Goed omgaan met je puber Je kind begeleiden door de puberteit
Goed omgaan met je puber Je kind begeleiden door de puberteit Is je kind lichamelijk aan het veranderen? Gaat hij* vaker de strijd met je aan en worden vrienden steeds belangrijker? Dan is de kans groot dat je een puber in huis hebt. Je kind neemt afscheid van het kind zijn en gaat een tijd tegemoet met veel lichamelijke en geestelijke veranderingen. Een periode waarin ze met veel vragen zitten die ze vaak liever aan hun vrienden stellen dan aan jou. In deze folder lees je hoe je je kind kunt begeleiden door de puberteit en hoe je kunt omgaan met de uitdagingen waar jij en je kind op dit gebied mee worden geconfronteerd. * Om de tekst makkelijker leesbaar te maken, schrijven we over je kind in de ‘hij-vorm’. Wanneer en waarmee begint de puberteit? De puberteit start als je kind tussen de 10 en 12 jaar oud is. Bij meisjes begint de puberteit 1,5 tot 2 jaar eerder. Als ze ongeveer 10, 11 jaar zijn beginnen de borsten te groeien en krijgen ze haargroei onder de oksels en in de schaamstreek. Vanaf 12 jaar gaan ze ook in de lengte groeien. Ook veranderen de heupen, worden de billen wat voller, krijgen ze puistjes en is het wachten totdat je dochter voor het eerst ongesteld wordt. Meestal vindt dit plaats op 13-jarige leeftijd, maar het is niet uitzonderlijk als dit eerder of later gebeurt. Is ze eenmaal ongesteld, dan is de groeispurt voorbij en groeit ze minder snel door tot ze ongeveer 17, 18 jaar oud is. Bij jongens is het startsein van de puberteit het groeien van de handen en de voeten. Dit gebeurt meestal als ze 11, 12 jaar oud zijn. Vervolgens worden de geslachtsdelen groter, krijgen ze meer haargroei en vindt rond de 13, 14 jaar, als ze de baard in de keel krijgen, ook de eerste zaadlozing plaats. Dit kan ook al eerder en zelfs later gebeuren. Daarna stopt de groeispurt en groeien ze nog maar enkele centimeters door tot hun zeventiende of achttiende jaar. De overgang naar volwassenheid De pubertijd is de zoektocht naar identiteit. Je kind gaat op zoek naar wie hij zelf is en wat hij belangrijk vindt. Zijn leeftijdgenoten worden daarbij steeds be-
02
OMGAAN I MET I JE I PUBER
langrijker, en als ouder of verzorger kun je het gevoel hebben dat je kind zich van je lostrekt. Veel pubers zoeken op tal van onderwerpen – zoals tijdstip van thuiskomen, de eerste keer uitgaan, kleding, huisregels - de confrontatie met hun ouders en kunnen daarbij ook grof of onbeleefd zijn. Een gebrek aan respect, weigeren om iets van je aan te nemen of om dingen te doen, horen ook bij deze leeftijdsfase. Probeer daar niet van te schrikken, maar het juist te zien als een kans. Nu wordt het tijd om meer te overleggen, serieus te luisteren, maar ook tijd om de normen en waarden die je als ouders belangrijk vindt wel te blijven uitstralen. Een puber heeft een eigen mening over van alles en nog wat en laat graag iedereen weten hoe hij er over denkt. De hormonen gieren door hun lijf en ze laten hun emoties de vrije loop. Ergens eens rustig voor gaan zitten of rationeel nadenken is er even niet bij. Ze flappen er alles uit zonder rekening te houden met een ander. Zo kunnen er makkelijk conflicten met je kind ontstaan. Geef ze even tijd om rustig te worden en ga dan alsnog in gesprek. Een andere rol Praten met een puber is niet altijd even makkelijk. Ze kunnen nogal eens humeurig zijn en snel boos zijn als ze vinden dat er niet naar hen wordt geluisterd. Ook het bekritiseren van hun ideeën en meningen leidt in veel gevallen al snel tot een conflict. Hij probeert nu eenmaal van alles uit en hij kan er opvattingen op na houden die hij na enkele weken uit zichzelf alweer verwerpt. Uitspraken als ‘ dat moet je niet doen’, of ‘ waar haal je dat gekke idee vandaan?’ kunnen je kind al
OMGAAN I MET I JE I PUBER
03
