binnenstad van Amsterdam eigenlijk zweemt van de studenten, maar waar studeren zij nou eigenlijk? In 1997 werd deze beslissing van één nieuwe bibliotheek voor geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam op het Binnengasthuis (BG) al geankerd met het argument het imago anders te maken dan die van veel kleinere bibliotheken die geesteswetenschappen nu bezit (zij heeft 17 kleine bibliotheken). Daarbij beschikt de universiteit van Amsterdam over een zeer omvangrijke collectie met veel zeldzaam en uniek materiaal. De destijdse drang het imago en onderzoeksfunctie te vergroten met het maken van een groot nieuw gebouw hangt nu aan verschillende draadjes. Dit plan is onderverdeeld geweest in het huisvesten van de bijzondere collecties en het creëren van studieplekken in de vorm van een studiecentrum. Inmiddels zijn de bijzondere collecties gehuisvest aan de Oude Turfmarkt (Binnengasthuis). Volgens het programma van eisen van 2011 van de UvA biedt de nieuw te plannen bibliotheek op de Binnenstadcampus (het Binnengasthuis) ¨toegang tot de open toegankelijke collectie van de geesteswetenschappen en beschikt over een groot aantal studie-en werkplekken, onderwijsruimtes en ontmoetingsplekken zoals een chat-café¨. Idealiter zou volgens dit programma van eisen mét deze voorzieningen ¨de bieb¨ functioneren als het hart van de campus geesteswetenschappen. Met andere woorden: de UB-Binnengasthuis vervangt de UB aan het Singel en blijft door zijn centrale ligging goed bereikbaar voor de gebruiker student, maar ook docent, medewerker en onderzoeker. Nu is de stelling van toepassing of deze gebruikers wel allemaal relevant zijn voor een nieuwe universitaire bibliotheek. De gebruikers van de nieuwe universitaire bibliotheek te onderscheiden in types leners, bestudeerders en bezoekers zou al lang achterhaald zijn. Er zijn studieplaatsen te kort. Deze worden vaak beschouwd als losgroeiende elementen. Hier geloof ik niet in. Ook het feit dat er in ¨de digitale wereld¨ nog steeds plaatsen nodig zijn waar de collectie fysiek aanwezig is, zegt alles over technologie. Het argument dat het omvangrijke bezit van de geesteswetenschappen de kans zou bieden om de onderzoeksfunctie in de geesteswetenschappen te versterken vindt zijn weerklank niet als alleen de digitaliseerprocessen worden versterkt. De nieuwe universiteitsbibliotheek is juist een ode aan de geesteswetenschappen. Eigenlijk is het een soort verlenging van de huiskamer of sociëteit waar

4

mensen samen komen om hun gedachtes te delen of zich in een ruimte te bevinden waar het hogere doel is de geest te verrijken. Om dit beeld vast te houden is een passend programma nodig. De nieuwe UB zal in eerste instantie vooral heel veel studenten gaan huisvesten. Wat hebben deze studenten nodig om te studeren? Het programma van eisen van de UvA wenst een universiteitsbibliotheek op het Binnengasthuis (UB-BG) in het Oudemanhuispoortcomplex. De hoofdfuncties zijn nu onderverdeeld in Open opstelling boeken; 1.400 m2, Studiewerkplekken; 2.500 m2, Onderwijsruimtes; 1.000 m2, Werkplekken medewerkers UB; 1.800 m2, Geklimatiseerd magazijn Bijzondere Collecties; 1.000 m2. Verder wenst de UvA een samenwerkingsverband met de KNAW; koninklijke overkoepelende organisatie van onderzoeksinstituten. Voorwaarde voor deze belanghebbende is dat de bibliotheek/studiecentrum op het BG-terrein er komt. Het programma van eisen uit 2002 is uitgegaan van een open opstelling van de collectie geesteswetenschappen van 14 km. Deze omvang van de collectie is tot nog toe gereduceerd tot 12,4 km in open toegankelijke opstelling. In vergelijking; zoals eerder genoemd, de Universiteit Utrecht Geesteswetenschappen heeft 1.000 studenten minder. De in 2004 opgeleverde Universiteitsbibliotheek op de Utrechtse Campus telt 36.250 m2, 4.200.000 boeken, 1.000 zitplekken, 560 studieplaatsen en 160 personeelsplekken. De omvang van de huidige collectie geesteswetenschappen bedraagt 12.7 km verdeeld over de eerdergenoemde campus en reeds gerenoveerde ¨Universiteitsbibliotheek binnenstad¨. De configuratie van de nieuwe academische bibliotheek is een enorme patstelling. De gebruiker student strookt niet met de bezitter van de grachtengordel. De demografie van de studenten is tegelijkertijd ook van economisch belang voor de binnenstad. De binnenstedelijke economie is wél afhankelijk van de student, en (misschien steeds meer) dan van de toeristen en bewoners. Emotionele argumenten die het behoud van de panden voorstaan voeren de boventoon. De sociale impact van een nieuwe bibliotheek op het Binnengasthuis mag een getouwtrek zijn tussen partijen, waarbij de vraag is wie daar nou echt het meest aan heeft, aangezien de toekomst juist ligt in deze studieplekken voor studenten. Juist deze rijke culturele historie van het Binnengasthuis zorgt voor een prima décor voor de student om te studeren. Met welk type gebouw kan een nieuwe universiteitsbibliotheek present staan voor de UvA op het Binnengasthuis? Het publieke karakter van het gebied kan nog sterker worden door heel crue gezegd: het vervangen van de sociale woningbouw met de nieuwe universiteitsbibliotheek. Het interieur van het Binnengasthuis krijgt een totaal ander karakter als de configuratie van het nieuwe type gebouw de bestaande typologieën van historische waarde sterkt en anders uitlegt. De oude hoven kunnen meer publieke betekenis krijgen en tegelijkertijd een idyllisch décor voor de bieb vormen. Want waar studeren deze studenten nou echt het liefst? Als we kijken naar de ObA zijn er zoveel verschillende situaties gecreeerd dat er bijna geen rustpunt te vinden is. Om het brein te stimuleren is de huiskamer of kroegsfeer aan de ene kant wenselijk. Tegelijkertijd kan een sereen uitzicht ook wonderen verrichten voor het eureka moment. De sleutel tot het succes van de nieuwe universiteitbibliotheek ligt er in op het Binnengasthuisterrein een publiek gebied als ambitie te hebben om zo juist de verbindende factor in de geesteswetenschappen te kunnen zijn. ~

