Goed gedaan! Schoolbreed
Uitgeverij Malmberg ’s-Hertogenbosch
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 1
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
1
16-12-2008 15:29:51
Op weg met Goed gedaan! Sociaal-emotionele ontwikkeling
Peuter Sociaal Een peuter begrijpt nog niet goed wat een ander voelt, denkt en wil. Uit zichzelf houdt een peuter daardoor nog weinig rekening met anderen. Geef hier!
Emotioneel Een peuter heeft nog weinig controle over zijn eigen emoties en impulsen. Hij heeft anderen nodig om hem te kalmeren en troosten. Ma...ma... Ma...ma...
Ik wil koek!
Voor een peuter is dat heel gewoon...
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 9
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
9
16-12-2008 15:29:54
Op weg met Goed gedaan! Puber die sociaal-emotioneel niet is gegroeid Sociaal Een puber die sociaal niet is gegroeid, houdt nog steeds geen rekening met anderen. Met alle gevolgen van dien... Geef hier!
Emotioneel Een puber die emotioneel niet is gegroeid, heeft nog steeds geen controle over zijn eigen emoties en impulsen. Met alle gevolgen van dien... Ik krijg nooit iets van jou!
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 10
Ik heb een rotleven...
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
10
16-12-2008 15:29:54
Op weg met Goed gedaan! Puber die sociaal-emotioneel wél is gegroeid Sociaal Een puber die sociaal is gegroeid probeert rekening te houden met anderen. Mooi ding. Mag ik hem eens proberen?
Emotioneel Een puber die sociaal-emotioneel gegroeid is kan zijn emoties en impulsen al in goede banen leiden. En als ik ze voor mijn verjaardag vraag?
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 11
Morgen vertel ik het aan mama. Misschien weet zij wat ik moet doen.
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
11
16-12-2008 15:29:55
Op weg met Goed gedaan! Hoe leert een kind sociaal-emotionele vaardigheden? 1 Het kind wordt groter. Hij kan en begrijpt daardoor steeds meer. 2 Het kind kijkt goed hoe anderen zich gedragen en doet dat na. 3 Het kind onthoudt welk effect zijn gedrag had. Kreeg hij wat hij wilde? Of juist niet? Dat ging altijd ‘vanzelf’. Waarom is het nu een ‘vak’ op school? 1 Kinderen groeien op in een wereld die veel drukker, ‘groter’ en ingewikkelder is dan vroeger. Kinderen moeten daardoor veel meer kunnen, begrijpen en kiezen dan vroeger.
2 Kinderen zien meer verschillende voorbeelden dan vroeger.
3 Kinderen hebben meer opvoeders dan vroeger (gescheiden ouders, parttime-leerkrachten, bso-medewerkers) die vaak verschillend denken (andere achtergrond, overtuiging, geloof).
Dat doen we hier niet!
Laat dat kind toch.
Ha, ha, ha!
Waarom doe je nu zo?
Jij hebt huisarrest!
Veel kinderen raken daarvan in de war. Hoe hoort het nu? Wat is goed? Wat is slim? Duidelijke uitleg en veilige oefening op school geven dan houvast.
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 12
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
12
16-12-2008 15:29:55
Op weg met Goed gedaan! De opzet van Goed gedaan! Twaalf duidelijke sociaal-emotionele leerpaden Om sociaal vaardig en emotioneel stabiel te zijn, heb je een flink aantal sociaal-emotionele competenties nodig. Al die competenties hangen nauw met elkaar samen en ontwikkelen zich een leven lang. Goed gedaan! heeft heldere, inzichtelijke leerpaden ontwikkeld voor de sociaal-emotionele competenties die een kind op de basisschool nodig heeft.
Omga
ren
in te
ive
op
Zelfken n
fo dia-in
me n
is
et me an m
Sa
Same
n spe
len e
Re
lat
rn et
en
n wer
uw rtro
ZIJ
ve Zelf
IK
WIJ
ken
JIJ
eid aarh
rb Wee
Zelfbeh e
ersing
an de re n
Be
wu
len Omga
ren
ande
an m et ve
rschil
ho ud en ng
sm ak en
n in
atse
Re ke ni
ke u
ze
la Verp
me t
st
De twaalf leerpaden van Goed gedaan!
