Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling

Goed voorbereid! Kerntaken en werkprocessen JZ en SCW Kerntaak 1: „Opstellen van een plan van aanpak‟ - Inventariseert de vraag naar SCW/JZ - Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten Kerntaak 2: „Uitvoeren van projecten of activiteiten‟ - Bereidt projecten en activiteiten voor - Begeleidt cliënt/ groep tijdens activiteiten Kerntaak 3: „Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken‟ - Evalueert de dienstverlenin - Werft vrijwilligers Een goede voorbereiding is het halve werk; met een plan van aanpak werk je methodisch en planmatig. Professionele organisaties vragen van hun medewerkers methodisch en planmatig werken met een duidelijke doelstelling, uitvoering, begroting en een evaluatie. Als werker in het sociaal cultureel werk of in de jeugdzorg organiseer je activiteiten. Activiteiten zijn een hulpmiddel om de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de doelgroep waarmee je werkt te vergroten. In dit project leer je methodisch en planmatig te werken, bereid je twee activiteiten voor en je voert er één uit. De SCW-er betrekt ook vrijwilligers in de uitvoering. De activiteiten moeten betrekking hebben op een van de onderstaande werkterreinen. De activiteiten sluiten aan bij de vraag van de doelgroep en ondersteunen hen bij het bereiken van hun doelen. Voor de JZ-er is dit vaak gericht op een individu en voor de SCW-er op een individu of groep. Je controleert of de activiteit past binnen het beleid van de instelling waar je werkt.

Om de opdrachten te kunnen maken doorloop je de volgende stappen en werk je deze op papier uit. (zie resultaten zoals beschreven bij de workshops): Je verdiept je in het beleidsplan van de organisatie waar je werkt. Je haalt daar de visie, en doelstelling van de organisatie uit. Je haalt er de belangrijkste beleidspunten (vaak speerpunten van beleid genoemd) uit. Je weet dan op hoofdlijnen wat de organisatie verwacht van de activiteiten die je gaat organiseren. Je maakt een S.W.O.T. analyse van jouw praktijk instelling en presenteert deze aan je praktijkbegeleider. Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

SCW/JZ Project “Goed voorbereid”

ROCVA MBO college Hilversum 2015

1

Je geeft aan (activiteitenplan) welke acties worden ondernomen om het doel te bereiken, door wie, wanneer, voor hoelang, waar, op welke wijze, met welke hulpmiddelen en een begroting. En je geeft aan op welke punten je de activiteit gaat evalueren. Je activiteiten moeten passen in het beleid van de organisatie en gericht zijn op twee van de vijf onderstaande thema’s: 1. educatie en burgerschapsvorming; 2. kunst, cultuur en amusement; 3. recreatie, sport en spel. 4. kort durende hulp of ondersteuning 5. ondersteunen en faciliteren van burgerinitiatieven Je werkt de twee activiteiten uit volgens het fasen model. Je gebruikt het 6 of 8- fasen model. Zie blz. 64 van het boek: Methodisch werken in kinderopvang en jeugdzorg. Je voert één van de twee activiteiten uit en evalueert deze met je praktijkbegeleider. De ws opdrachten lever je bij de ws docent in. (3 mapjes)

WORKSHOP 1

Introductie

Inhoud: Tijdens deze introductie krijg je informatie over het project ‘Goed voorbereid' en de te behalen prestaties volgens het projectformulier. De loopbaanbegeleider neemt de projecthandleiding met je door. Je verdiept je in wat er tijdens dit project van je wordt verwacht.

Leermiddelen/literatuur:  Projecthandleiding  H. Hautvast-Haaksma & R.F.M. van Midde, Methodisch werken in kinderopvang en jeugdzorg, Traject Welzijn, ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010.  Beleidsplan van de organisatie waar je stage loopt.

Resultaat:  Je bent op de hoogte van de prestaties en weet wat er tijdens dit project van je wordt verwacht.