5

Doel Opdat de overvolle studiecentra, zoals die op het Singel niet overstromen naar derde instanties, zal de UvA in dit geval moeten ingrijpen met een nieuwe universiteitsbibliotheek op het Binnengasthuis, zodat de UvA haar centrale imago behoudt. Om het project goed uit te kunnen denken en werken zal ik kijken welke facetten een impact hebben op het ontwerpen van een universiteitsbibliotheek op het Binnengasthuis. Ook zal ik kijken naar welke opties er al voor handen zijn. Het doel is om met een maximum van 3 „nieuwe‟ gebouwen/ingrepen (nieuwbouw, renovatie & aanbouw) de Binnenstadcampus 2 nieuwe gezichten te geven vanaf de grachten (Nieuwe Doelenstraat & Oudezijds Achterburgwal) en nieuwe inhoud in de vorm van een universiteitsbibliotheek, studentenhuisvesting en een nieuw kantoor. Ik scheid ze om tot ontwerpkeuzes te komen, die hopelijk tegemoet komen aan en een antwoord geven op alle facetten die bij een nieuwe universiteitsbibliotheek komen kijken. Met andere woorden; de UB-Binnengasthuis vervangt de UB aan het Singel en blijft door zijn centrale ligging goed bereikbaar voor de gebruiker student, maar ook docent, medewerker, onderzoeker en personeel.

6

Proces Methode Het ontwerpen van de universiteitsbibliotheek is begonnen met een workshop in de tweede week. Door intensieve gesprekken zijn we tot een matrix gekomen van drie type gebouwen die passend waren op de locatie. 1. de courtyard, 2. een plot vullend project en 3. het object. Vervolgens hebben we aan de hand van 5 punten; 1. context, 2. types, 3. ruimtelijke organisatie, 4. verschijning en 5. rol van het interieur elk type gebouw doorgesproken en omschreven wat het effect is voor het gebouw en locatie (zie „The Handbook‟ of bijlage 1). De basis voor het theorie gedeelte is gelegd met een antropologisch onderzoek in de research seminar (bijlage 2). Deze methode wordt gebruikt om erachter te komen welk programma er precies nodig is voor de gebruiker en context. De informatie is ontsloten aan de hand van een vragenlijst en beeldonderzoek. De conclusie is handzaam voor de uitgangspunten bij het ontwerp van de nieuwe universiteitsbibliotheek. Parallel zijn er in de ontwerpstudio analyses gedaan van bestaande bibliotheken (bijlage 3) en prijsvragen voor bibliotheken (thematisch onderzoek). Hierbij wordt duidelijk aan welke projecten wel of geen voorbeeld kan worden genomen. Aan de hand van een variantenstudie hebben we in groepsverband de locatie Binnengasthuis onderzocht (situatie onderzoek). Dit hebben we gedaan aan de hand van basisprincipes tekenen, maquettes, gesprekken, documenteren en schrijven (bijlage 4). Het detailniveau hierbij is 1:500. Hierop volgend is er bij de P1 een positie ingenomen (bijlage 5) of ook de probleemstelling en doel in dit Graduation Plan. De methode bij de gekozen variant is het werken aan het ontwerp op verschillende schaalniveaus. Het is belangrijk om afwisselend te werken aan de inhoud van drie verschillende gebouwen, ook omdat zij andere inrichtingseisen hebben, en ook omdat ze andere principes kennen (nieuwbouw, renovatie, ombouw). Met de ontwerpmiddelen tekening op schaal, „losse schetsen‟, modellen van 1:1000 naar 1:500 wordt de algehele en algemene bedoeling snel zichtbaar. Met de producten op schaal 1:200 en 1:50 (etc.) is er een goeie shift in ideeën haalbaar. Zo ontstaat er effectief een gedetailleerd beeld van de ingreep. Op elke schaal komen de volgende drie punten naar voren, met aflopende prioriteit zijn dat:1. maakbaarheid, 2. gebruiksvriendelijkheid, 3. optische wenselijkheid (esthetiek). ~ Literatuur Om het theoretische en thematische gedeelte van het onderzoek scherp te houden lees ik vooralsnog onderstaande boeken en rapporten. Voor de eisen van het programma heb ik alle rapporten van de UvA gelezen. Met de theoretische inhoud voor het ontwerp refereer ik vooral naar de harmonie in de proportie, zoals Paul Van Naredi Rainer dat in zijn boek Architketur und harmonie samenbrengt. De thematiek in de bibliothekenwereld bestudeer ik aan de hand van referentieprojecten. De architectonische inhoud ontstaat met een onderzoek naar sgrafito. De betekenis van de lijn staat hierbij voorop en hoe publieke gebouwen met deze betekenis een representatieve waarde uitdragen voor de plek. Voor de sociale relevantie lees ik Susan Fainstein met The Egalitarian City: Images of Amsterdam. Boon, Floor & Straathof, Merel