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 13
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
13
16-12-2008 15:29:59
Op weg met Goed gedaan! De opzet van Goed gedaan! Praktische inzichten en vaardigheden Elk leerpad is opgezet rondom een aantal praktische inzichten en vaardigheden die het kind nodig heeft om verder te komen op het leerpad. Zo bevat het leerpad Zelfvertrouwen de volgende inzichten en vaardigheden:
positief denken
oplo
eu n/st e l e d ties emo
agen n vr
haa
lbar e do
elen
ssing en z
stel
oeke
len
n
tro
ts
n zij
op
jez
elf
Zelfvertrouwen
De inzichten en vaardigheden van het leerpad Zelfvertrouwen
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 14
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
14
16-12-2008 15:29:59
Op weg met Goed gedaan! De opzet van Goed gedaan! Concrete stapjes
Om zich de inzichten en vaardigheden eigen te maken, leren en oefenen de kinderen tijdens de lessen van Goed gedaan! concreet omschreven stapjes die hen weer verder helpen op de leerpaden.
Zelfvertrouwen trots zijn op jezelf
haalbare doelen stellen
emoties delen/ steun vragen
oplossingen zoeken
Weten bij wie je hoort, met wie je samen feestviert.
Weten wat je leuk/ goed/lief doet.
Een ‘slim plan’ verzinnen als er iets misgaat.
Leren dat je de lat niet te laag of te hoog moet leggen. Weten wat je beter dan eerst kunt.
Weten dat je jezelf ook kunt vermaken.
Weten dat je zelf ook verstandig kunt zijn.
positief denken
Weten waarom het goed is om angsten en zorgen te delen.
Een droomwens leren omzetten in een haalbaar doel.
Een ‘slim plan’ verzinnen om een lastige situatie te verbeteren.
Weten aan wie je hulp kunt vragen.
Weten waarom het verstandig is om advies te vragen.
Tegen jezelf ‘het komt wel goed’ zeggen.
Op de leuke kanten van een situatie letten.
Tegen jezelf ‘het lukt me wel’ zeggen.
Een ‘slim plan’ verzinnen om je doel te bereiken.
De voordelen van een verandering zien.
Concrete stapjes die gezet worden op het leerpad Zelfvertrouwen
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 15
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
15
16-12-2008 15:29:59
Op weg met Goed gedaan! Oefeningen in Goed gedaan! Voorbeeld 1: Sociaal-emotionele competentie: Inzichten en vaardigheden: Concrete stap:
Zelfvertrouwen Positief denken Letten op wat leuk is
In groep 3 les 10 (Wat denk ik?) wordt gewerkt aan de competentie Zelfvertrouwen met behulp van de ‘alles-is-leuk-pet’ en de ‘alles-is-stom-pet’.
Met welke pet bekijk jij het?
Voorbeeld 2: Sociaal-emotionele competentie: Inzichten en vaardigheden: Concrete stap:
Zelfvertrouwen Oplossingen zoeken Fantasie en verstand leren gebruiken om een situatie te verbeteren
In groep 4 les 10 (Wat denk ik?) wordt gewerkt aan de competentie Zelfvertrouwen met het werkblad een slim plan.
werkblad 5: een slim plan
© Malmberg
elkaar even niet zien
een lange rij
verdwaald
in het ziekenhuis
niet mee mogen doen
kwijt
‘s-Hertogenbosch
506041_C_WBGR4.indd 81
Goed gedaan! | Groep 4 | Werkblad | Les 10 Wat denk ik?
81
11-06-2007 10:16:26
Wat kun je doen? Hoe wordt het minder vervelend?
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 16
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
16
16-12-2008 15:30:00
Op weg met Goed gedaan! Voorbeeld 3: Sociaal-emotionele competentie: Inzichten en vaardigheden: Concrete stap:
Zelfvertrouwen Trots zijn op jezelf Stilstaan bij eigen prestaties/vooruitgang en weten dat je daarvan mag genieten
In groep 5 les 5 (Blij met jezelf) wordt gewerkt aan de competentie Zelfvertrouwen met het werkblad Trotsbloem.
Werkblad 8: Trotsbloem
naam:
86
Goed gedaan! | Groep 5 | Werkblad | Les 5 Blij met jezelf
506042_C_WBGR5.indd 86
Waar mag deze klasgenoot trots op zijn?
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 17
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
11-06-2007 12:10:56
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
17
16-12-2008 15:30:01
Op weg met Goed gedaan! De lessen van Goed gedaan! • 16 lessen per jaar. • Dezelfde onderwerpen voor groep 1 t/m 8. Voorbeelden en leerpunten zijn steeds afgestemd op de leeftijd. Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8
Wennen Samen één groep Grapje, plagen, pesten Opkomen voor jezelf Blij met jezelf Samen spelen en werken Druk, druk, druk Wat voel ik?