Duur:  1x2 uur



2

WORKSHOP 2

Pedagogiek

Inhoud: Hoe kom je te weten wat de vraag, ofwel behoefte aan werk is? Je kunt er naar vragen natuurlijk, maar je zult merken dat je dan vaak een heel simpel antwoord krijgt waar je niet veel mee kunt. De kunst is om op onderzoek uit te gaan, om mensen uit verschillende doelgroepen te interviewen en wat dieper op hun antwoorden in te gaan. Aan welke activiteiten beleven ze plezier? Welke activiteiten worden druk bezocht? Hoe gedragen deelnemers zich tijdens deze activiteiten? Binnen de jeugdzorg worden observatietechnieken ingezet bij het onderzoek naar de vraag naar hulp/ontwikkeling. Binnen het sociaal cultureel werk worden vooral interviewtechnieken toegepast om de vraag naar cultureel werk te inventariseren. Of je met groepen mensen of met individuen werkt, goed onderzoek is van groot belang. Hoe je die vraag scherp krijgt, leer je in deze workshop.

Resultaat:  Je maakt een doelgroep analyse zoals beschreven op pagina 104-105 van het boek.  Je leert de techniek van interviewen, gesprekken voeren en observeren  Je werkt de eerste drie fases van het 6- of de eerste 5 van het 8- fasemodel uit.

Literatuur:  H. Hautvast-Haaksma & R.F.M. van Midde, Methodisch werken in kinderopvang en jeugdzorg, Traject Welzijn, ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010: Thema 2: Visie op methodisch werken in het pedagogisch werk en Thema 3: Doelgroep en doelen. (pagina 53-74 en 104-106)

Duur:  7 x 2 uur



3

WORKSHOP 3

Beleid

Inhoud: Bij 'Beleid' denk je misschien aan Beleidsplannen en die staan beschreven in dikke pakken papier die je moet doorwerken. Maar wat is dat eigenlijk: 'Beleid'? Wat heb jij daar mee te maken? Het is belangrijk dat je op de hoogte bent van het beleid van de instelling. Jij als werknemer wordt geacht dit 'Beleid' uit te dragen, en zelf ook over mee te denken. Bovendien moeten de activiteiten die je aanbiedt ook aansluiten bij het Beleid. Om mee te denken met het beleid van je organisatie zul je op de hoogte moeten zijn van de nieuwste maatschappelijke ontwikkelingen. Dit kun je doen door je te verdiepen in het nieuws, politiek en publicaties etc. Je kunt onderzoeken waar je eigen en andere organisaties binnen de jeugdzorg of sociaal cultureel werk mee bezig zijn.(beleidsplannen) Met een SWOT- analyse onderzoek je de toekomst mogelijkheden van jouw praktijk organisatie in haar omgeving.

Resultaat:  Je weet wat onder de term “beleid” verstaan wordt.  Je kent de manier waarop beleid wordt beschreven en geëvalueerd  Je hebt kennis van het gemeentelijk/provinciaal beleid  Je bent op de hoogte van sociale en maatschappelijke kwesties die spelen rondom je praktijkorganisatie.  Je beschrijft de visie, de speerpunten van beleid en de doelstelling van de praktijk organisatie  Vanuit het beleid motiveer je je keuze voor de twee activiteiten.  Je kent de methode van de SWOT- analyse en kunt deze toepassen op je praktijk organisatie.

Literatuur/leermiddelen:  H. Hautvast-Haaksma & R.F.M. van Midde, Burger en Werknemer, Traject Welzijn, ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010: pp.127-153  Beleidsplan van je eigen praktijk organisatie  Media informatie over sociaal cultureel werker en jeugdzorg  Door docent uitgereikte theorie SWOT-analyse

Duur:  7 x 2 uur

WORKSHOP 4 SCW/JZ Project “Goed voorbereid”

Groepsdynamica ROCVA MBO college Hilversum 2015

4

Inhoud: Omdat je in je werk steeds te maken krijgt met (groepen) mensen, dit kunnen cliënten zijn of medewerkers, is het van belang te weten wat je kunt doen om een groep ook echt een groep te laten worden. In deze workshop ben je actief bezig met 'oefeningen' om te ervaren hoe je een goede 'dynamiek' in een groep kan krijgen. Als je met mensen werkt binnen de jeugdzorg of het sociaal cultureel werk, werk je met veel verschillende soorten mensen. Als je een activiteit bedenkt is het van groot belang dat je rekening houdt met belevingswereld van de (doel)groep. Binnen groepsdynamica besteden we daarom ook aandacht aan straatcultuur, invloedsfeer, rollen in de groep, kracht van de groep, rol van de leiding en werken met specifieke doelgroepen. Je maakt een plan van aanpak voor de twee gekozen activiteiten volgens fase 4,5 en 6 van het 6- fasen model. Je voert één van de twee activiteiten uit op je praktijk organisatie. Over deze activiteit schrijf je een reflectie die ook getekend moet worden door je praktijkbegeleider.