7

2011 ¨De slag om het Binnengasthuis¨ Folia 64, 31: 10-11. Stuurgroep Humaniorabibliotheek 1997 Opnieuw: De Amsterdamse Universiteitsbibliotheek; Haalbaarheidsstudie naar de herhuisvesting van de Universiteitsbibliotheek en de Facutleitsbibliotheken Letteren, Godgeleerdheid en Wijsbegeerte op het Binnengasthuisterrein en aan de Oude Turfmarkt, Amsterdam: University Press. Uilen, Alies 2010 ¨De eeuwige strijd om het Binnengasthuisterrein¨ Nieuw Amsterdams Peil, 10.09.2010. Zeeman, Bert & van Schijndel, Robin & Daniels, Juliette 2011 Digitalisering en de Universiteitsbibliotheek Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam. Dijkstra, M. & Dingeman, C. 2012 Aanbiedingsbrief aan stadsdeelbestuur, Amsterdam, 07.02.2012. Van Naredi Rainer, Paul 1982 Architektur und harmonie; Zahl, Mass und Proportion in der abendlandischen Baukunst, DuMont Buchverlag, Koln. Fainstein, Susan 1996 The Egalitarian City: Images of Amsterdam, Universiteit van Amsterdam ~ Praktijk voorkeur Ik houd van duidelijke projecten. Daarom werk ik met pen en lineaal. Vervolgens maak ik de stap de tekeningen in de vaste computer te zetten. Dit gaat snel(ler) omdat ik met de hand de maten bepaal en ze op die manier in mijn systeem krijg. Vervolgens is het tekenen met de computer een „op de automatische piloot‟ routine van lijnen. Tussendoor bouw ik maquettes. Hiermee kijk ik of de verhoudingen mooi/functioneel zijn. Ik maak foto‟s van de ruimtes op „ooghoogte‟ om te kijken of de ruimte het gewenste resultaat oplevert. Ik eindig met tekeningen op juiste schaal en voltooide maquettes. ~ Deadlines P2 P3 P4 P5 ~

29 juni 2012 (wk 26) 24 sept – 5 okt, 2012 (wk 39-40) 3 dec – 14 dec, 2012 (wk 49-50) 21 jan – 1 feb, 2012 (wk 4-5)

8

Schema planning wk

wk 26

Peilingen Peilingen P2

26

<12>

P2

Graduation Graduation Plan Plan

39, 40 39, 40 <12> P3

<8>

P3

Design Design Proposal Proposal (plans, facades, 1:200, 1:100) (plans, facades, sections;sections; 1:200, 1:100)

Thematic Research (1:1000)(1:1000) Thematic Research Situational Research Situational Research (1:500) (1:500)

Detail Design (part) 1:50 Detail Design (part) 1:50

Programm Programm of Requirement of Requirement

Facade Fragment Facade Fragment 1:20 1:20

Design Design Research (1:500, 1:200) Research (1:500, 1:200) Design Design Proposal Proposal (1:200) (1:200)

Details Details 1:5 1:5

<8>49, 50 49, 50 P4

P4

4, 5

4, 5

P5

P5

Theoretic Theoretic and thematic and thematic supportsupport on research on research Theoretic and thematic on design Theoretic and thematic supportsupport on design Reflection on architectonic and social Reflection on architectonic andrelevance social relevance Situational Situational drawingdrawing 1:5000, 1:1000 1:5000, 1:1000 Plan in Plan situation in situation 1:500 1:500 Design Design proposal proposal (plans, facades, (plans, facades, sections;sections; 1:200, 1:100) 1:200, 1:100) Detail Design Detail Design (part) 1:50 (part) 1:50 Facade Fragment Facade Fragment 1:20 1:20 Details Details 1:5 1:5

9

Reflectie Relevantie Met welk type gebouw kan een nieuwe universiteitsbibliotheek present staan voor de UvA op het Binnengasthuis? Het publieke karakter van het gebied kan nog sterker worden door heel crue gesteld: het vervangen van de sociale woningbouw met de nieuwe universiteitsbibliotheek. Het interieur van het Binnengasthuis krijgt een totaal ander karakter als de configuratie van het nieuwe type gebouw de bestaande typologieën van historische waarde sterkt en anders uitlegt. De oude hoven kunnen meer publieke betekenis krijgen en tegelijkertijd een idyllisch décor voor de bieb vormen. Want waar studeren deze studenten nou echt het liefst? Als we kijken naar de openbare bibliotheek van Amsterdam dan zijn er zoveel verschillende situaties gecreëerd dat er bijna geen rustpunt te vinden is. En misschien is dit wel precies verkeerd. Om het brein te stimuleren is de huiskamer of kroegsfeer aan de ene kant wenselijk. Tegelijkertijd kan een sereen uitzicht ook wonderen verrichten voor het eureka moment. Is de sleutel tot het succes van zowel de nieuwe universiteitsbibliotheek als de Binnenstadcampus realistisch op het Binnengasthuis? Zo ja, mag sociale woningbouw hiervoor wijken om de pure publieke functie van dit type gebouw tot gelding te laten komen? Zijn zij juist naast elkaar nodig? Of is studentenhuisvesting eigenlijk de nieuwe sociale woningbouw, aangezien zij de toekomst zijn. De ambitie van een publiek gebied is misschien de juiste verbindende factor in de geesteswetenschappen op het Binnengasthuis. Hierbij is special aandacht nodig voor de verschillende thema‟s aanbouw, nieuwbouw en renovatie. .

LaBrouste, Paris 1854

Sara van der Ploeg

Bibliothèque Nationale,

Tangram

10 1:10.000

a

1. Context Napoleon took great interest in the library and established a new administrative organization. The order that all books in provincial libraries not possessed by the Bibliothèque Nationale should be forwarded to it, subject to replacement by exchanges of equal value from the duplicate collections, makes it possible, as Napoleon said, to find a copy of any book in France in the National Library. Napoleon furthermore increased the collections by spoil from his conquests, a good share of which, however, was restored after his downfall. During the period from 1800 to 1836, the library was virtually under the control of Joseph Van Praet. At his death it contained more than 650,000 printed books and some 80,000 manuscripts. Following a series of regime changes in France, it became the Imperial National Library and in 1868 it was moved to newly constructed buildings on the Rue de Richelieu designed by Henri Labrouste. Upon Labrouste’s death in 1875 the library was further expanded, including the grand staircase and the Oval Room, by academic architect Jean-Louis Pascal. In 1896, the library was still the largest repository of books in the world, although it has been surpassed by other libraries for that title. By 1920 the library’s collection had grown to 4,050,000 volumes and 11,000 manuscripts.