Les 9 Les 10 Les 11 Les 12 Les 13 Les 14 Les 15 Les 16
Allemaal anders Wat denk ik? Kiezen Jezelf de baas Eerlijk waar? Vrienden Ken jezelf Wensen en dromen
• Een vaste opbouw voor elke les: Verhaaltje Korte inleiding voor de kinderen Introductie Informatie voor de leerkracht: – Waar wordt aan gewerkt in deze les? – Wat is daarbij nodig? Oefeningen Praten / toneel / tekenen / schrijven / spelletjes / knutselen Let op: Een * betekent dat er voorbereiding nodig is. Afsluiting Gezamenlijke afronding van de les Tips Tips voor de leerkracht Extra oefening Een extra oefening die op een ander moment uitgevoerd kan worden
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 18
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
18
16-12-2008 15:30:02
Op weg met Goed gedaan!
Les 9 Allemaal anders
inzichten en vaardigheden • Verplaatsen in anderen ‘Het is maar hoe je het bekijkt’ Goed kijken en goed luisteren Inlevingsvermogen • Rekening houden met anderen Emoties van anderen
Een kus van Bobby ‘Eef, ik heb een verrassing!’ roep Willem als hij de zolder van De Geheime Club oploopt. Nieuwsgierig legt Eef haar boek weg. ‘O, wat lief!’ roept ze zodra Willem boven komt. ‘Je hebt een klein hondje meegebracht. Wat een snoepie. Van wie is hij?’ ‘Van mij,’ zegt Willem trots. ‘Vandaag uitgezocht in het asiel. Samen met Mark.’ ‘O, wat leuk!’ Eef is meteen helemaal weg van het hondje. ‘Hij heeft zo’n schattig koppie. En wat een zachte haartjes. Hoe heet hij?’ ‘Bobby,’ zegt Willem. Eef knuffelt de kleine Bobby die haar enthousiast over haar gezicht likt. ‘O, wat lief! Ik krijg kusjes!’ lacht ze. Nu komt Emilia ook de trap op naar zolder. ‘Hoi!’ roept ze. ‘Ik heb dat nieuwe spel meegebracht. Waar ik gisteren over vert...’ Maar als Emilia het hondje ziet, valt ze stil. ‘Van wie is dat beest?!’ vraagt ze terwijl ze angstig naar Bobby kijkt. ‘Van mij!’ zegt Willem trots. ‘Wil je hem ook even knuffelen? Hij is heel zacht.’ Maar Emilia wil niet knuffelen. Ze wil liever wegrennen. ‘Hou hem bij je!’ roept ze. ‘Ik ben bang voor honden!’ ‘Toch niet voor zo’n kleintje?’ vraagt Eef verbaasd. ‘Jawel!’ zegt Emilia. ‘Mijn nichtje is door zo’n klein hondje in haar wang gebeten. Daar zit nu een heel lelijk litteken dat nooit meer weggaat.’ Willem tilt zijn hondje op. ‘Bobby doet echt niks hoor!’ zegt hij. ‘Ja, dat zegt iedereen,’ zegt Emilia. ‘Maar weten jullie hoeveel mensen per jaar gebeten worden? Mijn tante zegt...’ ‘Stil maar!’ zegt Eef. ‘We begrijpen het wel. Ik maak zijn riem vast aan de balk. Dan hoef jij niet bang te zijn.’ Willem en Eef maken Bobby vast en gaan dan het spel bekijken dat Emilia heeft meegebracht. ‘Ik doe ook mee!’ roept Altan die inmiddels ook gearriveerd is. ‘Hé, van wie is dat grappige hondje?’ ‘Van mij!’ zegt Willem. ‘Wat goed!’ zegt Altan enthousiast. ‘Je bent al jaren aan het zeuren om een hond. En nu is het dus eindelijk gelukt!’ Willem knikt. ‘Mijn moeder geeft niet zoveel om honden,’ zegt hij. ‘Maar Mark wel!” Eef maakt Bobby los en tilt hem op. ‘Wil jij ook een kusje van Bobby, Altan?’ lacht ze als het hondje haar weer over haar wang likt. ‘Bah! Wat smerig!’ zegt Altan. ‘Daarnet heeft hij zijn billen nog schoongelikt. En nu likt hij jou. Dat is echt goor! Ik vind het leuk voor Willem dat hij een hond heeft, maar ik ga er niet mee knuffelen!’ ‘Dat hoeft ook niet,’ zegt Willem. ‘Als je hem straks maar mee wilt uitlaten.’ ‘Best,’ zegt Altan. ‘Maar nu gaan we eerst dat spel van Emilia spelen. En ik waarschuw jullie: ik ga winnen!’