Resultaat:  Je maakt twee activiteitenplannen waarin je beschrijft welke acties worden ondernomen om je doel te bereiken, door wie, wanneer, voor hoelang, waar, op welke wijze, met welke hulpmiddelen en een begroting. (zie fase 4 uit het 6-fasen model)  Je voert één activiteit ook écht uit. Voor deze activiteit werk je ook fase 5 uit.Je schrijft hier een reflectie(STARR formulier) over  Je geeft aan op welke punten je de activiteit gaat evalueren.(zie fase 6 uit het 6fasen model)  Je hebt inzicht in groepsprocessen  Je hebt inzicht in je eigen rol binnen een groep. Om dit aan te tonen schrijf je hier een reflectie over volgens het STARR formulier, zie bijlage..

Literatuur:  H. Hautvast-Haaksma & R.F.M. van Midde, Burger en Werknemer, Traject Welzijn, ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010: pp.158-160  H. Hautvast-Haaksma & R.F.M. van Midde, Methodisch werken in kinderopvang en jeugdzorg, Traject Welzijn, ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010: Thema 2: Visie op methodisch werken in het pedagogisch werk pagina 62-64.  Lesmateriaal van de docent, al dan niet digitaal

Duur:  7 x 2 uur



5

Projectformulier

Goed voorbereid!

Naam:

Klas:

BOL

SCW/JZ

Datum:

NIVEAU 4 Loopbaanbegeleider:

Werkproces

Competentie

Beoordelingscriteria

1.1 Inventariseert de vraag

Je handelt ethisch en gaat integer met vertrouwelijke informatie om, zodat individuen/groepen respectvol benaderd en behandeld worden Je straalt enthousiasme uit en je stelt je actief en laagdrempelig op, zodat je anderen bereid vindt tot medewerking Je kijkt met ondernemende blik naar mogelijke kansen, weet wat andere (partner)organisaties te bieden hebben, en je bent op de hoogte van trends en ontwikkelingen aangaande het sociaalcultureel werk, zodat je kennis hebt van de markt

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Je houdt vakkennis en –vaardigheden bij en gebruikt feedback om van te leren, zodat je jouw deskundigheid actief ontwikkelt Je deelt je expertise met anderen, waarmee je een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep

3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Je houdt je aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering zodat je een effectieve bijdrage levert aan het geldende kwaliteitszorgsysteem binnen jouw organisatie. Je bewaakt de kwaliteit van dienstverlening,

3.3 Voert coördinerende taken uit

Je maakt concrete afspraken met o.a. stagiaires en vrijwilliger(s) en zorgt door duidelijke instructies dat zij weten wat er van hen verwacht wordt, zodat hun rol en taken helder zijn

Prestatie

O/V/G

Workshop 2

Workshop 3

Workshop 3

Workshop 4 Je stelt prioriteiten in het bereiken van de doelen en brengt activiteiten ruim van te voren in kaart zodat mensen en middelen op het gewenste moment beschikbaar zijn om uitvoering te geven aan de taken/activiteiten Je bouwt relevante contacten op, zowel formeel als informeel, op verschillende niveaus binnen en buiten de organisatie en onderhoudt deze contacten zodat je deze contacten kan benutten om je werkdoelen te bereiken Je overlegt regelmatig met collega’s zodat de expertise van de diverse collega’s optimaal benut worden



6

3.5 Voert beheerstaken uit

Je zorgt voor financiële registratie en verantwoording van je projecten en activiteiten en maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten zodat je bijdraagt een financieel gezonde organisatie