1. Urban situation b

1. Context This is a propasal for a new building at the Herenplaats, Rotterdam. It contents the dependance of the Rotterdamsch Leeskabinet, a study centre for the Erasmus Universiteit Rotterdam and a cafe.

c

0

d 2. Typological study

2. Typologic studies a: The plot can be filled and divided in former three parts. b: A court can be created by making small strokes. c: The building can appaer as a big project, having public space inside. d: The building holds back; it creates a tiny square.

N 1. Ground figure plan

3. Spatial organisation On the groundfloor the 3 institutions have each their own entry. The EUR students enter ¨frontal¨at the ¨tiny square¨. Visitors for Rotterdamsch Leeskabinet enter via the newly created street. The café can be both entered from the existing streets. It can also be used as the main entrance to both institutions. The café has a third entrance, at the new street and forms the public domain for combining activities. 2. Saint Genevieve & Axo Bibliotheque Nationale

0 Studyplaces EUR, Café, Rotterdamsch Leeskabinet, Exhibition 1 Studyplaces EUR, Void, Exhibition, Rotterdamsch Leeskabinet 2 Studyplaces EUR, Rotterdamsch Leeskabinet

1

2

3. Spatial Organisation

4.Exterior to the Herenplaats

5. Interior 2nd floor; Rotterdamsch Leeskabinet

16.

17.

5.

13.

14.

15.

3.

2.

4.

5. Role of interior The plinth of glass at the ¨front¨ offers very transparant study places. If you take the stairs you enter the same space in figure, but the room is made with walls and a void. If you continue the stairs will you end up in the 2nd floor. Here are the studyplaces with rooflight; there is also a connection to the Rotterdamsch leeskabinet with one or two doors. The interior of the café is one big corridor or gallery. Its height is ¨double¨, except for the part in the ¨back¨; downstairs is the kitchen, upstairs is for the service and equipment. There can alsbo be a connection made here between the Café and the Rotterdamsch Leeskabinet. At this first floor you can have a look over the café from the ballustrade connected to the EUR studyplaces. The 3rd floor can be made with long tables, relaxcorners, sofas, stretches or caféchairs. There is one big window at the north side.

1.

1.

11.

9.

12.

10.

10

20

50

3a. Organisation, Groundfloor

5. 4.

11.

12. 3.

4. Appearance The entrance is via the inner court. The way to the main reading room is in sequence with a gallery quer to it.

7.

5.

2.

9. 6.

1.

10.

8.

10

20

5. Interior

PRECEDENTS 7

Bijlage 3 Binnengasthuis

Binnengasthuis

Simple investment

52

5. Role of interior The walls are continuous and function as a decor stacked with books. The wall to the magazin is rounded and creates an impact on the direction of the space.

50

3b. Organisation, First floor

WORKSHOP 24

Bijlage 1

19.

8. 6.

3. Spatial organisation a. Ground floor: 1. Bureau Entrées / Depôt Légal, 2. Cour d’Honneur, 3. Secretariat / Administration, 4. Salle d’Exposition Prodetée, 5. Périodique; Salle Ovale, 6. Manuscrits / Périodiques, 7. Médailles / Périodiques, 8. Salle d’Exposition Mortreuil, 9. Grande Salle des Imprimés, 10. Bureau du Catalogue, 11. Magasin Central des Imprimés, 12. Imprimés / Entrées, 13. Expositions et Atelier de Restauration, 14. Estampes, 15. Estampes, 16. 17. 18. Hôtel Tubeuf, 19. Jardin Vivienne. b. First fLoor: 1. Depot, 2. Photograph, 3. Collectionas Catalogue, 4. Study space, 5. Vestiaires, 6. Grande Salle Catalogue Publique, 7. ?, 8. Vestibule du Catalogue, 9. Départementes Imprimés, 10. Départementes Imprimés, 11. Département hdes Stampes, 12. Depot.

18.

7.

4. Appearance The entrances have the proportion of a normal door. The most representive facade to the Herenplaats has a plinth made of glass. The door to the café on one side is in ane row with the windows to ¨have a quick look inside¨.

2. Types The first library of Labrouste was La Saint Genevieve. The figure consists of two long dimensions with a free standing pilar in the middle. In Bibliotheuqe Nationale the figure is a square, formed by 3 x 3 ¨Panoptica¨.

4. Facade

Binnengasthuis

Courtyard towers

Binnengasthuis

Longest possible building

Zipper

36 Filling the courts with objects.

Replacing several buildings UvA.

Met de eerste twee beelden wil ik onderzoeken wat de impact is van een „representatieve voorgevel‟ en een „ neutrale‟ zijgevel in het kader stedelijke foto‟s.

Urban situation

1. Context The existing building block can be either renovated, stocked up or replaced by a building that will not carry out a bigger impact on the site.

100m

(Stedelijk / Voorgevel & Zijgevel)

Met de volgende twee beelden wil ik onderzoeken in hoeverre de nabijheid van een gebouw een rol speelt of juist de ruimte, in het kader idyllische beelden.

Urban situation

100m

1. Context The network thought behind the towers create domain of the UvA.

2. Types The typology of the slabs negelcts the structure of the courtyards which form the core value of the Binnengasthuisterrein.

3. Spatial organisation The vertical organization determines the use of the building.

3. Spatial organisation The circulation is rather problematic by it’s long distance.

3. Spatial organisation The division of the program over two buildings suggest a clear difference type of use within the volumes.

4. Appearance The main entrances will find place at the street. The street profile stays continued, does not affect the border.

