LITURGIE voor de Evangelisatiedienst op zondag 10 april 2016 in de Hervormde Gemeente te Den Ham Aanvang: 19.00 uur. Thema: ‘Wie ben jij... als niemand kijkt?’
Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Koor:
Ds. R.J. Kranen Jan Nevenzel Bram Jaspers Gospelkoor ‘Vision’ uit Vriezenveen
Inleidend orgelspel Koor: - Wie is God - Don't look at me Afkondigingen Samen zingen: Psalm 139: 1,2,7 1. Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, ’t ligt alles open voor uw ogen. 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij: wie weet mijn wegen zoals Gij? Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij hebt mij voor ik spreek gehoord. Ja overal, op al mijn wegen en altijd weer komt Gij mij tegen. 7. Gij hebt mij immers zelf gemaakt, mij met uw vingers aangeraakt, met toegewijde tederheid mijn nieren en mijn hart bereid, mij in de moederschoot geweven, mij met uw wonderen omgeven. Votum en groet Samen zingen: ELB 302 (Heer, ik kom tot U) 1. Heer, ik komt tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. 2. Met uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed. 2
Staande
3. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn. 4. Jezus op uw woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U. Genadeverkondiging Geloofsbelijdenis Samen zingen: Gezang 255 1. Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heilge Geest, de Trooster, de Drieenge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieeenge in zijn troon! 2. Ere zij aan Hem, wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd. 3. Ere zij de Heer der englen, ere zij de Heer der kerk, ere aan de Heer der volken; aard’ en hemel looft uw werk! Halleluja, halleluja, looft de Koning, heel zijn kerk! 4. Halleluja, lof, aanbidding brengen englen U ter eer, heerlijkheid en kracht en machten legt uw schepping voor U neer. Halleluja, halleluja, lof zij U, der heren Heer! Gebed bij de opening van de Bijbel 3
Koor:
- Made to love - Indescribable
Schriftlezing: Daniël 1 (NBV) 1 In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad. 2 De Heer leverde Jojakim, de koning van Juda, aan hem uit en gaf hem een deel van de voorwerpen van Gods tempel in handen. Hij nam ze mee naar Sinear, naar de tempel van zijn eigen god, en liet ze daar in de schatkamer zetten. 3 De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. 4 Het moesten jongemannen zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën. 5 De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden. 6 Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. 7 Maar de hoofdeunuch gaf hun andere namen; Daniël noemde hij Beltesassar, Chananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abednego. 8 Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden. 9 God zorgde ervoor dat de hoofdeunuch Daniël gunstig gezind was. 10 Toch zei de hoofdeunuch tegen hem: ‘Ik ben bang voor mijn heer, de koning; hij heeft bepaald wat jullie zullen eten en drinken, en als hij vindt dat jullie er slechter uitzien dan jullie leeftijdsgenoten zal hij mij daarvoor verantwoordelijk stellen.’ 11 Daarop richtte Daniël zich tot de kamerheer die de hoofdeunuch aan hem en aan Chananja, Misaël en Azarja had toegewezen: 12 ‘Neem de proef op de som en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. 13 Vergelijk ons uiterlijk daarna met dat van de jongemannen die de koninklijke spijzen eten, en beslis dan over uw dienaren op grond van wat u ziet.’ 14 De kamerheer ging op het voorstel in en gaf hun tien dagen. 15 Aan het eind van de tien dagen zagen zij er gezonder en beter doorvoed uit dan alle jongemannen die de koninklijke spijzen voorgezet hadden gekregen. 16 Dus diende de kamerheer hun geen koninklijke spijzen en wijn meer op, maar gaf hij hun alleen nog groente. 17 En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen. 18 Toen de door de 4
koning vastgestelde tijd verstreken was, leidde de hoofdeunuch alle jongemannen voor Nebukadnessar. 19 De koning sprak met hen, en niemand kon zich met Daniël, Chananja, Misaël en Azarja meten. Zij traden in dienst van de koning. 20 En over welke kwestie van wijsheid of inzicht de koning hen ook raadpleegde, hij vond hen tien keer zo voortreffelijk als alle magiërs en bezweerders in heel zijn rijk. 21 Daniël bleef aan het hof tot het eerste jaar van het koningschap van Cyrus. Samen zingen: Gezang 326: 3,4,5 3. De geesten onderscheiden, gaf God ons als gebod; wie ’t woord der waarheid mijden, weerstaan het rijk van God. Hoe bouwen zij op zand! Straks zal hun huis bezwijken, ’t houdt in de storm geen stand. Dan zal aan ieder blijken der dwazen onverstand. 4. Maar wie op ’t woord vertrouwen dat uitging uit Gods mond, die kunnen veilig bouwen, hun huis heeft vaste grond. Des Heren woord maakt vrij van dienst aan vreemde machten; in ’t woord herkennen wij zijn plannen en gedachten Het rijk is ons nabij! 5. O Gij die wilt ontmoeten wie vragen naar uw wil, zie hoe wij aan uw voeten zitten en luisteren stil. Geef dat tot U, o Heer, ’t woord van uw welbehagen niet ledig wederkeer’, maar dat het vrucht mag dragen, uw grote naam ter eer. Verkondiging 5
Samen zingen: ELB 376: 1,2 (Abba Vader) 1. Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. 2. Abba, Vader, laat mij zijn slechts voor U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d’uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Inzameling van gaven Tijdens de collecte zingt het koor 2 liederen: - Ben je bereid - Victor’s crown Dankgebed en voorbede Slotlied: ELB 413: 1,2,4 (Lichtstad met uw paarlen…) 1. Lichtstad met uw paarlen poorten, wond’re stad zo hoog gebouwd, nimmer heeft men op deze aarde, ooit uw heerlijkheid aanschouwd. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist’ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem. 2. Heilig oord vol licht en glorie, waar de boom des levens bloeit en de stroom van levend water door de gouden Godsstad vloeit: Refrein. 6
Staande
4. Wat een vreugde zal dat wezen straks vereend te zijn met Hem in de stad met paarlen poorten in het nieuw Jeruzalem. Refrein. Zegen
Staande
7
8