Workshop 4

Je checkt regelmatig materiaal en middelen en levert hiermee een bijdrage aan het onderhoud zodat de organisatie beschikt over goed onderhouden materiaal en middelen 3.7 Werft vrijwilligers (SCW)

Je geeft potentiële vrijwilligers helder aan wat de taak van een vrijwilliger inhoudt zodat duidelijk is wat van hen verwacht wordt

Workshop 3

Je neemt een duidelijke beslissing zodat een bekwame vrijwilliger aangesteld wordt voor de betreffende activiteit(en) Je weet de vraag naar vrijwilligers zodanig te presenteren dat je hiermee de aandacht trekt van potentiële vrijwilligers



7

Bijlage workshop 4

STARR-formulier Naam:

klas:

datum:

Situatie: Beschrijf een concrete beroepssituatie. Wat was de situatie? Waar vond de situatie plaats? Wanneer vond de situatie plaats? Wat gebeurde er precies? Wie waren er bij?

Taak: Beschrijf wat jouw taak was in die situatie. Wat werd er van jou verwacht? Wat wilde je bereiken?

Activiteiten: Beschrijf concreet de activiteiten die je hebt uitgevoerd: Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Hoe was het gedrag van de anderen? Hoe heb je gereageerd op het gedrag van de anderen?

Resultaat: Wat is/zijn de resulta(a)t(en)?

Reflectie: Reflecteer op je eigen handelen. Wat voelde je? Wat hielp je? Wat belemmerde je? Wat dacht je? Wat lukte goed? Wat heb je geleerd? Waar ben je (on)tevreden over? Welke competenties heb je hiervoor gebruikt?

Leerdoel: Welke competenties wil je nog verder ontwikkelen? Welke leerdoelen neem je op in je P.O.P.?

Handtekening praktijkbegeleid(st)er:

datum:

Handtekening loopbaanbegeleider:

datum:



8

Afteken formulier resultaten per workshop door w.s. docenten:

Naam student:

Workshop 2 Pedagogiek Je hebt een doelgroep analyse zoals beschreven op pagina 104-105 van boek gemaakt

Onvoldoende Voldoende

Je kent de techniek van interviewen, gesprekken voeren en observeren Je hebt de eerste drie fases van het 6- of de eerste 5 van het 8- fasemodel uitgewerkt. Workshop 3 Beleid Je weet wat onder de term “beleid” verstaan wordt. Je hebt dit op een ½ A 4 tje beschreven Je kent de manier waarop beleid wordt beschreven en geëvalueerd binnen je instelling. Je hebt dit beschreven op een ½ A 4tje Je hebt kennis van het gemeentelijk/provinciaal beleid Je bent op de hoogte van sociale en maatschappelijke kwesties die spelen rondom je praktijkorganisatie Je hebt de visie, de speerpunten van beleid en de doelstelling van de praktijk organisatie in eigen woorden beschreven. Je hebt beschreven waarom de twee activiteiten passen binnen het beleid van de praktijkinstelling. Je hebt een SWOT- analyse van je praktijkinstelling gemaakt. Workshop 4 Groepsdynamica Je hebt twee activiteitenplannen gemaakt waarin je beschrijft welke acties worden ondernomen om je doel te bereiken, door wie, wanneer, voor hoelang, waar, op welke wijze, met welke hulpmiddelen en een begroting. (zie fase 4 uit het 6-fasen model) Je hebt één activiteit ook uitgevoerd. Voor deze activiteit werk je ook fase 5 (of 6 bij 8 fasen model) uit. Je geeft aan op welke punten je de activiteit gaat evalueren.(zie fase 6 uit het 6-fasen model, fase 7 bij 8 fasen model ) Je hebt inzicht in groepsprocessen doordat je actief hebt meegedaan met de oefeningen in de workshop. Je hebt inzicht in je eigen rol binnen een groep. Om dit aan te tonen schrijf je hier een reflectie over volgens het reflectieformulier (STARR), zie bijlage. Je hebt de activiteit op je stage uitgevoerd en hierop gereflecteerd met een reflectieformulier (STARR), zie bijlage.



9

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling

Recommend Documents