4. Appearance The towers fabricate an image on large scale (of the city). On the site they can be discovered after entering a court of the BG.

4. Appearance The exterior has to exist of two representative facades on different scale levels; the Arc The Triomphe situation and to the Rokin.

4. Appearance The entrances are placed alongside the inner street to create a public space in which student’s and other citizens can interact.

5. Role of interior The interior is rationally split up. The facades create the main relevance for the interior.

5. Role of interior Together they form an inverse interior for the whole BG, while in every court the ground floor is ‘taken’.

5. Role of interior The interior is too long to function as a whole. The character is not defined by the building volume alone but depends on several features from the surroundings.

LOCATION 37

(Idyllisch / Patroon & Natuur)

100m

1. Context The position is highly central on the BG.

2. Types The centrality of tis Arc de Triomphe works on different scales. For the city it forms a gate to the BG. It continuous the existing border.

3. Spatial organisation The long shape suggests a spatial organisation with a repetitive character.

3. Spatial organisation Through its long type, the organization can be very flexible.

4. Appearance The significance of the appearance distinguishes the building from the environment. While it adapts to the configurations it finds a modest place position.

4. Appearance The significance of the appearance distinguishes the building from the environment. While it adapts to the configurations it finds a modest place position.h

4. Appearance The entrance is positioned in this ocean which is formed by the street. It can be in the armpit.

4. Appearance Large amount of façade makes that the entrance can be chosen very precisely on the long side.

5. Role of interior The form allows a lot of study places at the façade. It suggests an openness to all directions.

5. Role of interior The form allows a lot of study places at the façade. It suggests an openness to all directions.

5. Role of interior The interior is too long to function as a whole. The character is not defined by the building volume alone but depends on several features from the surroundings.h

LOCATION 39

Binnengasthuis

Markethall

Supercourt

Replacement several monumental building UvA and Special Collections of the Faculty Humanity

Urban situation

LOCATION 40

Binnengasthuis

Horsehoe

1. Context The building is formed by it’s context and transforms the public space by making the street interior.

1. Context The building neglects the historical value of the Binnengasthuisterrein.

100m

5. Role of interior The value of the interior space is of constant value. It offers views in both directions. It suggests an open space with a lot of daylight.

LOCATION 42

Binnengasthuis

Bijlage 4

1. Context The dominance of this position can be carried out. The representiveness of this building is enhanced by its two axes (canals-streets).

schaal 1/1000 papierformaat a1

100m

3. Spatial organisation The entrances on all different sites create a total different representation (sacksquare, steeg, square, court).

Replacement social housing, R. van der Mey, 1986

Urban situation

1. Context The placement of this building blocks occupies the existing route of the Binnengasthuisterrein and takes it inside. The volume forms distinghuishes itself from its surroundings in several ways. By its shape, its direction, by the fact it touches the surrounding objects and by the fact it blocks the street.

100m

2. Types The inner courtyard is self-centered that it overrides the hierarchical typology of the area.

2. Types The typology of the slab is determined by the former building.

(Combinatie 4 afbeeldingen) Door nu uit bovenstaande vier, een te laten kiezen, hoop ik een uitspraak te doen over de idyllische dan wel stedelijke voorkeur van het uitzicht.

Replacement former surgery ( A.D. Godefroy and B. de Graaf, 1873)

Urban situation

3. Spatial organisation The non-direction of this building allows self-centred (introvert) cores.

Replacement former residential building (and clinical hospital), H. Deguyt, 1897

100m

1. Context The banality of replacing social housing by a public building results in the same characteristics of the Binnengasthuisterrein in the configuration of public space.

100m

2. Types The typology of the slab is determined by the former building.

Ambivalence

Urban situation

Urban situation

2. Types Its volume is concentrically that it does not stranghten the overall typology or enhances the public space. Rest space is created.

Binnengasthuis

(Stedelijk / Hoeksperspectief & Langsperspectief)

Arc de Triomph

Replacement social housing ( R. van der Mey, 1986)

2. Types The block is quite inappropriate and neglects historical values. At the same time it doesn’t interrupt overall typologies.

LOCATION 38

De volgende twee foto‟s bestempelen op straatniveau de hoek en de langsrichting.

Binnengasthuis

Boomerang

Replacement second clinical hospital (F.W.M. Poggenbeek, 1897)

Urban situation

LOCATION 43

Binnengasthuis

Block II

1. Context The border of BG stays intact. The replacement creates a dominant public space which remains the court structure.

5. Role of interior The interior is orientated to the street.

LOCATION 41

Binnengasthuis

Met de volgende twee beelden, wil ik achterhalen of er een voorkeur bestaat voor strakke geometrische vormen of eerder een natuurlijk beeld.

1. Context The volumes neglect the existing structures of the Binnengasthuisterrein and break it in two parts.

100m

3. Spatial organisation Since the plot is very deep, the circulation core can be optimized in the middle.

Replacement clinical hospital (H. Leguyt, 1887)

(Combinatie 4 afbeeldingen) Vervolgens zal ik vragen welke uit alle 4 gekozen wordt.

Replacement administration building, social housing, and former clinical hospital.

Urban situation

2. Types This type doesn’t represent the existings structures. It cuts off the relation between the Binnengasthuisterrein and it’s environment.

Block I

100m

1. Context It replaces two buildings by one longlitudal building. The volume continues the border of the Binnengasthuisterrein in a brutal way.

100m

2. Types The towers transform the typology of the courts. The rest space is introduced: it has its sequence on public space.

Binnengasthuis

Urban situation

Urban situation

2. Types It continues on the existing typology of the block. It can strengthen the representation of the already existing court (garden).

LOCATION 36

(Idyllisch / Nabij & Ruimte)

schaal 1/2000 papierformaat a3

Replacement former maternity hospital ( A.D. Godefroy, 1870)

Replacement social housing and information center UvA, Theo Bosch, 1986

Urban situation

1. Context The building connects al buildings of the Binnengasthuisterrein to create a central courtyard which dominates all other courtyards by it’s position and scale.