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
Goed gedaan! | Groep 6 | Handleiding | Les 9 Allemaal anders
lesonderdelen • • • • •
Introductie Huisdier Klassendier Wit met zwart Afsluiting
materialen • • • • •
Werkblad 10 en 11 Zo-doen-we-dat-kaart les 9 Ouderbrief les 9 Tekenpapier Lege doos met een kijkgat en briefje
Om echt rekening te kunnen houden met anderen, moet een kind zich leren verplaatsen in een ander. Wat denkt, voelt en wil de ander? Een vierjarige ziet alles nog vanuit zijn eigen perspectief. Een kind van zes begrijpt al wel dat anderen anders kunnen denken en voelen dan hijzelf. Maar hij kan nog niet goed inschatten wát de ander zal denken of voelen en waarom. Vanaf ongeveer acht jaar ontwikkelt een kind het vermogen zich voor te stellen wat er in een ander omgaat. Hij beseft dan bovendien dat die ander zich dus ook in hem kan inleven. In deze les komen de volgende inzichten en vaardigheden aan bod: • Verplaatsen in anderen ‘Het is maar hoe je het bekijkt’ − Weten dat mensen dezelfde situatie verschillend kunnen ervaren Goed kijken en goed luisteren − Opletten of je kunt zien en/of horen wat de ander denkt, voelt en wil Inlevingsvermogen – Je best doen om te bedenken wat de ander denkt, voelt en wil (Wat wil hij meestal? Wat zou ik doen als ik hem was?) • Rekening houden met anderen Emoties van anderen − Weten hoe je kunt reageren op emoties van klasgenoten • extra aardig zijn tegen iemand die verdrietig is • iemand die boos is even met rust laten (zodat hij kan afkoelen) • iemand die bang is dat hij iets niet kan even helpen
Introductie Lees het verhaal ‘Een kus van Bobby’ op de vorige bladzijde voor. Eef, Emilia en Altan reageren heel verschillend op het hondje van Willem. Vraag de kinderen naar die verschillen. (Eef vindt het hondje lief, Emilia is bang, Altan is blij voor Willem.) Hoe zouden de kinderen reageren?
Huisdier Altan zegt: ‘Wat goed! Je bent al jaren aan het zeuren om een hond. En nu is het dus eindelijk gelukt!’ Leg uit dat Altan Willem goed kent. Hij weet wat Willem graag wil. In deze oefening gaan de kinderen kijken hoe goed zij van elkaar weten wat ze willen. Verdeel de klas in tweetallen. Maak koppels die niet vaak samen spelen. Van elk tweetal is één kind de vragensteller. Hij krijgt twee minuten de tijd om de ander beter te leren kennen door vragen aan hem te stellen. Daarna gaat iedereen weer naar zijn eigen plek. Vertel de koppels dat zij ieder een huisdier gaan kiezen voor de ander. De
45
46
Goed gedaan! | Groep 6 | Handleiding | Les 9 Allemaal anders
kinderen vouwen een blaadje doormidden. Op de linkerkant tekenen ze het huisdier waarvan zij denken dat de ander daar blij mee zou zijn. Op de rechterkant schrijven ze waarom ze dat denken. De kinderen geven de tekeningen aan elkaar, maar zo dat de geschreven tekst nog niet te zien is. Welk dier heeft de ander voor je gekozen? Waarom zou hij dat gedaan hebben? Laat de kinderen daarna ook de tekst lezen. Klopt dit? Zou je dit dier ook voor jezelf uitkiezen? Pak de zo-doen-we-dat-kaart en bespreek de bovenste twee vakken. Schrijf op het bord: goed opletten – vragen stellen – nadenken De helft van de kinderen mocht vragen stellen voordat zij de tekening maakten. Hebben ze wat ze toen te weten kwamen ook gebruikt voor de tekening? Als je hoort dat iemand op een flat woont, kies je geen grote hond. Maar ook de kinderen die geen vragen konden stellen, hebben misschien een goed dier uitgekozen. Leg uit dat je door na te denken en goed naar de ander te kijken, ook veel over de ander te weten komt. Als iemand een paardentrui draagt, kun je ervan uitgaan dat hij van paarden houdt. Laat de kinderen elkaar bedanken voor de tekeningen.
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
uit dat je in dit stukje kunt lezen wat Emilia dacht en voelde. Maar wat zal Willem gedacht en gevoeld hebben? Geef de kinderen de opdracht om zich in Willem te verplaatsen en in zijn dagboek te schrijven hoe hij diezelfde gebeurtenis beleefd heeft. Laat enkele kinderen hun fragment uit het dagboek van Willem voorlezen. Stel dat Emilia en Willem elkaars dagboek zouden lezen, wat zou er dan gebeuren? (Waarschijnlijk zouden ze elkaar beter begrijpen.)
