Gouden ring met saffier, circa 1400, omgeving Calais Kunsthandel Inez Stodel, stand 51 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Tegenwoordig wordt de schilderkunst vaak gezien als belangrijkste kunstvorm. Rond 1400 was dat anders. Borduurwerkers, beeldhouwers en edelsmeden genoten minstens evenveel aanzien. Uit inventarissen van koningen en hertogen blijkt dat vooral objecten van goud, zilver en edelstenen zeer in trek waren. Een expliciet voorbeeld hiervan bij Kunsthandel Inez Stodel is deze ring met saffier gedateerd rond 1400. Een zeer vergelijkbare ring heeft Van Eyck afgebeeld op een portret dat nu in Boekarest hangt. De ring die de man met de blauwe kaproen vastheeft toont dezelfde slijptechniek als deze ring. Duidelijk is dat het hier om een teken van liefde en trouw gaat, de man presenteert het sierraad aan zijn vrouw. Deze symboliek wordt versterkt door de inscriptie in deze ring: ‘Loyal Desir’, een tekst voor een trouwring.
Jan van Eyck, Man met blauwe kaproen, circa 1425
Cindy Wright, Fishtank, 2012 Galerie Ron Mandos, stand 119 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Aan het einde van de middeleeuwen zorgde Jan van Eyck voor een van de grootste revoluties in de kunstgeschiedenis. Met een virtuoze techniek gaf hij de zichtbare wereld een niet meer weg te denken plaats in de schilderkunst. Hij schilderde het kleinste plantje en het verste vergezicht met een ongekend gevoel voor licht en reflectie. Stoffen zijn niet meer alleen te herkennen aan hun kleur, maar ook aan hun materiële eigenschappen: kleding lijkt zacht, glimmend metaal oogt hard en de huid van figuren wordt haast voelbaar. In deze Fishtank van Cindy Wright is de aandachtvoor licht, reflectie en de weergave van het harde glas en de glimmende vissen zeer goed vergelijkbaar met die van Van Eyck. Uit het schilderij blijkt een enorme interesse voor lichtval, op het glas van de kom, het weinige water en de schubben van de vissen. De uitzonderlijke observatiekracht Van Eyck is in al zijn schilderijen terug te vinden. Vooral weerkaatsing van het licht is een thema waaraan hij verslaafd lijkt.
Heaven, Hans van Bentem, 2012 Flatland Gallery, stand 106 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. De belangrijkste edellieden van Europa waren de opdrachtgevers van Jan van Eyck. De hertogen van Bourgondië en Berry hadden één of meer paleizen die gevuld moesten worden met uitzonderlijke artikelen. Er was een bijna onstilbare honger naar luxegoederen: gouden en zilveren voorwerpen, brokaten kleding, borduurwerk, sieraden, verluchte handschriften, ivoortjes, beeldhouwwerken maar ook meubelen. Van dit alles is helaas erg weinig overgebleven. Maar de hang naar luxegoederen is iets van alle tijden. Een uitzonderlijk voorbeeld hiervan is het praalbed van Hans van Bentem. Een bed als dit is, zoals een bed in de tijd van Van Eyck, het belangrijkste meubel van een interieur. Daarom komt in laat middeleeuwse kunst regelmatig een hemelbed voor, zo ook bij Van Eyck die zowel in het Arnolfini portret als in een miniatuur van het Milaan-Turijns getijdenboek het bed een belangrijke plek geeft. Intimiteit van een slaapkamer was er dan ook vrijwel niet, een bed moest gezien worden net als dit praalstuk van Hans van Bentem.
Spout, Hendrik Kerstens Galerie Pien Rademakers, stand 35 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Uit de tijd van Jan van Eyck zijn nauwelijks portretten bewaard gebleven. Toch moeten ze in grote aantallen aanwezig zijn geweest. Uit bronnen is bekend dat vorsten en edellieden zich vaak lieten afbeelden als onderdeel van familieportretten. Soms werd een schilder op een aanstaande bruid afgestuurd, die ver weg woonde en die men nog niet had gezien. Zo reisde Jan van Eyck naar Portugal om prinses Isabella te schilderen, de toekomstige echtgenote van Filips van Bourgondië. Door de uitvinding van de fotografie heeft de portretkunst een andere betekenis gekregen. Een portret als dit wordt niet meer gekocht als herinnering aan een bepaald iemand,we weten tenslotte niet eens wie hier model stond. Het gaat puur om de esthetiek Toch zijn de overeenkomsten met de 15de-eeuwse portretkunst treffend. Bij dit portret door Hendrik Kerstens is de inspiratie duidelijk ontleend aan die vroeger Nederlandse portretkunst die bij van Eyck begint. De scherpe lichtval en stillering in de foto citeren rechtstreeks uit deze traditie, net als de driekwart houding en uitsnede van het portret. We worden geraakt door de heldere schoonheid, zoals we nu ook de portretten van Van Eyck op schoonheid waarderen en niet om wie er is afgebeeld.