100m

2. Types The typology differs from the surroundings. The long volume shows resemblance with a market hall.

2. Types The court in this context has expanded itself to a super- court. This typology forms the inverse of the ‘Swimmingpool’ typology, since it creates a central empty space.

3. The inner street fulfils a central role in the interior.

3.The symmetrical plan forms a characature of its own type and tries to interfere with the existing context.

3. Spatial organisation The spatial organisation Is not defined by its form. The form gives the impression of a black box in which all types of organisation could take place.

3. Spatial organisation The building is formed by it’s spatial organisation. It connects all buildings forms the circulation between those different parts.

4. Appearance Each façade adapts reacts on different features of the site. The two front façades represent the university library to the city center, and the Binnengasthuisterrein. A longlitudal façade relates the building to a courtyard. The existing historic building forms the fourth façade.

4. Appearance The boldness of the hierarchical layout suggests an entrance in the courtyard or in the street.

4. Appearance The entrance is set back ans creates a welcoming front square to the Doelenstraat.

4. Appearance The appearance adapts the existing typologies of the Binnengasthuisterrein. The entrance placed at the street makes a visual connection to the inner court.

5. Role of interior The character of the interior is determined by the context.

5. Role of interior The exterior court forms the main interior of the building.

5. Role of interior The relation to the street and courts are of great importance for the interior. The courtyard, façade create different interiors.

LOCATION 44

LOCATION 45

Sara van der Ploeg

5. Role of interior The sequence of the different interiors can formulate various spaces to study. The typology suggests a continuous interior open space.

LOCATION 46

0.

LOCATION 47

0. Geschoss

1:1000

Amsterdam’s new University Library ¨The new university library is a tribute to the humanities. Actually it’s a kind of extension of the living room or club where people come together to share their thoughts in an area where there is a higher purpose to enrich the mind.¨

48

Conclusie Studenten bij de UvA op de Binnenstadcampus studeren het liefst in de binnenstad. De huidige setting is de bepalende factor. Studenten bij de UvA zijn over het algemeen zeer tevreden, er zijn alleen te weinig studieplekken. De visuele bevindingen van studenten voor een nieuwe universiteitsbibliotheek sluiten aan op het huidige imago van de UB. Uit de vragenlijst komt naar voren dat studenten bij de UB zich voornamelijk bezig houden met Geesteswetenschappen en Gammawetenschappen. Dus amper tot geen studenten van de „technische studies‟. Het hoofddoel is zeer duidelijk gebleken; vrijwel alle studenten gaan hoofdzakelijk studeren in de UB. De huidige omgeving voldoet aan het idee dat de huidige Universiteitsbibliotheek de intellectuele vorm van de ouderlijke huiskamer, schoolkantine, club of sociëteit is. Het is centraal gelegen. In de huidige omgeving wordt het liefste gestudeerd. Het grootste deel komt naar de UB omdat ze tentamens hebben. De rest komt er omdat het de vaste structuur van de dag is. Er wordt geen andere reden aangevuld. Het grootste deel studenten komt in een outfit die ze altijd dragen, een enkeling draagt extra comfortabele kleren. De klederdracht hierbij is bijna unaniem de „dagelijkse outfit‟. Het zeer grote merendeel loopt bij binnenkomst door, zonder gebruik te maken van kluisjes e.d. Vervolgens gaan studenten op dezelfde plek zitten, of waar nog plek vrij is. Niemand ploft in groepsverband ergens neer. Daarentegen wordt de groepsruimte verkozen boven de individuele plekken. De voorkeur voor het gebruik van een individuele studieplek of een groepsruimte is op zijn beurt weer vrijwel gelijk verdeeld. Een leestafel is ook voor een enkeling een keus. De keuze om ergens te gaan zitten wordt bepaald door „als het er maar rustig zit‟, superieur aan het uitzicht. Logisch dat dan ook de stoorfactor voor studenten herrie of drukte is. Meer dan de helft stoort zich dan ook aan herrie. Een klein groepje stoort zich aan helemaal niets. Andere stoorzenders zijn trillende telefoons, drukte, de hoeveelheid korps mensen en bellers. Opmerkelijk is dat de stoel ook goed mag zitten. Voor een centrale plek wordt niet gekozen. Bij anders, nl. wordt ingevuld waar nog plek is, grote tafels en een eigen plek. Sommige studenten voelen zich het prettigst in de UB bij mensen die ze kennen, andere studenten juist bij anonimiteit of bij mensen die ze niet kennen. Een merendeel studenten voelt zich prettig bij mensen die ze kennen. Een kleiner deel waardeert juist de anonimiteit. In de open antwoorden kwam naar voren dat de combinatie van studeren en gezelligheid en de motivatie van studerende mensen het beste werkt. Een groot aantal vindt het vooral belangrijk als het stil is. De motivatie om te studeren is dus het hoogst als iedereen heel hard studeert of als iedereen stil is. Samenwerken is geen criteria om goed te kunnen studeren. De focus tijdens de studie met een raam is voornamelijk gericht op mensen, straat, maar ook de wolken. Waar studenten zich op richten (naast het studeren) is voor iets meer dan de helft het kijken naar andere mensen. De andere helft kijkt naar buiten (straat) of naar niets. Niemand in de huidige UB is hoofdzakelijk geïnteresseerd in een tuin als uitzicht bij het studeren. Die is hier ook niet. Op de vraag waar kijk je het liefst naar zonder raam naar buiten, antwoordde het merendeel een binnentuin, vervolgens een binnenplaats of men antwoordde anders, nl. mensen. In een ruimte zonder raam naar buiten (geen uitzicht) wordt er in de vervolgvraag gelet op de voorbijgangers, tegenover een paar die zich interesseren in de ruimte. Bij het impliceren van het afwezig zijn van een raam om bijvoorbeeld naar buiten te kijken, kijken de studenten het liefst naar een binnentuin, gevolgd door een binnenplaats. Bij anders, nl. wordt ingevuld; werk, mensen, een vraagteken, toch naar buiten en claustrofobisch; daar zit ik niet.