Afsluiting Zeg dat u wilt weten wat de kinderen van de les vonden. Laat ze daar even over nadenken. Vertel dan dat ze niet mogen vertellen wat ze zelf van de les vonden, maar wat ze denken dat een ander van de les vond. Bijvoorbeeld: ‘Ik denk dat Samira de les best leuk vond, omdat ze dol is op dieren.’ Laat de ander reageren of het klopt wat er verteld wordt.
Ouderbrief Voor de ouders is er een brief (ouderbrief les 9) met informatie en praktische tips over deze les. Geef deze brief aan de kinderen mee.
Klassendier
*
Maak een kijkgat in een lege doos. Schrijf op een briefje: ‘Doe alsof er een vies beest in de doos zit waar je héél bang voor bent.’ Zet de doos voorzichtig op uw bureau neer. Vertel dat u een klassendier heeft gekocht en vraag een kind (met acteertalent) naar voren te komen om het dier te bekijken. Laat dit kind eerst uw briefje lezen (niet hardop). Hoe reageert het kind? (angstig) Hoe reageren vervolgens de andere kinderen? Leg uit dat je rekening moet houden met elkaar. Als u écht een klassendier zou kopen, zou u zorgen dat niemand er bang voor was. Schrijf op het bord: Rekening houden met elkaar: − Let op wat de ander denkt, wil, voelt. − Zorg dat het voor iedereen leuk is. De kinderen laten zien hoe goed zij rekening kunnen houden met elkaar. In groepjes van vier kiezen zij hun ideale klassendier. Om tot een goede keuze te komen, vertellen ze elkaar eerst hun wensen, angsten en allergieën. Als het dier gekozen is, maken ze afspraken (wel/ niet uit de kooi, hok schoonmaken, het voeren). Wijs de kinderen nadrukkelijk op ‘zorg dat het voor iedereen leuk is’. Na afloop inventariseert u welke dieren gekozen zijn. Is het elk groepje gelukt rekening te houden met elkaar? Is het zo voor iedereen leuk?
Tips • Laat de kinderen voorspellen wat een ander wil. Bijvoorbeeld: We gaan tekenen en Lotte mag kiezen welk onderwerp we nemen. Joey, wat denk jij dat Lotte gaat kiezen? • Laat de kinderen zich letterlijk in elkaar verplaatsen. Maak tweetallen en laat hen tegenover elkaar zitten. Stel vragen als: ‘Aan welke kant zit het raam? Wie zit er achter je? Wat zie je als je recht vooruitkijkt?’ De kinderen beantwoorden de vragen op papier: eerst voor zichzelf en vervolgens voor de ander. Na afloop vergelijken ze de antwoorden. • Wanneer zich een ruzie voordoet, vraagt u de kinderen allebei kort op te schrijven wat er gebeurd is en hoe zij zich daarbij voelden. Dan draaien ze het briefje om en geven het aan de ander. Deze schrijft nu eerst op, wat hij denkt dat er op de achterkant van het briefje staat. Komen beide beschrijvingen overeen?
Extra oefening
*
Wit met zwart
* © Malmberg
© Malmberg
U schrijft op het bord: Kobus − wit met zwart − vier poten Geef de kinderen de opdracht het bijbehorende dier te tekenen (poes, hond, konijn, koe, paard, cavia, muis). Ze mogen niet afkijken! Inventariseer welke dieren er getekend zijn. Concludeer dat iedereen dezelfde informatie kreeg, maar dat niet iedereen er dezelfde gedachten bij had. Het is maar hoe je het bekijkt! Leg uit dat dit ook zo in de klas, thuis, op het schoolplein gaat: we maken hetzelfde mee, maar denken en voelen toch anders. Kunnen de kinderen daar voorbeelden van verzinnen? (Verschillende meningen over dezelfde film, verschillende verklaringen voor dezelfde ruzie.) Deel nu werkblad 10 uit en lees samen het dagboekfragment van Emilia. Leg
‘s-Hertogenbosch
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 19
Goed gedaan! | Groep 6 | Handleiding | Les 9 Allemaal anders
47
48
Knip de onderste strook van werkblad 11 los. Deel de test uit, maar houd de stroken met de uitslag nog even bij u. De kinderen maken vraag 1 tot en met 4. Ze kiezen het antwoord dat het meest lijkt op wat zij zouden doen. Deel daarna de stroken met de uitslag uit en laat de kinderen hun resultaat bepalen. Lees samen de conclusies. Klopt dit? Wat doe je al goed? Wat zou nog beter kunnen? Bij de vijfde vraag staan geen antwoorden. Kunnen de kinderen wel bij elk symbool een antwoord bedenken zodat de uitslag nog steeds klopt? Bespreek de antwoorden die de kinderen bij vraag 5 bedacht hebben. Leg uit dat iedereen het weleens moeilijk heeft doordat hij ergens boos, bang, verdrietig, of jaloers over is. Het is dan fijn als anderen dat begrijpen en rekening met je houden! Verwijs hierbij naar de zo-doen-we-dat-kaart.