Plateelbakkerij Rozenburg, vroeg 20e eeuw Kunstconsult 20e eeuwse (toegepaste) kunst, stand 66 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Tijdens de jonge jaren van Van Eyck was de internationale gotiek de heersende kunststroming. Kenmerkend waren de elegantie en de verfijnde en gestileerde weergave van de mens en natuur. Deze kenmerken zijn niet alleen terug te vinden op schilderijen maar ook in de toegepaste kunsten, zoals edelsmederij, ivoorsnijkunst en borduurwerk. Deze extreme verfijning die in de periode Van Eyck opgang vindt is een tastbaar element in dit Rozenburg porselein. Dat geldt voor het materiaal als voor de ragfijne bijna gestileerde schildering van de individuele bloemen op het servies. Deze verfijning en stilering die in de periode van de internationale Gotiek opgang vindt is vergelijkbaar met de versieringen op het Rozenburg porselein. Dat geldt in de eerste plaats voor de ragfijne gestileerde schildering van de bloemen en vogels op het servies. Maar ook het uiterst kwetsbare dunne materiaal herinnert aan de flinterdunne ivoortjes uit de tijd rond 1400.
Andy Warhol, Queen Beatrix of The Netherlands, 1985 Tom Okker Art, stand 48 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Behalve de zeer verfijnde en gedetailleerde schilderkunst van de internationale stijl, waren er ook grote ateliers in de zuidelijke Nederlanden die vlot geschilderde paneeltjes produceerden. Dergelijke schilderijen waren niet alleen bestemd voor de binnenlandse markt, maar werden ook geëxporteerd naar bijvoorbeeld Spanje en Duitsland. Het lijkt erop dat een en hetzelfde atelier zowel uitgewerkte als snel geschilderde werken kon leveren. Dit productiewerk moet een aanzienlijk deel hebben uitgemaakt van de kunstproductie in de Nederlanden. Voor Andy Warhol was de verhouding tussen (massa)productie en kunst een belangrijk onderwerp. Daarnaast maakte hij voor zijn kunst gebruik van talloze assistenten. Wat hij zelf deed en wat zijn assistenten, is vaak moeilijk na te gaan. In de tijd rond 1400 was het eveneens vanzelfsprekend dat een kunstenaar verschillende medewerkers had. Ook Van Eyck was hier geen uitzondering op. Op een moment had hij in zijn atelier in Brugge niet minder dan 12 medewerkers, die onder meer kopieën maakte naar zijn werken.
Enrique Collar, Meisje met Zilverjas, 2012 Collectie Harms Rolde, stand 33 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Van Eyck’s weergave van het licht en de effecten ervan op de zichtbare wereld betekenen een fundamentele vernieuwing in de kunst. Als eerste slaagde hij erin om de tastbare werkelijkheid overtuigend op te roepen. Het meest sprekend is misschien wel de manier waarop hij de optische effecten van glimmend materiaal op sublieme wijze wist te imiteren. Ook de huid van personen werden hyperrealistisch afgebeeld door Van Eyck, kraaienpootjes rond de ogen, haren op de kin, geen detail ontging hem. Het hyperrealistische portret door Enrique Collar van het gezicht van het meisje is haast tastbaar, elk moedervlekje schijnt te zijn weer gegeven.. De manier waarop het licht weerkaatst op het nylon trainingsjasje, maar vooral de lichtweerkaatsing in de ogen brengen de persoon tot leven. Deze lichtweerkaatsing, de witte puntjes in de ogen, werd voor het eerst in de schilderkunst geïntroduceerd door Jan van Eyck. Met dit op zich eenvoudige middel kregen de personen een levendigheid die daarvoor ondenkbaar was geweest.