Bijlage 2

49

Als er in de ruimte weer een raam is, kijkt nu de helft naar buiten, maar het merendeel naar het boek of laptop of voorbijgangers. Het blijft feit dat mensen het liefst naar mensen kijken. Een enkeling kijkt naar de ruimte. Bij anders, nl. wordt ingevuld; maakt niet uit en mensen. Als er nu de keuze is tussen naar buiten kijken of naar je werk en voorbijgangers, dan zijn de keuzes vrij gelijkmatig verdeeld. Buiten en in de kantine wordt het meest pauze gehouden, niet in een dichtstbijzijnd café. De pauze wordt gehouden in de kantine of buiten. Niemand gaat naar een voorziening in de buurt. Het printen gebeurt vanaf een vaste computer. Als studenten geen boeken of ander materiaal kunnen vinden vraagt haast iedereen een medewerker. Het niet laten zitten of doorgaan lijkt er op te wijzen dat er van de service gebruik wordt gemaakt. Het grootste deel van de studenten vraagt om hulp, als hij zij iets niet kan vinden. Niemand pakt iets wat op de gezochte bron lijkt. Bij het weggaan op de fiets willen veel zo snel mogelijk naar huis, gevolgd door nog iets doen maakt niet uit waar en nog iets drinken, eten. Een groot gedeelte wil dus zo snel mogelijk naar huis. Een net zo groot gedeelte wil nog iets buitenshuis ondernemen. Maar een persoon verlangt al naar de dag van morgen om weer naar de UB te gaan. Nog een ander persoon vult in anders, namelijk eten. Het grootste deel gaat op de fiets naar huis. Maar een heel klein deel gaat lopend of met het openbaar vervoer. Wat de studenten verder nog kwijt wilden over de UB, is dat het maar één van de weinige studieplekken in de binnenstad is. Ook is het jammer dat het in de tentamenperiode het zo druk is dat je in de rij moet staan. Er moet ¨gevochten¨ worden voor een plekje stelt iemand. Kritiek is dus dat de studieruimte erg schaars is, en dat de tafels klein zijn; je zit dicht op elkaar. Wat een medewerker kwijt wil, is dat de service goed is, maar dat hij/zij graag meer boeken om zich heen heeft. De ideale UB is voor iemand groter en meer studeerplekken zoals op Roeterseiland, kortom meer studieplekken. Ook is er iemand gewoon tevreden. Een ander wil graag ruimte, licht, grote tafels en meer overzichtelijkheid. Ook kan de catering beter (niet om 4 uur al dicht). Een iemand stelt dat het wel iets minder een betonnen studiefabriek mag zijn, er mag iets meer groen en iets meer licht in de studiezalen komen. Over het algemeen is de vraag naar stilte, veel ruimte, rust en een mooiere kantine. De keuze om ergens te gaan zitten „als het er maar rustig zit‟ is superieur aan „als het uitzicht maar mooi is‟. Dit pleit voor in welke omgeving studenten het liefst studeren. De voorkeur voor uitzicht bij het studeren wordt grotendeels ingevuld met het idyllische serene beeld, boven de „traditionele stedenbouw‟ beelden. Bij de eerste fotosessie, de keuze tussen twee panden aan een gracht, kiest bijna iedereen voor de ¨traditionele¨ voorgevel. Bij de opvolgende idyllische beelden kiest het merendeel voor het Engelse landschap. Uit de foto‟s van het straatperspectief van een traditioneel huis wordt er meer gekozen voor de voorgevel dan voor de zijkant. Bij de beelden vanuit vogelperspectief krijgt het natuur/jungle voorbeeld een duidelijke voorkeur boven de patroonachtige geometrische tuin. Bij de interieurbeelden is geen duidelijke voorkeur merkbaar. Bij de stedenbouwkundige inpassing wél; bijna iedereen kiest voor het ensemble en niet het blok. De verdeling tussen het zicht op een plein en een gracht drukt de voorkeur uit voor een plek. Bij de buitenruimte tekening is er geen overheersende voorkeur. Studenten kijken dus het liefst naar een landschap of naar een ¨traditionele voorgevel¨. Het bepalende perspectief is het straatperspectief.

Amsterdam The University library of Amsterdam at the Singel bulges. Students stand in line if they had a night out in the main club they do not want to miss. It can be noticed that in the center of Amsterdam it actually smacks of with students, but where do they study anyway? Is it perhaps in the new public library in Amsterdam, which has recently been completed? The ObA situated at the harbor, near the station is a multifunctional mix that starts with a café. Then the magazine lounge, the escalators to the rooftop and study areas varied from tables and chairs at the window to mini train compartment cushions, pub atmosphere or sky high circles curtains hanging in there seats to follow up. The collection begins on the first floor with music, film and media (computer stuff everywhere is white) followed by the racks of books on history, medicine, philosophy, and as the icing on the cake with a theater and restaurant with terrace on top. This whole matter of facilities and decor provides a lively atmosphere. If you sit down at the magazines you hear the arts of a visitor who practices the piano at the entrance. This stage of the bid is not necessarily associated with the traditional image of a university library. It is also not necessarily an example for an university library. The collection consists of books, but is not central, the creation of quiet study areas is not explicitly chosen: a lot more is about creating a large (several?) offer to the best potential. However, for the university library ObA is an example of a large public building (28.000 m2) with a primary impact on the location. The UvA The plans of the University of Amsterdam (UvA) to ‘replace’ the university on the Singel have been around since 1997. The original plan is a new university library building on the Binnengasthuis. This is one of the four campuses in the possession of the UvA. This one refers to the downtown campus humanities; Binnengasthuis. The UvA is working with the housing strategy for the development of four open city campuses in Amsterdam. Besides the humanities at the Binnengasthuis Campus there are the campus for the sciences at Science Park, the social sciences on the Roeterseiland and medical sciences in and around the AMC. This development followed for each campus are planned to have its own library/ study center. In 1997, the decision of a new library for the humanities at the University of Amsterdam on the Binnengasthuis (BG) has anchored the argument that the image shall differ from that of many smaller libraries that are in Humanities possession (it has 17 small libraries). In addition, the University of Amsterdam has a very large collection with many rare and unique material. The at that time urge to the research function to enlarge its image and create a large new building now hangs on different threads. This plan has been divided into the housing of the special collections and creating study areas in the form of a study centre. The 2002 contest won by the Spanish office Cruz y Ortiz had no overall effect on the canal. The neighborhood protested and makes that the UvA on the downtown campus, has no new study places in the form of a study. It is now that the special collection got housed at the Oude Turfmarkt (Binnengasthuis). The question now arises: how do we strengthen the UvA that belongs to an area where the interests may be obvious, but where the functions are as yet, so that no plan succeeded in getting a place?