snel uitdagen om jou het tegenovergestelde te bewijzen. Nam hij vroeger alles moeiteloos van je aan, ineens kan hij van alles in twijfel trekken. Maar door open te staan voor zijn verhaal en zijn mening is er al veel gewonnen. Dat betekent, dat je rustig blijft en veel vragen stelt waardoor je zijn ideeën en gevoelens gaat begrijpen. Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar het getuigt van respect voor je kind wanneer je zijn verhaal serieus neemt. Je kunt dan samen met hem in overleg waarbij je ook samen afspraken maakt hoe verder te gaan. Dat kan door gezinsgesprekken of juist door individueel met je puber het gesprek aan te gaan. Bedenk dat het emotioneel een heftige tijd voor ze is. Ondanks hun grote mond en eigen mening zijn ze erg onzeker en hebben ze je steun hard nodig. Ook al doen ze nog zo hard hun best om je wijs te maken dat dit niet zo is. Vrienden zijn belangrijk Je kind verandert en de manier waarop je met je kind omgaat, verandert mee. Je krijgt een andere rol, waarbij je de aandacht van je kind moet delen met zijn vrienden. In contact komen met anderen, is in aanraking komen met andere ideeën, normen en waarden. Zo kunnen er problemen ontstaan als hij met vrienden omgaat en er geen duidelijke regels van de ouders zijn over wat wel en niet mag. Maar wat hij doet en niet doet, daar heb je steeds minder zicht op. Je kind wil immers niet alles meer met je delen. Activiteiten die jij niet accepteert kan hij stiekem gaan doen. Ook kan hij tegen ‘slechte’ vrienden aanlopen waarbij hij zich ook slecht kan gaan gedragen om erkenning te krijgen van de groep. Belangrijk is nu dat je blijft praten met je kind en openstaat voor zijn ideeen. Zijn je regels nog wel van toepassing of kun je ze iets bijstellen. Altijd belangrijk is dat je kind weet wat er van hem verwacht wordt.
Stimuleer de relatie met je puber Blijf met hem in contact Weet wat er in hem omgaat en waar hij mee bezig is. Vraag bijvoorbeeld waar hij naar kijkt op TV en internet. Praat er met hem over zonder afkeurend te
zijn of door hem gelijk dingen te verbieden. Toon ook belangstelling voor zijn vrienden. Informeer wat hij samen met hen doet, wat ze leuk vinden en hoe het bij hen thuis is. Stimuleer hem om zijn vrienden mee naar huis te nemen. Wil hij dat niet, vraag hem dan of hij dat graag anders zou zien en probeer, als dat kan, de oorzaak weg te nemen. Misschien is de afstand een bezwaar (deze oorzaak wordt wel heel lastig om weg te nemen) of een gebrek aan interessante activiteiten bij jou thuis. Ook kun je proberen om contact te leggen met andere ouders. Ook zij willen immers graag weten met wie hun kind omgaat. Zo weet je beter waar je kind is, wat hij doet en kun je samen over problemen praten als die zich mochten voordoen. Daarnaast is het handig om een en ander te kunnen verifiëren. Pubers zijn vaak geneigd om te zeggen dat hun vrienden altijd later mogen thuiskomen, dat ze veel meer mogen en dat jij zo’n beetje de strengste ouder of verzorger bent van allemaal. Even spiegelen met andere ouders is op zo’n moment dan erg nuttig. Geduld is een schone zaak Is je kind boos of onredelijk, blijf dan kalm en geduldig, hoe moeilijk het soms ook is. Je kind gaat niet met je in discussie om je aan te vallen, maar uit zijn behoefte om te discussiëren en te provoceren. Het hoort bij zijn leerproces om voor vol te worden aangezien. Mocht hij daarbij wat brutaal zijn of over de schreef gaan, probeer dan rustig te blijven. Na een hevige woordenwisseling komt een puber vaak vanzelf weer rustig naar je toe en doet vaak alsof er niets gebeurd is. Begin dan niet over wat er is voorgevallen, want dan begint de hele heisa vaak opnieuw. Vergeten en vergeven is voor de omgang met pubers een belangrijk advies. Bepaal je grenzen Een puber probeert maar wat graag om de grenzen van zijn gedrag te verkennen. Daarom is het ook belangrijk dat er grenzen zijn. Ze moeten leren dat ze hun gedrag aan verschillende situaties moeten aanpassen. Bepaald gedrag kan bij leeftijdgenoten misschien heel normaal zijn, maar het is aan jou om aan
OMGAAN I MET I JE I PUBER
05