Anna-te-Drieën, 15e eeuw De Backker Medieval Art, stand 41 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. De kunst van de vijftiende eeuw wordt meestal aangeduid met de termen internationale gotiek of internationale stijl. In deze periode was er in een groot deel van West Europa sprake van een bijna uniforme stijl. De maatschappelijke elite spreidde een gelijkgestemde voorliefde en smaak tentoon. Veel van de bewaard gebleven kunst werd gemaakt aan de vorstenhoven, die vrijwel allemaal aan elkaar waren gelieerd. Deze familierelaties zorgden ervoor dat men in heel Europa op de hoogte was van de laatste artistieke ontwikkelingen. De hier getoonde Anna-te-drieën is een voorbeeld van internationale gotiek, duidelijk beïnvloed door de revolutie die Jan van Eyck ontketend heeft in de Europese kunst. Plotseling wordt intimiteit een aantoonbaar thema dat steeds weer terugkeert. De heiligen worden menselijk, de emoties tastbaar. Bij dit sculptuur is een familie afgebeeld die toevallig bestaat uit heiligen, zo lijkt het. De emotie speelt de boventoon. Het naturalisme van Jan van Eyck heeft een onomkeerbare indruk gemaakt op de kunst van de Lage landen tot de Alpen.
Jacob Biltius, Trompe l’oeil stilleven van een wapenrek, 1665 Kunsthandel P. de Boer bv, stand 21 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. In de schilderkunst van Jan van Eyck en enkele van zijn voorgangers wordt gespeeld met ruimtelijke effecten Soms is een jurk van een heilige zo geschilderd dat het lijkt als of deze uit het schilderij hangt. Van Eyck was een ware meester in dit soort trompe l´oeil effecten. Zijn Adam op het beroemde Lam gods altaar lijkt zo het schilderij uit te lopen. Door het gebruik van een slagschaduw op de lijst is het alsof zijn voet werkelijk uit het paneel steekt. Bij dit stilleven van Jacob Biltius is het illusionistische effect tot in het extreme doorgevoerd. Het tromp l’oeil effect is uiterst effectief. De geweren lijken werkelijk op een rek te hangen aan een witte muur. Het zijn vooral de sterke slagschaduwen die dit effect te weeg brengen. Jan van Eyck was de eerst die slagschaduwen gebruikte. Sindsdien is het spel tussen schilderkunst en realiteit een van de belangrijkste elementen gebleven in de kunst.
Willem Claesz. Heda, Stilleven, 1633 Bijl-van Urk BV, stand 3 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Tegenwoordig wordt de schilderkunst vaak gezien als belangrijkste kunstvorm. Rond 1400 was dat anders. Borduurwerkers, beeldhouwers en edelsmeden genoten minstens evenveel aanzien. Uit inventarissen van koningen en hertogen blijkt dat vooral objecten van goud, zilver en edelstenen zeer in trek waren. In deze periode lijken schilders deze kostbaarheden bewust in kunst te imiteren. Vóór Van Eyck werd goud en zilver op schilderijen afgebeeld met behulp van bladgoud en zilver. Jan van Eyck vond een andere manier om het edelmetaal af te beelden; met verf. Mede hierdoor zorgde Jan van Eyck aan het einde van de middeleeuwen voor een van de grootste revoluties in de kunstgeschiedenis. Met een virtuoze techniek gaf hij de zichtbare wereld een niet meer weg te denken plaats in de schilderkunst. Hij schilderde het kleinste plantje en het verste vergezicht met een ongekend gevoel voor licht en reflectie. Dit schilderij van Willem Claesz. Heda laat zien hoe belangrijk de verschillende stofuitdrukking en lichtweerkaatsing kunnen zijn. Net als Jan van Eyck kijkt Heda naar het afgebeelde object en probeert deze geheel natuurgetrouw af te beelden. Net als Van Eyck lijkt Heda verzot op spiegeling en weerkaatsing en net als Van Eyck sleegt de zeventiende-eeuwse schilder erin de afgebeelde metalen – of het nu zilver, goud of tin is - haast voelbaar te maken.
J. H. Weissenbruch, Windmolens in de polder Kunstgalerij Albricht bv, stand 140 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Rond 1424 maakte Jan van Eyck een aantal miniaturen in een getijdenboek van Jan van Beieren, graaf van Holland. In 1904 ging tijdens een dramatische brand in de bibliotheek in Turijn een deel van het boek verloren. Het zijn de vroegste werken die van hem zijn overgeleverd. Ze hebben al alle kenmerken van zijn latere schilderijen: een ongekend gevoel voor invallend licht, een overtuigende weergave van materialen en van de figuren in relatie tot de ruimte. Een recente ontdekking heeft aangetoond dat een van de miniaturen in het Milaan-Turijn getijdeboek de eerste afbeelding van de Hollandse polder is afgebeeld. Bij deze Weissenbruch is een typisch Hollands polderlandschap afgebeeld. In wezen verschilt het niet zo heel veel van het gezicht dat Jan van Eyck afbeeldde op zijn miniatuur. De middeleeuwse kunstenaar zat vermoedelijk bij het Galgenveld van Den Haag en keek naar Delft. De Hollandse liefde voor het vlakke landschap kent dus een hele lange traditie. De vochtige lucht lijkt zowel bij Van Eyck als Weissenbruch voelbaar.