world there is a need to more places where the collection is physically present, says everything about technology. The argument that the extensive property of the humanities would provide the opportunity for the research function in humanities to strengthen its resonance, but not only about digitalizing processes should be strengthened. The new university is just a tribute to the humanities. Actually it’s a kind of extension of the living room or club where people come together to share their thoughts or to enter an area where there is a higher purpose to enrich the mind. Sea of 10,000 m2 In order to hold this image a suitable program is required. The new library will initially mainly hold a lot of student. What do these students need to study? The brief of the UvA wants a university library on the Binnengasthuis (UB-BG) in the Oudemanhuispoort Complex. The main functions are divided into Open up books; 1.400 m2, Study Desks; 2.500 m2, teaching rooms, 1.000 m2, library staff workstations; 1.800 m2, Air conditioned warehouse Special Collections; 1.000 m2. Furthermore, the UvA wants a partnership with the Academy; royal umbrella organization of research (KNAW). Prerequisite for this party is that the library / study center is to be at the BG site. The brief from 2002 is based on an open arrangement of the humanities collection of 14 km. The size of the collection is so far reduced to 12.4 km in open access arrangement. In comparison, the Humanities Utrecht University has 1.000 students less. The delivered during 2004 at the Utrecht University campus has 36.250 m2, 4.200.000 books, 1.000 seating areas, 560 study places and 160 staff spots. The size of the current collection humanities is 12.7 km across the aforementioned campus and already renovated downtown university library. Cultural Decor The configuration of the new university library on the Binnengasthuis is a huge stalemate. The student user is not consistent with the ¨owner of the canal¨. The demographics of the students are at the same time of economic importance to the town. The urban economy is dependent on the student, and (perhaps more) than on the tourists and residents. Emotional arguments for the preservation of properties are paramount. The social impact of a new library within the Binnengasthuis grounds a tussle between the parties. The question is who’s really the most to, since the future lies precisely in this study places for students. It is this rich cultural history that the Binnengasthuis provides as an excellent backdrop for the student to study.

1. Context The placement of this building block occupies the existing route of the Binnengasthuis and makes it part of it. The volume forms distinghuishes itself from its surroundings in several ways. By its shape, its direction, by the fact it touches the surrounding objects and by the fact it blocks the street. The building is its invert from a supercourt; it connects buildings of the Binnengasthuis but is let to create a central space which pushes all other courtyards by it’s position and scale.

1. Context 3. Organisation

2. Typology The typology differs from the surroundings. The long volume shows resemblance with a market hall. 3. Spatial organisation The spatial organisation is not defined by its form. The form gives the impression of a swimmingpool in which all types of organisation could take place. 4. Appearance The entrance is set back and creates a front square to the Doelenstraat. The appearance adapts the existing typologies of the Binnengasthuis. The entrance placed at the street makes a visual connection to the interior court. 4. New Binnengasthuis Square ¨Non-hierarchical¨

4. New Binnengasthuis ¨Square¨ ¨Square¨

5.Interior to Kloveniersburgwal

5. Interior to Allard Person Museum

Zen Garden What type of building can present a new university for the UvA on the Binnengasthuis (see studies Binnengasthuis typologies)? The public character of the area can grow stronger throughout cruel said; to replace the housing with the new university. The interior of the Binnengasthuis get a totally different character as the configuration of the new type of building strengthens the existing typologies of historical value for otherwise explain. The old courts can gain more public significance while an idyllic backdrop to form this, is a new library. For this study where students really prefer? If we look at the ObA there are so many different situations created that there is almost no refuge to be found. To stimulate the brain the living room or pub atmosphere is on the one hand desirable. At the same time, a serene view also work wonders for studying. The key to the success of the new university library located in the Binnengasthuis can be to work with the public area. The ambition to have is to manifest the university library as the accurate unifying factor as humanities can be.

Book or laptop According to the brief of 2011 of the UvA the new plan library on the Downtown Campus (the Binnengasthuis) offers ¨access to the open accessible collection of the humanities and has a large number of study and workplaces, classrooms and meeting places such as chatcafe¨. Ideally, according to this program compatible with those of the library, facilities function as the heart of the campus humanities. In other words, the UB-Binnengasthuis replaces the UB on the Singel and thanks to its central location its easily accessible to the user student, but also to a teacher, assistant and researcher. Now the theorem applies whether these users are all relevant to a new university library. Users of the new university library can be distinguished in types of borrowers, students and visitors; that would have long become obsolete. There is a short in study places. These are ‘nowadays’ often considered growing elements. Here I do not believe. The fact that as well in the digital

POSITION 122

Bijlage 5

2.Typology

POSITION 123

5. Role of interior The relation to the street and courts are of great importance for the interior. The courtyard, the façadem they create different interiors. The sequence of the different interiors can formulate various spaces to study.