Goed gedaan! | Groep 6 | Handleiding | Les 9 Allemaal anders
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
19
16-12-2008 15:30:02
Op weg met Goed gedaan! Doorwerking buiten de lessen In de klas • • • •
Bij elke les hoort een zo-doen-we-dat-kaart voor in de klas ter herinnering aan hetgeen geleerd is. Met de observatielijst kan de leerkracht elk kind individueel volgen. Er zijn praktische tips om een kind extra steun en aandacht te geven. Met de zo-doe-ik-dat-kaart kan het kind ook zelf extra oefenen. Les 9 Allemaal anders
zo
Observatielijst
doen we dat
naam:
Wij – samen spelen en werken
geboortedatum:
groep: datum
het is maar hoe je het bekijkt
Extra aandacht en steun
datum
Hoe leert een kind de sociale vaardigheden die nodig zijn om prettig samen te spelen en werken?
zelfkennis
IK – kan eigen emoties en spanningen verwoorden – kan eigen gedrag in grote lijnen navertellen
een hond = schattig / vies / gevaarlijk / leuk een hond is voor iedereen anders!
– Uitleg en hulp krijgen Leg het kind zo duidelijk mogelijk uit welk gedrag de meeste speelkameraadjes oplevert. Zeg dus niet alleen wat het kind fout doet, maar geef positieve instructies: hoe moet het wél! ‘Eerst even vriendelijk vragen of je mee mag doen!’ ‘Ook goed luisteren naar wat Rik wil! Je moet iets afspreken wat voor jullie allebei leuk is!’ – Advies niet als kritiek ervaren Zeg eerst iets aardigs voordat u vertelt wat het kind beter anders kan doen. Op die manier zal het kind aandachtiger luisteren en het advies sneller opvolgen. ‘Fijn dat je dat spel zo leuk vindt, maar je moet wel netjes op je beurt wachten!’ – Eigen wensen duidelijk kunnen maken Help het kind eigen ideeën en wensen zo te verwoorden dat anderen hem begrijpen. ‘Jij wilt graag meedoen, maar je vindt dat de spelregels niet goed zijn afgesproken.’ – Duidelijke instructies en positieve feedback krijgen Wanneer het kind vaak ruzie heeft, geeft u hem de ‘ruzie-oplos-kaart’. Spreek de kaart met het kind door. (Zie ook les 14.) Wanneer het het kind lukt een ruzie netjes op te lossen, mag hij een sticker plakken op een van de zonnetjes op de kaart. Help het kind te denken aan de drie stapjes op de kaart. En geef hem behalve de sticker ook een groot compliment wanneer het hem lukt de ruzie goed op te lossen!
relativeren – gelooft niet klakkeloos/letterlijk alles wat vertelt wordt – ziet niet alleen wat ‘fout’ is, maar ook wat leuk/goed is zelfvertrouwen – zoekt oplossingen als iets mis gaat – vraagt hulp wanneer dat nodig is (niet te snel/niet te laat) – stelt haalbare doelen en geniet van vooruitgang
hoe bekijken anderen het?
zelfbeheersing – kan tot rust komen/ontspannen bezig zijn – kan met teleurstelling/tegenslag omgaan (luistert/blijft kalm) – kan activiteiten zelf structureren, zelfstandig werken
om dat te ontdekken moet je: goed opletten (goed kijken en luisteren) vragen stellen (wat wil jij? waarom?) nadenken (wat doet hij meestal?)
bewust keuzes maken – denkt eerst even na voordat hij iets doet – maakt zélf keuzes (volgt niet steeds anderen) verplaatsen in anderen
JIJ – voelt aan hoe zijn gedrag/een situatie voor een ander is omgaan met verschillen
WIJ – reageert respectvol op verschil in vaardigheden en ideeën
rekening houden met elkaar...
rekening houden met anderen – luistert naar ‘nee!’ en ‘hou op!’ – accepteert regels en houdt zich daar aan – is eerlijk en houdt zich aan zelf gemaakte afspraken
Let op wat de ander denkt, wil, voelt. Zorg dat het voor iedereen leuk is.