Jezus 1
Canvas International Art, stand 125 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Een van de meest indrukwekkende bouw- en decoratieprojecten uit de late middeleeuwen is het kartuizerklooster van Champmol bij Dijon. De Bourgondische hertogen Filips de Stoute en Jan zonder Vrees haalden tientallen kunstenaars naar het klooster om er, vaak hun hele leven lang, te werken. De uit Haarlem afkomstige Claes Sluter werkte jaren aan het bijzondere grafmonument van Filips de Stoute. Nadat Sluter in 1405/06 was gestorven, werd het voltooid door zijn neef Claes de Werve. Filips de Stoute bestelde in 1390 voor de kerk van het klooster aan aantal grote, gesneden retabels. Veruit het grootste gedeelte van alle kunst was religieus gemotiveerd. In feite stond de kunstenaar permanent in dienst van de kerk, rechtstreeks of anders via edellieden die voor hun zieleheil kerken stichtte 'en sponsorde'. Nu nog steeds zijn deze religieuze motieven voor iedereen direct herkenbaar en interpreteerbaar. Ook in de moderne kunst zoals bij deze Jezus 1 van Sim Up blijft het thema onmisbaar.
Eline de Jong, Shadows of Paris, 2012
Janknegt Fine Art, stand 39 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. Parijs was met 200.000 inwoners, een vooraanstaande universiteit, vele kooplieden en een koninklijk hof de belangrijkste stad van Europa. De voornaamste edellieden van het land, zoals de hertogen van Bourgondië en Berry, hadden er een of meerdere paleizen. Ook in cultureel opzicht was Parijs een centrum, dat kunstenaars aantrok van heinde en verre. Vaak waren hun scheppingen bestemd voor tijdelijke festiviteiten als toernooien en feestelijke intochten. Daarvan is niets bewaard gebleven. Hoewel er ook veel schilders in Parijs werkzaam moeten zijn geweest, is er nu geen enkel schilderij meer waarvan zeker is dat het daar vandaan komt. Evenmin is bekend of Jan van Eyck ooit in Parijs is geweest of wellicht zelfs heeft gewerkt. Wel moet hij vele kunstwerken hebben gezien die hier zijn ontstaan. Parijs heeft na zoveel eeuwen nog steeds een onweerstaanbare aantrekkingskracht op kunstenaars en andere creatievelingen uit alle hoeken van de wereld. Jan van Eyck was de eerste die de slagschaduw introduceerde, waardoor objecten en figuren duidelijk in de ruimte worden geplaatst. De kunstenares Eline de Jong gaat met dit schilderij nog een stap verder en geeft onmiskenbaar de locatie van de afgebeelde scène weer met slechts de slagschaduw van de Eiffeltoren.
Jacob Bogdani, Dieren in een landschap
Dr A. Wieg Fine Art, stand 40 Friso Lammertse is conservator en samensteller van de nu al veel geroemde tentoonstelling ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Hij heeft voor de bezoekers van PAN Amsterdam 2012 een selectie gemaakt van hier te koop aangeboden objecten waar hij de invloed van Jan van Eyck (circa 1400 - 1441) in ziet. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om oude kunst, vandaar de naam ‘De weg nà Van Eyck’. In de tijd van Van Eyck ontstaat er een grote aandacht voor de natuur en de weergave van natuur in de kunst. Figuren worden niet meer afgebeeld op een plat vlak van bladgoud, zoals dat lange tijd het geval was geweest, maar midden in een bloeiende tuin. De flora en fauna worden door de kunstenaars uitvoerig geobserveerd en individueel herkenbaar afgebeeld. Dit schilderij van Jacob Bogdani toont dezelfde liefde voor de natuur die kenmerkend is voor de kunst na Jan van Eyck. De individuele planten en vogels zijn met affectie afgebeeld en laat de interesse in de natuur zien van de kunstenaar. De indruk is een paradijselijk Eden. De kunstenaars in de periode van Eyck beginnen met de observatie van de natuur. Niet meer schilderen van modellenboeken maar de flora en fauna ontdekken, zien en afbeelden.