te geven dat dit thuis of in ander gezelschap echt niet kan. Beslis daarom wat acceptabel is. Bespreek dit met hem en geef duidelijk aan wat er aan de hand is en waar de grenzen liggen. Verandert het gedrag niet – blijft hij bijvoorbeeld onbeschoft doen of wil hij niet luisteren – verbindt er dan een consequentie aan. “Sorry, dit geschreeuw of deze beledigingen gaan me te ver. Ik beëindig het gesprek. Kom maar terug als je rustig bent en ook rustig tegen me kunt praten.” In dit geval is de consequentie: het beëindigen van het gesprek en dat zou ook best eens de bedoeling van de puber kunnen zijn. Dan is het natuurlijk geen handige consequentie. Consequenties voor pubers zijn bijvoorbeeld ook: Vanavond kun je niet naar je vrienden, of niet naar je sport, of je mobiel gaat niet mee naar boven…. als je nu niet stopt met dit gescheld. Het gedrag van je kind compleet negeren kan ook een prima middel zijn. Loop desnoods weg of ga een blokje om en houd het consequent vol. Deze aanpak kan vooral goed werken als de puber niet te vaak onbeschoft doet. Geef het goede voorbeeld Jij bent zijn grote voorbeeld, hoe hard hij ook roept dat het niet zo is. Een pubertijd is meestal iets waar je later op terugkijkt en waar je dan samen hartelijk om kunt lachen. Tot die tijd is het een zaak van geduldig zijn en het goede voorbeeld geven. Pubers leren veel van je. Zelf respect tonen, eerlijk zijn, luisteren naar anderen en open staan voor afwijkende meningen zijn voorbeelden waar je kind daadwerkelijk wat aan heeft. Pubers hebben veel respect voor je als je je opvattingen met hen bespreekt, onderzoekt en bediscussieert. In de pubertijd
06
OMGAAN I MET I JE I PUBER
zetten ze zich erg tegen je af, maar veelal houden ze er dezelfde normen en waarden op na. Zeker als je kind altijd een goede gesprekspartner aan je heeft gehad, hoe vreemd of onrealistisch zijn opvattingen soms ook waren en hoe onredelijk en koppig hij ook was. Neem hem serieus Niets is zo aanstootgevend voor een puber dan hem als kind te behandelen. Als hij voor het eerst verliefd is, lach dan niet, maar praat er met hem over. Zeg dat je blij voor hem bent, vraag hoe het voelt en wat hij met zijn gevoelens gaat doen. Wil hij voor de eerste keer uit, roep dan niet gelijk ‘belachelijk, daar ben je veel te jong voor’, maar ga serieus het gesprek aan. Probeer te achterhalen waarom hij dat wil en wat hij er zelf van verwacht. Laat weten dat je om hem geeft Hoe dwars je puber ook is, probeer het altijd van de zonnige kant te zien. Blijf daarom positieve gesprekken voeren met je kind en vraag bijvoorbeeld naar zijn mening over actuele onderwerpen. Probeer hem in zulke gesprekken niet over te halen om het met jou eens te zijn, maar stimuleer hem om zaken van verschillende kanten te bekijken. Jouw goedkeuring voor alles wat hij doet en vindt, is
✁ Handige tips om te bewaren Bewaar je geduld. Is je kind boos of onredelijk, blijf dan kalm en geduldig, hoe moeilijk het soms ook is. Je kind gaat niet met je in discussie om je aan te vallen, maar uit zijn behoefte om te discussiëren en te provoceren. Geef je grenzen aan. Beslis wat acceptabel is en bespreek dit met hem. Geef duidelijk aan wat er aan de hand is en waar de grenzen liggen. Geef het goede voorbeeld. Pubers leren veel van je. Zelf respect tonen, eerlijk zijn, luisteren naar anderen en open staan voor afwijkende meningen zijn voorbeelden waar je kind veel aan heeft. Behandel je puber niet als een kind, maar neem hem altijd serieus, waarmee hij ook op de proppen komt. Moedig je kind aan om zijn vrienden mee naar huis te nemen. Je kunt dan zien met wie hij omgaat en hoe hij zich tegenover zijn vrienden opstelt. Stimuleer positief gedrag en complimenteer hem voor gedrag dat je graag ziet. Toon je liefde. Laat weten dat hij altijd bij jullie kan aankloppen en dat jullie er altijd voor hem zijn.
erg belangrijk voor een puber. Complimenteer hem voor gedrag dat je graag ziet, bijvoorbeeld als hij rustig en aardig tegen je praat. Toon je liefde en laat blijken dat je om hem geeft. Want met alle onzekerheden waar hij als puber mee moet leven, heeft hij die zekerheid meer dan ooit nodig. Dit is een uitgave van Positief opvoeden Drenthe in samenwerking met de Provincie Drenthe – Icare Jeugdgezondheidszorg – GGD – DFMW- Yorneo en alle gemeenten in Drenthe. De teksten zijn mede gebaseerd op bestaande folders en praktijkervaringen van GGD en Icare Jeugdgezondheidszorg en het pedagogisch programma dat ontwikkeld werd door professor Matthew R. Sanders en collega’s van het “Parenting and Familiy Support Centre”, School of Psychologie aan de universiteit van Queensland. Colofon: Coördinatie: Remke van Berk Fotografie: Dirk Jansen Photography Copy: Marcel Jiskoot Productie: Vredegoor Grafische Productie
Goed omgaan met je puber Je kind begeleiden door de puberteit