Zo-doe-ik-dat-kaart
weerbaarheid – kan tegen een grapje, trekt zich niet alles persoonlijk aan – zegt rustig en duidelijk wat hij vervelend vindt
ruzie-oplos-kaart samen spelen en werken – vraagt prettig om aandacht/mee te mogen doen – kan ‘geven en nemen’ bij het maken van afspraken – luistert naar advies, – probeert een oplossing te bedenken bij ruzie
...en met hoe iemand zich voelt Wees extra aardig voor iemand die verdriet heeft. Laat iemand die boos is even met rust. Help als iemand bang is dat hij iets niet kan.
Ruzie? 1 even rustig worden
samen op internet – gedraagt zich sociaal en verstandig op internet
1… 2… 3… 4…
2 luisteren naar elkaar dit wil ik!
wat wil jij?
3 samen oplossen zullen we dan ...
omgaan met media-informatie
ZIJ – kan media-informatie en voorbeelden relativeren
Uitleg score: sterke kant van het kind
duidelijk aandachtspunt
ken jezelf Opmerkingen:
Ik
A B
doe geen moeite om anderen te begrijpen. Ik probeer niet eens mezelf te begrijpen!
wil altijd weten wat anderen ergens van vinden. naam:
Andere mensen hebben namelijk vaak best goede ideeën.
Goed gedaan 506052_Gr6.indd 11
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
Goed gedaan! | Groep 6 | Elk kind apart
99
112
Goed gedaan! | Groep 6 | Elk kind apart
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
22-05-2007 14:51:24
Zo-doen-we-dat-kaart
Observatielijst
Zo-doe-ik-dat-kaart
Op het schoolplein • Alle groepen zijn tegelijkertijd bezig met hetzelfde onderwerp, waardoor het onderwerp eerder schoolbreed gaat ‘leven’. • Alle kinderen leren in de les dezelfde woorden en termen voor sociaal gedrag. bijvoorbeeld: leuk plagen / vervelend plagen / pesten • Eenduidig taalgebruik maakt het eenvoudiger elkaar (kind – kind / volwassene – kind / volwassene – volwassene) goed te begrijpen wanneer gedrag besproken wordt. • Alle kinderen oefenen in de les dezelfde sociale vaardigheden. bijvoorbeeld: ruzie? rustig worden – goed naar elkaar luisteren – samen oplossing bedenken Dat maakt het eenvoudiger kinderen duidelijke, herkenbare tips of opdrachten te geven.
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 20
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
20
16-12-2008 15:30:05
Op weg met Goed gedaan! Thuis • Broertjes en zusjes die in verschillende groepen zitten behandelen hetzelfde thema, maar met andere voorbeelden, oefeningen en aandachtspunten. • Bij elke les is een ouderbrief met informatie, uitleg en tips beschikbaar. Zo weten ook ouders wat hun kind op school leert. 116
Les 6 Samen spelen en werken
Goed gedaan! | Groep 3 | Ouderbrief | Les 6 Samen spelen en werken
Beste ouder(s)/verzorger(s), Deze week werken we met Goed gedaan! aan het thema ‘Samen spelen en werken’. Om goed samen te kunnen spelen en werken is het belangrijk dat kinderen op een prettige manier met anderen omgaan en leren om taken en aandacht samen eerlijk te delen.
doe je iets fout? zeg sorry als het je spijt!
zo
doen we dat
dat is niet leuk!
sorry!
In de klas komt het volgende aan de orde: • Zeg ‘sorry’ als je iets doet waar iemand last van heeft. • Zeg ‘dank je wel’ als iemand iets aardigs voor je doet. • Als je samenwerkt, moet je de leuke en de vervelende klusjes eerlijk verdelen.
© Malmberg
Tips voor thuis • Geef het goede voorbeeld door uw kind te bedanken als hij u helpt of iets aardigs voor u doet, en ‘sorry’ te zeggen als u iets doet wat u niet had moeten doen. • Gebruik bij kinderen onderling vaak het ‘om-de-beurt-principe’: om de beurt vertellen wat je gespeeld hebt, om de beurt helpen de tafel af te ruimen. • Leer uw kind ook rekening te houden met u. ‘Nu wil ik een keer de vis eten geven.’ Zeker een enigst kind kan anders denken dat het altijd recht heeft op de leuke klusjes.
dank je wel!
‘s-Hertogenbosch
blij met wat een ander doet? bedank dan altijd!
Goed gedaan
Ouderbrief groep 1 t/m 4
122
Les 6 Samen spelen en werken
Goed gedaan! | Groep 6 | Ouderbrief | Les 6 Samen spelen en werken
Beste ouder(s)/verzorger(s), Deze week werken we met Goed gedaan! aan het thema ‘Samen spelen en werken’. Om prettig samen met anderen te kunnen spelen en werken is het van belang dat kinderen zich bewust zijn van diverse omgangsvormen en het nut daarvan begrijpen. In de klas komt het volgende aan de orde: • ‘Goede manieren’ zijn bedacht om te zorgen dat het voor mensen fijn is om met elkaar om te gaan. • Op internet en MSN ga je anders met elkaar om dan in het echt, maar ook daar moet je zorgen dat het voor iedereen leuk is. Tips voor thuis • Leg uw kind altijd uit waarom u bepaalde manieren van hem verwacht. Dat iets ‘hoort’ is niet voldoende. Uw kind ziet immers ook andere voorbeelden om zich heen! • Begrijp dat verschillende voorbeelden (op straat, op tv) verwarrend kunnen zijn voor uw kind. Praat daarover. • Zet de computer in de huiskamer als uw kind graag msn’t of chat op internet. Dan kunt u af en toe meekijken en met uw kind praten over manieren op internet.
zo
doen we dat
voorstellen Voorstellen is handig! Jij weet wie de ander is. De ander weet wie jij bent.
bedanken Bedanken is slim! Mensen worden blij van een bedankje. Na een bedankje zullen mensen vaker iets voor je doen.
sorr y zeggen Sorry zeggen is vaak nodig om samen verder te kunnen! Dan weet de ander dat jij er spijt van hebt. Dan is de ander niet meer zo boos.
fatsoenlijk taalgebruik Netjes praten is verstandig. Mensen worden kwaad van schelden/vloeken/schuttingtaal. Mensen luisteren beter naar je als je netjes praat.
© Malmberg
ken jezelf
‘s-Hertogenbosch
Ik
A B
hou niet van dat domme beleefde gedoe. Iedereen wéét toch wie ik ben en wat ik wil? Of niet soms?
bedank mijn vader altijd heel lief als hij mij helpt. Daardoor helpt mijn vader mij heel vaak. Slim hè!
Goed gedaan
Ouderbrief groep 5 t/m 8
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 21
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
21
16-12-2008 15:30:10
Op weg met Goed gedaan! De houding van de leerkracht tijdens de lessen Samen werken aan sociaal-emotionele competenties is leuk, maar ook spannend. Zorg daarom voor een veilige sfeer. Geef kinderen zelfvertrouwen – Geef veel complimentjes en nooit afbrekende kritiek. – Kies voor rollenspellen kinderen uit die dat prettig vinden. – Voorkom dat kinderen ‘voor gek staan’. – Benoem ook zwakke punten van uzelf (soms mopperig / bang voor onweer) Zorg voor voldoende privacy – Stel een vraag snel aan een ander wanneer een kind het antwoord niet weet of het liever niet zegt. – Rem kinderen die al te persoonlijke intieme zaken vertellen onmiddellijk af. – Kom – indien wenselijk – op een later tijdstip met het kind terug op hetgeen hij wilde vertellen. – Laat kinderen geen kritiek spuien over anderen. Help hen rustig te zeggen welk gedrag zij vervelend vinden. Ga daarna samen op zoek naar gedragsalternatieven of andere oplossingen. Respecteer verschillen – Benadruk dat het leuk en handig is dat iedereen anders is. – Leg uit dat het heel gewoon is dat iedereen thuis andere gewoonten en regels heeft. Maar wees duidelijk: op school gelden voor iedereen de schoolregels! – Hou bij omgangsvormen rekening met individuele verschillen. Zorg dat alle kinderen weten ‘hoe het hoort’, maar eis dat gedrag niet in elke situatie: Aankijken • Onzekere kinderen hebben vaak moeite anderen recht aan te kijken. • In veel culturen is iemand langdurig aankijken brutaal. Eerlijk zijn • Onzekere kinderen geven vaker ‘sociaal wenselijke antwoorden’. • In veel culturen is ‘beleefd’ zijn belangrijker dan ‘eerlijk zeggen wat je denkt’. • In de straatcultuur is openlijk een fout bekennen iets voor ‘losers’. Emoties • Kinderen willen vaak stoer zijn (vooral jongens) en ontkennen dan ooit bang te zijn. • Kinderen (vooral meisjes) zijn soms ook geneigd emoties juist te overdrijven. • Relativeer af en toe wat kinderen vertellen zonder hen belachelijk te maken. Wees duidelijk – Zeg steeds welk gedrag u wél wilt zien, in plaats van benoemen wat het kind fout doet. – Benadruk dat het bij de lessen van Goed gedaan! niet gaat om ‘punten halen’.
© Malmberg
‘s-Hertogenbosch
510321_GG_HL_PRF6.indd 22
Goed gedaan! | Schoolbreed | Schoolbreed starten en volgen
22
16-12-2008 15:30:12